opgave1 - manifest 2040

1
wind: 150 m2 per persoon biomassa: 600 m2 per persoon zon: 13 m2 per persoon beschikbare oppervlakte PBL, 2015 Elk vakje staat gelijk aan 400 km2 LEGENDA Ruimtevraag voor hernieuwbare energie Gemiddelde energiebehoefte per Nederlander. De berekende oppervlaktes per persoon zijn exclusief de ruimtevraag voor overige functies in Nederland. PBL, 2015. Illustratie Redactieteam Manifest OPGAVE 1 MAAK RUIMTE VOOR DE ENERGIETRANSITIE De energietransitie gaat in belangrijke mate de inrichting en het aanzicht van het land bepa- len. Er zijn omvangrijke gebieden nodig voor de grote energieoogst: windmolenparken, zonne- velden enzovoort. Er zullen honderdduizenden kleinschalige installaties voor decentrale ener- giewinning verschijnen. Nieuwe opslagtechnie- ken moeten pieken in de beschikbaarheid van hernieuwbare energie opvangen. Bronnen en afnemers die meestal op afstand van elkaar lig- gen, zullen samen nieuwe energieketens vor- men (bijvoorbeeld via het gebruik van rest- warmte of biomassa). Energieopwekking wordt weer zichtbaar. Land- schappen zullen in de toekomst weer ener- gielandschappen zijn, net als in het verleden. We hebben op dit moment onvoldoende ken- nis over hoe dit goed en eciënt kan gebeuren. De huidige ruimtelijke ordening werkt eerder restrictief dan stimulerend voor energiepro- jecten. Ze nodigt te weinig uit tot het opstel- len van integrale, vernieuwende visies en plan- nen waarin de ambities van de energietransitie zijn meegenomen. Om deze praktijk om te bui- gen, zal de energievoorziening als volwaardig ruimtevrager moeten worden benaderd. Ster- ker nog, het is hard nodig dat overheden op alle schaalniveaus energiebesparing en duurzame opwekking van energie gaan hanteren als de nieuwe juridische sleutel voor ruimtelijke ont- wikkelingen. Op die manier stimuleren ze inves- teringen in duurzame concepten en samenwer- king in de lokale energievoorziening. De technische, ruimtelijke en maatschappelijke opgave is dus enorm. Het Energieakkoord voor 2020 is slechts een voorzichtig begin. Zeker is dat zonder ambitie en sturing van de overheid nimmer het tempo wordt gehaald dat nodig is voor een echte transitie. Ook is zeker dat de transitie nooit zal plaatsvinden zonder actieve medewerking van bewoners, bedrijfsleven en instituties. Er is behoefte aan experimenten en innovaties, aan nieuwe coalities en samenwer- kingsvormen. We hebben koplopers nodig om het systeem uit te dagen en het poldermodel, dat nu een vertragende factor is, te moderni- seren. Deze opgave snijdt door de traditionele beleids- velden heen. Alleen ruimtelijke oplossingen zijn onvoldoende. Er is ook juridische en scale ruimte nodig om tot nieuwe verbindingen en businessmodellen te komen. De rijksoverheid heeft de verantwoordelijkheid om hier actief vorm aan te geven met een Deltaprogramma voor een energieneutraal Nederland. In zo’n Nationaal Energieprogramma werken overhe- den onder leiding van een Energiecommissaris samen aan de kaders van de transitie. Het pro- gramma moet in combinatie met omgevingsvi- sies op alle bestuursniveaus burgers, bedrijfs- leven en instituties - de miljoenen eigenaren van de Nederlandse ruimte - kansen, ruimte, inzicht en continuïteit bieden. Het moet de aanzet zijn tot Europese afspraken over belas- ting op de uitstoot van CO2 en warmte en een circulaire economie. Het moet aanzetten tot regionale samenwerkingen en coöperatieve gebiedsontwikkelingen, en tot eigen investe- ringen in energieopwekking aan infrastructuur en civieltechnische werken. En het moet een impuls geven aan vernieuwing van het ruimte- lijk vakgebied en de opleiding van een nieuwe generatie planologen en ontwerpers met ken- nis van zaken. WIJ MAKEN RUIMTE Potentie zonne-energie Energie is ruimte, Ruimtelijk Planbureau 2003, kaarten vervaardigd door MUST in MW. PBL 2014. Illustratie Redactieteam Manifest EEN DELTAPROGRAMMA VOOR EEN ENERGIENEUTRAAL NEDERLAND De energietransitie leeft in Nederland. De urgentie wordt breed gevoeld (bij het bedrijfsleven, in de politiek en in de samenleving), maar verloopt moeizaam. Tot de groot- ste belemmeringen behoren de hoge ruimtedruk en het geringe maatschappelijke draagvlak voor windmolen- parken of andere energievoorzieningen in het landschap. Ook de energiebesparing schiet niet op. Tot op de dag van vandaag wordt maar een klein deel van de nieuwe wonin- gen energieneutraal opgeleverd, ondanks de technische mogelijkheden. Willen we daadwerkelijk een Nederland dat in 2050 80 procent minder CO2 uitstoot en liefst zelfs energieneutraal is, dan moeten de politieke keuzes ondub- belzinnig zijn. Die moeten gaan over de ruimtelijke accom- modatie, de kennisontwikkeling, de nancieringsstromen en zeker ook de samenwerking. De energietransitie vraagt om een Nationaal Energieprogramma, vergelijkbaar met het Deltaprogramma. biogas: 5 koeien per huishouden beschikbare oppervlakte PBL, 2015, Elk vakje staat gelijk aan 400 km2 LEGENDA Flevoland 778.000 Groningen 376.000 Noord Holland 353.000 Zeeland 330.000 Zuid Holland 269.000 Friesland 165.000 N-Brabant 108.000 Overige 106.000 x 1 x 5 x 7.5 x 10 Op zee 228.000 x 2 Potentie energie door waterkracht Windenergie opgewekt per provincie in 2013

Upload: wij-maken-nederland

Post on 23-Jul-2016

237 views

Category:

Documents


3 download

DESCRIPTION

 

TRANSCRIPT

wind: 150 m2 per persoon

biomassa: 600 m2 per persoon

zon: 13 m2 per persoon

beschikbare oppervlakte

PBL, 2015Elk vakje staat gelijk aan 400 km2

LEGENDA

oude rivierklei

jonge rivierklei met biomassalandschap in uiterwaarden

windlandschap op zeeklei (molen staat voor één of meerdere turbines)

leem

hoogveen met toekomstig windlandschap

laagveen

kleinschalig biomassalandschap op dekzand

duinen

LEGENDA

energiecentrale

wind op land (bron: structuurvisie windenergie op land, 2014)

gaswinning

hoogspanningsverbinding

Maxima centrale

Eemshaven

Harlingen

Twence

Leusden

EssentEssent

Waterpark Veerse

Biomassa Sittard

Ruimtevraag voor hernieuwbare energie

Gemiddelde energiebehoefte per Nederlander. De berekende oppervlaktes per persoon zijn exclusief de ruimtevraag voor overige functies in Nederland. PBL, 2015. Illustratie Redactieteam Manifest

OPG

AVE

1

MAAK RUIMTE VOOR DE ENERGIETRANSITIE

De energietransitie gaat in belangrijke mate de inrichting en het aanzicht van het land bepa-len. Er zijn omvangrijke gebieden nodig voor de grote energieoogst: windmolenparken, zonne-velden enzovoort. Er zullen honderdduizenden kleinschalige installaties voor decentrale ener-giewinning verschijnen. Nieuwe opslagtechnie-ken moeten pieken in de beschikbaarheid van hernieuwbare energie opvangen. Bronnen en afnemers die meestal op afstand van elkaar lig-gen, zullen samen nieuwe energieketens vor-men (bijvoorbeeld via het gebruik van rest-warmte of biomassa).

Energieopwekking wordt weer zichtbaar. Land-schappen zullen in de toekomst weer ener-gielandschappen zijn, net als in het verleden. We hebben op dit moment onvoldoende ken-nis over hoe dit goed en efficiënt kan gebeuren. De huidige ruimtelijke ordening werkt eerder restrictief dan stimulerend voor energiepro-jecten. Ze nodigt te weinig uit tot het opstel-len van integrale, vernieuwende visies en plan-nen waarin de ambities van de energietransitie zijn meegenomen. Om deze praktijk om te bui-gen, zal de energievoorziening als volwaardig ruimtevrager moeten worden benaderd. Ster-ker nog, het is hard nodig dat overheden op alle schaalniveaus energiebesparing en duurzame opwekking van energie gaan hanteren als de nieuwe juridische sleutel voor ruimtelijke ont-wikkelingen. Op die manier stimuleren ze inves-teringen in duurzame concepten en samenwer-king in de lokale energievoorziening.

De technische, ruimtelijke en maatschappelijke opgave is dus enorm. Het Energieakkoord voor 2020 is slechts een voorzichtig begin. Zeker is dat zonder ambitie en sturing van de overheid nimmer het tempo wordt gehaald dat nodig is voor een echte transitie. Ook is zeker dat de transitie nooit zal plaatsvinden zonder actieve medewerking van bewoners, bedrijfsleven en instituties. Er is behoefte aan experimenten en innovaties, aan nieuwe coalities en samenwer-kingsvormen. We hebben koplopers nodig om het systeem uit te dagen en het poldermodel, dat nu een vertragende factor is, te moderni-seren. Deze opgave snijdt door de traditionele beleids-velden heen. Alleen ruimtelijke oplossingen zijn onvoldoende. Er is ook juridische en fiscale ruimte nodig om tot nieuwe verbindingen en businessmodellen te komen. De rijksoverheid heeft de verantwoordelijkheid om hier actief vorm aan te geven met een Deltaprogramma voor een energieneutraal Nederland. In zo’n Nationaal Energieprogramma werken overhe-den onder leiding van een Energiecommissaris samen aan de kaders van de transitie. Het pro-gramma moet in combinatie met omgevingsvi-sies op alle bestuursniveaus burgers, bedrijfs-leven en instituties - de miljoenen eigenaren van de Nederlandse ruimte - kansen, ruimte, inzicht en continuïteit bieden. Het moet de aanzet zijn tot Europese afspraken over belas-ting op de uitstoot van CO2 en warmte en een circulaire economie. Het moet aanzetten tot regionale samenwerkingen en coöperatieve gebiedsontwikkelingen, en tot eigen investe-ringen in energieopwekking aan infrastructuur en civieltechnische werken. En het moet een impuls geven aan vernieuwing van het ruimte-lijk vakgebied en de opleiding van een nieuwe generatie planologen en ontwerpers met ken-nis van zaken.

WIJ MAKEN RUIMTE

Potentie zonne-energie

Energie is ruimte, Ruimtelijk Planbureau 2003, kaarten vervaardigd door MUST

in MW.PBL 2014. Illustratie Redactieteam Manifest

EEN DELTAPROGRAMMA VOOR EEN ENERGIENEUTRAAL NEDERLAND

De energietransitie leeft in Nederland. De urgentie wordt breed gevoeld (bij het bedrijfsleven, in de politiek en in de samenleving), maar verloopt moeizaam. Tot de groot-ste belemmeringen behoren de hoge ruimtedruk en het geringe maatschappelijke draagvlak voor windmolen-parken of andere energievoorzieningen in het landschap. Ook de energiebesparing schiet niet op. Tot op de dag van vandaag wordt maar een klein deel van de nieuwe wonin-gen energieneutraal opgeleverd, ondanks de technische mogelijkheden. Willen we daadwerkelijk een Nederland dat in 2050 80 procent minder CO2 uitstoot en liefst zelfs

energieneutraal is, dan moeten de politieke keuzes ondub-belzinnig zijn. Die moeten gaan over de ruimtelijke accom-modatie, de kennisontwikkeling, de financieringsstromen en zeker ook de samenwerking. De energietransitie vraagt om een Nationaal Energieprogramma, vergelijkbaar met het Deltaprogramma.

biogas: 5 koeien per huishouden

beschikbare oppervlakte

PBL, 2015, Elk vakje staat gelijk aan 400 km2

LEGENDA

Flevoland 778.000Groningen 376.000

Noord Holland 353.000Zeeland 330.000

Zuid Holland 269.000Friesland 165.000N-Brabant 108.000

Overige 106.000

WINDENERGIE per Provincie, 2013

x 1

x 5

x 7.5

x 10

Op zee 228.000

x 2

Flevoland 1391.000Groningen 856.000

Noord Holland 686.000Zeeland 571.000

Zuid Holland 736.000Friesland 531.000Noord Brabant 471.000

Overige provincies 763.000Op zee 4.450.000

Potentie energie door waterkracht

Windenergie opgewekt per provincie in 2013