osg nieuws juni_2011_web[1]

OSG NIEUWS · Maart 201102

Jaargang 8

Onderwijshuisvesting Op de schOp?Scholen verantwoordelijk voor onderhoud?

AdviesoSG ondersteunt

gemeenten en instellingen bij invoering oke-wet

Administratiekiezen met ambitie

Personeelop zoek naar

een nieuwe leraar?

Osg nieuwsjuni 2011

in deze oSG nieuws:

Voorwoord 3 Meer dan geld alleen

Column 4 Outsourcing: strategisch agendapunt

Jaarverslagen 6 Financieel jaarbeeld

7 Sociaal jaarbeeld

Vanuitdeklantbekeken 8 De gesprekscyclus herijkt

Advies10 Onderwijshuisvesting op de schop?

13 Instrument formatieplanning, les- en taaktoebedeling (FoLeTa)

14 OSG Juridisch: Ambtenaren binnenkort ‘gewone werknemers’?

15 OSG Juridisch: Bewijs van verzending c.q. ontvangtst cruciaal bij geschil

16 OSG ondersteunt gemeenten en instellingen bij invoering OKE-wet

Administratie18 Kosten en risico’s van insourcen

20 Bouwbudget versus kwaliteit

22 Kiezen met ambitie

25 65 jaar en dan (blijven werken)?

26 Symposium leerprestaties en licht

Personeel30Op zoek naar een nieuwe leraar?

NieuwsvanOSG32 Hoe tevreden bent u over de dienstverlening van OSG?

34 Klantvoordelen

OSG Nieuws is een uitgave van OSG.

doelstelling oSG nieuws Op bondige wijze belangrijke ontwikkelingen in het onderwijs en relevante ontwikkelingen buiten het onder wijs onder de aandacht van de lezers brengen met een verwijsfunctie naar eventuele nadere informatie/ documentatie. Daarnaast worden er officiële en actuele meldingen gedaan voor klanten van OSG. oplage 4000. OSG Nieuws verschijnt vier keer per jaar en wordt kosteloos verspreid bij de klanten van OSG. Een abonnement kost € 25,- per jaar. intellectueel eigendom Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geauto matiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij electronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van OSG. Aan de inhoud van deze uitgave kunnen geen rechten worden ontleend. advertenties Contactpersoon voor de advertenties is Sandra Kooijmans. De advertentie-tarieven en voorwaarden zijn op aanvraag verkrijgbaar. redactie Saskia de Frel, Gerrit Hendriks, Jan Albert Huls, Sandra Kooijmans. redactieadres [email protected]. ontwerp Groot Haar + Orth, Leeuwarden. drukwerk en verspreiding Drukkerij Vos, Gemert.

www.osg.nl

colofon

inhOud

OSG NIEUWS · jUNI 20112

OSG NIEUWS · jUNI 2011 3

in deze oSG nieuws:

Voorwoord 3 Meer dan geld alleen

Column 4 Outsourcing: strategisch agendapunt

Jaarverslagen 6 Financieel jaarbeeld

7 Sociaal jaarbeeld

Vanuitdeklantbekeken 8 De gesprekscyclus herijkt

Advies10 Onderwijshuisvesting op de schop?

13 Instrument formatieplanning, les- en taaktoebedeling (FoLeTa)

14 OSG Juridisch: Ambtenaren binnenkort ‘gewone werknemers’?

15 OSG Juridisch: Bewijs van verzending c.q. ontvangtst cruciaal bij geschil

16 OSG ondersteunt gemeenten en instellingen bij invoering OKE-wet

Administratie18 Kosten en risico’s van insourcen

20 Bouwbudget versus kwaliteit

22 Kiezen met ambitie

25 65 jaar en dan (blijven werken)?

26 Symposium leerprestaties en licht

Personeel30Op zoek naar een nieuwe leraar?

NieuwsvanOSG32 Hoe tevreden bent u over de dienstverlening van OSG?

34 Klantvoordelen

Dankzijeenschitterendvoorjaarhebbenwekunnengenietenvaneenprachtigemeivakantie.Diehaddenweookverdiendnazo’n

strengewinter.Nognooitzijnzoveelmensenindezetijdvanhetjaarereenpaardagenopuitgetrokken.Alswedenkendateender-

gelijkvoorjaardesomberheiduitonsdoenendenkenzoukunnenhalen,danhebbenweonsvergist.Teveelentenadrukkelijkblijven

westilstaanbijdatgenewatnietdeugtenwatermisis.Hopelijkgeldtdatnietvooriederspersoonlijk(e)leven,maarhetgeldtwelvoor

politiekekringenenvoordeonderwijssector.Wathetpersoonlijklevenbetreftlijktdiesomberheidechtmeetevallen.Attractieparken

zijnnognooitzogoedbezochtendeterrassenzittenovervol.Hetzelfdegeldtvoorbetaalbarerestaurants.Wedurvenerkennelijkweer

vantegenieten.Deeconomischegroeizalditjaarweerevengrootzijnalsvóórdecrisis.

Meer dan geld alleen Auteur:René Abels, College van Bestuur

De politiek blijft somber en holt van incident naar inci-dent. Niet alleen het land lijdt eronder, maar ook de po-litici zelf, met name gezien het voortijdige vertrek van menig (potentieel) politiek leider. Het lijkt niet leuk meer om het land te dienen.

Die somberheid zit ook in het onderwijs. Natuurlijk is het zo dat er erg fors bezuinigd wordt en dat menigeen denkt dat het een keer afgelopen moet zijn met het snijden in budgetten. Het is echter niet alleen de bezuinigingsdrift die bijdraagt aan een negatieve stemming. Als we zien op welke wijze in de pers de zwakke plekken in sommige HBO-instellingen blootgelegd worden, dan heeft dat met zakelijke, objectieve of inhoudelijk correcte berichtge-ving niets te maken, maar alleen met stemmingmakerij. Als sommige werkgeversorganisaties, actief in het onder-wijs, menen naar alle provinciale bestuurders een brief te moeten sturen om hen te adviseren om op 23 mei 2011 voor de Eerste Kamer te kiezen voor een kandidaat die het onderwijs een warm hart toedraagt, dan is dat stem-mingmakerij. Impliciet wordt ervan uitgegaan dat zij die vinden dat ook in de onderwijssector bezuinigd kan wor-den, het onderwijs geen warm hart toedragen. Er speelt in het onderwijs veel meer dan alleen geld.

In dit verband kunnen een tweetal onderzoeken aange-haald worden. Het eerste onderzoek is afkomstig van Be-renschot en heeft als titel ‘Passend Leiderschap’. Het on-derzoek laat zien met welke vraagstukken schoolleiders geconfronteerd worden en welk breed spectrum aan kwaliteiten schoolleiders nodig hebben om de steeds uitdijende taken te verrichten. Duidelijk wordt aangege-ven dat schoolleiders hun strategische oriëntatie dienen te ontwikkelen en daarnaast dat ze deze oriëntatie moe-ten verbinden met hun dagelijks werk. Het proces waarin schoolleiders zich moeten ontwikkelen tot all round lei-ders is nog lang niet afgerond. Mensen in beweging bren-gen, gedeelde visie creëren, schoolcultuur beïnvloeden,

een onderscheidende strategie ontwikkelen etc. zijn alle-maal onderwerpen die verder gaan dan zorg over bezui-nigingen. Er is nog veel positiefs te verzinnen binnen het onderwijs, dat het leven en werken in deze sector aange-naam en uitdagend weet te maken.

Een tweede onderzoek, van beperktere omvang, is af-komstig van CNV Onderwijs en draagt de naam ‘Beroeps-trots van leraren in het Primair Onderwijs’. Beroepstrots komt tot stand in relatie met anderen, zoals ouders, school, gemeenschap, maatschappij en collega’s. Fac-toren die grote invloed hebben zijn zaken als resultaten bij kinderen. Een duidelijk geleefde visie, passie en vak-manschap, een waarderend klimaat, het ontvangen van professionele bevestiging en een waarderende omge-ving. Opvallend is het oordeel vanuit het onderwijs over de negatieve beeldvorming door de media of door het ministerie en politici in het algemeen. Zonder kennis van de praktijk en zonder te weten hoe het onderwijs in de breedte exact in elkaar zit, worden uitspraken gedaan.

Het zijn beide hoopvolle en positieve onderzoeken, die duidelijk aangeven dat ook in de onderwijssector zelf het besef diep geworteld is dat er meer is dan ‘te weinig geld’.

Als dat besef leeft dan is het goed dat schoolleiders ook daarnaar handelen en zich inderdaad ontwikkelen tot all round leiders met een duidelijke taak naar onderwijsin-stelling, ouders, leerlingen en maatschappelijke omge-ving. Dat betekent voor de schoolleiders een aanmer-kelijke scopeverbreding, die de overaccentuering van beheersmatige managementopvattingen naar de achter-grond dringt. Duidelijk is dat de onderwijssector potentie en motivatie genoeg heeft om uitdagingen het hoofd te bieden en nieuwe kansen te creëren.

vOOrwOOrd


Outsourcing in onderwijsorganisaties is lonend, zo wijst recent onderzoek van Ernst & Young1 uit. De kosten en de risico’s van het outsourcen van de salarisad-ministratie en de financiële administratie blijken significant lager dan in het geval van insourcing, aldus het onderzoek. De besparingen door outsourcing blijken niet alleen uit de lagere directe personele kosten, maar eveneens uit de besparingen in de kosten van ICT, coördinatie, huisvesting en ‘opstarten’. Voorts wijzen de on-derzoekers op de risicoreductie die gepaard gaat met outsourcing. Deze risicover-mindering heeft vooral betrekking op het vermijden van afbreukrisico’s in verband met het uitvallen van personeel.

De onderzoekers van Ernst & Young leggen een koppeling tussen de mate waarin men zou kunnen outsourcen en de omvang van het schoolbestuur. Voor zeer grote schoolbesturen zouden de kosten en de risico’s van insourcing een geringere rol spelen. De onderzoekers suggereren hiermee dat grotere besturen nog een optie zouden hebben om te kiezen voor out- dan wel insourcing. Dat is een misvatting.

Vanuit de praktijkervaring bij zowel grote als kleine profit-organisaties komt naar voren dat het niet de vraag is of men gaat outsourcen, maar wat, wanneer en hoe. Vanuit tal van onderzoeken komt naar voren dat de kosten en de risico’s waar Ernst & Young zich op baseert, slechts één zijde van de outsourcingsmedaille beschrij-ven. In toenemende mate zijn de kosten niet de drijfveer achter outsourcing, maar spelen strategische redenen een sleutelrol. Als je een deel van je processen uitbe-steedt, kun je je beter concentreren op je kernactiviteiten!

Deze stelling is enige jaren geleden door Delmotte en Sels van de economische faculteit van de KU Leuven onderzocht en onderbouwd. Zij vroegen zich af of or-ganisaties met een sterke focus op kostenreductie meer of minder uitbesteden dan organisaties met een sterke strategische focus (in dit geval met name op HR). Uit hun onderzoek blijkt dat organisaties met een sterke focus op strategische veran-kering nog meer uitbesteden dan organisaties met een minder sterke focus op dit thema. Deze samenhang is bij organisaties met een sterke focus op kostenreductie minder sterk.

We hoeven tegenwoordig de krant of de nieuwswebsites maar te openen of we worden met de neus op de onderwijsfeiten geduwd. Bezuinigingen en doelma-tigheidsverbetering zijn daarin een regelmatig terugkerend thema. Veel wezenlij-ker echter zijn de frequente nieuwsberichten over de kwaliteit en de organisatie van het onderwijs. Tegen deze achtergrond is voor veel onderwijsorganisaties een scherpere focus op de kernactiviteiten onontbeerlijk. Outsourcing kan daaraan een bijdrage leveren en hoort daarom hoog op de strategische agenda te staan.

1 Ernst & Young (2011) BRAVO, Onderzoek kostprijsmodel insourcing AK-diensten

Hetisnognietzolanggeledendatmijdevraaggesteldwerdofiktoezichthou-

dervaneenschoolbestuurwildeworden.Oja,enofikookdefinanciënvande

schoolvoormijnrekeningwildenemen,kwamernogachteraan.Deeerstevraag

kreegeenbevestigendantwoord,detweedemijnverbaasdetegenvraagwaar-

ommenditniethaduitbesteed.

OutsOurcing: strategisch agendapuntAuteur: Joost Veenstra

cOluMn


OSG NIEUWS · jUNI 2011 51 Ernst & Young (2011) BRAVO, Onderzoek kostprijsmodel insourcing AK-diensten

PMA autoverzekering

TOT 60% VOORDELIGER

KIESAUTOVERZEKERING.NL

PMA AUTOVERZEKERING VOORDELIG EN VOOR IEDEREENOok u kunt besparen op uw autoverzekering. De PMA autoverzekering is

ondergebracht bij Allianz Nederland. Premiebetaling en afhandeling van

de schade verlopen rechtstreeks met Allianz Nederland.

Ga voor meer informatie en premie berekenen naar kiesautoverzekering.nl

Bespaar honderden euro’s per jaar- Snel en makkelijk overstappen

- Gratis opzegservice

Ondergebracht bij Allianz Nederland- Uitstekende service

- Uitstekende voorwaarden

Extra’s- Nieuwwaarderegeling 36 maanden

- Bonusbescherming

adv-osg-auto-final.indd 1 10-03-11 15:00

Advertentie


jaarverslagen

Het jaar 2010 wordt in het algemeen gekenmerkt

als een jaar van voorzichtig herstel van de econo-

mie, waarbij dan met name wordt gekeken naar het

bedrijfsleven. Waar het de overheid en de non-pro-

fitsector betreft, is er nog steeds sprake van bezuini-

gingen. Hoewel men in de politiek zegt het onderwijs

hoog in het vaandel te hebben staan en via allerlei

projecten en programma’s vernieuwings- en kwa-

liteitsimpulsen wil geven, heeft de overheid onvol-

doende aandacht voor de reguliere exploitatie van

onderwijsinstellingen. Hierop wordt flink bezuinigd

en wel zodanig dat instellingen interen op hun eigen

vermogen. Dat laatste heeft tot gevolg dat onder-

wijsinstellingen zelf terughoudend zijn met investe-

ringen in vernieuwingen. Het onderwijsbeleid werkt

daarmee averechts. Noodgedwongen houdt men

dehandopdeknip.De effecten van de crisis doen

zich niet alleen voelen in onderwijsland, maar ook op

andere markten als welzijn, zorg en gemeenten.

Dit betekent voor OSG dat adviesdiensten in 2010

minder vaak en minder omvangrijk werden afgeno-

men en dat de nieuwe personele producten – hoe-

wel aantrekkelijk waar het gaat om kwaliteit, flexibi-

liteit en kostenbesparing voor klanten – in afname

niet de snelle ontwikkelingen doormaakten die voor

het jaar 2010 waren beoogd. De administratieve

diensten, veelal vervat in minder conjunctuurgevoe-

lige meerjarige contracten, hebben verhoudingsge-

wijs het minst te lijden gehad van de crisis, al is ook in

dat segment de wens tot besparing van de klant ge-

voeld. Al met al is de vraag met 7% afgenomen. Niet

alleen de bezuinigingen en hun bijkomende effec-

ten zijn van invloed geweest op omzet en resultaat,

maar ook de invoering van nieuwe salarissystemen

en HR-producten hebben tot een grote investerings-

en implementatiedruk geleid binnen OSG.

Door het behaalde exploitatieoverschot behoudt

OSG een solide balans en gezonde kengetallen. Het

solvabiliteitspercentage voor 2010 is vastgesteld

op49,3%, waar over het algemeen 25% de norm is.

Ook waar het gaat om deliquiditeitgeefteenfactor

van1,76voor 2010 aan dat OSG in staat is geweest

en ook de komende jaren in staat zal zijn, om te in-

vesteren, maar ook om negatieve gevolgen van de

bezuinigingen uit eigen middelen op te vangen.

Niet alleen door bovenvermelde nieuwe salaris- en

HR-systemen is er druk op de ICT-sector gelegd,

maar ook door verdergaande digitaliseringvanhet

dienstenaanbod, door nieuwe producten te ontwik-

kelen zoals het scannen van facturen en het digitale

personeelsdossier, door uitbouw van de manage-

mentinformatie via InfoNet en door het ontwikkelen

van een intern CRM systeem, is zowel qua werkbelas-

ting als qua kosten fors geïnvesteerd.

CASO/Edukaat, sinds jaar en dag hét salaris- en per-

soneelssysteem voor het onderwijs, verdwijnt eind

2013 van de markt. Diverse partijen zoals Raet, Mag-

ma en AFAS duiken in dit gat op de markt. OSG wil de

klant kunnen bedienen met producten van elk van

deze leveranciers, omdat de markt op dit moment te

verdeeld is. Voor OSG is de komende tijd bij uitstek

de gelegenheid aan te geven dat OSG unieke dienst-

verlening heeft, ongeacht de applicatie die een klant

wenst te gebruiken.

OSG wil toonaangevend zijn in haar advies, admini-

stratie en personeelsdiensten. Het is een uitdagende

toekomst, die OSG samen met haar klanten wil in-

gaan.

(Financieel) jaarbeeld 2010

“ Op een gezOnde basis kun je een gezOnde tOekOMst bOuwen”

OSGheefthetjaar2010afgeslotenmeteenpositief exploitatieresultaat.Daarmeeisde

trendvandeafgelopenjarendoorgezet.HoewelOSGeenoverschotvan0,5%alscontinuïteitsmargeop

demiddellangetermijnalsonvoldoendebeschouwt,wordtonderdehuidigemarktomstandigheden

metrelatievetevredenheidteruggebliktophetafgelopenjaar.


OSG streeft met betrekking tot haar medewer-kers naar een openensociaalbeleid en naar een evenwichtig personeelsbestand dat in kwantiteit en kwaliteit aansluit bij de klantvragen. Toonaan-gevend, daadkrachtig, verbindend, onderne-mendenbetrokken.

De OSG’ers zijn kenmerkend in hun aanpak: per-soonlijkenklantgericht. Deze aanpak, zo is we-derom gebleken uit het recente klanttevreden-heidsonderzoek, wordt hoog gewaardeerd door onze klanten. Om deze aanpak te koesteren en nog verder te ontwikkelen heeft in 2010 het HRM beleid een extra impuls gekregen. Een nieuw strategisch personeelsbeleidsplan met compe-tentiemanagement als basis, zal de OSG’er faci-literen in haar of zijn verdere ontwikkeling. Zodat we de klanten nog beter kunnen ondersteunen, met hen mee kunnen denken en vooruit kunnen lopen.

OSG kent een laag ziekteverzuim en een goede interne doorstroom van medewerkers die door-groeien binnen de organisatie. OSG stimuleert zelfstudie en persoonlijke ontwikkeling, maar biedt ook intern reguliere scholing aan op het gebied van de OSG diensten. Zo blijven we bij en vóór op de marktontwikkelingen en weten regelgeving waar veel van onze dienstverlening mee te maken heeft.

De landelijke trend van langzame vergrijzing zien we ook bij OSG. We zien het als een uitdaging de OSG’ers vitaal en gezond te houden en ervaring optimaal in te zetten in de komende jaren door middel van goed employabilitybeleid.

OSG wil toonaangevend zijn in haar advies, ad-ministratie en personeelsdiensten. Hier hoort een personeelsontwikkeling bij waarbij OSG’ers (nog meer) meebewegen met de markt en waar-bij deklantcentraalstaat.

OSG heeft de afgelopen jaren een stabiele koers gevaren. Dit geeft de organisatie de mogelijkheid adequaat te kunnen reageren op ontwikkelingen in de markt en te investeren in de toekomst.

In 2011 zal de focus wederom zijn op personeels-ontwikkeling, doorstroom, employability en een gezond en evenwichtig personeelsbestand.

(sOciaal) jaarbeeld 2010

“ Osg’ers in beweging: tOOnaangevend, daadkrachtig, verbindend, OnderneMend, betrOkken”Hetjaar2010waseendynamischjaar.de 562 oSG’ ers warenvolopinbeweging:internbinnenOSG,inhuneigenontwikkeling,maarvooralmetenbijonzeklanten.

OSG NIEUWS · jUNI 2011 7OSG NIEUWS · jUNI 2011

Kunt u iets vertellen over jullie school en de toekomstplannen?“Het Trajectum College is het resultaat van een recente fusie tussen het Vaderrijn College en het Centraal College. Dit was een mooie aanleiding om samen een nieuwe onderwijskundige koers in te slaan, met als missie een zodanige leerplek te creëren dat alle leerlingen hun diploma halen. De drie O’s, ‘Ontwikkelen, Ondernemen en Opleiden’, staan hierbij centraal. Ze gelden voor leerlingen én medewerkers. Het heeft geleid tot uiteenlopende onderwijskundige trajecten waarbij iedereen een rol vervult die bij hem/haar past. Ook kijkt iedereen reikhalzend uit naar de nieuwbouw en alle moge-lijkheden die dat gaat bieden!”

Hoe heeft u de herijking van de gesprekscy-clus opgepakt?“Eigenlijk heel eenvoudig. Voor de fusie kenden beide scholen een eigen gesprekscyclus en bij de ene school liep deze beter dan de andere. Kortom, de fusie was een mooie gelegenheid eens kritisch te kijken naar beide cycli. Al snel bleek een nieuwe opzet wenselijk. Met de volgende vier aandachts-punten is rekening gehouden: •Ten eerste wilden we een nauwere aansluiting van

de professionele ontwikkeling op de onderwijs-kundige doelen uit het koersplan.

•Ten tweede moest het passen bij het professiona-liseringstraject van de teamleiders.

•Ten derde moest het passen binnen de kaders en beleid van de stichting waar Trajectum onder valt.

•Tenslotte moest het aanvullend zijn op een pro-fessionele werken leercultuur. Vanwege alle on-derwijskundige ontwikkelingen binnen de school willen we dat de teamleiders en de docenten vol-doende ruimte hebben om dáárover in gesprek te blijven. Daarnaast wordt het onderwijs gevraagd de onderwijskundige resultaten te verantwoorden én indirect ligt deze vraag op het bordje van de docent.

Kortom, in onze ogen is de continue dialoog over organisatieontwikkeling en professionele ontwik-keling een voorwaarde geworden: Waar staan we, waar gaan we naartoe, wat verwachten we van el-kaar en wat hebben we dan nodig? De gesprekscy-clus is hiervoor een hulpmiddel.”

“�Alle�relevAnte�pArtijen�binnen�de�school�hebben�meegedAcht�en�meegewerkt”

Wat was de grootste uitdaging?“Voor de ontwikkeling van het beleid, de cyclus en het instrumentarium rekeninghoudend met alle genoemde voorwaarden hebben we de hulp van OSG ingeschakeld. Alle relevante partijen binnen de school hebben meegedacht en meegewerkt. Het is een passend geheel geworden. De uitdaging zat in de implementatie. De teamleiders, hoewel ze graag wilden werken met de gesprekscyclus, za-gen op tegen het vele werk wat erbij komt kijken. Hoe dit te combineren met het dagelijkse werk? Dus aanvankelijk werd het naar voren geschoven. Ik heb samen met de directeur de dwingende lijn gekozen: Het moet! Waar lopen jullie tegenaan en hoe kan ik jullie helpen? Na enkele tijdbesparende aanpassingen zijn de teamleiders – met optimisme - aan de slag gegaan. De directeur gaf het goede voorbeeld en startte met de niet-onderwijsgeven-de medewerkers.”

HetTrajectumCollegeiseenVMBOschoolinUtrechtenis‘deschoolvoorjongerendieietswillenbereiken’.Doreen

vanEngelen,personeelsfunctionaris,iszeerbetrokkenbijdeschoolendemensendieerwerken.Zijendedirecteur,

FeikoKuiper,hebbenmethulpvanOSGdegesprekscyclusnieuwleveningeblazen,metalsdoeldeprofessionele

dialoogtussendocentenenteamleidersteverstevigeninrelatietotdeambitiesvandeschoolendemedewerkers

zelf.OSGNieuwssprakmetDoreenvanEngelenoverditproces.

vanuit de klant bekeken

de gesprekscyclus herijktAuteur:Lutein Schotel


Welke activiteiten hebben er plaatsgevonden?“In het afgelopen jaar is er veel gebeurd. Voor novem-ber 2010 hebben de teamleiders alle lesbezoeken uitge-voerd. Vervolgens hebben de docenten leerlingenquêtes uitgezet en geanalyseerd en hebben ze zelfevaluaties (competenties) uitgevoerd. Na de kerstvakantie startten de doelstellings- c.q. ontwikkelingsgesprekken waarbij de voorgaande bevindingen input waren. Veel is door de teamleider of docent vastgelegd in doelstellings- c.q. POP-formulieren. Voor de meivakantie zijn alle gesprek-ken gevoerd. Ook met niet onderwijzend personeel. Daarnaast zijn onder leiding van Koos Schadee, school-opleider, de competentieprofielen voor docenten LC, LD en startende LB samengesteld door een groep docenten. Kortom, we zijn er druk mee geweest en ik had hierin een monitorende en soms aansturende rol.”

Wat voor veranderingen zijn er geweest naar aanleiding van deze activiteiten?“De collega’s waren over het algemeen heel positief over de gesprekken. Ze vonden het fijn om deze aandacht te krijgen en konden hun ‘ei’ kwijt. Sommigen schrokken van de discrepantie van wat zij hadden ingevuld in de zelf evaluatie en wat de leidinggevende had ingevuld, maar waren positief over het gesprek wat ze erover had-den. Ikzelf ben ook positief over het gesprek met mijn leidinggevende. Het geeft richting aan mijn werk, het schept duidelijkheid en het is gewoon prettig om op deze manier over mezelf en het werk te praten. Einde school-

jaar 2010-2011 evalueren we het beleid, instrumentarium en invoeringsproces.”

Welke tips geeft u mee aan collega P&O-ers die een dergelijk traject ingaan?“Begin er niet aan! Nee, dat is een grapje. Het is veel werk voor de P&O-er maar vooral ook voor de leidinggeven-den. De leidinggevenden moeten het traject doorlopen om vervolgens vast te stellen wat het jou en anderen opbrengt. Dat is weleens lastig. Het is niet altijd goed uit te leggen wat het je oplevert in de praktijk. Bij aanvang van het proces reageerden collega’s wel eens “ja, maar dan word ik beoordeeld”. Ik pikte die signalen op en gaf aan dat het in deze eerste fase gaat om samen doelen te stellen (de afstemming van organisatie- en professionali-seringsdoelen). Vervolgens is er een bijstellingsmoment en pas daarna het beoordelingsmoment. Dat stelde hen gerust. Belangrijk is om de medewerkers zoveel mogelijk in het ontwikkelingsproces te betrekken. Het ontwikke-len van beleid, procedures en instrumentarium kost veel tijd en afstemming. Ik zat in de luxe positie dat we het extern hebben uitbesteed. Ik had het graag zelf ontwik-keld, maar had daar agendatechnisch geen ruimte voor. Tenslotte is een strakke monitoring vanuit P&O in samen-werking met de directie op de uitvoering essentieel. Je moet collega’s hierop durven aanspreken. We hebben een stevige basis gelegd en het vervolg voor volgend jaar is al bekend.”


V.l.n.r. Koos Schadee (schoolopleider), Doreen van Engelen (personeelsfunctionaris) en Patrick Baas (teamleider)


OSG NIEUWS · jUNI 201110 OSG NIEUWS · jUNI 2011

advies

OSG NIEUWS · jUNI 2011OSG NIEUWS · jUNI 2011 OSG NIEUWS · jUNI 2011 11

Ruim 14 jaar geleden zijn de taken en bevoegdheden van de onderwijshuisvesting voor het Primair en Voorgezet Onderwijs van het rijk naar de gemeenten gedecentraliseerd. Daarmee is de zorgplicht en budget verantwoordelijkheid voor de onder-wijshuisvesting naar de gemeenten gegaan en vastgelegd in verschillende onderwijswetten. Het huisvestingsbudget voor onderwijs wordt via het Gemeentefonds over de gemeenten verdeeld (territoriale decentralisatie).

GemeentelijkezorgplichtDe gemeentelijke zorgplicht houdt voor het Primair Onderwijs en (Voortgezet) Speciaal Onderwijs in grote lijnen in de verant-woordelijkheid om te voorzien in: •Voldoende capaciteit.•De eerste inrichting met onderwijsleerpakket en meubilair.•Uitbreiding. •(vervangende) Nieuwbouw.•Verzekeringen.•(groot) Onderhoud aan de buitenzijde van gebouwen.•Vergoeding onroerend zaak belasting.•Exploitatie van ruimte voor bewegingsonderwijs.

De gemeentelijke zorgplicht voor het Voortgezet Onderwijs is sinds 1 januari 2005 beperkt tot uitbreiding, (vervangende) nieuwbouw

en eerste inrichting met onderwijsleerpakket en meubilair, omdat vanaf dat moment het onderhoud voor binnen- en buitenkant is

overgegaan naar de schoolbesturen.

Het ministerie van OCW en de PO-Raad zijn momenteel met el-kaar in gesprek om het onderhoud voor de binnen- en bui-

tenkant over te dragen aan de scholen in het Primair Onder-wijs. Dit betekent dat de scholen dan volledig verantwoordelijk

worden voor het onderhoud inclusief het bijbehorende budget (functio-nele decentralisatie). Het moment om de taak over te dragen is gesteld op

1 januari 2012. Mocht deze wijziging worden doorgevoerd dan is het van be-lang dat schoolbesturen en gemeenten goede afspraken maken ten tijde van

de overdracht van het onderhoud. Een nulmeting van de staat van onderhoud van het gebouw kan hieraan bijdragen. Vastgelegd dient te worden welke onder-

houdszaken juist wel en welke juist niet in de overgangsfase voor rekening komen van de gemeente en/of schoolbestuur.

>>

Auteurs:Jur Rensema en John Speelman

Inenomdeschoolishetnooitrustig.Webedoelendannietdegeluidendiedoorkinderen

wordengemaakt,maarveranderingenophetgebiedvanwet-enregelgeving.Ditkan

leidentotturbulentiebijschoolteams,schooldirectiesofschoolbestuurders.Ofditook

hetgevalisbijwijzigingenophetbeleidsterreinvanonderwijshuisvestingisvanafdeze

plaatsmoeilijkinteschatten,maaralsvoortekenenonsnietbedriegen,dangaanerde

komendeperiodeopditterreinveranderingenplaatsvinden.

Onderwijs huisvesting Op de schOp?


advies

Een punt van aandacht, of van onderhandeling, is het budget om het gebouw voldoende te kunnen onderhou-den. Het ministerie wil het budget overhevelen op basis van de maatstaven zoals bepaald in het Gemeentefonds (dus budgettair neutraal). De PO-Raad beoogt meer een praktijkgericht budget (dus wat is nodig om het gebouw in goede staat te krijgen of te houden). Dit betekent dat de partijen een verschil van inzicht hebben voor de finan-ciering van de over te dragen taak.

Uit het rapport ‘Gezond en Goed’ van de Rijksbouwmees-ter blijkt dat de exploitatienormen zijn gebaseerd op de oude Londo-norm (1985) die bij aanvang al 10% te laag was en tot op de dag van vandaag de grote ramp voor het onderwijs zijn. Ook de normbudgetten voor onderhoud, zoals veelal door gemeenten gehanteerd, zijn hierop ge-baseerd. Dit leidt tot onrealistische budgetten voor on-derhoud. Het is evident dat schoolbesturen hun koepel-organisaties hierop wijzen, zodat dit als aandachtspunt kan worden meegenomen. Voor schoolbesturen geldt dat zij er goed aan doen dit soort punten ter bespreking te brengen in het reguliere overleg met gemeenten.

De conclusie is dat het ministerie van OCW voorstander is van het onderhoud volledig in handen geven van de schoolbesturen maar dat de financiële kaders nog onderwerp van bespreking zijn. Dit wordt ongetwijfeld vervolgd.

MogelijkheidkwaliteitsstandaardVrijwel alle gemeenten hanteren de modelverordening van de Verenging van Nederlandse Gemeenten (VNG). Voor (vervangende) nieuwbouw, uitbreiding etc. zijn normbedragen opgenomen in de bijlagen van de model-verordening. De VNG overweegt nu om de normbedra-gen af te schaffen en te vervangen door een kwaliteits-standaard met verschillende niveaus. De gemeenteraden kunnen dan kiezen uit de verschillende niveaus met een bijbehorend prijskaartje.

De aanleiding om de normbedragen af te schaffen is op een tweetal argumenten gebaseerd. De huidige norm-bedragen zijn ontleend aan onderzoeken van het rijk uit de jaren tachtig en zijn meeverhuisd met de decentrali-satie van de zorgplicht voor schoolgebouwen, maar ook de ambitie van gemeenten (en schoolbesturen) voor de kwaliteit van hun schoolgebouwen is hoger dan in de ja-ren tachtig. Te denken valt aan energiebesparende maat-regelen, duurzaam bouwen, frisse scholen etc.

Vooralsnog is het slechts een aanzet aangezien de VNG eerst een draagvlakonderzoek houdt onder haar leden dat wordt afgesloten met een ‘Go or no go’-besluit. De verwachting is dat bij een ‘Go’ (voor de zomer van 2011) een nadere uitwerking zal plaatsvinden van de kwaliteits-standaarden in een modelverordening zodat gemeenten deze per 2012 kunnen invoeren (bron VNG).

LandelijkPlatformOnderwijshuisvestingAdviseurs van OSG participeren in het Landelijk Platform voor Onderwijshuisvesting. In dit platform worden actu-ele thema’s, zoals hierboven geschetst, besproken. Ook kennisdeling en standpunt bepaling over thema’s en de mogelijke gevolgen en/of mogelijkheden worden binnen het platform vanuit verschillende perspectieven bezien. Dit draagt bij aan de expertise en kennis van onze OSG huisvestingsspecialisten, zodat wij onze klanten op een goede wijze kunnen ondersteunen.

Wilt u naar aanleiding van dit artikel een gesprek, nader advies en/of ondersteuning van één van onze huisves-tingsspecialisten, dan kunt u contact opnemen met uw OSG vestiging.

“�scholen��verAntwoordelijk�voor�het��onderhoud?”

>>


“�De�formatieplanning�en��les-�en�taaktoebeDeling�worDen��voor�ieDereen�inzichtelijk”�

Mogelijk neemt u de applicatie FoLeTa (Formatieplanning, Les- en Taaktoebedeling) af. FoLeTa is een programma waarmee, zoals

de omschrijving al aangeeft, de formatieplanning kan worden gemaakt en daaraan gekoppeld per unit, sectie en docent de les- en

taaktoebedeling. Dit programma wordt vooral gebruikt door besturen in het Voortgezet Onderwijs (VO).

Instrument formatIeplannIng, les- en taaktoebedelIng

(foleta) Auteur: Jurg Hendriks

De formatie is elk jaar een aanzienlijke klus, met tientallen variabelen die de resultaten beïnvloeden en veel functi-onarissen die erbij betrokken zijn. In veel gevallen over-ziet slechts een enkeling het geheel. Dit maakt de school kwetsbaar. In FoLeTa zijn alle onderdelen die de formatie beïnvloeden in één database opgenomen en meerdere gebruikers kunnen ermee werken. De formatieplanning en les- en taaktoedeling worden zo voor iedereen inzich-telijk. Omdat alle informatie op één plek staat en iedereen over dezelfde cijfers beschikt, kan de communicatie hier-over helder en doeltreffend zijn.

FoLeTa kent een dynamische koppeling met de per-soneelsadministraties van onder andere Magma (HR-4School, Merces), Raet Online en AFAS ERP software. Dit houdt in dat de bezetting automatisch ingelezen kan worden in FoLeTa, waardoor deze 1 op 1 lopen voor wat betreft het personeel. Er zijn eerder ook afspraken hier-over gemaakt met CASO (eerst Randstad, nu van Raet), maar deze dynamische koppeling is uiteindelijk niet ge-realiseerd, waardoor de informatie vanuit CASO veelal handmatig moest worden ingevoerd.

Omdat handmatige vulling van de systemen in de ogen van OSG niet passend is in deze tijd, heeft OSG met de directie van FoLeTa afgesproken welke overzichten uit het CASO-personeelsbestand door OSG worden aange-leverd, waarna deze kunnen worden ingelezen in FoLeTa. Dit heeft geleid tot een tweetal overzichten. Een over-zicht van alle personeelsleden waarop alle informatie staat die voor FoLeTa noodzakelijk is, van NAW-gegevens tot de aanstelling in werktijdfactor en een overzicht van de afwezigheid van zowel buitengewoon of bijzonder verlof als ziekte. Deze overzichten maken het mogelijk om voor nieuwe klanten van FoLeTa een overzicht te ma-ken en deze te converteren naar Excel. Deze Excel over-zichten kunnen door FoLeTa gebruikt worden om het totale personeelsbestand in te lezen. Deze additionele overzichten kunnen op verzoek van de klant of van FoLe-Ta geleverd worden. Het voordeel hiervan is, dat er niets handmatig ingevoerd hoeft te worden en dus een hoop verwerkingstijd scheelt.

Op verzoek is het ook mogelijk om incidenteel of struc-tureel (bijvoorbeeld maandelijks of per kwartaal) voor klanten een overzicht te genereren waaruit men bij Fo-LeTa een verschillenlijst kan produceren. Op deze manier kan de klant zelf controleren of de inhoud van FoLeTa wel correspondeert met de inhoud van de personeels- en sa-larisadministratie. Dit is bijvoorbeeld erg handig voor de controle of alle wijzigingen voor het nieuwe schooljaar wel goed zijn doorgevoerd. Ook dit overzicht kunnen wij op verzoek van de klant aan FoLeTa leveren.

14

Medioapril2011isdoorhetCDAenD66eeninitiatiefwetaangebodenaandeTweedeKamerdieeenwijzigingvoorstaatdatvanafhetjaar

2015voorambtenaren,waaronderhetonderwijspersoneelwerkzaaminhetopenbaaronderwijs,hetregulierearbeidsrechtgaatgelden.

Osg juridisch:

aMbtenaren binnenkOrt ‘gewOne werkneMers’?Auteur: Conny Sibon

Naar de mening van het CDA en D66 is de huidige situatie, dat amb-tenaren andere rechten hebben dan werknemers in de private sector, achterhaald en niet meer van deze tijd. Een argument voor een verdere gelijktrekking tussen ambtenaren en ‘gewone werknemers’ is dat de afgelopen jaren het ambtenarenrecht en het reguliere arbeidsrecht steeds meer naar elkaar toe zijn gegroeid. Als voorbeelden noemen zij het feit dat ambtenaren stakingsrecht hebben, ambtenaren onder de voor werknemers geldende sociale zekerheidswetten zijn gebracht en het feit dat CAO’s van toepassing zijn.

Het voorstel ziet toe op het bewerkstelligen van een zo groot moge-lijke eenvormigheid tussen de rechtspositie van ambtenaren en die van werknemers in de particuliere sector door het publiekrechtelijke en eenzijdige karakter van de aanstelling te vervangen door een twee-zijdige overeenkomst naar burgerlijk recht. Ook de rechtsbescherming van de ambtenaar dient privaatrechtelijk te worden. Voor militairen en rechters zal de wet evenwel niet gaan gelden.

Met de initiatiefwet wordt beoogd om onder andere de doorstroom van medewerkers tussen de private en publieke sector onderling te versterken, hetgeen bewerkstelligd kan worden door het wegvallen van onderscheidende rechtsposities. Voorts is volgens de indieners het huidige stelsel van twee naast elkaar bestaande rechtssystemen kost-baar en inefficiënt. In dat kader is gesteld dat de huidige extra publiek-rechtelijke ontslagbescherming tot langdurige procedures en hogere kosten leidt dan in de private sector.

In deze tijd van forse (overheids)bezuinigingen lijkt een positief ont-vangst van dit wetsvoorstel niet waarschijnlijk, met name gezien de enorme kosten die een dergelijke omzetting meebrengt. Vanuit de vakbonden is in ieder geval negatief gereageerd op dit wetsvoorstel. Bovendien zal met het implementeren van de nieuwe wetgeving ook enige tijd gemoeid zijn. Het is dan ook vooralsnog niet zeker dat een invoering van deze wet daadwerkelijk in 2015 gehaald gaat worden.

advies

Advertentie


Inhetuiterstegeval,indieneenontslagopstaandevoetgerechtvaardigdis,ofbijhetopleggenvaneenanderedisciplinairemaatregel

ishetvanessentieelbelangdatdebriefwaarinhetontslagdanweldedisciplinairemaatregelaandewerknemerwordtbevestigd,de

werknemertijdigbereikt.Vanbelangisderhalvedateendergelijkeschriftelijkebevestigingvanhetontslagpergewoneenperaange-

tekendepostmethandtekeningaandewerknemerwordtverstuurd.Maarwatalseenwerknemerweigertomeenaangetekendebrief

optehalenbijhetpostkantoorenvervolgensontkentdathijooitdebetreffendebriefdanwelhetophaalberichtvandepostbodeheeft

ontvangen?DeHogeRaadheeftoverdezevraagrecentelijkeenuitspraakgedaan.

bewijs van verzending c.q. Ontvangst cruciaal

bij geschil Auteur: Conny Sibon

Hoewel de feiten in deze zaak niet van arbeidsrechtelijke aard zijn, is de uitspraak van de Hoge Raad ook relevant voor werk-gevers. De feiten komen er op neer dat in het kader van een boedelscheiding werkzaamheden waren verricht welke in reke-ning werden gebracht. Toen de rekening ondanks aanmaningen onbetaald bleef, werd om verjaring van de vordering te voorko-men een sommatiebrief per aangetekende brief verstuurd. De geadresseerde van de brief ontkende de brief ooit ontvangen te hebben en beriep zich op verjaring van de vordering. De recht-bank wees de vordering af. De verzender had de brief weliswaar per aangetekende post naar het juiste adres verzonden, maar hij had niet aannemelijk gemaakt dat de brief ook was aangeboden aan de geadresseerde. In hoger beroep koos het Hof echter de kant van de verzender en oordeelde dat hij aan zijn bewijsop-dracht had voldaan omdat hij een enveloppe van de aangete-kende brief had overgelegd met een sticker en een poststempel waaruit, volgens het Hof, bleek dat de brief aan de geadresseer-de was aangeboden.

In zijn conclusie oordeelde de procureur-generaal van de Hoge Raad dat indien een brief per aangetekende post is verzonden, de afzender dient te bewijzen dat hij de brief aangetekend en naar het juiste adres heeft gestuurd. Bovendien zal de afzender aannemelijk moeten maken dat de brief aan de geadresseerde op een correcte wijze is aangeboden. Indien correcte aanbie-ding aannemelijk is gemaakt door de verzender, is daarmee in beginsel vast komen te staan dat de brief de geadresseerde heeft bereikt. Het Hof heeft volgens de procureur-generaal te-recht geoordeeld dat uit de envelop blijkt dat de sommatiebrief

op het adres van de geadresseerde was aangeboden. Dat de ge-adresseerde de brief niet heeft opgehaald komt voor rekening en risico van de geadresseerde en adviseert tot afwijzing van het cassatieberoep.

Zoals hiervoor aangegeven, is het van belang om een gegeven ontslag op staande voet schriftelijk en per aangetekende post aan een werknemer te bevestigen. Het kan echter gebeuren dat de werknemer niet opendoet als de postbode voor de deur staat of dat de werknemer weigert de brief in ontvangst te nemen. De postbode zal in dat geval een bericht voor de werknemer achterlaten dat de brief op het postkantoor kan worden opge-haald. Indien de werknemer vervolgens nalaat om de brief op te halen, dan zal deze als onbestelbaar worden geretourneerd aan de werkgever. Op de enveloppe van deze brief zal gewoon-lijk een sticker en een poststempel met de datum van aanbie-ding zitten van het postbedrijf. Indien de werknemer betwist de brief ontvangen te hebben, dient de werkgever het tegendeel te bewijzen. Kan de werkgever nu volstaan met het tonen van de geretourneerde envelop met sticker en posstempel? Waarschijn-lijk wel. Jammer genoeg biedt de uitspraak van de Hoge Raad in deze geen concreet bevestigend antwoord, aangezien de Hoge Raad aan een inhoudelijke beoordeling niet is toegekomen.

Het blijft dus raadzaam om schriftelijke bevestigingen van onder andere ontslag dan wel andere disciplinaire maatregelen zowel per gewone en aangetekende post te versturen, maar ook bij-voorbeeld door middel van een e-mail met ontvangstbevesti-ging of een persoonlijke overhandiging.


De OKE-wet zegt dat gemeenten voortaan moeten zor-gen voor voldoende VVE-peuterplaatsen en dat ze erop moeten letten dat deze plaatsen worden bezet door peu-ters uit de doelgroep. Lotte Bakker, die als adviseur van OSG voor de gemeente Emmen werkt, benadrukt hier de gelijke kansen voor alle kinderen. Ze voegt eraan toe: ‘De OKE-wet geeft via de lokaal educatieve agenda handen en voeten aan de doorgaande leer- en ontwikkelingslijn tussen voor- en vroegschoolse voorzieningen.’

KwaliteitkinderopvangenpeuterspeelzalenDe OKE-wet zegt dat de gemeenten afspraken moeten maken met kinderopvang, peuterspeelzalen en basis-onderwijs over bijvoorbeeld de definitie van ‘doelgroep-kinderen’ en de resultaten van VVE. De gemeente krijgt van de wet een coördinerende rol in de afstemming en doorgaande lijn van de VVE-programma’s. GGD en On-derwijsinspectie houden toe zicht op de uitvoering van de wet. De OKE-wet zorgt er onder andere voor dat de kwaliteitseisen die tot dan toe. Voor de kinderopvang golden, sinds 1 augustus jl. ook van toepassing zijn voor peuterspeelzalen. Wim de Jong van OSG, die de ge-meente Heerenveen advi seert, juicht die extra aandacht voor de kwaliteit toe: ‘De OKE-wet geeft richting aan de scholing en begeleiding van VVE-professionals. De kwa-liteit van de uitvoering staat voortaan duidelijk voorop.’ De nieuwe wet stelt onder andere eisen aan de kennis en vaardigheden van de groepsleiding, de doorgaande lijn met het basisonderwijs, de leidster-kind ratio, contact met ouders, de interne kwaliteitszorg van de organisatie en de registratie van basisgegevens.

Eén van de adviseurs van OSG, werkzaam voor de gemeen-te Groningen, ziet grote voordelen in het gelijktrekken van peuterspeelzalen en kinderopvang. ‘Je kunt nu heel ge-richt werken aan meer samenwerking en integratie.

Je kunt het ook doorvertalen in een subsidiesystematiek voor peuterspeelzaalwerk en VVE die vergelijkbaar is met de kinderopvang.’

ToezichtopresultatenNieuw in de OKE-wet is dat de overheid voortaan inzicht wil hebben in de resultaten van de VVE programma’s. Het is niet altijd eenvoudig om dit meetbaar en inzichte-lijk te maken. Het basisonderwijs is intussen bekend met opbrengstgericht werken. Het meten en registreren van de ontwikkeling van peuters staat bij veel organisaties in de kinderopvang nog in de kinderschoenen. Lotte Bakker van OSG zegt erover: ‘Als je groepsleiding vraagt naar het meten van de resultaten van de ontwikkeling van kinde-ren, is een veelvoorkomende reactie: Dat kun je niet me-ten, maar dat zie je of dat weet je!’

KwaliteitinBewegingJuniorOSG helpt met de kwaliteitsmethode Kwaliteit in Bewe-ging Junior de kinder opvang om hun ervaringen te verta-len naar meetbare resultaten. De methode geeft groeps-leiding en management inzicht in de opbrengsten en de kwaliteit. Aan de hand van deze analyses levert Kwaliteit in Beweging Junior jaarlijks een aantal speer punten in een jaarplan op waarin staat hoe de pedagogische resul-taten behaald moeten worden. Het plan gaat in op as-pecten als het primaire proces, strategie en beleid, leider-schap, personeel, middelen en processen, inclusief een financierings pro gramma en meerjaren begroting.

OSG denkt met Kwaliteit in Beweging Junior een transpa-rant sturingsinstrument te kunnen aanbieden dat op alle niveaus binnen een organisatie functioneert en dat zorgt voor samenhang en eenduidigheid.

Op1augustus2010isdeWetOntwikkelingskansendoorKwaliteitenEducatie,ofweldeOKE-wetinwerking

getreden. De wet wil voor kinderen in peuterspeelzalen en kinderdagverblijven een veilige, stimulerende

omgevingcreëren.Indezeomgevingmoetentaalachterstandenviavoor-envroegschooolseeducatieeffectief

aangepaktworden.Voortaanhebbengemeentendewettelijkeverantwoordelijkheidgekregenommeteengoed

VVE-aanbodtekomen.BinnenverschillendegemeentenbegeleidenadviseursvanOSGdeinvoeringvandeOKE-wet.

Osg Ondersteunt geMeenten en instellingen bij invOering Okewet

advies


Op1augustus2010isdeWetOntwikkelingskansendoorKwaliteitenEducatie,ofweldeOKE-wetinwerking

getreden. De wet wil voor kinderen in peuterspeelzalen en kinderdagverblijven een veilige, stimulerende

omgevingcreëren.Indezeomgevingmoetentaalachterstandenviavoor-envroegschooolseeducatieeffectief

aangepaktworden.Voortaanhebbengemeentendewettelijkeverantwoordelijkheidgekregenommeteengoed

VVE-aanbodtekomen.BinnenverschillendegemeentenbegeleidenadviseursvanOSGdeinvoeringvandeOKE-wet.

StaPPenPlan invoerinG kwaliteit in BeweGinG junior

• Stap 1: Vaststelleneigenkwaliteitskader. Wat willen we dat kinderen kunnen en kennen wanneer ze naar de

basisschool gaan? Wat zijn onze eigen normen voor kwaliteit en waaraan kunnen we dat zien?

• Stap 2: Vaststellenverplichtkwaliteitskader. Welke kwaliteit MOETEN we leveren? Deze aspecten zijn aanvullend

of overlappend op onze eigen normen. Welk bewijsmateriaal heb-ben we hiervoor?

• Stap 3: Vaststellengewensteenverplichtekwaliteit. Wat zeggen ons de data? Welke conclusies kunnen we eruit trekken?• Stap 4: Vaststellendoelenopbasisvananalyse. Zijn de doelen ‘inspectieproof’? Passen ze binnen ons eigen kwali-

teitskader? Aan het eind van deze stap weten we waar we nu staan en waar we naartoe willen.

• Stap 5: Vaststellenactiesomdoelentebereiken. Hoe komen we daar? Hoe gaan we dit organiseren en financieren?

Waar liggen de verbeterpunten?

Desterkepuntenvankwaliteitinbewegingjunior

• Een eigen kwaliteitskader voor VVE-programma’s.• Een professionele en resultaatgerichte cultuur binnen

de organisatie.• Een gedeeld pedagogisch klimaat (zoals een uitnodi-

gende inrichting van groepsruimten en eenduidigheid in gedragsregels).

• Teambuilding door middel van een professionele dia-loog.

• Leiderschapsontwikkeling.• Breed inzicht in de ontwikkeling van kinderen.• Een samenhangende planning met overzichtelijke jaar-

plannen op locatie- en organisatieniveau.• Een krachtig sturingsinstrument voor strategie, beleid

en uitvoering, afgestemd met de middelen.• VVE-resultaten die ‘inspectieproof’ zijn.

Dit artikel is te vinden in de Special Advies Noord- Nederland. Met deze Special informeert OSG u over innovatieve projecten voor onderwijs, opvang en leef-baarheid in Noord-Nederland. Benieuwd naar de andere artikelen in deze Special? Ga dan nu naar www.osg.nl of www.osgadvies.nl.


Dit is voor het bestuur van de Branchevereniging Admi-nistratie voor Onderwijsdienstverlening (BRAVO) aanlei-ding geweest om Ernst & Young te vragen een kostprijs-model te ontwikkelen dat duidelijk maakt wat insourcing van administraties voor schoolbesturen in het Primair Onderwijs (PO) betekent. De bevindingen van de onder-zoekers zijn eind maart 2011 gepresenteerd.

De opdracht die aan de onderzoekers is voorgelegd, be-stond uit een aantal deelvragen. Naast de formulering van de minimumeisen waaraan de administratie moet voldoen (normenkader), diende het rapport in te gaan op de hiervoor benodigde directe (en eventueel aanvul-lende) inzet van mensuren en middelen, wat de hiermee gepaard gaande kosten en eenheidsprijzen zijn en wel-ke kanttekeningen bij de uitkomsten geplaatst kunnen worden. De beleidsmatige aspecten van het insourcen in het kader van de versterking van de financiële functie bij schoolbesturen (bijvoorbeeld door het aanstellen van een controller of een financieel beleidsmedewerker) blij-ven in het onderzoek buiten beschouwing.

NormatiefkaderUitgangspunt is volledige insourcing van de financiële, personeels- en salarisadministratie. Een administratie dient aan een aantal (deels wettelijke) minimumeisen te voldoen, voordat deze gevoerd mag worden. Naast wet-telijke normen zijn bestuurlijke normen (common sense over goede bedrijfsvoering en actuele ontwikkelingen in het PO) van toepassing. Gezamenlijk vormt dit het nor-matieve kader waaraan een administratie van een onder-wijsinstelling minimaal dient te voldoen.

KostprijsmodelIn het kostprijsmodel is uitgewerkt wat de kosten zijn van het insourcen van de administratie. In het onderzoek wordt onderscheid gemaakt naar:• Structurele personeelskosten (loonkosten, kosten van

ziektevervanging, cursus-/ opleidingskosten, overige personeelskosten).

• Structurele overige kosten (ICT, kantoor, huisvesting).• Eenmalige opstartkosten (voor het opzetten van de ad-

ministratie, externe ondersteuning, werving/inwerken van personeel en de kosten van rapportagetools).

Sindsdeinvoeringvandelumpsumfinancieringendetendenstotverdereschaalvergrotingenprofessionaliseringisuitbestedingvande

financiële-enpersoneels-ensalarisadministratiedoorschoolbesturen(inmetnamehetPrimairOnderwijs)nietlangervanzelfsprekend.

Schoolbesturenkunnenertoeovergaanomdeadministratie(deels)ineigenbeheeruittevoeren.Geblekenisdatdeargumentenvoor

dezeinsourcingnietaltijdrationeelvanaardzijn,bovendienkandekwaliteitvandekostenanalyseverbeterdworden.

adMinistratieadMinistratie

kOsten en risicO’s van insOurcen Auteur:Gerrit Hendriks


Uit het onderzoek komt naar voren dat de omvang van de schoolbesturen in directe relatie tot de factor ‘kwetsbaar-heid’ (borging van continuïteit, kennismanagement) een doorslaggevende rol speelt bij de keuze om al dan niet tot insourcing te besluiten.

De inrichting van de administratie kan verschillen naar-mate schoolbesturen groter zijn. Een andere inrichting van de administratie – samen met de eisen die aan de be-trokken functionarissen gesteld worden – kan gevolgen hebben voor de omvang van de kosten. De bevindingen van de onderzoekers per omvangcategorie:1 Zeer klein 1 tot en met 8 scholen (tot en met 2000

leerlingen). Insourcing: kwalitatief en financieel niet

verantwoord.

2 Middelgroot 9 tot en met 15 scholen (2250 tot en met 3750 leerlingen).

Insourcing: onevenredig hoge kosten en grote risico’s.

3 Groot 16 tot en met 29 scholen(4000 tot en met 7250 leerlingen).

Insourcing: tegen mogelijke aanvaardba-re (maar wel hogere) kosten voldoen aan minimumeisen, substantiële risico’s. Back up van een administratiekantoor is nodig.

4 Zeer groot 30+ (meer dan 7500 leerlingen). Insourcing: risico’s kunnen beter worden

gemanaged door schaalomvang.

Naast de kostenafweging en het vraagstuk omtrent de borging van continuïteit en kennis (‘kwetsbaarheids-aspect’) spelen bij schoolbesturen ook andere aspecten een rol. Deze mogelijk niet altijd te kwantificeren facto-ren, kunnen van invloed zijn op de uiteindelijke kostprijs van de insourcingsbeslissing en zijn daarom van belang om mee te wegen. Het gaat hierbij om factoren als am-bitieniveau van het bestuur, ontwikkelingsstadium van de bestuurlijke bedrijfsvoering, gevraagde informatie als afhankelijke van de aanwezige kennis en de bestuurlijke cultuur.

AanvullendebeïnvloedendefactorenDe onderzoekers hebben naast het bureauonderzoek en interviews ook een viertal casestudies uitgevoerd. Aan-vullend aan de hiervoor genoemde zaken komt hieruit naar voren dat de ondervraagde schoolbesturen ook kwalitatieve aspecten als: • Zeggenschap over het personeel,• grotere bestuursnabijheid,• de wens om alle ondersteunende activiteiten op het

eigen stafbureau te groeperen,• een logische stap in een ontwikkeling,• de wens tot meer maatwerk,• tevredenheid over een historisch gegroeide situatie en

historisch gegroeide negatieve beeldvorming aanvoeren om tot (gedeeltelijke) insourcing over te

gaan.

Opvallend aspect hierbij is dat het bedrijfseconomische argument niet of nauwelijks wordt genoemd. De kwalita-tieve argumenten voeren de boventoon in de overwegin-gen van de vier ondervraagde besturen.

Als nadelen van de keuze voor insourcing noemen de ondervraagde schoolbesturen: • Kwetsbaarheid door de beperkte omvang.• Het moeilijk op peil kunnen houden van kennis.• Afhankelijkheid van de kwaliteit van het personeel.• Moeite met het realiseren van functiescheiding.• Risico van langdurige ziekte en daardoor problemen bij

vervanging van personeel.• Risico’s liggen bij het schoolbestuur in plaats van bij het

administratiekantoor.

Een aantal van de ondervraagde (grote) schoolbesturen overweegt, na een periode de administratie zelf te heb-ben gevoerd, een deel van de administratie weer uit te besteden, omdat de kosten van het beheer te hoog zijn (geworden) en de specifieke kennis (regelgeving, syste-men) in onvoldoende mate in eigen huis voorhanden is, met alle mogelijke gevolgen van dien.

Het volledige rapport is te downloaden via de website van de branchevereniging: www.bravonderwijs.nl.

kOsten en risicO’s van insOurcen Auteur:Gerrit Hendriks

In het nieuwe Bouwbesluit worden de normen voor kwali-teit voor veiligheid en gezondheid verhoogd. De eisen ten aanzien van brandcompartimenten en vluchtroutes in het kader van veiligheid en ventilatie-eisen ten aanzien van gezondheid zijn aangescherpt. Beiden sluiten beter aan bij de Arbo-eisen en ‘Frisse scholen’.

NormvergoedingBinnen enkele jaren worden voor het Primair Onderwijs (PO) Arbo-richtlijnen in de Arbo-catalogus voorgeschre-ven. Voor het Voortgezet Onderwijs (VO) is dit al het geval. De catalogus schrijft lokalen voor van 63 m2 voor 30 leerlin-gen. De basis is vanuit de norm-kostenvergoeding echter altijd 42 m2 geweest. Volgens de Arbo kunnen er in een dergelijk lokaal dus minder leerlingen gehuisvest worden, hetgeen een direct gevolg heeft voor het aantal groepen en dus ook docenten.

Ondanks de ‘Regeling verbetering binnenklimaat huisves-ting PO 2009’, beter bekend onder de naam ‘Frisse scho-len’, is op veel scholen het binnenklimaat nog ver onder de maat. Mede dankzij de subsidie vanuit deze regeling zijn er heel wat WTW (warmteterugwinning)-units ter verbete-ring van de luchtkwaliteit binnen de scholen aangebracht. Dit is een behoorlijke aanslag op het onderhoudsbudget. Wil de installatie datgene doen waarvoor deze is aange-schaft, dienen de filters regelmatig vervangen te worden. Tevens dient men er rekening mee te houden dat de ap-paratuur te zijner tijd vervangen dient te worden. Echter de normvergoeding is hierop (nog) niet aangepast.

Op 1 januari 2012 wordt het nieuwe Bouwbesluit van kracht. Deze vertoont een groei in samenhang tussen de algemene kwaliteit,

het binnenklimaat, duurzaamheid en de Arbo-normen. De eisen aan de kwaliteit van de huisvesting van scholen zijn verhoogd.

Denormvergoedinggroeitechteronvoldoendemeedoorkrimpendeoverheidsbudgetten.

bOuwbudget versus kwaliteitAuteur: Joop Muller

“�binnenklimAAt��vAn�scholen�nog�onder�de�mAAt”


adMinistratie


Advertorial

Voor nieuwbouw scholen gaan de verzwaarde normen uit het Bouwbesluit gelden. Misschien dat er een terug-verdientijd, vanwege minder energiekosten te behalen is. Aangezien de stichtingskosten voor rekening van de gemeente zijn en de exploitatie voor rekening van het schoolbestuur, is de investeerder (lees gemeente) niet de-gene die het profijt heeft van een lager energieverbruik. Dus ontbreekt hier een stukje motivatie.

DoordecentralisatieEchte oplossingen zijn er niet op korte termijn. Doorde-centralisatie is in een aantal gemeenten reeds geheel of gedeeltelijk ingevoerd. Bij volledige doordecentralisatie brengt dit in ieder geval de koppeling tussen stichtings-kosten en exploitatiekosten tot stand, maar dit is op korte termijn niet zomaar te realiseren. Bovendien moeten de schoolbesturen dan het lange termijnbeleid voor de huis-vesting gaan opstellen. Op dit moment gebeurt dit op ge-meentelijk niveau. Ook kan het niet zo zijn dat elke school rekening houdt met groei, terwijl de krimp zich in diverse regio’s al manifesteert. Bovendien is er veel deskundigheid

nodig om tot overeenstemming te komen over budget-ten en bevoegdheden. Het schoolbestuur wordt namelijk verantwoordelijk voor de eigen huisvesting met de nodige risico’s daaraan verbonden. Naast doordecentralisatie is aanvullende financiering een mogelijke tweede oplossing.Dit moet dan wel gezocht worden in externe financie-ring. Uit eigen middelen de huisvesting financieren is niet toegestaan. Ook dit is op korte termijn niet te realiseren. Andere financieringsbronnen, zoals de beleggers en pen-sioenfondsen, zouden een mogelijkheid kunnen zijn. Ook dit zal op korte termijn niet gerealiseerd worden.

BespaartipsHerkent u dit? U wilt nog snel een personeelsadvertentie plaatsen of een Open Dag communiceren, maar dat is een kost bare en tijd rovende aangelegenheid. Deze werkzaamheden kunt u voortaan gelukkig met een gerust hart uit handen geven. Daarbij profiteert u direct van hoge kortingen op uw plaatsingkosten, die kunnen oplopen tot ruim 40%.

EenspecialistischadviesrijkerGodding & co Corporate Communicatie biedt u in samenwerking met OSG een aantrekkelijke korting op de plaatsing van al uw vacatures in landelijke en regionale kranten, huis aan bladen en banen sites. Omdat er al een paar honderd klanten van OSG gebruik maken van deze kortings regeling kunnen we steeds betere volume afspraken maken met de media

uitgevers, waardoor elke school direct geld bespaart. Voor u als klant van OSG is de krachtenbundeling in meerdere opzichten interessant, want Godding en co geeft u ook deskundig advies over arbeidsmarkt communicatie en de meest geschikte media voor uw personeelsadvertentie of Open Dag. Kortom, naast kostenbesparing en tijdwinst heeft u meer kans op het gewenst resultaat: het aantrekken van de juiste bekwame mede werkers die uw organisatiewaarden onder schrijven.

Zelfdoen?Wij doen het graag voor u. Voor eenmalige plaatsingen profiteert u meteen van vaste kortings afspraken. Wilt u meerdere advertenties reserveren, met steun kleur plaatsen of wilt u meerdere vacatures op rij plaatsen, dan kunnen wij zelfs extra scherpe afspraken maken voor

uw school of stichting. Om optimaal gebruik te kunnen maken van deze mogelijkheden verzoeken we uw wensen en behoeften direct neer te leggen bij Godding & co. Wij nemen dan contact op met de media. Dat scheelt u een hoop tijd én u bent gegarandeerd goedkoper uit. Bel of mail naar Godding & co: 0135186158/ advertenties@goddingco.nl. Kijk voor meer infor matie over de procedures van de personeels advertenties op www.goddingco.nl. Wij kunnen u snel aangeven hoeveel u kunt besparen op uw advertentieplaatsingskosten.

Besparingsadvies Godding & co

Voor werkgevers die momenteel werken met CASO/Edukaat is het kiezen voor een andere applicatie een noodzaak: het systeem kent een einddatum van 31 de-cember 2013. Een logische ontwikkeling, want hoewel CASO een zeer betrouw-bare salarisapplicatie is, voldoet het systeem niet aan de eisen die tegenwoordig gesteld worden aan een HRM-systeem. Werkgevers willen zaken als competen-tiemanagement, 360 graden feedback, taakbeleid, medewerkerontwikkeling, een verzuimmodule, dashboardrapportages, etc. Bovendien worden aanvul-lende eisen gesteld aan de mogelijkheden tot samenwerking met een admini-stratiekantoor. Men wil bij de verdeling in werkzaamheden de knip daar leggen, waar die het meest is afgestemd op de bij de werkgever aanwezige capaciteit en deskundigheden.

Maar hoe te beginnen bij een oriëntatie op een nieuw programma? Waar moet u allemaal rekening mee houden, wat is een efficiënte aanpak? Welke gele-dingen van uw organisatie betrekt u er bij? Bent u zelf voldoende deskundig of laat u zich bijstaan door gespecialiseerde professionals? Voor werkgevers die met deze vragen worstelen, heeft OSG een traject ontwikkeld onder de naam ‘Kiezen met ambitie’. Deze methode bestaat uit een quickscan en een nulmeting.


Een groot aantal onderwijsorganisaties oriënteert

zich momenteel op de keuze voor een nieuw salaris-

en HRM-systeem.Vond verloning tot een aantal jaren

geleden nog voor 90% plaats via CASO/Edukaat,

tegenwoordigzijnermeerderespelersopdemarktmet

pakketten waar goed mee gewerkt kan worden. OSG

ondersteuntwerkgeversbijhetmakenvaneenkeuze.

kiezen Met aMbitieAuteur:Jan Albert Huls

adMinistratie


QuickscanDe quickscan bestaat ondermeer uit:

° Bepalen van de speerpunten in de organisatiestrategie en –karakteristieken.

° Inventarisatie van wensen en eisen en opstellen ‘knock- out’ criteria.

° Interviews met sleutelfiguren op zowel bestuurlijk- als gebruikersniveau.

° Het opstellen van een programma van eisen.

° Een advies bij de pre-selectie van een HRM-systeem.

Het startpunt van de quickscan is de organisatiestrate-gie. Op basis hiervan wordt de focus bepaald en worden de karakteristieken van de organisatie in kaart gebracht. Hierbij wordt gekeken naar organisatiegrootte, aantal medewerkers, kernprocessen, eventuele verbeterpunten en wijze van sturing. Door een inventariserend interview met een of meerdere sleutelfiguren binnen de organi-satie, worden de wensen en ambities op het gebied van HRM-beleid, -processen en –informatiebehoefte in beeld gebracht. De focus ligt daarbij op relevante aspecten voor de systeemkeuze. De uitkomst van het interview en de strategieanalyse vormen de input voor het program-ma van eisen van de werkgever.

Op basis van het programma van eisen, een oriëntatie op de mogelijke systemen en een indicatie van de initiële en structurele kosten, adviseert OSG bij het maken van een preselectie voor een HRM-systeem. Daarbij wordt een keuze gemaakt uit de systemen die door OSG de komen-de jaren worden ondersteund en waarmee de afgelopen maanden op diverse plaatsen in het land voorlichtings-sessies zijn gehouden. Dit zijn (in alfabetische volgorde): AFAS Profit, HR4School en Raet Online. In een workshop volgt vervolgens een uitgebreide demo van het gepre-fereerde systeem, of indien gewenst ook van de tweede keuze. Daarbij wordt ingestoken op de bevindingen in de voorgaande stappen en het programma van eisen van de werkgever.

NulmetingDe nulmeting bevat een inventarisatie van de huidige stand van zaken en toekomstige ontwikkelingen. Hierbij wordt gekeken naar de al aanwezige bouwstenen voor een goede implementatie en de eventueel nog te dich-ten hiaten, zodat het nieuwe HRM-systeem probleemloos kan worden geïntroduceerd. De nulmeting is van essenti-eel belang bij het bepalen van de implementatiestrategie.

>>

“�de�nulmeting�bevAt�een�inventArisAtie�vAn�de�huidige�stAnd�vAn�zAken�en�toekomstige�ontwikkelingen”


adMinistratie

In de nulmeting worden naast de algemene gegevens van de organi-satie, het organigram, de taken, be-voegdheden en verantwoordelijk-heden binnen de organisatie, ook technische aspecten (infrastruc-tuur, gebruikers, software, in-terfaces), functionele aspecten (personeelsadministratie, ver-zuim, verlof, werving en selec-tie, personeelsontwikkeling, opleidingen en flexwerkers) en prioritering meegeno-men. Deze gegevens wor-den aangevuld met de hui-dige en toekomstige zaken van beleidsontwikkeling op deze gebieden. Belang-rijk bij de nulmeting is het creëren van een nauwkeu-rig beeld van de huidige stand van zaken en ontwik-kelingen van de onderwijs-organisatie bij aan vang van de implementatie.

ProjectplanNa voltooiing van de quick-

scan en de nulmeting kan het projectplan voor invoering van

het nieuwe HRM-systeem worden gemaakt. Het project-

plan beschrijft onder meer:• De doestellingen en beoog-

de resultaten van het imple-mentatietraject.• De projectorganisatie.

• Een fasering van de activiteiten.• Het aanwijzen van een proces-

verantwoordelijke per activiteit.• De monitoring van het implemen-

tatietraject en de kosten.

De uitvoering van het projectplan leidt tot een eindresultaat waarbij sprake is van een optimale aansluiting van het nieu-we HRM-syteem bij de organisatiestrategie en gewenste sturingsinformatie van de werkgever.

PraktijkervaringBij het begeleiden van implementatietrajecten maakt OSG gebruik van opgedane praktijkervaringen. Zowel met AFAS Profit, HR4School als Raet Online wordt inmid-dels op diverse OSG-vestigingen gewerkt. De invoering van een nieuw HRM-systeem gaat niet altijd zonder slag of stoot. Veel ging goed, maar er kwamen ook valkuilen aan het licht. OSG adviseert in een implementatietraject in ieder geval aandacht te besteden aan de volgende items:• Tijdig beginnen en een planmatige aanpak.• Aandacht voor de inrichting. De nieuwe applicaties

kenmerken zich door veel maatwerk in de uitvoer. Dit betekent echter dat veel zaken aan de invoerkant nauwkeurig moet worden voorgedefinieerd (voorbeel-den: kostendragers en functiecodes).

• Aandacht voor autorisaties en de organisatiestructuur. Vaststellen welke medewerkers waar toe bevoegd zijn.

• Eventueel een gefaseerde aanpak. De nieuwe syste-men kennen een modulaire opbouw, waarbij niet per definitie vanaf de start met alle modules hoeft te wor-den gewerkt.

• Een (geautomatiseerde) conversie voor het overzetten van gegevens.

• Vooraf een aantal maanden schaduwdraaien met de nieuwe applicatie.

• Indien mogelijk het tot een bepaalde datum (bijvoor-beeld 15 november) kunnen terugvallen op de ‘oude applicatie’, voordat een definitieve ‘Go’ wordt gegeven.

• Scholing van medewerkers.• Het is raadzaam om ook de financiële administratie en

de beleidsmedewerkers van andere disciplines bij het proces te betrekken.

Wij kunnen concluderen dat er veel komt kijken bij het in gebruik nemen van een nieuwe salaris- en HRM-appli-catie. De bovenstaande opsomming is niet uitputtend. Wilt u meer weten over de mogelijkheden van de diverse HRM-systemen en onze dienstverlening, neem dan con-tact op met uw OSG-vestiging. Wij zijn graag bereid onze ervaringen met u te delen.

>>

OSG NIEUWS · jUNI 2011OSG NIEUWS · jUNI 2011

De Stichting Pensioenfonds ABP heeft de pensioenpremies per 1 april 2011 licht verhoogd op grond van de gestegen levensverwachting. De gemiddelde Nederlander wordt dus iets ouder en daardoor zal er (weer) meer geld in de kas van het pensioenfonds moeten komen, om aan de toekomstige verplichtingen te kunnen voldoen. Hoe zit dat nu eigenlijk in het onderwijs wanneer iemand 65 jaar wordt? Gaat hij/zij dan met pensioen, of blijft iemand dan nog doorwerken en kan en mag dat?

ABPKeuzepensioenDe mensen die zijn geboren op of na 1950 kunnen gebruik maken van het ABP Keuzepensioen. Mensen die voor 1950 zijn geboren en die vanaf 1 april 1997 onafgebroken in dienst zijn bij een ABP-werkgever, kunnen eerst nog gebruik maken van de FPU-regeling en aansluitend van het ABP Ouderdomspen-sioen. Het ABP Keuzepensioen kan ingaan op ieder moment tussen de 60- en 70-jarige leeftijd.

Werknemers in het onderwijs hebben echter ook te maken met een collectieve arbeidsoverkeenkomst (CAO). Zo staat bij-voorbeeld in de CAO VO (artikel 9.a.1 lid 3 letter c/artikel 9.b.3 letter b) dat het dienstverband eindigt de eerste dag volgend op de maand waarin de pensioengerechtigde leeftijd (65 jaar) wordt bereikt. In de CAO PO staat dit in de artikelen 3.7 lid 5/ 4.7 letter b. Werkgever en werknemer kunnen in onderling overleg besluiten om het dienstverband telkens voor maxi-maal 12 maanden te verlengen.

PensioenenAOWDe AOW gaat in op de eerste dag van de maand waarin de pensioenleeftijd (van nu nog 65 jaar) wordt bereikt. Vanaf 1 januari 2012 wordt dit de dag waarop iemand zijn pensioen-leeftijd daadwerkelijk bereikt. Het maakt dus niet uit of er nog een dienstverband is bij een werkgever.

Indien er daadwerkelijk ontslag plaatsvindt uit een dienstver-band met ingang van de eerste dag volgend op de maand waarin de pensioengerechtigde leeftijd van 65 jaar wordt be-reikt, dan start het ouderdomspensioen van het ABP ook op die datum.

Wordt besloten om geen ontslag te laten plaatsvinden, maar om het dienstverband te verlengen, dan wordt het ABP-pen-sioen ook niet automatisch uitbetaald en vindt er nog gewoon pensioenopbouw plaats. Werkgever en werknemer betalen hiervoor de normale pensioenpremies. Indien geen gebruik wordt gemaakt van de mogelijkheid van de FPU-regeling (wat meestal wel voordeliger is), dan krijgt de werknemer een eenmalige bonus. Het pensioen wordt daardoor dus hoger en komt uiterlijk bij het bereiken van de leeftijd van 70 jaar tot uitbetaling. Het ABP stuurt een werknemer een halfjaar voor-dat hij/zij 65 jaar wordt een informatiepakket met alle details.

Wanneer wordt besloten dat het dienstverband wel wordt beëindigd (dus er wordt een ontslagdatum doorgegeven aan het ABP via de salarisadministratie), maar er wordt aansluitend toch weer een dienstverband overeengekomen, dan gaat het ABP-pensioen in op de ontslagdatum (de eerste dag volgend op de maand waarin de pensioengerechtigde leeftijd wordt bereikt). De pensioenopbouw in het dienstverband na 65 jaar wordt nu echter wel anders. Er kan dan nog wel individueel pensioen worden opgebouwd bij het ABP, de werkgever be-taalt echter niet automatisch meer mee aan de pensioenop-bouw.

Het is voor werknemers raadzaam om ruim voor-afgaand aan het moment van mogelijke uittreding contact op te nemen met de werkgever. Enerzijds om ver-rassingen achteraf te voorko-men en anderzijds omdat een aantal administra-tieve procedures moet worden doorlopen.

DepolitiekewensomdeAOWleeftijdvan65naar67jaarteverhogenheeftvelediscussiesopganggebracht.Erisechternoggeen

definitiefstandpuntoveringenomendooronzeregering.Hetisdevraagofde65-jarigeleeftijdinstandkanblijvenalsspildatumvoor

AOWenpensioen.

65 jaar en dan (blijven werken)? Auteurs:Heine Tiems & Marjon Jongman



adMinistratie


Leerprestatieszijnsterkafhankelijkvanhetbinnenklimaatvanlokalenwaarlesgegevenwordt.Onderbinnenklimaatvallenaspecten

alslicht(daglichtenkunstlicht),kleur(vanwanden,vloereninrichting),geluid(akoestiek)enbehaaglijkheid(verwarmingenkoeling).

syMpOsiuM leerprestaties

en licht Auteur:Joop Muller

“��verlichting�is�ontzettend�belAngrijk�voor�de�kwAliteit�vAn�ons�dAgelijks�leven.”

OSG organiseert in 2011 een aantal symposia rondom de thema’s licht, kleur, geluid en behaaglijkheid. De afde-ling Planmatig Onderhoudsbeheer (POB) van OSG heeft voor klanten uit het zuiden van Nederland het eerste sympo sium georganiseerd in het kader van verbetering leerprestaties in het onderwijs. Het thema ‘licht’ stond centraal. OSG kan terugblikken op een zeer geslaagd symposium dat op 16 mei 2011 plaatsvond in Eindhoven.

Licht is onder te verdelen in kunstlicht en daglicht. Kunst-licht en daglicht zijn complementair aan elkaar. We kunnen niet zonder deze bronnen. Beide onderwerpen kwamen deze dag uitgebreid aan bod. Om dit duidelijk toe te kun-nen lichten waren we hiervoor te gast bij het Philips Light Application Center (LAC). Hieronder volgt het verslag.

Het LAC is de showoom/demonstratieruimte van Philips Lighting waar zij de nieuwste ontwikkeling op het gebied van verlichtingstechniek kan laten zien en aantonen dat Philips een koploper is op het gebied waarin het in 1891 ooit mee begon, namelijk ‘LICHT’.

Verlichting is ontzettend belangrijk voor de kwaliteit van ons dagelijks leven. Op het werk in kantoren, scholen, bedrijven en winkels zorgt goede verlichting voor comfort, veiligheid en tevredenheid van medewerk(st)ers. In winkels en open-bare ruimten schept verlichting sfeer en helpt de architec-tuur van de omgeving te benadrukken. Ook thuis verlicht het niet alleen onze activiteiten, maar creëert het ook een com-fortabele gastvrije ambiance, die onze woning prettig leef-baar maakt. Een bezoek aan het LAC is misschien dan ook de beste manier om dit te ervaren. Na de ontvangst heeft Erik van Bergen van OSG de middag geopend. Vervolgens hebben Kim van Roosmalen van Philips

en Jane van de Heijden, directrice van basisschool ‘De Disselboom’ in Wintelre, vertelt wat licht doet met de leerprestaties van de kinderen in de klas. Philips heeft ‘SchoolVision’ ontwikkeld, een lichtconcept gebaseerd op recentelijk verschenen wetenschappelijk onderzoek, dat het leerproces van scholieren positief beïnvloedt. Het leidt tot betere leerprestaties en een verbeterde at-mosfeer in het klaslokaal. Leerkrachten kunnen het licht aanpassen aan het lesonderwerp, gebruik makend van standaardinstellingen, als activeren, kalmeren en gecon-centreerd werken. Jane van de Heijden vertelt over haar ervaringen met ‘SchoolVision’.

Daarna houdt Peter Elemans, bestuurslid van de stichting Living Daylights, een pleidooi voor de positieve invloed van maximaal daglichttoetreding in onder andere on-derwijsgebouwen. Hij maakt duidelijk hoe men, binnen gangbare budgetten, de voordelen van daglicht kan be-nutten en de nadelen, zoals verblinding en overdadige warmte, kan weren. De essentie van het verhaal was dat het mogelijk is om daglicht dieper en verder een gebouw binnen te laten dringen. Vooral bij nieuwbouw van scho-len kan men hier rekening mee houden en zodoende veel energie besparen. Ook in bestaande bouw kunnen er nog maatregelen genomen worden om het binnendringen van daglicht te verbeteren.

Vervolgens vertelt Erik van Bergen van OSG een verhaal over ‘Het klimaat en de exploitatie’. Als school(bestuur) kun je natuurlijk wel allerlei installaties in het gebouw aan


laten brengen, maar dat alles heeft een gevolg voor de exploitatie. Men dient goed te overwegen of de financiën nodig voor de vervan-ging wel opgebracht kunnen worden. De vergoeding loopt namelijk niet in gelijke pas met de technische mogelijkheden. Men dient hier een bewuste keuze in te maken. Om de voordelen ten aanzien van het goed gebruik van daglicht en kunstlicht te implementeren dient men vanaf de initiatieffase de gevolgen in beeld te brengen van de gemaakte keuzes; eigenlijk dus al een meerjaren onderhoudsplan-ning separaat ontwikkelen met de plannen, vormgeving en ontwerp rondom nieuwbouw. Dit is te verwerken in het ruimtelijk, functioneel en technisch programma van eisen.

De rondleiding in het ‘SchoolVision-klaslokaal’, de Lampenkamer, het Lichttheater, de kantoor- en de winkelopstelling, was ontzettend inte-ressant. Alle deelnemers aan het Symposium waren erg enthousiast.

Tenslotte volgde er nog een afsluiting met een drankje en een hapje bij Usine. Hier werd ook een ingericht lokaal conform ‘SchoolVision’ verloot, wat door Philips werd aangeboden. De gelukkige winnaar is de heer Keller van de Stichting H3O te Dordrecht.

Mocht er naar aanleiding van bovenstaande nog vragen zijn of dat u alsnog geïnteresseerd bent om het LAC te bezoeken zijn wij bereid om, bij voldoende belangstelling, nog een middag te organiseren. U kunt hiervoor contact opnemen met de afdeling POB te Sint-Oeden rode (tel. 0413-480888 of per e-mail [email protected]).

Het volgende symposium zal plaatsvinden op donderdag 3 novem-ber 2011 met het thema ‘KLEUR’. Deze datum kunt u alvast noteren in uw agenda. Over de plaats en tijd wordt u nog nader geïnfor-meerd.

Advertentie


Overalwaarmensensamenlevenensamenwerkenwordtinformatieuitgewisseld.Mondeling,

digitaal,oppapier.Inkleurofzwart-wit.Wezijngewendgeraaktaandevelevormenwaarin

informatietotonskomt.Wevragenonsnogmaarnauwelijksafhoewehetallemaalhebben

georganiseerd.Ophetmomentdatjeinformatieverlangtwiljeimmersdathetbeschikbaar

is.Directéncorrect.Zonderdaarveelenergieaantebesteden.Ditvraagtomeenvlekkeloos

documentenverkeer.

océ deelt kennis met het basisonderwijs

Dat gaat zeker ook op voor het basisonderwijs. Weten wat er speelt, kennis delen, leren van elkaar en zorgen uit handen nemen, dat vormt de basis van Océ’s oplossingen voor het basisonderwijs. We signaleren een toenemende vraag naar het digitaliseren van leermethoden, lesmateriaal dat meer is afgestemd op de individuele leerling en de wens tot het gecontroleerd invoeren van kleur in documenten. En het liefst tegen zo laag mogelijke kosten.

De kosten voor het afdrukken van informatie

vormen nog steeds een belangrijke post binnen

het totale budget van basisscholen. Océ weet dat als

geen ander. Voor het afdrukken van documenten wordt nog

vaak gebruik gemaakt van losse printers. Schoolgidsen worden

vaak uitbesteed aan een drukker. Op deze afdrukkosten is veel geld

te besparen. Océ ondersteunt basisscholen in het verminderen van

de afdrukkosten, terwijl de kwaliteit van de documenten toeneemt.

Onze betrokkenheid met het basisonderwijs uit zich in de vorm van

goed advies en efficiënte oplossingen. Wij kunnen u helpen in het realiseren van

kostenbesparingen door het efficiënter produceren van lesmateriaal, van zaken als schoolgidsen, nieuwsbrieven et cetera. Wij weten hoe u kleurgebruik in documenten gecontroleerd kunt inzetten en wij zijn op de hoogte van de eisen die gesteld worden aan centraal beheer en centrale inkoop en aan de wens om op het gebied van documentprocessen aan te sluiten bij de voortgaande digitalisering van lesmateriaal en informatie uitwisseling.

Graag rekenen wij u voor op welke wijze u enerzijds uw afdrukpopulatie aanpast aan uw specifieke behoeften en tegelijkertijd uw afdrukkosten beperkt. Op ons kunt u rekenen!

OverOcéOcé is een van ‘s werelds grootste leveranciers op het gebied van document management en printen voor professionals. Het brede aanbod van Océ omvat snelle digitale productieprinters en grootformaat printsystemen voor zowel technische documentatie als display graphics inkleur, naast kantoorsystemen voor printen en kopiëren. Bovendien is Océ een toonaangevende speler op het gebied van outsourcing van document management.

OcéenCanon:SamensterkerIn 2010 sloot Océ zich aan bij de Canon groep met de hoofdvestiging in Tokio, Japan, waardoor ’s werelds grootste leverancier in de printsector ontstond. Canon ontwikkelt, produceert en verkoopt een groeiend aanbod aan kopieermachines, printers, camera’s, optische en andere producten die tegemoet komen aan de vele verschillende behoeften van de klant. Bij de Canon groep werken wereldwijd ruim 197.000 mensen. De totale omzet in 2010 bedroeg ruim $45 miljard. Meer informatie kunt u vinden op www.canon.com.

Via het mantelcontract dat OSG met Océ heeft, kunt u profiteren van de laagste prijs garantie in het onderwijsveld op alle dienstverlening van Océ. Wilt u meer informatie over deze voordelen, mail dan naar [email protected].


Advertorial


Advertentie



OntwikkelingformatieVOperprovincieOnlangs heeft ResearchNed in opdracht van het Sector-bestuur Onderwijsarbeidsmarkt (SBO) een onderzoeksno-titie uitgebracht met als titel ‘Formatieraming Voortgezet Onderwijs’. Uit deze notitie blijkt dat de formatie binnen het VO tot 2015 nog licht toeneemt door demografische ontwikkelingen. Er zijn evenwel duidelijke regionale ver-schillen te zien. Het is opvallend dat de formatie in Limburg de komende 15 jaar sterk daalt en dat ook in Groningen, Friesland, Zeeland en Noord-Brabant al over enkele jaren krimp optreedt. In Flevoland, Utrecht-Midden en Zuidelijk Noord-Holland en Haaglanden neemt de formatie de ko-mende jaren sterk toe en wordt ook op de langere termijn geen teruggang tot onder het huidige niveau verwacht. In onderstaande tabel worden de formatiegegevens uit het onderzoeksrapport van ResearchNed inzake leraren VO in fte’s tot 2019 weergegeven.

BehoefteaannieuwelerarenNaast een groeiende formatie neemt de bestaande for-matie binnen scholen de komende jaren drastisch af door de uitstroom van docenten bij het bereiken van de pen-sioenleeftijd. Er komt een toenemende spanning tussen de vraag en het aanbod, mede omdat er onvoldoende bevoegde docenten beschikbaar zijn. Er zullen nieuwe bronnen moeten worden aangeboord. Initiatieven om parttimers te bewegen meer te gaan werken hebben niet geleid tot het beoogde resultaat. Het aanboren van de stille reserve heeft ook niet opgeleverd wat ervan ver-wacht werd. Er zal de komende jaren sprake zijn van een groeiende vraag naar goede docenten voor het VO. Het aannemen van zij-instromers is een mogelijkheid om in structurele vacatures te voorzien.

Deformatieplannenvoorhetnieuweschooljaar2011-2012zijnafgerondenscholenzijndrukdoendedeformatieweeropordetekrijgen.

Diverseontwikkelingenmakenhetnieteenvoudiger.Erissprakevankrimp,PassendOnderwijskomteraanendeeffectenvandeuitstroom

vanbabyboomerszijnmerkbaar.Kortom,eeningewikkeldprocesomdeformatieweersluitendtekrijgen.DaarnaastheefthetVoortgezet

Onderwijs (VO) de komende jaren nog te kampen met een tekort aan bevoegde docenten en moeten andere doelgroepen worden

aangeboord.Zij-instroomishierineenmogelijkheid.

persOneel

Op zOek naar een nieuwe leraar? Auteur:Rob Leenders

Provincies 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019

Groningen 2410 2407 2408 2408 2402 2384 2350 2295 2227 2158

Friesland 2729 2737 2760 2780 2791 2788 2759 2702 2633 2558

Drenthe 1669 1698 1732 1761 1778 1778 1764 1733 1689 1646

Overijssel 4591 4622 4688 4764 4827 4874 4876 4829 4757 4657

Flevoland 1654 1667 1702 1748 1789 1812 1829 1834 1816 1810

Gelderland 7876 7891 7960 8034 8082 8086 8015 7852 7671 7469

Utrecht 7397 4442 4514 4597 4658 4705 4711 4672 4615 4554

Noord-Holland 10248 10345 10491 10652 10762 10851 10871 10822 10696 10569

Zuid-Holland 13327 13336 13436 13555 13657 13720 13709 13618 13498 13352

Zeeland 1356 1358 1360 1368 1365 1359 1344 1317 1284 1251

Noord-Brabant 9910 9936 10021 10106 10151 10150 10069 9917 9739 9554

Limburg 4037 4014 4005 4001 3980 3940 3870 3767 3656 3556

Totaal 64202 64454 65076 65774 66243 66447 66165 65347 64281 63135

Tabel: Formatiegegevens leraren VO in fte’s.


LeringtrekkenHet SBO publiceerde in augustus 2008 een lezenswaardig rapport met als titel ‘Het Managen van verwachtingen, onderzoek naar de ervaringen en leerpunten van het zij-instromen in PO, VO en BVE’. In dit rapport wordt onder andere vermeld dat zowel de school als de zij-instromen-de docent erbij gebaat is wanneer er bij benoeming van zij-instromers voldoende mensen zijn om hen te begelei-den en te laten groeien. Dan kan de meerwaarde van de zij-instromer (zijn/haar relevante werkervaring en elders opgedane vaardigheden) ook veel beter tot zijn recht komen. Dit pleit ervoor, volgens de onderzoekers, om te streven naar een meer continue werving, opleiding en in-zet van zij-instromers. Het is goed om lering te trekken uit het verleden.

Het onderzoeksrapport geeft een aantal aanbevelingen:1. Het bieden van een oriëntatie vooraf zodat potentiële

zij-instromers beter weten wat zij kunnen verwachten van de opleiding en van het werken op school.

2. Het expliciet inwerken van de zij-instromers zodat men kan groeien in het vak en in de school.

3. Het samen (laten) optrekken van zij-instromers om el-kaar te steunen.

BevoegdheidbinnentweejaarOSG heeft in samenwerking met Docenttalent een zorg-vuldig en begeleid traject voor zij-instroom ontwikkeld en dit jaar in praktijk gebracht. Goed voorbereide zij-in-stromers staan klaar om aan het werk te gaan in het on-derwijs. Zodra een school een zij-instromer benoemt, na een geschiktheidsonderzoek en scholingsovereenkomst, moet deze zij-instromer binnen een periode van twee jaar zijn onderwijsbevoegdheid halen. Onlangs is deze

lijn doorgetrokken en geldt dit voor alle onbevoegden. Op 26 april 2011 is bij de CAO-onderhandelingen (VO) overeenstemming bereikt over onder andere de aanpak van onbevoegde leraren. Dit om het groeiend percentage onbevoegden een halt toe te roepen. De CAO-partijen maakten in dit kader de volgende afspraken:

1. Een onbevoegde leraar kan hoogstens twee jaar in een leraarfunctie worden benoemd. De werkgever krijgt de plicht met elke onbevoegde leraar bij aanvang van de betrekking een studieplan, waarin facilitering in tijd en geld zijn vastgelegd, op te stellen dat moet leiden tot een bevoegdheid binnen twee jaar.

2. De werkgever verleent de werknemer studieverlof voor studieactiviteiten die onder werktijd plaatsvinden.

3. Na twee jaar eindigt het dienstverband van rechtswege als de bevoegdheid nog niet is behaald. In bijzondere gevallen kan het dienstverband met nog ten hoogste twee keer een jaar worden verlengd.

4. Zolang de docent nog niet bevoegd is, wordt hij bezol-digd volgens schaal LB.

5. Direct na het behalen van zijn bevoegdheid volgt een benoeming voor onbepaalde tijd in de bij de functie be-horende schaal.

Aanvullend wordt in het onderhandelaarakkoord aange-geven dat deze afspraak niet van toepassing is op onder-bevoegde docenten.

OSG biedt binnen haar productlijn Personeel scholen on-dersteuning bij de Werving en Selectie van onder andere nieuwe leraren (bevoegde of zij-instromende docenten). Meer informatie hierover is te verkrijgen bij Rob Leenders ([email protected] of 06 43216366).


De resultaten uit dit klanttevredenheidsonderzoek wor-den door OSG meegenomen in de toekomstige ontwik-kelingen om permanente verbetering in de dienstverle-ning en producten voort te zetten. De respons was met 42% hoog voor een extern onderzoek. OSG wil de respon-denten dan ook hartelijk danken voor het invullen van de enquête.

Deresultaten

Sectoren %2010

%2005

%2000

PO 78.2 65.4 70.6

PO 13.5 22.4 19.0

PO + VO - 2.9 -

BVE 1.1 2.4 1.8

HBO 0.3 2 0.4

Overig 6.9 4.9 8.2

100 100 100

BijwelkeOSGvestigingbentuaangesloten?

OSGAlgemeen65% van de respondenten van het onderzoek is ‘tevre-den’ tot ‘zeer tevreden’ over de dienstverlening van OSG. OSG is vooral betrouwbaar, deskundig en klantgericht. Een door respondenten belangrijk gevonden kenmerk is dat OSG, ondanks haar schaalgrootte (met een landelijke dekking), in staat is persoonlijk klantcontact te borgen.

Voor wat betreft de digitale diensten van OSG is de al-gemene waardering van de Service Desk goed. Op zo-wel bereikbaarheid, klantvriendelijkheid, probleem oplossend als snelheid wordt deze door ruim 87% als ‘voldoende’ tot ‘uitstekend’ gewaardeerd. Verder wordt de bereikbaarheid en actualiteit van InfoNet als ‘redelijk goed’ gewaardeerd. Het verder uitbouwen van digitale diensten wordt door een groot deel van de responden-ten als belangrijk gezien. Benoemde aandachtspunten zijn verdere verbetering van de gebruiksvriendelijkheid, reactiesnelheid en flexibiliteit. In het onderdeel Facilitaire zaken zijn de geboden voor-delen door de respondenten overwegend als ‘voldoende’ tot ‘goed’ gewaardeerd.

AdministratieDe algemene waardering van de onderdelen binnen de dienst Administratie is goed. Zowel bij Personele Zaken (PZ), Financiële Zaken (FZ) als Planmatig Onderhouds-beheer (POB) dienstverlening wordt de prijs/kwaliteit verhouding door 55% als voldoende en 27% als goed tot gewaardeerd. Voor zowel de personele als de financiële dienstverlening worden met name de klantvriendelijk-heid, deskundigheid en de afhandeling van vragen en problemen hoog gewaardeerd. Het actief meedenken van de OSG medewerker met de organisatie en het cor-rect uitvoeren van de dienstverlening worden ook door tweederde van de respondenten als ‘goed’ tot ‘uitste-kend’ beoordeeld.Bij de dienstverlening Planmatig Onderhoudsbeheer wordt met name de klantvriendelijkheid, deskundigheid en correcte uitvoering van de dienstverlening hoog ge-waardeerd.

nieuws van Osg

OmeengoedbeeldtekrijgenvandewaarderingvandedienstverleningheeftOSGindeperiodevan1novembertotenmet25november

2010eenklanttevredenheidsonderzoekuitgevoerdonderhaarklanten.DoormiddelvaneenenqueteopdewebsitehebbendeOSG

klantenhunmeningoveronzedienstverleningkunnendelen.DezemeningisvoorOSGvangrootbelang.HetsteltOSGinstaatomhaar

dienstenpakketenservicenogmeeraftestemmenopdewensenvandeklant.

hOe tevreden bent u Over de dienstverlening van Osg? Auteur:Sander Bakker

0

20

40

60

80

100

Amst

erda

m (4

%)

Arnh

em (1

0%)

Asse

n (1

5%)

Bred

a (1

3%)

Leeu

war

den

(3%

)

Leid

en (8

%)

Nijm

egen

(14%

)

Rott

erda

m (2

%)

Sint

-Oed

enro

de (2

6%)

Tern

euze

n (5

%)

12

33

4842

8

27

44

6

83

16


zeer slecht (0%)

slecht

neutraal

goed

uitmuntend

59%

4%2%

35%

AdviesDe respondenten zijn ‘tevreden’ tot ‘zeer tevreden’ over de adviesdiensten van OSG. Ook bij deze vorm van dienstverlening wordt het persoonlijk contact als belang-rijk ervaren. Hierbij zijn de verschillende adviesdiensten bevraagd.

PersoneelDe waardering van de respondenten die gebruik maken van personeelsdiensten is voor een meerderheid ‘vol-doende’ tot ‘goed’. Dit betreffen de producten payroll, vervangingsplanner en enerzijds detacherings- en inte-rimdiensten onderwijsgevend/ondersteunend perso-neel.en anderzijds detacherings- en interimdiensten pro-fessionals. Uit de open vragen blijkt dat een deel van de respondenten nog in de opstartfase van het afnemen van personeelsdiensten zitten.

HoewaardeertuOSGNieuwsinhetalgemeen?

CommunicatievanuitOSGIn het onderdeel Communicatie van het klanttevreden-heidsonderzoek zijn OSG Nieuws, de OSG Maandbrief en de OSG website behandeld. De waardering is overwe-gend positief gebleken en respondenten hebben sug-gesties gegeven voor het verder doorontwikkelen van de inhoud. Opvallend is de hoge leesdichtheid van vooral de OSG Maandbrief. OSG Nieuws scoort hoog op het gebruik als naslagwerk. Vanwege deze hoge leesdichtheid en de positieve waardering is het aan te raden om de focus te verbreden naar andere sectoren.

BlikopdetoekomstDoor de groei van het dienstenaanbod van OSG wordt het aantal vragen van het klanttevredenheidsonder-zoek steeds omvangrijker. Om in de toekomst de belas-ting voor respondenten tot een minimum te beperken, zal er gezocht worden naar een snellere manier van klanttevreden heidsmetingen door onder andere nog meer aansluiting te zoeken bij de reguliere opdracht-evaluaties. Want voor OSG is het meten van klanttevre-denheid belangrijk.

WatdoetOSGmetuwinput?

Er zijn door ruim 60 respondenten suggesties gegeven over toekomstige ontwikkelingen van OSG diensten en producten. Samen met de resultaten die uit de gesloten vragen naar voren is gekomen wordt deze informatie gebruikt om de OSG dienst-verlening verder te verbeteren:

• Een in het klanttevredenheidsonderzoek steeds terugkerende waardering is dat OSG ondanks haar schaalgrootte (met een landelijke dekking) in staat is persoonlijk klantcontact te bor-gen. Het persoonlijk contact wordt door respondenten als zeer belangrijk ervaren. Dit unique selling point vormt bij bijvoor-beeld vervanging een aandachtspunt voor OSG zoals blijkt uit een aantal antwoorden. OSG zal de continuïteit voor klanten, bijvoorbeeld in geval van (tijdelijke) overdracht werkzaamhe-den aan andere contactpersoon nog beter gaan borgen.

• OSG zal in de komende tijd meer aandacht aan relatiebeheer besteden.

• OSG Nieuws en OSG Maandbrief: De inhoud verder verbreden naar de nieuwe markten en nieuwe klanten.

• Digitale diensten worden verder verbeterd wat betreft gebruiksgemak (bijvoorbeeld bij het genereren van manage-ment informatie) en flexibiliteit (bijvoorbeeld reactiesnelheid, toegankelijkheid en inlogtijden).

Bij dit laatste punt dienen de resultaten uit klanttevreden-heidsonderzoek als aanvullende input voor het uitbreiden en verder verbeteren van onze digitale diensten. Maar bijvoorbeeld ook bij het ondersteunen van uw keuze voor een nieuw HRM- systeem.

Als klant van OSG profiteert u van aan trekkelijke voordelen op uiteenlopende gebieden. Door onze schaalgrootte

kunnen wij met leveranciers op verschillende vakgebieden voordelige mantelcontracten afsluiten.

Personeelsadvertenties Godding & coOSG heeft samen met Godding & co Corporate Communicatie een uitstekende en voordelige mantelovereenkomst waar u, als klant van OSG, direct van profiteert in de vorm van hoge kortingen. Deze kortingen kunnen oplopen tot ruim 40%. Omdat al meer dan 100 klanten van OSG gebruik maken van deze mantelovereenkomst, kunnen er steeds betere volume afspraken gemaakt worden met de media-uitgevers. Krachtenbundeling wordt voor u dus steeds inte-ressanter.

Voor eenmalige plaatsingen zijn er vaste kortingsafspraken. Maar wilt u meerdere advertenties achter elkaar reserveren, wenst u kleurplaatsingen of wilt u meerdere vacatures in een groot formaat bijeen plaatsen, dan kunnen zelfs extra scherpe afspraken voor uw organisatie worden gemaakt.

Bel of mail naar Godding & co, telefoonnr. 013-5186158, e-mail [email protected]. Zij kunnen u snel aangeven hoeveel u kunt besparen op uw advertentieplaatsing.

drukwerk Drukkerij VosVia OSG kunt u profiteren van aantrekkelijke voorwaarden op uw drukwerk. Zo krijgt u naast een concurrerende prijs ook nog eens een factuurkorting van 10% op uw drukwerk via Drukkerij Vos. De business unit onderwijs van Drukkerij Vos heeft, met haar jaren-lange ervaring in deze sector, een aantal interessante praktijkmo-dellen ontwikkeld. Deze bieden een prima ondersteuning aan de interne- en externe communicatie tussen school, leerling, ouders en medewerkers.

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Drukkerij Vos, telefoonnr. 0492-391111 of per e-mail [email protected].

kopieerapparatuur OcéVia het mantelcontract dat OSG met Océ heeft kunt u profiteren van de laagste prijs garantie in het onderwijsveld op alle dienstverle-ning van Océ. Voor het onderwijsveld biedt Océ naast copiers en printers ook documentbeheer en dossiervorming voor het optima-liseren van uw processen door automatisering. Via het arrangement krijgt u onder meer het voordeligste tarief voor het huren en leasen van kopieer- en printapparatuur.

Wilt u meer informatie over de voordelen, mail dan naar [email protected]. Kijk voor de dienstverlening van Océ op www.oce.nl.

verzekeringen PMAPMA realiseert grootschalige en landelijke kortingen op diverse producten en diensten voor particulieren, bedrijven, instellingen en grote doelgroepen. PMA richt zich primair op de doelgroepen onderwijs, zorg en overheid.Een greep uit de aantrekkelijke aanbiedingen van PMA:• Autoverzekering via PMA Autocollectief: scherpe premie, extra

bonustrede bij instap, bonusbescherming op bovenste 2 treden, gratis hulpverlening na ongeval, schade-expertise binnen 24 uur en betalingsgarantie bij Tophersteller.

• Basisverzekering via PMA Zorgcollectief: een voordelige premie, 10% korting op aanvullende verzekeringen, kinderen gratis mee-verzekerd, gratis helpdesk, verzekering ondergebracht bij Menzis.

Voor meer informatie over de collectieve verzekeringsvoordelen of het aanvragen van een offerte, kunnen klanten terecht opwww.pma.info of direct doorgaan naar alle PMA-voordelen speciaal voor het onderwijsveld op www.onderwijsstad.nl.

Pensioen LoyalisAanvullende pensioenregelingen via Loyalis. Om verzekerd te zijn van een goed pensioen biedt Loyalis een aantal aanvullende rege-lingen. Deze zijn extra voordelig via OSG.

Uw voordeel:• 20% extra premiekorting op uw IP-aanvullingsplan bij arbeids-

ongeschiktheid;• NP-aanvullingsplan voor een goed nabestaandenpensioen;• AOW-aanvullingsplan als oplossing voor uw AOW-hiaat;• Gratis Inkomensvooruitblik.

Bij Loyalis zijn alle bij OSG aangesloten organisaties bekend. Daar-door komt u vanzelf in aanmerking voor de voordelige regelingen. Voor meer informatie over de pensioenen en aanvullende regelin-gen, kunt u terecht op www.loyalis.nl.

energie Energie CompleetDoor de schaalgrootte van OSG en de expertise van Energie Com-pleet bent u, als klant van OSG, in staat om fors te besparen op uw energiekosten. Daarnaast ontstaat een helder inzicht in uw aanslui-tingen waardoor moeiteloos voldaan kan worden aan wettelijke verplichtingen. Prijzen van elektriciteit en gas kunnen meer dan 30% per jaar fluctueren. Dagelijkse informatie van energiebeurzen en frequent overleg met de branche bieden Energie Compleet de mogelijkheid een goed instapmoment te kiezen. Nadat u een indivi-duele voorstel ontvangt, dat is afgezet tegen de situatie bij uw hui-dige leverancier, beslist u zélf of u gaat deelnemen. Het inkoopvolu-me van het groot aantal deelnemers staat garant voor een scherpe prijs en de beste voorwaarden.

Voor meer informatie kunt u vrijblijvend contact opnemen met Crossroads/Energie Compleet, telefoonnr. 040-3681007 of per e-mail [email protected].


nieuws van Osg

OSG NIEUWS · jUNI 2011OSG NIEUWS · jUNI 2011 35

84.0

412.

11

Loyalis zorgt voor aanvullingen op je inkomen en pensioen.

We zijn er voor iedereen bij de overheid, in het onderwijs en in de bouw.

Kijk op www.loyalis.nl wat we voor jou kunnen doen.

Ik wil altijd kunnen rekenen op een goed inkomen.

Ook als ik mijn werk niet meer kan doen.

Loyalis helpt me daar gelukkig bij.

Dat is voor mij een hele zorg minder.

‘‘’’

Advertentie

OSG ArnhemPostbus 3186800 AH ArnhemBezoekadres:Schepen Bierwischstraat 56831 HZ Arnhem

T (026) 323 88 11F (026) 323 22 32E [email protected]

OSG AmsterdamPostbus 371701030 AD Amsterdam Bezoekadres:Strekkerweg 811033 DA Amsterdam


OSG AssenPostbus 100989400 CB AssenBezoekadres:Borgstee 119403 TS Assen


OSG BredaPostbus 20804800 CB BredaBezoekadres:Ettensebaan 25b4813 AH Breda


OSG LeeuwardenPostbus 3938901 BD LeeuwardenBezoekadres:Tesselschadestraat 318913 HA Leeuwarden


OSG LeidenPostbus 320842303 DB LeidenBezoekadres:Opaalstraat 52332 TA Leiden


OSG NijmegenPostbus 65976503 GB NijmegenBezoekadres:Panovenlaan 16525 DZ Nijmegen


OSG RotterdamPostbus 591903008 PD RotterdamBezoekadres:Strevelsweg 700/6063083 AS Rotterdam


OSG Sint-OedenrodePostbus 475490 AA Sint-OedenrodeBezoekadres:Kortestraat 3 5491 SZ Sint-Oedenrode


OSG TerneuzenPostbus 11214530 GC TerneuzenBezoekadres:Oostelijk Bolwerk 11/14531 GP Terneuzen


OSG VenloBezoekadres:Elzenstraat 42 5922 CJ Venlo


osg nieuws juni_2011_web[1]

Education