pedagooginontwikkeling.files.wordpress.com€¦ · web viewin het persoonlijk professioneel...

Persoonlijk professioneel portret

Naam: Dascha CoppoolseStudentnummer: 00064588Opleiding: PedagogiekKlas: Peda2BCursus: OnderwijssociologieCursuscode: CU12633Docent: Jeanine EnterDatum: 24-01-2014

Inleiding

In het persoonlijk professioneel portret is gebruik gemaakt van het programma Professional In De Spiegel (Pids). Het programma gaat uit van het eigen denken over kinderen en de invloed daarvan op het omgaan met deze kinderen. Het inzicht op mijn persoonlijke beeld hierin is belangrijk voor mijn toekomstige beroep als HBO-pedagoog en maakt mij een betere professional. Dit komt omdat ik met hulp van het programma Pids een beter inzicht heb gekregen over hoe ik over kinderen denk en mijn wijze van handelen als reactie daarop. Waar nodig kan ik deze aanpassen omdat ik mij hier nu bewust van ben. Hulp hierbij is het formuleren van mijn persoonlijke leeragenda.

InhoudInleiding 21. Samenvatting reflecties 4

2. Persoonlijke constructen en tegenpolen n2.1 Toelichting m2.2 Levensgeschiedenis m2.3 Betekenis constructen voor eigen professioneel leven n

3. Leervragen j4. Persoonlijke leeragenda mBijlagen h

Bijlage 1: Mindmap constructen jBijlage 2: Presentatie werkboek ‘Professional in de spiegel’ iBijlage 3: Werkboek ‘professional in de spiegel’ f

Samenvatting reflectiesIn dit hoofdstuk staat een korte samenvatting van de reflecties op de stappen uit het werkboek ‘Professional In De Spiegel’.

Stap 1Op mijn stageplaats ben in sinds de start aan het werkboek ‘Professional In De Spiegel’ begonnen in een brugklas om daar leerlingen in groepen te begeleiden. Ik heb toch niet gekozen om deze groep te gebruiken voor deze cursus omdat ik de leerlingen tijdens de start van het werkboek nog maar één keer heb gezien en nog geen duidelijk beeld van de groep heb kunnen krijgen. Ik heb daarom voor een groep gekozen waar ik zelf onderdeel van ben geweest. Voor deze groep ben ik tot 10 constructen gekomen, maar dit was af en toe vrij moeilijk in te schatten omdat ik niet al de gekozen personen uit de groep goed genoeg kende.

Stap 2Bij deze stap heb ik de tegenpolen van de 10 constructen bedacht. Hierin viel mij op dat vrijwel alle constructen positief waren en de conclusie die ik daaruit kan halen is dat ik probeer naar het positieve te kijken in ieder persoon. De tegenpolen zijn hierdoor dus vrijwel altijd minder positief.

Stap 3Bij deze stap heb ik de constructen en de tegenpolen concreet uitgelegd. Hierin kwam voor mij naar voren dat de invullen van een construct of tegenpool voor iedereen verschillend is. Iedereen geeft er zijn eigen invulling aan. Om een simpel voorbeeld te geven is vrolijk bij de ene persoon anders op te merken dan bij een ander persoon.

Stap 4De personen moesten per construct een score toegekend krijgen. Bij de reflecties heb ik ingevuld dat mij opviel dat ik dit puur op basis van gevoel er ervaringen heb ingevuld. Een negatieve ervaring, maar ook zeker een positieve ervaring is voor mij hierbij erg van invloed geweest.

Stap 5De positieve constructen verdeeld onder de onderwijsbehoeften. Mij viel op dat de meeste constructen zijn onderverdeeld bij punt 1: leren.

Stap 6Bij deze stap viel het op dat de personen die het meeste 4 en 3 hebben gescoord ook het dichtste bij mij staan. Over deze personen ben ik ook het meest positief.

Stap 7Concretiseren per positief construct voor 2 personen.

Stap 8Bepaalde typen gedragsproblemen treden op de voorgrond.

Stap 9De constructen concreter maken door de onder te verdelen.

Persoonlijke constructen en tegenpolen

2.1 Toelichting

Persoonlijk construct Persoonlijke tegenpool

1. Fanatiek Ongeïnteresseerd

2. Moeilijk vertrouwen Makkelijk vertouwen

3. Behulpzaam Onbehulpzaam

4. Eerlijk Oneerlijk

5. Ambitieus Zonder doel

6. Makkelijk aanspreekbaar Moeilijk aanspreekbaar

7. Eigenwijs Meegaand

8. Kritisch Naïef

9. Serieus Speels

10. Eigen mening Aangepaste mening

In stap 3 is terug te lezen wat de persoonlijke concretisering van de constructen voor mij inhouden. De mindmap van de constructen staat, net als de stappen, in de bijlagen.Uit de mindmap komen naar voren als de drie belangrijkste constructen:

Eerlijk Behulpzaam Makkelijk aanspreekbaar

Deze constructen zijn belangrijk voor mij omdat eerlijk zijn, zowel tegenover jezelf als anderen, je verder helpt. Wanneer je je openstelt en eerlijk durft te zijn kunnen anderen je helpen wanneer dit nodig is. Je wordt sneller vertrouwd door anderen dan wanneer je niet eerlijk bent. Behulpzaam zijn vind ik belangrijk omdat je je op die manier kan inzetten voor een ander en stopt met het bezig zijn met jezelf. Makkelijk aanspreekbaar zijn vind ik belangrijk omdat dit zelf ook als prettig ervaar. Wanneer iemand moeilijk aanspreekbaar is, zou in bijvoorbeeld moeite hebben om te iets aan de desbetreffende persoon te vragen.

2.2 LevensgeschiedenisVoor het programma ‘Professional In De Spiegel’ heb ik gekozen voor een groep waarvan ik zelf deel heb uitgemaakt. Deze groep is geen vriendengroep en heeft zich dus niet vrijwillig samengesteld. Binnen de groep zijn er veel verschillende personen en ze zijn dagelijks op elkaar aangewezen.

Binnen deze groep zijn er een aantal dominante personen. Ik merk dat ik me daardoor heb laten ondersneeuwen als het erop aankwam. Ik keek ook in zekere mate op tegen deze personen en voelde mij minder waard dan zij. Nu ik hier later naar terugkijk, heb ik geen fijne herinnering aan deze personen. Gekoppeld aan de constructen scoren zij hoog op de constructen die ver van mij af staan.

2.3 Betekenis constructen voor eigen professioneel levenDe constructen gebruikt in het programma `Professional In De Spiegel´ zijn voor mijn eigen professionele leven als HBO/pedagoog belangrijk. Aan de hand van deze constructen kan ik terugkijken naar mijn beeld van anderen aan het begin van de cursus en na de cursus. Hierdoor kan ik bewuster handelen en de constructen die belangrijk zijn voor mij meenemen in mijn handelen.

Leervragen

De leervragen die ik voor mijzelf heb geformuleerd na afloop van het doorlopen van de stappen uit het werkboek ´Professional In De Spiegel´ zijn:

Op welke manier kan ik mijn handelen niet laten beïnvloeden voor negatieve gebeurtenissen?

Op welke manier krijg ik een completer beeld van een persoon? Op welke manier ga ik om met personen die gedragsmatig meer in

aanraking zijn met de tegenpolen dan met de constructen?

Persoonlijke leeragenda

De punten waar ik aan wil werken zijn: Op welke manier kan ik mijn handelen niet laten beïnvloeden voor

negatieve gebeurtenissen? Op welke manier krijg ik een completer beeld van een persoon? Op welke manier ga ik om met personen die gedragsmatig meer in

aanraking zijn met de tegenpolen dan met de constructen?

De manier waarop ik dat wil doen is: De negatieve gebeurtenissen analyseren. Hoe was de sfeer in de groep?

Zijn er externe factoren die de gebeurtenis of reactie van de betrokkenen hebben beïnvloed?

Door praten met de desbetreffende persoon, vragen om uitleg. Dieper ingaan op het gedrag van de personen: waar komt het vandaan?

Bijlagen

Bijlage 1: Mindmap constructen

Bijlage 2: Presentatie werkboek ‘Professional in de spiegel’

Bijlage 3: Werkboek ‘professional in de spiegel’

Stap 1A Formulier 1 Persoonlijke constructen (1A) en persoonlijke tegenpolen (1B)

Doel Doel van stap 1 A is het verzamelen van persoonlijke constructen. Doel van stap 1 B is het formuleren van persoonlijke tegenpolen bij de constructen, zodat

constructenparen ontstaan.

WerkwijzePuntsgewijs gaat u als volgt te werk:

Zorg voor een namenlijst van de leerlingen in uw groep; Schrijf de namen van de leerlingen in uw groep op afzonderlijke kaartjes; Maak een stapel van de namenkaartjes; Pak willekeurig drie namenkaartjes uit de stapel; Selecteer uit deze willekeurig gekozen leerlingen de twee leerlingen die het meest met elkaar

overeenkomen. Dit doet u door uzelf de volgende vraag te stellen:‘In welk opzicht zijn twee van deze leerlingen het meest gelijk (en verschillen ze dus van de derde)?’

Noteer op de linkerzijde van formulier 1 onder ‘Persoonlijke constructen’ het woord (begrip) dat in uw hoofd opkomt bij deze twee leerlingen. Let op: bij voorkeur één woord (begrip), maximaal twee;

Stop de drie namenkaartjes weer in de stapel kaartjes en schud de kaartjes; Pak opnieuw willekeurig drie namenkaartjes; Herhaal het stellen van de vraag en het noteren van de overeenkomst; Verzamel op deze manier uw persoonlijke constructen (stap 1A). Ga hiermee door tot het moment waarop u merkt dat u zich gaat herhalen. U kunt dan

stoppen met stap 1A..

In welk opzicht zijn twee van deze leerlingen het meest gelijk?(en verschillen ze dus van de derde)

Uw naam: m/v

Uw geboortedatum: Invuldatum:

Schooltype: Groep:

Hoeveel jaar bent u werkzaam in het onderwijs: Functie:

Vermeld hier, indien van toepassing, de leerling of de leerlingen uit uw groep die een bijzonder appél op u doen. Noteer de voornaam en reden.

Voornaam:……………………..……………..Reden:…………………………………………………..

Voornaam:…………………..………………..Reden:…………………………………………………..

Voornaam:…………………..………………..Reden:…………………………………………………..

Voornaam:……………………..……………..Reden:…………………………………………………..

Stap 1B Formulier 1

Stap 1B Inventariseren van persoonlijke tegenpolen.Vervolgens inventariseer je per construct jouw persoonlijke tegenpool. Zo vormt zich vanuit elk construct een constructenpaar. Je denkt aan het tegengestelde van jouw construct en noteert de tegenpool die je daar zelf bij vindt passen. Het is belangrijk om voor je tegenpolen woorden te kiezen die naar jou gevoel en idee het best het tegengestelde van je construct aangeeft.

Enkele voorbeelden van persoonlijke constructen en tegenpolen van eerdere deelnemers zijn: Construct: ‘snel van begrip’ met als tegenpool: ‘langzame denker’; Construct: ‘onvoorspelbaar’ met als tegenpool: ‘gelijkmatig’; Construct: ‘vechtend oplossen’ met als tegenpool: ‘pratend oplossen’; Construct: ‘harde werker’ met als tegenpool: ‘traag tempo’.

Een construct vormt samen met de tegenpool een zogenaamd constructenpaar. Bij elk construct past een eigen tegenpool. Gebruik voor het noteren van de tegenpolen de rechterkolom van formulier 1.

Ga nu als volgt te werk: Inventariseer nadat je klaar bent met stap 1A (persoonlijke constructen bepalen), per

construct jouw persoonlijke tegenpool; Noteer dit op formulier 1 onder ‘Persoonlijke tegenpolen (stap 1B)’, naast het bijbehorende

persoonlijke construct. Zo vormt zich een constructenpaar.

Persoonlijk construct (stap 1A) Persoonlijke tegenpool (stap 1B)

11. Fanatiek Ongeïnteresseerd

12. Moeilijk vertrouwen Makkelijk vertouwen

13. Behulpzaam Onbehulpzaam

14. Eerlijk Oneerlijk

15. Ambitieus Zonder doel

16. Makkelijk aanspreekbaar Moeilijk aanspreekbaar

17. Eigenwijs Meegaand

18. Kritisch Naïef

19. Serieus Speels

20. Eigen mening Aangepaste mening

21.

22.

23.

24.

25.

16.

N.B. Voeg regels toe indien u meer constructen hebt. Minder dan 16 constructen is ook mogelijk.

Ruimte voor het noteren van uw reflecties naar aanleiding van stap 1

Stap 2 Beleving van uw persoonlijke constructenparen

Moeilijk om in te schatten, soms te moeilijk denken.

DoelDoel van deze stap is het wegen van de constructenparen: welk deel van het paar ervaart men over het algemeen als meest (of als meer) positief: het construct of de tegenpool?

WerkwijzeGa als volgt te werk:

Orden uw eigen constructen en tegenpolen op basis van de dimensies ‘positief ervaren constructen’ (linkerkolom) en tegenpolen (rechterkolom).

Vul nu op formulier 2 eerst het positief ervaren construct van het constructenpaar in. Het andere construct van het constructenpaar komt er direct naast te staan en wordt daarmee automatisch de tegenpool.

Geef vervolgens per constructenpaar aan welk construct van het paar u als eerste en welke u als tweede had opgeschreven op formulier 1. Doe dat door de cijfers 1 of 2 te omcirkelen. Maak gebruik van formulier 1 om de oorspronkelijke volgorde te achterhalen.

VOORBEELDFormulier 1Persoonlijke constructen (1A) en persoonlijke tegenpolen (1B)

1A Persoonlijke constructen 1B Persoonlijke tegenpolen

1. Snel van begrip Langzame denker

2. Vechtend oplossen Pratend oplossen

3. Onvoorspelbaar Gelijkmatig

4. Harde werker Traag tempo

VOORBEELD

Formulier 2

Beleving van jouw persoonlijke constructenparen

Positief ervaren persoonlijke constructen Omcirkel positie (zie form. 1)

Persoonlijke tegenpolen Omcirkel positie (zie form. 1)

1. Snel van begrip 1 Langzame denker 2

2. Pratend oplossen 2 Vechtend oplossen 1

3. Gelijkmatig 2 Onvoorspelbaar 1

4. Harde werker 1 Traag tempo 2

In het voorbeeld van formulier 2 wordt zichtbaar dat de constructenparen 2 en 3 (constructen en tegenpolen) een andere positie hebben gekregen. Ze zijn gewisseld van de rechter naar de linkerkolom.

Formulier 2 Beleving van uw persoonlijke constructenparen

Positief ervaren persoonlijke constructen

Omcirkel positie (zie form. 1)

Persoonlijke tegenpolen Omcirkel positie (zie form. 1)

1. Fanatiek 1 Ongeïnteresseerd 2

2. Betrouwbaar 2 Onbetrouwbaar 1

3. Behulpzaam 1 Onbehulpzaam 2

4. Eerlijk 1 Oneerlijk 2

5. Ambitieus 1 Zonder doel 2

6. Makkelijk aanspreekbaar 1 Moeilijk aanspreekbaar 2

7. Meegaand 2 Eigenwijs 1

8. Kritisch 1 Naïef 2

9. Serieus 1 Speels 2

10. Eigen mening 1 Aangepaste mening 2

11. 1 - 2 1 - 2

12. 1 - 2 1 - 2

13. 1 - 2 1 - 2

14. 1 - 2 1 - 2

15. 1 - 2 1 - 2

16. 1 - 2 1 - 2

N.B. Voeg regels toe indien je meer constructparen hebt.


Formulier 3

Het viel mij op dat ik de positieve constructen bijna altijd als eerste heb genoemd, wat wijst naar het positieve zien van ieder kind/persoon. Dit is iets wat ik bij de beschrijving van mijn ‘bril’ heb genoemd, en dus overeenkomt met mijn kijk op anderen.

Omschrijving van positieve constructen en persoonlijke tegenpolen

Positieve construct

Persoonlijke omschrijving

Persoonlijke tegenpool

Persoonlijke omschrijving

1. Fanatiek Is gedreven in de taak, wat hij/zij doet

Ongeïnteresseerd Heeft weinig interesse in de taak

2. Betrouwbaar Goed te vertrouwen m.b.t. informatie

Onbetrouwbaar Niet betrouwbaar m.b.t. informatie

3. Behulpzaam Schiet snel/graag te hulp en/of biedt dit zelf aan

Onbehulpzaam Biedt weinig tot nooit hulp aan

4. Eerlijk Is eerlijk, zegt waar het op staat

Oneerlijk Is niet altijd eerlijk, zegt niet waar het op staat.

5. Ambitieus Heeft doelen om na te streven

Zonder doel Heeft geen doel om na te streven

6. Goed aanspreekbaar

Makkelijk om een gesprek mee te beginnen. Vlotte prater

Moeilijk aanspreekbaar

Lastig om een gesprek te starten, moeilijke prater

7. Meegaand Past zich aan aan de omgeving, andere personen

Eigenwijs Doet zijn/haar eigen zin

8. Kritisch Is kritisch op uitspraken, zichzelf en anderen

Naïef Is

9. Serieus Is serieus in de taken en wat hij/zij doet

Speels Maakt plezier in de taken

10. Eigen mening Heeft een eigen, vaste mening, zelf gevormd

Aangepaste mening Mening aangepast aan anderen, om gevoelens niet te laten botsen


Concrete uitleg is bij ieder persoon verschillend. Iedereen eigen invulling van een construct.

Stap 4 Scoren van uw leerlingen op de positief ervaren constructen

DoelDoel van deze stap is het analyseren of en in welke mate de leerlingen ‘beantwoorden’ aan de eigen opvattingen en overtuigingen.

WerkwijzeU gaat nu kijken in hoeverre uw positieve constructen van toepassing zijn op uw leerlingen. Ga als volgt te werk:

Neem alle positief ervaren constructen over op formulier 4. Houd hierbij dezelfde volgorde aan als de positieve constructen op formulier 2. Kopieer het ingevulde formulier evenredig aan het aantal leerlingen dat u in uw groep hebt

plus een extra exemplaar. Vul voor elke leerling een exemplaar van formulier 4 in. Laat u hierbij leiden door het beeld dat

u nu (op dit moment) van deze leerling heeft. Optie: Vul tot slot een formulier in waarbij u de positieve constructen betrekt op uzelf.

Hieronder ziet u een voorbeeld waarin 4 positieve constructen door Pieter zijn ingevuld.

VOORBEELD

Formulier 4

Scoreformulier individuele leerlingen op de positief ervaren constructen (stap 4)

Naam: Pieter Weeda m / v

Naam leerling: Josien m/v

Geboortedatum leerling: 23-04-2003

Groep: 5

Positief ervaren constructen niet van toepassing van toepassing

Snel van begrip 0 1 2 3 4

Gelijkmatig 0 1 2 3 4

Pratend oplossen 0 1 2 3 4

Harde werker 0 1 2 3 4

Etc.

Formulier 4Scoreformulier individuele leerlingen op positief ervaren constructen

Naam leerling: Nathalie v

Geboortedatum leerling:

Groep:

Positief ervaren constructHelemaal niet

van toepassing

Geheel van

toepassing

1. Fanatiek 0 1 2 3 4

2. Betrouwbaar 0 1 2 3 4

3. Behulpzaam 0 1 2 3 4

4. Eerlijk 0 1 2 3 4

5. Ambitieus 0 1 2 3 4

6. Goed aanspreekbaar 0 1 2 3 4

7. Meegaand 0 1 2 3 4

8. Kritisch 0 1 2 3 4

9. Serieus 0 1 2 3 4

10. Eigen mening 0 1 2 3 4

Naam leerling: Devenda v


Groep:


van toepassing

Geheel van

toepassing

1. Fanatiek 0 1 2 3 4



4. Eerlijk 0 1 2 3 4



7. Meegaand 0 1 2 3 4

8. Kritisch 0 1 2 3 4

9. Serieus 0 1 2 3 4


Naam leerling: Cristel v


Groep:


van toepassing

Geheel van

toepassing

1. Fanatiek 0 1 2 3 4



4. Eerlijk 0 1 2 3 4



7. Meegaand 0 1 2 3 4

8. Kritisch 0 1 2 3 4

9. Serieus 0 1 2 3 4


Naam leerling: Kim v


Groep:


van toepassing

Geheel van

toepassing

1. Fanatiek 0 1 2 3 4



4. Eerlijk 0 1 2 3 4



7. Meegaand 0 1 2 3 4

8. Kritisch 0 1 2 3 4

9. Serieus 0 1 2 3 4


Naam leerling: Yolentha v


Groep:


van toepassing

Geheel van

toepassing

1. Fanatiek 0 1 2 3 4



4. Eerlijk 0 1 2 3 4



7. Meegaand 0 1 2 3 4

8. Kritisch 0 1 2 3 4

9. Serieus 0 1 2 3 4


Naam leerling: Patricia v


Groep:


van toepassing

Geheel van

toepassing

1. Fanatiek 0 1 2 3 4



4. Eerlijk 0 1 2 3 4



7. Meegaand 0 1 2 3 4

8. Kritisch 0 1 2 3 4

9. Serieus 0 1 2 3 4


Naam leerling: Anita v


Groep:


van toepassing

Geheel van

toepassing

1. Fanatiek 0 1 2 3 4



4. Eerlijk 0 1 2 3 4



7. Meegaand 0 1 2 3 4

8. Kritisch 0 1 2 3 4

9. Serieus 0 1 2 3 4


Naam leerling: Marcia v


Groep:


van toepassing

Geheel van

toepassing

1. Fanatiek 0 1 2 3 4



4. Eerlijk 0 1 2 3 4



7. Meegaand 0 1 2 3 4

8. Kritisch 0 1 2 3 4

9. Serieus 0 1 2 3 4


Naam leerling: Bianca v


Groep:


van toepassing

Geheel van

toepassing

1. Fanatiek 0 1 2 3 4



4. Eerlijk 0 1 2 3 4



7. Meegaand 0 1 2 3 4

8. Kritisch 0 1 2 3 4

9. Serieus 0 1 2 3 4


Naam leerling: Maureen v


Groep:


van toepassing

Geheel van

toepassing

1. Fanatiek 0 1 2 3 4



4. Eerlijk 0 1 2 3 4



7. Meegaand 0 1 2 3 4

8. Kritisch 0 1 2 3 4

9. Serieus 0 1 2 3 4


Naam leerling: Rowena v


Groep:


van toepassing

Geheel van

toepassing

1. Fanatiek 0 1 2 3 4



4. Eerlijk 0 1 2 3 4



7. Meegaand 0 1 2 3 4

8. Kritisch 0 1 2 3 4

9. Serieus 0 1 2 3 4


Naam leerling: Rianne v


Groep:


van toepassing

Geheel van

toepassing

1. Fanatiek 0 1 2 3 4



4. Eerlijk 0 1 2 3 4



7. Meegaand 0 1 2 3 4

8. Kritisch 0 1 2 3 4

9. Serieus 0 1 2 3 4


Naam leerling: Maryam v


Groep:


van toepassing

Geheel van

toepassing

1. Fanatiek 0 1 2 3 4



4. Eerlijk 0 1 2 3 4



7. Meegaand 0 1 2 3 4

8. Kritisch 0 1 2 3 4

9. Serieus 0 1 2 3 4


Naam leerling: Lavina v


Groep:


van toepassing

Geheel van

toepassing

1. Fanatiek 0 1 2 3 4



4. Eerlijk 0 1 2 3 4



7. Meegaand 0 1 2 3 4

8. Kritisch 0 1 2 3 4

9. Serieus 0 1 2 3 4


Naam leerling: Brigitte v


Groep:


van toepassing

Geheel van

toepassing

1. Fanatiek 0 1 2 3 4



4. Eerlijk 0 1 2 3 4



7. Meegaand 0 1 2 3 4

8. Kritisch 0 1 2 3 4

9. Serieus 0 1 2 3 4


Naam leerling: Dascha W. v


Groep:


van toepassing

Geheel van

toepassing

1. Fanatiek 0 1 2 3 4



4. Eerlijk 0 1 2 3 4



7. Meegaand 0 1 2 3 4

8. Kritisch 0 1 2 3 4

9. Serieus 0 1 2 3 4


Ruimte voor het noteren van uw reflecties bij stap 4

Uitschieters tussen de personen, op basis van gevoel en ervaringen ingevuld. Bij deze personen bewuster gekeken en beoordeeld of de cijfers terecht zijn. Bij personen met positieve ervaringen vaak hoge cijfers, ook hier beter naar gekeken om een eerlijk beeld te krijgen door middel van de cijfers.

Stap 5 Ordenen van uw positieve constructen in zeven aandachtsgebieden

Doel

In stap 5 worden de positieve constructen in een zevental aandachtsgebieden geordend.

Doel hiervan is het tastbaar maken van de mate waarin de constructen zich spreiden over een aantal, voor het onderwijs, relevante terreinen.

Werkwijze

Ga als volgt te werk:

Orden op formulier 5 uw positief ervaren persoonlijke constructen over de zeven aandachtsgebieden. De positieve constructen staan op formulier 2 in de linkerkolom.

Elk construct wordt slechts bij één van de gebieden ondergebracht. Soms kan een construct gevoelsmatig bij meer gebieden passen. We vragen u om toch een keuze te maken voor één aandachtsgebied. Het overzicht op de volgende bladzijde is bedoeld om uw keuze voor een aandachtsgebied te ondersteunen.

Laat u zich bij het ordenen van de constructen in de zeven aandachtsgebieden inspireren door uw definities van uw constructen (stap 3).

Er kunnen meerdere constructen bij één aandachtsgebied worden ingedeeld.

Formulier 5

Ordenen van de positieve constructen in zeven aandachtsgebieden

Zeven aandachtsgebieden Persoonlijke constructen(meer constructen per gebied mogelijk)

1. Leren: leerontwikkeling en leerprestaties Fanatiek, behulpzaam, ambitieus, kritisch, serieus, eigen mening.

2. Werkhouding en taakgedrag Makkelijk aanspreekbaar

3. Cognitief en intellectueel functioneren

4. Sociaal-emotioneel en psychisch functioneren Betrouwbaar, eerlijk, meegaand

5. Artistiek en expressief vermogen

6. Lichamelijk functioneren en uiterlijke kenmerken

7. Thuissituatie / opvoedingssituatie

Aanvullende opdracht bij Stap 5 voor schoolteamsOrdenen van constructen in onderwijsbehoeften per aandachtsgebied.

Deze opdracht kan worden uitgevoerd als uw school de onderwijsbehoeften van de leerlingen heeft geformuleerd. Het gaat hier om de behoeften die volgens het team voor alle leerlingen van de school gelden.


1. Tel per aandachtsgebied het aantal constructen op dat u noteerde op formulier 5.2. Neem op formulier 5 B het aantal constructen per aandachtsgebied over. Indien u geen constructen

indeelde in een aandachtsgebied laat u dat vakje open;3. Bekijk (en bespreek) de door uw school geformuleerde onderwijsbehoeften en kort ze waar nodig in

tot korte kernachtige zinnen; 4. Orden met de groep de onderwijsbehoeften in de zeven aandachtsgebieden. Onderwijsbehoeften

kunnen gevoelsmatig bij meer aandachtsgebieden horen. Stimuleer deelnemers om gezamenlijk toch een keuze te maken, net als bij stap 5.

5. Reflecteer op de relatie tussen de zeven aandachtsgebieden, het aantal constructen en de onderwijsbehoeften. Wat valt u op?

Hieronder vindt u een uitwerking1

Voorbeeld

Formulier 5 BOrdenen van constructen in onderwijsbehoeften per aandachtsgebied.Naam deelnemer: Ghita Streefland

ZevenAandachts-Gebieden

Aan

tal

cons

truc Onderwijsbehoeften

1 Leren: leerontwikkeling en leerprestaties

6Onze leerlingen hebben behoefte aan tastbare, concrete en positieve resultaten.

2 Werkhouding en taakgedrag 1 Onze leerlingen hebben behoefte aan een aangereikte structuur.

3 Cognitief en intellectueelFunctioneren

Onze leerlingen hebben behoefte aan ‘echte’ opdrachten.

Onze leerlingen hebben behoefte aan leren en onthouden door doen en ervaren.

1 Wij danken OSG ‘De Meergronden’ beroepsgerichte unit in Almere voor het beschikbaar stellen van de door de school geformuleerde onderwijsbehoeften van de leerlingen (2006).

4 Sociaal-emotioneelen psychisch functioneren 3

Onze leerlingen hebben behoefte aan persoonlijke erkenning en waardering.

Onze leerlingen hebben behoefte aan een consistente aanpak in de school.

5 Artistiek en expressief vermogen

Onze leerlingen hebben behoefte aan een aanpak waarin hun artistieke en expressieve kwaliteiten worden benut.

6 Lichamelijk functioneren en uiterlijke kenmerken

Onze leerlingen hebben behoefte aan structurering van hun lichaamstaal

7 Thuissituatie / opvoedingssituatie

Onze leerlingen hebben behoefte aan een respectvolle benadering van hun ouders/verzorgers door de school.

Stap 6 Ervaring van psychologische nabijheid tussen de professionele opvoeder en de leerlingen

Doel

In stap 6 wordt de psychologische afstand tussen de deelnemer en alle leerlingen uit diens groep zichtbaar gemaakt.

Doel van deze stap is het bewust worden van de psychologische afstand die de deelnemer op dit moment ervaart tussen zichzelf en de leerlingen en tevens van de verklaringen die de deelnemer hieraan geeft. Een ander doel is het zicht krijgen op de hiërarchie in de eigen constructen en de

betekenis ervan.


Noteer eerst de namen van de leerlingen van uw groep op formulier 6 onder het kopje ‘Leerling’; Plaats op de lijn een kruis waarmee u voor elke leerling de psychologische nabijheid tussen u zelf en de

leerling aangeeft. Per leerling is een rechte lijn naar u (het figuurtje) getrokken. Geef op formulier 6 per leerling (in de linkerkolom) in cijfers aan hoe vaak deze bij het invullen van

formulier 4 van u een score van 0, 1, 2, 3 of 4 heeft gekregen.

Voorbeeld 1

Sommige leerlingen staan naar uw gevoel dichtbij u. U plaatst in dit geval een kruis op de lijn dicht bij de figuur van de leraar/ik. Het beeld ziet er na invulling zo uit.

Annabel___________________________________________________X_______Leraar/ik

Van de leraar rechts tot het gemarkeerde punt X is een geringe afstand. Daarmee geeft de leraar aan dat de psychologische afstand van de leraar tot de leerling Annabel op dit moment als gering wordt ervaren.

Voorbeeld 2

Bij andere leerlingen heeft u het gevoel dat ze verder van u afstaan. U plaatst in dit geval een kruis op de lijn ver bij de figuur van de leraar/ik vandaan. Het beeld ziet er na invulling zo uit.

Mats__________X_________________________________________________Leraar/ik

Van de leraar rechts tot het gemarkeerde punt X is een grotere afstand dan in voorbeeld 1. Daarmee geeft de leraar aan dat de psychologische afstand van de leraar tot de leerling Mats op dit moment meer is dan ten opzichte van Annabel (voorbeeld 1).

Scores perLeerling0 1 2 3 4

Nathalie

Devenda

Cristel

Kim

Yolentha

Patricia

Anita

Marcia

Bianca

Maureen

Rowena

Rianne

Maryam

Lavina

Brigitte

Vivian

0 1 6 3 0

0 2 4 4 0

0 0 0 4 6

0 1 7 2 0

0 0 5 5 0

0 0 4 3 3

0 0 5 3 2

0 0 1 5 4

3 4 2 0 1

0 0 3 6 1

0 0 4 3 3

2 1 3 2 2

0 2 4 1 3

0 0 1 7 2

0 3 2 5 0

0 0 0 3 7


De personen die op de cijfers 4 en 5 hoog scoren staan vaak dichterbij mij dan de personen die op 0 en 1 hoog scoren, zij staan meestal verder van mij af.

Stap 7

Naam leerling: Dascha m / v


van toepassing

Geheel van

toepassing

1 Fanatiek 0 1 2 3 4

2 Betrouwbaar 0 1 2 3 4

3 Behulpzaam 0 1 2 3 4

4 Eerlijk 0 1 2 3 4

5 Ambitieus 0 1 2 3 4

6 Makkelijk aanspreekbaar 0 1 2 3 4

7 Meegaand 0 1 2 3 4

8 Kritisch 0 1 2 3 4

9 Serieus 0 1 2 3 4

10 Eigen mening 0 1 2 3 4

1. Ik vind dat Dascha fanatiek is in wat ze doet, maar wel in zekere mate.2. Ik vind dat Dascha betrouwbaar is, ze houdt zich aan haar woord.3. Ik vind dat Dascha behulpzaam is, omdat ze altijd bereid is om te helpen.4. Ik vind dat Dascha eerlijk is, omdat ze op een gepaste manier zegt wat zij van iets vind.5. Ik vind dat Dascha ambitieus is, omdat zij een duidelijk doel voor ogen heeft.6. Ik vind dat Dascha makkelijk aanspreekbaar is omdat ze makkelijk praat.7. Ik vind dat Dascha meegaand is omdat ze open staat voor nieuwe dingen.8. Ik vind dat Dascha kritisch is wanneer dit nodig is.9. Ik vind dat Dascha serieus is in wat zij doet, mede door het doel dat zij voor ogen heeft.10. Ik vind dat Dascha een eigen mening heeft, en die laat blijken wanneer daarom is gevraagd.

Naam: Cristel

Positief ervaren construct

Helemaal niet

van toepassing

Geheel van

toepassing

1 Fanatiek 1 1 2 3 4

2 Betrouwbaar 1 1 2 3 4

3 Behulpzaam 1 1 2 3 4

4 Eerlijk 1 1 2 3 4

5 Ambitieus 1 1 2 3 4

6 Makkelijk aanspreekbaar 1 1 2 3 4

7 Meegaand 1 1 2 3 4

8 Kritisch 1 1 2 3 4

9 Serieus 1 1 2 3 4

10 Eigen mening 0 1 2 3 4

1. Ik vind dat Cristel fanatiek is in wat ze doet, soms iets te fanatiek.

2. Ik vind dat Cristel betrouwbaar is omdat ik altijd met haar kan praten over alles.

3. Ik vind dat Cristel behulpzaam is, omdat ze altijd bereid is om te helpen wanneer hierom gevraagd is.

4. Ik vind dat Cristel eerlijk is, omdat ze op een gepaste manier zegt wat zij van iets vind.

5. Ik vind dat Cristel ambitieus is, omdat zij een duidelijk doel voor ogen heeft en vastberaden is dit te halen.

6. Ik vind dat Cristel makkelijk aanspreekbaar is omdat ze open staat voor contact.

7. Ik vind dat Cristel meegaand is omdat ze open staat voor nieuwe dingen.

8. Ik vind dat Cristel kritisch is wanneer iemand vraagt om haar mening.

9. Ik vind dat Cristel serieus is in wat zij doet, mede door het doel dat zij voor ogen heeft.

10. Ik vind dat Cristel een eigen mening heeft, en die laat blijken wanneer daarom is gevraagd, soms iets te aanwezige mening.


Fijn om uit te leggen per persoon

Stap 8 Eigen tegenpolen combineren met typen gedragsproblemen

In deze stap worden verschillende typen gedragsproblemen besproken. Deze zijn ontleend aan het ‘Teacher Stress Reductie-onderzoek’ (Van der Wolf & Everaert, 2003, 2006). Onderzocht is welke typen gedragsproblemen door Nederlandse leraren (bijna 1000) in hun onderwijspraktijk worden waargenomen. In dat onderzoek zijn acht ‘typen’ gevonden2.

1. Dwars, dwingend, onrustig, brutaal2. Agressief, dominant, niet sociaal, niet eerlijk, regels schendend3. Druk, ongeconcentreerd, overbeweeglijk, impulsief4. Wisselende buien, onvoorspelbaar, explosief, angstig, snel beledigd5. Weinig motivatie, slechte werkhouding, zwak presterend6. Moeilijk contact, niet communicatief, eenzijdig gericht7. Stil, gesloten, weinig aansluiting, angstig, passief, somber8. Onzeker, weinig zelfvertrouwen, faalangstig, dwangmatig

DoelDoel van deze stap is dat u zich bewust wordt op welke gedragsproblemen uw tegenpolen betrekking hebben. U ontdekt op die manier welke gedragsproblemen u al dan niet waarneemt en mogelijk ook waarom dat zo is.

Werkwijze

Ga als volgt te werk:

Noteer op formulier 8 uw tegenpolen. Die neemt u over van de rechterkolom van formulier 2. Ga na in welke mate naar uw idee elk tegenpool bij de acht typen past? Het gaat hierbij om uw

interpretatie van het gedragstype in relatie met uw tegenpool. Geef de mate waarin een tegenpool combineert met een gedragstype aan met een cijfer. U

kunt kiezen uit 1, 2, 3 of 4. De score 1 verwijst naar ‘enigszins van toepassing’ en de score 4 naar ‘geheel van toepassing’.

Is er sprake van ‘helemaal niet van toepassing’ (score 0), laat dan het betreffende hokje open (geeft een beter overzicht). Als je een hokje open laat betekent dit dat de tegenpool geheel niet van toepassing is voor de combinatie van die tegenpool met dat gedragstype.

Tel tot besluit de totaal score per tegenpool op. Het formulier biedt u hiertoe twee mogelijkheden namelijk;

o Het totaal per tegenpool: geeft inzicht in hoe vaak uw tegenpolen volgens u van toepassing zijn op de gedragstypen.

o Het totaal per gedragstype: dit laat zien welk type wel of helemaal niet combineert met uw tegenpolen.

Op de volgende bladzijde volgt een voorbeeld.

2

Meer informatie over dit en ander onderzoek naar gedragstypen die leraren onderscheiden staat in paragraaf 2.4 van dit boek.

Voorbeeld

Persoonlijke tegenpolen ↓:

1. Dw

ars, dwingend, onrustig, brutaal

2. Agressief, dom

inant, niet sociaal, niet eerlijk, regels schendend

3. Druk, ongeconcentreerd,

overbeweeglijk, im

pulsief

4. Wisselende buien, onvoorspelbaar,

explosief, angstig, snel beledigd

5. Weinig m

otivatie, slechte w

erkhouding, zwak presterend

6. Moeilijk contact, niet com

municatief,

eenzijdig gericht

7. Stil, gesloten, weinig aansluiting,

angstig, passief, somber

8. Onzeker, w

einig zelfvertrouwen,

faalangstig, dwangm

atig

Totaal per tegenpool

1. Snel agressief 4 4 2 3 2 0 0 0

2. Weinig communicatief 0 0 0 1 4 3 4 3

3. Druk 2 3 4 2 1 1 0 0

4. Geen relativeringsvermogen 4 3 3 4 3 1 0 0

N.B. De lege velden verwijzen naar score 0 ‘helemaal niet van toepassing’

Formulier 8

Persoonlijke tegenpolen en typen gedragsproblemen

Persoonlijke tegenpolen ↓:

1. Dw

ars, dwingend, onrustig, brutaal

2. Agressief, dom

inant, niet sociaal, niet eerlijk, regels schendend

3. Druk, ongeconcentreerd,

overbeweeglijk, im

pulsief

4. WisselEnde buien, onvoorspelbaar,

explosief, angstig, snel beledigd

5. Weinig m

otivatie, slechte w

erkhouding, zwak presterend

6. Moeilijk contact, niet com

municatief,

eenzijdig gericht

7. Stil, gesloten, weinig aansluiting,

angstig, passief, somber

8. Onzeker, w

einig zelfvertrouwen,

faalangstig, dwangm

atig

Totaal per tegenpool

1.ongeinteresseerd 0 0 2 3 3 3 3 0

2.onbetrouwbaar 3 2 1 4 1 0 0 0

3.onbehulpzaam 0 0 0 0 2 3 0 1

4.oneerlijk 3 2 1 2 0 0 0 0

5.zonder doel 0 0 0 3 3 1 0 2

6.moeilijk aanspreekbaar 2 0 4 0 2 3 0 1

7.eigenwijs 1 2 3 1 0 2 0 0

8.naief 0 0 0 1 0 1 2 2

9. speels 0 2 0 0 2 0 1 0

10.aangepaste mening 1 3 2 3 4 4 2 2

11.

12.

13.

14.

15.

16.

Totaal per gedragstype10 11 13 17 17 17 8 8

N.B. Zo nodig regels toevoegen.

Ruimte voor het noteren van uw reflecties naar aanleiding van stap 8.

Type 7 en 8 het minst voorkomend.

Positieve constructen combineren met sterke karaktereigenschappen

U gaat nu de positief ervaren constructen koppelen aan sterke karaktereigenschappen.

Deze sterke karaktereigenschappen ontlenen wij aan de ‘Classification of Character Strengths’ van Peterson en Seligman die ontwikkeld is als een tegenhanger van de classificatie van psychische stoornissen, de DSM IV.

Op formulier 9 staan 5 hoofdcategorieën die zijn onderverdeeld in 22 sterke karaktereigenschappen. De 5 hoofdcategorieën zijn:

A. Wijsheid

B. Moed

C. Betrokkenheid (maatschappelijk en persoonlijk)

D. Evenwichtigheid

E. Betekenisverlening

In categorie F noteert u de constructen die u niet kunt indelen bij A t/m E.

Formulier 9

Positieve constructen combineren met sterke karaktereigenschappen

Instructie: Elk construct wordt bij één van de karaktereigenschappen ondergebracht. Er kunnen meerdere constructen bij één karaktereigenschap worden ingedeeld.

Naam deelnemer:

A. Wijsheid

1 Creatief

2 Leergierig Fanatiek

3 Open, ruimdenkend Ambitieus

4 Wijs serieus

B. Moed,

5 Dapper Eerlijk

6 Doorzetter Doelgericht

7 Integer Eigen mening

8 Vitaal

C. Betrokkenheid

9 Genereus

10 Behulpzaam Behulpzaam

11 Sociaal intelligent Makkelijk aanspreekbaar

12 Coöperatief groepslid

13 Aanvoerder

14 Rechtvaardig Betrouwbaar

15 Stabiel meegaand

D. Evenwichtigheid

16 Bescheiden

17 Bezonnen kritisch

18 Beheerst

E. Betekenisverlening

19 Verwondering

20 Dankbaar

21 Optimistisch

22 Humoristisch

F. Ruimte voor constructen die voor uw gevoel niet passen in bovenstaande indeling.

Ruimte voor het noteren van uw reflecties naar aanleiding van stap 9.

Concreter maken van de costructen

pedagooginontwikkeling.files.wordpress.com€¦ · web viewin het persoonlijk professioneel...

Documents