preposities vaste combinaties theorie

12
PREPOSITIES : VASTE COMBINATIES Nederlandse Academie 02/218 47 07 B1 Bepaalde verba (en substantieven en adjectieven) gebruiken we vaak in combinatie met een vaste prepositie. Je moet deze preposities beetje bij beetje uit het hoofd leren! Een alfabetische lijst: E = zwart S = grijs 1. De aandacht vestigen OP iets / iemand 2. Een aandeel hebben IN iets 3. Aandringen OP iets 4. In aanmerking komen VOOR iets 5. Aanmoedigen / aansporen TOT iets 6. Zich aanpassen AAN iets / iemand Vlaams Belang vindt dat buitenlanders zich meer moeten aanpassen aan de Belgische cultuur 7. Aanspraak maken OP iets 8. Aansprakelijk zijn VOOR iets 9. Aanvangen MET iets 10. Aanzetten TOT iets 11. Zich abonneren OP iets 12. Afgaan OP iets 13. Afhangen VAN iets / iemand Omdat hij niet werkt, hangt hij financieel nog steeds af van zijn ouders. 14. Een afkeer hebben VAN iets / iemand 15. Afleiden UIT iets 16. Afrekenen MET iemand 17. Afstand doen VAN iets 18. Akkoord gaan MET iets / iemand 19. ANTWOORDEN OP iets Ik heb al geantwoord op je vraag en ik ga niet akkoord met je voorstel. 20. Bang zijn VAN / VOOR iets / iemand 21. Een conclusie baseren OP iets 22. Beantwoorden AAN iets 23. Zich bedienen VAN iets 24. Begaan zijn MET iemand / iets 25. Beginnen AAN / MET iets 26. Behoefte hebben AAN iets / iemand Ik heb dat niet nodig; ik heb er geen behoefte aan. 27. Behoren TOT iets 28. Bekend zijn MET iets 29. Zich bekommeren OM iets / iemand 30. Belang hechten AAN iets 31. Beleefd zijn TEGEN iemand 32. Belonen MET iets 33. Zich bemoeien MET iets Bemoei je met je eigen zaken; ik besteed mijn geld aan wat ik wil! 34. Benieuwd zijn NAAR iets / iemand 35. Bereid zijn TOT iets 36. Een beroep doen OP iets / iemand 37. Berusten IN iets 38. Beschermen TEGEN iets / iemand 39. Beschuldigen VAN iets 40. Besluiten TOT iets 41. Bestaan UIT iets 42. Bestand zijn TEGEN iets / iemand Het huis was niet bestand tegen de storm. Het stortte in. 43. Besteden AAN iets / iemand 44. Bestemd zijn VOOR iemand 45. Betrappen OP iets 46. Betrokken zijn BIJ iets 47. Bevallen VAN iemand 48. Bevriend zijn MET iemand 49. Bevrijden UIT iets 50. Zich bewust zijn VAN iets 51. Bezeten zijn VAN iets / iemand Hij was helemaal bezeten van computerspelletjes. Hij speelde altijd. 52. Zich bezighouden MET iets / iemand Bezig zijn MET iets / iemand 53. Bijdragen TOT iets 54. Bezorgd zijn OVER iets / iemand 55. Besparen OP iets 56. Bidden TOT iets / iemand 57. Blijken UIT iets 58. Blij zijn MET iets 59. Boos worden / zijn OVER iets 60. Boos worden / zijn OP iemand 61. Breken MET iets / iemand

Upload: gheorghies-nina

Post on 21-Nov-2015

296 views

Category:

Documents


8 download

DESCRIPTION

Preposities Vaste Combinaties Theorie

TRANSCRIPT

  • PREPOSITIES : VASTE COMBINATIES

    Nederlandse Academie 02/218 47 07 B1

    Bepaalde verba (en substantieven en adjectieven) gebruiken we vaak in combinatie met

    een vaste prepositie. Je moet deze preposities beetje bij beetje uit het hoofd leren!

    Een alfabetische lijst:

    E = zwart

    S = grijs

    1. De aandacht vestigen OP iets / iemand

    2. Een aandeel hebben IN iets

    3. Aandringen OP iets

    4. In aanmerking komen VOOR iets

    5. Aanmoedigen / aansporen TOT iets

    6. Zich aanpassen AAN iets / iemand

    Vlaams Belang vindt dat buitenlanders

    zich meer moeten aanpassen aan de

    Belgische cultuur

    7. Aanspraak maken OP iets

    8. Aansprakelijk zijn VOOR iets

    9. Aanvangen MET iets

    10. Aanzetten TOT iets

    11. Zich abonneren OP iets

    12. Afgaan OP iets

    13. Afhangen VAN iets / iemand

    Omdat hij niet werkt, hangt hij

    financieel nog steeds af van zijn ouders.

    14. Een afkeer hebben VAN iets / iemand

    15. Afleiden UIT iets

    16. Afrekenen MET iemand

    17. Afstand doen VAN iets

    18. Akkoord gaan MET iets / iemand

    19. ANTWOORDEN OP iets

    Ik heb al geantwoord op je vraag en ik

    ga niet akkoord met je voorstel.

    20. Bang zijn VAN / VOOR iets / iemand

    21. Een conclusie baseren OP iets

    22. Beantwoorden AAN iets

    23. Zich bedienen VAN iets

    24. Begaan zijn MET iemand / iets

    25. Beginnen AAN / MET iets

    26. Behoefte hebben AAN iets / iemand

    Ik heb dat niet nodig; ik heb er geen

    behoefte aan.

    27. Behoren TOT iets

    28. Bekend zijn MET iets

    29. Zich bekommeren OM iets / iemand

    30. Belang hechten AAN iets

    31. Beleefd zijn TEGEN iemand

    32. Belonen MET iets

    33. Zich bemoeien MET iets

    Bemoei je met je eigen zaken; ik

    besteed mijn geld aan wat ik wil!

    34. Benieuwd zijn NAAR iets / iemand

    35. Bereid zijn TOT iets

    36. Een beroep doen OP iets / iemand

    37. Berusten IN iets

    38. Beschermen TEGEN iets / iemand

    39. Beschuldigen VAN iets

    40. Besluiten TOT iets

    41. Bestaan UIT iets

    42. Bestand zijn TEGEN iets / iemand

    Het huis was niet bestand tegen de

    storm. Het stortte in.

    43. Besteden AAN iets / iemand

    44. Bestemd zijn VOOR iemand

    45. Betrappen OP iets

    46. Betrokken zijn BIJ iets

    47. Bevallen VAN iemand

    48. Bevriend zijn MET iemand

    49. Bevrijden UIT iets

    50. Zich bewust zijn VAN iets

    51. Bezeten zijn VAN iets / iemand

    Hij was helemaal bezeten van

    computerspelletjes. Hij speelde altijd.

    52. Zich bezighouden MET iets / iemand

    Bezig zijn MET iets / iemand

    53. Bijdragen TOT iets

    54. Bezorgd zijn OVER iets / iemand

    55. Besparen OP iets

    56. Bidden TOT iets / iemand

    57. Blijken UIT iets

    58. Blij zijn MET iets

    59. Boos worden / zijn OVER iets

    60. Boos worden / zijn OP iemand

    61. Breken MET iets / iemand

  • PREPOSITIES : VASTE COMBINATIES

    Nederlandse Academie 02/218 47 07 B1

    Hij brak een paar jaar geleden volledig

    met zijn ouders. Ze spreken niet meer

    met elkaar.

    62. Commentaar / kritiek hebben

    OP iets / iemand

    Je mag geen kritiek hebben op de

    doden.

    63. Zich concentreren OP iets

    64. Concluderen UIT iets

    65. Condoleren MET iets

    Je zou beter de zoon condoleren met

    het verlies van zijn vader.

    66. (Be)danken VOOR iets

    67. Deelnemen AAN iets

    Ondanks mn slechte resultaten ga ik

    door met studeren en wil ik deelnemen

    aan de SELOR-taaltest.

    68. Delen IN iets

    69. Denken AAN iets / iemand

    70. Dienen TOT iets

    71. Dol zijn OP iets / iemand

    72. Doorgaan MET iets

    73. Dromen VAN iets / iemand

    74. Dwingen TOT iets

    De ouders dwongen de schooldirecteur

    tot ontslag. Hij had hun dochter

    geslagen

    75. Dwepen MET iets / iemand

    76. Het eens zijn MET iemand / iets

    77. Eindigen OP iets

    78. Zich ergeren AAN iemand / iets

    79. Ervaring hebben MET iets / iemand

    80. Iemand feliciteren MET iets

    81. Fier zijn OP iets / iemand

    82. GAAN NAAR een plaats

    83. Gebrek / een tekort hebben AAN iets

    Ja, maar volgens mij heb je een te laag

    libido of een gebrek aan hormonen.

    84. Gebruik / misbruik maken

    VAN iets / iemand

    85. Genteresseerd zijn IN iets / iemand

    86. Gek zijn OP iets / iemand

    Ik ben wel genteresseerd in die knappe

    collega, maar ik ben niet gek op hem en

    ik wil geen misbruik maken van de

    situatie. Ik geniet zo ook van zn

    aanwezigheid, zonder iets te zeggen.

    87. Geloven IN iets / iemand

    Het personeel geloofde in de nieuwe

    chef.

    88. Gelukkig zijn MET iets / iemand

    89. Genieten VAN iets

    90. Geschikt zijn VOOR iets

    Hij is echt geschikt voor jou!

    91. Het gemunt hebben OP iets / iemand

    De dief had het blijkbaar gemunt op de

    oude schilderijen.

    92. Gewoon / gewend zijn AAN iets

    93. Grenzen AAN iets

    94. Gokken OP iets

    95. Handig zijn IN iets

    96. Zich hechten AAN iets / iemand

    97. Heersen OVER iets

    98. Een hekel hebben AAN iets / iemand

    Het personeel had een hekel aan de

    slechte oploskoffie en ze hoopten op

    een nieuwe automaat. Ze hunkerden

    ernaar.

    99. Herinneren AAN iets / iemand

    Ben je op de hoogte van de nieuwe

    regels?

    Nee, herinner me er straks aan. Ik heb

    nu geen tijd.

    100. Op de hoogte zijn VAN iets

    101. Hopen OP iets

    102. Houden VAN iets / iemand

    103. Huilen OM iets / iemand

    104. Hunkeren NAAR iets / iemand

    105. Informeren NAAR iets / iemand

    106. Ingaan OP iets

    107. Interesse hebben VOOR / IN

    iets / iemand

    108. Invloed hebben OP iets / iemand

    109. Jaloers zijn OP iets / iemand

    Ik ben niet jaloers op jou, maar toch

    denk ik dat die nieuwe minnaar een

    slechte invloed heeft op je humeur.

    110. Kans hebben OP iets

    111. Kennismaken MET iets / iemand

    112. KIJKEN NAAR iets / iemand

    Telkens je naar mij kijkt, klaag je over

    mijn dikke kont. Nu is het genoeg of ik

    word echt kwaad op jou!

    113. Klagen OVER iets / iemand

    114. Kwaad zijn / worden OP iemand

    115. Kwaad zijn / worden OVER iets

  • PREPOSITIES : VASTE COMBINATIES

    Nederlandse Academie 02/218 47 07 B1

    116. Lachen OM iets / iemand

    117. Letten OP iets / iemand

    118. Lijden AAN een ziekte

    119. Lijken OP iets / iemand

    Ach, let niet op die idioot. Hij lacht om

    je achterwerk, maar hij lijkt zelf

    op een vet varken.

    120. LUISTEREN NAAR iets / iemand

    121. Te maken hebben MET iets / iemand

    122. Meedoen AAN iets

    123. Medelijden hebben MET iemand

    124. Medeplichtig zijn AAN iets

    125. Mikken OP iets

    126. Moeite hebben MET iets

    127. Nadenken OVER iets / iemand

    Denk je wel eens na over meedoen aan

    de nieuwe SELOR-taaltest? Ja, ik ben er

    nieuwsgierig naar en ik leg me niet neer

    bij n mislukking

    128. Neerkomen OP iets

    129. Zich neerleggen BIJ iets

    130. Nieuwsgierig zijn NAAR iets / iemand

    131. Omgaan MET iets / iemand

    132. Onderdoen VOOR iets / iemand

    133. Onderwerpen AAN iets

    Hij moest zich aan een uitgebreid

    medisch onderzoek onderwerpen.

    134. Zich onderwerpen AAN iemand

    135. Ongerust zijn OVER iets / iemand

    136. Zich ontfermen OVER iets / iemand

    Jan ontfermde zich over het zieke

    hondje.

    137. Ontkomen AAN iets / iemand

    138. Ontsnappen AAN iets

    139. Ontstaan UIT iets

    140. Onverschillig zijn VOOR iets / iemand

    141. Opdringen AAN iemand

    142. Openstaan VOOR iets / iemand

    143. Opgewassen zijn TEGEN iets / iemand

    144. Ophouden MET iets

    Kan je nu eindelijk ophouden met dat

    lawaai? Dat is saxofoonmuziek, jij staat

    ook nergens voor open.

    145. Opkomen VOOR iets / iemand

    146. Opmaken UIT iets

    147. Opwegen TEGEN iets

    148. Opzien TEGEN iets

    149. Overgaan TOT iets

    150. Overtuigen VAN iets

    151. Een overwinning behalen OP iemand

    152. Passen OP / BIJ iets / iemand

    153. Plezier hebben IN / VAN iets

    Oom Jan heeft veel plezier in biljarten.

    Die sport past echt bij hem.

    154. Praten OVER iets / iemand

    MET / TEGEN iemand

    De school had veel plezier van de

    nieuwe fietsenrekken. Ze praten er nog

    over.

    155. Profiteren VAN iets

    156. Raden NAAR iets

    157. Reageren OP iets / iemand

    158. Recht hebben OP iets

    159. Redden UIT / VAN iets

    160. Refereren AAN iets

    161. Rekenen OP iets / iemand

    162. Rekening houden MET iets / iemand

    163. Respect hebben VOOR iets / iemand

    164. Rijk zijn AAN iets

    165. Ruiken NAAR iets / iemand

    166. Zich schamen OVER iets / iemand

    Ik ben geschrokken van die ruzie. Ik wist

    niet dat hij tot zon agressie in staat

    was. Schaamt hij zich er niet over?

    167. Scheiden VAN iemand / iets

    168. Schelden OP iets / iemand

    169. Schelen IN / MET iets

    170. Schieten OP iets / iemand

    171. Schrikken VAN iets / iemand

    172. Slagen IN iets

    173. Slagen VOOR een examen

    174. Slecht / goed zijn IN iets

    175. Smachten / snakken NAAR iets

    176. Smeken OM iets

    177. Solliciteren NAAR een job

    Ik solliciteerde naar die job van

    verkoper, maar ik had de e-mail naar de

    verkeerde persoon gestuurd.

    Daar heb ik nu spijt van!

    178. Zich specialiseren IN iets

    179. Spijt hebben VAN iets

    180. Spreken OVER iets / iemand

    181. Spotten MET iets / iemand

    182. In staat zijn TOT iets

    183. Stemmen OP een partij

  • PREPOSITIES : VASTE COMBINATIES

    Nederlandse Academie 02/218 47 07 B1

    184. Steunen OP iemand

    185. Stoppen MET iets

    186. Zich storten OP iets / iemand

    187. Streven NAAR iets

    188. Strijden TEGEN iets / iemand

    189. STUREN NAAR iemand

    190. Teleurgesteld zijn IN iets /iemand

    Ik ben teleurgesteld in mijn

    sollicitatiegesprek, maar ik treur er niet

    om. Ik ben trots op mijn positieve

    kanten en ik zal me vanaf nu meer

    toeleggen op de voorbereiding.

    191. Tevreden zijn OVER / MET

    iets / iemand

    192. Toelaten TOT iets

    193. Zich toeleggen OP iets

    194. Toestemmen MET iets

    195. Toevoegen AAN iets

    196. Treuren OM iets / iemand

    197. Trots zijn OP iets / iemand

    198. Trouwen MET iemand

    199. Trouw zijn AAN iets / iemand

    200. Trakteren OP iets

    201. Twijfelen AAN iets / iemand

    Ik twijfel niet aan jou. Kom, we gaan

    iets drinken; ik trakteer op cava!

    Mmm, lekker!

    202. Uitgaan VAN iets

    203. Zich uitgeven VOOR iemand

    204. Uitkijken NAAR iets / iemand

    Ons dochtertje keek enorm uit naar de

    dag van haar verjaardag.

    205. Uitnodigen TOT iets

    206. Vatbaar zijn VOOR iets

    207. Vechten TEGEN iets / iemand

    208. Verantwoordelijk zijn VOOR

    iets / iemand

    209. Zich verbazen OVER iets / iemand

    210. Verbinden MET iets

    211. Verdacht worden / zijn VAN iets

    De directeur werd verdacht van

    corruptie, maar daar verbaasde

    niemand

    zich over.

    212. Iemand verdenken VAN iets

    213. Zich verdiepen IN iets

    214. Verdrietig zijn OVER / OM iets

    215. Verenigen MET iets

    216. Vergelijken MET iets / iemand

    217. Zich vergissen MET / IN iets / iemand

    218. Zich verheugen OP iets

    219. Verlangen NAAR iets / iemand

    220. Verleiden TOT iets

    221. Verliefd zijn OP iemand

    222. Verliezen VAN iemand

    223. Verlossen VAN / UIT iets

    224. Veroordelen TOT iets

    225. Verschillen VAN iets / iemand

    226. Verslaafd zijn AAN iets

    Zij vervreemdde sterk van haar

    vrienden, omdat ze verslaafd was aan

    alcohol.

    227. Verstand hebben VAN iets

    228. Vertrouwen hebben IN iets / iemand

    De werkgever vergiste zich in de keuze

    van zijn naaste medewerkers. Ze waren

    tegen niemand vriendelijk en het

    personeel had geen vertrouwen in hen

    229. Vervreemd zijn VAN iets / iemand

    230. Verwijzen NAAR iets

    231. Zich verzetten TEGEN iemand / iets

    De jongen volhardde in zijn weigering

    zijn naam te noemen. Waarom verzette

    hij zich tegen iedereen? Was hij

    verdrietig over iets? / ergens verdrietig

    over?

    232. Vluchten VOOR iets / iemand

    233. Voldoen AAN een wens

    234. Volharden IN iets

    235. Zich voorbereiden OP iets

    236. De voorkeur geven AAN iets / iemand

    237. Voortkomen UIT iets

    238. Voorzien IN iets

    239. Vragen NAAR / OM iets / iemand

    240. Vrezen VOOR iets / iemand

    241. Vriendelijk zijn TEGEN iemand

    242. Waarschuwen VOOR iets / iemand

    243. WACHTEN OP iets / iemand

    244. Waken OVER iets / iemand

    245. Walgen VAN iets / iemand

    246. Zich wenden TOT iemand

    247. Wennen AAN iets / iemand

    248. Zich wijden AAN iets / iemand

    249. Wijken VOOR iets / iemand

    250. Te wijten zijn AAN iets / iemand

    251. Wijzen NAAR iets / iemand

  • PREPOSITIES : VASTE COMBINATIES

    Nederlandse Academie 02/218 47 07 B1

    252. Winnen VAN iemand

    253. Worstelen MET iets / iemand

    254. Zeker zijn VAN iets

    255. (Ver)zenden NAAR iemand

    256. Zeuren OVER iets / iemand

    257. Zin hebben IN iets

    Ik heb zin in chocola! Geen probleem,

    ik zorg er wel voor. Ik moet toch nog

    boodschappen doen,want we hebben

    geen water meer.

    258. Zoeken NAAR iets / iemand

    259. Zorgen VOOR iets / iemand

    260. Zich zorgen maken OVER iets / iemand

    261. Zuiveren VAN iets

    De schuur werd gezuiverd van

    ongedierte.

    262. Zwichten VOOR iets / iemand

    De voorzitter zwichtte voor de

    argumenten van de personeelsleden.

    Hij was niet heel zeker van zijn zaak.

    Moeilijkere voorbeelden per prepositie:

    AAN

    Hij maakte zich schuldig aan diefstal.

    Ze moeten dringen een einde maken aan deze zaak.

    Je zou beter wat raad geven aan die arme man! (Indirect object aan)

    Dat land bezit een enorme rijkdom/reserve/overvloed aan olie.

    Deze vis is heel rijk/arm aan vetten.

    BIJ

    Deze filosofie en dit citaat kan je terugvinden bij Sartre.

    Ik volg les bij een goede leraar; ik ben echt bij de perfecte persoon.

    De handelaar moest alles aangeven bij de douane.

    Vanavond, bij mijn aankomst, zal ik bij een vriend logeren.

    Bij afwezigheid moet je zijn collega contacteren.

    Ik heb alles al gestudeerd, bij wijze van voorbereiding.

    Je moet niet bij de eerste de beste winkel stoppen. Wees gerust wat kieskeuriger.

    Hij heeft het leven gelaten bij een ongeval.

    Water kookt bij een temperatuur van 100.

    NAAR (richting!)

    De trein rijdt naar Brugge, en er is meteen een aansluiting naar Oostende.

    We gaan naar een onbekende bestemming, naar Cuba!

    Je bent ziek dus in plaats van naar school te gaan, ga je beter naar de dokter.

    MET

    Kristin komt altijd met de tram / de auto / de fiets naar school.

  • PREPOSITIES : VASTE COMBINATIES

    Nederlandse Academie 02/218 47 07 B1

    Joris studeerde met tegenzin.

    De partij zal winnen met een grote meerderheid van de stemmen.

    De rechter spreekt met kennis van zaken.

    Het oudje stapt met behulp van een stok.

    Ze verliezen met twee tegen drie.

    Hij betaalt met een cheque, niet contant.

    SUBST. + OM TE + inf. (zie ook eerder 1.15 Om te + inf.)

    in de stemming zijn om te dansen

    alle redenen hebben om te klagen

    moeite/zin/tijd hebben om te schrijven

    iets om te schrijven

    de toestemming om te landen

    Het is hoog tijd om te vertrekken.

    ADJ. + OM TE + inf.

    Dat is leuk om te lezen.

    Ik ben het gewoon om te rijden.

    Hier is het niet mogelijk om te zwemmen.

    Dit object is heel handig om te gebruiken.

    We zijn klaar om te vertrekken.

    Dat is een boeiend onderwerp om te onderzoeken.

    VERBUM + OM TE + inf.

    Deze machine dient om te zagen.

    iemand aanmoedigen om te studeren

    iemand verplichten/verbieden om te praten

    besluiten om te zwijgen

    OP

    Het is gemakkelijk om kritiek uit te oefenen op een ander.

    Ik ben zo verliefd/trots/boos/jaloers op jou!

    Jouw naam eindigt op een -a : let beter op de details!

    De kinderen spelen op de trap, op de speelplaats en zelfs op de straat.

    Op dit punt draag jij de verantwoordelijkheid.

    Wat een rommel! Zou je je spullen niet wat beter op orde leggen?

  • PREPOSITIES : VASTE COMBINATIES

    Nederlandse Academie 02/218 47 07 B1

    Op dit domein/vlak/gebied kan ik je helemaal niet meer volgen.

    Volgende week ga ik met mijn ouders op reis.

    Op een dag ben ik heel erg ziek geworden van oesters.

    Op dit ogenblik/moment kan ik je niet helpen.

    We zijn op weg naar Frankrijk.

    Bepaalde details moet je meer op de voorgrond plaatsen.

    Ik neem alle verantwoordelijkheid op mij.

    Alle hoop van die vader is nu gevestigd op zijn dochter.

    Hij is heel erg begaafd op het gebied van de wiskunde.

    TE

    Het huis staat te koop/te huur.

    Ik ben de vrouw te hulp gesneld toen ze werd aangereden.

    Die vrouw heeft een gehandicapte zoon te haren laste.

    Plots kwam er een konijn uit de hoed te voorschijn.

    Het onderzoek zal te zijner tijd worden uitgevoerd,

    dus wanneer alle studies klaar zijn.

    Bij vele koppels schiet een man vaak te kort in het huishouden.

    TEN

    Ik woon ten noorden/westen van deze stad.

    In deze zaal vroeg mijn man mij ten dans/huwelijk.

    Roken gaat ten koste van je gezondheid.

    De kosten van de werken zijn ten laste van de eigenaar.

    Deze hele operatie is ten gunste van/ten bate van/ten voordele van de kankerpatintjes.

    Deze kuur is ten behoeve van mensen met griep,

    opdat ze niet sterven ten gevolge van hun ziekte.

    Ik ben zeer verdraagzaam ten opzichte van oude mensen.

    Mijn huis mag ten hoogste 100.000 euro kosten.

    Helaas, de vakantie loopt ten einde.

    Hij stelt heel goede resultaten ten doel, die hij daarna ten uitvoer wil brengen.

    TER

    Deze stad, die de grootste ter wereld is, is overal ter wereld bekend.

    Ik heb een geschenk ter attentie van de gast.

    Een ceremonie ter ere van/ter nagedachtenis van de slachtoffers.

    Ik koop een fiets ter vervanging van mijn auto, want dat is gezonder.

  • PREPOSITIES : VASTE COMBINATIES

    Nederlandse Academie 02/218 47 07 B1

    De directeur zal de dossiers ter goedkeuring voorleggen en dan ter discussie stellen aan de jury.

    Ter zake nu, we hebben genoeg rond de pot gedraaid.

    Je mag een prijs kiezen ter waarde van een volledig jaarloon!

    De onderzoeker komt meteen ter plaatse om de zaak van naderbij te bekijken.

    TOT

    Hij deed een poging tot verzoening.

    De werknemers nemen het initiatief tot een staking.

    Tot gevolg/resultaat/kameraad/doel/vriend/taak hebben.

    VAN TOT

    Het gaat van kwaad tot erger! Het boek gaat van hand tot hand.

    De seizoenen veranderen van jaar tot jaar. Hij rust van tijd tot tijd even uit.

    Hij ruimt zijn kamer van boven tot onder op.

    Dankzij de les verbetert zijn Nederlands van dag tot dag.

    Het bedrijf wordt van generatie tot/op generatie overgeleverd.

    Equivalent van ENTRE

    Wie van jullie groep zal deze ronde spelen,

    nadat we de taken verdeeld hebben onder de deelnemers?

    Die meisjes spelen/praten al de hele dag met elkaar.

    Die twee kleuren kan je goed combineren met elkaar,

    maar je mag ze niet met elkaar vergelijken.

    Het is een geheim dus alles wat ik je nu onder vier ogen vertel,

    moet onder ons blijven.

    Equivalent van PAR

    De meeste politici spreken steeds in raadsels.

    Je kan je auto natuurlijk ook in maandelijkse termijnen betalen.

    De wielerwedstrijd wordt in etappen gereden.

    In het vervolg zou je beter wat opletten in het verkeer.

    Wil je deze cursus sorteren in chronologische volgorde?

    Het is mijn gewoonte om eens in het jaar naar Parijs te gaan.

    Maar: Ik ga slechts een keer per jaar naar Parijs.

    In het hoogseizoen komen de vissen bij honderden aan in de haven.

    Als bij toverslag was het glazen schoentje verdwenen.

    In plaats van rond te pot te draaien, zou je beter de dingen bij naam noemen.

  • PREPOSITIES : VASTE COMBINATIES

    Nederlandse Academie 02/218 47 07 B1

    Omdat ik moe ben, moet je niet verbaasd zijn dat ik bij momenten in slaap val.

    Het moet niet te gedetailleerd zijn: maak de berekening bij benadering.

    Je moet de koe bij de horens vatten, wil je iets bereiken in het leven.

    Wanneer je een nieuwe job hebt, verbind je je bij contract.

    Alle regels van het verkeer zijn bij wet bepaald.

    uit berekening par calcul

    Op volgnummer leggen classer par numro

    Per dag betalen payer par jour

    Naar analogie van par analogie

    Huren per uur louer lheure

    Raken op een gevoelige plek toucher par son point faible

    Antwoorden per post rpondre par courrier

    Vier op een rij spelen quatre par range

    Per ongeluk per vergissing par accident par erreur

    Per toeval >< met opzet par hasard >< par expres

    Afronden met een citaat conclure par une citation

    Vermenigvuldigen met 3 multiplier par 3

  • PREPOSITIES : VASTE COMBINATIES

    Nederlandse Academie 02/218 47 07 B1

    PREPOSITIES van TIJD en PLAATS

    Plaats

    Mijn man werkt op / bij / in een bank. Hij werkt bij De Post.

    Ze wonen op / in een boerderij. Momenteel verblijven we aan zee.

    Iedere dag ga ik werken op kantoor.

    Ik ben leraar op een middelbare school, aan de andere kant van deze straat.

    Mijn zoon gaat werken bij / in het leger.

    OPGELET! IN = vaste plaats >< NAAR = beweging, richting !

    bv. Gisteren was ik in Brussel, maar toen reed ik naar Antwerpen om te lunchen.

    OPGELET! IN = ingesloten ruimte + land >< OP = een open ruimte + eiland

    bv. Ik woon in de Diepstraat en hij woont op de Grote Markt.

    bv. We zijn op reis in Spanje. We brengen onze reis door op Kreta.

    Tijd

    OP + datum OP / MET + (feest)dag - OM + uur

    bv. We vertrekken op 25 december, dus op / met Kerstmis, op een maandag,

    om 14u. We zullen dus afwezig zijn tijdens / gedurende de vakantie.

    bv. Sinds vorige week ga ik elke dag naar de fitness. (verleden!)

    Vanaf volgende week ga ik ook elke dag zwemmen. (nu + toekomst!)

    bv. Je moet binnen (binnen de termijn van) twee dagen terugkomen.

    Je moet over (na) twee dagen terugkomen.

    IN + maand / seizoen / jaar

    bv. In juli ga ik nooit op reis, want ik reis liever in de lente.

    In 1981 werd ik geboren.

  • PREPOSITIES : VASTE COMBINATIES

    Nederlandse Academie 02/218 47 07 B1

    VASTE PREPOSITIE-UITDRUKKINGEN / EXPRESSIES

    Prepositie-uitdrukkingen

    Door middel van = d.m.v.

    bv. Door middel van fraude werd hij heel rijk.

    In tegenstelling tot

    bv. In tegenstelling tot mijn broer, werk ik niet in een fabriek.

    Met betrekking tot = m.b.t.

    bv. Hij heeft niets meer gezegd met betrekking tot dat computerprobleem.

    In verband met = i.v.m.

    bv. Hij heeft niets meer gezegd in verband met dat computerprobleem.

    Onder leiding van = o.l.v.

    bv. Het orkest staat onder leiding van Robert Groslot.

    Ten opzichte van = t.o.v.

    bv. Ten opzichte van vorig jaar, is het deze zomer warmer.

    Naar aanleiding van = n.a.v.

    bv. Naar aanleiding van de dood van de artiest, werd er een concert gegeven.

    Ter gelegenheid van = t.g.v.

    bv. Ter gelegenheid van de wereldbeker voetbal, schreef Shakira een liedje.

    In plaats van = i.p.v.

    bv. Ik werk nu in Brussel in plaats van in Namen.

    Panoramisch uitzicht vanaf de basiliek

    van het Heilig Hart in Koekelberg

  • PREPOSITIES : VASTE COMBINATIES

    Nederlandse Academie 02/218 47 07 B1

    Vaste uitdrukkingen met betrekking tot het lichaam

    Iemand met open armen ontvangen

    Een met de hand gemaakte trui

    Je moet het stuur met twee handen vasthouden.

    De politie zei dat ik met de handen op de rug moest gaan staan.

    Dat is er werkelijk met de haren bijgesleept.

    Ik studeer heel hard met het oog op goede eindresultaten.

    Als je goed kijkt, kan je die planeet met het blote oog zien.

    Echt waar, ik heb het met mijn eigen ogen gezien!

    De leerlingen waren heel afwezig, ze luisterden maar met een half oor.

    Wat eet je met lange tanden! Vind je het niet lekker?

    Het is heel onbeleefd om iemand met de vinger te wijzen.

    Ik heb nog heel veel projecten op het oog.

    Zeg niet zomaar alles wat in je hoofd opkomt,

    maar denk tweemaal na alvorens te spreken.

    Die kudde schapen staat onder de hoede van een herder.

    De advocaat neemt de zaak ter hand.

    Ik heb altijd mijn telefoon bij de hand, mocht er iets gebeuren.

    De woordvoerder spreekt bij monde van de vele vluchtelingen,

    naar wie niemand wil luisteren.

    Als je je ogen sluit voor de problemen, raken ze nooit opgelost.