programma maria joao pires - de-oosterpoort.nl · maria joão pires piano julien libeer piano the...

8
maria joão pires piano julien libeer piano the deutsche kammerphilharmonie bremen trevor pinnock dirigent programma zondag 26 november, 20.15 uur

Upload: dangdang

Post on 12-Nov-2018

214 views

Category:

Documents


0 download

TRANSCRIPT

maria joão pires pianojulien libeer pianothe deutsche kammerphilharmonie brementrevor pinnock dirigent

p r o g r a m m azondag 26 november, 20.15 uur

Programma

Gabriel Fauré (1845-1924)Masques et Bergamasques op. 112

Wolfgang Amadeus Mozart (1756-1791)Pianoconcert in Es (nr. 9), KV 271, Jeunhomme-Konzert

Allegro / Andantino / Rondeau: Presto, Menuetto: Cantabile. Presto

Pauze

Ferruccio Busoni (1866-1924)Berceuse Elégiaque (Arr. John Adams)

Wolfgang Amadeus MozartConcert voor twee piano’s Nr. 10 in Es KV 365

Allegro / Andante / Rondo: allegro

Maria João PiresMaria João Pires is op 23 juli 1944 in Lissabon geboren. In 1948 gaf ze haar eerste openbare concert. Ze studeerde bij Campos Coelho en Francine Benoit en later in Duitsland bij Rosl Schmid en Karl Engel. Vanaf de zeventiger jaren houdt Maria João Pires zich bezig met de invloed van de kunsten op de samenleving en opvoeding. Daarbij legt ze de nadruk op de uitwerking van strategieën omtrent de ontwikkeling van nieuwe pedagogische methodes in verschillende sociale milieus. Eveneens ontwikkelt Maria João Pires, als reactie op de destructieve en materi-alistische tendens van de globalisering, nieuwe vormen van communicatie, die de natuurlijke ontwikkeling van het individu respecteren.In 1999 stichtte zij in haar voormalige woonplaats Belgais het Centre for the Study of the Arts. De pedagogie en filo-sofie van Belgais zijn o.a. bij projecten in Salamanca en Bahia toegepast. In 2005 stichtte Maria João Pires het ex-perimentele Theater-, Dans- en Muzieken-semble “Impressões d’Arte”. Pires doceert aan de faculteit van de Queen Elizabeth Music Chapel in België, waar ze werkt met zeer getalenteerde jonge pianisten en samen hebben ze het project “Partitura” opgezet. Het doel van dit project is om een altruïstische dynamiek te creëren tussen artiesten en musici van verschil-lende generaties en om daarmee ook een alternatief te bieden in een wereld waar de focus te vaak ligt op competitie. Daarnaast leidt Maria João Pires een sociaal project genaamd “Equinox” waarin jonge kansar-me kinderen tussen de 6 en 14 jaar oud de kans krijgen om in een koor te zingen.In het seizoen 2014-2015 trad Pires op met

onder andere het Londen Philharmonisch orkest, het Koninklijk Concertgebouw orkest, de Boston Symphony, de Deutsche Staatsoper Orchester Berlin, het London Chamber Orchestra, het Orquesta National de Espagña, het Orchestre du Capitole de Toulouse, het Orchestra Filarmonica della Scala, het Budapest Festival Orchestra en de Chamber Orchestra of Europe. Daarnaast speelde zij kamermuziek recitals met de cellist Antonio Meneses en violist Augustin Dumay. In het kader van het Partitura Project speelt zij recitals in Italië, Spanje, België, Nederland, de Canarische Eilanden, Frankrijk, Istanbul en de Wigmore Hall in Londen. Zowel voor het platenlabel Erato als voor Deutsche Grammophon heeft Pires talrijke opnamen gemaakt. Dit betroffen opnamen van solo-, kamermuziek- en orkestwerken. Hierbij werkte zij samen met tal van beroemde orkesten, dirigenten en solisten. Het concert van Maria João Pires in Groningen is het laatste dat ze zal geven in Nederland. Ze zal binnenkort met pensioen gaan en zich terugtrekken van het concertpodium.

Julien Libeer“De complete muzikant, die op elk muzikaal moment een grondige kennis van het werk, een solide intellect en een onfeilbaar instinct voor het onvatbare verenigt” (Maria João Pires)Sinds hij op twintigjarige leeftijd de prestigieuze Juventusprijs ontving is Julien Libeer door binnen -en buitenlandse pers geprezen als één van de meest markante muzikale persoonlijkheden van de jonge generatie. De voorbije jaren was hij te gast in grote zalen, van het Paleis voor Schone Kunsten in Brussel tot de Londense King’s Place Concert Hall, van het Théâtre de la Ville in Parijs tot de festivals van Menton, Radio France Montpellier en Prussia Cove. In 2012 nam de beroemde pianiste Maria João Pires hem onder haar vleugels, en stelde hem voor op regelmatige basis samen het podium te delen. Na opgemerkte concerten in het Palaú de la Musica Catalana (Barcelona) en het Auditorio Nacional (Madrid) maakt hij zijn opwachting in onder andere de Barbican Hall in Londen, en het Concertgebouw Amsterdam. Hij deelt het podium met Augustin Dumay, Alissa Margulis, Alena Baeva, Julian Steckel. Vanaf 2014-2015 begon een vaste samenwerking met o.a. Lorenzo Gatto en Camille Thomas.

Na het beëindigen van zijn studies bij Daniel Blumenthal (Brussel) en Jean Fassina (Parijs), werd Julien Libeer als ‘artist in residence’ aangenomen bij de Muziekkapel Koningin Elisabeth waar hij zich tot 2014 vervolmaakte bij Abdel Rahman El Bacha en Maria João Pires. Hij kreeg regelmatig advies van Dmitri Bashkirov, en volgde master classes bij Alfred Brendel, Andras Schiff, Andrej Jasinski.

De Deutsche Kammerphilharmonie BremenDe Deutsche Kammerphilharmonie Bremen werd in 2016 in Duitsland gekozen tot ‘orkest van het jaar’. Het was voor eerst dat deze onderscheiding werd toegekend. Parlementsvoorzitter Lammert zei bij de prijsuitreiking dat het orkest uit Bremen ‘zonder twijfel een van beste in Duitsland is en een voorbeeldig ambassadeur voor de Duitse muziekcultuur in de wereld.’ De Deutsche Kammerphilharmonie werd in 1980 opgericht door muziekstudenten. Het orkest staat bekend om zijn innovatieve beleid en engagement. Het voert al sinds jaar en dag educatieve projecten uit, onder meer op middelbare scholen in Bremen.

Trevor PinnockTrevor Pinnock is wereldwijd actief als klavecinist en dirigent. Als een van de pioniers op het gebied van de authentieke uitvoeringspraktijk richtte hij in 1972 The English Concert op, waarvan hij tot 2003 artistiek leider was. Trevor Pinnock ondernam tournees door Europa met onder andere de Deutsche Kammerphilharmonie Bremen, het Orchestra of the Age of Enlightenment en de Kammerakademie Potsdam. Hij dirigeerde orkesten als de Wiener en de Berliner Philharmoniker, het Chicago Symphony Orchestra, het Mozarteum Orchester, het Gewandhausorchester in Leipzig, het London Philharmonic Orchestra en het Orchestra Mozart. Bij de Metropolitan Opera in New York leidde hij Giulio Cesare van Händel. In 1992 werd hij Commander of the Order of the British Empire.

G. Fauré - Masques et BergamasquesDit is een van de laatste werken van Gabriel Fauré (1845-1924). Hij schreef het op verzoek van Prins Albert I van Monaco als muziek bij een divertissement onder die naam met een scenario van René Fauchois, een Franse dramaturg en acteur. Het werd voor het eerst uitgevoerd in Monte Carlo op 10 april 1919. Arlequin, Gilles en Colombine, de standaard rollen uit de Commedia dell’arte, zijn aanwezig op een galant achttiende-eeuws rijkeluisfeest en vermaken zich met de amoureuze intriges van de gasten. Nu zijn ze in plaats van acteurs toeschouwers en neemt het aanwezige publiek onwetend de rollen van de acteurs over. Fauré voegde aan de partituur de opmerking toe dat zijn muziek de sfeer van de vroeg-achttiende-eeuwse schilderijen van Antoine Watteau moest opwekken, een sfeer die vaak wordt getypeerd met de benaming “Fêtes galantes”, een dubbele verwijzing, want het was ook al de titel van Verlaines dichtbundel. De volledige muziek van het divertissement bestaat uit acht delen, waarvan drie met zang. Fauré stelde zelf een suite van vier delen voor orkest samen, die later in 1919 in Parijs in première ging. Voor drie van deze vier delen greep Fauré terug op eerdere werken.

W.A. Mozart - Pianoconcert in Es (nr. 9), KV 271, Jeunhomme-KonzertDe pianist Mozart maakte al op zesjarige leeftijd samen met zijn zusje Maria Anna en vader Leopold, een succesvolle tournee in Oostenrijk (Wenen). Daarna volgeden concertreizen naar Parijs, Londen, de Nederlanden (Amsterdam, Den Haag, Utrecht) en later Italië (1770-1771). In Londen ontmoette Mozart Joh. Chr. Bach en in Italië padre G. Martini, van wie hij les kreeg in contrapunt. De twee jaar die Mozart in Italië doorbracht hebben een belangrijke stempel op zijn verdere carrière gezet. Later in Mannheim (1777) kwam hij in contact met componisten van de Mannheimse school. Hun muziekstijl bevatte een veelheid aan nieuwe vormen en melodieën. De voornaamste inbreng bestond echter uit de orkestrale uitdrukkingsmogelijkheden, crescendo en diminuendo: het aanzwellen en wegsterven van de muziek. De Mannheimse stijl maakte indruk op Mozart en vormde voor hem een enorme stimulans.Mozart leven is in twee fasen in te delen: De Salzburger jaren (1756-1781) en de Weense jaren (1781-1791). In zijn Salzburger periode schreef Mozart tien van zijn 27 pianoconcerten. De eerste vier waren nog bewerkingen voor piano en orkest van solowerkjes van tijdgenoten als Schobert, Rapach en C. Ph. E. Bach. Het eerste oorspronkelijke pianoconcert (no.5 KV 175) schreef de toen 17-jarige Mozart

ToelichTing

in 1773. Pas drie jaar later, in 1776 schreef de jonge componist in enkele maanden de drie volgende pianoconcerten. In januari 1777 componeerde Mozart het Pianoconcert in Es (mo.9, KV 271), “für die Jenomy”. Het werk was geschreven voor een Parijse pianovirtuoze, Mademoiselle Jeunhomme, die op doorreis was in Salzburg. Hoewel er niets meer van haar bekend is dan dat Mozart haar nog een tweede maal, in Parijs, ontmoette, had hij kennelijk een grote bewondering voor haar. Het pianoconcert dat hij voor haar schreef overtreft al zijn vroegere werk binnen dit genre. Het staat op eenzame hoogte binnen Mozarts concertproductie uit de Salzburger jaren, samen met de vioolconcerten uit 1775. In het eerste deel van het Pianoconcert in Es worden we verrast door de “valse” inzet van de solist, in de tweede maat van de eerste melodische zin (een grappige of geniale inval van de componist?). Daarnaast is dit deel bijzonder rijk aan thematisch materiaal. Vrije passages, waarin de thema’s geheel ontbreken, komen er nagenoeg niet in voor. Het tweede deel staat geschreven in mineur, in dit werk voor het eerst door Mozart toegepast. De pianopartij in het middendeel doet enigszins geïmproviseerd aan: na een canon tussen de eerste en de tweede viool zet de piano op reciterende toon in. In het midden van het slotdeel komt als bij verrassing een Menuet voor, met daarbij nog vier variaties. De Finale is verassend en nieuw: niet alleen het orkest sluit het werk af, maar ook de piano.

Ferrucio BusoniZowel de componist als de pianist Ferruccio Busoni (1866-1924) had een reputatie te verdedigen: de alom bejubelde Italiaan stond bekend als vernieuwend toondichter en virtuoos op het klavier. Menigeen beschouwde hem zelfs als de opvolger van Franz Liszt, deze zoon van een Italiaanse klarinettist en Duitse pianiste. Zijn grote liefde voor Bach ontwaakte al in zijn kinderjaren, toen in huize Busoni aan de jonge telg intensieve muzieklessen werden gegeven. Het was vooral zijn vader die Ferruccio de liefde voor de Duitse muziek bijbracht. Het enorme muzikale talent van de dreumes bracht hem als zevenjarige al op het concertpodium, waarna hij zich geleidelijk aan steeds breder ging oriënteren, niet in de laatste plaats door zijn muziekstudies in Oostenrijk. Ook als docent maakte Ferruccio naam en bracht zijn talent hem in Leipzig, Helsinki, Moskou, New York en Boston.Als concertpianist bekommerde hij zich met name om de muziek van Mozart, Brahms en Liszt, ontmoette hij Grieg, Tsjaikovski en Mahler. Als eenmaal in Berlijn gevestigde dirigent (hij was in 1894 getrouwd met de dochter van een Zweedse beeldhouwer) durfde hij toen al ‘gewaagde’ muziek van Bartók en Schönberg op het programma te zetten en schreef hij in 1906 in zijn essay ‘Entwurf einer neuen Ästhetik der Tonkunst’ dat het afgelopen moest zijn met het voortmodderen op platgetreden paden en ruim baan moest worden gemaakt voor een nieuw toonsysteem, wat hem insommige invloedrijke kringen niet bepaald

in dank werd afgenomen. Daaronder Hans Pfi tzner, die de nieuwe stroming als een gevaar voor de ‘gezonde’ ontwikkeling van de toonkunst zag (‘Futuristengefahr’). Het was al in de tijd dat Arnold Schönberg stevig op de korrel werd genomen. In de composities van Busoni zelf zou het uiteindelijk zo’n vaart niet lopen, getuige zijn streven naar - zoals hij het zelf betitelde - de ‘jonge classiciteit’, met als een van de meest sprekende voorbeeld daarvan de ‘Berceuse élégiaque uit 1909, nog door Gustav Mahler voor het eerst uitgevoerd. Een jaar later ontstond zijn ‘Fantasia Contrappuntistica’, veel meer dan slechts een knipoog naar zijn grotevoorbeeld, Johann Sebastian Bach. Het bracht hem ook tot de stelling dat er met de bewerking van oude muziek niets mis was, integendeel: voor Busoni bestond geen wezenlijk verschil tussen het bewerken of het vertolken van een stuk. In beide gevallen meende hij dat juist daardoor het oorspronkelijke karakter van die muziek werd teruggebracht naar de toehoorder, een wat merkwaardig standpunt dat geen lang leven beschoren leek en zeker vandaag de dag door vrijwelniemand nog wordt onderschreven. Het heeft echter wel boeiende muziek opgeleverd, getuige ook de complete Bach-bewerkingen van Busoni, een groot kenner van Bachs muziek en in het bijzonder van diens klavier- en orgelwerken (de pianist Busoni voerde veel werk van Bach regelmatig uit).

W.A. Mozart - Concert voor twee piano’s Nr. 10 in Es KV 365Het Pianoconcert nr. 10 in Es majeur, KV 365 van Wolfgang Amadeus Mozart is een dubbelconcert voor twee piano’s en orkest. Hij schreef het om het te spelen met zijn zus Maria Anna (“Nannerl”). Als jaar van voltooiing wordt 1779 genoemd, aan het eind van zijn Salzburger periode, maar papieronderzoek heeft uitgewezen dat de cadensen voor de beide hoekdelen eerder zijn vervaardigd. Daarom zou het concert tussen augustus 1775 en januari 1777 gedateerd kunnen worden. Jaren later voerde hij het werk nog eens uit in een huisconcert met zijn leerlinge Josepha Barbara von Auernhammer.

Partner of The Deutsche Kammerphilharmonie Bremen