regio analyse rmc regio 1 – oost-groningenvsvgroningen.nl/uploads/gemeenten/downloads/regio...
TRANSCRIPT
Regio analyse 2016 RMC regio 3 Centraal en Westelijk Groningen
1
Regio analyse
RMC regio 3
Centraal en Westelijk
Groningen
Mei 2016
Regio analyse 2016 RMC regio 3 Centraal en Westelijk Groningen
2
Vallen, opstaan en doorgaan
Er zijn soms momenten in je leven waar je hulp met beide handen moet aanpakken. De
cursus “ wat wil je nou? “ Is een van die hulpmiddelen die je met beide handen moet
aanpakken. Ik zelf heb de afgelopen jaren ontzettend veel meegemaakt waardoor ik mijn
eigen toekomst uit het oog verloor. Door de cursus heb ik ingezien dat ik hier eigenlijk
helemaal niet hoorde en het de hoogste tijd was iets van mijn toekomst te maken nu het nog
kan. Ik had vooraf nooit verwacht dat het mijzelf verder zou kunnen brengen. Ik besloot voor
mijzelf dat ik mij helemaal open zou stellen en kritisch en eerlijk naar mijzelf zou kijken.
Alleen op deze manier zou ik succesvol kunnen zijn. Ik heb ingezien dat ik zoveel potentie heb
die ik de afgelopen jaren er nooit heb uitgehaald. Ik heb uitgevonden welke kant ik nu echt
op wil en welke richting daadwerkelijk goed bij mij past. Ik ga als het goed is na de zomer de
juridische opleiding niveau 4 volgen. Ik ben vastberaden om hier het uiterste uit te halen. Dit
reikt ook verder na het MBO. Ik kijk na alle ellende die ik heb moeten doorstaan weer vooruit
naar de toekomst. Iets wat ik voorheen nauwelijks heb kunnen doen. Ik kan het iedereen
aanraden een tijd lang nou eens echt eerlijk en kritisch naar jezelf te kijken om daar van te
leren. Ik was hier al voor de cursus mee bezig maar de cursus was de laatste stap tot mijn
keuze richting de toekomst.
Ik kijk weer vooruit en wie had dat gedacht? Ik ga er voor.
Mathijs
Regio analyse 2016 RMC regio 3 Centraal en Westelijk Groningen
3
Inhoud
Inleiding .................................................................................................................................................................. 5
Hoofdstuk 1 Kaders ........................................................................................................................................... 6
Hoofdstuk 2 Analyse .......................................................................................................................................... 9
Hoofdstuk 3 Knelpunten regio 03 en mogelijke oplossingsrichtingen ....................................... 18
Bijlage 1 VO Cijfers over meerdere jaren ...................................................................................... 20
Bijlage 2 Oorzaken VSV volgens opgave scholen VO ............................................................... 21
Bijlage 3 resultaten 4 MBO scholen................................................................................................. 22
Bijlage 4 MBO- resultaten MBO ........................................................................................................ 23
Bijlage 5 Normen voor het MBO conform convenant VSV ..................................................... 24
Bijlage 6 uitstroomredenen MBO ..................................................................................................... 25
Bijlage 7 RMC ........................................................................................................................................... 26
Bijlage 8 aantallen per gemeente in vergelijking met voorgaande jaren ......................... 27
Bijlage 9 vsv regio 03 in procenten per gemeente convenant jaar 2014-2015 ........... 28
Bijlage 10 vsv regio 03 in percentage met streefnorm convenant jaar 2014-2015 .... 29
Bijlage 11 vsv regio 03 per niveau convenant jaar 2014-2015 en 2013-2014 .............. 30
Bijlage 12 vsv regio 03 naar leeftijd convenantjaar 2014-2015 ......................................... 31
Bijlage 13 vsv regio 03 alle vsv-ers ................................................................................................. 32
Bijlage 14 Monitor Route Arbeid / Werk In zicht ...................................................................... 33
Regio analyse 2016 RMC regio 3 Centraal en Westelijk Groningen
4
Regio analyse 2016 RMC regio 3 Centraal en Westelijk Groningen
5
Inleiding
In de jaren 2008 tot en met halverwege 2016 zijn er flinke stappen gezet om voortijdig
schoolverlaten aan te pakken en is de landelijke doelstelling van maximaal 25.000 nieuwe
VSV-ers in 2016 bereikt. Tegelijkertijd is er door de minister een nieuwe landelijke doelstelling
geformuleerd namelijk 20.000 VSV-ers in 2020/2021.
In 2016 sluiten we een periode van 8 jaar af waarin gemeenten en scholen hebben
samengewerkt op basis van twee regionale convenanten. Dit gebeurde in opdracht van de
minister van OCW. In het kader van die convenanten zijn in onze regio de afgelopen jaren vele
projecten geweest die een bijdrage hebben geleverd aan het terugdringen van het aantal
VSV-ers. Ook in de komende jaren blijven we uiteraard intensief samenwerken. Alleen dan is
het mogelijk de nieuwe doelstelling te behalen.
Het landelijke VSV percentage bedraagt in het schooljaar 2014-2015 1,82%. De RMC regio
Centraal en Westelijk Groningen heeft een VSV percentage van 1,66 % en zit hiermee voor het
eerst (ruim) onder het landelijk gemiddelde.
Voor VO is het landelijke percentage 0,46% en heeft de regio een percentage van 0,35%.
Voor het MBO is het landelijke percentage 4,89% en heeft de regio een percentage van 4,55%.
Persoonlijke problematiek en een verkeerde studie- en beroepskeuze zijn de meest
voorkomende uitvalredenen. Daarnaast valt op dat op 18-jarige/19-jarige leeftijd veel jongeren
stoppen met de opleiding of uitvallen uit het onderwijs. In convenantjaar 2014-2015 zit in deze
leeftijdscategorie de meeste vsv-ers.
Deze regio-analyse dient als uitgangspunt voor de in te zetten maatregelen voor regio 03 en
voor maatregelen die we gezamenlijk willen inzetten voor de 3 regio’s in de provincie
Groningen. Ook de samenwerking met de regio Noord-midden Drenthe willen we voortzetten.
Dit om zo goed mogelijke resultaten te kunnen behalen in de vervolgaanpak vsv en jongeren in
een kwetsbare positie.
In deze regio-analyse zullen we in hoofdstuk 1 de kaders aangeven; onze uitgangspunten, de
samenwerking met de andere RMC regio’s, de vervolgaanpak, financiën en het beoogde
resultaat. We vervolgen de regio-analyse in hoofdstuk 2 met de gegevens van het VO (2.1), de
analyse van het MBO (2.2.), in 2.3. de leerling gegevens, knelpunten en mogelijke oplossingen
van het PrO/VSO en in 2.4. de gegevens van het RMC.
We sluiten deze analyse af met hoofdstuk 3. Hierin geven we de knelpunten aan van
regio 03 en beschrijven we bij de knelpunten, mogelijke oplossingsrichtingen.
Met vriendelijke groet,
De regiegroep regio 03
Hans Everhardt (contactschool Noorderpoort)
Annette Klappe (Alfa-college)
Jan Houwing (SWV-VO 2001)
Willeke Doornbos (SWV-V(S)O 20.02)
Lotus van Nes (gemeente Groningen)
Philma Verweij (RMC coördinator regio 03)
Regio analyse 2016 RMC regio 3 Centraal en Westelijk Groningen
6
Hoofdstuk 1 Kaders
1.1. Uitgangspunten
In juni 2015 hebben de gemeenten en het onderwijs gezamenlijk uitgangspunten geformuleerd
ten behoeve van de samenwerking van gemeenten en onderwijs rondom vsv in de regio.
Dit betreft de volgende uitgangspunten:
Jongeren tot 23 jaar, die het nodig hebben, de maximale ondersteuning en het best passende
(onderwijs) traject bieden. Dit ongeacht woonplaats/RMC regio.
1. Dit met als doel de jongere een startkwalificatie te laten behalen en indien dit niet
mogelijk is een diploma Entree en dan uiterlijk 1 oktober volgend op de diplomadatum
een baan van minimaal 12 uur te realiseren als start van zijn of haar maatschappelijke
zelfstandigheid. Dit geldt gedurende de looptijd van het convenant maar vanzelfsprekend
ook daarna.
2. We willen dit bereiken door een goede samenhang van de 3 hoofdgebieden te
bewerkstelligen: onderwijs, zorg en ondersteuning, werk en inkomen.
3. Door middel van een intensieve samenwerking willen we (nog) preventiever werken en
hiermee de efficiëntie bevorderen. De afgeleide doelstelling van efficiënter werken is dat
het met minder middelen wordt gerealiseerd.
4. Regulier waar kan, extra indien nodig.
5. Een integrale benadering waarbij het uitgangspunt is: 1 jongere, 1 plan, 1 regisseur
6. De onderwijsinstelling is de plek waar jongeren naar school gaan. De preventieve
activiteiten (bijvoorbeeld RMC+ en School als Wijk) worden ook vanuit die plek
geïnitieerd. Voor de uitvoering van Leerplicht en RMC alsmede het organiseren van
hulpverlening is het woonplaatsbeginsel van kracht.
7. Onderwijs en gemeenten gebruiken dezelfde sturingsinformatie. De jaarlijkse regio
analyse per RMC regio en de financiële rapportages zijn hiervoor de grondslag.
Deze uitgangspunten zijn uiteraard ook in de vervolgaanpak van kracht.
1.2. Samenwerking regio’s
Om eenduidigheid te krijgen in aanpak en uitvoering is de afgelopen jaren gekozen om met de 3
RMC regio’s in de provincie Groningen gezamenlijk op te trekken. Zowel het VO als de MBO
instellingen hebben te maken met leerlingen uit alle drie de RMC regio’s en om iedere leerling
in het onderwijs hetzelfde aanbod te kunnen doen is deze manier van werken wenselijk. Ook is
er een samenwerking met de regio Noord-Midden Drenthe. De maatregelen zijn in de afgelopen
jaren op provinciaal niveau georganiseerd.
Regio analyse 2016 RMC regio 3 Centraal en Westelijk Groningen
7
Voor het verlengingsjaar heeft de centrumgemeente van regio 03 aangegeven dat er in de regio
behoefte is aan specifieke maatregelen voor de eigen regio en met name voor de jongeren die
niet meer in het onderwijs zitten en voortijdig schoolverlater zijn. Vanuit de gelden die hiervoor
beschikbaar zijn gekomen, is een aantal goede maatregelen voor de vsv-ers tot stand gekomen.
Gezien de uitbreiding van de doelgroepen voor het RMC ( de jongeren in een kwetsbare
positie) willen de gemeenten van regio 03 deze aanpak voortzetten.
Het onderwijs en de gemeenten zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor het maken van een plan
met betrekking tot de vervolgaanpak. In deze vervolgaanpak willen we zowel maatregelen op
provinciaal niveau inzetten als voor de eigen RMC regio.
De bovengenoemde uitgangspunten blijven hierin centraal staan.
1.3. Vervolgaanpak
Met het eindigen van de convenantperiode wil minister Bussemaker een vervolg geven aan de
aanpak van VSV. Deze aanpak komt tot stand in nauwe verbinding met de aanpak
Jeugdwerkloosheid en de WMO. Een sluitend netwerk creëren voor jongeren in een kwetsbare
positie is komende jaren een belangrijke taak van het RMC in samenwerking met de partijen uit
het onderwijs, het arbeidsmarktdomein en het zorgdomein.
Op 15 februari 2016 kwam minister Bussemaker met haar plan voor de vervolgaanpak
voortijdig schoolverlaten. Dit is een plan die de succesvolle aanpak van de afgelopen jaren
voortzet en uitbreid.
De belangrijkste wijzigingen in het beleid zijn:
Een herverdeling van de regiobudgetten;
De verbreding van de doelgroep; naast voortijdig schoolverlaters, gaat het ook om de
inzet op jongeren (16-23 jaar) in een kwetsbare positie (pro/vso/entree-onderwijs)
Meer focus op de “oude vsv-ers”.
Het monitoren van de kwetsbare jongeren (pro/vso/entree)
Een sluitend vangnet voor de begeleiding van kwetsbare jongeren in de regio
Meer samenhang in het beleid kwetsbare jongeren met o.a. de regionale aanpak
jeugdwerkloosheid en de aanpak binnen het sociale domein (Jeugdwet en WMO)
In deze vervolgaanpak continueren gemeenten en onderwijsinstellingen regionale maatregelen
om voortijdig schoolverlaten tegen te gaan. Daar bovenop komt het registreren en monitoren
van de jongeren in een kwetsbare positie.
We hebben de opdracht om een Regionaal Programma te ontwikkelen voor de komende vier
jaar. In dit Regionaal Programma spreken we met samenwerkingspartners af hoe we invulling
geven aan onze opdracht om het aantal VSV’ers te laten dalen én de doelgroep ‘jongeren in een
kwetsbare positie’ te monitoren en te bedienen waar nodig. De invulling van het Regionaal
Programma moet passen binnen de financiële kaders.
De voorwaarde voor het ontvangen van de RMC middelen is het aangesloten zijn bij een
regionaal overleg en het opstellen en ondertekenen van een regionaal programma.
Regio analyse 2016 RMC regio 3 Centraal en Westelijk Groningen
8
1.4. Financiën
De financiële situatie voor regio 03 is als volgt:
316.449 euro per jaar is regiobudget A (programmagelden), dit budget gaat naar de
regio via de contactgemeente; gemeente Groningen. Dit deel zal in januari 2017
uitbetaald worden aan de contactgemeente.
971.711 euro per jaar is regiobudget B (plusgelden), dit budget gaat naar de regio via de
contactschool. Dit deel wordt in november 2016 uitbetaald.
De gemeenten uit de regio en het onderwijs hebben gezamenlijk zeggenschap over het totale
bedrag. Samen besluiten ze hoe de middelen worden ingezet voor de uitvoering van de
regionale programmamaatregelen.
Overzicht budget VSV per RMC regio.
BUDGETTEN per jaar
RMC 01
RMC 02
RMC 03
TOTAAL
WAS WORDT WAS WORDT WAS WORDT WAS WORDT
Budget
programmagelden
€ 175.000,-
€ 138.446,-
€ 175.000,-
€ 138.446,-
€ 400.000,-
€ 316.449,-
€ 750.000,-
€ 593.341,-
Budget plusgelden
€ 75.000,-
€ 165.378,-
€ 75.000,-
€ 165.378,-
€ 1.000.000,-
€ 971.711,-
€ 1.150.000,-
€ 1.302.467,-
Budget totaal
€ 250.000,-
€ 303.824,-
€ 250.000,-
€ 303.824,-
€ 1.400.000,-
€ 1.288.160,-
€ 1.900.000,-
€ 1.895.808,-
Op basis van een nadere uitwerking van de in te zetten maatregelen zal duidelijk worden welke
maatregelen collectief in de provincie worden ingezet. Vervolgens zal de verdeling van de
middelen nader uitgewerkt worden.
1.5. Resultaat
Het beoogd resultaat van de vervolgaanpak is als volgt:
• 96% van de kwalificatie plichtige jongeren van 18 t/m 22 jaar halen een
startkwalificatie.
• Alle jongeren zonder startkwalificatie die het VO verlaten, houden we in beeld en
hebben we een passend traject aangeboden.
• Het RMC blijft jongeren volgen totdat de jongeren een startkwalificatie hebben óf tot ze
23 jaar zijn.
• Alle jongeren van PRO/VSO van 15 t/m 22 jaar zijn in beeld en worden gemonitord.
• Al deze jongeren hebben een bij hen passend vervolgtraject.
Regio analyse 2016 RMC regio 3 Centraal en Westelijk Groningen
9
Hoofdstuk 2 Analyse
2.1. VO
In het VO onderwijs wordt al jaren aandacht besteed en goede resultaten behaald op het gebied
van VSV. Er zijn streefcijfers vastgesteld voor de 3 te onderscheiden doelgroepen VO;
onderbouw VMBO, bovenbouw VMBO en Havo/VWO.
Omdat VO scholen relatief klein van omvang zijn is er een ruimere norm vastgesteld voor het
verkrijgen van de prestatiesubsidie. Immers 1 VSV-er verschil per doelgroep kan een enorme
invloed hebben op het VSV percentage van de betreffende doelgroep.
De norm voor de prestatiesubsidie is het maximale percentage VSV dat een school per
categorie mag hebben in het schooljaar om in aanmerking te komen voor de prestatiesubsidie
voor de categorie.
Het streefcijfer is het maximale percentage VSV per categorie waarop VO scholen zouden
moeten uitkomen om de landelijke ambitie van maximaal 20.000 VSV-ers in 2020 te realiseren.
In bijlage 1 staan per doelgroep de VSV kengetallen van de afgelopen 4 schooljaren.
Wat in deze bijlage opvalt:
• De onderbouw van het vmbo laat de eerste jaren een stijging zien maar blijft vervolgens
stabiel laag.
• De bovenbouw vmbo laat over de jaren een laag VSV percentage zien, altijd onder het
landelijk gemiddelde.
• Havo/VWO rond de 0,5%-0,6% blijft schommelen. Er is in schooljaar 2014-2015 een
nominale daling ingezet en het percentage is dichter bij het landelijk gemiddelde
gekomen.
In bijlage 2 staan de redenen in % die de VO scholen hebben aangegeven met betrekking tot
VSV.
In schooljaar 2014-2015 betrof het 56 jongeren in regio 03 met de volgende percentages:
• Niet ingeschreven in het MBO: 21%
• Werken (18+): 20%
• Onbekend: 23%
• Langdurige hulpverlening 14%
• Overig: 22%
We willen blijven investeren en verbeteren in het VO:
• Blijven investeren in de begeleiding van jongeren die de school willen verlaten en nog
meer betrekken van leerplicht en (jeugd)hulpverlening.
• Leerlingen op VO buiten de regio (Groningen) vallen relatief (12%) veel uit. Extra
aandacht voor deze doelgroep vanuit leerplicht en RMC.
• Bij een aantal scholen kan de registratie van de uitstroomreden verbeterd worden.
Regio analyse 2016 RMC regio 3 Centraal en Westelijk Groningen
10
• De Havo/VWO doelgroep is een blijvende doelgroep die aandacht verdient met
betrekking tot de aanpak. Daarbij moet worden opgemerkt dat in meerdere gevallen een
uitval van 1 of 2 leerlingen al leidt tot het niet halen van de norm.
• Investeren in overstap naar een collega VO school.
• Investeren in overstap naar het MBO.
• Investeren in de samenwerking RMC en de regio.
• Verbeteren van de samenwerking tussen RMC regio’s bij verhuizing in Nederland.
• Verbeteren van het proces bij uitschrijving (ook in GBA) bij vertrek naar het buitenland
en bij uitwisselingsstudenten.
Regio analyse 2016 RMC regio 3 Centraal en Westelijk Groningen
11
2.2. MBO
In het MBO onderwijs wordt eveneens veel aandacht besteed aan het thema VSV. De aantallen
en percentages VSV bij het MBO zijn van een geheel andere orde dan bij het VO. De
doelgroepen in het MBO zijn ook risicovoller om uit te vallen. Daar komt bij dat leerlingen tot
16 jaar leerplichtig zijn en tussen de 16 en 18 jaar kwalificatieplichtig als ze nog geen
startkwalificatie hebben behaald. Vanaf 18 jaar wordt het voor zowel de MBO instellingen als
de gemeenten lastiger om jongeren op school te houden.
In bijlage 3 wordt in een tabel weergegeven hoe de resultaten zijn van de 4 Groningse MBO
instellingen op het gebied 18- en 18+ in het schooljaar 2014-2015, afgezet tegen het landelijke
percentage. Het gaat hier om alle vsv-ers van de 4 MBO-instellingen.
Uit deze cijfers blijkt dat het aantal VSV-ers onder de 18 jaar bij de 4 Groningse MBO
instellingen zowel in absolute aantallen als procentueel laag is. De grootste uitdaging zit bij de
doelgroep 18+ van het MBO.
De MBO instellingen moeten de grootste stappen maken om het landelijke resultaat van 20.000
VSV-ers in 2020/2021 te realiseren. Vandaar dat voor het MBO een getrapte normering is
afgesproken.
Van de 804 vsv-ers zijn 790 jongeren 18+ en 14 jongeren 18-.
De norm voor de prestatiesubsidie is het maximale percentage VSV dat een school per
categorie mag hebben in het schooljaar om in aanmerking te komen voor de prestatiesubsidie
voor de categorie.
Het streefcijfer is het maximale percentage VSV per categorie waarop MBO scholen zouden
moeten uitkomen om de landelijke ambitie van maximaal 20.000 VSV-ers in 2020 te realiseren.
In bijlage 5 vindt u de normen voor het MBO conform convenant VSV.
Uit de cijfers van afgelopen 4 jaar (bijlage 4) blijkt:
• Uitval bij niveau 1 is in de eerste 3 jaren onder het landelijk gemiddelde, vervolgens 2
jaar boven het landelijk gemiddelde. Het laatste jaar weer onder het landelijk
gemiddelde.
• Niveau 2 kent een gestage daling over de afgelopen 6 jaar. Twee jaar boven het landelijk
gemiddelde maar het laatste jaar weer onder dat gemiddelde.
• Niveau 3/4 blijft vrijwel alle jaren onder het landelijk gemiddelde en laat ook een
structurele daling zien.
• In zijn totaliteit is het VSV percentage MBO van de regio afgelopen schooljaar voor het
eerst onder het landelijk gemiddelde gekomen, een mooie prestatie.
Regio analyse 2016 RMC regio 3 Centraal en Westelijk Groningen
12
4 jaar cijfers
Opvallende zaken hierin zijn:
• Persoonsgebonden factoren waarop de MBO instelling invloed heeft op de opvang is de
grootste groep VSV-ers, 37%. Hierin zitten redenen als: psycho/sociale beperkingen,
problemen thuissituatie en voorkeur andere activiteiten dan een opleiding.
• Studie- en beroepskeuze is in 2014-2015 fors gestegen. Voorgaande jaren gemiddeld
16%, dit jaar 25%
• Persoonsgebonden factoren waarop de instelling geen invloed heeft zoals verslaving en
detentie neemt de derde plaats in. Dit percentage is in 2014-2015 12%.
• De overige factoren zijn 10% of lager.
• Uit bijlage 6 (uitstroomredenen MBO ) blijkt dat het bij 18 jongeren met diploma niveau
1 niet gelukt is ze te bemiddelen naar 12 uur werk.
Ten opzichte van het landelijk gemiddelde in het schooljaar 2014-2015 heeft de regio het op
vrijwel alle gebieden (fors) beter gedaan.
Regio analyse 2016 RMC regio 3 Centraal en Westelijk Groningen
13
2.3. PrO/VSO
Omdat dit een nieuwe doelgroep is binnen VSV weiden we hier een apart hoofdstuk aan in deze
analyse. De PrO en VSO cluster 3 en 4 scholen zijn onderdeel van het Samenwerkingsverband.
Nog niet opgenomen in de overzichten zijn de cluster 1 en 2 scholen. Het jaar 2016-2017 zullen
we gebruiken om ook die aansluiting goed te realiseren.
Praktijkonderwijs (PrO)
In 2015 zaten er 520 leerlingen op de PrO scholen in de stad Groningen. Van dat aantal komt
65% uit Groningen en Haren. In Hoogezand zitten er in 2015 94 leerlingen op de PrO school.
In SWV Groningen Ommelanden zijn er in 2015 244 PrO leerlingen die woonachtig zijn in
regio 03.
M.b.t. de kengetallen verwijzen we verder naar de analyse van ‘Route Arbeid’ die is afgerond
in april 2016. De analyse (bijlage 14) betreft de schooljaren 2013-2014 en
2014-2015.
Voor deze leerlingen is het praktijkonderwijs de schoolsoort: het onderwijs past bij hun
kenmerken en bereidt de leerlingen goed voor op zelfstandig meedoen in de samenleving.
Praktijkonderwijs begeleidt leerlingen in hun ontwikkeling naar zelfstandige participatie in de
samenleving. De leerlingen halen geen vmbo-diploma maar gaan na het PrO wel functioneren
als waardevolle burgers en werknemers. Met het oog op dat laatste begeleiden de scholen de
leerlingen in hun ontwikkeling op de vier domeinen wonen, werken, vrije tijd en burgerschap.
Voortgezet Speciaal Onderwijs (VSO)
Op de VSO scholen (cluster 3 en 4) in regio 03 zaten in 2015 in totaal 323 leerlingen
woonachtig in Groningen en Haren. Vanuit SWV Ommelanden zijn er 151 leerlingen
woonachtig in RMC 03 die onderwijs volgen op het VSO. Het werkelijke aantal leerlingen op
de VSO scholen is aanzienlijk hoger omdat er veel leerlingen uit omliggende gemeenten (uit de
provincie Groningen , Drenthe en Friesland) op dezelfde scholen zitten.
M.b.t. de kengetallen verwijzen we verder naar de analyse van “Route Arbeid’ die is afgerond
in april 2016. De analyse betreft de schooljaren 2013-2014 en 2014-2015. (zie bijlage 14)
In de kerndoelen van het VSO staan de belangrijkste zaken die scholen voor VSO hun
leerlingen moeten aanbieden. Ze zorgen ervoor dat leerlingen zich gedurende hun
schoolperiode blijven ontwikkelen. Ook garanderen ze een breed en gevarieerd
onderwijsaanbod.
De kerndoelen zijn streefdoelen. Ze beschrijven wat een school de leerlingen moet leren om de
kansen van leerlingen op maatschappelijke participatie te vergroten. Ze bereiden hen voor op
hun verwachte uitstroombestemming: een vervolgopleiding, de arbeidsmarkt of vormen van
dagbesteding. Kerndoelen zijn geen eindtermen (zoals in het regulier VO). Bovendien duiden
kerndoelen geen niveau aan.
Regio analyse 2016 RMC regio 3 Centraal en Westelijk Groningen
14
Uitstroomperspectief
Scholen in het PrO en VSO zijn verplicht om voor alle leerlingen een ontwikkelingsperspectief
vast te stellen en de voortgang van de ontwikkeling te registreren. Ook staat in het
ontwikkelingsperspectief naar welke vervolgbestemming de leerling moet kunnen uitstromen.
Voor het PrO en VSO zijn 3 uitstroomprofielen gedefinieerd, die leerlingen voorbereiden op
doorstroming naar:
1. Vervolgonderwijs
Gericht op het behalen van een regulier diploma
2. Arbeidsmarkt
Gericht op een overstap naar de arbeidsmarkt, indien mogelijk met een duurzaam
arbeidscontract
3. Dagbesteding
Gericht op zo zelfstandig mogelijk functioneren in vormen van dagactiviteiten
In de arbeidsmarktregio provincie Groningen en Noord-Drenthe stromen ongeveer 300
jongeren per jaar uit het Pro uit naar arbeid, onderwijs en dagbesteding. Uit het VSO stromen
ongeveer 370 jongeren in de arbeidsmarktregio uit naar arbeid, onderwijs en dagbesteding.
In schooljaar 2016-2017 willen we een nader onderzoek doen wat dit exact betekent voor regio
03.
Vanuit de samenwerkingsverbanden, Route Arbeid en het PrO/VSO is een aantal
knelpunten geformuleerd:
• Afstemming met ketenpartners vindt onvoldoende of in een te laat stadium plaats op
school (preventief).
• Sommige jongeren hebben eerst (deels) dagbesteding nodig voordat ze richting arbeid
kunnen.
• Er is een kloof tussen het afleveren van de jongere route arbeid en wat de arbeidsmarkt
vraagt.
• De trajectbegeleider bij Route Arbeid is alleen gericht op arbeid.
• Dagbesteding is niet structureel ingeregeld (zoals route arbeid).
• Er wordt onvoldoende gebruik gemaakt van gildes.
• Jongeren op PrO/VSO hebben onvoldoende werknemersvaardigheden.
• De overdracht van VSO naar gemeente vraagt extra aandacht (arbeid en dagbesteding).
• Landelijke toename PrO leerlingen in het VMBO met betrekking tot grensgevallen en
aannamebeleid VMBO in relatie tot krimp. Risico op een groter afbreukrisico in het
VMBO of MBO.
• Vanuit het landelijk platform praktijkonderwijs is geconstateerd dat:
‘De komst van de Participatiewet heeft de afgelopen zomer al geleid tot veranderingen
bij de uitstroom van leerlingen. Scholen ondervinden dat het, zeker voor een deel van de
leerlingen– die voorheen terecht konden bij instanties voor werkvoorziening - lastiger
wordt om tot een goede plaatsing te komen. Bovendien is de verwachting dat de
komende tijd ook de doorstroom naar het mbo lastiger wordt. Dit dan door de komst van
de entree-opleidingen, strenger examinering en de nieuwe kwalificatiedossiers’
Regio analyse 2016 RMC regio 3 Centraal en Westelijk Groningen
15
• Scherp hebben/ houden en keuzes durven maken waartoe we opleiden (perspectief) en
hoe we de leerlingen daartoe kwalificeren (bewijzen, certificaten met civiel effect of
entree/kwalificatie).
• Intensieve afstemming en integraal wegen vanuit onderwijs, (leer)bedrijven, het mbo,
arbeidstoeleidingstrajecten vanuit de gemeente, met RMC/leerplicht en anderszins is
noodzakelijk om (zo vroeg mogelijk) de juiste stappen te zetten om een passende
participatie te realiseren.
Mogelijke oplossingen PrO/VSO
• PrO/VSO+ medewerker (aansluitend bij het systeem RMC+ met een integrale blik
vanuit bijvoorbeeld MEE)
• Durf te kiezen, scholen ondersteunen bij het onderbouwen van het perspectief
(participatie/MEE/MBO) wat levert een bestendige en passende uitstroom op?
• Organiseren van trajecten voor jongeren die bij uitstroom nog niet in staat zijn of meer
tijd nodig hebben om uit te stromen in het vastgestelde uitstroomperspectief.
• Breed netwerk en aanbod van branche- en deelcertificaten
• RMC moet meer inzet plegen op de (bekendheid van) gildes
NB. We willen in 2016-2017 met de PrO en VSO scholen in nader overleg treden om de
knelpunten en oplossingen beter uit te werken en aan te vullen. Hier is in de korte
tijdspanne van voorbereiding van deze notitie nog onvoldoende aandacht voor geweest.
Monitoren
De taak van het RMC is het monitoren van de groep jongeren in een kwetsbare positie.
Gemeenten en onderwijs in de 4 RMC regio’s van de arbeidsmarktregio gaan gezamenlijk
Intergrip als monitor systeem gebruiken.
Regio analyse 2016 RMC regio 3 Centraal en Westelijk Groningen
16
2.3. RMC
Het investeren in jongeren en hun startkwalificatie loont. Het behalen van een startkwalificatie,
een diploma op minimaal havo of mbo-2 niveau geeft de jongere een beter perspectief op de
arbeidsmarkt.
Jongeren kunnen problemen ondervinden waardoor ze (tijdelijk) niet naar school kunnen of
willen. Er zal dan in eerste instantie hulp of ondersteuning bij de problemen geboden moeten
worden.
VSV
Persoonlijke problematiek en studie- en beroepskeuze zijn de meest voorkomende uitval
redenen in het MBO. Uit de gesprekken die de RMC trajectbegeleiders voeren met de
leerlingen die uitgevallen zijn, blijkt dat er vaak sprake is van een combinatie van factoren.
Wanneer een jongere uitvalt is dit veelal een negatieve ervaring en heeft de jongere vaak niet
direct de energie en motivatie om een vervolgstap te zetten.
De periode tussen schooluitval en nieuwe instroommogelijkheid moet zo zinvol mogelijk
gebruikt worden om samen met de jongere te onderzoeken wat de meest passende vervolgstap
is. Een stage, werk/leerplek, sportactiviteiten, beroepenoriëntatie, intervisie etc zijn
instrumenten die de jongeren kunnen helpen een goede vervolgstap te maken.
Wat verder opvalt is dat veel jongeren die de leeftijd van 18 jaar bereiken de keuze maken te
stoppen met de opleiding en te gaan werken. In het jaar 2014-2015 vindt bij jongeren van 18 de
grootste uitval plaats. (zie bijlage10)
We blijven in de vervolgaanpak onverminderd inzetten op de aanpak van de nieuwe vsv-ers om
komende jaren nog betere resultaten te behalen.
Daarnaast is de opdracht van het ministerie meer focus te leggen op de jongeren zonder
startkwalificatie die al langere tijd geen onderwijs meer volgen. Een deel van deze groep
jongeren is uit beeld geraakt. Deze groep (364) gaan we komende jaren opnieuw in beeld
brengen.
‘Oude’ vsv-ers
In maart j.l. hebben we het aantal ‘oude’ VSV-ers in onze regio in beeld gebracht. In bijlage 11
vindt u hier een overzicht van.
Hieruit blijkt dat we in onze regio 1743 vsv-ers hebben. Hiervan is een deel niet in beeld.
Van de 364 “oude” vsv-ers is niet bekend wat ze op dit moment doen. Ze hebben geen
inschrijving in het onderwijs, hebben geen WWB uitkering, geen Wajonguitkering en zijn niet
bekend bij het RMC. Het ministerie van Sociale Zaken heeft in een brief duidelijk gemaakt dat
het RMC samen met de projectleider Aanpak Jeugdwerkloosheid afspraken moet maken over
de aanpak van deze doelgroep.
Over deze groep “oude VSV-ers ” worden binnenkort kwantitatieve afspraken gemaakt.
Jongeren in een kwetsbare positie
In de nieuwe situatie wordt het speelveld van het RMC vergroot. Er is een groep jongeren in
een kwetsbare positie voor wie het behalen van een startkwalificatie eigenlijk niet haalbaar is.
Deze jongeren horen vanaf augustus 2016 ook tot de doelgroep van het RMC.
Het gaat landelijk om ongeveer 30.000 jongeren per jaar die vanwege een bijzondere
thuissituatie, gedragsproblemen of specifieke leerbehoeften kwetsbaar zijn om uit te vallen
zonder afgeronde opleiding of goed arbeidsperspectief. Zij bevinden zich op het snijvlak van
Regio analyse 2016 RMC regio 3 Centraal en Westelijk Groningen
17
onderwijs, arbeidsmarkt, en (jeugd)zorg en hebben extra aandacht nodig om goed te worden
voorbereid op de toenemende eisen die de samenleving aan hen stellen. Hierbij gaat het ook om
jongeren uit het praktijkonderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs.
Omdat het hoogst haalbare binnen het onderwijs is bereikt, is voor hen toeleiding richting de
arbeidsmarkt het doel. Hierbij is een sluitende aanpak tussen, gemeenten, onderwijs en
werkgevers van essentieel belang.
Voor het RMC gaat het met name over het monitoren van deze groep jongeren en bij deze
monitoring betreft het de in- door- en uitstroom tot 23 jaar. Dit monitoren kan samen met de
scholen worden ingericht. Ook daar ligt een plicht tot het volgen van deze jongeren. Zoals
eerder genoemd doen we dit o.a. met het instrument Intergrip.
Conclusies
Uit onze gegevens (zie bijlagen 9 tot en met 17) kunnen we de volgende conclusies trekken:
• Het VSV percentage op niveau 1 en 2 is hoog.
• In de regio zijn we gedaald met het aantal VSV-ers. In schooljaar 2014-2015 zitten we
voor het eerst onder het landelijk gemiddelde
• In de regio zit alleen de gemeente Groningen boven het landelijk gemiddelde.
• De meest voorkomende uitval redenen zijn persoonsgebonden problematiek en
beroepskeuzeproblematiek. In de praktijk blijkt het vaak een combinatie van factoren te
zijn.
• In het schooljaar 2014-2015 heeft de regio het 0,11% beter gedaan bij de doelgroep 18-
en 0,57% beter gedaan bij de doelgroep 18+ ten opzichte van het landelijk gemiddelde.
Regio analyse 2016 RMC regio 3 Centraal en Westelijk Groningen
18
Hoofdstuk 3 Knelpunten regio 03 en mogelijke
oplossingsrichtingen
Sinds het afsluiten van de convenanten in 2008 doen we gezamenlijk al erg veel om het aantal
vsv-ers terug te dringen. De projecten met goede resultaten nemen we mee in de overweging bij
het opstellen van het regionaal programma.
1. Onderwijs
Knelpunt: Er zijn te weinig instroommomenten in het MBO. Dit betekent dat jongeren
die bijvoorbeeld in november uitvallen vaak pas in augustus kunnen instromen bij een
nieuwe opleiding. Het koste veel tijd en energie om deze jongeren goed te volgen en
ervoor te zorgen dat ze tussentijds actief blijven en zich inderdaad opnieuw inschrijven
voor een opleiding.
Oplossingsrichting: Het ontwikkelen van een pilot op enkele locaties en een nader
onderzoek naar de mogelijkheden ten aanzien van flexibele instroom in het MBO
Knelpunt: Het overstapmoment van de ene naar de andere school of opleiding is vaak
een kwetsbaar moment. Dit geldt met name voor de jongeren in een kwetsbare positie.
Oplossingsrichting: Blijven inzetten en door ontwikkelen van de functie van de
doorstroombegeleider.
Knelpunt: t.a.v. PrO/VSO doelgroep: Intensieve afstemming en integraal wegen vanuit
onderwijs, (leer)bedrijven, het mbo, arbeidstoeleidingstrajecten vanuit de gemeente, met
RMC/leerplicht en anderszins is noodzakelijk om (zo vroeg mogelijk) de juiste stappen
te zetten om een passende participatie te realiseren.
Oplossingsrichting: Op bovenstaand knelpunt inzetten en dit goed te monitoren zodat
er geen jongere tussen wal en schip raakt. Hierbij is Intergrip een goed instrument.
Op bovenstaand knelpunt inzetten met het ontwikkelen van een ondersteuningsroute
waarin richtlijnen worden gegeven wanneer, met wie en op basis van welke informatie
deze weging plaatsvindt.
2. Gemeenten
Knelpunt: Voor veel jongeren die dreigen uit te vallen of al uitgevallen zijn, is het niet
helder wat ze verder willen en hoe ze bepaalde zaken moeten regelen, bijv. schulden,
huisvesting, hulpverlening etc.
Oplossingsrichting: Blijven inzetten op trajecten die deze jongeren ondersteuning
bieden; intervisie, testen, groepsactiviteiten etc.
Regio analyse 2016 RMC regio 3 Centraal en Westelijk Groningen
19
Knelpunt: De samenwerking van het onderwijs en het RMC verloopt nog niet altijd
goed; verzuim wordt soms erg laat gemeld, het RMC pakt de melding niet tijdig op, er
wordt te weinig over het voortraject op school gecommuniceerd, warme overdracht van
onderwijs richting RMC van de jongeren die uitvallen.
Dit is vanzelfsprekend een knelpunt voor zowel het onderwijs als voor het RMC.
Oplossingsrichting: Blijven inzetten op een intensieve samenwerking van het onderwijs
en het RMC. Er kan meer gestuurd worden op het tijdig melden van verzuim, het tijdig
oppakken van een melding door het RMC, en het onderling beter overdragen van
informatie. Het Toekomstteam kan hier een rol in spelen.
Knelpunt: In de regio zijn 364 “oude “ vsv-ers buiten beeld. Deze jongeren zijn niet in
beeld bij het RMC, hebben geen WWB uitkering, geen Wajong en geen werk. Omdat de
afgelopen jaren met name de focus op de nieuwe vsv-ers is geweest, is er een groot
aantal vsv-ers buiten beeld geraakt. Hier moet opnieuw aandacht voor komen. Deze
jongeren zijn in het algemeen slecht te bereiken.
Oplossingsrichting: meer personele inzet RMC trajectbegeleiders om ook de oude
vsv-ers en de onzichtbare jongeren goed in beeld te krijgen en te kunnen begeleiden en
om de kwetsbare doelgroepen goed te kunnen monitoren bij de overstapmomenten.
Intergrip is hierbij een goed instrument.
3. Integrale aanpak
Knelpunt: Er zijn steeds meer jongeren met multi-problematiek, dit vraag zowel van het
onderwijs als van het RMC om een integrale weging en begeleiding van de jongeren
Oplossingsrichting: Multi-problematiek vraagt om integrale weging en coaching
trajecten; preventief en curatief, lichte ondersteuning en intensieve coaching. Hierbij
wordt gekeken hoe deze trajecten ook thuisnabij ingezet kunnen worden (regiobreed).
Dit geldt voor zowel het onderwijs als voor de gemeenten. Vo-Wij team en de School als
Wijk kunnen hier een rol in spelen.
Knelpunt: De verbindingen en samenhang van de domeinen onderwijs, zorg en werk is
niet helder.
Oplossingsrichting: Organiseren van een sluitende aanpak en een betere onderlinge
kennisuitwisseling. Beleidsontwikkelingen met elkaar delen.
4. Monitoring
Knelpunt: De monitoring en registratie van leerlingen en trajecten
Oplossingsrichting: eenduidig en langdurig monitoren.
Regio analyse 2016 RMC regio 3 Centraal en Westelijk Groningen
20
Bijlage 1 VO Cijfers over meerdere jaren
Onderbouw Bovenbouw VMBO Havo/VWO
Norm prestatiesubsidie 1% 4% 0,5%
Streefcijfer 0,2% 1,5% 0,1%
2011 – 2012 Onderbouw Bovenbouw
VMBO Havo/VWO Totaal
Aantal leerlingen 6605 3331 5534 15.470
Aantal VSV-ers 66 44 54 164
Aantal VSV-ers na correctie 18 25 37 80
Percentage regio na correctie 0,3% 0,8% 0,6% 0,5%
Norm gehaald
Streefcijfer gehaald
2012 – 2013 Onderbouw1
Bovenbouw
VMBO Havo/VWO Totaal
Aantal leerlingen 8275 3476 4007 15.758
Aantal VSV-ers 6 36 20 62
Landelijke percentages 0,2% 1,5% 0,5% 0,6%
Percentage regio 0,1% 1,0% 0,5% 0,4%
Norm gehaald
Streefcijfer gehaald
2013 – 2014 Onderbouw Bovenbouw
VMBO Havo/VWO Totaal
Aantal leerlingen 8319 3675 3951 15.945
Aantal VSV-ers 9 27 22 58
Landelijke percentages 0,21% 1,30% 0,42% 0,51%
Percentage regio 0,11% 0,73% 0,56% 0,36%
Norm gehaald
Streefcijfer gehaald
2014 – 2015 Onderbouw Bovenbouw
VMBO Havo/VWO Totaal
Aantal leerlingen 8193 3771 4055 16019
Aantal VSV-ers 8 31 17 56
Landelijke percentages 0,20% 1,13% 0,39% 0,46%
Percentage regio 0,10% 0,82% 0,42% 0,35%
Norm gehaald
Streefcijfer gehaald
1 In de voorgaande jaren zijn havo en vwo leerjaar 3 aan de bovenbouw Havo/VWO toegerekend.
Regio analyse 2016 RMC regio 3 Centraal en Westelijk Groningen
21
Bijlage 2 Oorzaken VSV volgens opgave scholen VO
Jaarlijks wordt aan alle VO scholen gevraagd wat volgens hun administratie de bestemming is van hun
VSV-ers. Omdat dit alleen aan de VO scholen in de provincie wordt gevraagd zijn de data niet
compleet.
2010-2011 2011-2012 2012-2013 2013-2014 2014-2015
Aantal % Aantal % Aantal % Aantal % Aantal %
MBO – niet ingeschreven 16 20% 18 22% 14 25% 13 25% 12 21%
VO- niet ingeschreven 6 7% 12 14% 10 18% 6 11% 7 12%
Verhuisd binnen/buitenland
en uitwisseling
11 13% 12 14% 4 7% 12 23% 1 2%
Langdurige hulpverlening 3 4% 3 4% 10 18% 4 8% 8 14%
Werken (18+) 5 6% 4 7% 5 10% 11 20%
Ontheffing leerplicht 3 6% 2 4%
Wajong
ISK 3 5% 2
Wel startkwalificatie 5 9% 2 4% 4%
Onbekend2 41 50% 38 46% 6 11% 7 13% 13 23%
Totaal 82 83 56 52 56
2 Veel leerlingen van VO scholen buiten Groningen, geen gegevens van bekend
Regio analyse 2016 RMC regio 3 Centraal en Westelijk Groningen
22
Bijlage 3 resultaten 4 MBO scholen
18 - 18 +
MBO instelling Aantal VSV % % land Aantal VSV % % land
Terra 0 0,0% 1,35% 91 5,88% 5,56%
ROC Menso Alting 0 0,0% 1,35% 21 4,16% 5,56%
Alfa-College 8 0,57% 1,35% 303 4,09% 5,56%
Noorderpoort 14 1,11% 1,35% 375 4,43% 5,56%
Dit schema betreft alle leerlingen van de 4 MBO instellingen. Deze leerlingen zijn woonachtig
in verschillende RMC regio’s.
Regio analyse 2016 RMC regio 3 Centraal en Westelijk Groningen
23
Bijlage 4 MBO- resultaten MBO
2011-2012 MBO 1 MBO 2 MBO 3/4 Totaal
Aantal leerlingen 303 1731 5036 7070
Aantal VSV-ers 88 221 194 503
Landelijke percentages 36,6% 12,2% 3,9% 6,9%
Voorlopige percentage regio 29,0% 12,8% 3,8% 7,1%
Norm gehaald 1 2 3 1 2 3 1 2 3
2012 -2013 MBO 1 MBO 2 MBO 3/4 Totaal
Aantal leerlingen 310 1704 5128 7142
Aantal VSV-ers 107 175 185 467
Landelijke percentages 29,2% 10,4% 3,3% 5,7%
Voorlopige percentage regio 34,5% 10,3% 3,6% 6,5%
Norm gehaald 1 2 3 1 2 3 1 2 3
2013 -2014 MBO 1 MBO 2 MBO 3/4 Totaal
Aantal leerlingen 282 1552 5356 7190
Aantal VSV-ers 97 159 155 411
Landelijke percentages 32,03% 9,33% 2,97% 5,25%
Voorlopige percentage regio 34,40% 10,24% 2,89% 5,72%
Norm gehaald 2 3 2 3 2 3
2014 -2015 MBO 1 MBO 2 MBO 3/4 Totaal
Aantal leerlingen 207 1443 5624 7274
Aantal VSV-ers 60 120 151 331
Landelijke percentages 30,99% 8,96% 2,96% 4,89%
Voorlopige percentage regio 28,99% 8,32% 2,68% 4,55%
Norm gehaald
Regio analyse 2016 RMC regio 3 Centraal en Westelijk Groningen
24
Bijlage 5 Normen voor het MBO conform convenant VSV
MBO 1 MBO 2 MBO 3/4
1. Norm prestatiesubsidie
2012-2013 32,5% 13,5% 4,25%
2. Norm prestatiesubsidie
2013-2014 27,5% 11,5% 3,5%
3. Norm prestatiesubsidie
2014-2015 22,5% 10% 2,75%
4. Norm prestatiesubsidi
2015-2016 22.5% 10% 2.75%
Dit schema betreft alle leerlingen van de 4 MBO instellingen. Deze leerlingen zijn woonachtig
in verschillende RMC regio’s.
Regio analyse 2016 RMC regio 3 Centraal en Westelijk Groningen
25
Bijlage 6 uitstroomredenen MBO
Uitstroomredenen 4 Groningse MBO’s conform landelijke benchmark
2010-2011 2011-2012 2012-2013 2013-2014 2014-2015
Aantal % Aantal % Aantal % Aantal % Aantal %
Diploma niveau 1 39 8% 28 6% 41 10% 38 10% 18 6%
Persoonsgebonden
geen invloed
59 11% 76 16% 68 16% 51 14% 35 12%
Persoonsgebonden
wel invloed
193 37% 141 30% 134 31% 152 40% 108 37%
Instellingsgebonden
Factoren
30 6% 20 4% 17 4% 9 2% 11 4%
Studie en
beroepskeuze
76 15% 72 16% 72 17% 60 16% 72 25%
Arbeidsmarkt 41 8% 31 7% 33 8% 28 7% 25 8%
Geen diploma, wel
afgesproken result.
15 3% 17 4% 1 0% 0 0%
Onbekend 25 5% 52 11% 39 9% 19 5% 12 4%
Interne overstap3 38 7% 27 6% 22 5% 21 6% 11 4%
Totaal 516 464 426 379 293
3 Ingeschreven als extraneus
Regio analyse 2016 RMC regio 3 Centraal en Westelijk Groningen
26
Bijlage 7 RMC
vsv regio 03 aantallen per gemeente en totaal convenant jaar 2014-2015 en per niveau
Niveau / Gemeente Gro
nin
gen
Gro
ote
gast
Haren
H-S
Leek
Maru
m
Sloch
tere
n
Ten B
oer
Zuid
ho
rn
Eind
totaal
Onderbouw 4 1 3 8
Vmbo bovenbouw 23 1 1 1 3 1 1 31
Havo/vwo bovenbouw
10 3 2 1 1 17
Mbo niveau 1 41 2 9 1 1 1 1 4 60
Mbo niveau 2 75 5 4 18 3 3 4 1 7 120
Mbo niveau 3+4 97 2 2 17 8 3 11 11 151
Eindtotaal 250 8 12 46 13 8 23 3 24 387
Regio analyse 2016 RMC regio 3 Centraal en Westelijk Groningen
27
Bijlage 8 aantallen per gemeente in vergelijking met voorgaande jaren
2012-2013 2013-2014 2014-2015
Aantal % Aantal % Aantal %
Groningen 310 3,0% 295 2,77% 250 2,32%
Grootegast 15 1,2% 12 1,00% 8 0,67%
Haren 22 1,3% 17 1,04% 12 0,74%
Hoogezand-Sap 63 2,3% 64 2,29% 46 1,64%
Leek 32 1,8% 27 1,52% 13 0,74%
Marum 13 1,3% 12 1,15% 8 0,79%
Slochteren 33 2,3% 14 0,97% 23 1,53%
Ten Boer 6 0,8% 13 1,70% 3 0,39%
Zuidhorn 35 1,9% 15 0,82% 24 1,29%
Totaal 529 2,3% 469 2,03% 387 1,66%
Landelijk 2,1% 1,94% 1,82%
Regio analyse 2016 RMC regio 3 Centraal en Westelijk Groningen
28
Bijlage 9 vsv regio 03 in procenten per gemeente convenant jaar 2014-2015
Gemeente Deelnemers Vsv Vsv% Landelijk
Groningen 10.792 250 2.32% 1.82%
Grootegast 1.198 8 0.67% 1.82%
Haren 1.616 12 0.74% 1.82%
H-S 2.810 46 1.64% 1.82%
Leek 1.757 13 0.74% 1.82%
Marum 1.016 8 0.79% 1.82%
Slochteren 1.479 23 1.56% 1.82%
Ten Boer 761 3 0.39% 1.82%
Zuidhorn 1.864 24 1.29% 1.82%
Regio analyse 2016 RMC regio 3 Centraal en Westelijk Groningen
29
Bijlage 10 vsv regio 03 in percentage met streefnorm convenant jaar 2014-2015
deelnemers vsv regio 03 %
landelijk %
streefnorm
Onderbouw 8,193 8 0,10% 0,20% 0,20%
Vmbo bovenbouw 3,771 31 0,82% 1,13% 1,50%
Havo/vwo bovenbouw
4,055 17 0,42% 0,39% 0,10%
Totaal 16,019 56 0,35% 0,46% --
Mbo niveau 1 207 60 28,99% 30,99% 22,50%
Mbo niveau 2 1443 120 8,32% 8,96% 10,00%
Mbo niveau 3+4 5624 151 2,68% 2,96% 2,75%
Totaal 7,274 331 4,55% 4,89% --
Totaal 23,293 387 1,66% 1,82% --
Regio analyse 2016 RMC regio 3 Centraal en Westelijk Groningen
30
Bijlage 11 vsv regio 03 per niveau convenant jaar 2014-2015 en 2013-2014
Onderwijssoort 2014-2015 2013-2014
Brug 1-2 5 6
Lwoo 1-2 3 2
Lwoo 3-4 6 3
Vmbo 3-4 22 20
Havo 4-5 7 12
Vwo 3 0 1
Vwo 4-6 3 8
Vmbo uitbesteed vavo 3 4
Havo uitbesteed vavo 6 2
Vwo uitbesteed vavo 1 0
Bbl1 6 14
Bbl2 18 28
Bbl3 3 5
Bbl4 1 2
Bol1 54 83
Bol2 102 131
Bol3 39 47
Bol4 108 101
Totaal 387 469
Regio analyse 2016 RMC regio 3 Centraal en Westelijk Groningen
31
Bijlage 12 vsv regio 03 naar leeftijd convenantjaar 2014-2015
leeftijd deelnemers Vsvérs vsv% landelijk %
13 2,819 2 0,07% 0,10%
14 3,179 0 0,00% 0,00%
15 3,165 1 0,03% 0,15%
16 3,182 10 0,31% 0,40%
17 3,069 23 0,75% 0,96%
18 2,698 117 4,34% 4,81%
19 1,898 89 4,69% 5,19%
20 1,478 72 4,87% 5,09%
21 1,043 34 3,26% 4,94%
22 762 39 5,12% 5,39%
18- 15,414 36 0,23% 0,34%
18+ 7,879 351 4,45% 5,02%
Totaal 23.293 387 1.66% 1.82%
Uit dit schema wordt duidelijk dat de grootste categorie vsv-ers 18 jaar is.
Regio analyse 2016 RMC regio 3 Centraal en Westelijk Groningen
32
Bijlage 13 vsv regio 03 alle vsv-ers
Prioriteit VO PRO/VSO MBO1 MBO2 MBO3/4 Overig Onbekend Totaal
1.Niet bekend
59 56 66 115 64 3 1 364
2. <300 11 10 13 49 30 1 0 114 3. >300 38 27 38 162 89 2 1 357 4. Uitkering 24 33 77 109 41 0 0 284 5. Wajong 21 310 146 105 38 1 3 624 Totaal 153 436 340 540 262 7 5 1743
Regio analyse 2016 RMC regio 3 Centraal en Westelijk Groningen
33
Bijlage 14 Monitor Route Arbeid / Werk In zicht