regionaal opleidingsplan ziekenhuisfarmacie · 2019-09-20 · innen zuyderland lopen diverse...
TRANSCRIPT
Regionaal opleidingsplan Ziekenhuisfarmacie
Regionaal opleidingsplan Ziekenhuisfarmacie in de OORZON
Voor akkoord getekend:
Ziekenhuis Opleider Handtekening Datum
VieCuri MC
Dr. P. Janssen
Máxima MC
Dr. L.J.J. Derijks
Catharina ziekenhuis
Dr. R. ten Broeke
Zuyderland MC
Dr. L. van Rossum
MUMC+
Dr. N. Veldhorst
Regionaal opleidingsplan Ziekenhuisfarmacie in de OORZON
1
Inhoudsopgave
1 Introductie ....................................................................................................................................... 2
2 Opleidingsinstellingen Ziekenhuisfarmacie in de OORZON ............................................................ 2
2.1 VieCuri ..................................................................................................................................... 3
2.2 Zuyderland ............................................................................................................................... 3
2.3 MUMC+ ................................................................................................................................... 4
2.4 Máxima CM ............................................................................................................................. 4
2.5 Catharina ................................................................................................................................. 5
3 De opleiding Ziekenhuisfarmacie in de OORZON ............................................................................ 6
3.1 Instroom en doorstroom: ........................................................................................................ 7
3.2 Regionalisering van de opleiding Ziekenhuisfarmacie ............................................................ 7
4 Individualisering van de opleiding Ziekenhuisfarmacie .................................................................. 9
4.1 Regionale afspraken ................................................................................................................ 9
5 Begeleiding en toetsing ................................................................................................................. 10
5.1 Overdracht AIOS .................................................................................................................... 10
6 Regionaal onderwijs ...................................................................................................................... 11
6.1 Verplicht onderwijs ............................................................................................................... 11
6.2 Facultatief onderwijs ............................................................................................................. 11
7 Differentiaties ................................................................................................................................ 11
8 Kwaliteitsbeleid ............................................................................................................................. 12
Regionaal opleidingsplan Ziekenhuisfarmacie in de OORZON
2
1 Introductie
De medisch-specialistische vervolgopleidingen worden in toenemende mate regionaal vormgegeven.
Dat is een logisch gevolg van de toenemende concentratie en spreiding van zorg en de
individualisering van de opleiding. Hierdoor wordt het nog belangrijker om als opleidingscluster goed
samen te werken. Om te komen tot een optimale kwaliteit van de opleiding en de patiëntenzorg
worden de krachten daar waar mogelijk gebundeld. In dit regionale opleidingsplan staat beschreven
hoe de opleiding Ziekenhuisfarmacie in de OORZON is vormgegeven en welke opleidingsinstellingen
in de OORZON de opleiding Ziekenhuisfarmacie aanbieden en welke onderdelen in de verschillende
opleidingsinstellingen gedaan kunnen worden. Ook wordt toegelicht welke afspraken op regionaal
niveau zijn gemaakt om individualisering van de opleiding mogelijk te maken. Tevens wordt
beschreven welke begeleiding, toetsing en onderwijs regionaal wordt verwacht. Tot slot wordt een
overzicht gegeven van het kwaliteitsbeleid. Het regionaal opleidingsplan vormt daarmee een
aanvulling op het landelijk opleidingsplan Ziekenhuisfarmacie.
2 Opleidingsinstellingen Ziekenhuisfarmacie in de OORZON
De volgende ziekenhuizen in de OORZON leiden op voor het specialisme Ziekenhuisfarmacie. De
ziekenhuizen VieCuri MC en Zuyderland MC hebben ieder een samenwerking met het MUMC+ en
tussen de twee ziekenhuizen Máxima MC en Catharina ziekenhuis bestaat een samenwerking. De 5
ziekenhuizen komen minimaal eens per jaar samen om te onderzoeken of intensievere
samenwerking mogelijk is, en om regionale en landelijke onderwerpen te overleggen:
Ziekenhuis Opleider Plaatsvervangend opleider
VieCuri MC Dr. P. Janssen Drs. L. van Dijk
Zuyderland MC Dr. L. van Rossum Drs. N. Boone
MUMC+ Dr. N. Veldhorst Drs. E. Frankfort
Máxima MC Dr. L.J.J. Derijks Drs. S. Troost
Catharina ziekenhuis Dr. R. ten Broeke Dr. R. Grouls
De opleiders zijn verantwoordelijk voor de opleiding binnen hun eigen opleidingsinstelling. Voor de
algemene taken en verantwoordelijkheden van de opleider en plaatsvervangend opleider ten
aanzien van de opleiding wordt verwezen naar de laatste versie van het Besluit Opleidingseisen
ziekenhuisfarmacie (BOZf; december 2015). In ieder opleidingsinstelling is een opleidingsteam
geformeerd dat voldoet aan de BOZf; december 2015. De AIOS is ‘casemanager’ van de eigen
opleiding.
Regionaal opleidingsplan Ziekenhuisfarmacie in de OORZON
3
Hieronder volgt een beknopte opsomming van de expertise aanwezig in elk opleidingsziekenhuis. Een
meer gedetailleerde beschrijving van leerdoelen, opleidingsetalages en differentiaties is te vinden in
Bijlage 1.
2.1 VieCuri
VieCuri is lid van de vereniging Samenwerkende Topklinische opleidings-Ziekenhuizen (STZ).
Het Leerhuis VieCuri verzorgt jaarlijks een breed scala aan onderwijs- en opleidingsfaciliteiten voor
een groot aantal assistenten in opleiding (AIOS), assistenten niet in opleiding (ANIOS), coassistenten
en verpleegkundigen.
VieCuri is gevestigd in Venlo en Venray. De vestiging van de regiopoli’s in Horst aan de Maas, Peel en
Maas en Beesel/Reuver sluit aan bij de wens om de tweedelijnszorg voor chronisch patiënten in
samenwerking met de eerste lijn dicht bij de patiënt te organiseren.
VieCuri is een van de grootste werkgevers van de regio en heeft een belangrijke taak als
opleidingsziekenhuis. Wij willen een goed opleidingsklimaat en opleidingsfaciliteiten realiseren als
bijdrage aan een kwalitatief goede regionale opleiding én medische zorg. VieCuri ziet het dan ook als
een belangrijke taak om onderwijs, scholing, medisch wetenschappelijk onderzoek en
opleidingsbevoegdheden te stimuleren en uit te breiden. VieCuri bevindt zich in de
voorbereidingsfase van fusie met het Laurentius Ziekenhuis Roermond. Het streven is om na de fusie
als één STZ- opleidingsziekenhuis te functioneren
2.2 Zuyderland
Zuyderland Medisch Centrum is één van de Nederlandse ziekenhuizen met een STZ erkenning.
Naast wetenschappelijk onderzoek, topklinische zorg en opleiding richt Zuyderland zich als STZ
ziekenhuis op de volgende kernthema’s: innovatie, medisch leiderschap en transitie van de zorg.
Binnen Zuyderland lopen diverse projecten die aanhaken bij deze kernthema’s, respectievelijk het CZ
Living Lab eHealth Zuyderland, Clinical Leadership en ‘Mijn zorg’.
Zuyderland Medisch Centrum heeft specifieke expertise ten aanzien van oncologie, obesitas
(zwaarlijvigheid), neurocognitieve aandoeningen, mobiliteit/bewegen en zorg aan ouderen. Binnen
elk van deze medische speerpunten wordt verder gebouwd aan een zogenaamd expertisecentrum.
Een STZ topklinische functie is op grond van het ziektebeeld, de diagnostiek of de behandeling altijd
hoog gespecialiseerde en complexe patiëntenzorg die op basis van objectieve criteria aantoonbaar
onderscheidend is t.o.v. de reguliere zorgverlening in een STZ-ziekenhuis. Binnen de vijf medische
speerpunten en de potentiële topklinische functies wordt ingezet op topklinische zorg, innovatie,
opleiding en onderzoek en hiermee worden de STZ speerpunten verankerd in de Zuyderland
strategie.
De afdeling Klinische Farmacie, Farmacologie en Toxicologie van Zuyderland Medisch Centrum
verleent naast de specialistische farmaceutische zorg voor het ziekenhuis ook buiten het ziekenhuis
farmaceutische zorg (o.a. psychiatrisch ziekenhuis, verpleeghuizen en verslavingszorg). De apotheek
Regionaal opleidingsplan Ziekenhuisfarmacie in de OORZON
4
heeft een GMP-z erkenning. Daarnaast worden activiteiten in het kader van behandelaarschap en
behandeling met specialistische geneesmiddelen thuis uitgevoerd. De ziekenhuisapotheek heeft de
bevoegdheid voor de opleiding tot klinisch farmacoloog.
2.3 MUMC+
Het MUMC+ is 1 van de 8 universitaire medische centra in Nederland en vervult een grote lokale,
regionale en supra regionale rol in de patiëntenzorg voor vrijwel alle aandoeningen. Het MUMC+
heeft de ambitie nationaal en internationaal onderscheidend te zijn op het gebied van hart- en
vaatziekten, ademhalingsziekten, kanker en neuro-interventiecentrum (brein- en zenuwstelsel).
Daarnaast zet het MUMC+ in de patiëntenzorg in het bijzonder in op oogziekten,
bewegingsproblemen en problematiek rondom erfelijkheid, voortplanting en aanleg. Gezien het
academische karakter komen er naar verhouding veel patiënten naar het MUMC+ voor hoog-
specialistische zorg, voor (relatief) zeldzame aandoeningen, en voor deelname aan klinisch-
wetenschappelijk onderzoek. Naast patiëntenzorg zijn onderzoek, onderwijs en opleiding kerntaken
van het MUMC+. De afdeling Klinische Farmacie & Toxicologie van het MUMC+ voert de
specialistische farmaceutische zorg in het MUMC+ in haar volle breedte uit, met als speerpunten
epidemiologisch onderzoek, integrale specialistische farmaceutische zorg, klinische farmacologie,
medicatieveiligheid, en (hoog)-specialistische farmaceutische patiëntenzorg.
2.4 Máxima CM
Máxima Medisch Centrum (MMC) is het grootste medisch centrum van de regio Zuidoost-Brabant en
is gevestigd op twee locaties: Eindhoven en Veldhoven. In Eindhoven wordt laagcomplexe zorg
verleend en in Veldhoven is naast de basiszorg ook ruimte voor complexe, acute en intensieve zorg.
Vrijwel alle specialismen zijn vertegenwoordigd in MMC. Daarnaast beschikt MMC over een dialyse
afdeling, een hemofiliebehandelcentrum, een neonatale intensive care unit (NICU) en een derdelijns
voorziening voor obstetrische highcare (OHC).
Als STZ (Samenwerkende Topklinische opleidings Ziekenhuizen) ziekenhuis is opleiden in MMC een
kernactiviteit. MMC wil zich profileren als ziekenhuis waarbij opleiding en onderzoek, kwaliteit en
veiligheid en de top professionals centraal staan. Opleiden wordt gezien als belangrijke voorwaarde
voor het behoud en aantrekken van medewerkers om daarmee kwalitatief hoogwaardige
(top)klinische zorg te kunnen realiseren. Met het Strategisch Opleidingsbeleid MMC 2016-2017
wordt ingezet op toekomstbestendig opleidingsbeleid, afgestemd op het veranderende
zorglandschap. De opleiding ziekenhuisfarmacie wordt daar waar relevant zoveel mogelijk in lijn met
de gemoderniseerde medische vervolgopleidingen vorm gegeven. Dit uit zich met name in de wijze
waarop opgeleid en getoetst gaat worden inclusief het hanteren van een opleidingsportfolio. De
afdeling Klinische Farmacie & Farmacologie van MMC voert de specialistische farmaceutische zorg in
haar volle breedte uit, met als speerpunten integrale specialistische farmaceutische zorg, klinische
farmacologie, (hemato-)oncologie, vrouw-moeder-kind, medicatieveiligheid, en specialistische
farmaceutische patiëntenzorg.
Regionaal opleidingsplan Ziekenhuisfarmacie in de OORZON
5
2.5 Catharina
Het Catharina Ziekenhuis is een ambitieus, topklinisch opleidingsziekenhuis. Onze zorgprofessionals
zijn gedreven om patiënten elke dag de beste zorg te geven. Naast de basisfuncties bieden we op een
aantal onderdelen topklinische zorg: hart- en vaatzorg, oncologie, overgewicht en nierfalen. Hiervoor
verwijzen regionale en landelijke ziekenhuizen patiënten naar het Catharina Ziekenhuis. In het
Catharina Ziekenhuis combineren we complexe behandelingen met de nieuwste technieken.
Innovatie speelt een belangrijke rol. Op tal van terreinen wordt met geavanceerde techniek en
apparatuur diagnostiek en behandeling bedreven. Zorgprofessionals in het Catharina Ziekenhuis zijn
vooruitstrevend en altijd op zoek naar nieuwe wegen om zorg nog beter en veiliger te maken. De
ziekenhuisapotheek van het Catharina Ziekenhuis oefent op enthousiaste wijze alle taken en functies
van de ziekenhuisfarmacie uit. De poliklinische apotheek maakt integraal onderdeel uit van de
ziekenhuisapotheek. In een modern ingerichte apotheek zijn circa 200 medewerkers werkzaam die
onderverdeeld zijn over de afdelingen Distrimed Intern (distributie en medicatiebewaking), Distrimed
Extern, Poliklinische apotheek, Bereidingen, Laboratorium en Bedrijfsbureau. De dienstverlening van
de apotheek heeft een regionaal en landelijk karakter en richt zich op ziekenhuizen, psychiatrische
instellingen en instellingen voor verpleeghuiszorg en gehandicaptenzorg. De apotheek werkt samen
met andere ziekenhuisapotheken van Santeon, een samenwerkingsverband van 7 topklinische
ziekenhuizen verspreid over Nederland. Daarnaast is er een intensieve samenwerking met het St.
Jans Gasthuis in Weert.
De apotheek speelt een landelijke voortrekkersrol op het gebied van de kwaliteitszorg (sinds 1997
ISO-9001 gecertificeerd, sinds 2000 een GMP-z erkenning en sinds 2007 een operationeel medicatie
Veiligheids Management Systeem), voorraadbereidingen en specialistische farmaceutische
patiëntenzorg.
Regionaal opleidingsplan Ziekenhuisfarmacie in de OORZON
6
3 De opleiding Ziekenhuisfarmacie in de OORZON
Het Besluit Opleidingseisen Ziekenhuisfarmacie (BOZf; december 2015, artikel B5) geeft nadere eisen
m.b.t. het samenwerkingsverband tussen ziekenhuizen voor de opleiding tot ziekenhuisapotheker.
Deze dient plaats te vinden in minimaal 2 instellingen (m.u.v. jaar 1), er gaat een voorkeur uit naar de
combinatie academisch – topklinisch, de periode in de 2e opleidingsinstelling is minimaal 12
maanden en het 1e opleidingsjaar vindt grotendeels (minimaal 10 maanden) plaats in 1 instelling.
De OORZON geeft op de volgende wijze vorm aan deze BOZf: de uitwisseling wordt georganiseerd in
1 deel (1 jaar) - 3 delen (3 jaar). In het eerste jaar gaat de AIOS instromend in de instroom-
opleidingsinstelling voor een stage maximaal 1 maand naar de deelnemende opleidingsinstelling met
name voor kennismaking. Na een positieve beoordeling aan het einde van het eerste jaar volgt in het
2e jaar de uitwisseling naar de 2e opleidingsinstelling voor een periode van één jaar. Het (laatste deel
van het) 3e jaar en het 4e jaar wordt wederom geheel in de instroom-opleidingsinstelling gevolgd.
Van deze planning kan worden afgeweken op basis van persoonlijke of organisatorische redenen.
Schematisch ziet de uitwisseling er zo uit:
Periode (maand) 1-12* 13 + 6-24±6 24 ± 6-48
Opleidingsinstelling 1 X X
Opleidingsinstelling 2 X
* met max 1 maand uitwisseling
Dit schema zorgt voor een verankering van de vigerende ELOZ:
Het wisselen in het tweede jaar voor een langere periode zorgt voor het concentrische
leereffect: door terug te keren op een locatie met ervaringen van elders wordt het
leervermogen gestimuleerd.
Het uitwisselen van AIOS zorgt ervoor dat zij kennis maken met stafleden uit een andere
opleidingsinstelling en andere AIOS waardoor een bredere visie ontwikkeld kan worden
Indien er onderdelen van vigerende ELOZ door de instroom-opleidingsinstelling niet
aangeboden kunnen worden is er in 1 jaar voldoende tijd om deze in de 2e
opleidingsinstelling te volgen.
De differentiatiefase wordt in principe gevolgd in de instroom-opleidingsinstelling en
daarvoor is het nodig het gehele 4e jaar in dezelfde opleidingsinstelling te verblijven.
Terug wisselen voor de tweede helft van het derde jaar maakt het mogelijk om op tijd met de
differentiatie te starten.
Overigens moet de indeling in 1-1-2 niet als een “harnas” gezien worden. De AIOS is daadwerkelijk in
2 centra in opleiding en als het voor bepaalde leerdoelen wenselijk is om tijdens
uitwisselingsperiodes toch nog enige tijd in de andere opleidingsinstelling aanwezig te zijn dan wordt
Regionaal opleidingsplan Ziekenhuisfarmacie in de OORZON
7
dit gefaciliteerd. In de regel zou dit overigens niet de frequentie van 1 dag per 2 weken moeten
overstijgen om het bereiken van leerdoelen in elke opleidingsinstelling niet in gevaar te brengen.
Iedere opleidingsinstelling biedt een aantal differentiaties aan waaruit een AIOS een keuze kan
maken om deze te volgen.
3.1 Instroom en doorstroom:
Omdat de instroom per 2018 niet rechtstreeks aan de centra wordt toegewezen maar aan de
OORZON heeft de OORZON spelregels opgesteld waarmee de verdeling in de regio wordt geregeld.
Basis van deze verdeling is transparantie, vertrouwen, gelijkheidsbeginsel, streven om de
opleidingsinstellingen binnen de OOR te behouden. Hierbij staat de opleiding van de AIOS staat
centraal, niet de belangen van de individuele opleidingsinstelling. Vanzelfsprekend zal gestreefd
worden naar consensus maar het kan zijn dat er gestemd moet worden en dan geldt het
meerderheidsprincipe van een stem per opleider in de OORZON. Door samen te kijken naar
instroom, verdeling in doorstroom kan de pijn van een eventuele krimp over de ziekenhuizen
verdeeld worden. Op dit moment is de BOZf nog vrij statisch met de opleiding in maximaal twee
instituten maar wellicht dat dit in de toekomst verdwijnt. Daarnaast zouden AIOS in de toekomst een
rugzakje kunnen gaan oppakken en zelf besluiten waar ze de opleiding gaan voortzetten. De
uitstroom zal dan veranderen en dan wordt de regel instroom = uitstroom lastig te handhaven. In het
jaarlijkse overleg en tussendoor (na de initiële verdeling door de BOLS) kunnen de opleiders de
planning voor de instroom voor het volgende jaar gaan vaststellen.
3.2 Regionalisering van de opleiding Ziekenhuisfarmacie
Eindtermen In onderstaande tabel is op hoofdlijnen inzichtelijk gemaakt welke opleidingsonderdelen in welke
opleidingsinstelling door een AIOS gedaan kunnen worden. Dit maakt het voor de AIOS en opleider
mogelijk om het individueel opleidingsplan en opleidingsschema van de AIOS op te stellen.
VieCuri Zuyderland Catharina Máxima MUMC+
Eerste jaar
I Farmaceutische patiëntenzorg
I.a Begeleiding farmacotherapie I.b Geneesmiddelbereiding en farmaceutische analyse
*1 *2
I.c Laboratoriumonderzoek TDM/toxicologie
II. Medicatieveiligheid en kwaliteitszorg III Bedrijfsvoering en geneesmiddel management
III.a Bedrijfsvoering en management apotheek (afdeling)
Regionaal opleidingsplan Ziekenhuisfarmacie in de OORZON
8
VieCuri Zuyderland Catharina Máxima MUMC+
III.b Medicatiebeleid III.c Verwerving en distributie IV. Onderwijs, onderzoek en innovatie Tweede, derde, vierde jaar
I Farmaceutische patiëntenzorg
I.a Begeleiding farmacotherapie I.b Geneesmiddelbereiding en farmaceutische analyse
*1
I.c Laboratoriumonderzoek TDM/toxicologie
II. Medicatieveiligheid en kwaliteitszorg
III Bedrijfsvoering en geneesmiddelmanagement
III.a Bedrijfsvoering en management apotheek (afdeling)
III.b Medicatiebeleid III.c Verwerving en distributie IV. Onderwijs, onderzoek en innovatie *1 niet aanwezig: stage steriele productie *2 wel aanwezig: vtgm radiofarmacie
Per opleidingstraject van een AIOS wordt in het persoonlijke opleidingsplan vastgelegd op welk
moment en in welke instelling de onderwerpen worden gevolgd. Uitganspunt is dat onderwerpen
niet dubbel in beide opleidingsinstellingen worden gevolgd.
Regionaal opleidingsplan Ziekenhuisfarmacie in de OORZON
9
4 Individualisering van de opleiding Ziekenhuisfarmacie
Ten gevolge van de individualisering van de opleiding, krijgt elke AIOS een opleiding op maat. De
kaders staan beschreven in het landelijk opleidingsplan; hoe deze eindtermen worden behaald
verschilt per AIOS. Al voor aanvang van de opleiding gaat de opleider in gesprek met de AIOS om te
bespreken welke kennis en ervaring de AIOS al heeft voor eventuele verkorting van de opleiding op
basis van eerder verworven competenties. Tijdens de opleiding is de ontwikkeling één van de
onderwerpen in ieder voortgangsgesprek. Ook wensen en ambities van de AIOS worden besproken.
Het persoonlijk opleidingsplan (POP) en opleidingsschema van de AIOS worden op maat gemaakt
binnen het samenwerkingsverband. Indien de individualisering van invloed is op de regionale
planning van de opleiding wordt dit regionaal afgestemd.
4.1 Regionale afspraken
In elke opleidingsinstelling is een zogenaamd Opleidingsteam samengesteld van alle apothekers
betrokken bij de opleiding. Dit team vergadert tenminste 4 x per jaar en van de vergadering worden
notulen gemaakt die bij visitatie opvraagbaar zijn. De opleiders in de OORZON vergaderen minimaal
1x per jaar gezamenlijk. Ook hiervan worden notulen gemaakt die bij een visitatie opvraagbaar zijn.
De opleider in de instroom-opleidingsinstelling blijft de hoofdopleider van de AIOS voor de gehele
opleidingsperiode. De opleider in de 2e opleidingsinstelling is mede-opleider, is primair
verantwoordelijk voor de leerdoelen te behalen in de 2e opleidingsinstelling, en is met de
hoofdopleider aanwezig bij de jaarlijkse en eindevaluatie.
Afhankelijk van de samenwerkingsovereenkomst worden AIOS gedetacheerd of AIOS gaan in dienst
en uit dienst bij iedere wisseling. Met de laatste constructie wordt voorkomen dat AIOS met
verschillende arbeidscontracten samenwerken in één opleidingsinstelling en is de vergoeding voor
alle kosten en salariskosten duidelijk belegd. Een ander voordeel is dat de regie bij arbeidsrechtelijke
geschillen en (langdurig) ziekteverzuim eenduidig is belegd.
Voor beide constructies geldt dat kosten met betrekking van de verplichte cursussen worden
gedragen door de opleidingsinstelling waar de AIOS in dienst is en eventuele kosten samenhangend
met een leerdoel in een opleidingsinstelling worden door de opleidingsinstelling gedragen. Indien dit
door een gewijzigde cursusprogramma onevenredig veel bij een opleidingsinstelling ligt, zal er in
overleg worden getreden om dit meer gelijk te trekken.
Keuze opleidingsinstellingen:
De OORZON bestaat uit 5 opleidingsinstellingen waarvan 4 opleidingsinstellingen alle
opleidingsonderdelen kunnen aanbieden. Het MUMC+ Máxima kan het deel I.b niet aanbieden
(bereidingen en farmaceutische analyse). Máxima MC laat een stage steriele bereiding bij Catharina
volgen.
Regionaal opleidingsplan Ziekenhuisfarmacie in de OORZON
10
Daardoor zijn in principe niet alle uitwisselingen mogelijk tussen 2 opleidingsinstellingen. MUMC+ zal
volgens het vigerende BOZf moeten uitwisselen met een van de andere drie opleidingsinstellingen.
Wellicht als deze BOZf wijzigt op dit onderwerp, zoals het aantal instellingen dat betrokken mogen
zijn bij de opleiding, kan dit mede veranderen.
5 Begeleiding en toetsing
Toetsing en beoordeling wordt conform het landelijk opleidingsplan uitgevoerd. De administratie van
de toetsing vindt plaats in het digitale portfolio. De AIOS is eindverantwoordelijk voor het
verzamelen van voldoende beoordelingen. De opleider houdt bij welke
kwalificaties/bekwaamverklaringen een AIOS al behaald heeft. De AIOS neemt het digitale portfolio
mee naar het andere ziekenhuis bij wisseling. Kwalificaties zullen lokaal opnieuw herhaald worden,
vanwege het lokale karakter.
De AIOS volgt het landelijk cursorisch onderwijs en maakt de daaraan verbonden toetsen. Daarnaast
zorgt de AIOS voor voldoende KPB’s en CAT’s gevalideerd in het elektronische portfolio.
Begeleiding:
De AIOS is verantwoordelijk voor het plannen van de afspraken met de begeleider en het
monitoren van de voortgang in de te behalen leerdoelen voor het desbetreffende
onderwerp.
Alle onderwerpen worden voorafgegaan door een gesprek tussen begeleider en AIOS, waarin
aan de hand van de POP van de AIOS en de leerdoelen van de betreffende module,
individuele doelen worden gesteld voor de komende periode.
Aan het einde van de module volgt een eindbeoordeling, volgens een competentiegericht
model.
De opleider draagt zorg voor de jaarlijkse- en eindbeoordeling in afstemming met de
medeopleider in het andere opleidingsinstelling.
5.1 Overdracht AIOS
De opleider heeft samen met de medeopleider en de betreffende AIOS een warme overdracht.
Samen wordt de lijst met leerdoelen uit de vigerende ELOZ doorgenomen en aangegeven voor welke
leerdoelen een AIOS bekwaam is en voor welke nog niet. Daarnaast wordt aangegeven op basis van
de CanMed wat de ontwikkeling is op verschillende competenties.
Regionaal opleidingsplan Ziekenhuisfarmacie in de OORZON
11
6 Regionaal onderwijs
De opleiding tot ziekenhuisapotheker kent t.o.v. medische vervolgopleidingen een relatief ruim
aanbod aan centraal georganiseerd onderwijs, zie bijlage 2, vigerende ELOZ. Regionaal onderwijs
wordt aangeboden in de vorm van refereren tijdens de regiovergadering NVZA en de DOO cursussen.
Op ad hoc basis wordt incidenteel regionaal onderwijs aangeboden, bijv. georganiseerd door AIOS
zelf, LAREB etc.
Binnen de OORZON wordt een breed palet aan discipline-overstijgend onderwijs aangeboden,
primair gericht op arts-assistenten, de zogenaamde DOO cursussen. AIOS worden uitgenodigd kennis
te nemen van dit onderwijsaanbod en met de opleider relevante cursussen te bespreken, zoals bijv.
balans werk-privé wat niet uniek is voor arts-assistenten. Dit kan ook op initiatief van de opleider
gebeuren.
6.1 Verplicht onderwijs
Zie Bijlage 2, vigerende ELOZ.
6.2 Facultatief onderwijs
Op initiatief van AIOS en/of opleider kunnen specifieke behoeften aan onderwijs besproken worden.
Dit betreft met name onderwijs gekoppeld aan registratie-onderzoek en/of differentiatiefase. Maar
ook andere onderwerpen zijn bespreekbaar waarbij nut, noodzaak en kosten gezamenlijk afgewogen
worden.
7 Differentiaties
Binnen de opleiding tot ziekenhuisapotheker is een differentiatie het sluitstuk van de opleiding. AIOS
dienen aan het einde van hun 2e opleidingsjaar een keuze te maken in het door de instroom-
opleidingsinstelling aangeboden pakket van differentiaties. Een overzicht welke differentiatiefasen
door welke opleidingsinstelling aangeboden worden, zal gepubliceerd worden door de SRC. Indien de
AIOS zijn differentiatiefase niet in de instroom-opleidingsinstelling wil volgen maar elders (rugzak
principe) dan vindt overleg wat hiervoor de mogelijkheden zijn.
Regionaal opleidingsplan Ziekenhuisfarmacie in de OORZON
12
8 Kwaliteitsbeleid
Op ‘OOR’ niveau
Er is regionaal OOR overleg: hierbij worden in de OORZON afspraken gemaakt over zaken
gerelateerd aan de opleiding, zoals discipline-overstijgend onderwijs.
De OORZON beschikt over een pakket aan discipline-overstijgend onderwijs dat in
verschillende opleidingsinstituten wordt gegeven. Deelname wordt gefaciliteerd.
De opleiders vergaderen minimaal 1 x per jaar over zaken gerelateerd aan de opleiding.
Binnen deze vergaderingen is implementatie van de herziene opleiding een vast agendapunt
en de instroom/doorstroom in de OORZON.
Op apotheek/ziekenhuisniveau:
Het regionale opleidingsplan is de basis voor de opleiding binnen de OORZON.
Binnen de ziekenhuizen zijn de onderwerpen beschreven en aan de vigerende ELOZ
leerdoelen gekoppeld.
Begeleiding en toetsing van AIOS heeft als basis het gesprek voorafgaande aan het
onderwerp waarbij POP en eindtermen samen leiden tot individuele doelen voor het
opleidingsonderdeel. Deze doelen worden getoetst in interim- en eindevaluaties.
Scholing van nieuwe AIOS in portfolio gebruik wordt uitgevoerd.
Het opleidingsteam vergadert minimaal 4 x per jaar over zaken gerelateerd aan de AIOS.
De vakgroep participeert in de centrale opleidingscommissie (COC) van het ziekenhuis en de
kwaliteitsinstrumenten die ten behoeve van de opleiding worden gehanteerd (D-rect, interne
audit etc.).
De vakgroep maakt gebruik van de faciliteiten, de uitrusting, het cursusaanbod en de
leeromgeving die door de opleidingsinstelling (bijv. Leerhuis) gehanteerd wordt.
Opleidingsteam neemt deel aan docentprofessionalisering op lokaal, regionaal of landelijk
niveau.
Op AIOS niveau:
De AIOS zijn lid van de arts-assistentenvereniging in het ziekenhuis
De AIOS zijn lid van de Jong-NVZA