ruis september 2009
DESCRIPTION
Met: Anne-Mie Van Kerckhoven, Aluk Todolo, Ergo Phizmiz, Top5 (Ivan Kocev), De vergeten plaat (Ron Geesin), reviews en agenda.TRANSCRIPT
SEPTEMBER 2008 - 41
MAANDELIJKSE KRANT ROND NIEUWE (POP)MUZIEKEEN GRATIS UITGAVE VAN KRAAK VZW
WWW.KRAAK.NET | MOLENAARSSTRAAT 111 B 66 B-9000 GENT
ruis2 - SEPTEMBER 2008
ONTVOERDTon Lebbink
hun hebben zij
klaagt de klant tegen de kapper
hun hebben zij
is niet goed Nederlands, meneer
wist de knipper
zij hebben haar, meneer
zij hebben haar
- Frans Engels
Met steun van de Vlaamse Gemeenschap en Provincie Oost-Vlaanderen
������������������������������
����������������������������������������������������������������������������������
Vri 19 september 2008, Bunker, Brussels
ALUK TODOLO [fr]
BURIAL HEX [us]
Woe 24 september 2008, SMAK, Gent
SUN RA ARKESTRA [us]
KRAUT-OUT
Vri 26 september 2008, Bunker, Brussel
LSD MARCH [jap]
STARVING WEIRDOS [us]
IGNATZ [b]
Vri 3 oktober 2008, Vooruit, Gent
KISS THE ANUS OF A BLACK CAT [b]
GUAPO [uk]
DRONING/PSYCHING
KTAOABC RELEASE SHOW
Zat 11 oktober 2008, Bunker, Brussel
SIC ALPS [us]
TBC
Don 13 november - 15 november 2008, Gent
PAUZE FESTIVAL 2008
GARAGE STALLIONS
www.kraak.net
ruis 3 - SEPTEMBER 2008
De attitude van een nieuwe generatie - meestal Amerikaanse
- softwarebedrijven fascineert mij al een tijdje. Vaak zonder
het zelf te beseffen hebben deze startups de houding en
manier van werken overgenomen van de kleine indie platenlabels
uit de jaren zeventig en tachtig. Het zijn firma’s zonder heroïsche of
mythische uitvindingen en zonder grote verwachtingen die ingelost
moeten worden met de hete adem van het risicokapitaal in de nek.
Nee, het gaat hier over kleine (eenmans)firma’s die zich met speci-
fieke software richten op een welbepaalde niche en zo economische
realiteit koppelen aan vernieuwing en plezier. De gelijkenis is frap-
panter dan je op het eerste gezicht zou denken. Indie is meer dan
een abstract begrip. Indie betekent een mengeling van professiona-
liteit en rebelsheid, een kruising tussen onafhankelijkheid en DIY.
Wat zijn zoal die specifieke gelijkenissen? Ten eerste is er een soort
economische conservativiteit: het moet niet veel verkopen, maar
het moet verkopen. Waar je bij coole softwaremakers vaak onmid-
dellijk moet denken aan Linux en zijn vele opensourceadapten
is er een belangrijk verschil. Een ‘indie’-softwarebedrijf zal open
source of shareware niet altijd omarmen. Voor hun eigen product
willen ze centen krijgen omdat het hen onafhankelijk houdt en ze
simpelweg hun rekeningen dienen te betalen. Ook vinden ze dat
shareware hun product oneer aandoet. De zorg die ze besteden
aan hun product komt niet overeen met het sharewarestigma dat
lage kwaliteit en experiment oproept. Er is daarenboven een streng
geloof dat risicoinvesteerders of extern kapitaal zolang mogelijk
afgewend moet worden en dat de firma op zichzelf moet kunnen
overleven. Daar zit het trauma van de dotcomcrash zeker voor iets
tussen. Maar bovenal biedt deze economische onafhankelijkheid de
mogelijkheid om voluit te gaan voor eigen ideeën.
Deze softwarefirma’s staan voor enkele zaken, die vaak een soort
DIY-attitude uitstralen. Probeer het te redden met de middelen die
je hebt, maak kleine applicaties voor een niche, heb geduld, hoe
kleiner je bedrijf hoe flexibeler je bent etc. Deze cultuur wordt uitge-
dragen door een hele reeks kleine bedrijfjes die zich op een informe-
le manier georganiseerd hebben in virtuele communities. Hoewel
de bedrijfjes verspreid zijn over de hele wereld, zijn ze continu in
contact met elkaar en delen ze geruchten en codes, discussiëren ze
over zakelijke en privé-interesses alsof het collega’s zijn, terwijl ze
technisch gezien natuurlijk concurrenten zijn. Deze manier van
overleggen en organiseren was al bekend bij de hardere opensour-
cewereld, maar ongezien binnen een commerciële context.
De indies hebben niet de intentie om uit te groeien tot een nieuwe
Facebook of Photoshop, maar richten zich op een bepaalde niche.
Toch is er een rotsvast vertrouwen dat de kleine bedrijven iets we-
zenlijks kunnen veranderen. Ze worden gezien als voortrekkers die
nieuwe trends en mogelijkheden lanceren. Of zoals journalist Seth
Godin het vertaalde in zijn (gelijknamig) boek: “Small is the new
big”. Over de gevestigde grote firma’s is hij niet positief “You’re not
going out of business tomorrow. The structures that you have built and
perfected are going to stay around for a long time. But it’s not going to
get better, more profitable, or more fun. It’s only going to get worse”.
De platenindustrie zou er niet slecht aan doen dit gedachtengoed
eens nader te bekijken. Het muziekwereldje kent hoegenaamd niet
die mate van kennisuitwisseling en samenwerking. Maar zoals Jason
Fried van het toonaangevende webbedrijf 37signals liet weten op
een lezing voor enkele gedesoriënteerde bedrijfsleiders: “You don’t
create a culture. Culture happens. It’s the by-product of consistent
behavior. If you encourage people to share, and you give them the
freedom to share, then sharing will be built into your culture. If you
reward trust then trust will be built into your culture.” -DD
Edito.
ruis4 - SEPTEMBER 2008
De v
erge
ten
plaa
t
Ronald Geesin, geboren in 1943, is verre van de meest populaire muzikant uit Groot-Brittannië.
Al kan ik me vergissen: onlangs las ik nog dat onze eigenste koningin Fabiola hem ooit vroeg om muziek te maken bij een van haar sprookjes. Misschien heb je al muziek gehoord van de man via zijn werk als producer/muzikant voor Bridget St. John (“Songs for the Gentle Man”) en zijn werk voor de Pink Floyd-lp “Atom Heart Mother” uit 1970.
Onder invloed van mondharpist Larry Adler begon de elfjarige Ron iedereen in het ouderlijke huis op de zenuwen te werken met zijn geplingplong. La-ter kocht hij een banjo, begon hij zelf instrumenten te bouwen en leerde hij zichzelf piano spelen. Hij had een grote droom, hij wou namelijk een eenper-soonsjugband vormen. Op zijn zeven-tiende verliet Geesin de schoolbanken en stortte zich voltijds op jazzmuziek. Vier jaar lang speelde hij in een traditi-onele jazzband om daarna het Schotse platteland in te ruilen voor Londen.
Eenmaal in de grootstad kon hij volle-dig zijn eigen gang gaan. Geesins eerste creaties waren doorspekt met absurde humor en anarchisme, zijn nog breder wordend muzikale palet weerklonk duidelijk en er kon al geproefd worden van zijn eerste tape- en elektronische experimenten. Je kan de nummers op die eerste platen absoluut niet om-schrijven als klassieke popsongs. Ver-gelijk ze eerder met een Flying Circus-aflevering van Monty Python.
In 1977 bracht Geesin de plaat “Right Through” uit, een album met hoofd-zakelijk instrumentale stukken. De monologen en humor van Geesin ko-men minder aan bod, maar het album geeft toch goed aan wat de man alle-maal kan en is mogelijk zijn creatieve piekmoment. De plaat start met het verrassende geluid van open- en dicht-slaande deuren, waarbij de microfoon je door de verschillende kamers gidst. Door middel van tapemanipulatie, mantra’s en een orgeldrone laat Geesin je binnen in zijn geluidspectrum, waar
je meteen overstelpt wordt door een circus van musiqueconcrètecollages. Veranderende sounds komen op je af. Een groepje crapuleuze, op helium drijvende robotten doorkruisen je luis-terervaring met hun stevige mars. Rust volgt pas als de snel opeenvolgende stukken door een laag synths worden overgoten.
Ron Geesin was van jongs af aan een banjo- en gitaarliefhebber en dat hoor je in “Right Through” wanneer plots, middenweg de A-kant, een barok gi-taarthema een klassieke sfeer oproept. Verschillende gitaarmelodieën wor-den met elkaar verweven en doen de plaat een bijna ontroerende schoon-heid krijgen. De sfeer wordt kapotge-slagen wanneer de gitaren hun eigen weg inslaan en de elektronische noten het opnieuw overnemen van de in-strumentale. Op een ander moment komen losgeslagen, banjospelende cowboys binnengalopperen. Het the-ma verandert aan een verschroeiend tempo, tot ze hun paarden de sporen geven, andere oorden opzoeken en zich onder het zand (lees: ritmische patronen van elektronische geluiden) laten bedelven.
De B-kant start op een gelijkaardige manier met een klein stukje luister-spel. Voetstapgeluiden zwellen aan en nemen terug afstand. Ze versnellen en vertragen om uiteindelijk tot een ab-rupte stilstand te komen wanneer ze over een hoop kartonnen dozen val-len. Dan neemt Ron Geesin het over en reciteert hij met een nadrukkelijk Schotse tongval teksten en gedichten. Meerdere abstracte nietszeggende stemmen nemen het van hem over en monden uit in een mistige laag tot ze oplossen en er psychedelische synth-melodieën invallen. Vaak balanceren dergelijke geluidsmanipulaties en truc-jes bij Geesin tussen grappig en on-heilspellend. Zo is er bijvoorbeeld een twaalf minuten durend nummer dat ons het gevoel geeft dat we op de maan rondlopen. We krijgen een adembene-mend zicht op het heelal, maar enkele ogenblikken later weten we niet meer of we ons in de natuur bevinden of in een filmstudio van een B-film. Aan het eind van het verhaal komen de crapuleuze robotten opnieuw voor-bij gewandeld en ze mogen de plaat afsluiten. De luisteraar blijft achter in een verwarde toestand. Het wordt keer op keer enkel beter en beter.
Ron Geesin
Right Through (Headrest, 1977)Woorden: Tommy Denys
ruis 5 - SEPTEMBER 2008
“EEN MELANCHOLISCHE PERSOON HEEFT EEN PROBLEMATISCHE VERHOUDING MET DE REALITEIT.”
Anne-Mie Van Kerckhoven. Bekend van wijlen Club Moral, het Antwerpse trio dat jaren de grens tussen teringherrie en performance verkende, houdt AMVK er een bloeiende carrière als beeldend kunstenares op na. Ze stelde ondermeer tentoon in het S.M.A.K., MUHKA en talloze keren in het buitenland. In september start in Wiels de solotentoonstelling “Nothing More Natural”. Naar aanleiding daarvan sprak ik haar in haar atelier in Antwerpen.
Tekst : Niels La TommeBeeld : Anne-Mie Van Kerckhoven
Nothing More Natural, Compulsieve Wiels.
Een groot en onbekend deel van het oeuvre van AMVK bestaat uit compulsief-intuïtief gemaakte tekeningen. Ze toont die in Wiels voor het eerst. AMVK: “Dirk Snauwaert (directeur Wiels) koos vier jaar geleden vierentwintig tekeningen voor
het archief van de Vlaamse regering, die werken verzamelt van hedendaagse Vlaamse kunstenaars voor ze sterven. Ik had mijn tekeningen, hoewel ik sinds 1974 alle dagen tekeningen maak, soms met onderbroken periodes, soms verschillende per dag, nog nooit getoond omdat er tot het begin van de 21ste eeuw nooit interesse van galeriehou-ders of kunstencentra voor was.”Desondanks die jarenlange desinteresse, was Snauwaert blijkbaar erg onder de indruk van haar tekeningen: “Vorig jaar zei Dirk in Berlijn tegen mij dat hij àl mijn tekenin-gen wilde tonen in een tentoonstelling. Ik schrok omdat ik wist over hoeveel tekeningen dat zou gaan. Ik had hem namelijk slechts het topje van de ijsberg getoond, enkel de “beste” en de meest “affe” exemplaren. Uiteindelijk heb-ben we beslist om de tekeningen te tonen die ik de laatste negen à tien maanden terugvond in mijn quasi geordende rommelhoop, wat resulteerde in 1500 werken, waarvan er 300 in de tentoonstelling worden getoond en de rest in een bijhorende publicatie.”De tentoonstelling in Wiels is geen pure retrospectieve: hoewel er werk vanaf 1974 tot getoond wordt, is het niet de bedoeling om een volledig historisch beeld van de car-rière van AMVK te schetsen. AMVK: “De tentoonstelling toont naast een aantal animatiefilms met tekeningen geen ander werk, zoals bv. mijn multimediainstallaties. Wel
ruis 7 - SEPTEMBER 2008
toont ze bepaalde connecties, het compulsieve van mijn creativiteit. Dat sluit natuurlijk aan bij de programmatie van Wiels, het ligt in de lijn van de vorige tentoonstellingen van o.a. Yayoi Kusama en Mike Kelley (Amerikaans schilder die o.a. met Paul McCarthy samenwerkte).”De retrospectieve is het sluitstuk van een archi-veringsproces dat AMVK een vijftal jaar geleden startte. AMVK: “Ik heb heel mijn leven gewerkt. Ik maakte alle dagen kunst, elke dag tekenin-gen, en had daarnaast een job als lerares in de Academie, waarbij ik vooral met werk van mijn leerlingen bezig was. Daardoor heb ik nooit de tijd gehad of genomen om over mijn eigen werk te reflecteren. Het gevolg was dat zich al die ja-ren een onwaarschijnlijke stock in mijn atelier opstapelde, die uiteindelijk als een balast aan-voelde. Uiteraard had het ook een puur prak-tische reden: als er mensen iets van mij wilden zien, was het problematisch om die informatie of dat werk terug te vinden.” Ze voegt eraan toe dat de idee om haar werk en haar leven te catalogiseren niet nieuw is: “De tentoonstelling is verwant aan een uitgave uit 1992 met de titel “Belgisch Spleen”, waarvoor ik nooit een uitge-ver vond. Voor die publicatie catalogiseerde ik in een agenda alle aforismen, alle bedenkingen, alle statements die ik ooit heb opgeschreven. Om te onderzoeken of er een systeem in mijn compulsieve, uitbundige creativiteit zit, deed ik dit per dag van het jaar, wat effectief zo bleek te zijn: tijdens bepaalde periodes van het jaar kwa-men dezelfde ideeën terug.”Een verklaring vond AMVK in een boek over Félicien Rops: “Door erover te spreken en na te denken ontdekte ik dat die creativiteit en productiviteit te maken heeft met melancholie. Een melancholische persoon heeft namelijk een problematische verhouding met de realiteit.” Ze beschouwt daardoor haar werk niet toevallig maatschappijkritisch. “Ik probeer overeind te blijven in een maatschappij waarin je als kun-stenaar een abnormaliteit bent. Een kunstenaar probeert het systeem te trotseren met behulp van een eigen medium en door een nieuw idi-oom te creëren. Dit aangezien de dingen die hij of zij verstandelijk of door een opvoeding leer-de, niet voldoen om te functioneren. Door een nieuw idioom te creëren, toont een kunstenaar
hoe men op een meer creatieve manier met het bestaan kan omgaan. Een systeem ordent zich, organiseert zich volgens regels, waarbij het in-trinsiek naar immobiliteit streeft. Elk systeem verstart na een tijd met als gevolg dat sommige mensen er niet meer in kunnen functioneren. Een kunstenaar is een van die personen, een abnormaliteit die het systeem creatief trotseert, waardoor hij of zij het loswrikt uit zijn immobi-liteit. An sich houdt het systeem zich zo juist in stand. Zo’n systeem heeft uiteraard positieve en negatieve kanten.” AMVK ontkent de morele taak van een kun-stenaar: “Het systeem interesseert me als fe-nomeen, het leven op zich, het feit waarom we met zoveel zijn, het feit waarom de aarde er is en waarom de kosmos er is, niet de negatieve of positieve kant. Nietzsche heeft ooit gezegd dat “de filosoof de dokter is van de maatschappij”. Ik noemde me vroeger “Headnurse”, de help-ster van Nietzsche, of van de filosoof.”Volgens AMVK is de melancholie van de kun-stenaar een historisch verschijnsel: “De twintig-ste eeuw is de eeuw van de melancholie en de eeuw van de dystopie, iets wat we erfden van de verlichting. Toen begon de mens te geloven dat hij utopieën kon waarmaken, schoof hij God opzij en verklaarde hij hem dood. Natuurlijk kwam daarna het besef dat een mens nooit God kan zijn en ontstond de melancholie, als keer-zijde van de utopie.”In de melancholie – de keerzijde – ligt de func-tie van een kunstenaar. AMVK: “Een kunste-naar wroet die keerzijde vanonder het slib van het hedendaagse naar boven. Hiervoor zal hij alles wat verstrikt is geraakt in zichzelf, alles van informatie en desinformatie, het te veel, aan el-kaar te lijmen. In de 20ste eeuw bezat niemand nog de verbindende factor om op een serene manier met zijn leven om te gaan. Die functie is door de eeuwen heen verschoven, oorspronke-lijk waren het de sjamanen, daarna de mystici, in de verlichting wetenschappers en nu dus misschien de kunstenaars.”
Club Moral, Bum Collar.
Oorspronkelijk had AMVK geen enkele in-tentie om ook muziek te maken. AMVK: “We begrepen destijds niet waarom bij-
voorbeeld Genesis P-Orridge stopte als body artist om zich volledig op muziek te storten. In de jaren zeventig was dat absoluut not done.” Ze ontkent dat het te maken had met de idee over muziek als “lage kunst”. AMVK: “Muziek was iets helemaal anders, misschien dat wij inder-daad zo’n reactie hadden omdat je als muzikant in een meer commercieel circuit functioneert. Wij waren late meiachtenzestigers, gekant tegen elke commercie.”In 1982 kwam er een ommeslag, toen ze Danny Devos leerde kennen. Devos was een perfor-mance artist waarmee ze begon op te treden als het welbekende Club Moral. AMVK: “Club Moral heeft tien jaar bestaan. We traden heel veel op, maar zijn dan gesplit. Op aanvraag van een jonge gast uit Borgerhout richtten we een aantal jaar geleden Club Moral weer op. In het begin speelden we onze oude nummers op-nieuw, maar daar vond ik niets aan. Dus zoch-ten we al vlug naar iets nieuw. Na experimenten met een drum&bass-dj, kwam Mauro erbij. Na vier jaar is Paul Mennes er bijgekomen, waarop we Club Moral ritueel begroeven en Bum Collar oprichtten. Sinds vorig jaar is Paul weg.”Toch blijft AMVK een groot verschil ervaren tussen muziek en beeldende kunst: “Eerst en vooral ben je niet alleen, zoals wanneer je tekent of schildert. Danny was bijvoorbeeld de band-leider, ik bracht wel dingen aan, maar had nooit het laatste woord. Als duo was Club Moral een directe dialoog tussen Danny en mij, zonder woorden. We repeteerden bijvoorbeeld nooit, ik wist wat Danny wilde en speelde het. Ik werk-te toen met een WASP, een heel bruut en gewel-dadig instrument waarmee je alles kapot speelt. Sinds Mauro bij ons speelt, maakt Club Moral meer echte muziek. Ervoor was een optreden niet meer dan een performance van Danny, die ik dan begeleidde.”Toch ziet ze ook een verwantschap tussen de twee kunsten. AMVK: “Als ik schilder en ik heb een bepaalde kleur opnieuw nodig, zoek ik er naar door kleuren te mengen. Het vreemde is dat ik zo direct de juiste kleur heb. Ik vind dat hetzelfde als samenspelen, soms geraak je in een zodanige symbiose dat je niet meer hoort wie wat maakt, iets wat ik niet gewoon ben omdat ik in mijn beeldend werk altijd de volledige con-trole heb. In beeldende kunst ben jij de beteke-nisgever en de betekenis van het werk, terwijl muziek toch anders is.”
De tentoonstelling opent op 6 september. Bum Collar speelt op 2 november. Meer info : www.wiels.org
ruis 9 - SEPTEMBER 2008
Van het hoogste belang. We zijn echter niet geïnteresseerd in versla-vende drugs, of in psychedelische drugs puur voor entertainment. Het zijn tools en we gebruiken ze op een geritualiseerde manier. De verandering van het bewustzijn is de sleutel van de realiteit, en als je het beschouwt voor wat het echt is, zijnde een vibratie, kun je het geluid als de drug zien. Dit zal alle-maal heel duidelijk worden op ons nieuw album “Finsternis”.
Waar begon jullie fascinatie voor het occulte?Dat zal verschillen voor de drie van ons, maar sinds onze kindertijd is occultisme een deel van ons leven geweest: als een onderdeel van onze opvoeding, persoonlijke inte-resse en studie, of intuïtieve esote-rische experimenten en ontdekkin-gen. Het verwondert me nog steeds hoeveel paden leiden tot dezelfde kennis. Het is belangrijk en fasci-nerend om te zien dat gnosticisme, yi-king, kabbala, tarot, sjamanisme, hekserij en zoveel andere kennis, meer nog dan enkele overeenkom-sten, eenzelfde basis hebben.
Hoe ontdek jij nieuwe muziek? Heb je ooit de volledige Nurse With Wound-lijst van het net gehaald?Haha, ja, ik denk dat ik nu alles van die lijst gehoord heb. Obscure mu-ziek vinden, was vroeger iets hele-maal anders. Het is een groot geluk voor mensen als jij en ik en heer ze-gene Jim van Mutant Sounds. Het nadeel is echter dat, door de digi-talisering, alles op hetzelfde niveau is beland en dat er dus geen heilige graal meer is voor de kinderen van de 22ste eeuw.
Aluk Todulo speelt vrijdag 19 september op een Kraak avond in de Bunker te Brussel. www.kraak.net
blackmetalalbums. Ook zijn beide genres van de zeldzame soort waar-bij de muzikanten voor de song spe-len en niet voor zichzelf.
Door de blackmetallink die jullie mee-dragen, wordt jullie muziek ook vaak zo omschreven. Pure onzin vind ikzelf. Julian Cope kwam voor mij het dichtst in de buurt toen hij schreef “very Can, very This Heat, very Magma, but very much its own original thing ...”. Hoewel ik Can eerder door Faust zou vervangen.Aluk Todolo is helemaal geen metal-band. De enige invloeden die we uit black metal zouden kunnen gehaald hebben zijn de hypnotische aspec-ten, het ritmische minimalisme, het tranceachtige ... en we gebruiken ook wel blast beats en embryoversies van blackmetalriffs. Op een bepaalde manier kan je onze stijl wel zien als een deconstructie en radicalisering van psychedelische improvisatie en blackmetalstandards. Maar dat is enkel een manier om onze muziek te omschrijven, het is geen concept.
Nog voor er ooit sprake was van Aluk Todolo speelden de jongens al in verschil-lende bands met elkaar.
In 2004, nadat ze alle drie een beetje rond de wereld gereisd hadden, von-den ze elkaar terug in Parijs. Canag-uier bracht de groepsnaam mee uit Indonesië waar het zoveel betekent als “rituelen van de stamvaders”. Drummer Hadjioannou, ongetwij-feld een van de meest indrukwek-kende die ik gezien heb sinds Chris Corsano, is de meest spraakzame van de drie. Via e-mail onderwierpen we hem dan ook aan een kort kruisver-hoor.
Hoe geraakt een stelletje blackmetal-liefhebbers plots verzeild in de wereld van de krautrock?Eigenlijk luisterde ik al naar krau-trock, lang voor ik black metal ont-dekte. De twee genres hebben veel gemeenschappelijk. Vroege black metal is heel experimenteel en psy-chedelisch en sommige krautrock-albums klinken donkerder dan veel
Onze stijl wordt bepaald door wetten van een ander type die, hoewel on-breekbaar, niet muzikaal beperkend zijn.
Wat deed je voor Aluk Todolo? Waar heb je zo leren drummen?Ik zong vroeger in een blackmetalim-provisatieband en speelde mondharp in een ritualfolktrio. Ik ben een auto-didact en heb dus nooit via een leraar leren drummen of wat voor ander in-strument dan ook leren spelen. Tech-nisch gezien is Aluk Todolo’s muziek heel simpel, maar het vraagt oefening in fanatisme en uithoudingsvermo-gen, omdat het bewustzijn als een antenne moet zijn en het lichaam in staat moet zijn om de muzikale ma-terie te ontvangen.
In jullie liveshow wordt de toeschou-wer/toehoorder echt meegezogen in een aparte dimensie die los staat van zaal of materiaal. Hoe bewust werken jullie aan dat effect?De repetitieve structuren van onze occulte rock leiden tot een continuüm van trance, de scheuren in de geome-trie van onze soundscapes verhogen de concentratie en gaan het vermo-gen van anticipatie tegen. De hypno-tische deugden van onze melodieën, ritmes en structuren komen echter voort uit het samensmelten van onze krachten. Aan het begin van onze set aanroepen we bijvoorbeeld vaak de goden Nusku & Agni. Dat start ver-ticaal met een enkeltonige blast beat die zich na een paar minuten van niet-variatie horizontaal ontpopt. Het is een vuurrite, een fase waarin we onze ego’s vernielen, en een tran-cegenerator. Als de akkoordwisseling zich voordoet, wordt het geheel weer verticaal, maar dit keer op een hoger niveau. Wij werken heel bewust aan de creatie van een rite. Dat heeft als gevolg dat er consequent een sterk hypnotisch aspect mee gepaard gaat.
Hoe belangrijk zijn drugs daarbij?
“WIJ WERKEN HEEL BEWUST AAN DE CREATIE VAN EEN RITE”
Weinig concerten zijn zo intens als die van het Parijse krautrocktrio Aluk Todolo. Op een dieet van paddenstoelenthee en bufo-tenine begon de groep enkele jaren geleden donkere, repetitieve en tranceopwekkende muziek te maken. Met een voorliefde voor alles wat mystiek of occult is, brouwen Shantidas Riedacker, Matthieu Canaguier en Antoine Hadjioannou het muzikale equi-valent van een grote pot bouillon van afge-hakte kinderhoofdjes en rattendarmen. Woorden : Steve MarreytIllustratie : Aurelia Lange
ruis10 - SEPTEMBER 2008
Radio Radio
Ergo Phizmiz begon met componeren op zijn tiende en heeft heel zijn leven quasi niks anders gedaan. Hij verklaart: “Ik kan absoluut niet fysiek of mentaal
functioneren zonder het componeren. Ik ben gewoon niet in staat om niet te componeren. Ik functioneer niet als een mens wanneer ik er niet mee bezig ben. Ik wil weten hoe muziek tikt en hoe het werkt. En comedy natuurlijk, dat is voor mij nog steeds de grootste en meest fasci-nerende kunstvorm ter wereld.” Phizmiz werkt intens aan zijn uiteenlopende composities die soms dadaïstische songs zijn van drie minuten of ook wel radiocollages van twaalf uur lang. Zoals zijn eerste compositie “Sesmisarea”.De wereld maakte met hem kennis toen radiozen-der WFMU besloot dit halve etmaal integraal door de ether te laten schallen. Phizmiz vertelt enthousiast: “Het is grotendeels een sciencefic-tionverhaal waarin verschillende nummers zich verweven. Ik heb er een kleine vijf jaar aan ge-werkt. Toen ik tien was schreef ik vooral opera en wat je “klassieke muziek” kan noemen. Maar ik werd dat snel beu. Ik amuseerde me ook vaak met een muziekcomputer van Yamaha waarbij je een heleboel parameters moest intypen om
“JE KENT HEM WEL VAN OP DE RADIO”
Wat doe je met een man die tegelijkertijd componist, performer, collagemaker, installatieartiest, schrijver, remixer, radio- én videoartiest is? Wat doe je met een man wiens composities van luchtige, dadaïstische popsongs naar urenlange nachtmerries gaan? Wat vraag je aan zo iemand? Gelukkig is Ergo Phizmiz een waterval van speeksel en interessante verhalen en interviewt hij zich quasi zelf. Op het Klarafestival, ‘s werelds jongste in de lijn innoverende componisten ter wereld: Ergo Phizmiz.Woorden : Davy Dedecker
voor mijn werk. Het is het enige medium waar-mee ik 100% kan werken rond alles waarrond ik wil werken: muziek, collage, tekst, comedy. Radio is hét medium om geluidskunst te ma-ken zonder grenzen. Je hebt een groot canvas en er zijn geen regels. Momenteel ben ik ook erg geïnteresseerd in podcast, omdat daar het probleem van vast te zitten in een tijdspanne niet meer bestaat. Als artiest heb je dan een open perspectief van waar je stuk naartoe kan gaan.”
Gelijkgestemde zielen
Naast zijn radiowerk en composities werkt Ergo Phizmiz ook samen met mensen als Andy “The travelling mon-
goose” Dickinson en Vicki Bennett (People like us). “Vicki kwam op een dag bij me thuis, bond me vast en bleef me slaan tot ik akkoord ging om een oneindig aantal radiostukken en pla-ten met haar te maken. Maar gelukkig is ze wel leuk om mee te werken, vooral omdat we goed kunnen praten én hetzelfde gevoel voor humor hebben. Ik denk dat er zeker nog een hoop col-laboraties komen met haar, maar ik vraag me wel af welke richting het zal uitgaan. Ik ben het zelf eerlijk gezegd beu om met samples te wer-ken, dus het zal alleszins een andere vorm moe-ten aannemen. Vicki gaat waarschijnlijk meer samplen terwijl ik exclusief met instrumenten ga werken. Met Andy Dickinson maakte ik een aantal werken rond de band “The The”. Ze hadden een project opgestart genaamd “inter-pretations”. De naam zegt het zelf al: ze wilden interpretaties van hun werk ontvangen. Dus ik prutste wat met The Mongoose en stuurde hen onze versie van “The Whisperers” op. Na een aantal weken niks te horen bezochten we een concert van The The en blijkbaar waren ze weg van onze versie van hun song. Matt John-son van The The is een grootmeester in het songschrijven. Ik hou enorm van zijn delicate manier van schrijven. Dat is de reden waarom The Mongoose en ikzelf begonnen zijn met het uitwerken van twee albums vol covers en re-mixes van songs onder de naam Uutskebuuts-ke. Trouwens, Matt heeft heel recent toegezegd om de rol van God te spelen in mijn radiostuk
één simpele noot eruit te krijgen. Verder had ik twee taperecorders waarmee ik met meer-dere sporen opnam. Op mijn zestiende wilde ik een stand-upcomedian worden en begon ik te performen in het noorden van Engeland. Hoe langer ik me hiermee bezig hield, hoe meer die avonden resulteerden in bizarre monologen in plaats van comedy an sich. Neem dat alles sa-men en mix het met een hoop bizarre dromen en je komt bij “Sesmisarea”, een radiostuk over een alternatief universum.”
Of radio een belangrijk medium is voor Phizmiz hoeven we eigenlijk niet te vragen. Hij was al te horen op Channel 4, VPRO, WFMU, BBC en Resonance FM. Op het New Yorkse WFMU heeft hij zelfs zijn eigen programma,.Phuj Phactory. De liefde voor dat station is groot: “WFMU heeft mijn leven gered!”, aldus Phizmiz. “Ze waren de eersten die mijn muziek draaiden in 2001 en zijn nooit gestopt me te steunen. Sinds een paar jaar heb ik er ook mijn eigen radioshow en dat is subliem om te doen. WFMU is volgens mij het enige radiostation ter wereld dat gegarandeerd briljante en unieke dingen draait. En je krijgt er elke week een uur onvoorstelbaar goede calypso getrakteerd. Dat op zich is al een reden om ernaar te luisteren. Radio is over het algemeen enorm interessant
ruis 11 - SEPTEMBER 2008
majer omdat hij constant met mijn perceptie van het concept poppenkast speelde, The Marx Brothers, Laurel & Hardy, Spike Milligan ... De lijst houdt is oneindig! Ik noem er nog een paar: Lewis Caroll, Edward Lear, Marcel Duchamp, Miles Davis, Janacek. Oké, ik ga stoppen.”
Terwijl Ergo Phizmiz stopt geven wij nog even mee dat twee van zijn ep’s nu uitkomen op Gargarin records als één lp. Het gaat om “Handmade in the monasteries of Nepal” en “Eloise my Dolly”.
Ergo Phizmiz zal buikschudden en componeren samen met Edding Kwartet tijdens het Klarafestival op 09/09.Het Klara festivalcentrum vindt u dit jaar in Brusselse Beursschou-wburg. Een volledige agenda is te vinden op www.klarafestival.be of www.beursschouwburg.be.
en travestieten. Het geluid en de muziek die je hoort in dat stuk komen uit dat ene zaadje. Veel werken komen dus vooral uit dingen die ik me op bepaalde momenten visualiseer. Ik probeer mijn werk nooit echt in woorden te omschrij-ven. Ik heb het wel geprobeerd, maar het houdt geen steek. Ik wil mezelf niet in een soort dui-venkot stoppen of werken met subcategorieën als “songwriter, radioplays, collages” etc. Ooit omschreef iemand mijn werk als “neoklassieke housemuziek”, maar daar heb ik hoegenaamd niets mee. Ik luister vooral naar heel oude mu-ziek. Invloeden heb ik dan weer met hopen. Ik reis enorm veel en verdiep mezelf graag in mixed media. Mijn helden zijn Paul Klee, die een onvergelijkbare visie heeft op de wereld, Erik Satie voor het feit dat hij constant dingen uitvond en kattenkwaad uithaalde, Jan Svank-
“The Faust Cycle”, verwacht je dus maar aan een dosis oorverwennerij.
Laurel & Hardy versus Gas-ton & Leo
Voor iemand wiens composities gaan van hilarische radio-opnames tot pure au-dionachtmerries, is het moeilijk om het
eigen werk te omschrijven. Phizmiz houdt niet van hokjes, dat staat buiten kijf. Zo zegt hij: “Om een voorbeeld te geven: “Zip” (een ko-misch stuk dat te beluisteren valt op ubuweb, nvdr.) is zo’n compositie die ik beginnen ma-ken ben toen ik een beeld in mijn hoofd had van een enorm vreemd psychotisch cabaret in een soort van tijdloze Weimarrepubliek vol apen
ruis12 - SEPTEMBER 2008
verandert zoals het leven zelf, “and fuck, man, life can be intense.”
Geloven jullie in geesten?Brian: Ik weet niet of ik in geesten geloof. Ik geloof eerder dat er men-sen bestaan die gevoelig zijn voor het paranormale en dat zij een soort van bewijs kunnen leveren dat er een connectie kan bestaan. Maar fuck, kunnen we echt zeggen dat geesten niet bestaan? Er is waarschijnlijk veel waar de mens gewoon geen toegang tot heeft. Dus ja, ik sta wel open voor het idee van geesten.
Maakt muziek je soms paranoïde?Brian: nee, doorgaans niet. Mis-schien onder bepaalde omstandig-heden tijdens een luistersessie, maar ik ben eerder nieuwsgierig dan para-noïde. Maar als er één genre is dat er in kan slagen om een bui van para-noia op te wekken, dan is het zonder twijfel de klassieke avant-garde.Brian: “The Blimp” van Captain Beefheart!
Starving Weirdo’s speelt 20 september in KC Netwerk, Aalst. www.kunstencentrumnetwerk.be
Wat deden jullie voor Starv-ing Weirdo’s?Brian: Voor Starving
Weirdo’s deed ik eigenlijk ongeveer hetzelfde als nu min Starving Weir-do’s. Dat betekent veel viersporen-experimenten, in de bossen wande-len, niet naar school gaan ...
Wat is jullie muzikale achtergrond?Brian: Ik heb een muzikale familie. Allemaal amandelkwekers in Cali-fornië. We spelen ook allemaal een instrument en kwamen vroeger vaak samen bij mijn opa om te jammen. Mijn grootvader was geëmigreerd uit Oakland tijdens de depressie en hij leerde mijn vader en ooms, naast drinken, ook de old-timey muziek spelen die hij had meegebracht van daar. Muziek heeft altijd al een voor-aanstaande positie gehad in mijn familie. Ik ben opgegroeid met een soort “ranchstylejambandvibe” en dat heeft uiteraard een grote invloed op me gehad.Merrick: Mijn vader was een rocker en had een homestudio waar hij elke dag overdubs zat in te spelen. Ik ben gitaar beginnen spelen in de middel-
bare school en later ben ik muziek gaan studeren, maar dat heb ik niet afgemaakt. Toen ik naar Humboldt verhuisde, ontmoette ik Brian waar-mee ik sindsdien muziek maak.
Hoe verloopt een gemiddelde Starving Weirdo’s-repetitie?Brian: “Bring a bunch of shit, set-up somewhere, set-up some mics (sometimes half-assed, sometimes with sincere effort), load a bowl, spark it, pass it, hit record and GO.”
Zoals veel mensen heb ik jullie muz-iek ontdekt via de mailorder Aquarius records uit San Francisco, die een van jullie eerste cd-r’s als geniaal bes-tempelden en dat ook mondiaal lieten weten. Hoe belangrijk is die zet van Aquarius geweest voor de band?Brian: Wellicht heel belangerijk. Zonder Aquarius zou niemand ooit onze muziek hebben gehoord. Mer-rick en Ik hebben ongeveer zes jaar samen muziek zitten maken zonder te denken dat er iemand ook maar een zier om zou geven. We dachten dat het te far-out was. Het was dus een grote verrassing om te ontdek-
ken dat onze muziek warm onthaald werd.Merrick: Aquarius doet echt zo-veel voor al de bands en muzieklief-hebbers overal. Het is ongelooflijk hoe ze het allemaal bijhouden. Niet enkel AQ, maar de hele DIY-scene, Root Strata, Jyrk ... hebben allemaal hun liefde verspreid. Dat is zo inspi-rerend. Het geeft je echt hopen ener-gie. De band zou zeker nog bestaan zonder die aandacht, maar de extra motivatie die je haalt uit feedback geeft je wel een duwtje in de rug.
Uit wat putten jullie verder nog inspi-ratie?Brian: Uit het alledaagse leven eigen-lijk. Zoals de evacuatie die je juist hebt meegemaakt, dat zou een inspiratie-bron voor mij kunnen zijn. De synth heb je al, je vervangt de stroom men-sen gewoon door een sporadische drumbeat, je voegt er nog wat feed-back aan toe en presto! Onze muziek is een beetje een verlenging van onze persoonlijkheid. We halen inspiratie uit zotte geluiden en de manier waar-op ze interageren. Soms is dat exta-tisch, soms heel puur. Mijn inspiratie
“LOAD A BOWL, SPARK IT, PASS IT, HIT RECORD AND GO”
Op hetzelfde moment dat ik mijn vragen voor het Californische out-there soundcombo Starving Weirdo’s op mail aan het zetten ben, is er een evacuatieoefening aan de gang in het nieuwe gerechtsgebouw. Vanuit het Ruishoofdkwartier is alles mooi te volgen. De honderden werknemers stromen als lange mensworsten door de twee uitgangen richting grasveld. Het alarmsignaal klinkt alsof er op het dak van het
grote glazen gedrocht een gigantische analoge synthesizer staat. Bespeeld door Mick Jagger, zoals in de soundtrack van Kenneth Angers “Invocation of my Demon Brother”, maar dan nog net iets minimaler. De ideale begeleiding dus voor een interview met Brian Pyle en Merrick McKinlay, het kernduo van de band. Woorden : Steve Marreyt
ruis 13 - SEPTEMBER 2008
Twee Pogussen en een eRikm
KENNETH GABURO is een dode
Amerikaanse componist in wiens
oeuvre taal centraal staat: muziek
als taal en taal als muziek. Pogus Produc-
tions heeft twee van zijn composities op-
gediept. De eerste, “Maledetto” (1968), is
er een “for 7 virtuoso speakers”. Dat zijn
geen luidsprekers, maar mensen die pra-
ten, zij het soms vrij luid. Het werk maakt
deel uit van een groter geheel, “Lingua”,
en het plan van Gaburo was een vloek-
compositie te maken met de schroef als
metafoor. Uiteindelijk zijn tal van andere
onderwerpen in de tekst geslopen, waar-
van we u kunstmatige inseminatie niet
onthouden, maar het is vooral van tel dat
het eindproduct een wervelende a-capel-
latrip is geworden. Terwijl een centrale
spreker ingaat op elk denkbaar aspect van
de schroef, pingpongt een man-vrouw-
duo met commentaar, waarbij schutting-
taal niet vermeden wordt, en zorgen vier
extra stemmen voor verdere inkleding.
En ze doen dat allen inderdaad met de
nodige virtuositeit. Enige kennis van het
Engels is raadzaam, maar ook bij gebrek
daaraan biedt deze compositie met haar
uitgekiende structuur vol ingenieuze
klank- en woordspelingen kwaliteitsvol
luistergenot.
“Antiphony VIII” (1984) voor percussie
en tape ademt somberheid uit. Op de
band horen we mensen zich uitspreken
over de gedachte dat de regering met
één simpele druk op de nucleaire knop
hun leven kan wegvegen en hen dus in
zekere zin als overbodig beschouwt. De
geuite gevoelens worden wonderwel ge-
refl ecteerd door de percussie, die varieert
van zenuwachtig geëxciteerd tot slepend
moedeloos. Jammer genoeg klinkt de
band soms wat te veel op de achtergrond
en is het niet altijd duidelijk wat er gezegd
wordt. Niettemin bedanken we Pogus
hartelijk voor deze plaat.
Ook veel stemmen op de tweede Pogus
van de dag: “love & lamentation” van SI-
MON WICKHAM-SMITH, een meneer die
we vooral kennen als kompaan van Ri-
chard Youngs. Religieus en ander gezang
en gepraat wordt geloopt en bewerkt met
slechte software of een antieke sampler.
Lange repetitieve stukken zijn het resul-
taat die voor de ene vervelend en voor de
andere bezwerend zullen zijn. Of beide,
want even niet op je hoede en je wordt
meegezogen door de zompige mantra’s
van gepitchshifte en getimestretchte
stemmen, terwijl een geheimzinnige,
onbestemde kracht je vinger van de stop-
toets weghoudt. En dat allemaal zonder
rare sigaretten.
ERIKM schijnt naar HDAD te neigen als
hij op een podium staat. Te oordelen naar
“Zufall”, een liveopname van hem met
saxofonist/klarinetist AKOSH S., kan dat
wel kloppen. eRikm scratcht erop los en
gooit daar nog eens 50 samples en loops
per minuut bovenop, zodat zijn kame-
raad vaak weinig ruimte rest. Hoewel zijn
blaasvaardigheid niet echt fenomenaal
is, krijg ik toch medelijden met de man.
Dat hoeft eigenlijk niet, want hij heeft zelf
de “montage” van de plaat gedaan. Ver-
moedelijk is hij dus wel tevreden met het
resultaat. Pas tegen het einde aan komt
eRikm wat tot rust en wordt een even-
wicht bereikt. Het zal de Rilatine zijn die
begint te werken.
KENNETH GABURO Lingua II: Maledetto / Antiphony VIII (Pogus Productions) ★★★★
SIMON WICKHAM-SMITH- love & lamentations (Po-gus Productions) ★★★1⁄2
ERIKM & AKOSH S. - Zufall (RONDA) ★★1⁄2
FolkHet titelloze debuut van SILVER SUMMIT
heeft alle karakteristieken die je van een
plaat op Language Of Stone zou verwach-
ten. Zoals labelbaas Greg Weeks in pro-
jecten als Espers en The Valerie Project
pastorale folk met een subtiele psyche-
delische kant tot grootse resultaten weet
te cultiveren, zo slaagt ook Silver Summit
erin om een unieke plaats in de folkwereld
te veroveren. Vanuit Brooklyn vermengt
het duo Sondra Sun-Odeon en David
Shawn Bosler traditionele folk met tal van
uitheemse invloeden waarbij bezwerende
stemmen en mantra-achtige teksten het
goede weer maken. Silver Summit lijkt in
zekere zin op een psychedelische variant
van Larkin Grimm, maar de eigen stem is
gelukkig uniek genoeg.
Op From A Window To A Wall kiest NOA
BABAYOF voor de traditionele aanpak
van singer-songwriters. De Israëlische
krijgt hulp van Katt Hernandez, Jesse
Sparhawk, Margareth Wienk, en Greg
en Jessica Weeks. Kortom, het huisper-
soneel in Weeks’ Hexham Head Studio
dat bijna voor elke release van Langu-
age of Stone opdraaft. Het resultaat ligt
dan ook in de lijn der verwachtingen.
From A Window To A Wall klinkt intiem,
maar Babayofs stem is net iets te alle-
daags om volledig te overtuigen.
Ook het Nieuw-Zeelandse PUMICE
werkt met folkelementen. De resultaten
zijn toch van een heel andere aard dan
de meeste initiatieven op het Language
Of Stonelabel. Stefan Neville timmert
sinds halfweg de jaren negentig aan de
weg en heeft intussen een lijvig oeuvre
bijeengespeeld als lofi knutselaar. Op
Quo toont Pumice bloedverwantschap
met Trumans Water, Guided By Voices
en Beatnik Filmstars. Neville heeft wel
meer oog voor psychedelica en hart-
verwarmende melodieën, elementen
die hij op uiteenlopende manieren uit-
werkt.
ERIC CHENAUX levert met Sloppy
Ground een intrigerend luisterwerk af.
De bard, die zijn tweede soloplaat op
het Canadese Constellationlabel uit-
brengt, laat zich bijstaan door viool,
melodica, elektrische banjo, contrabas
en drums, waardoor zijn mooie melo-
dieën een experimentele zijde krijgen.
Chenaux schippert tussen Bonnie Prin-
ce Billy, Dirty Projectors en Devendra
Banhart. In navolging van Arboretums
David Heumann komen af en toe uitge-
sponnen gitaarsolo’s naar boven.
KNIFE WORLD tapt uit een heel ander
vaatje. Jon F. Nielsen en Josh Jour-
ney Heinz maken sinds 2004 herrie die
live waarschijnlijk bijzonder energiek
overkomt, maar op een fysieke drager
context mist. Ook al rammelt het lekker
weg, je hoort Karp zonder de manie,
Revi
ews
Ivan KocevIvan Kocev is een van de vier sludgers in de Ma-cedonische band Potop en tevens de drijvende kracht achter de labels Hellmilitia en Fuck Yoga Records. Potop speelt op 18 september samen met Agents of Abhorrence in de Frontline in Gent, op 19 september op ZXZW in Tilburg en op 20 september in Vera in Groningen.
NO COMMENT - “DOWNSIDED” 7” (SLAPAHAM)De beste in lelijke hardcorepunk.
BRAINBOMBS - “BURNING HELL” LP (BLACKJACK)Uitgeklede, tranceachtige rock-’n-roll!
BURMESE - ALLES Burmese verlegt de grenzen van extre-
me muziek. Total Respect.
KING DIAMOND - “ABIGAIL” LP (ROADRUNNER)Extreem goed uitgedachte en uitge-voerde metal. Heel leuk.
CHARLES MANSON - “LIE: THE LOVE AND TERROR CULT” LP (ESP)Liedjes over het leven en zo.
ruis14 - SEPTEMBER 2008
Lightning Bolt zonder de gedrevenheid
en Fucking Champs zonder de aansteke-
lijke riffs. Dit titelloze kleinood blijft dus
steken in de goede intenties. Daar kan
ook de 3D-hoes en het in het vinyl geïn-
tegreerde 3D-brilletje weinig aan doen.
KAREN CONSTANCE en DYLAN NYOU-
KIS - de drijvende kracht achter het Cho-
colate Monklabel en het Colour Out Of
Spacefestival - zijn al een tijdje muzikaal
actief onder de noemer Blood Stereo,
maar The Magnetic Headache is na een
stapeltje cd-r’s en andere gelimiteerde
formaten hun eerste echte release. Het
schijfje is het auditieve gedeelte van
de gelijkaardige tentoonstelling die het
koppel in Berlijn organiseerde en geeft
een goed overzicht van de creatieve
invulling die Blood Stereo aan sound-
scapes kan geven. Tot zesmaal toe
laat Blood Stereo in hun noisy imborst
kijken. De ene keer werken ze met ver-
vormde stemmen, dan weer met hui-
veringwekkende industriële geluiden of
ander ongein. De spanning is constant
doch subtiel en de dreiging alomtegen-
woordig. -HvdL
SILVER SUMMIT – SILVER SUMMIT ★★★★1⁄2
NOA BABAYOF – FROM A WINDOW TO A WALL ★★1⁄2
PUMICE – QUO ★★★1⁄2
ERIC CHENAUX – Sloppy Ground ★★★1⁄2
KNIFE WORLD – Knife World ★★★
BLOOD STEREO – The Magnetic Headache ★★★★
IndianengrietenHeeft u dat soms ook, dat u zich afvraagt
of het de muziek zelf is die zo raar en
vervormd klinkt, of de slechte casset-
tespeler waardoor die rare phaserge-
luiden en nooit storende, wondermooie
ruis opduiken? Om daarna te beseffen
dat u eigenlijk naar een mp3 op uw iPod
luisterde.
IGNATZ bouwt met zijn nieuwe tape
gestaag verder aan een oeuvre dat lijkt
te bestaan uit dat vage gevoel. Op “The
Draft” is zijn unieke universum niets
veranderd: hij injecteert nog steeds de-
zelfde nieuwerwetse, elektronische ge-
luiden uit een verre herinnering in nog
oudere blues, gespeeld door nooit ge-
boren negers. En het klinkt nog steeds
even buitenaards en wondermooi bizar
als op de andere tapes, platen en cd-r’s.
Hier en daar valt er iets nieuws te ho-
ren: een overstuurde mondharmonica
hier, vreemde percussieve, tribale loops
daar, een stem die lager en meer gecra-
queleerd klinkt alsof de Ignatz van op I
(°1907) juist de 97 bereikt heeft (waar hij
op ‘I’ nog 69 klonk). Devens weet hoe
zichzelf te vernieuwen en bewijst meer
en meer dat het op het eerste gehoor
eendimensionale en uit duizenden her-
kenbare geluid veel genuanceerder is,
veel dieper lijkt dan ooit voor mogelijk
werd gehouden. Ignatz is een contra-
dictie in tijden van mp3’s, onthaasting,
cd-r-labels en iPhones. Bram Devens
leeft ergens anders, en toch ook nog
steeds hier en nu. Onthecht in het so-
nische vuil.
Zoals het noisehipsters uit Brooklyn
betaamt, brengt EXCEPTER minstens
twee à drie platen per jaar uit. Gelukkig
laat de groep de obligate 257 cd-r’s per
jaar vallen en houden ze hun niet-gebrol
voor de full albums. En wat meer is: hun
nieuwe album heeft een fantastische
titel: “Debt Dept”. Die plaat is op het
Animal Collectivelabel Paw Tracks ver-
schenen. Niet toevallig, de trage, crap-
py techno die ze maken is verwant aan
“Strawberry Jam” van AC, aan “Load
Blown” van Black Dice en aan het ge-
hele oeuvre van Gang Gang Dance (er
wordt wat afgedanst in de New Yorkse
underground, lijkt mij zo). Het grote
verschil: Excepter heeft pretentie, ze
noemen zich een “elektronische perfor-
mancegroep toegewijd (aan iets dat niet
bijster interessant is (nl))”, én hun num-
mers zijn politiek geëngageerd. Daar is
op zich uiteraard niets mis mee, buiten
het feit dat veel muziek zich compleet
belachelijk maakt door expliciet politiek
geëngageerd te wezen. Goed nieuws:
de lui omzeilen dat euvel,want Excepter
is vet! Alles is scheef aan de groep: de
vocals (Suicide, delay), de beats (crap-
py dubstep/techno), de synthesizers
(euhm... crappy Suicide!), de breaks
(acid folk), de teksten (‘KILL PEOPLE!’) ...
heel grappig allemaal, maar eigenlijk is
het ook wel ubercool en als de band op
dreef is, levert dat bijwijlen heel straffe
muziek op: psychedelische acidkarao-
kedubtechno van de bovenste plank.
“Debt Dept” zet de trage elektronische
waanzin verder van op Alternation en
Throne en is nu reeds mijn favoriete
Excepterplaat.
Hippies ... Not Not Fun heeft tegen-
woordig iets met hippies, eerst india-
nengrieten en nu een groep bestaande
uit ex-Jackie-O-Motherfuckerleden
met een plaat die “Mystic Induction”
heet. De plaat staat bol van spacerock,
freerockdrones en hopen improvisatie,
concreter: wahwahfuzzsolo’s, gewone
fuzzsolo’s en wahwahsolo’s (ook wat
freejazzgedrum). Waar sommige van dit
soort plaatjes in kabbelend, oeverloos
notengeneuk eindigen, bedwelmd door
hopen onwelvoeglijke substanties, daar
houdt ETERNAL TAPESTRY de span-
ningsopbouw goed in het oog: alles
blijft boeiend, de opname is fantastisch
en nergens wordt er richtingloos ge-
speeld, alles in dienst van de trip en de
spanningsboog, die onontbeerlijk is om
het spacegebrol interessant te houden
(en uiteraard ook in dienst van vrede en
liefde). Fijn spul. -NL
IGNATZ - The Draft Tape ★★★★
EXCEPTER - Debt Dept. ★★★★
ETERNAL TAPESTRY - Mystic Induction ★★★
Punk - Not so punk
Het bonnetje bij een lp voor gratis mp3-
downloads. Het is een fenomeen dat ik
nooit goed begrepen heb. Ik vraag me af
hoeveel mensen daar echt gebruik van
maken. De aanpak van BLANK DOGS
spreekt me dan meer aan. Op hun blog
is de lp “On two Sides” gewoon gratis
te downloaden met daarbij de vermel-
ding “payment is not required but feel
free to ‘donate’ at the link below”. Veel
logischer me dunkt. Niet dat het veel zal
opleveren, maar je kan je muziek op zijn
minst zelf in goede kwaliteit gratis aan
de mensen schenken. Dit alles ontdekte
ik pas nadat de lp in mijn platenkast
stond en, ondanks hun vrijgevigheid,
hoor je mij niet klagen over de aanschaf
van de echte drager. Blank Dogs is het
mooie bewijs dat de invloed van Joy
Division en Suicide niet enkel tot Britse
hipstermuziek hoeft te leiden. Met oude
drumcomputers, overstuurde gitaren,
deprimerende vocals, een vrij sterk ge-
voel voor melodie en een goeie dosis
lofi-ethiek, stijgt dit eenmansproject uit
boven het gros van opflakkerende punk,
lofi- & shitgazebands. Al enkele maan-
den op de markt, maar nog steeds toe
te voegen aan uw collectie.
In dezelfde kringen zwerft al een aantal
jaren een man rond onder de naam Jay
Lindsey. In en rond labels als Goner Re-
cords en In The Red al langer bekend
omwille van zijn garagepunkgroepen,
maar nu pas echt in het spotlicht getre-
den met zijn solovehikel JAY REATARD.
De man is net getekend door Matador
Records, dat in oktober een verzamelal-
bum uitbrengt van zijn singels uit 2008.
De singels uit 2006 en 2007 zijn nog
door In The Red op dubbel-lp uitgege-
ven onder de fantastische titel “Singles
06-07”. Voor al de mensen die zich de
moeite bespaard hebben de 7”-jacht te
volgen, is dit een fantastische en niet
eens zo dure oplossing. Vier kanten vol
heel melodieuze no-nonsense-loads-
of-nonsense-popliedjes. Heel nineties.
Heel dansbaar.
Aan de vrouwelijke kant van hetzelfde
spectrum waren wij nogal onder de
indruk van U.S. GIRLS op het uitste-
kende en kwaliteitsreleases schijtende
Siltbreezelabel. Reverbdrenched Bou-
doirpop in de lofihuisstijl en met covers
van The Kinks en The Boss (lees: Bruce
Springsteen). Denk ook aan een The
Raincoats die The Shaggs coveren om 6
uur ‘s morgens, na een zwaar feestje.
Voor wie liever bij het kampvuur kransen
blijft rijgen van om het even welk flora-
verschijnsel, zal aan “The Sun Splits
For... The Blind Swimmer” van KING
DARVES een fijne plaat hebben. Enkel
voorzien van een oldschoolbasstem,
een klassieke gitaar en songcrafttalent,
sprokkelde hij voor De Stijl Records tien
nummers bij elkaar die pas na meerdere
luisterbeurten langzaam hun geheimen
prijs geven. Niet direct een voor de
hand liggende release voor het label, en
tijdens zijn passage tijdens het festival
Oude Klanken, Nieuwe Geluiden begin
dit jaar door sommigen pijnlijk vergele-
ken met Crash Test Dummies. Niet ge-
heel onterecht, maar toch op zijn minst
het proberen waard. -SM
BLANK DOGS - On Two Sides (Troubleman Unlimi-ted) ★★★1⁄2
JAY REATARD - Singles 06-07 (In The Red) ★★★
U.S. GIRLS - Introducing (Siltbreeze) ★★★
KING DARVES - The Sun Splits For... The Blind Swimmer (De Stijl) ★★1⁄2
Noise - Nicht viel Neues
RUSSEL HASWELLS opvolger van
“Live Salvage”, namelijk “Second Live
Salvage” verzamelt op twee lp’s liveop-
names gedateerd tussen 2000 en 2007.
De promo daarvan kwam op cassette
uit, wat misschien een beter formaat
was geweest dan vinyl. Wandelend
door de stad met mijn walkman, waren
Haswells concerten vaak goeie sound-
tracks. Fysieke lappen noise die hier en
daar zwaar overstemd worden door het
aanwezige ongeïnteresseerde publiek ...
dat werkt wel als je met je Panosbroodje
langs de Graslei wandelt. Iets moeilijker
met twee vinyls, maar waarschijnlijk
ook genietbaar in de huiskamer, ten-
minste als je huisgenoten uit eten zijn
en je buren op vakantie.
Lieve MIYA MASAOKA,
Als u echt denkt mij te kunnen verras-
sen met een uur vogels, vliegtuigen en
cello, dan hebt u het goed mis. Daar
mogen ze bij uw label Solitary B dan an-
ders over denken, maar mij kunt u niet
dwingen om zoiets uit te luisteren. Het
mag dan al intelligent zijn, misschien te
intelligent voor mijn schamele plebs-
brein, na vijf minuten luisteren en vijf
minuten doorspoelen, heb ik er mooi
genoeg van, hoe “engaging” Norbert
Schnell van IRCAM het concept in de li-
ner notes ook mag vinden. Geef me dan
maar uw “While I was walking, I heard
a sound...” waarop u rare a-cappelladin-
gen heeft uitgewerkt voor drie koren en
negen solo’s. Daar word ik zweverig van
en dat vind ik leuk. En ik wil u bij deze
dan ook hartelijk bedanken met tweeën-
halve ster.
Met vriendelijke groeten,
- sm
RUSSEL HASSWELL - Second Live Salvage (eMego) ★★★
MIYA MASAOKA - For Birds, Planes & Cello (SOLI-TARY B) MIYA MASAOKA - While I was walking, I heard a sound... (SOLITARY B) ★★1⁄2
ruis 15 - SEPTEMBER 2008
RUIS Verschijnt maandelijks,behalve in juli en augustus.
Ruis is een gratis uitgave van KRAAK vzw
OFFICEKRAAK vzwc/o RuisMolenaarsstraat 111 bus 669000 Gent BelgiumT/F : +32 92199143www.kraak.net [email protected]
REDACTIEHOOFDREDACTIE Steve MarreytEINDREDACTIE Sara Geens, Elisabeth CornilleREDACTIE Joeri Bruyninckx, Tommy Denys, Davy De Decker, Bert Dhondt, Dave Driesmans, Bart Gielis, Niels Latomme Sarah Kesenne, Hans van der Linden, Han Van den Hoof, Kenneth Vanhoutte, Mik Prims, Wouter SmeraldinaILLUSTRATIES & FOTOGRAFIE Bram Devens, Schrau-wen, Wouter SmeraldinaVERANTWOORDELIJKE UITGEVER Dave DriesmansVORMGEVING Dave Driesmans
GASTILLUSTRATOREN COVER: Matthew Palladino (US) woont en werkt in San Francisco en maakt collageachtige schilderijen vol grotestadsgeweld, porno en ontsnapte tijgers met veel honger. www.dumbstersf.com
Aurelia Lange (UK) maakt dromerige zwart-witteke-ningen met veel knip- en plakwerk aan. www.aurelialange.co.uk
Hendrik Hegray (F) maakt abstracte tekeningen die verwijzen naar 90s videogames, horrorfilms en ander duister kindertuinplezier. Hij geeft ook de Naziknife-zines uit en speelt bij enkele freenoisebands. myspace.com/superkasher
ABONNEMENTENEen abonnement kost 10 euro in België en 16 euro in Nederland. Een steunabonnement is 25 euro. Dit kan verkregen worden door het bedrag over te schrijven op rekening nummer 737-0200369-10 met mededeling “ruis abo” samen met je adres en het gewenste startnummer.
DISTRIBUTIEEen actuele lijst van distributiepunten is te vinden op www.kraak.net
DRUKRuis wordt gedrukt op gerecycleerd papier en met milieuvriendelijke inkt.
STEUNMet steun van de talloze vrijwilligers, adverteerders en de Vlaamse Gemeenschap
Agen
da
Colo
fon
ruis
20/09 Netwerk, AalstRelgious Knives (us), Gala Drop (pt)
20/09 kc Belgie, HasseltFatCat Festival met o.a.: Animal Collective (us), Sunroof (uk), Goodiepal (dk), Frigh-tened Rabbit uk),...
20/09 ZXZW, Tilburgmet o.a. Pelican (us), Nackt Insecten (uk), Sun Ra Arkestra (us), Glorior Belli (fr)...
20/09 Patronaat, HaarlemCastanets (us), Nick Castro & The Young Elders (us), Rusalnaia (us)
20/09 Democrazy, GentWire (uk)
21/09 Occii, AmsterdamReligious Knives (us), Gala Drop (pt), Nackt Inseckten (uk), Starving Weirdos (us)
21/09 ZXZW, Tilburgmet o.a. Wire (uk), Sun Ra Arkestra (us), Leslie Keffer (us), Vogue (b), Nick Castro (us), Burial Hex (us), Bunkur (nl), Peeeseye (us)...
22/09 Botanique, BrusselWire (uk), Duke Gerwood (uk)
23/09 Logos, GentMartin Tchiba (d)
24/09 SMAK, GentSun Ra Arkestra (us)
26/09 Occii, AmsterdamBlack Shape of Nexus (d), 78rpm (nl), Toner Low (nl)
26/09 Bunker, BrusselLSD March (jap), Starving Weirdos [us) Ignatz (b)
26/09 Bokal Royal, BrusselTemple of Bon Matin (us)
27/09 dB’s, UtrechtChops (uk), Two Minute Noodles (uk)
27/09 Kc Belgie, HasseltGlobe Unity Orchestra (d/uk/f)
03/10 Nijdrop, OpwijkSecret Chiefs 3 (us)
03/10 Vooruit, GentKiss The Anus of a Black Cat (b), Guapo (uk)
04/10 Worm, RotterdamSecret Chiefs 3 (us)
LSD MARCH tourt samen met Ignatz door europa
02/09 Belvédérè, NamenEnamblers (us), Naifu (b)
04-07/09 Ground3, Den Haago.a. Elephant Micah (us), The Locust (us)
04/09 L’écurie, BrusselElephant Micah (us)
04/09 La Compilothèque, BrusselLarkin Grimm (us), Fonovic (b)
04/09 Croxhapox, GentCian Nugent (ir), Glenn Jones (us)
05/09 Bokal Royal, BrusselPartwildhorsesmaneonbothsides (fr), Ignatz (b), R.O.T. (b)
05/09 kc Belgie, HasseltPeter Brötzmann (d), Toshinori Kondo (jp), Paal Nilssen-Love (no), Massimo Pupillo (it)
05/09 Patronaat, HaarlemElephant Micah (us)
05/09 Klarafestival, Beursschouw-burg, BrusselBl!ndman & Zodiak trio (b/d)
09/09 Boondael Kapel, BrusselLimpe Fuchs (de)
09/09 La Compilothèque, BrusselUton (fin), Jalkija (fin)
09/09 Klarafestival, Beursschouw-burg, BrusselErgo Phizmiz & Edding Kwartet (uk)
12/09 Recyclart, BrusselCatalogue (fr), Richard Pinhas (fr)
12/09 Vooruit, GentMelvins (us)
13/09 Schip, MolenbeekByron Westbrook (us), Frédéric Alstadt (fr)
13-28/09 Happy New Ears, Kortrijkmet o.a.: Esther Venrooy & Heleen Van Haegenborgh (b), Michel Henritzi (fr), Philip Jeck (uk), Pierre Bastien & Steve Arguelles (fr/uk)...
14/09 Atomium, BrusselDisco Kids: Pete Um (uk), Felix Kubin (d), Echokrank (d), Mandrill Smith-Humble-conk (uk)
16/09 Belvédérè, NamenDanny O’Really (uk), Delilah (aut), Raxi-nasky (b), Gura (b)
18/09 Bitterzoet, AmsterdamPonytail (us)
18/09 Frontline, GentPotop (mk), Agents of Abhorrence (au)
18/09 Botanique, BrusselGuapo (uk)
18-20/09 BUTFF, BredaB-movie, underground en trashfilmfestival met o.a. Batrider (nz), Hans Zimmerman (d/nl)...
19/09 Bunker, BrusselAluk Todolo (fr), Burial Hex (us)
19/09 Worm, RotterdamGay Against You (uk), DJ Pinchado (ar)
19/09 ZXZW, Tilburgmet o.a. Guapo (uk), Religious Knives (us), Adolf Butler (nl), Potop (mk)...
19-21/09 Kunstenfestival Can’art, Kuurnemet o.a.: Penguins Know Why (b), Zucchini Drive (b), Sylvester Anfang II (b)...
20/09 Scheld’apen, AntwerpenUltra Eczema, Commisar Hjuler en Mama Beer (ger), Roanbashi (ger), Pak (vs), Leslie Keffer (vs)
����������
��������������������������
������������������������
�����������������������������������������������
��������������
��������������������������������������
��������������������������������������
��������������������
����������������������������������������������������������������
���������������
13
CONCERTEN THE FREQ_OUT ORCHESTRA, PHILIP JECK, SIMON FISHER TURNER & RAINIER LERICOLAIS, JACOB KIRKEGAARD, WILLIAM BASINSKI, ERIKM, MICHAEL GRAEVE, VALVE/MEMBRANCE, MACHINEFABRIEK & JEROEN VANDESANDE, MIEKE LAMBRIGTS, BAUDOUIN OOSTERLYNCK, ESTHER VENROOY & HELEEN VAN HAEGENBORGH, MICHEL HENRITZI, FREDERIK CROENE & TIMO VAN LUIJK, WALTER HUS, STEFAN PRINS & RICHARD BARRETT, PIERRE BASTIEN & STEVE ARGÜELLES
KLINKENDE STAD Freq_Out 7, Steve Roden, Jakob Kirkegaard, Hans Peter Kuhn, Clea Coudsi & Eric Herbin, Mieke Lambrigts, Walter Hus, Minoru Sato, eRikm, Michael Graeve, Sofia Bustorff, Ludo Engels, Stefaan Quix
SONOKIDS Juicy Panic, Gijs Gieskes, De Klankspeeltuin, Aifoon
AD_RUIS_HNE 8/8/08 5:52 PM Pagina 1