samen voor basisdoelstellingen glb

1
Boer&Tuinder, 24 december 2009 – 21 Onze organisatie werkte samen met de VODO-werkgroep Landbouw een consen- sustekst uit over de basisdoelstellingen van het GLB. In deze werkgroep zijn orga- nisaties actief die zich bezighouden met de Noord-Zuidproblematiek en/of met milieuproblemen. Samen met journaliste Alma De Walsche van MO* hadden we een gesprek met drie voortrekkers van dit akkoord: Piet Vanthemsche, Gert Enge- len van Vredeseilanden en Jan Turf van de Bond Beter Leefmilieu. – Wat zette jullie aan om samen te zitten rond het gemeenschappelijk landbouwbe- leid? Piet Vanthemsche: “Welbegrepen eigen- belang. Wij zijn op zoek naar een maatschap- pelijk draagvlak voor een verantwoord Ge- meenschappelijk Landbouwbeleid.” Gert Engelen: “Het is ongepast om over landbouw na te denken met Noord-Zuidor- ganisaties en milieuorganisaties zonder dat de landbouw daar structureel bij betrokken is. Het oplossen van de moeilijkheden waar- mee de landbouwsector geconfronteerd wordt, is niet enkel hun verantwoordelijk- heid. Wij hebben daarin als samenleving een gezamenlijke verantwoordelijkheid. Noord- Zuidorganisaties interesseren zich ook voor landbouw in de Europese regio omdat die ook impact heeft op landbouw in bijvoor- beeld een Afrikaanse regio.” Jan Turf: “Voor ons is landbouw een maat- schappelijk belangrijke en positieve activi- teit, maar die op vlak van leefmilieu ook ne- gatieve gevolgen heeft. Je kan dat op twee manieren benaderen. Wij kunnen de con- frontatie aangaan met de landbouw en pro- beren een aantal wijzigingen op te dringen. Je kan er ook voor kiezen de problemen op te lossen door er samen aan te werken.” – Willen jullie vanuit de milieubeweging een groter draagvlak krijgen bij de land- bouw? JT: “Wij zijn van oordeel dat de milieuthe- matiek niet moet voorbehouden worden aan één bepaalde organisatie of strekking. Ze moet voldoende aandacht krijgen binnen de hele samenleving. Wij willen komen tot een situatie waarbij men vanuit de economische hoek niet meteen panikeert wanneer wij zeggen dat er een milieuprobleem is. Het is ons gezamenlijke probleem. We vragen om daar samen naar te kijken. We hebben een zeer groot draagvlak nodig om onze milieu- problemen op te lossen.” PVT: “Dat draagvlak is belangrijk voor onze bedrijven. In het dossier van de mestproble- matiek hebben we ons vijftien jaar lang doodgevochten. Op het moment dat er van veel kanten een participatief proces werd op- gestart, zagen wij vooruitgang. Ook wij heb- ben meer te winnen bij dialoog dan bij con- frontatie. Aan de andere kant moeten we niet doen alsof wij het over alles eens zijn. Wij hebben het document ook zo opgebouwd. Eerst hebben we een consensustekst. Op het einde van de tekst maken we een lijst van de thema’s waarover geen overeenstemming bestaat of waarover nog verder dialoog nodig is. We wilden samen bekijken tot hoe ver we het met elkaar eens zouden zijn, en ik vind dat we vrij ver geraakt zijn.” – Het vertrekpunt is duurzame landbouw. Betekent dit dat de partners het erover eens zijn dat landbouw duurzaam is? PVT: “Dit gaat over de grote principes. Uiter- aard verschillen we van mening in sommige invullingen, maar het is evident dat landbouw duurzaam moet zijn. Dit wordt in de toe- komst nog een veel grotere uitdaging dan het vandaag is. Vanwege de beperkte beschik- baarheid van grond, water en andere hulp- middelen, zal de vraag naar grondstoffen vanuit de landbouw de komende vijftig jaar een enorme stress leggen op ons systeem.” JT: “Ook het economisch aspect van duur- zaamheid hoort bij ons uitgangspunt. Uitein- delijk moet het ecologische in een economi- sche aanpak al deels meegenomen worden. Daar hangt ook een sociaal aspect aan vast. Mensen moeten een basisinkomen kunnen verwerven. Het sociale, het economische en het ecologische zijn echt heel sterk verwe- ven. Daarom hebben we er totaal geen pro- bleem mee om een tekst te onderschrijven die heel uitdrukkelijk kiest voor economi- sche duurzaamheid.” GE: “Het recht op voedsel is ons uitgangs- punt wanneer er keuzes gemaakt moeten worden. We merken in Afrika bijvoorbeeld dat een oppervlakte zo groot als Duitsland niet meer beschikbaar is voor de voedselze- kerheid van de regio omdat die opgekocht of geleased is door buitenlandse investeerders, zonder inspraak van de lokale gemeen- schap.” PVT: “Dat is het nieuwe kolonialisme. De geschiedenis herhaalt zich. Tijdens de kolo- niale periode gingen de Westerse landen hun rijkdom halen in de kolonies. Dit is opnieuw begonnen, maar het gaat om het halen van voedsel.” GE: “Wij zijn voorstander van een land- bouwbeleid dat geen verstorende effecten heeft in andere regio’s. Europa is op dat ge- bied vrij goed bezig, hoewel de subsidies ook verstorend werken. We zien dat China zowel voor het invullen van zijn energiebehoefte als voor zijn behoefte aan voeding beslag gaat leggen op grote oppervlaktes elders in de wereld.” – Wat willen jullie concreet met deze con- sensustekst doen? PVT: “Volgend jaar starten we het debat over het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid. De discussie die we gevoerd hebben, is de aanloop naar dat politieke debat. Onze con- sensustekst gaat niet over het hoe, wel over waarom een Gemeenschappelijk Land- bouwbeleid nodig is. Als eerste stap willen we met deze tekst op bezoek gaan bij minis- ter Kris Peeters.” GE: “We willen laten zien dat deze consen- sustekst gedragen wordt door een zeer grote groep middenveldorganisaties. We verwach- ten van onze beleidsverantwoordelijken dat ze dit mee zullen verdedigen op het Euro- pese niveau. Ik denk dat we zo ver moeten komen dat België met ons voor dit pakket gaat. Verder hebben we de verantwoordelijk- heid om het ideeëngoed van deze tekst Eu- ropees en internationaal uit te dragen binnen de netwerken waarin we actief zijn.” PVT: “Het is belangrijk dat we de politiek er- van overtuigen dat een Gemeenschappelijk Landbouwbeleid in de toekomst wel degelijk noodzakelijk en zinvol is en dat is niet evi- dent! Er zijn heel wat collega’s uit andere lan- den die geloven in het handelsmodel. Als Vlaamse organisatie zitten wij veel dichter bij de standpunten van onze Franstalige colle- ga’s, denk ik, dan bij de standpunten van meer liberaal georiënteerde regio’s. We zijn van plan om hierover samen een colloquium te organiseren, maar een debat in het Vlaams Parlement zou ook zeer interessant zijn. Onze actie zal politiek en maatschappelijk zijn.” – Patrick Dieleman INFORMATIE – De consensustekst vindt u op onze website, www.boerenbond.be. Tot VODO (Vlaams Overleg Duurzame Ontwik- keling) behoren een twintigtal ngo’s uit de Noord-Zuidbeweging, de milieu- en de vredes- beweging. (www.vodo.be) Gert Engelen, Vredeseilanden: “Het is heel moeilijk om te onderscheiden wat een product duurzamer maakt dan een ander. Wij hebben nood aan een duidelijk label dat de duurzaamheid aangeeft.” Piet Vanthemsche, Boerenbondvoorzitter: “Wanneer je nadenkt over landbouwbeleid in Noord of Zuid kom je automatisch ook bij het plattelandsbeleid terecht. Het platteland moet beschouwd worden als een economische entiteit op zich.” Samen voor basisdoelstellingen GLB Jan Turf, Bond Beter Leefmilieu: “Als je een economisch paradijs op een ecologisch kerkhof of een ecologisch paradijs op een economisch kerkhof toestaat, dan geraak je uiteindelijk allebei op het kerkhof.”

Upload: vredeseilanden-vzw

Post on 29-Mar-2016

225 views

Category:

Documents


5 download

DESCRIPTION

Vredeseilanden, Boerenbond en Bond Beter Leefmilieu over de consensustekst over de basisdoelstellingen van het EU-landbouwbeleid.

TRANSCRIPT

Page 1: Samen voor basisdoelstellingen GLB

Boer&Tuinder, 24 december 2009 – 21

Onze organisatie werkte samen met de VODO-werkgroep Landbouw een consen-

sustekst uit over de basisdoelstellingen van het GLB. In deze werkgroep zijn orga-

nisaties actief die zich bezighouden met de Noord-Zuidproblematiek en/of met

milieuproblemen. Samen met journaliste Alma De Walsche van MO* hadden we

een gesprek met drie voortrekkers van dit akkoord: Piet Vanthemsche, Gert Enge-

len van Vredeseilanden en Jan Turf van de Bond Beter Leefmilieu.

– Wat zette jullie aan om samen te zitten rond het gemeenschappelijk landbouwbe-leid?Piet Vanthemsche: “Welbegrepen eigen-belang. Wij zijn op zoek naar een maatschap-pelijk draagvlak voor een verantwoord Ge-meenschappelijk Landbouwbeleid.”Gert Engelen: “Het is ongepast om over landbouw na te denken met Noord-Zuidor-ganisaties en milieuorganisaties zonder dat de landbouw daar structureel bij betrokken is. Het oplossen van de moeilijkheden waar-mee de landbouwsector geconfronteerd wordt, is niet enkel hun verantwoordelijk-heid. Wij hebben daarin als samenleving een gezamenlijke verantwoordelijkheid. Noord-Zuidorganisaties interesseren zich ook voor landbouw in de Europese regio omdat die ook impact heeft op landbouw in bijvoor-beeld een Afrikaanse regio.”Jan Turf: “Voor ons is landbouw een maat-schappelijk belangrijke en positieve activi-teit, maar die op vlak van leefmilieu ook ne-gatieve gevolgen heeft. Je kan dat op twee manieren benaderen. Wij kunnen de con-frontatie aangaan met de landbouw en pro-beren een aantal wijzigingen op te dringen. Je kan er ook voor kiezen de problemen op te lossen door er samen aan te werken.”– Willen jullie vanuit de milieubeweging een groter draagvlak krijgen bij de land-bouw?JT: “Wij zijn van oordeel dat de milieuthe-matiek niet moet voorbehouden worden aan één bepaalde organisatie of strekking. Ze moet voldoende aandacht krijgen binnen de hele samenleving. Wij willen komen tot een situatie waarbij men vanuit de economische hoek niet meteen panikeert wanneer wij

zeggen dat er een milieuprobleem is. Het is ons gezamenlijke probleem. We vragen om daar samen naar te kijken. We hebben een zeer groot draagvlak nodig om onze milieu-problemen op te lossen.” PVT: “Dat draagvlak is belangrijk voor onze bedrijven. In het dossier van de mestproble-matiek hebben we ons vijftien jaar lang doodgevochten. Op het moment dat er van veel kanten een participatief proces werd op-gestart, zagen wij vooruitgang. Ook wij heb-ben meer te winnen bij dialoog dan bij con-frontatie. Aan de andere kant moeten we niet doen alsof wij het over alles eens zijn. Wij hebben het document ook zo opgebouwd. Eerst hebben we een consensustekst. Op het einde van de tekst maken we een lijst van de thema’s waarover geen overeenstemming bestaat of waarover nog verder dialoog nodig is. We wilden samen bekijken tot hoe ver we het met elkaar eens zouden zijn, en ik vind dat we vrij ver geraakt zijn.”– Het vertrekpunt is duurzame landbouw. Betekent dit dat de partners het erover eens zijn dat landbouw duurzaam is?PVT: “Dit gaat over de grote principes. Uiter-aard verschillen we van mening in sommige invullingen, maar het is evident dat landbouw duurzaam moet zijn. Dit wordt in de toe-komst nog een veel grotere uitdaging dan het vandaag is. Vanwege de beperkte beschik-baarheid van grond, water en andere hulp-middelen, zal de vraag naar grondstoffen vanuit de landbouw de komende vijftig jaar een enorme stress leggen op ons systeem.”JT: “Ook het economisch aspect van duur-zaamheid hoort bij ons uitgangspunt. Uitein-delijk moet het ecologische in een economi-sche aanpak al deels meegenomen worden.

Daar hangt ook een sociaal aspect aan vast. Mensen moeten een basisinkomen kunnen verwerven. Het sociale, het economische en het ecologische zijn echt heel sterk verwe-ven. Daarom hebben we er totaal geen pro-bleem mee om een tekst te onderschrijven die heel uitdrukkelijk kiest voor economi-sche duurzaamheid.”GE: “Het recht op voedsel is ons uitgangs-punt wanneer er keuzes gemaakt moeten worden. We merken in Afrika bijvoorbeeld dat een oppervlakte zo groot als Duitsland niet meer beschikbaar is voor de voedselze-kerheid van de regio omdat die opgekocht of geleased is door buitenlandse investeerders, zonder inspraak van de lokale gemeen-schap.”PVT: “Dat is het nieuwe kolonialisme. De geschiedenis herhaalt zich. Tijdens de kolo-niale periode gingen de Westerse landen hun rijkdom halen in de kolonies. Dit is opnieuw begonnen, maar het gaat om het halen van voedsel.” GE: “Wij zijn voorstander van een land-bouwbeleid dat geen verstorende effecten heeft in andere regio’s. Europa is op dat ge-bied vrij goed bezig, hoewel de subsidies ook verstorend werken. We zien dat China zowel voor het invullen van zijn energiebehoefte als voor zijn behoefte aan voeding beslag gaat leggen op grote oppervlaktes elders in de wereld.”– Wat willen jullie concreet met deze con-sensustekst doen?PVT: “Volgend jaar starten we het debat over het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid. De discussie die we gevoerd hebben, is de aanloop naar dat politieke debat. Onze con-sensustekst gaat niet over het hoe, wel over

waarom een Gemeenschappelijk Land-bouwbeleid nodig is. Als eerste stap willen we met deze tekst op bezoek gaan bij minis-ter Kris Peeters.”GE: “We willen laten zien dat deze consen-sustekst gedragen wordt door een zeer grote groep middenveldorganisaties. We verwach-ten van onze beleidsverantwoordelijken dat ze dit mee zullen verdedigen op het Euro-pese niveau. Ik denk dat we zo ver moeten komen dat België met ons voor dit pakket gaat. Verder hebben we de verantwoordelijk-heid om het ideeëngoed van deze tekst Eu-ropees en internationaal uit te dragen binnen de netwerken waarin we actief zijn.”PVT: “Het is belangrijk dat we de politiek er-van overtuigen dat een Gemeenschappelijk Landbouwbeleid in de toekomst wel degelijk noodzakelijk en zinvol is en dat is niet evi-dent! Er zijn heel wat collega’s uit andere lan-den die geloven in het handelsmodel. Als Vlaamse organisatie zitten wij veel dichter bij de standpunten van onze Franstalige colle-ga’s, denk ik, dan bij de standpunten van meer liberaal georiënteerde regio’s. We zijn van plan om hierover samen een colloquium te organiseren, maar een debat in het Vlaams Parlement zou ook zeer interessant zijn. Onze actie zal politiek en maatschappelijk zijn.”

– Patrick Dieleman

INFORMATIE – De consensustekst vindt u op onze website, www.boerenbond.be.

Tot VODO (Vlaams Overleg Duurzame Ontwik-keling) behoren een twintigtal ngo’s uit de Noord-Zuidbeweging, de milieu- en de vredes-beweging. (www.vodo.be)

Gert Engelen, Vredeseilanden:

“Het is heel moeilijk om te onderscheiden wat een product duurzamer maakt dan een ander. Wij hebben nood aan een duidelijk label dat de duurzaamheid aangeeft.”

Piet Vanthemsche, Boerenbondvoorzitter:

“Wanneer je nadenkt over landbouw beleid in Noord of Zuid kom je automatisch ook bij het plattelandsbeleid terecht. Het platteland moet beschouwd worden als een economische entiteit op zich.”

Samen voor basisdoelstellingen GLB

Jan Turf, Bond Beter Leefmilieu:

“Als je een economisch paradijs op een ecologisch kerkhof of een ecologisch paradijs op een economisch kerkhof toestaat, dan geraak je uiteindelijk allebei op het kerkhof.”