saneringsplan kazerneterrein overste den oudenlaan 20

150
Gefaseerd saneringsplan Overste den Oudenlaan 20 te Utrecht Bodemsanering Ministerie van Defensie Dienst Vastgoed Defensie, directie West juni 2014 concept

Upload: bouwput-utrecht

Post on 04-Apr-2016

248 views

Category:

Documents


1 download

DESCRIPTION

Plan van aanpak bodemsanering inclusief historische informatie over het terrein Overste Den Oudenlaan 20 dat door het Rijk zal worden verkocht aan de gemeente Utrecht

TRANSCRIPT

Page 1: Saneringsplan Kazerneterrein Overste Den Oudenlaan 20

Gefaseerd saneringsplan Overste den Oudenlaan 20 te Utrecht

Bodemsanering

Ministerie van Defensie Dienst Vastgoed Defensie, directie West juni 2014 concept

Page 2: Saneringsplan Kazerneterrein Overste Den Oudenlaan 20

© HaskoningDHV Nederland B.V. Niets uit dit bestek/drukwerk mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt d.m.v. drukwerk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van HaskoningDHV Nederland B.V., noch mag het zonder een dergelijke toestemming worden gebruikt voor enig ander werk dan waarvoor het is vervaardigd. Het kwaliteitssysteem van HaskoningDHV Nederland B.V. is gecertificeerd volgens ISO 9001.

Gefaseerd saneringsplan Overste den Oudenlaan 20 te Utrecht

Bodemsanering dossier : BB3655-102-102 registratienummer : MD-AF20131826 versie : 2.0 classificatie : Klant vertrouwelijk

Ministerie van Defensie Dienst Vastgoed Defensie, directie West juni 2014 concept

Page 3: Saneringsplan Kazerneterrein Overste Den Oudenlaan 20

1 Gefaseerd saneringsplan Kanaalweg te Utrecht/Dienst Vastgoed Defensie

INHOUD BLAD

1 INLEIDING 4�

2 ALGEMENE INFORMATIE PLANGEBIED 6�2.1 Terreinbeschrijving 6�2.2 Historie terrein 7�2.3 Bodembedreigende activiteiten 9�2.4 Eigendomssituatie plangebied 10�2.5 Opstallen van historische waarde 11�2.6 Niet gesprongen explosieven 12�2.7 Archeologische waarden 12�2.8 Toekomstige planvorming en functie 13�2.9 Regionale en lokale bodemopbouw en geohydrologie 13�

3 VERONTREINIGINGSSITUATIE EN GEVALSDEFINITIE 15�3.1 Overzicht beschikbare onderzoeksrapporten 15�3.2 Verontreinigingsituatie en beschikking ernst en urgentie 2003 16�3.3 Actuele verontreinigingsituatie algemeen 16�3.4 Verontreinigingsituatie zoals bekend in 2014 17�3.4.1 Mobiele verontreiniging (geval 1) 17�3.4.2 Mobiele verontreiniging geval 2 22�3.4.3 Overige mobiele verontreiniging 22�3.4.4 Overige grondverontreiniging immobiel 23�3.4.5 Verontreinigingsituatie onder de gebouwen 23�3.5 Ernst en risico’s 24�3.6 Gevalsdefinitie en gevalsgrens 24�

4 FASERING EN SANERINGSDOELSTELLING 26�4.1 Fasering sanering op hoofdlijnen 26�4.2 Saneringsuitgangspunten vanuit het koopkontrakt 27�4.3 Saneringsdoelstelling op hoofdlijnen 28�

5 COMBINATIE SLOOP- EN SANERINGSWERKZAAMHEDEN FASE 0 EN I 30�5.0 Fase 0 saneringsvoorbereidende werkzaamheden 30�5.1 Inleiding fase 1 30�5.2 Sloop opstallen 31�5.3 Verwijdering ondergrondse tanks 31�5.4 Saneringsmaatregelen Geval 1 31�5.4.1 Saneringsafweging 31�5.4.2 Uitgangspunten sanering geval 1 32�5.4.3 Saneringsmaatregel ontgraving bronzones, Geval 1 32�5.4.4 Nazorg freatisch grondwater geval 1 33�5.4.5 Monitoringsplan en terugvalscenario grondwaterverontreiniging 34�Waarborging verantwoordelijkheden en instandhouding 36�

6 SLOOP EN SANERING SANERING FASE II EN III 37�6.1 Inleiding 37�

Page 4: Saneringsplan Kazerneterrein Overste Den Oudenlaan 20

2 Gefaseerd saneringsplan Kanaalweg te Utrecht/Dienst Vastgoed Defensie

6.2 Sanering geval 2 37�6.3 Sanering puinlaag gebouw 9 38�6.4 Procedure saneren onbekende gevallen van verontreiniging 38�6.5 Geschikt maken terrein conform leveringscondities 38�6.6 Bouw en woonrijp maken en saneren Fase III 39�

7 ALGEMENE UITVOERINGSASPECTEN 40�7.1 Voorbereiding sanering 40�7.2 Betrokken partijen 41�7.3 Voorbereiding en inrichting werkterrein 41�7.4 Grondverzet 42�7.5 Verwerking grond, puin en objecten 42�7.6 Tijdelijke gronddepots 43�7.7 Aanvulling en afwerking terrein 43�7.8 Tijdelijke uitneming 44�7.9 Bemalingen 44�7.10 Milieukundige begeleiding 44�7.11 Veiligheid 45�7.12 Maatregelen ter reductie van overlast 47�

8 PROCEDURES UITVOERINGSPLANNEN 48�8.1 Inleiding 48�8.2 Voorgenomen uitvoeringsplannen 48�8.3 Inhoud uitvoeringsplan 48�8.4 Voorbereidende werkzaamheden 49�8.5 Werkwijze van de sanering 49�8.6 Meldingsprocedure uitvoeringsplannen 49�

9 PLANNING, EVALUATIE EN NAZORG 51�9.1 Planning werkzaamheden 51�9.2 Evaluatie bodemsanering 52�9.3 Nazorg en gebruiksbeperkingen 53�9.4 Gebruiksbeperking 53�9.5 Eindsituatie 54�

10 COLOFON 55� BIJLAGEN 1� Regionale ligging�2� Kadastrale ondergrond met verontreinigingssituatie en gevalsdefinitie�3� Kadastraal bericht object�4� Bodembedreigende activiteiten�5� Kaart verontreinigingen grond en grondwater�6� Overzichtskaart dwarsprofielen met meetpunten�7� Dwarsdoorsnede A-A’grondverontreiniging�8� Verontreinigingssituatie grondwater minerale olie benzeen geval 1�9� Dwarsdoorsnede A-A’ grondwaterverontreinging�10� Trendanalyse meetreeksen benzeen en minerale olie�11� Afleiding maximale terugsaneerwaarden grondwater�

Page 5: Saneringsplan Kazerneterrein Overste Den Oudenlaan 20

3 Gefaseerd saneringsplan Kanaalweg te Utrecht/Dienst Vastgoed Defensie

12� Monitoringnetwerk pluim geval 1�13� Multi Criteria Analyse saneringsafweging geval 1�14� Ontgravingscontouren grond�16� Perceel met trace HOV baan�

Page 6: Saneringsplan Kazerneterrein Overste Den Oudenlaan 20

4 Gefaseerd saneringsplan Kanaalweg te Utrecht/Dienst Vastgoed Defensie

1 INLEIDING

De Dienst Vastgoed Defensie (DVD) heeft Royal HaskoningDHV opdracht gegeven een saneringsplan op te stellen voor het gefaseerd milieuhygiënisch geschikt maken van het defensiecomplex aan de Overste Den Oudenlaan te Utrecht. Het terrein krijgt een nieuwe bestemming met woningbouw en is verkocht aan de gemeente Utrecht. Op 16 april 2014 is de koopovereenkomst getekend onder het voorbehoud dat de gemeenteraad akkoord gaat met de aankoop. In het verleden is de bodem als gevolg van voormalige bedrijfsactiviteiten verontreinigd geraakt voornamelijk met brandstoffen. Waardoor het terrein momenteel belast is met gevallen van ernstige bodemverontreiniging. Het terrein wordt geschikt gemaakt voor een nieuwe functie. De toekomstige functie en bestemming staan nog niet vast, maar vooralsnog gaat men uit van wonen al dan niet gemengd met infrastructuur, openbaar groen en eventuele bedrijvigheid. Het terrein aan de Overste Den Oudenlaan 20 kent een lange bedrijfsmatige historie. De ondernemer Jan Jongerius had naast zijn hoveniersbedrijf op deze locatie vanaf 1921 een onderneming die benzine pompen plaatste in heel Nederland. En vanaf 1935 werd hij een van de eerste Ford dealers in Nederland. Op het terrein was een carrosserie- en constructiewerkplaats voor Ford auto’s en bussen. Daarnaast vond tussen 1936 en 1955 de op- en overslag van brandstoffen plaats voor het bedrijf Caltex (California Texas Oil Co.). Als gevolg van deze activiteiten is de bodem verontreinigd geraakt met brandstofproducten. Daarnaast is het terrein op diverse plaatsen opgehoogd en vermengd geraakt met ophoogmateriaal met diverse immobiele verontreinigingen zoals zware metalen en PAK. Verder is het terrein verdacht op de aanwezigheid van niet gesprongen explosieven door bombardementen in de Tweede Wereldoorlog. Het terrein krijgt een nieuwe eigenaar en nieuwe functie, waarbij de huidige opstallen, ondergrondse infra en verhardingen worden gesloopt, dit op enkele beschermde Rijksmonumenten na. Er zal de komende jaren veelvuldig grondverzet gepleegd gaan worden als gevolg van sanerende werkzaamheden in combinatie met de toekomstige herontwikkelingswerkzaamheden. Ten aanzien van de aanwezige bodemverontreiniging zullen saneringsmaatregelen nodig zijn. De saneringsnoodzaak is tweeledig. Ten eerste zal er gesaneerd moeten worden in verband met de aanwezigheid van een actuele saneringsurgentie, waarvoor gesteld is dat voor 1 oktober 2014 aangevangen dient te worden met de sanering. Ten tweede is er een saneringsnoodzaak als gevolg van de voorgenomen functieveranderingen en de omgang met de verontreinigde grond bij de herontwikkelingswerkzaamheden. De Staat en de gemeente Utrecht hebben een verkoopovereenkomst ondertekend waar de afspraken over de gewenste bodemkwaliteit is opgenomen bij levering en de omgang met een functiegerichte sanering. Het saneringsplan houdt rekening met deze overeenkomst in het kader van de saneringsopgave. Gezien de bovenbeschreven situatie waarbij het terrein met verschillende verontreinigingen, saneringsopgave en een gefaseerde ontwikkeling gaat doormaken is voor het terrein aan de Overste Den Oudenlaan een gefaseerd saneringsplan het best passend (grondslag artikel 38 lid 3 van de Wet Bodembescherming). Doelstelling van het gefaseerde saneringsplan en verzoek tot instemming Het doel van Dienst Vastgoed Defensie, namens het Ministerie van Defensie, is: 1. het verkrijgen van een beschikking op het voorliggende gefaseerde saneringsplan om zodoende

gevolg te geven aan de verplichtingen vanuit de beschikking ernst en urgentie in 2003 (kenmerk DSO

Page 7: Saneringsplan Kazerneterrein Overste Den Oudenlaan 20

5 Gefaseerd saneringsplan Kanaalweg te Utrecht/Dienst Vastgoed Defensie

02.120884) en bij brief van handhaving gemeente Utrecht om voor 1 oktober 2014 de sanering van geval 1 aan te vangen;

2. het vaststellen van een de gevalsdefinitie voor het gehele terrein inclusief de gevallen die zich buiten het terrein hebben verplaatst;

3. het vaststellen van de saneringsdoelstelling en de saneringsmaatregelen voor het gefaseerd saneren van de bekende ernstige en niet ernstige gevallen van bodemverontreiniging;

Page 8: Saneringsplan Kazerneterrein Overste Den Oudenlaan 20

6 Gefaseerd saneringsplan Kanaalweg te Utrecht/Dienst Vastgoed Defensie

2 ALGEMENE INFORMATIE PLANGEBIED

Achtereenvolgens worden in dit hoofdstuk de volgende deelaspecten beschreven: x Terreinbeschrijving x Historie terrein x Eigendomssituatie x Opstallen van historische waarde x Niet gesprongen explosieven x Archeologische waarden x Toekomstige planvorming en bestemming x Bodemopbouw en geohydrologie

Deze deelaspecten vormen de uitgangspunten voor het saneringsplan. 2.1 Terreinbeschrijving

De locatie waarvoor het saneringsplan wordt opgesteld is gelegen aan de Overste Den Oudenlaan 20 te Utrecht. De locatie wordt omsloten door de, Overste Den Oudenlaan, Dr. M.A. Tellegenlaan en een bedrijventerrein (NUON) aan de Kanaalweg/Koningin Wilhelminalaan te Utrecht. De situering van de locatie is weergegeven op foto 1 en in bijlage 1. De locatie is vanaf omstreeks 1955 in gebruik als magazijnencomplex door het Ministerie van Defensie. De oppervlakte van de locatie in bezit van het Ministerie van Defensie en waar dit saneringsplan betrekking op heeft is ca 7,4 hectare. Het terrein is voor een groot deel bebouwd met opslagloodsen en verhard met parkeervoorzieningen. Op dit moment bevinden zich naast opslagloodsen; (bedrijfs)kantoren, kantines, stallingruimten, een wachtgebouw, een ketelhuis, diverse transformatoren en een buitenterrein met parkeerterrein, groenvoorziening en ontsluitingen op het terrein, alsmede de Villa Jongerius met erf plaatselijk bekend Overste Den Oudenlaan 20 te Utrecht. De opslagloodsen zijn leeg en het terrein is inmiddels door het Ministerie van Defensie verlaten.

Foto 1 : locatie

Page 9: Saneringsplan Kazerneterrein Overste Den Oudenlaan 20

7 Gefaseerd saneringsplan Kanaalweg te Utrecht/Dienst Vastgoed Defensie

56

7

K

8

12

3

B

4

10

C

F

A

G

9

Er bevinden zich nog kelders, ondergrondse infra (gas, electriciteit maar ook oude transportleidingen) en een ondergrondse tank. Een complete inventarisatie van de ondergrondse infra wordt nog uitgevoerd in verband met de sloopwerkzaamheden en de voorbereidingen op de sanering. 2.2 Historie terrein

De historische gegevens zijn gebaseerd op het rapport Nader Bodemonderzoek van Grontmij 2010 [23]. Het terrein en de omgeving hadden voorheen een agrarische bestemming. In 1832 was nagenoeg de gehele locatie (en de omgeving hiervan) in gebruik voor akkerbouw. Ter plaatse van hal 3 was een huis met erf gelegen. Tussen de periode van 1849 tot 1902 is het Merwedekanaal (ten noordoosten van de locatie) gegraven. Ook in 1922 had de locatie nog een agrarisch gebruik. In de periode van 1935 tot 1955 is de locatie gebruikt door de carrosserie- en constructiewerkplaatsen Jan Jongerius N.V. (met als hoofdkantoor de villa aan de Kanaalweg 64) voor de productie van carrosserieën van de T-Ford. .

Figuur 1: Aanduiding hallen en gebouwen op het terrein Overste den Oudenlaan 20 Tijdens de Tweede wereldoorlog zijn ook Duitse vliegtuigmotoren gerepareerd en gereviseerd. In de Tweede wereldoorlog heeft mogelijk door de uitwerking van een bombardement lekkage van brandstof

Page 10: Saneringsplan Kazerneterrein Overste Den Oudenlaan 20

8 Gefaseerd saneringsplan Kanaalweg te Utrecht/Dienst Vastgoed Defensie

plaatsgevonden. Er is een kans op de aanwezigheid van nog niet gesprongen explosieven (NGE) in het terrein. In paragraaf 2.5 wordt hier nader op ingegaan. Het terreindeel direct ten oosten van de villa is in de periode van 1936 tot 1955 gebruikt voor op- en overslag van brandstoffen door het bedrijf Caltex (California Texas Oil Co.). De brandstoffen werden vanaf het noordoostelijk gelegen Merwedekanaal per schip aangevoerd. De brandstoffen werden per ondergrondse leiding vanaf de kade van het Merwedekanaal naar de opslag op het terrein gepompt (ter plaatse van Hal 5). De opslag van brandstoffen vond zowel bovengronds als ondergronds plaats. De bovengrondse tanks zijn nog zichtbaar op foto 1. De twee transportleidingen van het Merwedekanaal naar de locatie zijn slechts deels verwijderd. De ondergrondse tanks die zijn geplaatst tijdens de bedrijfsuitvoering van Jongerius zijn voor zover bekend verwijderd. In het saneringsplan is voorzien dat ondergrondse tanks worden verwijderd (zie hiervoor paragraaf 5.3).

Foto 2: Fabrieksterrein Jongerius omstreeks 1938 met de villa en Caltex vestiging (bron: www.ajongerius.nl) Foto 3: Fabrieksterrein Jongerius in 1948 met uitbreidingen en boomgaard op de achterzijde

Page 11: Saneringsplan Kazerneterrein Overste Den Oudenlaan 20

9 Gefaseerd saneringsplan Kanaalweg te Utrecht/Dienst Vastgoed Defensie

Op foto 2 is te zien het zuidelijk terreindeel voornamelijk in gebruik was als boomgaard. Op de boomgaard waren diverse sloten gelegen die noordoost - zuidwest georiënteerd waren. Het gebruik van de boomgaard is in 1948 beëindigd, waarbij de diverse sloten zijn gedempt. 2.3 Bodembedreigende activiteiten

In tabel 2.1 zijn de bodembedreigende activiteiten met vooral tanks die in gebruik zijn geweest op de locatie opgesomd. Dit betreffen allen historische activiteiten die niet meer in gebruik zijn. Dit overzicht wordt gegeven om de relatie te leggen tussen de bodembedreigende activiteit en de aangetroffen bodemverontreiniging. In bijlage 4 is een tekening opgenomen met de ligging van alle bodembedreigende activiteiten ook die genoemd worden in tabel 2.2. Tabel 2.1: historische bodembedreigende activititeiten Nr. Activiteit Type (brand)stof 1. 2 ondergrondse tanks Onbekend 2. Ondergrondse aanvoerleidingen (gefundeerd) Vermoedelijk benzine 3. 10 ondergrondse tanks van 100 m3 Vermoedelijk benzine 4. Technische dienst Mogelijk brandstoffen 5. Voormalige Smeerput Olie 6. Ondergrondse tank van 6 m3 Onbekend 7. 6 ondergrondse tanks 6 m3 Onbekend 8. Ondergrondse aanvoerleidingen (gefundeerd) Benzine 9. 6 bovengrondse tanks van 50 m3

5 ondergrondse tanks van 2/4 m3 Benzine Onbekend

10. 2 ondergrondse tanks van 30 m3 Onbekend 11. Storage rooms olie en kerosine Olie en kerosine 12. Ondergrondse kelder Nvt 13. Nood aggregaat Pcb’s en olie 14. 2 ondergrondse tanks van 15 en 50 m3 Onbekend 15. Ondergrondse tank van 6 m3 Onbekend Het merendeel van de genoemde tanks is (vermoedelijk) verwijderd in een periode dat er nog geen wetgeving was voor het gecertificeerd verwijderen van tanks. Over de verwijdering is geen informatie te achterhalen. Mede op basis van geofysische onderzoek is komen vast te staan dat de meeste tanks zijn verwijderd. Mocht dit niet het geval zijn dan zal dit tijdens de sloop en saneringswerkzaamheden alsnog plaatsvinden. Van de aanvoerleidingen voor brandstof (2 en 8) is niet bekend of deze zijn verwijderd. De saneringsaanpak voorziet in het verwijderen van eventuele nog aanwezige tanks en leidingen en is voorbereid op aanwezig brandstofgerelateerde verontreinigingen. Voor onvoorziene verontreinigingen is tevens een procedure opgenomen. Vanaf 1955 is de locatie door het Ministerie van Defensie in gebruik genomen als magazijnencomplex. Defensie heeft een aantal bodembedreigende activiteiten die Wet Milieubeheer- en activiteitenbesluitplichtig zijn. In tabel 2.2 zijn deze opgenomen.

Page 12: Saneringsplan Kazerneterrein Overste Den Oudenlaan 20

10 Gefaseerd saneringsplan Kanaalweg te Utrecht/Dienst Vastgoed Defensie

Tabel 2.2: bodembedreigende activiteiten in kader van Wet milieubeheer en activiteitenbesluit Nr. Activiteit (WM of activiteitenbesluit) Opmerkingen 16 Acculaadruimte (gebouw 4) 17 Opslag van brandstoffen (gebouw L) Vloeistofdichte voorziening aanwezig 18 1,5 m3 kunststof tank (gebouw G) (aanwezigheid

onzeker) Niet dubbelwandig met afgewerkte olie

19 50 m3 tank (gebouw F) Diesel met nulsituatieonderzoek 20 Wasplaats met olieafscheider (gebouw G) Vloeistofdichte voorziening 21 Vetafscheider (gebouw C) Nabij deze bodembedreigende activiteiten zal een eindsituatieonderzoek plaatsvinden in verband met de beëindiging van de activiteiten conform de Wet Milieubeheer en het activiteitenbesluit. Op het zuidelijk terreindeel heeft door het Gemeentelijk Vervoerbedrijf Utrecht, in de periode van september 2004 tot september 2007, stalling van bussen plaatsgevonden. Dit terrein is verhard met stelconplaten en klinkers. De voormalige en de bedrijfsactiviteiten van het Ministerie van defensie geven aanleiding om verontreinigingen te verwachten met minerale olie, vluchtige aromaten, PCB’s, OCB’s, zware metalen, PAK en asbest. 2.4 Eigendomssituatie plangebied

Het terrein is omstreeks 1955 gekocht door de Staat en sindsdien in gebruik door het ministerie van Defensie als magazijn complex. Het voormalige Defensiecomplex bekend als “LC Kanaalweg”, plaatselijk bekend Overste Den Oudenlaan 20 en 54 te Utrecht en Kanaalweg 63-65 te Utrecht. De kadastrale percelen die vallen binnen de terreingrens in eigendom van de Staat zijn opgenomen in tabel 2.3 en op kaart aangeduid in figuur 2. Tabel 2.3: Kadastrale percelen en eigendom

Het kadastrale perceel R1109 waar de Villa Jongerius op is gesitueerd en R1127 met Hal B is of wordt gerestaureerd in verband met de monumentenstatus. Deze percelen maken geen onderdeel uit van de toekomstige herontwikkeling.

Perceel Eigendom Oppervlakte m2

R1128 De Staat (Defensie) 71.696

R54 De Staat (Defensie) 1.410 R419 De Staat (Defensie) 103 R1127 De Staat (Defensie) / In gebruik gegeven aan

de gemeente Utrecht c.q. de Stichting vrienden Jongerius Complex (Hal B)

837

R1109 De Staat (Defensie) / in gebruik gegeven aan de gemeente Utrecht c.q. de Stichting vrienden

Jongerius Complex (Villa)

390

Totaal 74.438

Page 13: Saneringsplan Kazerneterrein Overste Den Oudenlaan 20

11 Gefaseerd saneringsplan Kanaalweg te Utrecht/Dienst Vastgoed Defensie

In figuur 2 is de kadastrale situatie van de en het plangebied en de directe omgeving weergegeven. In figuur 2 is een mogelijk plan met woonblokken opgenomen. Dit betreft geen stedebouwkundig plan waarvan moet worden uitgegaan.

Figuur 2: Kadastrale eigendomssituatie van de locatie en directe omgeving 2.5 Opstallen van historische waarde

Op het terrein is de uit 1938 stammende voormalige Villa van de industrieel Jongerius gelegen. Deze woning wordt ‘Villa Jongerius’ genoemd. De Villa is een rijksmonument, evenals de tuin en het kantoorgebouw (hal B). Voor de Villa met tuin is een opstalrecht gevestigd door ‘Vrienden van het Jongeriuscomplex’ welke nu het gebouw in gebruik hebben.

Page 14: Saneringsplan Kazerneterrein Overste Den Oudenlaan 20

12 Gefaseerd saneringsplan Kanaalweg te Utrecht/Dienst Vastgoed Defensie

2.6 Niet gesprongen explosieven

Tijdens de Tweede Wereldoorlog was in de Jongerius fabrieken een onderhoudswerkplaats van Duitse vliegtuigmotoren aanwezig. Deze onderhoudswerkplaats was gesitueerd in hal 5. Het terrein is op 4 november 1944 door de geallieerden gebombardeerd. Een reconstructie van het bombardement geeft aanleiding tot het vermoeden dat er een aantal blindgangers zijn geweest. De gemeente is op basis van regelgeving verantwoordelijk voor het opsporen en ruimen van niet gesprongen explosieven (NGE) uit de Tweede Wereldoorlog. De beslissing om hiertoe in een concrete situatie al dan niet over te gaan is de bevoegdheid van het college van burgemeester en wethouders. Voor de aanleg van het Hoogwaardig Openbaar Vervoer (HOV-baan) heeft de gemeente opdracht gegeven om vooronderzoek [26] uit te voeren naar het mogelijk voorkomen van Niet gesprongen Explosieven (NGE). In de zogenaamde HOV Zuid Radiaal is ondermeer het tracé Overste den Oudenlaan opgenomen, de HOV baan is geprojecteerd aan de Oostzijde van deze weg, en ligt daarmee tegen het deels op het Overste Den Oudenlaan terrein (kaart voorlopige aanleg zie bijlage 16. In het vooronderzoek, de probleeminventarisatie en probleemanalyse [26], werd geconcludeerd dat het HOV tracé aan de Overste den Oudenlaan verdacht is op de aanwezigheid van NGE. Hieraan ligt de volgende motivatie ten grondslag: Het totale terrein van de voormalige fabriek van Jongerius is verdacht op afwerpmunitie (vliegtuigbommen). Voordat sanering plaats gaat vinden zullen eventuele aanwezige NGE’s worden verwijderd. Inmiddels heeft er een geofysisch NGE onderzoek [33] plaatsgevonden op het terrein. De conclusie van dit onderzoek is dat grote delen van het buitenterrein zijn vrijgegeven van NGE tot een diepte van 2,5 – 3,0 m-mv. De grondlaag tot een diepte van 5,0 m-mv is vooralsnog verdacht voor NGE gezien de veronderstelde indringingsdiepte op basis van de opbouw van de grond. Dit deel van het terrein dient door aanvullend (geofysisch) onderzoek te worden alvorens het kan worden vrijgegeven. De terreindelen met bebouwing zijn nog niet vrijgegeven omdat de geofysische apparatuur niet door fundaties kan doordringen. Nadat sloop van de betonnen vloeren heeft plaatsgevonden kan door aanvullend geofysisch onderzoek vrijgave of opgraving van NGE plaatsvinden. Ten tijde van het opstellen van dit saneringsplan wordt er een projectgebonden risico analyse (PRA) opgesteld voor het voorkomen van niet gesprongen explosieven (voor dit terrein dus afwerpmunitie). Met deze PRA kan een nadere invulling aan het onderzoek voor de vrijgave zoals opgenomen in d e koopovereenkomst worden gegeven. De resultaten van de PRA zullen in de uitvoeringsplannen worden opgenomen. 2.7 Archeologische waarden

In verband met de verkoop van het terrein en de toekomstige sanering- en herinrichtingswerkzaamheden is een vooronderzoek uitgevoerd [30] naar de mogelijke archeologische waarden in de ondergrond van het terrein. Op grond van de bestudeerde bronnen kan geconcludeerd worden dat het plangebied een middelhoge trefkans heeft op archeologische vindplaatsen. Op grond van de aanwezige erfverharding en bebouwing met deels onderkeldering is de natuurlijke bodemopbouw mogelijk voor een deel verstoord. Echter door de ophoging van het plangebied met 1,5 tot 3,0 meter klei en zand, kunnen vindplaatsen in de diepere ondergrond bewaard gebleven zijn. Dit zal met behulp van het bodemonderzoek moeten worden bevestigd. In afstemming met de gemeente Utrecht zal een verkennend booronderzoek dan wel een geofysisch onderzoek plaatsvinden om archeologische vondsten uit te sluiten dan wel te traceren en indien noodzakelijk veilig te stellen.

Page 15: Saneringsplan Kazerneterrein Overste Den Oudenlaan 20

13 Gefaseerd saneringsplan Kanaalweg te Utrecht/Dienst Vastgoed Defensie

2.8 Toekomstige planvorming en functie

Het Overste Den Oudenlaan terrein ligt dicht tegen het centrumgebied aan en maakt onderdeel uit van het te ontwikkelen deelgebied Merwedekanaalzone 4. Volgens de visie op de Merwedekanaalzone (Gemeente Utrecht, 2005) biedt dit deelgebied met aan de overzijde een nieuw woongebied (Parkhaven) aan het water goede mogelijkheden om een substantieel aantal woningen toe te voegen. De overzijde van het Merwedekanaal is in de afgelopen jaren van industrieel gebruik getransformeerd naar een woongebied. Ook voor het Overste Den Oudenlaan terrein heeft de gemeente Utrecht de wens het te ontwikkelen naar een woongebied. In 2010 waren de plannen voor het terrein concreet waarbij vooral appartementen, zoals aan de overzijde van het Merwede kanaal, geprojecteerd waren. Momenteel lijkt het kansrijker om in het gebied geen appartementen te ontwikkelen maar grondgebonden woningen. Echter dit staat niet vast en gezien de huidige economische situatie lijkt woningbouw nog op zich te laten wachten.. Een stedenbouwkundig plan, een ontwerp dient nog te worden vastgesteld evenals een bestemmingsplanwijziging. De verwachting is dat het terrein gefaseerd en in delen zal worden heringericht. Gefaseerde ontwikkeling geeft flexibiliteit om te reageren op marktomstandigheden. Uitgangspunt is dat de bodem milieuhygiënisch geschikt moet zijn voor de functie die het vervult. Het saneringsplan geeft hiertoe de randvoorwaarden. 2.9 Regionale en lokale bodemopbouw en geohydrologie

Regionale bodemopbouw en geohydrologie

Tabel 2.4: Hydraulische karakteristieken in relatie tot de regionale bodemopbouw

Top / basis [m +NAP]*

Geohydrologische schematisatie (geologische eenheid) Doorlatendheid Kh [m/dag]

Weerstand C [d]

MV tot -5 Deklaag (Formaties van Boxtel, Echteld en Nieuwkoop) Variabel Variabel

-5 tot -42 WVP1A (Formaties van Kreftenheye, Urk en Sterksel) 30 n.v.t.

-42 tot -64 SDL1 (Formatie van Peize-Waalre) n.v.t. 800

-64 tot -80.0 WVP 2 (Formatie van Peize-Waalre) 35 n.v.t.

-80.0 tot -85 SDL2** (Formatie van Peize-Waalre) n.v.t. Variabel

-85 tot -145 WVP3 (Formatie van Peize-Waalre) 30 n.v.t.

* Gemiddelde diepte (kan sterk variëren), ** Veelal afwezig Lokale bodemopbouw Het maaiveld op de locatie ligt gemiddeld op ca. 2,0 m boven NAP. Vanaf het maaiveld wordt tot 0,5 m-mv een zandige laag aangetroffen en tot ca. 2,5 m-mv wordt een kleiige laag van ca. 0,50 – 0,75 m-mv aangetroffen. Over het algemeen komt dit overeen met het algemene beeld van de deklaag regionaal. De bodem van de onderzoekslocatie is tot minimaal 36 meter minus maaiveld (m-mv) hoofdzakelijk opgebouwd uit matig fijn tot grof zand.

Page 16: Saneringsplan Kazerneterrein Overste Den Oudenlaan 20

14 Gefaseerd saneringsplan Kanaalweg te Utrecht/Dienst Vastgoed Defensie

Verstoringen en puinlagen De genoemde kleiige laag is op de locatie veelal niet meer of slechts deels aanwezig als gevolg van civiele werkzaamheden (bouwen, plaatsen ondergrondse tanks, etc). De onderbroken oorspronkelijke bodemopbouw is in veel gevallen vervangen door cunetzand en in sommige gevallen door (bouw)puin. De eerste 1,5 m – mv is door aanleg van de hallen in vele gevallen geroerd en verstoord. Verspreid over het terrein bevindt zich in de eerste meter minus maaiveld puin. Geohydrologie Het 1e watervoerend pakket reikt tot circa 45 m-mv. Vanaf 45 m-mv is een scheidende kleilaag aanwezig De dikte van deze kleilaag varieert In het watervoerend pakket treden hoofdzakelijk horizontale stromingspatronen op. In de scheidende laag hoofdzakelijk verticale stromingsrichtingen. De grondwaterstroming in het eerste watervoerend pakket is west-noordwestelijk gericht. De freatische grondwaterstand is gemiddeld 1,4 m-mv. De grondwaterstromingssnelheid bedraagt indicatief 10 m/jaar (opgave gemeente Utrecht).

Page 17: Saneringsplan Kazerneterrein Overste Den Oudenlaan 20

15 Gefaseerd saneringsplan Kanaalweg te Utrecht/Dienst Vastgoed Defensie

3 VERONTREINIGINGSSITUATIE EN GEVALSDEFINITIE

In dit hoofdstuk is de verontreinigsituatie samengevat en wordt een nieuwe gevalsdefinitie geformuleerd. De onderzoeksinformatie is in het licht van de toekomstige functiewijziging opnieuw beoordeeld en daarbij is de gevalsdefinitie opnieuw vastgesteld op basis van de technische, ruimtelijke en organisatorische samenhang van de verontreiniging. Bij het beoordelen van de verontreinigingssituatie zijn veel onderzoeken betrokken die na 2003, het jaar waarop geval 1 en 2 zijn beschikt, zijn uitgevoerd. Daaruit is geconcludeerd dat de gevalsgrens groter is dan de huidige situatie mede in verband met de toekomstige herinrichting. De bestaande gevalsgrenzen van geval 1 en 2 vallen binnen de nieuwe vast te stellen gevalsgrens waarbij de gefaseerde sanering in ieder geval voorziet in de sanering van deze twee gevallen. In 3.6 is de nieuwe gevalsdefinitie opgenomen. Voor een gedetailleerde beschrijving van de verontreinigingssituatie wordt verwezen naar de betreffende rapportages van de uitgevoerde onderzoeken die in de periode van 1990 tot en met 2012 op het terrein zijn uitgevoerd (3.1). In 3.2 wordt de bestaande gevalsdefinitie beschreven. In 3.3 en 3.4 is een samenvatting gegeven van de verontreinigingsituatie met een onderscheid in mobiel en immobiel. In 3.5 wordt ingegaan op de ernst en risico’s.

3.1 Overzicht beschikbare onderzoeksrapporten

1. 1990 juni: Oranjewoud; Nader onderzoek; Ref. 15682; 2. 1991 februari: Tukkers; Orienterend onderzoek; Ref. 1561; 3. 1992 mei: Tukkers; Nader onderzoek; Ref. 1862; 4. 1994 augustus: Oranjewoud; Aanvullend onderzoek; Ref. 4604-22179; 5. 1996 juni: DHV; Aanvullend onderzoek en saneringsonderzoek; Ref.MT-BD-961824; 6. 1996 juni: DHV; Locatiespecifiek onderzoek ivm saneringsaanpak; Ref. MT-BD-962136; 7. 1997 februari: Grontmij; Nader onderzoek; Ref. 13.3899.1; 8. 1997 november: DSO; Concept Evaluatierapport sanering Verlengde van Zijstweg; Ref 31H23.4 9. 1998 april: Chemielinco; Verkennend en nader onderzoek; Ref. 97591; 10. 1998 april: Oranjewoud; Historisch onderzoek; Ref. 87129; 11. 1999 maart: Arcadis; BOOT Nulsituatie onderzoek; Ref. 633/WA99; 12. 1999 april: Tauw; Verkennend onderzoek; Ref. 3707970; 13. 1999 september: Oranjewoud; Nader Onderzoek; Ref. 87828; 14. 2000 oktober: MTE; Actualiserend en afperkend onderzoek; Ref. 0044008/hb; 15. 2001 juni: MTE; Actualiserend en aanvullend onderzoek; Ref. 0044008/hb; 16. 2003 mei: Acorius; Aanvullend en Monitoringsonderzoek (grondwater), Ref. 032207/hb; 17. 2003 november: Acorius; Actualiserend en afperkend onderzoek; Ref. 0347003/hb; 18. 2004 oktober: Acorius; Actualiserend onderzoek; Ref. 0441 005/hb; 19. 2005 februari: Acorius; Aanvullend onderzoek; Ref. 0505011/gk; 20. 2005 maart: Acorius; Aanvullend onderzoek; Ref. 0507010/gk; 21. 2007 mei: Grontmij; Actualiserend en aanvullend nader onderzoek; Ref. 13.3899.1; 22. 2008 april: Acorius; Eind- en nulsituatie onderzoek; Ref. 0814015/sp; 23. 2008 november: Grontmij; Naderonderzoek; Ref. 13/999088232/VC; 24. 2009 april: Geofox Lexmond; Verkennend en aanvullend asbestonderzoek; Ref 20082168/RSME 25. 2009 april: PJ milieuservices; Verkennend onderzoek op terrein Villa; Ref 09100001A 26. 2009 juni: Rapport Probleeminventarisatie en –analyse (NGE); Ref. RO-090080 versie 1.0; 27. 2010 maart: Oranjewoud; Nader bodemonderzoek MC Kanaalweg (Locatie HOV-baan) te Utrecht; 28. 2010 juli: Oranjewoud; Nader bodemonderzoek; Ref. 202922; 29. 2010 november: RoyalHaskoningDHV; Saneringsonderzoek MC Kanaalweg; RefMD-AF20101759;

Page 18: Saneringsplan Kazerneterrein Overste Den Oudenlaan 20

16 Gefaseerd saneringsplan Kanaalweg te Utrecht/Dienst Vastgoed Defensie

30. 2012 oktober: Hamaland advies; Bureau onderzoek archeologie Overste Den Oudenlaan; Ref 20120216 31. 2013 oktober: Bioclear; Natuurlijke afbraakpotentieel Overste Den Oudenlaan te Utrecht; 32. 2013 Saricon: Detectierapport NGE Overste Den Oudenlaan; Ref 13S102-PVO-01. 3.2 Verontreinigingsituatie en beschikking ernst en urgentie 2003

Uit onderzoeken in de periode 1990-2003 blijkt dat het defensieterrein belast is met twee gevallen van ernstige bodemverontreiniging, te weten:

x Geval-1: ernstige bodemverontreiniging met minerale olie en benzeen in grond en grondwater. Urgentie om over te gaan tot sanering voor 1 januari 2013 waarvoor door handhaving uitstel is verleend tot 1 oktober 2014 (9 juli 2013, SO 13 050951).

x Geval-2: ernstige bodemverontreiniging met minerale olie, PAK en zware metalen in grond en grondwater. Voor dit geval is geen urgentie om over te gaan tot saneren tenzij gebruik en/of functie wijzigt.

Het besluit ‘vaststelling ernst van verontreiniging en saneringsurgentie’ is door de gemeente Utrecht, als bevoegd gezag in deze, genomen op 24 maart 2003 (kenmerk DSO 02.120884). Deze gevallen van bodemverontreiniging zijn bij bevoegd gezag bekend als: Militair complex Kanaalweg op de adressen 63A, 64, 65 en Overste den Oudenlaan 20 te Utrecht, locatiecode AA034400197. In figuur 3 is een deel van de kadastrale kaart opgenomen uit de beschikking van 2003 met de beide ernstige gevallen van bodemverontreiniging.

Figuur 3: Gevallen van ernstige verontreiniging met naamgeving uit beschikking 2003 In 2003 is gekozen voor twee aparte gevallen. De gevallen hebben een ruimtelijke en organisatorische samenhang, vanwege het verband met het voormalige Jongerius Fabrieksterrein. Geval 2 blijkt ook andere verontreinigingscomponenten te bevatten van immobiele aard. In 3.3 beschrijven we de actuele verontreinigingssituatie van geval 1 en 2. 3.3 Actuele verontreinigingsituatie algemeen

De aanwezige bodemverontreiniging wordt gekenmerkt door een tweetal aangewezen mobiele gevallen van ernstige bodemverontreiniging (geval 1 en 2) als gevolg van aanwijsbare verontreinigingsbronnen.

Geval 1

Geval 2

Page 19: Saneringsplan Kazerneterrein Overste Den Oudenlaan 20

17 Gefaseerd saneringsplan Kanaalweg te Utrecht/Dienst Vastgoed Defensie

Hierbij dient de sanering van geval 1 voor 1 oktober 2014 aan te vangen. Daarnaast zijn er lichte tot sterke immobiele verontreinigingen verspreidt over het terrein als gevolg van ophooglagen. Deze ophooglagen zijn aangebracht bij het realiseren van de bedrijfsactiviteiten. In figuur 4 is de totale verontreinigingssituatie van grond en grondwater weergegeven.

Figuur 4: Overzicht verontreinigingen grond en grondwater Alle verontreinigingen betreffen historische gevallen van bodemverontreiniging en hierop is de Wet Bodembescherming op van toepassing en de Circulaire bodemsanering (1 juli 2013). 3.4 Verontreinigingsituatie zoals bekend in 2014

3.4.1 Mobiele verontreiniging (geval 1)

Grondverontreiniging mobiel De mobiele verontreiniging, aangeduid met geval 1 volgens de beschikking uit 2003, betreft een ernstige bodemverontreiniging met minerale olie en benzeen in grond en grondwater. Volgens nader onderzoek uit 2008 en 2010 zijn in de grond drie verschillende bronzones afgebakend die ook duidelijk gerelateerd kunnen worden aan een aantal verontreinigingsbronnen waar minerale olie en benzeen de I-waarde voor grond wordt overschreden. In het nader onderzoek van Oranjewoud [28] zijn deze bronzones aangeduid met de werk-benaming: V4a, V4b en V5. In figuur 4 zijn de drie bronzones in de grond opgenomen met de historische verontreinigingsbronnen, zoals de voormalige ondergrondse tanks. In de nader onderzoeken uitgevoerd door Grontmij [23] en CSO [27] zijn deze bronzones eveneens in kaart gebracht. In het saneringsonderzoek van RHDHV [29] is deze benaming eveneens overgenomen.

Page 20: Saneringsplan Kazerneterrein Overste Den Oudenlaan 20

18 Gefaseerd saneringsplan Kanaalweg te Utrecht/Dienst Vastgoed Defensie

Een deel van de verontreiniging van V5 in de Dr. M.A.Tellegenlaan is gesaneerd op verzoek van de gemeente Utrecht. Van de sanering is tevens een evaluatierapport opgesteld. Uit het evaluatierapport blijkt dat er 1025 m3 met minerale olie verontreinigde grond is gesaneerd net onder grondwaterniveau (ca 2,5 m-mv) en aangevuld met schoon zand. Op de grens van het terrein is HDPE folie aangebracht om verspreiding van de veronteriniging die is achtergebleven op het terrein aan de Overste en Oudenlaan naar het gesaneerde deel te voorkomen. De bovengrond lijkt gesaneerd, maar vanaf 2,5 m-mv is de grond nog verontreinigd wat ook blijkt het nader onderzoek van Oranjewoud op het traject van de HOV baan [28]. In tabel 3.1 zijn per bronzone de maximale concentraties in de grond, het dieptetraject van I en A waarden, het oppervlak en omvang opgenomen. Tabel 3.1 Grondverontreiniging mobiel (geval 1) Bronzone Stoffen Maximale*

concentraties mg/kg ds

Traject Oppervlak Omvang

Bron V4A Minerale olie en BTEX

Minerale olie 7.500 (I) Benzeen: 1,6 (I) Ethylbenzeen 2,1 (I) Tolueen 0,81 (I) Xyleen 3,5 (I)

1,5 – 6 m-mv (I) 1- 10 m-mv (S)

1.595 m2 (I-contour) 3.500 m2 (A-contour)

6.800 m3 (> I) 31.500 m3 (> A)

Bron V4B Minerale olie en BTEX

Minerale olie 2.600 (I) Benzeen: < 0,05 Ethylbenzeen < 0,1 Tolueen < 0,05 Xyleen < 0,02

2 – 6 m-mv 369 m2 (I-contour) 1.900 m3 (> I)

Bron V5 Minerale olie en BTEX

Minerale olie 1.500 (I) Benzeen: 0,54 (I) Ethylbenzeen 42 (I) Tolueen 1,8 (T) Xyleen: 18 (I)

0 – 6 m-mv (I) 0 – 10 m-mv

972 m2 (I-contour) 2.874 m2 (A-contour)

5.000 m3 (> I) 20.000 m3 (> A)

A= achtergrondwaarde, T= tussenwaarde en I=Interventiewaarde *onderzoek Grontmij 2008 en Oranjewoud 2010 In bijlage 2a is een kadastrale kaart opgenomen met de Interventiewaarde contouren van de bronzones in grond. Bijlage 5 bevat een tekening met de verontreinigingsituatie minerale olie en benzeen in grond. Grondwaterverontreinigingen mobiel bronzone en pluim De verontreinigingen in het grondwater zijn eveneens te relateren aan de gelekte brandstofproducten. De verontreiniging minerale olie bevindt zich met name rondom de bronzones(V4A, V4B en V5). De horizontale verspreiding van minerale olie is beperkt tot enkele meters buiten de locatie terwijl benzeen tientallen meters vanaf de terreingrens is aangetoond (bijlage 8).

Page 21: Saneringsplan Kazerneterrein Overste Den Oudenlaan 20

19 Gefaseerd saneringsplan Kanaalweg te Utrecht/Dienst Vastgoed Defensie

Tabel 3.2 Grondwaterverontreiniging mobiel (geval 1) Bronzone Stoffen Maximale*

concentraties Traject Oppervlak Omvang

Bron V4A Minerale olie en BTEX

Minerale olie: 510 (T) Benzeen: 200 (I) Ethylbenzeen 19 (T) Tolueen 21 (T) Xyleen 86 (I)

2- 10 m-mv 2.809 m2

(T-contour minerale olie)

22.472 m3

Bron V5 Minerale olie en BTEX

Minerale olie: 720 (I) Benzeen: 660 (I) Ethylbenzeen 470 (I) Tolueen 21 (T) Xyleen 86 (I)

2 – 12 m-mv 1.330 m2 (I-contour minerale olie)

13.300 m3

Pluim** BTEX Benzeen: 660 5 – 15 m-mv 8.705 m2 53.000 m3

A= achtergrondwaarde, T= tussenwaarde en I=Interventiewaarde *onderzoek Grontmij 2008, Oranjewoud 2010 en Bioclear 2012 ** exclusief de bronzones Op grond van de monitoringsgegevens van de afgelopen 20 jaar (periode 1990 – 2012) zijn trendanalyses uitgevoerd door Bioclear [32] en door RoyalHaskoningDHV. Beide trendanalyses laten zien dat de concentraties minerale olie en benzeen in de bronzones en de pluim afnemen. In bijlage 10 zijn beide trendanalyses opgenomen. Uit de meetreeksen blijkt dat in de jaren 1992 en 1996 de hoogste concentraties benzeen nabij de bronzones V4A en V5 (respectievelijk 8.570 en 5.400 ug/l) zijn gemeten. Deze concentraties zijn in de jaren hierna niet meer gemeten. De interventiewaardecontour van de pluim blijkt tussen 2008 en 2012 afgenomen op grond van de gemeten concentraties benzeen in peilbuis 2001 (geheel stroomafwaarts van de pluim) en peilbuis 1002 op de lengteas van de pluim. De concentratie benzeen in peilbuis 2001 is van 1,9 ug/l (T-waarde) gemeten in 2009 naar minder dan 0,2 ug/l in 2012 gemeten. In peilbuis 1002 is de concentratie benzeen van 130 ug/l (I-waarde) in 2008 gemeten naar 24 ug/l (T-waarde) in 2012 gemeten. Dit beeld wordt ook bevestigd door andere metingen in de lengte as van de pluim. De omvang van de pluimafname is zichtbaar gemaakt in figuur 5. In tabel 3.3 is van een aantal peilbuizen de trend in de concentraties weergegeven van enkele jaren voor benzeen en minerale olie.

Page 22: Saneringsplan Kazerneterrein Overste Den Oudenlaan 20

20 Gefaseerd saneringsplan Kanaalweg te Utrecht/Dienst Vastgoed Defensie

Figuur 5: omvang I-contour verontreiniging geval 1 (grondwater) In bijlage 8 zijn de bronzone contouren in het grondwater opgenomen. Tabel 3.3: Trend concentraties peilbuizen op de stromingsrichting geval 1: 2008, 2009 en 2012 Peilbuis� Filter�

diepte�Ligging� 2008� 2009� 2012�

A1 5Ͳ6 Stroomopwaarts�bronzone�V4a Ͳ� Ͳ� Ͳ�

10Ͳ11 Stroomopwaarts�bronzone�V4a <0,2� Ͳ� <0,2�

45 1Ͳ2 Bronzone�V5 210� Ͳ� Ͳ�

100B 12Ͳ13 Bronzone�V5 20,2� Ͳ� Ͳ�

1006 8Ͳ9� Bronzone�V4� 320� Ͳ� 45�

202B 7Ͳ8 Stroomafwaarts�van�bronzones 250� 420� 8,4�

12Ͳ13 Stroomafwaarts�van�bronzones 280� 300� 160�

1025 7Ͳ8 Pluim� 4,9� 180� 0,83�

12Ͳ13 Pluim� 7,7� 210� 15�

1002 12Ͳ13 Pluim� 130� Ͳ� 24�

2001 17Ͳ18� Stroomafwaarts�van�pluim� 1,9� Ͳ� <0,2�

- Niet�geanalyseerd� In de bronzones zijn de concentraties eveneens sterk gedaald. Werd in 1992 nabij de bron (peilbuis 32-3 (2-3 m-mv)) een concentratie aan benzeen aangetroffen van 8.570 µg/l, in 2012 was dit gedaald naar 210 µg/l. Stroomafwaarts in de pluim deed zich een vergelijkbare daling voor aan concentratie aan benzeen voor, van 5.400 naar 0,39 µg/l.

Page 23: Saneringsplan Kazerneterrein Overste Den Oudenlaan 20

21 Gefaseerd saneringsplan Kanaalweg te Utrecht/Dienst Vastgoed Defensie

In het onderzoek van Bioclear [32] zijn de gemiddelde concentraties benzeen van metingen in de bron en pluim tussen 1994 en 2012 vergeleken. In de bronzones V4A en V5 is een aanzienlijke concentratie afname zichtbaar. In bijlage 10 is de trendanalyse opgenomen. In 2008 reikte de benzeen verontreiniging tot 210 meter buiten de terreingrens, in 2012 is de contour afgenomen tot 100 meter. De pluim is in omvang afgenomen van een interventiewaardecontour van ruim 100.000 m3 naar 50.000 m3 wat aangeeft dat er geen verdere verspreiding plaatsvindt en de verontreinigingssituatie stabiel en krimpende is zonder saneringsmaatregel. Vertikaal is de verontreiniging, voornamelijk benzeen, (I-contour) verspreid tot een diepte van circa 14 meter beneden maaiveld (bijlage 9). Natuurlijke afbraak van organische verontreinigingen kan de waargenomen afname verklaren. Hier wordt nader op ingegaan in onderstaande. Natuurlijke afbraakpotentie van de mobiele verontreiniging In het onderzoek van bioclear [31] is onderzocht wat de natuurlijke afbraakpotentie is van de mobiele verontreiniging van geval 1 in de bestaande omstandigheden. Op grond van een grondwaterkarakterisatie en trendanalyse is de potentie van de natuurlijke afbraak onderzocht. In het onderzoek zijn tevens scenario’s gemodelleerd of sprake is van een stabiele eindsituatie van de pluim. Uit de grondwaterkarakterisatie en trendanalyse kan worden opgemaakt dat op de locatie natuurlijke afbraak van BETXN plaatsvindt. Aanwijzingen hiervoor zijn:

x De dalende concentraties BTEXN in de onderzochte peilbuizen en de, op basis van meerjarige monitoring, niet verder in lengte toenemende pluim;

x De sterker gereduceerde omstandigheden (sulfaatreducerend tot methanogeen) in het grondwater ter plaatse van de bronzones en de het grondwater ter plaatse van de stroomafwaarts gelegen peilbuizen ten opzichte van de van nature overheersende condities (ijzer- tot sulfaatreducerend). De afname van sulfaat en de toename van opgelost ijzer en methaan zijn het gevolg van de biologische afbraak van BETXN;

x De toename van alkaniniteit als gevolg van biologische activiteit waarbij verontreiniging volledig is afgebroken tot koolstofdioxide;

x Gunstige electronenbalans in enkele peilbuizen in de rand van de pluim. In de modelstudie van Bioclear is een scenario gemodelleerd met als uitgangspunt dat er geen nalevering plaatsvindt vanuit de bron. Dat is het scenario (A) wat aansluit bij een bronverwijdering wat als saneringsmaatregel is uitgewerkt voor geval 1. De uitkomst van deze modellering is een afname van pluimconcentraties met in eerste instantie een toename. Na 30 jaar zijn de concentraties in de pluim afgenomen tot ronde tussenwaarde. Deze afname lijkt gezien de huidige trend en concentraties in de pluim reëel. Op grond van de grondwaterkarakterisatie en de trendanalyse kan een afbraakconstante worden afgeleid. Bioclear heeft afbraakconstanten afgeleid op grond van trendanalyse maar heeft de voor verschillende scenario’s een afbraak constante gebruikt op grond van literatuurwaarden. Deze afbraakconstante is lager dan afbraakconstante die op basis van meerjarige monitoring kan worden afgeleid. Dit geeft aan dat de berekende scenario’s nog aan de voorzichtige kant zijn.

Page 24: Saneringsplan Kazerneterrein Overste Den Oudenlaan 20

22 Gefaseerd saneringsplan Kanaalweg te Utrecht/Dienst Vastgoed Defensie

3.4.2 Mobiele verontreiniging geval 2

De mobiele verontreiniging, aangeduid met geval 2 volgens de beschikking uit 2003, betreft een ernstige bodemverontreiniging met minerale olie in grond. Vermoedelijke oorzaak is de aanwezige brandstoftank geweest van 50.000 liter. In het grondwater zijn alleen de concentraties beneden de T-waarde aangetroffen. In tabel 3.3 zijn de maximale concentraties, het dieptetraject, oppervlak en omvang weergegeven. In bijlage 5 is de verontreiniging op kaart opgenomen. Tabel 3.4 Grond en grondwaterverontreiniging geval 2

Grond Maximale Concentraties*

Diepte Oppervlak Omvang

Minerale olie 12.400 (I)

1,2 – 6,0 m-mv 750 m2 (> I) 1.300 m2 (> A)

3.750 m3 I-contour

Grondwater diepte Oppervlak Omvang

Minerale olie 150 (S)

1, 2 – 6,0 m-mv 750 m 2 ( > S) 3.750 m2

A= achtergrondwaarde, S= streefwaarde, T= tussenwaarde en I=Interventiewaarde *onderzoek Oranjewoud 2010 3.4.3 Overige mobiele verontreiniging

Op het gehele terrein komen enkele lokale mobiele verontreinigingen voor, allen gerelateerd aan brandstofproducten. In het nader onderzoek van Oranjewoud, uitgevoerd in verband met de aanleg van de HOV baan [28] is een sterke verhoging met minerale olie aangetroffen in peilbuis 15 (1,7 – 3,2 m-mv). De verontreiniging is mogelijk deels op openbaar terrein van de Dr. M.A. Tellegenlaan aanwezig. Deze spot houdt vermoedelijk verband met de voormalige transportleiding welke liep vanaf het Merwedekanaal naar olietanks gelegen op het terrein van het voormalige Caltex. Ter plaatse zal nader onderzoek moeten worden uitgevoerd om de omvang in de richting van de Tellegenlaan nader vast te stellen). Tevens dient te worden uitgesloten of de transportleiding is verwijderd. In figuur 4 en bijlage 5 is de verontreiniging als mogelijke spot afgebeeld. De grond ter plaatse is licht verontreinigd. Verspreidt over het terrein komen in de bovengrond lichte tot sterke verhogingen met minerale olie voor buiten de reeds besproken gevallen. Het betreffen lokale verhogingen waarbij geen ernstige (Wbb) gevallen zijn vastgesteld, aangezien er geen aaneengesloten verontreiniging boven de interventiewaarde is aangetroffen in een bodemvolume grond van 25 m3 en/of 100 m3 grondwater. Langs de oostelijke terreingrens nabij het terrein van voormalig Van Impelen (Kanaalweg 60 – 61) zijn sterke verhoogde gehalten minerale olie aangetroffen. Deze aangetroffen verhogingen zijn op een diepte van 1,0 - 2,0 m-mv aangetroffen en worden in verband gebracht met de verontreiniging op het naastgelegen terrein waar inmiddels een deelsanering heeft plaatsgevonden. Nadat opstallen en betonnen vloeren zijn gesloopt en het terrein is vrijgegeven op NGE kan op basis van nader uit te voeren onderzoek worden geverifieerd of er nog verontreiniging aanwezig is op de terreingrens en het terrein.

Page 25: Saneringsplan Kazerneterrein Overste Den Oudenlaan 20

23 Gefaseerd saneringsplan Kanaalweg te Utrecht/Dienst Vastgoed Defensie

3.4.4 Overige grondverontreiniging immobiel

Op een deel van het terrein, met name onder de bestaande gebouwen, zijn immobiele verontreinigingen aangetroffen die diffuus verspreid, maar ook deels homogeen in bodem en puinlagen voorkomen. In diverse uitgevoerde onderzoeken zijn zware metalen (koper, lood, zink, nikkel en cadmium) en PAK aangetroffen. De verontreinigingen zijn licht tot sterk verhoogd aangetroffen in de laag vanaf maaiveld tot 2.0 m – mv. Op het noordoostelijk deel ten westen van hal 7 is sprake van sterk verhoogde PAK en zinkgehalten die grotendeels gerelateerd kunnen worden aan het aanwezige puin. Hoewel niet op alle terreindelen onderzocht kon worden vanwege aanwezigheid van kelders of ondoordringbare lagen is er wel een redelijk dekkend beeld verkregen van de actuele verontreinigingssituatie. Een groot deel van het onbebouwde en onverdachte terreindeel ten zuidwesten van hal 9 en 10 is door Oranjewoud verkennend onderzocht [28] in samenhang met het traject voor de toekomstige HOV baan. Op dit onverddachte deel is geen verontreiniging aangetroffen en voldoet de kwaliteit aan wonen. Puinlaag en asbest onder gebouw 9 Onder gebouw 9 bevindt zich een puinlaag gecombineerd met asfalt en betonmaterialen. Deze puinlaag is aanwezig vanaf onderzijde betonverharding van gebouw 9 tot circa 1,4 m-mv. Het puin is in verschillende onderzoeken onderzocht als bodem en hierin zijn hoofdzakelijk sterk verhoogde concentraties met zware metalen en PAK aangetroffen. Daarnaast worden PCB’s en op een klein zuidwestelijk deel onder het gebouw asbest aangetroffen. In het onderzoek van Oranjewoud [28] overschrijdt het gewogen gemiddelde de interventiewaarde van 100 mg/kg niet. In eerder uitgevoerd verkennend onderzoek door Geofox Lexmond [24], is wel sprake van een overschrijding van niet hechtgebonden asbest boven de interventiewaarde in de laag van 0,25 tot 1,1 m-mv. Daarmee wordt er vanuit gegaan dat een deelgebied van ca. 200 m2 verontreinigd is met asbest en een groot deel van de puinlaag onder gebouw 9 verdacht is op asbest. Op het overige deel van het terrein is uit het terreindekkend asbestonderzoek [24] geen asbest verontreiniging aangetroffen. De puinlaag onder gebouw 9 bevat voor een groot gedeelte meer dan 50% puin en wordt volgens de Wet Bodembescherming niet beschouwd als bodem. In verband met de toekomstige functiewijziging en het gebruik van de locatie, wordt rekening gehouden met de verwijdering van deze aanwezige deels asbesthoudende (puin)laag. 3.4.5 Verontreinigingsituatie onder de gebouwen

Aangezien het terrein is verdacht voor NGE en vanwege de aanwezigheid van kelders kan niet onder de hallen geboord worden. Door middel van een project risico analyse die wordt uitgevooerd voor start sanering zal getracht worden het gebied te verkleinen waar NGE kunnen worden aangetroffen. De grond en grondwaterkwaliteit zal nadat de vloeren en de mogelijk aanwezige NGE verwijderd zijn nog nader in kaart worden gebracht op de delen waar dat onvoldoende heeft plaatsgevonden of waar een actueel beeld gewenst is. Dit zal in ieder geval plaatsvinden onder hal 1, 2, 4 en 6.

Page 26: Saneringsplan Kazerneterrein Overste Den Oudenlaan 20

24 Gefaseerd saneringsplan Kanaalweg te Utrecht/Dienst Vastgoed Defensie

onder hal 9 3.5 Ernst en risico’s

In 2003 is een risicobeoordeling uitgevoerd met vaststelling van ernst en urgentie. Geval 1 en 2 betreffen gevallen van ernstige bodemverontreiniging. Geval 1 is ernstig en spoedeisend op grond van een actueel verspreidingsrisico. Humane en ecologische risico’s zijn niet aanwezig. Opgemerkt wordt dat anno 2013 is vast komen te staan dat de omvang van de grondwaterverontreiniging is gekrompen sinds 2003. Daarmee lijkt er geen onaanvaardbaar verspreidingsrisico meer aanwezig te zijn. Geval 2 betreft een ernstig geval van verontreiniging zonder spoed aangezien er geen sprake is onaanvaardbare risico’s, toenmalig vastgesteld op grond van het huidige type gebruik. Bij een toekomstig gevoeligere gebruiksfunctie kan deze verontreiniging wel een saneringsnoodzaak opleveren. Bij een toekomstige functiewijziging en het verwijderen van de verharding van gebouw 9 kan de verontreiniging een actueel risico vormen en ontstaat een saneringsnoodzaak. Door sanerende maatregelen te treffen zullen deze risico’s worden vermeden. De overige aangetroffen (diffuse en lokale) verontreinigingen veroorzaken bij het huidige gebruik en afdekking geen onaanvaardbare risico’s en vormen daarmee geen saneringsnoodzaak volgens het huidige gebruik. Bij een toekomstig gevoeliger gebruik zoals wonen kunnen deze verontreinigingen, voor zover aanwezig in de eerste meter (de contactlaag), een risico (kunnen) vormen en zullen deze risico’s door sanering worden weggenomen (tijdeens de fase 2 en mogelijk fase 3). 3.6 Gevalsdefinitie en gevalsgrens

In de Wet bodembescherming wordt een definitie gegeven van een geval van bodemverontreiniging: geval van verontreiniging of dreigende verontreiniging van de bodem dat betrekking heeft op grondgebieden die vanwege die verontreiniging, de oorzaak of de gevolgen daarvan in technische, organisatorische en ruimtelijke zin met elkaar samenhangen; Middels voorliggend gefaseerd saneringsplan hebben we in voorliggende hoofdstukken aangegeven wat de gewenste ontwikkelingen op het terrein zijn en wat de actuele verontreinigingssituatie is en hoe deze ontstaan is. Bij een gefaseerde herontwikkeling sluit een gefaseerde saneringsaanpak het beste aan. De precieze invulling van de herontwikkeling is nog niet bekend, waardoor flexibiliteit in de aanpak nodig is. Om invulling te geven aan deze zaken is in voorliggend gefaseerd saneringsplan de gevalsdefinitie uitgebreid ten opzichte van de eerder vastgestelde gevalsgrenzen van geval 1 en geval 2, zoals die in 2003 door gemeente Utrecht, als bevoegd gezag Wbb, zijn beschikt. De gevalsdefinitie bevat het gehele kadastrale eigendom van de Staat inclusief de grond- en grondwatercontouren van mobiele verontreinigingen aan de westkant van het terrein. Perceel R1109 en R1127 valt tevens binnen de gevalsdefinitie en binnen de scope van dit saneringsplan omdat de gevallen van verontreiniging deels ook onder Hal B en zijn gelegen. In bijlage 2b is de nieuwe gevalsgrens aangeduid. De reeds vastgestelde gevallen 1 en 2 in 2003 maken onderdeel uit van de nieuwe gevalsgrens. De gevalsdefinitie zoals we die hebben opgesteld geeft invulling aan de eisen van samenhang:

Page 27: Saneringsplan Kazerneterrein Overste Den Oudenlaan 20

25 Gefaseerd saneringsplan Kanaalweg te Utrecht/Dienst Vastgoed Defensie

1. De technische samenhang wordt gevormd door de duidelijke relatie tussen de aanwezige bodemverontreiniging en de voormalige bedrijfsactiviteiten. De verontreinigingen met minerale olie en vluchtige aromaten zijn ontstaan als gevolg van de brandstofhandel. Daarnaast is bij de bouw van de hallen door civieltechnische werkzaamheden landbouwgrond ingeruild voor verhardingsmaterialen en puin als versteviging van de grond onder de hallen aangebracht. De aanwezige immobiele verontreinigingen kunnen grotendeels hiermee in verband gebracht worden.

2. De organisatorische samenhang wordt gevormd doordat het bedrijfscomplex één organisatorisch geheel was, namelijk de Jongerius fabrieken en later het defensiecomplex. De aanwezige verontreinigingen zijn te relateren aan de voormalige bedrijfsactiviteiten in deze fabrieken.

3. Ruimtelijke samenhang is er vanwege twee redenen: x de verontreinigingen zijn aanwezig binnen het kadastraal eigendom van Defensie en kunnen

niet los van elkaar worden gezien; x de toekomstige planvorming en herbestemming zal in fasen op het gehele grondgebied gaan

plaatsvinden.

Page 28: Saneringsplan Kazerneterrein Overste Den Oudenlaan 20

26 Gefaseerd saneringsplan Kanaalweg te Utrecht/Dienst Vastgoed Defensie

4 FASERING EN SANERINGSDOELSTELLING

Het terrein zal gefaseerd geleverd en ontwikkeld worden. Daarom is gekozen voor een gefaseerd saneringsplan om zo bepaalde delen, zoals geval 1 en het deelterrein waar de toekomstige HOV baan is gelegen eerder te saneren en te kunnen opleveren. Daarom is de sanering in meerdere fasen beschreven, zodat een fase uitgevoerd kan worden zodra dit wenselijk is. Na elke fase wordt een afrondende evaluatie uitgevoerd om de gesaneerd situatie te evalueren en te laten goedkeuren (beschikken) door het bevoegd gezag Wbb met als doel om de sanering af te ronden zodat dit deel van het terrein in gebruik genomen kan worden genomen voor de toekomstige levering of functie. Met een deel van de sanering (Fase I) moet uiterlijk voor 1 oktober 2014 gestart zijn. In dit gefaseerd saneringsplan wordt aangegeven in welke fasen de werkzaamheden in relatie tot de sanering worden uitgevoerd en geeft op hoofdlijnen de invulling weer. Een nader gedetailleerde uitwerking van de sloop in samenhang met de sanering wordt vastgelegd in nader op te stellen uitvoeringsplannen. In de detailuitwerking wordt aandacht besteed aan uitvoeringswijzen sloop en sanering. Minimaal 6 weken voorafgaand aan de start van elke uitvoeringsfase zal een bijbehorend uitvoeringsplan aan het bevoegd gezag ter beoordeling wordt toegezonden. Het bevoegd gezag toetst de uitwerking vervolgens aan het gefaseerde saneringsplan en de beschikking hierop. Op de toetsing van de gedetailleerde uitwerking vindt geen bezwaar- en beroepsprocedure meer plaats. De uitvoeringsplannen moeten passen binnen de randvoorwaarden van het onderhavige saneringsplan. Nader omschrijving van de procedure en inhoud van de uitvoeringsplannen is opgenomen in hoofdstuk 8. 4.1 Fasering sanering op hoofdlijnen

De volgende fasen op hoofdlijnen worden onderscheiden: Fase I: Sloop van alle bovengrondse opstallen en verwijdering ondergrondse infra en sloop

ondergrondse fundaties ter plaatse van geval 1 en toekomstige HOV baan; Fase II: Sanering overige gevallen van verontreiniging en ondergrondse fundaties/infra; Fase III: Geschikt maken terrein voor functie tijdens bouw- en woonrijp maken; Fase I: Sloop bovengrondse opstallen ,ondergrondse infra en fundaties ter plaatse van geval 1

x Alle bovengrondse opstallen op het terrein zullen worden gesloopt tot de betonnen vloeren; x Ter plaatse van de geplande sanering van geval 1 zullen betonnen vloeren wel worden gesloopt; x Sanering ondergrondse tanks aanwezig op het te leveren deel voor de HOV baan; x Voordat ondergrondse sloop plaatsvindt wordt terrein vrijgegeven van NGE en indien zich NGE

bevinden in de ondergrond dan zullen deze verwijderd worden; x Sloop ondergrondse fundaties ter plaatse van geval 1; x De sanering van geval 1; x De sloop en te verwijderen ondergrondse infra zal op het te leveren deel van de HOV baan voor 1

januari 2015 gereed zijn. De saneringswerkzaamheden voor geval 1 starten nadat panden zijn gesloopt en het saneringsgebied is vrijgegeven van NGE.

Page 29: Saneringsplan Kazerneterrein Overste Den Oudenlaan 20

27 Gefaseerd saneringsplan Kanaalweg te Utrecht/Dienst Vastgoed Defensie

Fase II:sanering van de overige gevallen en sloop ondergrondse fundaties

x De uitvoering van fase II is voorzien in 2015 waarbij voor 1 januari 2016 het terrein volledig gesloopt en gesaneerd dient te worden opgeleverd.

x In deze fase worden de overige fundaties, waaronder kelders en fundatiepalen, verwijderd; x Alle gevallen van verontreiniging worden gesaneerd tot maximaal 2,5 m-mv.

Fase III: Nadat het terrein is geleverd zal het terrein na vaststelling van het stedebouwkundig ontwerp of -plan en vaststellen van de nieuwe inrichting bouw- en woonrijp worden gemaakt waarbij grondverzet wordt gepleegd om geschikte grond aan te brengen voor de betreffende functie. Hierbij kan grond met kwaliteit industrie worden herschikt binnen de gevalsgrens en op basis van de vereiste grondkwaliteit voor de toekomstige deelfuncties op het terrein (wonen, infra, groen). De uitvoering van Fase III is voorzien na 2016 en neemte meerdere jaren in beslag. Naar verwachting zal de herontwikkeling en inrichting in delen plaatsvinden. Nadere uitwerking en randvoorwaarden zijn beschreven in 6.5.

4.2 Saneringsuitgangspunten vanuit het koopkontrakt

Vanuit het koopkontrakt zijn specifieke uitgangspunten opgenomen ten aanzien van de sanering al dan niet in combinatie met het bouwrijp maken. In onderstaande zijn deze uitgangspunten overgenomen. Het resultaat van de sanering moet zijn dat de over te dragen locatie, ter plaatse van de toekomstige woonblokken, tuinen en ter plaatse van groen/speelgelegenheid, minimaal een laag van 1 meter dikte aanwezig is die aan de bodemfunctie klasse (BFK) "wonen" voldoet. Ter plaatse van infrastructuur (wegen en verharding) voldoet de grond minimaal aan BFK "industrie". Het bovenstaande wordt toegelicht in tabel 4.1. Tabel 4.1: functie met bijbehorende bodemfunctieklasse in de leeflaag of anders Functie Bodemfunctieklasse

Wonen met tuin (de woonblokken) Tenminste wonen tot 1m –mv Groen en speelgelegenheden Tenminste wonen tot 1m –mv Wegen en verharding (infrastructuur) Tenminste industrie Zolang het Stedenbouwkundig Plan niet is vastgesteld voor uitvoering van saneringswerkzaamheden dient alle grond die wordt aangevoerd minimaal te voldoen aan BFK wonen. Indien ten tijde van de sanering de inrichting van de locatie ter plaatse wel bekend is, kan eventueel BFK industrie worden aangevoerd ter plaatse van infrastructuur. Tevens moet voldaan worden aan de onderstaande punten:

1. Aan de saneringsverplichtingen (zoals onder andere verontreinigingen en tanks) in kader van de Wet Milieubeheer (WM) en het activiteitenbesluit zal voorafgaand aan de levering worden voldaan.

2. Grond met "bodemvreemd materiaal/afval-bijmenging" en/of grond met meer dan 20% puin, in de laag tot minimaal 1 meter –mv, zal worden verwijderd en afgevoerd naar een erkende verwerker.

Page 30: Saneringsplan Kazerneterrein Overste Den Oudenlaan 20

28 Gefaseerd saneringsplan Kanaalweg te Utrecht/Dienst Vastgoed Defensie

3. Alle grond met mobiele verontreinigingen, zoals genoemd in de Wbb en circulaire bodemsanering, bijvoorbeeld olie en aromaten (voor zover de bronlocatie op het over te dragen terrein ligt), boven de Interventiewaarden in de laag tot 2,5 meter – mv, wordt verwijderd en afgevoerd naar een erkende verwerker. Dit geldt ook buiten de over te dragen locatie, voor zover de bronlocatie op het terrein ligt.

4. Indien meer dan 100 mg/kg asbest aanwezig is, wordt deze volledig verwijderd tot 2,5 meter –mv, en afgevoerd naar een erkende verwerker.

5. Alle verontreinigingen boven de Interventiewaarden én alle grond die niet voldoet aan BFK "Industrie", aanwezig in de laag van 0,0 tot 1,0 meter – mv, worden verwijderd en afgevoerd naar een erkende verwerker. Hier vallen niet de diffuse verontreinigingen onder met de kwaliteit BFK industrie, waarin mogelijk uitbijters boven de interventiewaarde aanwezig kunnen zijn.

6. Alle verontreinigingen boven de Interventiewaarden, aanwezig in de laag van 1 tot 2,5 meter –mv, die, in verband met de aanleg van (toekomstige) ondergrondse infrastructuur (kabels, leidingen, rioleringen, etc.) of funderingen ontgraven wordt, wordt verwijderd en afgevoerd naar een erkende verwerker.

7. Onder de voorwaarde dat aan het hiervoor bepaalde blijft worden voldaan, kan uitgegraven grond, die minimaal voldoet aan de gestelde BFK industrie, indien mogelijk herschikt worden binnen de locatie en pas in tweede instantie afgevoerd worden naar een hergebruikslocatie.

Daarnaast is afgesproken dat bij de aanleg van toekomstige riolen en infra op een diepte van 1,0 tot 2,5 m-mv een schoon zandbed wordt aangelegd. Uitkomende grond die voldoet aan BFK wonen of industrie kan worden herschikt. Grond die hier niet aan voldoet wordt verwijderd naar een erkende verwerker. 4.3 Saneringsdoelstelling op hoofdlijnen

In voorliggend saneringsplan wordt een doelmatige sanering beoogd van verontreinigde grond en grondwater binnen het terrein en de saneringsgevallen. De saneringswerkzaamheden zijn er op gericht waar nodig de gebruiksmogelijkheden van de bodem functiegericht en kosteneffectief te herstellen, waarbij in de toekomst geen humane, ecologische en/of verspreidingsrisico’s aanwezig zijn. Op dit moment is een functiegerichte sanering niet goed mogelijk omdat concrete herinrichtingsplannen ontbreken. Echter de start van de sanering van geval 1 dient voor 1 oktober 2014 aan te vangen. Het is daarom noodzakelijk een veronderstelde toekomstige functie vast te stellen. Voorlopig uitgangspunt voor de toekomstige functie is hoofdzakelijk wonen in combinatie met andere functies (stedelijk groen en infrastructuur). De saneringsdoelstelling van geval 1 houdt rekening met de meest gevoelige functieklasse wonen (met tuin). De saneringsdoelstelling per geval of verontreinigingssituatie luidt: Saneringsdoelstelling en saneringsresultaat geval 1 (Fase I) In verband met onaanvaardbare risico’s bij het veronderstelde toekomstige gebruik ‘Wonen met tuin’ zal Geval 1 worden gesaneerd. Voor Geval 1 zijn de volgende saneringsdoelstellingen:

Page 31: Saneringsplan Kazerneterrein Overste Den Oudenlaan 20

29 Gefaseerd saneringsplan Kanaalweg te Utrecht/Dienst Vastgoed Defensie

x Een zodanige sanering waarbij onaanvaardbare risico’s bij een veronderstelde toekomstige functie wonen met tuin wordt uitgesloten. Dit door saneren van het geval van verontreiniging in de grond tot 2,5 m-mv. Aangevulde grond zal voldoen aan de kwaliteit wonen. Een nadere onderbouwing voor de sanering tot 2,5 m-mv is opgenomen in 6.1;

x De risico’s moeten kosteneffectief en duurzaam vanuit bodem weggenomen worden, zonder noodzakelijke gebouwzijdige maatregelen als dampdichte vloeren;

x Het garanderen van een stabiele milieuhygiënische eindsituatie binnen 30 jaar. Het saneringsresultaat zal zijn: een grote restverontreiniging (>1000 m3) welke stabiel is binnen 30 jaar. Nazorg in de vorm van monitoring is optioneel omdat er geen kwetsbare objecten in de nabijheid (binnen 100 meter van de pluim) liggen. Derhalve zal wel een monitoring worden uitgevoerd na afronding van de grondsanering om aan te tonen dat de grondwaterverontreiniging verder krimpt en stabiel is. Saneringsdoelstelling en saneringsresultaat geval 2 en overige verontreinigingen (Fase II en III) Geval 2 betreft een mobiele verontreiniging met minerale olie en immobiele verontreiniging. Het geval is niet urgent en zal daarom gesaneerd worden in verband met de toekomstige functiewijziging. De volgende saneringsdoelstellingen op hoofdlijnen gelden:

x Een zodanige sanering waarbij onaanvaardbare risico’s bij een veronderstelde toekomstige functie wonen met tuin wordt uitgesloten. Dit door saneren van het geval van verontreiniging in de grond tot maximaal 2,5 m-mv. Aangevulde grond zal voldoen aan de kwaliteit wonen waardoor een leeflag ontstaat. Een nadere onderbouwing voor de sanering tot 2,5 m-mv is opgenomen in 6.1;

x De risico’s moeten kosteneffectief en duurzaam vanuit bodem weggenomen worden, zonder noodzakelijke gebouwzijdige maatregelen als dampdichte vloeren;

x De verontreiniging wordt zodanig weggenomen dat er geen nazorg (monitoring) noodzakelijk is.

De saneringsdoelstelling voor de overige diffuse immobiele verontreiniging en mobiele spots zijnde niet ernstig en/of urgent:

x geen onaanvaardbare risico’s voor de aanwezige of beoogde functie wonen. Het saneringsresultaat zal zijn: de bodem is geschikt voor de aanwezige of beoogde functie. Met name voor de immobiele verontreiniging op een groot deel van het terrein geldt dat in het kader van de sloopwerkzaamheden en een latere herinrichting van de locatie een functiegerichte en kosteneffectieve sanering plaatsvindt. Immobiele verontreinigingen worden dan verwijderd wanneer de toekomstige functie dit omwille van het tegengaan van risico’s en een noodzakelijk te bereiken bodemfunctieklasse dit vraagt. Indien kan worden volstaan met het aanbrengen van een duurzame afdeklaag, bestaande uit bebouwing en verharding dan wordt voor die saneringsmethode gekozen. Een en ander uiteraard in lijn met de bepalingen in het koopkontrakt.

Page 32: Saneringsplan Kazerneterrein Overste Den Oudenlaan 20

30 Gefaseerd saneringsplan Kanaalweg te Utrecht/Dienst Vastgoed Defensie

5 COMBINATIE SLOOP- EN SANERINGSWERKZAAMHEDEN FASE 0 EN I

5.0 Fase 0 saneringsvoorbereidende werkzaamheden

Voordat de bodemsanering van start kan gaan zijn er nog een aantal nader onderzoeken uit te voeren in verband met benodigde inzicht mogelijke ligging NGE en ontheffingen (Flora&Fauna-wet) maar ook in verband met actualiserend onderzoek: 1.Eindsituatieonderzoek in verband met het WM- en activiteitenbesluit Op grond van de beëindiging van de bedrijfsactiviteiten dient in het kader van de beëindiging van de vergunning (Wet Milieubeheer- en activiteitenbesluit) een eindsituatieonderzoek plaats te vinden. Dit zal plaatsvinden op de bodembedreigende locaties zoals aangegeven in 2.3. (tabel 2.2). 2. .Actualiserend/nader onderzoek rond de Tellegenlaan (pluim V5 en het gebied rond peilbuis 15) Ter actualisering en afbakening van de pluim, V5 en het gebied rond peilbuis 15 zal een nader onderzoek plaatsvinden. 3.Flora & Fauna (onderzoek vleermuizen en steenmarter). Er heeft een quick-scan onderzoek plaatsgevonden die heeft aangetoond dat zich op het terrein en in de bebouwing mogelijk vleermuizen en steenmarter bevinden. Er dient een aanvullend onderzoek plaats te vinden conform de Flora en Faunawet. Dit onderzoek moet aantonen of er ontheffing verleend kan worden voor sloop en sanering, dan wel dat er een mitigatieplan moet worden opgesteld voor deze diersoorten. Aanvullend onderzoek vindt in drie fasen plaats: Mei/juni, augustus/oktober en december 2014. 4.Afbakening gebied NGE door een projectrisico analyse en aanvullend detectieonderzoek Voor strat sanering zal een projectrisicoanalyse worden uitgevoerd om het gebied waar kans op NGE groot is te verkleinen. Tijdens ondergrondse sloop en ter voorbereiding op de sanering zal dit gebied vrijgegeven moeten worden van NGE door middel van detectieonderzoek. 5.Verkennend onderzoek archeologie Op grond van een archeologisch vooronderzoek zoals vermeld in 2.7 van dit saneringsplan zal verkennend onderzoek moeten plaatsvinden om het gebied vrij te geven van archeologische waarden. Dit onderzoek kan pas plaats vinden na de projectrisico analyse NGE. 5.1 Inleiding fase 1

In deze fase vinden de volgende werkzaamheden achtereenvolgens plaats: 1. Voorbereidingen werkterrein 2. Sloop van alle opstallen (bovengronds delen) 3. Sanering van ondergrondse tanks en ondergrondse infra op toekomstig tracé HOV baan 4. Sloop ondergrondse fundaties en sanering ter plaatse van geval 1

De voorbereidende werkzaamheden en inrichting werkterrein worden besproken in hoofdstuk 7.

Page 33: Saneringsplan Kazerneterrein Overste Den Oudenlaan 20

31 Gefaseerd saneringsplan Kanaalweg te Utrecht/Dienst Vastgoed Defensie

5.2 Sloop opstallen

Voordat de saneringsmaatregelen plaatsvinden zullen bovengrondse opstallen gesloopt gaan worden. De sloopwerkzaamheden dienen te worden uitgevoerd conform de daartoe verleende sloopvergunning. Vanaf het moment dat de vloeren gesloopt worden die de verontreiniging op dit moment afdekken is sprake van een combinatie van sloop en saneren. Ter plaatse van geval 1 zal de sloop bovengronds en ondergronds tegelijkertijd gaan plaatsvinden. Ter plaatse van de verontreinigde deellocaties worden vloeren, verhardingen, funderingen, kelders, leidinggoten, riolering en/of nutsleidingen verwijderd onder toezicht van milieukundige begeleiding. De sloopwerkzaamheden worden nader uitgewerkt in de uitvoeringsplannen. Bij de sloop van bovengrondse opstallen en de betonnen vloeren zal rekening gehouden worden met voorwaarden ten aanzien te gebruiken materieel en het maximale trillingsniveau in verband met de aanwezigheid van NGE. NGE onderzoek en het proces verbaal hierop zal hiertoe de juiste voorwaarden meegeven wat in het uitvoeringsplan (Fase I en II) zal worden opgenomen. 5.3 Verwijdering ondergrondse tanks

De nog aanwezige ondergrondse tanks voor opslag van brand- of vloeistoffen worden tijdens de sloopwerkzaamheden onder milieukundige begeleiding verwijderd. Voorafgaande aan het lichten worden ondergrondse tanks geledigd en gecleand. De tanks worden in situ ontdaan van de inhoud en gereinigd door een daartoe gespecialiseerd en vergunninghoudend bedrijf. De tanks worden na voldoende vrijgraving verwijderd en afgevoerd ter verschroting door een daartoe gespecialiseerd bedrijf. In het uitvoeringsplan wordt nader aandacht besteed aan een werkplan voor de sanering van de ondergrondse tanks. 5.4 Saneringsmaatregelen Geval 1

5.4.1 Saneringsafweging

De sanering van geval 1 bestaat uit een bronaanpak door middel van een ontgraving en een passieve grondwatersanering door monitoring van de pluim met als doel om de stabiele eindsituatie te bevestigen. Hierbij wordt aangesloten bij een gescheiden bron en pluim aanpak zoals in de circulaire bodemsanering (2013) is opgenomen.

Page 34: Saneringsplan Kazerneterrein Overste Den Oudenlaan 20

32 Gefaseerd saneringsplan Kanaalweg te Utrecht/Dienst Vastgoed Defensie

Op basis van de gemaakte afweging in het saneringsonderzoek van RoyalHAskoningDHV [30] is voor geval 1 gekozen voor een trede 3 sanering (afweging sanering conform Doorstart A5). Dit betekent concreet dat geen actieve saneringsmaatregelen voor de pluim worden getroffen, terwijl voor het brongebied een inspanning wordt gedaan om zo veel mogelijk vracht te verwijderen en de bovengrond geschikt te maken voor de toekomstige functie (wonen met tuin). De pluim is reeds stabiel en krimpende. Wanneer de bron wordt weggenomen, zal de pluim onder invloed van de aanwezige natuurlijke afbraak krimpen en op termijn uitdoven. In rapport [32] is gemodelleerd wat de pluimontwikkeling zal zijn indien de bronsterkte 160 µg/l benzeen bedraagt en een beperkte biologische afbraaksnelheid zoals in de bronzone is aangetroffen. Uit de modellering blijkt dat de restverontreiniging in het grondwater op een termijn van 30 jaar geheel uitdooft. Als toekomstige functie is Wonen met tuin’ gekozen. Voor de saneringsafweging verwijzen wij naar het saneringsonderzoek van RoyalHaskoningDHV [30]. In bijlage 13 is een multicriteria afweging opgenomen voor de afweging tussen de graafvariant van 2,5 m-mv en 6,0 m-mv. 5.4.2 Uitgangspunten sanering geval 1

x Geval 1 omvat de vlekken V4a, V4b, V5 en de diepe grondwaterverontreiniging, de pluim; x Het terrein is verdacht op aanwezigheid van conventionele niet gesprongen explosieven

(NGE). Zonder vrijgave kan de sanering niet plaatsvinden; x Alle opstallen zullen gesloopt en verwijderd worden voor aanvang van de sanering; x Voordat grondsanering plaatsvindt zal een actualisatie onderzoek plaatsvinden in de grond

aan de randen van de bronzones in de weg aan de Mr. Van Tellegenlaan waaronder ter plaatse van peilbuis 15.

x Het voormalige kantoorpand van de Jongerius fabriek (nu hal B) is een Rijksmonument en zal niet gesloopt worden;

x Hal B is op staal gefundeerd en daardoor meer gevoelig voor zettingen. In het uitvoeringsplan wordt nader aandacht besteed aan de bescherming hiervan al dan niet door middel van het plaatsen van een damwand.

x Er moet rekening gehouden worden met kabels en leidingen. Dat kan betekenen dat kabels en leidingen tijdelijk omgelegd moeten worden of constructies aangebracht die voor ondersteuning zorgen;

x Ter plaatse van de grondverontreinigingscontour 5 is een HOV-baan voorzien; 5.4.3 Saneringsmaatregel ontgraving bronzones, Geval 1

Uitvoering van de ontgraving Er zijn een drietal bronzones die gesaneerd gaan worden. De ontgravingscontouren zijn opgenomen in bijlage 14. Doel van de saneringsmaatregel is om vracht te verwijderen waarbij de I-contour voor minerale olie en BETX wordt verwijderd op die plaatsen waar dat technisch mogelijk is. Uit de afleiding van de maximale restgrondwaterconcentraties blijkt dat benzeen de maatgevende parameter is ten aanzien van humane risico’s. Daarom zal de ontgraving, binnen het traject van maaiveld tot 2,5 meter beneden maaiveld, gericht zijn op het wegnemen van zoveel mogelijk grond welke met benzeen verontreinigd is.

Page 35: Saneringsplan Kazerneterrein Overste Den Oudenlaan 20

33 Gefaseerd saneringsplan Kanaalweg te Utrecht/Dienst Vastgoed Defensie

Hal B mag niet worden gesloopt (Rijksmonument) en ter plaatse kan hier geen verontreinigde grond verwijderd worden mede vanwege risico op schade. Dit is het geval nabij vlek V4A. De grondontgraving vindt plaats tot 2,5 m-mv. De putwanden zullen voor zover dat technisch mogelijk is gesaneerd tot onder de I-waarde voor de componenten minerale olie en BTEX. De putbodem wordt niet tot de I-waarde gesaneerd, immers er blijft een restverontreiniging achter onder de 2,5 m-mv. Omdat een deel van de ontgraving onder de grondwaterspiegel plaatsvindt, is een bemaling benodigd. Het onttrokken water is verontreinigd en zal met een grondwaterzuiveringsinstallatie met een maximaal debiet van 100 m3/h worden gereinigd en geloosd op het Merwedekanaal. De ontgraving zal worden aangevuld met grond die voldoet aan de kwaliteit Wonen (Besluit bodemkwaliteit). Langs de saneringswanden die grenzen aan hal B zal folie worden aangebracht om hercontaminatie te voorkomen. Onder Hal B zal grondverontreiniging boven de I-waarde achterblijven. Technische ontgravingaspecten. De ontgraving van de verontreinigde grond zal zoveel mogelijk plaatsvinden met gebruik van natuurlijke talud aan de randen van de ontgravingskuip. Daar waar dit op bezwaren stuit door bijvoorbeeld te sparen gebouwen en terreingrenzen zal een sleufbekisting gebruikt worden. Vanwege het waterbezwaar kan ook besloten worden om de ontgraving met sleufbekisting uit te voeren. Zo wordt het te ontgraven oppervlak verkleind en hoeft minder grondwater weggepompt te worden om in den droge te kunnen ontgraven. Voor Hal B zullen maatregelen genomen moeten worden om de stabiliteit van het pand niet in gevaar te brengen. Het is momenteel onduidelijk hoe hal B gefundeerd is. In het uitvoeringsplan wordt hier nader aandacht besteed. Op basis van de funderingsgegevens zal een maatregel ontworpen worden om de stabiliteit van het pand te garanderen. Daarbij valt te denken aan het toepassen een geboorde palenwand of damwanden, al dan niet met groutankers. In dit saneringsplan is gekozen om de sanering handhaafbaar te maken door het stellen van de volgende uitvoeringsnormen ten aanzien van mobiele verontreiniging in grond:

x Er zal tenminste tot een diepte 2,5 m-mv worden ontgraven zodat het terreindeel geschikt wordt voor de toekomstige functie en een groot deel vracht van de verontreiniging wordt weggenomen;.

x De I contour wordt in horizontale richting geheel ontgraven voor zover dat technisch uitvoerbaar is (Niet onder Hal B en de Villa);

5.4.4 Nazorg freatisch grondwater geval 1

In 3.4.1 is beschreven dat ook zonder actieve saneringsmaatregelen de pluim stabiel is en dus sprake is van een stabiele eindsituatie. Daarom is voor de pluim is geen actieve saneringsmaatregel noodzakelijk om aan de saneringsdoelstelling, het bereiken van een stabiele eindsituatie binnen 30 jaar te voldoen. Het aantonen van de stabiele eindsituatie wordt nader omschreven in het monitoringsplan 5.4.4. In deze paragraaf wordt ingegaan op de te bereiken en te handhaven terugsaneerwaarden ook als nazorgmaatregel voor de toekomstige bestemming. Terugsaneerwaarden freatische grondwater in verband met humane risico’s Na de grondsanering mag de concentratie aan verontreiniging In het grondwater de maximale terugsaneerwaarden voor wonen met kruipruimte niet overschrijden. Na de grondsanering worden peilbuizen geplaatst om te bepalen wat de concentratie is van Naftaleen en BTEX. Voor deze stoffen zijn

Page 36: Saneringsplan Kazerneterrein Overste Den Oudenlaan 20

34 Gefaseerd saneringsplan Kanaalweg te Utrecht/Dienst Vastgoed Defensie

maximale terugsaneerwaarde in het grondwater vastgesteld op basis van maximale waarden die bij uitdamping geen risico meer vormen. Deze maximale concentraties voor BETXN zijn afgeleid op basis van Sanscrit berekeningen en door middel van VolaSoil. Er zijn concentraties afgeleid voor de situatie wonen met tuin met en zonder kruipruimte. De strengste norm is aangehouden. Deze afleiding is opgenomen in bijlage 11. In tabel 6.1 zijn de maximale concentraties opgenomen voor de parameters benzeen, ethylbenzeen, tolueen, xyleen en naftaleen. Deze conentraties kunnen gezien worden als de maximale terugsnaeerwaarden waarbij er geen humaan risico optreedt. Voor minerale olie is niet mogelijk om een humane terugsaneerwaarde voor het gehele mengsel minerale olie af te leiden omdat het complex mengsel van meerdere stoffen. Tabel 5.1: Terugsaneerwaarden grondwater Parameters Terugsaneer-waarden grondwater (humaan) Maximale concentraties in grondwater na sanering Naftaleen 1.725 Benzeen 207 Tolueen 1.250 Ethylbenzeen 1.777 Xyleen 2.943 De concentratie eisen in tabel 6.1 zijn in de bestaande bronzones voor Naftaleen, Tolueen, Ethylbenzeen en xyleen bij lange na niet aangetroffen. Benzeen is in het verleden wel in de buurt van de terugsaneerwaarde aangetroffen. Benzeen zal dus met name een triggerstof zijn om in de monitoring te bewaken. 5.4.5 Monitoringsplan en terugvalscenario grondwaterverontreiniging

In deze paragraaf beschrijft de monitoringsstrategie en het meetprogramma. In verband met het saneringsresultaat; ‘grote restverontreiniging zonder kwetsbare objecten’ blijkt uit de Circulaire bodemsanering (1 juli 2013) dat voor Geval 1 de monitoring optioneel is (tabel 5). Echter vanuit zorgvuldigheid en het aantonen van de stabiele eindsituatie zal monitoring worden uitgevoerd. Voor het opstellen van een monitoringsstrategie bij restverontreinigingen is in Utrecht geen formeel beleid vastgesteld. Wel is in 2004 door de gemeente Utrecht een handleiding nazorgmodel opgesteld, die hiervoor kan worden gebruikt. Het voorliggende monitoringsplan niet gebaseerd op deze nota, maar op ROSA (II). Het begrip stabiele eindsituatie de omvang van de verontreiniging binnen 30 jaar een duidelijk afnemende trend vertoont, die wijst op een terugkeer naar (nagenoeg) de oorspronkelijke omvang. Daarbij mogen zich nu en in de toekomst geen ontoelaatbare risico’s voordoen voor mens en milieu. De omvang van de verontreiniging mag tussentijds toenemen, als maar tijdig voor het verstrijken van de 30 jaar op basis van metingen kan worden aangetoond dat blijvend sprake is van afname, die ertoe kan leiden dat de oorspronkelijke omvang binnen afzienbare termijn wordt bereikt. Ook een loslatende en verschuivende pluim is toegestaan als de totale omvang een afnemende trend laat zien. Bij een stabiele eindsituatie horen geen actieve zorgmaatregelen. Doel monitoring De restverontreiniging in het grondwater wordt gemonitoord om twee redenen:

Page 37: Saneringsplan Kazerneterrein Overste Den Oudenlaan 20

35 Gefaseerd saneringsplan Kanaalweg te Utrecht/Dienst Vastgoed Defensie

1. In verband met de nazorg de restconcentraties in het freatisch grondwater vast te leggen en te toetsen aan de maximal terugsaneerwaarde zoals vermeld in 5.4.4. Hiermee worden humane risico’s uitgesloten.

2. de sanering van de pluim verder te kunnen volgen en stabiliteit te kunnen aantonen waarmee de sanering kan worden beeindigd.

Monitoringsstrategie De monitoring bestaat uit het monitoren van 9 peilbuizen met 15 filterstellingen. De peilbuizen staan in de bronzones, in de pluim en buiten de pluim om de concentraties, het verspreidingsgedrag en de stabiliteit door middel van trendanalyse te kunnen aantonen. De monitoring is opgesplitst in twee fasen. In de eerste fase worden de peilbuizen gedrurende drie jaar jaarlijks bemonsterd. Het grondwater wordt geanalyseerd op minerale olie en BETXN. Na elke monitoring vindt een rapportage plaats. Na de eerste fase van 3 jaar is er een ijkmoment. Na de rapportage van het ijkmoment wordt na beoordeling door het bevoegd gezag besloten of de stabiele eindsituatie voldoende is aangetoond of dat de monitoring dient te worden vervolgd. Van een stabiele eindsituatie is sprake als:

1. De concentraties in de bronzone zijn afgenomen en 2. De concentraties in de pluim minimaal gelijk zijn gebleven of afgenomen 3. De omvang van de I-contour van de pluim minimaal gelijk is gebleven dan wel is afgenomen

Referentie van de omvang de pluim is de contour in 2012. Er zijn zogenaamde actiewaarden geformuleerd waar tijdens de monitoring aan getoetst wordt. Tijdens het ijkmoment na drie jaar wordt het gemiddeld van de concentraties per peilfilter getoetst aan de actiewaarde. Actiewaarden worden slechts gebruikt om inzicht te krijgen in de trend. Op grond van een trendanalyse (Doorstart A5) wordt beoordeeld of stabiliteit kan worden aangetoond. De actiewaarden zoals aangegeven in tabel 5.2 gelden voor monitoring van het grondwater buiten de bronzone en zijn bedoeld om de verspreiding en stabiliteit te bewaken. Bij het beoordelen van de trend is Benzeen de bepalende factor voor verspreiding. De verwachte trend is een stabiele eindsituatie (binnen 30 jaar). Indien na fase 1 blijkt dat voldaan wordt aan de voorwaarden van en stabiele eindsituatie op grond van de trendanalyse dan kan monitoring in overleg met bevoegd gezag worden beeindigd. Indien sprake is van een trendbreuk en er nog stabiliteit akn worden aangetoond dan zal de monitoring worden voortgezet. Indien na fase 1 sprake is van een trendbreuk, wordt de monitoring voortgezet waarbij na uiterlijk drie monitoringsrondes wordt afgesloten met een tweede ijkmoment. Als nogmaals blijkt dat er sprake is van een trendbreuk, dan wordt een tegenmaatregel toegepast. Het faalscenario wordt besproken in paragraaf 5.5. Indien de trend na fase 2 weer wijst op een stabiele eindsituatie, kan de monitoring worden beeindigd in overleg met het bevoegd gezag. Voor de keuze van de peilbuizen is in het onderzoek van Bioclear [31] als uitgangspunt gekozen. Aanvullend daarop zijn een aantal niet gebruikte filters gekozen op dezelfde locaties.

Page 38: Saneringsplan Kazerneterrein Overste Den Oudenlaan 20

36 Gefaseerd saneringsplan Kanaalweg te Utrecht/Dienst Vastgoed Defensie

Tabel 5.2: Monitoringsstrategie Peilbuis Diepte�in�

mͲmv

Ligging Doel Parameter Verwachte�kwaliteit

ActieͲwaarde

5Ͳ6 Stroomopwaarts Bepalen�referentie Min.�Olie�+�BTEX <�S Geen10Ͳ11 Stroomopwaarts Bepalen�referentie Min.�Olie�+�BTEX <�S Geen

600 0,5Ͳ2,5 Brongebied�(min�olie) Bepalen�kwaliteit�bronzone Min.�Olie�+�BTEX >�I Geen1006 8Ͳ9 Brongebied�(benzeen) Bepalen�kwaliteit�bronzone Min.�Olie�+�BTEX >�I Geen

7Ͳ8 Brongebied�(benzeen) Bepalen�kwaliteit�bronzone Min.�Olie�+�BTEX >�I Geen12Ͳ13 Brongebied�(benzeen) Bepalen�kwaliteit�bronzone Min.�Olie�+�BTEX >�I Geen7Ͳ8 Pluim�(rand�bron) Bepalen�kwaliteit�rand�bron Min.�Olie�+�BTEX >�T* IͲwaarde12Ͳ13 Pluim�(rand�bron) Bepalen�kwaliteit�rand�bron Min.�Olie�+�BTEX >�T IͲwaarde12Ͳ13 Pluim Bepalen�kwaliteit�pluim Min.�Olie�+�BTEX >�T IͲwaarde17Ͳ18 Pluim Bepalen�kwaliteit�pluim Min.�Olie�+�BTEX <�S TͲwaarde12Ͳ13 Pluim�(westelijk�deel) Bepalen�kwaliteit�pluim Min.�Olie�+�BTEX >�S TͲwaarde17Ͳ18 Pluim�(westelijk�deel) Bepalen�kwaliteit�pluim Min.�Olie�+�BTEX <�S TͲwaarde

3001 10Ͳ11 Ten�zuiden�contour Bepalen�kwaliteit�ten�zuiden�contour Min.�Olie�+�BTEX onbekend IͲwaarde3002 10Ͳ11 Ten�noorden�contour Bepalen�kwaliteit�ten�noorden�contour Min.�Olie�+�BTEX onbekend IͲwaarde*�De �tussenwaarde �(T)�wordt�als �volgt�berekend:�½(streefͲ�+�interventiewaarde �van�het�(diepe)�grondwater)�.�

202B

1025

A1

2001

1002

Monitoring vindt plaats conform het protocol 6001 “Milieukundige begeleiding landbodemsaneringen met conventionele methoden en nazorg” van de BRL 6000 zijn de specifieke eisen waaraan opdrachtnemers en personen moeten voldoen die onder het certificaat activiteiten uitvoeren.

Faalscenario Als blijkt dat na fase 2 sprake is van een trendafwijking dan zal in overleg worden getreden met het bevoegd gezag. In overleg wordt de “afweging van de baten en lasten opnieuw uitgevoerd uitgaande van de veranderende omstandigheden”. Naar aanleiding hiervan dient te worden besloten of een terugvalscenario moet worden geactiveerd. Een voor de handliggend scenario is dat het grondwater met een beperkt debiet wordt onttrokken zodat verdere toename van de verontreiniging wordt voorkomen. Dit zal nader worden omschreven in een uitvoeringsvoorstel. Dit uitvoeringsvoorstel wordt ter goedkeuring toegezonden aan het bevoegd gezag. Communicatie en rapportage Tijdens de monitoring wordt het bevoegd gezag en de toekomstige eigenaar, de gemeente Utrecht, op de hoogte gehouden van de resultaten van de monitoringsrondes. Op de ijkmomenten zal een uitgebreide rapportage volgen waarin de voortgang en het verwachte toekomstige verloop van de monitoring wordt weergegeven. Eventueel het bijstellen van de bemonsteringsfrequentie en het instellen van een fall back scenario in de vorm van een tegenmaatregel bij dreigende overschrijdingen zullen onder andere worden opgenomen in de rapportage. Waarborging verantwoordelijkheden en instandhouding

In geval van een stabiele eindsituatie met restverontreinigingen in het grondwater, geldt de verplichting dat de eigenaar een aantal peilbuizen in stand moet houden voor de controle van de grondwaterkwaliteit. Ook de toegang en gebruik van deze peilbuizen moeten door de eigenaar worden gegarandeerd. Het bevoegde gezag Wbb kan met behulp van deze peilbuizen in de toekomst de kwaliteit van het grondwater controleren.

Page 39: Saneringsplan Kazerneterrein Overste Den Oudenlaan 20

37 Gefaseerd saneringsplan Kanaalweg te Utrecht/Dienst Vastgoed Defensie

6 SLOOP EN SANERING SANERING FASE II EN III

6.1 Inleiding

In fase II vinden de volgende werkzaamheden achtereenvolgens plaats: 1. Voorbereidingen werkterrein waar gesloopt en gesaneerd gaat worden 2. Sloop fundaties waaronder kelder(s) 3. Sanering geval 2 en puinlaag onder gebouw 9 4. Geschikt maken terrein conform leveringscondities koopkontrakt

De voorbereidingen van het werkterrein wordt beschreven in hoofdstuk 7 en wordt nader uitgewerkt in het bijbehorende uitvoeringsplan. De sloop van fundaties wordt eveneens nader uitgewerkt in het uitvoeringsplan. In dit hoofdstuk wordt vooral ingegaan op de sanering van geval 2 en de puinlaag onder gebouw 9. Daarnaast de vereisten om te voldoen aan de leveringscondities van het koopkontrakt. In fase III gaat in op het moment dat het stedebouwkundig plan is ontworpen en er al dan niet gefaseerd bouw- en woonrijp werkzaamheden plaats gaan vinden. Saneringswerkzaamheden (aanbrengen geschikte grond) in relatie tot deze werkzaamheden vinden plaats in Fase III en worden in 5.5 besproken. 6.2 Sanering geval 2

Geval 2 betreft de mobiele verontreiniging en betreft een ernstig geval van bodemverontreiniging maar niet urgent. Sanering kan noodzakelijk zijn bij een functiewijziging. Op basis van de saneringsystematiek van de Circulaire bodemsanering wordt bepaald of een saneringsmaatregel noodzakelijk is. Bij het meest gevoelige gebruik wonen met tuin zal gekozen worden voor een ontgraving tot maximaal 2,5 m-mv om het geval kosteneffectief te saneren. De saneringsmaatregel bestaat in dat geval uit het zo veel mogelijk ontgraven van de grond boven de interventiewaarde. Indien er een mindere gevoelige functie op dit deel van het terrein wordt gesitueerd dan kan gekozen worden voor afdekking of een leeflaag. De verontreiniging heeft geen onaanvaardbare verspreidingsrisico’s. Humane risico’s dienen te worden vermeden in relatie tot het toekmstig gebruik. De volgende uitvoeringsnormen ten aanzien van mobiele verontreiniging in grond gelden bij toekomstige functie wonen (met tuin):

x Er zal tenminste tot een diepte 2,5 m-mv worden ontgraven zodat het terreindeel geschikt wordt voor de toekomstige functie en een groot deel vracht van de verontreiniging wordt weggenomen;.

x De sanering wordt zodanig uitgevoerd dat er geen nazorg en monitoring meer noodzakelijk is. Nazorg grondwater Aangezien in het grondwater van geval 2 de maximale concentraties de T-waarde overschrijden en zal er geen actieve saneringsmaatregel ingezet worden om het grondwater te saneren. Er is ook geen monitoring noodzakelijk behalve het vaststellen dat de grondwaterconcentraties de maximale terugsaneerwaarden voor humane risico’s niet overschrijden. Na afloop van de sanering wordt dit gecontroleerd door een monitoringsronde en vaststelling van de kwaliteit.

Page 40: Saneringsplan Kazerneterrein Overste Den Oudenlaan 20

38 Gefaseerd saneringsplan Kanaalweg te Utrecht/Dienst Vastgoed Defensie

Nader uitwerking van de saneringsmaatregel vindt plaats in het uitvoeringsplan. 6.3 Sanering puinlaag gebouw 9

De sanering van de verontreinigde puinlaag onder gebouw 9 vindt plaats door ontgraving van deze laag. Hoewel deze laag mogelijk niet als bodem wordt beschouwd vanwege het puinpercentage zal deze laag in ieder geval tot 1,0 m-mv worden verwijderd in verband met de vereisten in het koopkontrakt. De puinlaag is op basis van uitgevoerd onderzoek vastgesteld tot een diepte van 1,4 m-mv. Gezien deze diepte is het uitgangspunt om deze puinlaag in zijn geheel te verwijderen zodat bij toekomtige herinrichting geen puin meer aanwezig is om die vanwege eventuele aanleg van riolering of andere inrichting alsnog te moeten verwijderen. Tijdens de ontgraving zal visueel de einddiepte worden vastgesteld van de puinlaag en de samenhangende verontreiniging. Eventuele verontreiniging boven de I-waarde waaronder asbest die samenhangen met de puinhoudende laag worden verwijderd tot een maximale diepte van 2,5 m-mv. Aangevulde grond voldoet aan de kwaliteit wonen. Op deze wijze zal sanering voldoen aan het geschikt maken voor de toekomstige functie wonen en het aanleggen van infra. Nadere uitwerking van de saneringsmaatregel vindt plaats in het uitvoeringsplan. 6.4 Procedure saneren onbekende gevallen van verontreiniging

Het is mogelijk dat er tijdens het slopen van ondergrondse fundaties en aanwezige leidingen verontreinigingen worden aangetroffen die door onderzoek nog niet zijn aangetoond. Hier wordt bij de uitvoering van de sloop en het grondverzet rekening mee gehouden. De volgende procedure wordt aangehouden:

x Milieukundige begeleiding bij de sloop van ondergrondse fundaties x Veiligheidsmaatregelen houden rekening met de aanwezigheid van mobiele stoffen (minerale

olie en vluchtige aromaten); x Bij aantreffen van verontreiniging (visueel en organoleptisch) zal bodemonderzoek

plaatsvinden om de I-contour te karteren; x Op basis van resultaten van het onderzoek wordt de ontgravingscontour bepaald om te

saneren; x De resultaten van het onderzoek en de te saneren grond wordt gemeld bij het bevoegd

gezag x De verontreiniging ingesloten door de interventiewaaredcontour wordt tot maximaal 2,5 m-mv

verwijderd; x De saneringswerkzaamheden worden vermeld in het evaluatierapport.

6.5 Geschikt maken terrein conform leveringscondities

Na het saneren van de gevallen van verontreiniging en verontreinigingen die aangetroffen worden tijdens de sloop van fundaties zal het terrein bij levering moeten voldoen aan een aantal leveringscondities. In

Page 41: Saneringsplan Kazerneterrein Overste Den Oudenlaan 20

39 Gefaseerd saneringsplan Kanaalweg te Utrecht/Dienst Vastgoed Defensie

tabel zijn de leveringscondities aangaande de bodemkwaliteit en de sloop opgenomen met de wijze waarop deze kunnen worden getoetst door koper en bevoegd gezag. Tabel 6.1: leveringsvereisten en toets Eisen Toets 1.saneringsverplichting WM en activiteitenbesluit Via eindsituatieonderzoek,

verwijderingscertificaten en evaluatierapport 2.Aanvulgrond voldoet aan BFK wonen Via evaluatierapport sanering 3.In de eerste meter geen afvalbijmenging en puin > 20% Via evaluatierapport en op basis van

eindonderzoek voor oplevering 4.alle mobiele verontreiniging en asbest boven I-waarde tot 2,5 m-mv verwijderd

Via evaluatierapport en op basis van eindonderzoek voor oplevering

5.alle verontreiniging boven I-waarde en die niet voldoet aan BFK industrie niet zijnde uitbijters

Via evaluatierapport en eindonderzoek voor oplevering

6.vrijgave van NGE voor het gehele terrein Proces verbaal van oplevering waarin onderzoeken en eventuele verwijderingsacties zijn opgenomen

7.Terrein vrij van fundaties, ondergrondse infra, heipalen en terreinverhardingen

Proces verbaal voor sloop.

6.6 Bouw en woonrijp maken en saneren Fase III

Bij het bouw- en woonrijp maken zal grondverzet gepleegd worden en kan de eigenaar ondanks de saneringsactiviteiten van Fase I en II te maken krijgen met saneringswerkzaamheden.

Deze saneringswerkzaamheden hebben dan vooral betrekking op de laag tussen 1,0 – 2,5 m-mv.

Het is mogelijk dat in de laag van 1,0 tot 2,5 m-mv verontreiniging boven de I-waarde achterblijft of kwaliteit BFK industrie die niet is verwijderd in Fase I en Fase II. Deze verontreinigingen kan bij de toekomstige ontwikkeling tijdens de aanleg van ondergrondse infra (rioolaanleg) worden aangetroffen. In dat geval wordt deze verwijderd naar een erkende verwerker en wordt dit aangevuld met schoon zand. Dit is een maatregel in kader van het bouwrijp maken. Onder de voorwaarde dat aan het hiervoor bepaalde blijft worden voldaan, kan uitgegraven grond, die minimaal voldoet aan de gestelde BFK industrie, indien mogelijk herschikt worden binnen de locatie en pas in tweede instantie afgevoerd worden naar een hergebruikslocatie Indien de locatie een minder gevoelige bestemming dan wonen krijgt, bijvoorbeeld bedrijvigheid en/f industrie dan voldoet BFK industrie ook in de contactlaag, 1 meter – maaiveld. Voor de sanering in combinatie met het bouw- en woonrijp maken zal een apart uitvoeringsplan worden opgesteld.

Page 42: Saneringsplan Kazerneterrein Overste Den Oudenlaan 20

40 Gefaseerd saneringsplan Kanaalweg te Utrecht/Dienst Vastgoed Defensie

7 ALGEMENE UITVOERINGSASPECTEN

Dit hoofdstuk betreft een beknopte en algemene beschrijving van werkzaamheden in het kader van de sanering met specifieke uitwerking van voorbereiding sanering, vergunningen, betrokken partijen, grondverzet, aanvulgrond, opleveren werkterrein en saneringsevaluatie. Deze aspecten krijgen nadere detailuitwerking in de uitvoeringsplannen.

7.1 Voorbereiding sanering

Verzekering Voor aanvang van de sanering zal zonodig een gecombineerde bodemsaneringsverzekering en CAR verzekering worden afgesloten voor alle werkzaamheden die benodigd zijn om het werk uit te voeren. Deze verzekering dekt schade aan het werk en daaruit voortvloeiende schade, schade aan de omgeving en eventuele gezondheidsschade bij werknemers door blootstelling aan verontreinigingen. Hierbij kunnen door de verzekeringsmaatschappij aanvullende eisen worden gesteld (bijvoorbeeld uitvoeren van specifieke of uitgebreidere controlemetingen). Dit is met name van belang zijn voor de situatie van Hal B die niet gesloopt wordt en waarbij fundering en opstallen beschermd moeten worden in het kader van de monumentenwet. Nadere uitwerking hiervoor vindt plaats in het uitvoeringsplan. Vastlegging bestaande situatie Voor aanvang van de saneringswerkzaamheden wordt geadviseerd om de bestaande situatie te laten vastleggen voor zover er risico’s bestaan voor schade aan de omgeving als gevolg van de sanering. Op welke wijze wordt nader ingevuld in het uitvoeringsplan. Verkeersvoorzieningen Er zal in het kader van de sloop- en de saneringswerkzaamheden transport plaatsvinden van (verontreinigde) grond en sloopmaterialen. Hiertoe zullen enige verkeersvoorzieningen getroffen dienen te worden. De aard van de maatregelen zal sterk afhangen van de wijze van transport (per schip of per as) en de frequentie van het transport. Daarnaast zullen, zo nodig, tijdelijke voorzieningen moeten worden getroffen om de toegang naar woningen en bedrijven in de buurt van het werkterrein te waarborgen. De maatregelen dienen in overleg met de gemeente en politie in een verkeerscirculatieplan te worden vastgesteld. De betrokkenen dienen tijdig op de hoogte te worden gesteld van de maatregelen in het verkeerscirculatieplan. Ook de bereikbaarheid voor ambulance en brandweer dient gewaarborgd te zijn. Omrijroutes dienen zo kort mogelijk te zijn en extra verkeer moet zoveel mogelijk worden beperkt. De aannemer die sloop en saneringswerkzaamheden gaat uitvoeren zal een verkeerscirculatieplan moeten opstellen in overleg met gemeente en politie. Vergunningen Voorafgaand aan de sloop- en saneringswerkzaamheden dienen naast de melding in het kader van het onderhavige saneringsplan genoemde werkplannen bij verschillende overheidsinstanties meldingen te worden uitgevoerd en vergunningen te worden aangevraagd. In tabel 7.1 is een overzicht van noodzakelijke meldingen en vergunningen opgenomen.

Page 43: Saneringsplan Kazerneterrein Overste Den Oudenlaan 20

41 Gefaseerd saneringsplan Kanaalweg te Utrecht/Dienst Vastgoed Defensie

Tabel 7.1: overzicht aan te vragen vergunningen en meldingen Werkzaamheden Melding/vergunning Bevoegd gezag Gefaseerd saneringsplan Beschikking (normale procedure) Gemeente Utrecht Uitvoeringsplannen Melding Gemeente Utrecht Sloopvergunning Beschikking Gemeente Utrecht Werkplannen saneringen ondergrondse tanks

Melding Gemeente Utrecht

Lozingsvergunning Vergunning of melding conform Waterwet

Stichtse Rijnlanden

Grondwaterzuivering Melding/vergunning Gemeente Utrecht Transport verontreinigde grond Melding Gemeente Provincie Vrijgave archeologische waarden Melding Gemeente Utrecht Maatregelen ter bescherming monumenten

Monumentenwet Het Rijk

7.2 Betrokken partijen

Bij de uitvoering van de sanering zijn verschillende partijen betrokken die in tabel 8.2 zijn opgenomen. Tabel 7.2: Overzicht rol betrokken partijen Rol of taak Partijen Terreineigenaren De Staat (Defensie),

Stichting vrienden Jongerius Gemeente Utrecht

Opdrachtgever De Staat en toekomstige koper/ontwikkelaar Bevoegd gezag Wbb Gemeente Utrecht Bevoegd gezag lozingen en onttrekkingen Stichtse Rijnlanden Directievoerder Nog niet bekend Milieukundig begeleider Nog niet bekend Aannemer Nog niet bekend Derden Omwonenden en bedrijven in de directe omgeving 7.3 Voorbereiding en inrichting werkterrein

Ter voorkoming van betreding door onbevoegden, zal het werkterrein worden afgeschermd met bouwhekken. Het werkterrein wordt ten behoeve van benodigd grondwerk tijdens de sloop- en saneringswerkzaamheden op de verontreinigde deellocaties, ingedeeld in schone en verontreinigde werkzones, die middels een veiligheidslint van elkaar gescheiden zijn. Vanuit de schone zone is/zijn de verontreinigde zone(s) voor bevoegden bereikbaar via een vuil/schoonunit (omkleed- en sanitaire ruimte). Inrichting werkterrein Hieronder vallen de volgende werkzaamheden:

x de inrichting van een directieverblijf met communicatievoorzieningen. Aangenomen wordt dat hiervoor het directieverblijf van het gehele bouwproject kan worden gebruikt;

Page 44: Saneringsplan Kazerneterrein Overste Den Oudenlaan 20

42 Gefaseerd saneringsplan Kanaalweg te Utrecht/Dienst Vastgoed Defensie

x sanitaire faciliteiten met wasgelegenheid ten behoeve van de milieukundige en het personeel van de aannemer. Deze faciliteiten moeten bestaan uit een zogenaamde "decontaminatieunit", met een vuile en een schone ruimte en een gelegenheid tot douchen. Hier bevinden zich tevens voldoende persoonlijke beschermingsmaatregelen en EHBO-voorzieningen;

x een schaftgelegenheid; x opslagcontainers voor materialen van de aannemer; x het afzetten van de saneringslocatie met bouwhekken met lintmarkering en

veiligheidsborden; x een vrachtwagenborstelplaats; om te voorkomen dat bij het transport van de ontgraven

grond verontreinigde grond op de wegen buiten de locatie terecht komt dienen deze te worden afgeborsteld op een hiervoor ingerichte locatie.

Voordat voertuigen het werkterrein verlaten worden deze zonodig ontdaan van aanhangende (verontreinigde) grond. In geval van droogte zal eventuele verstuiving van grond- en stofdeeltjes zoveel mogelijk worden tegengegaan door het schoonhouden van de transportroute binnen het werkterrein. Traceren en omleggen kabels en leidingen De aannemer dient voorafgaand aan de werkzaamheden een KLIC-melding te verrichten en de beschikbare kabels- en leidingkaarten te raadplegen om de actuele ligging te verifiëren. Middels het graven van proefsleuven worden aanwezige kabels en leidingen getraceerd. Indien er nog kabels en leidingen met een functie aanwezig zijn, dan worden deze omgeleid of ondersteund. Buiten gebruik geraakte kabels en leidingen worden verwijderd. 7.4 Grondverzet

De saneringswerkzaamheden al dan niet in combinatie met ondergrondse sloop en het grondverzet voor de toekomstige herinrichting worden uitgevoerd onder het certificaat van de BRL SIKB 7000 ‘Uitvoering van (water)bodemsaneringen’ in combinatie met het VKB-protocol 7001 ‘Uitvoering landbodemsanering met conventionele methoden’. Tijdens de grondsaneringswerkzaamheden zal alle vrijkomende grond verontreinigde grond worden ontgraven onder milieukundige begeleiding. Hierbij zal op basis van de verontreinigingsituatie onderscheid gemaakt worden tussen herschikbare schone en licht verontreinigde grond, alsmede af te voeren sterk verontreinigde grond. De ontgraving zal plaatsvinden tot de voor de sloop- en saneringswerkzaamheden benodigde ontgravingsgrenzen en -diepten. De hoeveelheden vrijkomende grond zijn thans (deels) nog niet bekend en worden nader uitgewerkt in de uitvoeringsplannen. In de uitvoeringsplannen wordt ter informatie en instemming van het bevoegd gezag een grondstromenplan uitgewerkt. In het grondstromenplan wordt een tekening met overzicht van deellocaties, ontgravingsgrenzen en -diepten, alsmede een raming van de per deellocatie vrijkomende hoeveelheden grond opgenomen. 7.5 Verwerking grond, puin en objecten

Alle vrijkomende sterk verontreinigde grond wordt, zonodig via tijdelijke opslag in depot, rechtstreeks afgevoerd naar een daartoe geschikte verwerkingslocatie (hergebruik of reiniging). Eventuele afvoer naar

Page 45: Saneringsplan Kazerneterrein Overste Den Oudenlaan 20

43 Gefaseerd saneringsplan Kanaalweg te Utrecht/Dienst Vastgoed Defensie

een stortplaats zal plaatsvinden op basis van een verklaring van niet-reinigbaar, af te geven door Rijkwaterstaat leefomgeving, Bodem+. Onder gebouw 9 is een groot oppervlak verontreinigd met puin en immobiele verontreinigen. Als sanerende maatregel kan het bodemvreemd materiaal op locatie worden uitgezeefd of afgevoerd naar een erkend verwerker. Op locatie zeven ten behoeve van het verbeteren van de milieuhygiënische kwaliteit is een bewerking. Er kan in dat geval geen gebruik gemaakt worden van artikel 36 derde lid Bbk, er is geen sprake van tijdelijke uitneming zonder bewerking. De bewerker zal gecertificeerd zijn in het kader van de BRL SIKB 7500, 'Bewerken van verontreinigde grond en baggerspecie'. Afhankelijk van de verontreinigingsituatie waar puinhoudende grond vrijkomt, kan deze worden ontdaan van puinresten met behulp van een mobiele zeefinstallatie. De zeefinstallatie zal, in afstemming op de voortgang van de grondwerkzaamheden, worden gesitueerd binnen de grenzen van het werkterrein. Uitgezeefd puin dat op basis van zintuiglijke beoordeling verontreinigd blijkt, wordt afgevoerd naar een stortplaats. Grondpartijen (al dan niet gezeefd) die in aanmerking komen voor terugplaatsing of herschikking binnen de saneringslocatie worden gescheiden in depot gezet en bemonsterd ter analyse. Aan de hand van de analyseresultaten wordt de definitieve bestemming van de grond in de depots bepaald. Eventueel nog vrijkomende restanten van funderingen, kelders, leidinggoten, riolering en/of nutsvoorzieningen binnen het saneringsgeval worden verzameld in depots, om vervolgens te worden afgevoerd naar een daartoe geschikte verwerkingslocatie (recycling/stortplaats). 7.6 Tijdelijke gronddepots

Binnen de verontreinigde zone(s) van het werkterrein worden tijdelijk een of meerdere gronddepots ingericht. Indien de beschikbare ruimte binnen het werkterrein dit niet toelaat, worden depots ingericht op een nader te bepalen locatie en in afstemming en met goedkeuring van het bevoegd gezag. Om reden van verwaaiing van stofdeeltjes of infiltratie van hemelwater, wordt opgeslagen verontreinigde grond afgedekt met een folie als bovenafdichting. Depots met verontreinigde grond worden tevens geohydrologisch gescheiden van de onderliggende grond door een gesloten onderafdichting (folie). 7.7 Aanvulling en afwerking terrein

Na verwijdering van funderingen en kelders worden de resterende volumes tot maaiveld aangevuld (en verdicht) met de in depot geplaatste grondpartijen en/of van elders te leveren grond. De kwaliteit van de toe te passen grond is conform de saneringsdoelstelling zoals opgenomen in hoofdstuk 4. Van elders geleverde grond voldoet aan de BFK wonen. Dit geldt ook voor aanvullingen ten tijde van het bouw- en woonrijp maken in fase III. Van te leveren grond dient een verklaring van herkomst te worden overlegd en conform de vigerende regelgeving te worden aangetoond.

Page 46: Saneringsplan Kazerneterrein Overste Den Oudenlaan 20

44 Gefaseerd saneringsplan Kanaalweg te Utrecht/Dienst Vastgoed Defensie

7.8 Tijdelijke uitneming

Het Besluit Bodemkwaliteit kent regels ten aanzien van tijdelijke uitname van grond. Voor het Overste Den Oudenlaan is dit van toepassing bij grondverzet. Er valt te denken aan rioolaanleg en kabels, leidingen en sleuven. In artikel 36, derde lid van het Besluit bodemkwaliteit is opgenomen dat het tijdelijk verplaatsen of uit de toepassing wegnemen van grond of baggerspecie is toegestaan zonder inachtneming van de artikelen 38 tot en met 64, indien deze vervolgens, zonder te zijn bewerkt, op of nabij dezelfde plaats en onder dezelfde conditie opnieuw in die toepassing wordt aangebracht. In hoeverre een situatie onder tijdelijke uitname valt, is aan het decentrale bevoegd gezag. 7.9 Bemalingen

Dit aspect wordt uitgewerkt in de uitvoeringsplannen. 7.10 Milieukundige begeleiding

Vanaf 1 juli 2007 is het Besluit uitvoeringskwaliteit bodembeheer (bekend als Kwalibo) van kracht. Dit houdt onder meer in dat bodemintermediairs (aannemers, inspectie-instellingen, milieukundige begeleiders) middels een certificaat moeten kunnen aantonen dat hun bedrijf aan de kwaliteitseisen voldoet, respectievelijk een certificaat op basis van de BRL SIKB 6000 voor milieukundige begeleiders en een certificaat op basis van de BRL SIKB 7000 voor aannemers. Tijdens de uitvoering van de sanering wordt door de milieukundige begeleider toezicht gehouden op de werkzaamheden. De milieukundige begeleider heeft als taak erop toe te zien dat de werkzaamheden conform saneringsplan en gedetailleerde uitwerking per fase worden uitgevoerd. De begeleidingswerkzaamheden worden uitgevoerd onder het certificaat van de BRL SIKB 6000 ‘Milieukundige begeleiding en evaluatie van bodemsaneringen’ in combinatie met VKB-protocol 6001 ‘Milieukundige begeleiding en evaluatie landbodemsanering met conventionele methoden’. De werkzaamheden met betrekking tot het benodigde grondwerk op de verontreinigde deellocaties worden dagelijks gerapporteerd in een logboek. Het logboek is tijdens de uitvoering van de werkzaamheden op de locatie aanwezig. Milieukundige begeleiding en toezicht De milieukundige begeleiding zal geschieden door een milieukundige, die de directie adviseert gedurende de uitvoering van het werk. De taken van de milieukundige zijn:

x in het algemeen het stimuleren en bevorderen van een efficiënte, veilige en nette manier van werken;

x controleren van de door de aannemer uitgevoerde ontgravingen en aanvullingen; x geven van aanwijzingen aan de aannemer ten aanzien van de omvang en de ontgraving

van verontreinigd materiaal; x geven van aanwijzingen en toezicht houden op het herschikken en eventueel afvoeren van

de verontreinigde grond; x het nemen van controlemonsters;

Page 47: Saneringsplan Kazerneterrein Overste Den Oudenlaan 20

45 Gefaseerd saneringsplan Kanaalweg te Utrecht/Dienst Vastgoed Defensie

x beoordelen of de werkzaamheden op een arbeids- en milieuhygiënisch verantwoorde wijze worden uitgevoerd; te denken valt aan het voorkomen van morsingen van het verontreinigde materiaal en de juiste afvoer hiervan of het nemen van correcte veiligheidsmaatregelen gedurende de sanering (conform CROW-132);

x verrichten van de administratie, zoals de transportregistratie van de vrijkomende materialen, het registreren van de verrichte werkzaamheden en de afgevoerde hoeveelheden;

x adviseren van de opdrachtgever en aannemer met betrekking tot het tijdstip van aanvullen. Directievoering De directievoering zal geschieden door een directievoerder, die optreedt namens de opdrachtgever gedurende de uitvoering van het werk. De taken van de directievoerder zijn:

x Het onderhouden van contact met de aannemer en het voeren en voorzitten van overleg met de opdrachtgever, aannemer en derden die bij de realisatie van het project zijn betrokken;

x Uitvoeren van keurings- en toezichtactiviteiten (incl. V&G-plan); x Verzamelen van gegevens voor de besteksadministratie en nacalculatie; x Archivering van relevante documenten van het project; x Bewaken van kwaliteit, tijd en kosten zoals vastgelegd in het contract; x Beoordelen van het (concept) bestek, deelsaneringsplannen, berekeningen en tekeningen,

werkmethoden en evt. kwaliteitsplannen; x Zorgdragen voor een tijdige aanlevering van gegevens aan de aannemer en derden; x Het instrueren, motiveren en beoordelen van de onder zijn verantwoordelijkheid werkende

toezichthouders; x De financiële afwikkeling van het project; x Signaleren van verbeterpunten en alle benodigde vergunningen; x Onderhouden van contact met de toekomstige beheerder van de locatie; x Beoordelen of de aannemer conform het Besluit bodemkwaliteit (Kwalibo) werkt; x Is aanspreekpunt voor klachtenbehandeling van zijn betreffende werkzaamheden, o.a. voor

bewoners, pers, (milieu)politie, etc. De intensiteit van de milieukundige begeleiding hangt af van de te saneren grond. Tijdens het ontgraven van de mobiele verontreinigingen zal full-time een milieukundig begeleider aanwezig zijn. De milieukundige begeleiding van ontgraving van immobiele verontreinigingen (civieltechnische ontgravingen) zal niet full-time zijn 7.11 Veiligheid

Het uitvoeren van een bodemsanering betekent omgaan met verontreinigingen, dus met risico’s. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen risico’s voor de werkenden en risico’s voor de omgeving. Voorafgaand aan de sanering dient een Veiligheid- en gezondheidsplan (V&G-plan) te worden opgesteld door de aannemer conform het classificatiesysteem genoemd in Publicatie 132 van CROW. De veiligheidsklasse is onderverdeeld op basis van de hoogte van het risico. Dit risico hangt af van de kans op, de mate van en het effect (het schadelijk vermogen) van blootstelling. Het risico bepaalt welke maatregelen getroffen moeten worden. De veiligheidsklasse bestaat uit Basisklasse en T&F-klassen. De T geeft het risico van blootstelling aan toxische stoffen aan, en de F is een indicatie voor de brandbaarheid c.q. het explosiegevaar. T kent drie niveau’s, F kent twee niveaus.

Page 48: Saneringsplan Kazerneterrein Overste Den Oudenlaan 20

46 Gefaseerd saneringsplan Kanaalweg te Utrecht/Dienst Vastgoed Defensie

De te nemen preventieve maatregelen staan beschreven in Publicatie P132 (4e geheel herziene druk, december 2008) van CROW, ‘Werken in of met verontreinigde grond en/of verontreinigd (grond)water” en zijn afhankelijk gesteld van de berekende veiligheidsklasse. In de gedetailleerde uitwerking per fase dient aangegeven te worden onder welke veiligheidsklasse het werk bij de start van de werkzaamheden is ingedeeld. De aannemer dient deze klassen te controleren en dienen de getroffen maatregelen ten behoeve van veiligheid en gezondheid van de bij het werk betrokkenen in overeenstemming te zijn met de CROW-publicatie. Op asbest zijn specifieke regels van toepassing. In de wet- en regelgeving is vastgelegd dat een locatie als verontreinigd met asbest moet worden aangemerkt wanneer de asbestconcentratie 100 mg/kg ds (gewogen gemiddelde) of meer bedraagt. De werkzaamheden moeten in dat geval worden uitgevoerd volgens de eisen van veiligheidsklasse 3T en de deskundige bepaalt het maatregelpakket mede op basis van de specifieke wet- en regelgeving. De veiligheid en gezondheid, hinder en overlast voor de omgeving hebben onder andere betrekking op mogelijke verhoogde concentraties aan verontreinigingen in de lucht, overlast van werkzaamheden en transportmiddelen van en naar de locatie en geluidsoverlast. De locatie wordt omringd door woonwijken en daar dient rekening mee te worden gehouden. Daarnaast worden er bijeenkomsten gehouden in de villa ten tijde van de werkzaamheden. Bij uitvoering van werkzaamheden waarbij vluchtige verbindingen vrij kunnen komen, zal aan de terreingrenzen monitoring plaatsvinden om vast te stellen of sprake is van normoverschrijding voor de omgeving. Bij overschrijding worden maatregelen genomen. Hierbij wordt gedacht aan het verkleinen en aanvullen van ontgraven gedeelten of het tijdelijk stopzetten van de ontgraving totdat de weersomstandigheden gunstiger zijn (zoals windsnelheid en richting, temperatuur). Nadere detailuitwerking hiervan vindt plaats in de uitvoeringsplannen. Bepaling T en F-klasse Het vaststellen van de veiligheidsklasse is onder meer afhankelijk van de aard, eigenschappen en vastgestelde concentraties van de aangetroffen stoffen in de grond en het grondwater. In de CROW- 132 wordt onderscheid gemaakt tussen een basispakket bij werken met een gering arbeidshygiënisch risico en twee groepen veiligheidsklassen bij werken met een hoog arbeidshygiënisch risico. De twee groepen veiligheidsklassen zijn weer onderverdeeld in vier T-klassen (risico blootstelling aan Toxische stoffen) en drie F-klassen (risico voor ontstaan van brand of explosie, Flammable). Bij een 2T, 3T en 2F klasse is het begeleiden door een Arbeidshygiënist of Hogere Veiligheidskundige bij wet verplicht. Voor geval 1 is op basis van de maximale concentraties in de ontgravingszone een voorlopige T en F klasse bepaald op 3T en 1F. In bijlage 15 is de berekening van deze voorlopige klasse bepaling opgenomen. Door de uitvoerend (onder)aannemer van de saneringswerkzaamheden worden de te hanteren veiligheidsklassen binnen en buiten de verontreinigde deellocaties definitief vastgesteld in de uitvoeringsplannen (hoofdstuk 8). Veiligheids- en gezondheidsplan Op grond van het Arbeidsomstandighedenbesluit dient door de opdrachtgever een "Veiligheids- en Gezondheidsplan, deel ontwerpfase" (V&G-plan) te worden opgesteld. Hierin worden de maatregelen

Page 49: Saneringsplan Kazerneterrein Overste Den Oudenlaan 20

47 Gefaseerd saneringsplan Kanaalweg te Utrecht/Dienst Vastgoed Defensie

en voorzieningen die zullen worden getroffen om de veiligheid en gezondheid van alle bij de ontgraving betrokken werknemers veilig te stellen nader uitgewerkt. De aannemer maakt aan de hand van het door de opdrachtgever opgestelde V&G-plan ontwerpfase het V&G-plan uitvoeringsfase. Het arbeidshygiënische draaiboek maakt onderdeel uit van dit uitvoeringsplan. Het V&G-plan kan ter goedkeuring aan de bedrijfsgezondheidsdienst en aan de arbeidsinspectie worden overlegd. 7.12 Maatregelen ter reductie van overlast

De aan- en afvoer van grond en overige materialen dient plaats te vinden op een wijze waarop zo min mogelijk overlast voor omwonenden plaatsvindt. Dit wordt geregeld in het verkeerscirculatieplan (zie paragraaf 8.1). Verder dient geluidsoverlast, trillingen en stofvorming zoveel mogelijk te worden tegengegaan.

Page 50: Saneringsplan Kazerneterrein Overste Den Oudenlaan 20

48 Gefaseerd saneringsplan Kanaalweg te Utrecht/Dienst Vastgoed Defensie

8 PROCEDURES UITVOERINGSPLANNEN

8.1 Inleiding

Op grond van de in onderhavig gefaseerd saneringsplan omschreven saneringsmaatregelen op hoofdlijnen zullen er in een vervolgstadium per fase en te ontwikkelen bouwfase uitvoeringsplannen worden opgesteld met een gedetailleerde uitwerking van de saneringsmaatregel, eventuele aanvullende vergunningen en wijze van grondverzet of bewerking. Daarnaast zijn nog andere nadere uitwerkingen beloofd om ter toetsing voor te leggen. In dit hoofdstuk wordt de inhoud van de uitwerkingsplannen besproken met de procedures. Daar waar mogelijk zal reeds vrij uitvoerig worden aangegeven hoe met bepaalde zaken zal worden omgegaan. 8.2 Voorgenomen uitvoeringsplannen

In het kader van de specifiek uitwerking van de combinatie sloop en bodemsanering zullen de volgende uitvoeringsplannen worden opgesteld en ter toetsing worden voorgelegd

x Uitvoeringsplan 1: Fase 1: sloop bovengronds gehele terrein en ondergronds nabij geval 1 en HOV baan.

x Uitvoeringsplan 2: Fase 2: sloop overige deel ondergronds en sanering geval 2 en puinlaag onder gebouw 9.

x Uitvoeringsplan 3: Fase 3: Geschikt maken terrein in kader van bouw- en woonrijp maken met grondverzet en verwerking eventuele verontreinigde grond.

Na afronding van iedere fase van een sanering volgt een (deel)evaluatie van de sanering. Dit wordt in de vorm van een evaluatierapport opgesteld en ter beoordeling voorgelegd aan het bevoegd gezag. Inhoud en procedure hiervan is nader opgenomen in 8.3. 8.3 Inhoud uitvoeringsplan

De op te stellen uitvoeringsplannen zullen zoveel mogelijk verwijzen naar onderhavig saneringsplan voor wat betreft:

x de algemene verontreinigingssituatie; x de saneringsaanleiding, ernst en urgentie, gevalsdefinitie; x de te hanteren randvoorwaarden en uitgangspunten; x de algemene saneringsbeginselen; x de algemene uitvoeringsaspecten.

In de op te stellen uitvoeringsplannen zal, voor zover van toepassing, in detail worden ingegaan op:

x de begrenzing van het desbetreffende deelgebied of deelgebieden waar de sanering of sloop betrekking op heeft;

x de actuele verontreinigingssituatie op basis van eventueel later dan het onderhavige saneringsplan uitgevoerde bodemonderzoeken ter plekke;

x de relatie met eventueel stedebouwkundig ontwerp of plan (waaronder de exacte gebruiksfunctie);

x een eventueel noodzakelijk bemalingsplan;

Page 51: Saneringsplan Kazerneterrein Overste Den Oudenlaan 20

49 Gefaseerd saneringsplan Kanaalweg te Utrecht/Dienst Vastgoed Defensie

x Berekening en situering damwanden bij bescherming van bijvoorbeeld Hal B; x de te treffen voorbereidende werkzaamheden; x de detailuitwerking sloop en onder welke condities; x de werkwijze en detailuitwerking saneringsmaatregel; x het V&G-plan; x de uitvoeringsplanning; x de gebruiksbeperkingen en nazorg.

8.4 Voorbereidende werkzaamheden

Alvorens met de feitelijke ontgravingswerkzaamheden kan worden begonnen, moet er een aantal voorbereidende werkzaamheden zijn of worden verricht die in het uitvoeringsplan nader worden belicht (voor zover van toepassing):

x aanvraag vergunningen/meldingen; x het treffen van eventuele verkeersvoorzieningen; x het inrichten van het werkterrein inclusief directie- en werkketen; x het afzetten van het werk met bouwhekken; x het aanlegen van de was- en/of borstelplaats; x het verwijderen van mogelijk deels verontreinigde verhardingen (repak paden); x het inrichten van tijdelijke depots; x het graven van eventueel noodzakelijke proefsleuven voor het nauwkeurig bepalen van het

tracé van kabels en leidingen; x indien noodzakelijk het afkoppelen en omleggen van kabels en leidingen. x De werkzaamheden kunnen naargelang de planning van het werk voor individuele

saneringen of voor in samenhang uit te voeren clusters worden uitgevoerd. 8.5 Werkwijze van de sanering

In dit onderdeel wordt ingegaan op: x het ontgravingsplan (afgestemd op de herinrichting, ophoging en aanleg); x de werkwijze van ontgraven; x het gebruik van tussendepots voor grond; x eventuele bemalingen (mobiele verontreinigingen of voor werkzaamheden onder

grondwaterniveau); x eventuele maatregelen die getroffen moeten worden voor de behandeling van uittredend

percolaat of opstuwing bij ophoging; de verwachte hoeveelheid vrijkomende materialen (verontreinigde grond, puin etc.);

x de verwerking van vrijkomende materialen; x aard, kwaliteit en dikte van de op te brengen grond en eventuele signaleringslaag; x de te treffen veiligheidsmaatregelen; x maatregelen ter reductie van overlast; x de aard en intensiteit van milieukundige begeleiding; x nazorg.

8.6 Meldingsprocedure uitvoeringsplannen

Elk afzonderlijk uitvoeringsplan dient te worden goedgekeurd, waarbij de volgende procedure wordt

Page 52: Saneringsplan Kazerneterrein Overste Den Oudenlaan 20

50 Gefaseerd saneringsplan Kanaalweg te Utrecht/Dienst Vastgoed Defensie

aangehouden: x Indienen uitvoeringsplan minimaal 6 weken voor de start van de werkzaamheden; x Gemeente Utrecht toetst en moet instemmen met het uitvoeringsplan voordat gestart wordt

waarbij de verkorte procedure conform de Algemene wet bestuursrecht wordt toegepast. De beschikking zal terstond in werking treden.

x Eventuele afwijkingen op het uitvoeringsplan worden terstond gemeld. Deze verkorte procedure kan worden gevolgd omdat onderhavig gefaseerd saneringsplan reeds in een openbare procedure zal worden beschikt en de uitvoeringsplannen binnen dit kader en de saneringsdoelstellingen worden opgesteld en uitgevoerd.

Page 53: Saneringsplan Kazerneterrein Overste Den Oudenlaan 20

51 Gefaseerd saneringsplan Kanaalweg te Utrecht/Dienst Vastgoed Defensie

9 PLANNING, EVALUATIE EN NAZORG

9.1 Planning werkzaamheden

De tijdsduur van uitvoering van werkzaamheden kan voor fase I en II is op hoofdlijnen bekend en zal hier worden opgenomen. Voor Fase III geldt dat de eindafwerking van de saneringsmaatregelen zal plaatsvinden in het eindstadium van het bouw en woonrijp maken (bijvoorbeeld aanbrengen teelgrond, aanbrengen verhardingen). De tijdsduur waarbinnen de maatregelen definitief en permanent worden gerealiseerd is derhalve sterk afhankelijk van de planuitwerking, voorbereidings- en uitvoeringswerk-zaamheden in het kader van een toekomstige herinrichting. Vanwege het nog nader in te vullen op te stellen stedebouwkundig ontwerp en plan is de totale periode waarbinnen de (laatste) sanerings-maatregelen worden uitgevoerd thans nog niet voorspelbaar. In tabel 10.1 is een globale tijdsplanning voor fase 0, I, II en III opgenomen. Tabel 10.1: Planning voorbereidingen en uitvoering sanering Fase 0 Eindsituatie onderzoek WM- en activiteitenbesluit Mei – Juni 2014 Actualisatie/nader onderzoek Teleggenlaan en pluim Juni – september 2014 Nader onderzoek Flora en Faunawet Juni 2014 – December 2014 Projectrisico analyse NGE Mei – juni 2014 Verkennend Archeologisch onderzoeknnend archeologisch onderzoe Juli 2014 – oktober 2014 Fase I Voorbereiding werkterrein December 2014 Sloop opstallen December – Februari 2015 Vrijgeven NGE/verwijderen NGE November 2014 – maart 2015 Saneren tanks en verwijderen ondergrondse infra op deel HOV baan December 2014 Saneren geval 1 Maart 2015 – Mei 2015 Evaluatie sanering geval 1 Juli 2015 Fase II Sloop vloer gebouw 9 Juni 2015 Sanering grond geval 2 en punlaag gebouw 9 Juli – September 2015 Evaluatie sanering geval 2 November 2015 Sloop overige fundaties en kelders in combinatie met sanering/grondverzet en verwijdering over infra/heipalen

Juli – December 2015

Eindsituatie onderzoek en proces verbaal van oplevering December 2015 Fase III Monitoring geval 1 aantonen stabiele eindsituatie 2015 – 2018 Gefaseerd bouw- en woonrijp maken in combinatie met sanering 2016 - onbekend

Page 54: Saneringsplan Kazerneterrein Overste Den Oudenlaan 20

52 Gefaseerd saneringsplan Kanaalweg te Utrecht/Dienst Vastgoed Defensie

9.2 Evaluatie bodemsanering

Ter instemming van het bevoegd gezag wordt van iedere uitvoeringsfase van de sanering een evaluatierapport opgesteld. Hierbij wordt sanering bij sloopwerkzaamheden gekoppeld aan de sanering van de grond in het betreffende deelgebied. Dat betekent dus de volgende (deel)evaluaties:

x Evaluatie Fase I: Grondsanering geval 1; x Evaluatie Fase II: Sanering geval 2, puinlaag met asbest onder gebouw 9 en eventuele overige

verontreinigingen en grondverzet op overig deel terrein. Tevens toetsing aan leveringscondities met proces verbaal in verband met te leveren terrein;

x Evaluatie grondwatermonitoring geval 1. x Evaluatie na functiegeschikt maken terrein na Fase III.

De door de milieukundig begeleider verzamelde analyseresultaten, meetgegevens en relevante aantekeningen worden verwerkt ter vastlegging van op welke wijze de saneringsdoelstelling (eindresultaat) van de betreffende fasen is bereikt. De inhoud van het evaluatierapport moet voldoen aan de door het bevoegd gezag gestelde eisen. De inhoud van het evaluatierapport omvat tenminste de volgende aspecten: x Beschrijving saneringslocatie (algemene informatie, bodemopbouw en geohydrologie, uitgevoerde

bodemonderzoeken, verontreinigingssituatie); x Beschrijving uitgangspunten sanering (saneringsgeval, doelstelling, terugsaneer- en toetsingswaarden,

vergunningen en meldingen, betrokkenen en communicatie); x Beschrijving uitgevoerde saneringswerkzaamheden (voorbereiding, grondverzet met hoeveelheden

aanvoer, herschikking en afvoer grond, restverontreiniging, aanvulling en afwerking terrein); x Beschrijving milieukundige begeleiding (uitgevoerde werkzaamheden, registratie hoeveelheden afvoer,

herschikking en aanvoer grond, controlebemonsteringen en analyse- en meetresultaten depots) x Tekeningen (ontgravingsgrenzen en -diepten, locaties meetpunten afbakeningen, grenzen en

aanvulhoogten van geherschikte en aangevoerde grondpartijen); x Beschrijving evaluatie, (eventuele) afwijkingen en conclusies saneringsmaatregelen, alsmede

nazorgmaatregelen en gebruiksbeperkingen. Na afronding van de bodemsanering wordt per fase een evaluatierapport opgesteld, waarin onder meer wordt vermeld (indien van toepassing):

x opdrachtgever en aannemer; x de periode van uitvoering; x verleende vergunningen, meldingen en toestemmingen; x een omschrijving van de uitgevoerde ontgravingswerkzaamheden, bemaling en

grondwatersanering, eventuele afwijkingen van het werkplan sanering; x de verontreinigingssituatie, zoals aangetroffen tijdens de ontgraving: zintuiglijke

waarnemingen en analyseresultaten; x hoeveelheden en bestemming van afgevoerde materialen; x ligging en analyseresultaten controlemonsters; x dikte en kwaliteitsgegevens eventueel aangebrachte ophooglaag en/of leeflaag met (zover

noodzakelijk) analyseresultaten van partijkeuringen; x nazorg en gebruiksbeperkingen x De evaluatierapportages worden toegezonden aan het bevoegd gezag.

Page 55: Saneringsplan Kazerneterrein Overste Den Oudenlaan 20

53 Gefaseerd saneringsplan Kanaalweg te Utrecht/Dienst Vastgoed Defensie

Elke evaluatierapport wordt voorgelegd aan het bevoegd gezag en hierop volgt een beoordeling en een (deel)beschikking op de sanering van die fase of deelgebied. 9.3 Nazorg en gebruiksbeperkingen

Ten aanzien van de resterende verontreinigingen in de grond en/of grondwater zullen er bij het toekomstig bodemgebruik met bebouwing en verhardingen op het bedrijfsterrein geen risico’s die aanleiding geven tot actieve beheers- of nazorgmaatregelen. Daar zijn de saneringsmaatregelen op gericht. 9.4 Gebruiksbeperking

Na sanering zullen er voor het voormalig Overste Den Oudenlaan terrein gebruiksbeperkingen bestaan. Deze gebruiksbeperkingen zijn onder andere gericht op het in stand houden van saneringsmaatregelen in geval van immobiele verontreiniging. Deze beperkingen moeten aan toekomstige eigenaren van het terrein of perceel kenbaar worden gemaakt. Meest geëigend is een clausule als onderdeel van de koopovereenkomst. In relatie tot de aanwezige restverontreinigingen dient echter veiligheidshalve rekening te worden gehouden met gebruiksbeperkingen. De volgende gebruiksbeperkingen worden voorzien: In stand houden leeflaag De gebruiksbeperkingen zijn bedoeld om de om de leeflaag duurzaam in stand te houden. Er mag niet dieper worden gegraven dan de dikte van de leeflaag en er mogen er geen diepwortelende gewassen op worden verbouwd voor gewasconsumptie. Het moet de gebruiker duidelijk zijn wat wel en niet mag op en in de bodem. In stand houden isolatielaag Indien als saneringsmaatregel gekozen is voor het wegnemen van het contactrisico door het aan brengen van een duurzaam afsluitende laag als stelconplaten, beton of asfalt, dient deze laag in stand te worden gehouden. Ter plaatse van gerealiseerde groenvoorzieningen is het niet toegestaan om zonder instemming van het bevoegd gezag dieper te graven dan de aangebrachte leeflaag met signaallaag (worteldoek) tussen aanvulgrond en omliggende verontreinigde grond; Onttrekking grondwater Ter plaatse van een grondwaterverontreiniging, of dicht daarbij mag geen grondwater worden onttrokken. Ook de besproeiing van gewassen met grondwater is niet toegestaan. (Rest)verontreiniging grond Indien er sprake is van een ernstig geval van grondverontreiniging (>25 m3 bodemvolume en Interventiewaarde overschrijding) zal de grondverontreiniging aangetekend worden in het Kadaster. Wijziging gebruiksfunctie doorgeven aan bevoegd gezag Ter voorkoming van mogelijke risico’s dient een eventuele gebruikswijziging van de locatie te worden gemeld aan het bevoegd gezag.

Page 56: Saneringsplan Kazerneterrein Overste Den Oudenlaan 20

54 Gefaseerd saneringsplan Kanaalweg te Utrecht/Dienst Vastgoed Defensie

9.5 Eindsituatie

Het saneringsresultaat van de sanering van mobiele verontreiniging is: x Voor Geval 1: een grote restverontreiniging (>1000 m3) welke stabiel is binnen 30 jaar. x Voor Geval 2: een beperkte restverontreiniging (<1000 m3) welke stabiel is binnen 30 jaar.

Onder een stabiele eindsituatie wordt verder verstaan: a) Geen verdere verspreiding van verontreiniging optreedt. b) Geen risico's zijn (humaan of ecologisch). c) Geen kwetsbare objecten worden bedreigd. d) Geen verstoring van die stabiele eindsituatie kan optreden door voorzienbare ontwikkelingen. Het bevestigen van de stabiele eindsituatie van geval 1 zal plaatsvinden binnen een periode van 5 jaar na afrondng van de grondsanering. Het saneringsresultaat van de sanering van immobiele verontreiniging is:

x de bodem is geschikt voor de aanwezige of beoogde functie. Er zijn geen risico’s vanuit bodem voor bewoners en gebruikers van het gebied Per fase en deellocatie waar is gesaneerd wordt de eindsituatie in het evaluatierapport opgenomen.

Page 57: Saneringsplan Kazerneterrein Overste Den Oudenlaan 20

55 Gefaseerd saneringsplan Kanaalweg te Utrecht/Dienst Vastgoed Defensie

10 COLOFON

Ministerie van Defensie/Gefaseerd saneringsplan MD-AF20131826

Opdrachtgever : Ministerie van Defensie Project : Gefaseerd saneringsplan Overste Den Oudenlaan 20 te Utrecht Dossier : BB3655-102-102 Omvang rapport : 55 pagina's Auteurs : Bart Manders en Peter Rood Bijdrage : Job Schreuder Interne controle : Peter van Meurs Projectleider : Peter Rood Projectmanager : Peter van Meurs Datum : 12 juni 2014 Naam/Paraaf :

Page 58: Saneringsplan Kazerneterrein Overste Den Oudenlaan 20

HaskoningDHV Nederland B.V. Planning & Strategy Laan 1914 nr. 35 3818 EX Amersfoort Postbus 1132 3800 BC Amersfoort T (088) 348 20 00 F (088) 348 28 01 E [email protected] W www.royalhaskoningdhv.com

Page 59: Saneringsplan Kazerneterrein Overste Den Oudenlaan 20

HaskoningDHV Nederland B.V.

Ministerie van Defensie/Gefaseerd saneringsplan bijlage 1 MD-AF20131826 - 1 - Klant vertrouwelijk

BIJLAGE 1 Regionale ligging

Page 60: Saneringsplan Kazerneterrein Overste Den Oudenlaan 20

Zuilen

Ondiep

Lombok

Oudwijk

Tuindorp

Tolsteeg

Tuinwijk

Transwijk

Hoograven

Oog in Al

Pijlsweerd

Welgelegen Sterrenwijk

Wittevrouwen

Rivierenwijk

Kanaleneiland

Tuindorp Oost

Utrecht

Biltstraat

Ben

elu

xlaan

Cro

esela

an

Ou

de G

racht

Julia

naw

eg

Mal

ieba

an

Nie

uw

e G

rach

t

Rijn

l aan

Vleutense Brug

!(3

!(2!(1

!(4

!(3

!(1

!(2

!(3

!(3 !(2

!(1

!(2

!(2

!(3

TA2

TA12

TA2

TA2

TN198

TE35

TE30

TE35

>

BL Planning & StrategyBU Regionale & Stedelijke Ontwikkeling Noord

aut. con. get. datum ver. statusomschrijving

dossiernr

best. naam

Project

Opdrachtgever

Omschrijving

:

:

:

:

:

ArcGis project

behoort bij

:

:

bijlagenummer

schaal

:

:

formaat

RoyalHaskoningDHVEnhancing Society Together

DefinitiefA19-09-2013AGSEerste uitgave

MC Kanaalweg te Utrecht

Dient Vastgoed Defensie

Regionale ligging

BB3655-102-100

regionaal.pdf

A4 regionaal.mxd

A41:25.000

1

±±

LOCATIE

Page 61: Saneringsplan Kazerneterrein Overste Den Oudenlaan 20

HaskoningDHV Nederland B.V.

Ministerie van Defensie/Gefaseerd saneringsplan bijlage 2 MD-AF20131826 - 1 - Klant vertrouwelijk

BIJLAGE 2 Kadastrale ondergrond met verontreinigingssituatie en gevalsdefinitie

Page 62: Saneringsplan Kazerneterrein Overste Den Oudenlaan 20

Uittreksel Kadastrale Kaart Uw referentieM BBEL88-TS8-TSS

TREC8R8

Voor een eensluidend uittrekselA ApeldoornA TR juni RSTCDe bewaarder van het kadaster en de openbare registers

Deze kaart is noordgerichtPerceelnummerHuisnummerVastgestelde kadastrale grensVoorlopige kadastrale grensAdministratieve kadastrale grensBebouwingOverige topografie

Schaal TMR8SS

Kadastrale gemeenteSectiePerceel

Aan dit uittreksel kunnen geen betrouwbare maten worden ontleendmDe Dienst voor het kadaster en de openbare registers behoudt zich de intellectueleeigendomsrechten voorA waaronder het auteursrecht en het databankenrechtm

UTRECHTRTTRN

S m R8 m TR8 m

LC

ROLDERDIEPHO

F

8T

VOO

RSTERBEEKLAAN

VEILINGHAVENK

MERW

EDEKANAAL

TREOTET

MERWEDEPLANTSOEN

TTS

RSC

T

RSR

NGOGF

RSDC

RSDR RS

DT

RSDB

LC

DRm M

mAm T

ELLE

GENLA

ANKANAALWEG

RSDN

RSDK

RSDF

RSDG

RSDL

RSDM

LT

KANAALWEG

LSC LS

B

LSA

KANAALWEG

G

OVER

STE DEN

OU

DEN

LAAN

LSOVERSTE DEN O

UDENLAAN

8N

8L

8C RSDI8R

OVER

STE DEN

OU

DEN

LAAN

RSDG

F

KONINGIN WILHELMINALAAN

8

E

OVERSTE DEN O

UDENLAAN

TRUUS V

AN LIERLA

AN

KRIKKELAANKRIKKELAAN RSDF

RSDC

OVERSTE DEN OUDENLAAN

RSDT

S RSDL

RSD8

RSDE

DRm M

mAm T

ELLE

GENLA

AN

POSTM

ALAAN

TR

R

R

E8

RT

RSDA

BENSC

HO

PLAAN

TFTN

TR

RC TC

TC

TR R

EGGINKLAAN

T

TL

T8

RLA

BENSC

HO

PLAAN

RL RS

RCTERE

EF

POSTM

ALAAN

TG

TN

TEN

NFTG

GNGC

GEEFGEEL

GLTF

GLNC

8CC

NCL

GGN

8CE

LFFTE8

NEE

RCL

NER

NE8

NEC

NSS

GFCE

NNCF

N8T

TTRN

CTG

CRS

GGG

NNCN

RSE

TTRF

8C

TTSG

TLF RCG

FLT

TC8R

TF8L

TFLS

TF8F

NFSNFT

NFR

NFE

LFL

geva

lsgre

ns

gevalsgrens

geva

lsgre

ns

gevalsgrens

I-waardecontour

I-waardeco

ntour

Deze kadastrale kaart is aangepastm Hierbij zijn de gevalsgrens en de I-waardecontour aangebracht 4TR juni RSTC)m

Page 63: Saneringsplan Kazerneterrein Overste Den Oudenlaan 20

HaskoningDHV Nederland B.V.

Ministerie van Defensie/Gefaseerd saneringsplan bijlage 3 MD-AF20131826 - 1 - Klant vertrouwelijk

BIJLAGE 3 Kadastraal bericht object

Page 64: Saneringsplan Kazerneterrein Overste Den Oudenlaan 20

Omgevingskaart Klantreferentie: BB3655-105-100

0 m 125 m 625 m

Deze kaart is noordgericht. Schaal 1: 12500 Hier bevindt zich Kadastraal object UTRECHT R 1128

Kanaalweg 63A, 3527 KX UTRECHTCC-BY Kadaster.

Page 65: Saneringsplan Kazerneterrein Overste Den Oudenlaan 20

Uittreksel Kadastrale Kaart Uw referentie: BB3655-105-100

1234525

Voor een eensluidend uittreksel, Apeldoorn, 12 juni 2014De bewaarder van het kadaster en de openbare registers

Deze kaart is noordgerichtPerceelnummerHuisnummerVastgestelde kadastrale grensVoorlopige kadastrale grensAdministratieve kadastrale grensBebouwingOverige topografie

Schaal 1:500

Kadastrale gemeenteSectiePerceel

Aan dit uittreksel kunnen geen betrouwbare maten worden ontleend.De Dienst voor het kadaster en de openbare registers behoudt zich de intellectueleeigendomsrechten voor, waaronder het auteursrecht en het databankenrecht.

UTRECHTR54

0 m 5 m 25 m

20D1

64

54

1109

249

Page 66: Saneringsplan Kazerneterrein Overste Den Oudenlaan 20

���������*���&��*'�� 7��� ����(� ��� �������

=�� ��(���&��)������� �����7� *����������� �-����� �����(� ���(�������&����� ��(� �)���������*'��� :�%����D� ��� ��(� ��������(� ��� D�)�&E7�&�)� �� �*������ �+��9� �������������� �5�!�5���� �� ���4���! �� �5"��6�������� ����!��5�4��9�� ��� ++ !��������������� �����%� ���!�5���

���������� ���� ����������� ����� �� ������������� ����� ����������� ����� �� � � �!"#����"��� $%��&�'(� ��)���������*'��� +���,-��.�/00,-��1�/�/���.�����2���3�����,-� 0������ �� ���4����! ���� �5"��6���������� $ ��� ��7� ���"��#8"��� �������������� ���������� +������4� �*�������9��4� ���%*�����:�;������%� ��*�7��� �� ��%��(� ����&� $ ��� ���� � 5"8�����%�� �4�)� �����"�5�� � 1����(� ���� 9�%������%�� ���')��*�7�)� �� �������2� +��))� �*��������� :������%�� ������&�� <���� �:�*�(��:�*���&�))� ���9�(���� ��;��*���%*���&�%� �� $ ��� ���� � �5!"����%�� �4�)� ��5!� �5�� � 1����(� ���� 9�%������%�� ���')��*�7�)� �� �������2� +��))� �*��������� :������%�� ������&���

�����������������

� =��.���1=�9� ���2� ����>��&����"���� 5�����;��?.���/>�-�/��� @������� @��*�����!"��� 5����+.��?.���/>�-�/��� A���� ?.���/>�-�/���� ���&�� ��� ���� � 8��������B58��#������C�C����"��#8"�� ������ ��%����*'����

*� ����%� ���������������

�� ����(�D��&

=��=�� ��(���&��)������� �����7� *����������*�&����� ��� D�� �(� ����)������������(� �D��&�&����&�(�������*�������� ���)���5�������'� �����)���!����� �(� ����=��*� )� 4�C

Page 67: Saneringsplan Kazerneterrein Overste Den Oudenlaan 20

Uittreksel Kadastrale Kaart Uw referentie: BB3655-105-100

1234525

Voor een eensluidend uittreksel, Apeldoorn, 12 juni 2014De bewaarder van het kadaster en de openbare registers

Deze kaart is noordgerichtPerceelnummerHuisnummerVastgestelde kadastrale grensVoorlopige kadastrale grensAdministratieve kadastrale grensBebouwingOverige topografie

Schaal 1:2000

Kadastrale gemeenteSectiePerceel

Aan dit uittreksel kunnen geen betrouwbare maten worden ontleend.De Dienst voor het kadaster en de openbare registers behoudt zich de intellectueleeigendomsrechten voor, waaronder het auteursrecht en het databankenrecht.

UTRECHTR167

0 m 20 m 100 m

KANAALWEGKANAALWEG

MERWEDEKANAAL

FENTENER VAN VLISSINGENKADE

20D4

20D2 20

D1

20DB

64

DR. M

.A. T

ELLE

GENLA

AN

KANAALWEG

TRUUS V

AN LIERLA

AN

141

20D8

20DK

OVERSTE DEN OUDENLAAN

1A

TRUUS V

AN LIERLA

AN

1

20DF

20DC

OVERSTE DEN OUDENLAAN

20D1

0 20D6

20D5

20D3

DR. M

.A. T

ELLE

GENLA

AN

851

1128

203

1127

54

1109

167 249

761

8582762

2135

Page 68: Saneringsplan Kazerneterrein Overste Den Oudenlaan 20

���������*��!���*'�! 9��� ����(� ��� �������

,�� ��(������)������� �����9� *����������� �2����� �����(� ���(������!������ ��(� �)���������*'�!� B�&����:� ��� ��(� ��������(� ��� :�)��C9���)� �� �*������ �+��D� ��������������� �=���=$��� �121156���������� �$� ���7�A��D�� ��� ++�� ��$ ��$$����� �����&� �����=$��

���������� ���� ����������� ����� �� �������������� ����� ����������� �!�� ��"�� �� � �� � �� �#$�� %&�!��'(� ��)���������*'�!� +�,�-./-���-,�0�12�%%�3���4�����-2� 5�!���� �121156������� �������� .�����77# �� 08��&���� ��� �������(�)��� 3� % ��� ��9� � ����7#���� �������������� ���������� ��:�' ���� �*�9�)� �� �*�)� ��� ����5� ����')��/��:�� � ��6�;+�� ���

+������������������<��

�����������������

� .��*����+(� .��*���9��� ������� � =��15���������� ;������� ;��*����# $$� � $���8���������� >���� ��������� ��!��� ��� ���� � �?;����$=��@#����)����������������<�<������77#�� ������ ��&����*'�!��

*� ��!�&� ����������������

�� ����(�:�!�

,��,�� ��(������)������� �����9� *����������*������� ��� :�� �(� ����)������������(� �:�!������!��(�������*�������� ���)���=�������'� !����)�����������(� ����,��*� )� A�<

Page 69: Saneringsplan Kazerneterrein Overste Den Oudenlaan 20

Uittreksel Kadastrale Kaart Uw referentie: BB3655-105-100

1234525

Voor een eensluidend uittreksel, Apeldoorn, 12 juni 2014De bewaarder van het kadaster en de openbare registers

Deze kaart is noordgerichtPerceelnummerHuisnummerVastgestelde kadastrale grensVoorlopige kadastrale grensAdministratieve kadastrale grensBebouwingOverige topografie

Schaal 1:500

Kadastrale gemeenteSectiePerceel

Aan dit uittreksel kunnen geen betrouwbare maten worden ontleend.De Dienst voor het kadaster en de openbare registers behoudt zich de intellectueleeigendomsrechten voor, waaronder het auteursrecht en het databankenrecht.

UTRECHTR419

0 m 5 m 25 m

20DM

61

60C

60B

419

420

Page 70: Saneringsplan Kazerneterrein Overste Den Oudenlaan 20

���������)���%��)&�� 2��� ����'� ��� �������

*�� ��'���%��(������� �����2� )����������� �,����� �����'� ���'�������%����� ��'� �(���������)&��� B�$����4� ��� ��'� ��������'� ��� 4�(�%C2�%�(� �� �)������ �7��:� ��������������� �<�>�<"��� �0,00/1���������� �"�� ��!�A��:�� ��� 77�> ��" ��""����� �����$� ���>�<"��

���������� ���� ����������� ����� �� �������������� ����� ��������� ����� �� � �� !!"�� � � � #$��%�&'� ��(���������)&��� *�+�,-.�� /������ �0,00/1������� �������� # ��� ��2� �"�!���3!��� �������������� ���������� ��4�& ���� �)�2�(� �� �)�(� ��� ����/� ����&(��5��4�� � ��1�67�� ���

7������������������8��

�����������������

� *��-���9*�:� ���;� ����5��%����!���� < ����1��=-���05�,�0��� 6������� 6��)�����>!""� < ""�7-��=-���05�,�0��� ?���� =-���05�,�0���� ���%�� ��� ���� � 3������""@<3���������8�8��"�!���3!�� ������ ��$����)&����

)� ����$� ����������������

�� ����'�4��%

*��*�� ��'���%��(������� �����2� )����������)�%����� ��� 4�� �'� ����(������������'� �4��%�%����%�'�������)�������� ���(���<�������&� �����(���>�������'� ����*��)� (� A�8

Page 71: Saneringsplan Kazerneterrein Overste Den Oudenlaan 20

Uittreksel Kadastrale Kaart Uw referentie: BB3655-105-100

1234525

Voor een eensluidend uittreksel, Apeldoorn, 12 juni 2014De bewaarder van het kadaster en de openbare registers

Deze kaart is noordgerichtPerceelnummerHuisnummerVastgestelde kadastrale grensVoorlopige kadastrale grensAdministratieve kadastrale grensBebouwingOverige topografie

Schaal 1:500

Kadastrale gemeenteSectiePerceel

Aan dit uittreksel kunnen geen betrouwbare maten worden ontleend.De Dienst voor het kadaster en de openbare registers behoudt zich de intellectueleeigendomsrechten voor, waaronder het auteursrecht en het databankenrecht.

UTRECHTR1109

0 m 5 m 25 m

20DB

64

DR. M

.A. T

ELLE

GENLA

AN

1127

54

1109

249

Page 72: Saneringsplan Kazerneterrein Overste Den Oudenlaan 20

���������+���'��+(�� 0��� ����)� �.� �������

6�� ��)���'��*������� �����0� +����������� �4����� �����)� ���)�������'����� ��)� �*���������+(��� ?�&����F� ��� ��)� ��������)� ��� F�*�'G0�'�*� �� �+������ �7��A� ���������������� �.�!�.��"� �� ���-���!"��� .#��/�������� ����#����-��A�� ��� 77�! ��� ��������� �����&� ���!�.��"

���������� ���� ����������� ����� �� ��������������� ����� ���������� ����� �� � �� ! "�" "#$$� %&��'�()� ��*���������+(��� ��,����� ,������ �� ���-����!"���� � .#��/���������� % ��� ��0� .��#�.����� % ��� ���� ����������$#"����������(*���������������������� ���� ,%�1�2�����3�45�%4�,��46�114�71525���25��1�2�5�16��55�4��4���7%�8�4� % ��� ���� � 1����# ." ������9�9�!���.������ �81,2�1�2�3��3��724��425���69� % ��� ���� � �:;"�����.#<"�����*����������������9�9�����.������� �������������� ���������� 7�5,�2��%;�71525�314�=%4�=�4��48�����$$� 7��**� �+��������� �� 6��5���>% ��-�(�?�������� �8�� ��'�00� @� % ��� ���� � �:;"���.�"�<� ����*�����������

����9�9�..� �.������ 7�5,�2��%;�71525�314�=%4�=�4��48�����$$� 7��**� �+��������� �� 6��5���>% ��-�(�?�������� �8�� ��'�00� @� % ��� ���� � �:;"�� � $ <�..�������9�9��.�"�.�������

���������������� �!�"�#$� �$���#$�"

� 6��5���>6�A� ���@� ����3��'����#���� . ����8��B5���13�4�1��� ;������� ;��+�����!#��� . ���75��B5���13�4�1��� C���� B5���13�4�1���� ���'�� ��� ���� � $"�������<.$�"�������9�9����#���$#�� ������ ��&����+(����

+� ����&� �������������.��

Page 73: Saneringsplan Kazerneterrein Overste Den Oudenlaan 20

���������+���'��+(�� 0��� ��.�)� �.� �������

�7��A� ���������������� �.�!�.��"� �� ���-���!"��� .#��/�������� ����#����-��A�� ��� 77�! ��� ��������� �����&� ���!�.��"

�����������#$�"

� 5��'� ��3�� �� �)� �'��D� ��������&0��E� 3� �1��'�)� �8�(�*�*����������� � �.�3����������� C���� ��������� ���'�� ��� ���� � �:;"�� ���<#��������9�9�!�$�.��$�� ������ ��&����+(����

+� ����&� �������������$#"����������(*

� �� ����&� ���#�.��$���������������� �24661��=������� �� ����&� ���#�.��$� % ��� ���� � �:;"�� ���<#��������9�9�!�$�.��$��

�� ����)�F��'

6��6�� ��)���'��*������� �����0� +����������+�'����� ��� F�� �)� ����*������������)� �F��'�'����'�)�������+�������� ���*���.�������(� �����*���!�������)� ����6��+� *� -�9

Page 74: Saneringsplan Kazerneterrein Overste Den Oudenlaan 20

Uittreksel Kadastrale Kaart Uw referentie: BB3655-105-100

1234525

Voor een eensluidend uittreksel, Apeldoorn, 12 juni 2014De bewaarder van het kadaster en de openbare registers

Deze kaart is noordgerichtPerceelnummerHuisnummerVastgestelde kadastrale grensVoorlopige kadastrale grensAdministratieve kadastrale grensBebouwingOverige topografie

Schaal 1:500

Kadastrale gemeenteSectiePerceel

Aan dit uittreksel kunnen geen betrouwbare maten worden ontleend.De Dienst voor het kadaster en de openbare registers behoudt zich de intellectueleeigendomsrechten voor, waaronder het auteursrecht en het databankenrecht.

UTRECHTR1127

0 m 5 m 25 m

20D2

20D1

20DB

64

1127

1109

Page 75: Saneringsplan Kazerneterrein Overste Den Oudenlaan 20

���������*���&��*'�� 6��� ����(� ��� �������

,�� ��(���&��)������� �����6� *����������� �2����� �����(� ���(�������&����� ��(� �)���������*'��� @�%����E� ��� ��(� ��������(� ��� E�)�&F6�&�)� �� �*������ �+��A� ���������������� ���"��7�#� *�'��� ���5���"#��������� �7��"�##�5��A�� ��� ++�"!!��7!��77����� �����%� ���"��7�#

���������� ���� ����������� ����� �� ��������������� ����� ���������� �� �� �� � ��!"���#!#��"� $%��&�'(� ��)���������*'��� +�,�-./-���-,�0�12�$$�3� 4������ *�'��� ���5����"#���� �������� $ ��� ��6� ������7���� $ ��� ���� �������������7����������')���������������������� ���� �814-�1�-�/��/��+-2��2-9���,:� $ ��� ���� � �;<#�������=#�����)����������������:�:������777���� �������������� ���������� +�94�-��$<�+19-9�/12�>$2�>�2��28����?��� +��))� �*��������� �� ,��9���0$ ��5�'�@�������� �8�� ��&�66� 3� $ ��� ���� � �;<#��!?!�!=����������:�:����#��7����� +���&�%��%� �%� @���%�� �5�� $ ��� ���� � !?����%�� �5�)� ���?�?��77�� 0����(� ���� A�%������%�� ���')��*�6�)� �� �������3� +��))� �*��������� @������%�� ������&���

���������������� �!�"�#$� �$���#$�"

� ,��9���0,�A� ���3� ����/��&��������� �!����8��B9���1/�2�1��� <������� <��*�����"�77� �!77�+9��B9���1/�2�1��� C���� B9���1/�2�1���� ���&�� ��� ���� � �#�����77=���#?������:�:��7����?���� ������ ��%����*'����

*� ����%� ��������������7�

Page 76: Saneringsplan Kazerneterrein Overste Den Oudenlaan 20

���������*���&��*'�� 6��� ����(� ��� �������

�+��A� ���������������� ���"��7�#� *�'��� ���5���"#��������� �7��"�##�5��A�� ��� ++�"!!��7!��77����� �����%� ���"��7�#

�����������#$�"

� 9��&� ��/�� �� �(� �&��.� �������� ��� +���))���"!������ ��7#��4��C�-9�� C���� ��������� ���&�� ��� ���� � �;<#��"7#�?=�"��������:�:�!�?��7���� ������ ��%����*'����

*� ����%� ����������������7����������')

� �� ����%� ������7������������������ ,$$��14-2���$$<�$D�/$$�$/����2�$>9���$$<@�C-��1��:��7�8/�� $ ��� ���� � �;<#��"7#�?=�"��������:�:�!�?��7����� �-2,,1��>������� �� ����%� ������7��� $ ��� ���� � �;<#��"7#�?=�"��������:�:�!�?��7����

�� ����(�E��&

,��,�� ��(���&��)������� �����6� *����������*�&����� ��� E�� �(� ����)������������(� �E��&�&����&�(�������*�������� ���)�����������'� �����)���"�������(� ����,��*� )� 5�:

Page 77: Saneringsplan Kazerneterrein Overste Den Oudenlaan 20

Uittreksel Kadastrale Kaart Uw referentie: BB3655-105-100

1234525

Voor een eensluidend uittreksel, Apeldoorn, 12 juni 2014De bewaarder van het kadaster en de openbare registers

Deze kaart is noordgerichtPerceelnummerHuisnummerVastgestelde kadastrale grensVoorlopige kadastrale grensAdministratieve kadastrale grensBebouwingOverige topografie

Schaal 1:2500

Kadastrale gemeenteSectiePerceel

Aan dit uittreksel kunnen geen betrouwbare maten worden ontleend.De Dienst voor het kadaster en de openbare registers behoudt zich de intellectueleeigendomsrechten voor, waaronder het auteursrecht en het databankenrecht.

UTRECHTR1128

0 m 25 m 125 m

64

ROLDERDIEPHOF

51

VOORSTERBEEKLAAN

VEILINGHAVENKADE

MERWEDEKANAAL

123/131

MERWEDEPLANTSOEN

110

204

1

202

89/97

20D4

20D2 20

D1

20DB

64

DR. M

.A. T

ELLE

GENLA

ANKANAALWEG

20D8

20DK

20D7

20D9

20DL

20DM

61

KANAALWEG

60C 60

B

60A

KANAALWEG

9

OVER

STE DEN

OU

DEN

LAAN

60OVERSTE DEN OUDENLAAN

58

56

54 20DI52

OVERSTE DEN O

UDENLAAN

20DG

7

KONINGIN WILHELMINALAAN

5

3

OVERSTE DEN OUDENLAAN

TRUUS V

AN LIERLA

AN

KRIKKELAANKRIKKELAAN 20DF

20DC

OVERSTE DEN OUDENLAAN

20D1

0 20D6

20D5

20D3

DR. M

.A. T

ELLE

GENLA

AN

POSTM

ALAAN

12

2

2

35

21

20DA

BENSCHOPLAAN

1718

12

24 14

14

12 2

EGGINKLAAN

1

16

15

26A

BENSCHOPLAAN

26 20

241323

37

POSTM

ALAAN

19

18

138

8719

9894

93379336

9617

9684

544

846

998

543

677135

833

246

832

835

834

800

9743

8847

851

1128

419

420

999

8848

203

1127

54

1109

167 249

761

1452

1756

1760

1757

870871

872873

676

Page 78: Saneringsplan Kazerneterrein Overste Den Oudenlaan 20

���������+��!���+(�! 8��� ����)� ��� �������

,�� ��)������*������� �����8� +����������� �.����� �����)� ���)������!������ ��)� �*���������+(�!� @�'����E� ��� ��)� ��������)� ��� E�*��F8���*� �� �+������ �:��B� ���������������� ������5�%� �� ���2����#�3��#$����4�������� �5�5$��#�2��B�� ��� ::#�$$��5$��55����� �����'� ������5�%

���������� ���� ����������� ����� �� ��������������� ����� ���������� ��!�� ��"�� �� � �#$����%$%$$%� &'�!��()� ��*���������+(�!� ,�-�./0����-�����0.� 1�!���� �� ���2�����#��3�� #$����4���������� �� ���2�����$���� #$����4���������� &)������ �&��� ��� ���5���� #$����6���������� &)������ �&��� ��� ���5��,��3� #$����6���������� &)������ �&��� ��� ���5��,���� #$����6���������� &)������ �&��� ��� ���5��,���� #$����6���������� &)������ �&��� ��� ���5��,���� #$����6���������� &)������ �&��� ��� ���5��,��1� #$����6���������� &)������ �&��� ��� ���5��,��7� #$����6���������� &)������ �&��� ��� ���5��,��#� #$����6���������� &)������ �&��� ��� ���5��,��%� #$����6���������� &)������ �&��� ��� ���5��,��$� #$����6���������� &)������ �&��� ��� ���5��,���� #$����6���������� &)������ �&��� ��� ���5��,���� #$����6���������� &)������ �&��� ��� ���5��,���� #$����6���������� &)������ �&��� ��� ��$%���� #$����6���������� & ��� ��8� ������5���� & ��� ���� �������������5����������(*���������������������� ���� �6310�3�0�9��9��:0.��.0/���,;� & ��� ���� � �<=%����#��>%#����*����������������;�;�#�#��555���� �������������� ���������� :�/1�0��&=�:3/0/�93.�7&.�7�.��.6���� ��� :��**� �+��������� �� ,��/���?& ��2�(�@�������� �6�� �!��88� A� & ��� ���� � �<=%��$ $�$>����������;�;����%��5����� :������2� �+�������B��2� ���'+�����@�6������'� ��+�8��� �� ��'��)� ���!�� & ��� ���� � ���$����'�� �2�*� ���5����5�#

Page 79: Saneringsplan Kazerneterrein Overste Den Oudenlaan 20

���������+��!���+(�! 8��� ����)� ��� �������

�:��B� ���������������� ������5�%� �� ���2����#�3��#$����4�������� �5�5$��#�2��B�� ��� ::#�$$��5$��55����� �����'� ������5�%

� ?����)� ��!� B�'������'�� ���(*��+�8�*� �� �������A� :��**� �+��������� @������'�� �����!��� 7���� �@�+�)��@�+��!��**� ���B�)���� ��6��+���'+��!��'� �� & ��� ���� � ��������'�� �2�*� �����#��55#� ?����)� ��!� B�'������'�� ���(*��+�8�*� �� �������A� :��**� �+��������� @������'�� �����!��� :��!��'��'� �'� @���'�� �2�� & ��� ���� � $ ����'�� �2�*� ��� � ��55�� ?����)� ��!� B�'������'�� ���(*��+�8�*� �� �������A� :��**� �+��������� @������'�� �����!����

����������������

� ,��/���?,�B� ���A� ����9������������ �$����6��C/���39�.�3��� =������� =��+�������55� �$55�:/��C/���39�.�3��� D���� C/���39�.�3���� ��!��� ��� ���� � �%�����55>���% ������;�;��5���� ���� ������ ��'����+(�!��

+� ��!�'� ��������������5�

�� ����)�E�!�

,��,�� ��)������*������� �����8� +����������+������� ��� E�� �)� ����*������������)� �E�!������!��)�������+�������� ���*�����������(� !����*���������#�)� ����,��+� *� 2�;

Page 80: Saneringsplan Kazerneterrein Overste Den Oudenlaan 20

HaskoningDHV Nederland B.V.

Ministerie van Defensie/Gefaseerd saneringsplan bijlage 4 MD-AF20131826 - 1 - Klant vertrouwelijk

BIJLAGE 4 Bodembedreigende activiteiten

Page 81: Saneringsplan Kazerneterrein Overste Den Oudenlaan 20

hal A

kantine

hal 10

hal 4

hal 5

kelder

hal B

hal 2

hal 1

hal 3

hal 9

hal G

Kanaalw

eg

Merw

ed

ekanaal

Dr. M

.A. Tellegenla

an

Ove

rste D

en

Ou

de

nla

an

hal 7

hal K

hal 8

Villa

Laad perron

(

(

((

(

(

(

((

(

(

(

(

( (

(

(

(

(

(

(

98

7

6

54

3

2

1

21

20

19

18

17

16

1514

13

12

11

10

Pad:

C:\U

sers

\90

1452

\Docum

en

ts\W

ER

K -

PR

OJE

CT

EN

\KA

NA

ALW

EG

\GIS

\00

MX

D (

pro

jecte

n)\

201404

29_b

ela

ste

nde a

ctiviteiten.m

xd

Figuur

Datum Schaal

Titel

Opdrachtgever

Project

Verdachte locatiesBodembelastende activiteiten

Kanaalweg te Utrecht

RVOD

29-4-2014 1:1500

Getekend door: Volgnummer

Dorien Derks 1

±

Verklaring(1 Twee ondergrondse tanks (inhoud onbekend)

(2 Ondergrondse aanvoerleiding (gefundeerd)

(3 Tien tanks (inhoud: 10m3)

(4 Technische dienst

(5 Smeerput

6( Tank (inhoud: 6 m3)

7( Zes Tanks (inhoud: 6 m3)

8( Ondergrondse aanvoerleiding (gefundeerd)

9( Vijf bovengrondse tanks (inhoud: 50 m3); vijf ondergrondse tanks (inhoud 2 of 4 m3)

10( Twee ondergrondse tanks (inhoud: 30 m3)

11( Store rooms olie en kerosine

12( Voormalige kelder (omtrek)

13( Nood-aggregaat

14( Twee tanks (inhoud: 15 en 50 m3)

15( Tank (inhoud: 6 m3)

16( Acculaadruimte

17( Opslag brandstoffen (vloeistofdichte voorziening)

18( Kunstoftank (inhoud: 1,5 m3; niet dubbelwandig; afgwerkte olie)

19( Tank (inhoud: 50 m3; dieselolie; nulsituatieonderzoek aanwezig)

20( Wasplaats met olieafscheider (vloeistofdichte voorziening)

21( Vetafscheider

Page 82: Saneringsplan Kazerneterrein Overste Den Oudenlaan 20

HaskoningDHV Nederland B.V.

Ministerie van Defensie/Gefaseerd saneringsplan bijlage 5 MD-AF20131826 - 1 - Klant vertrouwelijk

BIJLAGE 5 Kaart verontreinigingen grond en grondwater

Page 83: Saneringsplan Kazerneterrein Overste Den Oudenlaan 20

98

7

6

54

3

2

1

21

20

19

18

17

16

1514

13

12

11

10

OV

ER

STE

KAN

AA

LW

EG

KA

NA

ALW

EG

KA

NA

ALW

EG

ME

RW

ED

EKAN

AAL

DR

. M

.A. TE

LLE

GE

NLA

AN

OV

ER

STE

DE

N O

UD

EN

LA

AN

DR

. M.A

. TELLEG

EN

LAAN

Vlek 3

Vlek 4a

Vlek 5

Vlek 2

Vlek 4b

Vlek 1

Pad:

C:\U

sers

\90

1452\D

ocu

ments

\WE

RK

- P

RO

JE

CT

EN

\BB

36

55 K

AN

AA

LW

EG

\GIS

\00 M

XD

(p

roje

cte

n)\

Bijla

ge 0

5 v

lekkenkaart

.mxd

Figuur

Datum Schaal

Titel

Opdrachtgever

Project

Verontreinigingssituatie grond en grondwater

MC Kanaalweg te utrecht

BB3655

Rijksvastgoed- en ontwikkelingsbedrijf

10-6-2014 1:2000

Getekend door: Bijlage:

Dorien Derks Bijlage 5

±Legenda

BodemkwaliteitWonen (met tuin)

Industrie

>I-waarde

Puinlaag

Onvoldoende onderzocht

Gevallen Wet bodembeschermingGeval 1

Geval 2

Verontreinigingsituatie grondAsbest

I-contour

Verontreinigingsituatie grondwaterPluim 2008

Pluim 2010

Bodembelastende activiteit (contouren)

Bodembelastende activiteiten

Page 84: Saneringsplan Kazerneterrein Overste Den Oudenlaan 20

HaskoningDHV Nederland B.V.

Ministerie van Defensie/Gefaseerd saneringsplan bijlage 6 MD-AF20131826 - 1 - Klant vertrouwelijk

BIJLAGE 6 Overzichtskaart dwarsprofielen met meetpunten

Page 85: Saneringsplan Kazerneterrein Overste Den Oudenlaan 20

hal A

kantine

hal 10

hal 4

hal 5

kelder

hal B

hal 2

hal 1

hal 3

hal 9

hal G

Kanaalw

eg

Merw

edekanaal

Dr. M

.A. Tellegenla

an

Overste D

en O

udenla

an

hal 7

hal K

hal 8

Villa

47

46

Laad perron

¢

¢¢

!

¢

A

!

¢

¢¢

¢

¢

¢¢

¢¢

k

¢!

!

¢

¢¢¢¢

!

!

!

!

!

!

k

¢!

¢

¢!

!

!

k

kk

¢ ¢¢

k

¢¢ ¢¢

k!

!

!

!

¢ ¢

!

k

¢

!

!!

!

!

!

!

!

k

¢!

!

¢!

!

!

!

¢!

!

!

!

¢¢

¢

¢¢¢¢ ¢

!

¢¢

¢¢

¢¢

¢¢¢

¢¢

¢

¢

¢!

!

!

!

¢!

!

!!

¢!

¢¢!

!

¢¢

!

! ¢!

¢ ¢

!!! !

!

!

!!¢!

!

¢¢ !

!

!

!

!

!

!

!

¢

!

!

!

!

¢

¢!!!

¢

¢¢

¢¢

¢!

!

!

!

!

¢!

!

!

!

!

!

!

!!

!

!

!

!

!

!

!!

!

!

!

!!

!

!

!¢!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

¢¢

¢

¢¢

¢

¢

¢

¢

¢

¢¢

¢¢ ¢

¢¢¢¢¢¢ ¢ ¢

¢¢

¢

¢¢¢¢¢

¢

¢

¢

¢

A

B

A

1

2

3

45

6

7

8

9

2

1

8

4

8

7

4

6

5

9

2

4

5

3

6

78

9

1

E1

10

11

12 13

14

15

16 17

18

19

20

21 22

23

24

25

26

27

28

2930

31

32

33

D3

D4

B1B2

B3

C4

C2

C1

A3

A5

A1

B4

C6

C5

C3

11

12

16

11

40

18

19

2014

21

13

D1

A2

4140

34

2928

27

30

2625

31

32

38

10

11

12

13

45

19

15

16

17

18

20

21

22

51

24

5253

604

602

MF4

702

701

301

703

303

502

600

504

441

415

416

203202

208

222

217

216

230

243MFA

249248

247

243244

239

434

237

221

601

509

100

506507201

508209

MF1

603

225

207223

224

102

120

121

122

123

124

127

125

126

147

128

150

100

103

101 152

119

104

151

129

118

116

115

146117

132

106

105

113107

108

109

114

135 1342001

1002

1004

1016

1015

MF16

MF17

1001

MF197091

7092

1024

70227021

1022

1021

1020

1018

1006

241A

MF14

1025

202B

MF111008

MF15MF13

1017

1005

1007

1011

Pad:

C:\U

sers

\90

1452

\Docum

en

ts\W

ER

K -

PR

OJE

CT

EN

\KA

NA

ALW

EG

\GIS

\00

MX

D (

pro

jecte

n)\

Bijla

ge 0

6 d

wars

pro

fiele

n.m

xd

Figuur

Datum Schaal

Titel

Opdrachtgever

Project

Situering dwarsprofielen

MC Kanaalweg te utrecht

BB3655

Rijksvastgoed- en ontwikkelingsbedrijf

2-5-2014 1:2500

Getekend door: Bijlage:

Dorien Derks Bijlage 6

±

LegendaDwarsprofiel grond

Dwarsprofiel grondwater

! Boring

A Boring tot 6 m-mv

k Boring tot grondwater

¢ Peilbuis

A

A'

B

B'

A

A'

Page 86: Saneringsplan Kazerneterrein Overste Den Oudenlaan 20

HaskoningDHV Nederland B.V.

Ministerie van Defensie/Gefaseerd saneringsplan bijlage 7 MD-AF20131826 - 1 - Klant vertrouwelijk

BIJLAGE 7 Dwarsdoorsnede A-A’grondverontreiniging

Page 87: Saneringsplan Kazerneterrein Overste Den Oudenlaan 20
Page 88: Saneringsplan Kazerneterrein Overste Den Oudenlaan 20

HaskoningDHV Nederland B.V.

Ministerie van Defensie/Gefaseerd saneringsplan bijlage 8 MD-AF20131826 - 1 - Klant vertrouwelijk

BIJLAGE 8 Verontreinigingssituatie grondwater minerale olie benzeen geval 1

Page 89: Saneringsplan Kazerneterrein Overste Den Oudenlaan 20

hal A

kantine

hal 10

hal 4

hal 5

kelder

hal B

hal 2

hal 1

hal 3

hal 9

Kanaalweg

Merw

edekanaal

Dr. M

.A. T

elle

genl

aan

Overste D

en Oudenlaan

hal 7

hal K

hal 8

Villa

47

46

Laad perron

¢

¢¢

!

¢

A

!

¢

¢

¢

¢

¢

¢

¢

¢¢

h

¢!

!

¢

¢¢

¢

¢

!

!

!

!

!

!

h

¢!

¢

¢

!

!

!

h

h

h

¢ ¢

¢

h

¢¢¢

¢h

!

!

!

!

¢ ¢

!

h

¢

!

!!

!

!

!

h

¢!

!

¢!

!

!

!

¢

¢

¢

¢¢

¢ ¢ ¢

!

¢¢

¢¢

¢¢

¢¢

¢¢

¢

¢

¢

¢!

!

!

!

¢!

!

!

!

¢!

¢¢!

!

¢¢

!

! ¢!

¢¢

!!

! !

!

!

!!¢!

!

¢¢ !

!

!

!

!

!

!

!

¢

!

!

!

!

¢

¢!

!!

¢

¢

¢¢

¢

¢!

!

!

!

!

¢!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!!

!

!

!

!!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

¢

¢

¢

¢¢

¢

¢

¢

¢

¢

¢

¢¢¢ ¢

¢¢¢

¢¢¢

¢¢

¢

¢

¢

¢

¢¢

¢¢

¢

¢

¢

¢

1

2

3

4

5

6

7

8

9

2

1

8

4

8

7

4

6

5

9

2

4

5

3

6

7

8

9

1

E1

10

11

12 13

14

15

16 17

18

19

20

21 22

23

24

25

26

27

28

2930

31

32

33

D3

D4

D5

B1B2

B3

C4

C2

C1

A3

A5

A1

B4

C6

C5

C3

11

16

11

39

40

10

18

19

201421

13

D2

D1

A2

4140

34

44

2928

27

30

2625

31

32

38

10

11

12

13

45

19

15

16

17

18

20

21

22

51

24

5253

604

602

MF4

702

701

301

703

303

502

600

504

301

441

415

416

203202

208

222215

217

216

230

233

243MFA

245

249248

247

243 244

239

434

237

221

601

509

100

506507201

508209

MF1

603

225

207

223

224

102

127

125

126128

103

101 152

119

104

151

129

118

116

115

146117

132

106

105

113

107

108

109

110

114

111

112

135 1342001

1002

1004

1016

1015

MF16

MF17

1001

MF19

7091

7092

1024

7022

7021

1023

1022

1021

1020

1019

1018

1010

1006

40-1

241A

MF14

1025

202B

MF11 1008

MF15MF13

1017

1005

1009

1007

1011

Legenda! Boring

A Boring tot 6 m-mv

h Boring tot grondwater

¢ Peilbuis

I-contour 2008

I-contour 2012

Locatiegrens

±

0 15 30 45 60 75 Meters

BL Planning & StrategyBU Regionale & Stedelijke Ontwikkeling Noord

aut. con. get. datum ver. statusomschrijving

dossiernr

best. naam

Project

Opdrachtgever

Omschrijving

:

:

:

:

:

ArcGis project

behoort bij

:

:

bijlagenummer

schaal

:

:

formaat

RoyalHaskoningDHVEnhancing Society Together

DefinitiefA19-11-2013AGSEerste uitgave

MC Kanaalweg te Utrecht

Dienst Vastgoed Defensie

Verontreinigingscontour grondwaterpluim geval 1

BB3655-102-100

08 MCK_mp_pluim.pdf

MCK_mp_pluim_gw.mxd

A31:1.500

8

Page 90: Saneringsplan Kazerneterrein Overste Den Oudenlaan 20

HaskoningDHV Nederland B.V.

Ministerie van Defensie/Gefaseerd saneringsplan bijlage 9 MD-AF20131826 - 1 - Klant vertrouwelijk

BIJLAGE 9 Dwarsdoorsnede A-A’ grondwaterverontreinging

Page 91: Saneringsplan Kazerneterrein Overste Den Oudenlaan 20
Page 92: Saneringsplan Kazerneterrein Overste Den Oudenlaan 20

HaskoningDHV Nederland B.V.

Ministerie van Defensie/Gefaseerd saneringsplan bijlage 10 MD-AF20131826 - 1 - Klant vertrouwelijk

BIJLAGE 10 Trendanalyse meetreeksen benzeen en minerale olie

Page 93: Saneringsplan Kazerneterrein Overste Den Oudenlaan 20

peilbuis Bron vs pluim Afstand tot bron van tot Datum 08-11-90 08-07-94 27-03-96 08-08-00 12-05-03 29-11-06 13-08-08 21-08-09 22-07-10 27-11-125 / 59 (2-3) bron 250 300 olie-GC µg/l 20000 3700

100 pluim 25 meter 1200 1300 olie-GC µg/l 0 0 0100 pluim 25 meter 3400 3500 olie-GC µg/l 0 0

MF11 pluim 90 meter 700 800 olie-GC µg/l 0 60Pb100 bron 100 200 olie-GC µg/l 8700000 7300000Pb202 bron 150 250 olie-GC µg/l 160 0Pb203 bron 550 600 olie-GC µg/l 740 0 0Pb219 bron 150 250 olie-GC µg/l 0 0Pb221 bron 450 550 olie-GC µg/l 1200 0 80Pb230 bron 160 260 olie-GC µg/l 390 110Pb237 bron 550 600 olie-GC µg/l 1800 60 270P241A bron 600 700 olie-GC µg/l 0 0Pb503 bron 800 900 olie-GC µg/l 100 50202B pluim 60 meter 250 350 olie-GC µg/l 0 0 0 0202B pluim 60 meter 700 800 olie-GC µg/l 310 170 80 270 0 0202B pluim 60 meter 1200 1300 olie-GC µg/l 57 0 0 0239 Bron 300 meter 135 235 olie-GC µg/l 2000

5 / 59 (2-3) bron 250 300 Benzeen µg/l 960 1,8100 pluim 25 meter 1200 1300 Benzeen µg/l 0 0 0100 pluim 25 meter 3400 3500 Benzeen µg/l 0,3 0MF1 bron 1200 1300 Benzeen µg/l 0,5 1,5 1,5MF11 pluim 90 meter 700 800 Benzeen µg/l 380 190Pb100 bron 100 200 Benzeen µg/l 270 0Pb202 bron 150 250 Benzeen µg/l 140 28Pb203 bron 550 600 Benzeen µg/l 5,1 0,2 0Pb219 bron 150 250 Benzeen µg/l 1,3 0,2Pb221 bron 450 550 Benzeen µg/l 18 6,8 14Pb230 bron 160 260 Benzeen µg/l 0,4 0Pb237 bron 550 600 Benzeen µg/l 540 260 200P241A bron 600 700 Benzeen µg/l 0 0,58Pb503 bron 800 900 Benzeen µg/l 1700 2200202B pluim 60 meter 250 350 Benzeen µg/l 0 0 1,2 0202B pluim 60 meter 700 800 Benzeen µg/l 310 140 270 250 420 8,4202B pluim 60 meter 1200 1300 Benzeen µg/l 84 18 280 360 1601002 pluim 220 meter 1200 1300 Benzeen µg/l 130 241025 pluim 160 meter 700 800 Benzeen µg/l 4,9 180 0,831025 pluim 160 meter 1200 1300 Benzeen µg/l 7,7 210 152001 pluim 300 meter 1200 1300 Benzeen µg/l 1,12001 pluim 300 meter 1800 1900 Benzeen µg/l 1,9 <0,21006 bron 800 900 Benzeen µg/l 320 45A1 bron 1000 1100 Benzeen µg/l <0,2 <0,2 <0,2B4 bron 6200 7200 Benzeen µg/l 5400 0,39703 bron 100 200 Benzeen µg/l 7257 <0,245 bron 200 300 Benzeen µg/l 210

5 / 59 (2-3) bron 250 300 Tolueen µg/l 210 0,6100 pluim 25 meter 1200 1300 Tolueen µg/l 0,6 0

Pb100 bron 100 200 Tolueen µg/l 130 0202B pluim 60 meter 700 800 Tolueen µg/l 13 0202B pluim 60 meter 1200 1300 Tolueen µg/l 5,2 0

5 / 59 (2-3) bron 250 300 Ethylbenzeen µg/l 540 6,2100 pluim 25 meter 1200 1300 Ethylbenzeen µg/l 0 0

Pb100 bron 100 200 Ethylbenzeen µg/l 2100 0Pb203 bron 550 600 Ethylbenzeen µg/l 0Pb237 bron 550 600 Ethylbenzeen µg/l 19202B pluim 60 meter 700 800 Ethylbenzeen µg/l 1 0202B pluim 60 meter 1200 1300 Ethylbenzeen µg/l 0,2 0

Ethylbenzeen [µgµg/l 540,00 0,00 2,47 2100,00 0,00 3,80molmassa 62,5 [µmol/l] µmol/l 8,64 0,00 0,04 33,60 0,00 0,06 0,00

5 / 59 (2-3) bron 250 300 Xylenen µg/l 2200 8,4100 pluim 25 meter 1200 1300 Xylenen µg/l 0,4 0

Pb100 bron 100 200 Xylenen µg/l 2700 1200Pb202 bron 150 250 Xylenen µg/l 82 2Pb237 bron 550 600 Xylenen µg/l 320 92 86Pb503 bron 800 900 Xylenen µg/l 30 61202B pluim 60 meter 700 800 Xylenen µg/l 13 0202B pluim 60 meter 1200 1300 Xylenen µg/l 6,2 9,92001 pluim 300 meter 1200 1300 Xylenen µg/l 0,292001 pluim 300 meter 1800 1900 Xylenen µg/l <0,3

5 / 59 (2-3) bron 250 300 PAK (VROM) µg/l 66,7 17

Tukkers Oranjewoud DHV MTEGrontmijCSOOranjewoudBioclear

Page 94: Saneringsplan Kazerneterrein Overste Den Oudenlaan 20
Page 95: Saneringsplan Kazerneterrein Overste Den Oudenlaan 20
Page 96: Saneringsplan Kazerneterrein Overste Den Oudenlaan 20
Page 97: Saneringsplan Kazerneterrein Overste Den Oudenlaan 20
Page 98: Saneringsplan Kazerneterrein Overste Den Oudenlaan 20
Page 99: Saneringsplan Kazerneterrein Overste Den Oudenlaan 20
Page 100: Saneringsplan Kazerneterrein Overste Den Oudenlaan 20
Page 101: Saneringsplan Kazerneterrein Overste Den Oudenlaan 20
Page 102: Saneringsplan Kazerneterrein Overste Den Oudenlaan 20
Page 103: Saneringsplan Kazerneterrein Overste Den Oudenlaan 20
Page 104: Saneringsplan Kazerneterrein Overste Den Oudenlaan 20
Page 105: Saneringsplan Kazerneterrein Overste Den Oudenlaan 20

HaskoningDHV Nederland B.V.

Ministerie van Defensie/Gefaseerd saneringsplan bijlage 11 MD-AF20131826 - 1 - Klant vertrouwelijk

BIJLAGE 11 Afleiding maximale terugsaneerwaarden grondwater

Page 106: Saneringsplan Kazerneterrein Overste Den Oudenlaan 20

MEMO Aan : DVD West Van : Job Schreuder Kopie : Bart Manders en Peter Rood Dossier : BB3655-102-102 Project : Gefaseerd saneringsplan Kanaalweg Betreft : Afleiding grondwaterconcentraties humane risico’s Ons kenmerk : MD-AF20131835 Datum : 7 november 2013 Classificatie : Klant vertrouwelijk Afleiding maximale grondwaterconcentraties grondwater ivm humane risico’s na sanering Situatiebeschrijving en doel memo Er wordt in het kader van herinrichting een bodemsanering voorbereid van verontreinigde zones op het terrein Van Dienst Vastgoed Defensie aan de Overste Den Oudenlaan en de Kanaalweg te Utrecht. Er is sprake van bronzones met grond- en grondwaterverontreiniging met minerale olie en met de belangrijke vluchtige bestanddelen Naftaleen, Benzeen, Tolueen, Ethylbenzeen en Xylenen. Op korte termijn wordt het spoedeisende deel van de bodemverontreiniging gesaneerd. De verontreinigde grond zal tot het grondwaterniveau worden ontgraven ten behoeve van (toekomstige) nieuwbouw. Er wordt uitgegaan van de functie wonen met tuin (woning met en zonder kruipruimte). Afhankelijk van de toekomstige functie zullen andere delen van het terrein in een later stadium worden gesaneerd. De sanering betreft een grondsanering waarbij verontreiniging in de grond tot 2,5 –mv wordt gesaneerd. ER vindt geen actieve grondwatersanering plaats. Het grondwater ter plaatse van de ontgraving wordt door een spanningsbemaling onttrokken en gezuiverd. Aangezien de verontreiniging in de bronzones tot een diepte van 6,0 tot maximaal 12,0 m-mv bevinden zal er grondwaterverontreiniging achterblijven. Het is van belang om na te gaan wat de maximale grondwaterconcentraties mogen zijn om humane risico’s uit te sluiten ten gevolge van uitdamping. Het doel van deze memo is het afleiden van de maximale grondwaterconcentraties gericht op de toekomstige functie wonen met tuin (met en zonder kruip. Hierbij aangepaste terugsaneerwaarden voor deze hier belangrijke stoffen in grondwater die geen humane risico’s meer opleveren. Eén en ander is nodig ten behoeve van het vastleggen van de saneringsdoelstelling en randvoorwaarden van de op korte termijn komende spoedeisende sanering van de landbodemverontreiniging met minerale olie en vluchtige aromaten. Overwegingen vooraf Alvorens in te gaan op de verrichte werkzaamheden zijn er enkele overwegingen vooraf.

x Bij het oprichten van een gebouw is de geur van minerale olie een aandachtspunt. De geur van eventueel resterende minerale olie is moeilijk te vatten in concentratiewaarden van individuele componenten. Via een beschouwing zal hierin inzicht worden gegeven.

x Wij gaan er van uit dat in de grond boven het grondwaterniveau geen (relevante hoeveelheid) puur product in de vorm van minerale olie aanwezig is of zal zijn na sanering. De modellering van uitdamping van componenten daaruit, gaat niet met de gangbare rekenmodellen; daarvoor zou dan maatwerk nodig zijn.

Berekening maximale (humane) concentraties in grondwater net op grens humane toetsingscriteria Er is met twee landelijke rekenmodellen (Sanscrit 2.3.0 en/of met Volasoil 2010) berekend wat de maximale

Royal HaskoningDHV, met het hoofdkantoor in Amersfoort, is een van Europa’s toonaangevende projectmanagement-, ingenieurs- en adviesbureaus. HaskoningDHV Nederland B.V. is onderdeel van Royal HaskoningDHV. Kamer van Koophandel nr. 56515154. Het kwaliteitssysteem van HaskoningDHV Nederland B.V. is gecertificeerd volgens ISO 9001.

Logo

HaskoningDHV Nederland B.V.

Page 107: Saneringsplan Kazerneterrein Overste Den Oudenlaan 20

HaskoningDHV Nederland B.V.

MD-AF20131835 7 november 2013 Klant vertrouwelijk - 2 -

concentratie in grondwater per belangrijke vluchtige component van minerale olie zou mogen zijn, die geen chronische negatieve gezondheidseffecten voor de mens (algemene bevolking) opleveren. Het gaat om de laagste berekende concentratiewaarde in grondwater op de grens van overschrijding van de humane toetsingscriteria MTR-humaan en/of van de TCL voor binnenlucht of van de geurdrempel. Sanscrit 2.3.0 (de door I&M geautoriseerde computerapplicatie voor beoordeling van spoedeisendheid van bodemsanering vanwege onaanvaardbare risico’s voor de mens, het ecosysteem of van verspreiding) kent zelf geen mogelijkheid om specifiek te rekenen aan uitdamping van vluchtige bodemverontreiniging bij een bouwwijze zonder kruipruimte. Het model Volasoil 2010 is wat betreft uitdamping van vluchtige bodemverontreinigingen een verdere uitwerking van de uitdampingmodule in het rekenmodel CSoil dat wordt gebruikt voor de beoordeling van risico’s voor de mens in Sanscrit. In 1996 is het door het RIVM de computerapplicatie Volasoil 2.0 uitgebracht welke is bedoeld om uitdamping van verschillende vluchtige bodemverontreiniging naar binnenlucht van woningen in specifieke situaties te berekenen. De afgelopen jaren is het model Volasoil gevalideerd, geactualiseerd en aangevuld tot Volasoil 2010. In mei 2012 is de webapplicatie daarvan beschikbaar gekomen. Het is met Volasoil mogelijk om een uitdamping berekening te doen voor onder meer een gebouw (woning) met een bouwwijze met betonvloer direct op zand (gebouw op betonplaat, zonder kruipruimte). Het toetsingscriterium MTR-humaan staat voor humaan Maximaal Toelaatbaar Risico voor inname van een specifieke verontreiniging (MTR-humaan is een begrip uit het risicobeleid van de Rijksoverheid). De bijdrage van inademing van een vluchtige verontreiniging wordt bij de toetsing aan MTR-humaan via een omrekening ook gerekend als inname. TCL staat voor Toxicologisch Toelaatbare Concentratie in Lucht voor inademing van een specifieke vluchtige bodemverontreiniging in binnenlucht, welke ook op het risiconiveau van MTR-humaan ligt. Het derde toetsingscriterium, de geurdrempel, is niet kritisch voor de hier beschouwde individuele stoffen.

Voor Naftaleen is er geen TCL waarde; daarvoor is een waarde van US-ATSDR gehanteerd. Deze is door ons handmatig overgenomen uit een RIVM-rapport over risicobeoordeling van vluchtige verbindingen overgenomen (RIVM, 2008: Site-specific human risk assessment of soil contamination with volatile compounds, RIVM-report nr. 711701049.

Uitgangspunten berekeningen maximale terugsaneerwaarden grondwater Er zijn na de op korte termijn voorgenomen bodemsanering van delen van de locatie waarbij dat spoedeisend is in grote lijnen twee situaties: 1.a Wonen met tuin, waarbij een bouwwijze met kruipruimte van toepassing is; 1.b Wonen met tuin, waarbij een bouwwijze met betonvloer op zand (dus zonder kruipruimte) van toepassing is. Wonen met tuin is een gevoelige gebruiksvorm door de mens, alleen wonen met moestuin is nog gevoeliger bij de meeste bodemverontreinigende stoffen. Er worden bij deze laatste dan veel meer groenten uit eigen tuin geconsumeerd, waarvoor per persoon ook een groter tuinoppervlak nodig is) is bij de meeste stoffen nog duidelijk gevoeliger; maar dat scenario is nabij het centrum van de stad Utrecht niet een realistisch uitgangspunt. Het uitgangspunt bij deze afleidingen is dat deze maximale humane terugsaneerwaarden vooralsnog voor stoffen in grondwater voor elke diepte in de bodem gelden. Het maakt dan niet uit of er door natuurlijke grondwaterstroming of door starten en stoppen van grondwaterbemaling tijdens bouw werkzaamheden verplaatsing van restverontreiniging optreedt naar boven. De bovenste laag grondwater is het meest bepalend bij uitdamping. Er is hier locatiespecifiek uitgegaan van een grondwaterstand van 1,35 m-mv na bodemsanering van verontreinigde zones. Deze vormt ook de ingevoerde gemiddelde diepte van de bodemverontreiniging. Het humusgehalte van de grond van de onverzadigde (onder de toplaag) is op 2% gezet. Dit heeft hier bij de berekeningen van maximale terugsaneerwaarden voor grondwater geen invloed op de resultaten.

Page 108: Saneringsplan Kazerneterrein Overste Den Oudenlaan 20

HaskoningDHV Nederland B.V.

MD-AF20131835 7 november 2013 Klant vertrouwelijk - 3 -

Bij de toekomstige situatie 1a (Wonen met tuin, bouwwijze met kruipruimte) zijn de maximale terugsaneerwaarden in grondwater vanuit oogpunt van risico’s voor de mens berekend met de laatste versie van het algemene model Sanscrit 2.3.0. Bij de toekomstige situatie 1b (Wonen met tuin, bouwwijze zonder kruipruimte, met betonvloer op zand) zijn eerst met Volasoil 2010 binnenlucht concentraties berekend. Deze kunnen alleen worden getoetst aan de TCL waarden. Bij stoffen waarbij de blootstelling toetsing aan de TCL kritisch is (Benzeen en Tolueen bij berekening met Sanscrit) is de maximale concentratie in grondwater afgeleid waarbij de TCL net niet wordt bereikt. Bij stoffen waarbij toetsing aan de MTRhumaan kritisch is (bijvoorbeeld bij de stoffen Ethylbenzeen en Xylenen, waarbij ook andere blootstellingroutes van de mens dan via inademing relevant kunnen bijdragen) is een gemengde benadering gevolgd. De met Volasoil 2010 berekende concentraties Ethylbenzeen en Xylenen (som) in binnenlucht zijn in Sanscrit 2.3.0 ingevoerd als gemeten binnenlucht concentraties. En in Sanscrit zijn weer dezelfde grondwater concentraties ingevoerd als in Volasoil 2010. Op die manier is de maximale concentratie in grondwater berekend waarbij de MTRhumaan net niet wordt bereikt. Bij Naftaleen kon geen Volasoil 2010 berekening worden gedaan omdat deze stof niet in het stoffenbestand voorkomt. Voor Naftaleen is daarom alleen een berekening met Sanscrit 2.3.0 gedaan.

In de toelichting van Sanscrit wordt opgemerkt dat als men daarmee toch een berekening wil uitvoeren aan een situatie met bouwwijze zonder kruipruimte, men rekent als ware er wel een kruipruimte met dien verstande dat de diepte van de verontreiniging ten opzichte van de bodem van de (fictieve) kruipruimte niet groter dan 0,75 m worden ingesteld. Dat betekent hier voor Naftaleen een aanpassing gezien de gehanteerde diepte van de verontreiniging tot aan maaiveld van 1,35 m-mv (0,85 m t.o.v. bodem fictieve kruipruimte).

Bij Volasoil 2010 is bij de berekening aan een toekomstige woning met een bouwwijze zonder kruipruimte gekozen voor de situatie instelling ‘Intacte vloer’ (bij betonvloer op zand) (in plaats van: ‘gaten en scheuren in vloer’). Vervolgens is de instelling ‘normaal’ bij de kwaliteit van de vloer gehandhaafd (andere mogelijke instellingen zijn ‘slecht’, ‘goed’ en ‘zeer goed’). Een tenminste goede kwaliteit betonvloer is bij nieuwbouw gebruikelijk. Hierbij wordt wel de aantekening gemaakt dat eventuele doorvoeropeningen voor kabels en leidingen vanuit de bodem dan goed dampdicht worden gemaakt en dat de vloer in de toekomst niet wordt doorboord zonder dat er blijvend wordt afgedicht. De resultaten van de berekeningen van maximale humane terugsaneerwaarden zijn opgenomen in onderstaande tabel 1. In de tabel is per stof aangegeven wat de grondslag is van de voorgestelde terugsaneerwaarde voor grondwater is, één van de humane toxiciteitcriteria (MTR-humaan, TCL of Geurdrempel). Bij de grondslag van het specifieke humane toetsingscriterium MTR-humaan is in de tabel bij vermeld welke blootstellingroute van de mens voor de desbetreffende stof hier het belangrijkst is.

Opmerking: De maximale terugsaneerwaarden worden nog naar boven toe begrensd door de maximale wateroplosbaarheid. Deze wordt in dit geval niet benaderd, de maximale wateroplosbaarheid van Naftaleen is 31.800 ȝg/l.

Er is in de tabel ook een rij opgenomen waarbij combinatietoxiciteit tussen bepaalde stoffen (Tolueen, Ethylbenzeen en Xylenen) in rekening is gebracht. Daarbij is voor elke van deze drie stoffen (stofgroep) vooralsnog 1/3 deel gereserveerd. Op basis van werkelijk gemeten concentraties in grondwater na bodemsanering kan de feitelijke invloed van combinatietoxiciteit worden nagegaan. Dat gebeurt via rekenregels die zijn vermeld onderaan de tabel met resultaten. De 3 Sanscrit rapportages en 4 Volasoil uitdraaien zijn bijgevoegd.

Page 109: Saneringsplan Kazerneterrein Overste Den Oudenlaan 20

HaskoningDHV Nederland B.V.

MD-AF20131835 7 november 2013 Klant vertrouwelijk - 4 -

Tabel 1: Afgeleide (maximale) terugsaneerwaarden grondwater voor bestanddelen minerale olie en grondslag Vluchtig/mobiel bestanddeel

Maximale (humane) concentratie in grondwater (in µg/l) net op grens overschrijding van MTR-humaan, of van TCL of van Geurdrempel

Grondslag humane terugsaneerwaarde bij de situaties

Situatie bodemgebruik na voorgenomen sanering

Situatie 1a: Toekomstig Wonen met tuin (bouwwijze met kruipruimte) (geen ophoging terrein)

Situatie 1.b: Toekomstig Wonen met tuin (bouwwijze zonder kruipruimte, betonvloer direct op zand)

Situatie 1.b: Toekomstig Wonen met tuin (bouwwijze zonder kruipruimte, betonvloer direct op zand)

-

Rekenmodel Sanscrit 2.3.0 Volasoil 2010 Volasoil --> Sanscrit - Van standaard afwijkende parameters bij invoer in Sanscrit 2.3.0 en/of in Volasoil 2010

-Humusgehalte grond onder toplaag 2% in plaats van 10% -Afstand van verontreiniging t.o.v. maaiveld 1,35 m en t.o.v. bodem kruipruimte 0,85 m

-Gebouw op betonplaat i.p.v. Gebouw met kruipruimte -Diepte van grondwaterspiegel 1,35 m i.p.v. 1,75 m. -Intacte vloer, in plaats van Gaten en scheuren in vloer

-Naftaleen in Sanscrit: Afstand van verontreiniging t.o.v. bodem kruipruimte in Sanscrit 0,75 m i.p.v. 0,85 m.

-

Naftaleen (meest vluchtige PAK)

1.950 Niet in stoffenlijst 1.725 ** (Alleen via Sanscrit **)

Situaties 1.a en 1.b: ad-hoc TCL 10 µg/m3 (RIVM; van US ATSDR)

Vl. aromaten BTEX - - - - Benzeen 280 207

- Situaties 1.a en 1.b:

TCL 20 µg/m3 Tolueen * Met combitox. *

4.730 * 1.577 *

3.750 * 1.250 *

- -

Situaties 1.a en 1.b: TCL 400 µg/m3

Ethylbenzeen * Met combitox. *

6.250 * 2.063 *

Bij 5.330 in Volasoil is berekende concentratie in binnenlucht 752 µg/m3 (deze naar Sanscrit, kolom rechts)

5.330 * 1.777 *

Situatie 1.a en 1.b: MTR-humaan 100 µg/kg.lg/d (blootstelling vooral via inhalatie binnenlucht) Info: TCL 770 µg/m3

Xylenen * (som) Met combitox. * Opmerking: Xylenen isomeren mengsel berekend als m-Xyleen

10.340 * 3.447 *

Bij 8.830 in Volasoil is berekende concentratie in binnenlucht 851 µg/m3 (deze naar Sanscrit, kolom rechts)

8.830 * 2.943 *

Situatie 1.a en 1.b: MTR-humaan 150 µg/kg.lg/d (blootstelling vooral via inhalatie binnenlucht) Info: TCL 870 µg/m3

*Combinatietoxiciteit tussen Tolueen, Ethylbenzeen en Xylenen (TEX) specifiek berekenen door: Meetconcentraties Tolueen/terugsaneerwaarde T + Ethylbenzeen/terugsaneerwaarde E + Xylenen (som)/terugsaneerwaarde Xylenen (som) <= 1 ** Naftaleen: deze stof komt niet voor in het bestand van Volasoil 2010, wel in Sanscrit. Sanscrit 2.3.0 kent zelf geen mogelijkheid om specifiek te rekenen aan uitdamping van vluchtige bodemverontreiniging bij een bouwwijze zonder kruipruimte, bijvoorbeeld betonvloer direct op de bodem. De aangegeven voorlopige benadering is dat men dan rekent alsof er wel een kruipruimte aanwezig is. Daarbij mag men de gemiddelde afstand van de verontreiniging tot de bodem van de (fictieve) kruipruimte niet hoger instellen dan de standaard waarde van 0,75 m.

Page 110: Saneringsplan Kazerneterrein Overste Den Oudenlaan 20

HaskoningDHV Nederland B.V.

MD-AF20131835 7 november 2013 Klant vertrouwelijk - 5 -

Aanvullende beschouwingen en opmerkingen Hieronder zijn, in aanvulling op de voorgestelde afgeleide maximale terugsaneerwaarden voor bestanddelen van minerale olie in de bodem, nog enige aanvullende beschouwingen en opmerkingen opgenomen. Terugsaneerwaarden minerale olie hier niet goed mogelijk Minerale Olie is geen stof maar is een complex mengsel van oliekoolwaterstoffen met allerlei samenstellingen. Minerale olie bevat alifatische, aromatische en naftenische koolwaterstoffen. Bij de chemische analyse op minerale olie via GC-FID methode kunnen bovendien andere apolaire koolwaterstoffen worden meebepaald. Het is niet mogelijk om een humane terugsaneerwaarde voor het gehele mengsel minerale olie af te leiden.

Het RIVM heeft in 2001 voor relevante fracties van alifatische en aromatische oliekoolwaterstoffen wel mogelijke humane interventiewaarden afgeleid. Deze zijn bestuurlijk nog niet vastgesteld. Deze waarden zullen hier niet op een realistische wijze toepasbaar zijn, ook al omdat er dan een gerichte laboratoriumanalyse nodig is.

Bij risicobeoordeling van minerale olie wordt steeds ook gelet op vluchtige aromaten en/of polycyclische aromaten (hier vooral naftaleen). Dat is hier gebeurd. Eventuele verdergaande (humane) risicoreductie bij bodemsanering Bij de afleiding van humane terugsaneerwaarden voor vluchtige bestanddelen van minerale olie in grondwater is hier de grens aangehouden van humane toetsingscriteria. Het is de verwachting dat bij de komende bodemsanering, vanwege de moeilijkste component om te verwijderen, mede afhankelijk van de saneringstechniek, voor de meeste andere vluchtige stoffen een verdergaand saneringsresultaat voor grondwater redelijkerwijs mogelijk is en behaald zal worden. Eventueel aparte terugsaneerwaarden voor stoffen in wat dieper grondwater berekend met Volasoil Het kan eventueel zinvol zijn om aparte terugsaneerwaarden voor stoffen in het wat diepere grondwater vast te stellen. Dat kan worden overwogen indien het de verwachting is dat door de bodemsanering voor één of meer van de andere stoffen niet een aanvaardbare concentratie in grondwater zal worden bereikt. Deze terugsaneerwaarden voor wat dieper grondwater komen in die situatie naast terugsaneerwaarden voor het ondiepe grondwater. De achterliggende gedachte is dat vluchtige stoffen in wat dieper grondwater minder gemakkelijk uitdampen naar de binnenlucht van een (toekomstig) gebouw. Grond boven grondwaterniveau, eventuele verontreiniging met bestanddelen van minerale olie Vluchtige bestanddelen van minerale olie in de bodem kunnen, behalve uit het bovenste grondwater, ook uitdampen uit rest verontreinigingen die eventueel na bodemsanering aanwezig zijn in de bovengrond (leeflaag, contactzone) en/of in de ondergrond boven het grondwaterniveau. Het Besluit bodemkwaliteit kent wel generieke Maximale Waarden voor toe te passen bovengrond of als Terugsaneerwaarde voor bovengrond voor de (brede) bodem functieklassen Industrie of Wonen. De desbetreffende Maximale Waarden voor de bodem functieklasse Industrie, of voor Wonen (bij toekomstige functie ‘Wonen met tuin’) uit het Besluit bodemkwaliteit kunnen, als er voor deze bodemsanering geen specifieke waarden worden afgeleid, hier worden gehanteerd. Deze fungeren dan als terugsaneerwaarden voor verontreiniging met vluchtige bestanddelen van minerale olie in bovengrond en voor ondergrond boven het (laagste) grondwaterniveau. In het algemeen mag het bevoegd gezag Wet bodembescherming bij concrete mobiele verontreinigingsituaties afwijken van de Maximale Waarden (als terugsaneerwaarden) van het Besluit bodemkwaliteit op basis van een afwegingsproces waarin naast het beoogde saneringsresultaat en de kosten ook andere aspecten een rol spelen.

Page 111: Saneringsplan Kazerneterrein Overste Den Oudenlaan 20

HaskoningDHV Nederland B.V.

MD-AF20131835 7 november 2013 Klant vertrouwelijk - 6 -

Geurhinder en minerale olie in de bodem bij een gebouw Minerale olie, zoals gasolie, petroleum en benzine, worden via gefractioneerde destillatie gemaakt uit ruwe aardolie. Het is niet goed bekend welke stoffen in minerale olie de specifieke geur veroorzaken. Deze wordt niet alleen bepaald door stoffen als naftaleen, vluchtige aromaten maar waarschijnlijk ook door zwavel- en stikstofverbindingen. Eén en ander is moeilijk te vatten in modelberekeningen aan uitdamping. In deze situatie kan het beste, tijdens de uitvoering van de sanering, zintuiglijk worden nagegaan in hoeverre in de bodem tot onder de laagste grondwaterstand geur waarneembaar blijft, ondanks saneringsmaatregelen. Het is mogelijk om zo nodig door middel van dampwerende voorzieningen, door een speciale bouwwijze en/of door ventilatie onder een nieuw gebouw eventuele risico’s op geurhinder vergaand (en afhankelijk van de mate van geur ontwikkeling en afhankelijk van de uitvoering van maatregelen afdoende) te beperken. Samenvattende conclusies afleiding maximale terugsaneerwaarden grondwater – Er is met twee landelijke rekenmodellen (Sanscrit 2.3.0 en/of met Volasoil 2010) gekeken wat de maximale

concentratie in grondwater per belangrijke vluchtige component van minerale olie zou mogen zijn, die geen negatieve gezondheidseffecten voor de mens (algemene bevolking) opleveren. Het gaat om de laagste berekende concentratiewaarde in grondwater op de grens van overschrijding van de humane toetsingscriteria MTR-humaan en/of van de TCL voor binnenlucht of van de geurdrempel.

– De twee onderscheiden toekomstige gebruiksituaties 1.a en 1.b 1.a, zijn beide de gevoelige gebruikvorm ‘Wonen met tuin’. Bij situatie 1.a is sprake van een bouwwijze met kruipruimte, en bij situatie 1.b een bouwwijze met betonvloer op zand (gebouw op betonplaat, dus zonder kruipruimte).

– Bij de toekomstige situatie 1.a is bij de afleiding van maximale concentraties in grondwater alleen gerekend

met het algemene model Sanscrit 2.3.0.

– Bij de toekomstige situatie 1.b is bij de afleiding van maximale concentraties in grondwater eerst gerekend met het speciale model Volasoil 2010. Bij twee stoffen (Ethylbenzeen en Xylenen) zijn daarbij berekende binnenlucht concentraties met grondwater concentraties vervolgens ingevoerd in Sanscrit. Bij de stof Naftaleen kon alleen met Sanscrit worden gerekend.

– Het uitgangspunt bij deze afleidingen is vooralsnog dat deze maximale humane terugsaneerwaarden voor stoffen in grondwater voor elke diepte in de bodem gelden.

– Bij de uitdampingberekeningen is uitgegaan van een normale kwaliteit begane grondvloer. Een tenminste

goede kwaliteit betonvloer is bij nieuwbouw gebruikelijk. Hierbij wordt wel de aantekening gemaakt dat eventuele doorvoeropeningen voor kabels en leidingen vanuit de bodem dan goed dampdicht worden gemaakt en dat de vloer in de toekomst niet wordt doorboord zonder dat er blijvend wordt afgedicht.

– Via rekenregels is conform Sanscrit 2.3.0 combinatietoxiciteit tussen bepaalde stoffen in rekening gebracht. – Het is niet mogelijk om een humane terugsaneerwaarde voor het gehele mengsel minerale olie af te leiden.

Bij risicobeoordeling van minerale olie wordt steeds ook gelet op vluchtige aromaten en/of polycyclische aromaten (hier vooral naftaleen). Dat is hier gebeurd.

– In de notitie zijn, in aanvulling op de voorgestelde afgeleide terugsaneerwaarden voor bestanddelen van

minerale olie in de bodem, nog enige aanvullende beschouwingen en opmerkingen opgenomen. Deze gaan

Page 112: Saneringsplan Kazerneterrein Overste Den Oudenlaan 20

HaskoningDHV Nederland B.V.

MD-AF20131835 7 november 2013 Klant vertrouwelijk - 7 -

onder meer over grond met eventuele vluchtige restverontreinigingen boven het grondwaterniveau en over het mogelijke aspect geurhinder en mogelijke maatregelen. Bijlagen: Rapportage Sanscrit 20131002, situatie 1a: wonen met tuin met kruipruimte voor BETXN; Rapportage Sanscrit 20130927, situatie 1b: wonen met tuin zonder kruipruimte voor Naftaleen; Rapportage Sanscrit 20130927, situatie 1b: wonen met tuin met kruipruimte voor BETX Rapportage Vola Soil voor Benzeen Rapportage Vola Soil voor Ethylbenzeen Rapportage Vola Soil voor Tolueen Rapportage Vola Soil voor Xyleen

Page 113: Saneringsplan Kazerneterrein Overste Den Oudenlaan 20

Rapportage Sanscrit.nlInstrument ter bepaling van spoedeisendheid van saneren

Algemeen

Naam dossier: MC Kanaalweg Utrecht terugsaneerwaarden

Beoordelaar: [email protected]

Uitgevoerde beoordelingen:

Code: BB3655-102-102

Datum rapport:

Opmerkingen bij dossier:

V. Sanscrit 2.3.0V. rapport 2.12

woensdag 2 oktober 2013

Gaat om berekenen (maximale) terugsaneerwaarden BTEXN verontreinigingen in grondwater na (gedeeltelijke) bodemsanering van de locatie MC Kanaalweg te Utrecht. Situatie 1.a Wonen met tuin (met kruipruimte)

HumaanEcologischVerspreiding

Stap2: Standaardbeoordeling Stap 3: Uitgebreide beoordeling

= voltooid = niet uitgevoerd = niet relevant op basis van uitkomst stap 2

Stap1: Ernst van de verontreiniging:Er is sprake van een geval van ernstige verontreiniging als gevolg van:

- Ernstige grondwaterverontreiniging

Type bodemgebruik: toekomstig

Over Sanscrit

Sanscrit 2.0 is een geautomatiseerde versie van het Saneringscriterium. Het Saneringscriterium is beschreven in de Circulaire Bodemsanering 2009 welke op 1 april 2009 in werking is getreden. De applicatie Sanscrit is ontwikkeld in opdracht van het ministerie van I&M.Met het Saneringscriterium wordt bepaald of sprake is van onaanvaardbare risico’s van bodemverontreiniging voor mens, ecosysteem of van verspreiding van verontreiniging in het grondwater. Op basis van de bepaalde risico’s wordt vastgesteld of een sanering met spoed dient te worden uitgevoerd.

UitgangspuntenDe sanering dient met spoed te worden uitgevoerd, tenzij op basis van de risicobeoordeling is aangetoond dat de sanering niet met spoed hoeft te worden uitgevoerd. De werkwijze van het Saneringscriterium geldt voor:· een geval van ernstige bodemverontreiniging;· een historische verontreiniging. Voor verontreinigingen die sinds 1987 zijn ontstaan is artikel 13 van de Wbb

(zorgplicht) van toepassing;· huidig en voorgenomen gebruik;· grond en grondwater. Voor waterbodem is een separate systematiek ontwikkeld, met uitzondering van asbest;· alle stoffen waarvoor een interventiewaarde is afgeleid, met uitzondering van asbest. Daar asbest heel specifieke

chemische en fysische eigenschappen heeft, is voor asbest separaat het ‘Milieuhygiënisch saneringscriterium, protocol asbest’ ontwikkeld hetgeen ook van toepassing is voor waterbodems. Asbest is dan ook niet opgenomen in het programma Sanscrit.

Eindconclusie

(Een deel van) de locatie dient met spoed gesaneerd te worden als gevolg van:- onaanvaardbare risico's voor de mens (gebaseerd op stap 3)

Page 114: Saneringsplan Kazerneterrein Overste Den Oudenlaan 20

Humane risicobeoordeling - Toetsresultaten

Per stof

MTR[mg/kg lg/d] Risico-Index

Dosis[mg/kg lg/d]Stof

Wonen met tuinBenzeen 3,26e-3 0,993,30e-3Tolueen 2,14e-1 0,962,23e-1Naftaleen 4,47e-3 0,114,00e-2Ethylbenzeen 10,00e-2 1,001,00e-1m-Xyleen 1,50e-1 1,001,50e-1

Risico-indexStofgroepWonen met tuin

Niet-carcinogene PAKs 0,11TEX 2,96Vluchtige organische stoffen 0,99

Combinatietoxicologie

Hinder - toetsing aan geurdrempel

Geurdrempel[ug/m3]

Concentratie binnenlucht[ug/m3]Stof

Wonen met tuinBenzeen 2,00e1 8,00e4Tolueen 3,99e2 2,00e4Naftaleen 9,97 8,00e2Ethylbenzeen 7,43e2 9,00e4m-Xyleen 8,40e2 8,00e3

Sprake van huidcontact?Functie

Wonen met tuin Nee

Hinder - huidcontact

Toelichting:

Er wordt gesaneerd.

Concentratie binnenlucht[ug/m3]Stof

TCL[ug/m3]

Wonen met tuinBenzeen 2,00e1 2,00e1Tolueen 3,99e2 4,00e2Ethylbenzeen 7,43e2 7,70e2m-Xyleen 8,40e2 8,70e2

Toetsing TCL's

Page 115: Saneringsplan Kazerneterrein Overste Den Oudenlaan 20

Uitgebreid overzicht blootstelling

Blootstellingsroute Relatieve bijdrage [%]Wonen met tuinBenzeenConsumptie van gewassen uit eigen tuin 1.00Dermale opname binnen 0.00Dermale opname buiten 0.00Dermale opname tijdens baden 0.26Ingestie grond 0.01Inhalatie dampen tijdens douchen 0.23Inhalatie van binnenlucht 97.51Inhalatie van buitenlucht 0.03Inhalatie van gronddeeltjes 0.00Permeatie drinkwater 0.97

EthylbenzeenConsumptie van gewassen uit eigen tuin 1.35Dermale opname binnen 0.00Dermale opname buiten 0.00Dermale opname tijdens baden 1.55Ingestie grond 0.01Inhalatie dampen tijdens douchen 0.18Inhalatie van binnenlucht 96.02Inhalatie van buitenlucht 0.02Inhalatie van gronddeeltjes 0.00Permeatie drinkwater 0.86

m-XyleenConsumptie van gewassen uit eigen tuin 2.08Dermale opname binnen 0.00Dermale opname buiten 0.00Dermale opname tijdens baden 1.92Ingestie grond 0.02Inhalatie dampen tijdens douchen 0.20Inhalatie van binnenlucht 94.82Inhalatie van buitenlucht 0.02Inhalatie van gronddeeltjes 0.00Permeatie drinkwater 0.94

NaftaleenConsumptie van gewassen uit eigen tuin 25.48Dermale opname binnen 0.00Dermale opname buiten 0.05Dermale opname tijdens baden 6.17Ingestie grond 0.61Inhalatie dampen tijdens douchen 0.42Inhalatie van binnenlucht 64.09Inhalatie van buitenlucht 0.01Inhalatie van gronddeeltjes 0.00Permeatie drinkwater 3.17

TolueenConsumptie van gewassen uit eigen tuin 1.24Dermale opname binnen 0.00Dermale opname buiten 0.00Dermale opname tijdens baden 0.61Ingestie grond 0.01Inhalatie dampen tijdens douchen 0.16

Page 116: Saneringsplan Kazerneterrein Overste Den Oudenlaan 20

Inhalatie van binnenlucht 97.26Inhalatie van buitenlucht 0.02Inhalatie van gronddeeltjes 0.00Permeatie drinkwater 0.70

Humane risico's - invoergegevens

Bebouwd OnbebouwdOnbebouwdGeheel BebouwdC-grondwater [ug/l]C-totaal [mg/kg]

StofWonen met tuin

m-Xyleen 1,03e4 1,03e4Benzeen 2,80e2 2,80e2Tolueen 4,73e3 4,73e3Ethylbenzeen 6,25e3 6,25e3Naftaleen 1,95e3 1,95e3

OS [%]Berekening blootstelling lood:

Diepte verontreiniging [m]t.o.v. maaiveldt.o.v. kruipruimteFunctie

Wonen met tuin 0,85 1,35Als kind 2,00

Parameters

Humane risicobeoordeling - Parameters uitgebreide beoordeling

Let op: in dit onderdeel wordt een overzicht gegeven van parameters die afwijken van de standaardwaarden uit de stap 2 beoordeling. Parameters die niet zijn ingevoerd en/of afwijken van de standaardinstellingen verschijnen ook niet in dit overzicht.

Blootstellingsroute

Blootstellingsroute StatusWonen met tuin

Niet relevante blootstelling route uitgeschakeld om berekening mogelijk te maken.

Verantwoording:

UitgeschakeldInhalatie grond

Page 117: Saneringsplan Kazerneterrein Overste Den Oudenlaan 20

Ecologische risicobeoordeling - standaard

De verontreiniging bevindt zich NIET geheel of ten dele in de bovenste meter van de onbedekte bodem. Er is GEEN sprake van gewassen wortelend in verontreinigde bodem dieper dan één meter. Dit betekent dat een ecologische risicobeoordeling niet vereist is.

Risicobeoordeling verspreiding - standaard

UitkomstOnderdeel

Liggen er kwetsbare objecten binnen het bodemvolume dat wordt ingesloten door het interventiewaarden-contour en/of zal dit binnen enkele jaren het geval zijn?

Nee

Is er een drijflaag aanwezig die door activiteiten en processen in de bodem kan worden verplaatst en van waaruit verspreiding van verontreiniging kan plaatsvinden?

Nee

Is er een zaklaag aanwezig die door activiteiten en processen in de bodem kan worden verplaatst en van waaruit verspreiding van verontreiniging kan plaatsvinden?

Nee

Is er sprake van een bodemvolume groter dan 6.000 m3 dat wordt ingesloten door het interventiewaarden-contour in het grondwater?

Nee

Toelichting:

Page 118: Saneringsplan Kazerneterrein Overste Den Oudenlaan 20

Rapportage Sanscrit.nlInstrument ter bepaling van spoedeisendheid van saneren

Algemeen

Naam dossier: MC Kanaalweg Utrecht (specifiek Naftaleen)

Beoordelaar: [email protected]

Uitgevoerde beoordelingen:

Code: Nog invullen

Datum rapport:

Opmerkingen bij dossier:

V. Sanscrit 2.3.0V. rapport 2.12

woensdag 2 oktober 2013

HumaanEcologischVerspreiding

Stap2: Standaardbeoordeling Stap 3: Uitgebreide beoordeling

= voltooid = niet uitgevoerd = niet relevant op basis van uitkomst stap 2

Stap1: Ernst van de verontreiniging:Er is sprake van een geval van ernstige verontreiniging als gevolg van:

- Ernstige grondwaterverontreiniging

Type bodemgebruik: toekomstig

Over Sanscrit

Sanscrit 2.0 is een geautomatiseerde versie van het Saneringscriterium. Het Saneringscriterium is beschreven in de Circulaire Bodemsanering 2009 welke op 1 april 2009 in werking is getreden. De applicatie Sanscrit is ontwikkeld in opdracht van het ministerie van I&M.Met het Saneringscriterium wordt bepaald of sprake is van onaanvaardbare risico’s van bodemverontreiniging voor mens, ecosysteem of van verspreiding van verontreiniging in het grondwater. Op basis van de bepaalde risico’s wordt vastgesteld of een sanering met spoed dient te worden uitgevoerd.

UitgangspuntenDe sanering dient met spoed te worden uitgevoerd, tenzij op basis van de risicobeoordeling is aangetoond dat de sanering niet met spoed hoeft te worden uitgevoerd. De werkwijze van het Saneringscriterium geldt voor:· een geval van ernstige bodemverontreiniging;· een historische verontreiniging. Voor verontreinigingen die sinds 1987 zijn ontstaan is artikel 13 van de Wbb

(zorgplicht) van toepassing;· huidig en voorgenomen gebruik;· grond en grondwater. Voor waterbodem is een separate systematiek ontwikkeld, met uitzondering van asbest;· alle stoffen waarvoor een interventiewaarde is afgeleid, met uitzondering van asbest. Daar asbest heel specifieke

chemische en fysische eigenschappen heeft, is voor asbest separaat het ‘Milieuhygiënisch saneringscriterium, protocol asbest’ ontwikkeld hetgeen ook van toepassing is voor waterbodems. Asbest is dan ook niet opgenomen in het programma Sanscrit.

Eindconclusie

Er is een geval van ernstige verontreiniging, maar de locatie hoeft niet met spoed gesaneerd te worden.

Page 119: Saneringsplan Kazerneterrein Overste Den Oudenlaan 20

Humane risicobeoordeling - Toetsresultaten

Per stof

MTR[mg/kg lg/d] Risico-Index

Dosis[mg/kg lg/d]Stof

Wonen met tuinNaftaleen 4,29e-3 0,114,00e-2

Risico-indexStofgroepWonen met tuin

Niet-carcinogene PAKs 0,11

Combinatietoxicologie

Hinder - toetsing aan geurdrempel

Geurdrempel[ug/m3]

Concentratie binnenlucht[ug/m3]Stof

Wonen met tuinNaftaleen 10,00 8,00e2

Sprake van huidcontact?Functie

Wonen met tuin Nee

Hinder - huidcontact

Toelichting:

Bodem wordt gesaneerd.

Uitgebreid overzicht blootstelling

Blootstellingsroute Relatieve bijdrage [%]Wonen met tuinNaftaleenConsumptie van gewassen uit eigen tuin 23.47Dermale opname binnen 0.00Dermale opname buiten 0.05Dermale opname tijdens baden 5.68Ingestie grond 0.56Inhalatie dampen tijdens douchen 0.38Inhalatie van binnenlucht 66.92Inhalatie van buitenlucht 0.01Inhalatie van gronddeeltjes 0.00Permeatie drinkwater 2.92

Humane risico's - invoergegevens

Bebouwd OnbebouwdOnbebouwdGeheel BebouwdC-grondwater [ug/l]C-totaal [mg/kg]

StofWonen met tuin

Naftaleen 1,73e3 1,73e3

Page 120: Saneringsplan Kazerneterrein Overste Den Oudenlaan 20

OS [%]Berekening blootstelling lood:

Diepte verontreiniging [m]t.o.v. maaiveldt.o.v. kruipruimteFunctie

Wonen met tuin 0,75 1,25Als kind 2,00

Parameters

Humane risicobeoordeling - Parameters uitgebreide beoordeling

Let op: in dit onderdeel wordt een overzicht gegeven van parameters die afwijken van de standaardwaarden uit de stap 2 beoordeling. Parameters die niet zijn ingevoerd en/of afwijken van de standaardinstellingen verschijnen ook niet in dit overzicht.

Blootstellingsroute

Blootstellingsroute StatusWonen met tuin

Deze uitgezette blootstellingroute is hier verwaarloosbaar, aangevinkt om een uitslag van Sanscrit te kunnen krijgen.

Verantwoording:

UitgeschakeldInhalatie grond

Page 121: Saneringsplan Kazerneterrein Overste Den Oudenlaan 20

Ecologische risicobeoordeling - standaard

De verontreiniging bevindt zich NIET geheel of ten dele in de bovenste meter van de onbedekte bodem. Er is GEEN sprake van gewassen wortelend in verontreinigde bodem dieper dan één meter. Dit betekent dat een ecologische risicobeoordeling niet vereist is.

Risicobeoordeling verspreiding - standaard

UitkomstOnderdeel

Liggen er kwetsbare objecten binnen het bodemvolume dat wordt ingesloten door het interventiewaarden-contour en/of zal dit binnen enkele jaren het geval zijn?

Nee

Is er een drijflaag aanwezig die door activiteiten en processen in de bodem kan worden verplaatst en van waaruit verspreiding van verontreiniging kan plaatsvinden?

Nee

Is er een zaklaag aanwezig die door activiteiten en processen in de bodem kan worden verplaatst en van waaruit verspreiding van verontreiniging kan plaatsvinden?

Nee

Is er sprake van een bodemvolume groter dan 6.000 m3 dat wordt ingesloten door het interventiewaarden-contour in het grondwater?

Nee

Toelichting:

Zo aangevinkt omdat beorodeling betrekking heeft op humane risico's

Page 122: Saneringsplan Kazerneterrein Overste Den Oudenlaan 20

Rapportage Sanscrit.nlInstrument ter bepaling van spoedeisendheid van saneren

Algemeen

Naam dossier: MC Kanaalweg Utrecht terugsaneerwaarden

Beoordelaar: [email protected]

Uitgevoerde beoordelingen:

Code: Nog invullen

Datum rapport:

Opmerkingen bij dossier:

V. Sanscrit 2.3.0V. rapport 2.12

vrijdag 27 september 2013

Gaat om berekenen (maximale) terugsaneerwaarden BTEXN verontreinigingen in grondwater na (gedeeltelijke) bodemsanering van de locatie MC Kanaalweg te Utrecht.

HumaanEcologischVerspreiding

Stap2: Standaardbeoordeling Stap 3: Uitgebreide beoordeling

= voltooid = niet uitgevoerd = niet relevant op basis van uitkomst stap 2

Stap1: Ernst van de verontreiniging:Er is sprake van een geval van ernstige verontreiniging als gevolg van:

- Ernstige grondwaterverontreiniging

Type bodemgebruik: toekomstig

Over Sanscrit

Sanscrit 2.0 is een geautomatiseerde versie van het Saneringscriterium. Het Saneringscriterium is beschreven in de Circulaire Bodemsanering 2009 welke op 1 april 2009 in werking is getreden. De applicatie Sanscrit is ontwikkeld in opdracht van het ministerie van I&M.Met het Saneringscriterium wordt bepaald of sprake is van onaanvaardbare risico’s van bodemverontreiniging voor mens, ecosysteem of van verspreiding van verontreiniging in het grondwater. Op basis van de bepaalde risico’s wordt vastgesteld of een sanering met spoed dient te worden uitgevoerd.

UitgangspuntenDe sanering dient met spoed te worden uitgevoerd, tenzij op basis van de risicobeoordeling is aangetoond dat de sanering niet met spoed hoeft te worden uitgevoerd. De werkwijze van het Saneringscriterium geldt voor:· een geval van ernstige bodemverontreiniging;· een historische verontreiniging. Voor verontreinigingen die sinds 1987 zijn ontstaan is artikel 13 van de Wbb

(zorgplicht) van toepassing;· huidig en voorgenomen gebruik;· grond en grondwater. Voor waterbodem is een separate systematiek ontwikkeld, met uitzondering van asbest;· alle stoffen waarvoor een interventiewaarde is afgeleid, met uitzondering van asbest. Daar asbest heel specifieke

chemische en fysische eigenschappen heeft, is voor asbest separaat het ‘Milieuhygiënisch saneringscriterium, protocol asbest’ ontwikkeld hetgeen ook van toepassing is voor waterbodems. Asbest is dan ook niet opgenomen in het programma Sanscrit.

Eindconclusie

(Een deel van) de locatie dient met spoed gesaneerd te worden als gevolg van:- onaanvaardbare risico's voor de mens (gebaseerd op stap 3)

Page 123: Saneringsplan Kazerneterrein Overste Den Oudenlaan 20

Humane risicobeoordeling - Toetsresultaten

Per stof

MTR[mg/kg lg/d] Risico-Index

Dosis[mg/kg lg/d]Stof

Wonen met tuinBenzeen 3,23e-3 0,983,30e-3Tolueen 2,14e-1 0,962,23e-1Naftaleen 4,47e-3 0,114,00e-2Ethylbenzeen 9,98e-2 1,001,00e-1m-Xyleen 1,50e-1 1,001,50e-1

Risico-indexStofgroepWonen met tuin

Niet-carcinogene PAKs 0,11TEX 2,96Vluchtige organische stoffen 0,98

Combinatietoxicologie

Hinder - toetsing aan geurdrempel

Geurdrempel[ug/m3]

Concentratie binnenlucht[ug/m3]Stof

Wonen met tuinBenzeen 2,00e1 8,00e4Tolueen 4,00e2 2,00e4Naftaleen 9,97 8,00e2Ethylbenzeen 7,52e2 9,00e4m-Xyleen 8,51e2 8,00e3

Sprake van huidcontact?Functie

Wonen met tuin Nee

Hinder - huidcontact

Toelichting:

Er wordt gesaneerd.

Concentratie binnenlucht[ug/m3]Stof

TCL[ug/m3]

Wonen met tuinBenzeen 2,00e1 2,00e1Tolueen 4,00e2 4,00e2Ethylbenzeen 7,52e2 7,70e2m-Xyleen 8,51e2 8,70e2

Toetsing TCL's

Page 124: Saneringsplan Kazerneterrein Overste Den Oudenlaan 20

Uitgebreid overzicht blootstelling

Blootstellingsroute Relatieve bijdrage [%]Wonen met tuinBenzeenConsumptie van gewassen uit eigen tuin 0.74Dermale opname binnen 0.00Dermale opname buiten 0.00Dermale opname tijdens baden 0.20Ingestie grond 0.00Inhalatie dampen tijdens douchen 0.17Inhalatie van binnenlucht 98.14Inhalatie van buitenlucht 0.02Inhalatie van gronddeeltjes 0.00Permeatie drinkwater 0.72

EthylbenzeenConsumptie van gewassen uit eigen tuin 1.15Dermale opname binnen 0.00Dermale opname buiten 0.00Dermale opname tijdens baden 1.32Ingestie grond 0.01Inhalatie dampen tijdens douchen 0.15Inhalatie van binnenlucht 96.62Inhalatie van buitenlucht 0.02Inhalatie van gronddeeltjes 0.00Permeatie drinkwater 0.73

m-XyleenConsumptie van gewassen uit eigen tuin 1.77Dermale opname binnen 0.00Dermale opname buiten 0.00Dermale opname tijdens baden 1.63Ingestie grond 0.01Inhalatie dampen tijdens douchen 0.17Inhalatie van binnenlucht 95.60Inhalatie van buitenlucht 0.02Inhalatie van gronddeeltjes 0.00Permeatie drinkwater 0.80

NaftaleenConsumptie van gewassen uit eigen tuin 25.48Dermale opname binnen 0.00Dermale opname buiten 0.05Dermale opname tijdens baden 6.17Ingestie grond 0.61Inhalatie dampen tijdens douchen 0.42Inhalatie van binnenlucht 64.09Inhalatie van buitenlucht 0.01Inhalatie van gronddeeltjes 0.00Permeatie drinkwater 3.17

TolueenConsumptie van gewassen uit eigen tuin 0.99Dermale opname binnen 0.00Dermale opname buiten 0.00Dermale opname tijdens baden 0.48Ingestie grond 0.01Inhalatie dampen tijdens douchen 0.12

Page 125: Saneringsplan Kazerneterrein Overste Den Oudenlaan 20

Inhalatie van binnenlucht 97.82Inhalatie van buitenlucht 0.02Inhalatie van gronddeeltjes 0.00Permeatie drinkwater 0.56

Humane risico's - invoergegevens

Bebouwd OnbebouwdOnbebouwdGeheel BebouwdC-grondwater [ug/l]C-totaal [mg/kg]

StofWonen met tuin

m-Xyleen 8,83e3 8,83e3Benzeen 2,07e2 2,07e2Tolueen 3,75e3 3,75e3Ethylbenzeen 5,33e3 5,33e3Naftaleen 1,95e3 1,95e3

OS [%]Berekening blootstelling lood:

Diepte verontreiniging [m]t.o.v. maaiveldt.o.v. kruipruimteFunctie

Wonen met tuin 0,85 1,35Als kind 2,00

Parameters

Humane risicobeoordeling - Parameters uitgebreide beoordeling

Let op: in dit onderdeel wordt een overzicht gegeven van parameters die afwijken van de standaardwaarden uit de stap 2 beoordeling. Parameters die niet zijn ingevoerd en/of afwijken van de standaardinstellingen verschijnen ook niet in dit overzicht.

Concentraties in contactmedia en stofparameters

Waarde VerantwoordingEenheidParameterStofWonen met tuin

m-Xyleen Concentratie in binnenlucht ug/m3 berekend met Volasoil nieuw voor bouwwijze zonder kruipruimte (betonvloer op zand)

8,51e2

Benzeen Concentratie in binnenlucht ug/m3 Berekend vanuit Volasoil2,00e1Tolueen Concentratie in binnenlucht ug/m3 Berekend vanuit Volasoil4,00e2Ethylbenzeen Concentratie in binnenlucht ug/m3 berekend met Volasoil

nieuw voor bouwwijze zonder kruipruimte (betonvloer op zand)

7,52e2

Page 126: Saneringsplan Kazerneterrein Overste Den Oudenlaan 20

Ecologische risicobeoordeling - standaard

De verontreiniging bevindt zich NIET geheel of ten dele in de bovenste meter van de onbedekte bodem. Er is GEEN sprake van gewassen wortelend in verontreinigde bodem dieper dan één meter. Dit betekent dat een ecologische risicobeoordeling niet vereist is.

Risicobeoordeling verspreiding - standaard

UitkomstOnderdeel

Liggen er kwetsbare objecten binnen het bodemvolume dat wordt ingesloten door het interventiewaarden-contour en/of zal dit binnen enkele jaren het geval zijn?

Nee

Is er een drijflaag aanwezig die door activiteiten en processen in de bodem kan worden verplaatst en van waaruit verspreiding van verontreiniging kan plaatsvinden?

Nee

Is er een zaklaag aanwezig die door activiteiten en processen in de bodem kan worden verplaatst en van waaruit verspreiding van verontreiniging kan plaatsvinden?

Nee

Is er sprake van een bodemvolume groter dan 6.000 m3 dat wordt ingesloten door het interventiewaarden-contour in het grondwater?

Nee

Toelichting:

Page 127: Saneringsplan Kazerneterrein Overste Den Oudenlaan 20

Resultaten berekening Volasoil

BasisgegevensGebruiker [email protected] 27 - 9 - 2013Versienummer model 1.0Rekenvariant Beton op zandScenario Homogene grondwaterverontreiniging

Resultaten EenheidConcentratie in binnenlucht 0,020034508 ug/lToegestane concentratie in binnenlucht 0,02 ug/lRisico-index 1,00E+00

Concentratie in bodemlucht 32,84021684 ug/l

Parameters Waarde EenheidStofparametersStofnaam BenzeenConcentratie in grondwater 207 ug/lHenry coëfficient 373,2957285 Pa m3/molDimensieloze henry coëfficient 0,158648391 -Diffusiecoëfficient in lucht 0,035511192 m2/hBodemBodemsoort Gemiddeld zandLuchtgevulde porositeit 0,25 -Permeabiliteit 1E-11 m2Capilaire stijghoogte 0,4 mGemiddelde diepte verontreiniging 0,95 mLengte bodemkolom 0,85 mConductiviteit bodem 0,001666667 m2/Pa hFluxenLuchtflux van bodem naar binnenlucht 3,00518E-05 g/m2 hGebouwKwaliteit vloer IntactVentilatievoud binnenlucht 0,5 -Porositeit betonvloer 0,045 -Permeabiliteit betonvloer 3,16228E-17 m2Fractie openingen in vloer -

Page 128: Saneringsplan Kazerneterrein Overste Den Oudenlaan 20

Resultaten berekening Volasoil

BasisgegevensGebruiker [email protected] 27 - 9 - 2013Versienummer model 1.0Rekenvariant Beton op zandScenario Homogene grondwaterverontreiniging

Resultaten EenheidConcentratie in binnenlucht 0,752129379 ug/lToegestane concentratie in binnenlucht 0,77 ug/lRisico-index 9,77E-01

Concentratie in bodemlucht 1437,50299 ug/l

Parameters Waarde EenheidStofparametersStofnaam EthylbenzeenConcentratie in grondwater 5330 ug/lHenry coëfficient 634,5982899 Pa m3/molDimensieloze henry coëfficient 0,269700373 -Diffusiecoëfficient in lucht 0,030456101 m2/hBodemBodemsoort Gemiddeld zandLuchtgevulde porositeit 0,25 -Permeabiliteit 1E-11 m2Capilaire stijghoogte 0,4 mGemiddelde diepte verontreiniging 0,95 mLengte bodemkolom 0,85 mConductiviteit bodem 0,001666667 m2/Pa hFluxenLuchtflux van bodem naar binnenlucht 0,001128194 g/m2 hGebouwKwaliteit vloer IntactVentilatievoud binnenlucht 0,5 -Porositeit betonvloer 0,045 -Permeabiliteit betonvloer 3,16228E-17 m2Fractie openingen in vloer -

Page 129: Saneringsplan Kazerneterrein Overste Den Oudenlaan 20

Resultaten berekening Volasoil

BasisgegevensGebruiker [email protected] 27 - 9 - 2013Versienummer model 1.0Rekenvariant Beton op zandScenario Homogene grondwaterverontreiniging

Resultaten EenheidConcentratie in binnenlucht 0,399722009 ug/lToegestane concentratie in binnenlucht 0,4 ug/lRisico-index 9,99E-01

Concentratie in bodemlucht 711,6562251 ug/l

Parameters Waarde EenheidStofparametersStofnaam TolueenConcentratie in grondwater 3750 ug/lHenry coëfficient 446,535853 Pa m3/molDimensieloze henry coëfficient 0,189774993 -Diffusiecoëfficient in lucht 0,032694848 m2/hBodemBodemsoort Gemiddeld zandLuchtgevulde porositeit 0,25 -Permeabiliteit 1E-11 m2Capilaire stijghoogte 0,4 mGemiddelde diepte verontreiniging 0,95 mLengte bodemkolom 0,85 mConductiviteit bodem 0,001666667 m2/Pa hFluxenLuchtflux van bodem naar binnenlucht 0,000599583 g/m2 hGebouwKwaliteit vloer IntactVentilatievoud binnenlucht 0,5 -Porositeit betonvloer 0,045 -Permeabiliteit betonvloer 3,16228E-17 m2Fractie openingen in vloer -

Page 130: Saneringsplan Kazerneterrein Overste Den Oudenlaan 20

Resultaten berekening Volasoil

BasisgegevensGebruiker [email protected] 27 - 9 - 2013Versienummer model 1.0Rekenvariant Beton op zandScenario Homogene grondwaterverontreiniging

Resultaten EenheidConcentratie in binnenlucht 0,850687241 ug/lToegestane concentratie in binnenlucht 0,87 ug/lRisico-index 9,78E-01

Concentratie in bodemlucht 1625,896667 ug/l

Parameters Waarde EenheidStofparametersStofnaam m-XyleenConcentratie in grondwater 8830 ug/lHenry coëfficient 433,2609894 Pa m3/molDimensieloze henry coëfficient 0,184133258 -Diffusiecoëfficient in lucht 0,030455623 m2/hBodemBodemsoort Gemiddeld zandLuchtgevulde porositeit 0,25 -Permeabiliteit 1E-11 m2Capilaire stijghoogte 0,4 mGemiddelde diepte verontreiniging 0,95 mLengte bodemkolom 0,85 mConductiviteit bodem 0,001666667 m2/Pa hFluxenLuchtflux van bodem naar binnenlucht 0,001276031 g/m2 hGebouwKwaliteit vloer IntactVentilatievoud binnenlucht 0,5 -Porositeit betonvloer 0,045 -Permeabiliteit betonvloer 3,16228E-17 m2Fractie openingen in vloer -

Page 131: Saneringsplan Kazerneterrein Overste Den Oudenlaan 20

HaskoningDHV Nederland B.V.

Ministerie van Defensie/Gefaseerd saneringsplan bijlage 12 MD-AF20131826 - 1 - Klant vertrouwelijk

BIJLAGE 12 Monitoringnetwerk pluim geval 1

Page 132: Saneringsplan Kazerneterrein Overste Den Oudenlaan 20

¢

¢

¢¢

¢

¢

¢¢

¢

¢

A1

3002

3001

100B

202B

2001

1002

1006

1025

1017

LegendaMonitoring

¢ Monitoringfilter

I-contour 2008

I-contour 2012

Locatiegrens

±

0 15 30 45 60 75 Meters

BL Planning & Strategy

BU Regionale & Stedelijke Ontwikkeling Noord

aut. con. get. datum ver. statusomschrijving

dossiernr

best. naam

Project

Opdrachtgever

Omschrijving

:

:

:

:

:

ArcGis project

behoort bij

:

:

bijlagenummer

schaal

:

:

formaat

Royal

HaskoningDHVEnhancing Society Together

DefinitiefAAGSUitgave 2014

MC Kanaalweg te Utrecht

Dienst Vastgoed Defensie

Monitoringspeilbuizen

BB3655-102-100

12 Monitoring.pdf

MCK_monitoring.mxd

A31:1.500

12

28-4-2014

Page 133: Saneringsplan Kazerneterrein Overste Den Oudenlaan 20

HaskoningDHV Nederland B.V.

Ministerie van Defensie/Gefaseerd saneringsplan bijlage 13 MD-AF20131826 - 1 - Klant vertrouwelijk

BIJLAGE 13 Multi Criteria Analyse saneringsafweging geval 1

Page 134: Saneringsplan Kazerneterrein Overste Den Oudenlaan 20

ASPECT HOOFDCRITERIUM SUBCRITERIA Scenario A Scenario B – – Ontgravingsdiepte 2,5 m-mv 6 m-mv

– – Grondsanering Ontgraving van de gehele contour met openbemaling

Natte ontgraving met bouwkuip van de gehele contour

– – Ondiep grondwater Beperkte sanering door reinigen van water uit open bemaling

Onttrekken van water uit de bouwkuip, reinigen en retourneren

Volume verwijderde grond in m3 per vlek

Vlek 4A

Vlek 4B

4200

1475

7896

2773

-Onttrekken en lozen 100 m3/h 1 m3/h

Bodem

R Reductie risico stofvrachten Beperken van verspreiding:

- Verontreiniging grond

- Verontreiniging grondwater

+

+

++

+/-

R Vrachtreductie Relatieve vrachtreductie na actieve sanering ±70% ±90%

M Belasting overige

milieucompartimenten

- Lucht (directe emissie; uitstoot BETX)

- Lucht (indirecte emissie; uitstoot CO2, PM10, NOx)

- Waterkwaliteit (aantasting bij lozing oppervlakte water)

Uitdamping grond

matig

Max Waterwet norm

Uitdamping grond en grondwater

veel

Max Waterwet norm

M Gebruik energie - Energie (elektra, gas en diesel) +/- -

M Hinder, gevaar

saneringsuitvoering

- Gevaar/ hinder door sanering voor omwonenden

- Gevaar/ hinder door sanering voor medewerkers sanering

Ja, lucht en geluid

Ja, gebruikelijke VCA aspecten uitvoering

Ja, lucht en geluid

Ja, gebruikelijke VCA aspecten uitvoering

M Herstel gebruiksmogelijkheden - Herstel voor alle mogelijke gebruiksfuncties op korte termijn

ondergronds en bovengronds

+/

+

K Saneringskosten Totaal € 1.761.000 € 3.268.000

O Technische haallbaarheid Risico Hal B Beperkt risico voor stabiliteit hal B Risico stabiliteit hal B

O Sanerinsgduur Bereiken stabiele eindsituatie (periode) 2 – 8 jaar 1 – 5 jaar

O Zekerheid Allocatie van lange termijn Verantwoordelijkheid,

Aansprakelijkheid en (Rest)risico

Gedurende 20 jaar verantwoordelijk en aansprakelijk

en bestaat een restrisico

Gedurende 10 jaar verantwoordelijk en aansprakelijk

en bestaat een restrisico

Aspecten: R = Risicoreductie, M = Milieuverdienste, K = Kosten, O = Overige Score: - - = zeer slecht, - = slecht, +/- = neutraal, + = goed, ++ = zeer goed

Page 135: Saneringsplan Kazerneterrein Overste Den Oudenlaan 20

HaskoningDHV Nederland B.V.

Ministerie van Defensie/Gefaseerd saneringsplan bijlage 14 MD-AF20131826 - 1 - Klant vertrouwelijk

BIJLAGE 14 Ontgravingscontouren grond

Page 136: Saneringsplan Kazerneterrein Overste Den Oudenlaan 20
Page 137: Saneringsplan Kazerneterrein Overste Den Oudenlaan 20

HaskoningDHV Nederland B.V.

Ministerie van Defensie/Gefaseerd saneringsplan bijlage 15 MD-AF20131826 - 2 - Klant vertrouwelijk

BIJLAGE 15 Bepaling T en F klasse

Page 138: Saneringsplan Kazerneterrein Overste Den Oudenlaan 20

Resultaten van de meting grond/grondwater: 3T en 1F

Projectgegevens:

Omstandigheden:

Eindresultaat

Onderhavig document is gegenereerd door de webapplicatie berekening T & F klasse conform de CROW-Publicatie 132. Op de laatste pagina van dit document vindt u de voorwaarden voor gebruik.

Lokatie Overste Den Oudenlaan 20AannemerMonsternummer

Buitentemperatuur (°C) 15.0Maatregelen genomen om grondwaterstand te verlagen? NeeWorden de werkzaamheden uitgevoerd met beperkteventilatiemogelijkheid?

Nee

Wordt er gewerkt met open vuur? Nee

Toxiteitklasse T 3TBepalende stof(fen) Lood, Benzeen, PAK

(som 10)

Brandbaarheidklasse F 1FBepalende stof(fen) Benzeen

Aan de hand van de berekeningssystematiek vanuit de CROW publicatie 132, 4de geheel herziene druk(december 2008) en de ingevoerde gegevens is de veiligheidsklasse bepaald. In de hier opvolgende pagina'szijn de stappen per ingevoerde stof weergegeven. Voeg dit document in z'n geheel toe aan het V&G-plan enhet veiligheidskundig logboek.

Nov 7, 2013 4:50 PM 1/10

Page 139: Saneringsplan Kazerneterrein Overste Den Oudenlaan 20

Stoffen en concentraties:Organische stof 2.0Lutum 2.0

Stof Concentratie grond (mg/kgds)

Concentratie grondwater(ug/l)

Cadmium 3.8 0.0Koper 180.0 0.0Lood 400.0 0.0Zink 750.0 0.0Benzeen 1.6 0.0Ethylbenzeen 42.0 0.0Tolueen 1.8 0.0Xylenen 18.0 0.0PAK (som 10) 194.0 0.0Minerale olie 7500.0 0.0

Nov 7, 2013 4:50 PM 2/10

Page 140: Saneringsplan Kazerneterrein Overste Den Oudenlaan 20

Bepaling of de interventiewaarden wordt overschredenAlleen bij een interventiewaarden overschrijding wordt de T&F-klasse verder berekend. Stof CadmiumConcentratie grond 3.8Interventiewaarde grond 13.0Gecorrigeerde interventiewaarde grond 7.55Maximale waarde wonen (grond) 1.2Gecorrigeerde maximale waarde wonen(grond)

0.7

Concentratie grondwater 0.0Interventiewaarde grondwater 6.0T&F klasse van toepassing Nee

Stof KoperConcentratie grond 180.0Interventiewaarde grond 190.0Gecorrigeerde interventiewaarde grond 91.83Maximale waarde wonen (grond) 54.0Gecorrigeerde maximale waarde wonen(grond)

26.1

Concentratie grondwater 0.0Interventiewaarde grondwater 75.0T&F klasse van toepassing Ja

Stof LoodConcentratie grond 400.0Interventiewaarde grond 530.0Gecorrigeerde interventiewaarde grond 336.71Maximale waarde wonen (grond) 210.0Gecorrigeerde maximale waarde wonen(grond)

133.41

Concentratie grondwater 0.0Interventiewaarde grondwater 75.0T&F klasse van toepassing Ja

Stof ZinkConcentratie grond 750.0Interventiewaarde grond 720.0Gecorrigeerde interventiewaarde grond 303.43Maximale waarde wonen (grond) 200.0Gecorrigeerde maximale waarde wonen(grond)

84.29

Concentratie grondwater 0.0Interventiewaarde grondwater 800.0T&F klasse van toepassing Ja

Stof BenzeenConcentratie grond 1.6Interventiewaarde grond 1.1Gecorrigeerde interventiewaarde grond 0.22Maximale waarde wonen (grond) 0.2Gecorrigeerde maximale waarde wonen(grond)

0.04

Concentratie grondwater 0.0Interventiewaarde grondwater 30.0

Nov 7, 2013 4:50 PM 3/10

Page 141: Saneringsplan Kazerneterrein Overste Den Oudenlaan 20

T&F klasse van toepassing Ja

Stof EthylbenzeenConcentratie grond 42.0Interventiewaarde grond 110.0Gecorrigeerde interventiewaarde grond 22.0Maximale waarde wonen (grond) 0.2Gecorrigeerde maximale waarde wonen(grond)

0.04

Concentratie grondwater 0.0Interventiewaarde grondwater 150.0T&F klasse van toepassing Ja

Stof TolueenConcentratie grond 1.8Interventiewaarde grond 32.0Gecorrigeerde interventiewaarde grond 6.4Maximale waarde wonen (grond) 0.2Gecorrigeerde maximale waarde wonen(grond)

0.04

Concentratie grondwater 0.0Interventiewaarde grondwater 1000.0T&F klasse van toepassing Nee

Stof XylenenConcentratie grond 18.0Interventiewaarde grond 17.0Gecorrigeerde interventiewaarde grond 3.4Maximale waarde wonen (grond) 0.45Gecorrigeerde maximale waarde wonen(grond)

0.09

Concentratie grondwater 0.0Interventiewaarde grondwater 70.0T&F klasse van toepassing Ja

Stof PAK (som 10)Concentratie grond 194.0Interventiewaarde grond 40.0Gecorrigeerde interventiewaarde grond 40.0Maximale waarde wonen (grond) 6.8Gecorrigeerde maximale waarde wonen(grond)

6.8

Concentratie grondwater 0.0Interventiewaarde grondwater 0.0T&F klasse van toepassing Ja

Stof Minerale olieConcentratie grond 7500.0Interventiewaarde grond 5000.0Gecorrigeerde interventiewaarde grond 1000.0Maximale waarde wonen (grond) 190.0Gecorrigeerde maximale waarde wonen(grond)

38.0

Concentratie grondwater 0.0Interventiewaarde grondwater 600.0T&F klasse van toepassing Ja

Nov 7, 2013 4:50 PM 4/10

Page 142: Saneringsplan Kazerneterrein Overste Den Oudenlaan 20

Nov 7, 2013 4:50 PM 5/10

Page 143: Saneringsplan Kazerneterrein Overste Den Oudenlaan 20

Berekening veiligheidsklasse T:Stof KoperVoorlopige veiligheidsklasse T 1Veiligheidsklasse T 1TNiet vluchtige stof2.3.6.3 Verontreiniging in de grond of in grond en grondwater --> nT: 1Max nT tot nu toe: 1Veroorzakende stoffen: Koper

Stof LoodVoorlopige veiligheidsklasse T 3Veiligheidsklasse T 3TNiet vluchtige stof2.3.6.3 Verontreiniging in de grond of in grond en grondwater --> nT: 3Max nT tot nu toe: 3Veroorzakende stoffen: Lood

Stof ZinkVoorlopige veiligheidsklasse T 1Veiligheidsklasse T 1TNiet vluchtige stof2.3.6.3 Verontreiniging in de grond of in grond en grondwater --> nT: 1Max nT tot nu toe: 3Veroorzakende stoffen: Lood

Stof BenzeenVoorlopige veiligheidsklasse T 3Veiligheidsklasse T 3TVluchtige stof2.3.7.3 Verontreiniging alleen in grond --> nT: 3Max nT tot nu toe: 3Veroorzakende stoffen: Lood, Benzeen

Stof EthylbenzeenVoorlopige veiligheidsklasse T 1Veiligheidsklasse T 1TVluchtige stof2.3.7.3 Verontreiniging alleen in grond --> nT: 1Max nT tot nu toe: 3Veroorzakende stoffen: Lood, Benzeen

Stof XylenenVoorlopige veiligheidsklasse T 1Veiligheidsklasse T 1TVluchtige stof2.3.7.3 Verontreiniging alleen in grond --> nT: 1Max nT tot nu toe: 3Veroorzakende stoffen: Lood, Benzeen

Stof PAK (som 10)Voorlopige veiligheidsklasse T 3Veiligheidsklasse T 3TNiet vluchtige stof2.3.6.3 Verontreiniging in de grond of in grond en grondwater --> nT: 3

Nov 7, 2013 4:50 PM 6/10

Page 144: Saneringsplan Kazerneterrein Overste Den Oudenlaan 20

Max nT tot nu toe: 3Veroorzakende stoffen: Lood, Benzeen, PAK (som 10)

Stof Minerale olieVoorlopige veiligheidsklasse T 1Veiligheidsklasse T 1TVluchtige stof2.3.7.3 Verontreiniging alleen in grond --> nT: 1Max nT tot nu toe: 3Veroorzakende stoffen: Lood, Benzeen, PAK (som 10)

Nov 7, 2013 4:50 PM 7/10

Page 145: Saneringsplan Kazerneterrein Overste Den Oudenlaan 20

Berekening veiligheidsklasse F:Stof KoperVeiligheidsklasse F Geen F-klasse van toepassingniet-vluchtige stof, geen veiligheidsklasse --> nF: -Max nF tot nu toe: -Veroorzakende stoffen:

Stof LoodVeiligheidsklasse F Geen F-klasse van toepassingniet-vluchtige stof, geen veiligheidsklasse --> nF: -Max nF tot nu toe: -Veroorzakende stoffen:

Stof ZinkVeiligheidsklasse F Geen F-klasse van toepassingniet-vluchtige stof, geen veiligheidsklasse --> nF: -Max nF tot nu toe: -Veroorzakende stoffen:

Stof BenzeenVeiligheidsklasse F 1FGeen beperkte ventilatiemogelijkheidTb > vlampuntGeen open vuur --> nF: 1Max nF tot nu toe: 1Veroorzakende stoffen: Benzeen

Stof EthylbenzeenVeiligheidsklasse F Geen F-klasse van toepassingGeen beperkte ventilatiemogelijkheidTb <= vlampuntGeen open vuur , geen veiligheidsklasse --> nF: -Max nF tot nu toe: 1Veroorzakende stoffen: Benzeen

Stof XylenenVeiligheidsklasse F Geen F-klasse van toepassingGeen beperkte ventilatiemogelijkheidTb <= vlampuntGeen open vuur , geen veiligheidsklasse --> nF: -Max nF tot nu toe: 1Veroorzakende stoffen: Benzeen

Stof PAK (som 10)Veiligheidsklasse F Geen F-klasse van toepassingniet-vluchtige stof, geen veiligheidsklasse --> nF: -Max nF tot nu toe: 1Veroorzakende stoffen: Benzeen

Stof Minerale olieVeiligheidsklasse F Geen F-klasse van toepassingGeen beperkte ventilatiemogelijkheidTb <= vlampuntGeen open vuur , geen veiligheidsklasse --> nF: -

Nov 7, 2013 4:50 PM 8/10

Page 146: Saneringsplan Kazerneterrein Overste Den Oudenlaan 20

Max nF tot nu toe: 1Veroorzakende stoffen: Benzeen

Nov 7, 2013 4:50 PM 9/10

Page 147: Saneringsplan Kazerneterrein Overste Den Oudenlaan 20

Voorwaarden voor gebruik

Onderhavig document is gegenereerd door de webapplicatie berekening T & F klasse conform deCROW-Publicatie 132. CROW en degenen die aan deze webapplicatie hebben meegewerkt, hebben de hierin opgenomen gegevenszorgvuldig verzameld naar de laatste stand van wetenschap en techniek. Desondanks kunnen eronjuistheden in deze webapplicatie voorkomen. Gebruikers aanvaarden het risico daarvan. CROW sluit,mede ten behoeve van degenen die aan deze webapplicatie hebben meegewerkt, iedere aansprakelijkheid uitvoor schade die mocht voortvloeien uit het gebruik van de gegevens. De inhoud van deze webapplicatie valt onder bescherming van de auteurswet.De auteursrechten berusten bij CROW.

Nov 7, 2013 4:50 PM 10/10

Page 148: Saneringsplan Kazerneterrein Overste Den Oudenlaan 20

HaskoningDHV Nederland B.V.

Ministerie van Defensie/Gefaseerd saneringsplan bijlage 15 MD-AF20131826 - 3 - Klant vertrouwelijk

Page 149: Saneringsplan Kazerneterrein Overste Den Oudenlaan 20

HaskoningDHV Nederland B.V.

Ministerie van Defensie/Gefaseerd saneringsplan bijlage 16 MD-AF20131826 - 1 - Klant vertrouwelijk

BIJLAGE 16 Perceel met trace HOV baan

Page 150: Saneringsplan Kazerneterrein Overste Den Oudenlaan 20