schoonselhof '14-'18 - ontdek het oorlogsgeheugen van antwerpen
DESCRIPTION
Op zo weinig plaasten in de stad is de Eerste Wereldoorlog nog zo tastbaar aanwezig en zijn de getuigenissen zo spreken als op het Antwerpse Schoonselhof. Deze wandelgids neemt u mee langs graven van oorlogsdoden uit '14-'18, maar ook lans verhalen van pijn en lijden, van moed en verzet.TRANSCRIPT
SCHOONSELHOF ’14 - ’18
ONTDEK HET OORLOGS GEHEUGEN VAN ANTWERPEN
www.antwerpen.be/schoonselhof
03 740 36 40
Plan achter deze fl ap.
SCHOONSELH
OF ‘14 - ’18 ON
TDEK H
ET OO
RLOG
SGEH
EUG
EN VAN
ANTW
ERPEN
BEREIKBAARHEID SCHOONSELHOF:Openbaar vervoer: eindhalte tram 24 en bussen 141, 290, 291 en 295
Met de wagen:kruispunt Krijgsbaan met Sint-Bernardsesteenweg, Hoboken
OPENINGSUREN SCHOONSELHOF:Zomertijd: van 8 tot 20 uurWintertijd: van 8 tot 17.30 uur
Na het sluitingsuur zijn de poorten van de begraafplaats gesloten en is de begraafplaats niet toegankelijk.
Om de begraafplaats autoluw te maken, zijn voertuigen toegelaten tot 16 uur.
Vouw deze pagina open voor het plan.
Coverfoto: Blijde intrede prins Leopold en prinses Astrid op het Schoonselhof in 1928 tijdens een herdenkingsplechtigheid. © FelixArchief, stadsarchief Antwerpen
4727121-sb-wandelbrochure_cover_V2.indd 1-44727121-sb-wandelbrochure_cover_V2.indd 1-4 23/09/14 11:2323/09/14 11:23
1
SCHOONSELHOF ‘14 - 18 ONTDEKHET OORLOGSGEHEUGEN VAN ANTWERPEN
4727121-sb-wandelbrochure-militairen_V2.indd 14727121-sb-wandelbrochure-militairen_V2.indd 1 23/09/14 12:1323/09/14 12:13
2
4727121-sb-wandelbrochure-militairen_V2.indd 24727121-sb-wandelbrochure-militairen_V2.indd 2 23/09/14 12:1323/09/14 12:13
3
Beste lezer,
Welkom op de militaire ereperken van begraafplaats Schoonselhof.
Op dit moment hebt u een unieke wandelbrochure in uw handen. Aan de
hand van de verhalen in deze gids kan u een indrukwekkende wandeling
maken die u de geschiedenis van Antwerpen tijdens de Groote Oorlog
laat beleven als nooit tevoren.
Op elke bladzijde zal u ontdekken hoe zeer de geschiedenis van deze
begraafplaats verweven is met de periode tussen 1914 en 1918. Achter de
grafstenen op deze perken schuilt immers een bijzonder verhaal.
We kozen er bewust voor om vooral de Antwerpse oorlogsslachtoffers
in de verf te zetten; van verzetsstrijder Alexander Franck tot
luchtvaartpionier Jan Olieslagers.
Alle families van de helden die in deze brochure aan bod komen, werden
getekend door de Groote Oorlog. Allemaal ervoeren ze deze gruwelijke
periode als een wervelwind van diepmenselijke gevoelens: hoop, twijfel,
angst en heldhaftigheid. Ik nodig u uit om door deze wandeling te maken
een klein beetje te voelen wat zij voelden. Hoe zij de oorlog beleefden en
hoe elke soldaat in andere omstandigheden besloot om een bepaalde rol
op te nemen in dit wereldwijd confl ict.
Het Schoonselhof is niet voor niets het Oorlogsgeheugen van deze stad.
Deze plek staat symbool voor een opdracht die we als bezoeker altijd
in ons achterhoofd moet houden: vergeet nooit tot welke waanzin
confl icten kunnen leiden.
Philip HeylenSchepen voor cultuur, economie, stads- en buurtonderhoud,
patrimonium en erediensten
4727121-sb-wandelbrochure-militairen_V2.indd 34727121-sb-wandelbrochure-militairen_V2.indd 3 23/09/14 12:1323/09/14 12:13
4
Het Schoonselhof lag te soezen onder de loden hitte. Er was
onweer op komst. Stadsbouwmeester Van Mechelen (1864-
1919) droop van het zweet. Samen met de mensen van de
Dienst Wegenissen en de Dienst Aanplantingen was hij het
hele domein afgesjokt. Ze hadden alle mogelijkheden bekeken
en uiteindelijk gekozen voor een groot perceel vlak bij het
Sterrenbos. Het terrein lag er hoog genoeg en de zavelgrond
was ideaal: hier zou de Krijgsbegraafplaats komen, ‘om op
waardige wijze de nagedachtenis te huldigen der krijgslieden
die voor de verdediging van den Belgische grond gevallen zijn’.
Met die woorden had stads bouwmeester Van Mechelen zijn
opdracht op 8 augustus 1914 ontvangen van het stadsbestuur,
vier dagen nadat het Duitse leger België was binnengevallen.
Zelf was hij al veel langer bezig met het Schoonselhof, van
in 1911 om precies te zijn. Toen Jules Moretus in dat jaar
overleed, kocht de stad het adellijke domein aan om er een
parkbegraafplaats van te maken, ter vervanging van de
Kielbegraafplaats. Sindsdien had de stadsbouwmeester
gediscussieerd, gemeten en getekend. Zijn ontwerpen en
plannen hadden vorm gekregen.
Maar de oorlog was hem voor. Zijn grootse plannen
verdwenen in de kast en hij moest een terrein klaarmaken
voor gesneuvelde krijgslieden. Ironisch genoeg was de eerste
die twintig dagen later op 28 augustus 1914 op het Schoonsel-
hof begraven werd een Duits cavalerist, Otto Zschocke. Deze
ulaan (soldaat te paard) was in de buurt van de Gete gewond
In de zomer van ’14...Het was de zomer van 1914, de warmste zomer in jaren.
4727121-sb-wandelbrochure-militairen_V2.indd 44727121-sb-wandelbrochure-militairen_V2.indd 4 23/09/14 12:1323/09/14 12:13
5
geraakt, gevangen genomen en in het militair hospitaal van
Berchem aan zijn verwondingen bezweken. Nog diezelfde
dag werd de eerste Belg begraven: grenadier Frans Neels.
Het was het begin van een lange lijst.
Op het militair ereperk zoals het nu voor ons ligt, vinden
we 1.152 graven van oorlogsdoden en oud-strijders uit de
Eerste Wereldoorlog. Elk graf vertelt een verhaal: soms één
van pijn en lijden, soms één van moed en verzet. We hebben
voor u tien bijzondere verhalen uitgekozen.
Daarnaast belichten we enkele andere sporen die de oorlog
op het Schoonselhof heeft nagelaten.
Op weinig plaatsen in de stad is de Eerste Wereldoorlog nog
zo tastbaar aanwezig en zijn de getuigenissen zo sprekend als
hier op het Schoonselhof.
Het Schoonselhof, begin 20ste eeuw
©FelixArchief, stadsarchief
Antwerpen
4727121-sb-wandelbrochure-militairen_V2.indd 54727121-sb-wandelbrochure-militairen_V2.indd 5 23/09/14 12:1323/09/14 12:13
6
10verhalen
uitde groote
oorlog
4727121-sb-wandelbrochure-militairen_V2.indd 64727121-sb-wandelbrochure-militairen_V2.indd 6 23/09/14 12:1323/09/14 12:13
7
Van bij de hoofdingang volgen we rechtdoor
de centrale laan.
We steken het eerste kruispunt over en
volgen de pijltjes ‘militaire perken’ en
‘Commonwealth War Graves’.
Op onze linkerkant ligt de Neerhoeve.
Bij het volgende kruispunt slaan we links af.
We volgen nog steeds de pijltjes ‘militaire
perken’ en ‘Commonwealth War Graves’.
Links van ons ligt de gracht en het kasteel
Schoonselhof.
We lopen voorbij het kasteel tot aan
de eerste kruising.
Hier slaan we rechtsaf.
We lopen door een dreef met
indrukwekkende beuken.
Aan onze rechterkant ligt het urnenbos.
Bij de volgende splitsing begint rechts van ons
het Sterrenbos, maar wij gaan naar links.
Op onze rechterkant is een gracht.
Wat verder zien we een klein perk met
de eerste stèles.
Daar vinden we de Belgen in het Buitenland
Overleden (BIBO).
4727121-sb-wandelbrochure-militairen_V2.indd 74727121-sb-wandelbrochure-militairen_V2.indd 7 23/09/14 12:1323/09/14 12:13
8
Een Belg in het buitenland...Theofi el Lauwers • 09.03.1891 — † 02.11.1915BIBO lijn 5, graf 11
Theofi el Lauwers werd als soldaat in
het begin van de oorlog gevangen
genomen en naar het krijgsgevangen-
kamp Dornitz - Altengrabow gestuurd.
Een jaar later, in november 1915, stierf
hij en werd ter plaatse begraven.
De omstandigheden van zijn over-
lijden zijn niet bekend, maar zeker is
dat het leven in het enorme kamp met
12.000 gevangen beroerd was.
Samen met vier andere soldaten ligt
hij hier, gescheiden van het Militair
Ereperk door een gracht.
Tegenover hem liggen onder offi ciële
grafstèles 7 gedeporteerde burgers.
Eén ding hebben ze allen gemeen:
ze stierven tijdens de Eerste Wereld-
oorlog in gevangenschap in Duitsland.
Dit aparte bescheiden ereperk werd
aangeduid met BIBO, ‘Belgen in
Ballingschap Overleden/Gestorven’.
1
Daarna werden hier Belgische
militairen begraven die tijdens een
buitenlandse missie om het leven
kwamen. De term BIBO werd dan
geïnterpreteerd als ‘Belgen in het
Buitenland Overleden’.
In 1926 werden de krijgsgevangenen
en gedeporteerden uit Duitsland
gerepatrieerd en kregen ze hier een
plaats waar hun familie volwaardig
afscheid van hen kon nemen.
Krijgsgevangenen van WOI
©Europeana Collections
1914-1918
4727121-sb-wandelbrochure-militairen_V2.indd 84727121-sb-wandelbrochure-militairen_V2.indd 8 23/09/14 12:1323/09/14 12:13
9
We gaan terug naar het pad en vervolgen onze weg.
Bij de T- kruising slaan we rechts af.
We volgen deze dreef tot bij de hoofdingang
(ingang rechts) van het Militair Ereperk.
Voor ons staat het monument voor de slachtoffers
van de V-bommen.
Daarachter zien we het monument van de
gefusilleerden.
Links daarvan, tussen de cipressen vinden we
acht stèles.
4727121-sb-wandelbrochure-militairen_V2.indd 94727121-sb-wandelbrochure-militairen_V2.indd 9 23/09/14 12:1323/09/14 12:13
10
Verzet? De kogel...Alexander Franck • 10.07.1882 — † 29.09.1915graf 13
De verzets- en spionageverhalen
van Alexander Franck en Jozef
Baeckelmans (1881-1915) spreken ook
nu nog tot de verbeelding. De jonge,
succesvolle zakenman Franck koos bij
Onze gefusilleerden zullen voortaan rusten op het Schoonselhof en hunne tombe zal een bedevaartsoord worden, waar wij alle zullen gaan leeren hoe men zijn Vaderland moet beminnen. *
* Bron: Ter nagedachtenis onzer gefusilleerden ter gelegenheid der overbrenging hunner stoffelijke overblijfselen
naar de begraafplaats van Schoonselhof, op maandag 17 maart, door de stad Antwerpen, Antwerpen, 1919, pg. 13.
2
het uitbreken van de oorlog resoluut
voor het verzet en meldde zich als
vrijwilliger. Zijn auto en zijn uit-
stekende kennis van het Duits waren
belangrijke troeven. De militaire over-
4727121-sb-wandelbrochure-militairen_V2.indd 104727121-sb-wandelbrochure-militairen_V2.indd 10 23/09/14 12:1323/09/14 12:13
11
heid zette hem onmiddellijk in voor
allerhande geheime missies. Daarbij
kon hij beroep doen op z’n boezem-
vriend architect Jozef Baeckelmans.
Ze speelden een gevaarlijk kat-en-
muisspel met de Duitse bezetter tot ze
gevat en terechtgesteld werden.
Deze heren waren natuurlijk lang niet
de enigen die kozen voor het verzet. Al
van bij het begin van de oorlog waren
er burgers die de bezetting in het
geheim met alle mogelijke middelen
wilden bestrijden. Zij waren de luizen
in de Duitse pels.
Graven van de terechtgestelden in Fort V, Edegem ©UGent
4727121-sb-wandelbrochure-militairen_V2.indd 114727121-sb-wandelbrochure-militairen_V2.indd 11 23/09/14 12:1323/09/14 12:13
12
Maar wie waren deze mensen? Op
de lijst van gefusilleerden die op het
Schoonselhof begraven liggen, vinden
we een student en een veldwachter,
een goudsmid en een handelsreiziger,
een schipper en een verzekerings-
makelaar, de waard van een Brussels
koffi ehuis en een wielerkampioen,
een architect, een pastoor en ga zo
maar door. Mannen en vrouwen van
alle leeftijden, rangen en standen: ze
vonden elkaar in een gemeenschap-
pelijk verzet. Wat dreef hen er toch
toe om hun leven te wagen? Was
het patriottisme? Zin voor avontuur?
Mededogen met de slachtoffers?
Wraaklust? Opportunisme? Of een
combinatie van dit alles?
Naar hun ware motieven blijft het
gissen. De geschiedenis bedacht hen
met een heldenstatus die weinig
plaats liet voor persoonlijke nuances.
Over hun angsten, twijfels en ‘kleine
kantjes’ werd zedig gezwegen. In de
roes van de overwinning liet men
vooral hun heldendaden spreken.
De priester In dat licht hoeven de verhalen over
pastoor Felix Moons (1869-1918)
niet onder te doen voor die over het
spionnenduo Franck en Baeckelmans.
Moons werd door de Duitse krijgsraad
omschreven als een van de gevaarlijk-
ste spionnen tijdens de bezetting. Hij
was een meester in vermommen: de
ene dag trok hij van deur tot deur als
arme leurder, de volgende dag was hij
een stijve kantoorbediende, een week
later verscheen hij als luidruchtig
veekoopman op de markt. Er wordt
verteld dat hij zelfs zijn eigen proces,
waarin hij bij verstek veroordeeld
werd, in vermomming bijwoonde.
En telkens opnieuw glipte hij door de
vingers van de Duitse bezetter, die
hem met meer dan gewone ijver op
de hielen zat.
Doodsprentje Felix Moons©UGent
4727121-sb-wandelbrochure-militairen_V2.indd 124727121-sb-wandelbrochure-militairen_V2.indd 12 23/09/14 12:1323/09/14 12:13
13
Intussen smokkelde deze energieke
pastoor honderden jonge mannen
naar Nederland, van waaruit ze via
Groot Brittanië verder reisden naar het
IJzerfront. Hij richtte een uitgebreid
spionagenetwerk op onder de code-
naam ‘Rayon’, en speelde zo cruciale
informatie door over transporten en
troepenbewegingen. Uiteindelijk werd
hij dan toch gevat. Vijf gruwelijke
maanden van ondervraging leverden
evenwel niets op. In de lente van
1918 werd hij met enkele kompanen
naar Fort V in Edegem gebracht en
gefusilleerd. Getuigen vertellen dat hij
zelf het bevel tot executie gaf.
De studentEen heel ander verhaal is dat van
student Leo Parant (1895-1915). In de
buurt van Vonêche (Rochefort) hielp
hij tientallen Franse en Engelse
soldaten die vastzaten achter de
linies, verrast door de snelheid van
de Duitse opmars. Noodgedwongen
moesten ze zich schuilhouden in de
bossen. Met een kruiwagen voerde
de jonge Leo eten en kleren aan, en ’s
nachts hielp hij hen in kleine groepjes
de Maas over. Hij werd betrapt en
samen met zijn ouders gevangen
genomen. De Duitse krijgsraad kende
geen genade voor de jonge student:
ook hij kreeg de kogel.
Leo Parant©UGent
4727121-sb-wandelbrochure-militairen_V2.indd 134727121-sb-wandelbrochure-militairen_V2.indd 13 23/09/14 12:1323/09/14 12:13
14
Het ‘Kieken’ en de anderen…En dan hebben we het nog niet over
Henri Duerloo (1890-1918) gehad, die
z’n bijnaam ‘het Kieken’ verdiend had
met zijn waaghalzerij. Duerloo werkte
voor de Britse inlichtingendienst en
smokkelde post en mensen over de
grens. Hij woonde in Essen, net buiten
de ‘Dodendraad’, een elektrische
draadafspanning die door de Duitsers
was geplaatst om contact tussen het
bezette België en het neutrale Neder-
land onmogelijk te maken. Ook hij
werd uiteindelijk gevat en op staande
voet geëxecuteerd.
En we vergeten Frans Vergauwen
(1878-1917), een grote naam in
de vooroorlogse wielerwereld.
Hij smokkelde 73 jongens via Sluis het
land uit, voor ook hij verraden
en neergeschoten werd.
Deze verhalen over helden en martela-
ren waren belangrijk voor het getrau-
matiseerde volk: ze hielpen de oorlog-
servaring te verwerken. Het is dan ook
niet verwonderlijk dat er verschillende
ceremonies en herdenkingen plaats-
vonden. Zo werden de gefusilleerde
Antwerpenaren en de burgers die in
Antwerpen gefusilleerd waren in 1919
onder massale publieke belangstelling
en met de nodige égards naar het
Henri-Frans Duerloo ©UGent
Frans Vergauwen ©UGent
4727121-sb-wandelbrochure-militairen_V2.indd 144727121-sb-wandelbrochure-militairen_V2.indd 14 23/09/14 12:1323/09/14 12:13
15
Schoonselhof overgebracht. Hun
23 graven kregen een centrale plek
op het militair ereperk. Van enkelen
bleef het stoffelijk overschot er maar
even, om kort na de erebegrafenis te
verhuizen naar de begraafplaats van
hun geboortedorp of woonplaats.
Nooit vergeten…Verder hield de vereniging ‘Bond
van Aandenken: nooit vergeten’ de
herinnering levend. Tijdens een cere-
We lopen om het kiezelperk heen. Aan onze linkerkant
hebben we het met draadwerk afgespannen perk
Commonwealth War Graves. We volgen dit tot bij het
derde poortje aan de linkerkant. Voorbij het poortje zien
we links voor ons op de derde rij het volgende graf.
(Graf 2A)
moniële optocht in 1921 brachten ze
9 tweetalige gedenkplaten aan op de
gevels van de huizen van de gesneu-
velden. Een vijftal van deze gedenkpla-
ten hangen er nog steeds. Een aantal
gedenkplaten werd verwijderd tijdens
de Tweede Wereldoorlog, ze werden
vervangen of kregen een andere
bestemming.
Herdenkingsmonument gefusilleerden in Schaarbeek © Collectie Anne-Mie Havermans
4727121-sb-wandelbrochure-militairen_V2.indd 154727121-sb-wandelbrochure-militairen_V2.indd 15 23/09/14 12:1323/09/14 12:13
16
Their glory shall not be blotted out... *
J. H. Lawrence • ? — † 06.10.1914
J.H. Lawrence was een van de mat-
rozen die in het kielzog van Winston
Churchill (1874-1965) het kanaal
overstak om Antwerpen in de herfst
van 1914 tegen een Duits offensief te
verdedigen.
Al leek het er oorspronkelijk op dat de
Duitse opmars Antwerpen links liet
liggen, niets was minder waar. Toen
kersvers opperbevelhebber generaal
von Falkenhayn vastliep na bloedige
gevechten bij de Marne, zond hij een
deel van de troepen terug noord-
waarts om de strategisch belangrijke
havenstad in te nemen.
J.H. Lawrence kreeg een bijzondere stèle
De ‘Special Memorial C’ met de vermelding
‘Known to be burried in this Cemetery’ werd
gegeven aan gesneuvelden van wie de exacte
rustplaats niet meer gekend was.
3
* Hun glorie zal niet vervagen...
4727121-sb-wandelbrochure-militairen_V2.indd 164727121-sb-wandelbrochure-militairen_V2.indd 16 23/09/14 12:1323/09/14 12:13
17
Britse interventie
Dat was tegen de zin van Winston
Churchill. Als minister van de
Britse marine volgde hij de troepen-
bewegingen aan het westelijk front
aandachtig, en hij was zich maar al
te goed bewust van het belang van
‘Vesting Antwerpen’. Op 3 oktober
1914 maakte hij dan ook de overtocht
om de Belgische troepen persoonlijk
te steunen. Hij deed dat samen met
de goed getrainde mariniers van de
Royal Marine Brigade en de (heel wat
minder goed voorbereide) matrozen
van de Royal Naval Brigade.
De hele interventie draaide uit op
een fi asco. Eigenlijk was de strijd in
Antwerpen al gestreden voor Churchill
verscheen en bovendien bleken de
Britse matrozen geen partij voor de
gedisciplineerde Duitse tegenstan-
ders. Na enkele zinloze schermutse-
lingen, waarbij ook J.H. Lawrence het
leven liet, begonnen de Britse troepen
aan een aftocht. Die was op zijn minst
gezegd chaotisch.
Een deel van de Royal Naval Brigade
kreeg het bevel om terug te trekken
niet door en raakte afgesneden van de
hoofdmacht. Samen met 30.000 Belgi-
sche soldaten vluchtten de matrozen
naar Nederland, waar ze ontwapend
en geïnterneerd werden tot het einde
van de oorlog. De mariniers van de
Royal Marine Brigade – ze vormden de
achterhoede van het vluchtende leger
– verging het nog slechter. De trein
waarop ze door het Waasland richting
kust reisden, werd in
Vertrek eerste Royal Naval Division naar het front ©Wielinga
4727121-sb-wandelbrochure-militairen_V2.indd 174727121-sb-wandelbrochure-militairen_V2.indd 17 23/09/14 12:1323/09/14 12:13
18
Moerbeke-Waas door de Duitse voor-
hoede onderschept. Meer dan 900
mariniers werden zonder slag of stoot
krijgsgevangen genomen.
GallipoliHet Britse parlement gaf Winston
Churchill een stevige bolwassing voor
zijn overmoedig en ondoordacht bra-
vourestukje. Of dit veel indruk maakte,
weten we niet. In elk geval is het een
feit dat hij een jaar later de opnieuw
geformeerde troepen van de Royal
Navy zou inzetten (en kwijtspelen) bij
de rampzalige Gallipoli-campagne.
Daarmee kwam een eind van zijn
carrière als Minister van Marine.
We verlaten het perk van de Commonwealth voorbij het
monument van de gesneuvelden en vervolgen onze weg.
Op onze linkerkant vinden we de graven van
de Franse gesneuvelden, rechts rusten nog acht
gefusilleerden.
Verder komen we aan een perk met Belgische graven op
onze linkerkant.
De nummering van de rijen vinden we op de zijkant van
elke eerste stèle.
Let op, de nummering verspringt: we tellen op
van rij 28 tot 32, en tellen dan af van rij 40 tot 33.
Op rij 32 graf 16 vinden we Alphonse Cabra.
Of toch niet helemaal, want… hij
kwam terug. Om het met zijn eigen
woorden te zeggen: ‘Success consists
of going on from failure to failure
without loss of enthusiasm.’ (Succes
bestaat uit doorgaan van de ene mis-
lukking naar de andere zonder verlies
van enthousiasme)
Winston Churchill ©UGent
4727121-sb-wandelbrochure-militairen_V2.indd 184727121-sb-wandelbrochure-militairen_V2.indd 18 23/09/14 12:1323/09/14 12:13
19
Poster Royal Naval Division om rekruten te werven ©Wielinga
4727121-sb-wandelbrochure-militairen_V2.indd 194727121-sb-wandelbrochure-militairen_V2.indd 19 23/09/14 12:1323/09/14 12:13
20
4 Een luitenant-generaal tussen de soldaten…Alphonse Cabra • 31.07.1862— † 30.05.1932
Luitenant-generaal Alphonse Cabra
verdedigde in het begin van de Eerste
Wereldoorlog de fortengordel rond
Namen. Hij kreeg als oud-strijder een
plaats op het militair ereperk van het
Schoonselhof, tussen de ‘gewone’ sol-
daten. Een bescheiden plaats voor een
luitenant-generaal met een bijzonder
avontuurlijke carrière? Waarschijnlijk
had hij het zelf niet anders gewild.
Ontbijt in Afrika met Koninklijk commissaris Alphonse Cabra
©AP.0.0.3994, collectie KMMA
foto Fr. Michel, 1903
4727121-sb-wandelbrochure-militairen_V2.indd 204727121-sb-wandelbrochure-militairen_V2.indd 20 23/09/14 12:1323/09/14 12:13
21
4727121-sb-wandelbrochure-militairen_V2.indd 214727121-sb-wandelbrochure-militairen_V2.indd 21 23/09/14 12:1323/09/14 12:13
22
De jonge Cabra begon helemaal
onderaan de militaire ladder. In 1878
nam hij vrijwillig dienst als soldaat
tweede klasse bij de genie. Hij was net
zestien. Met een studiebeurs voor de
militaire hogeschool leek hij wegge-
legd voor een mooie carrière binnen
het leger. Zijn oversten hadden echter
andere plannen met hem. Ze stuurden
hem op een wetenschappelijke missie
naar Belgisch Congo.
Afrika…Voor Alphonse ging een nieuwe
wereld open. Hij verloor zijn hart
aan Afrika. Tien jaar lang ondernam
hij er spectaculaire en gevaarlijke
expedities. Cabra was ook in Congo
om de Belgische koloniale belangen
te verdedigen. Hij verzamelde een
schat aan wetenschappelijk materiaal
over de planten- en dierenwereld
en maakte honderden foto’s. Zijn
uitgebreide collectie kan je nu nog
terugvinden in het Koninklijk Museum
voor Midden-Afrika in Tervuren.
Berthe…
Tussen twee expedities door ontmoet-
te hij in Brussel Berthe Gheude de
Contreras (1864-1947). Ze werden ver-
liefd en trouwden. Koning Leopold II,
die het werk van Alphonse van nabij
volgde, stuurde er op aan dat het pas
gehuwde koppel de volgende missie
samen zou uitvoeren. Eerst pruttelde
Alphonse tegen, maar uiteindelijk
gaf hij toe. Zo werd Berthe Cabra
de eerste Europese vrouw die het
Afrikaanse continent van oost naar
west doorkruiste; een expeditie die
meer dan 17 maanden duurde.
Haar werk – vooral etnografi sch –
moest niet voor dat van haar man
onderdoen. Terug in België was ze
graag gezien als gast op lezingen en
conferences. Het publiek hing aan
haar lippen. Ze vertelde honderduit
over de Afrikaanse vrouwen en het
gezinsleven in de verschillende
stammen en liet nooit na te pleiten
voor de ‘kolonistenvrouw’. Volgens
Berthe Cabra was de vrouw de hoek-
steen van een gezonde kolonie en
was ze noodzakelijk voor een goede
verstandhouding met de plaatselijke
bevolking.
4727121-sb-wandelbrochure-militairen_V2.indd 224727121-sb-wandelbrochure-militairen_V2.indd 22 23/09/14 12:1323/09/14 12:13
23
Haar faam groeide, ook internatio-
naal. Aan de vooravond van de Eerste
Wereldoorlog ontving Berthe Cabra
uitnodigingen van wetenschappe-
lijke kringen uit zowel het Verenigd
Koninkrijk als het Duitse Keizerrijk. En
dat terwijl Alphonse, die na een lange
ziekte zijn geliefde Congo voorgoed
vaarwel had moeten zeggen, zich
klaar maakte om naar Namen te
vertrekken.
Op hetzelfde perk vinden we
Jan Olieslagers op rij 33, graf 8.
Berthe Gheude de Contreras
4727121-sb-wandelbrochure-militairen_V2.indd 234727121-sb-wandelbrochure-militairen_V2.indd 23 23/09/14 12:1323/09/14 12:13
24
In het begin van de Eerste Wereldoor-
log had het Militair Vliegwezen (de
Luchtmacht bestond toen nog niet)
een uitgesproken ondersteunende
functie. Ze hield verkenningsvluchten
om informatie te verzamelen voor de
grondtroepen.
Dat veranderde toen Antwerpen door
zeppelins werd gebombardeerd. Vanaf
dat moment vocht men ook in de
lucht, waarbij piloten elkaar in eerste
instantie vooral vanuit hun cockpit
beschoten met een pistool.
Tijdens de oorlog nam het strate-
5 Duivel en held… Jan Olieslagers • 14.05.1883 — † 23.03.1932
SquadronUitzonderlijk aan deze stèle is de afbeelding
van de squadron – badge in de vorm van
een distel. De squadron badge stond op het
vliegtuig van Olieslagers en is ook terug
te vinden op de sokkel van zijn standbeeld
voor de luchthaven van Deurne.
gische belang van de het Militair
Vliegwezen steeds meer toe.
Luchtgevechten kregen een belang-
rijke symboolwaarde. Op het land en
SquadronUit d lijk d
4727121-sb-wandelbrochure-militairen_V2.indd 244727121-sb-wandelbrochure-militairen_V2.indd 24 23/09/14 12:1323/09/14 12:13
25
Jan Olieslagers in één van zijn vliegtuigen voor WOI ©FelixArchief, stadsarchief Antwerpen
op zee was de oorlog een industrie
geworden. Naamloze massa’s vochten
en stierven er op de slagvelden. Maar
in het pas veroverde luchtruim was
er nog plaats voor het individu. Hier
vocht men van man tot man in specta-
culaire duels, hier werden helden
geboren.
Jan Olieslagers was één van hen.
4727121-sb-wandelbrochure-militairen_V2.indd 254727121-sb-wandelbrochure-militairen_V2.indd 25 23/09/14 12:1423/09/14 12:14
26
Snelheidsduivel…Voor Jan ging het nooit snel genoeg.
Als jongeman maakte hij de wielerpis-
tes onveilig.
Al snel liet hij de fi ets achter zich en
stapte over op de motor. In 1900 werd
hij Belgisch kampioen motorracen en
vier jaar later haalde hij de wereldbe-
ker binnen. Hij was de eerste die meer
dan 100 km/uur op twee wielen reed.
En ook dat was niet snel genoeg. Zijn
overstap naar de luchtvaart was voor
niemand een verrassing. Als één van
de eersten haalde hij een vlieglicentie
en al vlug reeg hij de afstands- en
hoogterecords aan elkaar.
HeldToen de oorlog uitbrak nam hij
samen met zijn broers dienst. Ervaren
piloten waren meer dan welkom bij
de piepjonge Belgisch Militair Vlieg-
wezen. Zeker als ze ook nog hun eigen
vliegtuigen meebrachten.
Jan Olieslagers schreef 491 missies en
97 luchtgevechten op zijn naam. De
getallen spreken voor zich: hij had zijn
bijnaam ‘the Antwerp Devil’ dubbel
en dik verdiend. Na de oorlog bleef hij
zich verder inzetten voor de ontwikke-
ling van de Antwerpse luchtvaart en
voor de bouw van de luchthaven in
Deurne.
In 1942 stief Jan Olieslagers na een
zware en slepende ziekte. Op zijn
begrafenis in de kathedraal zong het
volk de Brabançonne, ondanks het
verbod van de Duitse bezetter. De man
was gestorven, maar de held leefde
voort.
Twee van de drie broers van Jan liggen
ook op het Schoonselhof begraven:
Jules (01/04/1879 -06/01/1920),
mecanicien bij het Vliegwezen, op
rij 32 graf 13 en Hubert (06/05/1886
– 06/01/1920), overleden aan een
kwaal opgelopen tijdens een veld-
tocht in Afrika, op rij 21, graf 5.
Voorbij het perk tegen de beukenhaag vinden
we de graven van de krijgs gevangen.
Het graf van de Roemeense gevange ligt een
beetje apart tussen de Portugezen en de
Russen.
4727121-sb-wandelbrochure-militairen_V2.indd 264727121-sb-wandelbrochure-militairen_V2.indd 26 23/09/14 12:1423/09/14 12:14
27
Nooit voorheen werden in een oorlog
zoveel mensen voor zo een lange tijd
ingezet (en opgeofferd). De Eerste
Wereldoorlog was een confl ict op
industriële schaal met de massa als
wapen.
Deze totale mobilisatie had een groot
effect op de economische producti-
viteit.
Wie zou in het najaar oogsten of
werken in de fabrieken als alle jonge
mannen onder de wapens waren?
6 Russen, Italianen, Portugezen en één Roemeen
Het Britse leger maakte hiervoor
dankbaar gebruik van zijn ‘human
recourses’ in de koloniën.
Duitsland en Frankrijk konden veel
minder op een constante stroom
van werkkrachten uit het buitenland
rekenen. Daarom werd al snel gebruik
gemaakt van krijgsgevangen om de
eigen productie op peil te houden.
De akkoorden van Den Haag van
1899 en 1907 bevatten enkele vage
Britse krijgsgevangenen van WOI ©Europeana Collections 1914-1918
4727121-sb-wandelbrochure-militairen_V2.indd 274727121-sb-wandelbrochure-militairen_V2.indd 27 23/09/14 12:1423/09/14 12:14
28
afspraken over het krijgsgevangen-
schap. Zo mochten, bijvoorbeeld, de
krijgsgevangen niet worden ingezet
voor werk dat rechtstreeks bijdroeg
aan de militaire acties en dienden ze
vergoed te worden.
Maar de naleving van die akkoorden
liet aan beide kanten veel te wensen
over…
RussenIn 1915 verving het Duitse leger mas-
saal zijn Britse en Franse krijgsgevan-
gen/werkkrachten door Russen.
Na de nederlaag van Rusland
beschikten Duitsland en Oostenrijk –
Hongarije plots over bijna 4 miljoen
Russische krijgsgevangenen. Dat was
meer dan alle andere landen samen.
Het duurde dan ook niet lang voor de
eerste Russische ‘Kriegsgefangenen
– Arbeiter – Batalione’ ook in onze
contreien verschenen.
In eerste instantie werden ze ingezet
voor het werk in de landbouw en aan
het (spoor)wegennet in het relatief
veilige ‘hinterland’, maar naarmate
de oorlog vorderde, werden ze steeds
meer gebruikt voor het aanleggen
van loopgraven en het bouwen van
bunkers aan het front. Aan het front
zelf was controle op de naleving van
de akkoorden van Den Haag niet
mogelijk.
In bezet West-Vlaanderen vond je in
bijna elke gemeente een kamp met
Russische krijgsgevangen.
Ze werden ondergebracht in een
alleenstaande schuur of loods,
Russische Krijgsgevangenen ©JanVancoillie
4727121-sb-wandelbrochure-militairen_V2.indd 284727121-sb-wandelbrochure-militairen_V2.indd 28 23/09/14 12:1423/09/14 12:14
29
omgeven met prikkeldraad en
bewaakt door soldaten. Het werk was
loodzwaar en in vele gevallen werden
ze onmenselijk behandeld.
De lokale bevolking, die het in die
tijden zelf ook niet breed had, tracht-
te het lijden van de krijgsgevangen
te verlichten door hen voedsel en
kleding toe te stoppen.
4727121-sb-wandelbrochure-militairen_V2.indd 294727121-sb-wandelbrochure-militairen_V2.indd 29 23/09/14 12:1423/09/14 12:14
30
Italianen
Het verhaal van de Italiaanse
krijgsgevangen is zo mogelijk nog
schrijnender.
Italië had de akkoorden van Den Haag
niet ondertekend en voelde geen
enkele verantwoordelijkheid voor de
gevangen genomen landgenoten.
Zo bestond er tussen België en Duits-
land een afspraak dat krijgsgevangen
recht hadden op pakketten met
hulpgoederen uit het thuisland. Die
hulpgoederen maakten dikwijls het
verschil tussen overleven of sterven.
Dergelijke afspraken met de vijand
werden door Italië trots geweigerd. De
Italiaanse overheid beschouwde de
krijgsgevangen immers als deserteurs
en liet niet na dit er bij de soldaten
aan het front in te peperen. ‘Sterven
voor het vaderland’ was blijkbaar de
enige optie.
PortugezenOok van het Portugese verhaal wordt
een mens niet vrolijk. Het moreel
bij de Portugese troepen was na de
uitzichtloze gevechten diep gezakt.
Velen van hen lieten tijdens de heftige
gevechten in april 1918 hun wapens
in de steek en ‘kozen’ voor het krijgs-
gevangenschap.
De Britse troepen, die nauw met de
Portugezen moesten samenwerken,
maar niet meer op hen konden reke-
nen, haalden hen weg uit de frontlinie
en zette hen in… voor het aanleggen van
loopgraven en het bouwen van bunkers:
hetzelfde werk dat de gevangen geno-
men landgenoten aan de andere kant
van frontlijn deden.
De RoemeenBij geen enkele nationaliteit lag het
sterftecijfer in krijgsgevangenschap zo
Het graf van Roemeen Stan Dimi Georghe, gehuwd, 30 jaar, overleden op 5/2/’18
©FelixArchief, stadsarchief
Antwerpen
4727121-sb-wandelbrochure-militairen_V2.indd 304727121-sb-wandelbrochure-militairen_V2.indd 30 23/09/14 12:1423/09/14 12:14
31
hoog als bij de Roemenen. 18 % van
hen overleefde het niet. Velen stierven
in de ‘Steckrübe – winter’. In die
‘rapen – winter’ van ’16 – ’17 heerste
een hongersnood die in het grootste
deel van Europa, dus ook in Duitsland,
hard werd gevoeld.
Het eenzame graf van deze Roemeen-
se soldaat vertelt het verhaal van de
25 622 Roemenen die van ontbering
in krijgsgevangenschap stierven.
Alle krijgsgevangen die hier begraven
liggen stierven tijdens de laatste
maanden van de oorlog in Antwerpse
hospitalen. Ze werden meegenomen
door de zich terugtrekkende Duitse
troepen. De chaotische en barbaarse
toestanden tijdens de terugtrekking
waren voor heel wat van deze krijgs-
gevangen teveel.
4727121-sb-wandelbrochure-militairen_V2.indd 314727121-sb-wandelbrochure-militairen_V2.indd 31 23/09/14 12:1423/09/14 12:14
32
De Antwerpenaar Hendrik
Raekelboom was brancardier bij de
bestuurstroepen en de ambulance.
Brancardiers hadden tijdens de Eerste
Wereldoorlog een weinig benijd-
bare status. In de meeste gevallen
waren het seminaristen, priesters
of leerkrachten die kozen voor deze
ongewapende taak.
Door de militaire staf werden deze
‘non –combattants’ vaak genegeerd
(sommigen kregen niet eens een uni-
form). Met hen kon je immers geen
oorlog winnen of eer behalen.
Maar voor de soldaat die gewond op
het slagveld was achtergelaten, was
hij het verschil tussen leven en dood...
Het gros van de gesneuvelden op het
Militair Ereperk overleed niet op het
slagveld, maar in een hospitaal of
lazaret.
Z’n leven wagen om een ander te redden…Hendrik Raekelboom • 06.07.1892 — † 10.01.1915
7
De Eerste Wereldoorlog was een mas-
sa-oorlog, waarbij heel veel soldaten
verwondingen opliepen. De nood
aan medische opvang was dan ook
erg groot. In het bezette Antwerpen
kwamen er noodhospitalen. Verder
weg, in het niet-bezette gebied in de
Westhoek, richtte men nieuwe veld-
hospitalen op. Ook in Noord-Frankrijk,
Engeland en Nederland zorgde men
voor de Belgische militairen.
De toestand in deze dikwijls over-
bevolkte en onderbemande hospitalen
was voor patiënten en verplegend
personeel uitzonderlijk zwaar.
We steken het middenperk terug over naar het volgende
perk. Aan de overzijde vinden we op rij 27 graf 11 van
Hendrik Raekelboom
4727121-sb-wandelbrochure-militairen_V2.indd 324727121-sb-wandelbrochure-militairen_V2.indd 32 23/09/14 12:1423/09/14 12:14
33
Het ‘Krijgshospitaal’ in Berchem
Tot 1911 deed het Hof van Liere in de
Prinsstraat, waar nu de Universiteit
van Antwerpen huist, dienst als krijgs-
hospitaal. Toen werd er in Berchem
een fonkelnieuw militair hospitaal in
gebruik genomen, dat qua hygiëne
aan alle moderne vereisten voldeed.
De klassieke zalen waren vervangen
door een systeem van onderling
verbonden paviljoenen. Die zorgden
niet alleen voor lucht en licht, maar
waren ook makkelijk te isoleren. De
ziekenhuisstaf leefde in woningen op
het terrein en de hospitaalzusters,
de Augustinessen, kregen een plekje
aan de overkant van de straat. Ook
de hoofdapotheek van het Belgisch
leger bevond zich nu in de nieuwe
gebouwen.
Dat duurde echter niet lang. Toen de
Duitse troepen Antwerpen naderden,
verhuisde men ziekenhuis en apo-
theek naar veiliger oorden. Het lukte
niet om alle gewonden weg te krijgen
voor het hospitaal in oktober 1914 in
Duitse handen viel, maar het grootste
deel van het medisch personeel kon
wel samen met het leger ontsnappen.
De achtergebleven dokters en verple-
gers werden verplicht tewerkgesteld.
Gewonde Belgische soldaat met verpleegster, Antwerpen 1914
©Keystone Stereofoto
4727121-sb-wandelbrochure-militairen_V2.indd 334727121-sb-wandelbrochure-militairen_V2.indd 33 23/09/14 12:1423/09/14 12:14
34
Noodhospitalen in de stad
Al van bij het begin van de vijandelijk-
heden was in Antwerpen de capaciteit
van zowel de militaire als burgerlijke
hospitalen gevoelig uitgebreid. In
scholen, bankgebouwen, de Zoo en
zelfs de Diamond Club van Antwerpen
werden noodhospitalen ingericht.
Heel wat gewonden werden vanuit
het oorlogsgebied naar ‘Vesting
Antwerpen’ gebracht voor verzorging.
Onder hen was ook de Duitse ulaan
Otto Zschocke. Hij bezweek aan zijn
verwondingen en kreeg als eerste een
graf op het Schoonselhof.
Vooral tijdens de bombardementen
van augustus en september 1914
draaiden deze noodhospitalen op volle
toeren. Verschillende slachtoffers wer-
den zelfs provisoir in de tuin begraven
– zoals dat ook in de Zoo gebeurde.
Het Belgian Field HospitalBijzonder voor Antwerpen was het
Belgian Field Hospital. Het werd in
september 1914 opgericht met de
volle steun van koningin Elisabeth. Ze
zorgde voor een geschikte locatie en
nodigde een team Britse dokters en
verplegers uit voor de verzorging van
de gewonden. Bij de ontruiming van
de stad in oktober 1914 verhuisde ook
dit hospitaal: eerst naar Veurne en
later naar Hoogstade.
Het hospitaal speelde een cruciale rol bij
de verzorging van oorlogsslachtoffers.
Zo bouwde men na een bezoek van
mevrouw Marie Curie een radiologische
dienst uit en verrichte men baanbrekend
werk op het gebied van gifgasbehande-
ling en chirurgie.
In het gepubliceerde dagboek van Sarah
Macnaughtan, ‘A Woman’s Diary of the
War’, lezen we hoe de toestand in het
Belgian Field Hospital was. Sarah was
een Britse verpleegster die het allemaal
van dichtbij meemaakte. Over haar eer-
ste dagen in Antwerpen schreef ze dit:
‘(…) Scarcely had we fi nished when a
perfect avalanche of wounded arrived,
one hundred and seventy in all, more
than we had beds for. We nurses turned
out of our bedroom, but even then we
had to fi ll the large landings with beds
and stretchers. Every patient we received
was seriously, if not dangerously,
wounded; the operating-theatre was
going all night; our nine nurses were
scarcely able to keep abreast of the
work, nor to direct the zealous, but
often dangerous, energies of the body
of lay-helpers who swarmed in from the
neighbourhood. At 3 A. M. we had most
of the patients’ wounds dressed, and
their poor mangled bodies resting in
something like comfort…’
4727121-sb-wandelbrochure-militairen_V2.indd 344727121-sb-wandelbrochure-militairen_V2.indd 34 23/09/14 12:1423/09/14 12:14
35
Affi che om verpleegsters te rekruteren voor het Rode Kruis ©David Henry Souter
4727121-sb-wandelbrochure-militairen_V2.indd 354727121-sb-wandelbrochure-militairen_V2.indd 35 23/09/14 12:1423/09/14 12:14
36
Vanaf de tweede helft van de 19de
eeuw kwamen heel wat militaire
tradities in de verdrukking, of ze nu
te maken hadden met uniformen,
wapens of transport. De eerste teke-
nen waren al te zien in onder meer
de Amerikaanse Successieoorlog, de
Krimoorlog en het Frans - Pruisische
confl ict, maar de Eerste Wereldoorlog
zorgde voor een defi nitieve breuk.
ZeppelinsWetenschappers en industriëlen
gingen doelgericht op zoek naar beter,
groter en dodelijker wapentuig. Vooral
aan Duitse kant werd naarstig geëx-
perimenteerd. In de lucht verschenen
vliegtuigen en zeppelins. Antwerpen
was de eerste stad die de twijfelach-
tige eer genoot om vanuit de lucht
gebombardeerd te worden.
In de warme, wolkeloze nacht van
Een ander soort duivel…Pieter Frans Daems • 11.01.1891 — † 28.02.1918
8
24 op 25 augustus 1914 verscheen
de 140 meter lange LZ 17 SACHSEN
boven Antwerpen, een passagiers-
zeppelin uitgerust met bommen.
13 Antwerpenaren, 11 burgers en
2 agenten zouden de zware ontploffi n-
gen op de Stadswaag en de Falconrui
niet overleven. Alle slachtoffers kregen
een graf op de Kielbegraafplaats.
In 1928 kregen de 2 gestorven agen-
ten een graf in het pas aangelegde
‘Ereperk E’ op het Schoonselhof. Daar
was voor iedereen ‘Gestorven van den
plicht’ een ereplaats.
Sobere uniformen en helmenAnders dan voorheen waren de
uniformen in de Eerste Wereldoorlog
sober. Men koos schutkleuren zoals
het befaamde ‘feldgrau’, en dat had
een reden. Rondhossen in kleurrijke
uniformen mocht er immers wel
Twee rijen verder vinden we Pieter
Frans Daems op rij 25, graf 19.
4727121-sb-wandelbrochure-militairen_V2.indd 364727121-sb-wandelbrochure-militairen_V2.indd 36 23/09/14 12:1423/09/14 12:14
37
Tekening van het bombardement van de Zeppelin op de Stadswaag in Antwerpen ©UGent
4727121-sb-wandelbrochure-militairen_V2.indd 374727121-sb-wandelbrochure-militairen_V2.indd 37 23/09/14 12:1423/09/14 12:14
38
op de knieën te krijgen. De fi rma Krupp
had een kanon gebouwd dat mansho-
ge granaten 15 kilometer ver kon schie-
ten. Een zwaargewicht van 75 ton dat
alleen per trein of later in stukken per
tractor vervoerd kon worden. Er waren
140 mannen nodig om deze houwitser
te bedienen. Het kanon kreeg de naam
van de echtgenote van Krupps bedrijfs-
leider, Bertha von Bohlen (1886-1957).
Er werden 7 houwitsers van het type
Dikke Bertha ingezet bij het beleg van
Antwerpen. Ze brachten zware schade
toe aan de forten én aan de stad.
Erg intimiderend waren ook de ‘wilde
treinen’: treinstellen die – al dan niet
over de sporen – richting vijand werden
gestuurd. Het was een tactiek waar-
mee het Belgische leger de Duitsers
de stuipen op het lijf joeg in Muizen
en Berlaar. De Duitsers namen deze tac-
tiek over en stuurden een wilde trein
richting stad. In Hoboken ontspoorde
het gevaarte. De ravage was enorm.
Het graf van Léon Nicolas Delalieux
(rij 16, graf 26) getuigt dan weer van
een andere ‘moderne’ oorlogsgruwel:
het gifgas. Vooral de psychologische
gevolgen van het gebruik van gifgas
waren groot. Soldaten waren bevreesd
omdat het stil en verraderlijk was en
nooit snel en pijnloos verwondde of
doodde.
Afbeelding van een Adrianhelm op het graf van Van der Stucken
indrukwekkend uitzien; met geweren
die steeds nauwkeuriger werden, was
je al gauw een levende schietschijf.
Een kepie op het hoofd bood ook geen
enkele bescherming meer, dus werd
in Frankrijk de ‘Adrianhelm’ geïntro-
duceerd. Onder meer België nam deze
helm over in 1915; groen geschilderd
met vooraan een leeuwenkop. Deze
helm werd een echt symbool van de
Eerste Wereldoorlog. Hij is op heel
wat graven en monumenten terug te
vinden.
Dikke Bertha, wilde treinen en gifgasDe zeppelin was – hoe indrukwekkend
ook – erg kwetsbaar. Er was dan
ook zwaarder geschut nodig dan de
luchtbombardementen om Antwerpen
4727121-sb-wandelbrochure-militairen_V2.indd 384727121-sb-wandelbrochure-militairen_V2.indd 38 23/09/14 12:1423/09/14 12:14
39
De fi ets
Van een heel andere orde was een
nieuwigheid die in 1898 in het
Belgische leger werd geïntroduceerd:
de fi ets. Met succes, want in 1911
verscheen het eerste zelfstandige
regiment ‘karabiniers’: wielrijders op
de baan. Deze fi etsende karabiniers
zouden geschiedenis schrijven in de
Slag van de Reigersvliet. De Reigers-
vliet was een ondiepe beek in Stui-
vekenskerke bij Diksmuide, waar de
Duitse troepenmacht in maart 1918
een doorbraak richting Calais wou
forceren. De vooruitgeschoven verde-
diging kon de overmacht niet aan, tot
over de velden plots de redding kwam
aangefi etst. Na drie dagen van hevige
gevechten kwam het offensief tot
stilstand. De Duitsers waren zodanig
onder de indruk van de wielrijders, dat
ze hen ‘de zwarte duivels’ noemden.
Pieter Frans Daems was soldaat bij
de Karabiniers Wielrijders en stierf
te Stuivenkerke door een kogel in de
borst. Hij was aanvankelijk begraven
te Steenkerke en werd in 1921 overge-
bracht naar het militair ereperk op het
Schoonselhof.
Verwoesting door de ‘wilde treinen’ in Hoboken ©FelixArchief, stadsarchief Antwerpen
4727121-sb-wandelbrochure-militairen_V2.indd 394727121-sb-wandelbrochure-militairen_V2.indd 39 23/09/14 12:1423/09/14 12:14
40
Jan Haens was soldaat 2de klasse bij
de 1ste Batterij van het Park.
‘Parkgeschut’ was een artillerieterm
die gebruikt werd voor een grote een-
heid zwaar veldgeschut die, los van de
troepen, achter de hand werd gehou-
den om op strategische momenten
‘en masse’ te kunnen worden ingezet.
Jan was gelegerd in het gehucht
Gapaardhoek in Hoogstade.
Zijn tweelingbroer Leopold diende bij
de infanterie. Hij zat een heel eind
verderop in Gisors-Eure in Noord –
Frankrijk. Beide broers hadden een
stevige reputatie als grapjassen. Voor
de rest is weinig over hen geweten.
De brieven die ze elkaar in de oorlogs-
Een klein verhaal over toeval…Jan en Leopold Haens • 10.04.1887 — †19 en 20.09.1918
9
We verlaten dit perk en lopen met links van ons het monument
van de slachtoffers van de V-bommen en rechts het monument
voor de gefusilleerden naar het volgende perk.
Daar vinden we het graf van Jan Haens op rij 4, graf 15. (De telling
van de graven begint van aan de overkant)
maanden schreven zijn niet terug-
gevonden. In de nacht van 19 op 20
september ‘18, met het einde van de
oorlog in zicht, sloeg het noodlot toe.
Niet één, maar tweemaal. Jan kwam
om bij een granaatontploffi ng. Zijn
broer Leopold zou enkele uren later
maar meer dan honderd kilometer
verder, sterven in een hulphospitaal
in Gisors. De dood verenigde hen niet.
Jan werd na de oorlog herbegraven op
het Schoonselhof terwijl Leopold voor
altijd in Frankrijk zou rusten.
4727121-sb-wandelbrochure-militairen_V2.indd 404727121-sb-wandelbrochure-militairen_V2.indd 40 23/09/14 12:1423/09/14 12:14
41
Tweelingbroers Leopold en Jan Haens, 1918 (de grootse is Jan Haens) © Europeana Collections 1914-1918
4727121-sb-wandelbrochure-militairen_V2.indd 414727121-sb-wandelbrochure-militairen_V2.indd 41 23/09/14 12:1423/09/14 12:14
42
Als we opkijken van het graf van Jan Haens zien we recht
voor ons, buiten het Militair Ereperk een beukendreef
met een rij burgergraven. Het meest linkse is het graf
van Karel Resseler, perk 1, eerste graf.
De meest pakkende getuigenissen van
de Eerste Wereldoorlog vinden we terug
in de dagboeken.
Overal in het land voelden mensen de
noodzaak om wat hen overkwam op
10 Een jonge getuige…Karel Resseler • 28.06.1900 — †06.11.1950
één of andere manier vast te leggen en
de enige manier om dat te doen, was
door het neer te schrijven. Dit was niet
zonder gevaar. Wat geschreven stond,
kon tegen je gebruikt worden.
Virginie Loveling, die op haar 74ste
een nauwgezet verslag bijhield van
de gebeurtenissen in Gent, mocht dit
ondervinden. Verschillende
keren werd haar woning door de
Duitsers overhoop gehaald.
Ze vonden haar dagboek nooit.
De slimme Virginie had met de hulp
van haar huishoudster een geheime
lade in elkaar geknutseld waarin ze
haar schrijfsels zorgvuldig bewaarde.
Tezelfdertijd werd in Antwerpen een
al even bijzonder verslag geschre-
ven door een jongen van 14: Karel
Resseler.
Eerste bladzijde van handgeschreven dagboek van Karel Resseler ©FelixArchief, Letterenhuis
4727121-sb-wandelbrochure-militairen_V2.indd 424727121-sb-wandelbrochure-militairen_V2.indd 42 23/09/14 12:1423/09/14 12:14
43
Met een onbevangen blik beschreef
deze drukkerszoon de gebeurtenissen
tussen 1 augustus ’14 en 30 juni ’19:
de bombardementen, de vlucht en
terugkeer, het dagelijks leven, de op-
komst van de Vlaamsche activistische
beweging, ...
Als een echte verslaggever ging hij
geregeld op pad om de gevolgen van
de oorlog en de bezetting met eigen
ogen te zien. Over het Schoonselhof
schreef hij het volgende:
16 september 1915 donderdag
Ik bezoek Schoonselhof per fi ets. Er lig-
gen veel Belgische soldaten begraven
(ong. 200), 4 Engelschen en een 80tal
Duitschers. De graven worden mooi
onderhouden. Die der D. worden echter
door eigen soldaten verzorgd!
Op eene der graven, van een Belgische
Hulp-vaandrig, een West-Vlaming,
stond het volgende van A. Rodenbach,
door een vriend geschilderd:
Zijn Vlaanderen was zijn ziel
Zijn leven het doel van zijn streven
Zijn leven voor Vlaanderen
En Vlaanderen voor God
Oh! Mocht ik Dàt winnende sneven!
(Uit Dagboek van een bezette stad, Antwerpen
onder de pinhelmen, 1914 – 1918, 2008, pg. 30)
De jonge Karel haalde, zoals elke jon-
gen van zijn leeftijd, soms gevaarlijke
streken uit, maar was wel slim genoeg
om daarover niets in zijn dagboek te
schrijven.
Zo had de Duitse bezetter in de stad
affi ches laten aanplakken waarop
stond: 100 000 RUSSEN GEVANGEN.
Karel maakte in de drukkerij van zijn
vader een hele reeks ‘M’ ’s van hetzelf-
de lettertype.
De volgende dag kon vriend en vijand
lezen dat het Duitse leger 100 000 MUSSEN had gevangen.
Karel nam later de drukkerij van zijn
vader over. Hij trouwde en kreeg een
zoon en dochter.
Hij zou nog een oorlog moeten mee-
maken, voor hij in 1950 na een lange
ziekte zou sterven.
Karel Resseler op 16-jarige leeftijd tijdens WOI
©Familiearchief
Resseler
4727121-sb-wandelbrochure-militairen_V2.indd 434727121-sb-wandelbrochure-militairen_V2.indd 43 23/09/14 12:1423/09/14 12:14
44
Meer sporen van de Eerste Wereldoorlog op het Schoonselhof
Defi nitief ontwerp begraafplaats Schoonselhof ©FelixArchief, stadsarchief Antwerpen
4727121-sb-wandelbrochure-militairen_V2.indd 444727121-sb-wandelbrochure-militairen_V2.indd 44 23/09/14 12:1423/09/14 12:14
45
En het kasteel zelf?Bij de aankoop van het Schoonselhof
in 1911 had men al een duidelijk
idee van wat er met het kasteel zou
gebeuren: het imposante gebouw
had uitstraling en zou een represen-
tatiefunctie krijgen terwijl er aan de
ingang een complex zou komen met
de directeurswoning en de admini-
stratieve ruimten.
Maar toen kwam de oorlog. De
plannen belandden in de kast. Op een
eenzame wachtpost na stond het
kasteel leeg. En dat terwijl in de
meest verstikkende buurten van de
stad kinderen snakten naar licht en
lucht.
Al snel kreeg het ‘Gesticht Arthur Van
den Nest’, dat een stevige reputatie
had opgebouwd bij het opsporen en
bestrijden van tuberculose, belang-
stelling voor het leegstaande kasteel.
De autoriteiten gaven het Instituut
toestemming om het pand te gebrui-
ken, op voorwaarde dat er niets aan
het interieur gewijzigd zou worden.
De eenzame wachtpost verhuisde
naar de neerhoeve vlakbij en het
kasteel werd tussen 1916 en 1920
overspoeld door jonge patiëntjes.
De muren, gewend aan de inge-
houden gesprekken en beschaafde
conversatie van de oude adel die hier
zo lang thuis was geweest, trilden
nu onder het gelach, het geroep en
het gehuil van zieke en niet-zo-zieke
kinderen. Het kasteel was niet op dit
jonge geweld voorzien.
Tegen de afspraken met de stad in,
legde het Instituut extra sanitair aan
in het souterrain en naast de vijver
kwam er een beerput. En zo werd
het Schoonselhof tijdens die woelige
oorlogsjaren zowel een krijgsbegraaf-
plaats als een tijdelijk sanatorium –
een onvoorziene combinatie.
Tot 1920 zouden er op het kasteel
kinderen verblijven. Toen beslist werd
om de woning van de directeur en de
administratie in het kasteel onder te
brengen, bleek een grondige opknap-
beurt meer dan nodig.
4727121-sb-wandelbrochure-militairen_V2.indd 454727121-sb-wandelbrochure-militairen_V2.indd 45 23/09/14 12:1423/09/14 12:14
46
Verhalen uit het Sterrenbos…
Dit verhaal begint in de Antwerpse Zoo.
Toen in augustus 1914 de eerste
bommen vielen, koos de Antwerpse
provinciegouverneur voor drastische
maatregelen. ‘Stel,’ redeneerde hij,
‘Stel dat een bombardement de
kooien beschadigt en dat de beesten
ontsnappen. De gevolgen zouden niet
te overzien zijn.’ De directie van de Zoo
begreep deze bezorgdheid maar al
te goed. Zo vlak bij het station – een
geliefd doelwit voor de Duitse kanon-
nen en zeppelins – was de kans dat
de dierentuin geraakt werd bijzonder
groot. En dus werden de leeuwen,
tijgers, panters, jaguars en wolven
van de Zoo doodgeschoten. Ook de
gifslangen moesten eraan.
Al ging de Zoo na de val van Antwer-
pen in oktober ’14 in een afgeslankte
versie weer open, de oorlogsmiserie
De Antwerpse Zoo met zicht op het roofdierengebouw en het centraal station anno 1914
©Beeldbank Zoo Antwerpen.
4727121-sb-wandelbrochure-militairen_V2.indd 464727121-sb-wandelbrochure-militairen_V2.indd 46 23/09/14 12:1423/09/14 12:14
47
4727121-sb-wandelbrochure-militairen_V2.indd 474727121-sb-wandelbrochure-militairen_V2.indd 47 23/09/14 12:1423/09/14 12:14
48
was nog lang niet voorbij. Hongers-
nood trof de stad en ook de dierentuin
ontsnapte er niet aan. Vooral de
roofvogels hadden veel en vers vlees
nodig. De directie zag geen andere
oplossing dan minder waardevolle
soorten te gebruiken als voedsel voor
de andere dieren. Tegen het einde van
de oorlog kon ze zelfs niet anders dan
ook de buffels en antilopen afslach-
ten. Bij de Wapenstilstand was de die-
rentuin nog maar een vijfde van wat
hij voor de oorlog was. Tegen die tijd
bestond de collectie nog voornamelijk
uit… vissen.
Eindigt dit verhaal dan daar, in de
Antwerpse Zoo? Neen, want een
hardnekkige stadslegende wil dat de
beenderen van de gedode dieren hier
in het Sterrenbos begraven liggen,
vlakbij het Militair Ereperk. Of dit ook
echt zo is, weten alleen de wortels
van dit statige bos.
Zicht vanuit het kasteel op de Franse tuin met de lovergang en achteraan het sterrenbos ©FelixArchief, stadsarchief Antwerpen
4727121-sb-wandelbrochure-militairen_V2.indd 484727121-sb-wandelbrochure-militairen_V2.indd 48 23/09/14 12:1423/09/14 12:14
49
De gebroeders Ciselet…
Leontine Johnen had vier zonen,
vier gezonde jongens die vol jeugdig
zelfvertrouwen de toekomst tegemoet
keken. Toen de oorlog uitbrak, kozen
ze alle vier voor een carrière bij het
pas opgerichte Belgische Militaire
Vliegwezen. Was Leontine trots toen
ze hoorde hoe dapper haar zonen stre-
den of lag ze ’s nachts wakker, bang
dat de oorlog hen niet zou sparen?
Het noodlot sloeg toe. In 1917 verloor
ze haar oudste zoon, Robert (°1882).
Na een lange reeks van succesvolle
missies werd hij neergehaald door de
Duitse toppiloot Erwin Böhme (1879-
1917). Een jaar later zou ook Marcel
(1890-1918), haar tweede zoon, in een
luchtgevecht omkomen.
Haar overgebleven zonen keerden
weer als oorlogsinvaliden. Maurice
stierf in 1922 toen hij net dertig was,
en Charles, de jongste, verongelukte
in Deurne tijdens één van de eerste
vluchten van zijn pas opgerichte
luchttaxibedrijfje Aéra.
Na haar vier zonen verloor Leontine in
1938 ook haar man. Ze vroeg een ge-
sprek met de Dienst Begraafplaatsen
en kreeg een altijddurende regeling
voor het kleine en grote onderhoud
van hun grafmonument.
Leontine zelf stierf pas in 1954.
Ze werd negentig.
Kijk op het plan vooraan in de brochure hoe u naar het
graf van de gebroeders Ciselet wandelt. Als u van de
hoofdingang komt, gaat u rechtdoor en na het tweede
kruispunt aan de rechter zijde: perk C, 52.
Marcel Ciselet ©www.Belgian-wings.be
11
4727121-sb-wandelbrochure-militairen_V2.indd 494727121-sb-wandelbrochure-militairen_V2.indd 49 23/09/14 12:1423/09/14 12:14
50
Kijk op het plan vooraan in de brochure hoe u naar het graf van de
gebroeders Van der Stucken wandelt. Als u van de hoofdingang komt,
gaat u meteen rechts. Na het rondpunt betreden we perk Z1, Noord.
Graf Van der Stucken
De gebroeders Van der Stucken… (12)
Het graf van de gebroeders Van der
Stucken vertelt ons iets over de unieke
positie van Antwerpen vlak voor de
Eerste Wereldoorlog.
12
4727121-sb-wandelbrochure-militairen_V2.indd 504727121-sb-wandelbrochure-militairen_V2.indd 50 23/09/14 12:1423/09/14 12:14
51
Toen eind 18de eeuw de Schelde weer
openging voor alle maritiem verkeer,
vestigden heel wat Duitse handelaars
en ondernemers zich in onze haven-
stad. Zeker na de ontsluiting door de
IJzeren Rijn lag het Duitse hinterland
immers vlakbij.
Gestaag groeide de invloed van de Duit-
se handelskolonie in haven en stad.
De Duitse gemeenschap in Antwerpen
voelde zich sterk verbonden met het
oude vaderland, maar investeerde tege-
lijk genereus in de gaststad, op zowat
elk vlak. Aan die dynamiek dankt het
Antwerpen van rond de eeuwwisseling
zijn sociale, economische en culturele
vooruitgang. Getuigen daarvan zijn de
markante gebouwen (warenhuis Tietz
(nu INNO), Osterriethhuis, Nottebhom-
zaal,…) die Duitse families lieten optrek-
ken en de grootse renovatieprojecten
(waaronder de Grote Markt met het
Brabostandbeeld) die ze gul steunden.
Toen in 1914 Duitsland, België binnen-
viel, kwam de Duitse gemeenschap in
Antwerpen – vele families onder hen
verbleven intussen al generaties lang
in Antwerpen – voor een verscheuren-
de keuze te staan. Zou de kolonie zich
aansluiten bij het oude vaderland en
zo zelf deelnemen aan de bezetting
of zou men kiezen voor het nieuwe
thuisland en het verzet? De kolonie
viel uiteen in fracties die lijnrecht
tegenover elkaar kwamen te staan.
Zoals heel wat andere ingeweken
Duitsers kozen de gebroeders Van
der Stucken voor het verzet. Felix,
de jongste van de twee, verloor het
leven bij Ramskapelle in oktober
1914. Zijn graf ten velde ging verloren
toen de IJzervlakte onder water werd
gezet. Edmond zou de hele oorlog
in de loopgraven doorbrengen. Hij
kreeg voor zijn uitzonderlijke moed
de Leopoldsorde, het Oorlogskruis en
de IJzermedaille. Enkele dagen voor
de Wapenstilstand stierf hij aan de
Spaanse griep. In dit graf rust alleen
zijn lichaam, al wil het monument
beide broers gedenken.
De oorlog zorgde ervoor dat de
Duitse gemeenschap in Antwerpen
verscheurd raakte, vluchtte, verfrans-
te. Tegen 1918 bleef er van de eens zo
bloeiende kolonie niets meer over. Zo
verloor Antwerpen één van de meest
dynamische en invloedrijke gemeen-
schappen uit haar geschiedenis.
4727121-sb-wandelbrochure-militairen_V2.indd 514727121-sb-wandelbrochure-militairen_V2.indd 51 23/09/14 12:1423/09/14 12:14
52
Dodenhulde op het Schoonselhof door de wielrijdersafdeling van de Antwerpse politie
©FelixArchief, stadsarchief Antwerpen
4727121-sb-wandelbrochure-militairen_V2.indd 524727121-sb-wandelbrochure-militairen_V2.indd 52 23/09/14 12:1423/09/14 12:14
53
4727121-sb-wandelbrochure-militairen_V2.indd 534727121-sb-wandelbrochure-militairen_V2.indd 53 23/09/14 12:1423/09/14 12:14
54
Het nieuwe columbarium met aangrenzend urnenveld werden begin 2014 in gebruik genomen. ©Stad Antwerpen
4727121-sb-wandelbrochure-militairen_V2.indd 544727121-sb-wandelbrochure-militairen_V2.indd 54 23/09/14 12:1423/09/14 12:14
55
De toekomst...
Sinds de aankoop van het domein Schoonselhof in 1911 kende deze
parkbegraafplaats al een grote evolutie. En ook in de toekomst zet
deze evolutie zich verder. Zo wil het Antwerpse stadsbestuur het
domein herwaarderen als funeraire publiekstrekker, als een van de
grote Europese begraafplaatsen én als beschermd monument. De stad
wil het Schoonselhof waarderen als wandelpark en het positioneren
als een actieve en levende begraafplaats. Om dit te realiseren zijn
diverse investeringen en projecten opgestart. Onder meer het
aanleggen van een nieuw gebied met columbaria, urnenvelden en
strooiweiden, maar ook de restauratie van de historische neerhoeve
en het kasteel Schoonselhof staan op de planning.
4727121-sb-wandelbrochure-militairen_V2.indd 554727121-sb-wandelbrochure-militairen_V2.indd 55 23/09/14 12:1423/09/14 12:14
56
Colofon
Gerealiseerd door kunsthistorica Anne-Mie Havermans, de kleine expeditie en de stad Antwerpen Met dank aan: Stadsarchief Antwerpen, Het Letterenhuis, Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience, KMDA, KMMA, Het Vredescentrum, de families Haens, Resseler, historicus Jan Vancoillie (www.aok4.be), Dirk Buytaert Chairman Aviation Society of Antwerp vzw, Herman Declerck voorz. Heemkring Rond den Beverinck, Stichting Simon Stevin, Wim Strecker, Dick Wursten, Frans Van Humbeek, Menno Wielinga (M.P.Wielinga – Het Engelse Kamp – Groningen 1914-1918), Eric Wils, Leo Spiessens (archief Schoonselhof), Vicky Van der Meynsbrugge.
Geraadpleegde bronnenAnne-Mie Havermans, Schoonselhof Nu! Een eigentijdse visie op de Antwerpse necropool, Antwerpen, 2005. Jan Vancoillie, De Duitse militaire begraafplaats Menen Wald. Geschiedenis van de Duitse militaire graven van de Eerste Wereldoorlog in Zuid-West-Vlaanderen, 2013
Depotnummer: D/2014/0306/166
V.U.: Kathleen Overmeer, Grote Markt 1, 2000 Antwerpen
4727121-sb-wandelbrochure-militairen_V2.indd 564727121-sb-wandelbrochure-militairen_V2.indd 56 23/09/14 12:1423/09/14 12:14
Z
Z1
Y
X
U
P
R
N
M
K
J
HG
EF
9
FORT VII
L
O
S
8
Q
T
10W1
W
W2
A B
C
7 65
43
GROOT
MILITAIR
EREPERK
KASTEEL
NEERHOEVE
1
11
D
12
13 13a18
12a
V
KRIJGSBAAN
SIN
T-BER
NAR
DSEST
EEN
WEG
MOERELEI
LEGER
STRA
AT
HOOFDINGANG
INGANG
INGANG
UITGANG
i
2
Urnenbos
Water
Wandelpad
Groenzone
Columbarium
Militair ereperk
Strooiweide
Urnenveld
Kinderperk
Historisch perk
Burgerlijk ereperk
Begraafperk
11 Ciselet
12 Van der Stucken
▼
▼
Belgen 1914-1918
Fransen 1914-1918 en 1940-1945
BIBO
Italianen 1914-1918
Russen, Portugezen, 1 Roemeen
Commonwealth Wargraves 1914-1919 en 1940-1945
3
2
8
9
10
7
1
5
6
4
Monument
gefusilleerde
Belgische soldaten
Monument
slachtoffers
V-bommen
Antwerpen
1944-1945
Monument
Franse soldaten
1914-1918 en 1940-1945
Monument
Italiaanse soldaten
1914-1918
Monument
gefusilleerde
Belgische soldaten
Monument
slachtoffers
V-bommen
Antwerpen
1944-1945
Monument
Franse soldaten
1914-1918 en 1940-1945
Monument
Italiaanse soldaten
1914-1918
GROOT MILITAIR EREPERK
8
Wist u dat…
U een gegidste wandeling kan maken op het Schoonselhof over
’14-’18? Kunsthistorica Anne-Mie Havermans leidt u graag rond
tijdens een gegidste wandeling. Meer informatie:
Anne-Mie Havermans
03 665 02 19
http://annemiehavermans.org
4727121-sb-wandelbrochure_cover_V2.indd 5-84727121-sb-wandelbrochure_cover_V2.indd 5-8 23/09/14 11:2523/09/14 11:25