sint³. macht der gewoonte. jimmy kets in bruegelland

44
Macht Der Gewoonte Stedelijk Museum Lier Jimmy Kets in Bruegel- land 03 APRIL 2015 — 06 MAART 2016 SINT 3

Upload: kmska

Post on 21-Jul-2016

224 views

Category:

Documents


1 download

DESCRIPTION

Een nieuwe focusexpo herschikt de opstelling van Bruegelland en legt de focus op religieuze tradities als bruiloftstoeten, bedevaarten, kersttaferelen, kermissen, processies,... De internationaal gevierde fotograaf Jimmy Kets kreeg de vraag om de nieuwe presentatie aan te vullen met reportages over nog levende heiligentradities in zijn geboortestad. Hoe oud en heilig het thema ook is, op zijn foto’s zien we vooral onszelf en hoe we vandaag met het verleden omgaan.

TRANSCRIPT

Page 1: Sint³. Macht der gewoonte. Jimmy Kets in Bruegelland

Macht

Der

Gew

oonte

Ste

delijk

M

use

um

Lie

r

Jim

my K

ets

in

Bru

eg

el-

land

03

a

pr

il

20

15

06

m

aa

rt

2

01

6

Sin

t3

Page 2: Sint³. Macht der gewoonte. Jimmy Kets in Bruegelland

Sint3p.38 — Colofon

Colofon

Bezoekersgids bij ‘Sint³. Macht der gewoonte. Jimmy Kets in Bruegel-land’, 3 april 2015 t/m 6 maart 2016

Tekst: Siska Beele, Luc Coenen, Nanny Schrij-vers, Nico Van Hout en Griet Van Opstal

Beelden: Jimmy KetsVormgeving: Indianen

V.u. Rik Verwaest, Paradeplein 2 (bus 1)Lier

April 2015

Page 3: Sint³. Macht der gewoonte. Jimmy Kets in Bruegelland

Sint3

Bezoekersgids

Page 4: Sint³. Macht der gewoonte. Jimmy Kets in Bruegelland
Page 5: Sint³. Macht der gewoonte. Jimmy Kets in Bruegelland

Sint3p.5 — Inhoud

Introductiep.7 — 8

Rode zaalp.9 — 14

Groene zaalp.15 — 30

Jimmy Ketsp.19 — 26

Gele zaalp.31 — 36

Colofonp.38

Page 6: Sint³. Macht der gewoonte. Jimmy Kets in Bruegelland

www.bruegelland.be

Page 7: Sint³. Macht der gewoonte. Jimmy Kets in Bruegelland

Sint3p.7 — Introductie

Voor het vijfde jaar op rij pakken het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen en het Stedelijk Museum Lier uit met Bruegelland. De ten-toonstelling onderzoekt de invloed van Pieter Bruegel de oude op de schilderkunst in de Lage Landen. De opstelling is herschikt en de focus werd verlegd. Deze editie heeft als centraal thema religieuze tradi-ties als bruiloftsstoeten, bedevaarten, kersttaferelen, kermissen, processies enz.

Internationaal gevierd fotograaf Jimmy Kets (Lier °1979) kreeg de vraag om de nieuwe presen-tatie aan te vullen met reportages over nog levende heiligentradities in zijn geboortestad. Kets brengt de processie van Sint-Gummarus, de dierenwijding van Sint-Hubertus en de verdeling van voedsel op de naamdag van Sint-Antonius op zijn heel eigen manier in beeld. Sint³ in de titel verwijst naar het drieluik rond de heiligen Gummarus, Hubertus en Antonius. Later in het jaar volgen Kets’ beelden van de Mariale Kinderprocessie die op de eerste zondag na Sacra-mentsdag in het Lierse begijnhof uitgaat.

Net zoals Pieter Bruegel I registreert Jimmy Kets het leven van alledag met open blik. Hoewel beide kunstenaars een verschillend standpunt innemen - Bruegel bekijkt de mens en zijn doen en laten van op een afstand terwijl Kets heel dicht op zijn onderwerp zit – hebben ze gemeen dat ze de toeschouwer op een andere manier doen kijken naar wat gewoon en

Page 8: Sint³. Macht der gewoonte. Jimmy Kets in Bruegelland

p.9 — Rode zaalSint3 Sint3p.8 — Introductie

gekend is. Ze zien wat jij niet ziet. Taferelen roepen een verhaal op en details zetten je aan tot reflecteren, maar altijd met eerbied en een knipoog.

Hoe oud en heilig het thema ook, op de foto’s van Sint³ zien we vooral onszelf en hoe we vandaag met het verleden omgaan. Het is de seconde van menselijkheid waaraan we in het dagelijkse leven voorbijgaan, die Jimmy Kets zichtbaar maakt.

Rode zaal

p.9 — 14

Page 9: Sint³. Macht der gewoonte. Jimmy Kets in Bruegelland

p.9 — Rode zaalSint3 Sint3p.8 — Introductie

gekend is. Ze zien wat jij niet ziet. Taferelen roepen een verhaal op en details zetten je aan tot reflecteren, maar altijd met eerbied en een knipoog.

Hoe oud en heilig het thema ook, op de foto’s van Sint³ zien we vooral onszelf en hoe we vandaag met het verleden omgaan. Het is de seconde van menselijkheid waaraan we in het dagelijkse leven voorbijgaan, die Jimmy Kets zichtbaar maakt.

Rode zaal

p.9 — 14

Page 10: Sint³. Macht der gewoonte. Jimmy Kets in Bruegelland

p.10 — Rode zaal p.11 — Rode zaalSint3 Sint3

1.Pieter Brueghel II

De prediking van Johannes de DoperStedelijke Musea Lier inv. nr. 0044

Van deze prediking worden eenendertig versies toegeschreven aan Pieter Brue-ghel II, zes daarvan zijn gesigneerd. Het origineel van Pieter Bruegel I uit 1561 behoorde tot de kunstverzameling van aartshertogin Isabella en wordt nu be-waard in Boedapest. De compositie doet je kijken als een voorbijganger die op een samenscholing stuit en wiens oog langzaam de diepte in getrokken wordt naar de weinig opvallende persoon die spreekt: Johannes de Doper.

2.Pieter Brueghel II

De kindermoord in BetlehemKMSKA inv. nr. 832

De kindermoord in Betlehem, zoals ver-teld in het evangelie van Matteüs, speelt zich op dit schilderij af in een dorpje in het zestiende-eeuwse Vlaanderen. De soldaten van Herodes doden ongenadig alle jongetjes van twee jaar en jonger. Moeders en vaders smeken wanhopig om medelijden. Pieter Brueghel II kopi-eert hier een schilderij van Marten van Cleve die op zijn beurt een schilderij van Pieter Bruegel I nabootste.

3.Abel Grimmer

De vier seizoenen, (1607)KMSKA inv. nr. 831

Vier landschapjes vormen samen een seizoenenreeks. In de lente wordt een tuin aangelegd, in de zomer het koren

geoogst, in de herfst een varken geslacht en in de winter is het tijd voor ijspret. De landschapjes werden geschilderd naar prenten van Pieter van der Heyden. Voor de lente en zomer baseerde deze prent-kunstenaar zich op tekeningen van Pieter Bruegel I, voor de herfst en de winter op werken van Hans Bol.

4.Pieter Brueghel II

De volkstelling in BetlehemKMSKA inv. nr. 776

Er bestaan meer dan twintig versies van deze voorstelling naar een origineel van Pieter Bruegel I. Het verhaal uit het Nieuwe Testament wordt verplaatst naar een winters Brabants dorp in de zestiende eeuw. Het is even zoeken naar de timmer-man die met zijn zwangere vrouw aange-komen is in Betlehem. Mensen drummen samen aan de herberg waar pacht of belasting moet betaald worden. Er heerst een grote drukte en bedrijvigheid: voor-aan slachten ze een varken en in de verte bouwen ze een huis. Kinderen gooien met sneeuwballen en sleeën op het ijs. Iedereen heeft wel iets aan de hand en ze hebben geen tijd voor Jozef en Maria.

5.Gustave Van De Woestyne

De slapers, 1918KMSKA inv. nr. 2685

Tevergeefs probeert een jongeman slapende boeren die hun kudde verwaar-lozen te wekken. Op de achterkant van het doek verklaren twee Bijbelverzen de voorstelling. Zoals Pieter Bruegel I Bij-belse verhalen naar het zestiende-eeuw-se Vlaanderen vertaalt, brengt Gustave Van De Woestyne het verhaal van Jezus

en zijn leerlingen in Getsemane in relatie met de eigen tijd. Zijn slapende boeren sluiten de ogen voor het oorlogsgeweld.

6. Pieter Brueghel II

Aanbidding door de koningen in de sneeuw

KMSKA inv. nr. 797

In 1567 schildert Pieter Bruegel I de aanbidding door de koningen op een geheel nieuwe en gedurfde manier. Hij laat het Bijbelse tafereel plaatsvinden in een hevige sneeuwbui. In deze kopie van Pieter Brueghel II zijn de dikke neerdwar-relende sneeuwvlokken weggelaten. Het bonte gevolg van de koningen en het Vlaamse dorpsleven krijgen opnieuw alle aandacht.

7.Jakob Smits

De stoet van de magiërs, (1925)KMSKA inv. nr. 2325

In een ver vreemd land trekt een statige stoet voorbij onder een stralende zon. Voorop knechten te paard en daarachter twee olifanten met op hun rug de magi-ers in een palankijn, gevolgd door een stel kamelen. Eerst noemde Smits het schilderij ‘De tocht naar de ster’, een dui-delijke verwijzing naar het kerstverhaal. Later veranderde hij de titel en verloor het tafereel elke Bijbelse verwijzing. Het werd een sprookje van Oosterse wijze mannen op weg naar het onbekende.

8.Felix Timmermans

Aanbidding der koningenBruikleen Collectie Belfius inv.nr. 459

“Heel mijn werk draait en waait rond Kerstmis”, aldus Timmermans. Zelfs een dag voor zijn dood tekent hij de drie koningen met een ster. Nog altijd gaat geen Kerstmis voorbij of ergens ten lande wordt ‘De Ster’ opgevoerd, de bewerking van het kortverhaal ‘Drieko-ningentryptiek’ (1923). Nog ouder is ‘Het kindeke Jezus in Vlaanderen’ (1917) dat van hem dé Vlaamse kerstauteur maakt en waaruit volgende passage: “(…) En daar waren ze! De koningen, omhuld door zware balsemgeuren. De eerste in’t rood, de tweede in’t goud en de andere, de zwarte, in maneschijngroen.”

9.Pieter Brueghel II

Bezoek aan de hoeveKMSKA inv. nr. 5100

Het KMSKA bezit twee kopieën van het verloren origineel ‘Bezoek aan de hoeve’ van Pieter Bruegel I: een versie in gri-saille van Jan Brueghel I en deze versie in kleur van Pieter Brueghel II. De titel van het schilderij verwijst naar de scène die rechts in beeld is gebracht: een welgesteld echtpaar op bezoek bij een boerenfamilie, mogelijk op kraambezoek

10.Pieter Brueghel II

Als de ene blinde de andere leidt vallen beiden in de slootKMSKA inv. nr. 872/1

Dit spreekwoord is ontleend aan de Bij-bel. In het evangelie van Matteüs (15:14) zegt Jezus over de Farizeeën: “Laat ze maar begaan: zij zijn blinden die blinden leiden. Maar als de ene blinde de andere leidt, vallen beiden in de kuil”. Geestelijk blind zijn zij want ze aanvaarden het licht

Page 11: Sint³. Macht der gewoonte. Jimmy Kets in Bruegelland

p.10 — Rode zaal p.11 — Rode zaalSint3 Sint3

1.Pieter Brueghel II

De prediking van Johannes de DoperStedelijke Musea Lier inv. nr. 0044

Van deze prediking worden eenendertig versies toegeschreven aan Pieter Brue-ghel II, zes daarvan zijn gesigneerd. Het origineel van Pieter Bruegel I uit 1561 behoorde tot de kunstverzameling van aartshertogin Isabella en wordt nu be-waard in Boedapest. De compositie doet je kijken als een voorbijganger die op een samenscholing stuit en wiens oog langzaam de diepte in getrokken wordt naar de weinig opvallende persoon die spreekt: Johannes de Doper.

2.Pieter Brueghel II

De kindermoord in BetlehemKMSKA inv. nr. 832

De kindermoord in Betlehem, zoals ver-teld in het evangelie van Matteüs, speelt zich op dit schilderij af in een dorpje in het zestiende-eeuwse Vlaanderen. De soldaten van Herodes doden ongenadig alle jongetjes van twee jaar en jonger. Moeders en vaders smeken wanhopig om medelijden. Pieter Brueghel II kopi-eert hier een schilderij van Marten van Cleve die op zijn beurt een schilderij van Pieter Bruegel I nabootste.

3.Abel Grimmer

De vier seizoenen, (1607)KMSKA inv. nr. 831

Vier landschapjes vormen samen een seizoenenreeks. In de lente wordt een tuin aangelegd, in de zomer het koren

geoogst, in de herfst een varken geslacht en in de winter is het tijd voor ijspret. De landschapjes werden geschilderd naar prenten van Pieter van der Heyden. Voor de lente en zomer baseerde deze prent-kunstenaar zich op tekeningen van Pieter Bruegel I, voor de herfst en de winter op werken van Hans Bol.

4.Pieter Brueghel II

De volkstelling in BetlehemKMSKA inv. nr. 776

Er bestaan meer dan twintig versies van deze voorstelling naar een origineel van Pieter Bruegel I. Het verhaal uit het Nieuwe Testament wordt verplaatst naar een winters Brabants dorp in de zestiende eeuw. Het is even zoeken naar de timmer-man die met zijn zwangere vrouw aange-komen is in Betlehem. Mensen drummen samen aan de herberg waar pacht of belasting moet betaald worden. Er heerst een grote drukte en bedrijvigheid: voor-aan slachten ze een varken en in de verte bouwen ze een huis. Kinderen gooien met sneeuwballen en sleeën op het ijs. Iedereen heeft wel iets aan de hand en ze hebben geen tijd voor Jozef en Maria.

5.Gustave Van De Woestyne

De slapers, 1918KMSKA inv. nr. 2685

Tevergeefs probeert een jongeman slapende boeren die hun kudde verwaar-lozen te wekken. Op de achterkant van het doek verklaren twee Bijbelverzen de voorstelling. Zoals Pieter Bruegel I Bij-belse verhalen naar het zestiende-eeuw-se Vlaanderen vertaalt, brengt Gustave Van De Woestyne het verhaal van Jezus

en zijn leerlingen in Getsemane in relatie met de eigen tijd. Zijn slapende boeren sluiten de ogen voor het oorlogsgeweld.

6. Pieter Brueghel II

Aanbidding door de koningen in de sneeuw

KMSKA inv. nr. 797

In 1567 schildert Pieter Bruegel I de aanbidding door de koningen op een geheel nieuwe en gedurfde manier. Hij laat het Bijbelse tafereel plaatsvinden in een hevige sneeuwbui. In deze kopie van Pieter Brueghel II zijn de dikke neerdwar-relende sneeuwvlokken weggelaten. Het bonte gevolg van de koningen en het Vlaamse dorpsleven krijgen opnieuw alle aandacht.

7.Jakob Smits

De stoet van de magiërs, (1925)KMSKA inv. nr. 2325

In een ver vreemd land trekt een statige stoet voorbij onder een stralende zon. Voorop knechten te paard en daarachter twee olifanten met op hun rug de magi-ers in een palankijn, gevolgd door een stel kamelen. Eerst noemde Smits het schilderij ‘De tocht naar de ster’, een dui-delijke verwijzing naar het kerstverhaal. Later veranderde hij de titel en verloor het tafereel elke Bijbelse verwijzing. Het werd een sprookje van Oosterse wijze mannen op weg naar het onbekende.

8.Felix Timmermans

Aanbidding der koningenBruikleen Collectie Belfius inv.nr. 459

“Heel mijn werk draait en waait rond Kerstmis”, aldus Timmermans. Zelfs een dag voor zijn dood tekent hij de drie koningen met een ster. Nog altijd gaat geen Kerstmis voorbij of ergens ten lande wordt ‘De Ster’ opgevoerd, de bewerking van het kortverhaal ‘Drieko-ningentryptiek’ (1923). Nog ouder is ‘Het kindeke Jezus in Vlaanderen’ (1917) dat van hem dé Vlaamse kerstauteur maakt en waaruit volgende passage: “(…) En daar waren ze! De koningen, omhuld door zware balsemgeuren. De eerste in’t rood, de tweede in’t goud en de andere, de zwarte, in maneschijngroen.”

9.Pieter Brueghel II

Bezoek aan de hoeveKMSKA inv. nr. 5100

Het KMSKA bezit twee kopieën van het verloren origineel ‘Bezoek aan de hoeve’ van Pieter Bruegel I: een versie in gri-saille van Jan Brueghel I en deze versie in kleur van Pieter Brueghel II. De titel van het schilderij verwijst naar de scène die rechts in beeld is gebracht: een welgesteld echtpaar op bezoek bij een boerenfamilie, mogelijk op kraambezoek

10.Pieter Brueghel II

Als de ene blinde de andere leidt vallen beiden in de slootKMSKA inv. nr. 872/1

Dit spreekwoord is ontleend aan de Bij-bel. In het evangelie van Matteüs (15:14) zegt Jezus over de Farizeeën: “Laat ze maar begaan: zij zijn blinden die blinden leiden. Maar als de ene blinde de andere leidt, vallen beiden in de kuil”. Geestelijk blind zijn zij want ze aanvaarden het licht

Page 12: Sint³. Macht der gewoonte. Jimmy Kets in Bruegelland

p.12 — Rode zaal p.13 — Rode zaalSint3 Sint3

van het ware geloof niet. Wanneer de ene onbekwame de andere onbekwame bij-staat, gaat het fout.

11.Pieter Brueghel II

Omdat de wereld is zo ongetrouw, daarom ga ik in de rouwKMSKA inv. nr. 872/2

De figuren van de grijsaard in de rouw en de beurssnijdende, trouweloze wereld zijn een vrije interpretatie van de personages in ‘De misantroop’ van Pieter Bruegel I. Het spreekwoord neemt de onbetrouw-baarheid van de mens zwaar op de korrel.

12.Pieter Brueghel II

Als het kalf verdronken is, dempt men de put

KMSKA inv. nr. 872/3

Een boer schoffelt op zijn erf de ge-metselde waterput dicht waarin zijn kalf verdronken is. Of: pas als het te laat is, neemt men maatregelen. Je vindt deze bijzonder populaire spreuk ook uitgebeeld op het grote spreekwoordenschilderij.

13.Pieter Brueghel II

Vlaams spreekwoordKMSKA inv. nr. 872/4

Tot nog toe is het spreekwoord dat bij deze voorstelling hoort, niet gevonden. De betekenis ervan, namelijk dat het dwaas is al zijn goed te verbrassen wordt evenwel duidelijk door het bij-schrift op de prent van Pieter van der Heyden naar de oorspronkelijke tekening van Pieter Bruegel I.

14. Pieter Brueghel II

Wie weet waer omme de ganzen bervoets gaan?

KMSKA inv. nr. 872/5

Het antwoord op deze vraag luidt: “Hierom en daerom gaen de ganzen bervoets”. Alles op de wereld, of het nu te verklaren is of niet, heeft zijn reden van bestaan. Je kan ook een ander spreek-woord bedenken bij deze voorstelling: “Ben ick niet geroepen om ganzen te hoeden, laet het ganzekens wezen”. Krijg ik niet alles wat ik wil, dan stel ik mij tevreden met minder.

15.Pieter Brueghel II

De spreekwoorden, 1607Stedelijke Musea Lier inv.nr. 0062

Het exemplaar van Lier is het oudst bekende van de versies van Pieter Brue-ghel II. Mensen, dieren en voorwerpen illustreren een honderdtal spreekwoor-den in een decor van een dorp aan een rivier. Ze verwijzen naar de dwaasheid en de zinloosheid van menselijke han-delingen enerzijds en naar bedrog en huichelarij anderzijds. Spreekwoorden waren een geliefkoosd onderwerp in de literatuur en de kunst van de vijftiende en zestiende eeuw.

16.Pieter Brueghel IISpreekwoorden

KMSKA inv. nr. 5111

Van het spreekwoordenschilderij van Pieter Breugel I, een van de allerbe-kendste zestiende-eeuwse Vlaamse

kunstwerken, zijn een twintigtal kopieën bewaard. Zowel het museum in Lier als het museum in Antwerpen bezit een kopie van de hand van zoon Pieter. Wie goed kijkt en vergelijkt, ontdekt nogal wat verschillen. Zoek je mee?

Page 13: Sint³. Macht der gewoonte. Jimmy Kets in Bruegelland

p.12 — Rode zaal p.13 — Rode zaalSint3 Sint3

van het ware geloof niet. Wanneer de ene onbekwame de andere onbekwame bij-staat, gaat het fout.

11.Pieter Brueghel II

Omdat de wereld is zo ongetrouw, daarom ga ik in de rouwKMSKA inv. nr. 872/2

De figuren van de grijsaard in de rouw en de beurssnijdende, trouweloze wereld zijn een vrije interpretatie van de personages in ‘De misantroop’ van Pieter Bruegel I. Het spreekwoord neemt de onbetrouw-baarheid van de mens zwaar op de korrel.

12.Pieter Brueghel II

Als het kalf verdronken is, dempt men de put

KMSKA inv. nr. 872/3

Een boer schoffelt op zijn erf de ge-metselde waterput dicht waarin zijn kalf verdronken is. Of: pas als het te laat is, neemt men maatregelen. Je vindt deze bijzonder populaire spreuk ook uitgebeeld op het grote spreekwoordenschilderij.

13.Pieter Brueghel II

Vlaams spreekwoordKMSKA inv. nr. 872/4

Tot nog toe is het spreekwoord dat bij deze voorstelling hoort, niet gevonden. De betekenis ervan, namelijk dat het dwaas is al zijn goed te verbrassen wordt evenwel duidelijk door het bij-schrift op de prent van Pieter van der Heyden naar de oorspronkelijke tekening van Pieter Bruegel I.

14. Pieter Brueghel II

Wie weet waer omme de ganzen bervoets gaan?

KMSKA inv. nr. 872/5

Het antwoord op deze vraag luidt: “Hierom en daerom gaen de ganzen bervoets”. Alles op de wereld, of het nu te verklaren is of niet, heeft zijn reden van bestaan. Je kan ook een ander spreek-woord bedenken bij deze voorstelling: “Ben ick niet geroepen om ganzen te hoeden, laet het ganzekens wezen”. Krijg ik niet alles wat ik wil, dan stel ik mij tevreden met minder.

15.Pieter Brueghel II

De spreekwoorden, 1607Stedelijke Musea Lier inv.nr. 0062

Het exemplaar van Lier is het oudst bekende van de versies van Pieter Brue-ghel II. Mensen, dieren en voorwerpen illustreren een honderdtal spreekwoor-den in een decor van een dorp aan een rivier. Ze verwijzen naar de dwaasheid en de zinloosheid van menselijke han-delingen enerzijds en naar bedrog en huichelarij anderzijds. Spreekwoorden waren een geliefkoosd onderwerp in de literatuur en de kunst van de vijftiende en zestiende eeuw.

16.Pieter Brueghel IISpreekwoorden

KMSKA inv. nr. 5111

Van het spreekwoordenschilderij van Pieter Breugel I, een van de allerbe-kendste zestiende-eeuwse Vlaamse

kunstwerken, zijn een twintigtal kopieën bewaard. Zowel het museum in Lier als het museum in Antwerpen bezit een kopie van de hand van zoon Pieter. Wie goed kijkt en vergelijkt, ontdekt nogal wat verschillen. Zoek je mee?

Page 14: Sint³. Macht der gewoonte. Jimmy Kets in Bruegelland

p.14 — Rode zaal Sint3 Sint3p.15 — Groene zaal

Groenezaal

p.15 — 30

Page 15: Sint³. Macht der gewoonte. Jimmy Kets in Bruegelland

p.14 — Rode zaal Sint3 Sint3p.15 — Groene zaal

Groenezaal

p.15 — 30

Page 16: Sint³. Macht der gewoonte. Jimmy Kets in Bruegelland

Sint3 Sint3p.16 — Groene zaal

17.Adriaen van Ostade

De roker, 1655KMSKA inv. nr. 466

Een man zit lui achterover bij het open raam een pijp te roken. Op tafel staat een glas en wat losse tabak in een papier gevouwen met een aansteeklont ernaast. De witte stenen pijpen werden vooral in Gouda gemaakt en waren heel breekbaar. Het is geen realistisch beeld: de man past niet in een interieur met kostbaar glas-in-lood en de breekbare lange pijp werd ook alleen gebruikt door hogere standen. Dit tafereel stelt moge-lijk de reukzin voor en de rook laat daar-enboven zien hoe ijdel of ijl het bestaan is: alles gaat op in rook.

18.David Teniers II

Oude vrouw die tabak snijdtKMSKA inv. nr. 348

Rond het midden van de zeventiende eeuw is het roken doorgedrongen in alle lagen van de bevolking maar evenzeer de tweeslachtige houding tegenover tabak. En al werd tabak aanvankelijk als medicijn aangeraden, toch heerst er wantrouwen want tabak bedwelmt en de burger was heel bezorgd de controle over zijn bestaan te verliezen want dat kon grote gevolgen hebben voor zijn welzijn en welstand.

19.Ary de Vois

Oude vrouw met flesKMSKA inv. nr. 70

Deze oude vrouw is een piskijkster en dat is meteen te herkennen aan de vorm

van de fles, of matula, die op de blaas lijkt. De uroscopie is al eeuwenlang een belangrijk onderdeel van het medische onderzoek maar geeft ook aanleiding tot kwakzalverij. Rondtrekkende nepdokters stellen lichamelijke diagnoses maar voor-spellen ook geluk in de liefde en deze vrouw, met haar karikaturale uiterlijk, lijkt in deze laatste categorie thuis te horen.

20.Adriaen van Ostade

Lezende manKMSKA inv. nr. 5062

Deze man heeft een papier vast en dat hij leest ligt voor de hand. Maar bij het be-kijken van het oeuvre van Van Ostade en van andere genreschilders, komt een ge-lijkaardige figuur vaak voor bij concertjes. Naast mensen die instrumenten bespelen zijn er in deze scènes ook zij die zingen en die worden geregeld afgebeeld met een liedtekst in de handen. Misschien is het tijd om deze man niet meer te laten lezen maar om hem te laten zingen.

21.Kopie naar Frans van Mieris

De drinkerStedelijke Musea Lier inv. nr. 0141

Een corpulente soldaat zit buiten de herberg ‘In de vergulde vrijheijt’ aan een tafel met drank, eten, pijp en tabak. In zijn hand houdt hij een groot glas wijn. Wie lui is, geniet van dag tot dag en denkt niet aan morgen.

22.Ignatius Josephus van Regemorter

Kroegtafereel, 1828KMSKA inv. nr. 3210

p.17 — Groene zaal

Schilderen over schilders is in de mode in de negentiende eeuw. Anekdotes en verhaaltjes waarin het kunstenaarschap verbonden wordt met overvloedig drank-gebruik of losbandig gedrag. Een beeld van de schilder of artiest dat ook nu nog doorleeft. Hier vraagt Jan Steen aan zijn vrouw om de kruik nog eens te vullen. Frans van Mieris houdt het glas onder-steboven. Ze hebben nog dorst.

23.Ferdinand De Braekeleer I

Rustende jagerKMSKA inv. nr. 1783

Ferdinand De Braekeleer I is bekend als historieschilder maar is ook een belangrijk vertegenwoordiger van de Belgische negentiende-eeuwse genrekunst. Mooi geschilderde zoete verhaaltjes met een grapje. De jager zit te dutten op een bankje in de zon en merkt niet dat de mooie herbergierster hem bedriegt. De hond doet trouwens ook niets en laat haar begaan.

24.Hendrick Martensz. Sorgh

De drinkerStedelijke Musea Lier inv. nr. 0045

De Rotterdamse schilder Sorgh speci-aliseerde zich in kroegtaferelen. De her-berg was in de Nederlanden de plaats waar een belangrijk deel van het sociale leven van de kleine man zich afspeelde. Eten, drinken en roken duiden moralise-rend op vluchtigheid en vergankelijkheid.

25.David Teniers II

De jaloerse vrouwStedelijke Musea Lier inv. nr. 0061

In een armzalig interieur legt een man liefkozend zijn arm over de schouder van een jongere vrouw. Ze zitten wat afzijdig aan een geïmproviseerde tafel en worden van achter een tussenschot bespied door een oude vrouw. Is de uil op het hout-werk een symbolische verwijzing naar dingen die het daglicht niet verdragen, of gaat het om een momentopname van het volksleven in de zeventiende eeuw?

26.Joos van Craesbeeck

De vijf zintuigen, (1640-1643)KMSKA inv. nr. 377

Sommige kunstenaars stellen de zintui-gen voor als vijf vrouwen met hun ken-merkende attributen, anderen gebruiken voor het thema portretten of taferelen uit het dagelijkse leven. Hier zijn de vijf zin-tuigen verbeeld als een vrolijk gezelschap in een herberg, de plek bij uitstek waar je je zinnen te buiten gaat. Het flirtende paartje stelt het gevoel voor, de man met de bierpot de smaak, het zingende duo het gehoor, de roker de reuk en tenslotte het jongetje met de telescoop het gezicht.

27.Richard Brakenburgh

Vrolijk gezelschapKMSKA inv. nr. 640

Er is alleen maar vrolijkheid. Jong en oud maken muziek, drinken en vallen soms in slaap. Er wordt gevreeën en pannenkoeken gebakken, zelfs de hond likt een kan uit. Blijkbaar feestte Bra-kenburgh ook graag. Arnold Houbraken schrijft in zijn schildersbiografieën over hem: “… een luchtgeestig digter, … verviel op 't laatst van zyn leven tot den drank. Wat zullen wy hier van zeggen?

Page 17: Sint³. Macht der gewoonte. Jimmy Kets in Bruegelland

Sint3 Sint3p.16 — Groene zaal

17.Adriaen van Ostade

De roker, 1655KMSKA inv. nr. 466

Een man zit lui achterover bij het open raam een pijp te roken. Op tafel staat een glas en wat losse tabak in een papier gevouwen met een aansteeklont ernaast. De witte stenen pijpen werden vooral in Gouda gemaakt en waren heel breekbaar. Het is geen realistisch beeld: de man past niet in een interieur met kostbaar glas-in-lood en de breekbare lange pijp werd ook alleen gebruikt door hogere standen. Dit tafereel stelt moge-lijk de reukzin voor en de rook laat daar-enboven zien hoe ijdel of ijl het bestaan is: alles gaat op in rook.

18.David Teniers II

Oude vrouw die tabak snijdtKMSKA inv. nr. 348

Rond het midden van de zeventiende eeuw is het roken doorgedrongen in alle lagen van de bevolking maar evenzeer de tweeslachtige houding tegenover tabak. En al werd tabak aanvankelijk als medicijn aangeraden, toch heerst er wantrouwen want tabak bedwelmt en de burger was heel bezorgd de controle over zijn bestaan te verliezen want dat kon grote gevolgen hebben voor zijn welzijn en welstand.

19.Ary de Vois

Oude vrouw met flesKMSKA inv. nr. 70

Deze oude vrouw is een piskijkster en dat is meteen te herkennen aan de vorm

van de fles, of matula, die op de blaas lijkt. De uroscopie is al eeuwenlang een belangrijk onderdeel van het medische onderzoek maar geeft ook aanleiding tot kwakzalverij. Rondtrekkende nepdokters stellen lichamelijke diagnoses maar voor-spellen ook geluk in de liefde en deze vrouw, met haar karikaturale uiterlijk, lijkt in deze laatste categorie thuis te horen.

20.Adriaen van Ostade

Lezende manKMSKA inv. nr. 5062

Deze man heeft een papier vast en dat hij leest ligt voor de hand. Maar bij het be-kijken van het oeuvre van Van Ostade en van andere genreschilders, komt een ge-lijkaardige figuur vaak voor bij concertjes. Naast mensen die instrumenten bespelen zijn er in deze scènes ook zij die zingen en die worden geregeld afgebeeld met een liedtekst in de handen. Misschien is het tijd om deze man niet meer te laten lezen maar om hem te laten zingen.

21.Kopie naar Frans van Mieris

De drinkerStedelijke Musea Lier inv. nr. 0141

Een corpulente soldaat zit buiten de herberg ‘In de vergulde vrijheijt’ aan een tafel met drank, eten, pijp en tabak. In zijn hand houdt hij een groot glas wijn. Wie lui is, geniet van dag tot dag en denkt niet aan morgen.

22.Ignatius Josephus van Regemorter

Kroegtafereel, 1828KMSKA inv. nr. 3210

p.17 — Groene zaal

Schilderen over schilders is in de mode in de negentiende eeuw. Anekdotes en verhaaltjes waarin het kunstenaarschap verbonden wordt met overvloedig drank-gebruik of losbandig gedrag. Een beeld van de schilder of artiest dat ook nu nog doorleeft. Hier vraagt Jan Steen aan zijn vrouw om de kruik nog eens te vullen. Frans van Mieris houdt het glas onder-steboven. Ze hebben nog dorst.

23.Ferdinand De Braekeleer I

Rustende jagerKMSKA inv. nr. 1783

Ferdinand De Braekeleer I is bekend als historieschilder maar is ook een belangrijk vertegenwoordiger van de Belgische negentiende-eeuwse genrekunst. Mooi geschilderde zoete verhaaltjes met een grapje. De jager zit te dutten op een bankje in de zon en merkt niet dat de mooie herbergierster hem bedriegt. De hond doet trouwens ook niets en laat haar begaan.

24.Hendrick Martensz. Sorgh

De drinkerStedelijke Musea Lier inv. nr. 0045

De Rotterdamse schilder Sorgh speci-aliseerde zich in kroegtaferelen. De her-berg was in de Nederlanden de plaats waar een belangrijk deel van het sociale leven van de kleine man zich afspeelde. Eten, drinken en roken duiden moralise-rend op vluchtigheid en vergankelijkheid.

25.David Teniers II

De jaloerse vrouwStedelijke Musea Lier inv. nr. 0061

In een armzalig interieur legt een man liefkozend zijn arm over de schouder van een jongere vrouw. Ze zitten wat afzijdig aan een geïmproviseerde tafel en worden van achter een tussenschot bespied door een oude vrouw. Is de uil op het hout-werk een symbolische verwijzing naar dingen die het daglicht niet verdragen, of gaat het om een momentopname van het volksleven in de zeventiende eeuw?

26.Joos van Craesbeeck

De vijf zintuigen, (1640-1643)KMSKA inv. nr. 377

Sommige kunstenaars stellen de zintui-gen voor als vijf vrouwen met hun ken-merkende attributen, anderen gebruiken voor het thema portretten of taferelen uit het dagelijkse leven. Hier zijn de vijf zin-tuigen verbeeld als een vrolijk gezelschap in een herberg, de plek bij uitstek waar je je zinnen te buiten gaat. Het flirtende paartje stelt het gevoel voor, de man met de bierpot de smaak, het zingende duo het gehoor, de roker de reuk en tenslotte het jongetje met de telescoop het gezicht.

27.Richard Brakenburgh

Vrolijk gezelschapKMSKA inv. nr. 640

Er is alleen maar vrolijkheid. Jong en oud maken muziek, drinken en vallen soms in slaap. Er wordt gevreeën en pannenkoeken gebakken, zelfs de hond likt een kan uit. Blijkbaar feestte Bra-kenburgh ook graag. Arnold Houbraken schrijft in zijn schildersbiografieën over hem: “… een luchtgeestig digter, … verviel op 't laatst van zyn leven tot den drank. Wat zullen wy hier van zeggen?

Page 18: Sint³. Macht der gewoonte. Jimmy Kets in Bruegelland

Sint3p.18 — Groene zaal

alle menschen hebben hunne gebreken, de een hier en de ander daar in.”

28.Charles VennemanFamiliefeest, 1844

Stedelijke Musea Lier inv.nr. 0091

Heeft de tijd stilgestaan? De volksmensen van 1844 zitten nog in hetzelfde soort interieur als de pleziermakers uit de zeven-tiende eeuw, maar de sfeer lijkt gemoe-delijker, de details zijn schilderachtiger. Venneman werkt met slecht houdbare verf op basis van pek, een typisch negentien-de-eeuwse techniek. Daardoor zijn nuan-ceringen en kleuren verloren gegaan.

29.Cornelis Dusart

InterieurKMSKA inv. nr. 125

Op de voorgrond zit een familie aan de broodmaaltijd en achteraan zit een gezel-schap rond een tafel. Het ziet er allemaal rommelig en smoezelig uit en de figuren op de achtergrond boezemen ook niet meteen veel vertrouwen in. De gebroken pijpjes, de kannen, het kandelaartje op de schouw, het hele repertoire van de populaire herbergscènes is aanwezig. Dusart volgt hierbij de voorbeelden van zijn leermeester Adriaen van Ostade.

30.Henri Leys

Interieur, 1845Stedelijke Musea Lier inv. nr. 0046

Een moeder die haar jonge kind toont, een oude man die zijn pijp stopt, een gedekte tafel met net genuttigde maaltijd, een

hond die slaapt, alles straalt rust uit in dit historisch interieur dat Henri Leys bewust archaïserend samenstelde. Deze scène brengt Dusart in gedachten, hoewel het er allemaal netter, lichter en kleuriger uit ziet.

31.André-Joseph Minguet

De sacristie, 1857KMSKA inv. nr. 1688

De beschrijving van het interieur krijgt meer aandacht dan het verhalende as-pect. Minguet volgt les bij Gustave Wap-pers aan de Antwerpse academie en legt zich vanaf 1848 toe op het schilderen van kerkinterieurs.

32.Jan Baptist Monteyne

VastenavondKMSKA inv.nr. 5095

Een chic gezelschap viert carnaval. Het interieur is rijkelijk en eigentijds. In tegenstelling tot de zeventiende-eeuwse feesten is de ambiance verfijnd en wijst veeleer in de richting van de Italiaanse Commedia dell’Arte. De voorstelling van carnaval als een dag ‘waarop alles kan wat anders niet kan’ speelt hier geen grote rol meer.

33.Charles De Groux

Aswoensdag, 1866Stedelijke Musea Lier inv.nr. 0108

Op Aswoensdag, het begin van de vas-tentijd, tekent de priester een askruisje op het voorhoofd met de woorden “Gedenk dat gij uit stof en as geboren zijt en tot stof en as zult wederkeren”. De as reinigt

Sint3p.19 — Jimmy Kets

Page 19: Sint³. Macht der gewoonte. Jimmy Kets in Bruegelland

Sint3p.18 — Groene zaal

alle menschen hebben hunne gebreken, de een hier en de ander daar in.”

28.Charles VennemanFamiliefeest, 1844

Stedelijke Musea Lier inv.nr. 0091

Heeft de tijd stilgestaan? De volksmensen van 1844 zitten nog in hetzelfde soort interieur als de pleziermakers uit de zeven-tiende eeuw, maar de sfeer lijkt gemoe-delijker, de details zijn schilderachtiger. Venneman werkt met slecht houdbare verf op basis van pek, een typisch negentien-de-eeuwse techniek. Daardoor zijn nuan-ceringen en kleuren verloren gegaan.

29.Cornelis Dusart

InterieurKMSKA inv. nr. 125

Op de voorgrond zit een familie aan de broodmaaltijd en achteraan zit een gezel-schap rond een tafel. Het ziet er allemaal rommelig en smoezelig uit en de figuren op de achtergrond boezemen ook niet meteen veel vertrouwen in. De gebroken pijpjes, de kannen, het kandelaartje op de schouw, het hele repertoire van de populaire herbergscènes is aanwezig. Dusart volgt hierbij de voorbeelden van zijn leermeester Adriaen van Ostade.

30.Henri Leys

Interieur, 1845Stedelijke Musea Lier inv. nr. 0046

Een moeder die haar jonge kind toont, een oude man die zijn pijp stopt, een gedekte tafel met net genuttigde maaltijd, een

hond die slaapt, alles straalt rust uit in dit historisch interieur dat Henri Leys bewust archaïserend samenstelde. Deze scène brengt Dusart in gedachten, hoewel het er allemaal netter, lichter en kleuriger uit ziet.

31.André-Joseph Minguet

De sacristie, 1857KMSKA inv. nr. 1688

De beschrijving van het interieur krijgt meer aandacht dan het verhalende as-pect. Minguet volgt les bij Gustave Wap-pers aan de Antwerpse academie en legt zich vanaf 1848 toe op het schilderen van kerkinterieurs.

32.Jan Baptist Monteyne

VastenavondKMSKA inv.nr. 5095

Een chic gezelschap viert carnaval. Het interieur is rijkelijk en eigentijds. In tegenstelling tot de zeventiende-eeuwse feesten is de ambiance verfijnd en wijst veeleer in de richting van de Italiaanse Commedia dell’Arte. De voorstelling van carnaval als een dag ‘waarop alles kan wat anders niet kan’ speelt hier geen grote rol meer.

33.Charles De Groux

Aswoensdag, 1866Stedelijke Musea Lier inv.nr. 0108

Op Aswoensdag, het begin van de vas-tentijd, tekent de priester een askruisje op het voorhoofd met de woorden “Gedenk dat gij uit stof en as geboren zijt en tot stof en as zult wederkeren”. De as reinigt

Sint3p.19 — Jimmy Kets

Page 20: Sint³. Macht der gewoonte. Jimmy Kets in Bruegelland

Sint3p.20 — Jimmy Kets Sint3p.21 — Jimmy Kets

Sint-Gummarus

Gummarus woont, leeft en sterft op een plaats die na zijn dood zou uitgroeien tot de stad Lier. Tij-dens zijn leven verricht hij enkele wonderen: hij laat een omgehakte boom terug aan elkaar groeien door zijn gordel rond de twee stukken stam te snoeren; hij woelt met zijn staf in de grond en doet een bron ontspringen en hij redt een slapend kind van een adderbeet. Na Gummarus’ dood op 11 oktober 714 ontstaat een verering bij zijn graf. In 1354 wordt zijn gebeente tot reliek erkend. Elk jaar rond 11 oktober worden de relieken in een prachtig zilveren schrijn door de straten van de stad gedragen. Elke 25 jaar controleert men of de zegels waarmee de reliekkoffer gesloten is nog intact zijn en bevestigt men de echt-heid van het gebeente. 2015 is zo’n bijzonder Gum-marusjaar.

Jimmy Kets Sint-Gumarusprocessie Lier, 12 oktober 2014

Page 21: Sint³. Macht der gewoonte. Jimmy Kets in Bruegelland

Sint3p.20 — Jimmy Kets Sint3p.21 — Jimmy Kets

Sint-Gummarus

Gummarus woont, leeft en sterft op een plaats die na zijn dood zou uitgroeien tot de stad Lier. Tij-dens zijn leven verricht hij enkele wonderen: hij laat een omgehakte boom terug aan elkaar groeien door zijn gordel rond de twee stukken stam te snoeren; hij woelt met zijn staf in de grond en doet een bron ontspringen en hij redt een slapend kind van een adderbeet. Na Gummarus’ dood op 11 oktober 714 ontstaat een verering bij zijn graf. In 1354 wordt zijn gebeente tot reliek erkend. Elk jaar rond 11 oktober worden de relieken in een prachtig zilveren schrijn door de straten van de stad gedragen. Elke 25 jaar controleert men of de zegels waarmee de reliekkoffer gesloten is nog intact zijn en bevestigt men de echt-heid van het gebeente. 2015 is zo’n bijzonder Gum-marusjaar.

Jimmy Kets Sint-Gumarusprocessie Lier, 12 oktober 2014

Page 22: Sint³. Macht der gewoonte. Jimmy Kets in Bruegelland

Sint3p.22 — Jimmy Kets

Sint-Hubertus

Volgens een legende was Hubertus als jonge man verzot op de jacht. Eens, toen hij op een Goede Vrijdag aan het jagen was, kwam hij oog in oog te staan met een wit hert dat tussen het gewei een kruis droeg. Na dit visioen bekeerde hij zich tot het chris-tendom. Hij werd bisschop van Tongeren-Maastricht en later van Luik. Hubertus is gewoonlijk afgebeeld als jager.

De naamdag van Sint-Hubertus valt op 3 novem-ber. Op veel plaatsen in Vlaanderen wordt op of rond die datum een viering ter ere van de heilige georga-niseerd. Mensen kunnen dan met hun huisdieren een eucharistieviering bijwonen waar gewijd Sint-Huber-tusbrood wordt uitgedeeld tegen hondsdolheid. Na de dienst worden paarden, honden en andere huis-dieren voor de kerk gezegend. Omdat Hubertus de patroonheilige van de jacht is, worden Sint-Huberts-vieringen vaak opgeluisterd door jachthoornblazers.

Jimmy KetsSint-Hubertusviering Lier, 9 november 2014

Sint3p.23 — Jimmy Kets

Sint-Antonius

Antonius de Grote leeft vele jaren als kluize-naar in de Egyptische woestijn. Hij wordt algemeen beschouwd als de stichter van het kloosterwezen. Hij gaat gekleed als een oude, baardige man in mon-nikspij, met als voornaamste attributen een staf, een bel en een varken.

Antonius Abt is de patroonheilige van onder meer de slagers en varkenshoeders en hij wordt ook aanbeden ter bescherming van de dieren. Op en rond zijn naamdag 17 januari wordt op tal van plaat-sen in Vlaanderen een Sint-Antoniusviering gehou-den. Tijdens de eucharistieviering worden vleeswaren geofferd en gezegend en na de misdienst worden deze offerwaren per opbod verkocht. De opbrengst gaat naar een goed doel. Aan een Sint-Antoniusvie-ring kan ook een dierenzegening, een processie, een Sint-Antoniusvuur of een kermis verbonden zijn.

Jimmy KetsSint-AntoniusvieringKoningshooikt18 januari 2015

Page 23: Sint³. Macht der gewoonte. Jimmy Kets in Bruegelland

Sint3p.22 — Jimmy Kets

Sint-Hubertus

Volgens een legende was Hubertus als jonge man verzot op de jacht. Eens, toen hij op een Goede Vrijdag aan het jagen was, kwam hij oog in oog te staan met een wit hert dat tussen het gewei een kruis droeg. Na dit visioen bekeerde hij zich tot het chris-tendom. Hij werd bisschop van Tongeren-Maastricht en later van Luik. Hubertus is gewoonlijk afgebeeld als jager.

De naamdag van Sint-Hubertus valt op 3 novem-ber. Op veel plaatsen in Vlaanderen wordt op of rond die datum een viering ter ere van de heilige georga-niseerd. Mensen kunnen dan met hun huisdieren een eucharistieviering bijwonen waar gewijd Sint-Huber-tusbrood wordt uitgedeeld tegen hondsdolheid. Na de dienst worden paarden, honden en andere huis-dieren voor de kerk gezegend. Omdat Hubertus de patroonheilige van de jacht is, worden Sint-Huberts-vieringen vaak opgeluisterd door jachthoornblazers.

Jimmy KetsSint-Hubertusviering Lier, 9 november 2014

Sint3p.23 — Jimmy Kets

Sint-Antonius

Antonius de Grote leeft vele jaren als kluize-naar in de Egyptische woestijn. Hij wordt algemeen beschouwd als de stichter van het kloosterwezen. Hij gaat gekleed als een oude, baardige man in mon-nikspij, met als voornaamste attributen een staf, een bel en een varken.

Antonius Abt is de patroonheilige van onder meer de slagers en varkenshoeders en hij wordt ook aanbeden ter bescherming van de dieren. Op en rond zijn naamdag 17 januari wordt op tal van plaat-sen in Vlaanderen een Sint-Antoniusviering gehou-den. Tijdens de eucharistieviering worden vleeswaren geofferd en gezegend en na de misdienst worden deze offerwaren per opbod verkocht. De opbrengst gaat naar een goed doel. Aan een Sint-Antoniusvie-ring kan ook een dierenzegening, een processie, een Sint-Antoniusvuur of een kermis verbonden zijn.

Jimmy KetsSint-AntoniusvieringKoningshooikt18 januari 2015

Page 24: Sint³. Macht der gewoonte. Jimmy Kets in Bruegelland

Sint3p.24 — Jimmy Kets

Mariale Kinderprocessie(Vanaf 1 juli 2015)

Op de eerste zondag na Sacramentsdag (de tweede donderdag na Pinksteren) gaat in het be-gijnhof van Lier de Mariale Kinderprocessie uit. Na een eucharistieviering in de Margaretakerk trekt de optocht door het begijnhof, langs de stadsvest en enkele straten rondom. Ter verering van Maria wor-den haar heiligenbeelden uit de begijnhofkerk en de kerken van naburige parochies plechtig rondgedra-gen. Kinderen in oude processiekledij houden de mantel van stadspatroon Gummarus vast en strooien bloemblaadjes en papiersnippers. Een groep begij-nen begeleidt het begijnhofschrijn. Mannen dragen processievaandels met de beeltenis van de heilige Jozef. Achteraan loopt de priester met het Heilig Sa-crament.

Jimmy KetsMariale KinderprocessieLier, 7 juni 2015

Sint3p.25 — Jimmy Kets

Page 25: Sint³. Macht der gewoonte. Jimmy Kets in Bruegelland

Sint3p.24 — Jimmy Kets

Mariale Kinderprocessie(Vanaf 1 juli 2015)

Op de eerste zondag na Sacramentsdag (de tweede donderdag na Pinksteren) gaat in het be-gijnhof van Lier de Mariale Kinderprocessie uit. Na een eucharistieviering in de Margaretakerk trekt de optocht door het begijnhof, langs de stadsvest en enkele straten rondom. Ter verering van Maria wor-den haar heiligenbeelden uit de begijnhofkerk en de kerken van naburige parochies plechtig rondgedra-gen. Kinderen in oude processiekledij houden de mantel van stadspatroon Gummarus vast en strooien bloemblaadjes en papiersnippers. Een groep begij-nen begeleidt het begijnhofschrijn. Mannen dragen processievaandels met de beeltenis van de heilige Jozef. Achteraan loopt de priester met het Heilig Sa-crament.

Jimmy KetsMariale KinderprocessieLier, 7 juni 2015

Sint3p.25 — Jimmy Kets

Page 26: Sint³. Macht der gewoonte. Jimmy Kets in Bruegelland

Sint3Sint3p.26 — Jimmy Kets p.27 — Groene zaal

de gelovigen van de zonden en benadrukt de sterfelijkheid van de mens. Een arme vrouw leunend op een kruk wacht en kijkt toe hoe de priester de andere meer wel-stellende aanwezigen het kruis toedient. Charles De Groux, een belangrijk schilder binnen het realisme, lijkt hier te stellen dat arm en rijk gelijk zijn in het geloof.

34.Henri Leys

De mis is uit, 1866KMSKA inv. nr. 1370

Henri Leys haalt inspiratie uit de zestiende eeuw. Met heel veel zorg probeert hij een nauwkeurig beeld van het stadsleven weer te geven. Dat geldt voor gebouwen en voor de kleding. Hier hebben we geen diep landschap of doorkijk meer. De figuren worden op een vrij smal voorplan geplaatst. De kerk, geïnspireerd op de Gratiekapel in Antwerpen, en een paar huisjes doen dienst als een scherm.

35.Oude kopie naar Pieter Bruegel I

De dans der bruidKMSKA inv. nr. 973

In het midden dansen de bruiloftsgasten op de doedelzakmuziek. De bruid danst mee en is herkenbaar aan haar losse ha-ren en donkere jurk. Al dansen de boeren in koppels toch is het alsof ze allemaal 'zot' draaien in een beweging zonder begin of einde. Dit paneel is een vrij getrouwe, waarschijnlijk eigentijdse kopie van een schilderij van Pieter Bruegel I dat bewaard wordt in ‘The Detroit Institute of Arts’. De bovenste strook werd in de negentiende eeuw vervangen en volgt het origineel niet.

36.Pieter Brueghel II

Bruiloftsstoet, (1630)KMSKA inv. nr. 807

Volgens de gewoonte trekt de bruilofts-stoet langs de molen om de vruchtbaar-heid van het jonge gezin te bevorderen. De bruidegom loopt achter de doedel-zakspeler op weg naar de kerk en de vader, schoonvader en de rest van de mannen volgen. Een tweede doedelzak-speler begeleidt de bruid en de vrouwen. Achteraan bij de hoeves wordt het feest voorbereid.

37.Jan Steen

HuwelijksfeestKMSKA inv. nr. 339

In de zeventiende eeuw werden bruilof-ten gevierd met overvloedige maaltijden, danspartijen en ander vermaak, dat dagen kon duren. In dit schilderij brengt Jan Steen zo’n uitbundig huwelijksfeest in beeld, geheel in de traditie van de bruegeliaanse bruiloft. Grappige perso-nages en vermakelijke scènes bezorgen de toeschouwer volop kijkplezier.

38.Henri Leys

Vlaams bruiloftsfeest in de 17de eeuw, 1839

KMSKA inv. nr. 1094

De genodigden en bruidspaar verza-melen voor het huis. De feesttafel staat buiten voor de deur. Het houten poortje met de begroeiing en trouwens de hele opbouw van de scène doet denken aan het werk van David Teniers II. Ook

Page 27: Sint³. Macht der gewoonte. Jimmy Kets in Bruegelland

Sint3Sint3p.26 — Jimmy Kets p.27 — Groene zaal

de gelovigen van de zonden en benadrukt de sterfelijkheid van de mens. Een arme vrouw leunend op een kruk wacht en kijkt toe hoe de priester de andere meer wel-stellende aanwezigen het kruis toedient. Charles De Groux, een belangrijk schilder binnen het realisme, lijkt hier te stellen dat arm en rijk gelijk zijn in het geloof.

34.Henri Leys

De mis is uit, 1866KMSKA inv. nr. 1370

Henri Leys haalt inspiratie uit de zestiende eeuw. Met heel veel zorg probeert hij een nauwkeurig beeld van het stadsleven weer te geven. Dat geldt voor gebouwen en voor de kleding. Hier hebben we geen diep landschap of doorkijk meer. De figuren worden op een vrij smal voorplan geplaatst. De kerk, geïnspireerd op de Gratiekapel in Antwerpen, en een paar huisjes doen dienst als een scherm.

35.Oude kopie naar Pieter Bruegel I

De dans der bruidKMSKA inv. nr. 973

In het midden dansen de bruiloftsgasten op de doedelzakmuziek. De bruid danst mee en is herkenbaar aan haar losse ha-ren en donkere jurk. Al dansen de boeren in koppels toch is het alsof ze allemaal 'zot' draaien in een beweging zonder begin of einde. Dit paneel is een vrij getrouwe, waarschijnlijk eigentijdse kopie van een schilderij van Pieter Bruegel I dat bewaard wordt in ‘The Detroit Institute of Arts’. De bovenste strook werd in de negentiende eeuw vervangen en volgt het origineel niet.

36.Pieter Brueghel II

Bruiloftsstoet, (1630)KMSKA inv. nr. 807

Volgens de gewoonte trekt de bruilofts-stoet langs de molen om de vruchtbaar-heid van het jonge gezin te bevorderen. De bruidegom loopt achter de doedel-zakspeler op weg naar de kerk en de vader, schoonvader en de rest van de mannen volgen. Een tweede doedelzak-speler begeleidt de bruid en de vrouwen. Achteraan bij de hoeves wordt het feest voorbereid.

37.Jan Steen

HuwelijksfeestKMSKA inv. nr. 339

In de zeventiende eeuw werden bruilof-ten gevierd met overvloedige maaltijden, danspartijen en ander vermaak, dat dagen kon duren. In dit schilderij brengt Jan Steen zo’n uitbundig huwelijksfeest in beeld, geheel in de traditie van de bruegeliaanse bruiloft. Grappige perso-nages en vermakelijke scènes bezorgen de toeschouwer volop kijkplezier.

38.Henri Leys

Vlaams bruiloftsfeest in de 17de eeuw, 1839

KMSKA inv. nr. 1094

De genodigden en bruidspaar verza-melen voor het huis. De feesttafel staat buiten voor de deur. Het houten poortje met de begroeiing en trouwens de hele opbouw van de scène doet denken aan het werk van David Teniers II. Ook

Page 28: Sint³. Macht der gewoonte. Jimmy Kets in Bruegelland

Sint3 Sint3p.28 — Groene zaal

accessoires als de koelemmer en het stilleven in de rechterbenedenhoek ge-tuigen van Leys’ bewondering voor deze zeventiende-eeuwse schilder.

39.Théodore Gérard

De genodigden op het bruiloftsbal, (1882)

KMSKA inv. nr. 1073

Een beeld vol nostalgie en sentiment, een verheerlijking van een landelijk leven dat nooit bestaan heeft? De ruimte-indeling herinnert aan het werk van Leys. Het interieur met trap en balustrade laat toe om een hele parade personages op te voeren met bijzondere aandacht voor kleding of zoals hier klederdracht. Bij-zonder mooi geeft Gérard het dansend koppel in het midden op de verdieping weer dat naar het raam toe danst. De biedermeier ontstond in Midden-Europa maar was ook hier heel populair. Schil-derijen in deze stijl tonen een aantrekke-lijke wereld met veel gezelligheid, zonder diepgang of zorgen.

40.Willem Linnig II

Na het bruiloftsfeest, (1875) KMSKA inv.nr. 2528

Willem Linnig II was een zeer productief schilder en graficus. Zijn geestige gen-restukken en vlot geschilderde stillevens kregen heel wat bijval. In dit schilderij toont de kunstenaar zich op zijn best. Hij registreert met verve de resten van een trouwpartij. Op de slordige feesttafel staan gebruikte glazen, flessen, kopjes en bord-jes, het bruidsboeket en zelfs een blauwe kousenband liggen op de vloer en de onderjurk van de bruid is op een stoel ach-

tergelaten. Het feestgedruis is verstomd. Twee muisjes peuzelen ongestoord aan de kruimels van het bruiloftsmaal.

41.Henri De Braekeleer

Stillevenbenodigdheden, (1885)KMSKA inv. nr. 2701

Een stilleven van stillevenbenodigd-heden. Een tafel met aardewerk en porselein, mooie voorbeelden van textiel op de stoel. Typisch voor zijn laatste jaren schildert hij in kleine vlekjes en veegjes, een weelderige techniek die de voorwerpen vult met licht en kleur. Het lijkt een oefening en inderdaad veel van deze voorwerpen en elementen komen terug in de interieurscènes.

42.Henri De Braekeleer

Schilderijenhertoetser, 1876KMSKA inv. nr. 1359

Een schilderij over het schilderen, over het ambacht. De scène is heel herkenbaar: de stoelen, de vazen en potten op de kast rechts, maar uiteraard vallen zijn schilde-rijen meteen op. De Braekeleer schildert wel meer schilderijen in schilderijen en toont zich zo als een groot kopiist en niet uitsluitend van zijn eigen werk maar in ander werk ook van oude meesters.

43.Henri De BraekeleerPlaatdrukker, 1875

KMSKA inv. nr. 1360

Dit schilderij valt op door en zeer precieze techniek en kleurgebruik. De stofweergave is uitzonderlijk. De spons

p.29 — Groene zaal

naast de fles op het stoeltje linksonder. De inktvodden en spullen op het tafeltje rechts. Elk detail is met eenzelfde zorg uitgewerkt tot de drukker toe. Lichtinval en schaduw versmelten de verschillende elementen tot een geheel en brengen alles in evenwicht: het vel papier op de kist rechts beneden en het schap links-boven. Het glas, hoog op de kast, en de pigmenten in het mandje op de boeken.

44.Henri De Braekeleer

De man in de stoel, 1875KMSKA inv. nr. 1845

De Braekeleer heeft vaak het Brouwers-huis in Antwerpen als decor gebruikt. Ook zijn oom Henri Leys en vele anderen schilderden deze zaal. Het goudleer, de marmervloer en de ramen zijn uiterst geschikt om techniek en kunnen te laten zien. Dit schilderij werd door baron Georges Caroly gekocht en vervolgens in 1920 aan het Antwerpse museum geschonken.

45.Ferdinand De Braekeleer I

De dorpsschool, 1854KMSKA inv.nr. 1509

In dit schilderij brengt Ferdinand De Braekeleer het thema van de strenge schoolmeester op een levendige manier in beeld. Een norse, oude onderwijzer maakt gebruik van de roede om orde en rust te scheppen in zijn overvolle klas. De satirische prent ‘De ezel op de school’ naar Pieter Bruegel I was een invloed-rijke visuele bron voor de verbeelding van de chaotische schoolklas.

Page 29: Sint³. Macht der gewoonte. Jimmy Kets in Bruegelland

Sint3 Sint3p.28 — Groene zaal

accessoires als de koelemmer en het stilleven in de rechterbenedenhoek ge-tuigen van Leys’ bewondering voor deze zeventiende-eeuwse schilder.

39.Théodore Gérard

De genodigden op het bruiloftsbal, (1882)

KMSKA inv. nr. 1073

Een beeld vol nostalgie en sentiment, een verheerlijking van een landelijk leven dat nooit bestaan heeft? De ruimte-indeling herinnert aan het werk van Leys. Het interieur met trap en balustrade laat toe om een hele parade personages op te voeren met bijzondere aandacht voor kleding of zoals hier klederdracht. Bij-zonder mooi geeft Gérard het dansend koppel in het midden op de verdieping weer dat naar het raam toe danst. De biedermeier ontstond in Midden-Europa maar was ook hier heel populair. Schil-derijen in deze stijl tonen een aantrekke-lijke wereld met veel gezelligheid, zonder diepgang of zorgen.

40.Willem Linnig II

Na het bruiloftsfeest, (1875) KMSKA inv.nr. 2528

Willem Linnig II was een zeer productief schilder en graficus. Zijn geestige gen-restukken en vlot geschilderde stillevens kregen heel wat bijval. In dit schilderij toont de kunstenaar zich op zijn best. Hij registreert met verve de resten van een trouwpartij. Op de slordige feesttafel staan gebruikte glazen, flessen, kopjes en bord-jes, het bruidsboeket en zelfs een blauwe kousenband liggen op de vloer en de onderjurk van de bruid is op een stoel ach-

tergelaten. Het feestgedruis is verstomd. Twee muisjes peuzelen ongestoord aan de kruimels van het bruiloftsmaal.

41.Henri De Braekeleer

Stillevenbenodigdheden, (1885)KMSKA inv. nr. 2701

Een stilleven van stillevenbenodigd-heden. Een tafel met aardewerk en porselein, mooie voorbeelden van textiel op de stoel. Typisch voor zijn laatste jaren schildert hij in kleine vlekjes en veegjes, een weelderige techniek die de voorwerpen vult met licht en kleur. Het lijkt een oefening en inderdaad veel van deze voorwerpen en elementen komen terug in de interieurscènes.

42.Henri De Braekeleer

Schilderijenhertoetser, 1876KMSKA inv. nr. 1359

Een schilderij over het schilderen, over het ambacht. De scène is heel herkenbaar: de stoelen, de vazen en potten op de kast rechts, maar uiteraard vallen zijn schilde-rijen meteen op. De Braekeleer schildert wel meer schilderijen in schilderijen en toont zich zo als een groot kopiist en niet uitsluitend van zijn eigen werk maar in ander werk ook van oude meesters.

43.Henri De BraekeleerPlaatdrukker, 1875

KMSKA inv. nr. 1360

Dit schilderij valt op door en zeer precieze techniek en kleurgebruik. De stofweergave is uitzonderlijk. De spons

p.29 — Groene zaal

naast de fles op het stoeltje linksonder. De inktvodden en spullen op het tafeltje rechts. Elk detail is met eenzelfde zorg uitgewerkt tot de drukker toe. Lichtinval en schaduw versmelten de verschillende elementen tot een geheel en brengen alles in evenwicht: het vel papier op de kist rechts beneden en het schap links-boven. Het glas, hoog op de kast, en de pigmenten in het mandje op de boeken.

44.Henri De Braekeleer

De man in de stoel, 1875KMSKA inv. nr. 1845

De Braekeleer heeft vaak het Brouwers-huis in Antwerpen als decor gebruikt. Ook zijn oom Henri Leys en vele anderen schilderden deze zaal. Het goudleer, de marmervloer en de ramen zijn uiterst geschikt om techniek en kunnen te laten zien. Dit schilderij werd door baron Georges Caroly gekocht en vervolgens in 1920 aan het Antwerpse museum geschonken.

45.Ferdinand De Braekeleer I

De dorpsschool, 1854KMSKA inv.nr. 1509

In dit schilderij brengt Ferdinand De Braekeleer het thema van de strenge schoolmeester op een levendige manier in beeld. Een norse, oude onderwijzer maakt gebruik van de roede om orde en rust te scheppen in zijn overvolle klas. De satirische prent ‘De ezel op de school’ naar Pieter Bruegel I was een invloed-rijke visuele bron voor de verbeelding van de chaotische schoolklas.

Page 30: Sint³. Macht der gewoonte. Jimmy Kets in Bruegelland

Sint3 Sint3p.30 — Groene zaal p.31 — Gele zaal

Gele zaal

p.31 — 36

Page 31: Sint³. Macht der gewoonte. Jimmy Kets in Bruegelland

Sint3 Sint3p.30 — Groene zaal p.31 — Gele zaal

Gele zaal

p.31 — 36

Page 32: Sint³. Macht der gewoonte. Jimmy Kets in Bruegelland

Sint3 Sint3p.32 — Gele zaal

46.Constant Permeke

Het gebakkraam, (1922)KMSKA inv. nr. 2991

Vanuit een redelijk hoog standpunt wordt het gebakkraam geschilderd. Links zit een man naast het fornuis een pijp te roken. Rechts vooraan zien we een vrouw met de uitgestalde smoutebollen en appelen… Opzij is er een doorkijkje naar de verbruikszaal. Het hele oppervlak is gevuld. De vormen zijn zwaar gete-kend en sterk vereenvoudigd. Donker en lichtcontrasten worden verlevendigd met groene, gele en rode accenten.

47.Pieter Brueghel IISint-Joriskermis

KMSKA inv. nr. 644

Op 23 april vieren de schutters het feest van Sint-Joris. De processie gaat net de kerk weer in maar iedereen is al wild aan het feesten. Er wordt gedanst en de herbergen zitten vol. De eerste ruzies barsten los terwijl de schutters nog in volle gang zijn met het prijsschieten om een nieuwe koning aan te duiden. Zoals vaak op deze tafereeltjes naar Bruegel I weet je niet waar eerst kijken.

48.Navolger van Adriaen Brouwer

DorpskermisKMSKA inv. nr. 5021

De nette stadslui die doorgaans zulke schilderijen kopen willen zich hiermee duidelijk distantiëren van het onbehou-wen volk. Een dorpskermis lijkt de plek waar alle beschaving ontbreekt. Ruzies

worden uitgevochten, er wordt volop ge-vreeën, mensen verliezen door overmatig drinken de controle over hun lichaam en geven over. En alles gebeurt in het openbaar, zomaar op straat, zelfs in de buurt van de kerk.

49.Peter van Engelen

MarkttoneelKMSKA inv. nr. 5000

Het is markt op een grote open ruimte. De herbergen hebben als steeds goed te doen. Links vooraan wordt het vee getoond en verhandeld en daar tegen-over wordt de verse oogst aangeboden, mandenvol. Maar er is nog veel meer te zien: kinderen spelen met de hond en opvallend groot in het midden is er een toneelopvoering aan de gang. Deze markt is een lust voor het oog en een zoekplaatje bovendien.

50.Jan Miense Molenaer

PrijsschietenKMSKA inv. nr. 679

Bij de molen is er ruime belangstelling voor de schutters tijdens het prijs-schieten. Vaak wordt de hoofdvogel aan een molenwiek bevestigd maar hier zien we een hoge staak. Zoals wel meer voorkomt bij Molenaer is het gezelschap vooraan heel levendig en gedetailleerd weergegeven terwijl de omgeving en het landschap wazig en dromerig blijven.

51.Charles Venneman

Vlaamse kermis, 1849KMSKA inv. nr. 1196

p.33 — Gele zaal

Charles Venneman schildert in het midden van de negentiende eeuw ker-mistaferelen die erg zeventiende-eeuws aandoen. Deze mooie grote formaten, geïnspireerd op het werk van Teniers en Van Ostade, lagen goed in de markt en vielen bijzonder in de smaak van de burgerij. Zo zelfs dat Venneman vanaf 1836 zijn loopbaan als decorateur/meubelschilder stopzet en zich uitslui-tend gaat toeleggen op een (genre-)schilderscarrière.

52.Paul Joostens

Processie in Veurne, 1931KMSKA inv. nr. 2817

Elke laatste zondag van juli trekt in Veurne de boetprocessie uit. Een plechtige kerkelijke omgang die terug-gaat tot diep in de zeventiende eeuw. Lijden en boetedoening zijn de rode draad. In de jaren dertig van de vorige eeuw raakt de Antwerpse kunstenaar Paul Joostens gefascineerd door de gotiek en haar mystiek. Processie in Veurne ontvouwt zich als een compo-sitie tussen middeleeuwen en moder-nisme. De boetelingen gaan gekleed in een ruwe donkere pij en torsen een zwaar houten kruis op de rug. Er gaat een huiveringwekkende dreiging uit van dit schilderij.

53.Felix Timmermans

ProcessieBruikleen Gommaar Timmermans

Timmermans schreef graag, maar liever nog tekende en schilderde hij. Als verteller met de pen en schilder met het penseel bespeelt hij op unieke wijze

de mogelijkheden van woord en beeld. Het processiemotief is voortdurend aanwezig in zijn werk: van het vroege boek ‘Pallieter’ (1916) - “En traag ging de processie voort (…). De zon scheen erover, en de koleuren blonken als dia-mant. De wind speelde met de kleeren en de klapperde in de vlaggen.” - tot dit late schilderwerk.

54.Felix TimmermansProcessie, 1920

Stedelijke Musea Lier inv.nr. 498

Het tafereel volgt nauw Timmermans’ kortverhaal ‘De Processie’ – nadien herwerkt tot ‘Landelijke processie’ – dat voor het eerst in 1920 in ‘De Amsterdammer’ verschijnt. Het verhaal beschrijft hoe een processie door een heuvelachtig landschap trekt en uitge-regend raakt. “(…) Vier oud-wordende vrouwen in wit mousselinen kleed, met blauwe sluier, droegen het grote scheef-hellend beeld van Sint-Elooi in bisschopskostuum, dat was van opengebersten-vijge-rood, doorregen van gouden draad. In d’ene hand hield hij zijn hamerken en in d’andere een rood houten boek met een hand die er verkeerd aan stond, lijk verwrongen door ’t flerecijn. (…)”.

55. tot 30 sept. 2015William A. Sherwood

Heilig Bloedprocessie, 1902KMSKA inv. nr. 2223/34

De Heilig Bloedprocessie herdenkt al meer dan acht eeuwen de aankomst in Brugge van een bergkristallen flesje met enkele druppels bloed van Jezus. Elk jaar op Hemelvaartsdag wordt het kostbare

Page 33: Sint³. Macht der gewoonte. Jimmy Kets in Bruegelland

Sint3 Sint3p.32 — Gele zaal

46.Constant Permeke

Het gebakkraam, (1922)KMSKA inv. nr. 2991

Vanuit een redelijk hoog standpunt wordt het gebakkraam geschilderd. Links zit een man naast het fornuis een pijp te roken. Rechts vooraan zien we een vrouw met de uitgestalde smoutebollen en appelen… Opzij is er een doorkijkje naar de verbruikszaal. Het hele oppervlak is gevuld. De vormen zijn zwaar gete-kend en sterk vereenvoudigd. Donker en lichtcontrasten worden verlevendigd met groene, gele en rode accenten.

47.Pieter Brueghel IISint-Joriskermis

KMSKA inv. nr. 644

Op 23 april vieren de schutters het feest van Sint-Joris. De processie gaat net de kerk weer in maar iedereen is al wild aan het feesten. Er wordt gedanst en de herbergen zitten vol. De eerste ruzies barsten los terwijl de schutters nog in volle gang zijn met het prijsschieten om een nieuwe koning aan te duiden. Zoals vaak op deze tafereeltjes naar Bruegel I weet je niet waar eerst kijken.

48.Navolger van Adriaen Brouwer

DorpskermisKMSKA inv. nr. 5021

De nette stadslui die doorgaans zulke schilderijen kopen willen zich hiermee duidelijk distantiëren van het onbehou-wen volk. Een dorpskermis lijkt de plek waar alle beschaving ontbreekt. Ruzies

worden uitgevochten, er wordt volop ge-vreeën, mensen verliezen door overmatig drinken de controle over hun lichaam en geven over. En alles gebeurt in het openbaar, zomaar op straat, zelfs in de buurt van de kerk.

49.Peter van Engelen

MarkttoneelKMSKA inv. nr. 5000

Het is markt op een grote open ruimte. De herbergen hebben als steeds goed te doen. Links vooraan wordt het vee getoond en verhandeld en daar tegen-over wordt de verse oogst aangeboden, mandenvol. Maar er is nog veel meer te zien: kinderen spelen met de hond en opvallend groot in het midden is er een toneelopvoering aan de gang. Deze markt is een lust voor het oog en een zoekplaatje bovendien.

50.Jan Miense Molenaer

PrijsschietenKMSKA inv. nr. 679

Bij de molen is er ruime belangstelling voor de schutters tijdens het prijs-schieten. Vaak wordt de hoofdvogel aan een molenwiek bevestigd maar hier zien we een hoge staak. Zoals wel meer voorkomt bij Molenaer is het gezelschap vooraan heel levendig en gedetailleerd weergegeven terwijl de omgeving en het landschap wazig en dromerig blijven.

51.Charles Venneman

Vlaamse kermis, 1849KMSKA inv. nr. 1196

p.33 — Gele zaal

Charles Venneman schildert in het midden van de negentiende eeuw ker-mistaferelen die erg zeventiende-eeuws aandoen. Deze mooie grote formaten, geïnspireerd op het werk van Teniers en Van Ostade, lagen goed in de markt en vielen bijzonder in de smaak van de burgerij. Zo zelfs dat Venneman vanaf 1836 zijn loopbaan als decorateur/meubelschilder stopzet en zich uitslui-tend gaat toeleggen op een (genre-)schilderscarrière.

52.Paul Joostens

Processie in Veurne, 1931KMSKA inv. nr. 2817

Elke laatste zondag van juli trekt in Veurne de boetprocessie uit. Een plechtige kerkelijke omgang die terug-gaat tot diep in de zeventiende eeuw. Lijden en boetedoening zijn de rode draad. In de jaren dertig van de vorige eeuw raakt de Antwerpse kunstenaar Paul Joostens gefascineerd door de gotiek en haar mystiek. Processie in Veurne ontvouwt zich als een compo-sitie tussen middeleeuwen en moder-nisme. De boetelingen gaan gekleed in een ruwe donkere pij en torsen een zwaar houten kruis op de rug. Er gaat een huiveringwekkende dreiging uit van dit schilderij.

53.Felix Timmermans

ProcessieBruikleen Gommaar Timmermans

Timmermans schreef graag, maar liever nog tekende en schilderde hij. Als verteller met de pen en schilder met het penseel bespeelt hij op unieke wijze

de mogelijkheden van woord en beeld. Het processiemotief is voortdurend aanwezig in zijn werk: van het vroege boek ‘Pallieter’ (1916) - “En traag ging de processie voort (…). De zon scheen erover, en de koleuren blonken als dia-mant. De wind speelde met de kleeren en de klapperde in de vlaggen.” - tot dit late schilderwerk.

54.Felix TimmermansProcessie, 1920

Stedelijke Musea Lier inv.nr. 498

Het tafereel volgt nauw Timmermans’ kortverhaal ‘De Processie’ – nadien herwerkt tot ‘Landelijke processie’ – dat voor het eerst in 1920 in ‘De Amsterdammer’ verschijnt. Het verhaal beschrijft hoe een processie door een heuvelachtig landschap trekt en uitge-regend raakt. “(…) Vier oud-wordende vrouwen in wit mousselinen kleed, met blauwe sluier, droegen het grote scheef-hellend beeld van Sint-Elooi in bisschopskostuum, dat was van opengebersten-vijge-rood, doorregen van gouden draad. In d’ene hand hield hij zijn hamerken en in d’andere een rood houten boek met een hand die er verkeerd aan stond, lijk verwrongen door ’t flerecijn. (…)”.

55. tot 30 sept. 2015William A. Sherwood

Heilig Bloedprocessie, 1902KMSKA inv. nr. 2223/34

De Heilig Bloedprocessie herdenkt al meer dan acht eeuwen de aankomst in Brugge van een bergkristallen flesje met enkele druppels bloed van Jezus. Elk jaar op Hemelvaartsdag wordt het kostbare

Page 34: Sint³. Macht der gewoonte. Jimmy Kets in Bruegelland

Sint3 Sint3p.34 — Gele zaal

relikwie door de straten van de stad gedragen in een plechtige en kleurrijke optocht. De Amerikaanse kunstenaar William A. Sherwood werkte vaak in Brugge. In 1902 wijdde hij een kleine prentenreeks aan de verering van het Heilig Bloed.

vanaf 1 okt. 2015Constant Permeke

De processie, (1919)KMSKA inv. nr. 3058

Constant Permeke is vooral bekend om zijn krachtige, monumentale tekeningen. Maar hij werkte ook vlug en op klein for-maat, bij wijze van schetsen. De proces-sie is zo’n pittige en volkse tekening. Het is feest in het dorp. De processie trekt uit. Enkele meisjes gaan voorop met een kleine meiboom, symbool van vrucht-baarheid en nieuw leven. Meimaand is Mariamaand, een periode van allerlei voorjaarsfeesten.

56.Felix Timmermans

Processie Bruikleen Gommaar Timmermans

Timmermans laat veel schetsen na waarin hij met enkele lijnen de essentie vat. Trefzeker en vanuit een ongewoon standpunt zet hij deze optocht van misdienaars en priesters neer. Het geeft de indruk dat hij zeer vertrouwd is met het tafereel. Geloof speelt een belangrijke rol in Timmermans’ leven en werk. Als devoot man is hij sterk gesteld op tradities en gebruiken. In zijn boeken krioelt het van heiligen en hun afbeeldingen. “Ze hebben zich in het dagelijks leven geweven als een druivelaar”, zo schrijft hij.

57.Constant PermekeDe pelgrims, 1913

Collectie Vlaamse Gemeenschap, lang-durige bewaargeving Stedelijk Museum

Lier inv.nr. 2021

Vijf monumentale figuren staan als don-kere schaduwen op het voorplan. De weg en het huis achter hen symboliseren de verlaten woonst en de afgelegde tocht. Krachtige borstellagen in sombere bruine kleuren accentueren hun harde le-vensaard. De sterk statische houding van de personages geven de toeschouwer een gevoel van verpletterende stilte.

58.Edmond Van Offel

Processie in 's Gravenwezel, 1951KMSKA inv. nr. 2954

De processie komt eraan. Meisjes in witte jurkjes lopen voorop en worden gevolgd door de grote meisjes die het Maria-beeld helpen dragen. Daarna volgen de vaandels en banieren. Aan de kant staan mensen te kijken en de huizen vlaggen ook op deze zonnige en feestelijke dag. Edmond Van Offel is veeleer bekend als boekbandontwerper en illustrator maar hier schildert hij de meiprocessie in het dorp waar hij woont.

59.Isidore Opsomer

Voor de processie, 1912Stedelijke Musea Lier inv.nr. 448

Een oude vrouw en een jong meisje wachten op de processie die voorbij-komt. Op tafel staan, naar aloude traditie, een Mariabeeld, kaarsen en bloemen

p.35 — Gele zaal

opgesteld. Deze anekdotische scène typeert de beginperiode van Opsomer. Tot 1914 haalt hij zijn onderwerpen in de stad Lier, haar bewoners en haar gebruiken.

60 & 61.Isidore Opsomer

Processie begijnhof Lier, 1909Stedelijke Musea Lier inv.nr. 447

Voorstudie processie begijnhof LierStedelijke Musea Lier inv.nr. 407

Zoals voor vele kunstenaars is ook voor Opsomer het Lierse begijnhof een onuit-puttelijke bron van inspiratie. In zijn be-ginjaren vindt hij er poëzie in de details van straten en huizen en taferelen, later vooral in de kleuren. Hij observeert en onderzoekt als jonge schilder de begijn-hofprocessie in al haar facetten, zo ge-tuige deze twee studies rond compositie, houding en emoties van de menselijke figuur. In 1909 realiseert hij een drieluik met de processie als onderwerp.

62.Edgard Tytgat

Bohémiens, 1922Collectie Vlaamse Gemeenschap, lang-durige bewaargeving Stedelijk Museum

Lier inv.nr. 2004

Het werk van Tytgat straalt een volkse eenvoud uit en is van een ontwapenende frisheid en ongekunsteldheid. Tytgat laat hele dimensies van het bestaan buiten beschouwing om steeds opnieuw de vertrouwde wereld van zijn dromerijen en jeugdherinneringen op te roepen. Daarom kan je hem tot op zekere hoogte vergelijken met de schrijver Felix Tim-mermans.

63.Floris Jespers

Harlekijn, 1925Collectie Vlaamse Gemeenschap, lang-durige bewaargeving Stedelijk Museum

Lier inv.nr. 2249

Het thema van de harlekijn of clown staat in het werk van de Antwerpse schilder Jespers symbool voor de kunstenaar. De achterglasschildering is als techniek afkomstig uit de Duitse en Oostenrijkse volkskunst en herontdekt door de Duitse expressioniste Gabriele Münter. De werk-wijze verloopt omgekeerd: je begint met de details en eindigt met de grondlaag.

64.Constant Permeke

Kermis, 1921KMSKA inv. nr. 2688

In de vroege jaren twintig willen mensen de oorlog zo gauw mogelijk vergeten. De schilders gooien zich op thema's als vermaak en vrije tijd en beelden familie-uitstapjes en kermissen af. Het is donker en vier figuren komen aanlopen uit een drukte van mensen en huisjes achteraan. Permeke experimenteert met diepte en ordening, met vorm en vervorming, met kleur en techniek. Het gaat over het schil-deren zelf en dat is heel anders dan de oude kermissen met verhalende elemen-ten en vaak moraliserende verwijzingen.

65.Gustave De Smet

De mosseleters, (1923)KMSKA inv. nr. 2160

In de jaren twintig van de vorige eeuw wordt volksvermaak zoals kermissen,

Page 35: Sint³. Macht der gewoonte. Jimmy Kets in Bruegelland

Sint3 Sint3p.34 — Gele zaal

relikwie door de straten van de stad gedragen in een plechtige en kleurrijke optocht. De Amerikaanse kunstenaar William A. Sherwood werkte vaak in Brugge. In 1902 wijdde hij een kleine prentenreeks aan de verering van het Heilig Bloed.

vanaf 1 okt. 2015Constant Permeke

De processie, (1919)KMSKA inv. nr. 3058

Constant Permeke is vooral bekend om zijn krachtige, monumentale tekeningen. Maar hij werkte ook vlug en op klein for-maat, bij wijze van schetsen. De proces-sie is zo’n pittige en volkse tekening. Het is feest in het dorp. De processie trekt uit. Enkele meisjes gaan voorop met een kleine meiboom, symbool van vrucht-baarheid en nieuw leven. Meimaand is Mariamaand, een periode van allerlei voorjaarsfeesten.

56.Felix Timmermans

Processie Bruikleen Gommaar Timmermans

Timmermans laat veel schetsen na waarin hij met enkele lijnen de essentie vat. Trefzeker en vanuit een ongewoon standpunt zet hij deze optocht van misdienaars en priesters neer. Het geeft de indruk dat hij zeer vertrouwd is met het tafereel. Geloof speelt een belangrijke rol in Timmermans’ leven en werk. Als devoot man is hij sterk gesteld op tradities en gebruiken. In zijn boeken krioelt het van heiligen en hun afbeeldingen. “Ze hebben zich in het dagelijks leven geweven als een druivelaar”, zo schrijft hij.

57.Constant PermekeDe pelgrims, 1913

Collectie Vlaamse Gemeenschap, lang-durige bewaargeving Stedelijk Museum

Lier inv.nr. 2021

Vijf monumentale figuren staan als don-kere schaduwen op het voorplan. De weg en het huis achter hen symboliseren de verlaten woonst en de afgelegde tocht. Krachtige borstellagen in sombere bruine kleuren accentueren hun harde le-vensaard. De sterk statische houding van de personages geven de toeschouwer een gevoel van verpletterende stilte.

58.Edmond Van Offel

Processie in 's Gravenwezel, 1951KMSKA inv. nr. 2954

De processie komt eraan. Meisjes in witte jurkjes lopen voorop en worden gevolgd door de grote meisjes die het Maria-beeld helpen dragen. Daarna volgen de vaandels en banieren. Aan de kant staan mensen te kijken en de huizen vlaggen ook op deze zonnige en feestelijke dag. Edmond Van Offel is veeleer bekend als boekbandontwerper en illustrator maar hier schildert hij de meiprocessie in het dorp waar hij woont.

59.Isidore Opsomer

Voor de processie, 1912Stedelijke Musea Lier inv.nr. 448

Een oude vrouw en een jong meisje wachten op de processie die voorbij-komt. Op tafel staan, naar aloude traditie, een Mariabeeld, kaarsen en bloemen

p.35 — Gele zaal

opgesteld. Deze anekdotische scène typeert de beginperiode van Opsomer. Tot 1914 haalt hij zijn onderwerpen in de stad Lier, haar bewoners en haar gebruiken.

60 & 61.Isidore Opsomer

Processie begijnhof Lier, 1909Stedelijke Musea Lier inv.nr. 447

Voorstudie processie begijnhof LierStedelijke Musea Lier inv.nr. 407

Zoals voor vele kunstenaars is ook voor Opsomer het Lierse begijnhof een onuit-puttelijke bron van inspiratie. In zijn be-ginjaren vindt hij er poëzie in de details van straten en huizen en taferelen, later vooral in de kleuren. Hij observeert en onderzoekt als jonge schilder de begijn-hofprocessie in al haar facetten, zo ge-tuige deze twee studies rond compositie, houding en emoties van de menselijke figuur. In 1909 realiseert hij een drieluik met de processie als onderwerp.

62.Edgard Tytgat

Bohémiens, 1922Collectie Vlaamse Gemeenschap, lang-durige bewaargeving Stedelijk Museum

Lier inv.nr. 2004

Het werk van Tytgat straalt een volkse eenvoud uit en is van een ontwapenende frisheid en ongekunsteldheid. Tytgat laat hele dimensies van het bestaan buiten beschouwing om steeds opnieuw de vertrouwde wereld van zijn dromerijen en jeugdherinneringen op te roepen. Daarom kan je hem tot op zekere hoogte vergelijken met de schrijver Felix Tim-mermans.

63.Floris Jespers

Harlekijn, 1925Collectie Vlaamse Gemeenschap, lang-durige bewaargeving Stedelijk Museum

Lier inv.nr. 2249

Het thema van de harlekijn of clown staat in het werk van de Antwerpse schilder Jespers symbool voor de kunstenaar. De achterglasschildering is als techniek afkomstig uit de Duitse en Oostenrijkse volkskunst en herontdekt door de Duitse expressioniste Gabriele Münter. De werk-wijze verloopt omgekeerd: je begint met de details en eindigt met de grondlaag.

64.Constant Permeke

Kermis, 1921KMSKA inv. nr. 2688

In de vroege jaren twintig willen mensen de oorlog zo gauw mogelijk vergeten. De schilders gooien zich op thema's als vermaak en vrije tijd en beelden familie-uitstapjes en kermissen af. Het is donker en vier figuren komen aanlopen uit een drukte van mensen en huisjes achteraan. Permeke experimenteert met diepte en ordening, met vorm en vervorming, met kleur en techniek. Het gaat over het schil-deren zelf en dat is heel anders dan de oude kermissen met verhalende elemen-ten en vaak moraliserende verwijzingen.

65.Gustave De Smet

De mosseleters, (1923)KMSKA inv. nr. 2160

In de jaren twintig van de vorige eeuw wordt volksvermaak zoals kermissen,

Page 36: Sint³. Macht der gewoonte. Jimmy Kets in Bruegelland

Sint3 Sint3p.36 — Gele zaal

feesten vaak voorgesteld door de schilders werkzaam in of rond Sint-Martens-Latem. Het mosselen gaan eten is overigens nog steeds een typisch uitje. Negen figuren zitten aan een recht-hoekige tafel en nemen bijna de gehele oppervlakte van het doek in beslag met een hondje in de linker benedenhoek. Daarachter twee doorkijkjes met figuren die in een ander gedeelte van het restau-rant zitten.

66.Charles Mertens

In ’t wafelhuis, 1895KMSKA inv.nr. 2088

In de loop van de negentiende eeuw gaan kunstenaars de herbergen van hun eigen tijd schilderen in plaats van die van Brouwer en Van Ostade. In het wafelhuis van Charles Mertens is geen plaats voor bier, tabak of vertier, maar wel voor wafels en oliebollen. Het is er ook stil: de bakker rust even uit, een ober ruimt op en twee klanten genieten van wat lekkers.

p.37

Page 37: Sint³. Macht der gewoonte. Jimmy Kets in Bruegelland

Sint3 Sint3p.36 — Gele zaal

feesten vaak voorgesteld door de schilders werkzaam in of rond Sint-Martens-Latem. Het mosselen gaan eten is overigens nog steeds een typisch uitje. Negen figuren zitten aan een recht-hoekige tafel en nemen bijna de gehele oppervlakte van het doek in beslag met een hondje in de linker benedenhoek. Daarachter twee doorkijkjes met figuren die in een ander gedeelte van het restau-rant zitten.

66.Charles Mertens

In ’t wafelhuis, 1895KMSKA inv.nr. 2088

In de loop van de negentiende eeuw gaan kunstenaars de herbergen van hun eigen tijd schilderen in plaats van die van Brouwer en Van Ostade. In het wafelhuis van Charles Mertens is geen plaats voor bier, tabak of vertier, maar wel voor wafels en oliebollen. Het is er ook stil: de bakker rust even uit, een ober ruimt op en twee klanten genieten van wat lekkers.

p.37

Page 38: Sint³. Macht der gewoonte. Jimmy Kets in Bruegelland

Sint3p.38 — Colofon

Colofon

Bezoekersgids bij ‘Sint³. Macht der gewoonte. Jimmy Kets in Bruegel-land’, 3 april 2015 t/m 6 maart 2016

Tekst: Siska Beele, Luc Coenen, Nanny Schrij-vers, Nico Van Hout en Griet Van Opstal

Beelden: Jimmy KetsVormgeving: Indianen

V.u. Rik Verwaest, Paradeplein 2 (bus 1)Lier

April 2015

Page 39: Sint³. Macht der gewoonte. Jimmy Kets in Bruegelland

Sint3

Bezoekersgids

Page 40: Sint³. Macht der gewoonte. Jimmy Kets in Bruegelland
Page 41: Sint³. Macht der gewoonte. Jimmy Kets in Bruegelland

Sint3p.5 — Inhoud

Introductiep.7 — 8

Rode zaalp.9 — 14

Groene zaalp.15 — 30

Jimmy Ketsp.19 — 26

Gele zaalp.31 — 36

Colofonp.38

Page 42: Sint³. Macht der gewoonte. Jimmy Kets in Bruegelland

www.bruegelland.be

Page 43: Sint³. Macht der gewoonte. Jimmy Kets in Bruegelland

Sint3p.7 — Introductie

Voor het vijfde jaar op rij pakken het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen en het Stedelijk Museum Lier uit met Bruegelland. De ten-toonstelling onderzoekt de invloed van Pieter Bruegel de oude op de schilderkunst in de Lage Landen. De opstelling is herschikt en de focus werd verlegd. Deze editie heeft als centraal thema religieuze tradi-ties als bruiloftsstoeten, bedevaarten, kersttaferelen, kermissen, processies enz.

Internationaal gevierd fotograaf Jimmy Kets (Lier °1979) kreeg de vraag om de nieuwe presen-tatie aan te vullen met reportages over nog levende heiligentradities in zijn geboortestad. Kets brengt de processie van Sint-Gummarus, de dierenwijding van Sint-Hubertus en de verdeling van voedsel op de naamdag van Sint-Antonius op zijn heel eigen manier in beeld. Sint³ in de titel verwijst naar het drieluik rond de heiligen Gummarus, Hubertus en Antonius. Later in het jaar volgen Kets’ beelden van de Mariale Kinderprocessie die op de eerste zondag na Sacra-mentsdag in het Lierse begijnhof uitgaat.

Net zoals Pieter Bruegel I registreert Jimmy Kets het leven van alledag met open blik. Hoewel beide kunstenaars een verschillend standpunt innemen - Bruegel bekijkt de mens en zijn doen en laten van op een afstand terwijl Kets heel dicht op zijn onderwerp zit – hebben ze gemeen dat ze de toeschouwer op een andere manier doen kijken naar wat gewoon en

Page 44: Sint³. Macht der gewoonte. Jimmy Kets in Bruegelland

p.44 — Rode zaal Sint3