stad poperinge verzoek tot raadpleginghet kleinstedelijk gebied. ook het appelgoedje fase 2 kwam op...
TRANSCRIPT
baro
n ru
zett
elaa
n 35
| 8
310
brug
ge |
tel
(05
0) 3
6 71
71
| fa
x (0
50)
35 6
8 49
| w
ww
.wvi
.be 05171
S t a d P o p e r i n g eV e r z o e k t o t r a a d p l e g i n g
R U P P r o v e n s t e e n w e g
R U P _ 3 3 0 2 1 _ 2 1 4 _ 0 0 0 1 1 _ 0 0 0 0 1
s e p t e m b e r 2 0 0 9
3w v i | s e p t e m b e r ‘ 0 9 | v e r z o e k t o t r a a d p l e g i n g
1. Inlichtingen en coördinaten van de initiatiefnemer
Initiatiefnemer:Stad PoperingeGrote Markt 18970 PoperingeTel: 057/33 40 81Fax: 057/33 75 81
contactpersoon:Ingrid De Crock: [email protected]
Opdrachthouder:WviBaron Ruzettelaan 358310 Assebroekcontactpersoon:Björn Denecker: [email protected] Van Ackere: [email protected] Swerts: [email protected] Mahieu [email protected]
2. Beschrijving en verduidelij-king van het voorgenomen plan en in voorkomend geval redelijke alternatieven voor het plan of onderdelen ervan
Het RUP Provensteenweg betreft de actualisatie van het bestaande BPA Provensteenweg gelegen in de stad Poperinge binnen de stadsring. Er komen woon-inbreidingsprojecten, nabestemming wonen wordt ge-geven aan enkele ambachtelijke zones en een lokale handelszone wordt heringericht.
2.1. Beslissing tot opmaakDe gemeenteraad heeft beslist tot opmaak van het RUP Provensteenweg in zitting van 23 februari 2006.Het College van Burgemeester en Schepenen heeft in zitting van 26 april 2006 de wvi aangesteld als ontwer-per van het RUP Provensteenweg.Aanvullende diensten (onteigeningsplan, inrichtings-studie Proones, haalbaarheidsstudie) voor het RUP werden door het College van Burgemeester en Sche-penen in zitting van 11 april 2007 toegekend aan de wvi.
2.2. DoelstellingHet Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan (GRS) Poperinge werd op 4 november 2004 goedgekeurd.
De doelstellingen van het RUP Provensteenweg zijn:
Het RUP heeft als bedoeling de voorgestelde acties in het afbakeningsproces kleinstedelijk gebied en in het GRS Poperinge juridisch uitvoerbaar te maken.
Ingevolge een aantal ontwikkelingen m.b.t. de ruim-telijke ordening binnen de stad Poperinge, dient een
RUP opgemaakt te worden ter vervanging van het hui-dige BPA Provensteenweg.
Het BPA dient op volgende punten te worden aange-past via de opmaak van een RUP:
site Gasthuisstraat-Duinkerkestraat : wijzigen van een zone met als bestemming ‘zone voor open-baar nut’ en een deel van de ‘zone voor gesloten bebouwing’ naar een zone waar (sociale) wo-ningbouw mogelijk wordt. Door de ontwikkeling van een (sociaal) woonproject/projectzone ligt het voor de hand dat de aanpalende ambachtelijke zone ook een nabestemming wonen meekrijgt. Voor deze site wordt d.m.v. ontwerpend onderzoek de mogelijkheden voor het (sociaal) woonproject afgetast. In het bijzonder wordt de mogelijkheid onderzocht in hoeverre dit stadsvernieuwingspro-ject als scharnierpunt kan optreden tussen het his-torisch weefsel en de recente stadsuitbreidingen (verkavelingen Klimop en Sint Andrieshof). Nadat het concept van deze site is voorgelegd aan het bestuur en de betrokken actoren en eventueel is bijgestuurd, worden de krachtlijnen ervan vertaald in het RUP. site Freinetschool : aanpassen van de bestem-mingszone ‘gesloten bebouwing’ ter hoogte van de plaatselijke Freinetschool langsheen de Werf in een ‘zone voor gemeenschapsvoorzieningen’; in het BPA Provensteenweg is een voetweg inge-
tekend tussen de Duinkerkestraat en de verkave-ling Busseniershof. De situering van de voetweg tussen het verkavelingsplan en het BPA stemmen niet overeen, waardoor deze zone niet langer reali-seerbaar is en beter geschrapt wordt.Proones: afhankelijk van de resultaten van de berekening van de woonbehoefte ingevolge de
4 v e r z o e k t o t r a a d p l e g i n g | s e p t e m b e r ‘ 0 9 | w v i
afbakening van het kleinstedelijk gebied Poperinge door de provinciale dienst ruimtelijke ordening en mobiliteit (DRUM), zal een woonuitbreidingsge-bied, palend aan de huidige verkaveling Proones (Koestraat), mee in het plangebied worden opge-nomen. Daar het huidige verkavelingsplan voor ‘Proones 2e fase’ het streefcijfer met een woning-dichtheid van 25 woningen/hectare niet haalt, dient een inrichtingstudie rond dichtheden opgemaakt te worden. Nadat deze studie is voorgelegd aan het bestuur en eventueel bijgestuurd, worden de krachtlijnen ervan vertaald in het RUP.de stedenbouwkundige voorschriften voor de zone
voor residentieel woongebied en de zone voor gesloten bebouwing moeten op een aantal punten worden aangepast.twee handelszones met bijhorende parkeerzone : er dient onderzocht te worden of er zich langs de Werf/Duinkerkestraat, op de site die in het huidige BPA bestemd is voor handel, een grootdistribu-tiebedrijf kan gevestigd worden. Daartoe dient een haalbaarheidsstudie opgemaakt te worden, waarbij o.a. de verkeersafwikkeling en ruimtelijke aspecten worden bekeken. Er is een grondige evaluatie gewenst van de eventuele maatregelen die zouden moeten getroffen worden indien er zich een grootdistributiebedrijf zou vestigen.
indien blijkt uit de studie dat de vestiging van
een grootdistributiebedrijf haalbaar is, dan worden de bestemming en voorschriften van de betreffende site in die zin gewijzigd. Tevens worden dan de bestemming en de voorschriften van de andere in het BPA voorziene handels-zone ten noorden van de Duinkerkestraat gewijzigd zodat de handelbestemming overgaat in een woonbestemming.
indien blijkt uit de studie dat de vestiging van
een grootdistributiebedrijf niet haalbaar is, dan worden beide handelszones voorzien in het hui-dige BPA behouden in het RUP, met eventueel de mogelijkheid van een nevenactiviteit
Daar tijdens de opmaak van het RUP het document afbakening kleinstedelijk gebied Poperinge gefi nali-seerd werd, is beslist om de westelijke grens van het RUP te laten samenvallen met de afbakeningslijn van het kleinstedelijk gebied. Ook het Appelgoedje fase 2 kwam op die manier binnen het RUP te liggen. Voor dit aan te snijden woonuitbreidingsgebied -in handen van SHM Ons Onderdak- dient eveneens een inrichting-studie opgemaakt te worden.
Tevens wordt een woonstudie opgemaakt met als doel een totaalbeeld te krijgen op het sociaal patrimonium binnen de stad op vandaag en anderzijds een ruimte-lijke differentiatie zowel wat betreft het sociaal aandeel als dichtheden door te voeren in toekomstig te plan-nen en te realiseren woonprojecten. Deze woonstudie dient dan als basis voor het voeren van een beleid van ruimtelijke differentiatie (sociale mix en dichtheden) in de nieuw aan te snijden woongebieden binnen het RUP Provensteenweg en het RUP OLV Kerk.
Reikwijdte en detailleringsniveau van het voorgenomen RUP Provensteenweg.
er worden stedenbouwkundige voorschriften vast-
gesteld tot op perceelsniveau
2.3. Situering van het plangebiedHet plangebied is gelegen ten westen van de bin-nenstad van Poperinge, ruimtelijk begrensd door de Diepemeers (N347), de Zuidlaan (ring), de Bomme-laarsbeek, de Werf, de Gasthuisstraat, Pottestraat, Krombekestraat.Aansluitend tegen de stadskern bestaat het plange-bied uit een dicht stadsweefsel met een aantal his-torisch waardevolle gebouwenen. Verder komt langs de Pottestraat en Krombekestraat voornamelijk een aaneengesloten bebouwing voor. De binnengebieden zijn opgevuld met recente verkavelingen, waarbij de groenzones langs de Hipshoekbeek en de Bomme-laarsbeek nog voor de zeldzame open ruimte zorgen.
Tegen de ringweg aan liggen nog twee omvangrijke aan te snijden binnengebieden voor wonen met elk een oppervlakte van ca. 5 hectare (Proones fase 2 en Appelgoedje fase 2). Daarnaast ligt een aan te snijden woonuitbreidingsgebied “Zwijnlandstraat” van ca. 5 hectare en een wooninbreidingsgebied van ca. 1.5 hectare in het aangrenzende RUP OLV Kerk. Zie fi guur op pagina 6. De eventuele cumulatieve effecten hiervan worden onder punt 3.14 besproken.
De Diepemeers - Duinkerkestraat neemt vandaag de rol van het ontbrekend stuk ringweg op. Parallel met de Diepemeers loopt een oude spoorwegberm die als fi ets -en wandelpad werd ingericht.
Het deel van de stadskern begrensd door de Hond-straat, Burgemeester Bertenplein, Peperstraat en de Casselstraat gelegen in het BPA Provensteenweg wordt opgenomen in het RUP OLV-kerk in opmaak.
5w v i | s e p t e m b e r ‘ 0 9 | v e r z o e k t o t r a a d p l e g i n g
Het op te maken RUP Provensteenweg bestrijkt een gebied van 76 ha 03 a en 95 ca onderverdeeld in:
zone 1: zone voor aaneengesloten bebouwing- 70 349m²
zone 2: zone voor open en/of halfopen bebouwing-
381 278m²zone 3: meergezinswoningen - architecturaal geheel -
6 707 m²zone 4: projectzone Proones uitbreiding- 51 179m²
zone 5: projectzone ‘t Appelgoedje uitbreiding- 55 294m²
zone 6: projectzone wooninbreiding- 14 985m²
zone 7: zone voor gemeenschapsvoorzieningen-
6 088m²zone 8: zone voor ambacht, nabestemming wonen-
27 416 m²zone 9: zone voor handel- 7 339m²
zone 10: garagezone- 3 196m²
zone 11: zone voor private wegenis- 2 105m²
zone 12: openbaar domein- 79 522m²
zone 13: zone voor waterloop- 3 371m²
zone 14: tuinzone- 2 118m²
zone 15: groenzone- 41 764m²
zone 16 bouwvrije zone- 1 087m²
Kaart : situering plangebied
6 v e r z o e k t o t r a a d p l e g i n g | s e p t e m b e r ‘ 0 9 | w v i
naam projectgebied grootte projectgebied aantal woningen (bij benadering)slachthuissite 1 ha 00 a 00 ca 50CBO De Mandel 0 ha 67 a 07 ca 48Sint Andrieshof - uitbreiding 1 ha 32 a 95 ca 33‘t Appelgoedje - uitbreiding 5 ha 44 a 08 ca 136Proones - fase 2 4 ha 80 a 87 ca 120Zwijnlandstraat (RUP OLV Kerk) 4 ha 81 a 47 ca 120Boomgaard-Koestraat (RUP OLV Kerk) 1 ha 50 a 00 ca 40
7w v i | s e p t e m b e r ‘ 0 9 | v e r z o e k t o t r a a d p l e g i n g
2.4. Mogelijke alternatieven - nulalternatief
2.4.1. Mogelijke alternatievenDe opmaak van het RUP Provensteenweg kadert binnen het GRS, defi nitief aanvaard en goedge-keurd door de Bestendige Deputatie 04.11.2004. Het RUP Provensteenweg komt tegemoet aan de
gewenste ruimtelijke structuur zoals geformuleerd in het GRS.Alternatieve zones voor het aansnijden van woon-
uitbreiding werden onderzocht in het kader van de afbakening kleinstedelijk gebied (AKSG) Poperinge. Het RUP ligt volledig binnen de afbakeningslijn kleinstedelijk gebied Poperinge. Het aansnijden van de woonuitbreidingsgebieden Proones en ‘t Appelgoedje dienen gedeeltelijk de behoefte aan bijkomende woongelegenheden voor de periode 2007-2017 op te vangen en is conform de locatie-keuzes in het PRUP AKSG Poperinge.
2.4.2. NulalternatiefIndien het RUP Provensteenweg niet wordt opge-
maakt, kan de woonbehoefte van Poperinge niet opgevangen worden, wat nefast zou zijn voor de bevolkingsaangroei.
2.5. Afbakening van het toepassings-gebied en de plan-merplicht
Fase 3: Bepaling van de plicht tot opmaak van een plan-merBij plannen en programma’s die ‘van rechtswege’ onderworpen zijn aan de plan-MER-plicht is er geen voorafgaande toetsing vereist daar er op onweerleg-bare wijze wordt vermoed dat deze plannen en pro-gramma’s aanzienlijke milieueffecten kunnen hebben.
Men onderscheidt twee groepen van plannen en pro-gramma’s:a) plannen en programma’s, of de wijziging ervan, die tegelijkertijd
een kader vormen voor de toekenning van een
vergunning voor de in bijlagen I en II van het be-sluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004 opgesomde projectenniet het gebruik regelen van een klein gebied op
lokaal niveau, noch een kleine wijziging inhoudenbetrekking hebben op landbouw, bosbouw, visserij,
energie, industrie, vervoer, afvalstoffenbeheer, waterbeheer, telecommunicatie, toerisme en ruim-telijke ordening of grondgebruik (artikel 4.2.3, §2, 1° D.A.B.M.);
b) plannen en programma’s of de wijziging ervan waar-voor, gelet op de mogelijke betekenisvolle effecten op speciale beschermingszones, een passende beoorde-ling vereist is (artikel 4.2.1, tweede lid D.A.B.M.).
Het RUP Provensteenweg is niet van rechtswege on-derworpen aan de plan-mer-plicht want het vormt niet het kader voor de toekenning van een vergunning voor een project opgesomd in bijlage I of II van het Besluit van de Vlaamse Regering van 10-12-2004 (de steden-bouwkundige voorschriften voorzien voor de handels-zone van 7339m² een 1300m² bruto vloeroppervlakte, een parking voor 110 wagens (3300m²) en een groen-zone zodat het RUP niet kadervormend is voor een project met een bruto vloeroppervlakte van meer dan 5000m²), het regelt niet het gebruik van een relatief klein gebied op lokaal niveau (totale oppervlakte RUP is 76 ha 03 a 95 ca wat bijna 1/5 van het kleinstede-lijk gebied van Poperinge is), het houdt geen kleine wijziging in (387 bijkomende woningen op een opper-vlakte van 13 ha 24 a 97 ca die op heden niet ontwik-keld is en een herinrichting van een handelszone voor
een grootdistributiebedrijf), het heeft betrekking op de ruimtelijke ordening.In de buurt van het plangebied (op minder dan 2km) bevinden zich geen Vogelrichtlijn- of Habitatrichtlijnge-bieden zodat er geen passende beoordeling vereist is.
Conclusie: Het RUP Provensteenweg valt onder de screenings-plicht.
8 v e r z o e k t o t r a a d p l e g i n g | s e p t e m b e r ‘ 0 9 | w v i
3. Een beschrijving en een inschatting van de mogelijke aanzienlijke milieu-effecten van het voorgenomen plan of programma
Hier wordt een overzicht gevraagd van de mogelijke aanzienlijke milieueffecten van het plan of programma op:
de gezondheid en veiligheid van de mens
de ruimtelijke ordening
de biodiversiteit
de fauna en fl ora
de energie- en grondstoffenvoorraden
de bodem
Ingreepeffectenschema
Ingreep Omvang in ruimte en tijd Lucht Geluid en trillingen
Licht, warmte stralingen
Bodem Water Geur Landschap Mobiliteit Fauna en fl ora
Opp (m²) DuurAanlegfaseAanleg wegenis, nutsvoorzieningen, groenzones
T N* N* N P/N* P/N* N P/N* N P/N*
Bouw woningen in projectzones T N* N* N P/N* P/N* N P/N* N P/N*Verbouwen handelszone T N* N* N P/N* P/N* N P/N* N P/N*Exploitatiefasebewoning/handel P N N N N N N N N Nbijkomende mobiliteit woonzone P N* N* N N N N N N* Nbijkomende mobiliteit handelszone P N* N* N N N N N N* Nafvoer hemelwater P N N N N* N* N N N Nafvoer afvalwater P N N N N N* N N N Nverwarming P N* N N N N N N N Nverlichting P N N N* N N N N N N
N: niet signifi cant effect – N*: waarschijnlijk niet signifi cant effect, effect zeer beperkt in ruimte en omvang, zeer lokaal effect – S: (waarschijnlijk) signifi cant effect – T: tijdelijk effect – P: permanent effect – O: positief effect – V: verder onderzoek noodzakelijk bij vergunningsaanvraag
de klimatologische factoren
het geluid
het water
de atmosfeer
het licht
de stoffelijke goederen
het cultureel erfgoed, met inbegrip van het
architectonisch en archeologisch erfgoedhet landschap
de mobiliteit
de samenhang tussen de genoemde factoren
Er wordt gebruik gemaakt van een ingreepeffecten-schema. De effecten waarvan vermoed wordt dat ze waarschijnlijk signifi cant zijn worden verder meer in detail onderzocht. Op de effecten die vermoedelijk niet signifi cant zijn worden minder diep ingegaan.
Bij de beoordeling van de effecten werd de bundeling van de twee handelzones reeds opgenomen
9w v i | s e p t e m b e r ‘ 0 9 | v e r z o e k t o t r a a d p l e g i n g
3.1. De gezondheid en de veiligheid van de mens
ReferentieHet doel van het RUP Provensteenweg is een ac-
tualisatie van het bestaande BPA Provensteenweg (via wooninbreidingsprojecten, nabestemming wo-nen, ...) en het omzetten van woonuitbreidingsge-bieden in woongebied Het plangebied is een gebied met voornamelijk de
woonfunctie.Er zijn geen Seveso-inrichtingen binnen het plange-
bied aanwezig.Binnen een perimeter van 2 km rond het plangebied
zijn geen Seveso-inrichtingen aanwezig.
Beschrijving effect De klemtoon binnen het RUP ligt op wooninbreiding en -uitbreiding. Waar nog bedrijvigheid voorkomt wordt dit gepast gebufferd t.a.v. de woonomgeving en krijgt de bedrijvigheid een nabestemming wonen. De handel-zones in het voormalige BPA worden gebundeld op één locatie.
ConclusieIn de omgeving van het RUP Provensteenweg lig-
gen geen Seveso-bedrijven, zodat bewoners en/of bedrijven in het plangebied geen risico’s lopen ver-bonden aan dergelijke bedrijven.Het RUP Provensteenweg vormt niet het kader voor
de oprichting van Seveso-bedrijven, zodat de om-wonenden niet blootgesteld worden aan de risico’s die dergelijke bedrijven met zich meebrengen.De uitvoering van het RUP Provensteenweg zal
geen bijkomende risico’s voor de gezondheid en de veiligheid van de omwonenden opleveren.
Kaart: gewestplan
3.2. De ruimtelijke ordening
ReferentieDe Stad Poperinge situeert zich in het arrondisse-
ment Ieper. Ieper maakt samen met de arrondisse-menten Veurne en Diksmuide deel uit van de regio de Westhoek. Het plangebied is gelegen ten westen van de bin-
nenstad van Poperinge en is volledig gelegen bin-nen de afbakeningslijn van het kleinstedelijk gebied van Poperinge.Het plangebied ligt overeenkomstig het gewestplan
Ieper-Poperinge (KB 14.08.1979) gedeeltelijk in woongebied en woonuitbreidingsgebied.Het gemeentelijk RUP Provensteenweg geeft uit-
voering aan het GRS en staat onderaan de hiërar-chie van de ruimtelijke uitvoeringsplannen.
Beschrijving effectDe klemtoon binnen het RUP ligt op wooninbreiding en -uitbreiding. Waar nog bedrijvigheid voorkomt wordt dit gepast gebufferd t.a.v. de woonomgeving en krijgt de bedrijvigheid een nabestemming wonen. De handel-zones in het voormalige BPA worden gebundeld op één locatie zie 3.13 mobiliteit.
ConclusieHet RUP veroorzaakt geen aanzienlijke of schadelijk ruimtelijke effecten t.a.v. de woonomgeving.
10 v e r z o e k t o t r a a d p l e g i n g | s e p t e m b e r ‘ 0 9 | w v i
3.3. De biodiversiteit, de fauna en de flora
ReferentieBinnen het plangebied van onderhavig RUP Pro-
vensteenweg zijn biologisch waardevolle gebieden gelegen:
het binnengebied gevormd door de Duinkerkes-
traat, Diepemeers, Krombekestraat, Pottestraat en Gasthuisstraat aangeduid als complex van biologisch minder waardevolle, waardevolle en zeer waardevolle elementen waaronder bomen-rijen (kb) en soortarm permanent cultuurgrasland (hp). Op vandaag is reeds een groot deel van dit binnengebied aangesneden als woongebied (verkavelingen Klimop, Sint Andrieshof).aan weerszijden van de Koestraat langs de
Bommelaarsbeek bevinden zich complexen van biologisch minder waardevolle en zeer waarde-volle elementen zoals bomenrijen (kb) en loof-houtaanplanten (n).
Er bevinden zich geen habitat- of vogelrichtlijnge-bieden in de onmiddellijke omgevingHet plangebied ligt niet in de omgeving van een ge-bied van het VEN/IVON
Beschrijving effectDe waardevolle gebieden langs de Bommelaars-
beek zijn bijna volledig opgenomen in een groen-zoneIn het binnengebied tussen de Duinkerkestraat en
de krombekestraat komen er woningen bij maar er wordt ook een groenzone gecreëerd en een water-bufferzone rond de Hipshoekbeek.
ConclusieDe waardevolle fauna of fl ora die verloren dreigt te gaan bij het uitvoeren van dit RUP is minimaal omdat er al een stuk van de waardevolle gebieden aange-sneden is als woongebied en van de overblijvende ge-bieden een groot deel opgenomen worden in groen-zones.
Kaart : biologische waarderingskaart
3.4. De energie- en grondstoffen-voorraden
ReferentieIn de omgeving van het plangebied liggen geen ont-ginningsgebieden.
ConclusieDe ontwikkeling van het plangebied als verkaveling brengt heeft geen gevolgen voor de verdere exploita-tie van enige ontginningsgebieden. Geen aanzienlijk effect.
3.5. De bodem
ReferentieBodemkaart: grote delen van het plangebied zijn
bebouwd, matig tot sterk gleyige kleibodem rond de Bommelaarsbeek en de Hipshoekbeek, matig droge tot matig natte zandleembodem in de rest van het plangebied.Landbouwtyperingskaart: het plangebied is inge-
kleurd als niet agrarisch gebied.GAS-kaart: Het plangebied behoort niet tot de ge-
wenste agrarische structuurErosiekaarten: erosiegevoelige zones rond de
Hipshoekbeek (grote hellingen) en de Bomme-laarsbeek.VLAREBO-activiteiten: Volgende bedrijven in de
Duinkerkestraat, binnen het plangebied, voeren VLAREBO-activiteiten uit:
bedrijf huisnr. activiteitBovan 146 metaalNoppe 113 garageDumon Yves 112 garage
11w v i | s e p t e m b e r ‘ 0 9 | v e r z o e k t o t r a a d p l e g i n g
In het studiegebied zijn geen bedrijven of activitei-
ten gevestigd onderworpen aan de milieuvergun-ningsplicht klasse 1 en waarvoor OVAM adviesbe-voegdheid heeft.Volgende bedrijven hebben gronden binnen het
plangebied die bij de gemeentediensten opgeno-men zijn in het register van verontreinigde gronden of het Gronden- en Informatieregister:
bedrijf straat huisnr. activiteitBovan Duinkerkestraat 146 metaalNoppe Duinkerkestraat 113 garageECG Diepenmeers 47 textielDamara Duinkerkestraat 19 vleesverwerkingThemilco Duinkerkestraat 19 voederverwerking
Kaart: bodemkaart
Kaart: erosiegevoeligheid
Kaart: gewenste agrarische structuur
Kaart: landbouwtyperingskaart
Beschrijving van het effectEnkele projectzones worden gepland in onbebouw-
de zones en oude industriële sitesEnkele gronden die opgenomen zijn in het Gron-
den- en Informatieregister bevinden zich in de am-bachtzones met nabestemming voor wonen maar waar geen concrete plannen voor zijn. Op de gronden in de Duinkerkestraat 19 behorende
tot de oude slachthuissite (afdeling 33021 pope-ringe 1, sectie F percelen 703N en 699L) komt een woonproject en een bufferbekken.Behalve het wijzigen van de handelszone wordt
aan de bodembestemming niet gewijzigd.Een deel van het erosiegevoelig gebied rond
de Hipshoekbeek en Bommelaarsbeek is reeds bebouwd, de rest wordt ofwel bebouwd of wordt opgenomen in een groenzone.
12 v e r z o e k t o t r a a d p l e g i n g | s e p t e m b e r ‘ 0 9 | w v i
Milderende maatregelenEr wordt een uitdovend beleid gevoerd naar de am-
bachtelijke zone’s.Er worden geen nieuwe Vlarebo activiteiten ver-
wacht.Op de gronden in de Duinkerkestraat 19 behorende
tot de oude slachthuissite (afdeling 33021 pope-ringe 1, sectie F percelen 703N en 699L) waar een woonproject en een bufferbekken komt is een ori-enterend bodemonderzoek uitgevoerd in 2001 en aansluitend een beschrijvend bodemonderzoek in 2002. Hoewel hieruit werd geconcludeerd dat er geen ernstige risico’s zijn en er geen bodemsane-ringsproject noodzakelijk is, is het toch wenselijk om hiermee rekening te houden bij de ontwikkeling van dit gebied.
ConclusieGeen signifi cante bijkomende effecten, mits het ne-men van milderende maatregelen.
3.6. Het water
ReferentieDoor het plangebied stroomt de Bommelaarsbeek
en de Hipshoekbeek, beiden categorie 3Het plangebied, behoort tot het bekken van de IJzer
en het deelbekken van het Hoppeland. Op 30 ja-nuari 2009 hechtte de Vlaamse Regering haar de-fi nitieve goedkeuring aan het bekkenbeheerplan. Het deelbekkenbeheerplan is momenteel nog niet defi nitief vastgesteld.Binnen het plangebied bevinden zich geen water-
wingebieden en beschermingszones type I, II of III, afgebakend volgens het Besluit van de Vlaamse Regering van 27-03-1985 houdende nadere rege-
len voor de afbakening van waterwingebieden en de beschermingszones.Het plangebied ligt in het oppervlaktewaterwinge-
bied van de Blankaart. De waterlopen Bommelaars-beek en Hipshoekbeek in het plangebied moeten voldoen aan de waterkwaliteitsnormen voor water bestemd voor waterproductie. Er zijn waterkwaliteitsgegevens beschikbaar over
de waterlopen in de onmiddellijke omgeving:In de Kortewerfstraat (meetpunt 984000) in het midden van het plangebied werd voor de Bom-melaartsbeek een BBI van 4 bepaald in 2005 of slechte kwaliteit en een prati-index van 5.25 of verontreinigd. Er is ook een meetpunt op de Hips-hoekbeek waar die het plangebied binnenkomt en voor de samenvloeing met de Bommelaartsbeek. Daar werd een in 2005 een prati-index van 0.51 of niet verontreinigd bepaald en een BBI gemeten van 6 of matige kwaliteit.
Watertoetskaarten:De kaart met overstromingsgevoelige gebieden (versie 2006) toont in het plangebied volgende ‘mo-gelijk overstromingsgevoelige (lichtblauwe kleur)’ gebieden:
een zone ten noorden van de woonwijk ‘t Appel-
goedje;de uitbreidingszone van de stadsverkaveling
Proones fase 2.In het plangebied zijn geen ‘effectief overstromings-
gevoelige gebieden (donkerblauwe kleur)’ aange-duid.Merk op dat er rond de Bommelaarsbeek ten zui-
den van de ring wel een zone wordt aangeduid als effectief overstromingsgevoelig gebied.
Kaart: overstromingsgevoelige gebieden
Hoewel de kaart voor het overige van het plange-
bied geen risicozones aanduidt voor overstromingen dient dit sterk genuanceerd te worden: deze kaart is o.a. gebaseerd op de NOG-kaart, toch werden de woongebieden volgens het gewestplan (behalve de woonuitbreidingsgebieden) buiten beschouwing ge-laten. Zodoende werd het plangebied grotendeels niet als overstromingsgevoelig aangeduid, hoewel deze toch deels van nature overstroombaar is. Tij-dens de hevige regens van juli 2007 is het gebied effectief overstroomd.
13w v i | s e p t e m b e r ‘ 0 9 | v e r z o e k t o t r a a d p l e g i n g
De kaart met de gebieden die gevoelig zijn voor grondwaterstroming ten behoeve van de water-toets werd opgemaakt om te kunnen nagaan in welke gebieden er minder of meer aandacht moet uitgaan naar de effecten van ingrepen op de grond-waterstroming. Deze stroming kan worden beïn-vloed of verstoord door ondergrondse constructies: tunnels, schachten, kelders, ondergrondse gara-ges, damwanden, kwelschermen, e.d. De richtlijnen voor de watertoets houden rekening met een dif-ferentiatie van Vlaanderen in 3 types van gebieden, volgens hun graad van gevoeligheid voor grondwa-terstroming. De kaart situeert het plangebied t.o.v. de grondwaterstromingsgevoelige gebieden:
het plangebied is in de ruime omgeving van de
loop van de Bommelaarsbeek en de Hipshoek-beek zeer gevoelig voor grondwaterstro-ming (type 1 - bruine kleur). Indien er in type 1 gebied een ondergrondse constructie gebouwd wordt met een diepte van meer dan 3 m of een horizontale lengte van meer dan 50 m dient advies aangevraagd te worden bij de bevoegde adviesinstantie (VMM- Afdeling Water West-Vlaanderen - Cel grondwater Zandstraat 255, 8200 Brugge).voor het overige is het plangebied matig gevoelig voor grondwaterstroming (type 2 - grijze kleur). Indien er in type 2 gebied een on-dergrondse constructie gebouwd wordt met een diepte van meer dan 5 m en een horizontale lengte van meer dan 100 m dient advies aan-gevraagd te worden bij de bevoegde adviesin-stantie (VMM- Afdeling Water West-Vlaanderen - Cel grondwater Zandstraat 255, 8200 Brugge).type 3 - groene kleur komen niet voor in het
plangebied.
Deze watertoetskaart met infi ltratiegevoelige gebieden is richtinggevend voor individuele ingrepen op lokaal niveau. Bij dergelijke ingrepen moet beslist worden of de aanleg van infi ltratievoorzieningen of waterdoor-latende verhardingen al dan niet zinvol zijn, en of er mogelijk schadelijke effecten kunnen optreden naar het grondwater toe, zowel kwantitatief als kwalitatief bij het al dan niet aanleggen van dergelijke voorzie-ningen.Deze kaart mag zeker niet ondoordacht worden ge-bruikt voor het voeren van een regionaal grondwater-beleid.
Kaart: grondwaterstromingsgevoelige gebieden
De kaart met de infi ltratiegevoelige bodems ten behoeve van de watertoets werd opgemaakt om te kunnen nagaan in welke gebieden er relatief gemakkelijk hemelwater kan infi ltreren naar de ondergrond. Infi ltratie van hemelwater naar het grondwater is belangrijk omdat daardoor de op-pervlakkige afstroming en dus ook de kans op wa-teroverlast afneemt. Bovendien staat infi ltratie in voor de aanvulling van de grondwatervoorraden en zodoende voor het tegengaan van verdroging van watervoerende lagen en waterafhankelijke natuur.
De kaart met infi ltratiegevoelige bodems ten behoeve van de watertoets werd afgeleid van de bodemkaart. Ze bestaat uit twee types gebieden:
de gebieden met de infi ltratiegevoelige bodems
(in bruin);de gebieden met de niet-infi ltratiegevoelige
bodems (in wit).bijna het volledige plangebied ligt in infi ltratiege-
voelig gebied
Kaart: infi ltratiegevoelige gebieden
14 v e r z o e k t o t r a a d p l e g i n g | s e p t e m b e r ‘ 0 9 | w v i
Het plangebied behoort niet tot het winterbed van
een grote rivier.
zoneringsplan : De projectzones ‘t Appelgoedje uitbreiding, Proones fase 2 en een zone rond Diepemeers, zijn ingekleurd als collectief te opti-maliseren gebied, de rest van het plangebied is centraal gebeid.
Beschrijving effectZoals voorzien in het decreet op Integraal Wa-
terbeheer werd het plangebied afgetoetst op de watergerelateerde aspecten. Hieronder wordt beschreven welke aspecten van het project een effect kunnen hebben op het integrale water- en natuursysteem.De vaststelling van het RUP Provensteenweg en
de daaruit voortvloeiende realisaties zullen een wezenlijke verhoging van het verharde oppervlakte in het plangebied met zich meebrengen, daar in het RUP de klemtoon ligt op stadsinbreiding en de realisatie van twee woonuitbreidingsgebieden.Door de bijkomende verhardingen zal er meer
water afstromen.Er worden geen nieuwe bedrijven met eventuele
specifi eke afvalstromen ingepland.Het gebied is grotendeels infi ltratiegevoelig, d.w.z.
dat het plangebied in het infi ltratiegebied van een watervoerende laag is gelegen. Verminderde in-fi ltratie van hemelwater op deze plaats kan elders aanleiding geven tot verdroging van een watervoe-rende laag. De toegenomen verstedelijking van het gebied
door recente verkavelingen (Klimop, Proones, Sint Andrieshof) hebben het gebied aanzienlijk minder doordringbaar gemaakt voor regenwater. Bij de nieuw geplande verkavelingen en bij nieuwe aan-
zienlijk verharde oppervlakken, zal een afweging dienen te gebeuren in het kader van de watertoets. Bij een mogelijke negatieve impact op de water-huishouding van het gebied zal een ruimtelijke oplossing gezocht dienen te worden
Milderende maatregelenOm de stroomafwaartse gebieden niet bijkomend
te belasten moet het hemelwater zoveel mogelijk opgevangen worden en nuttig gebruikt, geïnfi l-treerd of indien de vorige twee opties onmogelijk zijn, (ondergrondse en/of bovengronds) gebufferd en vertraagd afgevoerd. Bovendien is dit ook op-gelegd door de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, buffer- en infi ltratievoorzieningen en de gescheiden afvoer van afvalwater en hemelwater.Hemelwater van goede kwaliteit moet zoveel mo-
gelijk geïnfi ltreerd worden. Zo kan via de inbreng en opwaardering van waterstructuren (grachten, bufferbekkens), het water afkomstig van de even-tuele verharde oppervlaktes vertraagd afgevoerd worden en gebufferd. Er zal een gescheiden riolering aangelegd te
worden voor de afvoer van het huishoudelijke afvalwater. De te voorziene afvalwaterriool (DWA) dient aangesloten te worden op de bestaande afvalwaterriolen. Het afvalwater wordt afgevoerd naar de RWZI Poperinge. De RWA-riool sluit aan op de Bommelaarsbeek en gaat dan naar de Poperingevaart.Het RUP Provensteenweg vormt niet het kader
voor de aanleg van grote ondergrondse construc-ties die de grondwaterstroming kunnen verstoren.In de nabije toekomst worden door de Vlaamse
Milieumaatschappij (VMM) en de Stad een aantal maatregelen uitgevoerd die in de toekomst de
wateroverlast in het stadscentrum moeten vermij-den. Die ingrepen zijn het gevolg van de overstro-mingen tijdens de zomers van 2005 en 2007 en de samenwerkingsovereenkomsten die de stad afsloot om met dergelijke natuurrampen komaf te maken. Concreet gaat het over werken die onder de verantwoordelijkheid van de stad vallen: het bufferbekken de Bommelaar uitbreiden, een automatische stuw aanbrengen op de Bomme-laarsbeek ter hoogte van de Westlaan, een nieuw bufferbekken aanleggen op de samenvloeiing van de Hipshoekbeek en de Eikhoekbeek en een automatische stuw bouwen op de Hipshoekbeek ter hoogte van de Diepemeers.De valleien van de Hipshoekbeek en Bommelaars-
beek worden als groenzones ingekleurd.
ConclusieGeen aanzienlijke effecten, mits het nemen van milde-rende maatregelen.
3.7. De atmosfeer en de klimatologi-sche factoren
Beschrijving effectTijdelijke stofhinder mogelijk bij bouwwerken of her-
inrichting van het openbaar domeinLuchtverontreiniging mogelijk door verwarming van
gebouwen.Aantal woonentiteiten: Bij ontwikkeling van de pro-
jectzones zullen er ongeveer 387 woningen bijko-men.Luchtverontreiniging door de wagens van de bewo-
ners en bezoekers handelszaken.De toekomstige woonprojecten zullen naar schat-
ting volgende aantallen autobewegingen in relatie tot de woning veroorzaken (zie 3.13):
15w v i | s e p t e m b e r ‘ 0 9 | v e r z o e k t o t r a a d p l e g i n g
92,25 per spitsuur op de Duinkerkestraat
55,25 per spitsuur op de Werf
21 op per spitsuur de Casselstraat
Wanneer na het samenbrengen van de Col-
ruytvestigingen alle verkeer van de Colruyt als bijkomend beschouwd wordt, worden volgende autobewegingen veroorzaakt:
148,8 per spitsuur op de Duinkerkestraat
37,2 per spitsuur op de Werf
Uit een simulatie met CAR-Vlaanderen blijkt dat er geen overschrijdingen van de grenswaarden of grens-waarden + overschrijdingsmarge voor NO2 en PM10 moeten verwacht worden voor zowel de Duinkerkes-traat, de Werf als de Casselstraat. Volgende parame-ters werden gebruikt voor de simulatie:
Duinker-kestraat
Werf Cassel-straat
normaal stadsverkeer v v vbomenfactor 1 1 1afstand tot wegas (m) 6 5 6,5wegtype 3a 3a 3bautobewegingen tijdens spitsuur (mvt/etm)
7623 2510 7005
Milderende maatregelenEPB-regelgeving
wettelijke voorschriften onderhoud stookolie- en
mazoutketels
ConclusieGeen signifi cante bijkomende effecten.
3.8. Het geluid
Beschrijving effectEventuele tijdelijke geluidshinder bij bouwwerken of
herinrichting van het openbaar domeinLawaaihinder mogelijk door de wagens van de be-
woners en bezoekers handelszaken.Gezien de ligging in een stedelijke kern is er steeds
een zekere vorm van lawaai door verkeer en- of an-dere activiteiten en functies.
ConclusieGeen signifi cante bijkomende effecten.
3.9. Het licht
Beschrijving effectBijkomende lichthinder door straatverlichting
Bijkomende lichthinder door verlichting woningen
Milderende maatregelenKeuze goede armaturen
Het RUP Provensteenweg vormt niet het ka-
der voor projecten die veel verlichting met zich meebrengen zoals sportvelden, serrebedrijven en winkels met lichtreclame en verlichte terreinen.
ConclusieGeen aanzienlijk effect
3.10. De stoffelijke goederen
Beschrijving effectEnkele ambachtelijke zones krijgen een nabestem-
ming wonen.Om het RUP te kunnen uitvoeren worden enkele
gronden onteigend. Er wordt een onteigeningsplan
bijgevoegd aan het RUP.. De totale oppervlakte die onteigend wordt bedraagt ongeveer 1 hectare.
ConclusieGeen aanzienlijk effect
3.11. Het cultureel erfgoed, met inbe-grip van het architectonisch en archeologisch erfgoed
ReferentieBinnen het plangebied, zijn beschermde monu-
menten gelegen:
omschrijving adres datum besluit“Hotel Skindles” Gasthuisstr. 57 05.05.1959“de Stadsschaal” en Hopmagazijn
Gasthuisstr. 71 06.10.1980
“het boerenhuis” Krombekestr. 36 26.01.1987
Binnen het plangebied, noch in de omgeving zijn
beschermde landschappen gelegen. Binnen het plangebied, noch in de omgeving zijn beschermde dorpsgezichten gelegen.
Beschrijving effectHet doel van het RUP is om het woonkarakter te ver-sterken en de bebouwingsvorm in de omgeving van de monumenten te behouden.
Milderende maatregelenDe voorschriften zijn in die mate geconcipieerd dat het maximaal behoud van de omgeving van de monumen-ten nagestreefd wordt.
ConclusieGeen aanzienlijke effecten.
16 v e r z o e k t o t r a a d p l e g i n g | s e p t e m b e r ‘ 0 9 | w v i
3.12. Het landschap
ReferentieIn het plangebied zijn geen ankerplaatsen.In het plangebied wordt een deel van de bebou-
wing ten noorden van de Duinkerkestraat en ten westen van de Diepemeers aangeduid als relictzone “Hoppeland van Poperinge”. Wellicht is een schaalprobleem-verschuiving door het samen-voegen van een grootschalig en middenschalige kaart de verklaring waarom de weinig kwalitatieve bebouwing aan de Duinkerkestraat binnen de relictzone valt.
Beschrijving effectEr komt meer bebouwing in de buurt van een relict-zone maar de rand van het plangebied dat raakt aan de relictzone is reeds bebouwd.
ConclusieGeen aanzienlijke effecten
Kaart: ankerplaatsen en relictzones
3.13. De mobiliteit
ReferentiealgemeenHet plangebied wordt ruimtelijk begrensd door de Diepemeers, de Zuidlaan (ring), de Bommelaarsbeek, de Werf, de Gasthuisstraat, Pottestraat, Krombekes-traat.
De bestaande ontsluitingwegen zijn: Diepemeers (N347)
Duinkerkestraat (N308)
Werf
deels Casselstraat (N333)
De Duinkerkestraat en Werf ontsluiten op de ring rond Poperinge. Het noordelijk gedeelte van het plangebied (ten oosten van Diepemeers) bevindt zich in een zone waar de ring rond Poperinge nog niet werd afgewerkt. Dit gedeelte ontsluit via de Diepemeers op de Duin-kerkestraat.
De Duinkerkestraat en Casselstraat werden in mo-biliteitsplan geselecteerd als lokale weg type III, een bedieningsweg van en naar centrum Poperinge. Werf werd niet opgenomen en fungeert als echte woon-straat.
verkeersintensiteitenDuinkerkestraat
MOW heeft een telling uitgevoerd op de Duinkerkestraat tussen 3 en 15 juni 2008 ter hoogte van aansluiting met Sint-Andrieshof (wegvak tussen Werf en Briekedreef) . Tijdens de ochtendspits werden gemiddeld 332 pae/u geregistreerd en tijdens de avondspits 422 pae/u. (gemiddelde etmaalintensiteiten rond 4120 pae/u).
17w v i | s e p t e m b e r ‘ 0 9 | v e r z o e k t o t r a a d p l e g i n g
De Duinkerkestraat is een lokale weg die dienst doet als bedieningsweg naar centrum. We mogen aanne-men dat de praktische capaciteit 600 voertuigen per uur per rijrichting bedraagt. De capaciteitsbenutting bedraagt 35%. Er is nog voldoende restcapaciteit aanwezig.
De stad heeft nog een bijkomende avondtelling ge-organiseerd op dinsdag 10 en donderdag 12 februari 2009 ter hoogte van de aansluiting met Diepemeers. De gemiddelde stroom richting centrum bedraagt 246 pae/u, de stroom richting ring bedraagt gemiddeld 304 pae/u. Dit geeft een totale intensiteit van 550 pae/u op de Duinkerkestraat. De Duinkerkestraat werd in mo-biliteitsplan geselecteerd als lokale weg III. De capa-citeitsbenutting bedraagt 46%. Er is op dit moment nog voldoende restcapaciteit aanwezig op dit wegseg-ment.
Werf
De stad heeft dezelfde dagen een telling uitgevoerd op de Werf tussen Koestraat en ‘t Appelgoedje. De ge-middelde stroom richting centrum bedraagt 75 pae/u, de stroom richting ring bedraagt gemiddeld 93,25 pae/u. Dit geeft een totale intensiteit van 168,25 pae/u op de Werf. De Werf is een echte woonstraat. Het eer-ste deel van de straat is een éénrichtingsstraat tot aan de Boomgaardstraat. Het tweede deel tot aan de ring is dubbelrichting, maar met een smal profi el. Het ge-schrankt parkeren op de rijbaan heeft een negatief ef-fect op de doorstroming. De praktische capaciteit van deze weg kunnen we stellen op 400 voertuigen per uur per rijrichting. De capaciteitsbenutting bedraagt 21%.
Casselstraat
MOW heeft een telling uitgevoerd op de Casselstraat ter hoogte van de aansluiting met Zwijnlandstraat tus-sen 3 en 15 juni 2008. Tijdens de ochtendpiek bevinden er zich 587 pae/u op deze straat. Tijdens de avondpiek stijgt het verkeer tot 706 pae/u. (gemiddelde etmaalin-tensiteiten rond 6803 pae/u) De capaciteitsbenutting bedraagt 59%. Het is op momenten druk in de straat, maar er zijn nog geen problemen te bemerken.
Atlas der buurtwegenDoor het plangebied lopen een aantal buurt -en voet-wegen. De chemins zijn geel gemarkeerd, de sentiers bruin.De chemin n°7 valt samen met de Krombekestraat. De chemin n°9 valt samen met de Pottestraat.De chemin n°13 betreft de (garage)weg naast Hotel Skindles aan de Gasthuisstraat, deze chemin verbindt deze straat met de Hipshoekbeek. Op vandaag is een deel van de chemin overbouwd door garageboxen. In het bestemmingsplan RUP wordt het eerste deel van de chemin bevestigd als openbare wegenis, verder wordt de verbinding tussen de Gasthuisstraat en Hips-hoekbeek aangeduid d.m.v. een pijlsymbool ‘voetgan-gers- en fi etsverbinding’.Deze verbinding hoeft niet noodzakelijk (exact) samen te vallen met de chemin n°13 (verlegging van de che-min).De chemin n°17 valt samen met de Hondstraat. De chemin n°18 valt samen met de Peperstraat. De che-min n°43 valt samen met de WerfDe Briekedreef is terug te vinden op kaart als een che-min particulier.De chemin n°42 valt samen met de Koestraat.
ontsluiting openbaar vervoerDe projectzones rond wonen kunnen gebruik maken van volgende haltes voor openbaar vervoer:
halte Hondstraat - ong. 140 m verwijderd van toe-
gang tot slachthuissite en project De Mandelhalte Batar - ong. 50 m verwijderd van toegang
Sint-Andrieshofhalte voorstad - ong. 170 m verwijderd van toe-
gang tot ‘t Appelgoedjehalte Zwijnland - ong. 350 m verwijderd van toe-
gang tot ProonesLangsheen halte Batar passeert de lijn 51 - Ieper-Po-peringe-Roeselare. Langsheen halte Hondstraat passeren naast buslijn 51, de buslijnen 24 Diksmuide-Poperinge en 61 - Po-peringe - Dranouter-Nieuwkerke. Langsheen halte Zwijnland paseert buslijn 60 Ieper - Poperinge-Abele.
De stad heeft nog enkele belbussen, Poperinge-noord en Poperinge-zuid die eveneens via deze haltes pas-seren.
18 v e r z o e k t o t r a a d p l e g i n g | s e p t e m b e r ‘ 0 9 | w v i
Kaart: atlas der buurtwegen
Beschrijving effectprojectzones wonenPer projectzone voor toekomstige woonprojecten werd in onderstaande tabel de autobewegingen tijdens een spitsuur berekend. Hierbij werd rekening gehouden met volgende parameters:
Gemiddelde gezinsgrootte = 2,3
GAVP 1 op spitsuur in relatie tot woning = 0,2
percentage bezoekers per woning = 25%
Modal split = 75% 2
naam projectgebied aantal woningen
aantal auto-bewegingen
slachthuissite 50 21,5CBO De Mandel 48 27,5Sint Andrieshof - uitbreiding 33 14‘t Appelgoedje - uitbreiding 136 58,5Proones - fase 2 120 52
De projectzones slachthuissite, CBO De Mandel en uitbreiding Sint-Andrieshof zullen ontsluiten op de Duinkerkestraat. De uitbreiding van ’t Appelgoedje kan zowel ontsloten worden op de Duinkerkestraat (via Kleine Werf) als op de Werf (via straten Korte Werf en Appelgoedje). We nemen aan dit er een gelijkmatige verdeling zal optreden van de bewegingen. Proones kan zowel ont-sloten worden op de Werf (via de straten Proones en Zwijnlandstraat) als op de Casselstraat (via Koestraat en Zwijnlandstraat). Ook hier gaan we uit van een ge-lijkmatige verdeling.
In totaal zullen er een 92,25 bewegingen per spitsuur bijkomen op de Duinkerkestraat.
1 GAVP= gemiddeld aantal verplaatsingen per persoon per dag2 75% van de verplaatsingen gebeuren met de wagen
De capaciteitsbenutting op de Duinkerkestraat zal door deze bijkomende bewegingen stijgen tot 53,5%. Er is nog voldoende restcapaciteit aanwezig.
In totaal zullen er 55,25 bijkomende autobewegingen gegenereerd worden op de Werf door de twee project-zones. De capaciteitsbenutting op de Werf zal stijgen tot 28%. Er is nog voldoende restcapaciteit aanwezig op deze straat.
Op de Casselstraat komen er slechts 26 autobewegin-gen per spitsuur bij. De capaciteitsbenutting zal stijgen tot 61%. Een stijging van minder dan 2% op de totale intensiteit.
projectzone handelNaast projecten voor wonen bevindt zich binnen het plangebied een zone voor uitbreiding handel. Het dossier handelt over twee voedingswinkels in ei-gendom van Colruyt die op termijn zullen gefusioneerd worden tot één grotere supermarkt. De winkels zijn gelegen aan weerszijden van de Duinkerkestraat. De lokatie ten noorden van de Duinkerkestraat zal worden geschrapt. De winkel zal herbouwd worden op de zuidelijke lokatie.
De toekomstige site bevindt zich bezuiden de Duin-kerkestraat. In de spie tussen de Duinkerkestraat en de Werf. De bebouwde oppervlakte zal max. 1 300 m² bedragen met een netto verkoopsoppervlakte van 990 m². Colruyt voorziet hiervoor een parking voor 100 wagens.
19w v i | s e p t e m b e r ‘ 0 9 | v e r z o e k t o t r a a d p l e g i n g
Gewenste uitbreidingsplannen
De hoofdontsluiting voor de handelszaak zal gereali-seerd worden op de Duinkerkestraat ter hoogte van de aansluiting van de nieuwe verkaveling Sint-An-drieshof.
haalbaarheidsstudie
In kader van deze fusionering werd een haalbaarheids-studie uitgevoerd door de stad/wvi. De voornaamste elementen uit deze studie worden in wat volgt opge-somd.
Er werd een telcampagne uitgevoerd op een winkel-avond, vrijdag 2 maart 2007 en op een doordeweekse avond, donderdagavond 8 maart 2007. De tellingen werden uitgevoerd aan de uitgang van Colruyt in de Duinkerkestraat en aan de uitgang van Colruyt-vestiging in de Werf. In totaal treffen we voor beide vestigingen samen volgend aantal klanten aan en het aantal geregistreerde wagens:
t o e k o m e n d e stroom/u
w e g g a a n d e stroom/u
avondpiek 101 klanten/u82 auto’s/u
100 klanten/u74,5 auto’s/u
winkelavond 119 klanten/u86 auto’s/u
131 klanten/u100 auto’s/u
De winkel aan de Werf (zuidelijk) trekt 28% tot 33% meer klanten dan de winkel in de Duinkerkestraat. Dit heeft te maken met de aanwezigheid van de versafdeling op de bestaande vestiging in de vestiging van de Werf.
De leveringen gebeurt met maximaal 3 opleggers per dag of 6 vrachtbewegingen. De leveringen gebeuren steeds buiten de spitsmomenten.
Er werd beslist dat de toekomstige winkel een hoofd-ontsluiting zal hebben via de Duinkerkestraat, ook de leveringen zullen via deze route gebeuren. De ontslui-ting langsheen de Werf is voorzien voor de bewoners uit de omgeving. We nemen aan dat 80% van de klanten zich via de hoofdontsluiting zullen bewegen. De capaciteitsbenutting stijgt op de Duinkerkes-traat tot 64% en op de Werf tot 32% (inclusief de
bijkomende generatie van Colruyt en de woonprojec-ten).Er blijft nog voldoende restcapaciteit aanwezig op de Duinkerkestraat.
De capaciteitsbenutting op een vrijdagavond zijn ver-gelijkbaar met deze op een donderdag, aangezien de bewegingen op de Duinkerkestraat lager zijn op een vrijdagavond.
parkeervoorzieningenHet parkeren van de toekomstige woonprojecten zal opgevangen worden op de projectzones zelf. Dit zal worden opgenomen in de voorschriften.
Voor de projectzone handel zal er een parking voor-zien worden van een 100-tal wagens. De parkeerkencijfers3 voor een streekverzorgende winkel tot grootschalige detailhandel binnen een wei-nig stedelijke omgeving4 bedraagt:
6,5 tot 8,5 klantenparkeerplaatsen per 100 m²
bruto vloeroppervlakte0,1 tot 0,2 parkeerplaatsen per arbeidsplaats
1 arbeidsplaats per 40 m² bvo 6
4-5 fi etsparkeerplaatsen per 100 m² bvo
Daarenboven wordt als norm aanbevolen5 dat er mini-maal 1 parkeerplaats voor mensen met een handicap voorzien worden op 50 parkeerplaatsen.
Voor de toekomstige vestiging bieden deze cijfers als streefwaarden (1.300 m² bvo):
85 - 111 parkeerplaatsen voor klanten
2 parkeerplaats voor mensen met handicap
3 CROW-ASVV 2004, Nederlandse kencijfers4 Poperinge telt ongeveer 20.000 inwoners5 bvo = brutovloeroppervlakte
6 MB 3/04/2001
20 v e r z o e k t o t r a a d p l e g i n g | s e p t e m b e r ‘ 0 9 | w v i
52 - 65 fi etsparkeerplaatsen
32,5 arbeidsplaatsen / 3 - 8 parkeerplaatsen voor
personeel
In totaliteit bieden deze kencijfers volgende streefcij-fers voor parkeren voor de toekomstige vestiging:
90 tot 119 parkeerplaatsen
52 tot 65 fi etsparkeerplaatsen
Milderende maatregelenBinnen het plangebied wordt voldoende aandacht
besteed aan langzame verbindingen opdat bewo-ners de kans hebben zich via alternatieve modi te kunnen verplaatsen (fi ets en te voet). Er worden een drietal trage verbindingen voorzien.De hoofdontsluiting van de projectzone handel
moet volledig georiënteerd zijn op de Duinkerke-straat. Leveringen met vrachtverkeer kan alleen via de hoofdtoegang gebeuren. Alle bewegwijzering en reclame voor Colruyt zal moeten gebeuren via de Duinkerkestraat. De ontsluiting langsheen de Werf kan alleen beschouwd worden als een ontsluiting voor de bewoners uit de omgeving. Waar de hoofdontsluiting op vandaag zou aanslui-
ten op de Duinkerkestraat zijn er reeds problemen naar verkeersveiligheid. (Dit situeert zich in nabije omgeving van aansluiting Sint-Andrieshof). Er moet voldoende aandacht besteed worden aan een ver-keersveilige inrichting van de aansluiting.Aangezien de huidige Colruyt-vestigingen een
buurtwinkelaanbod bieden, is het aangewezen niet alleen parkeerruimte voor auto’s maar zeker voldoende parkeerruimte voor fi etsen te voorzien.
ConclusieDe effecten van de toekomstige woonprojecten
zijn zeer beperkt. Het grootste effect bevindt zich
op de Duinkerkestraat waar de capaciteitsbenut-ting toeneemt met 7,5%.De projectzone handel heeft een groter effect en
genereert een verkeerstoename van 10,5% op de Duinkerkestraat. De capaciteitsbenutting op de Duinkerkestraat
stijgt tot 64% door alle toekomstige projecten uit het plangebied. Er is nog voldoende restcapaciteit aanwezig op de straat en dus geen problemen te bemerken.Hieruit wordt besloten dat de geraamde bijkomen-
de autobewegingen in de spits aan de lage kant zijn en niet kunnen beschouwd worden als een aanzienlijk effect.
3.14. De samenhang tussen de genoemde factoren
Aangrenzend aan het RUP Provensteenweg zijn er 2 RUP’s in opmaak: Veurnestraat en OLV-kerk. Deze RUP’s hebben hetzelfde doel, voorschriften opstellen voor een deel van de stadskern en in het RUP OLV-kerk wordt ook via inbreidingsprojecten tegemoetge-komen aan de woonbehoefte.Behalve telkens een lichte verhoging van het verkeer door nieuwe woningen en bijkomende handel zijn er geen cumulatieve effecten te verwachten.De projectzones in het RUP OLV-kerk veroorzaken extra voertuigbewegingen op de verschillende straten in de omgeving. In de onderstaande tabel worden de verschillende projectgebieden weergegeven en de bij-komende bewegingen die ze zullen genereren tijdens een spitsuur. Tevens werden de straten weergegeven waarop ze zullen ontsluiten met een inschatting hoe het verkeer zich over het netwerk zal verdelen (aan-deel in percentages).
naam projectgebied aantal auto-bewegingen
ontsluitingaandeel
slachthuissite 21,5 DuinkerkestrCBO De Mandel 27,5 DuinkerkestrSint Andrieshof - uitbreiding 14 Duinkerkestr‘t Appelgoedje - uitbreiding 58,5 Duinkerkestr (50%)
Werf (50%)Proones - fase 2 52 Werf (50%)
Casselstraat (50%)Colruyt 156,5 Duinkerkestr(80%)
Werf (20%)Zwijnlandstraat 51,75 Casselstraat (80%)
Werf (20%)Boomgaard-Koestraat 17,25 CasselstraatDetailhandel RUP OLV 34 Casselstraat
Er worden voornamelijk bijkomende bewegingen ge-genereerd in de Duinkerkestraat. De capaciteitsbenut-ting zal er stijgen tot 64%. In de Casselstraat zal de capaciteitsbenutting stijgen tot 66%. In de Werf zal de capaciteitsbenutting slechts toenemen tot 32%. In de Casselstraat en Duinkerkestraat kunnen er be-perkte doorstromingsproblemen ontstaan tijdens piek-momenten, in de Werf is er nog voldoende restcapa-citeit en treden er geen problemen op.
In het RUP Veurnestraat zijn er geen projectzones en geen signifi cante verhoging van het aantal voertuig-bewegingen.
De zones in beide RUP’s waar handel mogelijk is grenzen niet aan elkaar zodat een grootschalig project dat gebruik maakt van handelszones in beide RUPs onmogelijk is.
Conclusie: Geen aanzienlijk effect
21w v i | s e p t e m b e r ‘ 0 9 | v e r z o e k t o t r a a d p l e g i n g
4. Relevante gegevens met in-begrip van de redenen waar-om de initiatiefnemer meent geen plan-mer te moeten op-maken overeenkomstig art. 4.2.6, §1, 5° van het DABM
Het RUP Provensteenweg betreft de actualisatie van het bestaande BPA Provensteenweg gelegen in de stad Poperinge binnen de afbakeningslijn van het klein-stedelijk gebied. Er komen wooninbreidingsprojecten voor in totaal ongeveer 387 woningen, nabestemming wonen wordt gegeven aan enkele ambachtelijke zo-nes en een lokale handelszone wordt ingericht.Het plangebied heeft een totale oppervlakte van 76 ha 03 a en 95 ca.
Het RUP is niet kadervormend voor een project met een bruto handelsoppervlakte van meer dan 5000m². In de handelszone van 7339m² komt een project met 1300m² bruto vloeroppervlakte, een parking voor 110 wagens (3300m²) en een groenzone.De handelszones in het aangrenzende RUP OLV-kerk grenzen niet aan deze in het RUP Provensteenweg zodat een grootschalig project dat gebruik maakt van handelszones in beide RUPs onmogelijk is.
Er zijn geen effecten op de gezondheid en veiligheid van de mens, energie- en grondstoffen-voorraden. Wanneer er bij de aanleg van de woonzone en water-buffer op de oude slachthuissite rekening gehouden wordt met de gekende bodemverontreiniging zijn er ook geen aanzienlijke effecten op de bodem.Door het geven van een nabestemming wonen aan bedrijvenzones is er een niet signifi cant effect op de stoffelijke goederen, er worden ook onteigeningen ge-daan.
De waardevolle fauna en fl ora die verloren gaat is minimaal omdat een groot deel opgenomen wordt in groenzones. De omgeving van de beschermde monumenten in het plangebied wordt maximaal behouden.Het plangebied grenst aan de relictzone “Hoppeland van Poperinge”, maar doordat deze rand al bebouwd is zijn er geen bijkomende effecten.Bouwwerken of de herinrichting van openbaar gebie-den kan tijdelijk stof- of geluidshinder met zich mee-brengen. Het bijkomende verkeer veroorzaakt geen capaciteitsproblemen en zorgt ook niet voor over-schrijdingen van de NO2 en PM10 waarden. Gezien de ligging in de kern van de stad Poperinge is de bijkomende lawaai en lichthinder minimaal en ook de bijkomende effecten van verwarming op de lucht-kwaliteit te verwaarlozen.Recent is het gebied overstroomd. Door de Vlaamse Milieumaatschappij en de stad zullen maatregelen ge-nomen worden die in de toekomst de wateroverlast in het stadscentrum moeten vermijden. Het uitvoeren van het RUP geeft geen aanzienlijke effecten op de waterhuishouding mits het nemen van milderende maatregelen naar buffering en vertraagd afvoeren van hemelwater.
Behalve telkens een lichte verhoging van het verkeer door nieuwe woningen zijn er geen cumulatieve effec-ten te verwachten van de RUPs Veurnestraat en OLV-kerk die ook in opmaak zijn. In de Casselstraat kunnen er wel gemiddelde doorstromingsproblemen ontstaan tijdens piekmomenten.
Er kan dus gesteld worden dat er geen aanzienlijke effecten moeten verwacht worden.
5. In voorkomend geval een beoordeling of het voorge-nomen plan of programma grensoverschrijdende of gewestgrensoverschrijdende aanzienlijke milieueffecten kan hebben
Het plan betreft het aanpassen van de stedenbouw-kundige voorschriften voor een deel van de stad Po-peringe, binnen de stadsring. De stadsring van Pope-ringe ligt op een viertal kilometer van de Franse grens. Er worden projectzones voor wonen gepland, nabe-stemming wonen gegeven aan enkele ambachtelijke zones en een lokale handelszone ingericht. Bijgevolg is er geen kans op effecten die de gewestgrens of de landsgrens overschrijden.