stichting katholiek basisonderwijs meijel 2017... · 2019. 1. 29. · skbm streeft ernaar de...
TRANSCRIPT
STICHTING
KATHOLIEK
BASISONDERWIJS
MEIJEL
Jaarverslag 2017
1
Voorwoord
De Stichting Katholiek Basisonderwijs Meijel biedt u hierbij het rapport inzake de jaarrekening over de periode
1 januari 2017 tot en met 31 december 2017 aan. Het rapport bestaat uit een balans per 31 december 2017 en
een staat van baten en lasten over de periode 1 januari 2017 tot en met 31 december 2017, welke beide zijn
voorzien van de nodige specificaties en toelichtingen. Het rapport inzake de jaarrekening maakt onderdeel uit
van het jaarverslag.
De Stichting Katholiek Basisonderwijs Meijel geeft, binnen de wet -en regelgeving, zelfstandig vorm en inhoud
aan het instellingsbeleid en de onderwijstaken. Er worden keuzes gemaakt die maatschappelijke en financiële
impact hebben. Over deze keuzes en de daarmee samenhangende resultaten leggen wij middels dit jaarverslag
verantwoording af, naar alle belanghebbenden binnen en buiten onze organisatie. In het eerste deel van het
jaarverslag wordt een beeld gegeven van de gang van zaken gedurende het verslagjaar 2017. In het tweede
deel wordt een toekomstbeeld geschetst, inclusief een financiële meerjarenbegroting (de zogenaamde
continuïteitsparagraaf). Ook de thema’s strategisch beleid, risicomanagement en treasury staan in dit deel
vermeld. Het laatste deel bevat de financiële verantwoording over het jaar 2017. Dit verslag is opgesteld
volgens de regeling jaarverslaglegging onderwijs (RJ 660).
Meijel, juni 2018
Dhr. P. Engels
Directeur-bestuurder
2
Inhoudsopgave VOORWOORD .................................................................................................................................................. 1
1. INLEIDING ................................................................................................................................................... 3
MISSIE EN VISIE ..................................................................................................................................... 3
2. PERSONEEL EN ORGANISATIE ..................................................................................................................... 5
2.1 ALGEMENE GEGEVENS .................................................................................................................. 5 2.1.1 Bestuursverslag Toezichthoudend orgaan ................................................................... 5
2.2 PERSONEELSZAKEN ...................................................................................................................... 7 2.3 KLACHTEN ................................................................................................................................. 11
3. ONTWIKKELINGEN .................................................................................................................................... 12
3.1 CONTINUÏTEITSPARAGRAAF ......................................................................................................... 12 3.1.1 Prognose leerlingenaantallen ....................................................................................... 12 3.1.2 Meerjarenbegroting ....................................................................................................... 12 3.1.3 Ontwikkelingen m.b.t. personeel .................................................................................. 14
3.2 RAPPORTAGE AANWEZIGHEID EN WERKING VAN HET INTERNE RISICO-BEHEERSINGS- EN
CONTROLESYSTEEM ............................................................................................................................ 15 3.3 RISICOMANAGEMENT .................................................................................................................. 15 3.4 TREASURY ................................................................................................................................. 16 3.5 ALGEMENE VERORDENING GEGEVENSBESCHERMING (AVG) ........................................................ 16
4. FINANCIËLE GEGEVENS 2017 ..................................................................................................................... 18
4.1 FINANCIERINGSBELEID ................................................................................................................ 18 4.1.1 Kengetallen ..................................................................................................................... 18 4.1.2 Activerings- en afschrijvingsbeleid ............................................................................. 19 4.1.3 Financiële analyse vergelijking resultaat 2017 met het resultaat 2016 .................... 20 4.1.4 Financiële analyse vergelijking resultaat 2017 met de begroting 2017 ................... 21
4.2 GRONDSLAGEN .......................................................................................................................... 22 4.3 BALANS PER 31 DECEMBER 2017 ............................................................................................... 24 4.4 STAAT VAN BATEN EN LASTEN 2017 ........................................................................................... 26 4.5 KASSTROOMOVERZICHT 2017 ..................................................................................................... 27 4.6 TOELICHTING OP DE ONDERSCHEIDEN POSTEN VAN DE BALANS .................................................... 28 4.7 TOELICHTING OP DE ONDERSCHEIDEN POSTEN VAN DE STAAT BATEN EN LASTEN 2017 ......... 34
MODEL E OVERZICHT VERBONDEN PARTIJEN ................................................................................................. 38
MODEL H WNT VERANTWOORDING 2017 STICHTING KATHOLIEK BASISONDERWIJS MEIJEL ......................... 40
5. OVERIGE GEGEVENS.................................................................................................................................. 43
5.1 NIET UIT DE BALANS BLIJKENDE VERPLICHTINGEN ........................................................................ 43 5.2 GEBEURTENISSEN NA BALANSDATUM .......................................................................................... 43 5.3 BESTEMMING RESULTAAT ........................................................................................................... 43
ONDERTEKENING DOOR BESTUURDERS EN TOEZICHTHOUDERS .................................................................... 44
3
1. Inleiding
Missie en Visie
Missie:
Den Doelhof wil voor alle kinderen uit Meijel (en omgeving) vernieuwend en inspirerend onderwijs bieden om een
goede basis te leggen voor hun toekomst.
Visie:
In ons handelen nemen we de volgende kernwaarden telkens als uitgangspunt:
Een team dat verantwoordelijkheid neemt voor het welbevinden en de betrokkenheid van álle leerlingen en van
elkaar.
Welbevinden Wij zorgen voor een veilige omgeving waarin alle betrokkenen zich gezien en gewaardeerd voelen, waardoor iedereen zich op een plezierige en passende manier kan ontwikkelen. Er zijn drie psychologische basisbehoeften die een voorwaarde zijn om tot ontwikkeling te komen:
Relatie: kinderen voelen zich vertrouwd op school, met de leerkracht en elkaar;
Competentie: kinderen geloven in hun eigen kunnen en willen nieuwe dingen leren;
Autonomie: kinderen zijn zelfstandig, nemen initiatief en maken bewust eigen keuzes.
Kinderen zijn toegerust voor hun eigen ontwikkeling, ze mogen zijn wie ze zijn. Kinderen
durven fouten te maken en ervaren dat dit nodig is om zichzelf te kunnen ontwikkelen.
Betrokkenheid
Zonder betrokkenheid vindt er geen fundamentele ontwikkeling plaats. Kinderen zijn betrokken wanneer ze
geconcentreerd, ononderbroken en tijd vergetend bezig zijn met een activiteit die aansluit bij hun interesse en past bij
hun belevingswereld en persoonlijke ontwikkeling. Hierbij stellen kinderen zich open, zijn ze geboeid en gemotiveerd.
Een samenleving waar eenieder ruimte krijgt waarvoor hij/zij de verantwoordelijkheid kan dragen
Verantwoordelijkheid
Op Den Doelhof leren we kinderen zelfstandig initiatieven te nemen, begeleiden we ze in het nemen van beslissingen
en hiervoor verantwoordelijkheid te dragen. Hierdoor doen kinderen ervaringen op die bijdragen aan hun leerproces
en hun persoonlijke ontwikkeling. Het vertrouwen in de eigen kracht van ieder kind is hierbij ons uitgangspunt.
Een plek waar kinderen terecht kunnen voor goed, procesgericht onderwijs dat past
Procesgericht onderwijs
Op onze school geven we de kinderen het vertrouwen om aan hun eigen ontwikkeling te werken. We bieden ze
handvatten om zichzelf uit te dagen en te groeien. Samen (kind, leerkracht en ouders) zijn we verantwoordelijk voor
het leerproces waarover we regelmatig met elkaar gesprekken voeren. De processen van kinderen vertellen ons hoe
hun ontwikkeling verloopt, resultaten krijgen pas betekenis als we de processen die daaraan voorafgaan meenemen.
Vaardigheden worden verbeterd door te ervaren. Dit is een natuurlijk proces dat ervoor zorgt dat je blijft groeien.
Daardoor kunnen kinderen zich in hun eigen tempo ontplooien en op hun eigen niveau vaardigheden ontwikkelen op
de verschillende ontwikkelingsgebieden.
4
Een leeromgeving die bijdraagt aan onderwijs dat inspirerend en uitdagend is
Uitdagende leeromgeving
Op onze school is een uitdagende leeromgeving een omgeving die:
de kinderen betrokken maakt bij het leren;
de kinderen motiveert om te leren;
de interactie tussen de kinderen (en de leerkracht) stimuleert. Daarnaast krijgen kinderen in deze uitdagende leeromgeving de ruimte om zelf invloed uit te oefenen op hun
leerproces. Er is ruimte voor ieders interesses en talenten. Kinderen leren zich daardoor verantwoordelijk te voelen
voor hun eigen gedrag en leerproces.
Een sfeer van verbondenheid met de omgeving en iedereen die thuishoort in die omgeving
Verbondenheid
Den Doelhof is een school waar aandacht is voor verbondenheid. Iedereen wil graag ergens bij horen maar ook de
vrijheid hebben om eigen keuzes te maken. Als er evenwicht is tussen autonomie en verbondenheid, voelen we ons het
best. Verbondenheid begint met het je verbonden voelen met jezelf. Hierdoor ontwikkelt zich een ‘ik ben goed zoals ik
ben-gevoel’ waardoor je lekker in je vel zit. Je voelt je gezien, gehoord en gewaardeerd. Dat geeft ruimte voor
verbondenheid met de ander en met de omgeving. Verbondenheid is gebaseerd op wederzijds vertrouwen en op
zelfvertrouwen. Bij verbondenheid ontwikkelt zich het empathisch vermogen, leren kinderen normen en waarden
kennen en staan ze open voor hun omgeving.
5
2. Personeel en organisatie
2.1 algemene gegevens
De Stichting Katholiek Basisonderwijs Meijel verzorgt basisonderwijs.
Rechtspersoon : Stichting
Naam : Katholiek Basisonderwijs Meijel
Statutair gevestigd te : Meijel
Bevoegd gezag nummer : 74868
Kamer van Koophandel te Eindhoven : 41087693
Bezoekadres : Kerkstraat 7, 5768 BH te Meijel
Contact : 077 4669210 – [email protected]
Website: : www.dendoelhof.nl
Op 1-10-2017 waren er 498 leerlingen aanwezig op bs Den Doelhof (op 1-10-2016 waren dat er 513).
Uitvoerend bestuur:
- Dhr. P.A.J. Engels, directeur-bestuurder
Algemeen bestuur:
- Dhr. G.J. Berben, voorzitter
- Mevr. K.L.W. Janssen – Brummans, secretaris
- Dhr. E.F.M. Luijten, lid
- Mevr. M.P.P.M. Steeghs, lid (tot 01 augustus 2017)
- Mevr. M.H.C. van Deursen-Luijten, lid (sinds 01-10-2017)
- Dhr. P.J.T.M. Steeghs, lid (sinds 01-10-2017)
In juli 2017 heeft mevrouw M.P.P.M. Steeghs afscheid genomen van het algemeen bestuur.
2.1.1 Bestuursverslag Toezichthoudend orgaan
SKBM is een bestuur waaronder 1 school voor basisonderwijs ressorteert. Het betreft een school met regulier
basisonderwijs. De school ligt in de gemeente Peel en Maas. De rechtspersoonlijkheid van SKBM is een stichtingsvorm.
De dagelijkse leiding van de school ligt in handen van de directeur-bestuurder. De taken, bevoegdheden en
verantwoordelijkheden zijn vastgelegd in de statuten en het managementcontract. De directeur-bestuurder legt
verantwoording af aan het algemeen bestuur middels (financiële) kwartaalreportages en het aanleveren van kengetallen
op diverse gebieden.
Werkwijze: governance
Met de huidige governance-structuur beschikt de Stichting Katholiek Basisonderwijs Meijel over een formele
(organieke) scheiding tussen bestuur en toezicht en voldoet zij aan de eisen van de wet ‘Goed onderwijs, goed bestuur’.
De stichting onderschrijft de ‘Code goed bestuur’ in het primair onderwijs van de PO-raad.
Vergoeding
De toezichthoudende bestuursleden hebben in 2017 geen vergoeding ontvangen voor hun bestuurlijke werkzaamheden.
Toezichtsrol
- Jaarverslaggeving en begroting: in 2017 heeft het bestuur het jaarverslag over 2016, de begroting voor 2018, het bestuursformatieplan 2017-2018 en de (personele) meerjarenbegroting goedgekeurd.
- Verantwoordingscyclus: in de loop van het jaar volgt het bestuur een verantwoordingscyclus die met de directeur-bestuurder is overeengekomen.
6
Het bestuur kwam zes keer bij elkaar voor een vergadering en er werden samen met het MT twee studiedagen gehouden.
Belangrijkste thema's die aan de orde kwamen: goed bestuur, monitoring directeur-bestuurder, begroting en personele
begroting, het bestuursformatieplan, passend onderwijs, de dienstverlening van en samenwerking met Prodas, de
wijziging van de statuten betreffende de termijnen van toezichthouders, nieuwbouw, verkenning risicoanalyse, invulling
vacatures schoolbestuur, inspectiebezoek november 2017, informatievoorziening schoolbestuur, mogelijkheden
investering onderhoudsvoorziening, onderwijsvisie in relatie tot inrichting units, voortgang min-max contracten,
financieel jaarverslag en het strategisch beleidsplan.
Ook vindt er jaarlijks overleg plaats tussen het algemeen bestuur en de MR van Den Doelhof.
Hiermee heeft het bestuur inzicht in de bedrijfsvoering en de kwaliteit van basisschool Den Doelhof.
Doelmatigheid van de bestedingen
Op bladzijde 34 tot en met 37 is een gedetailleerde toelichting opgenomen inzake de lasten. Hierbij is een vergelijking
gemaakt met de lasten over 2016 en de begroting 2017 die uitgebreid besproken is in de bestuursvergadering. Het
grootste gedeelte van de lasten zit op lonen en salarissen. Deze zijn in overeenstemming met het personeelsplan.
De overige personeelskosten betreffen met name extern personeel ter ondersteuning van de leerkrachten en
opleidingskosten. Deze zijn noodzakelijk om de leerkrachten zo goed mogelijk te laten functioneren.
De huisvestingskosten zijn min of meer vaste lasten en kunnen nauwelijks beïnvloed worden.
De overige lasten zijn voor het overgrote deel (ongeveer 75%) noodzakelijke kosten voor leermiddelen en methoden.
Daarnaast betreffen dit met name nog kosten om te voldoen aan allerlei wettelijke regelingen.
Er kan geconcludeerd worden dat de bestedingen doelmatig hebben plaatsgevonden.
Werkgeversrol
Het bestuur hanteert een periodieke cyclus van functionerings- en beoordelingsgesprekken voor de directeur-
bestuurder. Jaarlijks is er tevens een doelstellingengesprek en een voortgangsgesprek tussen het algemeen bestuur en
de directeur-bestuurder.
Adviesrol
Het bestuur heeft naast zijn taken als toezichthouder en werkgever ook een klankbordfunctie voor de directeur-
bestuurder. De leden van het bestuur worden met name geraadpleegd vanuit hun expertiserol.
Evaluatie en deskundigheidsbevordering
Om de rol van toezichthouder op een goede manier te kunnen uitvoeren, heeft het algemeen bestuur zich aangesloten
bij de Vereniging Toezichthouders Onderwijs Instellingen. In het verlengde hiervan heeft de directeur-bestuurder zich
aangesloten bij de Bestuurdersvereniging Primair Onderwijs.
7
2.2 Personeelszaken
Personele wijzigingen In 2017 hebben we afscheid genomen van één leerkracht die vervroegd gebruik heeft gemaakt van het keuzepensioen
en de conciërge die in juli de AOW gerechtigde leeftijd bereikte.
De vacatureruimte is ingevuld door een uitbreiding van de min-max contracten en een herverdeling van taken bij het
onderwijsondersteunend personeel.
Functiemix
De samenstelling van de lerarenschalen bij SKBM is als volgt:
* bron 2014, 2015 en 2016 www.functiemix.nl.
* bron 2018/2019 en verder meerjaren personele begroting.
SKBM streeft ernaar de voorgeschreven percentages op termijn te halen. De LC functies worden bij SKBM omgezet in
LB functies. Een aantal leerkrachten heeft aan gegeven op een LB functie te solliciteren. SKBM gaat uit van 2 FTE (extra)
in de LB schaal in 2018/2019, 2 FTE vanaf 2019/2020 en 1 FTE vanaf 2020/2021. Vanaf 2022/2023 stijgt het LB
percentage verder door uitstroom van LA leerkrachten.
Ziekteverzuim / invulling vervangers
Het gemiddelde ziekteverzuimpercentage voor het basisonderwijs was 6,0%, 6,3% en 6,2% in 2014, 2015 en 2016
(Eindrapportage verzuimonderzoek PO en VO 2016). Voor 2017 is nog geen landelijk verzuimcijfer bekend. Het
verzuimpercentage van SKBM is afgelopen jaren substantieel lager geweest dan het landelijke gemiddelde. Het
verzuimpercentage is in 2016 voor het eerst hoger dan het landelijk gemiddelde door langdurig verzuim. Exclusief de
langdurige ziekteverzuimgevallen heeft SKBM een bijzonder laag verzuimpercentage. Dit komt eveneens tot uiting in de
lage meldingsfrequentie van 0, 54 ten opzicht van het landelijk gemiddelde van 1,1 in 2016. SKBM zet haar huidige
verzuimbeleid voort en actualiseert dit wanneer nodig.
SKBM heeft een onderzoek naar eigen risicodragerschap laten uitvoeren. Naar aanleiding van dit onderzoek, en met
instemming van de MR, is SKBM vanaf 1 januari 2016 volledig eigen risicodrager voor ziekteverzuim bij het
Vervangingsfonds. SKBM blijft een verplichte premie betalen aan het VF van 0,28% voor uitvoeringskosten, waaronder
de kosten van flankerend beleid en een solidariteitsbijdrage ten behoeve van de besturen die in het fonds blijven. Tot
slot heeft SKBM een ‘stop-loss’ verzekering afgesloten voor ziekteverzuim bij het Risicofonds. Deze verzekering
vergoedt de kosten van verzuim wanneer deze boven een vastgelegd eigen risico uitkomen.
Leerlingenaantal
Het leerlingenaantal op 1 oktober 2016 bedroeg 513 leerlingen en was daarmee lager dan verwacht (- 3 t.o.v.
prognose).
Salarisschaal 2014 2015 2016 18/19 19/20 20/21 21/22 22/23
LA 81,7% 82,8% 70,4% 66,0% 57,9% 53,5% 53,5% 53,0%
LB 18,3% 17,2% 29,6% 34,0% 42,1% 46,5% 46,5% 47,0%
LC 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0%
Totaal 100,0% 100,0% 100,0% 100,0% 100,0% 100,0% 100,0% 100,0%
Ziekteverzuim 2014 2015 2016 2017
Den Doelhof 3,58% 4,47% 8,09% 5,07%
8
De terugloop in leerlingenaantal blijft een thema om rekening mee te houden.
leerlingaantallen 1-10-2016 1-10-2017 1-10-2018 1-10-2019 1-10-2020 1-10-2021
voor schooljaar 17-18 18-19 19-20 20-21 21-22 22-23
aantal leerlingen < 8 jr. 233 218 210 194 180 178
aantal leerlingen 8 jr. en > 280 280 274 280 270 241
Leerlingaantal op teldatum 513 498 484 474 450 419
Onderwijskundige ontwikkeling
Een nieuwe school voor de toekomst, vraagt om een nieuwe visie. Het team van Den Doelhof is hier het afgelopen jaar
volop mee bezig geweest. Met de bijdrage van de ouders is de visie inmiddels uitgewerkt in de volgende vijf
kernwaardes: betrokkenheid & welbevinden, uitdagende leeromgeving, verantwoordelijkheid, procesgericht werken en
verbondenheid. Deze kernwaardes worden nu al steeds meer toegepast in ons onderwijs. Tevens zullen ze leidend zijn
voor de bouw van de nieuwe school, waar we zullen gaan werken in units met daarin stamgroepen. Om deze visie goed en onderbouwd door te voeren in de praktijk op Den Doelhof zijn we met onderstaand
begeleidingstraject aan de slag gegaan.
Inhoud begeleidingstraject Om in dit traject concreet te werken aan een lerende organisatie, hebben we tijdens de bijeenkomsten een duidelijke verbinding gemaakt tussen de volgende drie aspecten: inhoud – houding – verhouding. Doel/streven:
Iedereen die op Den Doelhof werkt is in staat betrokkenheid te herkennen en kunnen er naar handelen;
Iedereen die op Den Doelhof werkt is zich bewust van hun rolneming als leerkracht, kunnen perspectief nemen en zo op de ervaringsstroom van een kind komen;
Iedereen die op Den Doelhof werkt is in staat om zelf te reflecteren op zijn handelen, maar ook om dat met elkaar als critical friend te bespreken, te reconstrueren en te interveniëren;
Iedereen die op Den Doelhof werkt kan de ervaringsreconstructie inzetten als intervisiemodel om situaties inzichtelijk te maken en vervolgens te doen wat goed is, ook in de ogen van het kind;
Iedereen die op Den Doelhof werkt is op de hoogte van de verschillende niveaus van communiceren en zijn zich bewust van het niveau van communiceren;
Iedereen die op Den Doelhof werkt is in staat de ondernemingszin van kinderen in tact te laten en/of te stimuleren;
Iedereen die op Den Doelhof werkt heeft kennis genomen van de wetenschappelijke literatuur rondom het procesgericht werken op de basisschool.
We zijn in 2017 – 2018 gestart met het inzetten van de ervaringsreconstructie. Voorheen werden leerlingen met zorg
besproken in een leerlingbespreking, echter door de implementatie van procesgericht werken, ontstond steeds meer
de behoefte om meer vanuit kansen te kijken dan vanuit onmogelijkheden. Het intervisiemodel: “de
ervaringsreconstructie” bleek hiervoor een uiterst geschikt hulpmiddel.
Overige ontwikkelingen
Eindtoets basisonderwijs De leerlingen uit de groepen 8 hebben deelgenomen aan de eindtoets basisonderwijs. We hebben gekozen voor de Cito-eindtoets, omdat we vinden dat deze (uitgebreide) toets een goed beeld geeft van de vaardigheden van de individuele leerlingen. Vrijwel alle leerlingen hebben de eindtoets zodanig gemaakt, dat de uitslag past bij het schooladvies dat ze in maart al van de leerkrachten gekregen hebben. Van één leerling is het advies naar boven bijgesteld. Leerlingen kunnen een score halen tussen 500 en 550 en op die behaalde score wordt het schooladvies gebaseerd. Een leerling die een score van 541 haalt, krijgt dan het volgende Cito-advies:
9
De individuele scores worden bij elkaar opgeteld en vervolgens gedeeld door het aantal leerlingen. Dit levert de gemiddelde schoolscore voor Den Doelhof op.
gemiddelde score Den Doelhof van alle leerlingen, basistoets (58 lln.) én niveautoets* (8 lln.) 535.1 gemiddelde score Den Doelhof (alleen leerlingen die de basistoets gemaakt hebben) 536.9 gemiddelde score landelijk van alle leerlingen
535.1
* De niveautoets wordt gemaakt door leerlingen met een VMBO basis of basis/kader-advies.
Doorstroming van onze leerlingen naar het voortgezet onderwijs:
Sch
oo
ltyp
e
Aan
tal l
ln.
In deze tabel kunt u zien kunt u zien naar welke vorm van voorgezet onderwijs de kinderen van basisschool “Den Doelhof” zijn doorgestroomd. In dit overzicht hebben wij het totale VMBO samengevoegd. Het VMBO bestaat uit: VMBO – B = basis beroepsgerichte leerweg; VMBO – G = gemengde leerweg; VMBO – K = kadergerichte leerweg; VMBO – T = theoretische leerweg; of uit samenvoegingen van deze leerwegen. * 1 leerling vanuit groep 7
Praktijkonderwijs 2
ISK Taalklas * 2
VMBO 34
MAVO / HAVO 8
HAVO 2
HAVO / VWO 11
VWO 13
Totaal 72
Tevredenheidsonderzoek
In maart 2017 is de laatste ouderenquête afgenomen bij de ouders van de leerlingen van onze school. De vragenlijst had
betrekking op een 13-tal hoofdthema’s. Ook konden ouders de school waarderen met een cijfer. De enquête werd door
198 ouders (58 %) ingevuld en zij gaven Den Doelhof een gemiddeld rapportcijfer van 7,7.
Inspectiebezoek
Bij elk bestuur van scholen in Nederland voert de Inspectie van het Onderwijs minstens één keer in de vier jaar een
onderzoek uit. In het najaar van 2017 was het bestuur Stichting Katholiek Basisonderwijs Meijel aan de beurt.
De inspectie heeft onderzocht of het bestuur zorgt voor onderwijs van ten minste voldoende kwaliteit en of het bestuur
financieel in staat is om ook in de toekomst voldoende onderwijs te blijven verzorgen. Op bestuursniveau heeft de
inspectie documenten bestudeerd en gesprekken gevoerd over de kwaliteitszorg en het financieel beheer. Op
schoolniveau heeft de inspectie gekeken of het beeld dat het bestuur heeft van de school klopt. Ook is er gekeken of
datgene wat het bestuur wil bereiken ook te zien is in de school.
Uit het samenvattend oordeel op bestuursniveau: Het bestuur heeft een kwaliteitssysteem ingericht dat voldoet aan de kwaliteitseisen. Het bestuur stelt doelen, heeft zicht op de onderwijskwaliteit en stuurt op verbetering van de onderwijskwaliteit. Het bestuur is een zogenaamde éénpitter. Het kwaliteitssysteem van SKBM en basisschool Den Doelhof vallen dan ook voor een belangrijk deel samen. De meeste onderdelen van het kwaliteitssysteem zijn ten minste van voldoende kwaliteit.
10
Het financiële beheer van SKBM is op orde. Daarbij zien we geen risico’s voor de financiële continuïteit en rechtmatigheid. Het bestuur voldoet aan de onderzochte deugdelijkheidseisen op deze kwaliteitsgebieden.
Uit het samenvattend oordeel op schoolniveau:
In de dagelijkse praktijk is zichtbaar dat de organisatie van het onderwijs afstemming op de onderwijsbehoeften mogelijk
maakt. Dit krijgt ook zichtbaar vorm in de lessen. De leraren laten zien dat ze hoge verwachtingen hebben van hun
leerlingen. Dit ondersteunt het streven naar een optimaal leerrendement voor alle leerlingen. Het school
ondersteuningsplan beschrijft een brede basisondersteuning. Dit wordt door de school ook waargemaakt: het
verwijzingspercentage is laag en de school biedt onderwijs aan kinderen die extra ondersteuning nodig hebben. De school
is creatief in het zoeken naar mogelijkheden, zoals expertise in de school halen, om daadwerkelijk de extra ondersteuning
te kunnen bieden.
De school werkt pas sinds enkele weken met de groepsoverstijgende aanpak. De leraren hebben door die werkwijze een
minder compleet eigen beeld van de ontwikkeling van de leerlingen, dit omdat ze deels bij hen werken en instructie
krijgen en deels bij andere leraren. De leraren zijn op zoek naar een werkbare manier om de pedagogische en didactische
observaties gestructureerd met elkaar te delen.
ICT
Ontwikkelingen op het gebied van ICT gaan snel en dat heeft geleid tot een versnelde investering in touchscreens (nu in
alle groepen) en laptops voor de bovenbouw. Ook is er een desinvestering gedaan in apparatuur die niet meer in
gebruik is.
Nieuwbouw
Bij de presentatie van verschillende architectenbureaus voor een nieuwe school in april 2017, is de keuze gevallen op
DMV architecten uit Kerkrade. Omdat er in het nieuwe gebouw ook intensief wordt samengewerkt met de Stichting
Kinderopvang Meijel, werd de opdracht uitgebreid. Dit heeft geleid tot een voorlopig ontwerp in december 2017
waarin kinderopvang en basisschool aan elkaar verbonden zijn. De financieringsstromen van kinderopvang en
basisonderwijs worden in de nieuwbouw nauwkeurig van elkaar gescheiden. De verwachting is dat er in 2018 gestart
kan worden met de bouwvoorbereidingen en dat het nieuwe gebouw in de eerste helft van 2020 kan worden
opgeleverd.
11
Binnen het Kindcentrum werken kinderopvang en school vanuit een gezamenlijke visie en is er een doorgaande lijn vanaf
de peutergroepen t/m groep 8. In het gezamenlijke beleidsplan van Den Doelhof en Stichting Kinderopvang Meijel (SKM)
staat beschreven hoe de samenwerking en doorgaande ontwikkelingslijn gerealiseerd zullen worden. Omdat er in de
nieuwe school geen groepsruimten meer zijn voor de BSO, zal ook SKM een uitbreiding van het gebouw nodig hebben.
Deze uitbreiding wordt voornamelijk gerealiseerd in het hart van het nieuwe gebouw waar kinderopvang en
basisonderwijs elkaar zullen ontmoeten.
2.3 Klachten
In de Klachtenregeling van SKBM staan de taken van de vertrouwenspersoon. Hieronder valt ook een jaarlijkse
rapportage en terugkoppeling. De vertrouwenspersoon rapporteert volstrekt anoniem aan het Bestuur. Er zijn in het
afgelopen verslagjaar (2017) geen klachten geweest, noch op bestuursniveau, noch bij de klachtencommissie.
SKBM hanteert de klachtenregeling zoals die is vastgesteld door de gezamenlijke Nederlandse organisaties voor
werkgevers en werknemers in het onderwijs.
12
3. Ontwikkelingen
3.1 Continuïteitsparagraaf
3.1.1 Prognose leerlingenaantallen Op basis van de huidige verdeling van kinderen en rekening houdend met overige informatie, zoals
demografische ontwikkelingen, is voor de komende jaren een prognose opgesteld. Een betrouwbare
inschatting van het aantal nieuwkomers is lastig te maken. De aantallen zijn gebaseerd op reële geboortecijfers
van de gemeente Meijel.
Uit bovenstaande prognose blijkt dat de terugname van het aantal leerlingen in de onderbouw de komende 2
jaren groter is dan in de bovenbouw. Omdat de bekostiging voor de onderbouw hoger is dan voor de
bovenbouw, dalen de inkomsten procentueel meer dan het aantal leerlingen.
3.1.2 Meerjarenbegroting In de continuïteitsparagraaf presenteren wij de realisatie over 2017 en de prognoses voor 2018 t/m 2022 op
basis van de meerjarenbegroting zoals deze in de door het bestuur vastgestelde begroting 2018 is opgenomen.
De leerlingenprognose vormt de basis voor de begroting 2018 t/m 2022:
leerlingaantallen 1-10-2016 1-10-2017 1-10-2018 1-10-2019 1-10-2020 1-10-2021
voor schooljaar 17-18 18-19 19-20 20-21 21-22 22-23
aantal leerlingen < 8 jr. 233 218 210 194 180 178
aantal leerlingen 8 jr. en > 280 280 274 280 270 241
Leerlingaantal op teldatum 513 498 484 474 450 419
Meerjarenbegroting 2017 2018 2019 2020
x € 1.000 x € 1.000 x € 1.000 x € 1.000
Baten
Rijksbijdragen 2.495 2.381€ 2.323 2.273
Overige overheidsbijdragen 37 21 14 14
Overige baten 49 20 18 7
Totale baten 2.581 2.422 2.355 2.294
Lasten
Personeelslasten 2.122 2.071 1.987 2.035
Afschrijvingen 90 78 75 71
Huisvestingslasten 221 208 -254 105
Overige lasten 219 224 224 206
Totale lasten 2.652 2.581 2.032 2.417
Saldo baten en lasten -71 -159 323 -123
Financiele baten - - - -
Resultaat -71 -159 323 -123
13
De meerjarenbegroting is gebaseerd op de geprognotiseerde leerlingaantallen en de beschikbare informatie.
Hierbij is gebruik gemaakt van de geldende wet- en regelgeving van oktober 2016. Belangrijke informatiebron
hiervoor is de informatie die beschikbaar is via het Ministerie van Onderwijs. De middelen die worden
overgedragen door het samenwerkingsverband zijn overgenomen uit de meerjarenbegroting van dit verband.
Deze baten werden in het verleden verantwoord bij de overige baten maar moeten nu worden verantwoord bij
(indirecte) rijksbijdragen. Voor de overige baten, zoals gemeentelijke bijdragen en verhuur/medegebruik, is een
schatting gemaakt van de inkomsten op basis van de beschikbare informatie.
De meerjarenbegroting over de jaren 2017 tot en met 2020 laat negatieve resultaten zien, behalve boekjaar
2019. In 2019 vindt de nieuwbouw plaats waarvoor over de jaren 2016 t/m 2018 een voorziening is gevormd.
Deze voorziening zal worden gebruikt voor extra voorzieningen in de nieuwbouw welke voor de
onderwijsontwikkelingen ten goede komt. De afboeking vindt plaats ten gunste van de huisvestingslasten in
boekjaar 2019. Vanaf 2020 zal jaarlijks € 30.000 gedoteerd worden aan de voorziening groot onderhoud.
De stevige financiële positie geeft voldoende draagkracht om meerdere jaren negatieve resultaten te
presenteren. De begroting en het programma wordt jaarlijks ter goedkeuring voorgelegd aan het algemeen
bestuur.
De balanspositie zal op basis van bovenstaande meerjarenbegroting als volgt zijn:
Balanspositie 31-12-2017 31-12-2018 31-12-2019 31-12-2020
x € 1.000 x € 1.000 x € 1.000 x € 1.000
Vaste activa
Materiele vaste activa 316 315 335 329
Vlottende activa
Vorderingen 181 150 150 150
Liquide middelen 990 976 940 854
Totaal vlottende activa 1.172 1.126 1.090 1.004
TOTAAL ACTIVA 1.487 1.441 1.425 1.333
Eigen vermogen
Algemene reserves 981 821 1.144 1.022
Voorzieningen 277 400 61 91
Kortlopende schulden 230 220 220 220
TOTAAL PASSIVA 1.487 1.441 1.425 1.333
14
In het bestuursformatieplan 2018-2019 is een prognose gemaakt tot en met het schooljaar 2022-2023. Er is
een resultaat berekend exclusief en inclusief aanpak werkdruk, zie onderstaand overzicht:
Voor schooljaar 2018/2019 en verder is er op bestuursniveau een negatief personeel resultaat begroot.
Gedurende de begrotingsperiode dalen de personele baten door de leerlingendaling en de personele lasten
door natuurlijk verloop.
De middelen voor aanpak werkdruk worden naar verwachting grotendeels voor personeel ingezet. Met die
inzet kunnen tijdelijke personeelsleden worden behouden, min-max-ers doorstromen naar groepsformatie en
nieuwe min-max formatie worden ingeregeld. Hierdoor verwachten we in het schooljaar 2018/2019 en
2019/2020 een licht positief personeel resultaat. Vanaf het schooljaar 2020/2021 is er een negatief personeel
resultaat begroot. SKBM is in overleg met drie medewerkers die de AOW-gerechtigde leeftijd bereiken in de
begrotingsperiode en die eerder gebruik willen maken van hun keuzepensioen. Dit (eerdere) verloop wordt
niet ingevuld, vindt naar verwachting plaats vanaf schooljaar 2020-2021 en is vanaf dat jaar nog niet
meegenomen in een vermindering van de loonkosten.
In de personele meerjarenbegroting (bijlage BFP) 2018/2019 is rekening gehouden met de personele wensen
en mutaties voor zover bekend op het moment van schrijven van dit plan. Het gaat daarbij om wensen voor
deeltijdontslag, invulling van min-max contracten van (structurele) vervangers en verdere aansluiting op
werktijdfactoren conform de 40-urige werkweek.
Op grond van deze begroting en het aanwezige vermogen en liquiditeit is de continuïteit voor de periode tot en
met 2022 niet in het geding.
3.1.3 Ontwikkelingen m.b.t. personeel
De grootste kostenpost van de begroting betreft de salariskosten van het onderwijzend personeel. Door de terugloop van het aantal leerlingen is er minder onderwijzend personeel nodig. Onderstaande gegevens zijn gehanteerd voor het opstellen van de door het bestuur vastgestelde begroting 2018.
Schooljaar 2018-2019 2019-2020 2020-2021 2021-2022 2022-2023
Personele baten 1.506.165€ 1.478.818€ 1.451.582€ 1.389.826€ 1.321.884€
Overige personele baten 632.347€ 615.781€ 600.442€ 623.348€ 585.281€
Personele lasten 2.062.373€ 2.023.221€ 2.020.294€ 2.047.634€ 2.053.237€
Overige personele lasten 66.700€ 64.200€ 64.200€ 64.200€ 64.200€
Resultaat excl. aanpak werkdruk -67.750€ -67.842€ -105.940€ -226.910€ -329.687€
Resultaat incl. aanpak werkdruk 9.440€ 7.178€ -32.470€ -98.660€ -210.272€
Personele bezetting in FTE 2017/2018 2018/2019 2019/2020 2020/2021 2021/2022 2022/2023
Directie 2,40 2,40 2,40 2,40 2,40 2,40
Onderwijzend personeel 27,54 26,35 25,78 25,38 25,38 25,05
Onderwijsondersteunend personeel3,23 3,23 3,21 3,09 3,09 3,09
Totaal 33,17 31,98 31,39 30,87 30,87 30,53
15
3.2 Rapportage aanwezigheid en werking van het interne risicobeheersings- en controlesysteem
SKBM heeft geen overkoepelend intern risico beheers- en controlesysteem. Op financieel gebied wordt er
periodiek aan het bestuur gerapporteerd over de realisatie en begroting door het administratiekantoor. Tevens
is er inzage in de administratie. Er wordt mede gesteund op de administratieve organisatie en de minimale
functiescheidingen die aanwezig zijn bij het administratiekantoor. Per kwartaal wordt het algemeen bestuur
geïnformeerd over de stand van de zaken en worden risico’s ten aanzien van de begrotingsdoelstellingen
gerapporteerd.
3.3 Risicomanagement
SKBM heeft in maart 2017 een financiële risicoanalyse uitgevoerd. Deze analyse besteedt vooral aandacht aan
de voornaamste bedreigingen/belemmeringen voor doelverwezenlijking. Het aantal risico’s is groot, maar niet
ieder risico is van even groot belang. Het gaat er dus om dat men tot een zekere prioritering komt: het
aanbrengen van een rangorde met “kans en impact” in risico’s zodat duidelijk wordt welke risico’s het meeste
gewicht in de schaal leggen.
Risico’s worden gerangschikt naar grootte: een grootte die afhangt van hun waarschijnlijkheid (kans) en hun
vermoedelijke gevolgen (impact). Onder impact verstaat men de (negatieve) gevolgen van een risico op de
realisatie van doelstellingen. Impact kan verwijzen naar financiële effecten, maar in een groot aantal gevallen
gaat het om andere effecten, om meer kwalitatieve gevolgen. SKBM hanteert de financiële risicoanalyse van de
PO Raad. Daaruit volgt de volgende prioritering van risicoverhouding per beleidsterrein:
SKBM heeft een in totaliteit laag risicoprofiel waarbij een weerstandsvermogen tussen de 6% en 9% voldoende
zou zijn. De onderdelen leerlingen (krimp) en personeel (kwaliteit, verloop, verzuim) zijn de relatief grotere
componenten in de analyse. SKBM hanteert de volgende beheersmaatregelen op deze onderdelen:
16
Leerlingen / Leerlingenstroom
Er zijn informatie-ochtenden / avonden voor toekomstige ouders en ketenpartners.
Kennismakingsgesprekken kunnen op afspraak gedurende het hele schooljaar.
De website is up-to-date en informatief.
Instroom en uitstroom wordt gemonitord.
PO-vensters geeft heldere informatie over de school en is up-to-date.
De bouw van het nieuwe schoolgebouw en het werken volgens de nieuwe visie zorgt mogelijk voor
extra instroom.
Personeel
Er is een jaarlijkse cyclus waarin onder andere doelstellingengesprekken en, indien nodig,
verbetertrajecten zijn opgenomen.
De school heeft een professionele cultuur. De leraren zijn zich bewust van de effecten van hun
handelen op de onderwijskwaliteit.
Jaarlijks wordt een personele meerjarenbegroting en bestuursformatieplan opgesteld inclusief
toelichting.
Periodiek wordt de realisatie (fte en loonkosten) gemonitord.
Ziekteverzuim wordt periodiek gevolgd en waar nodig wordt actie ondernomen.
De leeftijdsontwikkeling is in beeld, jaarlijks worden personele wensen geïnventariseerd en worden,
wanneer nodig, pensioen- of loopbaangesprekken gevoerd.
De ketenbepaling in de wet werk en zekerheid wordt bewaakt evenals de benoemingsvolgorde en
voorrangsbenoemingen voor ex-werknemers (1 jaar plus) met een WW-uitkering.
Personeelsleden worden kunnen gedetacheerd of ingeleend bij Stichting Prodas als informele
vervangingspool in het kader van continuïteit bij hoog verzuim, vacatureruimte e.d..
De personele administratie is ondergebracht bij Stichting Prodas, waarbij, indien gewenst, kan worden
teruggevallen op hun expertise.
De vermogenspositie van de stichting is voldoende. Het bestuur is dan ook van mening dat genoemde risico’s
geen invloed zullen hebben op het beoogde beleid. Daar waar risico’s in omvang onverwacht groter blijken
dan berekend, is er momenteel voldoende buffer om te reageren op deze ontwikkelingen. Middels simulatie
kan ook zicht worden verkregen in de mogelijke effecten van beleidskeuzes hierin.
3.4 Treasury
De eventuele overtollige liquide middelen worden overgeboekt op de spaarrekening. Er is geen sprake van
beleggingen.
3.5 Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG)
Het Europees parlement stemde in 2016 in met de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG). Deze
nieuwe wetgeving sluit aan op technologische ontwikkelingen en globalisering. Door de AVG zijn
persoonsgegevens van alle EU-inwoners straks op dezelfde wijze beschermd, ongeacht of hun gegevens zijn
opgeslagen in Europa of - bijvoorbeeld - de Verenigde Staten.
17
Dat betekent dat er vanaf 25 mei 2018 nog maar één privacywet geldt in de hele Europese Unie (EU). De Wet
bescherming persoonsgegevens (Wbp) geldt dan niet meer. De AVG is een verordening. Dit houdt in dat er
rechtstreeks verplichtingen worden opgelegd aan degene die persoonsgegevens verwerkt en rechten toekent
aan betrokkenen (degene van wie persoonsgegevens verwerkt worden). Ook Nederlandse scholen moeten vanaf
25 mei 2018 voldoen aan de nieuwe wetgeving. Als de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) van
toepassing is, hebben organisaties die persoonsgegevens verwerken meer verplichtingen. Er wordt in de AVG
meer nadruk gelegd op de verantwoordelijkheid van organisaties (scholen) zelf. Scholen moeten niet alleen de
wet naleven, zij moeten kunnen aantonen dat zij zich aan de wet houden.
De Wetgeving bepaalt niet alleen onder welke voorwaarden persoonsgegevens gebruikt mogen worden, maar
geeft ook aan dat er passende technische en organisatorische maatregelen genomen moeten worden om de
persoonsgegevens te beschermen. Informatiebeveiliging is dan ook een belangrijke voorwaarde voor privacy, terwijl omgekeerd het zorgvuldig omgaan met persoonsgegevens noodzakelijk is voor informatiebeveiliging.
Beide begrippen staan dan ook naast elkaar en zijn van elkaar afhankelijk.
Voor een juiste omgang rond informatiebeveiliging en privacy (IBP) is de school gestart met het schrijven van
een IBP-beleidsplan. Dit beleidsplan vormt, na goedkeuring, de basis om processen, richtlijnen en procedures
rondom IBP uit te werken. Daarnaast wordt in kaart gebracht welke persoonsgegevens de school bezit en
verwerkt, wie de eigenaar is en waar deze gegevens zijn opgeslagen. De school maakt afspraken met derden
die persoonsgegevens verwerken middels gestandaardiseerde verwerkersovereenkomsten. Er zijn afspraken
gemaakt met een externe partij. Er zal een ‘scan’ worden uitgevoerd om te meten waar de school staat en
middels een begeleid traject wordt de school geadviseerd bij het zetten van de juiste stappen voor een
correcte implementatie van de AVG.
18
4. Financiële gegevens 2017
4.1 Financieringsbeleid
4.1.1 Kengetallen Onderstaand de kengetallen zoals deze bij SKBM van toepassing zijn:
Solvabiliteit: Eigen vermogen + Voorzieningen / balanstotaal
Kapitalisatiefactor: De definitie is als volgt: “Mate waarin het kapitaal wordt benut voor de vervulling van
taken”. De kapitalisatiefactor is het startpunt van de berekening van de beschikbare buffer en wordt als volgt
berekend: (Totaal Kapitaal –Grond en terreinen)/Totale Baten
Financieringsfunctie: Deze is gelijk aan de middelen die moeten worden aangehouden om de materiële vaste
activa (niet zijnde gebouwen en terreinen) te zijner tijd te kunnen vervangen. Voor de bepaling van de
vervangingswaarde gaan we uit van de normatieve methode. Liever gingen we uit van onze eigen activa
administratie, maar door het ontbreken van de herwaardering van de leermethoden in 2006 is deze naar onze
mening niet volledig genoeg om deze als uitgangspunt te hanteren. De normatieve methode houdt in dat de
vervangingswaarde bepaald wordt op 37% van de totale jaarbaten. In verband met de investeringsverspreiding
kan een correctiepercentage van 75% toegepast worden. Vervangingswaarde MVA/(totale baten + rentebaten)
Transactieliquiditeit: Deze is gelijk aan de middelen die moeten worden aangehouden om de kortlopende
schulden te voldoen. De transactieliquiditeit is gelijk aan het bedrag van de kortlopende schulden.
(kortlopende schulden/(totale baten + rentebaten)
Beschikbare financiële buffer: Dit zijn de middelen die schoolbesturen moeten aanhouden om de risico’s op te
vangen. (kapitalisatiefactor -/- transactiefunctie -/- financieringsfunctie)
Financieel beoordelingskader: Centraal staan twee aspecten, namelijk het vermogensbeheer en het
budgetbeheer. Bij de beoordeling van het vermogensbeheer gaat het om de vraag of de instelling het
beschikbare kapitaal optimaal inzet voor het onderwijs. Bij de beoordeling van het budgetbeheer gaat het om
de vraag wat de capaciteit is van de instelling om tegenvallers op korte of middellange termijn op te vangen.
Beoordeling van het vermogensbeheer: Voor de beoordeling van het vermogensbeheer worden drie kengetallen
gehanteerd. Dit zijn als eerste de Kapitalisatiefactor en Financiële buffer die hierboven zijn toegelicht. Het
andere kengetal is de Solvabiliteit, dat de verhouding uitdrukt tussen het eigen vermogen vermeerderd met de
voorzieningen in relatie tot het totaal vermogen. Dit geeft een indicatie over de mate waarin een bestuur nog
mogelijkheden heeft om externe financiering aan te gaan. De laatste twee kengetallen: de Financierings- en
transactiefunctie zijn berekend om uiteindelijk de Financiële buffer te kunnen berekenen. Bij deze kengetallen
zijn geen signaleringswaarden vermeld.
Beoordeling van het budgetbeheer: Bij de beoordeling van het budgetbeheer gelden twee kengetallen. Voor een
beoordeling van de liquiditeitspositie geldt het kengetal Current Ratio. Dit brengt eventuele overliquiditeit in
beeld; de middelen die beschikbaar zijn naast de middelen benodigd om aan de lopende verplichtingen te
Ondergrens Bovengrens 2017 2016 2015 2014
Solvabiliteit 20% geen 84,5% 84,6% 84,9% 83,3%
Kapitalisatiefactor geen 65% 57,6% 56,4% 55,3% 59,4%
Financieringsfunctie nvt nvt 27,8% 25,5% 25,5% 25,3%
Transactiefunctie nvt nvt 8,9% 8,7% 8,3% 10,0%
Financiële buffer 10% geen 21,0% 22,2% 21,5% 24,1%
19
kunnen voldoen. Daarnaast wordt aan de hand van het kengetal Rentabiliteit gekeken in welke mate baten en
lasten van de instelling met elkaar in evenwicht zijn.
Het beoordelingskader is een instrument voor het bestuur, het decentrale toezicht en de inspectie. Het kader
biedt de toezichthouders handvatten om een doelmatige inzet van onderwijsgeld te bespreken met het
bestuur. Door bijgaande berekeningen krijgt men inzicht in de kapitaal- en vermogenspositie van SKBM.
De aanschaf of het aanhouden van bezittingen is niet gratis. Vermogen zorgt ervoor dat men zich kapitaal kan
permitteren. Of dat vermogen reserves zijn of vreemd vermogen doet in theorie weinig ter zaken. Eigen
reserves verdienen echter de voorkeur. Het is langdurig beschikbaar en er kleven geen aflossings- of
renteverplichtingen aan. Dit betekent dat een gunstige verhouding tussen reserves en vreemd vermogen
wenselijk is en dat een goede solvabiliteit een groot goed is. Zelfs een erg hoge solvabiliteit is geen slechte
zaak. Solvabiliteit verwijst immers slechts naar de verhouding tussen reserves en vreemd vermogen en is geen
indicatie voor een te grote omvang van het kapitaal en de mogelijke overtolligheid van bezittingen.
De uitkomsten van het financieringsbeleid vallen binnen de daartoe geldende normen van de inspectie.
4.1.2 Activerings- en afschrijvingsbeleid Investeringen van substantiële waarde ( > € 2.500) worden vanaf 1-1-2006 geactiveerd en over diverse
boekjaren ten laste van de exploitatie afgeschreven.
Meubilair De afschrijvingstermijnen variëren van 15-30 jaar. Meubilair wordt geactiveerd vanaf een bedrag
van € 2.500. De afschrijving vindt voor de eerste keer plaats in het kalenderjaar na investering.
ICT De afschrijvingstermijnen variëren van 3-6 jaar. De afschrijving vindt voor de eerste keer plaats in het
kalenderjaar na investering.
Digiborden De afschrijvingstermijn is 6 jaar. De afschrijving vindt voor de eerste keer plaats in het
kalenderjaar na investering.
Onderwijsleerpakketten De afschrijvingstermijnen variëren van 8-9 jaar. Leermiddelen worden geactiveerd
vanaf een bedrag van € 2.500. De afschrijving vindt voor de eerste keer plaats in het kalenderjaar na
investering.
Budgetbeheer Signaalwaarde 2017 2016 2015 2014
Liquiditeit (Current ratio) 0,5 - < 1,5 5,10 4,83 4,65 4,28
Rentabiliteit 0% - < 5% -2,8% -3,9% 0,2% -6,3%
20
4.1.3 Financiële analyse vergelijking resultaat 2017 met het resultaat 2016
Voor een uitgebreide versie van de staat van baten en lasten vindt u bij paragraaf 4.7 de specificatie.
Het totale resultaat voor 2017 komt uit op een bedrag van € 71.220 negatief. Een stijging van het resultaat van
€ 29.107 ten opzichte van boekjaar 2016.
De Rijksbijdrage OCW is inclusief een bedrag van € 17.400 wat betrekking heeft op boekjaar 2016, dit als gevolg
van een correctie voor schooljaar 2016-2017 welke in september 2017 is ontvangen. Hierdoor wordt per saldo
€ 9.000 minder aan Rijksbijdrage ontvangen, dit wordt veroorzaakt door een daling van aantal leerlingen van
20 op 1 oktober 2016 t.o.v. 1 oktober 2015.
De personele lasten laten een stijging zien van € 17.700 ten opzichte van 2016. Dit wordt voornamelijk
veroorzaakt doordat er minder aan uitkeringen is ontvangen in 2017.
De overige lasten laten een daling zien van € 23.200, dit wordt voornamelijk veroorzaakt door:
- Daling in de administratiekosten van € 7.800 doordat men is overgestapt naar een andere partij die de
dienstverlening voor SKBM heeft overgenomen.
- Daling van de post schoolreisjes, excursies en vieringen met € 11.000, omdat in 2016 een eenmalig
uitstapje naar een pretpark voor alle leerlingen heeft plaatsgevonden.
2017
realisatie
€
2016
realisatie
€
Afwijking t.o.v.
2016
x €
Baten
Rijksbijdrage OCW 2.495.217 2.486.299 8.918
Overige overheidsbijdragen 36.945 31.825 5.120
Overige baten 48.870 31.873 16.997
Totaal Baten 2.581.032 2.549.997 31.035
Lasten
Personele lasten 2.122.314 2.104.616 17.698
Afschrijvingen 90.238 99.998 9.760-
Huisvestingslasten 220.821 205.958 14.863
Overige lasten 218.528 241.763 23.235-
Totaal lasten 2.651.901 2.652.335 434-
Saldo baten en lasten 70.869- 102.338- 31.469
Financiële baten en lasten 351- 2.011 2.362-
Resultaat 71.220- 100.327- 29.107
21
4.1.4 Financiële analyse vergelijking resultaat 2017 met de begroting 2017
De goedgekeurde begroting laat een exploitatieresultaat zien van € 185.000 negatief. Het resultaat voor 2017
bedraagt negatief € 71.200. Het uiteindelijke resultaat wijkt dus in positieve zin af t.o.v. de begroting voor een
bedrag van € 113.800.
Voor een uitgebreide versie van de staat van baten en lasten vindt u bij paragraaf 4.7 de specificatie.
Bij vergelijking van de posten tussen de gerealiseerde cijfers met de begroting kan er een afwijking zijn doordat
bij de gerealiseerde cijfers een geactualiseerd grootboek en rubricering is aangehouden. Hierdoor kunnen
posten verwerkt in de begroting onder een andere benaming dan bij gerealiseerd verwerkt zijn.
Onderstaand volgt een analyse van de meest opvallende afwijkingen ten opzichte van de begroting 2017.
(Rijks) bijdrage OCW De tarieven voor de berekeningen van de rijksbijdrage OCW worden een aantal malen in
het jaar geactualiseerd. Voor de begroting zijn de tarieven aangehouden die op 25 oktober 2016 gepubliceerd
stonden in de Staatscourant, deze waren lager dan wat werkelijk is ontvangen. De werkelijke ontvangsten van
DUO zijn gebaseerd voor de tarieven 2016-2017 van 20 oktober 2017 en de tarieven 2017-2018 van 21
november 2017. De Rijksbijdrage OCW is inclusief een bedrag van € 17.400 wat betrekking heeft op boekjaar
2016, dit als gevolg van een correctie voor schooljaar 2016-2017 die in september 2017 is ontvangen.
Overige overheidsbijdragen De overige overheidsbijdragen laten een afwijking van € 17.000 zien, veroorzaakt
doordat aan muzieksubsidie voor een bedrag van € 13.000 meer is ontvangen dan begroot en voor de
ontvangsten van het onderhoud voor gezamenlijke ruimten geen rekening is gehouden met de doorbetaling
van € 6.000 aan SKM.
2017
realisatie
€
2017
begroting
€
Afwijking t.o.v.
begroting 2016
x €
Baten
Rijksbijdrage OCW 2.495.217 2.407.800 87.417
Overige overheidsbijdragen 36.945 20.000 16.945
Overige baten 48.870 26.500 22.370
Totaal Baten 2.581.032 2.454.300 126.732
Lasten
Personele lasten 2.122.314 2.110.500 11.814
Afschrijvingen 90.238 67.200 23.038
Huisvestingslasten 220.821 198.750 22.071
Overige lasten 218.528 263.400 44.872-
Totaal lasten 2.651.901 2.639.850 12.051
Saldo baten en lasten 70.869- 185.550- 114.681
Financiële baten en lasten 351- 500 851-
Resultaat 71.220- 185.050- 113.830
22
Overige baten De werkelijke overige baten zijn gestegen met € 25.700 ten opzichte van de begroting. Niet alle
baten zijn in de begroting opgenomen, zoals het detacheren van personeel voor een bedrag van € 20.076 en de
verhuuropbrengsten van de gymzaal van € 2.900.
Personele lasten De personele lasten zijn € 16.400 hoger dan begroot. In de begroting 2017 is een bedrag aan
uitkeringen opgenomen dat toebedeeld moet worden aan 2016. Hierdoor is aan uitkeringen meer begroot dan
werkelijk in 2017 is ontvangen.
De lonen en salarissen inclusief uitkeringen zijn over 2017 afgerond werkelijk € 14.000 hoger dan begroot. Door
het personeel (w.o. min-max’ers) te detacheren naar een ander bestuur en uitbetaling van de
verzuimverzekering worden deze hogere kosten met de baten gecompenseerd.
Afschrijvingen De afschrijvingskosten zijn € 33.400 hoger dan begroot. Bij de begroting 2017 waren nog niet alle
investeringen in 2016 meegenomen. Tevens is de lijst geactualiseerd en zijn de niet meer aanwezige activa
helemaal in boekjaar 2017 afgeschreven waardoor een desinvestering van € 10.400 heeft plaatsgevonden.
Investeringen gedaan in 2016 worden voor het eerst in 2017 afgeschreven.
Huisvestingslasten De huisvestingslasten stijgen t.o.v. de begroting met € 11.700. Dit wordt voornamelijk
veroorzaakt door extra onderhoudskosten vanwege samenvoegen van lokalen en herstel van speeltoestellen.
Overige instellingslasten De overige instellingslasten zijn € 44.900 lager dan begroot. Dit wordt voornamelijk
veroorzaakt doordat voor de begroting aan advieskosten vanwege de nieuwbouw € 60.000 opgenomen is. In
werkelijkheid valt een gedeelte van de advieskosten onder de vergoeding van de gemeente waardoor de
werkelijke kosten uiteindelijk € 6.600 bedragen.
4.2 Grondslagen De jaarrekening is opgemaakt conform de Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van
12 december 2012, nr. WJZ/452622 (10269). De inrichtingsvereisten en overige bepalingen zijn gebaseerd op
de inrichtingsvereisten voor de externe jaarverslaggeving zoals opgenomen in Boek 2 Titel 9 van het Burgerlijk
Wetboek. Voor invulling van de normen die in het maatschappelijk verkeer als aanvaardbaar worden
beschouwd, zijn de richtlijnen van de Raad voor de Jaarverslaggeving van toepassing. Specifieke aspecten op
het gebied van externe jaarverslaggeving voor onderwijsinstellingen zijn nader uitgewerkt in RJ660
Onderwijsinstellingen. De jaarrekening wordt opgesteld op het niveau van het bevoegd gezag.
Waardering van de activa en passiva
Materiële vaste activa De investeringen in materiële vaste activa zijn opgenomen in de balans tegen historische
kostprijzen, verminderd met afschrijvingen. De afschrijvingspercentages worden gebaseerd op de verwachte
economische levensduur van de betreffende activa, rekening houdend met een eventuele restwaarde. De
activeringsgrens van de investeringen bedraagt € 2.500. De eerste afschrijving vindt plaats in het jaar na
aanschaf.
Vorderingen De vorderingen worden gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs onder aftrek van de noodzakelijk geachte voorziening voor het risico van oninbaarheid. De vorderingen en overlopende activa hebben een looptijd korter dan een jaar, tenzij dit bij de toelichting op de balans anders is aangegeven.
Liquide middelen De liquide middelen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde en deze staan vrij ter
beschikking van de organisatie.
Voorzieningen
Jubileumuitkeringen: De voorziening jubileumuitkeringen is gevormd in verband met verplichtingen die
samenhangen met nog uit te keren jubileumuitkeringen.
23
Onderhoudsvoorziening: De voorziening onderhoud moet leiden tot een evenwichtige verdeling van lasten voor
groot onderhoud van de gebouwen en wordt bepaald op basis van de te verwachten uitgaven voor groot
onderhoud over een reeks van jaren. De voorziening wordt lineair opgebouwd. Het uitgevoerde onderhoud
wordt ten laste van de voorziening gebracht.
Kortlopende schulden Dit betreffen schulden met een op balansdatum resterende looptijd van ten hoogste één jaar. Kortlopende schulden worden gewaardeerd tegen de nominale waarde onder aftrek van de noodzakelijk geachte voorziening voor het risico van oninbaarheid. Overlopende passiva De overlopende passiva betreffen vooruit ontvangen bedragen die aan opvolgende perioden worden toegerekend en nog te betalen bedragen, voor zover ze niet onder andere kortlopende schulden zijn te plaatsen. Overige activa en passiva Voor zover in het bovenstaande niet anders wordt aangegeven worden activa en
passiva gewaardeerd op geamortiseerde kostprijs. Hierbij wordt op vorderingen, indien dit noodzakelijk is, een
voorziening voor risico van oninbaarheid in mindering gebracht.
Bepaling van het resultaat Bij de bepaling van het resultaat zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd:
Voor de baten en lasten is het baten- en lastenstelsel (ook wel matchingsbeginsel) van toepassing. De
kenmerken van dit stelsel zijn:
Opbrengsten en kosten toegerekend aan de periode waarop deze betrekking hebben
Uitgaven en ontvangsten hoeven nog geen kosten of baten zijn. Dit is dus ook voor de rijksvergoedingen van toepassing. Deze zijn in de rekening verantwoord voor zover deze aan het verslagjaar zijn toe te rekenen.
Kasstroomoverzicht: Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de indirecte methode.
24
4.3 Balans per 31 december 2017
ACTIVA
Materiële vaste activa 315.617 362.179
Vlottende activa
Vorderingen
Vordering Ministerie OCW 118.524 121.477
Vordering Gemeente 20.705 33.421
Overige vorderingen 29.109 41.757
Overlopende activa 13.152 8.263
181.490 204.918
Liquide middelen 990.238 858.656
TOTAAL 1.487.345 1.425.753
31-12-2017
in Euro
€
31-12-2016
in Euro
€
25
PASSIVA
Eigen vermogen
Algemene reserves 980.549 1.051.769
Bestemmingsreserves -
980.549 1.051.769
Voorzieningen
Voorziening groot onderhoud 246.000 123.000
Overige voorzieningen 30.895 30.895
276.895 153.895
Kortlopende schulden
Rekening-courant koMbo 4.308 1.931
Crediteuren 44.497 30.051
Belastingen en premies sociale verzekeringen 78.646 91.155
Schulden ter zake van pensioenen 23.329 20.996
Netto salarissen - 503
Overige kortlopende schulden 9.518 2.934
Overlopende passiva 69.604 72.519
229.902 220.089
TOTAAL 1.487.346 1.425.753
31-12-2017
in Euro
€
31-12-2016
in Euro
€
26
4.4 Staat van baten en lasten 2017
2017
realisatie
€
2016
realisatie
€
2017
begroting
€
Baten
Rijksbijdrage OCW 2.495.217 2.486.299 2.407.800
Overige overheidsbijdragen 36.945 31.825 20.000
Overige baten 48.870 31.873 26.500
Totaal Baten 2.581.032 2.549.997 2.454.300
Lasten
Personele lasten 2.122.314 2.104.616 2.110.500
Afschrijvingen 90.238 99.998 67.200
Huisvestingslasten 220.821 205.958 198.750
Overige lasten 218.528 241.763 263.400
Totaal lasten 2.651.901 2.652.335 2.639.850
Saldo baten en lasten 70.869- 102.338- 185.550-
Financiële baten en lasten 351- 2.011 500
Resultaat 71.220- 100.327- 185.050-
27
4.5 Kasstroomoverzicht 2017
Kasstroom uit operationele activiteiten
Exploitatiesaldo (resultaat) 71.220- 100.327-
Aanpassingen voor aansluiting bedrijfsresultaat
Afschrijvingen 90.238 94.896
19.018 5.431-
Mutaties werkkapitaal
Vorderingen 23.428 68.554-
Kortlopende schulden 9.813 8.974
33.241 59.580-
Mutaties voorzieningen 123.000 117.777
Kasstroom uit operationele activiteiten 175.258 52.766
Kasstroom uit investeringsactiviteiten
Investeringen materiële vaste activa 54.065- 44.239-
Desinvesteringen materiele vaste activa 10.388 5.102
43.676- 39.137-
Kasstroom uit investeringsactiviteiten 43.676- 39.137-
Mutatie liquide middelen 131.582 13.629
Beginstand liquide middelen 858.656 845.027
Mutatie l iquide middelen 131.582 13.629
Eindstand liquide middelen 990.238 858.656
2017
in Euro
x €
2016
in Euro
x €
28
4.6 Toelichting op de onderscheiden posten van de balans
ACTIVA
Materiële vaste activa
De indeling in activagroepen en afschrijvingstermijnen is als volgt:
inventaris en apparatuur 10 tot 15 jaar
ICT 3 tot 5 jaar
Digiborden 6 jaar
meubilair 10 tot 20 jaar
leermiddelen PO 8 jaar
overige materiële vaste activa 10 tot 20 jaar
In ICT is een bedrag geïnvesteerd van € 28.600. Er zijn o.a. computers en laptops aangeschaft.
De afschrijving over de in 2017 geïnvesteerde activa vindt voor de eerste keer plaats in het kalenderjaar 2018.
Met het oog op de nieuwbouw wordt de inventaris geruimd waarvan nu al bekend is dat deze niet meer wordt
gebruikt. Deze inventaris is versneld afgeschreven, zie kolom desinvesteringen 2017.
Aanschafprijs
1-1-2017
Cumulatieve
afschrijvingen
tm 2017
Boekwaarde
31-12-2017
Investeringen
2017
Afschrijvingen
2017
Desinvesteringen
2017
Boekwaarde
31-12-2017
In Euro x €
Inventaris en apparatuur 85.813€ 65.37 4€ 20.439€ 7 .425€ 5.508€ 454€ 21 .902€
ICT 311.7 50€ 256.401€ 55.349€ 28.624€ 32.639€ 963€ 50.37 1€
Digiborden 7 0.393€ 18.539€ 51 .854€ 18.016€ 9.7 83€ 6.080€ 54.006€
Meubilair 343.643€ 221.138€ 122.505€ -€ 18.811€ 1 .807€ 101.887€
OLP 303.313€ 220.549€ 82.7 64€ -€ 17 .948€ 33€ 64.7 84€
Overige materiële vaste activa 47 .916€ 18.648€ 29.267€ -€ 5.549€ 1 .052€ 22.667€
-€
T otaal m ateriële vaste activa 1.162.828€ 800.650€ 362.17 8€ 54.065€ 90.238€ 10.388€ 315.617€
29
Vlottende activa
Vorderingen
Vordering Ministerie OCW 118.524 121.477
(Ver)nieuwbouw 20.705 26.796
Heffingen - 6.625
Vorderingen Gemeente 20.705 33.421
Rente - 206
Huuropbrengst - 1.135
Risicofonds eindafrekening - 19.038
Cultuurpad 6.449 -
Subsidie muziek 5.530
Vervangingsfonds - 21.378
Detachering personeel 17.130 -
Overige vorderingen 29.109 41.757
Bedrijfsgezondheidszorg 6.649 7.350
Verzekeringen 2.717 913
Administratiekosten 2.158 -
Schoolreis voorschot 1.547 -
Telefoonkosten 81 -
Overlopende activa 13.152 8.263
TOTAAL 181.490 204.918
31-12-2017
in Euro
(x € 1)
31-12-2016
in Euro
(x € 1)
30
Liquide middelen
Kas
Contant geld 424 541
424 541
Rabobank:
Zakelijke rekening NL17RABO01134.04.625 212.980 43.143
Zakelijke rekening KoMbo NL13RABO01139.52.597 12.557 3.361
BedrijfsBonusRekening NL13RABO01334.192.820 750.651 800.302
Zakelijke rekening NL34RABO01334.06.938 13.626 11.309
989.814 858.115
TOTAAL 990.238 858.656
31-12-2017
in Euro
(x € 1)
31-12-2016
in Euro
(x € 1)
31
PASSIVA
Eigen vermogen
In bovenstaand overzicht is opgenomen hoe het resultaat van SKBM is bestemd.
Saldo
31-12-2016
Bestemming
resultaat
Resultaat
2017
Saldo
31-12-2017
In Euro (x € 1.000)
algemene reserves 1.051.769€ -€ 71.220-€ 980.549€
bestemmingsreserves -€ -€ -€ -€
Totaal reserves 1.051.769€ -€ 71.220-€ 980.549€
Voorstel bestemming resultaat boekjaar 2017
x € 1
onttrekking overige reserves -71.220
32
Voorzieningen
Voorziening jubileumuitkeringen: Op basis van Richtlijn 271 van de Raad van de Jaarverslaggeving is een voorziening opgenomen voor verplichtingen uit hoofde van toekomstige uitkeringen bij ambtsjubilea van personeelsleden. Een werknemer heeft bij het bereiken van de jubileumdatum aanspraak op een door de werkgever uit te betalen jubileumgratificatie. Deze uitkering bedraagt bij een 25-jarige diensttijd bij het onderwijs 50% en bij een 40-, of 50-jarig jubileum 100% van het maandsalaris. De werkelijke jubilea-uitkeringen worden ten laste van deze voorziening gebracht. De voorziening jubileumuitkeringen is berekend op basis van het aantal FTE ultimo 2017 vermenigvuldigd met € 550. Voorziening onderhoud: De voorziening voor de gelijkmatige verdeling van onderhoudslasten gebouwen wordt bepaald op basis van te verwachten kosten over een reeks van jaren op basis van een meer jaren onderhoudsplan. De voorziening wordt lineair opgebouwd. De voorziening wordt gewaardeerd tegen de nominale waarde. Het uitgevoerde onderhoud wordt ten laste van deze voorziening gebracht. In 2016 is een voorziening groot onderhoud gevormd.
Saldo
31-12-2016
Dotaties
2017
Onttrekkingen
2017
Saldo
31-12-2017
In Euro (€)
Onderhoudsvoorziening 123.000€ 123.000€ -€ 246.000€
Jubileumuitkeringen 30.895€ -€ -€ 30.895€
Voorzieningen 153.895€ 123.000€ -€ 276.895€
33
Kortlopende schulden
Rekening-courant koMbo 4.308 1.931
Crediteuren 44.497 30.051
loonheffingen 68.832 77.960
premies sociale verzekeringen 9.814 13.195
Belastingen en premies sociale verzekeringen 78.646 91.155
Schulden terzake pensioenen 23.329 20.996
Netto salarissen - 503
Overige schulden 9.518 2.934
Totaal overige kortlopende schulden 160.298 147.570
Vakantiegeld 69.604 72.519
Totaal overlopende passiva 69.604 72.519
TOTAAL 229.902 220.089
31-12-2017
in Euro
(x € 1)
31-12-2016
in Euro
(x € 1)
34
4.7 Toelichting op de onderscheiden posten van de STAAT BATEN EN LASTEN 2017
Baten
RIJKSBIJDRAGE OCW
(Normatieve)rijksbijdrage OCW
Bekostiging personeel regulier 1.628.497 1.649.683 1.570.000
Bekostiging Personeel en
arbeidsmarktbeleid 263.881 258.210 256.000
Bekostiging prestatiebox 78.423 39.495 58.000
Bekostiging materiele instandhouding
regulier 339.154 348.849 339.000
Aanvullende bekostiging
buitenonderhoud - 3.025 -
Verrekening ui tkeringskosten 1.889-
Bi jzondere bekostiging as ielzoekers 1.393
Studieverlof, lerarenbeurs 12.093 11.782 11.800
2.321.552 2.311.044 2.234.800
Totaal overige subsidies OCW
Baten uit samenwerkingsverband 173.665 175.255 173.000
173.665 175.255 173.000
Totaal (Rijk)bijdragen OCW 2.495.217 2.486.299 2.407.800
Overige Overheidsbijdragen
Vergoeding gemeenten overig 36.945 31.825 20.000
Totaal Overheidsbijdragen 36.945 31.825 20.000
Overige baten
Verhuur 2.900 5.327 0
Sponsoring 450 - 700
Ouderbijdragen 4.956 4.740 5.300
Bijdragen van derden 19.555 11.489 17.500
Detachering personeel 20.076
Overige baten 933 10.317 3.000
Totaal overige baten 48.870 31.873 26.500
Totaal baten 2.581.032 2.549.997 2.454.300
2017
realisatie
€
2016
realisatie
€
2017
begroting
€
35
De gemiddelde WTF over boekjaar 2017 bedraagt 34,2 (2016 WTF 35,9).
Lasten
PERSONELE LASTEN
Lonen en salarissen 1.646.497 1.689.738 1.651.200
Sociale lasten 210.034 209.059 210.000
Pensioenpremies 212.226 178.803 210.000
422.260 387.862 420.000
Totaal lonen en salarissen 2.068.757 2.077.600 2.071.200
UWV uitkeringen 18.743- 42.808- 38.200-
Risicofonds 5.537- 19.038- 5.700-
Uitkeringen voorgaande jaren 3.360-
Totaal uitkeringen 27.640- 61.846- 43.900-
Lonen en salarissen incl. uitkeringen 2.041.117 2.015.754 2.027.300
Overige personele lasten
Extern personeel OOP 2.115 2.145 4.500
Extern personeel OP 24.407 36.800 24.000
Personeelskantine 7.908 5.626 7.500
(Na)Schol ing conform CAO 3.796 22.450 23.000
Leerkrachtondersteuning/begeleiding 6.100
Teamschol ing (BHV/beleid) 9.092
Reis en verblijf 55 1.152 -
Vergaderkosten 1.639
Bedrijfsgezondheidsdienst 10.148 7.325 6.700
Personele kosten WKR 6.501 5.318 10.000
Overige personele lasten 9.436 8.046 7.500
Totaal overige personele lasten 81.197 88.862 83.200
Totaal personele lasten 2.122.314 2.104.616 2.110.500
2017
realisatie
€
2016
realisatie
€
2017
begroting
€
36
AFSCHRIJVINGEN
Afschrijving inventaris en apparatuur 5.508 6.130 5.200
Afschrijving meubilair 18.811 20.530 17.200
Afschrijving ICT 32.639 46.738 26.700
Afschrijving digiborden 9.783
Afschrijving leermethoden 17.948 19.766 13.200
Afschrijving overige materiële vaste activa 5.549 6.834 4.900
Totaal afschrijvingslasten 90.238 99.998 67.200
HUISVESTINGSLASTEN
Onderhoud 14.709 10.968 5.000
Dotatie groot onderhoud 123.000 123.000 123.000
Onderhoudscontracten 2.188 2.327 2.000
Energie 49.124 46.256 45.000
Schoonmaakbedrijf 1.419 1.112 1.750
Overige schoonmaaklasten 5.530 7.028 6.000
Afvalverwerking 3.636 3.333 -
Overige heffingen 6.685 5.220 5.500
Alarm en keyholding 2.439 985 2.500
Tuinonderhoud 1.703 2.301 2.500
Boekverlies materiële vaste activa 10.388
overige huisvestingslasten - 3.428 5.500
Totaal huisvestingslasten 220.821 205.958 198.750
OVERIGE LASTEN
Administratiekosten 26.597 34.304 30.000
Accountant 3.236 2.672 2.500
Advieskosten 9.790 8.567 60.000
Beheer - en bestuurskosten 1.685
Telefoon 2.479 2.928 3.000
Porti 704 644 750
Kantoorbenodigdheden 308 404 500
Uitgave onderwijskrant 1.762 - -
Leermiddelen/verbruiksmateriaal 42.775 58.231 45.000
Leermethoden licenties 13.459
Leerlingondersteuning 189
Klein inventaris 2.679 3.772 2.000
ICT 21.740 23.721 50.000
Mediatheek en bibliotheek 2.322 2.232 2.500
Reproductie 34.159 35.314 30.000
Abonnementen - - 2.000
Contributies 7.441 6.415 4.500
Representatiekosten 1.470 3.046 1.500
Medezeggenschapsraad 436 4.379 400
Ouderraad 3.000
Overige verzekeringen 2.108 2.894 3.000
Culturele vorming 28.185 26.666 10.500
Schoolreisjes, excursies en vieringen 8.754 19.274 10.000
Testen en toetsen 550 485
Activiteiten ouderbijdrage - 3.000 2.750
Overige onderwijslasten 2.700 2.815 2.500
Totale overige lasten 218.528 241.763 263.400
Totaal lasten 2.651.901 2.652.335 2.639.850
2017
realisatie
€
2016
realisatie
€
2017
begroting
€
37
Accountantskosten 2017 2016
Honorarium onderzoek jaarrekening
kosten jaarrekening 2017 2.818€ -€
kosten jaarrekening 2016 418€ 2.510€
kosten jaarrekening 2015 -€ 162€
Honorarium andere controleopdrachten
Honorarium fiscale adviezen
Honorarium andere niet-controledienst
3.236€ 2.672€
Financiële baten en lasten
Rente baten 142 2.400 1.000
Bankkosten 493 389 500
Totaal Financiële baten en lasten 351- 2.011 500
2017
realisatie
€
2016
realisatie
€
2017
begroting
€
38
Model E Overzicht verbonden partijen
Mod
el E
: Ove
rzic
ht v
erbo
nden
par
tije
n
Naa
m
Jurid
ische
vorm
201
7
Stat
utai
re
zete
l
code
acti
vite
iten
Eige
n ve
rmog
en
31-1
2-20
17
Resu
ltaat
2017
art.
2:4
03
BWD
eeln
ame
Cons
olid
atie
€€
ja/n
ee%
ja/n
ee
Stic
htin
g SW
V Pr
imai
r Pas
send
Ond
erw
ijs N
oord
-Lim
burg
stic
htin
gVe
nlo
over
igne
ene
e
39
Model G Overzicht geoormerkte subsidies
G1
. V
era
ntw
oo
rdin
g v
an
su
bs
idie
s z
on
de
r v
er
re
ke
nin
gs
cla
us
ule
(R
eg
eli
ng
RO
S a
rt.
13
, li
d 2
su
b a
en
EL
&I
reg
eli
ng
en
be
tre
kk
ing
he
bb
en
op
de
EL
&I
sub
sid
ies)
Om
sc
hr
ijv
ing
Be
dr
ag
va
n
On
tva
ng
en
t/m
Ke
nm
er
kD
atu
md
e t
oe
wij
zin
gv
er
sla
gja
ar
Su
bsi
die
vo
or
stu
die
ve
rlo
f85
2614
-12
01
71
2.0
93
€
12
.09
3€
G2
. V
era
ntw
oo
rdin
g v
an
su
bs
idie
s m
et
ve
rr
ek
en
ing
sc
lau
su
le (
Re
ge
lin
g R
OS
art
. 1
3,
lid
2 s
ub
b e
n E
L&
I re
ge
lin
ge
n b
etr
ek
kin
g h
eb
be
nd
op
EL
&I
sub
sid
ies)
G2
.A.
Afl
op
en
d p
er
ult
imo
ve
rsla
gja
ar
Om
sc
hr
ijv
ing
Be
dr
ag
va
n
On
tva
ng
en
t/m
T
ota
le k
os
ten
te v
er
re
ke
ne
n
ov
er
sc
ho
t
Ke
nm
er
kD
atu
md
e t
oe
wij
zin
gv
er
sla
gja
ar
ult
imo
ve
rs
lag
jaa
r
-€
-
€
-
€
-€
G2
.B.
Afl
op
en
d t
ot
in e
en
vo
lge
nd
ve
rsla
gja
ar
Om
sc
hr
ijv
ing
Be
dr
ag
va
n
Sa
ldo
la
ste
n i
n
tota
le k
os
ten
sa
ldo
no
g t
e
be
ste
de
n
Ke
nm
er
kD
atu
md
e t
oe
wij
zin
g1-
1-2
017
ve
rs
lag
jaa
r3
1-12
-20
17
ult
imo
ve
rs
lag
jaa
r
-€
-
€
-
€
-€
To
ew
ijz
ing
on
tva
ng
en
in
ve
rs
lag
jaa
r
To
ew
ijz
ing
Be
stu
ur
nr:
75
86
8
To
ew
ijz
ing
De
pr
es
ta
tie
is
ult
imo
ve
rs
lag
jaa
r c
on
for
m d
e b
es
ch
ikk
ing
ge
he
el
uit
ge
vo
er
d e
n a
fge
ro
nd
no
g n
iet
ge
he
el
afg
er
on
d
aa
nk
ruis
en
wa
t v
an
to
ep
ass
ing
is
40
Model H WNT verantwoording 2017 Stichting Katholiek Basisonderwijs Meijel
Deze klasseindeling is gebaseerd op de uitkomsten van de complexiteitsvragen die als volgt zijn vastgesteld:
Gemiddelde totale baten 2
Gemiddeld aantal studenten 1
Gewogen aantal onderwijssoorten 1
Totaal aantal complexiteitspunten 4
Per 1 januari 2013 is de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT)
ingegaan. Deze verantwoording is opgesteld op basis van de volgende op Stichting Katholiek Basisonderijs Meijel van
toepassing zijnde regelgeving: het WNT-maximum voor het onderwijs, klasse 4.
Het bezoldigingsmaximum in 2017 voor Stichting Katholiek Basisonderwijs Meijel is € 107.000. Het weergegeven
individuele WNT-maximum is berekend naar rato van de omvang (en voor topfunctionarissen tevens de duur) van het
dienstverband, waarbij voor de berekening de omvang van het dienstverband nooit groter kan zijn dan 1,0 fte. Het
individuele WNT-maximum vooor de leden van de [Raad van Toezicht / andere naam toezichthoudend orgaan] bedraagt
voor de voorzitter 15% en voor de overige leden 10% van het bezoldigingsmaximum, berekend naar rato van de duur van
het dienstverband. Voor topfunctionarissen zonder dienstbetrekking geldt met ingang van 1 januari 2016 voor de eerste
12 maanden een afwijkende normering, zowel voor de duur van de opdracht als voor het uurtarief.
41
1. Bezoldiging topfunctionarissen
Bedragen x € 1 P. Engels
Functiegegevens
Duur dienstverband in 2017 1/1 - 31/12
Aanvang functie 1-1-2008
Omvang dienstverband (in fte) 1,0
Gewezen topfunctionaris nee
(Fictieve) dienstbetrekking? ja
Individueel bezoldigingsmaximum 107.000€
Bezoldiging
Beloning 85.190€
Belastbare onkostenvergoedingen -€
Beloningen betaalbaar op termijn 8.187€
Subtotaal 93.377€
-/- onverschuldigd betaald bedrag
Totaal bezoldiging 93.377€
Motivering indien overschrijding: n.v.t.
Gegevens 2016
Duur dienstverband in 2016 1/1 - 31/12
Omvang dienstverband 2016 (fte) 1,0
Bezoldiging 2016
Beloning 83.829€
Belastbare onkostenvergoedingen
Beloningen betaalbaar op termijn 6.639€
Totaal bezoldiging 2016 90.468€
Individueel bezoldigingsmaximum 2016 106.000€
1a. Leidinggevende (gewezen) topfunctionarissen met dienstbetrekking. Tevens leidinggevende topfunctionarissen zonder
dienstbetrekking vanaf de 13e maand van de functievervulling.
directeur/bestuurder
42
1c. Toezichthoudende topfunctionarissen
Bedragen x € 1 G.J. Berben
K.L.W. Janssen-
Brummans E.F.M. Luijten
M.P.P.M.
Steeghs
M.H.C. van
Deursen-Luijten P.J.T.M. Steeghs
Functie Voorzitter Lid Lid Lid Lid Lid
Duur dienstverband 1/1 - 31/12 1/1 - 31/12 1/1 - 31/12 1/1 - 1/08 1/10 - 31/12 1/10 - 31/12
Aanvang functie 21-12-2011 21-12-2011 1-1-2012 1-4-2013 1-10-2017 1-10-2017
Individueel WNT-maximum € 16.050 € 10.700 € 10.700 € 6.242 € 10.700 € 10.700
Bezoldiging
Beloning -€ -€ -€ -€ -€ -€
Belastbare onkostenvergoedingen -€ -€ -€ -€ -€ -€
Beloningen betaalbaar op termijn -€ -€ -€ -€ -€ -€
Subtotaal -€ -€ -€ -€ -€ -€
-/- onverschuldigd betaald bedrag
Totaal bezoldiging -€ -€ -€ -€ -€ -€
Motivering indien overschrijding: n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t.
Gegevens 2016
Duur dienstverband in 2016 1/1 - 31/12 1/1 - 31/12 1/1 - 31/12 1/1 - 31/12 1/1 - 31/12 1/1 - 31/12
Bezoldiging 2016
Beloning -€ -€ -€ -€ -€ -€
Belastbare onkostenvergoedingen -€ -€ -€ -€ -€ -€
Beloningen betaalbaar op termijn -€ -€ -€ -€ -€ -€
Totaal bezoldiging 2016 -€ -€ -€ -€ -€ -€
Individueel bezoldigingsmaximum 2016 15.900€ 10.600€ 10.600€ 10.600€ 10.600€ 10.600€
Motivering indien overschrijding: n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t.
43
5. Overige gegevens
5.1 Niet uit de balans blijkende verplichtingen
Huurovereenkomsten
Dit betreft een in 2015 afgesloten overeenkomst met Ricoh Document Center Zuid. De huurverplichting is
aangegaan voor een periode van 60 maanden, ingaande op 1 juli 2015 en eindigend op 30 juni 2020. De
huurverplichting na 31 december 2017 bedraagt € 68.970, waarvan € 27.588 kortlopend.
5.2 Gebeurtenissen na balansdatum
Er zijn geen gebeurtenissen na balansdatum die van invloed zijn op de waardering van de in de balans
getoonde posten of het resultaat.
5.3 Bestemming resultaat
Zie hiervoor de toelichting bij het Eigen Vermogen.
44
Ondertekening door bestuurders en toezichthouders
Vaststellen van de jaarrekening
Bestuur Stichting Katholiek Basisonderwijs Meijel:
- Dhr. P.A.J. Engels
- Dhr. G.J. Berben
- Mevr. K.L.W. Janssen – Brummans
- Dhr. E.F.M. Luijten
- Mevr. M.H.C. van Deursen-Luijten
- Dhr. P.J.T.M. Steeghs
Datum vaststelling jaarrekening: