supra-microchirurgie: innovatieve behandeling van lymfoedeem
TRANSCRIPT
CheckInformatie voor de zorgverstrekker uit de regio | oktober 2015
upmet AZ Sint-Maarten
Radiotherapie: prostaatkanker
Het nieuwe ziekenhuis
Praktijkcasus epifysiolyse
Kwaliteitsopvolging
Supra-microchirurgie: innovatieve behandeling van lymfoedeem
2
Op de dienst radiotherapie in AZ Sint-Maar-
ten, gelegen op campus Rooienberg, wor-
den jaarlijks zo’n 200 patiënten met prostaat-
kanker behandeld. Al deze patiënten worden
voorafgaand multidisciplinair besproken op
het MOC-overleg met de urologen, medisch
oncologen en pathologen. Ook de huisart-
sen worden voor dit overleg systematisch
uitgenodigd en zorgen door hun aanwezig-
heid voor een bredere kijk op de patiënt. Na-
dien helpen ze mee in de communicatie van
slecht nieuws, ondersteuning, opvolging en
toediening van bepaalde medicamenteuze
behandelingen zoals hormonale therapie en
botversterkers.
Multidisciplinair beleid en behan-delingen bij prostaatkankerWelke behandeling een patiënt krijgt, hangt
af van het stadium van de ziekte en de con-
ditie van de patiënt. Patiënten worden dan
ook onderverdeeld in verschillende prognos-
tische klassen op basis van het TNM-sys-
teem (tumorstadium), PSA-waarde (Prostaat
Specifiek Antigeen) en de gleasonscore (dif-
ferentiatiegraad tumor). Daarnaast wordt ook
de comorbiditeit nagekeken en de levens-
verwachting van de patiënt ingeschat. In ge-
val van uitzaaiingen op afstand is genezing
veelal niet meer mogelijk. De behandeling is
er dan op gericht om de ziekte langdurig af te
remmen en/of de klachten te verminderen.
Zijn er geen uitzaaiingen op afstand, dan
wordt er uitgegaan van een curatieve behan-
deling en indien de patiënt in goede conditie
verkeert, worden volgende behandelingen
voorgesteld:
Locoregionale klieren (N status)
Bij kliergemetastaseerde patiënten wordt
in principe hormonale therapie opgestart,
gevolgd door radiotherapie.
Metastasen op afstand (M status)
Bij metastasen op afstand wordt in prin-
cipe steeds gestart met hormonale therapie.
Indien blijkt dat de patiënt op termijn hier on-
voldoende op reageert, kan overgeschakeld
worden op chemotherapie of nieuwere me-
dicatie (Xtandi of Zytiga). In functie van de
kliniek wordt bij diagnose soms gestart met
chemotherapie samen met de hormonale
therapie.
Bij botmetastasering kan bijkomend gestart
worden met botversterkende therapie.
Radiotherapie op botmetastasen wordt klas-
siek toegediend om antalgische redenen,
maar ook bij (beperkte) metastasering kan
een intensieve, radiotherapeutische aanpak
van de metastasen of van de lokale tumor
het ziekteproces significant vertragen.
Postoperatieve radiotherapie
Bij onvolledige resectie of niet negativering
van de PSA-waarde na heelkundige ingreep
(na 8 weken) is bijkomende radiotherapie
zinvol. Radiotherapie kan ook opgestart
worden wanneer de PSA-waarde tijdens de
opvolging oploopt tot boven de detectielimiet
(PSA>0.01).
Radiotherapie bij gynaecomastie t.g.v.
hormonale therapie
Vooral de behandeling met een anti-andro-
geen bicalutamide 150 maar ook sommige
LHRH-analogen, hebben als bijwerking gy-
naecomastie. Radiotherapie kan in een lage
dosis van 2 sessies van 6 Gy en d.m.v. een
goed getolereerde oppervlakkige radiothera-
pie dit evolutief goedaardig proces blokkeren
en heeft bijgevolg een antalgisch effect.
Nieuwe techniekenKlassiek bestaat een curatieve bestralings-
therapie uit een behandeling van 35 dage-
lijkse fracties, verspreid over een zevental
weken.
Recent werd bij oudere patiënten (> 80j en in
goede conditie) gestart met een hypofractio-
natie-schema waarbij 16 fracties - 4 fracties
ProstaatkankerNieuwe trends in de behandeling met radiotherapie
Prostaatkanker is in België de meest voorkomende vorm van kanker bij
mannen. Het is een typische ouderdomsziekte waarbij de gemiddelde
leeftijd bij diagnose 69 jaar is. Door de vergrijzing neemt het aantal
gevallen van prostaatkanker met de jaren toe. In 2012 werden er door
de Stichting Kankerregister 8.288 nieuwe gevallen geregistreerd.
Goede prognose Intermediaire prognose Slechte prognose
Stadium T1-2 NOMO –
PSA < 10 - gleasonscore 6
Stadium T1-2 NOMO -
PSA 10-20 - gleasonscore 7
Stadium T3-4 NOMO -
PSA > 20 - gleasonscore 8-10
Behandeling: actieve opvolging,
radicale prostatectomie, externe
radiotherapie of brachytherapie
(enkel indien prostaatvolume < 50
cc en er geen plasklachten zijn.
Behandeling: heelkunde of
combinatie hormonale- en
radiotherapie.
Behandeling: heelkunde of
combinatie hormonale- en
radiotherapie.
3
Meer info & contact
dr. Paul Barbier
radiotherapeut-oncoloog
tel. 015 30 31 58
dr. Ans Pelgrims
radiotherapeut-oncoloog
tel. 015 30 31 52
per week, gedurende 4 weken - worden toe-
gediend. Hierdoor wordt de totale behande-
lingsduur bij deze fragielere groep ingekort
met drie weken.
Bijkomend is het technisch mogelijk en zinvol
om grotere bestralingsvelden te realiseren
zonder al te veel toxiciteit. Zo worden pro-
gressief meer patiënten met locoregionale
kliermetastasen, zelfs tot para-aortisch (me-
tastastische klieren op afstand), behandeld
met radiotherapie indien zij goed reageren
op de hormonale therapie.
Op technisch vlak worden in 2015 de be-
staande technieken IMRT (intensiteitsgemo-
deleerde radiotherapie) en IGRT (image gui-
ded radiotherapie d.m.v. geïmplanteerde
goudmarkers) aangevuld met ARC-therapie.
Hierdoor kan de bestraling nog preciezer
worden toegediend en de totale tijd die de
patiënt elke dag onder het bestralingstoestel
ligt, wordt significant ingekort. Ook wordt een
bijkomende Cone Beam CT Scan op een
bestralingstoestel gemonteerd waarbij nog
betere positiecontrole kan worden uitge-
voerd.
Om deze nieuwe technieken te implemente-
ren werd 1.2 miljoen euro geïnvesteerd.
Deze nieuwe technieken komen uiteraard
niet alleen de patiënten met prostaatkanker
IMRT-techniek met 5 bestralingsbundels
ARC-therapie met tientallen bestralingsbundels die in een
snelle boogbestraling wordt toegediend.
Voorbeeld planning grote
bestralingsvelden bij
geselecteerde patiënten
met kliermetastasering die
goed beantwoorden aan
hormonale therapie.
ten goede, maar kunnen op termijn ook ge-
bruikt worden bij patiënten met gynaecologi-
sche tumoren, rectumtumoren, hoofd-hal-
stumoren en longtumoren.
Neveneffecten van radio-therapie bij prostaatkankerDe meeste frequente acute neveneffecten
zijn rectale- of blaasprikkeling. Eveneens kan
milde vermoeidheid optreden.
Voor radiatierectitis wordt Tri-anal voorge-
schreven, voor radiatiecystitis Tamsulosine
of Oxybutynine, al naargelang de klachten.
De acute neveneffecten treden op na een
drietal weken en genezen een tweetal weken
na de bestraling. Op lange termijn kan er een
beperkte invloed zijn op het dagelijks mictie-
en stoelgangspatroon.
Een goede diurese is wenselijk. Alcohol en
fietsen dienen tijdens de radiotherapie en de
eerste weken na de behandeling, vermeden
te worden.
Opvolging na radiotherapieVoor de opvolging na de radiotherapie, ver-
wijzen we de patiënt terug naar de uroloog
en de huisarts. De opvolging van de PSA-
waarde is hierbij van belang. Dit onderzoek
wordt 2x per jaar terugbetaald.
Toekomst radiotherapie AZ Sint-MaartenIn het nieuwbouwziekenhuis zullen in 2018
twee gloednieuwe hoogperformante toestel-
len worden geïnstalleerd. Deze toestellen
worden bijkomend ondersteund door perfor-
mante planningsoftware en zijn onderheven
aan een intensieve kwaliteitscontrole. Het
geraamd investeringsbudget wat betreft ra-
diotherapie voor de nieuwbouw bedraagt
6.5 miljoen euro.
Wie is wie op radiotherapie?Deze hoogtechnologische behandelingen
worden gerealiseerd door een performant
professioneel bestralingsteam dat momen-
teel bestaat uit 29 zorgverstrekkers: 5 radio-
therapeut-oncologen, 14 verpleegkundigen,
4 fysici, 1 dosimetrist, 1 kwaliteitsverant-
woordelijke, 4 secretaressen.
Naast de technische aspecten wordt boven-
dien veel aandacht besteed aan de zorgza-
me benadering van de kankerpatiënt. Hier-
voor wordt nauw samengewerkt met de
huisarts, de verwijzende specialisten en on-
cologische zorgteams.
4
Drie clustersOm de dagelijkse patiëntenstroom naar een
aanvaardbare, menselijke schaal terug te
brengen, wordt de polikliniek opgedeeld in
drie clusters. Elke cluster bestaat uit een lo-
gische bundeling van een aantal medische
disciplines. Per cluster worden de nodige
raadplegingsruimtes, medisch-technische
lokalen en wachtzalen voorzien. Ze liggen
dichtbij elkaar en zijn handig ingedeeld. Bo-
vendien beschikt elke cluster over een apart
onthaal en secretariaat.
Aparte endoscopie-eenheidBepaalde ambulante raadplegingen zullen
buiten de polikliniek gebeuren. Zo worden
patiënten die voor een gastro-enterologisch
onderzoek komen, verwezen naar de aparte
endoscopie-eenheid. Hier gebeuren de en-
doscopieën van de diensten gastro-entero-
logie en pneumologie. Er is een directe ver-
binding met het operatiekwartier, het
dagziekenhuis, de medische straat en de
zorgboulevard. Er zijn twee typen endosco-
piezalen: standaard en therapeutisch. In die
laatste is er mogelijkheid tot anesthesie.
In totaal komen er vier endoscopiezalen.
Welkom in het nieuwe ziekenhuis van AZ Sint-Maarten
Wegwijs in de polikliniek
De nieuwe polikliniek verwacht een dagelijkse toestroom van zo’n
1000 patiënten. Om dat in goede banen te leiden, is het enerzijds
belangrijk om slim om te gaan met de beschikbare ruimte en midde-
len, en anderzijds om een zo hoog mogelijk comfort te creëren voor
patiënten, artsen en personeelsleden. Sleutelwoorden daarbij zijn een
optimale bereikbaarheid, heldere communicatie en bewegwijzering,
een vlotte toegankelijkheid en respect voor privacy.
Ambulante en gehospitali-seerde patiënten Wie vandaag onze campussen bezoekt voor
een ambulante raadpleging, komt gegaran-
deerd gehospitaliseerde patiënten tegen. In
de nieuwe polikliniek komt er een minimale
vermenging tussen ambulante en gehospita-
liseerde patiënten. De architectuur en de in-
deling van het nieuwbouwziekenhuis zijn
daar maximaal op afgestemd. Ook een apar-
te inkom en duidelijke bewegwijzering dra-
gen hiertoe bij.
Persoonlijke werkplek voor elke artsWelbevinden en privacy van de patiënt, maar
ook kwaliteit van zorg waren belangrijke uit-
gangspunten in het ontwerp van de polikli-
niek. Zo zijn de raadplegingslokalen van de
polikliniek exclusief voor patiëntencontacten
gereserveerd. Artsen kunnen ze niet meer als
hun bureau gebruiken, wat nu wel vaak ge-
beurt. Ze krijgen elders in het ziekenhuis hun
persoonlijke werkplek. De meeste artsen kun-
nen hun onderzoeken doen in de standaard-
raadplegingsruimtes. Daarnaast zijn er een
aantal specialistische lokalen met apparatuur
op maat. Dit is bijvoorbeeld het geval voor
neus-keel-oor en oftalmologie. De betrokken
artsen kunnen onderling wisselen van lokaal.
Die flexibiliteit is nodig om de grote toestroom
van patiënten te kunnen opvangen.
5
Bekijk de 3D-animatie van de nieuwe
polikliniek rechtstreeks door deze
QR-code te scannen via smartphone/
tablet
of door te surfen naar
www.azsintmaarten.be/nieuwbouw
> 3D animatie
In de volgende editie lichten we graag
een tipje van de sluier van de heelkundi-
ge en inwendige afdelingen in ons nieu-
we ziekenhuis.
Vinger aan de polsPatiënten kwaliteitsvolle zorg bieden, is
teamwork. De nieuwe polikliniek speelt daar
handig op in door qua indeling een vlotte sa-
menwerking mogelijk te maken tussen art-
sen, verpleegkundigen en secretariaatsme-
dewerkers. Zo is de frontoffice van het
medisch secretariaat het centrale aan-
spreekpunt van elke policluster. Patiënten
komen er automatisch eerst langs.
Bovendien zal elk secretariaatsteam zich
kunnen specialiseren in de medische disci-
plines van zijn cluster. Dat gebeurt vandaag
ook al, maar in de nieuwe polikliniek zal dat
nog beter lukken, omdat iedereen fysiek sa-
menzit en dus bijna letterlijk de vinger aan de
pols kan houden.
De toekomst is elektronischEen papierloze toekomst. In het nieuwe zie-
kenhuis zijn er geen papieren dossiers meer
en dus nauwelijks archiefruimte of dossier-
kasten. Het vereist een compleet andere
manier van werken. Maar het grote voordeel
is dat er meer aan efficiëntie zal gewonnen
worden. Er wordt immers minder tijd gesto-
ken in omslachtig papierwerk. Daardoor kan
er meer tijd gaan naar zorg en persoonlijke
aandacht voor de patiënt.
De policlusters doorgelicht
Cluster 1Cardiologie, pneumologie, diabetescen-
trum, reumatologie, nefrologie, vaat- en
thoraxheelkunde, geriatrie, diëtetiek
Raadplegingsruimtes: 20
Medisch-technische ruimtes: 8
Cluster 2Orthopedie, handchirurgie, neurochirur-
gie, algemene heelkunde, psychiatrie,
neurologie, oftalmologie
Raadplegingsruimtes: 21
Medisch-technische ruimtes: 8
Cluster 3Gynaecologie, pediatrie, urologie, NKO,
dermatologie, plastische heelkunde
Raadplegingsruimtes: 22
Medisch-technische ruimtes: 3
Raadplegingen buiten clusters 1-2-3Gastro-enterologie (endoscopie-eenheid)
Radiotherapie (RT-eenheid), oncologie
Fysische geneeskunde (eenheid fysische
geneeskunde en revalidatie)
MKA en kindertandheelkunde (verbonden
aan de behandelruimtes MKA)
Pijnkliniek
Geriatrie (geriatrisch dagziekenhuis)
Sint-Katelijne-Waver R6 E19
Duf
fel-L
ier
Lie
rses
teen
weg
c
entru
m
HOOFDINGANG
N
zorg
boul
evar
d
niveau 0
polikliniekcluster 3
polikliniekcluster 2
polikliniekcluster 1
6
Supra-microchirurgieInnovatieve en unieke behandeling van lymfoedeem
Sinds midden september 2015 heeft AZ Sint-Maarten er een nieuw en uniek
zorgaanbod bij. Met de aanwerving van dr. Guido Giacalone, chirurg met bij-
zondere bekwaming in de lymfevaatheelkunde kunnen patiënten met lymfoe-
deem doeltreffend geholpen worden. In een eerste fase door personalisatie
van manuele lymfedrainage, gebaseerd op resultaten van lymfeweg-mapping.
In tweede fase, wanneer blijkt dat deze conservatieve behandelingsmethode
onvoldoende respons geeft, kan geopteerd worden voor een lymfe-veneuze
overbrugging. Dit gebeurt door microchirurgie diep in de huid.
Primair en secundair lymfoedeemLymfoedeem is een chronische aandoening
waarbij het evenwicht tussen aanmaak en
afvoer van lymfe verstoord is. Het lymfevocht
hoopt zich op, wat resulteert in een opge-
zwollen lidmaat. Lymfoedeem kan zowel
aangeboren (primair lymfoedeem) als ver-
worven (secundair lymfoedeem) zijn.
Bij primair lymfoedeem manifesteren de
symptomen zich meestal pas op latere leef-
tijd. Door onvoldoende aanleg of niet goed
functioneren van de lymfevaten ter plaatse,
ontstaat er een ophoping van lymfevocht. Dit
kan uitgelokt worden door een trauma of in-
fectie. Deze aangeboren vorm is slechts in
mindere mate reeds zichtbaar onmiddellijk
na de geboorte. Deze aanlegstoornissen van
de lymfewegen komen bovendien vaak fami-
liaal voor.
De meest frequente oorzaken van secun-dair lymfoedeem zijn oncologische heel-
kunde, bestraling maar ook orthopedische
ingrepen en uitgebreide vasculaire chirurgie
kunnen aan de oorsprong liggen.
Lymfoedeem kan ingrijpende gevolgen heb-
ben. Het opgehoopte lymfevocht leidt niet
alleen tot zwellingen maar het kan ook de
beweeglijkheid van gewrichten beperken,
met pijn als gevolg. Zonder behandeling kan
het lymfoedeem toenemen, alsook het ge-
vaar op recidiverende infecties (met multire-
sistente bacteriën) en fibrosevorming, wat
een onomkeerbaar proces is. Naast deze
fysieke aspecten, is ook de enorme impact
op psychisch en sociaal gebied niet te on-
derschatten.
Diagnostiek, onderzoeken en behandelingsmethodeNaast een uitgebreide anamnese wordt, bij
het beoordelen van lymfoedeem, gebruik
gemaakt van de klinische classificatie. Ver-
volgens wordt ook nagegaan of er eventuele
co-existente veneuze pathologie aanwezig
is.
Uiteraard dienen andere oorzaken van oe-
deem uitgesloten te worden: onderliggende
neoplasie, renaal- of cardiaal lijden, lipoe-
deem, infecties,…
Aanvullende onderzoeken bestaan uit echo-
grafie, SPECT-CT of MRI. Aan de hand van
deze onderzoeken kunnen we enerzijds een
andere pathologie uitsluiten. Anderzijds kun-
nen we er de uitgebreidheid van het lymfoe-
deem mee bevestigen.
De ‘gouden standaard’ wat betreft diagnos-
tiek van lymfoedeem echter is lymfescintigra-
fie. Tijdens dit onderzoek worden partikels
geïnjecteerd die enkel en alleen door de lym-
fewegen worden opgenomen. Lymfescinti-
grafie geeft zo een volledig beeld van de
werking van de lymfewegen. De aanwezig-
heid van collateralen kan bepaald worden,
alsook de aan- of afwezigheid van lymfeklie-
ren.
Conservatieve therapie onder de vorm van
manuele lymfedrainage, eventueel in combi-
natie met compressietherapie, is de hoek-
steen van de behandeling van lymfoedeem.
Deze techniek kan echter enkel de progres-
sie van de aandoening afremmen en leidt op
lange termijn zelden tot een bevredigend re-
sultaat. Wanneer conservatieve behande-
lingsmethoden onvoldoende resultaat ople-
veren, kan een heelkundige interventie
overwogen worden.
Diagnostiek en chirurgische behandeling van lymfoedeem in AZ Sint-MaartenMomenteel zijn er slechts enkele centra die
een chirurgische behandeling van lymfoe-
deem aanbieden, waarbij ieder centrum een
andere techniek gebruikt. Bovendien is niet
elke techniek toepasbaar bij alle vormen van
lymfoedeem.
Spijtig genoeg zijn patiënten en soms ook
huisartsen niet altijd voldoende geïnformeerd
over de laatste ontwikkelingen in zowel con-
servatieve als heelkundige behandeling van
7
lymfoedeem. Hierdoor worden patiënten nog
te vaak behandeld met levenslange conser-
vatieve therapie, met vaak teleurstellende
resultaten en met een hoge kost voor patiënt
en maatschappij als gevolg. Daarbij komt dat
de beste resultaten bekomen worden indien
de patiënt in een vroeg stadium, dus voor
recidiverende erysipelas en fibrosering op-
treedt, behandeld wordt.
Tot op heden kan lymfoedeem nog niet ge-
nezen worden, maar dankzij microchirurgi-
sche interventie kan de levenskwaliteit wel
aanzienlijk verbeterd worden.
Patiënten met lymfoedeem kunnen terecht in
AZ Sint-Maarten voor zowel diagnostiek als
behandeling. Wat betreft de diagnostiek, zal
aanvullend een lymfe-fluorescentie onder-
zoek - ook wel lymfemapping genoemd -
worden uitgevoerd. Dit dynamische onder-
zoek zal de nog doorgankelijke lymfewegen
aangeven via een geïnjecteerde fluorescente
stof. In real-time wordt het patroon van de
lymfewegen alsook dat van de collateralen in
het aangetaste lidmaat gevisualiseerd. Dit
onderzoek werd door dr. Giacalone verfijnd
zodat waardevolle informatie verkregen
wordt voor de chirurg maar ook voor de be-
handelende kinesitherapeut. Naast de hier-
boven vermelde onderzoeken, zal het lym-
foedeem ook geëvalueerd worden met
behulp van nieuwe onderzoeksmethoden.
Wat betreft de behandeling, wordt in eerste
instantie de conservatieve behandeling ge-
optimaliseerd. De methode van de manuele
lymfedrainage wordt aangepast en geperso-
naliseerd aan de hand van de resultaten van
de lymfemapping, die de anatomie van het
lymfesysteem van de patiënt blootlegt.
Naast het doorvoeren van maximale manu-
ele lymfedrainage, wordt er ook aandacht
besteed aan gepersonaliseerde steunkou-
sen of -mouwen. Gemotiveerde kinesithera-
peuten en een bandagiste, beiden met ruime
ervaring in de lymfoedeem-problematiek,
staan ter beschikking van de patiënt.
Indien maximale conservatieve behandeling
onvoldoende effect heeft, kan in geïndiceer-
de gevallen worden overgegaan tot lymfati-sche supra-microchirurgie. Het aanleg-
gen van een lymfe-veneuze of
lymfe-lymfatische shunt biedt immers een
causale aanpak van het probleem. Door het
aanleggen van een verbinding tussen bloed-
vat en lymfeweg resulterend in een lymfe-
veneuze shunt wordt de lymfestroom her-
steld. Afhankelijk van de uitgebreidheid van
het lymfoedeem, wordt de indicatie tot het
aanleggen van 1 of meerdere shunts ge-
steld. Het resultaat is al na enkele dagen
zichtbaar: er treedt een vermindering op van
de omtrek van het lidmaat. Ook het gevoel
van spanning en zwaarte in het lidmaat, als
gevolg van opgehoopt vocht, verdwijnt snel
en de functionaliteit van het lidmaat neemt
weer toe. De kans op infecties (recidiveren-
de episodes van erysipelas met multiresis-
tente bacteriën) na de behandeling neemt af.
Ook al heeft deze behandelingsvorm zijn kli-
nische en wetenschappelijke efficiëntie be-
wezen, toch wordt het slechts in enkele cen-
tra uitgevoerd. Dit omwille van het
arbeidsintensieve karakter (een ingreep duurt
verschillende uren), het beperkte aantal chi-
rurgen gespecialiseerd in dit vakdomein en
omwille van de nood aan hoog-technologi-
sche toestellen.
Dr. Guido Giacalone, vasculair chirurg van
opleiding heeft zich gespecialiseerd in de
behandeling van lymfoedeem en heeft met
meer dan 1400 succesvol uitgevoerde in-
grepen in de voorbije 9 jaren dan ook een
uitgebreide expertise in de supra-microchi-
rurgie.
Coverfoto: vlnr. Baoqi Su (verpleegkundige operatiekwar-tier), dr. Guido Giacalone (lymfechirurgie), dr. Rudiger Wets (anesthesie)
Meer info & contact
dr. Guido Giacalone
tel. 015 30 51 47
Afspraken tel. 015 30 30 03
Met behulp van de meest gesofisticeerde microscopen kunnen lymfe-veneuze shunts zelfs met een diameter kleiner dan
0.5 mm worden aangelegd.
8
Praktijkcasus orthopedie
Een kind dat niet meer wil stappen
Op de dienst orthopedie komen vaak kinderen op consultatie die niet meer
willen of kunnen stappen door pijn in het been. In onderstaande casus is een
epifysiolyse van de heupkop de oorzaak van de pijn. Om de juiste diagnose
te kunnen stellen is het belangrijk om de symptomen die soms vaag kunnen
zijn, te herkennen zodat de juiste vervolgonderzoeken kunnen aangevraagd
worden.
CasusOp de raadpleging zien we een jongen van
13 jaar oud met pijn in het linker bovenbeen,
dit sedert zes weken. Hij is niet gevallen en
de pijn is progressief begonnen zonder
acuut moment. Door de pijn is steunen en
stappen moeilijk tot onmogelijk. In rust en ‘s
nachts gaat het beter maar enige last blijft
behouden. De jongen is reeds elders op
consultatie geweest bij een arts om zijn
klacht te bespreken. Er werd een röntgenfo-
to van de heup gemaakt waarop geen afwij-
kingen te zien waren. Zonder duidelijke diag-
nose werd een afwachtend beleid ingesteld.
De klachten blijven echter aanhouden en de
huisarts verwijst door naar de dienst ortho-
pedie.
Diagnostiek en behandeling van de casusBij klinisch onderzoek zien we een jongen
met een beperkt bovengemiddeld gewicht
die niet op zijn linkerbeen kan steunen bij het
stappen. De mobiliteit en stabiliteit van de
knie en de enkel is goed. Er is geen duidelij-
ke zwelling waarneembaar. De extensie van
de heup is goed maar flexie is beperkt tot 90
graden en pijnlijk. Rotaties zijn eveneens
pijnlijk en het valt op dat de exorotatie van de
heup groter is dan aan de andere kant en de
endorotatie kleiner dan contralateraal.
De röntgenfoto van het bekken anteroposte-
rieur laat geen afwijking zien maar de Lauen-
steinopname, ook wel kikvorsopname ge-
noemd, laat ter hoogte van de proximale
groeischijf, een afschuiving van de heupkop
naar posteromediaal zien.
De diagnose van epifysiolyse wordt hier-
mee bevestigd en de behandeling wordt met
de patiënt en zijn ouders besproken. Met
behulp van een schroef wordt de heupkop
gefixeerd aan de rest van het femur. Aan de
contralaterale kant wordt preventief hetzelfde
gedaan in dezelfde operatiesessie.
Gangrevalidatie met een steunverbod van 6
weken voor het aangedane linkerbeen wordt
gestart waarna de patiënt progressief weer
kan herstarten met belasten tot normaal.
Standaard bekken AP opname postoperatief laat geen afwijking thv de epifysie zien. Stabilisatie door schroeven.
9
Epifysiolyse: discussieDe incidentie van epifysiolyse van de heup-
kop bedraag ongeveer 1 op 100.000 bij
blanke meisjes, 1 op 1000 bij blanke jon-
gens en 1 op 400 bij jongens van het negro-
ide ras.
De leeftijd van patiënten op het moment van
diagnose ligt tussen 12 en 14 jaar en boven-
gemiddeld gewicht is een risicofactor. Ook
endocriene afwijkingen zoals hypothyreoïdie
en hyperparathyreoïdie zijn als risicofactor
gerapporteerd, evenals een autosomaal do-
minante genetische component met varia-
bele penetrantie.
Gezien deze risicofactoren niet enkel aan
een enkele kant werken maar bilateraal, zal in
34 tot 61 % van de gevallen de contralate-
rale kant ook afschuiven.
De pathofysiologische grondslag van de
aandoening is een combinatie van een me-
chanisch inwerkende kracht op een bioche-
misch “zwakke” plek ter hoogte van de proxi-
male groeischijf van het femur.
Klinisch presenteren de patiënten zich met
last in het been, al dan niet met het onvermo-
gen om te steunen. Soms zit de pijn duidelijk
in de heupregio maar patiënten ervaren
soms enkel pijn in de knie.
Er zijn drie vormen beschreven: de chroni-
sche, waarbij de klachten meer dan 3 we-
ken aanwezig zijn, de acute, waarbij de
klachten minder dan 3 weken aanwezig zijn
en de acute-on-chronische waarbij de
klachten langer aanwezig zijn maar plots toe-
nemen.
Bij klinisch onderzoek zijn de bewegingen in
de heup beperkt en pijnlijk en met name en-
dorotatie is minder ten opzichte van de an-
dere kant. Exorotatie is toegenomen.
Vaak is er een mankende gang waarbij het
aangedane been preferentieel ontlast wordt
of er is een onvermogen om te stappen. Als
er een onvermogen om te steunen is, ver-
hoogt het risico op latere problemen.
Als aanvullend onderzoek is de Lauenstein
röntgenopname de meest geschikte. Deze
opname wordt ook wel de kikvorsopname
genoemd omdat de benen naar buiten ge-
houden worden tijdens het maken van het
beeld. In deze positie kan het best beoor-
deeld worden of de heupkop afgegleden is
omdat deze naar posteromediaal afglijdt en
de röntgenstralen het best projecteren in
deze positie.
Meer info & contact
dr. Bart Kerens
orthopedist
campus Leopoldstraat
tel. 015 40 95 75
campus Rooienberg
tel. 015 30 30 03
Lauensteinopname postoperatief. Hierop is te zien dat de linkerepifyse licht afgegleden is. Stabilisatie door schroeven.
De behandeling bestaat uit het fixeren van de
heupkop met een schroef zodat verder afglij-
den niet meer mogelijk is. Het is niet aange-
wezen, zeker niet in de chronische gevallen
om een repositie te verrichten aangezien de
vascularisatie van de heupkop door de
groeischijf gaat en een repositie, de nog res-
terende vaten zou kunnen beschadigen. Om
dezelfde reden is het verstandig om de ope-
ratie relatief snel uit te voeren en de patiënt
niet te laten steunen op het been vanaf het
moment van diagnose. Gezien het risico op
identieke problemen contralateraal aanwezig
is, wordt preferentieel de andere kant pre-
ventief ook gestabiliseerd met een schroef.
Het niet behandelen van de aandoening ver-
groot het risico op vroegtijdige artrose van de
heup als gevolg van de veranderde anatomie
van de heup en bloedvoorzieningsproblema-
tiek.
ConclusieDe aandoening epifysiolyse van de heup
moet in het achterhoofd zitten als jonge tie-
ners pijn hebben in een been of niet meer
kunnen stappen, zeker als het jongens met
bovengemiddeld gewicht zijn. Als aan deze
aandoening gedacht wordt volstaat een
standaard röntgenbeeld van de heup niet.
Het preferentieel aan te vragen onderzoek is
een Lauensteinopname.
Snelle doorverwijzing en steunverbod vanaf
het moment van diagnose zijn belangrijke
parameters voor het resultaat van de behan-
deling.
10
Om al deze patiënten een zo goed mogelijke
zorg te garanderen, gebeuren er op regel-
matige basis kwaliteitscontroles. Dit zijn zo-
wel technische controles, preventieve on-
derhoudsbeurten van de apparatuur enz.
Maar ook controles ter bevordering van de
medische en paramedische kwaliteit. Naast
de wettelijk verplichte initiatieven waaronder
de continue opleidingen voor alle verpleeg-
kundigen, technisch laboranten en artsen
omtrent radioprotectie, worden ook bijscho-
lingen georganiseerd en studies opgezet.
Bovendien neemt de dienst medische
beeldvorming regelmatig deel aan nationale
en internationale congressen. Dat deze niet
onopgemerkt voorbij gaan, bewijzen de we-
tenschappelijke prijzen die regelmatig in de
wacht worden gesleept.
De laatste wetenschappelijk prijs werd afge-
lopen juni in de wacht gesleept. Tijdens het
jaarlijkse congres van de European Soci-
ety musculoSkeletal Radiology (ESSR)
in York (UK), won de dienst de prijs voor de
beste educatieve poster “Tendon patholo-
gies at the elbow”.
ToelichtingHet ellebooggewricht komt in tegenstelling
tot de andere grote gewrichten (schouder,
heup en knie) minder aan bod in de radiolo-
gische literatuur. Toch zijn tendinopathieën
van het ellebooggewricht niet onfrequent in
de dagelijkse praktijk, denk maar aan de ten-
niselleboog (“epicondylitis radialis humeri”).
Een zorgvuldig uitgevoerd klinisch onderzoek
vormt de basis voor het richten van de
beeldvorming om de anatomische lokalisatie
De dienst medische beeldvorming is een van de drukst bezochte diensten van ons ziekenhuis. Dagelijks
komen er zo’n 500 patiënten over de vloer om gebruik te maken van het zeer uitgebreide aanbod aan di-
agnostische onderzoeken, gaande van conventionele radiologie over echografie en CT tot NMR en hybride
beeldvorming met SPECT CT.
Kwaliteitsopvolging binnen AZ Sint-Maarten
Medische beeldvorming
Echografisch beeld van een “tenniselleboog”Lengtedoorsnede (A, C) en dwarse doorsnede (B).
De aanhechting van de extensorpees aan de laterale epi-
condylus is hypoechogeen. Er is een verhoogd power
Doppler signaal wijzend op hyperemie (rode kleur in figuur
B). Op de kleurenmap van de elastografie (linker beeld in
figuur C) vertoont de hypoechogene zone van tendinosis
een verhoogde samendrukbaarheid (rode kleur) ten op-
zichte van normaal peesweefsel (blauwe kleur).
Contact
dr. Gunther
De Praeter
diensthoofd
medische beeldvorming
tel. 015 40 97 58
prof. dr. Filip
Vanhoenacker
tel. 015 30 30 40
van het letsel te bepalen. Het laterale (figuur)
en mediale compartiment (respectievelijk la-
terale en mediale epicondylitis) zijn het meest
aangetast en lenen zich uitstekend voor een
echografisch onderzoek (gecombineerd met
een powerdoppler en elastografie) ter beves-
tiging van tendinopathie. Aantasting van het
posterior compartiment (triceps tendinopa-
thie) is zeldzamer. Voor het onderzoek van
het anterior compartiment (tendinopathie en
scheuren van de distale biceps) is een echo-
grafisch onderzoek vaak moeilijker wegens
het complex verloop van de distale bicep-
spees en is MRI met de arm in een speciale
houding nl. de zogenaamde Flexion ABduc-
tion Supination (FABS) vaak aangewezen.
De volledige inhoud van de poster kan geraad-pleegd worden op http://dx.doi.org/10.1594/essr2015/P-0072Auteurs: Milan Vansevenant, J. De Roeck, F.M. Vanhoenacker.
11
Kort nieuws
Online afsprakenbeheer voor patiënten cardiologie
Sinds 20 augustus 2015 kunnen patiënten cardiologie zelf hun afspraak online beheren.
Aan de hand van een internetapplicatie kunnen ze nl. via hun computer thuis zelf een
afspraak maken, controleren, verplaatsen en annuleren. Bij het maken van een afspraak
zal de patiënt door middel van vraag en antwoord geleid worden naar een correcte af-
spraak.
Binnenkort zullen ook patiënten voor gastro-enterologie, neurologie en pneumologie hun
afspraak online kunnen beheren.
Kort nieuws
Volg AZ Sint-Maarten op sociale mediaOnlangs maakte AZ Sint-Maarten een (door)start op sociale media. Via onze bedrijfspa-
gina’s op Facebook, Twitter en LinkedIn plaatsen we regelmatig updates met daarin het
laatste nieuws over ons zorgaanbod, onze artsen, activiteiten en vacatures. Wilt u ook op
de hoogte blijven? Volg, like of maak dan een connectie met AZ Sint-Maarten via onder-
staande pagina’s:
Facebook: www.facebook.com/azsintmaarten
Twitter: www.twitter.com/azsintmaarten
LinkedIn: www.linkedin.com/company/az-sint-maarten
AGENDA
ZwangerschapsbeurzenCampus Zwartzustersvest,
Rode vergaderzaal (gelijkvloers)
Maandag 9 november 2015
Maandag 1 februari 2016
doorlopend van 19u tot 21u
Campus Rooienberg,
afdeling Materniteit (4de verdieping)
Dinsdag 17 november 2015
Dinsdag 12 januari 2016
Dinsdag 8 maart 2016
doorlopend van 19u tot 21u
Infoavond OncorevaDonderdag 19 november 2015 - 19u
Congrescentrum De Kleiput, Duffel
SymposiumStabiliteit in de orthopedieZaterdag 28 november 2015 - 8u30
Elewijt Center, Elewijt-Zemst,
Symposium Nieuw in de oncologie & radiotherapie anno 2016Zaterdag 27 februari 2016 - 9u30
Congrescentrum De Kleiput, Duffel
Symposium pneumologieZaterdag 19 maart 2016
Congrescentrum De Kleiput, Duffel
(meer info volgt)
OP PENSIOEN
dr. Freddy Hellinckx
Psychiater
Campus Leopoldstraat
en Zwartzustersvest
12
Colofon
Ontvangt u deze Check-up graag per mail,
laat het ons dan weten:
Eindredactie: dr. Erwin Schroyens
Vragen bij deze nieuwsbrief?
communicatiedienst
Leopoldstraat 2 - 2800 Mechelen
015 40 96 61
Vragen-opmerkingen-suggesties over de
zorgverlening of diensten: mail naar
Vragen over elektronische berichtenstroom:
mail naar [email protected]
AZ Sint-Maarten overkoepelt 3 campussen
Campus Leopoldstraat
Leopoldstraat 2, 2800 Mechelen
Campus Rooienberg
Rooienberg 25, 2570 Duffel
Campus Zwartzustersvest
Zwartzustersvest 47, 2800 Mechelen
Centrale inlichtingen: 015 29 66 66
AZ Sint-Maarten
maakt deel uit
van de vzw Emmaüs.
Deze nieuwsbrief zenden wij u toe op basis van uw persoonlijke gegevens zoals opgenomen in onze be-standen. Het AZ Sint-Maarten respecteert uw privacy en we behandelen uw persoonsgegevens dan ook strikt vertrouwelijk en met de grootste omzichtigheid. Overeenkomstig de wet van 8 december 1992 betref-fende de verwerking van persoonsgegevens kan u uw gegevens inkijken, verbeteren of verwijderen.
CMYKGrijs = 0 - 0 - 0 - 45Groen = 100 - 0 - 30 - 7
ALGEMEEN ZIEKENHUIS SINT - MAARTEN
CMYKGrijs = 0 - 0 - 0 - 45Groen = 100 - 0 - 30 - 7Zwart = 0 - 0 - 0 - 100
EVEN VOORSTELLEN
Jan MoensAnesthesist - Intensivist
Werkzaam op campus Rooienberg
Bereikbaar op 015 30 51 44
Teamleden: dr. Liesbeth Batens, dr. Marc Beckers, dr. Jean-Marie Bolle, dr. Marleen De Sommer, dr. Greet Drijvers, dr. Hilde Lemmens, dr. Joris Liesmons, dr. Max Malcorps, dr. Luc Mariën, dr. Maria Mattheussen, dr. Karin Nobels, dr. Goedele Notelé, dr. Wim Pauwels, dr. Kristine Stessel, dr. Els Stevens, dr. Ingeborg Vanderstappen, dr. Rudiger Wets
Tendon patholgies at the elbow ESSR 2015 (conference paper) (P3) - Poster P-0072M. Vansevenant, F. M. Vanhoenacker, J. De RoeckDOI: 10.1594/essr2015/P-0072DOI-Link: http://dx.doi.org/10.1594/essr2015/P-0072Epidural metastatic melanoma - (2015, Jul 10). (A3)B Peters, R Peters , G. De Praeter, F. M. VanhoenackerEurorad: radiological case database-issn 1563-4086-(2015), p. 1-11 www.eurorad.org/case.php?id=12851DOI: 10.1594/EURORAD/CASE.12851Post-traumatic osteoid osteoma in an 18-year-old adolescentE Vancamp, F. M. Vanhoenacker, G Vanderschueren.BJR case reports-issn 2055-7159-(2015),p. 1-3DOI: http://dx.doi.org/10.1259/bjrcr.20150141Pijnlijke laterale gewrichtsspleet bij een 9-jarig meisje Abdellatif Bali, F. M. Vanhoenacker, Michiel Eyselbergs, Kris Van Crombrugge, Jan M.L. BosmansOrtho-rheumato-issn 1379-8928-13(2015),p. 28-30Stafne Bone CavityD.A. Schaerlaken, M. Dom, J. Hintjens, K. Chapelle, S. Dekeyzer, F.M. VanhoenackerJBR-BTR-issn 1780-2393-98(2015),p. 137-138Perineal dermoid cystS. Woussen, A. De Backer, F.M. Vanhoenacker Eurorad: radiological case database-issn 1563-4086-(2015),p. 1-6DOI: 10.1594/EURORAD/CASE.12843Rupture of an ovarian teratomaJulie De Beule, C. Petré, L. Verheyen, P. Berteloot, F.M. Vanhoenacker
Eurorad: radiological case database-issn 1563-4086-(2015),p. 1-6DOI: 10.1594/EURORAD/CASE.12917Soft Tissue Tumors about the ShoulderF.M. Vanhoenacker, K. VerstraeteSeminars in musculoskeletal radiology-issn 1089-7860-19(2015),p. 284-299Imaging Findings of the Distal Radio-Ulnar Joint in TraumaM. Mespreuve, F.M. Vanhoenacker, K. VerstraeteJournal of the Belgian Society of Radiology, 99(1), pp. 1–20DOI: http://dx.doi.org/10.5334/jbr-btr.846Half-Moon Shaped Morel-Lavallée of the KneeM.T. El-Essawy, F.M. VanhoenackerLesion of the Knee. Journal of the Belgian Society of Radiology, 99(1), pp. 103–104DOI: http://dx.doi.org/10.5334/jbr-btr.837Tophaceous Gout of the Extensor Mechanism of the KneeM. Vansevenant, F.M. Vanhoenacker, F. CatryJournal of the Belgian Society of Radiology, 99(1), pp. 93–94DOI: http://dx.doi.org/10.5334/jbr-btr.861
De volledige en meest recente publicatiegege-vens zijn terug te vinden op onze website www.azsintmaarten.be onder de rubriek professionals > publicaties
EVEN VOORSTELLEN
Wim PauwelsAnesthesist - Intensivist
Werkzaam op campus Rooienberg
Bereikbaar op 015 30 51 43
Teamleden: dr. Liesbeth Batens, dr. Marc Beckers, dr. Jean-Marie Bolle, dr. Marleen De Sommer, dr. Greet Drijvers, dr. Hilde Lemmens, dr. Joris Liesmons, dr. Max Malcorps, dr. Luc Mariën, dr. Maria Mattheussen, dr. Karin Nobels, dr. Goedele Notelé, dr. Jan Moens, dr. Kristine Stessel, dr. Els Stevens, dr. Ingeborg Vanderstappen, dr. Rudiger Wets
EVEN VOORSTELLEN
Guido GiacaloneLymfechirurgie
Werkzaam op campus Rooienberg en Zwartzustersvest
Bereikbaar op 015 30 51 47
EVEN VOORSTELLEN
Karin leunenGynaecologie - oncologie - senelogie
Werkzaam op campus Rooienberg en Zwartzustersvest
Bereikbaar op 015 29 61 74
Teamleden: dr. Walter Aertsens, dr. Patrick Berteloot, dr. An Boeckxstaens, dr. Lieve Clabout, dr. Frederik Persyn, dr. Anke Roels, dr. Paul Schoofs, dr. Erwin Schroyens, dr. Katja Van Houdenhoven, dr. Frieda Vankelecom, dr. Ingrid Wittevronghel
Wetenschappelijke publicaties