svh meesterijsbereider luc blok luciano’s ijssalon gaat niet … · zomaar over ijs verkopen luc...
TRANSCRIPT
Please
Familiebedrijven: de leemlaag van de economie
De jongste theaterdirecteur van NederlandVictoria Ruijs
nummer 10
SVH Meesterijsbereider Luc Blok
Luciano’s IJssalon gaat niet zomaar over ijs verkopen
2
10
13
26
184Familiebedrijven:de leemlaag van de economieHoogleraar Roberto Flören
Meer dan een zak geld alleen Robert Wielinga, oprichter van kredietunie Groningen
Innovatief met een product van alle tijdenMarcel en Marie-Louise Looijmans over flexibel ondernemen
Luciano’s IJssalon gaat niet zomaar over ijs verkopenLuc Blok over innoveren en vernieuwen
Alles is familieVictoria Ruijs
‘Ik verdien het meest als ik gewoon in de winkel kan staan’Geert Bergsma, eigenaar van The Amsterdam Baghouse
14
Een familiaire bandIk wist het niet, maar ik keek er niet van op: het feit
dat ongeveer twee derde van alle Nederlandse
bedrijven een familiebedrijf is. In de detailhandel
blijkt het zelfs de meest voorkomende bedrijfsvorm te
zijn. Met die twee vaststellingen begint het interview
met ‘familiebedrijven-professor’ Roberto Flören van
de Nyenrode Business Universiteit in dit Please
Magazine. Een zeer lezenswaardige bijdrage overigens
voor wie meer wil weten over de kracht van het
familiebedrijf.
Dat ik er niet echt door verbaasd ben, komt omdat
Please zelf veel familiebedrijven als klant heeft. En we
dus van dichtbij meemaken hoe gepassioneerd ze zijn
in hun ondernemerschap. Dat zoveel familiebedrijven
zich op hun beurt thuis voelen bij Please komt denk ik
omdat wij geen puur zakelijke leverancier/afnemer-
relatie nastreven, maar juist een langdurig partnership
met een warme ‘familiaire’ band. Veel van onze klanten kennen hun relatiebeheerder
persoonlijk en spreken hem of haar met regelmaat. En ook al zijn we als onderneming
de afgelopen jaren hard gegroeid, het ‘persoonlijke karakter’ van ons bedrijf zal nooit
verdwijnen.
Nog even terug naar Roberto Flören. Hij noemt het ‘de tragiek van het kleinbedrijf’ dat
de aandacht vooral uitgaat naar de klanten en de waan van de dag, en dat er meestal
weinig aandacht is voor het voeren van functioneringsgesprekken of het nadenken
over de strategie. Ook die vaststelling komt me bekend voor. Mijn vader had namelijk
ook een familiebedrijf, met twee filialen en ongeveer tien medewerkers. Toen dat
financieel gezien niet meer uit kon tijdens de recessie van begin jaren '80, kon en
wilde hij uit een soort familiegevoel geen afscheid nemen van die medewerkers – met
uiteindelijk een faillissement als gevolg. Voor mij het bewijs dat in familiebedrijven
vaak met het hart beslissingen worden genomen, terwijl dat soms toch echt moet met
het volle verstand. De familiaire band zit dan het nemen van rationele beslissingen in
de weg.
Kennelijk zijn er ook familiebedrijven die deze valkuil onderkennen en met ons
zakendoen. Ze herkennen in ons een natuurlijke partner die met hen meedenkt en die
hen continu helpt om de focus op de business te houden, die risico's overneemt en
de administratieve lasten vermindert. Tegen die achtergrond is het goed nieuws dat
het aantal familiebedrijven eerder stijgt dan daalt, ook al wordt er al jaren geroepen
dat deze bedrijfsvorm ten dode is opgeschreven. Ikzelf geef in ieder geval de
voorkeur aan een klein bedrijf met een naam en een gezicht boven een grote,
onpersoonlijke dienstverlener of winkelketen. Want een klein bedrijf heeft een naam
te verliezen – en dat merk je in de manier waarop je geholpen wordt of van advies
wordt voorzien.
Ik wens u veel leesplezier!
Hans van de VenAlgemeen directeur Please Payroll 3
ColofonPlease is een uitgave van Please Payroll
T 0492-388888 E [email protected] W www.please.nl
Eindredactie: Stefan Pennings, Please Payroll
Concept en redactie: Creative Venue PR
Fotografie: Hollandse Hoogte
Drukwerk: Van Stiphout Grafische Communicatie
8 Juridisch
9 Nieuws
23 Ziekte en arbeids-ongeschiktheid: een nachtmerrie voor de kleine werkgever
29 5 valkuilen voor horecaondernemers
30 Medewerker: Carina Derksen
31 Media
17 Pleasology
...!?
Familiebedrijven:de leemlaag van de economie
4
interview
Ongeveer twee derde van alle Nederlandse bedrijven is een
familiebedrijf; in de detailhandel is het zelfs de meest voorkomende
bedrijfsvorm. De laatste jaren is de waardering voor het familiebedrijf
enorm toegenomen, zegt prof. dr. Roberto Flören van de Nyenrode
Business Universiteit. Een van de succesfactoren is een vaak grote
betrokkenheid bij de medewerkers. “Mensen werken graag voor een
familiebedrijf omdat ze dan ergens bij horen.”
amiliebedrijven:de leemlaag van de economie
5
>>
interview
maar houden ze zelf een flink belang in
handen.”
Trouw aan de regioHet succes van het familiebedrijf is niet
specifiek toe te wijzen aan één oorzaak, zegt
Flören, die diverse boeken schreef over het
onderwerp. “Familiebedrijven zijn op de eerste
plaats gewoon bedrijven”, aldus de hoogleraar.
“Ze moeten natuurlijk wel een goede zakelijke
propositie bieden, net als ieder bedrijf. Maar
ze hebben vaak wel een aantal kenmerken die
ze bepaalde voordelen geeft boven normale
ondernemingen. Zo zijn ze meer op de lange
termijn gericht en minder op het snelle
succes. Ze werken doorgaans ook meer met
eigen vermogen, wat ze minder kwetsbaar
maakt als het even tegenzit.
En omdat er maar één of slechts een paar
eigenaren zijn, kunnen ze sneller beslissingen
nemen en reageren op marktomstandigheden.
Ook zijn ze vaak erg trouw aan de regio, wat
e bent een familiebedrijf als je kinderen
bij jou in de zaak werken. “Nou, in onze
onderzoeken hanteren we een iets andere
definitie”, zegt Roberto Flören. “We spreken
van een familiebedrijf als ten minste aan
twee van de volgende drie kenmerken
wordt voldaan. Eén: tenminste 50% van de
eigendom is in handen van één familie.
Twee: familieleden maken deel uit van de
directie en/of adviesorganen. Drie: de familie
heeft aanzienlijke invloed op strategische
besluiten.”
Het gaat goed met het Nederlandse familie
bedrijf, zegt Flören die al vijfentwintig jaar
verbonden is aan de Nyenrode Business
Universiteit en daar sinds 2002 de leerstoel
Familiebedrijven en Bedrijfsoverdracht bekleedt.
“Om de zoveel jaar brengen we het aantal
familiebedrijven in kaart en dan blijkt het
aantal weer toegenomen”, zegt Flören.
“Niet voor niets noem ik het wel de leemlaag
van onze economie. En dat terwijl al jaren
geleden werd geroepen: het familiebedrijf
zal uitsterven. Niet dus. Natuurlijk, ook
familiebedrijven gaan wel eens failliet en
soms is er geen goede opvolger. Maar zolang
ondernemers nieuwe bedrijven starten met
het oogmerk om dóór te groeien, houdt het
familiebedrijf een gezonde voedingsbodem.
Want na een jaar of tien, twaalf zijn die
bedrijven succesvol, komen de kinderen in
de zaak of volgen ze de ondernemer op. Soms
verkoopt de familie een deel van het bedrijf,
“Familiebedrijven zijn meer op de lange termijn
gericht”
>>
Prof. dr. Roberto Flören (49) heeft een lange staat van dienst op het gebied van onderzoek en publicaties. Toch heeft hij ook van dichtbij ervaring met het fenomeen familiebedrijf. Sterker, hij is erin opgegroeid en is behalve wetenschapper dus ook ervaringsdeskundige.
Flören: “Mijn grootvader had een
kantoorvakhandel in Gouda met als
specialisatie typemachines. Dan hebben
we het over de tijd dat zes typemachines
ongeveer even duur waren als een woning.
Mijn vader is vervolgens bij hem in de
zaak gekomen. Dat ging jaren prima,
totdat de pc met tekstverwerker en printer
in de jaren negentig de typemachine
definitief van het toneel verbande. Mijn
zus en ik kregen de vraag of wij wat voor
bedrijfsopvolging voelden, omdat mijn
vader zichzelf niet meer in staat achtte
zo’n grote verandering in zijn vakgebied
tot een goed einde te brengen. Wij hebben
bedankt en gelukkig kon mijn vader de
winkel toen verkopen. Al zat het hem niet
lekker, want een ondernemer wil niet
gedwongen worden om te stoppen.”
Wie?
6
Tragiek van het kleinbedrijfVolgens sommige onderzoekers ligt er in
die persoonlijke band tussen ondernemer
en werknemer ook wel een risico besloten,
namelijk dat medewerkers jaar in, jaar
uit ‘hun ding doen’ en te weinig worden
uitgedaagd om hun talenten te ontwikkelen.
Flören herkent dit wel, maar zegt ook:
“In een klein team heb je minder kansen
om de kantjes eraf te lopen dan in een grote
organisatie en wordt ongewenst gedrag ook
gemakkelijker gecorrigeerd. Je hebt elkaar
meer nodig in een familiebedrijf.”
Veel van dit soort dingen zijn volgens Flören
feitelijk meer de tragiek van het kleinbedrijf,
niet zozeer van het familiebedrijf. “In
het kleinbedrijf is de ondernemer veelal
meewerkend voorman, die zit niet te
managen in een kantoor. Dan is het logisch
dat je vooral aandacht hebt voor het
ondernemerschap, voor je klanten en voor
de waan van de dag dan voor het voeren van
functioneringsgesprekken of het nadenken
over het beloningsbeleid. Ondernemers
ze een sterke basis geeft. En last but not least
werken ze met heel veel passie op basis van
een sterke familiecultuur, waardoor ze vaker
net even dat ene tandje bijschakelen.”
Uit een recent onderzoek dat Flören
uitvoerde, komt nog een typisch kenmerk
van het familiebedrijf naar voren: een grote
betrokkenheid bij de medewerkers. Die
betrokkenheid is er vanouds, zegt Flören,
maar wordt vreemd genoeg pas de laatste
jaren weer gewaardeerd. Flören: “Toen ik
hier in 1991 begon, wilde geen van mijn
studenten in een familiebedrijf werken. Dat
waren ouderwetse en stoffige bedrijven die
nauwelijks carrièremogelijkheden boden.
Als je wat wilde, dan ging je bij een groot
bedrijf werken. Zo rond de millennium
wisseling is dat beeld langzaam gaan kantelen
als gevolg van een aantal incidenten in dat
‘heilige’ grote bedrijfsleven. Bij ons laatste
onderzoek kwam heel duidelijk naar voren dat
talentvolle mensen inmiddels weer graag voor
een familiebedrijf werken. En dat is omdat
ze dan ergens bij horen. Omdat je werkt voor
iemand die wéét wie jij bent. En omdat jij
op jouw beurt weet voor wie je werkt. Dat
maakt dat medewerkers van familiebedrijven
doorgaans veel loyaler zijn dan medewerkers
elders in het bedrijfsleven. Daar mogen
familiebedrijven best trots op zijn en daar
mogen ze trouwens ook best wat meer over
communiceren in hun marketing. Ze zijn vaak
te bescheiden in dit opzicht.”
“Je hebt elkaar meer nodig in een
familiebedrijf ”
Aan deze 3 criteria herken je een familiebedrijf
1 ten minste 50% van de eigendom is in handen van één familie
2 familieleden maken deel uit van de directie en/of adviesorganen
3 de familie heeft aanzienlijke invloed op strategische besluiten
hebben er de tijd niet voor, of nemen er
de tijd niet voor. En vaak missen ze ook de
kennis. Mijn ervaring is dat er in veel kleine
familiebedrijven vooral keihard gebuffeld
wordt, soms wel 60, 70 uur per week. Familie
en bedrijf vallen feitelijk samen, en dat maakt
ze heel erg weerbaar.”
7
Ilse Vermeulen (44) ) is als bedrijfsjuriste verbonden aan Please Payroll. In elk nummer van Please Magazine beantwoordt zij prangende juridische vragen van ondernemers in klare taal. Dit keer: een vraag over premiekorting voor ouderen.
Ilse over Premiekorting voor ouderen
JURIDISCH
Ok, helemaal duidelijk! Thx Ilse!
Hi Ilse, ik heb onlangs een oudere medewerker aangenomen van 58 jaar. Zitten hier voor mij als ondernemer nog financiële voordelen aan?
Goedemorgen! Dat zou inderdaad kunnen. Onder voorwaarden kun je gebruikmaken van een mobiliteitsbonus. Dit is een korting op de werkgeverspremie en deze wordt via de
loonadministratie verwerkt.
Ok! En wat zijn die voorwaarden?
De medewerker moet 56 jaar of ouder zijn en direct vanuit een uitkeringssituatie bij jou gaan werken.
Duidelijk. Hoe hoog is die premiekorting en hoe lang kan ik hier gebruik van maken?
En als ik mijn medewerker payroll via Please, ontvang ik dan ook dit voordeel?
De premiekorting geldt voor maximaal 3 jaar en kan oplopen tot € 7.000,- per jaar. De premiekorting wordt per gewerkt uur verwerkt en bedraagt € 3,74 per uur, met een maximum van 36 uur per week.
Jazeker. Wij zorgen ervoor dat dit financiële voordeel volledig ten goede komt van u als ondernemer. Wij doen dit door het bedrag aan premiekorting maandelijks aan u te crediteren, op basis van de gewerkte uren.
Super! Moet ik nog wat doen om deze premiekorting te kunnen toepassen?
Ja. Maar wat, dat hangt ervan af of de medewerker uit een gemeentelijke uitkering komt of uit een uitkeringssituatie die via het UWV wordt verstrekt.
In het eerste geval moet je medewerker contact opnemen met de gemeente. De gemeente kan vervolgens een verklaring opstellen dat de medewerker inderdaad uit een uitkeringssituatie komt.
Deze verklaring dient vervolgens opgenomen te worden in de personeelsadministratie.
In het tweede geval moet de medewerker zelf een ‘machtiging doelgroepverklaring’ invullen en opsturen naar het UWV. Hierbij machtigt de medewerker het UWV om de (doelgroep)verklaring
rechtstreeks naar jou als werkgever te sturen.
8
9
NIEUWS
HelpdeskTelefoonWij zijn telefonisch voor iedereen bereikbaar op werkdagen tussen 08:00 uur en 18:00 uur op 0492 388 888 en ons gratis nummer 0800 235 75 32.
UurOnlineOpdrachtgevers en medewerkers hebben 24/7 toegang tot hun persoonlijke UurOnline-omgeving. Via deze digitale omgeving kunnen opdrachtgevers direct administratieve zaken afhandelen, maar ook vragen stellen en documenten downloaden. Ook medewerkers kunnen hier terecht voor alle zaken die te maken hebben met hun arbeidsrelatie. Zij kunnen bijvoorbeeld hun eigen gegevens beheren en loonstroken downloaden. Wij zijn een full service dienst-verlener die zowel medewerkers als ondernemers helpt op personeelsgebied.
Wij streven ernaar om een uitstekende dienstverlening te bieden en we zijn daarom voortdurend bezig dit te optimaliseren. Het helpt ons om hierbij feedback van onze klanten te krijgen. Daarom is het nu mogelijk om Please te beoordelen via https://www.please.nl/beoordeling. Het achterlaten van een beoordeling kost slechts één minuut. Helpt u mee onze dienstverlening te optimaliseren?
Wat zeggen klanten over Please Please Payroll verwelkomt maar liefst dertien nieuwe medewerkersDe afdeling Software Engineering is flink uitgebreid. Wij verwelkomen Marco van Bommel, Thijs Naus, Alex Auwerda en Marco Edelaar.
De Loonadministratie heeft drie nieuwe medewerkers aangetrokken. Deze afdeling is uitgebreid met Patricia van Barneveld, Mark van Kuijen en Olga Princen.
Maar liefst vijf nieuwe krachten versterken onze afdeling Relatiebeheer: Kim Weegels, Karlo Bax, Tim Hofland, Twan de Kort en Lucy Scheepers-Officiers.
En tot slot is Roel Jansen op de afdeling Financieel begonnen.
Welkom aan boord!
Meer nieuws voor ondernemers In het Please magazine leest u twee keer per jaar boeiende verhalen uit de praktijk en inspirerende interviews met experts die relevant zijn voor uw vakgebied. Meer verhalen lezen van ondernemers uit uw branche? Ga dan naar de nieuwe pagina’s op Please-website met nieuws uit de horeca, zakelijke dienstverlening, transport en logistiek en de detailhandel.
Op social media houden we al onze volgers op de hoogte van de laatste ontwikkelingen in de payrollbranche, wetswijzigingen en nieuws vanuit de organisatie. Volg ons via @PleasePayroll of vind ons op Facebook en LinkedIn op de naam Please Payroll.
Volg Please op social media
Ondernemers doen graag waar ze goed in zijn en laten personeelszaken het liefst aan professionals over. Want alles goed regelen is nog niet zo eenvoudig. Met payrolling kunt u uw personeelszaken uitbesteden. Tijdens de MKB Kennissessies leggen we uit wat payrolling precies inhoudt en wanneer payrolling een geschikte oplossing is. Please organiseert de kennissessies vanaf 2 november om de twee weken in het auditorium van ons kantoor.
Panovenweg 12, 5708 HR Helmond, voor meer informatie www.please.nl/mkb-kennissessie
MKB Kennissessies
Horecawww.please.nl/horeca
Transport en logistiekwww.please.nl/transport-en-logistiek
Detailhandelwww.please.nl/detailhandel
Zakelijke dienstverleningwww.please.nl/zakelijke-dienstverlening
10
de ondernemer
10
hadden “veel meer geld verdienden dan
ik die het ijs maakte.” En hij besloot dus
uiteindelijk ook achter een ijskar te gaan
staan, aanvankelijk in Den Haag, en later in
Wassenaar. Toen zijn tweede dochter zich
aandiende vonden Blok en zijn vrouw dat het
tijd was voor wat meer vastigheid en opende
hij een eigen ijssalon. “Zo ben ik langzaam
het vak van professioneel ijsmaker ingerold.
Veel geëxperimenteerd, veel gespard met
collega’s, en zo word je beter en beter tot je
goed genoeg bent.”
Extra zakcentjeIn zijn onderneming werken 9 medewerkers
fulltime en 26 medewerkers parttime. De
fulltime medewerkers heeft Blok zelf op
de loonlijst staan, net als een deel van de
parttimers. De overige medewerkers staan
onder contract bij Please. “Het is simpel: als
we het hele jaar op iemand kunnen rekenen,
dan komt die persoon in vaste dienst. Mensen
die geen regelmaat kunnen bieden in hun
inzet, kunnen we flexibel inzetten via Please”,
legt Blok uit. “Studenten kunnen soms
wel, soms niet inspringen, en dat geldt ook
voor sommige chauffeurs. De parttimers
Luc Blok is hard op weg een BN’er te worden.
Niet alleen won hij tot twee keer toe de prijs
voor Beste IJssalon, hij figureert ook geregeld
in televisieprogramma’s als Topchef en Het
Klokhuis. “IJs maken is een vak dat je niet
zomaar leert, het is een lang traject”, zegt
Blok, die zelf als vijftienjarige begon in de
ijssalon van zijn ouders. “Ik zou naar de
middelbare hotelschool gaan om net als mijn
vader kok te worden. Maar na een zomer
meehelpen in de zaak had ik al zo de smaak te
pakken dat ik dat voornemen heb laten varen.”
Na een paar jaar begon het Blok op te vallen
dat de 23 ijsventers die zijn ouders in dienst
Van een standplaats met een ijskar in Wassenaar tot een van de bekendste ijssalons van Nederland. In twintig jaar tijd is Luciano’s IJssalon in Wassenaar uitgegroeid tot een serieuze franchiseketen met vestigingen in Utrecht, Overveen, Den Haag, Ypenburg, Zoetermeer, Rijswijk en sinds kort ook Bonaire. SVH Meesterijsbereider Luc Blok en zijn team maken in de ‘keuken’ van de onderneming zo’n 150.000 liter ijs per jaar in maandelijks wisselende smaken. Maar naast de ontwikkeling van de perfecte smaak, is de perfecte teamsamenstelling ook een uitdaging voor Blok.
Het is tien uur in de ochtend en Luciano’s
IJssalon in Wassenaar is nog niet open. Maar
in de zaak wordt al volop gewerkt. Luc Blok
controleert een zending verse aardbeien, drie
medewerkers zijn druk bezig met het draaien
van ijs. “Onze vestigingen bestellen voor 12
uur, dan gaan we draaien en de volgende dag
wordt alles vers aangeleverd”, zegt Blok. >>
“ Soms gaat er iemand vanuit de ijssalon de keuken
in, en er is zelfs ooit een chauffeur ijs gaan
maken”
‘Dit bedrijf gaat
echt niet over
zomaar ijs verkopen’
SVH Meesterijsbereider Luc Blok:
11
Nieuwe smakenVolgens Blok zijn er in Nederland maar 30
SVH Meesterijsbereiders, waarvan er nog 17
actief zijn. Zelf vindt hij het bedenken van
nieuwe smaken misschien nog wel het leukste
onderdeel van het vak. “Het is belangrijk dat
je blijft innoveren en vernieuwen”, zegt Blok.
“We vinden elk jaar nieuwe smaken uit, zoals
Key West Lemon Pie, Strawberry Cheesecake,
Raspberry Crumble Pie, maar ook spinazie of
bloemkoolijs. We maken zo’n 150.000 liter
ijs per jaar en hebben altijd een maandelijks
wisselend aanbod van 36 smaken. Maar omdat
we daarnaast geregeld ‘specials’ ontwikkelen,
hebben we dit seizoen zelfs 90 smaken
aangeboden. Daarnaast is er sprake van een
voortdurende zoektocht naar nog betere
ingrediënten, nóg geurigere vanillestokjes dan
die we al hebben, of een nog betere chocolade.
Dit bedrijf gaat echt niet over zomaar ijs
verkopen.”
Op de vraag hoe hij bij Please terechtkwam
zegt Blok: “Ja, dat is een mooi verhaal. Ik zat
aanvankelijk bij een concurrent, maar op
zeker moment ging dat mis. Ze incasseerden
wel geld bij mij, maar ze betaalden mijn
medewerkers niet uit. Ik heb toen een paar
keer gebeld en een ultimatum gesteld:
morgenochtend om tien uur is het opgelost.
Niet dus. En laat nu nét die ochtend iemand
van Please bij me binnenstappen met de
vraag of hij eens over payrollen mocht
komen praten… Enfin, ik heb direct de knoop
doorgehakt en ik ben overgestapt. Ik ben heel
loyaal en trouw, maar als ik het gevoel heb dat
ik niet serieus word genomen dan ben ik heel
snel weg en kom ik ook niet meer terug.”
werken overigens op basis van een tijdvoor
tijdregeling, waardoor ze in de zomer meer
werken dan in de winter.”
Het selecteren van de oproepkrachten
gebeurt aan het begin van het seizoen. Blok
is weinig te spreken over de nieuwe Wet
werk en zekerheid, die in de horeca vooral
remmend werkt bij het aannemen van
parttimers. “Daarbij is het in deze regio best
lastig om jonge parttimers te vinden”, zegt
hij. “Studenten trekken naar Amsterdam en
Utrecht om te gaan studeren en zijn dan in
het weekend weer hier. Maar vaak vinden
de ouders het dan niet gezellig als ze gaan
werken. Tja, met een extra zakcentje is dat
natuurlijk snel geregeld.”
De echte vakkennis zit bij de medewerkers in
vaste dienst, waarvan de meesten al vele jaren
voor Blok werken. “Er is echt een scheiding
tussen ‘achter’, de keuken, en ‘voor’, de
ijssalon, maar er is wel beweging”, zegt hij.
“Soms gaat er iemand vanuit de ijssalon de
keuken in, en er is zelfs ooit een chauffeur ijs
gaan maken. Maar het omgekeerde komt ook
voor. Zo is er iemand vanuit de keuken nu de
ijscatering aan het opzetten.”
de ondernemer
“ Ik ben heel loyaal en trouw, maar als ik het gevoel heb dat ik niet
serieus word genomen dan ben ik heel snel
weg en kom ik ook niet meer terug”
smaken
36
duizend liter ijs
150
medewerkers via Please
19
eigen medewerkers
16
>>
12
COLUMN
Victoria Ruijs (32) is sinds 1 oktober 2016 de nieuwe directeur van Hotel Theater Figi in Zeist. Ze neemt het stokje over van haar vader Theo (68) en is de derde generatie aan het roer van het theater. Volgend jaar is Figi precies honderd jaar in handen van één familie.
Alles is familieIn de jaren ’60 nam de volgende generatie, die van mijn vader, ooms en tante, de leiding in het bedrijf over. Nu, in 2016, is het de beurt aan mijn generatie, en sinds 1 oktober ben ik de eerste vrouwelijke directeur van de Figi Groep. Mijn opdracht luidt eenvoudigweg: loods Figi succesvol haar tweede eeuw in.
Ruijs en Figi zijn dus al 100 jaar met elkaar verbonden. Elk lid van de familie draagt z’n steentje bij, dat krijgen wij van huis uit mee. Als directeur, adviseur, stagiair, medewerker, commissaris of aandeelhouder. Iedereen heeft een plekje in het geheel. Dit familiegevoel, samen werken voor onze gasten, is ook de topprioriteit voor en van onze medewerkers. Het maakt niet uit of je eigenlijk in het restaurant werkt, of ‘achter’ bij sales: als het druk is in bijvoorbeeld de bioscoop, dan help je je collega’s daar.
Gaat de derde generatie het anders doen dan de vorige generaties? Vast en zeker, maar wij blijven ondernemers in cultuur en gastvrijheid. Ik start nu met de realisatie van een nieuw concept. Natuurlijk kijken wij altijd naar de wensen en
behoeftes van onze bezoekers. En in de komende periode gaan we kijken hoe we ons theater, hotel en congrescentrum nog beter daarop kunnen aanpassen. Een tipje van de sluier: het hele bedrijf gaat meer ‘theater’ ademen en een open indeling krijgen. Daarom starten we ook meteen met een verbouwing begin 2017.
En mijn advies voor ondernemers die met familie werken? Ik ben pas net begonnen, maar één ding is duidelijk: samen win je de wedstrijd!
Victoria Ruijs
‘Wil je later ook directeur van Figi worden?’ Mijn antwoord als kind was simpel. ‘Eerst wil ik zelf in het theater staan en daarna, als ik groot ben, wil ik ook theater- en hoteldirecteur worden.’ Het was en is trouwens een logische vraag voor een Ruijs uit Zeist. In 1917 werd de banketbakkerij en lunchroom van George Figi overgenomen door de broers en zussen Ruijs. De eerste generatie bouwde zelf het theater in 1925, echte cultureel ondernemers. Het hotel werd langzaam uitgebreid, er kwam zelfs elektriciteit en stromend water!
13
uitgelicht
Robert Wielinga, oprichter
van Kredietunie Groningen
biedt financiële oplossingen
op maat voor het mkb
14
Meer dan een zak geld alleen
>>
Op steeds meer plekken in Nederland zien ze het licht: coöperatieve kredietunies. Soms op initiatief van de provincie of een gemeente, soms op dat van een aantal (oud-)ondernemers. Doel is het verstrekken van kredieten aan mkb-ondernemers die om wat voor reden dan ook geen normaal bankkrediet kunnen krijgen. Robert Wielinga, partner bij het Centrum voor Bedrijfsopvolging en ondernemerscoach, was de afgelopen jaren nauw betrokken bij de oprichting van de Coöperatieve Vereniging Kredietunie Groningen. “Ik weet niet hoe vaak ik het de laatste jaren gehoord heb”, zegt Robert Wielinga bij een cappuccino in het schouwburgcafé in Drachten. “Ik kom bij heel veel mkbondernemers over de vloer en bijna altijd beginnen ze over hun bank. Hoe vroeger de schuifdeur bijna automatisch openging als ze geld nodig hadden, en dat ze een goede accountmanager hadden die ze geregeld spraken. En hoeveel lastiger dat allemaal geworden is als gevolg van de kredietcrisis. Het is te begrijpen dat het al te risicovol verstrekken van leningen door banken aan banden is gelegd, maar de rekening daarvan is wel heel erg op het bordje van de mkbondernemer terechtgekomen.”
Toen de provincie en de gemeente
Groningen Wielinga vroegen of hij (onbezoldigd) kwartiermaker wilde worden van een nieuw op te richten kredietunie, hoefde hij dan ook niet heel lang na te denken. Hij zegt: “Kijk, ik snap die banken best. Er is genoeg geld, dat is het probleem niet. Maar wat moet je als een
mkbondernemer 80.000 euro nodig heeft voor een nieuwe machine, terwijl hij als gevolg van de crisis al twee jaar maar kantje boord quitte draait? Voordat je als bank die kredietaanvraag hebt beoordeeld, staan
er aan uren al duizenden euro’s interne kosten op de lat. Dat kunnen ze met de huidige rentestand en hun verzwaarde zorgplicht nooit terugverdienen. Kortom: er is echt behoefte aan een alternatief op maat voor het mkb. Daar geloofde ik in en daar ben ik mee de boer op gegaan.”
Op de zeepkistVan januari tot september 2014 besteedde Wielinga alle beschikbare tijd aan het formeren van een goed bestuur en aan het leggen van contacten met ondernemers en lokale banken. “Ik moest op zoek naar echte financiële expertise, want al ben ik als ondernemer door de wol geverfd, ik ben niet financieel geschoold”, vertelt hij. “Uiteindelijk wist ik een voormalige directievoorzitter van een lokale bank, een jurist, een voormalige financiële man van een grote uitgever, twee accountants en twee ondernemers te strikken. Gezamenlijk hebben we voldoende geld opgehaald om de zaak organisatorisch op poten te kunnen zetten en vormen we nu het bestuur van Kredietunie Groningen. We kregen zelfs financiële support van de lokale banken, omdat ze blij waren dat wij iets oppakten waarvoor zij eigenlijk geen speelruimte meer zagen.”
Wielinga wist de oprichting van zijn kredietunie flink te versnellen door
“Er is echt behoefte aan een
alternatief op maat voor het mkb.
Daar geloofde ik in en daar ben ik mee de boer op
gegaan”
15
het proces bij de bank. “Het is allemaal veel persoonlijker. Je moet ook echt lid worden van de vereniging om te kunnen lenen, net zoals je lid moet worden om geld te kunnen inleggen. We kennen een ALV en een Ledenraad die toezicht houdt op het bestuur. Je bent onderdeel van een structuur en je krijgt bij Kredietunie Groningen meer dan een zak geld alleen.”
Relatief onbekendEind 2016 verwacht de Coöperatieve Vereniging Kredietunie Groningen ruim een miljoen euro aan ondernemerskredieten te hebben verleend, aan in totaal tien aanvragers. “Dat is min of meer het begrote bedrag, maar wel uitgeleend aan minder ondernemers dan we ingeschat hadden”, zegt Wielinga. “Het fenomeen kredietunie is nog relatief onbekend, en het probleem is dat we geen groot marketingbudget hebben om veel reclame te maken. We lenen geld uit tegen 9% en betalen 3% aan de inleggers. Van het verschil, 6%, gaat 4% in de zogenaamde ‘stroppenpot’, voor het geval een ondernemer niet meer aan de terugbetalingsverplichting kan voldoen. Dat betekent dat er 2% over is om een bescheiden organisatie te runnen.”
Niettemin verwacht Wielinga op termijn een doorbraak van de kredietunie als financieringspartij. “We zien in toenemende mate dat ondernemers bijvoorbeeld een ton financiering bij ons doen, en met die ton als toezegging op zak ineens wél de tweede benodigde ton bij de bank kunnen ophalen. Gewoon omdat de bank dan weet dat er heel zorgvuldig naar het plan is gekeken, en de ondernemer ook nog eens wordt gecoacht.”
uitgelicht
contact op te nemen met een vergelijkbaar initiatief in de Achterhoek, Naoberkrediet. “Zij liepen een half jaar op ons voor, en uiteindelijk hebben wij voorgesteld dat wij een groot deel van hun model zouden kopiëren, en de door hen gemaakte externe kosten zouden delen. De coöperatieve gedachte in optima forma. Dat heeft prima gewerkt en als anderen ons model willen gebruiken zijn ze ook van harte welkom. Ons doel is namelijk niet om concurrentie buiten de deur te houden, maar ervoor te zorgen dat mkb’ers in den lande weer toegang krijgen tot geld.”
Daarnaast klom Wielinga naar eigen zeggen ‘veelvuldig op de zeepkist’ bij business clubs en ondernemersverenigingen om entrepreneurs over te halen geld beschikbaar te stellen. “Op die manier hebben we ongeveer zeven ton opgehaald. Ons streven is de inleggers daar 3% dividend over te betalen. Ook hebben we een afspraak met de provincie en de Economic Board Groningen, die de NAMgelden beheert. Van elke euro die wij uitlenen, kunnen wij respectievelijk 50% en 75% lenen bij deze partijen, tegen een rente van eveneens 3%. Heel flexibel, dus op het moment dat we het nodig hebben, en in tranches van willekeurige grootte. We hebben dus nooit geld op een bankrekening staan dat minder rendeert dan wat we moeten betalen. Dankzij deze regeling hebben we nu meer dan 2,5 miljoen euro op afroep beschikbaar om mkbondernemers te helpen in de regio.”
KlankbordenDat helpen is overigens wel aan strenge regels verbonden, zegt Wielinga. “We lenen geld van een ander uit, dus net als bij de bank kijken we heel goed naar het plan en de man of vrouw erachter, voordat we een krediet verlenen. Zo beoordeelt een intakecommissie eerst het businessplan,
inclusief de financiële paragraaf, en verzamelt zij alle noodzakelijke bescheiden, zoals jaarstukken en de KvKinschrijving. Een aantal commissieleden gaat ook bij de ondernemer op bezoek om een beeld te krijgen van zijn of haar ondernemerschap. Daarna gaat het dossier naar een kredietbeoordelingscommissie, die nog eens met frisse blik bekijkt of er sprake is van voldoende verdiencapaciteit om de rente en aflossing te betalen.
Bij twijfel kijken ze ook naar het betalingsverleden van de ondernemer, en gaan ze zo nodig in gesprek met de ondernemer om te kijken of en hoe het plan mogelijk beter onderbouwd kan worden. Als de kredietaanvraag tot slot wordt toegewezen, krijgt de ondernemer er verplicht een coach bij. Wij zorgen ervoor dat de coach echt iets toevoegt. Dat kan iemand zijn met een specifieke financiële expertise, maar bijvoorbeeld ook een marketeer – al naar gelang wat nodig is. Zo’n coach is een ervaren ondernemer met wie je eens per maand of twee maanden kunt klankborden. Eigenlijk heel logisch: achter elke topsporter staat toch ook een coach?”
Die intensieve begeleiding van het proces van de kredietaanvraag en het aanbieden van een coach ziet Wielinga als een duidelijke meerwaarde ten opzichte van
“Eigenlijk heel logisch: achter elke topsporter
staat toch ook een coach?”
>>
PLEASOLOGY
16
17
PLEASOLOGY
Kees Izelaar werkt als zelfstandig coach en interim-manager. Als coach van het individu, team en organisatie noemt hij zichzelf ‘dialogist’ in de levenskunst van leiderschap en ondernemen.
Je maakt kennis met een (voor jou) nieuw bedrijf. De mensen van dat bedrijf willen met jou samenwerken omdat ‘ze van je kunnen leren en jij dingen kunt die zij niet kunnen’. Jullie gaan samen aan de slag. Een paar jaar later ben je een illusie armer. Als je erover nadenkt blijkt dat je al die tijd een gevoel hebt genegeerd. Je wist in het eerste gesprek al dat er iets niet klopte, maar je wilde op dat moment geen beslissing nemen op je gevoel. Had je dat toen maar wel gedaan …
Je kunt leren op je intuïtie te vertrouwen. Maar hoe?
1. Het begint ermee dat je leert van je fouten. Na één teleurstelling hoef je niet te stoppen met samenwerken, maar weet op welke signalen je moet letten als iemand je benadert met een voorstel. Waar heb ik dit eerder ervaren en hoe ging dat verder?
2. Een psychiater ontdekte dat hij een scheiding kon voorspellen als hij liefdesparen met een zekere minachting over alledaagse dingen hoorde praten. Niet op basis van feiten, maar door te ‘luisteren naar de onderstroom’, ontwikkelde hij deze kennis. Informatiereductie heet dat. Dus ook als je een nieuwe zakenpartner ontmoet kun je dit gebruiken: spreek met hem of haar ook over alledaagse dingen. Luister goed naar ‘de onderstroom’ en neem dat gevoel serieus.
3. Intuïtie spreekt de taal van het gevoel. Dingen die je intuïtief weet, kun je niet uitleggen. Het heeft daarom geen zin om een businesspartner te overtuigen om op grond van deze informatie met je mee te gaan in een beslissing. Ga staan voor wat je weet en neem verantwoordelijkheid voor de gevolgen. Vaak is dat best spannend.
4. Intuïtie en vooroordelen lijken op elkaar. Vooral mooie mensen schijnen te profiteren van het aangename gevoel dat ze bij hun partners oproepen. Wie beslissingen neemt op basis van het uiterlijk van de ander, is doorgaans gevaarlijk bezig. Kijk kritisch naar je eigen intuïtie.
Hoe kun je dat doen? Stel jezelf op de proef als je denkt: zo is het! Zoek dan naar bewijzen van het tegendeel. Heel handig tijdens een kennismaking met een potentiële zakenpartner. En als je met meerdere mensen bent, laat dan tijdens het gesprek de één bewijzen verzamelen voor een negatieve en een ander voor een positieve beslissing.
5. Het blijkt dat geoefende topsporters vooral niet moeten nadenken bij wat ze doen. Afgaan op je (sportieve) intuïtie is een kwestie van veel oefenen en trainen. Zo blijkt dat ervaren profvoetballers gemiddeld pas intuïtief kunnen
spelen na 7 jaar (10.000 speeluren) hard werken. Wat hebben ondernemers daaraan? Veel oefenen
door te doen en door praktijksimulatie (trainen) en je intuïtie groeit vanzelf!
“Blijkt dat je al die tijd een gevoel hebt genegeerd”
Op je intuïtie leren vertrouwen
...!?
de ondernemer
Innovatief met een pr oduct
van alle tijden
18
Marcel en Marie-Louise van Houthandel Looijmans
Innovatief met een pr oduct
van alle tijden
19
Als Marcel Looijmans over hout praat, beginnen z’n ogen een beetje te
glimmen. Bijvoorbeeld als hij vertelt over het mahoniehouten beeld van
een golfspeler in de hoek van zijn kantoor. Of gewoon over de twintig
verschillende houtsoorten die in de loodsen te vinden zijn. “Hout is een
veelzijdig product”, zegt hij. “’t Raakt nooit uit de mode.” >>
19
Marcel en Marie-Louise van Houthandel Looijmans
Zijn liefde voor het natuurproduct kreeg
Marcel met de paplepel ingegoten. Als
kleine jongen hielp hij al mee in de zaak
die zijn vader 45 jaar geleden van de grond
tilde. Destijds rondom de handel in deuren
en schrootjes. Later, in de studiebanken,
kwam Marcel tot de conclusie dat hij niet
voor de boeken in de wieg was gelegd en
niet veel later trok hij de schooldeuren
vroegtijdig achter zich dicht om zich fulltime
met de business van z’n vader te kunnen
bezighouden.
Gestaag doorliep hij alle lagen en afdelingen
van z’n vaders onderneming en anno 2016
stuurt hij het bedrijf zelf aan, samen met
zijn vrouw MarieLouise. Net zoals zijn
vader en moeder vormen ze een slagvaardig
duo. De onderneming is sinds de overname
door Looijmans junior uitgegroeid tot een
ambitieuze, allround houthandel, stevig
verankerd in de regio, maar steeds vaker
weten klanten ook daarbuiten de Somerense
onderneming te vinden.
De handel levert niet alleen tientallen
soorten hout en plaatmaterialen; met een
geavanceerde machinale werkplaats kunnen
Looijmans en co het product ook op maat
leveren. En hun klantenbestand is even divers
de ondernemer
als hun product. “Of iemand nu naar binnen
loopt voor één plank of een vrachtwagen vol,
iedereen is welkom”, zegt Marcel. “Het enige
wat ik van hen vraag, is dat ze betalen.”
CO2De laatste jaren heeft hout als duurzaam
bouwmateriaal aan populariteit gewonnen,
signaleert Marcel. “Bomen slokken CO2
op en geven zuurstof af. En dat helemaal
gratis. Zolang je daar op een eerlijke en
verantwoorde manier mee omgaat, door
terug te planten als je kapt en op veilige
arbeidsomstandigheden te letten, is er geen
eerlijker product denkbaar.” Gelukkig, weet
>>
20
“ Of iemand nu naar binnen loopt voor één plank of een vrachtwagen vol, iedereen is
welkom ”
MarieLouise, is vrijwel al het hout dat in
Nederland verkocht wordt gecertificeerd. “Wij
zitten al een paar jaar op honderd procent.”
Bij sloophout, van oude wagons bijvoorbeeld,
is de herkomst natuurlijk ongewis. “Maar
toch ben je ook daarmee per definitie
duurzaam bezig, want je geeft oud hout een
nieuw leven.”
Als ambitieuze houthandel dein je op
de vluchtige en meer bestendige trends
van de sector. En daarin wil Looijmans
een beetje vooroplopen. MarieLouise, die
verantwoordelijk is voor marketing, personeel
en administratie, speurt bijvoorbeeld
dagelijks online platform Pinterest af, met
de eindeloze keur aan nieuwe ideeën en
toepassingen die er te vinden is. “En dat doen
onze klanten ook. Als ze iets tegenkomen wat
ze mooi vinden, dan moeten wij dat kunnen
leveren. En dat kunnen we.”
Om tegemoet te komen aan zowel bouw
bedrijven en aannemers als particulieren,
heeft Looijmans ook een showroom opgetuigd
op het terrein. Hier zijn behalve vloeren,
wandbekleding en schroten ook deuren te
vinden. Het specialisme dat de houthandel al
sinds het eerste uur heeft, neemt nog steeds
een belangrijke plaats in. “Recent hebben we
ook een eigen deurenlijn ontwikkeld”, zegt
Marcel. “Veel mensen zijn op zoek naar iets
eigens, iets authentieks. Met onze unieke
deurenlijn komen we over de brug. Er is veel
vraag naar.”
Die vraag komt sinds de lancering van de
webshop allang niet meer alleen uit de regio
Someren. “We leveren door het hele land”,
zegt MarieLouise, die de website onder haar
beheer heeft. “Ik vind het leuk en belangrijk
om daar veel aandacht aan te besteden. En
niet zonder succes; recent won de website
onthoutons.nl een marketingaward.
HagelstenenHouthandel Looijmans heeft een heftige
zomer achter de rug. In juni raasde een
ongekend onstuimige hagelbui over Someren.
De schade was enorm. “Alle daken van onze
opslagloodsen en werkplaatsen moesten
vervangen worden.” “Kijk”, wijst hij naar een
boerderij verderop. “Dat dak is een gatenkaas.
Zo zag het er bij ons ook uit, en overal hier
in het dorp.” MarieLouise: “Er zat asbest in
>>
21Marie-Louise: “Ik speur dagelijks Pinterest af; als klanten iets mooi
vinden moeten wij dat kunnen leveren”
van Please bij Looijmans aan de slag is
gegaan, staat elke nieuwe medewerker van de
houthandel bij Please op de payroll.
“Erg prettig”, zegt MarieLouise. “Ook
toen we eens afscheid moesten nemen
van een medewerker wegens langdurige
arbeidsongeschiktheid, heeft Please een
belangrijke rol gespeeld. Voor zowel ons
als werkgever als voor de werknemer is dat
proces heel zorgvuldig en goed verlopen en
afgewikkeld. Het is op die momenten dat je
erachter komt wat je aan elkaar hebt. En dat
geeft een goed gevoel voor de toekomst.”
de daken, dus al het hout eronder kon gelijk
worden afgevoerd. Dat mocht niet meer
verkocht worden.” “En tegelijkertijd”, vult
Marcel aan, “kan de handel niet stilliggen. We
moesten blijven draaien. En zeker als de hele
regio met herstelwerkzaamheden bezig is, is
de vraag natuurlijk heel groot.” MarieLouise
zucht als ze eraan terugdenkt. “Het was echt
een heftige tijd.”
Maar die zwarte zomerbladzijde is zo goed
als omgeslagen. “We hebben bij een aantal
loodsen ook gelijk de vloeren aangepakt en
zijn weer helemaal bij de tijd”, zegt Marcel.
“Maar we zijn er nog niet helemaal. We hebben
de tijd nog niet gehad om al het hout op de
juiste plek te zetten”, zegt Marcel. “Ik hoop dat
alles voor de Kerst op z’n plekje staat.”
Flexibele contractenJuist in extreme tijden zijn Marcel en Marie
Louise blij dat ze er niet alleen voor staan. Hun
personeelsbestand telt inmiddels een kleine
twintig man. “Daar zitten oudgedienden bij,
die hier al rondliepen toen Marcel nog een
kleine jongen was”, knipoogt MarieLouise,
“maar ook nieuwe medewerkers.”
Please kwam in beeld toen Houthandel
Looijmans een kleine vijf jaar geleden een
deurenspeciaalzaak overnam. “Met de
overname kregen we er een medewerker
bij die de winkel moest bemannen”, zegt
MarieLouise, die de personeelsadministratie
onder haar hoede heeft. We zijn toen op zoek
gegaan en kwamen bij Please uit. “Dat contact
was gelijk goed en vertrouwenwekkend.”
Marcel: “De mix met vaste en flexibele
contracten is prettig. We lopen op deze
manier minder risico.”
Sinds die eerste medewerker onder de vlag
“ De mix met vaste en flexibele
contracten is prettig ”
de ondernemer
>>
22
een nachtmerrie voor de kleine werkgever
Ziekte en arbeids-
ongeschiktheid
personeelszaken
23
personeelszaken
want je zult ook kosten moeten maken om de werkzaamheden van Karin tijdelijk door een ander te laten verrichten.
Maar daar stopt het niet. In het kader van de Wet verbetering poortwachter moet je er
Echter, als werkgever ben jij degene die het proces moet bewaken, waarbij het van groot belang is dat alle ondernomen acties en afspraken schriftelijk worden vastgelegd in een (digitaal) verzuimdossier. Je wordt, kortom, geacht de dialoog met
Karin gaande te houden en een actieve rol te spelen bij haar herstelproces. Dat kost niet alleen tijd; als je niet tijdig de juiste interventies pleegt, kan het ook nog eens leiden tot een loonsanctie vanuit het UWV.
Misschien heb je geluk en komt Karin na een half jaar weer terug en kan zij haar oude werk weer oppakken. Maar het kan ook zo zijn dat Karin na ruim driekwart jaar nog steeds ziek is. Je moet dan uiterlijk de eerste werkdag na de 42e ziekteweek bij het UWV aangifte doen van langdurige ziekte: de 42eweeksmelding. En na een jaar dien je samen met Karin de aanpak tot op dat moment te evalueren.
Kortom: een werknemer die ziek thuis zit, brengt voor jou een hoop werkzaamheden mee. Die kun je natuurlijk uitbesteden aan een Arbodienst. Dan weet je zeker dat het
Een langdurig zieke medewerker of een medewerker die (deels) arbeidsongeschikt raakt – veel kleine ondernemers liggen er letterlijk wakker van. Begrijpelijk, zegt Please-adviseur Arno van Helvoirt. Want als gevolg van een opeenstapeling van
wettelijke regelingen kun je als werkgever tot wel twaalf jaar de financiële gevolgen aan den lijve ondervinden. Voor Please Magazine zet Van Helvoirt de zaken nog eens op een rij… Je dacht het al te merken. Medewerker Karin leek al een tijdje niet lekker in haar vel te zitten. En dan meldt ze zich plotseling ziek met een door de huisarts geconstateerde burnout. Karin is in vaste dienst. Dat betekent dat je als werkgever gehouden bent twee jaar lang haar salaris door te betalen. Financieel een zure appel,
tevens voor zorgen dat Karin zo snel mogelijk weer aan de slag kan. De Wet Verbetering Poortwachter gaat ervan uit dat Karin zelf voor een groot deel verantwoordelijk is voor haar herstel. Zij moet zich er zelf actief voor inzetten om ervoor te zorgen dat ze zo snel en zo gezond mogelijk weer aan het werk kan. Dat gebeurt op basis van een zogenaamd ‘persoonlijk herstelplan’.
“Als ondernemer moet je ervoor zorgen dat je
werknemer zo gezond mogelijk
weer aan het werk kan”
>>
24
uit dienst gaat. Sinds de invoering van de Wet beperking ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid vangnetters geldt dat de ziektewetuitkering van een zieke werknemer (ziekengeld) aan de laatste werkgever kan worden toegerekend. Hetzelfde geldt voor een eventuele WGAuitkering die volgt op het ziekengeld. De toerekening van het toegekende ziekengeld aan de laatste werkgever vindt plaats door de introductie van de gedifferentieerde premie voor de Ziektewet. Een ingewikkelde regeling, die erop neerkomt dat je mogelijk tot tien jaar (!) na Karins vertrek een flink hogere premie moet afdragen.
Tijd, geld en energieVan Helvoirt: “Bovenstaand verhaal is natuurlijk het doemscenario van elke werkgever, en zo’n vaart hoeft het natuurlijk niet te lopen. Maar feit is dat
overeengekomen fee. Voor wie ’s nachts in bed wakker ligt van deze specifieke risico’s van het werkgeverschap, kan payrollen een rustgevend alternatief zijn.”
“Voor wie 's nachts wakker ligt zou payroll een rustgevend alternatief zijn”
dit geen sprookjes zijn, dit soort verhalen komen dagelijks voor. Het voert te ver om alle ins en outs rondom langdurige ziekte en arbeidsongeschiktheid hier te behandelen. Maar één ding is zeker: de kans dat het jou als ondernemer geld, tijd en energie zal kosten is 100% ook als jou in feite geen enkele blaam treft voor het gebeurde.”
Hij vervolgt: “Een geval als dat van Karin kan voor ondernemers behoorlijk traumatisch zijn. En niet zelden een reden vormen om geen medewerkers in vaste dienst meer aan te nemen, maar te gaan payrollen. Want los van het feit dat je dan als werkgever een veel ruimere keuze hebt in contractvormen – verleg je het risico voor langdurige ziekte en/of arbeidsongeschiktheid volledig naar de payrollorganisatie, tegen een vaste, vooraf
reintegratietraject professioneel wordt uitgevoerd. Je weet echter ook zeker dat een gepeperde rekening op de mat zal vallen.
Maar het kan nog erger. Want het kan ook zijn dat Karin na twee jaar ziekte
Arno van Helvoirt
25
ondernemer
26
Geert Bergsma, eigenaar
The Amsterdam Baghouse
kan door payroll weer doen
waar hij goed in is26
Inzakkende handel“Ik ben in 1999 begonnen en had op zeker
moment vijf tassenwinkels en veel personeel
op de loonlijst. De zaken liepen geweldig: net
als de sneaker werd de rugzak van iets wat
alleen maar functioneel was tot een fashion en
lifestyleproduct. Maar zo rond 2012 zakte de
handel compleet in als gevolg van de opkomst
van grote online aanbieders zoals Coolblue en
TravelBags.nl. Ik werd daardoor gedwongen
iets nieuws te bedenken. Dat is The Amsterdam
Baghouse geworden: een tassenwinkel die
nét even andere tassen verkoopt, een zaak
met een echt Amsterdams ‘local hero’gevoel
>>
Als zelfstandig ondernemer met vijf winkels kreeg Geert Bergsma kort na 2000 te maken met een langdurig zieke medewerker en met een medewerker die niet functioneerde. De energie die dát kostte, deed hem besluiten over te stappen op payroll. Ook in zijn huidige ‘high-end’ tassenwinkel in het Amsterdamse Magna Plaza zet hij zijn medewerkers in via Please, zodat hij kan doen waar hij goed in is. En dat is het in- en verkopen van die nét even andere tas.”
Geert Bergsma, eigenaar The Amsterdam Baghouse:
“Het voordeel is dat als er
wat gebeurt, ik in ieder geval
verder kan met mijn werk”
‘Ik verdien het meest als ik gewoon in de winkel kan staan’
waar toeristen en dagjesmensen dol op zijn.
Mijn oude onderneming heb ik uiteindelijk
geliquideerd: gelukkig was ik op dat moment
al overgestapt naar payroll via Please, dus
ik had niet twintig man personeel op mijn
loonlijst staan. Nu werk ik met twee fulltime
medewerkers en een parttimer. Ook weer
via Please, want het voordeel is dat als er wat
gebeurt, ik in ieder geval verder kan met
mijn werk.”
Kopzorgen“Als ondernemer heb ik meegemaakt wat er
27
Tja, dat kan natuurlijk, dat je niet gelukkig
bent op je werk. Maar in Nederland is de
regelgeving zo dat je daarvoor als kleine
ondernemer de rekening betaalt. Zat ik opeens
met een intermediair te onderhandelen over
hoeveel maanden salaris iemand nog mee
moest krijgen, terwijl ik al moeite genoeg
had om elke maand weer voldoende omzet te
draaien ... Maar misschien was het ook wel een
beetje mijn eigen schuld: als je te veel winkels
ondernemer
28
hebt kun je er niet elke dag zijn en dan mis je
bepaalde signalen. Nu ik één winkel heb kan ik
daar veel beter op letten.”
Early adopter“Ik zie mijzelf wel een beetje als een ‘early
adopter’, iemand die vroeg signalen en trends
oppikt. Dat zie je terug in de collectie, maar
ook in de manier waarop ik zakendoe en de
dingen organiseer. Tassen zijn een typisch
online product, maar als je er voldoende
emotie en beleving aan toevoegt kun je er als
winkelier een prima boterham mee verdienen.
Ik geloof erg in het concept van ‘bricks and
clicks’, fysieke winkels die een aanvulling
zijn op het online aanbod, waardoor twee
verschillende kanalen elkaar versterken. Ik
onderzoek op dit moment dan ook of er een
vorm van samenwerking mogelijk is met
TravelBag.nl. Dat wordt de toekomst,
denk ik.”
“Ik geloof erg in het concept van bricks and
clicks”
gebeurt als een medewerker langdurig ziek is
en je in een reintegratietraject terechtkomt.
Het kost enorm veel tijd en levert veel
kopzorgen op waar je eigenlijk helemaal niet
op zit te wachten. Op een zeker moment kreeg
ik een tip van mijn vader, die ook altijd in de
detailhandel heeft gezeten: is payrollen niet
iets? We zijn gaan rekenen en we kwamen
tot de conclusie dat als je alles meerekent het
onder de streep nauwelijks in kosten verschilt.
Toen was de beslissing snel genomen. Want
één ding is zeker: ik verdien het meest als ik
gewoon in de winkel kan staan.”
Signalen gemist“Ik heb in de jaren dat ik veel personeel in
dienst had zo ongeveer alles wel een keer
meegemaakt. Mensen die tijdens een proeftijd
een super inzet lieten zien, om daarna de
kantjes ervanaf te gaan lopen omdat ze
eigenlijk liever een WWuitkering hadden …
Of een medewerkster die niet gelukkig was
op haar werk en daarom niet functioneerde.
>>
5 valkuilen
Te snel een jaarcontract aanbieden
“Met stip op 1: bij de start van
je nieuwe horecaonderneming direct
medewerkers aannemen op een jaarcontract.
Bedenk dat alles nog moet ontstaan en
dat hoe goed je je best ook doet, succes
niet verzekerd is. Breid je team ook liever
langzaam uit, in plaats van direct met een
volledige crew te starten.”
Medewerkers achterwacht niet uitbetalen
“Bij verwachte drukte extra
medewerkers oproepen, en die weer naar huis
sturen als die drukte uitblijft. Medewerkers
die aanwezig zijn, dien je wettelijk minimaal
3 uur uit te betalen. Of ze nu gewerkt hebben
of niet. Tenzij er iets anders afgesproken is,
maak dus vooraf duidelijke afspraken.”
Nieuwe mensen ‘zwart’ laten meedraaien
“Een afwasser een avondje ‘op de
proef’ laten meedraaien, zonder hem of
haar als werknemer aan te melden. Hij of
zij breekt een wijnglas en snijdt zich lelijk.
Jij bent aansprakelijk en draait op voor de
ziektekosten. Daarnaast moet je als werkgever
oppassen omdat medewerkers officieel recht
hebben op een contract voor onbepaalde tijd
als er niets op papier is vastgelegd.”
Inzetten jong personeel“Te jonge mensen inzetten om
op loonkosten te besparen. Voor
medewerkers jonger dan 16 gelden allerlei
andere regels.
In het arbeidsrecht ben je vanaf 16 jaar pas
‘volwassen’. Dat kan vervelende verrassingen
opleveren bij een controle door de
Arbeidsinspectie.”
Negeren Arbeidstijdenwet“Geen goede afspraken maken over
arbeidstijden. Zo bepaalt de Arbeidstijdenwet
dat een werknemer recht heeft op 30
minuten pauze bij een shift van 5,5 uur of
langer. Is de werknemer jonger dan 18 jaar,
dan heeft hij al na 4,5 uur werken recht op
een pauze. Ook mag een shift niet langer zijn
dan 12 uur en mag een werknemer per 16
weken niet meer dan gemiddeld 48 uur per
week werken. Dit zijn dwingendrechtelijke
regelingen die niet door een mondelinge
afspraak met je medewerkers opzij cen
worden. En o ja, deze wet geldt ook voor
stagiairs en uitzendkrachten.”
Geen valkuilen over het hoofd zien? Ga dan naar de nieuwe horecapagina van Please en blijf up-to-date met de laatste tips & tricks voor horecaondernemers: please.nl/horeca
Rob Kunstt, horecaspecialist bij Please: “Veel horecaondernemers gaan ‘soepel’ om met het inschakelen van personeel. Soms iets té soepel, weten wij uit ervaring. Want het over het hoofd zien van regeltjes kan je flink wat geld kosten.” 5 missers die horecaondernemers regelmatig begaan.
valkuilen die horecaondernemers vaak over het hoofd zien
5
1
2
3
4
5
29
Rob Kunstt
3030
Hoe is het om als medewerker van een organisatie bij Please op de loonlijst te staan? In deze editie van Please Magazine stellen we die vraag aan Carina Derksen, office manager bij DSA Express & Logistics.
Wat houdt de functie van Office Manager in? “John Vercouteren is onze directeur en hij is een echte meewerkend voorman die veel met de business bezig is. Als hij druk of weg is ben ik het eerste aanspreekpunt bij onze vestiging van DSA in Ochten. Een chauffeur die een vrije dag wil kan die bij mij aanvragen. Verder ben ik verantwoordelijk voor de planning. DSA is een spoedkoerier, dus zodra er een belletje binnenkomt moeten mijn collega en ik ervoor zorgen dat er binnen drie kwartier iemand op het ophaaladres aanwezig is die direct kan doorrijden naar het bezorgadres.
Ook doe ik de administratie, zoals het afhandelen van de facturen van onze vijftig freelance koeriers en het maken van de klantfacturen. Ik voer ook geregeld sollicitatiegesprekken met nieuwe freelancers en ik doe de communicatie, zoals nieuwsbrieven versturen en social media. Het is een veelzijdige baan. Ik zeg wel eens: het enige wat ik niet doe is rijden.”
Hoe lang werk je al bij DSA?“Ik werk al vijftien jaar voor John, aanvankelijk inpakwerk in het magazijn van een andere onderneming en sinds acht jaar hier op kantoor bij DSA.”
Hoe vond je het om op een payrollcontract te gaan werken? “Voordat ik overkwam naar DSA had John zijn medewerkers al bij Please ondergebracht, dus ik was er wel al op voorbereid. Ik kende ook de beweegreden van John: er was in die tijd sprake van een nogal hoog ziekteverzuim op kantoor en die situatie vroeg te veel van zijn aandacht als ondernemer. Kortom, voor mij was het geen beletsel, ik begreep waarom hij voor deze oplossing had gekozen.”
Wat vind je van Please? “Om eerlijk te zijn: ik heb in al die jaren maar heel weinig contact gehad met Please. Als ik namelijk zelf ziek ben, dan is het eigenlijk altijd in het weekend, haha. Maar ik krijg natuurlijk wel eens iets mee van collega’s, die een vraag hebben over een salarisbetaling of iets dergelijks. Mijn indruk is dat er altijd goed geluisterd wordt en dat dingen snel en goed worden opgelost.”
Wat vind je het leukst van Please?“Dat ik ieder jaar een kaart van ze krijg met m’n verjaardag en op de dag zelf nog een sms’je met felicitaties. Heel attent. Ik weet uit ervaring dat verjaardagen in een bedrijf van deze omvang gemakkelijk vergeten worden.”
“Het enige dat ik niet doe is rijden”
medewerker
30
Carina Derksen (30)Medewerker DSA Express & Logistics
31
Nederland telt zo'n 260.000 familiebedrijven. De komende jaren zullen veel directeur-eigenaren hun onderneming overdragen. Maar veel familiebedrijven hebben geen plan voor de opvolging. Hierdoor kunnen eigenaren van bedrijven die al generaties in de familie zijn, te maken krijgen met een conflict tussen de zakelijke en de emotionele balans. Terwijl een scherpe strategie het opvolgingstraject juist in goede banen leidt en de familieonderneming sterker en vernieuwd de toekomst in laat stappen.
Henk Kwakkel onderzocht de balans tussen bedrijfscontinuïteit en familieharmonie bij familiebedrijven. Hij introduceert een praktisch model om alle aspecten van de bedrijfsoverdracht bespreekbaar te maken en te managen.
Nieuwsgierig? Binnenkort verloten we een exemplaar via de Facebook-pagina van Please Payroll
Auteur: Henk Kwakkel Adviesprijs: € 24,90
iZettleMet iZettle kunt u snel aan de slag om uw eigen bedrijf te starten, runnen en optimaliseren. Of je nu een café, kledingwinkel, foodtruck of een kapsalon hebt, iZettle accepteert elk soort betaling. Dus uw kassa is altijd op orde. En u kunt verkoopgegevens makkelijk online bijhouden. U hebt hiervoor alleen de iZettle reader nodig en een smartphone of tablet.
Voor: iPhone en Android
Prijs: gratis
Kount.lyVoor wie van tellen houdt. En dat kan
natuurlijk van alles zijn: nieuwe klanten,
nieuwe orders, verkochte producten,
binnengekomen voorstellen etc. De
resultaten worden weergegeven in mooie
graphics. Maar u kunt ‘m natuurlijk ook
thuis gebruiken en de keren tellen dat uw
dochter te laat thuis komt, uw zoon weer
een smoes heeft om huiswerk te ontwijken
of hoe vaak u bloemen heeft gekocht voor
uw vrouw.
Voor: iPhone
Prijs: gratis, Pro: € 0,95
ScanBizCardsMaak een foto van een visitekaartje en deze slimme app zet alle belangrijke gegevens in het adresboek van uw smartphone. De app legt desgewenst ook contact met LinkedIn, Facebook, Outlook of een ander adressenbestand op uw toestel. Zelfs gegevens van de meest creatief vormgegeven visitekaartjes weet de app correct op te slaan.
Voor: iPhone en Android
Prijs: € 0,99
MEDIA
Leesvoer voor het familiebedrijf‘Mijn bedrijf is groter dan ikzelf’
Zonder zorgenZonder zorgenWerkgeven
‘Als er nu iets gebeurt met mijn persooneel, kan ik
toch verder met mijn werk’
Geert BergsmaThe Amsterdam Baghouse
www.please.nl
PP-161/11-16
Samenwerken met een solide partner
Één aanspreekpunt
Geen omkijken naar personeelszaken
Meer flexibele contractsvormen
Kosten besparen
Minder risico’s
Met Please Payroll regelt u uw personeelszaken
op een deskundige en professionele manier.
Door u aan te sluiten bij het collectief van Please
Payroll, nemen wij een groot deel van de zorg voor
uw medewerkers over. Een verantwoordelijkheid
die wij serieus nemen. Hierdoor profiteert u van
alle kennis en vaardigheden die wij in huis hebben
om deze zorg voor uw medewerkers professioneel
uit te voeren. Op een deskundige en betaalbare
manier. Ook uw medewerkers kunnen erop
vertrouwen dat alle zaken goed geregeld zijn
Voordelen vanPlease Payroll: