tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

203
T E K 5 T E N B u N o E L GEMEENTELIJK RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN - - cleuren_merken _ bureau voor ruimtelijke planning & architectuur "dWO........ tg.., hliillpdII llnIctnIwld i Hl ;U., op pID'lh:iIII rw- [email protected] o P G L A B B E E K Opglabbeek

Upload: tranhanh

Post on 11-Jan-2017

306 views

Category:

Documents


11 download

TRANSCRIPT

Page 1: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

T E K 5 T E N B u N o E L

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN

--

cleuren_merken _ bureau voor ruimtelijke planning &architectuur

"dWO........~ tg.., hliillpdIIllnIctnIwld i Hl ;U.,op pID'lh:iIII rw-

[email protected]

oPGLABBEEK

Opglabbeek •

Page 2: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

T E K s T E N 8 u N o E L

Opglabbeek +GEMEENTELIJK RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN

+opdrachtgever:

gemeentebestuur opglabbeekkapelstrnat 1

3660 opglabbeek 089 810 165ontwerpers:

josiane merken, ruimtelijk plannerrene daniêls. ruimtelijk planner

bureau cleuren-mer1<enmgr. simenoniaan 80

3770 riemsl 012 441145I1fo@c!euren:rner1enbe

datum:mei 2007

Gezien en voorlopig vastgesteld door de gemeenteraad van in zitting van .

dhr. Benny Spreeuwers, burgemeester dhr. Bart Telen, secretaris wnd.

Het college van burgemeester en schepenen bevestigt dat onderhavig document ter inzage van het publiek op hetgemeentehuis werd neergelegd van tot .

dhr. Benny Spreeuwers, burgemeester dhr. Bart Telen, secretaris wnd.

Gezien en definitief vastgesteld door de gemeenteraad van in zitting van .

dhr. Benny Spreeuwers, burgemeester dhr. Bart Telen, secretaris wnd.

Page 3: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

gemeeotelijk ruimtelijk structuurplan opgIabbeek inhoudstafel

INHOUDSTAFEL

INLEIDING INSPRAAKSCENARIO EN PlANNINGSPROCES

INFORMATIEF INTENTIENOTA INF 1-2

11 PLANNINGSCONTEXT _zie inhoudstafel pag. INF 3 INF 3-J8

111 BESTAANDE DEELRUIMTEN _zie inhoudstafel pag. INF 39 INF 4043

IV BESTAANDE DEELSTRUCTUREN _zie inhoudstafel pag. INF 44 INF 45-72

V PROGNOSES. BEHOEFTEN en TAAKSTEWNGEN...zie inhoudstafel pag. INF 73 INF 74-100

RICHTINGGEVEND I VISIE - CONCEPTEN_zie inhoudstafel pag. RI 101 RI 102-107

11 ONTWIKKELINGSPERSPECTIEVEN DEELRUIMTEN zie inhoudstafel pag. RI 108 RI 109-112

111 GEWENSTE DEELSTRUCTUREN -zie inhoudsMei pag. RI113 RI 114-151

BINDEND BINDENDE BEPALINGEN _zie inhoudstafel pag. BI 152 BI 152-157

cleuren_merkenarchitectuur & ruimtelijke planning

Page 4: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

gemeentelijk ruimtelijk structuurplan opglabbeek

cleuren_merkenarchitectuur & ruimtelijke planning

INLEIDING

Page 5: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

gemeentelijk ruimtelijk structuurplan opglabbeek

INSPRAAKSCENARIO

INFORMATIEF DEELinspraakscenario en planningsproces

Een ruimtelijk plan is een document dat op een bepaald tijdstip de gewenste ruimtelijke visie voor een bepaaldebeleidsperiode en voor een bepaalde ruimte weergeeft. Deze visie wordt uitgedrukt in een concept, in eenstructuurschets, in planvoorstellen, in een programma van acties en in beleidsdoelstellingen gericht op korte- enhalflange termijn.Het is dan ook van essentieel belang dat hel document begrepen, gedragen en gesteund wordt door alle geledingenvan de bevolking.Gezien Opglabbeek niet over een GEGORO beschikt was het samenbrengen van een groep mensen alsvertegenwoordiging van de verschillende sectoren, en zo mogelijk nog anderen, dan ook een belangrijk vertrekpunt inhet planningsproces.

Een rondvraag in de verschillende organen, zowel intern als extem, aangaande hun visie op de werking van de andereraden en wat zij verwachten van een adviesorgaan dat zich richt op ruimtelijke planning in functie van eenmaatschappelijk coherent functioneren, kon al enige duiding geven van onderlinge conflicten of gezond werllende(-denkende) leden.Aan de hand van een enquête, met doelgerichte vragen of uitspraken, gericht aan die verschillende raden maar ookaan het politieke bestuur en de vertegenwoordigers van de gemeentelijke administraties, werd op een snelle manierinformatie ingewonnen over standpunten en pijnpunten. Er werden conclusies getrokken uit de inhoud van deantwoorden, maar ook uit de manier waarop ze geformuleerd werden.Het was de bedoeling te komen tot een gedifferentieerde groep mensen die enigszins ruimtelijk kan denken, maar dievoornamelijk streeft naar een kwalitatieve invulling van de ruimte in het geloof dat een goede ruimtelijke ordening oplange lermijn niet alleen alle sectoren, maar vooral de bevolking van Opglabbeek ten goede zal komen.Bij het in vorm gieten van het adviesorgaan, de werkgroep, is het uildistilleren van de voorgestelde bevraging dan ookeen eerste te doorlopen intensieve stap geweest. De hoofddoelstelling bij de beoordeling van geschiktheid was tekomen tot een gezond redenerende groep mensen die het sectoraal belang indien nodig opzij konden zetten wanneerdit het algemeen belang ten goede komt. Met deze groep mensen zal het ontwerpproces gestart worden.

Vanaf de intentienota zou elke volgende te doorlopen fase in het planningsproces besproken worden met deadviesraadlwerkgroep. De bedoeling is dat door het volgen van elke stap de leden van de denkgroep ingeburgerdraken in de terminologie van de ruimtelijke planning en het procesmatig denken in functie van kwalitatieve ruimtelijkeontwikkelingen ten diensle van de huidige, maar meer nog in functie van de toekomstige, generatie.De bedoeling van het gefaseerd en henhalend werllen waarbij een actief denkproces van de leden op gang gezetwordt is onder andere de leden vertrouwd maken met de materie, maar ook het uitbouwen van een gefundeerddraagvlak. Door het actief meedenken en meewerken aan een ruimtelijk plan wordt het een deel van henzelf, ietswaaraan zij hebben meegewerllt en gedacht. Iets wat ze kunnen verdedigen en overdragen naar buiten (de bevolking)toe.

Een ander belangrijk aspect van het planningsproces, dat ligt bij het ontwerpbureau, is het visualiseren van deverschillende stappen. De regelmatige overlegmomenten zijn dus niel enkel nodig om een draagvlak te vormen, maarook om de leesbaanheid en bruikbaanheid van het document richting te geven. Het gaat hier dus om het vormelijkeaspect van hel plan.Naast voor het inhoudelijke en het vormelijke, zal ook bij het vastleggen van beleidsbeslissingen, de prioriteiten bij hetrealiseren en nastreven van de gewenste ruimtelijke ontwikkeling en het bepalen van acties en van een programma,dezelfde procedure gehanteerd worden.Ook hier wordt overlegd en teruggekoppeld. Uiteindelijk zullen beslissingen genomen worden die een logisch gevolgzijn van de geformuleerde visie op de gewenste ruimtelijke ontwikkeling.

Het is de bedoeling te komen tot een plan gericht op een kwalitatief ruimtelijke beleid in functie van de gansegemeenschap met het aspect van rechtszekerheid als beginsel.

Page 6: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

gemeentelijk ruimtelijk structuUlplan opglabbeek

11 SAMENSTELUNG WERKGROEP I STUURGROEP

INFORMATIEF DEELinspraakscenario en p1anningsproces

Intentie =het oprichten van een gecoördineerd systeem van richtinggevende, adviserende en beslissende organen alsonderdeel van het structuurplanningsproces en het proces van visievorming.Rekening houdend met de bestaande gemeentelijke besluitvormings- en inspraakorganen.

De interne besluitvormingsorganen:het college van burgemeester en schepenen (CBS) en de gemeenteraad (GR).De 'interne' inspraakorganen:de gemeenteraadcommissie, de portefeuilleoverleggen en de stuurgroepen verkeer en volksgezondheid.De 'externe' inspraakorganen:adviesraden landbouw, cultuur, jeugd en sport, de milieuraad, vzw 's cultuur en sport.De 'interne' belangengroepen:ondernemersclub OCO, plaatselijke afdeling UNIZO, scholengemeenschap lager onderwijs.Regionale samenwerkingsverbanden:Streekplatform Midden-Limburg, Regionaal Landschap Kempen-Maasland.De oprichting van de voorgenomen adviesraden:GECORO en lokaal platform.

Uit bovenstaande organen kan een keuze gemaakt worden in functie van de noden van een inhoudelijk onderbouwd'ruimtelijk' planningsproces. Grosso modo kunnen er drie soorten acties onderscheiden worden:1. Het concrete werkproces van verzamelen en verwerken van gegevens, het vonm geven en formuleren van ideeën,

uitwerking en visualiseren van visies, het motiveren en sensibiliseren naar de bevolking toe, ....Met andere woorden: - inventariseren - verwerken - visievorming - ontwerpen - visualiseren = WERKENDit alles wordt gestuurd door het ontwerpbureau, ondersteund door een beperkte groep mensen vanuit degemeente (CBS, dienst R.O., milieu, verkeer, ..) Het is van essentieel belang dat tijdens discussies concrete kennisen informatie aangaande lopende initiatieven, plots opduikende problemen of groeiende tendensen kenbaargemaakt kunnen worden.Per deelonderwerp wordt beroep gedaan op een aantal deskundigen (in de loop van het proces kunnen hierandere personen aan toegevoegd worden). De inbreng van deze, zeg maar sectorloze maar deskundigonderlegde, personen moet de discussie tussen de verschillende sectoren op het goede spoor houden.De werkgroep wordt gestuurd door het ontwerpbureau.en ondersteund door een beperkte groep vanuit degemeente. Vanuit de gemeente wordt gedacht aan de diensthoofden milieu, ruimtelijke ordening, verkeer, ....enminstens de schepen van ruimtelijke ordening. Daarnaast een aanvulling met extern deskundigen die voor eendeskundige input zorgen van het aspect waar ze voor staan.Deze groep wordt in het vervolg WERKGROEP - WG genoemd.

2. Het evalueren, bespreken en richting geven aan het inhoudelijke ontwerpproces.De bedoeling is dat door gezonde discussievoering vanuit verschillende invalshoeken, gekomen wordt tot eenoverkoepelende beslissing ontstaan vanuit een ruimer draagvlak. Hierin zetelen vertegenwoordigers van deverschillende maatschappelijke geledingen die de behoeften van datgene wat ze vertegenwoordigen zullenverwoorden. Daarnaast kunnen hierbij overkoepelende enlof gelijklopende instanties bij betrokken worden. Het isbelangrijk dat visies die bestaan bij overkoepelende organen (zoals Regionaal Landschap, Streekplatform, dienstRuimtelijke Ordening) bij het formuleren van adviezen gehoord worden.Bovengenoemde sectoren vertegenwoordigen elk een specifiek onderdeel binnen de maatschappij. Om tot eengezonde discussievoering en adviesformulering te komen rond de ruimtelijke problematiek waarbinnen elke sectorzijnlhaar plaats opeist, is het belangrijk dat er een neutrale input is die de sectoriële behoeften steeds binnen hetruimer ruimtelijk (gemeentelijk) kader plaatst en steeds verwijst naar het uitgangspunt van het 'ruimtelijk'planningsproces.Deze rol wordt vervuld door één of meerdere (onmisbare) externe deskundigen.Dit proces van ADVISEREN EN STUREN wordt gevoerd door een maatschappelijke STUURGROEP - MSGBij het samenstellen van deze groep is het belangrijk een zo divers mogelijke vertegenwoordiging na te streven.Vertegenwoordigers van de verschillende maatschappelijke geledingen moeten een beeld geven aan de noden enbehoeften van de verschillende sectoren (natuur en groen, landbouw, economie, handel en middenstand,werknemersvereniging, toerisme, ... ).

cleuren_merkenarchitectuur & ruimtelijke p1anmng

Page 7: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

gemeentelijk ruimtelijk structuurplan opgIabbeek INFORMATIEF DEELinspraakscenario en panningsproces

Mogelijke kandidaten werden uit een lijst van vertegenwoordigers van diverse maatschappelijke geledingengekozen. De voorzitters werden gecontacteerd voor een (vraag)gesprek. Vooraf werd een vragenlijst opgesteld alsleidraad voor het gesprek. De vragen werden zodanig opgesteld dat een zo breed mogelijk beeld op de persoon inkwesüe en de achterliggende moüvatie tot deelname aan de stuurgroep verkregen zou worden.Het was de bedoeling om aan de hand van gerichte, soms concrete, soms heel algemene, vragen te peilen naarenerzijds hun bekommernis aangaande de 'ruimtelijke' problemaüek en anderzijds naar hun manier van denken enredeneren, meer bepaald:- aangaande het plaatsen van ruimtelijke situaties in een probleemcontext en het denkproces erachter;- rond de relaües economisch I maatschappelijk en ruimtelijk belang (afwegen van belangen geplaatst tenopzichte van het algemeen belang);

- aangaande ruimtelijke ordening (lokaal en bovenlokaal) in het algemeen;- hun persoonlijke houding ten opzicht van de ruimtelijke omgeving;- wat wordt gezien als storend I aangenaam; - .....Binnen deze stuurgroep fungeert de werkgroep als een subgroep.De samenstelling van de werkgroep (in wisselende samenstelling) en de stuurgroepen (MSG en PSG) met namede selecüe van de afzonderlijke leden werd goedgekeurd door de gemeenteraad.Naast het advies dat geformuleerd wordt door bovengenoemde stuurgroep wordt eveneens advies ingewonnen bijde vertegenwoordigers van de verschillende politieke fracües. Het proces van evalueren en bespreken met depolitiek kan óf samen met de stuurgroep, óf afzonderlijk gevoerd worden litieke STUURGROEP - PS

3. Vervolgens de stap van BESLUITVORMING die vanzelfsprekend gevoerd wordt door het coll e vanburgemeester en schepenen en aansluitend de gemeenteraad = ESTUURSGROEP - B

Ledensamenstelling werkgroep I stuurgroep I bestuurgroep als ondersteuning van het planningsproces.

f!ASTEWG

nNTERN CBS

IUd paesen, scl1epet1 RO

. actn. ui

EXTERN I ontwelvl><reau iosiane rner1<en II ouv cleuren I

rené daniëIs extem deskundiqeian urnans extem deskundiqe

ahislain houben extem deskundige";11y miennans extem deskundiqe

herman varwneer extem deskunóQeQUst leven extem deskunáae

rnob. ,.,-,btenaar vErleer!eon de deckers cultuurilse ens ieUQdefise croodelaers svat

sil ianssen natuurjohan janssen milieuedilh ";I!ems m~ieu

lode nu!mans toerismeoaul beerden ondernemers

rik vliegen unizoivo ianssen scholenqem.

larnbErt vanschoen";nkel reo. landschao

cleuren_merkenarchitect... & IUlmtelojke p/anIwlg

Page 8: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

gemeentelijk ruimtelijk structuurplan opglabbeek

11I WERKING

INFORMATIEF DEELinspraakscenario en p1anningsproces

De werkgroep kwam samen telkens wanneer een stap gezet wordt in het planningsproces van het gemeentelijkruimtelijk structuurplan of de visie op de ontwikkeling van het centrum van Opglabbeek.Indien nodig, bijvoorbeeld wanneer een probleem verder onderzoek vraagt, werden extra besprekingen ingelast meteen doelgerichte (sectorale) keuze uit de leden. Bijvoorbeeld wanneer de accenten lagen op het aspect economie,natuur, landbouw, handel, .... of wanneer zich tussen bepaalde sectoren conflicten voordeden (zie hiervoor databesprekingen).De werkgroep had een adviserende taak, beslissingen werden genomen door het schepencollege.

WERKING STRUCTUURPLAN

TSS. STAP EENNISGEVING AAN DE BEVOLKING

ONTWERP FOLDER

ORGmlSEREN HOORZITTINGEN

STAP 1

STAP 2

STAP 3

ESTUDEREN BESTAANDE STUDIES

IJSTUREN STARTNOTA

INVENTARISATIE

GESPREKKEN

PMAKEN BASISKAARTEN

YSE TOT STRUCTUURSCHETS

OVERLEG

VERWERKEN vm OPMERKINGEN

EVENTUEEL EEN 2" OVERLEG

AANPASSINGEN

GOEDKEURING VERWERKTE STARTNOTA

IDOCUMENT VOORONTWERP

OVERLEG

VERWERKEN vm OPMERKINGEN

EVENTUEEL EEN 2" OVERLEG

AANPASSINGEN

GOEDKEURING VOORONl'M:RP

~NTWERP STRUCTUURPLAN

OVERLEG

VERWERKEN vm OPMERKINGEN

GOEDKEURING VOORONl'M:RP

SB

WG wisselende Iedeo

MSGen PSG

SB

MSG enPSG

SB

BG

SBenWG wisselende leden

MSGen PSG

SB

MSGen PSG

SB

BG

SBenWG wisselende Iedeo

MSGenPSG

SB

BG

SB

SB

SB.WG.BG

cleuren_melkenarchttecluur & rulmtellike planOlng

Page 9: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

gemeentelijk ruimtelijk structuurplan opglabbeek

IV PLANNINGSPROCES

DATA OVERLEGMOMENTEN GRS en MP

INFORMATIEF DEELinspraakscenario en rAanningsproces

OPGLABBEEK

05 september '0319 september '0326 september '0324 oktober '0305 november '0307 november '0327 november '0427 november '0312 november '0312 decentler '0316 december '0319 december '03

13 januari '0423 januari '0404 februari '0410 februari '0413 februari '0401 maart '409 maart '0410 maart '0418 maart '0426 maart '0401 april '0408 april '0423 april '0426 april '0418 mei '0419 mei '0424 mei '0402 juni '04week 2512607 juli '0413 augustus '0409 september '0408 oktober '0427 oktober '0405 noverrlJer '0413 december '04

01 februari '0503 maart '0511 maart '0514 maart '0524 maart '0501 april '0507 april '0511 april '0518 april '0525 april '05Q5mej '0526 mei '0528 mei '0506 juni '0515 juni '05

cleuren_merkenarchitectuur & rUlmlekjke penmng

Janssen Vanmier1o, bespreking omtrent invulling Langstraat en DOlpSplein (Oude Asserweg)(11.00 u) bespreking WGbespreking mastelpian, Ghislain Houben en Jan Umansbespreking mastelpian, Ghislain Houben en Jan Umans(09.00 u) bespreking WG, ter voorbereiding voorstelling MWG(13.30 u) voorstelling MWG(14.00 u) bespreking René Schreurs schoolvervoersplan(14.00 u) bespreking schoolvervoersplan René Schreurs.(14.00 u) nabespreking WG (Eric Fraeys en Kris Thjs)(13.30 u) bespreking WG(10.00 u) bespreking Gust Feyen sector natuur(11.00 u) toelichting schepencollege (aangepaste versie)

(10.00 u) bespreking Kartien De Turd< en Petere Rentmeester - sector economie(14.00 u) MWG - voorstel aangepaste structuurschets(09.30 u) bespreking landJouwersbespreking mastelpian - Jan Umans(09.30 u) vergadering deputatieplaatsbezoeken en bespreking bivakhuizen(09.30 u) bespreking lanctJouwersbespreking Vanmierto, Kris Thijs, Eric Fraeys aangaande invulling Langstraat(09.30 u) bespreking mastelpian Jan Umans, Ghislain Houben, Paul Knoops(10.00 uur) bespreking infrastructuur, Willy Miermans(10.00 u) bespreking infrastructuur met Kris Thijs en René Schreurs (mobiliteilsambtenaar)(15.00 u) bespreking masterplan mei Jan Umans en Ghislain Houbenvoorstelling MWG, infrastructuur, nedelzetlingen en econorrierAaatsbezoek sporthal, VONA, OCMW kinderopvangbespreking Sil Janssen I Dries Damiaens I WG aangaande her10catie Natuurhulpcentrum09.00 u bespreking WG - groen en 14.00 ubespreking O.C.O.voorstelling stand van zaken gemeenteraad09.00 ubespreking mevr. Baaien (bivakhuizen) - 10.30 ubespreking jullT-ing2· bespreking O.C.O (moet nog ingelast worden)voorstelling MSG, toerisme, natuur en groen~ering aan college stand van zaken GRS en MP - visualisatie iJ.v. beslissingsfasevoorstelling MSG, agrarische structuurbespreking agrarische structuur met lanctJouwersbespreking vertegenwoordiging weekendhuisjes Opglabbas en 't Laerbespreking WG afbakening woonzones - okselsvoorstelling stand van zaken aan gemeenteraad

bespreking arch. Hamal aangaande locatie pleinwand hoek Weg naar As I Hoeverker1<wegbespreking WG aanpassingen en timing (14.00 u)voorstelling kancidaten omschrijving arch. opdracht polyvalente zaalbespreking bejaardenhuisvesting - WGbespreking aalll'lk i~anting polyvalente zaal bij Vlaams Bouwmeester(13.30) - 16.30 bespreking Lilbreidngsmogelijkheden Wilhelm Teil i.f.v. PRUP (p1angroep)bespreking plan van aanpak projectregie iJ.v. polyvalente zaalvoorstelling stand van zaken aan gemeenteraadbespreking details/cijfermateriaal met E.Fraeys en K.Thijsbespreking alternatieve Lilbreidng Wilhelm Teil iJ.v. PRUP met MSG(10.oou bespreking masterpan A.Vangeystelen(17.oou) - 19.oou stand van zaken aan de gemeenteraad(10.00u) bespreking 't Laer en Wilhelm Teil op gemeentehuis(16.oou) stuurgroepvergaderinginteme bespreking masterplan, AVangeystelen, HVanmeer, P. Knoops, J.Umans.

Page 10: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

gemeentelijk ruimtelijk structuurplan opglabbeek INFORMATIEF DEELinspraakscenario en p1anningsproces

11 oktOOer '0524 november 'OS07 december 'OS13 december 'OS16 december 'OS

13 januari 0617 januari 0620 januari 0615 maart '0620 maart '0627 maart '0611 '4JIi1 '06OS mei '06OS mei '0622 mei '06juni '06 (week 23)04 juli '06

over1eg CBS aangaande polyvalente zaalover1eg polyvalente zaal - Vlaams Bouwmeeslerover1eg E.Fraeys, K.Thijs en R.Paesen - stand van zaken GRS en planningover1eg met Bos & Groen aangaande planologische ruilvOOIStelling ruimtelijke invulling polyvalente zaal college en VBM

'IOOISteiling voorontwerp structuurplan aan CBS (11.00 u)'IOOISteiling voorontwerp structuurplan aan de stuurgroep (20.00 u)indenen voorontwerp GRS voor structureel over1eg.structureel over1eg provinciehuisbespreking structureel over1eg stuurgroeptoelichting structureel ove~eg gemeenleraadscoornissiebespreking wer1<groep voorontwerp structuurplan in functie aa~ssingen

indenen aangepast voorontwerp gemeentelijk structuurplan voor plenair vergaderingcollege van bulyemeester en schepenenvoorlopige aanvaarding gemeenteraadhoo<zjttingplenair vergadering

VERLOOP VAN HET PLANNINGSPROCES

2006

GRS OPGLABBEEK

lJesprekinq stuur(JOell en college

voorontweno 1indienen

adviezen OH-instelinoen (60 d.l

structureel oVOfleq 15

nabesllrekino CBS

OllSteilen voorontweno

WG

stuur<roeovOfoaderino 20voorstelen aan GR-<:oomissie 27

aa voorontwerp aan adviezen

voorontwerp slroctuLlllian indienen 5

aanvaardinQ GR 22

verstll"en voor advies

eventueel hooczitting

IadvleZen OH-Instelinoen (60 dJ

Dlenar verQaderinQ voorontwerp 4

aan aan adviezen

besIJr. slutmOOll (advies) en coIeoeontwerp structuLrPian indienen

CBS enGRC

aanvaardinQ GR 16

openbaar onderzoek 27 25

hOOfZJtlJng binnen 60 d O.O. 1

advies GECORO binnen 60.d na 00

def. vastst. GR binnen 210 d na beoindalum 00

advies Bestendioe Deputatie (30 d.l

goedkeurinQ bi MB (60 d. + 30 d.)

inWOfkinQ1redinQ (15 d. na BS)

cleuren_merkenarcMecluur &rUImteliJke p1anmng

Page 11: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

gemeentelijk ruimtelijk structuurplan opgIabbeek

cleuren_merkenamhilectuur &ruimtelijke panning

INFORMATIEF

Page 12: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

gemeentelijk ruimtelijk structuurplan opglabbeek

INTENTIENOTA

INFORMATIEF DEELintentiencta

Een ruimtelijk structuurplan is "gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling waarbij de ruimte beheerdwordt t.b. v. de huidige generatie zonder de behoefte van de toekomstige generaties in het gedrang te brengen.Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegenelkaar afgewogen, wordt rekening gehouden met de ruimtelijke draagkrach~ de gevolgen op langere tennijnvoor het leefmilieu, de sociale, economische en culturele consequenties. nl

Aanleiding planningsprocesIn een sfeer van gerichte en doordachte planning op hoger schaalniveau is het voor een gemeente in het buitengebiedvan essentieel belang de toekomstige ruimtelijke ontwikkeling binnen dit plangebeuren duidelijk te stellen en verder uitte werken. Om de ruimtelijke groei op korte, middellange en lange termijn in doordachte en onderbouwde banen teleiden is het uitwerken van een structuurplan onontbeerlijk. Een gemeentelijk structuurplan mag niet enkelgeformuleerd worden als een verdere uitwerking en detaillering van de plannen op hoger schaalniveau (RuimtelijkStructuurplan Vlaanderen, Provinciaal Structuurplan), noch als een gewenste ruimtelijke ontwikkeling van boven af ofvanuit sectoren gedirigeerd. Er moet een wisselwerking zijn tussen zowel het gemeentelijke, het provinciale als hetVlaamse niveau. Met andere woorden, met de Vlaamse en provinciale visie op de gewenste ruimtelijke ontwikkelingvan een gemeente van het buitengebied als basis, moet nu gedacht worden vanuit het gemeentelijke schaalniveauzowel wat betreft de verschillende aspecten, als de totaliteit ervan.Hoe geven we Opglabbeek optimale kansen zich in ruimtelijke, sociale, economische en maatschappelijke zinkwalitatief te ontwikkelen binnen de visie van het Structuurplan Vlaanderen en het Provinciaal Structuurplan? Hoeprofileren we Opglabbeek, zijnde buitengebied, op een zo gezond mogelijk en ruimtelijk verantwoorde manier?Er moet worden nagedacht over hoe we de opgelegde, al dan niet aantrekkelijke gegevens, geformuleerd in deplannen op hoger schaalniveau, kunnen benutten in functie van een positieve en gezonde maatschappelijke enruimtelijke uitwerking voor Opglabbeek. Hiervoor is kennis en inzicht nodig van zowel de bestaande toestand als vanmogelijke knelpunten en kwaliteiten. Deze kennis kan slechts vergaard worden door het uitwisselen van informatietussen de verschillende betrokkenen binnen en buiten de gemeente. Een onderzoek naar de kwaliteiten en knelpuntenzal op termijn een duidelijk beeld geven van mogelijke ruimtelijke ontwikkelingen. Er zullen urgent op te lossenproblemen naar boven komen maar ook niet te verwaarlozen potenties die van structurerend belang zijn voorOpglabbeek.Het is onze taak een gewenste ruimtelijke ontwikkeling te formuleren die, weliswaar aansluit bij die op hogerschaalniveau, maar hoofdzakelijk ten dienste staat van een positieve en kwalitatieve groei van Opglabbeek.

Ruimtelijke problemen die binnen afzienbare tijd een oplossing vragen zijn ongetwijfeld de zonevreemde bedrijven enrecreatieve locaties. Onderzoek moet zich hier vooral richten op de ruimtelijke draagkracht van de omgeving, deruimtelijke verschijningsvorm van de gebouwen en locaties zelf en hun inpasbaarheid in de omgeving. Mogelijkhedenter integratie en beperkte ontwikkelingen worden afgestemd op het draagvlak van de omgeving, zullen optimaalrekening houden met de kwaliteit ven de woonomgeving en het voorkomen van conflicten met naastiiggendebestemmingen.Een aspect dat op hoger schaalniveau geaccentueerd wordt is het gebrek aan mogelijkheid tot recreatief medegebruikvan de landbouwzone. Het vormt echter geen zwaar doorwegend en urgent probleem, we kunnen het eerder eenonderzoeksitem noemen.Immers de behoefte aan recreatief medegebruik stelt zich meer op hoger schaalniveau. De behoefte of nood aan hetgebruik van de open ruimte als ontspanningsplek is groter bij mensen uit stedelijke gebieden dan voor de bewonerswonende in het buitengebied omgeven door groen, zoals zich dit in Opglabbeek voordoet. Zij stellen andereprioriteiten.Met ander woorden het buitengebied wordt anders ervaren en gebruikt door inwoners van het buitengebied dan doorbewoners van stedelijke gebieden. Onderzoek moet zich hier richten op de mate waarop Opglabbeek zich wilprofileren of ter beschikking stellen als toeristisch recreatieve plek en hoe daaraan ruimtelijk vorm kan gegevenworden, en, binnen welke termijnen. Welke elementen moeten, kunnen of willen we daarvoor benutten, gezien degegevens en potenties die aanwezig zijn. Verschillende gradaties van uitwerking zijn mogelijk. Er moeten duidelijkestandpunten ingenomen worden.

t Milieuzakboel<je, 1999, Leidraad voor de miieuwetgeving Vlaanderen, 13é herwerkte editie,E.De Pue, L LiNtySen, P. StlyckelS, KJuwer Rechtswetenschappen Betrjë.

cleureo_merkenarchileçluur &f\llmleh]ke planning

INF 1

Page 13: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

gemeentelijk ruimtelijk structuurplan opglabbeek INFORMATIEF DEELintentienota

Andere ruimtelijke knelpunten zijn, de drukke Weg naar Zwartberg die de leefbaarheid van de omwonenden sterkhypothekeert; het dorpsplein dat gedomineerd wordt door het gemotoriseerd verkeer en het onderbenutte centrum vanOpglabbeek als handelscentrum en centrumwoongebied. Hier moeten voorstellen geformuleerd worden naargebiedsgerichte uitwerking en het formuleren van maatregelen, oplossingen en I of alternatieven ten gunste van eenverhoging van de leefbaarheid van de dorpskem.

Uit eerdere gesprekken bleek dat vanuit het bestuur een gezonde uitgangsvisie gehanteerd wordt en dat er bewustgewerkt wordt aan een betere toekomstige ruimtelijke ontwikkeling van Opglabbeek.

Wat betreft bestaande of op stapel staande plannen beschikt Opglabbeek over het GNOP ('92), eenwoonbehoeftestudie ('02), inrichtingsplannen voor de Weg naar Zwartberg, startnota ('97) schoolomgevinginfrastructuur ('03), mobiliteitstudie ('97), structuurvisie sportzone ('02), sectoraal BPA zonevreemde bedrijven (situeertzich nu in de eindfase).Visie~lementen:

o De leefbaarheid en eigenheid van elke woonkern zeker stellen.o De open ruimte veiligstellen.o De landschappelijke structuren op hun waarde schatten en versterken.o Het beschermen van de Bosbeekvallei.o Streven naar een kwalitatieve ruimtelijke uitwerking.o Streven naar een dynamisch en leefbaar handels- en wooncentrum voor het hoofddorp Opglabbeek.o Opglabbeek als toeristisch recreatieve verblijfsplek, met een accent op het jeugdverblijfstoerisme.o Bedrijvigheid verder handhaven en uitdiepen.

Doelstellingen:o Opglabbeek als kwalitatieve woongemeente.o Bundelen van handel en wonen in de kern van het hoofddorp Opglabbeek.o Een gedifferentieerde woontypologie in de kern van het hoofddorp Opglabbeek.o Behoud en zeker stellen van de open ruimte tussen de woonkernen, om de natuurlijke structuur en de positie van

de woonkernen ten opzichte van de aangrenzende groenstructuur te versterken.o Verzekeren van ontwikkelingsmogelijkheden voor de landbouw als hoofdbestemming van het open gebied.o Zoeken naar mogelijkheden om de bestaande andere functies (zachte recreatie en toerisme) te integreren in de

open ruimte zonder deze te belasten, m.a.w. aangepast aan de locatie.o Streven naar de uitbouw van een laag dynamisch toeristisch recreatief netwerk, gekoppeld aan uitgewerkte fiets-,

wandel- en ruiterroutes.o Streven naar een verhoging van het toeristisch verblijfspotentieel.o Streven naar een versterking en uitbouw van het bestaande bedrijventerrein.o Steeds streven naar een kwalitatieve uitwerking van zowel de bestaande als de nieuwe ruimtelijke ingrepen.o Bestaande infrastructuren categoriseren, optimaal benutten en kwalitatief ruimtelijk uitwerken in functie van hun

bestemming.o Behoud en waar nodig herstellen en versterken van de natuurlijke structuren (Bosbeekvallei, open gebieden,

groengebieden) als de basiswaarden van Opglabbeek.

cleureo_melkenarchitectuur & rwmlelljke planmng

INF 2

Page 14: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

gemeentelijk ruimtelijk structuurplan opglabbeek INFORMATIEF DEELplanningscontext

11 PlANNINGSCONTEXT 4

11.1 opglabbeek gesitueerd in het structuurplan vlaanderen 411.1.1 visie op de gewenste ruimtelije ontwikkeling van Vlaanderen 411.1.2 ruimtelijke principes voor de gewenste structuur 411.1 .3 gewenste ruimtelijke structuur voor het buitengebied van vlaanderen 4

ontwikkelingsperspectieven natuu~ijke structuur. 5ontwikkelingsperspectieven agrarische structuur. . 5ontwikkelingsperspectieven nedelZettingsstructuur. 5ontwikkelingsperspectieven voor het landschap............................................................................... . 6ontwikkelingsperspectieven voor de andere functies in het buitengebied 6ontwikkelingsperspectieven voor economische activiteiten 6ontwikkelingsperspectieven lijninfrastructuur. 7

11.1.4 bindende bepalingen in verband met het buitengebied 711.1.5 bindende bepalingen in verband met economische activteiten 811.1.6 bindende bepalingen in verband met de lij~nfratsructuur. 8

11.2 opglabbeek gesitueerd binnen het provinviaal structuurplan 911.2.1 ruimtelijke concept voor heel de provincie 911.2.2 ontwikkelingsperspectieven voor hoofd- en deelruimten 911.2.3 gewenste ruimtelijk natuu~ijke structuur 1011.2.4 gewenste nedelZetlingenstructuur . 1211.2.5 gewenste economische structuur. 1311.2.6 gewenste toeristisch recreatieve structuur............................................... . 1511.2.7 gewenste ver1<eers- en vervoersstructuur................................ . 1711.2.8 gewenste landschappelijke structuur....... . 1911.2.9 bindend gedeelte............................ . 20

11.3 samenvatting mobiliteitsplan.......................... . 2111.3.1 krachtlijnen van het beleidsscenario........ . 2111.3.2 mobiliteitseffecfen van de gemeentelijke woonprojecten 2211.3.3 categorisering der wegen ... 25

11.4 samenvatting schoolomgeving ondelZoek infrastructuur . 2711.5 woonbehoeftestudie . 3111.6 eigendomsstructuur bossen...................................................... . 3211.7 venlivon afbakening 1· fase 3211.8 biologische waarderingskaart 3311.9 landJouwgebruikpercelen . 3411.10 overslrorningsgebieden . 3511.11 oppervIaktedeifstoff8flllannen - ver1<enningsnota zand in limburg . 3511.12 beschenmde monumenten enla~ 3611.13 ankerplaatsen ' 3611.14 juridische contexL 37

11.14.1 gewestplan 3711.14.2 bpa's 38

cleuren_merkenalchllecluul & IUlmleltjke planning

INF3

Page 15: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

gemeentelijk ruimtelijk structuurplan opglabbeek

11 PLANNINGSCONTEXT

INFORMATIEF DEELp1anningscontext

INF4

111 OPGLABBEEK GESITUEERD IN HET STRUCTUURPLAN VLAANDEREN

11.1.1 VISIE OP DE GEWENSTE RUIMTELIJE ONTWIKKEUNG VAN VlAANDEREN

1. Duurzame ruimtelijke ontwikkeling als uitgangshouding.2. 'Vlaanderen open en stedelijk".3. Basisdoelstellingen:

selectieve uitbouw van stedelijke gebieden;behoud en versterking van het buitengebied met een bundeling van wonen en werken in de kernen;optimalisering van de bestaande verkeers- en vervoersinfrastructuur.

11.1.2 RUIMTEUJKE PRINCIPES VOOR DE GEWENSTE STRUCTUUR

1. Gedeconcentreerde bundeling.2. Poorten als motor voor ontwikkeling.3. Infrastructuur als bindteken en als basis voor locatie van activiteiten.4. Fysisch systeem ruimtelijk structurerend.

11.1.3 GEWENSTE RUIMTEUJKE STRUCTUUR VOOR HET BUITENGEBIED VAN VLAANDEREN

De ruimtelijke structuur van het buitengebied wordt bepaald door: - de natuurlijke structuur;- de agrarische structuur;- de nederzettingenstructuur;- de infrastructuur.

Basisdoelstellingen die gefonmuleerd worden voor het buitengebied hebben voornamelijk betrekking op het garanderenvan de ontwikkelingsmogelijkheden van de structuurbepalende activiteiten en functies (landbouw, bos, natuur, wonen enwerken), zodat het buitengebied gevrijwaard blijft voor haar essentiële functies. Daarnaast moet steeds het bestaandfysisch systeem als uitgangspunt gehanteerd worden bij de ontwikkeling van de structurerende functies en activiteitenvan het buitengebied. Om een verdere versnippering van het buitengebied te vermijden zal de ontwikkeling van wonen enwerken in de kemen gebundeld worden (= gedeconcentreerde bundeling).Vijf basisdoelstellingen en vier ruimtelijke principes voor de gewenste ruimtelijke structuur worden opgesomd.Basisdoelstellingen.1) Het stimuleren en concentreren van activiteiten.2) Het vernieuwen van de stedelijke woon- werkstructuur door strategische projecten.3) Het ontwikkelen van nieuwe woontypologieën en kwalitatieve woonomgevingen.4) Het leefbaar en bereikbaar houden door andere vormen van stedelijke mobiliteit en door locatiebeleid.5) Het verminderen van het ongeordend uitzwermen van functies.Specifieke doelstellingen:

Vrijwaren van ruimtelijke ontwikkelingsmogelijkheden voor de structuurbepalende functies en activiteiten van hetbuitengebied (landbouw, bos, natuur, wonen en werken).Tegengaan van versnippering van het buitengebied.Bundelen van de ontwikkeling in de kernen van het buitengebied (wonen, verzorgende activiteiten).Streven naar goed gestructureerde gehelen voor landbouw-, natuur-, en bosfunctie.Nastreven van gebiedsgerichte kwaliteit door middel van ruimtelijke kwaliteitsobjectieven.Afstemmen van het ruimtelijk beleid en milieubeleid met het fysisch systeem als uitgangspunt.Bufferen van natuurfunctie ten opzichte van eraan grenzende functies.

Om deze doelstellingen te kunnen realiseren is het nodig de verschillende structuren te definiëren, af te bakenen,specifieke ontwikkelingsperspectieven te formuleren en een gepast instrumentarium te ontwikkelen.Dit gebeurt voor zowel de natuurlijke structuur, de agrarische structuur, de nederzettingenstructuur, het landschap enandere functies (toerisme en recreatie, gemeenschaps- en nutsvoorzieningen, waterwinning en ontginning).

cteureo_melkenarctutectwr & ruimtelijke planning

Page 16: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

gemeentelijk ruimtelijk structuurplan opglabbeek

Ontwikkelingsperspectieven natuurlijke structuur.

INFORMATIEF DEELp1anningscontext

De natuurlijke structuur wordt in het Structuurplan Vlaanderen omschreven als:•- het samenhangend geheel v,., rivier- en beekvalleien, de natuurgebieden, de boscomplexen en de ,.,dere gebieden, waar de voor de natuurstruduurbepalende elementen en processen tot uling komen;- de ecologische infraslJuduur gevormd door fin-, puft- en vlakvormige natuurelementen, door geïsoleerde natuur- en bosgebieden en doorpirtgebieden.• ,

Ontwikkeling van beken en rivieren in relatie tot de omgevende valleiHet nastreven van een basiskwaliteit voor de ecologische infrastructuur.Herwaardering van de bestaande bossen.De waardevolle ecosystemen van het kustrnilieu, de Maasvallei en het Schelde-estuarium beschermen enontwikkelen.

Ontwikkelingsperspectieven agrarische structuur.

•Agrarische structuur is het samenhangend geheel uan gebieden die het duurzaam functioneren van de landbouw verzekeren.Agrarische structuur is aldus een ruimtelijk begrip.• 2

De gebieden van de agrarische structuur worden door het Vlaams Gewest afgebakend.Afbakening betekent hier het garanderen van ontwikkelingsmogelijkheden voor de landbouw door afbakening van degebieden van de agrarische structuur en het differentiëren van de agrarische bouwrnogelijkheden binnen de afgebakendegebieden van de agrarische structuur (enerzijds bouwvrije zones voorzien, anderzijds uitbreiding van bestaande eninplanting van nieuwe agrarische en aan de landbouw toeleverende, verwerkende en dienstverlenende bedrijven).In de afgebakende gebieden: wordt gestreefd naar een betere landbouwstructuur, wordt vermeden dat andere functies delandbouw op termijn gaan bemoeilijken en worden de ruimtelijke condities gecreëerd voor het inzetten van sectoralebeleidsinstrumenten.

Erkenning en ondersteuning van de agrarische macrostructuur maakt een gericht en ondersteunend beleid mogelijk.Ontwikkeling van de agrarische bedrijvenzones (exclusief toeleverende of verwerkende bedrijven).

Ontwikkelingsperspectieven nederzettingsstructuur.

"De nederzettingenstJuctuur bestaat un het samenhangend geheel v,., gehuchten, dorpen, linten en verspreide bebouwing in de open ruinte. Onderbebouwing wonJen zowel woningen, bednïfs- ofindusfJiële gebouwen, recreatieve en toeristische bebouwing als bebouwing voor gemeenschap- ennuisvoorzjenjngen, ... befTeperf ,

Een woonkem wordt als volgt omschreven in het structuurplan Vlaanderen,•De woonkern of de morfologsche agglomeratie is het landschapsdeel dat aaneensluitend bebouwd is door huizen met hunhovingen, openbare gebouwen, kleine indushiële ofhandelsuitrustingen met inbegrip van tussenfggende verkeerswegen, parken,sporfterreinen, enI. Het wordt begrensd door landbouwgrond, bossen, braak en woeste gronden, waartussen zich eventueel eenverspreide bebouwing bevindt Zowel steden, dorpen als gehuchten kunnen woonkernen vormen. Ze kunnen ook de vorm aannemenvan de in Vlaanderen zo veeNuldig voorkomende fntbebouwing.••

Differentiatie van de nederzettingsstructuur in volgende categorieën: kernen, bebouwd perifeer landschap,linten enverspreide bebouwing.Trendbreuk in de verdeling van de behoefte aan bijkomende woongelegenheden: 60% in het stedelijk gebied en 40%in de kernen in het buitengebied.Verhouding voor Limburg: 57% stedelijk gebied, 35% kemen buitengebied.Wonen en wer1len concentreren in de kemen van het buitengebied.Selectieve bundeling van groei in bebouwde perifere landschappen.Geen verdere groei van linten en verspreide bebouwing.

, Ruintelijk Slructull'pian Vlaanderen - bijlagellJegWenlijsl p. 538: Minisle!ie van de~ Ganeenschap., Ruintelijk Slructull]llan Vlaanderen - intormatief gedeelte. p. 90: Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap.• Van der Haegen H.. Pattyn M.. Rousseau S.. Spreiding en relatiepatroon van de Belgische nederzettingen in 1980? 1989.

cleuren_merkenarctulectuur &fUlmlelllke p1anOlng

INF5

Page 17: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

gemeentelijk ruimtelijk structuurplan opglabbeek

Ontwikkelingsperspectieven voor het landschap.

INFORMATIEF DEEL~anningscontext

• Het ImSJ:hap is hel resu'aal Vin de dynamiSJ:he wisselwemng lussen de fysische omslmigheden (het abiotisch milieu), het _ch miNeu ende menselijke aclMeiien. Hel is de specifieke ordening van abiotisch, biotische en antropogene elementen en componenlen die aanleiding geeft loteen specifiek ecologisch functioneren, een specifieke visuele beleving en een specifiek menselijk ruimtegebnJik. Bakens, struclurerendereliöre/emenlen, markante terreinovergangen, gave landschappen en open ruimte cotridors zijn slJuctuurbepaiende en karalderislieke elemenlen inheIlandschap: '

Structurerende landschapselementen als referentie voor de beoordeling van de impact van ruimtelijke ingrepen.Specifieke ontwikkelingsperspectieven voor karakteristieke elementen (bakens), structurerende reliëfcomponenten,markante terreinovergangen, gave landschappen en open ruimteverbindingen.

Ontwikketingsperspectieven voor de andere functies in het buitengebied.1. Recreatie en toerisme.

- Recreatief medegebruik met respect voor de draagkracht van het gebied. Enkel op basis van een integraleruimtelijke visie kan recreatief medegebruik geregeld worden.Er wordt gestreefd naar complementariteit. Het toeristisch-recreatief aanbod in het buitengebied en in destedelijke gebieden wordt met elkaar verbonden en op elkaar afgestemd als samenhangend toeristisch-recreatiefproduct.Bestaande hoogdynamische toeristisch-recreatieve infrastructuur in het buitengebied moet gelegen zijn in eendoor de provincie aangeduid toeristisch-recreatief knooppunt of netwerk van toeristisch-recreatief belang.

- Permanente bewoning voor tijdelijk en recreatief gebruik is ruimtelijk niet aanvaardbaar.- Alle terreinen voor openluchtrecreatieve verblijven en individuele weekendverblijven moeten worden geëvalueerd

in functie van de ruimtelijke draagkracht.- Golfterreinen in of nabij stedelijke gebieden.- Geen bijkomende terreinen voor recreatie- en scholingsvliegen.

2. Gemeenschap- en nutsvoorzieningen.- Ontwikkelingsmogelijkheden voorzien.

3. Waterwinning en ontginning:- Doelmatig gebruik van grondwater.- Vrijwaren en verbeteren van de oppervlaktewaterkwaliteit.- Optimaliseren van infrastructuur voor waterwinning.- Locatie, nabestemming en inrichting van ontginningen conform de doelstellingen van het buitengebied.

Naast de kwantiteit van de afgebakende gebieden moeten garanties gegeven worden voor de ruimtelijke kwaliteit ervan.Hiervoor worden ruimtelijke kwaliteitsobjectieven, met name kwaliteitsniveaus en beschermingsniveaus vooropgesteld dienoodzakelijk worden geacht voor het optimaal functioneren van de agrarische structuur, van de natuurlijke structuur(inclusief de bosstructuur), van de nederzettingenstructuur, het landschap, de infrastructuur en het fysisch systeem.De andere functies van het buitengebied (recreatie, toerisme, waterwinning, ontgronding) kunnen als hoofdfunctievoorkomen, maar zijn niet structuurbepalend voor het buitengebied. Vanuit de structuurbepalende functies natuur,landbouw, bos, wonen en werken worden aan de andere functies van het buitengebied condities gesteld ten aanzien vanhun ontwikkeling.

Ontwikkelingsperspectieven voor economische activiteiten.

Het bundelen van economische activiteiten in economische knooppunten.Het ondersteunen van de economische sterkte van iedere subregio.Het ruimtelijk beleid ondersteunen met het economisch ontwikkelingsbeleid.Gefaseerde ontwikkeling van bedrijventerreinen.Differentiatie van bedrijventerreinen.Realisatie van bedrijventerreinen in handen van de overheid.Optimale lokalisatie en kwaliteitsvolle inrichting van lokale, gemengd regionale en specifiek regionalebedrijventerreinen.Ontwikkelings- en uitbreidingsnnogelijkheden voor bestaande bedrijven buiten de bedrijventerreinen.

, Ruimtelijk structuUljllan Vlaanderen - infOfl11atief gedeelte, p. 94: Ministerie van de Vlaamse GEmeenschap

cleuren_merkenarchitectuur &ruImtelijke planning

INF6

Page 18: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

gemeentelijk ruimtelijk structuurplan opglabbeek INFORMATIEF DEELp1anningscontext

'Ook bestaande bedrijven (zon.-eigen ofzonevreemde bedrijven waaronder agrarische bedrijven), die niet gelegen zijn op bedrijventerreinen,maken deellit van de economische structuur, hetzij op Vlaams niveau, hetzij op het niveau van de provincie, hetzij op gemeentelijk niveau.De ontwikkelingsperspectieven van bedrijven en economische aclivleiten buiten de bedrijvenleneinen worden bepaald door de aard en hel karaktervan het bedrijfzelfen nog meer door de ruimtelijke draagkracht van de omgeving. Voor het principe ruimtelijke draagkracht kunnen geen algemeengeldende objectieve en meetbare maatstaven voor heel Vlaanderen worden aangereikt. Ruimtenjke draagkracht is afhankelijk van de ruimtelijkestJuctuur, van het ruimtelijK func~oneren van een gebied en is eveneens afflankelijk van de gewenste ruimtelijke ontwlKke5ng van hel gebied en deaard en het karakter van het bedrijfen haar ac/iviteft. De gemeente zal de ruimtelijke draagkracht van de betrokken omgeving kwalftEiiefmoetenbepalen omdaJ. dl niet in een algemene nonn is vast te leggen. "'

Enkele belangrijke principes worden echter vooropgesteld bij de beoordeling van ontwikkelings- en uitbreidingsmogelijk­heden van bestaande bedrijven buiten de bedrijventerreinen.

Maximale verweving van economische activiteiten met de activiteiten in haar omgeving, waarbij een goede relatiemet de omliggende functies een uitgangspunt is.Alle mogelijkheden en voorzieningen voor ontwikkeling op de bestaande locatie moeten worden aangewend.Ruimtelijke implicatie bij hertocatie afwegen tegenover de implicaties bij ontwikkeling op de bestaande locatie.Ruimtelijke draagkracht niet overschrijden.Maximale beleidszekerheid en -continuïteit nastreven aangaande de ontwikkeling van de economische activiteit. Dete verwachten ontwikkeling moet goed ingeschat worden.

Ontwikkelingsperspectieven lijninfrastructuur.

'De lijninfrastructuur is mede bepiiend voor de bestaande ruimtelijke stJuctuur van Vlaanderen. Het.stmcturerend karakter van de lijninfrastJuctuurwordt bepaald door de morfologische impact (o.a. begrenzingen, door· en ver.mijdingen), door het func~oneren elVan, met name in het aantrekkenen ondersteunen van economische activiteiten op de knooppunten ofdoor specifieke uitrustingen en het generen van personen en/ofgoederenmobilfteit. "7

Categorisering van wegen naar gewenste functie om een gericht beleid te kunnen uitwerken. Voor elke categorieworden principes voor tracering en ruimtelijke inrichting geformuleerd (ontwikkelingsperspectieven).Verbeteren van bestaande spoorinfrastructuur en uitbouw van een regionaal spoorwegennet voor goederen.Uitbouw multimodale centra.Herbestemming van niet meer bediende spoorlijnen en -terreinen.Verdichting van stationsomgevingen.Verbetering en uitbreiding hoofdwaterwegennet en reservatie van trajecten voor nieuwe waterwegen.Maximale integratie van de vervoersfunctie met andere functies in het secundair wegennetGrotere selectiviteit voor watergebonden bedrijven.

11.1.4 BINDENDE BEPAUNGEN IN VERBAND MET HET BUITENGEBIED

1. Het Vlaams Gewest bakent delen af van de natuurlijke en agrarische structuur:- grote eenheden natuur (GEN) en grote eenheden natuur in ontwikkeling (GENO);- agrarisch gebied, 750.000 ha wordt afgebakend;- bosuitbreidinggebied,10.000 ha bijkomend bosgebied wordt afgebakend;- natuurverwevingsgebieden, 150.000 ha wordt afgebakend.

2. Het Vlaams Gewest selecteert het stedelijk netwerk op internationaal en Vlaams niveau. Deze zijn door hun liggingen samenhang van infrastructurele, ecologische, functioneel- enlof fysiekruimtelijke kenmerken structuurbepalendvoor Vlaanderen.Opglabbeek behoort ruimtelijk tot het Limburgs Mijngebied.Structuurbepalend zijn hier de mogelijkheden van de ruimtelijke reconversie in functie van het mijnpatrimonium, deeconomische structuur langs infrastructuur-assen en de versterking van de stedelijke structuur.De rol van dit gebied ligt vooral in de versterking van een stedelijke en economische structuur op Vlaams niveau.

3. Differentiatie van de nederzettingsstructuur. Vier beleidscategorieën worden onderscheiden:- kernen (hoofddorpen en woonkemen);-linten;

• Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen - ricIltinggevend gedeelte. p. 453; Ministerie van de Vlaamse G<rneenschap, Ruimtelijk structuurplan Vlaanderen - infoonatief gedeelte. p. 173; Ministerie van de VIaanse GEmeenschap

cleuren_merkenarchrlecluuf & rUimtelijke planning

INF7

Page 19: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

gemeentelijk ruimtelijk structuurplan opglabbeek INFORMATIEF DEELp1anningscontext

- bebouw perifeer landschap;- verspreide bebouwing.

Verdeling van de behoefte aan bijkomende woongelegenheden in het buitengebied.De provincie selecteert de woonkernen en hoofddorpen en stelt een kwantitatieve taakstelling op inzake bijkomendewoongelegenheden voor gemeenten in het buitengebied. Binnen de geraamde behoefte in Vlaanderen wordt voorhet buitengebied van Limburg: 43% als maximum peroentage te realiseren in de kemen van het buitengebied.

11.1.5 BltilENDE BEPALINGEN IN VERBAND MET ECONOMISCHE ACTIVTEITEN

Het Vlaams Gewest selecteert:Economische knooppunten in het economisch netwerk van het A1bertkanaal.Infrastructurele poorten (havens, luchthaven, hogesnelheidstrein).Er wordt uitgegaan van een differentiatie van bedrijventerreinen (gemengd regionaal,specifiek regionaal, lokaalen historisch gegroeide bedrijven).

Voor Opglabbeek: specifiek economisch knooppunt buiten het stedelijk gebied in het doelstelling-2-gebied vanhet arrondissement van de provincie Limburg.Een apart ondersteunend beleid in zogenaamde doelstelling-2-gebieden die relatief voldoen aan het totaal van de

volgende drie criteria.Een totale tewerkstelling in de gemeente van meer dan 3500 personen.Een totale industriële tewerkstelling in de gemeente van meer dan 1000 personen.Een arbeidsbalans' van meer dan 60.

Ruimtelijk vormt Opglabbeek een onderdeel van het stedelijk netwerk Limburgs Mijngebied.

11.1.6 BINDENDE BEPALINGEN IN VERBAND MET DE L1JNINFRATSRUCTUUR

Het Vlaams Gewest selecteert de hoofdwegen, de hoofdspoorwegen voor het personen- en goederenvervoer en dehoofdwaterwegen.Voor Opglabbeek:Maas 9 Kempen, selectie primaire weg type 11 (=verzamelen naar het hoofdwegennet en primaire wegen I)):N76, van aansluiting 31 Al (Genk-Noord) tot kruispunt Opglabbeek.

• De aTbetdsbalans IS de verhouding tussen de totale In de gemeente werkende bevolktng en de Inwoners behorende lot de groep van de aclleve bevolking

cleuren_merkenarchitectuur & IUlmle"jke plafnng

INF8

Page 20: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

gemeentelijk ruimtelijk structuurplan opglabbeek INFORMATIEF DEELp1anningscontext

11.2 OPGLABBEEK GESITUEERD BINNEN HET PROVINVIAAL STRUCTUURPLAN

11.2.1 RUIMTEUJKE CONCEPT VOOR HEEL DE PROVINCIE.

1. Vier hoofdruimten: netwerk Midden-Limburg, hoofdruimte Kempen, hoofdruimte Maasland en hoofdruimteHaspengouw en Voeren.

2. Maas- en Demerbekken natuurlijke dragers.3. Hasselt-Genk centrum van een stedelijke hiërarchie.4. AJbertkanaal en poort Kempische Ps dragers van industriële ontwikkelingen.5. Kempens Plateau met verweven open ruimte functies en stedelijkheid op de rand.6. Netwerk van open ruimte gebieden.7. De provincie internationaal verbonden.

11.2.2 ON1WlKKEUNGSPERSPECTIEVEN VOOR HOOFD- EN DEELRUIMTEN.

Hoofd- en deeruinten (kaart 52 SP).

1 __ +tlol1

Il ~ptn

IV houpengouw en_on

10 .iMl~

ct. pIr\..... geboH._"..,.....-.....11. m:axl~nd

I _"'-..cl._-.. -

Hoofdruimte KEMPEN

Visie: behoud en versterken van de open ruimte en een gelokaliseerd sterk accent op de economische ontwikkeling en deverstedelijking binnen de stedelijke gebieden en netwerken.

Ruimtelijk concept: Opglabbeek ligt op het Kempens Plateau tussen de bos- en heidecomplexen van het Drieparkengebied. 'Het Kempens Plateau zelf is een belangrijk onderdeel van de hoofdruimte. Het wordt gezien alsgrootschalige open ruimte gebied waarin de verschillende open ruimte functies zijn verweven.' (p.280 RSPL).

Deelruimte Drieparkengebied.'De drie Kempense parken behoren tot de grootste aaneengesloten natuurgebieden van Vlaanderen: Park Lage Kempen,Park Midden-Limburg en Park Hoge Kempen. Zij bestaan uit uitgestrekte, hoofdzakelijk geblokte naaldbossen met eenbos- en heidegordel en uit vennen met belangrijke natuurwaarden op Vlaams niveau. Diverse kleinschalige en geslotenbeekvalleien komen er voor. Bijkomende interessante natuurlijke en landschappelijke structuren zijn landduinen, demijnterril en wateringen. De drie parken worden maximaal behouden en versterkt en met elkaar verbonden tot éénaaneengesloten bos- en heiderijk gebied met hoge natuurwaarden. Recreatief medegebruik is mogelijk. Bosuitbreiding ennatuurbeheer zijn aandachtspunten.' (p. 280-281 RSPL).Visie en concept: (p. 282 RSPL).

cleuren_merkenarchltecluUf & rulmleblke planning

INF9

Page 21: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

gemeentelijk ruimtelijk structuurplan opglabbeek INFORMATIEF DEELp1anningscontext

'De drie Kempense parken horen tot de grootste aaneengesloten natuurgebieden van Vlaanderen. Dit aaneengeslotenkarakter moet worden behouden en versterllt door verdere versnippering tegen te gaan en natuurverbindingsgebieden teherstellen en toe te voegen. Het Parll Hoge Kempen kan worden ontwikkeld als nationaal parll. Toerisme is eenbelangrijke nevenfunctie in de deelruimte."

"Tot de deelruimte behoren (delen van) de gemeente Lommel, Overpelt, Hechtel-Eksel, Peer, Beringen, Heusden-Zolder,Houthalen-Helchteren, Genk, Maaseik, Meeuwen-Gruitrode, Opglabbeek, As, Dilsen-Stokkem, Maasmechelen,Zutendaal, Bilzen." Volgende principes worden voorgesteld:

Parll Lage Kempen als uitgestrekt en laagdynamisch bos- en heidegebied met Leopoldsburg als poort;Park Midden-Limburg als noordelijke grens voor en groene vinger in het regionaal stedelijk gebied Hasselt-Genk;Park Hoge Kempen als groen hart tussen het regionaal stedelijk gebied, het Zuidelijk Maasland en de Bosbeekvalleimei toeristische knooppunten aan de randen."

11.2.3 GEWENSTE RUIMTEUJK NATUURUJKE STRUCTUUR.

Ruimtelijk concepL

Gewenste nahn.1iJ<e Stroctull (kaart" RSPL).

@.-_ pb: _ ...~.

@ .-oaI~:"",-""

~ - ol bM40 .-.; Mi _ .-Dndorog

""toS ~

..--. 01~~.~

~ L cl F'i ....~~

~-~~_..~~ ....,,~\c::=;I 1IlM~""""~--I lirIlCuogW r.. tflllMII<p'''',--­'-, ......................--.--' __"'ca~ ...----...'*~-­1_-,-

II:I~........

Er worden tien natuurlijke systemen geselecteerd, Opglabbeek situeert zich in de 'Limburgse bos- en heldegordel'.Omschrijving:'Dit waterscheidingsgebied vormt samen met de Maas de ruggengraat van de Limburgse natuurlijke strucluur en istegelijkertijd veruit het omvangrijkste Vlaams natuurgebied.De gebieden voor de natuur- en bosfunctie worden in drie grote blokken, de Limburgse parken, maximaal behouden enontsnipperd. Verweving met bosbouw, de militaire functie, jeugdtoerisme en recreatie wordt geoptimaliseerd.Het gebied wordt omzoomd door hoogdynamische toeristisch-recreatieve polen en openlucht verblijfsrecreatie. Het wordtontslolen door grensoverschrijdende netwerken van fiets-, ruiter- en wandelroutes. In een vierde blok, de vallei van deBosbeek, worden ook de bestaande woon- en landbouwfunctie optimaal geintegreerd.De maximale aantakking van de bos- en heidegordel met de omgevende natuurlijke systemen is primordiaal in deontwikkeling van de gewenste natuurlijke structuur in Limburg."Elementen van Vlaams niveau.'Groot aaneengesloten bos- en heidecomplex."

cleuren_merkenarchllecluur & rulmlelljke p1anmng

INF 10

Page 22: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

gemeentelijk ruimtelijk structuurplan opglabbeek INFORMATIEF DEELp1anningscontext

'De drie parken van de bos- en heidegordel op het Kempens Plateau zijn grote aaneengesloten natuurcomplexen: ParkLage Kempen, Paril Midden-Limburg en Park Hoge Kempen. Zij vormen drie droge natuurcomplexen, waar denatuurfunctie domineert met een aaneengesloten oppervlakte van minstens enkele duizenden ha. Zij zijn voldoendeomvangrijk om als een 'zelfstandig' functionerend ecosysteem te worden beheerd. Wegens hun naar Vlaamse normenzeer uitgestrekte oppervlakte streeft de provincie voor die gebieden de volgende ontwikkelingsperspectieven na.

- Behoud en inbreiding van de grote aaneengesloten oppervlakte natuur is essentieel.- Prioritaire aanknopingspunten voor natuurverbindingsgebieden.- Bestaande bameres waar mogelijk opheffen of milderen.- Hoogdynamische en intensieve vormen van recreatie en verblijfsrecreatie worden langs de randen gesitueerd met

'toeristische polen' als voornaamste uitvalsbases. Lawaaisporten worden zoveel mogelijk geweerd.

Elementen van provinciaal niveau.

NatullVabindingen en e<:<>I<9sche infraslructu..­van bovenlol<aal niveau (kaart 58 RSPL).

,,

...-...g

- lllOOIl- l• - "'" terioop,

144.sn78-

As, Opglabbeek, vallei van de Bosbeek - Bosbeek met bijhorende habitats.

(Maaseik, Opglabbeek, tussen Broekkant en Ruwmortelsheide over de Bosbeekvallei) KLE, bosjes, openruimte verbinding.Meeuwen-Gruitrode, Houthalen-Helchteren, Opglabbeek, eventueel AsJGenk, tussen domein Masy enKlaverberg, en Hengelhoef - KLE , kleine open ruimte verbinding ten noorden van Hengelhoef, langsvijversnoer Mijnbeek en Roosterbeek.As, tussen Heiderbos en bossen tussen As en Niel-bij-As - KLE, beekvallei Bosbeek dwarsend, bosjes.

- NVB 12:

- NVB 14:1nalle NVB:- NVB 76:

Selectie van: de Bosbeek als rivier- en beekvallei op provinciaal niveau.Selectie van 3 droge en 1nalle natuurverbinding (NVB):3 droge NVB:- NVB 10:

Gebiedsgerichte ontwikkeling voor natuurverbindingen.'In het natuurlijk systeem van de Limburgse bos- en heidegordel is het noodzakelijk natuurverbindingen te vrijwarentussen de drie parken onderling, en tussen de parken en de onngevende natuurlijke systemen.''De zwakke bindingen tussen het Park Hoge Kempen en het Park Midden-Limburg over de Bosbeekvallei moeten wordenversterkt. Het behoud van de weinige resterende open ruimte verbindingen die als natuurverbindingen zijn geselecteerd,is essentieel voor de bos- en heidegordel als Vlaamse genenpool en toegangspoort.'

cleuren_merkenarctIllectuur & rUImteliJke plannlng

INF 11

Page 23: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

gemeentelijk ruimtelijk structuurplan opglabbeek INFORMATIEF DEELplanningscontext

11.2.4 GEWENSTE NEDERZEmNGENSTRUCTUUR

Geen elementen van Vlaams niveau van toepassing.Op provinciaal niveau wordt Opglabbeek geselecteerd als hoolddorp, Louwel en Nieuwe Kempen als woonkernen.

- -l:lj::!; 0

0 ...... .

-Selectie structulXOfldersteunende gemeenten en hoolddapen(1<aart 61 RSPl).

o r::':"_ • ­D~~~oetlieIS

0"'----o ~hlddr:torp-.-

--.---0

~-~=~.---

.-- T

--o

.--

-.- -0 -1]-- ...0 -- 0- - -

~ - -0- --

Het woonbeleid richt zich enerzijds op:het theoretisch afwegingskader waarbij prognose, behoefte (volgens de gesloten prognose) en aanbod Ouridischaanbod (percelen langs uitgeruste en niet-uitgeruste wegen in woongebied, in niet-vervallen verkavelingen, ingoedgekeurde BPA's), reserv&-aanbod, (woonuitbreidingsgebieden) tegenover elkaar geplaatst worden;en anderzijds op het ruimtelijk afwegingskader, waarbij een kwalitatieve invulling, de keuze van de plek, enz., metandere woorden de gewenste ruimtelijke structuur richting geven.aan het wQOnh<>leid~. di

KSPL: Kaart~: lÏalüUfV~uln ngen enecoloqische infrastructuur van bovenlokaal

Verdeling van bijkomende woningen voor Opglabbeek volgens de berekeningen van het PSL.Gesloten prognose: 654 bijkomende woningen tot 2007. Dit gaat uit van een bevolkingsaangroei van 740 inwonerstussen 1992 (8.141) en 2007 (8.881). Dit vraagt nu echter al enige bijsturing vermits Opglabbeek op 01.01.2002 al 9.230inwoners telde (zie woonbehoeftestudie Groep Delta, jan. 2002).Dit resulteert in een taakstelling van 654 woningen volgens scenario 1voor de periode 1992 tot 2007 .Scenario 2 biedt een aantal afwijkingmogelijkheden:

voor specifieke doelgroepen (meer bepaald de sociale huisvesting, de te herlokaliseren weekendverblijven, eenbelangrijke instroom van militairen en de standplaatsen voor woonwagenterreinen);voor speciale (voorbeeld)projecten van inbreiding en verdichting in de kernen.

Woonwagenterreinen.'De provincie erkent de woonwagen als een volwaardige woonvorm en zal in overleg met de gemeenten de behoefte aanstandplaatsen voor residentiële woonwagenterreinen en doortrekkersterreinen invullen'.'Residentiële woonwagenterreinen van beperkte omvang kunnen worden voorzien in ol nabij alle geselecteerdewoonkernen (kerngebonden). De terreinen zijn aangesloten op het lokaal wegennet. Zij sluiten aan bij de ruimtelijkestructuur van het woongebied, en de voorzieningen van de kern liggen bij voorkeur binnen fietsalstand. '

Ruimte voor sport. recreatie en jeugd aansluitend bij of in kernen.'Zowel in het buitengebied als in het stedelijk gebied sluiten deze best aan bij de kemen ol zijn op zijn minst veilig en sneltoegankelijk vanuit de verschillende woongebieden. Zij moeten toegankelijk zijn voor alle lagen van de bevolking.... '

cleuren_merkenarchitectuur & rUimtelijke p1anmng

INF 12

Page 24: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

gemeentelijk ruimtelijk structuurplan opglabbeek INFORMATIEF DEELplanningscontext

11.2.5 GEWENSlE ECONOMISCHE STRUCTUUR.

Dragers van de gewenste ruimtelijk-€COnomische structuur zijn:het economisch netwerk AJbertkanaal;de economische knooppunten;de stedelijke netwerken;de grote samenhangende landbouwgebieden.

-..,--~~ ---tEa ~r ,1iI'"t>«t

é- ..........--'..... -

Û--""P'O'o_I-~ --"~~

+--+--u. ...~1Md .a.JIM>t'd...--.....C .....,..pt., gor'dCa ...........

CV ~~, ....... ""--.............•_-_- 1In.C:tIr_

-<P ~afdlow;"'--.o

.. 1'IllI'MdI ............ "'I'l ...... PIlI __--­I ...... ~1tIl.*o.~~

Gewenste ruimtelijke-economische structuur(kaart 63 RSPl).

~~-. '. . '.. • '-0--• .:.-:...-:..~::oJ.:J

".:-:- _.-

.~

Elementen van Vlaams niveau.Niet van toepassing op Opglabbeek.

Elementen op provinciaal niveau (po 362).Opglabbeek is geselecteerd als specifiek economisch knooppunt buiten het AJbertkanaal, met een beperkte rol, gezienniet multimodaal ontsloten.

Ontwikkelingsperspectieven voor het specifiek economische knooppunt Opglabbeek.'De rol voor Opglabbeek inzake bijkomende bedrijvigheid is beperkt. De gemeente heeft vooral een taak in de openruimte gebieden van de Kempen met natuur, landbouw en toerisme en recreatie. Bijkomende bedrijvigheid kan wordengeconcentreerd in het nabijgelegen regionaal stedelijk gebied Hasselt·Genk.Opglabbeek heeft één groot bedrijventerrein. Het terrein heeft een regionale uitstraling en is van strategisch belang voorhet economisch knooppunt. Momenteel heeft het terrein voldoende aanbod: 27 ha is reeds bouwrijp, de overige 3ha zijnnog uit te rusten. Het nadeel is dat het terrein enkel via de weg wordt ontsloten. De verbinding over de N76 vanaf hetterrein tot de E314 is in het ruimtelijk structuurplan Vlaanderen geselecteerd als primaire weg 11. Het terrein heeftnauwelijks groeimogelijkheden wegens het omgevend natuurgebied (gewestplan). In het westen vormt de N76 eengroeigrens door zijn verbindend karakter als secundaire weg I richting Bree. De nabijheid van het woongebied ten zuidenvan het terrein vormt een belemmering voor een uitbreiding in die richting.Door zijn beperkte rol inzake bijkomende regionale bedrijvigheid en de beperkte ontsluitingsmogelijkheden (nietmultimodaal ontsloten) wordt in Opglabbeek enkel in een lokaal bedrijventerrein voorzien.'

cleuren_mefkenarchl!ectuur & rUlmlelllke pmnrHng

INF 13

Page 25: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

gemeentelijk ruimtelijk structuurplan opglabbeek INFORMATIEF DEELp1anningscontext

Ontwikkelingsperspectieven voor lokale bedrijven.Lokale bedrijvigheid van beperkle omvang kan in het woongebied; indien de draagkracht van de omgeving overschredenwordt dan herlokaliseren naar een lokaal bedrijventerrein.

Ontwikkelingsperspectieven voor kleinhandelsconcentraties.Kleinhandel: kerngericht en verweven - niet van provinciaal niveau.

Ontwikkelingsoerspectieven voor landbouw.Afbakening van grote aaneengesloten landbouwgebieden van minstens provinciaal belang: niet van toepassing.Opglabbeek ligt op de overgang tussen het gebied (1) 'Gemengde grondgebonden en grondloze veehouderij inevenwicht met de ruimtelijke draagkracht in Noordoost Limburg' en (2) , Grondgebonden land- en tuinbouw in verwevenopen ruimten in het netwerk Midden-Limburg'

(1) 'Gemengde grondgebonden en grondloze veehouderij in evenwicht met de ruimtelijke draagkracht in noordoostLimburg'- p.382 RSPL. 'In deze dynamische landbouwstreek wordt grondgebonden landbouw, vooral(melk)veehouderij, als ruimtelijke drager ondersteund. Ook de intensieve veehouderij is belangrijk in deze regio. Zijkan echter, net zoals de grondgebonden veehouderij, niet verder uitbreiden door de beperkingen in demestwetgeving. Dreigende versnippering van grote aaneengesloten landbouwgebieden - bijvoorbeeld door verlintingen ruimtebeslag - vanuit industrie of verstedelijking wordt tegengegaan.''Wat de verbrede agrarische doelstellingen betreft, gaat bijzondere aandacht uit naar het nemen van stimulerendemaatregelen voor:- ruimtelijke ondersteuning van efficiënt agrarisch waterbeheer;- ruimtelijke buffering van beekvalleien;- functionele integratie in het modern landbouwsysteem van te herstellen kleinschalige houlkant landschappen.'

(2) , Grondgebonden land- en tuinbouw in verweven open ruimten in het netwerk Midden-Limburg.''Landbouw is beperkt aanwezig. Er zijn nauwelijks grote aaneengesloten landbouwgebieden. In open ruimteverbindingen is grondgebonden landbouw structurerend als buffer tegen verstedelijking In beekvalleien isruimte voor grondgebonden landbouw met natuurverweving of als beheerslandbouw. Snipperslandbouwgebruikpercelen kunnen functioneel worden gebundeld tot meer leefbare eenheden.Een planologische ruil is aangewezen tussen versnipperde agrarische gebieden op de gewestplannen en gebiedenmet een groene bestemming en weinig natuurwaarde. '

Gewenste ruimtelijk-agarische structuur(kaart 66 RSPL)

I I

./)---­v=.~.._-'0-"'---u-~-

] -_-...---J----_ .._-------- ...._-*--

Differentiatie van de agrarische structuur voor verbrede landbouw.Functieverbreding in de landbouw wordt niet opgelegd, wel gestimuleerd.

cleuren_merkenarchitectuur & ruimtelijke planning

INF 14

Page 26: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

gemeentelijk ruimtelijk structuurplan q>glabbeek

11.2.6 GEWENSTE TOERlSnSCH RECREATIEVE STRUCTUUR

INFORMATIEF DEELp1anningscontext

Concept - toeristisch-recreatief kerngebied rond Hasselt-Genk;- Kempense kanalen als drager en overgangsgebied;- 4 toeristisch-recreatieve netwerken van provinciaal niveau (Mijnstreek, Haspengouw, Voerstreek, Maasland);- verweving op provinciaal niveau op het Kempens Plateau als centrum voor natuur- en plattelandstoerisme.

-........., ----.....J--~ --­---. ...~-~~~ _-.;10 .......

"- .:, ~---'...-..~...c_4.... .,_l>O'l__......_

~-'"'---

Gewenste loeristisch-fecreatieve structuur(kaart 68 RSP LInblJ'g).

Elementen van Vlaams niveau.'Kempen en Maasland', gebeurt binnen de globale opties uit het ruimtelijk structuurplan Limburg.

Elementen van provinciaal niveau.Netwerken: Mijnstreek, Maasland, Haspengouw en Voerstreek.Toeristisch-recreatief kerngebied (Midden-Limburg).Toeristisch-recreatieve polen: Beringen, Dilsen-Stokkem, Genk, Kinrooi, Hasselt Heusden-Zolder, Houthalen­Helchteren, Lanaken, Lommel, Maaseik, Maasmechelen, Sint -ruiden, Tongeren en Zutendaal.Snoer van rustgebieden: vlakte van Bocholt, Drieparkengebied, strokengebied en het grensparkengebied.Toeristisch-recreatieve overgang (steilrand van het Kempens Plateau tussen Park Hoge Kempen en de Maasvallei).Toeristisch-recreatief lijnelementKoJenspoor, Maas, kanaal Bocholt-Herentals en Zuid-Willemsvaart heirbaan Sint-Truiden - Tongeren - MaastrichtToeristisch-recreatief verwevingsgebied van provinciaal niveau.Een belangrijke pool is het vakantiepark Center Pares Erperheide te Peer.

'Het ontwikkelen van laagdynamisch toerisme en recreatie is hier prioritair. Verbrede agraische activiteiten zijnhiervan een onderdeel. De beekvalleien en het mooi landbouwlandschap bieden mogelijkheden voor natuurgerichttoerisme Het bewaken van de ruimtelijke draagkracht is daarbij noodzakelijk .'o 'Binnen dit gebied is een verdere differentiatie noodzakelijk naar gewenste intensiteit van toerisme en recreatief

medegebruik, afhankelijk van de ligging van minder draagkrachtige zones.'o 'In de landbouwgebieden van provinciaal belang en in zeer kwetsbare gebieden is het niet toegestaan dat

gebouwencomplexen een hoofdfunctie toerisme krijgen."o "Er kunnen ook landschappelijke of milieuhygiënische voorwaarden worden gesteld aan mogelijke toeristische

ontwikkelingen.•

cleuren_merkenarctulecluur &rulmlellJke planning

INF 15

Page 27: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

-"'"'""'--,. _..-""O~..-

INFORMATIEF DEELplanningscontext

8eIedie van toeristisch-fecreatieveknooppunten (kaart 69 RSP Limburg).

•-

--0-:-

•--.-.

•-----

- ....~

Type I:gemeenten in de mijnstreek (Beringen, Heusden-Zolder,Genk, Maasmechelen) en op het Kempens Plateau Lommel.TypelI: ~Knooppunten: 0

bestaande toeristisch-recreatievevoorzieningen van provinciaal nivea, __die gelegen zijn in buitengebiedg2!Peentenof in gemeenten met een stedelijk gebied!maar niet in of aansluitend op hetbestaand stedelijk weefsel;terreinen voor gemotoriseerde sporterl'kleischieten (Wiemesmeer);regionale vliegvelden (Zwartberg en Kiewibestaande kampeerterreinen enkampeerverblijfsparken worden momenteelonderzocht (huidige lijst is nietlimitatie~.

Uitwerking van provinciale taken.Selectie van toeristisch-recreatieve knooppunten.

gemeentelijk ruimtelijk structuurplan opglabbeek

'De selectie als knooppunt type lIa houdt ~brekening met de bestaande of pctentiëletoenstisch-recreatieve clustering, de I ~_,draagkracht en de toeristische pctenlJes ~- _.van de omgeving of het uitgesproken toeristisch en socio-economisch belang van de aanwezige infrastructuur

'De provincie becordeelt of de plannen voor mogelijke uitbreiding van de toeristisch-recreatieve knooppunten lIa aan eenreëel aantoonbare behoefte beantwoorden en toetst deze vervolgens aan de ruimtelijke draagkracht van het betrokkengebied. Meer concreet betekent dit dat zij nagaat ot- de uitbreiding van de toeristisch-recreatieve infrastructuur aansluit bij de bestaande;- de uitbreiding past in de visie over de gewenste ontwikkeling van een ruimer gebied;- de inplanting belangrijke natuurlijke, agrarische en landschappelijke gebieden of waarden ontziet;- de ontsluiting op een goede manier kan verlopen zonder onaanvaardbare overlast voor verkeersgevoelige gebieden.

Beleidskader voor kampeerterreinen en kampeerverblijfsparken.'De provincie voert onderzoek naar de grootschalige kampeerterreinen en kampeerverblijfsparken.Volgende uitgangspunten gelden bij dat onderzoek:

bijkomende ruimte wordt voorzien voor de uitbreiding van bestaande, goed gelegen kampeerterreinen enkampeerverblijfsparken tot meer leefbare economische entiteiten vooraleer inplanting van nieuwe terreinen teoverwegen;de meeste bestaande kampeerterreinen worden voorlopig niet geselecteerd als toeristisch-recreatieve knooppuntentype 11, verder onderzoek moet uitwijzen welke ontwikkelingsperspectieven gelden voor die voorzieningen.

Beleidskader voor jeugdverblijfstoerisme.'De provincie wenst in haar ruimtelijk beleid en stimulerende en ondersteunende rol te spelen naar oplossing in deruimtelijke problematiek van (zonevreemde) jeugdverblijven in het buitengebied.''Mogelijkheden voor jeugdverblijfsinfrastructuur moeten eenduidig worden vastgesteld, zodat er minder verwarring is overde verbouwingsmogelijkheden en het al dan niet zonevreemd zijn van jeugdverblijven.'Beleidskader voor plattelandstoerisme..'De provincie wenst recreatief medegebruik in een aantal agrarische gebieden te stimuleren. Daartoe maakt zij eenruimtelijk uitvoeringsplan op.'Beleidskader voor weekendverblijven.'De procedure en aanpak van de problematiek van de weekendverblijven door de provincie hangen af van de intentiesvan de Vlaamse overheid. Het is immers nog onduidelijk of de provincie enige bevoegdheid terzake zal krijgen in detoekomst.'

cleuren_merkenarctlltectuur & ruimtelijke planning

INF 16

Page 28: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

gemeentelijk ruimtelijk structuUlplan opglabbeek

11.2.7 GEWENSTE VERKEERS- EN VERVOERSSTRUCTUUR

INFORMATIEF DEELplanningscontext

'Het ruimtelijk concept is opgebouwd uit verkeersinfrastructuren die zowel solitair kunnen zijn (trajecten) als in bundelskunnen samenlopen, en uit verkeersgenererende elementen. Die verkeersgenererende elementen bestaan uitverschillende soorten gebieden met eigen kenmerken en uit knooppunten.'

HE. gtf>edmtC.OOIS[ "'\'ff',~"'"

~ ~ed nwf bepe~"'lf1I~rnf'bere-~!

o \stloJd....o,....!il~

",.""...."-o 5PKl KCMlO"iiiCh MoopptRbuten !"et rer-_r1<o .rbertkanUIo lMdItIiJk Ilf*d bUlttn" ptcr.noe

<JeoMmste vef1<eers- en VefVoersstructuur(kaart 70 RSP Linburg).

ELEMENTEN VAN VLAAMS NIVEAUNiet van toepassing,

ELEMENTEN VAN PROVINCIAAL NIVEAUTraject: N76 (Bree-Genk) - secundaire weg type 1. 9 De nadruk bij hoofd- en primaire wegen ligt op de bereikbaarheid

en verkeersafwikkeling.Specifiek economisch knooppunt: Opglabbeek.

Selectie secundaire wegen (kaart 70 RSP Linburg).

...... '0

= hoo'dweg RSV

- pramare \'.:eg l)"Pe' I RSV

-- pnmue \.. eg type I RSV

- secunda... weg ttP* I

s.ewl"ldalr. v.+g tiPt U

5eGllndarre v.eg type I1

(----) re oodelZOeken.~

_... te OfKjerzoelo.en ty~nng

PROVINCIALE TAKEN.Selectie van secundaire wegen: secundaire weg type I: N76 van de aansluiting industriete"ein richting Bree,

primaire weg type 11: N76 van de aansluiting industrieterrein tot Genk (E314).Lokale wegen.In het gemeentelijke ruimtelijke structuurplan moeten de lokale wegen worden ingedeeld in verschillende types vanlokale wegen: de lokale weg I of verbindingsweg, de lokale weg 11 of gebiedsontsluitingsweg en de lokale weg 111 ofer1loegangsweg.•

, Mogelijke aanpassingen aan de selectie van p<inaire wegen 11 is de N731(N76 rond Sree naar een secundaire weg I.

cleuren_merkenarchitectuur & ruimtelijke planning

INF 17

Page 29: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

gemeentelijk ruimtelijk structuurplan opglabbeek INFORMATIEF DEELp1anningscontext

DEFINITIE EN ONlWIKKEUNGSPERSPECTIEVEN VAN DE SECUNDAIRE WEGEN'Secundaire wegen hebben als hoofdfunctie het verbinden en verzamelen op bovenlokaal niveau en als aanvullendefunctie het lokaal toegang geven. Secundaire wegen zijn vooral van belang voor het ontsluiten van gebieden naar dehoofdwegen en de primaire wegen en als verbindingswegen op regionaal(provinciaal) niveau. zjj moeten tegelijkertjd eenvlotte doorstroming en een goede bereikbaarheid garanderen. Die wegen moeten worden ingericiht rekening houdendmet de leefbaarheid en de verkeersveiligheid. Bij conflictsituaties wegen de belangen van de leefbaarheid zwaarder doordan die van de bereikbaarheid. De uitvoering is in het algemeen die van een weg met gemengde verkeersafwikkeling metdoortocihtenconcept binnen de bebouwde kom. Buiten de bebouwde kom gaat de inricihting in principe uit van eengesciheiden verkeersafwikkeling. '

De secundaire wegen bevatten een grote vermenging van verkeerssoorten en heeft zowel een bindende, ontsluitende alstoeganggevende functie, drie types worden ondersciheiden.SECUNDAIRE WEG TYPE /.'Verbinden op regionaal niveau voor autoverkeer, openbaar vervoer en eventueel ook fietsverkeer op basis vanmobiliteitsgenererende elementen van provinciaal belang. Omwille van de doorstroming op die wegen moet het toeganggeven aan functies buiten de bebouwde kommen zoveel mogelijk worden beperkt en waar mogelijk afgebouwd.SECUNDAIRE WEG TYPE /I.'Functie = venamelen (ontsluiten op regionaal niveau). Dit type heeft s1ecihts in tweede instantie een verbindendefunctie. Het toegang geven neemt een belangrijkere plaats in dan bij type I. Secundaire wegen type 11 ontsluiten dekleinstedelijke gebieden, de specifiek economiscihe knooppunten, de toeristiscih-recreatieve knooppunten met eenbelangrijke mobiliteitsimpact de structuurondersteunende gemeenten en de geïsoleerde grote bedrijventerreinen naarhet hoger wegennet'SECUNDAIRE WEG TYPE/II.'De hoofdfunctie is een belangrijke fiets- en openbaar vervoersas voor lokale (fiets) en regionale (openbaar vervoer)verbindingen. Voor autoverkeer heeft de weg haar regionale verbindingsfunctie verloren. De weg heeft wel eenbelangrijke toeganggevende functie. De huidige ruimtelijke context van handelszaken met vaak regionaleaantrekkingskraciht maakt een bovenlokale aanpak wenselijk. Zo kunnen secundaire wegen 111 ruimtelijk structurerendworden op bovenlokaal niveau.'

VISIE OP HET OPENBAAR VERVOERHet verbindend net moet een alternatief bieden voor autoverplaatsingen.Verbindende systemen beogen vooral snelheid (met relatief grote afstanden tussen de haltes.Het verbindend net verbindt de grotere kernen en heeft een afwikkelingssnelheid van minimaal 50 km/u.Ontsluitende systemen doen een grool aantal haltes aan (desnoods via omwegen) en hebben een lagere snelheid.De bescihikbaarheid is belangrijker dan de snelheid.

'Het verbindend openbaar vervoernetwerk is opgebouwd uit drie niveaus.1) Het provinciaal niveau - niveau A, knooppunten van niveau A hebben een gemiddelde halteafstand van 30 à 40 km,

met een invloedssfeer van om en bij de 25 km rond de halte.2) Het verbindend provinciaal niveau - niveau B , knooppunten van niveau Bhebben een gemiddelde halteafstand van

10 à 20 km. Het betreft IR-treinverbindingen of regionale snelbussen met een wenssnelheid van 50 tot 70 km/u.3) Het verbindend intergemeentelijk niveau - niveau C, knooppunten van niveau C (bij voorkeur in het centrum of in de

nabijheid ervan) moeten overstaptijden worden gegarandeerd tussen 5 en 15 minuten.

Bovenprovinciaal openbaar vervoer (niv. AI: niet van toepassing voor Opglabbeek.Verbindend provinciaal net (niv. BI: niet van toepassing voor Opglabbeek.Verbindend intergemeenlelijk net (niv. CJ: buslijn BreelGenk - kaart 75.

PRINCIPES VOOR EEN PROVINCIAAL FIETSNETWERK'De gewenste regionaal functionele fietsroutes worden geselecteerd zodat een samenhangend en gebiedsdekkendnetwerk ontstaat dat belangrijke bestemmingen via zo kort mogelijke routes verbindt. De gehanteerde maaswijdtebedraagt 3,5 km. Uitgangspunten zijn het vermijden van omwegen, het inlassen van overstapmogelijkheden op anderevervoerswijzen en het kiezen van routes waar sociale controle mogelijk is.''De tussenliggende gebieden worden ingevuld met fietsroutes van een lagere orde. ... Het netwerk van regionaleverbindingen moet op gemeentelijk niveau verder worden aangevuld met lokale routes die zorgen voor de ontsluiting vande verschillende kernen en gemeentelijke attractiepolen.'

cleuren_merkenarctutectuur &nJlJTlleiJke p1anOlng

INF 18

Page 30: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

gemeentelijk ruimtelijk structuurplan opgiabbeek INFORMATIEF DEELp1anningscontext

11.2.8 GEWENSTE LANDSCHAPPEUJKE STRUCTUUR

--•.._..,.......•

.'-'-

Gev.enste laJ1dsc!llWeIiJ<e stmet"..(kaa176 RSP Lillblrg).ELEMENTEN VAN MINSTENS PROVINCIAAL BELANG

"Er wordt geen onderscheid gemaakt tussenelementen van Vlaams of van provinciaalniveau, omdat het ruimtelijk structuurplanVlaanderen geen indicatieve weergavevan de elementen bevat:Complex gaaf landschap."Complexe gave landschappenzijn grote gebieden waarin samenhangetussen onderdelen ervan wordenbehouden en versterkt. In complexegave landschappen kunnen kleineregebieden als prioriteiten van landschaps­behoud en -<>ntwikkeling worden uitgewerkt.Daarin moeten de ruimtelijke ingrepen inovereenstemming zijn met de gewensteontwikkelingen voor het landschap.In complexe gave landschappen komenverschillende structuurbepalende landschapselementen voor in een landschap waarvan de samenhang en de structuur inbeperkte mate gewijzigd zijn door grootschalige ingrepen. De open ruimte wordt maximaal behouden. Delandschappelijke relicten die het gebied karakteriseren (punt-, lijn- en vlakrelicten) en derepresentatieve concentraties(ankerplaatsen), kunnen relevantie hebben voor de gemeentelijke structuurplannen.Hun behoud en versterking vormen een bijkomend afwegingskader voor het provinciaal ruimtelijk beleid."

Geselecteerd complex gaaf landschappen van belang voor Opglabbeek:Bos- en heidegordel (duin-, heide- en naaldbosgebieden in Park Lage Kempen, Park Midden-Limburg, Park HogeKempen. Bosbeekvallei en Demerbossen in Munsterbilzen).

Complex nieuw landschap.Nieuwe of verschraalde landbouw- en ruilverkavelingslandschappen oude stijl, nieuwe naaldbos landschappen.Stadslandschappen en nieuwe verstedelijkte landschappen.Nieuwe industrielandschappen.Groevelandschappen;Mijnlandschappen.

Structurerend hydrografisch element."Structurerende hydrografische elementen, beken, kanalen, wateringen en Maas, spelen als landschappelijke elementenen als netwerk een structuurbepalende rol. Bebouwing op of nabij de oevers wordt tegengegaan. Behoud enherkenbaarheid van het element staan centraal bij ruimtelijke ingrepen. ""Dikwijls liggen structurerende hydrografische elementen in complexe gave valleilandschappen, maar zij verbinden dielandschappen ook onderling.Tot de structuurbepalende hydrografische elementen behoren beken, kanalen en wateringen.Voor Opglabbeek wordt de Bosbeek geselecteerd.

structurerend reliëfelement."De Kempense steilrand is als reliëfelement structuurbepalend voor Limburg. Zijn herkenbaarheid moet wordengevrijwaard in het landschap. Versnippering of bebouwing wordt bij voorkeur tegengegaan:

Baken."Bakens zijn visuele blikvangers en fungeren als oriënteringspunten in het landschap. Zij verhogen de leesbaarheid ende structuur van de open ruimte: Voor Opglabbeek wordt de mijnterril als baken geselecteerd.

cleuren_merkenard'utectlu & rulmle!lJke planning

INF 19

Page 31: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

gemeentelijk ruimtelijk structuurplan q>gIatbeek INFORMATIEF DEELp1anningsconlext

PROVINCIALE TAKENRegionale landschapsontwikkelingsgebieden.Op Vlaams niveau: Park Hoge Kempen, maasuiterwaarden, het Drieparkengebied.Op provinciaal niveau: mijnstreek met de mijnterrils, kastelenlandschap in Zuid- en West-Limburg en het Kempen-Broek.Opglabbeek situeert zich op de uiterst noordelijke rand hiervan, op de kruising met de mijnstreek.'Het Kempen-Broek is een afwisselend landschap met duizend hectaren bos, heide, beekvalleien, moerassen enkleinschalige landbouwlandschappen gelegen aan de noordoostrand van het Kempens Plateau, waarvoor de provincieacties kan voorstellen voor het versterken van bestaande en voor het creëren van nieuwe landschappelijke kwaliteiten.'Open ruimte verbindingen.'Open ruimte verbindingen zijn niet ol weinig bebouwde ruimten doorheen en tussen sterk bebouwde gebieden.'Voor Opglabbeek werd de open ruimteverbinding doorheen de Bosbeekvallei tussen het Park Hoge Kempen en het parkMidden-Limburg, meer bepaald (nr. 12) tussen Opglabbeek en AslNiel-bij-As).

11.2.9 BINDEND GEDEELTE

Deelruimte:Natuurverbindingen:

Drieparkengebied.droge: nr. 10: Maaseik, Opglabbeek, lussen Broekkant en Ruwmortelsheide over de

Bosbeekvallei.nr. 12: Meeuwen-Gruitrode, Houthalen-Helchteren, Opglabbeek, eventueel

AslGenk, tussen domein Masy en Klaverberg, en Hengelhoef.nr. 14: As, tussen Heiderbos en bossen tussen As en Niel-bij-As.

natte: nr. 76: As, Opglabbeek, vallei van de Bosbeek.

...~ .. ..I

I ;r':. •..

.~X.. \. \

~-..~

/\..

.r(/; '(

.,; " 1..I

"7'" :r~..

"

Natuurverbindingen en ecologischeinfrastructuur van bovenlokaal niveau(kaa1 58 RSP Lirbl.rg).

~_ df'ClOg I 44

-rw. &Sn_ _ 4*'OOP ra.- 80

~INI .;..~~

:OU.. iidKl' g t 1

mogelijk type lIa I lib.Isec. weg type I: maas 9 Kempen - N76: van N73 tot N76 primaire weg 11sec. weg type 11: Isec. weg type 111: Imultimodaal knooppunt: I

(nr. 12) doorheen de Bosbeekvallei, tussen het park Hoge Kempen en hetPark Midden-Limburg, tussen Opglabbeek en As.niet van toepassing.mijnterril.

Ecologische infrastructuur van bovenlokaal belang: INederzettingenstrucluur: Hoolddorp: Opglabbeek.

Woonkern: Louwel en Nieuwe Kempen.specifiek economisch knooppunt, niet van provinciaal belang.Economische structuur:

Toeristisch-recreatieve structuur.Toeristisch-recreatieve knooppunten:Stiltegebieden:Verkeers- en vervoersstructuur:

Structurerende reliëlovergang:Bakens:

Landschappelijke structuur:Open ruimte verbinding:

cleuren_merkenarcMecluur & fIJImleiojke piarvwlg

INF20

Page 32: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

gemeentelijk ruimtelijk structuurplan opgIabbeek

11.3

INFORMATIEF DEELp1anningscontexl

SAMENVAmNG MOBIUTEITSPLAN

Alle onderstaande tekst geciteerd uit het mobiliteitsplan.'Op 16 september 1996 keurde de gemeenteraad van Opglabbeek het Mobiliteitsconvenanl goed. Dit convenant werd op19 maart 1997 door het Ministerie ondertekend. Naast het moederconvenant werden door de gemeente ook de volgendebijakten ondertekend: bijakte 1a (gemeenteraad 26.05.97 en 20.10.97), bijakte 11a (gemeenteraad 21.09.98), bijakte11 b (22.05.2000) en bijakte 15a (gemeenteraad 16.02.98, maar ondertussen afgeschaft). Bijakte 10a ligt momenteelter voorbereiding bij de gemeente.'

Deze samenvatting geeft een overzicht van de uiteindelijke keuzen, aangevuld met de wijziging die doorgevoerd werd bijde definitieve goedkeuring van het provinciaal structuurplan.Voor meer gedetailleerde informatie verwijzen we naar de mobiliteitsstudie.

Doelstellingen Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan (startnota).Behoud van het landelijk karakter van de gemeente.Behoud, uitbouwen versterking van de groene gordel(s) in de gemeente.Behoud en versterking van de agrarische structuur in de gemeente.Optimalisatie van het lokale wegennet en het openbaar vervoer.Uitbouw/aanpassing voorzieningenniveau aan draagkracht omringende gebied.Optimalisatie van de economische structuur van de gemeente.Optimalisatie van de recreatieve voorzieningen in de gemeente.

11.2.1 KRACHTLIJNEN VAN HET BELEIDSSCENARlO

a. Afstemming structuurplanning en mobiliteitsplanning.b. Afstemming hogere en lokale beleidsplannen.c. Het op maat voeren van een locatiebeleid.

'Het introduceren van een (gemeentelijk) locatiebeleid betekent dat in het kader van de verdere ontwikkeling vannieuwbouwprojecten of de hertocatie van bestaande functies, voorafgaandelijk nagedacht wordt over hetverkeersgenererend venmogen van deze functies. Meer concreet dient erover gewaakt dat het mobiliteitsprofiel vande functie (vervoersbehoeften) en het bereikbaarheidsprofiel van de locatie (vervoersmogelijkheden) op elkaarafgestemd worden. Beide begrippen worden onderstaand even verduidelijkt:Het mobiliteitsprofiel geeft een beschrijving van de aard en de omvang van de verplaatsingen die een bepaald bedrijfgenereert Hierbij kan een onderscheid gemaakt worden tussen verplaatsingen van het personeel, verplaatsingenvan de bezoekers en het transport van goederen. Het profiel geeft dus infonmatie over de autoathankelijkheidvan het personeel, de gemiddelde modale uitsplitsing van personeel en bezoekers, de te overbruggen afstanden,de frequentie, ... Het mobiliteitsprofiel is bedrijfsgebonden en in principe onathankelijk van de locatie.Het bereikbaarheidsprofiel geeft een beschrijving van de mate van bereikbaarheid van een vestiging voor deverschillende vervoersmodi. In eerste instantie wordt gekeken naar de ligging van de vestigingslocatie t.o.v. dehoofdwegen, alsook t.o.v. de knooppunten van het openbaar vervoer.'In het vakjargon is er sprake van verschillende typelocaties, en dit volgens hun potenties op het vlak van deontsluiting. Een onderscheid wordt gemaakt tussen drie types, nl. A-, 8-, en C-Iocaties: in het kort beschouwd, ishet volgende onderscheid van toepassing:A-locaties: optimale bereikbaarheid met het openbaar vervoer op regionaal en lokaal niveau, de bereikbaarheid vande auto is ondergeschikt, een stringent parkeerbeteid wordt toegepast, goede fietsbereikbaarheid en -accommodatiewordt voorzien. Indicatief mobilileitsprofiel van nieuwe vestigingen is: een hoge graad van tewerkstelling, een lagevervoersproductie van het bedrijf zelf - niet van toepassing voor Opglabbeek.8-locaties: goede bereikbaarheid met het openbaar vervoer op regionaal en lokaal niveau, redelijkeautobereikbaarheid op lokaal niveau, beperking van parkeerfaciliteiten, goede fietsbereikbaarheid en ­accommodatie. Indicatief mobiliteitsprofiel van de nieuwe vestigingen: redelijke graad van tewerkstelling, een beperkttot redelijke vervoersproductie van het bedrijf zelf - niet van toepassing voor Opglabbeek.C-locaties: optimale bereikbaarheid met de auto op regionaal en lokaal niveau, parkeervoorzieningen afgestemd ophet bedrijf, weinig eisen to.v. het openbaar vervoer. Indicatief mobiliteitsprofiel van de nieuwe vestigingen: hogevervoersproductie van het bedrijf zelf - niet van toepassing voor Opglabbeek.

cleUfen_merkenarchitectuur & nJIlllekfke planmng

INF 21

Page 33: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

gemeentelijk ruimtelijk structuurplan opgIabbeek INFORMATIEF DEELp1anningscontext

Bij de opmaak van de startnota was er nog sprake van de categorisering 'regionaal bedrijventerrein' enkwam het terrein in aanmerking als C-locatie. Toch werd er ook toen al gestuurd om viavervoersalternatieven (fiets, openbaar vervoer, carpooling) het industrieterrein op termijn toegankelijker temaken, en dus ook sturend werken naar een B-profiel toe.In het ontwerp structuurplan wordt het bedrijventerrein als specifiek economisch knooppunt geselecteerd.

d. Het woonbeleid.In tegenstelling tot de selectie als structuurondersteunend hoofddorp in het voorontwerp provinciaalstructuurplan wordt Opglabbeek nu geselecteerd als hoofddorp, Nieuwe Kempen en louwel blijvenwoonkernen.In de woonbehoeftestudie, die bij de opmaak van de mobiliteitsstudie nog niet beschikbaar was, wordt opgemeentelijk niveau het woonbeleid uitgeschreven (zie woonbehoeftestudie). Het is vanzelfsprekend dat indien in dewoonbehoeftestudie bepaalde ontwikkelingen gestuurd worden deze steeds afgestemd zullen worden op degewenste ontwikkeling van de infraslructuur.De basisuitgangspunten blijven echter gehandhaafd.'De woonontwikkelingen worden beperkt tol de huidige woonbestemmingen volgens het gewestplan. Een inkrimpingvan de woonlinten van het gewestplan wordt vooralsnog niet haalbaar geacht. Het tegengaan van een uitbreidingvan deze linten wordt daarentegen wel in het beleidsplan ingeschreven.Met aandacht voor de kernversterking behouden in prindpe de drie gemeentelijke kernen mogelijkheden voor verderewoonontwikkeling; de onderlinge hiërarchie wordt hierbij gerespecteerd.

e. Opglabbeek-cenlrum wordt gezien als de kwanülatief sierkst te ontwikkelen kern. Daar waar mogelijk wordt gewerktmet hogere woondichlheden (kernzone); de wijken aan de rand van Opglabbeek centrum moeten een verdereversterking van het hoofddorp in de hand werken (met relatief lagere woondichlheden); een duidelijke afbakening vande kern wordt nagestreefd.

f. Louwel wordt in het PRSL slechts als woonkern geselecteerd, met een beperkter toekomstig wooncontingent. Hetbeleidsplan voorziet weliswaar in plaatselijke mogelijkheden voor inbreidingsprojecten. Hier zijn, mede rekeninghoudend met de bestaande ruimtelijke structuur, lagere woondichlheden aan de orde. De groolte-orde van hetwooncontingent voor Louwel zal voorlvloeien uit de gemeentelijke woonbehoeftestudie.

g. Voor de wijk Nieuwe Kempen en Denneweelde wordt enkel in de afwerking van openstaande woonpercelen voorzien.Uitbreidingen zijn hier niet van toepassing.'

h. 'Kwa/iteitsobjectieven binnen het gemeentelijk woonbeleid.''De belangrijkste opties wat betreft de kwalitatieve uitbouw van de woonfunctie, en dit in relatie met verkeer enmobiliteit, zijn als volgt te omschrijven:de aandacht gaat uit naar ruimtelijke categorisering van het woongebied; streven naar ruimtelijke differentiatie vanwoonentiteiten en sterkere identiteit van woonbuurten;de woonkwaliteit moet ondersteund door aangepaste/creatieve straatinrichting; zorg voor leefbaarheid en veiligheid,via zowel aangepast verkeer als beperking van zonevreemde hinderlijke activiteiten in het woongebied;het creëren van voorzieningen (bv. spe! en recreatie) in en op maat van de wijken;het creëren van kernzones met een stedelijk (woon)karakter en aandacht voor stedenbouwkundige kwaliteit (cfr.relatie met straatinrichting - publieke ruimte).'

11.2.2 MOBILITEITSEFFECTEN VAN DE GEMEENTEUJKE WOONPROJECTEN (ZIE WOONBEHOEFTESTUDIE)

a. De voorzieningen.De uitbouw van de handelsvoorzieningen en de dienstverlenende sector wordt, conform aan de hiërarchie van dewoonkernen, voorzien. Dit betekent focusvorming op een kerngericht beleid, waarbij hel schaalniveau en hetlypevan handelsvoorzieningen correspondeert met de draagkracht van de woonkernen.Te Louwel en Nieuwe Kempen zal een beperkter voorzieningenniveau volstaan, terwijl voor Opglabbeek-cenlrum alshoofddorp een hoger uilrustingsniveau wordt nagestreefd.Voor Louwel en Nieuwe Kempen heeft dit eerstelijnsaanbod niet alleen betrekking op elementaire handelszaken,maar ook op een aantal primaire socio-{)ullurele en recreatieve voorzieningen (ontmoetingsruimten,sporlvoorzieningen, kinderspeelplaatsen, ...) Voor beide kernen worden op korte tot middellange termijn geen nieuwevoorzieningen voorgesteld.Opglabbeek-centrum moet als hoofddorp verzorgend optreden t.o.v de andere gemeentelijke leefkernen, zowel watbetreft de belangrijkste openbare voorzieningen en diensten, de eerstelijns handelszaken en een select aantal

cleuren_merkenarchllecluur & rulmlel1lke p1anmng

INF22

Page 34: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

gemeentelijk ruimtelijk structuurplan opglabbeek INFORMATIEF DEELplanningscontext

shopping- en specially-zaken. Op korte termijn vormt de inplanting van de gemeentelijke polyvalente zaal eenbelangrijke impuls (zie ook verder bij strategisch project).

b. Industrie en bedrijven.In tegenstelling tot de uitgangspunten omschreven in de startnota, waarbij er nog uitgegaan werd van een aan tesnijden bijkomend bedrijfsterrein van 33 ha als economisch knooppunt, wordt Opglabbeek momenteelgecategoriseerd als specifiek economisch knooppunt met een beperkte rol.Het inpassen van een lokaal bedrijventerrein nabij het specifiek economisch knooppunt blijft wel gehandhaafd.

c. Recreatie.~De gemeente wenst zich op recreatief vlak in te passen in de richtlijnen van het RSV, dat voor de gemeenten vanhet buitengebied enkel kiest voor een uitbouw van laagdynamische recreatieve infrastructuren. Hierbij geldteveneens het principe van geconcentreerde uitbouw van de recreatie en de maximale inpassing ervan in hetplaatselijke landschap.De reeds genomen opties (cfr. geweslptanwijziging) rond uitbreidingsnnogelijkheden voor de site Jeugdparadijs(ruiloperatie met natuurgebied) enerzijds, en het op termijn nog (onder strikte randvoorwaarden) scheppen vanontwikkelingsnnogelijkheden voor de site Wilhem Teil anderzijds, passen in deze visie.'Selectieve toegankelijkheid van het landschap speelt in op het mobiliteitsibeleid. Dit betekent dat plaatselijk waar ditnodig is, de toegankelijkheid van het landschap beperkt wordt (bv. afbouwpolitiek rond weekendverblijven, beperkinggemotoriseerd verkeer in landschappelijk waardevolle gebieden zoals de EIosibeekvallei, de Ktaverberg, hetHeiderbos, het Gruitroderbos). De uitbouw van de zachte recreatie d.m.v. het verbeteren en continueren van defiets- en wandelpaden in het perifere landschap, past tevens in dit beleid. In de beschrijving van de modalenetwerken (werkdomein B- recreatieve fietsroutes) komt dit verder aan bod.'

d. Strategische projecten (p. 16).1. De uitbouw van Opglabbeek centrum."Er wordt uitgegaan van een stedenbouwkundige totaalontwikkeling (functies, voorzieningen), de multimodaletoegankelijkheid en de (her)inrichting van de publieke ruimte. Reeds in het recente verleden (vanaf het begin jaren'90) heeft het gemeentelijk beleid op vlak van de centrumuitbouw reeds initiatieven genomen. 'De verdere versterking van het centrumgebied moet voornamelijk geënt zijn op de volgende principes:- duidelijke atbakening van het centrumgebied, met coherentie tussen de ruimtelijke en verkeerskundige begrenzing;- het aandacht schenken aan de eigenheid van de kem;- het voorzien van een multifunctionele ontwikkeling;- het verweven en bundelen van functies en activiteiten, mede door inbreiding en verdichting;- de bereikbaarheid van de voorzieningen en dit voor alle modi (selectief op termijn);- het downgraden van de hoofdassen van het centrum tot lokale verbindingswegen;- de inrichting van de centrumstraten met primaire aandacht voor de verblijfskwalitei~

- de uitbouw van centrale plekken/pleinen, met beperking van de doorrijdbaarheid ervan.'Het beleidsplan voorziet in de opzet en implementatie van een 'Masterplan voor het hoofddorp', waarin eentotaaivisie wordt opgemaakt Hierbij wordt een ruimer gebied mee in beschouwing genomen, en een coherentstedenbouwkundig en verkeerskundig geheel gesmeed. Gelet op de wens van het beleid om een aantal ruimtelijkebeslissingen (projecten) op korte termijn door te voeren, verdient de opstelling van dit Masterplan prioriteit; een linkmet een focusstudie rond de inplanting van de polyvalente zaal spreekt voor zich. Ook de inpassing in hetgemeentelijk ruimtelijk structuurplan ligt voor de hand.'Een aantal voornoemde krachtlijnen worden onderstaand verduidelijkt.Duidelijke afbakening van het centrum met aandacht voor de toegangen van de kern.De atbakening van het centrum wordt nu vooral afgeleid uit de bebouwingsstructuur langs de hoofdassen van hetcentrum (Weg naar Zwartberg, de Weg naar As, de Weg naar Opoeteren, en de Weg naar Bree) enerzijds, en deatbakening bebouwde kom anderzijds. Gezien de diffusiteit van de bebouwing dient de atbakening via inrichting vandeze wegen verder bestendigd, o.m. door het inbrengen van poorten die het centrum aankondigen. Vanuit deruimtelijke en verkeerskundige situatie zijn een 'aantal logische poortlokaties' voor het centrum te installeren; hetbetreffen: Weg naar Zwartberg : kruispunt Groenstraat-Ophovenstraat;

Weg naar Opoeteren : kruispunt met KruisstraatN730 Weg naar As : kruispunt Klissestraat-Kiewitstraat.N730 Weg naar Bree : kruispunt Oude Kerkstraat.

Het garanderen van de bereikbaarheid van de voorzieningen.Bereikbaarheid van de voorzieningen blijft op het niveau van het hoofddorp een must, en dit in eerste instantie vooralle modi. Belangrijk is evenwel dat er voor de autobereikbaarheid (stelselmatig en gefaseerd) een afweging gebeurt

cleuren_merkenarchitectuur & ruIm leliJke~

INF23

Page 35: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

gemeentelijk ruimtelijk structuurplan opgabbeek INFORMATIEF DEELp1anningscontext

La.v. de verblijfsfunctie; de leefbaarheid van de kern komt zo voorop te staan. Dit houdt in dat eenontsluitingsstructuur wordt ontwikkeld, een gerichte verkeerscirculatie tot stand komt en daarnaast een parkeerplanmet bijhorende signalisatie wordt uitgestippeld (zie ook werkdomein B- netwerken per modus).Voor de langzame weggebruiker vormt een transparante structuur, met fiets- en wandeldoorsteken, de bestegarantie voor de bereikbaarheid. Niettemin dient het fietsen en wandelen op de hoofdstraten vlot en veilig te kunnengebeuren; voorzieningen voor deze weggebruikers dienen ingebed in een verdere inrichting van de publieke ruimte.Voor het openbaar vervoer is de vlotte bereikbaarheid en doorrijdbaarheid van het centrum een basisvereiste.Het centrale Dorpsplein vonmt de meest geschikte locatie om als hoofd{knoop)punt van het openbaar vervoer tefungeren; de uitbouw van deze halte als hoofdhalte (met alle nodige voorzieningen en infonmatie naar debusgebruiker) is hier reeds verwezenlijkt.Het streven naar een multifunctionele ontwikkeling.Naasl een zo mogelijk nog verder bundelen (concentreren) van de openbare diensten (omgeving Kapelstraat­Kimpenstraat) en de sportvoorzieningen (zone Kruisstraat-Oude Kerkhofstraat) vonmt het bevestigen en accentuerenvan de commerciële perimeter een streefdoel. Het beleidsplan streeft naar een kerngebied gelegen in een'afgebakend' centrum, alsook naar het venmijden van het verder uitdeinen van de handel.Het uitbouwen van centrale plekken en pleinen.Het hart van het centrum wordt voorzien in de zgn. blauwe zone, waar belangrijke openbare voorzieningengehuisvest zijn. De openbare ruimte rond de kerk, het cultureel centrum, de bibliotheek, de pastorij, de scholen, ...moel op termijn verder uitgroeien tol dé ontmoetingsplaats van het centrum bij uitstek. De centrumcirculatie dienthierop in te spelen; het doorrijden van deze centrale plekken met de wagen wordt op tenmijn afgebouwd (cfr.Kapelstraat) .De functionele downgrading van de hoofdassen van het centrum.Indien het centrum haar functie als hoofddorp ten volle wil opnemen, zal het intergemeentelijk doorgaand verkeerdienen afgebouwd te worden; dit principe past in de totaalvisie van de N730 (Vlaamse Gewest) en dient dus verderook bestendigd op het niveau van de Weg van Groot Verkeer. De downgrading van deze hoofdassen is cruciaalvoor de uitbouw van een leefbaar centrum. (zie ook werkdomein A - categorisering der wegen I werkdomein B­bewegwijzering/signalisatie).

2. Uitbouw geconcentreerde bedrijvigheid aan het primaire wegennet.De visie uitgeschreven in de mobiliteitsstudie aangaande de uitbouw van de bedrijvigheid aan het primairewegennet kan niet meer als dusdanig overgenomen worden.De Nl6 werd in het ontwerp structuurplan niet meer geselecteerd als primaire maar als secundaire weg type Ien het bedrijventerrein werd gecategoriseerd als specifiek economisch knooppunt met beperkte rol in plaatsvan regionaal bedrijventerrein.De gemeente blijft echter wel streven naar, op korte en middellange termijn, een optimalisatie van haar interneeconomische structuur, en op lange tenmijn, naar een herziening van het specifiek economisch knooppunt totregionaal bedrijventerrein.Concreet betekent dit op korte termijn:- een efficiënt grondgebruik en landscaping van de bestaande terreinen;- het heroriënteren van de hoofdonlsluiting voor gemotoriseerd verkeer tot één hoofdtoegang op niveau van de N7G.'De Industrieweg-Noord wordt ingericht als hoofdtoegang naar het bedrijfsterrein; naast een rotonde wordt eenduidelijke poort gecreëerd (cfr. ook landscaping). Deze heroriëntatie betekent echter niet dat de andere, bestaandetoegangen worden afgeschaft, wel wordl via circulatiewijzigingen en ventwegen een onrechtstreekse toegangverzekerd. Het effectief gebruik van deze hoofdtoegang (voor transport, maar ook overwegend voor autoverkeer)wordt verder nagestreefd aan de hand van begeleidende maatregelen (bewegwijzering en signalisatie).Er worden gerichte initiatieven genomen om de bereikbaarheid met de fiets (korte afstand) en het openbaar vervoer(middellange afstand) te bevorderen. Enerzijds wordt een verbetering van de fietsrelaties t.o.v. de Opglabbeeksewoonkernen infrastructureel bestendigd (zie ook fietsnetwerk). Anderzijds wordt een minimale verbetering van hetopenbaar vervoer (op korte termijn - eventueel via beperkte uitbreiding huidige lijnvoering) nagestreefd, en wordteen fundamentelere verbetering (middellange tot lange termijn - via aparte en gerichte lijnvoering) vooropgesteld.'- de selectieve toelating van nieuwe bedrijven;'Bedrijven uit de logistieke sector zijn vandaag de dag sterk vertegenwoordigd op het regionale bedrijfsterrein.Vanuit dit gegeven, maar vooral vanuit de grote verkeersdruk die hierdoor ontstaat, wenst de gemeente preventievemaatregelen te nemen om nieuw aan te snijden kavels voor te behouden aan andere (transportarme) bedrijfstypen.'

cleuren merkenarchllecluur & rUimtelIjke planning

INF24

Page 36: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

gemeentelijk ruimtelijk structuurplan opgIabbeek

112.3 CATEGORISERING DER WEGEN

INFORMATIEF DEELplanningscontext

De hoofdwegen en primaire wegen uit het RSV: de N76 werd ten dele opgenomen als 'primaire weg categorie 11.De secundaire wegen in het provinciaal ruimtelijk structuurplan.In het voorontwerp provinciaal structuurplan werd de N76 (Weg naar Meeuwen) gedeeltelijk gecatalogeerd als een"secundaire weg categorie I (type SI), de Weg naar Zwartberg als "secundaire weg categorie 11 (type S11)" tot aande aansluiting met de Groenstraat, waar het lokale wegniveau aanvangt (centrumgebied).Deze selecties wijzigen echter in het definitief ontwerp, enkel de N76 wordt weerhouden als sec. weg type I.

In principe zijn alle wegen niet behorend tot het primair en secundair niveau te beschouwen als lokale wegen.Voor deze wegen is tevens een (vereenvoudigde) categorisering van toepassing; drie niveaus worden in het lokalewegennet opgenomen, m.n. de lokale verbindingswegen (type L I), de gebiedsontsluitingswegen (type L 11) en deerttoegangswegen (type LIII).De hoofdassen die de gemeente Opglabbeek doorkruisen hebben van oudsher een belangrijke verbindingsfunctie opregionaal niveau gekend. Het beleidsplan voorziet in een fundamentele afbouw van deze nog regionaal functionerendeassen, en wenst enkel een lokale functie aan deze wegen toe te kennen.

Lokale wegen type I fL I - verbindingsweg)Deze wegen hebben als hoofdfunctie het verbinden op lokaal niveau, en als aanvullende functie het verzamelen opbovenlokaal niveau. De weg heeft dus duidelijk geen verbindingsfunctie op bovenlokaal niveau. De kwaliteit van dedoorstroming is er ondergeschikt aan de (plaatselijke) verkeersleetbaarheid. Daarnaast beschikt het wegtracé over demogelijkheden voor verdere infrastructurele aanpassing aan deze verbindingsfunctie, o.a. het voorzien van gescheidenverkeer in het buitengebied.In Opglabbeek komt voor deze functie de N730 in aanmerking. De weg vormt een verbinding tussen de opeenvolgendekernen As, Opglabbeek, Gruitrode en Bree. De weg zal op termijn nog enkel een lokale functie krijgen. De inrichting vande weg wordt hierop afgestemd,met name door:

de in uitvoering en in voorbereiding zijnde projecten van gemeentelAWV, met fietspaden en punctuele ingrepen inhet kader van bijakte 11;de invoering van aangepaste bewegwijzeringsvoorstellen (in uitwerking bij AWV)

Voor beide voornoemde componenten wordt verwezen naar de modale netwerken in werkdomein B - fietspadenplan enautonetwerkJwegenplan.

Lokale wegen type 11 CL 11- gebiedsontsluitingsweg)Deze wegen hebben als hoofdfunctie het ontsluiten op lokaal niveau, en als aanvullende functie het toegang geven tot deerffunctie. De ontsluitingsfunctie omvat het verzamelen van uitgaande verkeer naar een weg van hogere orde (of naareen centrum), en het verdelen van binnenkomend verkeer in een homogeen verkeersgebied. Afhankelijk van de locatiekan de weg een ontsluitende functie hebben voor een woongebied, een industriegebied, ...Te Opglabbeek vormt de Weg naar Opoeteren (WGV) de belangrijkste weg binnen deze categorie; hierdoor wordtduidelijk aangestuurd op de uitschakeling van de noordoost-zuidwest-gerichte verbindingsfunctie tussen Maaseik (viaNeeroeteren en Opoeteren) en de N76 (naar Genk). De inrichtingmaatregelen in de dorpskom van Opoeteren, waar deaansluiting op de N771 tot stand komt, kaderen in de afbouw van deze verkeersrelaties.

Binnen het gemeentelijk woonconglomeraat is omwille van het diffuse netwerk een toewijzingen van de gebieds­ontsluitingswegen niet altijd éénduidig te maken. Het beleidsplan stuurt erop aan dat per woonwijk of -jJebied eenminimaal verkeersleetbaarheidsplan tot stand komt, en op basis van dit plan duidelijke keuzes kunnen gemaakt worden.In het kader van het beleidsplan worden niettemin als eerste structurele benadering de volgendegebiedsontsluitingswegen voorgesteld :

voor Nieuwe Kempen: de Zonnebloemstraat;voor Denneweelde: de Merelstraat (segment);voor Hoefkant de Uetenstraat, de Hoeverkerkweg, de Oude Asserweg(segment)/Wervelstraat;voor Stegerveld: de Heidestraat (tussen N730lLietenstraat en St-Hubertuslaan) en de Groenstraat (tot aan de Wegnaar Zwartberg)voor Opglabbeek centrum: de (Kruisstraat)-Kapelstraat-Droogstraat-Ophovenstraat in het westen, de Vinkenstraat(tussen Weg naar Opoeteren en Broekkantstraat) in het oosten, de Speelluinstraat en de Boekweitstraat (eerstesegment) in het noorden;

cleuren_merkenarttlllec!uur & ruimtelijke planmng

INF25

Page 37: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

gemeentelijk ruimtelijk structuurplan opgIabbeek INFORMATIEF DEELp1anningscontext

voor Louwel: de Heersstraat in het noorden, de Molenweg in het zuiden.Voor bepaalde voornoemde wegen en segmenten is de keuze mee ingegeven door het feit dat ze bij activiteiten in hetOpglabbeekse centrum als omleidingsweg gehanteerd moeten worden.Voor het Opqlabbeekse industriegebied worden de wegen Industrie-Noord en Industrie-Zuid alsgebiedsontsluitingswegen beschouwd.

Lokale wegen type 11I (erftoegangsweg)Deze wegen hebben als hoofdfunctie het verblijven en het toegang geven naar de aanpalende percelen.Dit type wegen kent enkel bestemmingsverkeer; doorgaand verkeer wordt er geweerd. Afhankelijk van de ligging van deweg (verblijfsgebied of buitengebied, parallel aan een weg van hogere orde of niet) wordt een verder subdeling gemaaktwoonstraten, landelijke wegen, industriewegen, ventwegen, ...De inrichting van lokale wegen dient een evenwicht tussen volgende invalshoeken na te streven:• categorisering van de 3 types met aandacht voor de leesbaarheid van het hiërarchieniveau (typolog. beeldvorming)• compartimentering binnen elk type ingegeven door het bewaken van de verkeersleefbaarheid vanuit een ruimtelijke

inpasbaarheid van de weg• functionele eisen per type verkeersdeelnemer• duurzaam veilig met als criterium ongevallenreductie.

T'IPE-INDELING VAN HET VlMMSE WEGENNET VOLGENS FUNCTIONELE KENMERKEN

CATEGORI HOOFDFUNCTIE AANVULLENDE FUNCTIE MA)( INRICHTINGPRINCIPESE KMIU

HoofclNeg · vert>lnden Inlemahonaal · vefblnden Vlaams nIVeau > 120 Kmlu · Aulosnefwegnrveau

Pnmalre • vefblnden Vlaams nIVeau • verzamelen Vlaams nIVeau > 120 krnJu • autosnelwegweg · auloweg (27 of 2"1)categorie I • weg mei geschetdefl vefkeersarwi<.keltng

(2"2012"1)

Pnmalre · verzamelen Vlaams • verblnden prOYlflCtaai < OOkmlu · autoweg (27 of 2"1)weg rweau rweau · weg mei geschetdefl verkeersafwi<kefJngcalegonell {27 of 2"1)

Secundaire · verbmdenq> • ontslUiten op (boYen}klkaa1 < 00 kmIu · weg mei noodzakelijk: mei geschetdeflweg txweriokaal nIVeau ruveau vOlkeersalwlkkefJng (2"2 of 2"1)Calegone I · toegang geven tol erven • door1ochlen 111 bebouwde kom

Secundaire · verzamelen op • veri:Moden en ootslUllen op < 00 km/u · Weg (2)<2 of 2x1) mei gesche<den verkeerweg bovenlokaaJ nIVeau lokaal nrveau • doortochten III betx>uwde kommenCategone 11 vanuit hoofiXXxp en • toegang geven en

altrachezooe op verbll]fsfunchebovenlokaal niveau

SecundaIre · verzamelen voor • toegang geven en < 9J kmIu · Weg (2x1) mei evel1luee1 gesche<den bus-weg autoverkeer verbllJfsfunche tram· of fietsbaanCategone 111 · verblnden voor q>erbaar · Doortochten In bebouwde kommen

vervoer en fiets

Lokale weg I • verbmden q> lokaal · verzam~ ~ OOienlokaal < 70 km/u · Weg (2x1) meestal met geschetdefl verkeermveau IWeau " bultengeboed

· Ooof1ochtel1 " beboow<l gelloed

Lokale weg · OOlsMtel1 q> lokaal • toegang gevel1 lot peroelefl < 70 kmIu • Weg (2xl) meestal mei geschetdeflverkeer11 nIVeau " bultengeboed

• Doortochtel1 on bebouwd gelloed

• Meefdefe nlStroll:en en ~oepstroken opstedelijke ontslUlhngswegen

lokale weg · toegang geven tot • ontslUiten op buurtnIVeau Bbeko < 30 km/u • Plem, erf, ventweg, of landelIJke weg met111 percelen Bubeko < 70 gemengd verkeer

km/u

cleuren_merkenarchrtectuur & rtllmtelJke p1anntng

INF26

Page 38: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

gemeentelijk ruimtelijk structuurplan opgIabbeek INFORMATIEF DEELplanningscontext

114 SAMENVATTlNG SCHOOLOMGEVING ONDERZOEK INFRASTRUCruUR

Onderzoekscel AMO_PHL .'In dit project worden school en gemeente begeleid in de ontwikkeling van een verkeersveilige en leefbareschoolomgeving. Hierbij worden zowel op het vlak van infrastructuur, vervoersorganisatie, sensibilisatie en educatiemaatregelen, doelstellingen en acties uitgewerkt die binnen de onderwijsinstelling geimplementeerd worden.Op basis van de verzamelde gegevens over de site en de verkeersonveiligheid, gerichte terreinobservaties en eenanalyse van de directe schoolomgeving; omgeving (ZOOm), werd een conceptvoorstel ontwikkeld met betrekking tot deschoolomgeving als ruimtelijk en verkeerskundig geheel Dit conceptvoorstel werd getoetst en vertijnd binnen dewerkgroep en kan als basis fungeren voor de verdere aanpak van de schoolomgeving en de concrete uitwerking van eeneventueel herinrichljngproject'

Analyse van de bestaande ontsluiljngsstructuurDe beide scholen zijn gelegen in het centrum vanOpglabbeek. De gesubsidieerde vrije basis- enkleuterschool ligt aansluitend aan het heringerichtecentrumgebied, in het centrum. Door het verdwijnen van deschoolfunctie van het vrije onderwijs aan de Dorpsstraat,lijken de beide scholen aan duidelijk verschillende wegenkomen te liggen. Het centrum van Opglabbeek wordt in deeerste plaats ontsloten door de N 730 (die als interlokaleverbindingsweg fungeert met de naburige gemeenten). Ookde weg naar Opoeteren vervult deze functie. De Kapelstraatis deels onderdeel van het heraangelegd centrumgebied(zone 3O}.Dit traject is een lokale verbindingsweg binnen degemeente.

l' ,_bi:DcÇSZ4cg

, ,.. - ........

I"

-oe

t ,. .... __.. 'r

I'~'''l ..

•,•

.. -.-•

Beschrijving van de bestaande structuur (microschaal)De hoofdtoegangen van het Vrij Onderwijs enGemeenschapsonderwijs zijn respectievelijk gesitueerd aande Kapelstraat en de Dorpsstraat, uitgaande van het feit datde kleuterklassen van het vrij onderwijs, gelegen aan deDorpsstraat, geherlocaliseerd worden naar een nieuwbouwlangs de Kapelstraat. Daar is ook de 'representatievevoorkant' van deze school gelegen. De nieuweschoolgebouwen van het vrije kleuteronderwijs, leggenduidelijk de nadruk op de hoek van Kapelstraat-Droogstraat.Voor het Vrije onderwijs blijft een doorsteek mogelijk vanafde Dorpsstraat, voor het gemeenschapsonderwijs is er een t::::I.secundaire toegang (eigenlijk hoofdtoegang) aan de Weg ~naar Opoeteren. Deze wordt echter enkel gebruikt doorvoetgangers (hoogteverschil). De bestaande zone 3J in deKapelstraat loopt tot de kruising met de Droogstraat. maar,is slechts voor min of meer de helft daadwerkelijkheringericht Verspreid in het centrumgebied is een grootaanbod aan parkeermogelijkheden, evenals aan de sporthal(Kruisstraat). Het parkeren voor het vrij onderwijs wordt opgelost via een aantal parkings aansluitend op het heringerichtecentrumgebied. Voor de gemeenschapsschool parkeren zowel leerkrachten als ouders op de speelplaats, achter deschoolgebouwen. Tevens is hier de standplaats van de schoolbus gesitueerd.

cleuJen_merkenarchl1ectuur & rulmletqke p1anOlng

INF27

Page 39: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

gemeentelijk ruimtelijk structuurplan opglabbeek INFORMATIEF DEELp1anningscontext

Knelpunlen bestaande structuur (microniveau)Aan de hand van het reeds be&aande onderzoek engerichte terreinonderzoek kan volgend overzicht van deknelpunten in de onmiddellijke schoolomgeving opgesteldworden. Knelpunten die zich in de ruimere omgeving vande school situeren, op de schoolroutes, zoals die uil deschoolenquète naar voor kwamen, moeten op een hogerplanniveau een oplossing krijgen. De beide scholenhebben door hun respectievelijke situering ten opzichtevan de ontsluitingsstructuur van het centrum eenverschillende problematiek.

•__-","",,_.1~

.._'~ill'''"''~

'QlOIo'~

llwf')do11l1l _1Jl,.l>}- .....''-1 .~-,

Randvoorwaa-den la.v. schoolomgeving vanuit beleid en bestaande plannen

Het betreft hier de randvoorwaarden die vanuit bestaandeplannen en projecten voor de schoolomgeving van belang

, zijn, meer bepaald het mobiliteitsplan.'Gezien de schoolomgeving in dit geval samenvalt meihel centrumgebied als geheel, zal de toekomstigeontwikkeling van dit centrum bepalend zijn voor deontwikkeling van de schoolomgeving. '

---"--

...

r.I t..J-.

···8·~·! 0 ...-<S2···. v.'

~ .: .. ·x· '.~.p".".kr:r":.· '.

,,": """\:". 'Er wordt daarbij belang gehecht aan de duurzameontwikkeling van Opglabbeek centrum. Alle maatregelendie op dit vlak voor het centrum genomen zullen worden,zullen ook bijdragen tot de ontwikkeling van een meer

veilige en leefbare schoolomgeving. Dit vertaalt zich bv. in de uitbouw van een openbaar vervoerknooppun~ en eenaangepast snelheidsbeleid. Met betrekking tot de bereikbaarheid met de auto wordt duidelijk gesteld dat het huidigeparkeeraanbod als een maximum beschouwd moet worden. Op termijn moet de auto meer naar de rand van het centrumverwezen worden (in de eerste plaats parking aan de sporthal). Hel beoogde snelheidsbeleid op lange termijn gaat uitvan een zone 30 in de belangrijkste woongebieden. Voor het centrum betekent dit dat er een uitbreiding van debestaande zone 30 zal plaatsvinden (o.a. delen van Dorpsstraat, Weg Naar Opoeteren, Kruisstraat,) Op de Droogstraaimoet grotendeels een snelheid van 50 km/u behouden blijven, delen van de Weg naar Zwartberg en de Weg naarOpoeteren, aansluitend op het centrum vallen in een regime van 30-50 km/u.'

Conceptvoorstel herinrichting schoolomgeving.Er werden een drietal conceptvoorslellenuitgewerkt voor de herinrichting van deschoolomgeving; het instellen van een zone30 is hierbij steeds het uitgangspunt.

UITGANGSPUN1EN

_~ JP....... 1'b J _ paotung

-...·rnhlif" .. "" u.~ ...

2 -"'Prin,ver:~"'_J

Op.*It-r<-.n • ~ ~ "'1"

..~ N ~ f'ft~wOll~

~~bIil( t...... " ...... ,

"~,

cleuren_merkenarchitectuur &rtJmllellJke plaMlng

INF28

Page 40: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

gemeentelijk ruimtelijk structuurplan c:wabbeek

Concreüsering.

Geplande verbinding door n,euweverkdV hng

Fle:senslalhng

Beperkte leraarsparkingbehouden

Kruispunten inrichten in funcüe van de algemene verkeersveiligheid.

INFORMATIEF DEELp1anningscontext

•••• 2• •- .. ­• • •.~.

•• -. 3• •- .• ••.. '"...'

....... ':.....'.'

'.,

cleuren_merken.rcMectuur & IUlmleltjke p1alllllll!J

.... ....

••••• •- .• -1•••••

INF29

Page 41: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

1

gemeentelijk ruimtelijk structuurplan opgIabbeek

Kruispunt 1: Dorpsstraat - Weg naar Opoeteren,

Kruispunt 2: Kapelstraat - Droogstraat.

, ­,.. ,

-',- ,•,••,,,,,,,,,,,,,,,,,

INFORMATIEF DEELp1anningscontext

Kruispunt 3: Dorpsstraat - Kruisstraat.De auto teruggedrongen in zijn eigen bedding, de oversteekbewegingen van de fietsers gecontroleerd.Het kruispunt wordt uitgevoerd als verhoogd plateau (of met drempels voor het autoverkeer) en de bestaandefietsvoorzieningen worden tot over het kruispunt gebrach~ aansluitend op fietssuggestiestroken.De wegversmalling vertraagt het autoverkeer. Het betreft een relatief goedkope ingreep.'Deze oplossing zal mogelijk niet volstaan indien op korte/middellange termijn een nieuwe evenementenhal zal gebouwdworden en een uitbreiding van de sportinfrastructuur zal hebben plaatsgevonden. Een alternatief is dan bV.om met eenrotonde te werken die tegelijk een sterk poorteffect naar het centrumgebied creëert. In volgende figuur is een dergelijkeoptie getoetst. De noodzaak van deze meer gecompliceerde oplossing zal moeten blijken uit verder onderzoek enmobiliteitseffectreportage.•

L

/.' 1/I

cleuren_melkenarchliectuur & rulmteMjke planning

Jr~(f

-'-

INF30

Page 42: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

gemeentelijk ruimtelijk structuurplan opglabbeek

115

INFORMATIEF DEELplanningscontext

WOONBEHOEFTESTUDIE

Het uitgangspunt van een woonbehoeftestudie is om via gericht onderzoek en analyse van:- kwantitatieve gegevens van demografie, woningenbestand en de evolutie hiervan (wat leidt tot prognoses);- kwalitatieve gegevens van het woningenbestand, de differentiatie en beschikbaarheid ervan;- en het tegenover elkaar plaatsen van aanbod en te verwachten vraag om te komen tot een onderbouwde

visie op het woonbeleid van de gemeente.

De woonbehoeftestudie werd opgesteld door Groep Delta (2002 - niet ter goedkeuring voorgelegd).De studie bevat samengevat volgende gegevens:

- behoefteraming;behoefte aan bijkomende woongelegenheden ten gevolge van de aangroei van de gezinnen;evolutie van het aantal gezinnen;prognose van het aantal gezinnen naar 2007-2012;behoefte aan bijkomende woningen in een bepaalde periode;ontwikkeling van de eigen bevolking;resultaten van het onderzoek naar de woonbehoeften in Vlaanderen;ramingen op provinciaal en gemeentelijk niveau;in- en uitwijking in de laatste jaren, leeftijdsopbouw en gezinsgrootte.

Gezien de ruime oppervlakte woonzone die het gewestplan voor Opglabbeek aangeeft,gezien er in Opglabbeek nog 800 vrije kavels beschikbaar zijn (Opglabbeek: 580; Dennenweelde: 76; Louwel: 144);gezien er 2woonuitbreidingsgebieden zijn met in totaal 415 wooneenheden (369 Stegerveld en 46 Bijvaerdeweg);gezien er nog een zestal wooninbreidingsgebieden zijn met in totaal 155 wooneenheden;gezien uit de woonbehoeftestudie blijkt dat er geen onmiddellijke bijkomende behoefte aan wooneenheden bestaat;zal het wonen geconcentreerd blijven in de bestaande woonzones.

Aanzet tot algemene visievonming ".Het woonbeleid moet kerngericht en kernversterkend zijn.Nieuwe woonomgevingen en woonvormen.Woonprojecten moeten een gedifferentieerd karakter vertonen.De bevolking moet betrokken worden bij het woonbeleid.

In de woonbehoeftestudie stelt de gemeente zich als taak te werken aan ruimtelijk inpasbare kleinschaligeinbreidingsprojecten met een hogere dichtheid. Dit verdichten staat eerder in functie van een kwalitatieve differentiatievan het woningenaanbod dan dat ze een kwantitatief doel nastreeft.Als prioritair te ontwikkelen en te verdichten gebied wordt in eerste instantie het centrum van Opglabbeek vooropgesteld.

Algemene visie omtrent de woonontwikkeling binnen Opglabbeek.'De nadruk op de versterking van het WDnen binnen Opglabbeek dient te liggen Dp de kern van Opglabbeek zelf.Hierbij kunnen we stellen dat het centrum van Opglabbeek sterk verdicht dient te worden. Deze verdichting zalhoofdZakelijk door inbreiding, verhDgen van de bDuwhoogte (aantal verdiepingen), verhDgen van debDuwdichtheid, ... te weeg dienen gebracht te wDrden. Het versterken van de kem heeft een tweeledige Dpdrachtnamelijk enerzijds het creëren van een sterke, duidelijke hoofdkern voor de gemeente en anderzijds een hafttoeroepen aan de lintvormige uitwaaiering vanuit dit centrum. In relatie tDt deze kernversterking zal er eenafbakening van het huidige blijvend te Dntwikkelen centrum gebeuren. Enkel binnen dit kerngebied zullen er voorOpglabbeek zelfnog Dntwikkelingen komen. '2

Voor verdere infonmatie aangaande de woonbehoeftestudie wordt verwezen naar hoofdstuk V. Prognoses e trends(pagina 72-96).

10 Uit woonbehoefteshxie Qoep Delta, groep Della 2002

cleuren_melkenarclwlecluur & I1Il11leil)ke piaMlfI!J

INF31

Page 43: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

gemeentelijk ruimtelijk structuurplan opgIabbeek

11.6

INFORMATIEF DEELp1anningscontext

EIGENDOMSSTRUCTUUR BOSSEN

De bruine delen stellen de domeinbossen voor, de gele delen zijn eigendom van de gemeente..Afdeling Bos & Groen toont interesse voor de aankoop van de in rood omcirkelde percelen.

11.7 VENnVON AFBAKENING 1° FASEDe eerste fase van de VENnVON-afbakening is vastgesteld op 18 juli 2003 (inwerkingtreding 31 oktober 2003).VEN staat voor Vlaams Ecologisch Netwerk. IVON staat voor Integraal Verwevings- en Ondersteunend Netwerk.Deze afbakening definieert prioritaire gebieden als GEN (grote eenheden natuur) of GENO (grote eenheden natuur inontwikkeling).

cleuren_merkenarchllectuur & rulmtel~ke pSnnlng

INF32

Page 44: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

gemeentelijk ruimtelijk structuurplan opglabbeek

Biologische waarderingska<rt

11.8

INFORMATIEF DEELplanningscontext

BIOLOGISCHE WAARDERINGSKAART

bi logisch mder waarde\!

plex van bi I glsch mder waardev lIe en oNaardevolie ele enten

co plex -/an bi I glsch mder waarde" lIe. waardevolle en zeerwaarde" Ie ele enten

complex van biologisch mder waardevolle en zeer waardevolleele enten

bi logisch waardev

11 mplex van biol glsch waardevolle en zeer waarde ,olle ele enten

11 bl J glsch zeer waardev I

cleuren_merkenarchitectuur & rtJlmlellJke ptannlng

INF33

Page 45: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

gemeentelijk ruimtelijk structuurplan opgIatt>eek INFORMATIEF DEELpianningsconlext

11.9 LANDBOUWGEBRUIKPERCELEN

bron BB

bron BB

Uilbreidngsgellied N-reservaat - 88 havolgens BB - 718 haIa~uik

VEN eerste fase • 500 havolgens BB - 718 haIan~uik

bron BB

bron BBKwetsbare zones water 2003 - 328 havolgens BB - 718 hala~uik

"1'

•HabilabichUijngebieden - 425 havolgens BB -718 haIa~ik

~

.~'

'M~~ank~uikspercele~, br ri, VLM.

'. "

.-(

cleuren_melkenarchitectuur & rutmleijke planrung

INF34

Page 46: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

gemeentelijk ruimtelijk structuurplan opgIabbeek INFORMATIEF DEELplanningscontext

11.10 OVERSTROMINGSGEBIEDEN

c oe GlS-Vl..~ •

........

_c.._.

, /

//

./".

/

\ ,/". I

. L}

}

j~ j ....

I•

_" J ~

'~.

-..c; '\

_} 1

/ \ ......... )0.

I '. \. \ ~

"

\ . ...=:..-'\ ,_.-

,t ~ _ .._. __

.-RisiCCHlverstromingsgebieden (ROG-zones) voor Opglabbeek).

11.11 OPPERVLAKTEDELFSTOFFENPLANNEN - VERKENNINGSNOTA ZAND IN UMBURG

Gezien dit een gewestelijke materie is, en gezien pas sinds einde 2006 duidelijk is dat dit delfstoffenplan mogelijk naareen concrete realisatie gaat, werd dit item niet eerder opgenomen in het gemeentelijk structuurplan.De verwachting is dat het delfstoffenplan tegen het einde van de zomer 2007 zal goedgekeurd zijn.

Besluitvorming college aangaande vooroverleg oppervlakte delfstoffenplan, verkenningsnota Zand in Limburg.- Advies 04 maart 2005: gunstig mits aanpassing in functie van de toevoeging van het voorstel van Zandbedrijf

Vandeweyer Geert zoals aangehaald in de consideransen van het besluil- Advies 29 april 2005: gunstig mits aanpassing in functie van de toevoeging van het voorstel van Zandbedrijf

Vandeweyer Geert zoals aangehaald in de consideransen van het besluit.- Advies 15 december 2007: gunstig mits aanpassing van de afbakening grenzend aan de industriezone om de

ontwikkelingsmogelijkheden van Scania niet te hypothekeren, en mits de sturing van de bijhorende verkeersafwikkelingvia de bestaande ontsluitingswegen.

cleuren_merkenarchItectuur & ruimtelIJke planOlng

INF35

Page 47: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

gemeentelijk ruimtelijk structuurplan ~at:beel< INFORMATIEF DEELp1anningscontext

1111 BESCHERMDE MONUMENTEN EN LANDSCHAPPEN

f

-..~

,I

-

OPGLABBE K

/cr

In het centrum:- Heilige Lambertuskerk (oude delen): monumen~ datum bescherming 30.12.1933, SB 21.01.1934, DB nr. 0001.- Kapelstraat 1: gemeentehuis (Witherenpastorie zonder rechteraanbouw), monument, datum bescherming 09.03.1983,

SB 19.05.1983, DB nr. 1911.- Kapelstraat 1: gemeentehuis met omgevende tuin, dorpsgezicht, datum bescherming 09.03.1983, SB 19.05.1983, DB

nr. 1911.Aan de Bosbeek:- Molenweg 120, Slagmolen (watermolen), monument, datum bescherming 05.12.1995, SB 07.02.1996, DB nr. 2971.- Omgeving Slagmolen, dorpsgezich~ datum beschenming 05.12.1995, SB 07.02.1996, DB nr. 2971.

1112 ANKERPLAATSEN

De landschapsatlas geeft eeninventaris van de relicten van detraditionele landschappen inVlaanderen (opname omstreeks1990).Relicten zijn overblijfsels dieverwijzen naar een vroegeretoestand. Ze kunnen voorkomen inverschillende vormen gaande vanpunt- en lijnvormig tot grotereoppervlakten.Deze grotere vlakvormigecomplexen die historisch engenetisch samen horen en deidentiteit van een relict bepalen,

.• werden geselecteerd tot een~~~::::.;.~ J..t.L.~±'L~"~~~~:."::dJ aparte categorie die ankerplaatsgenoemd wordt. Aan de hand van deze inventaris, waaraan een uitgebreide beschrijving gekoppeld is, kan een actiefbeleid gevoerd worden inzake landschapszorg, zoals landschapsbescherming, ruimtelijke planning, geïntegreerdplatlelandsbeleid en milieubeleid.

cleuren_merkenarcl1ltectt.u & '\Il11!el1ke p/annftlg

INF36

Page 48: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

gemeentelijk ruimtelijk structuurplan opgIabbeek INFORMATIEF DEELp1anningscontext

11.13 JURIDISCHE CONTEXT

11.13.1 GEWESTPLAN

Kaartbladen 26/1 (Waterschei) en 26/2 (Opoeteren) van het gewestplan Hasselt 1Genk (KB 03.04.1979) hebbenbetrekking op het grondgebied van de gemeente Opglabbeek (totale oppervlakte =2514ha 74a 6Oca).Het betreft de zones:» Woongebied (code 01(0): Nieuwe Kempen en Dennenweelde: 64ha 21a 91 ca - Opglabbeek: 19Jha 96a 04ca.

(= 51,40% van de totale oppervlakte aan woongebied).» Woongebied met landelijk karakter (code 0102): Louwe! en overige gebieden: 201ha 81a 47ca

(= 40,20% van de totale oppervlakte aan woongebied).» Woonuitbreidingsgebied (code 0105): drie locaties in het hoofddorp Opglabbeek:

- één ter hoogte van het BPA nr.3 Langveld: 24ha 62a 04ca;- één ten zuiden van de kern van Opglabbeek: 24ha 62a 04ca;- één ten zuidwesten van de kern van Opglabbeek: Jha 08a 15ca.(= 8,40% van de totale oppervlakte aan woongebied).

» Gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen:y Recreatiegebieden:» Gebieden voor dagrecreatie:» Parkgebied:» Natuurgebieden:» Natuurgebied met wetenschappelijke waarde of natuurreservaten:» Agrarisch gebied:y Landschappelijk waardevol agrarisch gebied:» Industriegebied:

Het gewestplan Hasselt - Genk (KB dd. 3 april 1979) onderscheidt in de verschillende bestemmingen die betrekkinghebben op de woonfunctie en die samen 15.95 % (502ha 22a 67ca) uitmaken van het totale grondgebied van 2514ha74a 6Oca.

cleulen_merken.rcMeetuur & J\JIJlllelijke piaMlng

INF37

Page 49: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

gemeentelijk ruimtelijk structuurplan opglabbeek

11.13.2 BPA'S

1. BPA Centrum, dossier 07134004A, d.d. 1991/02/13.2. BPA Centrum la, dossier 07134004C, d.d. 1997/06/30.3. BPA nr.3 Langveld, dossier 07134006, d.d. 1981/06/22.4. BPA Maasland, dossier RP 9.90/71047/009.9, d.d 2002/03/22.5. BPA Nijverheidslaan, dossier RP 990/71047/010.0, d.d. 2002/05/24.

INFORMATIEF DEELplanningscontext

UITGESLOTEN D,EEL

5.

cleuren_merkenarchtiecluul & rUimtelijke plannmg

,',;."

",'. .. '

..,

INF38

Page 50: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

gemeentelijk ruimtelijk slnJctuUlpian opgabbeek INFORMATIEF DEELbestaande deeiruimten

111 BESTAANDE DEELRUiMTEN 40

11I.1 grensoverschrijdende bos- en heidegordel 40111.2 grensoverschrijdende bosbeekvallei 40111.3 westelijk agrarisch gebied 41111.4 lineair gestructureerde deelruimte 42111.5 historisch gegroeide nedelZelting............................... ..4311I.6 schakelruimte............................................................................. .. 43

cleuren_merkenafchllechu & nJlITllelltke pIafvwtg

INF 39

Page 51: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

gemeentelijk ruimtelijk slructuufPIan opgIabbeek

111 BES TAA NDEDE ELRUI MTEN

1. Grensoverschrijdende bos en heidegordel.2. Grensoverschrijdende Bosbeekvallei.3. Westelijk agrarisch gebied.4. Lineair gestructureerde deelruimte.5. Historisch gegroeide nederzetting.6. Schakelruimte.7. Hoofdontsluitingsassen en linten.

INFORMATIEF DEELbestaande deeiruimten

111.1 GRENSOVERSCHRIJDENDE BOS- EN HEIDEGORDEL

Het betreft een grensoverschrijdende deelruimte die in het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Meeuwen­Gruitrode 'Zuidelijke Bos & Heidegordel' als drager van de natuurlijke structuur, genoemd wordt. De deelruimte iseen onderdeel van één van de natuurlijke systemen op Vlaams niveau waarvan de natuurlijk-fysische samenhangmoet worden versterkt (Structuurplan Vlaanderen). Het is het waterscheidingsgebied dat samen met de Maas deruggengraat van de Limburgse natuurlijke structuur vorm~ het is veruit het omvangrijkst Vlaams natuurgebied.

Structuurplan Vlaanderen stelt dat'een maximale aantakking van de bos- en heidegordel met de omgevende naluurlijke systemen primordiaal is in deontNikkeling van de gewenste naluurlijke StruCIuUl" ... ' De gebieden voor naluur- en bosfunctie worden in 3 groteblokken, de Umburgse parken, maximaal behouden en ontsnipperd. Verweving met bosbouw, de militaire functie,jeugdtoerisme en recreatie wordt geoptimaliseerd"

De deelruimte bestaat uit twee deelgebieden:gesloten bossen (deelgebied IA), éénvormige ruime naaldhoulbeslanden met droge graslanden, waaronderhet Gruitroderbos dat aansluit op de Kattebeek (aan de rand een kleine zandgroeve), het gebied van deOphoverheide, naaldhout met een jong eikenberkenbos, de Oudsberg, bomenrijke heide en lanen en tweeecologisch en landschappelijk waardevolle vennen, Turfven en Ruiterskuilen;een lineaire overgangszone (deelgebied LB.) gelegen tussen de gesloten groenstructuren en de organischgegroeide nederzetting met een verweving van verschillende functies zoals akkers, weilanden, speelweiden,recreatiezone en camping 't Laar, de begraafplaats, weekendhuisjes en zonevreemde bivakplaatsen.

KNELPUNTENDruk op de landschappelijk waardevolle gebieden (Ophoverheide, Gruitroderbos, Oudsberg) door toerisme enrecreatie (ruitersport, cross, mountainbike, zonevreemde bivakplaatsen en weekendverblijven ... ).Beperkte versnippering door de landbouw.

KWALITEITENEcologisch, biologisch en landschappelijk waardevol gebied (bos & heidegordel).Potenties van de overgangszone voor het inpassen van zachte recreatie zoals fietsen, wandelen, kamperen,spelen, jeugdverblijfstoerimse, tijdelijke evenementen, ,.....Ruim en continue aanbod aan fiets- en wandelpaden.

111.2 GRENSOVERSCHRIJDENDE BOSBEEKVALLEI

De volledige Bosbeekvallei kan beschouwd worden als drager van een ruime natuurlijke structuur die de gemeenteaan de oostzijde begrenst.

1 RUimtelIJk structuurptan prOVlllCle limburg, Besteodlge Deputatie samenvattlng, IV 1 NatuurbJke structuur, pag 174 12 februan 2003

cleuren_merkenarchllectuur & nnmtei;te planntng

INF 40

Page 52: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

gemeentelijk ruimtelijk structuurplan opgIabbeek INFORMATIEF DEELbestaande deeiruimten

Op provinciaal niveau geselecteerd als:een complex gaaf landschap;structuurbepalend hydrografische elemen~

open ruimteverbinding (nr. 12, tussen Opglabbeek en As I Niel-bij-As, doorheen de Bosbeekvallei tussen hetPari< Hoge Kempen en het park Midden-Limburg).

We onderscheiden twee deelgebieden:De ruggengraat van de Bosbeekvallei (deelgebied IIA) met ten noorden de Kattebeek die aansluit op hetbos- en heidegebied van het Gruitroderbos en de valleien van de Kreeftenbeek en de Kleine Beek, waarbij demondingspiekken ecologisch en landschappelijk uiterst belangrijk zijn. Het betreft de middenzone langs deoostelijke gemeentegrens, waar samen met Kalehaag en Kaleberg in As, de open ruimte in de Bosbeekvalleihet grootst is (ongeveer 300 ha).Een kleinschalige overgangszone parallel aan de Bosbeek, grenzend aan de historisch gegroeidenederzetting. Het betreft een in hoofdzaak agrarisch gebied met een uitgesproken kleinschalig karakter.

Elk van deze deelgebieden heeft een oudere (zonevreemde) nederzetting.Hoefkant ten zuiden in de Bosbeekvallei, Broekkant centraal en aansluitend op de historisch gegroeidenederzetting van Opglabbeek. Broekkant behoort tot de oorspronkelijk nederzetting van Opglabbeek, die zichsitueerde langs de lineaire verbinding gevormd door de Kleine Beek, van Opglabbeek centrum naar deBosbeek (zie Ferrariskaa11771-1778). Mettertijd ontwikkelde Opglabbeek zich noordzuidwaarts en recentook westwaarts (linair gestructureerde deelruimte).Ook Hoefkant situeert zich op een uitloper van de Bosbeek richting Opglabbeek (zie Ferrariskaart), zei het inoorsprong meer geïsoleerd van de de eigenlijke nederzetting Opglabbeek. Hoefkant heeft nog steeds eenmeer open karakter in tegenstelling tot Broekkant dat duidelijk nog de landschappelijke kenmerken heeft vanhet ingebed liggen in het typische landschap van de Bosbeekvallei (kleinschaliger en meer gesloten).

KNELPUNTENDruk op de ruggengraat van de Bosbeekvallei door een verspreide inplanting van landbouw, intensieveveeteelt, recreatie, weekendverblijven en jeugdverblijfstoerisme.Het grootschalige en niet geïntegreerde karakter van de gebouwen met intensieve veeteelt aan de Broekkant,en de druk ervan op de natuurlijke omgeving van de Bosbeekvallei.Zonevreemde recreatie van de bivakhuizen, weekendverblijven en recreatieve voorzieningen.De druk op het versmald maar kwalitatief gedeelte van de Bosbeekvallei ten oosten van Louwel en ten zuidenvan de Weg naar Opoeteren. Het is een vrij smal maar opvallend ongeschonden en gesloten deel met eenuitgesproken natuurlijk en nog ontoegankelijk karakter.

KWALITEITENDe Bosbeekvallei als natuurlijk en landschappelijk zeer waardevol gebied.In tegenstelling tot de overige deelruimten, die voornamelijk de typische kenmerken hebben van het KempischPlateau, heeft de Bosbeekvallei met de typisch natte valleigronden en een overwegend loofbomenbestand,een totaal ander karakter. Dit gecombineerd met het steri< hellend reliëf maakt van de Bosbeekvallei één vande mooiste en meest aantrekkelijke zones van Opglabbeek.Potenties van de overgangszone als kleinschalig agrarisch gebied met een beleid gericht op een kleinschaligen gedifferentieerd gebruik van de landbouwpercelen en een inrichting afgestemd op een versteri<ing van hetkarakter en de kwaliteiten van de Bosbeekvallei.

111.3 WESTEUJK AGRARISCH GEBIED

Helemaal ten zuiden de mijnterril als ruimtelijk baken, grenzend aan:de Genkse deelstructuur 'Regionaal gemengd bedrijventerrein in samenhang met het stedelijk gebied' ende deelruimte 'Gordel' met als onderdeel Genk Noord (Zwartberg) met verdere ontwikkelingsmogelijkhedenvoor het bedrijventerrein envoor een deel aan Houthalen-Helchteren, als deelruimte nog niet gedefinieerd.

cleuren_merkenarchltecluur &rulmlelqke p1anntng

INF 41

Page 53: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

gemeentelijk ruimtelijk structuurplan opgIabbeek INFORMATIEF DEELbestaande deelruimten

Ten westen van de N7G, met uitlopers over de N7G ten noorden en ten zuiden, bevindt zich een grootschaligeragrarisch gebied. Het betreft in hoofdzaak akkerbouw en enkele graslanden.Er zijn een viertal in oorsprong boerderijen, hiervan is nog slechts enkel de meest noordelijke (kippenboerderij) involwaardige uitbating. In de meest zuidelijke wordt de landbouwactiviteit afgebouwd. Hier werd de wens geuit degebouwen in te schakelen in het jeugdverbli~stoerisme I hoevetoerisme. Aan de westzijde van de N76 bevindenzich nog twee boerderijen. Eén heeft geen landbouwfunctie, maar wordt in gebruik genomen door een veearts metpaardenhotel (aan landbouw verwante functie), de andere door een boer op leeftijd (zonder opvolging).

KNELPUNTENZonevreemd gebruik van de hele zuidelijke zone. Vanaf de boerderijen aan de westzijde van de N76 is devolledige zone tot aan de gemeentelijke grens aangegeven als groenzone op het gewestplan.

KWALITEITENDe mijnteml als ruimtelijke baken.De mogelijkheden van de teml en de omliggende restzones als zacht recreatieve plek.De ruimte en ontwikkelingsmogelijkheden voor de verbrede landbouw.

111.4 UNEAIR GESTRUCTUREERDE DEELRUIMTEDeze deelruimte is van een totaal ander karakter dan de omliggende landschappelijk en historisch, zeg maarnatuurlijk gegroeide, deelruimten. Niettegenstaande er totaal verschillende functies (woonwijken, groenstructuren,industriezone en landbouw) in voorkomen, zijn ze allen op dezelfde lineaire manier ontwikkeld. Het is een typischjaren zestig aanpak waarbij stedenbouwkundige ontwikkelingen meestal volgens strakke en ruime patronenwerden vorm gegeven. De weinige tussenliggende landbouwpercelen zijn noodgedwongen in hetzelfde strakkeprofiel gegoten.Alle deelgebieden van deze lineair gestructureerde deelruimte zijn dan ook van een recentere ontwikkeling.

IVA Industriezone.De industriezone is een grootschalig uilgewerkt industrieterrein met een uilgesproken lineair stratenpatroon dat opeen vlotte manier ontsloten wordt naar de N76.Begin jaren zestig werd gestart met de aanleg van het gedeelte ten zuiden van de Weg naar Zwartberg. Hetnoordelijke deel kende zijn explosie eind jaren negentig.Er bevinden zich156 bedrijven op een oppervlakte van ongeveer 220 ha. Gemiddeld heeft elk bedrijf ongeveer 1,4ha te beschikking. Gezien het regionale karakter van het terrein, wat aanvankelijk de opzet was, is dezeoppervlakte inname veranlwoordbaa-. Echter binnen de visie op het ruimtegebruik geformuleerd in hetStructuurplan Vlaanderen (waar gestuurd wordt naar een doordachte en zinvolle inname van de ruimte) betreft hethier een zeer ruime benadering van ruimtebehoefie per bedrijf.

IV.B. Wijken Dennenweelde en Nieuwe Kempen.Voor een omschrijving van de deelkernen Dennenweelde en Nieuwe Kempen wordt verwezen naar de bestaandestructuur van de nederzettingen van betreffende wijken.

IV.C. Lineair aangelegd naaldhoutbos.Het lineair patroon van de naaldhoutbossen is een gevolg van de kunstmatige aanleg in functie van de hout­productie voor de mijnen. Het is een vrij uniform en eentonig groengebied waarbij het rastervormig wegenpatroonvoornamelijk gebruikt wordt als fietspad. Dit deelgebied is net als de noordelijke en oostelijke groenstructurengrensoverschrijdend (sluit aan op het Heiderbos van As en Opglabbekerzavel te Genk).Sporadisch komt er ook wat landbouw voor, doch dit is niet noemenswaardig. Het betreft hier duidelijk eengeforceerde inname van vrij-gemaakte bospercelen. In de uiterst zuidelijke strook komen vrij geconcentreerd eenaantal weekendhuisjes voor.

IV.D. Tussenliggende agrarische zone.In de restzone, ingekapseld tussen de industriezone en de wijk Nieuwe Kempen, een ruim open agrarisch (akkers)gebied. Ruimtelijk geeft het de indruk een ontwikkelingsgebied (restgebied) te zijn voor een van de aangrenzendedeelgebieden. Zowel Nieuwe Kempen als de industriezone lijken door hun lineair stratenpatroon de mogelijkheid

cleuren_merkenarchllectwr & ruimtelijke pDmr1g

INF 42

Page 54: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

gemeentelijk ruimtelijk structuurplan opgIabbeek

open te laten er op tenmijn beslag op te leggen en er op aan te takken.

INFORMATIEF DEELbestaande deelruimten

KNELPUNTENDe beperktere rol die het specifiek economisch knooppunt van Opglabbeek toebedeeld krijgt op provinciaalniveau beperkt een beleidsvisie gericht op het bestaande regionaal karakter.Gemengd gebruik van de wegen, sluikverkeer van de Weg naar Zwartberg naar de N76 richting Meeuwen­Gruitrode.Zonevreemde constructies en gebruik in het bosgebied, met name de vele weekendhuisjes ten zuiden en deruitersclub ten noordoosten.

KWALITEITENPositieve profilering van het bedrijventerrein.Uitgesproken regionaal karakter met een groene ingerichte buitenruimte.Potenties van inbreiding in functie van kleinere lokale bedrijven.Vlotte ontsluiting naar de N76 met een beperkte overlast voor de woonomgeving.Door de duidelijk afbakening en de zijdelingse ligging ten opzichte van de woondorpen ontstaat er geenruimtelijk conflictRustige afgewerkte woonwijken met een gezond aanbod aan openbaar groen en sportvoorzieningen.De zuidelijke grensoverschrijdende bosstructuur als groene link naar de Bosbeek.Ontwikkelingsmogelijkheden van de tussenliggende agrarische zone (IV.D.).

111.5 HISTORISCH GEGROEIDE NEDERZETTING

Deze deelruimte bestaat voor het overgrote deel uit de nederzettingen Opglabbeek en Louwel.Voor de omschrijving ervan en de opsomming van de kwaliteiten en knelpunten wordt verwezen naar debestaande structuur van de nederzettingen.

111.6 SCHAKELRUIMTE

De schakelruimte is een kleiner deelgebied waarvan het ontstaan en het gebruik een gevolg is van de groei van denaastliggende deelruimten.Enerzijds het recenter tot ontwikkeling gekomen woonlint langs de Weg naar Zwartberg, en anderzijds de tweenoordelijke linten als zeer oude nederzettingen. De twee straten komen al voor op de Ferrariskaart van 1771-1778en vormden het meest westelijk deel van de oorspronkelijke nederzetting.Op het uiteinde van de Ophovenstraat bevinden zich de sportvelden van De Kemp. Tussen en rondom deze lintenbevinden zich open akkers die aanvankelijk tot een ruime uitgestrekte bos- en heidegordel behoorden. Door derecente ontwikkeling van de westelijk gelegen industriezone is deze open ruimte herleid tot nog slechts eenfragment van de oorspronkelijke structuur.

KNELPUNTENKarakter van een ruimtelijke restzone.Onafgewerkte randen gevormd door de achterkmten van de linten.

KWALITEITENPotenties van de ligging van de sportvelden.Potenties van de schakelruimte als groene enlof openruimte schakel tussen de noordelijke en zuidelijkegroenstructuur.Potenties van de schakelruimte als snelle en veilige verbinding tussen Nieuwe Kempen en Opglabbeek.

cleuren_merkenarclvleclul.< & IlJlfTllel(ke pIarvwlg

INF 43

Page 55: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

gemeentelijk ruimtelijk structuurplan opgIabbeek INFORMATIEF DEELbestaande deelslructuren

IV BESTAANDE DEELSTRUCTUREN 45

IV.1 bestaande intrnslructuur. 45IV.1.1 bestaande infraslructuur 45IV.1.2 knelpunten en kwaliteiten 45

IV.2 bestaande economische structuur 46IV.2.1 indJstrieterrein 46IV.2.2 qx, maasland en qx, nijvertleidslaan 48IV.2.3 lokaal beàijventerrein 49IV.2.4 zonevreemde bedrijven 49IV.2.1 knelpunten en kwaliteiten 52

IV.3 bestaande nederzellingslructuur. 53IV.3.1 bestaande slructuur globaal..... . 53IV.3.2 opgl<tbeek . 55IV.3.3 louwel 5BIV.3.4 dennenweelde en Nieuwe Kempen 61IV.3.5 zonevreemde woningen 62

IV.4 bestaande toerislisch-recreatieve structuur 63IV.4.1 sport en cultuur in functie van de bewoners 63IV.4.2 het zacht recreatief gegeven van het groen 64IV.4.3 dag- en verblijfstoerisme 65IV.4.4 jeugdverblijfstoerisme 65IV.4.5 zonevreemde recreatie . 66IV.4.6 Knelpunten en kwaliteiten . 67

IV.5 bestaande agrarische structuur 68IV.5.1 bestaande slructuur van de lan<ix>uw 68IV.5.2 knelpunten en kwaliteiten 71

IV.6 bestaande natuuriijke en bosstructuur 72IV.6.1 bestaande natuurlijke en bosslructuur 72IV.6.2 knelpunten en kwaliteiten 72

cleuren_merkenarchtlecluul & nmnlebJke pIo"oog

INF 44

Page 56: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

gemeentelijk ruimtelijk structuurplan opgIabbeek

IV BESTAANDE DEELSTRUCTUREN

IV.1.1 BESTAANDE INFRASTRUCTUUR

INFORMATIEF DEELbestaande deeistructuren

IV.1 BESTAANDE INFRASTRUCTUUR

Twee hoofdverkeersassen doorkruisen Opglabbeek, de N730 (Weg naar Bree en Weg naar Zwartberg) alsnoord-zuid as en de Weg naar Opoeteren en de Weg naar Zwartberg als oost-west as. Ten westen de N76,waarop zowel de Weg naar Zwartberg als de ontsluiting van het industrieterrein aantakken. De N76 is eensecundaire weg type I vanaf het rondpunt met de Weg naar Zwartberg tot Bree en een primaire weg categorie 11vanaf het rondpunt (Didden) richting Genk. De aansluiting op de E314 ligt op slechts 5 km afstand. De Weg naarBree (N730) en de Weg naar Opoeteren, die de gemeente naar het noorden en oosten ontsluiten vormen samenéén toegang tot het centrumplein. De Weg naar As (N730, ten zuiden) en de Weg naar Zwartberg (ten westen)komen samen op een rondpunt in het zuidwestelijk punt van het plein. Het eenlrumplein vormt dan ook een zeerbelangrijk verkeersknooppunt van zowel lokaal als bovenlokaal verkeer. De vier hoofdassen verdelen dehoofdgemeente Opglabbeek in vier woonlobben. Binnen deze lobben bevindt zich een heel fijnmazig lokaal(gemeentelijk) verkeersnet. Aan de oostzijde worden de lokale (gemeentelijke) wegen van Louwel ontsloten via deWeg naar Opoeteren, die het dorp in een noordelijk en een zuidelijk deel verdeelt.Aan de westzijde van het hoofddorp Opglabbeek ontwikkelt het wonen zich vrij gesloten aan weerszijde van deWeg naar Zwartberg aansluitend op het centrum, vervolgens lintvonmige bebouwing langsheen de Weg naarZwartberg en tenslotte aan weerszijden, de twee woonkernen Dennenweelde en Nieuwe Kempen. De ontsluitingvan deze woonwijken gebeurt uitsluitend langs deze Weg naar Zwartberg. De ontsluiting van de Industriezonegebeurt voor een deel via de Weg naar Zwartberg en voor het overgrote deel richting N76.

Openbaar vervoer: vijf buslijnen. Hiervan rijden er slechts twee elk uur en leggen, met uitzondering van één, enkelde noord-zuid verbinding. Geen van de lijnen doet alle kernen aan, meer nog, men kan door middel van hetopenbaar vervoer geen enkele kern vanuit een andere kern bereiken.

Lijn 8: Genk-Opglabbeek-Overpelt via de N730 (1 xper uur tijdens de schooluren) ook via Nieuwe Kempen.Lijn 11 Genk-As-Neeroeteren-Maaseik via Dorne bij begin en einde schooluren.Lijn 40 Genk-As-Opglabbeek-Gruitrode-Kinrooi via N730 (3 xper dag).Lijn 33 Genk-Opglabbeek-Meeuwen-Peer-Neerpelt via N76 tijdens spitsuren.Lijn 44 Opglabbeek (NK)-Genk-Sledderlo, vanaf Nieuwe Kempen richting Genk (3 xper dag).

Fietspaden.Interessant en ruim aanbod aan fietspaden, door de diverse groengebieden, langs de recreatieoorden, door dewoonkernen en zelfs door het industrieterrein.Fietsroute Regionaal Landschap Kempen en Maasland in het westelijk deel van de gemeente (Dennenweeldeen Nieuwe Kempen). Vanaf de route wordt ook een bewegwijzering voorzien naa- het centrum.De vier hoofdwegen zijn voorzien van óf vrijliggende óf aanliggende (dubbelzijdig) fietspaden (zie functionelefietspaden op plan bestaande fietspaden).

IV.1.2 KNELPUNTEN EN KWALITEITEN

Knelpunten.Overlast van doorgaand verkeer op de vier hoofdwegen.Sluikverkeer langsheen de Droogstraat, Rozenstraa~ Poststraat, GroenstraaUHeidestraat, Sint-Hubertuslaan,ManestraaUSpeeltuinstraat en de Kruisstraat.Oversteekbaa-heid van de Weg naar Bree ter hoogte van de aansluiting Kapelstraat en sportzone.Knooppunten: KapelstraaUDroogstraat, PleinlKapelstraaUKimpenstraat, KapelstraaUWeg naar Bree.Aansluiting en verkeersafwikkeling van Industrieweg-Zuid over de Weg naar Zwartberg is niet optimaal.

Kwaliteiten.Rustige woonstraten en vlotte en verspreide ontsluiting van de woonlobben door een fijnmazig stratenpatroon.Ruim dorpsplein losgekoppeld van het doorstromend verkeer.Onmiddellijke aansluiting op de N76 primaire weg type 11 en secundaire weg type I.

cleuren_merkenarcMectuuI & ruunleljke~

INF 45

Page 57: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

gemeentelijk ruimtelijk structuurplan opgIabbeek INFORMATIEF DEELbestaande deelstructuren

IV.2 BESTAANDE ECONOMISCHE STRUCTUUR

IV.2.1 INDUSTRIETERREIN

De provinciale visie op de economische ontwikkeling van Limburg richt zich onder andere op het ondersteunen enbevorderen van de economische groei, het streven naar regionale valorisatie, sectorale differentiatie, het bundelenvan bedrijvigheid in economische knooppunten en het herstructureren en intensifiëren van het ruimtegebruik opbedrijventerreinen.Op provinciaal niveau worden als dragers van de gewenste ruimtelijk-economische structuur, naast heteconomisch netwerk A1bertkanaal, de stedelijke netwerken en de grote samenhangende landbouwgebieden ookeconomische knooppunten aangegeven.

Opglabbeek wordt geselecteerd als specifiek economisch knooppunt buiten het Albertkanaal met eenbeperkte rol (waa'Voor binnen de huidige visie op de economische ontwikkeling van de provincie tot 2007 geenverdere uitbreiding voorzien is) en heeft nog recht op 5 ha lokaal bedrijventerrein zonder dat daarvoor debehoefte expliciet moet bewezen worden.

Beknopte historiek.

Begin jaren zestig wordt het zuidelijk deel, nu de Industrieweg-Zuid, ontbost en beperkt van infrastructuurvoorzien voor de Velda-fabrieken (1964). In de topjaren telde de site 5000 werknemers.De daaropvolgende jaren werd de aanzet gemaakt met de ontbossing van de huidige noordelijke zone dievervolgens verbonden werd met de Weg naar Zwartberg (circa 1967).Eind jaren zeventig raken de percelen langs de Industrieweg-Noord bezet en dringt een verdere uitbreidingzich aan.In 1990 wordt de Nijverheidslaan aangelegd, deze loopt voor het overgrote deel evenwijdig aan deIndustrieweg-Noord.Tussen 1990 en 2000 kent het bedrijventerrein een enorme groei. Alle percelen worden ingenomen.In 1998 wordt de Nijverheidslaan verlengd om bijkomende percelen te creëren.In 2002 worden de BPA's Maasland en Nijverheidslaan uitgewerkt in functie van een betere percelering enafbakening.Momenteel stelt zich de vraag naar een bijkomend lokaal bedrijventerrein om te kunnen beantwoorden aan devraag van nieuwe lokale bedrijven waarvoor op het huidige bedrijventerrein met regionaal karakter geengeschikte locatie kan aangeboden worden.

Socio-{!conomische en kwantitatieve gegevens. 1

T<bll1. bevolkingsevolutie gemeente Opglabbeek 1991-2001 (bron. APS Interactieve gemeentelijk en regionale databank).

,,; Iii'~ r. R '" 't~.:\'

Ooalabbeek 8.024 18.525 18.957 19.045 19.131 I 9.200 1114,711mbura 750 438 I 755 593 I 783 927 1787491 I 791178 I 794785 1106.9

..

Opglabbeek kent een inwonersaantal dat driemaal zo sterk stijgt (15%) als het Limburgse gemiddelde. Deze trendzet zich nog verder door aldus de provinciale prognose (1997-2007) die nog een toename met 740 personen (of9,1%) aangeeft. Deze toename heeft waarschijnlijk te maken met de goed ontsloten ligging van Opglabbeek nabijhet stedelijk gebied van Genk.

De tewerkstelling in Opglabbeek situeert zich voornamelijk op het industrieterrein. In 1997 was dit 63.3% van hettotale tewerkstellingscijfer. De totale werkgelegenheid per 1000 inwoners voor Opglabbeek bedraagt 334.3, dit isiets minder dan in Limburg als geheel. 346. .

I Gegevens Uil Sectoraal BPA zooevreemde oomJVen (goed;Jekeurd 000r de gemeenteraad, llbosl-Groep nv, febr 2(ni

cleuren_merkenarc:hrtectuur & nJI1ltel~ke planning

INF 46

Page 58: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

gemeentelijk ruimtelijk structuurplan opgIabbeek INFORMATIEF DEELbestaande deeistructuren

Opglabbeek heeft één groot bedrijventerrein met een regionale uitstraling.Het betreft een oppervlakte van 219,84 ha 2waarvan ongeveer 200 ha bezet is, de overige 20 ha zijn bouwrijp.In 2000 (06.10.2000) had via een gewestplanwijziging een grenscorrectie plaats wat resulteerde in 9 a bijkomendterrein. Op het industrieterrein zijn ongeveer 1453 bedrijven gevestigd met een tewerkstelling van om en bij de1500 personen. Dit is een tewerkstellingsgraad van 7,3 werkende per ha. Uit gegevens van de GOM blijkt dat hetgrootste deel van de bedrijven gelegen is in de categorie met 1-19 werknemers.

14,793.3%

Tabel 3: wer1<gelegenheid volgens sector (bron: startnota GRS 1997).bIJ 9959. Tr!I!.O 97,7% ~.1

Het totale tewerkstellingscijfer' voor Opglabbeek is 3481, waarvan 276 werkgevers.Hiervan zijn er 25 tewerkgesteld in de landbouw, 1125 in de industrie, 632 in de bouwnijverheid en 1699 in detertiaire sector. Het aandeel vrouwen op het totale tewerkstellingscijfer bedraagt 35,8%, dit varieert van 7,6% in debouwnijverheid, 15% in de industrie, 19% in de landbouw tot 73,7% in de tertiaire sector.

1·19_... 2(l.49 _neme<> 50011.,..._ T_

Werk Werk Werk Werk5ecton!n .-. IA V TOl """"'" IA V Tol """"'" IA V TOl """"'" lol V TOl

Landx>uw ~ 25 , 2 0 0 c 0 c 0 C 20 2 2

Industrie 3! 271 5 325 14 330 58 388 37 57 431 56 975 169 114

Bouwnllverheld SC 240 IE 25€ 5 155 i 163 li7 19 zo: 5! sa; 43 62!

erUalre sector 120 2BO 27E 55€ i14' 85 227 47: 265 73! 141 ll9i: 62€ 1521

Totaal ZZ; 816 3411 116 27 62 151 778 1 103' 341 137' 26 24n 840 3.31

Tabel 4: RSZ-werkgelegenheid volgens sector en grootteklasse op 30 JUni 2000 (bron: RSZ, G.O.M.-limburg).

In 1993 telde de gemeente 414 zelfstandigen (enkel in hoofdberoep), in 2000: 518, in op 31.12.2002: 547 (370 M- 177 V). Het aantal zelfstandigen neemt dus gestaag toe.

Op 31.12.03 zijn er 273 uitkeringsgerechtigden volledig werklozen waarvan 78 mannen en 195 vrouwen.De tewerkstelling met minstens 10 tewerkgestelden verminderde van 30.09.02 tot 30.09.03 met 10,3%, dit is hethoogste cijfer voor Limburg waar een gemiddelde daling vastgesteld wordt van 7%. De werkloosheidsgraaddaarentegen voor Opglabbeek bedraagt 6,4%, wat lager is dan het gemiddelde 8,2% voor het arrondissementHassell

Ruimtelijke gegevens.De ambachtelijke zone en KMO ligt ten westen van het hoofddorp Opglabbeek en ten noorden van de deelkernNieuwe Kempen, ervan gescheiden door een bufferzone langsheen de Lobeliastraat (wijkomsluitende straat).Het bedrijventerrein heeft door de grootschaligheid en de inplanting van grote regionale bedrijvigheden eenduidelijk regionaal karakter. Het betreft in hoofdzaak middelgrote bedrijven die gelegen zijn op grote kavels.De concentrische ligging gecombineerd met de mogelijkheid van rechtstreekse ontsluiting van het terrein kan alsoptimaal worden beschouwd. Zeker het gedeelte gelegen ten noorden van de Weg naar Zwartberg. De ontsluitingvan het zuidelijke kleine deel moet gebeuren over de Weg naar Zwartberg heen wat mogelijk conflicten kan gevenmet het lokaal verkeer.Het bestaande terrein sluit via de Industrieweg-Noord onmiddellijk aan op de N76 van waaruit op ongeveer 8minuten de E314 bereikt wordl Van daaruit is vervolgens een vlotte verkeersafwikkeling op provinciaal en landelijkniveau mogelijk. Het bedrijventerrein is een duidelijk afgebakende zone met een lineair stratenpatroon. Een smallestrook gaat over de Weg naar Zwartberg en reikt tot aan het zuidelijke groengebied. In deze strook bevindt zichook het containerpark, de gemeentelijke technische dienst en het Natuurhulpcentrum.

'Gegevens mMo sland 01 01 2003J Gegevens <XlM, q:>name februan 20044 Bron RS L. 30 jUni 2001

deuren_melkenarchitectuur & ruimtelIJke p1annmg

INF 47

Page 59: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

gemeentelijk ruimtelijk slructuUlplan opglabbeek

IV.2.2 BPA MAASLAND EN BPA NIJVERHEIDSLAAN

INFORMATIEF DEELbestaande deelslructuren

Het BPA Maasland (dossier RP 9.901710471009.9, d.d 2002103122) is het kleinere gedeelte van hetbedrijventerrein, ten zuiden van de Weg naar Zwartberg. Het werd opgemaakt in functie van het mogelijk makenvan de verdere sanering en een intern betere circulatie van de vroegere Velda -site (bestaande bedri~sgebouwen).

De huidige hoofdactiviteit betreft logistiek en distributie met een klein aandeel aan kantoren en diensten (5-group).Er werd ruimte voorzien voor het inpassen van zones voor natuurgebied {donkergroene strook ten westen enpuntvormig deel ten oosten. Daamaast een ruime groenbuffering langsheen de achterkant van de lintbebouwinglangs de Weg naar Zwartberg en de zuidelijke en westelijke randen.

'Het BPA is opgemaakt voor een beperkte uitbreiding van het bestaand industrieterrein binnen agrarischgebied op basis van art. 165 van het decreel van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijkeordening en dit in functie van de aantoonbare hoogdringendheid en de sanering van de oude Velda-site.....De atwijkingen len opzkhte van hel gewestplan hebben enerzijds betrekking op de uitbreiding van helindustriegebied in agrarisch gebied (5ha 47a 49ca) en anderzijds op de herlJeslemming van een deel vanhel industrieterrein naar natuurgebied (1ha 67a 47ca) en op de herbeslemming van een zeer beperkt deelvan natuurgebied naar aan de industrie gerelateerde functies (bufferen inlerne circulatiezone 7a 6Oca). '5

,

_._ ~"'"'n.......,., ,... ........,.,.-_ .._ ....

-'''--0.---._-__'_"':::~~"::'......-,_ .....,--. .._''''''''',0«_.''__ oe ..,...""""_'''''-'''D_"-"""""'""""",,,,11iUI'I'_12 ......U._............,.",...-c.-cu.,oo-__-

.p'~"-""

~==:.."=~

Het BPA Niiverheidslaan (dossier RP 9901710471010.0, d.d. 2002105124) werd opgestart met als doel deproblematische perceelsdiepte van percelen aan de noord- en twee percelen aan de westzijde van deNijverheidslaan op te lossen en alzo te komen tot een efficiënter ruimtegebruik. Het betreft een rechttrekken van deindustriezone door middel van een ruiloperatie met landbouwgebied, waardoor een optimalere en meereconomische verdeling van de gronden voor beide partijen bewerkstelligd werd.Het gebied ligt ten noorden in de gewestplanindustriezone en wordt begrensd door het Ophovenerbos, akkers enbeboste percelen.De oppervlaktebalans wordt gevormd door bosgebied en agrarisch gebied in min (respectievelijk 5772 In' en15198 In') enerzijds en anderzijds industriegebied (9970 In') en bufferzone (11000 ni) in plus. De totaleoppervlakte industrieterrein in plus bedraagt ongeveer 13 ha (inclusief het uitgesloten deel).

sU,I Memone van loebchbng BPA Maasland, Groep Detta stedenbouw nv

cleuren_merkenarchilecluu! & rUlI11teljke p1annng

INF 48

Page 60: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

gemeentelijk ruimtelijk structuurplan opgIabbeek INFORMATIEF DEELbestaande deeistructuren

De argumenten waren de volgende:Rechttrekking oostelijke grens door een ruiling van de gronden gelegen in verschillende bestemmingszones.Dit resulteert in een te minimaal positief saldo induslriegrond.De gemeente heeft bij de verkoop van de gronden altijd rekening gehouden met een latere rechttrekking enbinnen deze context de gronden slechts verkocht over een diepte van 100m. De overblijvende (rest)induslriegrond ten gevolge van de ondiepe percelen zijn wegens de geringe diepte niet geschikt voor devestiging van bedrijven.De rechttrekking gebeurt in functie van een efficiënt ruimtegebruik.

UITGESLOTEN DËEL

•I

-~.~:-_0 ~__

Alle gronden voor het rechttrekken van de afbakening werden door de gemeente aangekocht en ondertussendoorverkocht aan de aanliggende bedrijven of andere. De ter beschikking gekomen oppervlakten zijn dus niet meerop de markt voor nieuwe vestigingen.

IV2.3 LOKAAL BEDRIJVENTERREINNiet bestaande.

IV.2.4 ZONEVREEMDE BEDRIJVEN.'

Buiten de bedrijvenzone liggen nog een aantal, al dan niet zonevreemde, bedrijven verspreid over de gansegemeente. Het voorkomen en functioneren van lokale bedrijven in de woonzone is in principe een normaalgegeven. Wanneer echter de bedrijvigheid de schaal van de omgeving overstijgt of dermate storend wordt voor deomliggende functies, dan wordt geadviseerd deze bedrijven te herlokaliseren naar een lokaal bedrijventerrein.In Opglabbeek werden 108 bedrijven geïnventariseerd die gelegen zijn buiten het bedrijventerrein. Hiervan werdener 22 gecategoriseerd als zonevreemd, waarvan er uiteindelijk nog 6 in aanmerking kwamen om opgenomen teworden in een sectoraal BPA zonevreernde bedrijven. Dit betekent concreet dat voor deze 6 bedrijven ruimtelijkeoplossingen geformuleerd worden die betrekking hebben op inpassing in hun omgeving, de ruimtelijkeverschijningsvorm, al dan niet uitbreidingsmogelijkheden en de bestemming.De overige 16 (zie sectoraal BPA zonevreemde bedrijven) kwamen niet in aanmerking omwille van óf hetbedrijfsbeleid zelf, of 'ongunstige juridisch-planologische en of structureel-ruimtelijke criteria.'Onderstaand plan geeft de locatie van de onderzochte bedrijven.

•Gegevens urt SectOl3lll BPA zonevreemde be<iIJV"" (goedgeI<eurd door de gemeenleraad.li>osl-Groep nv, febr 2006

cleuren_merkenarchrtectuur & nJllTllebJke planning

INF 49

Page 61: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

gemeentelijk ruimtelijk structuurplan opgIabbeek

---- -\

"" -----\.\

INFORMATIEF DEELbestaande deeistructuren

Categorie 3:

Categorie 4:Categorie 5:

Bij het evalueren van de bedrijven werd vertrokken vanuit een aantal beoordelingsprincipes.1. Juridisch-planologische criteria.

Dit heeft betrekking op zowel de milieuvergunning als de bouwvergunning.2. Structureel-ruimtelijke criteria.

Het betreft ruimtelijk 'structurele' problemen die al dan niet op relatief eenvoudige wijze op te lossen zijn.Structureel-ruimtelijke criteria hebben te maken met:- de nabijheid van andere gelijkaardige bedrijven;- het functioneel verenigbare met de omgeving en bijhorende functie;- de landschappelijke inpasbaarheid;- de verenigbaarheid met de natuurlijke omgeving;- de bereikbaarheid en ontsluiting.

3. Hygiënische criteria. meer bepaald de visuele impact, de architectonische kwaliteit van de gebouwen en deopen delen en de milieu-hygiëne hinder.

4. Socio-economische criteria zijn criteria die zich richten op de toekomstperspectieven, het economisch belangen de plaatsgebondenheid van het bedrijf.

Bij het analyseren van de verschillende bedrijven liggen de waarden van de verschillende beoordelingscriteria nietgelijk. De beoordeling werd vervolgens getoets aan een vooropgesteld afwegingskader.

De uiteindelijke categorisering per bedrijf is gekoppeld aan ontwikkelingsperspectieven. Voor gedetailleerderinfonmatie hierrond verwijzen we naar de studie 'Sectoraal BPA Zonevreemde Bedrijven Opglabbeek', opgestelddoor Libost-Groep nv-{)ntwefj}- en adviesbureau; document definitief aanvaard door de gemeenteraad).Het betreft volgende categorieën.Categorie 0: géén opname in het sectoraal BPACategorie 1: geen uitbreiding of verbouwing mogelijk.Categorie 2: uitbreiding mogelijk zonder schaalvergroting (max. 30%) met beperkingen naa aard van de

nieuwe activiteit.uitbreiding mogelijk zonder schaalvergroting (max. 30%) zonder beperkingen naa aard van denieuwe activiteit.uitbreiding mogelijk met schaalvergroting met beperkingen naar aard van de nieuwe activiteit.uitbreiding mogelijk met schaalvergroting zonder beperkingen naar aard van de nieuwe activiteit.

cleuren_merkenarchllectuur & ruimtelijke pIarnng

INF 50

Page 62: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

gemeentelijk ruimtelijk structuurplan opgIabbeek INFORMATIEF DEELbestaande deeistructuren

Het resultaat van het onderzoek en bijhorende analyse en categorisering vindt u in onderstaande tabel.

-

1Knoops Franco Bijvaerdeweg 50 Ruimdenst 1

2Houbrechts M. Broekkantslraat 18 prondwerken 2

3Gerits Broekkantstraat 45 Betonwerken -4Knoops-Kassinger Jacky Broekkantslraat 47 Grondwerken -5Creyns bouwmaterialen Geensslraat 1 Bouwmaterialen 1

6Gebroeders Moors Gommerslraat 1 Grondwerken -Wan Eygen Plerre Molenweg 47 ~nnemer -8r-'andeurzen IVI"~y~,straat 21 Bet~ten

9Schreurs interieur Ophovenstraat 22 Schrijnwerker -

10 Baelen J. Rittenweg 51 V'outobehandeling -11 Garage Johan rNeg naar As 129 parage -

12 e1iaert Kris rNeg naar As 155 r<"" "'''=13 Baelen r<veg naar Bree 96 ~rage 2

14 Hl.tlrechts llinaanleg r<veg naar Dome 14 uinaanleg 2

15 JansseniNV Korage rNeg naar Opoeleren 107 Fiscaliteit (H en K) + schrijnwerkerij 216 Banken J. r-'Veg naar Opoeteren 121 Schrijnwerker 217r-'anbuel M. r-'Veg naar Opoeteren 75 Garage 2

18 C&C Maatkeukens rNeg naar Zwartberg 158 Schrijnwerker 1

19 Drion machinebouw Weg naar Zwartberg 160 Machinebouw -20 GAM. metaalconstructie rNeg naar Zwartberg 185 metaalconstructie 221 Knoops F. /I'Ieg naar Zwartberg 246 Ruimdenst 222 Garage Blockken bvba rNeg naar Zwartberg 291 Garage -

~ Niet geselecteerd na onderzoekGeselecteerd voor opname in sectoraal BPA zonevreemde bedrijven

Tabel 6: Overzicht selectie en categorisering bedrijven.

'De overige bedrijven komen omwille van ongunstige juridisch-planologische en of structureel-ruimtelijke criterianiet in aanmerking voor opname in fase 1van het sectoraal BPA voor zonevreemde bedrijven. De gemeente wilook een uitwijkmogelijkheid voor deze bedrijven creëren op een lokaalbedrijventerrein. De gemeentelijkebedrijventerreinen zijn op dit ogenblik bijna volledig volzet en bovendien van regionale aard. In de gemeenteOpglabbeek is er geen lokaal bedrijventerrein. Een definitieve oplossing voor deze bedrijven kan dus pasgevonden worden als er ook een oplossing is voor de eventuele inrichting van bestaande lokale bedrijventerreinen,zeker als we de andere zonevreemde bedrijven - in de breedste zin van het woord- in rekening brengen die niet indit onderzoek aan bod komen. Met name de bedrijven die in woongebied gelegen zijn en daar metontwikkelingsmoeilijkheden te kampen hebben."

7Uil Sectoraal BPA Zonevreemde BErlIJVen ~Iéi:>beek, Lbosl-groep nv - slartnota, }Muatl2004, paglfla 83187

cleuren_merken.rcMectUUl & n.vnlehlke planrnng

INF 51

Page 63: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

gemeentelijk ruimtelijk structuurplan opgIabbeek

IV.2.1 KNELPUNTEN EN KWAUTEITEN

111.2.1.1. Industrieterrein.

INFORMATIEF DEELbestaande deeislructuren

Kwaliteiten.Nog 20 ha bouwrijp.Goede interne werking.Geen ruimtelijke enlof functionele conflicten met omliggende functies, met name buffering naar de woonwijkNieuwe Kempen en ruime afstand tot Weg naar Zwartberg en noordelijk gelegen groengebied.Mogelijkheid tot aankondiging en profilering langs de N76.Onmiddellijke aansluiting op de N76 primaire weg type 11 en secundaire weg type I.Nog uitbreidingsmogelijkheden ten noordwesten en beperkt ten zuiden.Mogelijkheid tot inpassen lokaal bedrijventerrein aansluitend op bestaande industrieterrein.De nabijheid van de E314.

Knelpunten.Omwille van het regionale karakter beperilte mogelijkheden voor het inpassen van lokale bedrijvigheid.Aansluiting en verkeersafwikkeling van Industrieweg-Zuid over de Weg naar Zwartberg is niet optimaal.Sluikverkeer via de Industrieweg-Zuid.

111.2.1.2. Zonevreemde bedrijven.

Kwaliteiten.De verhouding van de 108 geïnventariseerde bedrijven gelegen buiten het industrieterrein tegenover deslechts 22 zonevreemde is als 20% vrij laag te noemen.De spreiding ervan over de hele gemeente kan als een normale ontwikkeling beschouwd worden.

Knelpunten.De verhouding 6geselecteerde ten opzichte van 16 niet weerhouden bedrijven komt neer op 37,5% van dezonevreemde bedrijven waarvoor juridisch-planologische en of structureel-ruimtelijke een oplossing wordtgeboden.

cleuren_merkenarchrtectoor & I\Il11le1ijke planrung

INF 52

Page 64: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

gemeentelijk ruimtelijk structuurplan opgIabbeek INFORMATIEF DEELbestaande deeistructuren

IV.3 BESTAANDE NEDERZET1lNGSTRUCTUUR

IV.3.1 BESTAANDE STRUCTUUR GLOBAAL

­=-­--1mIIIl-..............__ 4" ~

--i .....--=­CiLl_..._--..._"....

""- -~---c::J..,. "....U2l~__.-

--

Gewestplan Opglabbeek.

Opglabbeek bestaat uit drie woonkernen: Louwel, Opglabbeek en Nieuwe KempenlDennenweelde.De nederzettingsstructuur wordt duidelijk bepaald door de centrurngemeente Opglabbeek.Vanuit het centrum deint de bebouwing zowel noord- als zuidwaarts uit, respectievelijk langs de wegen naar Bree(N730) en As. Aan de oost- en westzijde van deze assen ontwikkelden de woonstraten zich alsmaar verder tot deoorspronkelijke aparte nederzettingen (Ophoven, Vinkenkant, Broekkant en het Dorp) opgeslorpt werden in hetgeheel.De oostelijk gelegen deelkern Louwel, met een zeer verspreid en eveneens uitdijend patroon, loopt ruimtelijk overin de centrurngemeente. Een duidelijke begrenzing of grenszone is niet ervaarbaar. Toch moeten we hier sprekenover twee verschillende leefgemeenschappen.

Ten westen heeft de bebouwing van het hoofddorp zich eveneens verder gezet langs de Weg naar Zwartberg. Hetlanggerokken lint bebouwing dat de Weg naar Zwartberg begeleidt, deelt de westelijk gelegen woonwijken in twee.Nieuwe Kempen, ten noorden, en Dennenweelde, ten zuiden van de Weg naar Zwartberg, zijn duidelijkafgebakende en strikt gestuurde (recentere) ontwikkelingen. Ze hebben een ander karakter dan Opglabbeek,Louwel en alle tussenliggende bebouwing. Het stratenpatroon is er sterk symmetrisch en lineair opgebouwd, debebouwing richt zich voornamelijk naar binnen. Het geheel wordt enkel via de Weg naar Zwartberg opgehangenaan de gemeente en/of de verdere omgeving.

De groei van Louwel en Opglabbeek daarentegen toont een natuurlijk verloop met woonstraten die langs allezijden doorlopen tot in het open landschap of doorsteken tot in het omliggende groen. Het fijnmazigewegenpatroon legt verbindingen naar alle richtingen. Opvallend is dat over de hele gemeente voor het grootstedeel de open bebouwing (hoofdzakelijk één bouwlaag + dak) op ruime percelen voorkomt, en dit zowel inOpglabbeek, Louwel en de tussenliggende bebouwing als in Nieuwe Kempen en Dennenweelde (zie ookbevindingen woningbehoeftenstudie). Rond het Dorpsplein en de aansluitende delen van de Weg naar Zwartberg,de Weg naar Bree en As, komt voornamelijk aaneengesloten bebouwing voor.

cleureo_merkenarchitectuur &rUimtelIjke planning

INF 53

Page 65: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

gemeentelijk ruimtelijk structuurplan opglabbeek INFORMATIEF DEELbestaande deeistructuren

Samengevat zijn er de alsmaar uitdijende spontaan ontwikkelde en naar elkaar gegroeide kernen Opglabbeek enLouwel, en anderzijds de duidelijk afgebakende, lineaire en ruimtelijk gestuurde wijken Nieuwe Kempen enDennenweelde met daartussen de nagenoeg dichtgegroeide Weg naar Zwartberg.Nagenoeg alle woningen liggen in woonzone en woonzone met landelijk karakter (gewestplan). Er zijn slechts 53zonevreemde woningen waarvan het overgrote deel vergund is. Van deze zonevreemde woningen zijn er 45gelegen in het hoofddorp Opglabbeek (1 in het zuidwestelijk groengebied, 3 in agrarisch waardevol gebied, de restin agrarisch gebied), 3 in Louwel (2 langs de uiterst noordelijke Bergerweg in agrarisch gebied en 1 (restaurant DeSlagmolen) in het groengebied van de Bosbeekvallei) en 5 langs de Nl6 in Dennenweelde (1 in agrarisch gebiedten noorden langs de Nl6 en 4 in groengebied (éénqe aan de westzijde van de Nl6 en drie op de grens met Genkaan de oostzijde)).Voor Opglabbeek zijn voor de zonevreemde woningen twee clusters te onderscheiden (Vinkenkant en Hoefkant)die, niettegenstaande gelegen in agrarisch gebied, ruimtelijk een onderdeel uitmaken van de beekstructuren vande Kleine Beek en de Bosbeek.

Wat betreft de uitbreidingsmogelijkheden van de woonzone kan gesteld worden dat er drie uitbreidngsgebiedenzijn in Opglabbeek:- Eén van de drie woonuitbreidingsgebieden, het noordelijk gelegen gebied rond de Boekweitstraat, is praktisch

volledig volgebouwd.- Het woonuitbreidingsgebied ten westen van de Weg naar As (Groenstraat-Sl.Hubertusiaan-Schrijversweg)

bedraagt 24ha 62a 4ca. Dit gebied is in beperkte mate aangesneden door losse invullingen. Er zijn 26woningen ingeplant langs aan de bestaande uitgeruste wegen van dit gebied.

- Het woonuitbreidingsgebied van de Bosstraat, ten oosten van de Weg naar As, is volledig onbebouwd.Daarnaast zijn er tal van inbreidingsrnogelijkheden in Opglabbeek (6, goed voor ongeveer 100 eenheden), NieuweKempen (3, goed voor ongeveer 41 eenheden) en Louwel (2, goed voor ongeveer 26 eenheden. Dezeinbreidngsgebieden zijn echter niet allen even toegankelijk en centrumversterkend gelegen.

cleureo_merkenarctlllectuur &ruimtelijke planning

INF 54

Page 66: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

gemeentelijk ruimtelijk structuurplan opglabbeek

IV.3.2 OPGLABBEEK

IV.3.2.1. Bestaande structuur.

INFORMATIEF DEELbestaande deelstructuren

Aantal inwoners:Aantal woningen (telling 1991):

Vrije percelen:Nieuwbouwbehoefte:

5649" = 61,86% van totaal Opglabbeek op 1560ha 28a 43ca = 3,62 inw./ha.1584 waarvan 51 zonevreemd (1 in groengebied, 6 in agrarisch waardevolgebied, de rest in agrarisch gebied),580 vrije loten62% van 218 tot 2007 (zonder bijsturing) = 135

De bestaande structuur van Opglabbeek is heel duidelijk afleesbaar.Vier verbindende en ontsluitende hoofdwegen naar de vier windstreken.Een uitgesproken centrumplek waar de cultuurlijke structuur ( kruispunt van de vier hoofdassen met centrum{gesloten} bebouwing) en de natuurlijke structuur (de Kleine Beek) elkaar kruisen.Vandaaruit één handels- en één dienstenas, noordwaarts hoofdzakelijk openbare en/of dienstenfuncties,westwaarts hoofdzakelijk handelsfuncties.Vier woonlobben in de kwadranten met een fijnmazig stratenpatroon en traditionele woonwijken.De 80sbeekvallei als afsluiting van het zuidoostelijk kwadrant, met aansluitend een agrarische zone metkleinschalig karakter als open ruimte buffer, hierin de woonenclave Hoefl<anlDe Kleine Beek die reikt tot in het centrum en zorgt voor een duidelijke verbreding van de vallei, evenals deKreeftenbeek meer zuidelijk gelegen, hierin de woonenclave Vinkenkant als restant van de oude nederzettinglangs de Kleine Beek, nu verworden tot een uitloper van het hoofddorp opglabbeek.De groengordel die Opglabbeek in een bijna driekwart cirkel omsluit van noord naar noordwest en zuidwest.Ook hier tussenliggende landbouwgebieden met een iets grootschaliger karakter.Drie zones voor sport en/of recreatie waarvan er twee (de sportzone en 'tlaar) gelegen zijn in of aansluitendop de woonomgeving en éénlje (Wilhelm Teil) in de 8osbeekvallei.

Binnen de afbakening van het vigerende BPA liggen de centrumfuncties duidelijk afgebakend. Twee grotegebieden met functies voor openbaar nut, ten oosten van de Kapelstraat een ruime zone met daarin de(gemeentelijke) basisschool, de pastorie, het cultureel centrum en heel veel parkeerruimte, ten westen een ruimezone met het gemeentehuis. Daarnaast nog enkele losse vlekken met het postkantoor, de politie en deRijksbasisschool. Het gros van de omliggende zone voor wegenis is bestemd als erfgebied met het accent op deverblijfsfunctie. De stroken bebouwing langsheen de voornaamste invalswegen, rond het Dorpsplein, het pleinvoor de kerk en het gemeentehuis worden aangegeven als gesloten bebouwingswanden. Verder noord- enwestwaarts, gemengd tot open bebouwing.Naar bestemming toe worden de winkels geconcentreerd rond het Dorpsplein met een ruime uitloper langs de Wegnaar Zwartberg en een beperkte zone langs de Dorpsstraat.In de zone voor gemengde bebouwing kunnen ambachtelijke bedrijven, horeca, vrije beroepen, openbare en socio­culturele activiteiten ingepast worden. In de overige zone voor gesloten bebouwing kunnen geen winkels, maarwel vrije beroepen, openbare nutsvoorzieningen en socio-culturele activiteiten.

Binnen de afbakening van het centrum domineren enerzijds het Dorpsplein en de twee ontsluitingswagen (Wegnaar Zwartberg en Dorpsstraat) en het bijhorende gemotoriseerd verkeer. In de pleinwanden bevinden zich thansenkele handelszaken die al passerend niet of nauwelijks opgemerkt worden.Het Dorpsplein, alhoewel bestemd als verblijfsruimte, functioneert enkel als parkeerruimte, wat ook vastgesteldwordt voor de noordelijk gelegen pleinen vóór de kerk en het cultureel centrum.Het Dorpsplein heeft slechts één enkele gesloten en afgewerkte gevelwand ten oosten, waarvan de bebouwing hetachterliggende groengebied volledig afsluit.De zuidelijke gevelwand is niet afgewerkt, lege percelen en onafgewerkte bebouwing langs de doorgang naar deOude Asserweg. Centraal in de westelijke wand positioneert zich het oude gemeentehuis in het groen. Het is eenbeeldbepalend zicht op Opglabbeek komende vanaf de Dorpsstraat en de Weg naar As.De noordelijke zijde van het Dorpsplein is helemaal open richting Kapelstraat. Op deze verbrede strook sluitenopenbare functies aan, de kerk, het cultureel centrum met bibliotheek, de scholen, de politie, en daarnaast nogenkele privé-diensten (banken), een winkel en een eethuis in de westelijke gevelwand. De diensten komen ook

• Gegevens woorbehoeftestlrle Groep Delta, 2001

cleuren_merkenarchliecluul & ruimtelijke planning

INF 55

Page 67: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

gemeentelijk ruimtelijk structuurplan opglabbeek INFORMATIEF DEELbestaande deeistructuren

voor langs de Dorpsstraat, met name het jeugdhuis (De Spil) aansluitend op de achterkant van de school langs deKapelstraat en de Gemeenschapsschool tussen de Dorpsstraat en de Weg naar Opoeteren. De Kapelstraat alscentrumstraat sluit aan op de Dorpsstraat én op de sportzone aan de overzijde.

Tegen de kerk als beeldbepalend punt bij de aansluiting van de Dorpsstraat op het Dorpsplein. de Delhaize metvoorliggende parking. Verderop langsheen de Kapelstraat gesloten gevelwanden. De Kapelstraat is eenbelangrijke gemeentelijke weg omwille van 1) de belendende druk bezochte openbare diensten, 2) de verbindingDorpsplein I sportzone en 3) het gebruik ervan als ontsluiting van de aanliggende westelijk gelegen woonzone.Op het punt waar de Kapelstraat een bocht oostwaarts maakt sluiten nog drie andere woonstraten aan op deKapelstraat (de Droogstraa~ de Langstraat en de Engelenweg).Op het gedeelte van de Dorpsstraat, tussen de Kapelstraat en het Dorpsplein zien we hoofdzakelijk doorgaandverkeer, met enkele stoppunten aan een bakker en twee horecazaken. Alhoewel de Rijksbasisschool (150 11.) hierook een toegang heeft, wordt er 's morgens, 's middags en 's avonds geparkeerd in functie van het brengen enhalen van de kinderen van de vrije basisschool (650 11. waarvan 200 kleuters).

CENTRUMZONE OPGLABBEEK

sporthal

handel

school

horecaTr ke

De Weg naar Zwartberg is een uitgesproken handelsstraat, een gesloten bebouwingswand met primairewinkelfuncties aansluitend op het Dorpsplein en secundaire en tertiaire winkelfuncties westwaarts. Buiten deafbakening van het BPA centrum I liggen enkele winkels met grote vloeroppervlakte (aldi, cash &fresh, ..). Dezewinkels worden als blokkendozen in het woon- en winkelweefsel ingepast. De bijhorende parkeerstroken geveneen negatief en onafgewerkt beeld aan de winkelstraat.Het noordoostelijke gebied, in de hoek Kapelstraat I Weg naar Zwartberg zien we een diep in het woonweefselindringende zone van het gemeentehuis annex bejaardentehuis in eer ruim parkgebied begrensd door deKimpenstraat. Vervolgens het traditionele woonpatroon van Opglabbeek. Van de strook (woonblok) liggendetussen de Postweg en de Kapelstraat heeft het noordelijke deel een vrij afgewerkte structuur aan de zijde van dePostweg, met een concentratie van groepswoningbouw. In deze zone ten noorden van het gemeentehuis nog tweegrote open plekken, waarvan één braakliggend. Ruime parkeerstroken aan weerszijden van de Kimpenstraat. Ditverbreed wegprofiel gaat over in de parkeerruimte van ofwel het Dorpsplein, ofwel het plein vóór de kerk.

cleuren_merkenafetlllectuur & ruunteiiJke plannmg

INF 56

Page 68: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

gemeentelijk ruimtelijk structuUlplan opgIabbeek INFORMATIEF DEELbestaande deelstructuren

De sportzone op zich en als geheel maakt functioneel geen deel uit van de dagelijkse centrumwerking. Door deonmiddellijk aansluiting op de dienstenstrook, als wezenlijk onderdeel van het centrum, wordt de aanhechting vande locatie, toch minstens op de plek waar de Kapelstraat op de Dorpsstraat aansluit (tegenover de oudebegraafplaats) ruimtelijk gelinkt aan het centrumgebeuren. Mogelijk kan op deze plek een centrumgebondenfunctie, die het draagvlak van het eigenlijke centrum mogelijk of tijdelijk overschrijdt, voorzien worden.De interne (noordelijke) zone wordt gezien als een te ontwikkelen binnengebied met als hoofdfunctie sport enrecreatie. Bijkomend kan door het inpassen van doorsteken van de ene woonstraat naar de andere en hetaanleggen van doorwaadbae buffers aan de randen een interessant en dynamisch geheel ontstaan dat niet enkelgebruikt wordt als sportzone, maar bijkomend ook als lokaal parkje ter ontspanning van de omwonenden.Hiervoor zal een streefbeeld opgesteld worden. Gekoppeld hieraan moet ook gedacht worden over denabestemming van de oude begraafplaats mogelijk als woonzone.

De bestaande ruimtelijke structuur van het centrum geeft al duiding van een aantal functionele en ruimtelijkeknelpunten. Zo wordt het beeld van het Dorpsplein gedomineerd door de auto. Doorgaand autoverkeer, doorgaandvrachtverkeer, busverkeer, geparkeerde wagens op het grote ronde plein, geparkeerde wagens en doorstromendeauto's op het kerkplein, idem dito aan het cultureel centrum. Dit verhaal herhaalt zich langs de Weg naarZwartberg. Het is niet wat men noemt een 'gezellige drukte' die uitgaat van 'menselijk' verkeer.

Wat betreft de ruimtelijke ervaring geeft het Dorpsplein geen bescherming of beschutting. Openingen in degevelwanden, diepe doorzichten zonder focuspunt, ontbrekende positionering van het beeldbepalendegemeentehuis, grote parkeervlakten en onduidelijk afgebakende functies (waar bevindt zich wat en hoe geraak iker), ontbrekende of onvoldoende afgewerkte pleinwanden.Dezelfde ervaring in de Kapelstraat, verbrede openbare plekken in functie van het parkeren, ontbrekendegevelwanden waar de diensten zich niet duidelijk kunnen profileren.

De Weg naar Zwartberg wordt eveneens gedomineerd door het autoverkeer. Toch ligt hier een interessantehandels-as aan de basis. De gesloten winkelgevellijn binnen de afbakening van het bestaande BPA 'Centrum IA'wordt slordiger, transparanter en grootschaliger naa het westen toe. Vooral de winkels met grote vloeroppervlakteworden ruimtelijk niet afgestemd op het omliggende woonweefsel.De openheid, transparantie en ruime afbakening van de woongebieden van Opglabbeek dringen tot diep in hetcentrum. Vlak achter de (meer of minder) gesloten wanden rond het Dorpsplein begint het landelijk wonen (openbebouwing op ruime percelen). Dit landelijk wonen is een kwaliteit van Opglabbeek.De gevelwanden met centrumfuncties, zowel handel als diensten, vragen echter een aanpak gericht opstructurerende werking. De ingepaste functies moeten zich duidelijk en herkenbaar kunnen profileren. Zo ook moetgewerkt worden aan een duidelijke afbakening van het landelijk wonen en het wonen in het centrum. Er moet beeldgegeven worden aan hun specifieke ruimtelijke verschijningsvorm en functie-invulling.

Een analyse van de randen van het plangebied toont nog veel negatieve achterkanten, met uitzondering van denoordwestelijke rand die dwars door open woonzone loopt en de korte oostelijke zone tussen de Kruisstraat en deWeg naar Opoeteren die eveneens aansluit op een landelijke woonzone.

IV.3.2.2. Knelpunten en kwaliteiten.

Knelpunten.Ruimtelijk onduidelijke begrenzing en afbakening van de woonzones.Gebrek aan ruimtelijke kwaliteit aan de randen van de woonzones.Overlast van doorgaand verkeer op de vier hoofdwegen.Sluikverkeer langsheen de Droogstraat, Rozenstraat, Poststraat, GroenstraaVHeidestraat, Sint-Hubertuslaan,ManestraaUSpeeltuinstraat en de KruisstraatOversteekbaaheid van de Weg naar Bree ter hoogte van de aansluiting Kapelstraat en sportzone.Onafgewerkt centrumplein, geen solide pleingevelwanden , geen duidelijke profilering en positionering van hetgemeentehuis.Onafgewerkte centrumstraten (Kapelstraat en Weg naar Zwartberg), ontbrekende interne structuur, geenduidelijke afbakening van functies en gebruik, onafgewerkte gevelwanden, ..Onbenutte bouwdiepte langs de Weg naar Zwartberg.Gebrek aan ruimtelijke kwaliteit in het centrum en de centrumstraten.

cleuren_merkenarchitectuur & IUlmlel1jke plaM>19

INF óT

Page 69: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

gemeentelijk ruimtelijk structuUlpian opgIatbeek INFORMATIEF DEELbestaande dee!structuren

Geen duidelijke afbakening (ruimtelijk ervaarbaarheid) van het centrumwonen en het landelijk wonen. Deovergangszone centrum 'landelijke woonzone is ongestructureerd en onduidelijk ingevuld.Ontbrekende relatie met de Bosbeekvallei vanuit het centrum.Enkele onduidelijke verkeersknooppunten, bijvoorbeeld de aansluiting van vijf wegen in de noordelijke bochtKapelstraatlDroogstraat, aansluiting Plein' Kapelstraat , Kimpenstraat, Kapelstraat , Weg naar Bree, ...Ontbrekende landschappelijke inpassing van recreatie en sportvoorzieningen.

Kwaliteiten.Rustig, ruim en landelijk wonen in de vier woonlobben.Omgordelend groen met open landbouwgebieden als open buffers.Vlotte bereikbaarheid van de sport- en reaeatiezones.Vlotte en verspreide ontsluiting van de woonlobben door een fijnmazig stratenpatroon.Een goede toegankelijkheid van het centrum vanuit de omliggende woonlobben met een concentratie vanhandel en diensten langsheen de twee hoofdassen.Ruim dorpsplein losgekoppeld van het doorstromend verkeer.Groene omkadering van het gemeentehuis.De aanwezigheid van de Kleine Beek als natuurlijk gegeven in het centrum met een potentiële link(doorsteken) naar de beekvallei.Verdichtingsmogelijkheden in de woonlobben, meer bepaald de woonuitbreidingsgebieden ten oosten en tenwesten van de Weg naar N;. In de woonbehoeftestudie Wu02: 24ha 62a 04ca - 369 wooneenheden enWu03: Jha 08a 16ca - 46 wooneenheden.Verdichtingsmogelijkheden in de woonzone zoals aangegeven in de woonbehoeftestudie, meer bepaald:Droogstraat-Reyndersstraat-Hoekstraat01 ha 26a 16ca 18 wooneenheden;Boekweitstraat OOha 61a 62ca 09 wooneenheden;Weg naar Zwartberg-Roexeindestraat OOha 87a 12ca 13 wooneenheden;Hermisweg-Weg naa- N; OOha 51a 64ca 07 wooneenheden;Weg naar N;-Oude Asserweg 01ha 53a 02ca 23 wooneenheden;Heidestraat-Weg naar N; 01ha 99a 02ca 30 wooneenheden.Verdichtingsmogelijkheden in de stroken aansluitend op het centrum, meer bepaald:tussen de Weg naar Zwartberg en de Schrijversstraat , Schasstraat , Hermispad;in de oksel gevormd door de Kapelstraat en de Kimpenstraat;langsheen de Kapelstraat in de diepte;aansluitend op het bejaardentehuis;langs de Hoeverkerkweg aansluitend op het hoekcafé ('t Vervolg);aansluiting plein' Oude Asserweg.Het reliëfverschil dat wisselende ruimtelijke beelden en vergezichten geeft in het centrum:• zicht op het gemeentehuis vanaf de Dorpsstraat;• zicht op de kerk vanaf de Hoeverkerkweg;• zicht op de Weg naar N; vanaf het plein voor het cultureel centrum;• zicht vanaf de Postweg op het gemeentehuis.Een gemeentelijk en bovengemeentelijk recreatief aanbod, gaande van een gebundeld dag- enverblijfstoerisme tot een zacht recreatief medegebruik van het omliggende landschap.Het gegeven van het reliëfverschil in het centrum, de dieptezichten die geaccentueerd kunnen worden.

IV.3.3 LOUWEL

IV.3.3.1. Bestaande structuur.

Aantal inwoners:Aantal woningen (telling 1991):Vrije percelen:Nieuwbouwbehoefte:

1 7899 = 19,59% van totaal Opglabbeek op 314ha 81a 34ca = 5,86 inw.lha.484 waarvan 3 zonevreemd (2 in agrarisch gebied en 1 in groengebied).144 vrije loten20% van 218 tot 2007 (zonder bijsturing) = 44

• Gegevens woonbehoenesludoe Groep OeIta, 2001

cleuren_merken..dutec1w' & fIJImleilke p1a1llllll!J

INF 58

Page 70: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

gemeentelijk ruimtelijk structuurplan opglabbeek INFORMATIEF DEELbestaande deeistructuren

Bebouwing.De hele oppervlakte van Louwel wordt op het gewestplan bestemd als woongebied met landelijk karakter.We zien een ruime afbakening met twee uitlopers naar de Bosbeek richting Opoeteren (Molenweg en Weg naarDorne) en drie richting Opglabbeek (Laerstraat, Molenweg en Weg naar Opoeteren).Het einde van de bebouwingslijn langs de verbindingen aan de oostzijde (naar Opoeteren) werd duidelijk gestuurddoor de structuur van de Bosbeek.De twee westelijke uitlopers hebben zich als verbindende linten richting Opglabbeek verder ontwikkeld. Hier sluitde bebouwing aan op deze van Opglabbeek. De bebouwing langs de noordelijke verbinding met Opglabbeek(Laerstraat) is tussen Louwel en Opglabbeek onderbroken door een landbouwgebied met kleinschalig karakter.Het eigenlijke centrum, met kerk, school, sportzaaltje en winkel (primaire en secundaire behoeften) bevindt zichcentraal langs de Weg naar Opoeteren. Een herinrichting als doortocht met een as-verschuiving geeft duidelijkbeeld aan het dorpscentrum.

De bebouwing heeft zich op een vrij traditionele en gelijkaardige manier ontwikkeld langsheen de verschillendestraten. Het karakter of eigenheid van de verschillende woonstraten is overal ongeveer hetzelfde, open bebouwingop ruime vlakke percelen. Enkel naast de Weg naar Opoeteren verschilt de bebouwing en vinden we een iets meergesloten bebouwing en kleine appartementen terug. Enig verschil in karakter is terug te vinden in het reliëf dat tenzuiden afhelt naar de Bosbeek toe wat mooie doorzichten geeft op het landschap, het type bebouwing blijft echteroveral dezelfde.

Tussen de woonstraten is er nog op verschillende plekken open ruimte die verder kan verdicht worden.Verder bouwend op de bestaande structuur zijn dat:

twee lineaire stroken ten noorden, meer bepaald tussen de Dreesstraat en de Leyssenstraat (WiL1, verlengdevan de Hofstraat) en tussen de Leyssenstraat en de Weg naar Opoeteren in het verlengde van de Zijstraat(deze is reeds verkaveld);en twee vlekvormige gebieden ten zuiden van de Weg naar Opoeteren, meer bepaald tussen deKreemersstraat, de Rittenweg en de Slagmolenweg (verlengde van de Dalstraat) en tussen deKreemersstraat, de Slagmolenweg, Dwarsstraat en Molenweg (= reeds verkaveld);het gebied ten oosten en ten westen van de Loweta en de sportschuur (tussen de Slagmolenweg, Kortestraat,Weg naar Opoeteren en Kreemersstraat). Dit gebied was niet in de woonbehoeftestudie opgenomen en wordtnu WiL2 genoemd)

Van de vijf potentieel te verdichten locaties binnen woongebied, zoals aangegeven in de bestaande structuur,werd er voor 2 gebieden recent een verkavelingsvergunning afgeleverd, namelijk deze in het verlengde van deZijstraat (tussen de Leyssenstraat en de Weg naar Opoeteren) en deze ten noorden van de Molenweg (verkavelingtussen Slagmolenweg, Dwarsstraat en Kreemersstraat)In de woonbehoeftestudie wordt enkel de strook aansluitend op de Hofstraat (tussen de Dreesstraat en deLeyssenstraat) als te verdichten aangegeven (WiL1-oppervlakte 97a 96ca -14 wooneenheden).Er resten dus nog twee bijkomende zeer interessante plekken te verdichten onmiddellijk aansluitend op deopenbare centrumfuncties:

het gebied aansluitend op de school en de sportschuur dat ruimtelijk verbonden kan worden (over deKreemersstraat heen), met name WiL2 ;het meer zuidelijke gebied tussen de Kreemersstraat en de Rittenweg, dat vervolgens verbonden kan wordenmet de Slagmolenweg (in te vullen als zone met speelvelden voor de jeugdverenigingen en de scholen).

Infrastructuur.Structureel zijn er duidelijk drie oostwest gerichte infrastructuurlijnen waartussen de nederzetting zich heeftontwikkeld:

als hoofdas de Weg naar Opoeteren waarlangs de centrumfuncties en de minder recente bebouwing te zien is;de Dreesstraat ten noorden die een verbinding legt tussen het noordelijk deel van Opglabbeek en de Weg naarOpoeteren;de Molenweg ten zuiden, verbinding Opglabbeek - DorneiOpoeteren.

Tussen deze drie assen heeft Louwel zich lineair ontwikkeld ten noorden en concentrisch ten zuiden van de Wegnaar Opoeteren. AI deze tussenliggende straten kunnen als gelijkwaardig en puur gebiedsontsluitend beschouwdworden. Net als voor heel Opglabbeek vormt het intern wegenpatroon een fijnmazig web van waaruit het helegebied op een vlotte en verspreide manier kan gebeuren.

cleuren_merkenarchllecluur &ruimlelijke planning

INF 59

Page 71: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

gemeentelijk ruimtelijk structuurplan opglabbeek INFORMATIEF DEELbestaande deeistructuren

Open ruimte (landschap, landbouw, recreatie).Wat kenmerkend is voor Opglabbeek vinden we sterk terug in Louwel, met name de omgordeling van het dorpdoor de groenzone met een kleinschalige agrarische ruimte als ruimtelijke luchtige buffer.Het dorp wordt omzoomd door een divers groen gebied:

de lager gelegen Bosbeekvallei die het dorp ten zuiden en ten oosten duidelijk omzoomt;de Kattebeek ten noorden die een gedeelte van de gemeentegrens vormt, op een ruimere afstand;vervolgens het bos- en heidegebied van het Gruitroderbos met de Louwelse kiezelkuil en de Oudsberg.

Deze groengordel wordt vrij intensief gebruikt als recreatieve zone, enerzijds is er het zacht recreatief gebruikervan door wandelaars en fietsers, maar anderzijds wordt het vrij kwetsbaar gebied van de Oudsberg ookzwaarder belast door ongecontroleerde mountainbiking, motorcross en paardrijden.In deze groengordel komen ook puntsgewijs vier recreatieve verblijfspiekken en één sportzone voor, met name:

het bivakhuis de Nachtegaal langs de oude Molenweg ten zuidoosten in de groengordel (gewestplan);het bivakhuis Zavelheem in de noordelijk groengordel (gewestplan) op de weg naar de Oudsberg;de landhuisjes Wouterbron en camping Zavelbos, eveneens in de noordelijke groengordel (gewestplan),aansluitend op het recreatiegebied Wouterbron (gewestplan) te Opoeteren;en het bivakhuis de Schutterij langs de Weg naar Dome:aansluitend de sportzone gelegen langs de Weg naar Opoeteren.

Handel en diensten.Het betreft een kleine gemeenschap waar van een overlast van bedrijvigheid geen sprake is.Vrijwel centraal langs de Weg naar Opoeteren bevindt zich een voedingszaak (de Spar) voor primaire ensecundaire behoeften. Eveneens centraal de school, de kerk en de voorzieningen voor het gemeenschapsleven(Loweta, sportschuur).Louwel telt vijf zonevreemde bedrijven, twee worden weerhouden in het sectoraal BPA Zonevreemde bedrijven:1. Janssen nv Korage, fiscaliteit en schrijnwerkerij, Weg naar Opoeteren.2. Banken, schrijnwerkerij, Weg naar Opoeteren.

Samenvatting bestaande ruimtelijke structuur Louwe!.Eén hoofdas en twee nagenoeg parallelle straten, één ten noorden één ten zuiden.Fijnmazig stratenpatroon, lineair ten noorden, concentrisch ten zuiden.Lijnvormig centrum langsheen de hoofdas.Lineair woongebied ten noorden, organisch ten zuiden.Bosbeekvallei met kleinschalig landbouwgebied aan de oost- en zuidzijde.Bos- en heidegebied ten noorden en noordwesten met landbouwgebieden met een meer grootschalig karakter.

IV.3.3.2. Kwaliteiten en knelpunten.

Kwaliteiten.Diverse groenstructuur als afbakening van het dorp, ten zuiden en ten oosten de Bosbeekvallei, ten noordende Kattebeek en de bos- en heidegebieden met de Oudsberg. Daartussen kleinschalige landbouwgebieden.Herinrichting van de doortocht ter hoogte van de centrumfuncties.Centrale en gebundelde ligging van de centrumfuncties.Uitbreidingsmogelijkheden rondom de openbare functies ten zuiden van de Weg naar Opoeteren.Verdichtingsrnogelijkheden tussen de woonstraten binnen woonzone.Mooie doorzichten naar de Bosbeekvallei en het noordelijk gelegen groengebied (Oudsberg).Zachtrecreatieve mogelijkheden van de groengordel.Kleinschalig landbouwgebied als overgangszone tussen bebouwing en groen.Zéér rustig en landelijk wonen.Door een fijnmazig wegennet een vlotte ontsluiting van alle woonstraten.

Knelpunten.Onbenutte mogelijkheden rond de school, de sportschuur en de Loweta.Té intensief (té hard) en ongecontroleerd gebruik van het omliggende groengebied.Minder fraaie afwerking van de randen van de bebouwing.Vijf zonevreemde bedrijven binnen deze kleine leefgemeenschap is behoorlijk veel.

cleuren_merkenarchitectuur &ruimtelIjke p1anmng

INF 60

Page 72: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

gemeentelijk ruimtelijk structuurplan opgIabbeek

IV.3.4 DENNENWEELDE EN NIEUWE KEMPEN

IV.3.4.1. Bestaande structuur.

INFORMATIEF DEELbestaande deelslructuren

Aantal inwoners:Aantal woningen (telling '91):Vrije percelen:Nieuwbouwbehoefte:

1 686'0 =18,43% van totaal Opglabbeek op 639ha 64a 83ca =2,63 inw.Jha.491 waarvan 5 zonevreemd (1 in agraisch gebied en 4 in groengebied).74 vrije loten18% van 218 tot 2fJ07 (zonder bijsturing) = 39

Bebouwing.De volledige oppervlakte van Nieuwe Kempen en Dennenweelde is op het gewestplan ingekleurd als woongebiedmet uitzondering van een parkgebiedje centraal in Dennenweelde en twee zones voor openbaar nut in NieuweKempen.Nieuwe Kempen, ten noorden, en Dennenweelde, ten zuiden van de Weg naar Zwartberg, zijn duidelijkafgebakende en strikt gestuurde (recentere) ontwikkelingen. In tegenstelling tot de organisch gegroeide kemenOpglabbeek, Louwel en alle tussenliggende bebouwing, zien we hier een duidelijk afgebakende en begrensdewoonzone zonder uitwaaierende bebouwing of onafgewerkte builenranden. De bebouwingsstrooI< grenzend aan deN76 profileert zich niet kwalitatief naar deze doorgangsweg.Er worden drie te verdichten zones aangegeven in de woonbehoeftestudie (WiNK1-2-3, waarin respectievelijk 2J­9-9 wooneenheden kunnen worden voorzien). Het betreft echter voomamelijk (diepe) achtertuinen van devoorliggende woningen.

Infrastructuur.Het stratenpatroon is in de twee wijken sterk lineair (raster) opgebouwd aan weerszijden van de Weg naarZwartberg. Aan de westzijde de harde lijn van de N76.Dennenweelde wordt op één punt ontsloten naar de Weg naar Zwartberg, daarnaast nog twee doorsteken voorvoetgangers en fietsers. De stratenstructuur is een eenvoudige rondgang met drie dwarsverbindingen. Alle stratenzijn evenwaardige woonstraten. centraal een parkgebiedje.Nieuwe Kempen wordt op vier plaatsen ontsloten naar de Weg naar Zwartberg en op één plaats vanuit de N76, deoverige straten aan de zijde van de N76 zijn doodlopend. We kunnen een licht onderscheid vaststellen inhiërarchie, met name de Resedastraat I Lobeliastraat I Hortensiastraat en de Zonnebloemstraat kunnenbeschouwd worden als de voornaamste woonstraten omdat ze toegang geven aan de wijk, maar ook aan deopenbae voorzieningen (school en sportzone).

Open ruimte (landschap, landbouw, recrealie).Hier geen omgordelend groen gecombineerd met open agrarische gebieden als buffer zoals in de andere dorpen.Nieuwe KempenlDennenweelde ligt strak afgebakend en begrensd door ten noorden het industrieterrein en tenzuiden naaldbosgebied.Dit groengebied is eveneens lineair en strak aangelegd met weinig ruimtelijke variatie en diversiteit in groen. Hetomsluit de gehele wijk Dennenweelde.De enige beperkte open ruimte situeert zich ten oosten, ter hoogte van de sportzone, deze wordt begrensd dooreen brede strook privé groen horende bij de laatste woning van de woonzone langs de Weg naar Zwartberg.Binnen in de woonwijken zijn wel open ruimten voorzien, in Dennenweelde zijn deze ingevuld met bomen, inNieuwe Kempen met sportvelden.

Handel en diensten.Het betreft een kleine gemeenschap, enkele winkels en diensten situeren zich langs de Weg naar Zwartberg(apotheek, broodjesbar, bakker, krantenzaak, ... ). Overlast wordt hierdoor niet veroorzaakt.

Nieuwe Kempen lelt twee zonevreemde bedrijven:- Knoops, ruimdienst, Weg naar Zwartberg (cat. 2).- Blockken, garage, Weg naar Zwartberg, niet weerhouden, wordt gehertocaliseerd naar het industrieterrein.

10 Gegevens woonbehoeftesludle Groep Delta, 2001

cleuren_merkenarchrtectuur &nJlmlehlke plarvlIflg

INF 61

Page 73: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

gemeentelijk ruimtelijk structuurplan opglabbeek

IV.3.4.2. Kwaliteiten en knelpunten.

INFORMATIEF DEELbestaande deeistructuren

Kwaliteiten.Rustige woonstraten.Afgewerkte woonwijken met een gezonde invulling van openbaar groen.Goed toegankelijke sportzone aan de rand van Nieuwe Kempen.Centrale ligging van de school.Verdichtingsmogelijkheden tussen de woonstraten binnen woonzone, met name de in de woonbehoefteaangegeven gebieden tussen de Weg naar Zwartberg en respectievelijk deIrisstraat WiNK1 - 01ha SOa 18ca - 23 wooneenheden;Asterstraat WiNk2 - OOha 63a 60ca - 09 wooneenheden;Violastraat WiNK3 - OOha 61a 44ca - 09 wooneenheden.Vlotte ontsluiting van de woonwijk.Interessante as-verspringingen in het stratenpatroon van Dennenweelde.

Knelpunten.Geen veilige aansluitingen met de Weg naar Zwartberg.Geen veilige fietsverbinding richting centrum Opglabbeek.Geen landschappelijke integratie van het sportgebeuren aan de rand van de wijk.Slechte ruimtelijke kwaliteit ter hoogte van de aansluiting van de Heidebloemstraat met de Weg naarZwartberg.Afhankelijk van Opglabbeek wat betreft het voorzien in dagelijkse behoeften, geen winkels op fiets- ofloopafstand (met uitzondering van een bakker).Ontbrekende relatie met de zuidelijk gelegen aansluitende bossen.

IV.3.S ZONEVREEMDE WONINGEN

GWP beekstructuur langs de N76

slagmolen

Opglabbeek: 45 8 in groengebied6 in agr.waardevol gebied Vinkenkant I Hoefkant

31 in aQrarisch oebed Vinkenkant I Hoefkant

ILauwe!: 311 in groengebied (slagmolen) I

L.. • 2 in agrarisch gebied _

Nieuwe Kerrpen: 2 1in groengebied ten weslen van de N761 in agrarisch gebied ten oosten van de Nl6

Dennenweelde: 3 3 in groengebied 3 ten zuiden grensgebied mei Genk

Globaal genomen valt het aantal (53) zonevreemde woningen in Opglabbeek wel mee. Bovendien zijn er eenaantal die deel uitmaken van de oorspronkelijke (historische) nederzettingsstructuur maar door het vastleggen vande gewestplanbestemmingen zonevreemd zijn geworden, met name de slagmolen (1) langs de Bosbeek en dewoonclusters Hoefkant en Vinkenkant (respectievelijk ongeveer 6 en 5 woningen) als restanten van oudenederzettingen.Daarnaast zijn er meer recente zonevreemde ontwikkelingen (5) ontstaan langs de Nl6 die noch deel uitmakenvan enige nederzettingsstructuur, noch een basis hebben in een historisch patroon. Hiervan liggen er 4 ingroengebied en éènge in agrarisch gebied.Het gros van de zonevreemde woningen ligt echter in agrarisch gebied, in het verlengde van de bestaandewoonlinten, de 10 zonevreemde woningen die gelegen zijn in groengebied liggen veelal op een ruimere afstandvan de nederzettingsstructuur.

cleuren_merkenardulecluur & rulmlebjke planning

INF 62

Page 74: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

gemeentelijk ruimtelijk structuurplan opgIabbeek INFORMATIEF DEELbestaande deelstructuren

IVA BESTAANDE TOERISTISCH-RECREATIEVE STRUCTUUR

Hier kunnen we een onderscheid maken tussen een viertal hoofditems:Sport en cultuur in functie van de bewoners.Het zacht recreatief gegeven van het groen.Het dag- en verblijfstoerisme voor de ruimere omgeving, met name weekendverblijven en kampeerterreinen.Het jeugdverblijfstoerisme (bivakhuizen).

IVA.l SPORT EN CULTUUR IN FUNCTIE VAN DE BEWONERS

De openbare culturele voorzieningen liggen vrij centraal in de gemeente. Onderstaand een opsomming van debeschikbare locaties en bijhorende infrastructuur.

't Troempeelke, Kapelstraat 10.Accommodatie: - polyvalente ruimte/cafetaria: 10 x 6 m

- polyvalente zolderruimte: 19 x 8m- vergaderruimten: 8 x 4,5m, 7 x 3,5m, 5,5 x 4m- ingerichte leskeuken- expressieruimten: 8 x 7,5m- tentoonstellingsgalerij.

Gebruik: - bibliotheek- schoolvoorstellingen- verhuur computerlokaal- vormingsatelier (kinder-, jeugd- en volwassenenatelier)- vergaderlokalen- seniorenwerking (ACV-gepensioneerden, CRM (club rustende middengroep), KSG (christelijkebond gepensioneerden, seniorenwerking Opglabbeek)

- vakantiewerking- muziekacademie (afhankelijk van academie Genk).

Zowel de bibliotheek als 't Troempeelke wordt druk bezocht. 't Troempeelke heeft gemiddeld 3 reservaties per dag(behalve op zondag), dit met uitzondering van de muzieklokalen op de eerste verdieping.

Zaal VONA I parochiehuis (Hoeverkerkweg 7 en 9).Repetities en optredens.School- en filmvoorstellingen.Fuiven, bals, koffietafels, bruiloften, .....Vergaderingen.Kaarten, bloemschikken;Gemengde jeugdvereniging JOGO (10-15 jarigen).

Sportzone met sporthal en tennisterreinen (1978), Weg naar Sree 2en tennisterreinen, Oude Kerkstraat 24A ,Accommodatie - sportzaal: 42x29msporthal: - balletzaal : 10x7m

- polyvalente zaal: 2Ox8m- 6 kleedkamers- 2 scheidsrechterslokalen- cafetaria: -+/- 80 personen.

Gebruik: - skatepark op de parking achter de sporthal;- tennis, (4 binnenterreinen het hele jaar bespeelbaar) vzw Tennisclub Opglabbeek, OudeKerkstraat 24A (8 buitenterreinen met verlichting - van april tot einde oktober bespeelbaar)

- verenigingen: VZW fusieclub TCOT Iris;- zaalvoetbal (8 verenigingen (de Aanvallers, de Sankenboys, de Kloefkappers, de Rakkers, deSchutterkes, Ersa sport, GWJ Louwel en Vitrnar));

cleuren_merkenarchllectuur & ruimtelijke p1aJll'WlQ

INF 63

Page 75: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

gemeentelijk ruimtelijk structuurplan opglabbeek INFORMATIEF DEELbestaande deeislructuren

- handbal, handbalclub Opglabbeek;- voetbal (FC Kabouters);- 't Zéélke (oude volkssporten), Oude Kerkstraat 24B;- katapultschieten, kegelen, petanque (5 overdekte en 9 niet-overdekte banen), volkssporten

kegelen en petanque.

Loweta, Jeugdlokalen en Sportschuur, Weg naar Opoeteren 176 bus C.JKAJ-Louwel (14-18 jaar vrijdagavond), KAJ+18 Qongens dinsdagavond) en Plussers (gemengd 12-15 jaar,zaterdagavond of -middag).

Voetbal: competitie Eendracht Louwel, terrein Weg naar Opoeteren.

Jeugdlokalen De Spil.Chirojongens en -meisjes (7-17 jaar), KJ (7-17 jaar), KSJ (13-17 jaar) en d' Auwelkes (gemengd + 3 jaar).

De Krinkel, culturele ruimte, Resedastraat 10.Petanque (5 niet-overdekte banen).Gemengde jeugdvereniging JOGO (10-15 jarigen).Voetbal recreatie Veteranen Nieuwe Kempen.Voetbaloompetitie SK Nieuwe Kempen, terrein Resedastraat.Voetbalvelden centrum +jeugdlokalen.

v.z.w. Jeugdparadijs Ct Laer).Accommodatie: - speeltuin en zwembad;

- kampeerplaats (244 kampplaatsen);- 4 zalen (120 tot 450 personen).

Gebruik: - privé-kampeerders;- gezinnen met jonge kinderen in speeltuin;- verhuur van zalen;- cafetaria en eetgelegenheid in vakantieperioden.

Sportlfoonieningen.Elke deelkern heeft een aantal sportvelden, al dan niet verspreid liggend.

Louwel heeft de sportzone langs de Weg naar Opoeteren, gelegen in recreatiegebeid en een zonevreemdterrein in het verlengde van de Dalstraat in woongebied.Nieuwe Kempen heeft twee recreatiezones (voetbalvelden), één langs de Resedastraat en één in het centrum.Opglabbeek heeft één grote sportzone (in recreatiegebied) op loopafstand van het centrum en nog een aantalverspreid liggende en zonevreemde terreinen voor buitensporten, met name:2 velden aan de Ophovenstraat (De Kemp) gelegen in agrarisch gebied;1veld langs de Laerstraat in agrarisch gebied;een terrein met kantine voor hondendressuur gelegen in het zuidoostelijk gebied van Opglabbeek in agrarischwaardevol gebied tussen de Bosbeekvallei en de woonzone;de ruitersclub (Derby) 2 ha in het zuidwestelijk deel van Opglabbeek, in natuurgebied tussen de woonzone ende Industriezone-Zuid.

IV.4.2 HET ZACHT RECREATIEF GEGEVEN VAN HET GROEN

Omgordelend groen.Ruimtelijk structureel is het groen met een uitgebouwd netwerk van fiets- en wandelwegen de voornaamsterecreatieve drager; 40% van de gemeentelijke oppervlakte bestaat uit bosgebied.Dit recreatief gebruik moet echter gestuurd worden in functie van de kwetsbaarheid van de omgeving.In de groengordel rond Opglabbeek kunnen drie gebieden eoologisch en landschappelijk als uiterst kwetsbaaraangegeven worden, met name de omgeving van Turfven en de Ruiterskuilen (5 ha wateroppervlak) met dedaarop aansluitend natte heide, de omgeving van de Oudslberg en de hele strook langsheen de Bosbeek oonformde afbakening van het VENijebied.

cleuren_merkenarchitectuur & rUImtelijke planning

INF 64

Page 76: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

gemeentelijk ruimtelijk structuurplan opglabbeek INFORMATIEF DEELbestaande deeistructuren

Fiets- en wandelpaden.Vanuit het centrum wordt via bewegwijzering verwezen naar de fietsroute Kempen en Maasland die opOpglabbeeks grondgebied passeert tussen Nieuwe Kempen en Opglabbeek.Opglabbeek beschikt over een uitgebreid aanbod aan lokale fietspaden, ze vormen echter geen coherentgeheel.Vanuit het centrum ligt momenteel het initiatief tot realisatie van een wandelpad 'poort tot de Bosbeek' dat deverbinding centrum I Bosbeekvallei concreet vorm moet geven en verbonden wordt met het wandelgebiedBosheide (As) en Oudsberg (Opoeteren).

Speelbossen.Een beperkte oppervlakte wordt afgebakend als speelbos in functie van de jeugdrecreatie. Enerzijds zijn dit zonesenkel voor verenigingen, onder andere aansluitend op de sportzone van Louwel en ten zuiden van Dennenweelde,en anderzijds officiële speelzones langs de Speeltuinstraat, tegenover het bivakhuis Nachtegaal en tennoordoosten van de begraafplaats. Deze zones werden in het verleden geselecteerd in samenspraak met deafdeling Bos en Groen.

IV.4.3 DAG- EN VERBLIJFSTOERISME

De weekendverblijven liggen voornamelijk in natuurgebied, enerzijds ten noorden tegen de grens met Meeuwen­Gruitrode en anderzijds ten zuiden tegen de grens met As. Ze liggen allen zonevreemd in natuurgebied enverspreid in de Bosbeekvallei.Opglabbeek telt twee kampeerterreinen waarvoor de uitbreidingsmogelijkheden op provinciaal niveau wordenonderzocht. Dit onderzoek kadert binnen het onderzoek naar ruimtelijke ontwikkelingsperspectieven van decampings in Limburg.

Boseind als onderdeel van 't Laer gelegen ten noorden langs de Speeltuinstraat (vzw).Het betreft een gebied van 8,5 ha met 244 kampplaatsen zonder vaste construclies.De gemeente vraagt een uitbreiding om de locatie als exploitalie-eenheid te handhaven.Boseind wordt op provinciaal niveau geselecteerd als toerislisch-recrealief knooppunt type 11 a (metvoorwaarden) waarbij de uitbreiding voorgesteld wordt in noordelijke richling, in recrealiegebied.Wilhelm Teil, ten zuidoosten aan de Bosbeek, gedeeltelijk in recrealiegebied, gedeeltelijk in natuurgebied.Het betreft een gebied van 2, 80 ha waarvan 0,73 ha niet vergund en gelegen in natuurgebied.Het terrein teil ongeveer 155 plaatsen waarvan 10 vaste construclies.Er wordt een uitbreiding gevraagd tot ongeveer 500 staanplaatsen op een oppervlakte van in totaal 14,51 ha.Wilhelm Teil wordt geselecteerd als toerislisch-recrealief knooppunt type II a (met voorwaarden) waarbij deuitbreiding in natuurgebied komt te liggen.In de hoeve (Dirix) aan de oostzijde van de N76 wordt vrij recent logies aangeboden in de bestaandevrijgekomen gebouwen. Bijkomend wordt de vraag gesteld dit hoevetoerisrne uit te breiden, binnen debestaande infrastructuur, met jeugdverblijfstoerisrne.

IV.4.4 JEUGDVERBLIJFSTOERISME

Opglabbeek telt een zestallocalies met jeugdbivakhuizen.

De Schutterij - Weg naar Opoeteren 246 - Opglabbeek.De Schutterij is een bivakhuis gelegen in recrealiegebied waar ook de voetbalvelden van Louwel gelegen zijn.Het gebouw ligt achter de woningen langs de Weg naar Opoeteren. Het wordt beheerd door de vzw 'DeSchutterij', reservaties gebeuren via het CJT. Er kunnen maximaaiSO personen overnachten.Van het aangrenzend sporterrein kan één voetbalveld gebruikt worden, de schutterij zelf beschikt over eenspeelweide van 78 are. Vlak naast de locatie bevindt zich een speelbos bestemd voor jeugdverenigingen,vervolgens meer oostwaarts een officieel speelbos.In 2003 (van 01 maart tot 30 november) telde men er 3961 overnachlingen.De toekomstvisie richt zich op investering in kwaliteit, niet in kwantiteit.

cleuren_merkenarchttectuur &rUimtelijke planning

INF 65

Page 77: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

gemeentelijk ruimtelijk structuurplan opglabbeek INFORMATIEF DEELbestaande deeistructuren

Heideweelde I, 11 en 111 - Speeltuinstraat 15 - Opglabbeek.Het betreft een schakeling van drie bivakhuizen op 1ha 50 a tegenover het recreatieoord 't Laer, langs deSpeeltuinstraat (in woonzone) waar 80 jongeren kunnen verblijven.De uitbating is in atbouw, er wordt nog slechts één ruimte verhuurd gedurende de zomermaanden.Kimpenhof - Laerstraat 1- Opglabbeek.Het Kimpenhof is voor een klein deel gelegen in woonzone en voor het grootste deel in agrarisch gebied,vergund tot 2024 als veeteellbedrijf en kampplaats.Het betreft de uitbating van één bouwvolume als bivakhuis (sinds 1973), de overige staan in functie van delandbouw (sinds 1960).Het gebouw kan 80 personen herbergen, aansluitend een speelweide (in eigendom) van ongeveer 1ha.Naast de zomermaanden juli en augustus worden er ook weekends verhuurd van maart tot september.Reservaties gebeuren via het CJT.Op middellange termijn wenst de eigenaar over te gaan tot de uitbating van de ruimte gelegen vlak achter dewoning (voor ongeveer 30 personen), eventueel gecombineerd met hoevetoerisme.Nachtegaal- Oude Molenweg - Opglabbeek, gelegen in natuurgebied.Het gebouw ligt zonevreemd maar kan als vergund beschouwd worden (mits van vóór het gewestplan)Nachtegaal is een terrein van 1ha 8Oa, het bivakhuis kan 120 personen herbergen (inschrijvingen liggen vasttot 2010). Op het omliggende terrein, eveneens in eigendom, kunnen nog bijkomend tenten opgeslagenworden. Er is noch water, noch elektriciteit. Tijdens de zomermaanden worden deze via losliggende leidingentot aan het terrein gebracht.lavelheem - Duinenstraat - Opglabbeek, gelegen in kwetsbaar natuurgebied nabij de Oudsberg.Het gebouw ligt zonevreemd maar kan als vergund beschouwd worden.lavelheem kan 70 personen herbergen (reservaties liggen vast tot 2006). Het omliggende terrein is niet ineigendom en wordt jaarlijks gehuurd. De bijkomende ruimte is nodig bij de uitbating van Zavelheem alsbuitenrecreatieruimte en staanplaats voor tenten.Water en elektriciteit is voorzien.Eén bivakhuis grenzend aan domein Wouterbron ligt slechts voor een deel op Opglabbeeks grondgebied.Het deel op Opglabbeeks grondgebied is natuurgebied, zonevreemd, het deel gelegen in Meeuwen isrecreatiegebeid. Hier stelt zich hetzelfde probleem van herbestemming en herlocatie als Zavelheem.

IV.4.5 lONEVREEMDE RECREATIE

Bivakhuis Nachtegaal.Bivakhuis Zavelheem.Bivakhuis Wouterbron.Westelijke uitbreiding Wilhelm Teil.Een klein deel van de sportzone van Louwel is zonevreemd, met name de achterste smalle zone, aan de zijdevan het speelbos).Sportzone aan de Ophovenstraat (De Kemp) 2 velden gelegen in agrarisch gebied.Eén sportveld langs de Laerstraat in agrarisch gebied.Een terrein met kantine voor hondendressuur gelegen in het zuidoostelijk gebied van Opglabbeek in agrarischwaardevol gebied tussen de Bosbeekvallei en de woonzone.De ruitersciub (Derby) 2 ha in het zuidwestelijk deel van Opglabbeek, in natuurgebied tussen de woonzone ende Industriezone-Zuid.Eén sportveld in het zuidwestelijk deel van Opglabbeek, tegenover de ruitersclub, in natuurgebied tussen dewoonzone en de Industriezone-Zuid.

Volgende locaties vragen een oplossing op korte tot middellange termijn, mits ze na uitbreiding zonevreemdworden:

Bivakhuis de Schutterij, aansluitend op de woonzone en de sportzone van Louwel, en de speelbossen.Bivakhuis Kimpenhof, momenteel in woonzone langs de Laerstraat.Het toeristisch-recreatief knooppunt type lIa Wilhelm Teil.Het toeristisch-recreatief knooppunt type Ila 't Laer.

cleuren_merkenarchitectuur & rutmlellJke p1annmg

INF 66

Page 78: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

gemeentelijk ruimtelijk structuurplan opglabbeek

IV.4.6 KNELPUNTEN EN KWALITEITEN

IV.4.G.1. Sport en cultuur.

INFORMATIEF DEELbestaande deeistructuren

Knelpunten.Veel en verspreid liggende sportvelden, met name 2 in Louwel, 2 in Nieuwe Kempen en 4 in Opglabbeek).Louwei: zonevreemde ligging (agrarisch gebied) van het voetbalveld in het verlengde van de Dalstraat.Opglabbeek:, zonevreemde ligging van:

2 velden aan de Ophovenstraat (De Kemp) in agrarisch gebied;1veld in het verlengde van de Teewisstraat in natuurgebied (tegenover ruitersclub);1veld langs de Laerstraat in agrarisch gebied;hondenclub in agrarisch waardevol gebied;ruitersclub in natuurgebied.

VONA: dringende behoefte aan vernieuwing in functie van brandveiligheid en de functionaliteitOm te voldoen aan de huidige behoeften vraagt het gebouw ingrijpende wijzigingen.Troempeelke: er bestaat een onmiddellijke behoefte aan een betere toegankelijkheid van de bovenverdiepingin het voorste gedeelte, een beperkte uitbreiding bibliotheek en leeshoek en een grote vergaderruimte.Sporthal: behoefte aan renovatie van de bestaande sanitaire infrastructuur en basisbouwconstructie(waterinsijpeling).Gebrek aan een onderhoudsvriendelijke en flexibele fuifruimte met een capaciteit van 750 'staande' personen(20 x 40 m) en bijhorende parkeerruimte.Behoefte aan een polyvalente en flexibel aan te passen zaal (feesten voor ongeveer 350 zittende, theater(tribune 300 personen), toneel, optreden, film, voordrachten, ... Met ander woorden een aantrekkelijke entoegankelijke ontmoetingsruimte voor het centrum van Opglabbeek.

Kwaliteiten/potenties.Ruime ontwikkelingsmogelijkheden van de bestaande sportzone vlakbij het centrum van Opglabbeek.Ruimtelijke aanpassingsrnogelijkheden van de sporthal in functie van de gevechtsspcrten.Vergunde sportlocatie in elke deelkern.Ruime inpasmogelijkheden voor een polyvalente zaal in het centrum.Potenties van de locatie van de VONA voor een centrumversterkende bestemming.

IV.4.G.2. Het zacht recreatief gebruik.

Knelpunten.Soms onderbroken (geen continuïteit) of moeilijk toegankelijke gemeenlelijke fiets- en wandelpaden.Geen duidelijke sturing van toegankelijke en niet toegankelijke natuurgebieden.Moeilijkheden bij het realiseren van de wandelverbinding met de Bosbeekvallei vanuit het centrum (problemenrond onteigeningen).Beperkt aanbod aan speelbossen.Geen afstemming van het recreatief gebruik op de ecologisch en landschappelijk kwetsbare natuurgebieden.Bijvoorbeeld bivakhuizen aan de Oudsberg, recreatie aan de Bosbeek en weekendverblijven in natuurgebied.

Kwaliteiten/potenties.Het zacht recreatief gegeven.Potenties van het uitbouwen van een samenhangend gemeentelijk fiets- en wandelpad.Het grootste deel is reeds aanwezig, het vervolledigen vraagt nog slechts beperkte ingrepen.Zeer divers en ruim aanbod aan groen.De potentie van het uitbreiden van het aanbod aan speelbossen in functie van jeugdrecreatie.Potenties van het wandelproject 'poort tot de Bosbeek' als concrete verbinding centrum I Bosbeek.Linken vanuit het centrum naar het bestaande fietsroutenetwerken RLKM.

cleuren_merkenarchttectuur & rUimtelijke planning

INF 67

Page 79: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

gemeentelijk ruimtelijk structuurplan opgabbeek

IV.4.6.3. Dag- en verblijfstoerisme.

INFORMATIEF DEELbestaande deelstructuren

Knelpunten.Zonevreemde ligging weekendhuisjes.Vergunde weekendhuisjes Wouterbron als onderdeel van een ruimere recreatiezone horende bij Maaseik.Voor wat betreft de gemeentelijke visie wordt dit recreatiegebied op termijn herbestemd naar natuurgebied,met uitzondering van de vergunde landhuisjes Wouterbron, mits gelegen in het kwetsbaar en moeilijktoegankelijk gebied en gelegen in een door de provincie geselecteerde natte natuurverbinding (NVB m.7S).Druk op de Bosbeekvallei én de woonomgeving ten gevolge van de hoofd- en nevenactiviteiten van WilhelmTeil. Voor de Bosbeekvallei heeft dit betrekking op het gebruik van het aangrenzend VEN-gebied, voor dewoonomgeving heeft dit momenteel betrekking op de verkeersgenererende nevenactiviteiten (tweewekelijksgebruik van de feestzalen).

Kwaliteiten/potenties.Potenties van het recreatiedomein 't Laer (8,5 ha) met een uitgebreide infrastructuur, een goede ontsluiting(via de N730) in minder kwetsbaar en vlot toegankelijk gebied.

IV.4.6.4. Jeugdverblijfstoerisme.

Knelpunten.Zonevreemde ligging van de bivakhuizen Zavelheem, Wouterbron en Nachtegaal.Overlast op de woonomgeving van de bivakhuizen Heideweelde I, 11, 111.Gezien de afbouw van één locatie en de zonevreemdheid van drie van de andere zes locaties dreigt hetaanbod aan bivakhuizen drastisch af te nemen (zoeken naar gezonde alternatieven of planologischeoplossingen).

Kwaliteiten/potenties.Gezonde en vergunde uitbating en mogelijke verruiming op middellange termijn van de locatie van hetbivakhuis Kimpenhof.Gezonde en vergunde uitbating met een toekomstvisie gericht op een kwalitatief aanbod vanuit de locatie 'DeSchutterij'.

IV.S BESTAANDE AGRARISCHE STRUCTUUR

IV.5.1 BESTAANDE STRUCTUUR VAN DE LANDBOUW

Rondom de kernen Opglabbeek en Louwel, zoals te zien is op de kaart van de mestbankgegevens, ligt een sterkgefragmenteerd lappendeken van kleine landbouwkavels. Op het terrein daarentegen geven deze kleine percelen,geplaatst tegenover de dichte groenstructuren en de bebouwingsranden, een ruimtelijk open en transparant beeld.Een visuele herademing als het ware.In werkelijkheid is het echter een zeer kleinschalig, gedifferentieerd en bedreigd gegeven.In de strook tussen de N730 en de Bosbeek, ten zuiden, komen enkele grotere aaneengesloten kavels voor. Dezehebben betrekking op een grondgebonden landbouwvestiging langs de Hoeverweg (huiskavels)Voor de rest is het ganse gebied rondom de historische nederzettingstructuur en langsheen de Bosbeek zeerkleinschalig te noemen. Het ruimtelijk kader wordt hier bepaald door de typische landschappelijke kenmerken vande Bosbeekvallei met haar nederzettingsstructuur. Zo ook wordt de ruimtelijke en visuele ervaring van hetagrarisch gebied aan de noord- en noordweslzijde bepaald door het landschappelijk gegeven van het Kempensplateau. Het karakter, en voor een deel ook het gebruik, van het landbouwgebied wordt bepaald door delandschappelijke context, meer dan door het specifiek gebruik ervan (voornamelijk grasland en maïs).Niettegenstaande dit ruimtelijk en landschappelijk onderscheid dat zich in grote lijnen voordoe~ lijken delandbouwzones op alle locaties open kamers waarvan de wanden gevormd worden óf door achter- en zijkantenvan woonstraten óf door bossen (buitenste randen). Los van de bestaande agrarische waarde kan er aan de,meestal ingesloten akkers en weilanden, een belangrijke ruimtelijke waarde toegekend worden.Aan de westzijde van de gemeente, aan weerskanten van de N7G, zijn de landbouwgebieden grootschaliger.Ze hebben een duidelijk ander karakter dan de oostelijke deelgebiedjes. Een ruimtelijke link (visuele ervaring) metde historische nederzettingsstructuur is hier veel minder ervaarbaar.

cleuren_merkenarcllrleclwr & IUWIIleIoJke planning

INF 68

Page 80: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

gemeentelijk ruimtelijk structuurplan opgIabbeek

.~:: :

INFORMATIEF DEELbestaande deeistructuren

Wanneer we de inventaris van het grondgebruik in land- en tuinbouw (gegevens landelijke Gilden, BB en deMestbankgebruikspercelen 2005 Vlaamse Landmaatschappij) plaatsen tegenover andere (sturende) plannen ophoger schaalniveau, zien we een aantal confticten in gebruik.

1. Kwetsbare zones water.De zone ten westen, aan weerszijden van de N76.

2. Beschermingszones grondwater (cat.3l.Een kleine zone in het uiterste zuiden, aan weerszijden van de Weg naar As.

3. Habitatrichtlijngebieden.De afbakening van de habitafrichtlijngebieden volgt nagenoeg de hele noordelijke zone, de grens metMeeuwen-Gruitrode volgend, en de Bosbeek.Langs de Bosbeek is dit één klein perceel, rond Turfven zijn dat een vijftal verspreid liggende percelen.

4. VEN-gebieden (eerste fase).Enkele percelen ten noorden, langsheen de Kattebeek en enkele langsheen de Bosbeek ten zuiden.Deze komen quasi overeen met deze in uitbreidingsgebied N-reservaat).

5. Uitbreidingsgebied N-reservaat.Enkele percelen langsheen de Bosbeek ten zuiden en enkele percelen ten noorden langsheen deKattebeek. Deze laatste zijn ook gelegen in het V1EN-gebied (eerste fase).

6. Beheersgebied voor weidevogels.Een strook in de omgeving van de Ruiterskuilen, die ook in een kwetsbare zone voor water ligt.

7. Biologische waarderingskaart.Percelen ten zuiden van de Kattebeek.Percelen in de Bosbeekvallei.

8. Gewestplan.Grotere aaneengesloten percelen aan de westzijde van de gemeente aan weerszijden van de N76 en eensterk versnipperd (zonevreemd) gebruik aan de oostzijde rond de beekstructuren, met name een kleinerestrook ten noorden langsheen de Kattebeek en een ruimere zone langsheen de Bosbeek.

cleuren_merkenarchItectuur & ruimlelIJke ptaoong

INF 69

Page 81: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

gemeentelijk ruimtelijk structuurplan opgIabbeek INFORMATIEF DEELbestaande deelstructuren

Gegevens mestbankgebruikspercelen 2005; VLM,confrontatie gebruikspercelen - gewestplan;confrontatie gebruikspercelen - habitatrichUijngebieden.

cleuren_merkenarchriecluul &NimlelIJke plannmg

INF 70

Page 82: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

gemeentelijk ruimtelijk structuurplan opgIabbeek INFORMATIEF DEELbestaande deeistructuren

Wat betreft hetlandbouwgebruik van de percelen komen volgende teelten voor:hoofdzakelijk permanent grasland (teeltcode 61), tijdelijk grasland (62), grassen (82), hoofdzakelijk degefragmenteerde percelen in de Bosbeekvallei en rondom de historische nederzettingen, maar eveneensbeperkt aan de westzijde, aansluitend op landbouwvesligingen;éénjarige en meerjarige grasklaver (7011702), centraal aan de noordzijde in de omgeving van 't Laer(Speeltuinstrata);silomaïs (201) en korrelmaïs (202), enkele in de Bosbeekvallei, maar voornamelijk in het noordelijk enwestelijk gedeelte van de gemeente;andere bedekking waarvan gecertificeerd mengsel met tenminste 20% van elke familie waaronder faunabraak(851), enkel rond de mijnterril;enkele percelen triticale (35) en haver (34).

Samengevat kan naar landbouwgebruikpercelen een onderscheid gemaakt worden tussen enerzijds deBosbeekvallei en de aansluitende zone rondom de oude kernen waar in hoofdzaak graslanden voorkomen ensporadisch wat maïs, en anderzijds de noordelijke en westelijke zone waar voornamelijk maïs voorkomt metsporadisch tricale, haver en grasland.

Alle landbouwvestigingen, met uitzondering van drie zonevreernde locaties, zijn gelegen in agrarisch gebied of(landelijk) woongebied.Twee zonevreernde locaties situeren zich in de grotere aaneengesloten percelen in de zuidwestelijke punt van degemeente, met andere woorden in het gebied dat van oudsher een landbouwfunctie heeft maar bij de opmaak vanhet gewestplan groen ingekleurd werd.Een derde ligt in groengebied ten zuiden van de Kleine Beek. Het betreft één bouwvolume horende bij eencomplex van meerdere stallingen dat recent reeds in oppervlakte gehalveerd werd.

Conclusie van de confrontatie.In tegenstelling tot de overlappingen met de eerste zeven bovenliggende plannen, die eerder beperkt te noemenzijn, vormt de confrontatie van het landbouwgebruik met het gewestplan enkele conflicten.Enerzijds de grote percelen in de zuidwestelijke punt van de gemeente, tegenover de mijnterril, aan de oostzijdevan de N76 en in beperkte mate de percelen langsheen de Bosbeek. Gezien deze voor het overgrote deel ingebruik zijn als grasland is dit conflict beperkt te noemen.

IV.5.2 KNELPUNTEN EN KWAUTEITEN

KWALITEITENKleinere binnenliggende agrarische zones geven de woonkernen de nodige 'open ruimte' en dieptezichten.Kleinschalige landbouw langsheen de Bosbeek als kwalitatief landschappelijk gegeven.

KNELPUNTENDruk op de landbouwpercelen door een stijgende vraag vanuit andere sectoren, met name industrie, groen enrecrealie.Zonevreernde construclies en gebruik in agrarisch gebied, zoals de voetbalvelden, hondenclub, .....Zonevreernde landbouwvestigingen, twee in groengebied in de zuidwestelijke punt van de gemeente en éénljein groengebied ten zuiden van de Kleine Beek.Conflicl tussen gewestplanbestemming groen en het gebruik ervan door de landbouw, voornamelijk depercelen ten westen van de N76 (tegenover mijnterril).Conflict gewestplanbestemming en gebruik van huispercelen,met name een aantal percelen langsheen het zuidelijke deel van de Bosbeek die functioneren als huispercelenaansluitend op een landbouwvestiging gelegen in agrarisch gebied.Percelen boerderij Manestraat: (boer Jan Janssen) huispercelen in natuurgebied.

cleuren_merkenarchrtectuur & ruimtelijke ptaMlng

INF 71

Page 83: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

gemeentelijk ruimtelijk structuurplan opglabbeek INFORMATIEF DEELbestaande deeistructuren

IV.6 BESTAANDE NATUURUJKE EN BOSSTRUCTUUR

IV.6.1 BESTAANDE NATUURUJKE EN BOSSTRUCTUUR

Opglabbeek ligt voor het grootste deel op het Kempisch plateau (hoogterras), ten oosten de Bosbeekvallei die viade Kleine Beek tot achter de oostelijke bebouwingswand van het centrumplein reikt. In en rond het centrum is hetwijzigend reliëf al duidelijk voel- en zichtbaar. De ligging op de overgang van hoogterras naar beekvallei is ookduidelijk merkbaar in de beplanting en de ondergrond. Gaande van zandige ondergronden met uitgebreide bossen,heidevlakten, duinen en vennen op de ganse noord-, west- en zuidelijke zone rond de dorpen tot de nattevalleibodem met rietlanden, zure laagvenen, graasweiden en alluviale loofbossen, over de hele grensstrook tenoosten van Opglabbeek en Louwel (van noord naar zuid).Daarnaast de mijnterrils van Zwartberg en Waterschei, die, alhoewel geen onderdeel van de oorspronkelijkenatuurlijke structuur, het landschap ten westen van Opglabbeek sterk beïnvloeden.

De groenstructuur is de meest aanwezige structuur in de gemeente (40% van de gemeentelijke oppervlaktebestaat uit bosgebied). We onderscheiden globaal drie soorten.1. Het noordelijk Kempisch plateau met éénvorrnige naaldhoutbestanden met droge graslanden, waaronder:

- Het Gruitroderbos, dat slechts voor een klein deel op grondgebied Opglabbeek ligt, is belangrijk omwille vande onmiddellijke aansluiting op de Kattebeek (aan de rand een kleine zandgroeve).- Het gebied van de Ophoverheide, naaldhout met een jong eikenberkenbos, bomenrijke heide en lanen vanAmerikaanse eik. Er bevinden zich twee ecologisch en landschappelijk waardevolle vennen, Turfven enRuiterskuilen (goed voor samen 5 ha wateroppervlak) met daarop aansluitend natte helde.

2. Het Heiderbos ten zuiden, strak aangelegd naaldhoutbos met heiderelicten enJof bomenrijke heide, sluit aanop het Heiderbos van As en Opglabbekerzavel te Genk.Het valleilje van de Lietenbeek legt de ecologische verbinding met de Bosbeekvallei.

3. De Bosbeekvallei als ruime groene structurele afbakening aan de oostelijke gemeentegrens.We onderscheiden drie grote subgebieden.- De Kattebeek, een gedeelte van de noordelijke gemeentegrens, sluit aan op het bos- en heidegebied vanhet Gruitroderbos.- Een vefllmald gedeelte van de Bosbeekvallei ten oosten van Louwel en ten zuiden van de Weg naarOpoeteren. Ter hoogte van Wouterbron is de Bosbeekvallei nog maar 200 m, dit in tegenstelling tot 1500 mten zuiden van Louwe!. Dit smalle deel is echter vrij ongeschonden en heeft een opvallend gesloten enontoegankelijk karakter.- Vervolgens de valleien van de Kreeftenbeek en de Kleine Beek, waarbij de mondingplekken ecologischen landschappelijk uiterst belangrijk zijn. Het betreft de middenzone langs de oostelijke gemeentegrens, waarsamen met Kalehaag en Kaleberg in As, de open ruimte in de Bosbeekvallei het grootst is (ongeveer 300 ha).

IV.6.2 KNELPUNTEN EN KWAUTEITEN

KWALITEITENHet gedifferentieerd landschappelijk, ecologisch en biologisch gegeven.De structurerende werking van de groengordel rond de woonkernen en het kleinschalig agrarisch gebied.De potentie van het inpassen van tal van recreatiemogelijkheden, gaande van dag- en verblijfstoerisme opbepaalde afgebakende plekken in het groen, het zacht recreatief medegebruik voor fietsers en wandelaars tothet inpassen van tijdelijke evenementen.De potentie deze kwaliteit door te trekken tot in het centrum door middel van de Kleine Beek die tot achter deoostelijke pleinwand zichtbaar en ervaarbaar is.Het kwantitatief aanbod, met name 40% van de gemeentelijke oppervlakte is groengebied. De omgordelendegroenstructuur is dus zowel kwalitatief als kwantitatief het meest aanwezige deel van de ruimtelijke structuur.De aanwezigheid van speelbossen.

KNELPUNTENZonevreemd gebruik van bepaalde kwetsbare gebieden zoals de Oudsberg en de Bosbeekvallei.De aanwezigheid en het niet kwalitatief geïntegreerd zijn van zonevreemde constructies en gebruik ingroengebied, zoals de weekendhuisjes, intensieve landbouw, zonevreemde bedrijven, ruitersclub, ....

cleuren_merkenarchttectuur & rwmlellJke ~nOlng

INF 72

Page 84: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

gemeentelijk ruimtelijk strucluUlplan opgIabbeek INFORMATIEF DEELprognoses

V PROGOSES EN TRENDS 74

V.l WOOl ibehoefte 74V.l.l basisgegevens........ . 74V.l.2 demografische gegevens 78V.l.2 kwantitatief aanbod............................................. . 86V.l.3 potentieel aanbod 90V.l.4 kwantitatieve woonbehoefteberekening 93V.l.5 vergelijking vraag en aanbod 95V.l.G woonbeleid....... .. . 95

V.2 trends 98V.2.1 bedlijventerreinen 98V.2.2 landJouw 99V.2.3 recreatie en toerisme 100

cleuren_merkenarchitectuur & ruimteliJke planmng

INF 73

Page 85: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

gemeentelijk ruimtelijk structuurpian opgIabbeek

V PROGNOSES EN TRENDS

INFORMATIEF DEELprognoses

V.1 WOONBEHOEFTE

De woonbehoeftestudie waarop onderstaande tekst gebaseerd is werd opgesteld door Groep Delta stedenbouw nv inopdracht van het gemeentebestuur van Opglabbeek. Het betreft een document dat niet ter goedkeuring werdvoorgelegd.Een aanpassing gebeurde voor de behoefteberekening. In het oorspronkelijke document had deze betrekking op deplanningsperiode 1992-2012, deze werd aangepast naar de planningsperiode 1992-2007.

V.1.1 BASISGEGEVENS

De studie behandelt naast kwantitatieve en kwalitatieve gegevens, beleidselementen in volgende delen:

Kwantitatieve gegevens:- Raming van de behoefte aan bijkomende woningen (10 jaar).- Inventaris van het aanbod aan woningen, verdichtingsmogelijkheden en bouwrnogelijkheden.- Confrontatie van behoefte en aanbod.

Kwalitatieve gegevens:Ruimtelijke elementen voor het gemeentelijk huisvestingsbeleid: goedgekeurde B.PA's voor het woongebied,voorziene projecten van de sociale sector (vb. bejaarden huisvesting), woningdifferentiatie.Elementen van het gemeentelijk ruimtelijk beleid: de relatie tot voorzieningen die de woonfunctie ondersteunen,uitrustingsniveau, openbare ruimten.Aandacht voor projecten van inbreiding, herbestemming van bestaande gebouwen en renovatie en vernieuwbouwvan woningen van slechte kwaliteit.

Beleidselementen:Prioriteitsbepaling (taakstelling) m.b.t. het aansnijden van bijkomende ruimte voor woningbouw, waaronder hetwoonuitbreidingsgebied met inbegrip van maatregelen van fasering gebaseerd op een aanzet van globale visie op hetwonen in de gemeente.Een beleidsbeslissing van de gemeente i.v.m. de studie.

De vraagzijde van de woningmarkt wordt bepaald op basis van de demografische gegevens. De bevolkingsevolutieover een periode van minimum 10 jaar schetst een beeld van het bevolkingsverloop uit het verleden. Door eenonderscheid te maken tussen de natuurlijke groei en de migratiegroei worden diverse prognoses verfijnd.De bevolkingsprognose over een periode van 10 jaar vormt de basis voor de kwantitatieve woonbehoefte berekeningwaarbij de gezinsverdunning een belangrijke rol speelt.De analyse van de leeftijdsopbouw en vergelijkende demografische gegevens of de ontgroening en vergrijzing dienenom de differentiatie in het aanbod kwalitatief te verfijnen.Voor de gezinsprognose voor de komende 10 jaar wordt de evolutie van het aantal gezinnen en de gemiddeldegezinsgrootte als uitgangsbasis genomen. Deze gegevens zullen tevens gebruikt worden voor de kwantitatievewoonbehoefteraming.

Het aanbod op de woningmarkt wordt bepaald door de huisvestingsgegevens.De analyse van het huidig woningbestand geeft een inzicht in het aanbod en zal bij de behoefteraming, o.a. gebruiktworden om de differentiatie van het woningbestand te bepalen. De analyse van de leegstand is van belang voor deberekening van een eventuele woningmutatiereserve. Naast de structurele en frictieleegstand zal bij de verwerking vande leegstand gekeken worden naar de relatie tussen leegstand, bouwfysische toestand en soort van bebouwing.De analyse van de huisvestingskenmerken geeft een inzicht in de kwaliteit van het huidige aanbod. De analyse vande bouwvergunningen van de afgelopen 10 jaar geeft een inzicht in de verhouding nieuwbouw-verbouwing, deverhouding ééngezinswoning en appartementen en de verhouding van privaat en openbaar initiatief. Een activiteit dieoverigens erg onderhevig is aan economische conjuncturen die op hun beurt afleesbaar zijn uit de analyse.Door analyse van de ouderdom van de woningen kan men de behoefteraming nuanceren naar vervanging-enverbeteringsbehoefte. Door de analyse van de huur en eigendomswoningen worden de kwalitatieve woonbehoeftenverfijnd.

cleuren_merken31chllecluur & ruimtelijke plaomng

INF 74

Page 86: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

gemeentelijk ruimtelijk structuurplan opglabbeek INFORMATIEF DEELprognoses

Een onderlinge vergelijking van het bebouwingstype geeft een inzicht in het ruimtelijk voorkomen van de bebouwingbinnen de verschillende deelgebieden.Voor de ganse gemeente zullen de onbebouwde kavels worden geïnventariseerd, die op het gewestplan eenwoonbestemming hebben ol door verkaveling ol B.PA een woonbestemming gekregen hebben. Daarnaast zaltevens het resterende theoretische aanbod in de woonreservegebieden aangegeven worden.De raming van de woonbehoefte voor de komende 10 jaar wordt berekend voor gans de gemeente en perdeelgemeente. De raming wordt opgesplitst in enerzijds kwantitatieve behoefte en anderzijds in een kwalitatievebehoefte.Voor de berekening van de kwantitatieve behoefte wordt de studie "Woonbehoefte in Vlaanderen 1990-2OOQ­tweede nota' als uitgangspunt gebruikL Er wordt een onderscheid gemaakt in een aantal deelbehoeften:

De belangrijkste deelbehoefte is de demografische behoefte die zich baseert op de te verwachtenbevolkingsontwikkeling en het toekomstig aantal gezinnen.De vervangingsbehoefte wordt gerelateerd aan de kwaliteit van de woningen, woningen van slechte kwaliteit dieniet meer op een financieel verantwoorde wijze gerenoveerd kunnen worden en dienen te worden vervangen.De woningmutatiereserve is de behoefte aan vacante leegstaande woningen om de mobiliteit op de woningmarktte waarborgen. (frictie-en structurele leegstand).

Bij de kwalitatieve behoefte ol de differentiatie van de woonbehoefte wordt er een onderscheid gemaakt naar debehoefte aan sociale woningen, huisvestingsvormen voor bejaarden, renovatiebehoefte en behoefte aan huur eneigendomswoningen.De resultaten zullen getoetst worden aan de woonbehoefteberekening uit het 'Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen' ende ramingen van het 'Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan Limburg'.Uit de vergelijking van vraag en aanbod worden de kwaliteiten en de knelpunten bepaald, waarna een visie op detoekomstige ruimtelijke ontwikkelingen op de woningmarkt zal worden neergeschreven.In de studie worden gegevens met betrekking tot demografie en huisvesting vergeleken met de buurgemeenten, hetarrondissement en de provincie. Deze vergelijkingen zullen overeenkomsten, verschillen en eventuele knelpuntenweergeven. Voorts worden de gegevens van het NIS en gegevens van de gemeente Opglabbeek strikt gescheidengehouden vanwege de verschillen in de gehanteerde werkwijzen.Bij de verwerking van de diverse gegevens worden de data vermeld. Enkele algemene data: demografische gegevensop 1I1~aartal slaan terug op bewegingen in het voorgaande jaar; volkstellingen op 11311981 en 11311991; opnameleegstand AROHM. Datum goedgekeurde B.PA 's tot eind 2001.

De indeling in deelgebieden en de gebiedsafbakening is gebaseerd op de volgende criteria:de gebiedsindeling volgens de NIS-sectoren en de kieswijken:de indeling in woonkernen volgens het PRSL;de verschillende woongebieden volgens het gewestplan.

Tabel 1: statistische sectoren gemeente Opglabbeel< (bron NIS).Deelgemeente Stat sector DeelgebiedHoolddorp Opglabbeek Aoo Opglabbeek-Centrum - Vinkenkant - Ophoven

A010 Stegereinde - RoexeindeA022 Broekkant - Hoefkant - HeikantA033 Langveld - LaarAOM Opglabbeek - Centrum OostA086 Opglabbeek - Verspreide bewoning NoordA091 Opglabbeek - Verspreide bewoning Zuid

Woonkern Louwel A042 Louwel - ZuidA0100 Louwel- KernA0191 Louwel- Verspreide bewoning

Woonkern Nieuwe Kempen A200 Nieuwe Kempen - KernA212 DennenweeldeA275 Opglabbeek industrieterreinA291 Grote Heide Zuid

cleulen_merkenarchitectuur & rUimteliJke planOlng

INF 75

Page 87: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

gemeentelijk ruimtelijk structuurplan opglabbeek INFORMATIEF DEELprognoses

Het gewestplan Hasselt - Genk (KB dd. 3 april 1979) onderscheidt in de verschillende bestemmingen die betrekkinghebben op de woonfunctie en die samen 15.95 % (502ha 22a 67ca) uitmaken van het totale grondgebied van 2514ha74a 60ca (zie kaart 3):

Woongebied code 0100: De volledige woonkern van Nieuwe Kempen (en Dennenweelde) is gelegen binnen hetwoongebied. Buiten deze woonkern ligt het grootste gedeelte van het hoofddorp Opglabbeek in woongebied. Hetwoongebied van het hoofddorp bedraagt 193ha 96a 04ca, het woongebied van de Nieuwe Kempen: 64ha 21a 91ca.Dit is 51.40 %van de totale oppervlakte woongebieden.Woongebied met landelijk karakter code 0102: De woonkern Louwel is geheel gelegen in woongebied met landelijkkarakter. Buiten Louwel vinden we dit type woongebied voornamelijk tenug in de linten dewelke de verschillendekernen met elkaar verbindt De linlen in het noordwesten van de kern van Opglabbeek en deze in het oosten zijngelegen in woongebied met landelijk karakter. In het zuidwesten van de kern, aansluitend aan het groengebied rondde Bosbeek (camping Wilhem Teil) is er een zone met verspreide bebouwing dewelke in het landelijk woongebied isgelegen. Het landelijk woongebied neemt 201ha 81a 47ca. Dit is 40.20 %van de totale oppervlakte woongebieden.Woonuitbreidingsgebieden code 0105: In de gemeente zijn er drie woonuitbreidingsgebieden gelegen, allengesitueerd binnen het hoofddorp Opglabbeek. Het eerste gebied is gelegen in hel noorden van Opglabbeek en wordtgevormd door het ingesloten gebied rond de westelijke bebouwing van de Weg naar Bree, de Wolfstraat, deEngelenweg en de noordelijke bebouwing van de Droogstraat. Dit gebied is 14ha 53a 06ca groot en is grotendeelsingevuld. Ten zuiden van de kern van Opglabbeek zijn de twee overige woonuitbreidingsgebieden gelegen. Het eerstegebied is gelegen ten westen van de Weg naar As en wordt omsloten door de Groenstraat, Stegerweg (in het westenen oosten), St. - Huberluslaan in hel zuiden en de Schrijversweg in het noorden. De oppervlakte bedraagt 24ha 62a04ca. Het derde woonuitbreidingsgebied is gelegen ten zuidwesten van de kern van Opglabbeek. Dit binnengebied isgelegen binnen het blok van de Bosstraat, Wervelstraat, Bavaerdeweg en de Hoeverweg en meet 3ha 08a 15ca.In totaal nemen de woonuitbreidingsgebieden 8.40% in van de totale oppervlakte woongebieden.

Bijzondere plannen van aanleg.De gemeente Opglabbeek telt 2 goedgekeurde B.PA's die een deel van het grondgebied beslaan en een verderevertijning van de bestemmingen volgens het gewestplan geven.Het B.PA 'Langveld' is gelegen ten noorden van het centrumgebied van het hoofddorp Opglabbeek. Dit B.PAneemt nagenoeg het volledige noordelijk woonuitbreidingsgebied in. De overgebleven delen zijn op het gewestplanvolledig ingekleurd als woongebied. In het zuiden sluit het B.PA aan bij het B.PA 1A Centrum. Dit B.PA is in zijnhuidige vorm een wijziging van het B.PA 'Centrum 1A" goedgekeurd bij K.S. dd 17.09.1958. Dit B.PA kende bij KBeen eerste aanpassing op 13.02.1961. Bij MB van 30.06.1997 werd het B.PA uitgebreid. Dit B.PA structureert hetcentrum van Opglabbeek. Buiten de traditionele woonbestemmingen zijn hierin eveneens een aantal zones vooropenbaar nut en zones voor nutsvoorzieningen- diensten of wonen voorzien.

Goedgekeurde verkavelingen.In Opglabbeek zijn er 4goedgekeurde verkavelingen. Binnen deze studie is er enkel rekening gehouden met degrotere verkavelingen :1. Verkaveling Knuisstraat Hel gaat hier over een verkaveling gelegen in het centrum van Opglabbeek. De

verkaveling is opgebouwd uit 3 fasen. De l' fase is reeds uitgevoerd en omval 5 loten. De tweede en derde fasedienen nog gerealiseerd te worden. In het totaal bevat de verkaveling 22 loten.

2. Verkaveling Slagmolenweg: deze verkaveling is gelegen aan de Slagmolenweg en de Dwarsstraat In de eerstefase zijn de gronden aanpalend aan de openbare weg verkaveld. Er zijn de nodige voorzieningen getroffen(insteek) om in een tweede fase het binnengebied bijkomend te verkavelen. In de eerste fase gaat het over 13loten. De tweede fase is momenteel in aanvraag.

3. Verkaveling Manestraat; de gronden van de verkaveling worden omsloten door de Manestraat en de Langveldweg.De bestaande percelen worden opgedeeld en krijgen een gerichtheid naar de Manestraat en de Langveldweg, deandere peroelen worden gekoppeld aan een insteekweg. Het gaat hier over een verkaveling van 27 loten.

4. Verkaveling Weg naar Zwartberg (LBM NV): deze verkaveling omvat 6 loten dewelke sterk in de bestaandegroenstructuur dienen geïntegreerd te worden.

Onbebouwde percelen gelegen in een goedgekeurde, niet vervallen verkaveling buiten de woonzones drageneen bouwtitel en komen nog in aanmerking voor nieuwe woningen (het gaat hier om 3 loten waarvan er 2 gelegenzijn Zandstraat sectie C nr 8961 en 896m en 1perceel bevindt zich op de Weg naar Meeuwen sectie B, nr. 904m39).

cleuren_merkenarchllecluur & ruImlelIJke rManOlOQ

INF 76

Page 88: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

gemeentelijk ruimtelijk structuurplan opglabbeek INFORMATIEF DEELprognoses

I~ ..~pde •• ,00,",,-.

­=-­0"""--""

Kaart: goedgekeurde verkavelingen.

n.__."...

-•

,

Aangesneden woonuitbreidingsgebieden.Eén van de drie woonuilbreidingsgebieden, het noordelijk gelegen gebied rond de Boekweitstraat, is praktisch volledigvolgebouwd. De andere twee woonuitbreidingsgebieden zijn nog niet of nauwelijks aangesneden. Hetwoonuitbreidingsgebied ten westen van de Weg naar As (Groenstraat-St.Hubertuslaan-Schrijversweg) bedraagt 24ha62a 4ca. Dit gebied is in beperkte mate aangesneden door losse invullingen. Er zijn 26 woningen ingeplant aan debestaande uitgeruste wegen van dit gebied. Het woonuilbreidingsgebied van de Bosstraat is volledig onbebouwd.

Ontwikkelingsperspectieven nederzetlingsstructuur structuurplan Vlaanderen.:Differentiatie van de nederzettingsstructuur.Trendbreuk in de verdeling van de behoefte aan bijkomende woongelegenheden door de percentages van 1991 tebehouden, namelijk 43% in de kernen van het buitengebied (in de provincie Limburg).Streven naar minimale woningdichtheden van 15 woningenIha in het buitengebied.Concentratie van wonen en werken in de kernen van het buitengebied.Selectieve bundeling van groei in bebouwde perifere landschappen.Geen verdere groei van linten en verspreide bebouwing waardoor de resterende onbebouwde ruimte maximaalvan versnippering en aantasting wordt gevrijwaard, de hoge maatschappelijke kosten van verspreid wonen enwerken worden teruggedrongen, de centrumfunctie C.q. leefbaarheid van de hoofddorpen en woonkernen wordtversterkt, de structuurbepalende functies van het buitengebied duurzaam kunnen functioneren, demobiliteitsbehoefte wordt beheerst en de bereikbaarheid en (verkeers)leefbaarheid van de kernen van hetbuitengebied blijft gegarandeerd.

Ontwikkelingsperspectieven nederzetlingsstructuur ruimtelijk structuurplan Limburg.In het Ruimtelijk Structuurplan Limburg maakt Opglabbeek geen onderdeel uit van de stedelijke structuur.Opglabbeek maakt deel uit van de Kempen. De regio komt grotendeels overeen met het geomorfologische KempensPlateau in Limburg. Geografisch maakt de gemeente deel uit van de Kempen echter in relatie tot de ruimtelijkestructuur maakt Opglabbeek deel uit van Midden-Limburg. Opglabbeek kent een sterke verbondenheid met Midden-

cleuren_merkenarchitectuur & ruimteliJke ptanmng

INF 77

Page 89: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

gemeentelijk ruimtelijk structuurplan opglabbeek INFORMATIEF DEELprogncses

Limburg, meer bepaald met de bi-pool Hasselt -Genk. Omtrent deze verbondenheid heeft de gemeente eenbezwaarschrift ingediend bij de provincie om in het PRSL een duidelijkere relatie te krijgen met Midden-Limburg.Opglabbeek behoort samen met Hechtel-Eksel en Peer tot de drie sterkst demografisch groeiende gemeenten inLimburg. Deze groei is te wijten aan een sterke inwijking.

Binnen de provincie wordt de kern Opglabbeek geselecteerd als hoofddorp en Nieuwe Kempen en Louwel alswoonkernen. Binnen het ruimtelijk structuurplan Limburg (woonscenario 1) zijn voor Opglabbeek, voor deplanperiode 1992-2007, 654 wooneenheden toegekend (exclusief reserve en exclusief frictieleegstand) - bbron :PRSLTabeI23: 'Bijkomende woningen voor het buitengebied volgens een gesloten prognose', p.219.

V.1.2 DEMOGRAFISCHE GEGEVENS

V.1.2.1. Kwantitatieve demografische gegevens.

Op 01.01.2002 telde de gemeente Opglabbeek 9.230 inwoners, dit is een gemiddelde 3.63 inw./ha.Dit ligt tussen het Vlaams en provinciaal gemiddelde van respectievelijk 4.36 en 3.22 inwonerslhectare.In onderstaande tabel is de bevolkingsspreiding binnen de verschillende deelgemeenten opgenomen.

Tabel 2: bevolkingsspreiding binnen de verschillende woonkernen fvolgens statistische sector).01.01.2000 Mannen Vrouwen Totaal

Opglabbeek 2.815 30.82 % 2.834 31.03 % 5.649 61.86 %

Nieuwe Kempen 864 9.46% 822 9.00% 1.686 18.43 %

Louwel 933 10.21 % 856 9.37% 1.789 19.59 %

Subtotaal Woonkernen 4.612 50.51% 4.512 49.51 % 9.124 99.92%

Niet te lokaliseren 3 0.032 % 4 0.043 % 7 0.076%

Totaal Opglabbeek 4.615 50.54 % 4.516 49.45 % 9.131 100%Bron: NIS

Uit tabel 1valt af te leiden dat bijna 62 %van de bevolking binnen het hoofddorp Opglabbeek woont. De percentueleverhouding tussen de 2 woonkernen ligt ongeveer gelijk, in Nieuwe Kempen (Dennenweelde) woont -tI- 18% van detotale bevolking en in Louwel -tI- 20%. Men kan een algemeen beeld opmaken dat er in de woonkernen vanOpglabbeek (Louwel en Nieuwe Kempen) 40% van de bevolking woont en in het hoofddorp 60%. Dit zorgt voor een20/60120 verhouding tussen de woonkernen en het hoofddorp.

Tabel 3: aantal inwoners OD 1/1/2000 Der ha en Der woonkern (basis statistische sectorenmannen vrouwen totaal Oppervlakte Inwoners / ha

Opglabbeek 2.815 2.834 5.649 1560ha 283 43ca 3.62Nieuwe Kempen 864 822 1.686 0639ha 64a 83ca 2.63Louwel 933 856 1.789 0314ha 81a 34ca 5.68Niet te lokaliseren 3 4 7Totaal 4.615 4.516 9.131 2514ha 74a 60ca 3.63Bron: NIS.Tabel 4: aantal inwoners op 1/1/2000 per ha en per woonkern /basis stalseclen selectie inwllina van de woonbehoefte).

mannen vrouwen totaal Oppervlakte Inwoners / ha

Opglabbeek 2.815 2.834 5.649 380ha 61 a 65ca 14.84Nieuwe Kempen 864 822 1.686 74ha 85a 91ca 22.52Louwel 933 856 1.789 96ha 82a 93ca 18.47Niet te lokaliseren 3 4 7Totaal 4.615 4.516 9.131 552ha 30a 49ca 16.53

cleuren_melkenarchitectuur & rUImteliJke planning

INF 78

Page 90: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

gemeentelijk ruimtelijk structuurplan opglabbeek INFORMATIEF DEELprognoses

Conclusie: Er is binnen Opglabbeek een verhouding van 20% bewoning in een deelkern en 60 % in het hoofddorp.Hieruit mogen we echter geen vergelijking van structuur trekken tussen de verschillende woonkernen. Louwel heefthet dubbel aantal inwoners per hectare in vergelijking met Nieuwe Kempen. Louwel wordt gekenmerkt door een(lint)bebouwing dit in tegenstelling van de kern Nieuwe Kempen welke een dichte verkavelingstructuur kent. Deinvloed van de aanwezige groengebieden, industriegebied en het agrarisch gebied, met name de open gebieden issterker voor de kern van Nieuwe Kempen dan voor de kern Louwel in functie van de bevolkingsdichtheid per hectare.Hieruit blijkt enkel de verhouding, de hiërarchie tussen hoofddorp en woonkern. Ten gevolge van de 60/20/20verhouding komen de twee deelkernen op dezelfde verhoudingsschaal ten opzichte van het hoofddorp. In relatie totde aanwezige functies kan er gesteld worden dat Louwel een groter aanbod heeft. De cijfers in tabel 2 zijn opgebouwdvanuit de statistische sectoren welke vast hangen aan de woonkernen. Hierbij krijgen we de conclusie dat er binnende kern van Louwel het dubbel van de dichtheid bekomen wordt dan in Opglabbeek. Dit is een gevolg van het feit dater als basis van de berekeningsmethode gewerkt is met de afbakening van de statistische sectoren. Hierbij krijgen wezowel bij Opglabbeek als bij Nieuwe Kempen een sterke beïnvloeding van de aanwezige open gebieden(natuurgebied, agrarisch gebied...) Bij Louwel is deze beïnvloeding zeer beperkt. Indien we echter de woongebiedenvan de kernen op zich gaan bekijken dan krijgen we een heel ander beeld van de inwonersdichtheid. De cijfers intabel 3 zijn opgebouwd vanuit de effectieve verhouding tussen het aantal inwoners en de gebieden waarbinnen debewoning effectief gesitueerd is en waarbinnen de invullingen dienen te gebeuren. In deze berekening worden degebieden gelegen binnen de woonkernen welke geen wooninvulling kennen niet meegerekend zijn en zodanig wordter een realistischer beeld bekomen van de effectieve woondichtheid.

V.1.2.2. Bevolkingsevolutie.

Onderstaande tabel toont dat over een periode van 21 jaar (1980-2000): de bevolking van Opglabbeek is toegenomenmet 2.158 inwoners, dit geeft een gemiddelde van 102.76 inwoners per jaar.

I ti 1980 2000Tbl5b lkia e evo ngsevo u e .jaar Natuurlijke groei Migratoire groeip31112 bevolking totaal Geboorte Sterfte saldo Immigratie Emigratie Saldo totaal saldo

1980 7.049 92 37 55 271 197 74 1291981 7.215 137 23 114 227 178 49 1631982 7.323 96 41 55 248 194 54 1091983 7.420 105 48 57 261 225 36 931984 7.476 98 49 49 237 249 -12 371985 7.499 91 31 60 231 325 ·94 -341986 7.615 91 41 50 282 239 43 931987 7.679 93 42 51 227 230 -3 481988 7.775 100 38 62 259 245 14 761989 7.876 113 36 77 251 242 9 861990 8.005 109 37 72 301 244 57 1291991 8.141 108 34 64 301 245 56 1301992 8.271 129 54 75 300 247 00 1281993 8.395 108 53 55 348 280 68 1231994 8.525 117 45 72 358 297 61 1331995 8.656 103 54 49 396 314 82 1311996 8.794 126 52 74 373 309 64 1381997 8.957 143 42 101 341 279 62 1631998 9.045 101 46 55 316 283 33 881999 9.132 112 40 72 347 332 15 872000 9.207 104 51 53 365 343 22 75totaal 1372 690 2125

Bron: gemeente Opglabbeek.-lIS0.

cleuren_merkena«;hileciwr & rwmlelj\<e pIannwlg

tNF 79

Page 91: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

gemeentelijk ruimtelijk structuurplan opglabbeek INFORMATIEF DEELprogncses

Conclusie: Gedurende de eerste jaren van 1980 (80/82) kent Opglabbeek een sterk positief groeisaldo. 1981 springtertussenuit met zijn positief saldo van 163 eenheden. In 1982 zet er zich een neerwaartse beweging in bij de positieveaangroei.. Deze neerwaartse beweging zet zich in 1984 sterk verder. Deze bereikt zijn laagste punt in 1985, het saldobereikt een negatieve waarde. In '86 kent de bevolkingstoename opnieuw een piek waarna de gestadige aangroeiterug aanvang neemt en in 1991 een aangroei kent van 130 eenheden. De piek van 1986 is belangrijk omwille van hetomzetten van een sterk negatief saldo naar een sterk positief saldo. Gedurende het grootste gedeelte van de jaren '90schommelt de jaarlijkse aangroei rond de 130 eenheden. In 1997 kent de bevolkingsaangroei een piek van 163waarna er weer een sterke terugval merkbaar is tot een aangroei van slechts 88 inwoners. Deze trend van eendalende bevolkingsaangroei blijft tot op heden aanhouden.Uit tabel 4 blijkt dat er tussen 1980 en 2000 gemiddeld 103 kinderen geboren worden in Opglabbeek, hier tegenoverstaat een sterftecijfer van gemiddeld 43 mensen. Zonder rekening te houden met de immigratie en emigratiecijferskent de gemeente een positieve bevolkingsaangroei over de gestelde periode. In 1997 kende Opglabbeek eenongewoon sterke natuurlijke aangroei, er werden maar liefst 143 baby's geboren. In dit zelfde jaar waren er 42sterftegevallen wat voor een positieve aangroei van 101 eenheden zorgtTussen de in- en uitwijkingen voor de gemeente Opglabbeek is er een positief migratiesaldo van 690 eenheden. Inabsolute cijfers zijn er in de periode van 1980-2000 totaal 6.240 personen naar de gemeente verhuisd. Hier tegenoverstaat dat er maar 5.497 uit de gemeente weggetrokken zijn. Het gemiddeld migraliesaldo tussen de immigraties enemigraties bedraagt 32.85 personen in het voordeel van de immigraties.In relatie tot de migratoire groei kan er gesteld worden dat er hoofdzakelijk een positief saldo bekomen wordt. Dit wijstop een grotere inwijking dat uitwijking. Behalve voor 1984-1985-1987 kende de gemeente een negatieve balans. Deemigratiepiek is 1985 waarbij er een negatief saldo van 94 eenheden is.Bij het vergelijken van de absolute cijfers in plaats van de saldo's dienen we op te merken dat er steeds een groteraantal inwijkingen zijn dan het aantal geboorten. Maar bij het vergelijken van het natuurlijk saldo en het migratie saldomerken we op dat de natuurlijke positieve aangroei nog steeds groter is dan de migratoire aangroei. Dit wil zeggen datde natuurlijke aangroei (geboorte) een belangrijkere invloed heeft op de groeievolutie van de bevolking in Opglabbeekdan de migratie groei (inwijkingen).

Tabel 6: bevolkinosevolutie 1991·2001, NIS-Qooevens oer deeloemeenten.bevolking verschil % aangroei01/03/91 01/0212001 1991-2001 1991-2001

Opglabbeek 4.845 5.649 804 16.59%Nieuwe Kempen 1.602 1.686 84 5.02%Louwel 1.574 1.789 215 13.65%onbekend 3 7 4 33.33%Totaal 8.024 9.207 1.183 14.74%

Broo NIS-volkstelling 1991 en gegevens 200)

Tabel 7: bevolkinasevolutie 1981- 2001, een veraeliikina voor de reaioBevolking verschil %aangroei

01/03191 01/0112001 1991-2001 1991-2001Opglabbeek 8.024 9.207 1.183 14.74%As 6.659 7.227 568 8.52%Hasselt 66.611 68.373 1.762 2.64%Midden-Limburg 219.969 220.117 148 0.06%Limburg 750.435 794.785 44.350 5.90%Gewest 5.768.925 5.952.552 183.627 3.18%

Broo NIS - Pn:Nlncle limburg - DIrectie Welzijn 5tudîecel

Tussen de volkstellingen van 1991 en 2001 zien we dat het bevolkingsaantal in Opglabbeek erop vooruitgaat. Decijfers van de gemeente Opglabbeek tonen dit ook aan (zie tabel 4).In vergelijking met groeicijfers van 8.52% in As en 2.64% in Hasselt en 0.06% voor de regio Midden-Limburg doetOpglabbeek het bijzonder goed. Het kent een bevolkingsevolutie van meer dan 14%. Deze groei is bijna 2.5x degemiddelde aangroei van de provincie.

cleuren_merkenarchitectuur & ruimtelijke planning

INF 80

Page 92: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

gemeentelijk ruimtelijk structuurplan opglabbeek INFORMATIEF DEELprognoses

Tabel 8: immigratie Der leeftiidscategorie voor de aemeente OPalabbeek.0-17 18-24 25-34 35-54 55-74 75+ Totaal

1981 0 21 18 152 25 11 2271982 0 33 27 140 37 11 2481983 0 28 12 150 16 10 2161984 0 34 19 125 15 8 2011985 2 35 18 123 20 10 2081986 11 27 17 178 25 7 2651987 19 17 17 148 12 6 2191988 12 23 14 158 24 13 2441989 18 13 43 148 17 5 2441990 31 13 42 173 22 9 2901991 39 14 56 133 25 15 2821992 44 12 66 144 25 17 3081993 64 16 103 128 20 8 3391994 55 12 106 129 22 12 336Totaal 295 298 558 2029 305 142 3627

Tabel 9: emigratie Der leeftijdscategorie voor de gemeente OPglabbeek0-17 18-24 25-34 35-54 55-74 75+ Totaal

1981 0 23 16 121 11 7 1781982 0 33 20 124 11 6 1941983 0 20 12 127 8 8 1751984 0 29 9 118 17 15 1881985 3 37 22 147 31 9 2491986 7 21 24 123 21 7 2031987 6 28 13 116 24 3 1901988 18 10 15 141 15 9 2081989 19 13 26 128 17 6 2091990 19 11 34 130 12 7 2131991 23 12 45 127 12 3 2221992 30 16 49 115 14 10 2341993 38 17 74 93 22 9 2531994 37 13 81 106 17 9 263Totaal 200 283 440 1.716 232 108 2.979

Tabel 10: migratiesaldo Der leeftijdsklasse voor de aemeente ODalabbeek 1981-1994.0-17 18-24 25-34 35-54 55-74 75+ Totaal

1981 0 -2 2 31 14 4 491982 0 0 7 16 26 5 541983 0 8 0 23 8 2 411984 0 5 10 7 -2 -7 131985 -1 -2 -4 -24 -11 1 -411986 4 6 -7 55 4 0 621987 13 -11 4 32 -12 3 291988 -6 13 -1 17 9 4 361989 -1 0 17 20 0 -1 351990 12 2 8 43 10 2 771991 16 2 11 6 13 12 601992 14 -4 17 29 11 7 741993 26 -1 29 35 -2 -1 861994 18 -1 25 23 5 3 73Totaal 95 15 118 313 73 34 648

cleuren_merkenarctlltecluur & ruimtelijke planmng

INF 81

Page 93: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

gemeentelijk ruimtelijk structuurplan opglabbeek INFORMATIEF DEELprognoses

Tabel 11' evolutie van hel migratiesaldo per 1000 inwoners van 1981 1011994 voor de regio1981 1982 1983 1984 1985 1986 1987 1988 1989 1990 1991 1992 1993 1994 gem.

81/94Opglabbeek 3.16 0.67 4.82 -1.59 - 5.67 -0.39 2.20 1.28 6.98 799 7.25 8.47 6.91 2.96

11.97As -1.78 -7.82 25.53 -757 3.71 -3.98 -3.21 -1.52 -1.83 3.18 7.06 0.74 17.60 4.87 2.49Hasselt 1.10 -0.25 -5.10 -5.01 -4.55 -0.29 -0.72 -1.64 0.06 3.34 2.16 -0.45 1.46 0.37 -0.68Midden-Limburg -2.7 -3.58 -1.87 -0.58 -2.28 -3.43 -2.17 -2.43 -0.58 0.85 1.03 3.69 2.74 3.48 -0.56Limburg 1.7 -2.54 -2.26 -1.94 -1.83 -1.7 -1.66 -0.87 67 1.74 2.49 3.14 2.74 2.96 -0.05Bron: Llso (tot 1994).

Het gemiddeld migratiesaldo per duizend inwoners ligt ten opzichte van As, een aangrenzende gemeente in eenvergelijkbare grootte. Ten opzichte van zowel de gemeente Hasselt als de regio Midden-Limburg en de geheleprovincie ligt het migratiesaldo zeer hoog. Opglabbeek kent een positief migratiesaldo in tegenstelling tot Hasselt,regio Midden-Limburg en de provincie welke een negatief migratiesaldo kennen.

Conclusie demografie.1. De gemeente kent een basisverhouding van 60/20/20 voor de bewoning tussen het hoofddorp en zijn woonkern.2. Opglabbeek kende in de periode 1981-2000 een sterke aangroei van maar liefst 20,78%, voor de periode 1991­

2001 kent de gemeente een aangroei van 14,74%. Dit beaamt de stelling van het PRSL dat Opglabbeek bij de driesterkst groeiende gemeenten behoort.

3. Voor de inwonersdichtheid zit de gemeente tussen de gemiddelde waarde opVlaams en provinciaal niveau: nl 3.63inwlha. Bij de berekening van de inwonersdichtheid is er een duidelijk verschil merkbaar tussen enerzijds dekernen van Opglabbeek en Nieuwe Kempen en anderzijds de kern van Louwe!. Dit omwille van het feit dat Louwel,volgens de opbouw met statistische sectoren, slechts een zeer beperkte inname van de totale oppervlakte dooropengebieden kent.

4. De gemeente kent zowel op vlak van de natuurlijke als van de migratoire groei een positief saldo. Het natuurlijksaldo is in aantal groter dan het migratoire, wat maakt dat de bevolkingsaangroei nog het sterkst wordt beïnvloeddoor de geboorte(sterfte) dan door de inwijkingen (uitwijkelingen).

5. De aangroei van de bevolking is terug te vinden in elke woonkern.6. In relatie tot de omliggende gemeente, tot de regio en tot het gewest, kent Opglabbeek de laatste twintig jaar een

sterke groei. Ten opzichte van 1/311981 is de bevolking met bijna 21% aangegroeid.

V.1.1.1 Bevolkingsprognose.

Voor het bepalen van de woonbehoeften gaat men uit van de behoefte aan bijkomende woongelegenheden ofbijkomende nieuwbouwibehoefte. Deze wordt bepaald aan de hand van de demografische deelbehoefte op basis vanhet aantal gezinnen in de toekomst en daarbij wordt ook de nodige frictieleegstand om beweging op de woningmarktmogelijk te maken in aanmerking genomen. Het aantal gezinnen wordt dan weer bepaald op basis van debevolkingsprognose. Daarnaast is er nog de nood aan vervanging van het bestaande aanbod of devervangingsbehoefte die in aanmerking wordt genomen om tot een globale woonbehoefte voor de gemeente te komenover de beschouwde periode 2002-2012 .

Er wordt uitgegaan van een gesloten prognose (dit veronderstelt een evenwicht tussen de vertrekkende en deaankomende personen) enerzijds om het aantal hypothetische parameters zo beperkt mogelijk te houden enanderzijds omdat de richtlijn inzake woonbehoeftestudies stelt 'dat de woonbehoeftestudie zal moeten aangeven dater behoefte is vanuit de gemeente en niet op basis van een suburbanisatietendens vanuit de omliggende steden'. Dedoelstelling van het RSV om een trendbreuk te realiseren in de verdeling van de woonbehoefte tussen het stedelijkgebied en het buitengebied (voor de provincie Limburg een verhouding 57/43) en op termijn te komen tot eenverscherping van deze verhouding brengt met zich mee dat voor het buitengebied negatieve migratie-effecten mogenoptreden.

cleuren_merkenarchtlecluur & ruImtelijke p1anmng

INF 82

Page 94: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

gemeentelijk ruimtelijk structuurplan opglabbeek

Tabel 12· gesloten bevolkingsprognose 2002-2007.

INFORMATIEF DEELprognoses

Gemeente O'beek: prognose van de totale bevolking over 10 jaar - gesloten prognosetype: basisjaar 2001

Jaar Totale populatie BevolkingsindexMannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal

1992 - -- 8.271 -- -- --1997 4.434 4.361 8.795 94.98 95.59 95.282001 4.668 4.562 9.230 100 100 1002002 4.720 4.595 9.315 101.11 100.72 100.922007 4.787 4.722 9.509 102.54 104.60 103.02Toe -/ afname: 353 361 714 2.54 4.60 3.02

Bron: bevolkmgsprognose N1SiJ1anbureau en p1angroep PRSL

Tabel 13: leeftiidsonbouwvan de bevolkino voor de periode 2002-2007.2002 2007 2012

man vrouw totaal man vrouw totaal man vrouw totaal

60+ 684 792 1.462 829 937 1.766 987 1.143 2.130

40-59 1.331 1.269 2.600 1.478 1.417 2.895 1.540 1.458 2.998

20-39 1.481 1.439 2.920 1.284 1.280 2.564 1.198 1.173 2.371

0-19 1.200 1.094 2.294 1.196 1.088 2.284 1.082 1.012 2.094

Totaal 4.696 4.595 9.291 4.787 4.722 9.509 4.808 4.786 9.594Bron: bevolkingsprognose NIS-planbureau en p1angroep RSL

Tabel 14: bevolkin9sprognose per deelgebied.

Per woonkern: prognose van de totale bevolking over 10 jaarGesloten prognosetype: basisjaar 2001Jaar Totale populatie

Opglabbeek Nieuwe Kempen Louwel2001 5.714 1.676 1.8732002 5.766 1.691 1.8902007 5.992 1.742 1.947Toe -/ afname: 278 66 74

Conclusie.De bevolking van Opglabbeek blijft aangroeien. De prognose voor de eerste periode, tot 2007, kent nog een sterkeaangroei (218 eenheden); in de 2" periode (2007-2012) daalt de aangroei naar 85 eenheden. De groei blijft echterpositief. Uit de evolutie van het aantal mannen en vrouwen merken we dat de groep van de vrouwen, met 63eenheden, sterker aangroeit dan de mannen.In totaal groeit de bevolking over de prognoseperiode toto 2007 met 714 eenheden. Wanneer de prognose berekendwordt naar de deelgebieden blijft deze zich in de reeds bestaande verhoudingen doorzetten.

V.l.1.2 Evolutie van ontgroening en vergrijzing.

Karakteristiek voor de recente evolutie van de bevolking is de ontgroening en de vergrijzing. Ontgroening betekenteen vermindering van de jonge bevolking, vergrijzing: de toename van de bejaardenpopulatie.In Opglabbeek is de ontgroening een duidelijk merkbaar feit. Niet enkel de leeftijdsgroep 0-19 maar tevens de groep20-39 kent een achteruitgang, weliswaar niet zo sterk als de -l9-jarige. De groep 0-19 is ten op zichte van 1981 met12,25% (404 eenheden) achteruitgegaan. De groep 20-39 kende een beperktere maar evenzeer negatieve groeievolutie. Deze is beperkt gebleven tot 1,20%. De leeftijdsgroep van 40-59 en 60+ kende daarentegen in devooropgestelde periode een sterk positieve groei. Deze bedroegen respectievelijk 6,03 en 6,75%.

cleuren_merkenarchitectuur &rutm!ehJke planmOQ

INF 83

Page 95: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

gemeentelijk ruimtelijk structuurplan opglabbeek INFORMATIEF DEELprognoses

Bij de vergelijking tussen de inkrimping van de 2 laagste leeftijdsklassen en de aangroei van de 2 hoogste wordt devergrijzing van de bevolking zeer duidelijk. Tegenover een ontgroening van 12,25% staat een vergrijzing van bijna7%. Dit feit heeft zich duidelijk kenbaar gemaakt in de periode '81-'91. De vergrijzing heeft zich gedurende dezeperiode eveneens gemanifesteerd (2,63%) maar werd zeer duidelijk in de periode 1995 - 2000 waarbij de groei vandeze groep 4,12% bedroeg.

20'd I flïd b . I flïd klT bel 15 I tia :evou evan e ee J sop ouwm ee IS assen van , laar.jaar G-19j % 2G-39j % 4G-59j % 60j en + % totaal

1981 2.732 37,74 2.508 34,64 1.493 20,62 560 7,73 7.2391991 2.275 28,35 2.822 35,16 2095 26,10 832 10,36 8.0241995 2.282 26,76 2.988 35,04 2.244 26,32 1.011 11,85 8.5251997 2.314 26,31 3.053 34,71 2.327 26,45 1.101 12,50 8.7952000 2.328 25,49 3.046 33,35 2.434 26,65 1.323 14,48 9.131Bron: NIS en USO.

Tabel 16: ontoroenino en veroriizino in absolute ciifers' een veroeliikino 1981-1995.01.03.1981 01.03.1991 01.01.1995

D-19j 2D-39j 4D-59j 60+ D-19j 20-39j 4D-59j 60+ D-19j 2D-39j 4D-59j 60+

~. 2.732 2.508 1.493 56D 2275 2.822 2.095 832 2.282 2.988 2.244 1.011

"" 2.1010 1.995 1.425 658 1.823 2222 1.716 898 1.857 2."JlJ7 1.798 1.073

Hasselt 19.073 21.057 15.362 9.121 15.875 22.175 16.374 12.187 15.296 21.195 17 .473 13.522

Middefl.. 71.518 68.231 48.122 22.578 59.954 74.603 52.816 32.596 58.890 73.060 58.212 37.191Limllunl

Limburg 236.07228.746

165.3586.711

199.47251.453 181.685 117.823 197.315 247.053 194612 1326333 8 4

Bron:L.so

De ontgroening is een duidelijke trend binnen de gemeente Opglabbeek. Voor elke oudere in de gemeente zijn erechter nog steeds 2,5 jonge inwoners.

o I bbeek (... b'Tbl17 ta e : ontgroenmg en vergnlzmg mnen Jpg,a (gemeente.Opglabbeek 01.03.1981

-14i 15-24j 125-44j I45-64j 165j en + ITotaaltotaal 1.797 11.443 12.487 11.189 1377 17.293Opglabbeek 01.03.1991

-14i 15-24j 125-44i 145-64i 165j en + ITotaaltotaal 1.549 11.328 12.843 11.712 1592 18.024Opglabbeek 01.01.1998

-14j I15-24j 125-44j I45-64j 165j en + ITotaaltotaal 1.661 11.185 /3.089 12.219 1805 18.959

Voor het beleid is het van belang een inzicht te krijgen in de toekomstige wijzigingen van de leeftijdsopbouw. Diversemaatschappelijke aspecten zijn onderhevig aan wijzigingen door veranderingen in leeftijdsstructuur. Elkeleeftijdsgroep heeft immers zijn eigen behoeftepatroon.

Tabel 18: ontgroenmg en vergnJzmg voor de prognose periode tot 2012.gemeente G-19 2G-39 4G-59Opglabbeek Abs. % Abs. % Abs.2002 2.294 24.69 2.639 27.40 2.6002007 2.284 24.01 2.564 26.96 2.8952012 2094 21.82 2.371 24.71 2.998

0/.27.9830.4431.24

6G-+Abs.1.4761.7662.130

18.8818.5722.20

TotaalAbs.9.2919.5099.594

cleuren_merkenêIldulecluur & rulmletqke pianrung

INF 84

Page 96: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

gemeentelijk ruimtelijk structuurplan opglabbeek INFORMATIEF DEELprognoses

Conclusie.De trend van ontgroening en vergrijzing wordt binnen de prognoseperiode verder gezel In de periode van 1990 tot2000 kende de leeftijdscategorie van <J.-19 jaar een achteruitgang met 2,86%. In de prognose periode tot 2012 kentdezelfde groep een afname met 2,87%. De groep van 20-39 jarigen kent een veel sterkere daling in vergelijking metde periode 1990 - 2000. De leeftijdscategorie van 2<J.-39 kent in de prognoseperiode een achteruitgang met 2,69%, inde periode van 1990-2000 had deze leeftijdscategorie slechts een achteruitgang van 1,29%. De procentuele stijging inde vergrijzing ligt het hoogst binnen de groep 40-59. Deze groep kent binnen de prognoseperiode een stijging van3,26%, gedurende de periode 1990-2000 kende deze groep slechts een beperkte groei van 0,55%. De vergrijzingbinnen de groep van de 60+ zet zich in dezelfde lijn verder als de periode 1990-2000. Gedurende de prognoseperiodekent deze groep een procentuele stijging van 3,38. In 2007 zal meer dan 1/5 van de bevolking boven de 60 jaar zijn.Samen met de groep van de 40-59 jarige nemen ze bijna 50% (49,01%) van de bevolking voor hun rekening.Binnen de planperiode tot 2007 neemt de vergrijzing in dezelfde grootte orde toe.

V.1.1.3 Gezinsontwikkeling.

Inzicht in de gezinsontwikkeling is noodzakelijk daar deze ontwikkeling in rechtstreeks verband staat met detoekomstige woonbehoefte. Relevante elementen, naast het aantal gezinnen (in absolute cijfers) zijn de gemiddeldegezinsgrootte, het aandeel van de alleenwonenden en het aandeel grote gezinnen.

Op 1januari 2000 telde de gemeente Opglabbeek 3.270 huishoudens, met ene gemiddeld aantal leden per gezinbedraagt ± 2,56 personen.Het fenomeen van gezinsverdunning wordt bepaald door een aantal factoren o.a.:• De vermindering van het aantal kinderen per gezin als gevolg van de dalende nataliteit;• Veelvuldigere gezinssplitsing door de toename van het aantal echtscheidingen;• De toename van het aantal alleenstaande bejaarden, overwegend door de hogere leeftijdsverwachting;• De vermindering van het aantal huishoudens met meer dan één familiekern.

1981 2001!wikkel· tT bel 19a : qezmson InQ' ussen enAantal Aantal personen per private gezin

Coll.Totaal

01/01f]aar Particuliere Alleenwonenden 2 3 4 5 6 7 8+ Huish.huishoudens

1981 2.067 127 418 492 600 255 108 38 29 ° 2.0671991 2.577 248 695 599 722 221 68 14 10 1 2.5781992 2.629 250 734 612 723 222 64 13 11 1 2.6301997 3.008 385 890 707 751 XX 50 17 8 1 3.0092000 3.221 481 974 743 751 XX 46 18 3 1 3.2222001 3.269 504 1033 699 748 50 43 16 1 1 3.270

Bron. NIS

Het aantal gezinnen is geleidelijk aan gegroeid in Opglabbeek. Van 2.067 gezinnen in 1981 naar in 1991 2.067gezinnen om in 2001 te komen tot 3.270 gezinnen. Bij de evolutie van de gezinsgrootte kunnen we stellen dat er eenduidelijke trend is naar kleinere gezinnen en zelfs naar kinderloze gezinnen.De grootste stijging zit, ook voor Opglabbeek, in de gezinnen met 1en 2kinderen. In totaal zijn er 251 gezinnen met 1en 151 gezinnen met 2 kinderen. Procentueel gezien is dit in vergelijking met de totale aangroei van gezinnen eengroei van respectievelijk 13,99% en 21,94%. Buiten deze verschuiving in de gezinssamenstelling zien we een sterkeaangroei van alleenwonenden. In 1981 waren er 127 alleenwonenden (59 mannen - 68 vrouwen). Deze groep is in2001 aangegroeid tot 504 personen (251 mannen - 253 vrouwen). In absolute cijfers is dit een aangroei van 181alleenwonende mannen en 173 vrouwen. In relatie tot de aangroei van de totale gezinnen maakt dit een aangroei vanrespectievelijk 15,82% en 15,66%.

Tabel 20: evolutie qezinsqrootle.1981 1991 1992 1981-1991

Opglabbeek 3,49 3,15 3,14 -0,35arrd. Hasselt 3,16 2,84 2.83 -0,32Limburg 3,22 2,88 2.83 -0,34

cleuren_merkenafchliecluul &rulmleltlke p1anntng

INF B5

Page 97: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

gemeentelijk ruimtelijk structuurplan opglabbeek INFORMATIEF DEELprognoses

De inschatting van het aantal bijkomende gezinnen in Opglabbeek vertrekt van de prognose die in het RSV wordtgemaakt van de evolutie van de gemiddelde gezinsgrootte per arrondissement tot de planningshorizon 2007.Voor het arrondissement Hasselt geeft dit een gemiddelde gezinsgrootte van 2,64 in 1997 naar 2,51 in 2002 en 2,42 in2007 en 2,36 in 2012(RSV p. 242).

19912,84

20022,51

20072,42

20122,36

De aangroei van het aantal gezinnen wordt berekend volgens de methode uitgewerkt in de studie' Woonbehoefte inVlaanderen 1990-2000 - tweede nota". Men maakt gebruik van de bevolkingsvooruitzichten van het NIS,gepubliceerd in 1993 (en van de werkelijk geregistreerde gezinsgrootte van 1970, 1981 en 1991).Door per prognoseperiode de gemiddelde gezinsgrootte toe te passen op de toekomstige bevolking kon men voor hetarrondissement een groeipercentage van het aantal gezinnen berekenen.

Tabel 22: prognose aantal geZInnen.1981 1991 1992 2002 2007 2012

Opglabbeek 2.067 2.578 2.629 3.701 3.929 4.065Aangroei --- 511 51 1123 228 135

Bron: eigen berekening op baSIS van prognose RSV.

Tabel 23: prognose qezinsqrootte Opqlabbeek.jaar Opglabbeek

inwoners gezinnen grootte1992 8.271 2.629 3.141999 9.132 2.920 3.1272002 9.291 2.838 3.2732007 9.509 2.748 3.4602012 9.594 2.688 3.569Bron: eigen berekening op baSIS van gegevens gemeentebestuur Opglabbeek, dienst bevolking 0110112000 - Jaar 1999.

De aangroei van het aantal gezinnen resulteert uit 2 factoren: de demografische factor en de gezinsverdunningfactor.De zuivere demografische factor omvat de evolutie van de potentiële gezinshoofden d.W.Z. de inwoners behorendtot de leeftijdsgroep vanaf 18 jaar (geboorten-stertten I migratie).De gezinsverdunningfactor wordt bepaald door een hele reeks van elementen:

de tendens van het gemiddeld vroeger huwen of samenwonen;- de vermindering van het gemiddeld aantal kinderen per gezin, door de dalende nataliteit;- de toename van de groep alleenwonende jongeren;- een meer voorkomende gezinssplitsing tengevolge van de toename van echtscheidingen;- de stijging van het aantal alleenstaande bejaarden tengevolge van de combinatie van diverse factoren zoals

langere levensverwachting, vergrijzing van de bevolking en de voorkeur voor het langer zelfstandig wonen.

Conclusie.De trend van het dalend aantal personen per gezin zet zich verder voor de periode 2002-2007, gelijklopend gaat ookde aangroei van het aantal gezinnen in dalende lijn. Maar nog steeds kent Opglabbeek een positieve groeibeweging.

V.1.2 KWANTITATIEFMNBOD

In dit onderdeel worden 2 luiken onderscheiden. Enerzijds een analyse van de kwantiteit en kwaliteit van debestaande wooneenheden: de huisvestingskenmerken met oa. de evolutie van de bouwactiviteit, de ouderdom vande woningen en de huur-en eigendomswoningen, de gerieflijkheid en het comfort van de bestaande woningen; hetaantal leegstaande woningen; het bestaande aanbod bejaardenhuisvesting en de realisaties van de sociale

, Wooobehoeften in Vlaanderen 1990- 2000 -tweede oom Acininislratie VOO< huisvesting ministerie van de Vlaamse Gemeenschap.

cleuren_merkenarchltectuUl &rutmlellJke planOlng

INF 86

Page 98: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

gemeentelijk ruimtelijk structuurplan opglabbeek INFORMATIEF DEELprognoses

bouwmaatschappijen. De analyse van de woningvoorraad is enigszins verouderd, aangezien ze noodgedwongengebaseerd is op de volks-en woningtellingen van 1991.In een tweede luik wordt op basis van de inventaris van de onbebouwde kavels in woon-of woonuitbreidingsgebieden die gelegen aan een uitgeruste weg, het aantal potentiële wooneenheden bepaald. Daarbij wordt een onderscheidgemaakt tussen de percelen langs uitgeruste wegen en die in binnengebieden.

V.1.2.1 Woningbestand.Op 1maart 1991 registreerde men in Opglabbeek 2.564 particuliere woningen. Verdeeld over de kemen volgens desamengestelde statistische sectoren blijkt uit de cijfers van 1991 dat Opglabbeek, het hoofddorp, 1.584 of 61,7 %vanhet totaal aantal woningen beziL De woonkern Nieuwe Kempen telt 491 woningen of 19,1 %, Louwel484 of 18,8%.Hieruit blijkt dat de 6012D12D verhouding welke we kennen over de woondichlheid vergelijkbaar blijft aangehouden. Degezinsverhoudingen in relatie tot het woningbestand blijven binnen de drie deelgebieden van Opglabbeek gelijk liggen.

. h deelTabel 24: aantal wonilKlen per statistisc e sector van ODQlabbeek.VOLKSTELUNG 1991

Statistische sector Deelqebied aantalAOOO Opglabbeek·Centnum . Vinnenkant - Ophoven 484AD1D Stegereinde - Roexeinde 376AD22 B~n~Hoe~n~Heikant 242AD33 Langveld-laer 229AD44 Opglabbeek·Centrum Oost 66AD86 Opglabbeek-Verspreide bebouwing Noord 64AD91 Opglabbeek-Verspreide bewoninq Zuid 128

SubtotaalOpglabbeek 1.584A200 Nieuwe Kempen-Kem 285A212 Dennenweelde 153A275 Opglabbeek Industrieterrein 13A291 Grote Heide Zlid 40

subtotaal Nieuwe Kempen 491AD42 Louwel-Zuid 39A0100 Louwel-Kern 402AD191 Louwel-Voo;preide bewoning 43

subtotaal Louwel 484niet te lokaliserensubtotaal verspreide bebouwing 275subtotaal geconcentreerde bebouwing 2289Totaal 2.564

Bron: NIS

Tabel 25· evolutie van het woningbestandParticuliere woningen

verschil '81-'91 Groei '81-'91 % Groei to.v1981 1991 Umburg

Opglabbeek 1.261 1.409 148 111% -4%Nieuwe Kempen 430 458 28 106% -9%

Louwel 363 415 52 114% -1%Midden-Limburg 65.325 74.5580 9.233 114% -1%Limburg 221.654 256.275 34.621 115% 0%Gewest 1.961.481 2.141.557 180076 109% -6%Bron: Uso.

De grootste aangroei van particuliere woningen is gelegen binnen het landelijk woongebied Louwe!.Wanneer we deze aangroei vergelijken met de algemene groei in de provincie blijkt dat de aangroei in de gemeentegemiddeld 4,6% lager ligt. Hieruit kunnen we afteiden dat ertussen 1981 en 1991 er, in vergelijking met de regio en deprovincie minder gebouwd is geweest maar dat men ten opzichte van het gewest nog steeds een beperkte groei kent.

cleuren_merkenarchliectuUl & rulmtellike p1anntng

INF 87

Page 99: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

gemeentelijk ruimtelijk structuurplan opgIabbeek INFORMATIEF DEELprognoses

Tabel 26: evolutie van het woningbestand; indeling naar type van de woning.1981 1991

eengezinswoning ~ appartement totaal Ieengezinswoning appartement totaalaantal % aantal % aantal % aantal %

OPGLABBEEK 1.866 90.71 191 9.28 2.057 2.282 89.00 274 10.68 2.564Opglabbeek 1.261 61.30 Onbek. - - 1.409 88.89 176 11.10 1.585NieuweKe~ 430 20.90 Onbek - - 458 93.85 30 6.14 488Louwel 363 17.64 Onbek - - 415 85.92 68 14.07 483Midden - Limburg 50.707 77.96 14.327 22.03 65.034 56.031 75.27 18.407 24.72 74.558Limburg 186.995 89.36 34.073 11.34 221.654 212.577 83.10 43.209 16.89 256.275Gewest 1.535.952 61.93 943.869 38.06 2.479.821 2.734.501 73.18 1.001.670 26.72 3.748.164Bron: Llso

Conclusie.In verhouding met de regio en het gewest is het aandeel van ééngezinswoningen duidelijk groter, het provinciale cijferis vergelijkbaar. Slechts 10% van de wooneenheden binnen Opglabbeek zijn appartementen. Hier zit de regio en hetgewest met een aandeel van respectievelijk 20% en 30% merkelijk hoger.Binnen de gemeente wordt Nieuwe Kempen het sterkst gekenmerkt door een bebouwing van ééngezinswoning.

V.l.2.2 Leegstand.Een minimaal percentage aan leegstaande woningen (= frictie leegstand - norm tussen 2% en 2,5%) is nodig om eensoepele werking van de woningmarkt mogelijk te maken. Langdurige leegstand behoort tot de structurele probleem­leegstand. Deze woningen zijn meestal van slechte kwaliteit en voldoen niet aan de eisen van de huidige woningmarktOpglabbeek telt op 01.01.2001 2 drie leegstaande panden op de lijst van leegstaande en verkrotte panden.

V.l.2.3 Huisvestingskenmerken.

Tabel 27: evolutie bouwaanvraaen binnen Ooalabbeekiaar Aantal bouwaanvraQen Aantal woninQen Aantal appartementen Totaal aantal wooneenheden

1991 103 73 2 751992 91 60 36 961993 112 58 13 711994 135 71 11 821995 118 77 25 1021996 101 46 14 601997 114 57 0 571998 114 41 8 491999 113 44 4 482000 134 35 10 452001 123 39 3 42

TOTAAL 1258 601 126 727

Gedurende de laatste 10 jaar is de bouwactiviteit slechts beperkt gegroeid binnen Opglabbeek. Gemiddeld worden er105 bouwaanvragen per jaar ingediend bij de gemeente. Er dient opgemerkt te worden dat niet alle bouwaanvragenstaan voor nieuwe wooneenheden, dit blijkt duidelijk aan het verschil tussen het aantal bouwaanvragen en hettolaalaantal wooneenheden. Het aantal wooneenheden daalt gestadig, toch blijven de bouwaanvragen lichljes stijgen met 1belangrijke piek in 2000. Hieruit zou men kunnen concluderen dat er enerzijds een groter aantal verbouwingen wordtaangevraagd dan dat er nieuw te bouwen woningen of appartement worden aangevraagd. Anderzijds zou diteveneens een teken kunnen zijn dat de 'kleine' bouwwerken correcter aangevraagd worden en dus steeds mindergebouwde constructies geplaatst worden zonder vergunning.

, AROHM-Linburg Huisvesting.

cleuren_merkenarchitectuur & ruimleliJke planning

INF 88

Page 100: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

gemeentelijk ruimtelijk structuurplan opgIabbeek INFORMATIEF DEELprognoses

V.1.2.4 Bouwjaar van de woningen.

De meeste gemeenten in Limburg hebben een relatief jong woningbestand. Tijdens de periode van 1971-1980 heeftOpglabbeek de grootste bouwactiviteit gekend. In deze periode werden 746 woningen of net geen 30% van het totaalaantal woningen gebouwd. Een tweede bouwpiek is er geweest tussen 1962 en 1970, de periode na de wereldoorlog.In deze periode zijn er 432 woningen, of bijna 17% van het totaal aantal woningen gebouwd. Er kan gesteld wordendat in de periode van '62 tot '80 praktisch de helft van het aantal woningen gebouwd geweest is (47%). Dit zorgtervoor dat Opglabbeek, net zoals de meeste Limburgse gemeenten, een relatief jong woningbestand heeft.Het aantal verbouwingen geeft een inzicht in de vernieuwbouwactiviteit.

Tb 128 ba e : OUWlaar van de wonmqen.-1919 1919-45 1946-61 1962-70 1971-80 1981-85 1986+ onbekend totaal

Opglabbeek 50 143 552 432 746 186 301 154 2.564Midden-Limbum 2.339 7.832 17.930 12.546 17.324 4.606 5.919 6.002 74.558Limburg 16.214 27.760 58.266 40.176 57.458 16.085 20.320 20.086 256.275

Bren NIS, Uso.

d I eet . 1991dTbl29ba e : ouW]aar van e woningen per ee 5 or In

Totaal 191945 1946-61 1962-70 1971-80 1981 -85 86+

Opglabbeek 1749 37 385 275 307 98 647Nieuwe Kempen 539 4 49 118 236 13 119Louwel 537 4 88 75 147 42 181totaal 2825 45 522 468 690 153 947Bron: Techmsche Dienst gemeente OpgIabbeek.

Tot 1991 waren er in totaal 2.564 woningen in Opglabbeek, dat betekent een toename de laatste 10 jaar (1991-2001)van 261 woningen. De grootste aangroei situeert zich tussen '60-'80 en dit zowel in het centrumgebied vanOpglabbeek als in de cluster van Nieuwe Kempen. Louwel kende zijn grootste groeiperiode na 1986 wat maakt datLouwel een zeer jonge bebouwing heeft.

V.1.2.5 Huur- en eigendomwoningen.

Ten opzichte van de regio en de provincie ligt het verschil tussen het aantal eigenaars en huurders opmerkelijk groter.Binnen Opglabbeek is slechts 14% in 1981 en 13% in 1991 huurder van het pand waarin men woont.In de regio is bijna 68% van de bewoner eigenaar, in Opglabbeek is dit om en bij de 87%.

Tabel 31): huur - en eiaendomswoninaen.1981 1991'

eigenaar huurder eigenaar huurderabs % abs % abs. % abs. %

Opglabbeek 1.759 86.77 298 14.70 2.152 86.32 341 13.67Midden-Limburg 44.039 67,74 20.972 32,25 52.974 72,15 20.448 72,84Limburg 161.233 72,93 59.827 27,06 192.178 76,17 60.109 23,82Bron. NIS, Uso

V.1.2.6 Bejaardenhuisvesting.

De demografische ontwikkeling geeft aan dat het aandeel van de 6O-plussers sterk toeneemt. Deze trend zet zichvolgens de bevolkingsprognose verder, de prognose stelt een groei van 3.38%. Deze aangroei doet de vraag naaraangepaste woningen stijgen. Een welbepaald aandeel van de bejaarde gezinnen en alleenstaanden wensenzelfstandig te wonen in een aangepaste woning. Deze woningen moeten aan een aantal criteria voldoen:

creuren_merkenarchrtectuur & rulfTlleljke planning

INF 89

Page 101: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

gemeentelijk ruimtelijk structuurplan opgIabbeek INFORMATIEF DEELprognoses

Ze dienen goed bereikbaar te zijn en liefst in de nabijheid van openbare en andere voorzieningen.Bij de inplanting moet men rekening houden met beperktere mobiliteit van deze bevolkingsgroep.De woningen moeten beperkt van omvang, comfortabel en veilig zijn.De woonomgeving moet verkeersveilig, -leefbaar en levendig zijn.Kleinere projecten in combinatie met andere woonvormen zijn daarom te verkiezen.

Het decreet houdende regeling van de erkenning en subsidiëring van voorzieningen voor bejaarden (hetbejaardendecreeP) hanteert volgende programmacijfers:

Privé-woningen voor bejaarden: 1wooneenheid voor 100 bejaardenServiceflats voor bejaarden: 2 wooneenheden per 100 bejaardenRusthuizen: 4 bedden per 100 bejaarden

In 2007 worden er in Opglabbeek 1.766 6O+'ers verwacht. Dit betekent dat er 18 privé-woningen, 36 serviceflats en71 RVT bedden nodig zullen zijn volgens het bejaardendecreet.Momenteel is het bejaardentehuis Kimpenhof het enige rustoord met 56 bedden. Dit betekent dat er tegen 2007 nog15 bijkomende bedden voorzien dienen te worden om aan de eenheden van het decreet te kunnen voldoen.

V.1.2.7 Sociale huisvesting.

Binnen de woonbehoeftestudie Vlaanderen 1990-2000 blijkt dat Limburg procentueel het grootst aantal socialewoningen heeft van Vlaanderen. In het arrondissement Hasselt werd het percentage sociale woningen berekend op12% terwijl het aandeel sociale huurwoningen t.o.v. het totaal woonpatrimonium op 6 %werd gerekend.Bij een woningaantal van 2.825 maakt dit een totaal van 339 woningen en 169 hu.urwoningen. Deze algemenepercentages worden duidelijk niet gehaald binnen Opglabbeek.Momenteel zijn er in Opglabbeek 61 sociale woningen =2,15% (koopwoningen) en 19 sociale kavels =0,7%(bebouwd). Dit ligt ver onder het gewenste aantal van 339 woningen, namelijk 278 eenheden.

V.U POTENTIEEL AANBOD

V.1.3.1 Vrije kavels langs uitgeruste wegen.

Tabel 31' vrije kavels langs uitgeruste wegen in (Iandelijk)woongebied en in goedgekeurde verkavelingen 2002..Deelgemeente Totaal aantal percelen

Opqlabbeek 580Nieuwe Kempen 76Louwel 144Totaal 800

Bron. eigen verwerl<lng terreinonderzoek.

Opglabbeek heeft nog in de woonuitbreidingsgebieden een oppervlakte vrij van -+I-28ha. (24ha 62a 04ca / 03ha 08a15ca, het gebied Stegerveld is nagenoeg volgebouwd). Dit maakt het mogelijk om bijkomend aan de 800 vrije kavelslangs uitgeruste weg nog +/- 415 woningen te ontwikkelen (dichtheid van 15wolha).

Er zijn nog 800 vrije kavels langs uitgeruste wegen in woongebied beschikbaar. Indien hiervan 30% vrijkomt binnende komende 10 jaar, zijn er 240 kavels beschikbaar voor heel Opglabbeek de komende 10 jaar.

V.1.3.2 Goedgekeurde verkavelingen.

In Opglabbeek zijn er 4goedgekeurde verkavelingen.- Verkaveling Kruisstraat 1e fase is uitgevoerd en omvat 5 loten;

2· en 3· fase moeten nog gerealiseerd worden: 22 loten.

J Decreet van 05.03.1985 houdende regeling voa e1tenning en subsidiëring van voazieningen vooc bejaarden. Besluit van de V1aanseExecutieve van 18.12.1991 eNef de coördinatie van de decreten inzake de voozief1ingen voor bejaarden.

cleuren_melkenarchitectuur & ruimtelijke planning

INF 90

Page 102: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

gemeentelijk ruimtelijk structuurplan opgIabbeek INFORMATIEF DEELprognoses

- Verkaveling Slagmolenweg: 1· fase: gronden aanpalend aan de openbare weg zijn verkaveld: 13 loten;2· fase: de nodigel·voorzieningen zijn getroffen het binnengebied te verkavelen.

- Verkaveling Manestraat 27 loten.Verkaveling Weg nr Zwartberg: 6 loten (die sterk in de bestaande groenstructuur geïntegreerd moeten worden).

Onbebouwde percelen gelegen in een goedgekeurde, niet vervallen verkaveling buiten de woonzones drageneen bouwtitel en komen nog in aanmerking voor nieuwe woningen (het gaat hier om 3 loten waarvan er 2 gelegenzijn Zandstraat sectie C nr 896t en 896m en 1perceel bevindt zich op de Weg naar Meeuwen sectie B, nr. 904m39).

V.l.3.3 Aangesneden woonuitbreidingsgebieden.

Tabel 32: woonUllbreldmgsgeb,eden mOpglabbeek, 2002.

WUOl Langveld 14ha 53a 07ca 217WU02 Stegerveld (gemeentelijk initiatief) 24ha 62a 04ca 369WU03 Bijvaerdeweg - Bosstraat 03ha 08a 16ca 46..

WU01: het noordelijk gelegen gebied rond de Boekweitstraat, is praktisch volledig volgebouwd.WU02: ten westen van de Weg naar As (24ha 62a 4ca), 26 woningen langs de bestaande uitgeruste wegen.WU03: klein gebied ten oosten van de Weg naar As, is volledig onbebouwd.

=­=,-_..:..---

._-

V.l.3.4 Beschikbare wooninbreidingsgebieden.

Tabel 33: inbreidingsgebieden Opglabbeek (aantal wooneenheden aan 15wolha).Gebied Ligging Oppervlakte Aantal wooneenhedenWIOl Droogstraat-Reyndersstraat-Hoekstr. 01ha26al6ca 18WI02 Boekweitstraat (gemeentelijk initiatief) OOha61a62ca 09WI03 Weg naar Zwartberg-Roexeindestr. Oha 87a 12ca 13WI04 Hermisweg - Weg naar As Oha 51a 64ca 7WI05 Weg naar As - Oude Asserweg 01ha 53a 02ca 23Wi06 Heidestraat - Weg naar As 01 ha 99a 02ca 30

cleuren_merkenarchllecllAJI &rulmlebjke plannlO9

INF 91

Page 103: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

gemeentelijk ruimtelijk structuurplan opglabbeek INFORMATIEF DEELprognoses

KT bel 34 . b'd'a : In rel Ingsg I en leuwe empen.

Gebied Ligging Oppervlakte Aantal wooneenhedenWINK1 Weg naar Zwartberg- Irisstraat 01ha50a18ca 23WINK2 Weg naar Zwartberg - Asterstraat 00ha63a6Oca 09WINK3 Weg naar Zwartberg - VIOlastraat 00ha61 a44ca 09

eb'ed LT b 135 . b'd'a e : In rel 1n9S9E I en ouwe.

Gebied Ligging Oppervlakte Aantal wooneenhedenWil1 DreesstraatLeyssenstraat ooha97a96ca 14Wil2 Weg OpoetereniKreemerstraat ooha78a58ca 12

Totaal van 167 wooneenheden: Opglabbeek: 100 eenheden.

Dennenweelde en nieuwe Kempen: 41 eenheden.Louwel: 26 eenheden.

V.1.3.S Geplande projecten in de sociale sector.

Zes seniorenftats Dorpsstraat! Weg naar Opoeteren.Vier huurwoningen in een verkaveling langs de KruisstraalBPA Langveld voorziet nog een zone voor sociale huisvesting, hier zijn echter nog geen concrete stappen voorondernomen.

V.1.3.6 Samenvattende reserve aan woonmogelijkheden.

REËEL AANBOD- bestaande woningen (telling 2004): 2825 waarvan 57 zonevreemd

(Opglabbeek 51, Louwel 3, Nieuwe Kempen 3)

- leegstand: 6 woningen op 2825 = 0.25% - 2be<iijfsgebouwen

- bestaande projecten in de sociale sector: woningen: 61 sociale (koop)woningen =2,15'10en 19 sociale kavels =0,7'10

bejaardenhuisvesting: 56 rusthuisbedden

POTENTIEEL AANBOD

- orbebouwde percelen langs Litgeruste wegen: 80030% beschikbaar de komende 10 jaar = 240

- geplande projecten in de sociale sector: 6seniorennats en 4 huurworingen

- orbebouwde percelen in woonuitbreidngsgebied: Langveld (14ha 53a 07ca) 217 eenhedenStegerweg (24ha 62a 04ca) 369 eenhedenBijvaerdeweg (OJha 08a 16ca) 46 eenheden

- orbebouwde pen:elen in niet-velYallen verkavelingen: 4 goedgekeurde verkavelingen- Kruisstraat 22 loten- Slagmdenweg: 13 loten (1° fase) + ..... (2° fase)- Manestraat 27 loten- Weg naar Zwartberg: 6 loten

cleuren_merken INF 92archllectuur &IUlmlelgke planmng

Page 104: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

gemeentelijk ruimtelijk structuurplan opglabbeek

V.1A KWANTITATIEVE WOONBEHOEFTEBEREKENING

INFORMATIEF DEELprognoses

Er wordt een onderscheid gemaakt tussen kwantitatieve woonbehoefte en een differentiatie in aanbod.De kwantitatieve woonbehoefte wordt opgesplitst in deelbehoeften die na optelling de globale nieuwbouw- envervangingsbehoefte vormt.

V.1.4.1 De demografische deelbehoefte.

De demografische woonbehoefte is gebaseerd op het aantal bijkomende gezinnen x de woningmutatiereserve (offrictieleegstand) en is gebaseerd op twee prognoses; namelijk het toekomstig aantal gezinnen en de te verwachtenbevolkingsontwikkeling. Vertrekpunt voor de verdere berekening zijn de recentste cijfers voor het bevolkingsaantal enhet aantal gezinnen op 11112002 en de bevolkings-en gezinsprognose voor de diverse peiljaren. Op basis van degesloten bevolkingsprognose en de doorgerekende gezinsgrootte werd het aantal gezinnen afgeleid voor deeerstvolgende 10 jaar. Er werd gerekend met een eigen berekening van het aantal gezinnen (extrapolatie van degekende gegevens). Dit aangezien de resultaten bekomen door de berekening met de coëfficiënten van de provinciezou leiden tot een onrealistische aangroei van gezinnen van 2001 naar 2002. (groeicijfers provincie: 2002/3.701gezinnen; 200713.929 gezinnen). In 2001 zijn er volgens de bevolkingsgegevens 3.269 gezinnen, bij de gegevensberekening van de provincie zouden er in 2002, in Opglabbeek, 3701 gezinnen zijn. Dit geeft een aangroei van 432 opéén jaar tijd. Dit is een onrealistisch grote aangroei. Op basis van de gezinstoename wordt de jaarlijksedemografische behoefte voor de gemeente berekend.

Tabel 36: demografische deelbehoefte per planperiode volgens de woonbehoeftesludie.

Jaartal Aantal inwoners GezinSÇJrootte Aantal gezinnen1992 8.271 3,14 2.6291993 8.395 3,08 2.7231994 8.525 3,048 2.7961995 8.656 3,032 2.8541996 8.794 2,992 2.9391997 8.957 2,976 3.0091998 9.045 2,948 3.0681999 9.132 2,920 3.1272000 9.207 2,893 3.1822001 9.230 2,865 3.221

Jaartal Aantal inwoners GezinSÇJrootte Aantal Qezinnen2002 9.291 2,838 3.2732007 9.509 2,48 34602012 9.594 2,688 3.569

Reële aangroei aantal huishoudens voor de periode 0110111992 - 01101/2001:

Berekende aangroei voor de periode 0110112001 - 01/0112007:

Totaal berekende aangroei voor de periode 01101/1992 - 0110112007:

592

187

+626

De totaal berekende aangroei binnen de periode 1992-2007 ligt in dezelfde grootorde als deze gesteld in het PRSL.Hierin wordt er een prognose gemaakt van 654 woningen. De berekende aangroei maakt een prognose van 28woningen minder.

cleuren_merkenarchtiectuur & rUimtelllke p1aMInQ

INF 93

Page 105: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

gemeentelijk ruimtelijk structuurplan opgIabbeek

V.1.4.2 Frictieleegstand I woningmutatiereserve.

INFORMATIEF DEELprognoses

Om de beweging op de woningmarkt te waarborgen is er behoefte aan een bepaald percentage leegstaand. Dezeleegstaand dient van voldoende goede kwaliteit te zijn om de fricüe van verhuizingen op te vangen, dit noemt men defricüeleegstand en is van korte of zeer korte duur.Langdurige leegstand behoort tot de structurele probleemleegstand, het betreft woningen van slechte kwaliteit die nietvoldoen aan de vereisten van de huidige woningmarkt en bijgevolg op termijn in aanmerking komen voor vervanging.De norm voor de fricüeleegstand in landelijke gebieden ligt tussen 2% en 2,5%. Voor het arrondissement Hasselt geefthet RSV een fricüeweerstand van 2,5%. Wanneer de feitelijke leegstand kleiner is dan de normaüeve is er sprake vaneen tekort op de woningmarkt. Het huidig aantal leegstaande woningen is onvoldoende gekend. Aan de hand vansurveys die na 1991 in verschillende Limburgse gemeenten plaatsvonden en waarbij de percentages schommeldentussen de 1,6 en 1,9% wordt voor Opglabbeek het huidige percentage leegstand vastgesteld op 1,75% oftewel hetgemiddelde van de twee.

Tabel37: demografische deelbehoefte.

gemeente Opglabbeek 2001 2007aantal bewoonde woningen 2.822 demografische behoefte 2001 -2007 187

leegstaande woningen bijkomende behoefte aan leegstaandewoningen

aantal 3 aantal 0% 1.75 Behoefte norm 2,5% 2.5

behoefte norm 2,5 % 70 15verschil -+I. -67 -15

V.1.4.3 Vervanging- en woningverbeteringbehoefte.

Het betreft hier de vervanging van de woningen die omwille van zware bouwfysische gebreken gesloopt dienen teworden omdat ze niet meer op een financieel verantwoorde wijze kunnen gerenoveerd worden. Bij de behoefte aannieuwe woningen ten gevolge van sloop moet een onderscheid gemaakt worden tussen leegstaande bouwvalligewoningen en te vervangen bewoonde paruculiere woningen. De heffing op leegstand en verkrotting wordt bijgehoudendoor de gemeente in het kader van het besluit van de Vlaamse regering van 2april 1996 en vormen de enigebeschikbare bron van informaüe. In Opglabbeek zit men met een relaüef jong woningbestand met een hogegerieflijkheidsgraad. Deze woningkwaliteit in combinaüe met de gegevens over de leegstand kan er gesteld wordendat het voor Opglabbeek gaat over een te verwaarlozen aantal, namelijk 6 woningen en 2 bedrijfsgebouw.

V.1.4.4 Globaal overzicht van de woonbehoefte.

De globale woonbehoefte voor de periode 2000-2007 wordt samengesteld vanuit twee deelbehoeften, met name devervangings- en woningverbeteringbehoeften en de bijkomende nieuwbouwbehoeften.

Tabel 38'overzicht woonbehoefteGemeente Opglabbeek 2000-2002 2002-2007 2007-2012

demografische deelbehoefte 52 187 109woningmutaooreserve 2,5% 2 5 3huidig tekort -1 4 7behoefte 54 192 112

Nieuwbouwbehoefte 53 196 119Te vervangen bewoonde woningen 0 0 0

Totale behoefte 53 196 119

cleuren_merkenarchrtectuur & rwnlellfke pavlIng

INF 94

Page 106: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

gemeentelijk ruimtelijk structuurplan opgIabbeek

Condusie.Voorlopig kan gesteld worden dat Opglabbeek tot 2007:- 196 nieuwe woningen kan ontwikkelen volgens de demografische deelbehoefte.(2OO2-2OO7);- er zijn 800 vrije kavels waarvan er slechts een 240 (30%) vrij op de markt komen.Dit resulteert in een overschot van 44 eenheden tot 2007, aldus het gemeentelijk scenario.

INFORMATIEF DEELprognoses

Het provinciale cijfer van 654 bijkomende eenheden (1992-2007) houdt in dat, zonder de huidige behoefte van 187,er 467 woningen zouden bijgekomen zijn tussen 1992 en 2002.Concreet zijn er tussen 1981 en 1991 slechts 228 (tabel 24) woningen bijgekomen en tussen 1991 en 2004 waren erdat 261, dit is een veel lager aantal dan het aangegeven provinciaie cijfer van 467 eenheden (654 - 187 periode 2002­2007). In plaats van 467 eenheden zijn er dus slechts een 25O-tal vrij gekomen de afgelopen 10 jaar. Voor de periode2002-2007 komt dit neer op ongeveer 125 i.p.v. de gestelde 240 wooneenheden die zullen vrijkomen.De gemeente Opglabbeek richt zich naar het provinciaal toegekende cijfer van 654, maar vraagt om bij een eventueleherziening van het provinciaal structuurplan een verrekening van de te voorziene wooneenheden te overwegen.

V.1.5 VERGELIJKING VRAAG EN AANBOD

VRAAG

Demografische deelbehoefte periode tot 2007 196 hhfrictieleegsland 2,5% periode 2002-2007 8 w

levert volgende som optotale nieuwbouwbehoefte voor de periode 2002-2007 196 + 8 = 204 w

AANBOD

CONFRONTATIE: ruimtelijke vertaling resterende woonbehoefteTotale behoefte 196 wParticulier initiatief langs uitgeruste weg 240 wReserve 44 w

Condusie. Uit de samenvattende tabel van de confrontatie van vraag en aanbod blijkt dat de gemeente bij de minimaleprognose (240) van vrijkomende kavels een reserve van 44 wooneenheden heeft. Deze reserve staat echter in schrilcontrast met de gestelde 125 eenheden die in realiteit maar vrijkomen in 5 jaar. Omgerekend zou dit een tekortbetekenen van 79 eenheden in behoefte (nieuwbouwbehoefte van 204 minus 125 reële vrij te komen eenheden).

V.1.6 WOONBELEID

V.1.6.1 Woonbeleid in Opglabbeek tijdens het afgelopen decennium.

Woonbeleidsptanning is een lange termijnplanning voor een deel gestuurd door de hogere overheid in het kader vanhet Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen. Binnen de gemeente Opglabbeek is in het verleden geen gestructureerdwoonbeleid gevoerd geweest. Door dit zeer beperkt grondbeleid heeft de gemeente momenteet nauwelijks (bouw)gronden in eigendom. Dit beperkt woonbeleid heeft er eveneens voor gezorgd dat er slechts een beperkt aantatsociale kavels binnen de gemeente op de markt gebracht zijn gedurende de voorbije decennia. Samen met dezebeperkte ontwikkeling van sociale kavels zijn ten gevolge van het niet sturen van de gemeente de socialehuisvestingsmaatschappijen niet of nauwelijks actief geweest binnen de gemeente. Het sterke privé-initiatief zorgtanderzijds wel voor een grote aanwezigheid van de hogere klasse binnen het marktsegment van de woningbouw. Ditmerkt men zeer duidelijk aan de hoge graad van gerieflijkheid en comfort van de woningen binnen Opglabbeek. Dezehoge graad van comfort is altijd aanwezig geweest binnen Opglabbeek. Het richten van de woonmarkt naar de hogereklasse zorgt ervoor dat er een groot deel van de eigen bevolking het financieel niet meer aankan om binnen de eigengemeente nog een bouwgrond te kopen.

cleuren_merkenarchIlectuur & rulmtelqke planning

INF 95

Page 107: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

gemeentelijk ruimtelijk structuurplan opglabbeek

V.1.6.2 Aanzet tot algemene visievorming.

INFORMATIEF DEELprognoses

Trendbreuk in de verdeling van de woonbehoefte.Het woonbeleid moet kerngericht en kernversterkend zijn.Nieuwe woonomgevingen en woonvormen.Woonprojecten moeten een gedifferentieerd karakter vertonen.De bevolking moet betrokken worden bij het woonbeleid.

Algemene visie omtrent de woonontwikkeling binnen Opglabbeek.De nadruk op de versterking van het wonen binnen Opglabbeek dient te liggen op de kern van Opglabbeek zelf.Hierbij kunnen we stellen dat het centrum van Opglabbeek sterk verdicht dient te worden. Deze verdichting zalhoofdzakelijk door inbreiding, verhogen van de bouwhoogte (aantal verdiepingen), verhogen van de bouwdichtheid, ...te weeg dienen gebracht te worden. Het versterken van de kern heeft een tweeledige opdracht namelijk enerzijds hetcreëren van een sterke, duidelijke hoofdkern voor de gemeente en anderzijds een halt toeroepen aan de lintvormigeuitwaaiering vanuit dit centrum. In relatie tot deze kernversterking zal er een afbakening van het huidige blijvend teontwikkelen centrum gebeuren. Enkel binnen dit kerngebied zullen er voor Opglabbeek zelf nog ontwikkelingenkomen. De woonkern Nieuwe Kempen is sterk ontwikkeld, dit zowel voor het deelgebied Nieuwe Kempen als voorDenneweelde. Beide deelkernen zijn nagenoeg volledig bebouwd. Een drietal gebieden zijn eventueel nog teontwikkelen als inbreidingsgebieden. Dit is echter niet gewenst omwille van de huidige voldoende dichtebebouwingsstructuur.

V.1.6.3 Kwantitatieve taakstelling.

Totaal aanbod.De gemeente Opglabbeek beschikt nog over 800 bouwrijpe kavels waarvan in theorie slechts 30% in de komende 5jaar effectief bebouwd worden. Dit komt neer op een 240 kavels.Behoefte.De confrontatie van vraag en aanbod toont een overschot van 44 wooneenheden tot 2007. Aldus de prognose zullener dus voldoende kavels vrijkomen. Deze reserve strookt echter niet met de ontwikkeling van de woningmarkt in hetverleden. In realiteit zijn er slechts maximaal 125 eenheden vrijgekomen de afgelopen 5 jaar.Trekken we dit cijfer in de berekening door dan wordt de reserve een tekort van ongeveer 79 eenheden(nieuwbouwbehoefte van 204 minus 125 reële vrij te komen eenheden).Ruimtelijke bijsturing.Een actief gemeentelijk woonbeleid is toekomstgericht en moet gezien worden als een lange termijnplanning. Dezetermijn wordl opgesplitst in periodes van elk 5 jaar.Het is een feit dat men zuinig moet omspringen met de ruimte. Kleinschalige inbreidingen en het bereiken van groterewoondichtheden geven hier garanties voor de toekomst We evolueren naar alsmaar kleinere gezinnen, in principe kanmen ook evolueren naar kleinere woningen. Inbreidingen en de na te streven woondichtheden moeten wel ruimtelijkinpasbaar zijn, dit wil zeggen dat ze in harmonie moeten zijn met hun directe omgeving.Het gemeentebestuur zal een ruimtelijke bijsturing dienen te maken om de achterstand van de sociale woonbehoefteweg te werken. Ten gevolge van het achterstandsprobleem van de sociale woningbouw is de kwalitatieve taakstellingbelangrijker voor de gemeente dan de kwantitatieve.

V.1.6.4 Kwalitatieve taakstelling.

De noodzakelijke bijsturing van het beleid moet niet enkel gericht zijn op de invulling van de kwantitatievewoonbehoefte maar moet ook de nodige differentiatie in het aanbod garanderen. Voor de bijsturing is het aangewezenom kleinschalige projecten te realiseren die een differentiatie in aanbod verzekeren van zowel koop als huurwoningen,kavels, sociale woningen en enkele voorzieningen voor bejaarden. Wonen is een elementaire behoefte die voor elkhuishouden op een financieel haalbare manier moet kunnen ingevuld worden. Bijsturing heeft tevens tot doelprijsregulerend te werken zodat ook minder gegoede inwoners van de gemeente de kans krijgen om een woning tebouwen.

cleuren_merkenalchllecluul & ruimleliJke p1afVllng

INF 96

Page 108: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

gemeentelijk ruimtelijk structuurplan opglabbeek INFORMATIEF DEELprognoses

Binnen Opglabbeek is het huidig aantal sociale woningen (huur en koop) verwaarloosbaar klein binnen hethuidig woningbestand. Momenteel heeft men in Opglabbeek een woningbestand van 2.825 woningen.Hiervan zouden er principieel 12% sociale koopwoningen (339 eenheden) en 6% sociale huurwoningen (169eenheden) dienen te zijn. Binnen de prognose, waarbij er 218 bijkomende woningen zouden ontwikkeldworden tussen 2002 en 2007, zouden er binnen het woningbestand 365 sociale koopwoningen en 182huurwoningen terug te vinden moeten zijn. Het wegwerken van dit tekort aan sociale woningen beschouwthet gemeentebestuur als één van de taakstellingen.Deze bijsturing, in functie van sociale huisvesting, zal gebeuren binnen het centrumgebied van het hoolddorp. Binnende woonkemen van Louwel en Nieuwe Kempen zal er geopteerd worden om de bestaande vrije kavels in te vullen.

Deelgebied Opglabbeek.Hier kunnen een B-tal wooninbreidingsgebieden ontwikkeld worden in functie van kemversterking van het hoolddorp.

Tabel 39' inbreidingsgebieden Opglabbeek (aantal wooneenheden aan 15wolha)Gebied Lillllinll Oppervlakte Aantal wooneenhedenWIOl Droogstraat-Reyndersslraat-Hoekslr. 01ha26al6ca 18WI02 Boekweitstraat (gemeentelijk initiatieQ OOha61a62ca 09WI03 Weg naar Zwartberg-Roexeindeslr. Oha 87a 12ca 13WI04 Henmisweg - Weg naar As Oha 51a 64ca 7WI05 Weg naar As - Oude Asserweg 01 ha 53a 02ca 23Wi06 Heidestraat - Weg naar As 01ha 99a 02ca 30WU01 Langveld 14ha 53a 07ca 217WU02 Stegerveld (gemeentelijk initiatieQ 24ha 62a 04ca 369WU02 Bijvaerdeweg - Bosstraat OJha 08a 16ca 46

Bij het ontwikkelen van deze gebieden tol zones voor sociale huisvesting moet er op gelet worden dat dezebinnengebieden een zo direct mogelijke relatie krijgen met het activileitencenlrum van de gemeente. Dit omdal debestaande bebouwing die nauw aansluit mei de effectieve kem van Opglabbeek geen ol slechts een zeer beperkteverbondenheid heeft met dit gebied. Dit is een gevolg van de bestaande open verkavelingsstructuur die zells binnenhet cenlrumgebied sterk aanwezig is. Binnen de visie op de kemversterking van Opglabbeek kan er enerzijds gewerktworden met het ontwikkelen van deze binnenliggende gronden. Anderzijds brengt het ontwikkelen van deze grondenniet direct een ruimtelijke versterking van het kemweelsel mei zich mee. Om deze kemversterking beter in Ie passenis het logischer om te zoeken naar oplossingen binnen de bestaande bebouwde structuur. Een ruimtelijke versterkingkan, binnen Opglabbeek, bekomen worden door een beperking op te leggen aan de open bebouwing en een voorkeurte geven aan (evl via de aanpassing van het BPA centrum) gesloten ol gekoppelde bebouwing. Buiten het versterkenvan de bebouwingsstructuur kan men ook de bouwhoogte gaan aanpassen in relatie tot een cenlrumgebied. Door hetcreéren van één ol meerdere bijkomende bouwlagen krijgen we een ruimtelijk sterker centrumgebied waarbij er tengevolge van het uitbreiden in de hoogte de druk op het grondoppervlak beperkt blijft.

Deelgebied Nieuwe Kempen en Dennenweelde.Hier zijn nog een 7&-ta1 vrije loten. In Nieuwe Kempen zeil zijn er eventueel nog 3 gebieden te vinden waar we aaneen inbreidingsverdichting kunnen gaan doen.

Tabel 40: Inbreidingsgebieden Nieuwe Kempen.Gebied Ligging Oppervlakte Aantal wooneenhedenWINK1 Weg naar Zwartberg- Irisslraat 01haSOa18ca 23WINK2 Weg naar Zwartberg - Asterstraat OOha63a6Oca 09WINK3 Weg naar Zwartberg - Violaslraat OOha61 a44ca 09

Voor het gebied van Nieuwe Kempen is het belangrijker om de beslaande verkavelingslructuur verder in te vullen ( deopen loten) en een ruimtelijke binding te creéren tussen de wijk Nieuwe Kempen en de wijk Dennenweelde. Dezewoonkem is momenteel opgebouwd uit twee afzonderlijke clusters waarbij er geen enkel ruimtelijk kemgevoel is.Deze stelling wordt bijgetreden door het gemeentelijk mobiliteitsplan waarin gesteld wordt dat door het ontwikkelen vaneen doortochtprincipe de beide wijken aan elkaar 'gehangen' worden.

cleuren_merkenarctlitecluUf &fUlmlehJke planning

INF 97

Page 109: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

gemeentelijk ruimtelijk structuurplan opgIabbeek iNFORMATIEF DEELprognoses

Deelgebied LauwelLouwe! is van bebouwingsstructuur de jongste kern van Opglabbeek. Voor het ruimtelijk ontwikkelen van deze kern ishet gewenst om aansluitend op en in dit gebied de nodige bijkomende invullingen te realiseren.Binnen Louwel is er één 'vrij' gebied (WIL1) dat in aanmerking komt voor verdichting en kernversterking.

'ed LdT 4abel 1: inbrei ingsgeb, en ouwe.Gebied Ligging Oppervlakte Aantal wooneenhedenWill Dreesstraat Leyssenstraat OOha97a96ca 14Wil2 Weg Opoeteren/Kreemerstraat OOha78a58ca 12

V.2 TRENDS

V.2.1 BEDRIJVENTERREINEN

Opglabbeek heeft één groot bedrijventerrein met een regionale uitstraling.Het betreft een oppervlakte van 219,84 ha • waarvan ongeveer 200 ha bezet is, de overige 20 ha zijn bouwrijp.In 2000 (06.10.2000) had via een gewestplanwijziging een grenscorrectie plaats wat resulteerde in 9 a bijkomendterrein. Op het industrieterrein zijn ongeveer 14& bedrijven gevestigd met een tewerkstelling van om en bij de 1500personen. Dit is een tewerkstellingsgraad van 7,3 werkende per ha. Uit gegevens van de GOM blijkt dat het grootstedeel van de bedrijven zijn gelegen in de categorie met 1-19 werknemers.

Er werd een sectoraal BPA zonevreemde bedrijven opgesteld door Libost-Groep nv (definitief dossier aanvaard doorde gemeenteraad en ter goedkeuring verstuurd februari 2006). Onderstaande tekst en gegevens zijn gebaseerd opdeze studie. Aan de hand van de aard van de bedrijvigheid en hun situering op het gewestplan werd een selectiedoorgevoerd tot 22 zonevreemde bedrijven.

lIJS' I - '""'" . ~il'.

1 KooapsFralDl Bijvaerde\M!g 50 Ruin<iensl

2 Holb"echts M. Broekkantslraat 18 ~en

3 Gerits Broekkantsbaat 45 Betomwrten4 KflOllIl'H(assioger Jad<y Broel<kantslraat 47 ~en

5 Creyns bouv.malerialen Geensslraal1 Bouv.rnalerialen6 Gebroeders Moors Garmerslraat 1 ~en

7 Van Eygen Pierre Molemwg 47 Aannemer8 Vandell:zen Op/lovenslraat 21 Betonproducten

9 Schreurs inlenell" Op/lovenslraa122 SclTijnwer1<er10 Baelen J. Rittemwg 51 Aulobehandeling11 Garage Johan Weg naar As 129 Garage

12 Leliaert Kris Weg naar As 155 Aannemer

13 Baelen Weg naar Bree 96 Garage

14 Htb"echts tuinaanleg Weg naar Dane 14 Tuinaanleg

15 JanssenINV Kaage Weg naar Opoeteren 107 Fiscafileit (H en KJ + sdwijnwer1<erij

16 Banken J. Weg naar Opoeteren 121 SclTijnwer1<er17 Varbuel M. Weg naar Opoeleren 75 Ga"age18 CSC Maalkeukens Weg naar Zwar1berg 158 Sctl"ijnwer1<er19 Drion machinebouw Weg naar Zwar1berg 160 Machinebouw20 GAM. metaalcooslructie Weg naar Zwar1berg 185 metaalcooslructie21 Kooaps F. Weg naar Zwartberg 246 Ruirndienst22 Garage Blockken bvba Weg naar Zwartberg 291 Garage

Tabel 42: zonevreemdebedrijven.

• Gegevens GOM. stand 01.01.2003., Gegevens GOM, opname felruai 2004, zie tabel in bijlage.

cleuren_merkenaraulectuur & rUlmtelftke pIanntng

INF 98

Page 110: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

gemeentelijk ruimtelijk structuurplan opgIabbeek INFORMATIEF DEELprognoses

Van de 22 onderzochte bedrijven worden er zes weerhouden voor opname in het sectoraal BPA zonevreemdebedrijven: - Baeten garage, Weg naar Bree;

- Banken, schrijnwerkerij, Weg naar Opoeteren;- Houbrechts grondwerken, Broekkantstraat;- NV Korage I Janssen nv fiscaliteit en schrijnwerkerij, Weg naar Opoeteren;- Knoops ruimdienst, Weg naar Zwartberg;- GAM metaalconstructie, Weg naar Zwartberg.

Er rest nog een zestal bedrijven, deze zijn óf uitdovend, óf te herlokaliseren naar een eventueel bijkomend lokaalbedrijventerrein: - Knoops ruimdienst, Bijvaerdeweg, uitdovend;

- Creyns bouwmaterialen, Geensstraal, herlokaliseren;- Van Eygen aannemer, Molenweg, uitdovend;- Baelen aulobehandeling, Rittenweg, uildovend;- Hubrechts tuinaanleg, Weg naar Dorne, niet geïnteresseerd;- Vanbuel garage, Weg naar Opoeleren, geen uitbreidingsbehoeften.

Wat betreft de behoefte aan bijkomende oppervlakte voor nieuwe lokale bedrijven op een mogelijk te voorzien lokaalbedrijventerrein, kan meegegeven worden dal de afgelopen jaren de vraag meerdere malen schriftelijk gesteld werd.Onderstaande tabel geeft hiervan een beknopt overzicht.Daarnaast werd eveneens geregeld telefonisch de vraag gesteld naar mogelijke vestigingsplekken, hierop werd echtersteeds gemeld dat het indienen van een aanvraag geen zin had gezien lokale bedrijven niet thuishoren op hetregionale bedrijventerrein. Hiervan zijn echter geen gegevens geregistreerd.

Tabel 43: hJst aanvragen bednJventerrem.

NAAM ONDERNEMING OPP. ACTIVITEIT DATUM

Hebu bvba, Maastrichterdijk 53, 3990 Peer 0,30 ha Algemene schrijnwerkerij. 06-02-2006Kadir Ozaktan, Duinenlaan 45, 3600 Genk 0,50 ha Distributie droge voeding. 22-06-2005Raineri bvba, Torenlaan 8, 3600 Genk 0,50 ha Voedingswaren en dranken. 18-11-2004Kurt Van Erum, Weg naar Meeuwen 10, 3660 Opglabbeek 0,50 ha Laswerken. 11-10-2005Dera, Weg naar Zwartberg 427b1, 3660 Opglabbeek 0,50 ha Deuren en ramen. 22-03-2005Pasqualino bvba, Weg naar Zwartberg 6311, 3660 0,20 ha Wijnhandel. 19-07-2005OpglabbeekFranssen GUY, Maastrichterstraat 7, 3668 As 0,50 ha Glasbeton. 04-02-2003Paesen-Ca-deynaels, Smeetshofweg 49, 3990 Peer 0,50 ha Garage. 03-12-2003Symons Joey, Erpekommerweg 3, 3990 Peer 0,50 ha Metaalconstructie. 24-11-2003Installatieburo EKO, Weg naar As 122, 3680 Maaseik- 0,40 ha Import en export tweedehands 27-06-2003Opoeteren auto's en onderdelen, kleding

en schoenen.Schreurs Inteneur, Ophovenstraat 22,3660 Opglabbeek 0,50 ha Interieurbouw. 09-04-2002Almarnat bvba Hoogstraat 131, 3690 Zutendaal 0,50 ha Verkoop en montage van 30-04-2002

vrachtwagenlaadkranen.5,40 ha

.. ..

V.2.2 LANDBOUW

Er slelt zich sinds jaren het probleem van conflicl met de bestemmingszones op hel gewestplan, mei name dezonering van groen waar reeds van vóór het gewestplan (1979) aan landbouw gedaan werd. De huidige (groen)beslemming werd slechts vastgelegd in 1979 bij de opmaak van het gewestplan. Maar andersom zijn er ook gebiedendie bestemd zijn voor de landbouw op hel gewestplan maar steeds ingenomen zijn geweest door groen.De trend is deze functies zoals ze zich in de praktijk voordoen te handhaven.

In het kader van de verbreding van de landbouw is hel een trend de in hel buitengebied gelegen hoevegebouwen in Ieschakelen voor een rOO'eatieve bestemming. Dit kan gaan van horeca, over dagverblijfstoerisme lotjeugdverblijfstoerisme.

cleuren_melkenarctlllec!uur &ruimtelijke p1annrng

INF 99

Page 111: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

gemeentelijk ruimtelijk structuurplan opglabbeek

V.2.3 RECREATIE EN TOERISME

INFORMATIEF DEELprognoses

Opglabbeek kent een traditie van jeugdverblijfstoerisme.Gezien de vele zonevreemde toestanden over geheel Vlaanderen wordt deze vraag alleen maar groter.Een rondvragen aan de uitbaters van de bestaande bivakhuizen (zie verslagen in bijlage) wijst op een afname in hetaanbod van 150 personen. Op langere termijn een toename met 30 personen, dit brengt de afname op 120 personen.

Nachtegaal (zonevreemd): 120 personen -. bij voorkeur te handhavenlavelheem (zonevreemd): 70 personen - uitdovend vermits in kwetsbaar gebied (Oudsberg).Wouterbron (zonevreemd): 100 personen - natuurgebied, uitdovend.Heideweelde I, 11, 11 (in woonzone): 80 personen - uitdovend.Kimpenhof (in woonzone): 80 personen - uitbreiding op termijn met 30 personen.Schutterij (in recreatiezone): 50 personen - handhaving, geen uitbreiding gevraagd.

Gezien de vraag naar goedkope verblijfsaccommodatie voor de jeugd zich blijft stellen (er zijn boekingen tot zelfs2010) wenst Opglabbeek hierin duidelijke standpunten in te nemen en planologisch oplossingen te formuleren voor deruimtelijk te verantwoorden locaties.

Wat betreft de weekendverblijven wordt er een vraag gesteld vanuit de vereniging van eigenaars vanweekendverblijven naar juridische duidelijkheid en naar een handhaving van de locaties.Het betreft de weekendhuisjes Opglabbas (Grote Heide) ten zuiden en deze ten noorden 't Laer en Wouterbron.Alle weekendverblijven zijn zonevreemd gelegen en niet vergund.De (vergunde) landhuisjes horende bij het recreatiedomein Wouterbron zijn momenteel gelegen in natuurgebied maarsluiten onmiddellijk aan op het recreatiedomein laveloos (Maaseik). le kunnen als dusdanig dan ook beschouwdworden als onderdeel van het recreatiegebied.De overigen echter liggen vrij verspreid in natuurgebied en kunnen niet als clusters beschouwd worden.Niettegenstaande de vraag naar rechtszekerheid vanuit de eigenaars zich al jaren stelt wenst de gemeente geen actiefbeleid van handhaving of uitbreiding te voeren.

De trend die zich voordoet in de twee recreatiegebieden, zijnde 't Laar (ten noorden) en Wilhelm Teil (aan deBosbeek) is verschillend.

Recreatiegebied 't Laer bestaat uit een speeltuin en zwembad, de kampeerplaats Boseind (244 plaatsen) en 'tLaerhof (4 zalen). Alle infrastructuur is vergund en alle faciliteiten worden aan een sociaal tarief aangeboden.'t Laer wordt uitgebaat door een vzw. Het functioneren ervan is afhankelijk van de inzet van vrijwilligers.Niettegenstaande het domein aan alle voorwaarden van het kampeerdecreet voldoet en ook voldoende bezettingkent valt of staat de uitbating met de inzet van vrijwilligers die het risico op overlast op het terrein en de omgeving(bewoners) willen voorkomen.Visie = een laagdynamisch recreatieve plek voor jonge gezinnen.Een mogelijke uitbreiding van de camping (op lange termijn) wordt gedacht aan de zijde van de achterliggendeparkeerruimte waar zich nu ook de toegang bevindt, dit om de overlast op de omgeving te beperken.Probleem = gemotiveerde jonge mensen om het bestuursteam te versterken.'t Laer wordt door de provincie geselecteerd als toeristisch-recreatief knooppunt type lIa.Recreatiegebied Wilhelm Teil ten zuidoosten aan de Bosbeek, gedeeltelijk in recreatiegebied, gedeeltelijk innatuurgebied. Het betreft een gebied van 2, 80 ha waarvan 0,73 ha niet vergund en gelegen in natuurgebied.Het terrein telt ongeveer 155 plaatsen waarvan 10 vaste constructies. Er stelt zich dringend de vraag naarbuffering van de kampeerplaatsen en de parking.Om economisch leefbaar te blijven en zich concurentieel te plaatsen ten opzichte van andere kampeerterreinenwordt een uitbreiding gevraagd tot ongeveer 500 staanplaatsen op een oppervlakte van in totaal 14,51 ha.Wilhelm Teil wordt geselecteerd als toeristisch-recreatief knooppunt type 11 a (met voorwaarden). De provincieonderzoekt de uitbreidingsmogelijkheden voor deze locatie. Mogelijke oplossingen worden vastgelegd in eenprovinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan (PRUP).

cleuren_merkenarchttectuur & rUImtelIjke planmng

INF 100

Page 112: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

gemeentelijk ruimtelijk structuurplan opgIabbeek

cl eu ren_merkenarchitectuur & ruimtelijke planning

RICHTINGGEVEND

Page 113: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

gemeentelijk ruimtelijk structuurplan opglabbeek RICHTINGGEVEND DEELvisie en concepten

V I S lEE NCO NCE PT E N 102

1.1 visie 'll de toekomstige ontMkkeling van opgabbee/( 1021.2 visie-e!ementen en concEpten perdeelruimte 103

1.2.1 grensoverschrijdende bos- en heidegordel 1031.2.2 grensoverschrijdende bosbeekvallei 1031.2.3 westelijk agrarisch gebied 1041.2.4 lineair gestructureerde deeiruimte 1041.2.5 historische gegroeide nederzettingen 1041.2.6 schakelruimte......................... . 105

1.3 visie-elementen en concepten per deeistructuur .. 1051.3.1 deeistructuur infrastructuur 1051.3.2 deeistructuur economische structuur 1051.3.3 deeistructuur nederzettingen 1061.3.4 deeistructuur toerisme en recreatie 1061.3.5 deeistructuur landxJuw 1071.3.6 deeistructuur natuur en groen 107

cleuren_merkenatctlllecluur & ruwnfeitke~

RI 101

Page 114: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

gemeentelijk ruimtelijk structuurplan opglabbeek

VISIE EN CONCEPTEN

RICHTINGGEVEND DEELvisie en concepten

1.1 VISIE OP DE TOEKOMSTIGE ONlWIKKEUNG VAN OPGLABBEEK

In de intentienota werd reeds ingegaan op de globale visie op de toekomstige ontwikkeling van Opglabbeek.

Een eerste indruk krijgen van Opglabbeek was niet eenvoudig. Van bij de aanvang kwam er een soort dualiteitboven drijven, een dualiteit die zich in de verschillende onderdelen steeds opnieuw uitte.

We constateren dat Opglabbeek een kleine maar zeer sterk groeiende gemeente is (sterkste groei van Limburg) enals één van Limburgs aangenaamste gemeenten om wonen beschouwd wordlOpglabbeek is ontstaan als een diffuse lineaire nederzetting langs de Kleine Beek, een zijarm van de Bosbeek,langs alle zijden omgeven door groenstructuren. Opglabbeek heeft de ruimtelijke verschijningsvorm van wat mennoemt een echte 'buitengebiedgemeente'. Toch ervaren we naast de oude dorpssfeer een opmerkelijkeverbondenheid met een regionaal of stedelijk gebeuren. Opglabbeek staat al sinds het oprichten van de mijnenonder invloed van een regionale economische sfeer die in andere buitengebiedgemeenten, zeg maarHaspengouwse of Maaslandse buitengebiedgemeenten, niet voorkomt. De ontwikkeling van de hele westelijkestrook van de gemeentelijke oppervlakte (in aanvang een immense bos- en heidegordel met tal van vengebieden),zoals de lineair aangelegde dennenbossen ten zuidwesten, maar ook het ontstaan van de wijken Dennenweeldeen Nieuwe Kempen, zijn hiervan een onrechtstreeks gevolg.Meer recent ontstond, eveneens in het westelijk deel, een ruim industrieterrein met regionaal karakter, vlotontsloten naar het hoofdwegennet. Gelijktijdig deinden ook de 'oude dorpen' verder uit naar alle windstreken,zodanig dat de oude nederzettingsstrucluur nog enkel in restlones ervaren wordt.De tendens van de laatste jaren, met name de visie die geformuleerd wordt vanuit het structuurplan Vlaanderen enhet provinciaal structuurplan, is een beleid gericht op het behoud en het versterken van het karakter en deeigenheid van een gemeente in het buitengebied. Opglabbeek is echter voor een groot deel gegroeid vanuitregionale economische en toeristische impulsen. Dit was niel alleen in het verleden zo, Opglabbeek staal vandaagde dag nog steeds onder invloed van de provinciale en regionale behoeften, en dit voor wat betreft het wonen, hetjeugdverblijfstoerisme, het recreatieve en het economische gegeven.Met andere woorden, er bestaat een duidelijke dualiteit tussen de eigenheid van Opglabbeek als oude lineairenederzetting, het wonen in een typische dorp, en de rol die het de laatste decennia toebedeeld heeft gekregendoor ontwikkelingen die zich buiten de gemeente hebben afgespeeld (mijngeschiedenis, het verhaal van hetFENIX-projec~ de economische impulsen, hetjeugdverblijfstoerisme).De visie op de ontwikkeling van Opglabbeek is een voorzichtig zoeken (balanceren) naar een correct evenwichttussen een gezonde ontwikkeling van de afzonderlijke nederzettingen als typische buitengebiedgemeenten en hetal dan niet gebiedsgericht laten ontwikkelen van de bestaande economische en toeristische polen die het lokalekarakter overstijgen, met name de toeristisch-recreatieve knooppunten type lIa, het regionaal bedrijventerrein, debivakplaatsen, het Natuurhulpcentrum, allemaal impulsen die het gemeentelijk overstijgen en Opglabbeek voorvele sectoren op de kaart heeft gezet.De gewenste ruimtelijke ontwikkeling van Opglabbeek moet de regionale ontwikkelingen, die zich permanentblijven voordoen, een duidelijk afgebakende plaats geven.

Visie-elementen:D De leefbaarheid en eigenheid van elke woonkern zeker stellen.D De open ruimte veiligstellen.D De landschappelijke en ruimtelijke structuren op hun waarde schatten en als basis van een mogelijke

structuurversterkende ontwikkeling hanteren.D Het beschermen van de Bosbeekvallei.D Streven naar een kwalitatieve ruimtelijke uitwerking.D Streven naar een dynamisch en leefbaar handels- en wooncentrum voor het hoofddorp Opglabbeek, gelinkt

aan de Bosbeek.DOpglabbeek als toeristisch recreatieve verblijfspiek, met een accent op hel jeugdverblijfstoerisme.D Bedrijvenzone versterken en verdere ontwikkelingen sturen.

cleuren_merkenarchitectuur & rutrnlelijke~Ing

RI 102

Page 115: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

gemeentelijk ruimtelijk structuurplan opglabbeek RICHTINGGEVEND DEELvisie en concepten

Doelstellingen:D Opglabbeek als kwalitatieve woongemeente.D Bundelen van handel en wonen in de kern van het hoofddorp Opglabbeek.D Een gedifferentieerde woontypologie in de kern van het hoofddorp Opglabbeek.D Behouden en zeker stellen van de open ruimte tussen de woonkernen, om de natuurlijke structuur en de

positie van de woonkernen ten opzichte van de aangrenzende groenstructuur te versterken.D Verzekeren van gezonde ontwikkelingsrncgelijkheden voor de landbouw als hoofdbestemming van het open

gebied.D Zoeken naar rncgelijkheden om de bestaande andere functies (zachte recreatie en toerisme) te integreren in

de open ruimte, zonder deze te belasten. Met andere woorden: aangepast aan de locatie.D Streven naar de uitbouw van een laag dynamisch toeristisch recreatief netwerk, gekoppeld aan uitgewerkte

fiets-, wandel- en ruiterroutes.D Streven naar een verhoging van het toeristisch verblijfspotentieel.D Steeds streven naar een kwalitatieve uitwerking van zowel de bestaande als de nieuwe ruimtelijke ingrepen.D Bestaande infrastructuren categoriseren, optimaal benutten en kwalitatief ruimtelijk uitwerken in functie van

hun bestemming.D Behouden en waar nodig herstellen en versterken van de natuurlijke structuren (Bosbeekvallei, open

gebieden, groengebieden) als de basiswaarden van Opglabbeek.D Streven naar een positieve uitstraling en optimale invulling van het bedrijventerrein met regionaal karakter.

1.2 VISIE-ELEMENTEN EN CONCEPTEN PER DEELRUIMTE

1.2.1 GRENSOVERSCHRIJDENDE BOS- EN HEIDEGORDEL

In overeenstemming met en aansluitend op dedeelruimte 'Zuidelijke Bos- & Heidegordel' GRSMeeuwen-Gruitrode heeft deze deelruimte IA'gesloten bossen' als onderdeel van degrensoverschrijdende bos- en heidegordel, alshoofdfunctie het behoud en versterken van deecologische en landschappelijke waarden alsdrager van de natuurlijke structuur.Deelgebied 1.8. 'lineaire overgangszone' alsovergang naar de organisch gegroeidenederzetting met een verweving van zachtrecreatieve functies zoals wandelen, fietsen,spelen, landbouw en camping 't Laer (toeristisch­recreatief knooppunt type lIa).

1.2.2 GRENSOVERSCHRIJDENDE BOSBEEKVALLEI

Deelgebied IIAComplex gaaf landschap en structuurbepalendhydrografisch element.Drager van de grensoverschrijdende natuurlijkestructuur.Hoofdfunctie: behoud en versterken van deecologische en landschappelijke waarden.Uitzuiveren van de zonevreemde recreatieverspreid over de volledige Boslbeekvallei infunctie van de gemeentelijke visie op hetverbli~stoerisme.

cleuren_merkenarchitectuur &ruImtelijke plannrng

RI 103

Page 116: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

gemeentelijk ruimtelijk structuurplan opglabbeek RICHTINGGEVEND DEELvisie en concepten

Deelgebied 11. B.Overgangsgebied met historische nederzettingen en een verweving van zachte functies zoals landbouwen recreatie in een kleinschalig landschap.Overgangszone tussen Bosbeekvallei en hislorisch gegroeide nederzettingen waarbij de bestaandefuncties gehandhaafd blijven mits een kleinschalige utwerking in overeenstemming met het karakter vande Bosbeekvallei.

12.3 WESTELIJK AGRARISCH GEBIED

Hoofdfunctie landbouw met grootschaligerkarakter en verbreding van de functie-invullingvan de bestaande landbouwbedrijven (landbouw,recreatie, Oeugd)verblijfstoerisme) als overgangtussen de Genkse deelstructuur 'Regionaalgemengd bedrijventerrein in samenhang met hetstedelijk gebied' en de deelruimte 'Gordel' metverdere ontwikkelingsmogelijkheden voor hetbedrijventerrein.Mijnterril als open te houden landschappelijkebaken bij het binnenkomen van Opglabbeek metzacht recreatieve en/of landbouwfuncties.

1.2.4 LINEAIR GESTRUCTUREERDE DEELRUIMTE

Verdichten van hel industrieterrein mei eenfunctionele link tussen noord en zuid.Zachte verbindingen tussen de nederzettingen ende aangrenzende deelruimten.Zacht recreatief gebruik van de bestaande fiets­en wandelpaden in de lineair aangelegde bossenmet een uitdoofbeleid voor de weekend­verblijven ten zuiden en op lange termijn eenher10catie van de zonevreemde jumping naar deuit te werken groene verbinding (schakelruimte).Ontwikkelingsmogelijkheden van de centraalgelegen agrarische ruimte in functie van debehoeften van de aangrenzende deelruimten.

12.5 HISTORISCHE GEGROEIDE NEDERZETTINGEN

Het opwaarderen van de openbare plekken in dedrie deelkemen en het verdichten van dewoonkernen met een accent op een afgebakendcentrumwonen in de kern van Opglabbeek.Kleinschalige agrarische tussenruimten metrandvoorwaarden als landschappelijk onderdeelvan de Bosbeekvallei.Herstellen van de relatie van de Bosbeekvallei(via de Kleine Beek) met de historischenederzettingen Vinkenkant ten noorden,Broekkant ten zuiden en Opglabbeek ten westenvan de Kleine Beek.

cleuren_merkenarchitectuur & rUimtelijke planmng

RI 104

Page 117: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

gemeentelijk ruimtelijk structuurplan opglabbeek

1.2.6 SCHAKELRUIMTE

Gedifferentieerde groene functie-invulling,afgestemd op de omgeving als groene verbindingtussen de lineair gestructureerde deelruimte, dehistorisch gegroeide nederzetting en degrensoverschrijdende bos- en heidegordel ,ingevuld met landbouw en zacht recreatievegroene kamers.Schakelruimte als groene schakel tussen dezuidelijke en noordelijke groenstructuur.

RICHTINGGEVEND DEELvisie en concepten

1.3 VlSlE·ELEMENTEN EN CONCEPTEN PER DEELSTRUCTUUR

1.3.1 DEELSTRUCTUUR INFRASTRUCTUUR

Functiegencht en fragmentsgewijs inrichten van delokale wegen type I als ontsluitend voor deaangrenzende woongebieden en veribindend voor deruimere omgeving.Het opwaarderen van het centrumplein vanOpglabbeek als veilige openbare zone en alle overigegemeentelijke wegen als lokale weg type 111 met alshoofddoel het bekomen van verkeersveiligeverblijfsgebieden.

Goed uitgeruste fietspaden langs alle lokale wegentype I, een nieuwe fietsveribinding Nieuwe Kempen IOpglabbeek en het realiseren van een recreatieveorngordelend fietsnetwerk.

1.3.2 DEELSTRUCTUUR ECONOMISCHESTRUCTUUR

Het industrieterrein Opglabbeek als specifiekeconomisch knooppunt optimaal ontsluiten naar hethoofdwegennet (sec. I en primo 11) door het opti­maliseren van het aansluitpunt N76 (ruimtelijke poort).Uitwerken infra-platform als sturende noordzuidverbinding voor vrachtverkeer tussen het noordelijk enhet zuidelijk deel van het bestaande industrieterrein.Ruimte voor lokale bedrijvigheid aansluitend op deinfrastructuur van het bestaande industrieterrein.

cJeuren_merkenarchitectuur & rutmtelljke plannrng

RI 105

Page 118: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

••

gemeentelijk ruimtelijk structuurplan opglabbeek

1.3.3 DEELSTRUCTUUR NEDERZETIINGEN

Opglabbeek als hoofddorp.Opkrikken van het oentrumgebeuren, opwaarderenvan de openbare gebieden (gemeentepark I rusthuis Ikerkplein I gemeenteplein) als één samenhangendgeheel, gekoppeld aan een duidelijke afbakening vaneen verdicht centrumwonen en een ruimtelijke linknaar de Bosbeekvallei.Het opwaarderen van de openbare gebieden van dewoonkernen louwel, Nieuwe Kempen enDennenweelde gekoppeld aan een beleid vancentrumverdichting.

1.3.4 DEELSTRUCTUUR TOERISME EN RECREATIE

Ontwikkelingsmogelijkheden dag- en verblijfstoerisme:In de toeristisch-recreatieve knooppunten type lIa (flaer en Wilhelm Teil) als locaties voor laag­dynamische recreatie en dag- en verblijfstoerismeingebed in de groenstructuren;locatie Nachtegaal als bivakplaats in en aan denoordoostelijk groene rand;mogelijke sturing en verdere uitbreiding van de 't laernoordwaarts (mogelijk als bivakplaats) op middellangetermijn;beperkte, gestuurde en gebiedsgerichte uitbreidingvan Wilhelm Teil, weg van de Bosbeek.

RICHTINGGEVEND DEELvisie en concepten

Uitdoofbeleid voor de weekendverblijven gelegen inde Bosbeekvallei ten noorden en ten zuiden.Een samenhangende gemeentelijke fietsroute vanwaaruit op verschillende plekken de link met zowel hetoentrum, het wandelpad 'poort tot de Bosbeek', defietsroute Kempen en Maasland als de toeristisch­recreatieve knooppunten gelegd wordt.

Gebundelde recreatie in groene kamers I stapstenenin de schakelruimte versus de zachte recreatie in deBosbeekvallei als begin- en eindpunt van dehistorische nederzettingen.

cleuren_merkenarchitectuur &rUimtelilke planOlng

RI 106

Page 119: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

gemeentelijk ruimtelijk structuurplan opglabbeek

1.3.5 DEELSTRUCTUUR LANDBOUW

Afstemming in functie van concreet en historischlandbouwgebruik met name door het vastleggen vande landbouwbestemming voor de percelen die eenlandbouwfunctie hadden vóór het ERG-project, en,het omruilen van de agrarische gronden gelegentussen de Weg naar Zwartberg en de industriezoneenerzijds en een gebied als schakel tussen denoordelijke en zuidelijke groenstructuur.

Vastleggen van landbouwpercelen en huiskavels metrandvoorwaarden.Kleinschalig gebruik van de gronden parallel aan deBosbeek gekoppeld aan een uitdoofbeleid voorzonevreemde constructies en een omvormen vanlandbouwpercelen naar natuur/groengebied voor degebieden in gebruik als groengebied, inhabitatrichtlijngebied, in VEN-gebied, inuitbreidingsgebied N-reservaat en anderenatuur/groen gerichte bestemmingen.

1.3.6 DEELSTRUCTUUR NATUUR EN GROEN

De Bosbeekvallei als droge en natte natuurverbindingop provinciaal niveau, beschermen en het voorkomenvan oneigenlijk grondgebruik.Het optimaal beschermen van de kwetsbare zonesbinnen de noordelijke en zuidelijke bosstructuren(Turfven, Ruiterskuilen, vallei van de Lietebeek, deKreeftenbeek en de Kattebeek).Het realiseren van een landschappelijke enruimtelijke schakel tussen het centrum en deBosbeekvallei.Mijnterril als landschappelijke baken en westelijketoegang tot Opglabbeek.

Het realiseren van de groene schakeYstapsteentussen het noordelijk en het zuidelijk groen, centraalin de gemeente tussen Opglabbeek en NieuweKempen.

cleuren_merkenarchItectuur & ruImtelIjke planning

RICHTINGGEVEND DEELvisie en concepten

RI 107

Page 120: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

gemeentelijk ruimtelijk structuurplan opgIabbeek RICHTINGGEVEND DEELgewenste dearuimten

11 0 NT WIK KELI NG SPE R SPE C TIE VEN 0 E EL RU I MTEN 109

11.1 grensoverschrijdende bos- en heidegordel 10911.2 grensoverschrijdende bosbeekvallei 10911.3 westelijk agrarisch gebied 11011.4 lineair gestructureende deeiruimte 11111.5 historisch gegroeide nederzetting 11211.6 schakelruimte 112

cleuren_merkenarcholectuur & IUII1lleiljke plal1lllng

RI 108

Page 121: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

gemeentelijk ruimtelijk structuurplan opgIabbeek RICHTINGGEVEND DEELgewenste deelruimten

11 ONTWIKKELINGSPERSPECTIEVEN DEELRUIMTEN

1. Grensoverschrijdende bos- en heidegordel.2. Grensoverschrijdende Bosbeekvallei.3. Grootschalige agrarische zone.4. Lineair gestructureerde deelruimte.5. Historisch gegroeide nederzetting.6. Schakelruimte.

11.1 GRENSOVERSCHRIJDENDE BOS- EN HEIDEGORDEL

De ontwikkelingsperspectieven voor de bos- en heidegordel (deelruimte IA) sluiten aan op de gewensteruimtelijke ontwikkeling van de zuidelijke bos- en heidegordel van Meeuwen-Gruitrode waar belangrijkenatuurwaarden aan toegekend worden.De ontwikkelingsperspectieven richten zich dan ook op het handhaven, beschermen en versterken van deecologische en landschappelijk waarde van de verschillende deelgebieden, met name:- de Ophoverheide met het Ophoverbos en de vennen Turfven en Ruiterskuilen;- het Gruitroderbos met aansluitend de Kattebeek;- de Oudsberg.De toeristisch-recreatieve potenties van deze deelruimte liggen enkel in een zacht recreatief gebruik. Via hetbestaande fiets- en wandeltraject, dat ruim en continue is uitgewerkt, kan de noordelijke bos - en heidegordelverkend worden zonder afbreuk te doen aan de ecologische of landschappelijke waarden.Gezien het belang van de natuurwaarde zal voor alle zonevreemde constructies, onder andere de bestaandeverblijfsrecreatie, met name de bivakhuizen en de weekendverblijven, een uitdoofbeleid gevoerd worden, metuitzondering van de vergunde landhuisjes Wouterbron.

Het verwevingsgebied (deelruimte I. B.) vonmt een bufferstrook of een overgangszone tussen de historischgegroeide nederzettingen en het schakelstuk (deelruimte VI). Hier kunnen de bestaande andere functies zoalslandbouw, sport, recreatie en verblijfstoerisrne, op hun huidige en niet storende niveau, in open ruimte vlakkentussen de gesloten groenstructuren opgenomen worden.

11.2 GRENSOVERSCHRIJDENDE BOSBEEKVALLEI

Als complex gaaf landschap dient de Bosbeekvallei, in navo/ging van de provinciale doe/stellingen, via gerichtlandschapsbehoud en -{)ntwikkeling behouden en versterkt te worden (deelruimte IIA)Alle ruimtelijke ingrepen moeten in overeenstemming zijn met de gewenste ontwikkeling van het landschap.Voor complexe gave landschappen, die gekenmerkt worden door verschillende structuurbepalendelandschapselementen, zullen zowel de open ruimte als de landschappelijke relicten (punt-, lijn- en vlakrelicten) enankerplaatsen maximaal behouden worden.Concreet betekent dit voor de Bosbeekvallei dat het divers aanbod aan landschappelijke en natuurlijke gegevens,hoe klein ze ook zijn, gehandhaafd en ondersteund zullen worden.Zo zal er voor de ruggengraat van de Bosbeekvallei gestreefd worden naar een verdichting van de groenstructuur,slechts toegankelijk op enkele plekken (bijvoorbeeld centraal, tussen de Kreeflenbeek en de Kleine Beek,aansluitend op het voetpad te As). Aan de zijde van de overgangszone kunnen beperkte open ruimten voorkomen.Hier wordt gestreefd naar een kleinschalige ruimtelijke uitwerking. Elke toeristisch-recreatieve voorziening infunctie van wandel- of fietspad zal echter strikt afgebakend gebeuren met als doel het respecteren van degesloten- en ontoegankelijkheid van de natuurlijke drager.Voor alle zonevreemde constructies binnen deze dee/ruimte zal óf een gebiedsgerichte oplossing gezocht worden(o.a. voor het bivakhuis Nachtegaal en het toeristisch-recreatief knooppunt Wilhelm Teil), óf een uitdoofbeleid (o.a.voor de weekendverblijven en de hondenclub) gevoerd worden.

De overgangszone tussen de ruggengraat en de historisch gegroeide nederzetting (deelruimte 11.B.)wordtbeschouwd als een landschappelijk onderdeel van de Bosbeekvallei maar wordt gekenmerkt door een meer open

cleuren_merkenarchllectuur & !Ull111e!ljke plamng

RI 109

Page 122: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

gemeentelijk ruimtelijk structuurplan opglabbeek RICHTINGGEVEND DEELgewenste deelruimten

karakter. Grotere open ruimten in functie van de landbouw komen hier voor. Ook hier zal via gerichtlandschapsbehoud en --<>ntwikkeling gewerkt worden aan een afstemmen op de typische kenmerken van eencomplex gaaf landschap.Binnen deze (sub)deelruimte II.B. zal eveneens voor alle zonevreemde constructies óf een gebiedsgerichteoplossing gezocht worden (o.a. voor het bivakhuis De Schutterij) óf een uitdoofbeleid gevoerd worden (o.a. voor deweekendverblijven).

De Bosbeek speelt een essentiële rol als structurerend hydrografisch element en dit zowel als landschappelijkelement op zich als een onderdeel van een netwerk op provinciaal niveau. De gemeente ondersteunt deprovinciale visie om de oevers en de nabijheid ervan onbebouwd te laten en bij elke ruimtelijke ingreep behoud enherkenba~heid van het element centraal te stellen.De gemeente ondersteunt tevens de provinciale visie om specifieke randvoorwaarden vast te leggen met het oogop een kwaliteitsvolle aanpak van waterfronten, een vernieuwde relatie tussen nederzetting en beek en het behoudvan het structuurbepalend karakter.De gemeente ondersteunt de voorgestelde gebiedsgerichte ontwikkeling van de Bosbeek als (NVB 76) nattenatuurverbinding:

'In hef natuurlijk sysfeem van de Umburgse bos- en heidegordel is het noodzakelijk natuurverbindingen tevrijwaren tussen de drie parken Dnderling, en tussen de parken en de omgevende natuurlijke systemen. ''De zwakke bindingen tussen het Park HDge Kempen en het Park Midden-Umburg Dver de Bosbeekval/eimoeten worden versterkt. Het behoud van de weinige resterende Dpen ruimte verbindingen die alsnatuurverbindingen zijn geselecteerd, is essentieel voor de bos- en heidegordel als Vlaamse genenpooIen toegangspoort '1

De Dntwikkelingsperspectieven van de historische (nu zDnevreemde) nederzettingen en de bestaande recreatieveZDne (samen met een eventuele uitbreiding) richten zich Dp een gebiedsgebonden inpassing. Er moet voorkomenwDrden dat de gebouwen en bijhorende infrastructuren een grofkDrrelige structuur hebben, de aanleg van debuitenDmgeving zal afgestemd worden op de eigenheid van het landschap van de Bosbeek.ZD ook zal de inrichting van het openbaar gebied door het inpassen van kleine landschapselementen het karaktervan de Bosbeekvallei versterken. Zoals eerder gemeld zal voor de onmiddellijke omgeving van de zDnevreemdenederzettingen een gebiedsgericht uitvoeringsplan opgemaakt wDrden met als doelstelling het typische landschapvan de Bosbeekvallei Dp te waarderen.

11.3 WESTEUJK AGRARISCH GEBIED

tn tegenstelling tot de landbouwpercelen in de overgangs- Df verwevinggebieden heeft het agrarisch gebied hiereen duidelijk grootschaliger karakter (deelruimte 111.). Landbouwbedrijven kunnen zich hier ruim ontwikkelen. Naastde traditionele landbouw biedt deze zone ook de mogelijkheid tDt verbrede landbouw. Andere aanverwante ofafgeleide bestemmingen kunnen zich hier zDnder noemenswaardige conflicten ontwikkelen. Zo kan aan denoordzijde, links en rechts van de N76 (aansluitend Dp de industriezDne) de intensieve landbouw een plaatskrijgen. Aan de zuidzijde, eveneens links en rechts van de N76, kan enerzijds het zacht recreatief gebruik van deteml en de restzones optimaler uitgewerkt wDrden, anderzijds het hoevetoerisme met verblijfsrecreatie aan deoverzijde. De noordelijke zonevreemde woning in agrarisch gebied maakt best deel uit van de agrarischestructuur, deze aan de overzijde in groengebied vraagt een gebiedsgerichte inpassing en een uitspraak van al danniet handhaving Dp lange termijn. De zDnevreemde woningen aan de uiterste zuidzijde (langs de N76), onderdeelvan een beperkt woonlinlje richting Genk, vragen om een opheffing van de woonfunctie Dp lange termijn. Door degeisoleerde ligging (in gwp groengebied) ten opzichte van zowel Opglabbeek als Genk ontbreekt elk aanknooppuntmet de nederzettingsstructuur. Bovendien profileert deze deelruimte zich voornamelijk als Dnderdeel van deopenruimte structuur van Opglabbeek en als Dvergangszone tussen Opglabbeek en het regiDnaal stedelijk gebiedHasselt-Genk waar de functie wonen landschappelijk en functioneel geen deel van uitmaakt.

1 SlrucluUfplan limburg, pagIna 324

cleuren_merkenarcMectuur & rUimtelijke planOlng

RI 110

Page 123: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

gemeentelijk ruimtelijk structuurplan opglabbeek

11.4

RICHTINGGEVEND DEELgewenste deeiruimten

LINEAIR GESTRUCTUREERDE DEELRUIMTE

Deelruimte IVAlndustriezone.De ontwikkelingsperspectieven voor de industriezone als specifiek economisch knooppunt Opglabbeek zijn, geziende beperkt toebedeelde rol (waar de gemeente zich nooit in heeft kunnen vinden) in relatie tot het regionaalstedelijk gebied Hasselt-Genk en het ontbreken van een multimodale ontsluiting, duidelijk afgebakend en gerichtop het herstructureren en intensifiëren van het ruimtegebruik op het bestaande bedrijventerrein.Concreet betekent dit dat de ontwikkelingsmogelijkheden van het bedrijventerrein zich richten op een beperkteuitbreiding van maximaal 5 ha in functie van de lokale bedrijvigheid, het waar mogelijk verdichten van hetbestaande industrieterrein en zoeken naar oplossingen aangaande een optimale verkeersafwikkeling.

Deelruimte IV.B. Wijken Dennenweelde en Nieuwe Kempen.Zie gewenste nederzettingsstructuur.

Deelruimte IV.C. Uneair aangelegd naaldhoutbos.Gezien het een grensoverschrijdend groengebied is, is de visie van de aangrenzende gemeenten hieromtrentbelangrijk.Noch in het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Genk, noch in dat van As, worden standpunten ingenomen ronddit grensoverschrijdend groengebied, noch voor wat betreft de gewenste toeristisch-recreatieve structuur, noch inde gewenste landschappelijke structuur, noch in de natuurlijke structuur, noch in de deelruimte 'gordel' (grs Genk).Dit in tegenstelling tot de aangrenzende Bosbeekvallei, die in navolging van de provinciale selectie, in het grs Genkals structurerend element aangegeven wordt.De deelruimte IV.C. betreft duidelijk een natuurlijk en landschappelijk minder belangrijk en minder kwetsbaargebied en vraagt daarom geen specifieke beschermingsmaatregelen.Toch wenst de gemeente geen beleid tevoeren in functie van het behoud en versterken van de zone als weekendverblijfszone. Het is niet de opzet de zonemet weekendverblijven nog verder te laten uitdeinen of verdichten. Hiervoor zal een uitdoofbeleid gevoerd worden.Daarnaast moet er op toegezien worden dat de bestaande huisjes ingebed blijven in de bosstructuur en niet eengecultiveerd ruimtelijk eilandje gaan vormen. Daarnaast zal via een inventaris en een opname bestaande toestandnagegaan worden welke verblijven als leegstaand en in verval beschouwd kunnen worden.

De zonevreemde ligging van de jumping, tussen de lineair gestructureerde deelruimte, met als deelgebied deindustriezone, en de deelruimte van de historisch gegroeide nederzetting is binnen de ontwikkelingsperspectievenvan de aangrenzende deelruimten én de beperkte schaal van de functie niet onmiddellijk storend te noemen. Eenschaalvergroting of herstructurering is echter niet aangewezen. Er moet een uitspraak gedaan worden aangaandede aard en de omvang van zonevreemde constructies binnen deze deelruimte. Er moet vooral op toegezienworden dat de schaal van de bedrijvigheid het niveau en de draagkracht van de omgeving niet overschrijdt. Dehuidige werking, verkeersafwikkeling en inname zijn niet hinderend voor de omgeving, noch is de ruimtelijkeuitwerking storend voor het omliggende groengebied. Zodra de behoefte echter de draagkracht van de omgevingzal overschrijden dient deze recreatieve bedrijvigheid te herlokaliseren.

Samengevat kunnen de ontwikkelingsperspectieven van dit deelgebied opgedeeld worden in:de kleine zone met de jumping tussen de industriezone en de historisch gegroeide nederzetting als beperkterecreatieve zone te herlokaliseren bij uitbreiding of herstructurering;het grote tussenliggende naaldhoutbos als zacht recreatieve zone met fietspaden en speelbossen.

Deelruimte IV.D. Tussenliggende agrarische zone.De ontwikkelingsperspectieven op middellange en lange termijn van het tussenliggend agrarisch gebied liggenzowel in het opvangen van de uitbreidings- of herstructureringsbehoeften op economisch vlak als in het ruimtegeven aan de nevenactiviteiten van de woonwijk Nieuwe Kempen.Concreet kan dit zijn:

het voorzien van een lokaal bedrijventerrein al dan niet gekoppeld aan een optimalere interneverkeersafwikkeling voor het specifiek economisch knooppunt, rekening houdend met de mogelijkheid tot eenzachte fietsverbinding tussen Nieuwe Kempen en Opglabbeek;het bufferen van de woonwijk en de woonlinten naar de industriezone waarbij de buffer mogelijk gecombineerdwordt met zachte recreatie.

cleuren_merkenarchitectuur & rUimtelIjke planning

RI 111

Page 124: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

gemeentelijk ruimtelijk slructuUJplan opglabbeek

11.5

RICHTINGGEVEND DEELgewenste deelruimten

HISTORISCH GEGROEIDE NEDERZETTING

Deze deelruimte (deelruimte V.) bestaat voor het overgrote deel uit de nederzettingen Opglabbeek en Louwel.Voor de ontwikkelingsperspeclieven wordt verwezen naar de gewenste nederzettingsstructuur.

11.6 SCHAKELRUIMTE

Omwille van de centrale ligging tussen de twee hoofddeelruimten, met name de historisch gegroeidenederzetting en de lineair gestructureerde deelruimte;omwille van het karakter van reslzone;omwille van de bufferende ligging tussen het wonen en de industriezone;omwille van de aanwezigheid van de bestaande recreatieve zone;omwille van de bestaande verweving van functies zoals wonen, recreëren, landbouw en kleinschaligegroenvoorziening;omwille van de potenties van een vlotte ontsluiting;

biedt de schakelruimte (deelruimte VI) interessante potenties voor het inpassen van een gedifferentieerde zachterecreatieve zone (geconcentreerde bundeling) van lokaal niveau en landbouw, met zachte verbindingen naar deomliggende deelruimten. Binnen deze context moet de schakelruimte dan ook gezien worden als een zoekzone.De ruimtelijke uitwerking ervan zal afgestemd worden op het bestaande kleinschalig karakter van open kamersomzoomd door dichte groene buffers. Het is de bedoeling dat verschillende open ruimten verschillende zachtrecreatieve voorzieningen kunnen huisvesten zonder afbreuk te doen aan het kleinschalig groenkarakter van hetgebied.Elke recreatieve kamer wordt door een eigen groenstructuur afgebakend en ingekapseld, maar alle recreatievekamers hangen via fiets- en voetpaden aan elkaar vast Een netwerk van zachte verbindingen doorheen deschakelruimte zorgt voor de relatie tussen de aangrenzende deelruimten.Zo kan de schakelruimte ook ruimtelijk vomngegeven worden met kenmerllen van zowel de lineair gestructureerdedeelruimte en de historische nederzetting door een combinatie van lineaire open gebruiksvlakken met erdoor heeneen organisch net aan fiets- en wandelpaden. Aan de dualiteit tussen de twee aangrenzende deelruimten wordt zovorm gegeven.Niettegenstaande de verschillende recreatieve voorzieningen de nodige open ruimte vragen, zal de totaalzonedoor de afzonderlijke buffers van de verschillende gebruikers toch een globaal groen karakter krijgen. Zo zal deschakeiruimte een groene verbinding vomnen tussen het noordelijk en westelijk groengebied, enkel van elkaargescheiden door het woonlint langs de Weg naar Zwartberg.Het deel van de Weg naar Zwartberg dat de groenstructuur doorsnijdt, zal zich zo duidelijk onderscheiden van derest van het traject. Ervan gescheiden door de groene buffering van de recreatieve kamers vormen de akkers ophun beurt open ruimten tussen het groen.Mogelijke zonevreemde constructies of woningen moeten dan ook binnen dit kader gezien worden.Het leggen van een groene verbinding is het uitgangspunt van de schakelruimte. Binnen deze schakelruimtekunnen alle andere functies, zoals landbouw, recreatie, wonen, ... perfect plaatsvinden.

De schakelruimte wordt gezien als een groene toegankelijke zacht recreatieve zoekzone, als westelijk eindpuntvan de historische nederzetting (Ophoven) en als tegenpool van het oostelijk eindpunt, de kwetsbare, meergesloten en ontoegankelijke Bosbeek. Een tegenstelling ook in functie en gebruik, met name de zacht recreatievegebruikszone van de schakelruimte tegenover de natuurlijk landschappelijke stiltezone van degrensoverschrijdende Bosbeekvallei.Niettegenstaande de uitwerking van deze schakelruimte als zoekzone in functie staat van het creëren van eengemeentelijke groene schakel tussen noord en zuid, waar onder bepaalde voorwaarden lokale recreatieve entoeristische activiteiten kunnen plaatsvinden, wordt tevens de suggestie meegegeven dat deze zone tevens eenbijdrage kan leveren bij de uitwerking van eventuele bovenlokale visies.

cleuren_merkenarcMectuur &nltmletllke planning

RI 112

Page 125: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

gemeentelijk ruimtelijk structuurplan opglabbeek RICHTINGGEVEND DEELgewenste deelstructuren

111 GE WEN STEDE ELS T RUC T URE N 114

111.1 gewenste infrastructuur 114111.1.1 gewenste infrastructuur 114111.1.2 q>enbaar vervoer 118111.1.3 fietspaden 119111.1.4 samenvatting gewenste infrastructuur 119

111.2 gewenste econanische structuur 120111.2.1 ontwikkelingsperspectieven voor het bestaande industrieterrein..................... . 120111.2.2 ontwikkelingsperspectieven BPA's. . 123111.2.3 ontwikkelingsperspectieven voor het lokale bedrijventerrein 123111.2.4 ontwikkelingsperspectieven VOOf lokale (zonevreemde) bedrijven . 124

111.3 gewenste nederzettingenstructuur........... . 127111.3.1 gewenste structuur Opgabbeek 127111.3.2 gewenste structuur LouweI 133111.3.3 gewenste structuur Dennenweelde en Nieuwe Kerrpen 136111.3.4 ontwikkelingsperspectieven voor zonevreemde woningen 138111.3.5 ontwikkelingsperspectieven voor woonirtlreidng- en uilbreidnggebieden 138

111.4 gewenste toeristisch recreatieve structuur 139111.4.1 sport en cultuur 140111.4.2 zacht recreatief gebruik van de open ruimte en het groen 141111.4.3 dag en verblijfstoerisme 141111.4.4 jeugdverblijfstoerisme 142111.4.5 afwegingskader zonevreemde recreatie. . 143

111.5 gewenste agrarische structuur . 146111.6 gewenste naluu~ijke en bosstructuur 148

cleuren_merkenarchrlecluur & rutmtelijke planning

RI 113

Page 126: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

gemeentelijk ruimtelijk structuufJllan opglabbeek

111 GEWEN STE DEELS T RUCT URE N

111.1.1 Gewenste infrastructuur.

RICHTINGGEVEND DEELgewenste deelslnJcturen

111.1 GEWENSTE INFRASTRUCTUUR

,.,,,,, "_---L bree

Op provinciaal niveau wordt enkel de N76 (het stuk vanaf het rond punt 'Didden' richting Meeuwen) geselecteerdals secundaire weg type I, waarbij de nadruk ligt op de bereikbaarheid en verkeersafwikkeling.Vanaf datzelfde rond punt richting Genk wordt de N76 een primaire weg type 11.'Verbinden op regionaal niveau voor autoverkeer, openbaar vervoer en eventueel ook fietsverkeer op basisvan rnobiliteitsgenererende elementen van provinciaal belang. Omwille van de doorstroming op die wegen moethet toegang geven buiten de bebouwde kommen zoveel mogelijk worden beperXt en waar mogelijk afgebouwd.

Infrastructuur.De bestaande verbindende hoofdinfrastrucluur is historisch gegroeid en werXt nog steeds ontsluitend voor deaangrenzende woongebieden en verbindend voor de ruimere omgeving.Het wonen in de woonlobben rond het centrum van Opglabbeek, die binnen de zo ontstane kwadrantenvoorkomen, kan door de concentrische ligging op zijn minst rustig genoemd worden zonder noemenswaardigeoverlast van de verbindende functie van de (NO en Z'N) hoofdwegen.Hetzelfde effect wordt bekomen in Louwel. Aan weerszijden van de Weg naar Opoeteren bevinden zichwoonstraten die vlot ontsloten worden naar de verbindende weg en de doortocht is zodanig ingericht dat hetverkeer geremd wordt. Het resultaat is ook hier rustig wonen.Aan de westzijde is het eveneens rustig wonen in de woonwijken (Nieuwe Kempen en Dennenweelde) aanweerszijden van de Weg naar Zwartberg (verbindende weg).

C:>Het rustig wonen is duidelijk een van de te bewaren kwaliteiten van Opglabbeek.1

De gewenste infrastructuur zal zich steeds richten naar dit gegeven, met andere woorden de woonstraten(gebiedsontsluitend en verblijfsfunctie) in de woonlobben zullen steeds enkel in functie van het wonen enhet ontsluiten staan. Sluikverkeer in functie van lokaal en bovenlokaal verbindend verkeer moet hiervoorkomen worden, dit hoort thuis op de hiervoor gereserveerde verbindende (lokale) wegen.Op deze lokale wegen type 111 geldt een maximale snelheid van 30 tot 50 kmIuur.

1 Ook in de sla1nota werd ditstl~nt ingenomen: "VCOC een goede ver1<eersafwikl<eling is het belangijk dat een duidelijke hiërarchieaangebracht V«ll'dt in het _leisel. Hierdoor V«ll'dt het ver1<eer op de belangiikste verk... en geconcen~eerd. Het ver1<eer op deklein.,.e en meer landelijke wegen V«ll'dt beperkt. D~ komt de leelbaarheid ten goede. De hiërarchie moet voldoende duidelijk gemaaktV«ll'den vcoc de weggebruik.,.. Wegen van eenzeWde niveau moeten een gelijke ui1rusting krijgen:

cleuren_merkenarchitectuur & rulmtelqke planning

RI 114

Page 127: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

gemeentelijk ruimtelijk structuurplan opglabbeek RICHTiNGGEVEND DEELgewenste deelstructuren

Langsheen de verbindingsassen zal het steeds een ander soort wonen zijn waarbij erop toegezien moet wordendat daar waar zich een duidelijke woonstrook voordoet het aspect van de doortocht - 50 km/uur (afgestemd op hetwonen) benadrukt wordt De vier assen zijn telkens van een andere orde.

a) De Weg naar Opoeteren kan, samen met de Weg naar Bree, gezien worden als een verbinding en ontsluitingvan het noordoostelijke gedeelte van Limburg en het naburige dorp Louwel. Het is een aantakking op deDorpsstraat waarop ook de Weg naar Bree uitmondtNaar functie-invulling komt langs de Weg naar Opoeteren slechts sporadisch handel en diensten voor (vooral in hetcentrum van de kern Louwel en bij de aantakking op de Dorpsstraat). Het is in hoofdzaak een ontsluitingswegwaarlangs gewoond wordt en die minder verkeerslbelasting kent dan de noordwest as.e:> functie: lokale weg type I e:> ontsluiten - verlbindene:> functie-inwlling: wonen en diensten, lokale kleinschalige handel enkel in de centrumzonee:> maximale snelheid 70 km/ue:> inpassen van doortocht centrum Louwel {gedeeltelijk gerealiseerd} - snelheid 50 kmIue:> snelheid 90 kmIu vanaf aansluiting Verlengstraat oostwaarts

b} De Weg naar Bree legt een belangrijke relatie met het noorden. Ook naar functie-invulling is deze weg van eengrotere orde voor de gemeente, met name door de onmiddellijke aanwezigheid van de scholen, de toegang tot hetkerkhof, jeugdvoorzieningen, twee grootschaliger winkels, de recreatiezone 't Laar en de bijkomende zijdelingseaansluiting (via de Kapelstraat) op het centrum. Concreet betekent dit dat de hele noordwestelijke lob vanOpglabbeek in noordoostelijke richting ontsloten wordt via de Weg naar Bree.e:> functie: lokale weg type I e:> ontsluiten - verlbinden - winkelen {secundaire functie} - recreatiee:> functie-invulling: wonen en dienstene:> maximale snelheid 50 km/u {tot na einde woonzone}e:> snelheid 70 km/u vanaf einde woonzone noordwaarts

c} De Weg naar As legt de relatie met het zuiden van de provincie. Handel en diensten komen slechts sporadischvoor. De recente aanleg van de fietspaden en de verwijdering van de begeleidende bomen hebben het wegprofielerg verruimd. Niettegenstaande de verbindende functie is het in hoofdzaak een weg waarlangs gewoond wordte:> functie: lokale weg type I e:> ontsluiten - verlbindene:> functie-invulling: wonen en diensten, handel onmiddellijk aansluitend op de centrumzone binnen de

afbakening van het BPA /GRUP Centrum Opglabbeeke:> maximale snelheid 70 kmIue:> is ingericht,

oversteekbaarheid gerealiseerd op aansluitpunten met gebiedsontsluitende wegen - snelheid 50 km/ue:> snelheid 70 kmIu vanaf de aansluiting met de Lietenstraat oostwaarts.

d} De Weg naar Zwartberg is door de ontsluitende en verlbindende functie eveneens een lokale wegtype I.Naar ruimtelijk beeld en gebruik kan de Weg naar Zwartberg echter opgedeeld worden in een aantal zones.Van de aansluiting van de N76 tot het centrum van Opglabbeek zien we wisselend gebruik, met wisselendebeelden en wisselende ervaringen.

d.1.} De onmiddellijke aansluiting op de N76 (aan het rondpunt) geeft een vrij wanordelijk en té openbeeld. Aan het rondpunt een horecazaak, een krantenwinkei, een café, een kebabzaak, een zaak inbuitenschrijnwerk en een woonblok. De voorzones van zowel de handelszaken als de woningen geven een ténegatief en onafgewerkt beeld. Nochtans is het een vrij belangrijke plek als westelijke toegang tot degemeente.e:> functie: lokale weg type I e:> doorstromend en lokaal verkeere:> functie-invulling: wonen, diensten, geen verdere ontwikkeling van handel, op termijn een

uitdoofbeleide:> maximale snelheid 50 km/u (door de korte afstand).

d.2.} Vervolgens een woonstrook horende bij respectievelijk Nieuwe Kempen en Dennenweelde, met eenbakker als sluitpunt aan de meest oostelijke doorsteek voor voetgangers richting Dennenweelde. Tegenover de

cleuren_merkenarctlllectuur & rUImteliJke planOlng

RI 115

Page 128: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

gemeentelijk ruimtelijk structuurplan opglatt>eek RICHTINGGEVEND DEELgewenste deelstructuren

doorsteek opent het beeld zich naar het agrarisch gebied met achterliggende bedrijvenzone.c:> functie: lokale weg type I c:> doorstromend en lokaal verkeer

c:> functie-invulling: wonen (woonlint) en diensten, handel op niveau van de woonkernc:> maximale snelheid 50 kmIu

d.3.) Vervolgens een woonlint dat halverwege onderbroken wordt door de inplanting van grootschaligebedrijven aan weerszijden van de weg.c:> functie: lokale weg type I c:> verbinden - ontsluitenc:> functie-invulling: wonen (woonlint) en diensten, geen verdere ontwikkeling van handel, op tenmijn

uitdoofbeleidc:> doortocht zoals aangegeven op plan met een maximale snelheid van 50 km/uc:> maximale snelheid 70 km/u (gedeelten aan de kruispunten 50 km/u).

d.4.) Vanaf de kruising met de Groenslraat en de Ophovenslraat sluit de bebouwing zich en gaat hetwoonkarakter over in een handels- en (privé)dienstenslrook, gecombineerd met horeca (eethuizen).Het is duidelijk dat het handelsgebeuren zich langs dit gedeelte van de Weg naar Zwartberg bevind~ met eenconcentratie van de primaire winkelfuncties (bakker / voedingswaren / krantenwinkei) onmiddellijk aansluitend ophet centrumplein.Binnen het gedifferentieerd gebruik van de hele Weg naar Zwartberg kan dit gedeelte nog verder gedifferentieerdworden, gaande van ontsluiting van de achterliggende woongebieden tot het aanbieden van drie soortenwinkelfuncties (primair, secundair en tertiair) en dit zowel in het lengte- als in het diepteprofiel (achterliggendegrootschalige winkels (aldi, cash & ITesh) dringen tot diep in de woonzone). Dit geelt in de huidige toestand weinigattractiviteit, noch aan de woonomgeving, noch aan het winkelgebeuren.Het ruimtelijk beeld wordt bepaald door brede gaten in de bebouwingswand in functie van parkeren, zicht opachterkanten (negatieve beelden) en een brede openbare zone in functie van het autoverkeer (parkeren,doorstromen, bushalte, ontsluiting woongebied) waartussen de voetganger / fietser zich niet altijd even aangenaamkan bewegen.c:> functie: lokale weg type I c:> verbinden - ontsluitenc:> functie-invulling: wonen (woonstraat - woonlint ) - diensten - handel op niveau van het hoofddorp ­

horeca enkel binnen de afbakening van het BPA / GRUP Centrum Opglabbeek.c:> het verbindend en ontsluitend karakter van deze zone is hier duidelijk ondergeschikt aan de andere

functies, wat resulteert in een ruimtelijke uitwerking als doortochtc:> maximale snelheid 50 kmIu

\\

d1 \

cleuren_merkenar<""oc\w' & nJlmleïjl<e p1aMong

RI 116

Page 129: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

gemeentelijk ruimtelijk structuurplan opglabbeek RICHTINGGEVEND DEELgewenste deelstructuren

In tegenstelling tot de Weg naar Zwartberg waar de handel zich concentreert, zien we langs de Kapelstraat eenconcentratie van (voornamelijk) openbare diensten. Het gemeentehuis, enkele banken, de wijkpolitie, het cultureelcentrum, de kerk, en vooral de scholen. Deze Kapelstraat, die enerzijds aansluit op het Dorpsplein en anderzijdsop de Weg naar Bree, vormt zo voor de gemeente een belangrijke lokale gebruikersas. De bestaande concentratieis een interessant en bruikbaar gegeven waarop verder gebouwd kan worden. Het profileren van de Kapelstraat alsdienstenas betekent concreet dat de verkeersafwikkeling ten dienste staat van het gebruik als dusdanig. Het is eenzone die, meer nog dan de doortocht Weg naar Zwartberg (handelsstrook) vraagt om een verkeersluwe oplossing.Van hieruit moet het mogelijk zijn de scholen én de aansluitende woonlobben op een veilige manier te bereiken.Wanneer er naar gestreefd wordt de woonlobben in de kwadranten te vrijwaren van sluik- en ander onnodigverkeer, gecombineerd met een veilige Kapelstraat, dan kunnen vanaf dit punt vrij grote woonzones veilig fietsendbereikt worden. Hiervoor is het echter noodzakelijk de Kapelstraat quasi verkeersvrij te maken voor doorgaand enkruisend verkeer. Enkel plaatselijk gebruik en ontsluitend verkeer is toegestaan.q functie: lokale weg type 111 q toeganggevend en ontsluitend op buurtniveauq functie-invulling: wonen, diensten, handel en horeca binnen de centrumzone, binnen de afbakening van

het BPA / GRUP Centrum Opglabbeek.q maximale snelheid 30 km/u

Het zuidelijk deel van de Kapelstraat ter hoogte van het cultureel centrum en de kerk verbreedt zich in eendubbelplein dalend richting Dorpsplein. Voornamelijk op het meest noordelijk deel, vóór 't Troempeelke, wordt opschooldagen druk gepakeerd bij het brengen en afhalen van de kinderen ('S morgens, 's middags en 's avonds).Daarnaast functioneert het ook als parking voor gebeurtenissen gekoppeld aan 't Troempeelke. Het parkeren iseen wezenlijke functie voor dit gebied.De Kapelstraat annex parkeerruimte vóór 't Troempeelke, geeft een open onafgebakend beeld zowel in delangsrichting als op de aansluiting op het Dorpsplein. Door deze openheid (onbeschut gevoel), maar ook door eengebrek aan duidelijkheid, structuur en overzicht wordt het plein nergens als een aangename verblijfsplek ervaren.Dezelfde ervaring geldt voor het Dorpsplein:

onafgewerkte gevelwanden (Oude Asserweg, Hoeverkerkweg, kopgevels Weg naar Zwartberg);ontbrekende gevelwanden (richting Kapelstraat);parkeren (tussen school en oude pastorie, tegenover Troempeelke, langsheen de Kapelstraat, bij deaansluiting met het Dorpssplein, op het Dorpsplein);kruisend verkeer (plein/rotonde, plein/Kapelstraat, Dorpsstraat/parking Delhaize, parking Delhaize/Kapelstraat,Kapelstraat/Kimpenstraat, Kapelstraat/parking Troempeelke, Kapelstraat/parking school,KapelstraatIRozenstraat);doorgaand verkeer langsheen de Dorpsstraat;openbaar vervoerspunt aan Dorpsplein.

Met andere woorden een veelheid aan informatie en beweging, ongestructureerd en onoverzichtelijk, komt samenop een strook van ongeveer 200 m, en vraagt dus om een gestructureerd en helderder beeld.Het duidelijk afbakenen van zones, het scheiden van sommige functies, het inpassen van verkeersremmendeoplossingen (afknippen van doorgaand verkeer) en het ruimtelijk afwerken van openbare zones moet resulteren ineen (be}leefbaarder en bruikbaarder openbaar gebied.De visie op de infrastructuur binnen het centrumgebeuren richt zich op een verkeersluw en veilige openbare zone.q functie: lokale weg type 111 q toeganggeven, ontsluiten en verblijven op buurtniveauq functie-invulling: wonen, diensten, handel en horeca binnen de centrumzone, binnen de afbakening van

het BPA / GRUP Centrum Opglabbeek.q maximale snelheid 30 km/u

In het centrumgebeuren zijn niet enkel de lijninfrastructuren (Weg naar Zwartberg en Kapelstraat) belangrijk, ookde aansluitpunten vormen belangrijke onderdelen van de infrastructuur.1. Zo is er de aansluiting Weg naar Zwartberg/Dorpsplein als schakel tussen handel (Weg naar Zwartberg),

diensten (Kapelstraat), plaatselijk openbaar groen (parkje achter gemeentehuis).Het is niet enkel functioneel (relationeel) maar ook ruimtelijk een plek met potenties. Het is een 'spof dat eenvan de belangrijkste plekken binnen het centrumverhaal kan worden.

cleuren_merkenarchitectuur & ruimtelijke plannlllg

RI 117

Page 130: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

gemeentelijk ruimtelijk structuurplan opglabbeek RICHTINGGEVEND DEELgewenste deelstructunen

sporthal

-

Bijkomend kan van hieruit een visuele link gelegd worden naar de aanzet van de groene structurele drager, deKleine Beek verbonden met de Bosbeek, recht tegenover het gemeentehuis, achter de oostelijke pleinwand.De Kleine Beek legt de verbinding met de omgordelende groenstructuur die nagenoeg de hele gemeenteomsluit en waarbinnen de recreatieve structuur puntsgewijs is ingeplanlHet is een uniek gegeven dat vanuit het centrum onmiddellijk kan aangesloten worden op een natuurlijkestructuur. Vanzelfsprekend moet van deze potentie optimaal gebruik gemaakt worden.c:> verblijfspiek en schakelpunt

2. De aansluiting van het Dorpsplein op de Kapelstraat annex parkeerpleinen en de Kimpenstraat (m.a.w. hetnoordelijke deel). Vanzelfsprekend is het afbakenen van een plein en het profileren er rond van debelangrijkste gebouwen essentieel voor de ruimtelijke werking van een plein.c:> oriënterende en structurerende functie

3. Niet onmiddellijk effect hebbend op het centrumgebeuren, maar toch niet los elVan te zien (verkeerseffect) isde aansluiting KapelstraatIDorpsstraatlWeg naar Bree ter hoogte van de sporthal.Het schooIvelVoersplan werkt hierrond enkele voorstellen uil HielVan is het voorstel van de rotonde hetmeest effectief indien we het binnengaand verkeer richting Kapelstraat willen ontmoedigen (sluikverkeerDroogstraat).Niet echt logisch is echter het evenwaardiguitwerken van de Kruisstraat Lo.v. de Weg naarBree en de Dorpsstraat. De Kruisstraat wordtgezien als lokale weg 111 (ontsluitend entoeganggevend op buurtniveau) waarbij hettoegang verlenen eveneens ontmoedigd moetworden.c:> infrastructureel te sturen schakelpunt

111.1.2 Openbaar vervoer'Bij de opzet van een netweri< voor het openbaar veNoer te Opglabbeek is het duidelijk dat de grootte-orde van de gemeenteonvoldoende draagkracht biedt om er een eigen wensstructuur voor openbaar veNoer aan op te hangen. Daarom dient hetnetweri< integraal ingepast in een groter, regionaal netweri<; van dft netweri< zijn de basisuftgangspunten terug te vinden binnenhet Ruimtefjk Structuurplan Vlaanderen (RSV) enerzijds, en het Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan Umburg (PRSL)anderzijds.Niettemin dient het netweri< ook haar gemeentelijke verwachtingen in te lossen, om zo concurrerend te z,n ten aanzien vanhet autogebruik. Binnen dft streefdoel willen we terugkomen op een aantal belangnjke obieclieven:Het z()(gen voor een goede verbinding met de omfggende kemen waarop de gemeente voor specifieke voorzieningen vanafhankelijk is (Genk, Bree, Maaseik)Het z()(gen voor de aantaJddng op openbare veNoersassen van het hogere niveau.De algemene verbetering van het openbaar veNOersaanbod aan de woonzijde.Het verzekeren van een minimaal aanbod aan intragemeentelijke verbindingen. (zoals de oost-westverbindng Genk-Maaseik,waardoor ook Lauwe! door het openbaar Ve!VOOf zou ontsloten worden).Het streven naar een betere openbare veNoersontsluiling van belangrijke trafIie builders (in casu industrie)~

Het GRS sluit zich aan bij bovenstaande tekst, geciteerd uit het mobiliteitsplan fase 3 beleidsplan 24.10.2000opgesteld door Technum nv.Voor verder detaillering hielVan wordt dan ook naar desbetreffend document verwezen.

cleuren_rnerkenarchltectuur & ruimtelIjke planntng

RI 118

Page 131: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

gemeentelijk ruimtelijk structuurplan opglalXJeek RlCHTINGGEVEND DEELgewenste deelstructuren

111.1.3 FietspadenBuiten het optimaliseren van veilig fietsen in het centrum en de schoolomgeving is het ook een betrachting deruimere woonomgeving fietsveilig te maken zodanig dat een functioneel fietsnetwerk, confonm de visie in hetPSL, ontstaat dat kan concurreren met het autoverkeer wat betreft afstanden onder de 3. km.Een aaneengesloten gemeentelijk recreatief fietsnetwerk in en aan de omgordelende groenzone (hier en daarzijn er nog enkele schakelelementen te realiseren).Vrij liggende fietspaden langs de hoofdassen.Fietsverbinding Opglabbeek I Nieuwe Kempen.

111.1.4 Samenvatting gewenste infrastructuur.

Uitgangspunten:het rustig en kwalitatief wonen veiligstellen;het verkeersveilig maken van de lokale woonstraten, de Kapelstraat als dienstenas, de Weg naar Zwartbergals handelsas;het structureren en verhelderen van het openbaar domein in het centrum;veilige (en aaneengesloten) fietsverbindingen woongebieden/centrum en een omgordelend netwerk.

Maatregelen.1. Selecteren van vier hoofdassen als lokale weg type I met als functie verbinden op lokaal niveau en het

inpassen van 'doortochten' waar de woonfunctie domineertc:> weg 2x1 meestal met gescheiden verkeer - zone 50, met uitzondering van de uiterste uitvalsstrokenten noorden, ten oosten en ten zuiden buiten de bebouwde kom - zone 70.

2. Categoriseren van alle overige gemeentelijke wegen als lokale weg type 111 met als functie ontsluiten op lokaalniveau en toegang geven tot percelen c:> inrichting als landelijke weg met gemengd verkeer - zone 50.

3. Kapelstraat c:> inrichting als erf - zone 30.4. Ontkoppelen Dorpsplein I Kerkplein, afbakenen en inrichten als verblijfsplek c:> inrichtingplein - zone 30.5. Afbakenen verblijfspiek op schakel Weg naar ZwartbergIDorpsplein c:> inrichting verblijfspiek.6. Veilig fietsen op alle lokale wegen type I (gescheiden verkeer) en een nieuwe fietsverbinding Nieuwe

Kempen/Opglabbeek.7. Realisatie van een omgordelend fietsnetwerk.8. Optimaliseren aansluitingen, zoals de aansluiting KapelstraatlDroogstraat, KapelstraaUWeg naar Bree,

DorpsstraaUWeg naar Opoeteren, ......

Verantwoording gewijzigde visie to.V. mobiliteitsplan.Gezien het steeds drukker wordende verkeer op de woonstraten, het toenemende sluikverkeer en de hienmeegepaard gaande groeiende behoefte aan veiligere en leefbare woonstraten én gezien de visie van het behoudenvan de woonkwaliteit van Opglabbeek, wordt er niet meer gestreefd naar puur 'ontsluitende' wegen enomIeidingsmogelijkheden om de hoofdassen te ontlasten (lokale wegen type 11, mobiliteitsplan). Dit heeft immersop zijn beurt een belasting van de betreffende woonstraten tot gevolg. Dit is nu net de uitwas die vanuit degemeente tegengegaan wil worden. Er wordt gestreefd naar een behoud van de kwaliteit van het rustig wonen. Hetgebruik van de woonstraten moet in functie staan van het wonen, spelen, verblijven en toegang verlenen. Binnendeze gewijzigde oontext wordt er niet meer gekozen voor een opdeling in puur gebiedsontsluitende wegen (type 11)

waar bij voorkeur ook nog voor een scheiding van het verkeer gepleit word~ maar enkel voor de categorisering vanlokale wegen type 111 (landelijke wegen met gemengd verkeer of erven). Voor alle woonstraten wordt het wonenprioritair gesteld.Het niet selecteren van lokale wegen type 11 (het ontsluiten op lokaal niveau) voorkomt het risico van uitgroeiennaar 'herkenbare' omleidingswegen waarvan het risico bestaat dat ze in een latere ontwikkeling uitgroeien totingeburgerde sluikroutes, zelfs op bovenlokaal niveau. Gemeentelijke lokale woonstraten mogen niet ontaarden ineen omleidingsweg van bovenlokaal niveau.Het grondgebied van de gemeente is bovendien niet groot genoeg, en de 'kwadranten' zijn te klein (met een tebeperkt stratennetwerk) opdat hierin nog lokale ontsluitingswegen zinvol zouden kunnen zijn.De in het mobiliteitsplan aangeduide wegen zijn 'buurtontsluitingswegen' die ook overeenkomen met die wegendie, indien nodig, gebruikt worden als omleidingsweg. Indien ze een hogere categorie zouden krijgen zouden hier

cleUfeo_merkenarchllectuur &ruimtelijke p1anOlng

Rl 119

Page 132: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

gemeentelijk ruimtelijk structuurplan opglabbeek RICHTINGGEVEND DEELgewenste deelstructuren

ook andere inrichtingsprincipes gelden waardoor de indruk zou ontstaan dat ze als een soort omleidingswegzouden kunnen fungeren. Deze indruk moet te allen tijde voorkomen worden, vandaar ook voor deze wegen dekeuze van lokale wegen type 11.

De vier hoofdwegen blijven hun rol vervullen van verbinden op lokaal niveau en mogelijk verzamelen opbovenlokaal niveau. De structuur van de wegen wordt eenvoudig zoals ze in oorsprong was, de vierverbindende en ontsluitende hoofdassen met in de vier kwadranten een lokaal ontsluitend entoeganggevend wegennet dat als een typische boomstructuur zijn eindpunt vindt in de woonomgevingmaar niet doorgetrokken wordt tot een verbindend geheel op bovenlokaal niveau.Indien na evaluatie van het mobiliteitsplan tot een andere visie gekomen wordt dan in het gemeentelijkstructuurplan wordt aangegeven, dan zal de visie en categorisering van het mobiliteitsplan gevolgdworden.

111.2 GEWENSTE ECONOMISCHE STRUCTUUR

111.2.1 Ontwikkelingsperspectieven voor het bestaande industrieterrein.De economische structuur wordl duidelijk gedragen door de bedrijvenzone die in het provinciaal slructuurplangeselecteerd wordt als specifiek economisch knooppunt builen het economisch netwerk, het regionaal stedelijkgebied en de kleinstedelijke gebieden. Deze hebben samen een kwantitatief aanbod van 219,84 ha waarvanongeveer 200 ha bezet is en 20 ha bouwrijp is.

Het positieve aan de locatie is niet enkel de bedrijvigheid en bijhorende tewerkstelling op zich, maar ook deinplanting langs de N76, los van de woonkernen. Het industrieterrein kan perfect functioneren zonder de omgevingte belasten.Met het optimaliseren van de aankoppeling met de N76 werd einde 2004 gestart Ier hoogte van de aansluitingBedrijfsstraat I N76. Een rond punt zal de ontsluiting van het industrieterrein voor zwaar verkeer horende bij hetindustrieterrein vergemakkelijken en de toegang accentueren. Positief is dat het zware verkeer vollediglosgekoppeld kan worden van het centrumgebeuren en de Weg naar Zwartberg. Dit positieve aspect kan echterook als dusdanig ervaren worden voor het doorgaand verkeer waardoor de route zou ontaarden in een sluikwegvan de Weg naar Zwartberg, wat geenszins de bedoeling moet zijn.Een positief gestuurde verkeersafwikkeling van het vrachtverkeer richting N76 (wat een ontlastend effect heeft opde woonomgeving), gekoppeld aan een weliswaar functionele interne verkeersstructuur, maar geen vlotteafwikkeling voor doorgaand verkeer naar de Weg naar Zwartberg moet het doorgaand zwaar verkeer doorOpglabbeek centrum ontmoedigen van de zijde van het industrieterrein. Een inrichting van de Weg naar Zwartbergals woonstraat en het centrum als verblijfsgebied, moet het doorgaand zwaar verkeer ontmoedigen vanaf de Wegnaar Zwartberg.De verkeersafwikkeling van de kleinere bedrijvenzone ten zuiden van de Weg naar Zwartberg vraagt wel eengerichte sturing, dit om te voorkomen dat de Weg naar Zwartberg naar oost en west als ontsluiting van debedrijvenzone zou functioneren. De plekken waar de bedrijvenzone in conflict staat met het wonen zijn gering.Nieuwe Kempen is voorzien van een ruime buffer met inpassing van een fiets- en voetgangersdoorsteek.Aan de oostzijde, bij de aansluiting op het woonlin~ kan de buffering nog bijkomend verder uitgewerkt worden, ditook in functie van een positieve afuakening naar de open ruimte.

De opdeling van de bedrijvenzone in een ruime noordelijke zone en een klein zuidelijk gedeelle vraagt eenspecifieke schakeloplossing ter hoogte van de Weg naar Zwartberg.De noordelijke zone werkt autonoom, is gebufferd en wordt vlot ontsloten via de N76. Het zuidelijke deel echtermoet functioneel opgehangen worden aan het noordelijke deel. De verkeersafwikkeling van het zuidelijkindustrieterrein moet langs de Industrieweg-Noord en niet langs de Weg naar Zwartberg. Hiervoor moet over eenbrede strook de Weg naar Zwartberg heringericht worden in functie van het overstekend vrachtvervoer.Dit econ-infra-platform geelt als zichtbaar onderdeel van de economische structuur de scheiding aan tussen dedelen van de Weg naar Zwartberg met als functie woonstraat - sectie d2ld3.Bij de uitwerking van dit platform moet voorkomen worden dat het zwaar vrachtvervoer de beweging richtingcentrum vlot kan maken.

cleuren_merkenarchitectuur & fUKTltel~ke plannIng

RI 120

Page 133: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

gemeentelijk ruimtelijk structuurplan opglabbeek RICHTINGGEVEND DEELgewenste deelstructuren

Samengevat gewenste economische ontwikkeling.- Het belang van het industrieterrein Opglabbeek als potentieel regionaal bedrijventerrein blijven benadrukken.

Optimaliseren aansluitpunt N76 (ruimtelijke poort bij de aanhaking op de N76).Inpassen lokaal bedrijventerrein aansluitend op bestaand industrieterrein en te bufferen naar woningen langsde Weg naar Zwartberg.Uitwerken infra-platform als sturende noordzuid verbinding voor vrachtverkeer tussen het noordelijk en hetzuidelijk deel van het bestaande industrieterrein.Voorkomen van sluikroutes van bovenlokaal verkeer, en dit zowel aan de zuidzijde richting Weg naar As alsaan de noordwest zijde richting Weg naar Meeuwen-Gruitrode (over het industrieterrein heen).Ruimte laten voor eventuele latere ontwikkelingsmogelijkheden voor het bestaande bedrijventerrein meiregionaal karakter.

Genuanceerde standpunten ten opzichte van de visie geformuleerd in het provinciaal structuurplan.De argumenten dat het industrieterrein op provinciaal niveau slecht ontsloten zou zijn via de N76 (1) en beperkt inzijn groeimogelijkheden (2) wegens het omliggende natuurgebied kan gerelativeerd worden.1. Het industrieterrein van Opglabbeek sluit onmiddellijk aan op het primaire wegennet.

De ontsluiting naar de N76 vanaf het industrieterrein is rechtstreeks en wordt nog geoptimaliseerd door eenrond punt. Dit punt ligt op slechts 5 km van de E314, met andere woorden op maximaal 9 minuten verwijderdvan het hoofdwegennet. Vergeleken met andere economische knooppunten is dit zoor gunstig.Het feit dat het terrein niet multimodaal ontsloten is klopt wel.

2. Los van het feit of er al dan niet onmiddellijke behoefte aan uitbreiding is, zijn de mogelijkheden op langetermijn wel realiseerbaar. Zo is er een beperkte strook ten zuiden van de Industrieweg-Noord en een ruimereplek in de oksel tussen de N76 (gedeelte secundair 11) en de Bedrijfsstraat. Een ruime buffering naar degroenzone inclusief.

We verwijzen ook naar de bezwaren en opmerkingen opgesteld door het direcüecomité GOM-limburg(26.02.021."In het RSPL wordt het (in het RVS geselecteerde) economisch knooppunt Opglabbeek toebedeetd met een beperkterol (p. 359, 458). Zoals hoger aangetoond kan de GOM-limbtrg niet-akkoord gaan met deze herkwalificatie ats'economisch knooppunt met beperkte rol', welke vanuit rlimtelijk-flconomisch standpunt niet verantwoordbaar is.Het ontwerp RSPL bevestigt enerzijds de regionale uitstraling (van het bedrijventerrein Opglabbeek) en (stelt dat dit)van strategisch belang is voor het economisch knooppunt, maar stelt anderzijds dat in Opglabbeek geen bijkomendeterreinen kunnen ingekleurd worden.Oe GOM-limburg onderschrijft het strategisch belang van het terrein Opgtabbeek. Omwille van het uitstekendaantrekkingsprofiet en de goede ontstliting van het terrein via een primaire weg naar de E314 autosnelweg meent deGOM-limburg dat het terrein verdere ontwikkelingskansen moet krijgen. Oe GOM-limburg stelt voor om de volgendetekst op te nemen in het RSPL- "Het terrein heeft een regionale uitstraling en een uitstekend aantrekkingsprofiel. Oenabijheid van een woongebied ten zuiden van het terrein bepaalt een timiet aan een uitbreiding die mogelijk in dezerichting kan worden gezocht. Oe uitbreidingsmogelijkheden van dit regionaal terrein zijn beperkt tot ca. 20 ha tennoorden van de verbindingsweg van Opglabbeek Centrum met de primaire weg N76 en ca. 5ha ten zuiden ervan.....

De gemeente kent de standpunten geformuleerd in het provinciaal structuurplan maar vraagt bij deze om dezebeslissing bij een eventuele toekomstige aanpassing van het provinciaal structuurplan te herzien. Vanuit de gemeenteblijft de wens bestaan het specifiek economisch knooppunt met beperkte rol terug om te buigen naar een volwaardigregionaal bedrijventerrein zoals in het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen werd geformuleerd.We verwijzen ook naar de bezwaren en opmerkingen gesteld door de Ondememersclub Opglabbeek lOCO)- maart 2004.Samengevat uit de OCO haar bezorgdheid aangaande het potentiële s1uikverkeer lussen de N76 en de Weg naarZwartberg indien de afwikkeling van het verkeer té vlot verloopt. Hierdoor zou de verkeersoverlast op hetbedrijventerrein aanzienlijk verhogen en de drie principes van duurzaam veilig verkeer op een bedrijventerrein nietstand houden. Deze principes zijn gestoeld op functioneel, voorspelbaa en homogeen gebruik.

cleureo_merkenarchitectuur & ruuntellJke plarvung

RI 121

Page 134: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

gemeentelijk ruimtelijk structuUlpian opglabbeek RICHTINGGEVEND DEELgewenste deelstructuren

Onderstaand figuur geeft een globaal beeld op de verdere afwikkeling van het verkeer vanaf de N76.

--....... --v-----------.-- ......_--~--

.- ~------­~----

. --­~-'--n.u»~, .....-,,;u.~!oNIIl ......~~:

Deze schets werd als voorstel toegevoegd in functie van de inplanting van het rondpunt bij de aansluiting op deN76. Van de bochten ten noorden en ten zuiden van de Bedrijfsstraat werden uitvoeringsplannen toegevoegd.Deze aanpassingen moeten een vlottere afvloeiing van het vrachtverkeer mogelijk maken.

Van de aansluiting op de Weg naar Zwartberg werd nog geen invulling gegeven mits het onderzoek enkelIndustrieterrein-Noord betrof.De visie in het gemeentelijk structuurplan stelt dat de verbinding industrie noord en zuid optimaal moet uitgewerktworden om het vrachtverkeer van het Industrieterrein-Zuid zo snel mogelijk via het Industrieterrein-Noord naa' deN76 te leiden. Hierbij moet het uitdraaien in beide richtingen op de Weg naar Zwartberg bemoeilijkt worden. Het isechter niet de bedoeling door een herinrichting van de Industrieweg-Noord te komen tot een sluikroute voorbovenlokaal autoverkeer. Het toegang geven en ontsluiten van de bedrijvenzone is vergelijkbaar met het principevan toegang geven en ontsluiten in de woonlobben. De uitwerking van de aansluiting van de Industrieweg-Noordop de Weg naar Zwartberg zal nog verder besproken worden en zal mede bepaald door de keuze van scenario 1(infra-platform op kortere termijn) of scenario 2 (rechtstreekse verbinding tussen noord en zuid op langere termijn)zoals in de gewenste structuur van de bedrijvigheid voorgesteld.De inteme afwikkeling van het verkeer op het bedrijventerrein staat eveneens nog ter discussie.

De aandachtspunten voor het bedrijventerrein van Opglabbeek zijn:beheersing snelheidsregime;parkeren grote voertuigen;bromfietsverkeer, fietsers en voetgangers;de in- en uitritten;sociale veiligheid (straatraces, groenvoorzieningen);beveiliging;wegindeling (belijning).

In functie van die aandachtspunten worden concreet maatregelen op lange en korte termijn uitgeschreven.Samengevat is het standpunt van de ondernemersclub Opglabbeek.

cleuren_merkenarchItectuur & ruimtelijke pIarvvng

RI 122

Page 135: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

gemeentelijk ruimtelijk structuurplan opglal:beek RICHTINGGEVEND DEELgewenste deelstructuren

- Verkeerstellingen hebben uitgewezen dat het doorgaand zwaar verkeer op het bedrijventerrein zeer beperkt is).- Onbedoeld gebruik tegengaan, enkel functioneel gebruik.- Onzeker gedrag (zoekgedrag) doorgaand verkeer vemlifden.- Ontmoeüngen van verkeersdeelnemers met hoge verschillen in massa, snelheid en richting voorkomen.- Hogere verkeersintensiteit leidt tot een verhoogd risico op inbraken, diefstallen en beschadigingen.- Snelheid op het bedrijventerrein remmen. • Z

11I22 Ontwikkelingsperspectieven BPA's.

Het zuidelijk gelegen BPA Maasland (dossier RP 9.901710471009.9, d.d 2(02103/22) werd opgesteld in functievan de sanering en een betere interne circulatie van de Velda-site. De site is volledig ingenomen.De ontwikkelingsperspectieven liggen bij deze dan ook vast.Het BPA Nijverheidslaan (dossier RP 990171047/010.0, d.d. 2(02105124) had als doel het rechttrekken van deafbakeningslijn van de industriezone, zodanig dat de ondiepe percelen verdiept werden en als volwaardigepercelen deel werden van het bestaande bedrijventerrein.Mits alle door de gemeenIe aangekochte gronden ondertussen doorverkocht werden aan bedrijven liggen deontwikkelingsperspectieven van het BPA Nijverheidslaan, conform de opzet van het planningsinitiatief, eveneensvast voor lange lermijn.

11I2.3 Ontwikkelingsperspec1ieven voor het lokale bedrijventerrein.

Het inpassen van een lokaal bedrijventerrein, van maximaal 5 ha, zal bij voorkeur gebeuren tussen de Weg naarZwartberg, het westelijk deel van de Industrieweg-Noord en de achterzijde van de bedrijven (o.a. BEWEL) gelegenlangs de Industrieweg-Noord. De bestaande ontsluitingsweg richting Industrieweg-Noord kan hiervoor gebruiktworden.

De keuze voor deze locatie wordt bepaald door:de aanwezigheid van de bestaande infrastructuren (die momenteel al aanzetten van aansluitingen geven);de mogelijkheid tot een functionele koppeling met het bestaande industrieterrein;de ruime mogelijkheden tot buffering naar de woonlinten en het lokaal bedrijvenlerrein zelf;de mogelijkheid tot inpassen van een fietsverbinding, ingebed in een groenstructuur, tussen Nieuwe Kempen(sportzone) en het hoofddorp Opglabbeek;de ingesloten ligging van het agrarisch gebied (het betreft geen onderdeel van een ruimere aaneengeslotenagrarische structuur);de potentie van een open te houden beeld vanaf de Weg naar Zwartberg als overgangsgebied;de potentie van de zone om functionele en ruimtelijke linken te leggen naar de omliggende functies (wonen,weginfrastructuren, bedrijvigheid, groen).

Bij het inpassen van het lokaal bedrijventerrein is het belangrijk dal de locatie een latere ontwikkelingsvisie van hetbestaande industrieterrein met regionaal karakter niet in de weg staal De interne structuur zal zodanig zijn datlatere ontwikkelingen erop aangesloten kunnen worden en de woningen langs de Weg naar Zwartberg optimaalgebufferd worden.Het lokaal bedrijventerrein wordt ontwikkeld in functie van lokale bedrijven (kleine en middelgrote ondernemingen)waarbij elke vorm van kleinhandel en sterk verkeersgenererende activiteiten wordt uitgesloten. Elk bedrijf voorzieteen optimale en heldere ontsluiting en voorziet een minimum aan parkeergelegenheid in functie van eencombinatie van; de activiteit, het aantal werknemers én hel aantal bezoekers. Bovendien wordt er bijkomend op hetterrein voldoende circulatieruimte voorzien voor het laden en lossen.De bedrijven die grenzen aan de bufferzone (er wordt gestreefd naar een totale buffering van de zone, niet eenbuffering per bedrijf) zullen deze buffering optimaal respecteren en in stand houden.Elk bedrijf zorgt voor de eigen opvang en afvoer van het oppervlakte en regenwater.

ZUI! Persconferentie OCO Verkeersvelllghetd en onlslUlhng bedrl/Venlenem OpgJabbeek - maarl2004

cleureo_merkenarci'lItecluur &rulmtehJke p1anmng

RI 123

Page 136: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

gemeentelijk ruimtelijk structuurplan opglabbeek

111.2.4 Ontwikkelingsperspectieven voor lokale (zonevreemde) bedrijven

RICHTINGGEVEND DEELgewenste deelstructuren

Deze worden in de studie 'Sectoraal BPA Zonevreernde Bedrijven' opgesteld door Libost-groep nv, per bedrijfuitgeschreven.Van de 108 geïnventariseerde bedrijven werden er 22 gecategoriseerd als zonevreernd. Hiervan werden er 6weerhouden in het sectoraal BPA zonevreemde bedrijven. De overige 16 kwamen niet in aanmerking omwille vanóf het bedrijfsbeleid zelf, of 'ongunstige juridisch-planologische en of structureel-ruimtelijke criteria.'Onderstaand een overzicht van de weerhouden zonevreemde bedrijven (categorie 2 staat voor uitbreiding mogelijkzonder schaalvergroting (max. 30%) met beperkingen naar aard van de nieuwe activiteit).

Tabel 1: Overzicht selectie en categorisering bedrijven.

1Hotbrechts M. Broekkantstraat 18 en 2

2Baeten [Weg naar Bree 96 Garage 2

J JanssenINV Korage lWeg naar Opoeteren 107 Rscaliteit (H en K) + schrijrr.verkerij 2

4Banken J. rtVeg naar Opoeteren 121 Schrijnwerker 2

5GAM. metaalconstructie [Weg naar Zwartberg 185 metaalconstructie 2

6Knoops F. lWeg naar Zwartberg 246 Ruimdenst 2

Van de onderzochte 22 bedrijven zijn er een zestal óf uitdovend, óf te herlokaliseren naar een eventueel bijkomendlokaal bedrijventerrein: Knoops ruimdienst, Bijvaerdeweg, uitdovend;

Creyns bouwmaterialen, Geensstraat, herlokaliseren;Van Eygen aannemer, Molenweg, uitdovend;Baeten autobehandeling, Rittenweg, uitdovend;Hubrechts tuinaanleg, Weg naar Dome, niet geïnteresseerd;Vanbuel garage, Weg naar Oposteren, geen uitbreidingsbehoeften.

Uit dit onderzoek blijkt dat er geen herlocatiebehoefte naar een lokaal bedrijventerrein is. De behoefte aan eenlokaal bedrijventerrein wordt dan ook hoofdzakelijk gestuurd vanuit de actuele vraag van andere, al dan nietnieuwe, bedrijven. Hiervan wordt het hoofdstuk prognoses een beeld gegeven.Ter beoordeling van mogelijk andere toekomstige zonevreemde bedrijven zal dezelfde afweging gebeuren als voorbovengenoemde bedrijven gebeurde (zie onderstaande beoordelingscriteria en bijhorend schema uit de sectoraalBPA zonevreemde bedrijven; Libostijroep nv). Voor een uitgebreide omschrijving van de verschillende criteriawordt verwezen naar het sectoraal BPA zonevreernde bedrijven.

De beoordelingsprincipes worden ver1aald naar volgende criteria bij de evaluatie van de (nieuwe) zonevreemdebedrijvigheid. De gehanteerde criteria geven een beeld van de mogelijkheid tot ontwikkeling ter plaatse.

Er kan een onderscheid gemaakt worden tussen:1. Juridisch-p1ano!oqische criteria.

Dit heeft te maken met de vergunningentoestand van het bedrijf (zonevreemd - milieuvergunningtoestand)?Enkel de zonevreernde bedrijven die behoorlijk vergund zijn komen in aanmerking.

2. Structureel-ruimtelijke criteria (hieraan wordt het meeste belang gehecht (ongeveer 60 tot 70%).Dit is de belangrijkste criteria in de beoordeling van de bedrijven.Bij 'structurele' problemen handelt het om problemen die niet op relatief 'eenvoudige wijze', bijvoorbeeld doortechnisch interventie in de bedrijfsinfrastructuur, op te lossen zijn, maar die raken aan de eigenheid van debebouwingsstructuur (morfologisch en functioneel), ontsluitingsstructuur en de natuurlijke structuur van deomgeving waarin het bedrijf gevestigd is.Er wordt een onderscheid gemaakt tussen volgende criteria waarbij de beoordeling van structureel ruimtelijkecriteria neutraal tot positief (+1), licht negatief (-1) of negatief (-2) kan zijn.- Nabijheid van andere gelijkaardige bedrijven (clustervorming).De nabijheid van andere, gelijkaardige bedrijven impliceert dat de omgeving zowel mortologisch (gebouwen)

cleuren_merkenarchtiecluUf & rUlmletjke p1annmg

RI 124

Page 137: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

gemeentelijk ruimtelijk structuurplan opglalXJeek RICHTINGGEVEND DEELgewenste deelstructuren

als (vooral) functioneel (de activiteiten) wordt gekenmerkt door bedrijvigheid, en dat het bestendigen van eenbedrijf op de locatie 'beter kan doorgaan' op voorwaarde dat de bestendiging of uitbreiding van een bedrijf deomgeving niet structureel aantast (clustervorming).- Functioneel verenigbaar met de omgeving (al dan niet in nabijheid van kern of woonkorrel)Net als een bundeling van activiteiten wordt een verweving van activiteiten en functies, ruimtelijk positiefgewaardeerd, daar deze globaal een meerwaarde kunnen bieden ten opzichte van afzonderlijk ingeplantefuncties. De interpretatie hangt echter van het soort bedrijvigheid af (milieuhygiënisch belastend, functioneleverenigbaa1leid omwille van aard en omvang.- Landschappelijke inpasbaarheid (visuele aspecten).Dit handelt over de morfologische en visuele aspecten en de schaal van de bebouwing ten opzichte van deomgeving. Er wordt rekening gehouden met de graad van versnippering en de leesbaarheid van hetlandschap of de landbouwfunctie. Een versnippering van een grote of weinig verstoorde open ruimte wordt alszeer negatief beschouwd ten opzichte van een versnippering van een open gebied van beperkte omvang ofkwaliteil Eveneens wordt een oonflict (versnippering) met de landbouwfunctie in de omgeving negatiefbeoordeeld. De landschappelijk waardevolle gebieden zijn uiteraard kwetsbaader voor de inplanting vanzonevreemde functies. Bij dit criterium wordt daarom ook nagegaan of er inderdaad in de onmiddellijke of ietswijdere omgeving waardevolle en daarom meer kwetsbare elementen voorkomen.- Verenigbaarheid met de natuurlijke omgeving (ecologische aspecten).Een bedrijf is verenigbaar met de natuurlijke omgeving als door hun inplanting geen natuurverbindingsfunctieof bufferfunctie tussen belangrijke aangrenzende natuurgebieden of biologisch waardevolle gebieden beletworden, ze niet leiden tot versnippering van of schade aan belangrijke natuurgebieden, noch door hunzonevreemde aanwezigheid de uitbreiding of verdere ontwikkeling van zulke waardevolle gebiedenbelemmerd worden. Of, als ze door het uitbaten van de activiteit de aanwezige of omgevende natuurwaardenniet schaden (vb hoge geluidsproductie in vogelrijke gebieden of vervuiling van waardevolle beken). Denabijheid van een landschappelijk en of biologisch waardevol element maakt de omgeving immerskwetsbaarder voor ingrepen. Hierbij wordt rekening gehouden met de waardering op de biologischewaarderingskaart, de bestemming op het gewestplan, het ontwerp groene hoofdstructuur en anderebepalingen in het GNOP, de broedvogelstand en eigen terreinwaarnemingen.- Bereikbaarheid en ontsluiting.Het mobiliteitsprofiel van een bedrijf moet immers in overeenstemming zijn met het bereikbaarheidsprofiel vaneen locatie. Uitgangspunt is dat elk bedrijf goed bereikbaar en ontsloten dient te zijn, over voldoende eigenparkeerplaatsen moet beschikken en geen overlast (in termen van verkeersveiligheid en verkeersleefbaarheid)aan haar omgeving mag veroorzaken. De beoordeling die gemaakt wordt houdt een afweging in van deverkeersafwikkeling die in functie van het bedrijf plaatsvindt t.o.v. de verkeersleefbaarheid en -veiligheid.Verschillende aspecten spelen daarbij een rol: de bereikbaarheid zowel met auto als zachte vervoersvormen(In sommige gevallen is de bereikbaarheid met zachte verkeersvormen even belangrijk als die met de autovooral voor bedrijven met meer dan twintig werknemers) , de hoeveelheid verkeer die het bedrijf genereert enhet herkomstgebied (zowel van (klanten, leveranciers en werknemers), de inplanting van de parking en deontsluiting van op de openbare weg.

3. Hvgiënische criteria.Dit heeft te maken met de milieuhygiëne, welstand en visuele impact.Milieuhygiëne gaat om bodem- , grondwater- en oppervlaktewaterverontreiniging, geurhinder, of geluidshinder.Welstand handelt over de architectonische kwaliteit van gebouwen en open delen.De gebouwen worden beoordeeld in functie van de zorg die besteed is aan de architectuur en materialen infunctie van. De kwaliteit van de open delen wordt beoordeeld in functie van de samenhang met aanliggendefuncties en de inrichting (en gebruik) van de open delen zelf.Visuele impact gaat om de specifieke visuele hinder die in sommige gevallen van een bedrijf uitgaat.

4. Socio-eoonomische criteria.Het socio-economische profiel wordt bepaald door de omvang en het economisch belang van het bedrijf(potentieel om een ooncurrentiele positie te verwerven in de sector, aantal werknemers, omzet, schaal van hetbedrijf, maar ook uitstraling en wervingscapaciteit, de toekomstperspectieven (bedrijfsopvolging en toekomst­plannen) en de plaatsgebondenheid (ligging ten opzichte van het wervingsgebied van klanten en leveranciers).

cleuren_merkenarchitectuur & ruimlelijke planning

RI 125

Page 138: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

gemeentelijk ruimtelijk structuurplan opglabbeek

De analyse van de globale impact wordtgekoppeld aan de scores die een bedrijfop de verschillende criteria gehaald heeft.

De combinatie van structureel-ruimtelijkeen hygiënische criteria geeft aanleidingtot een indeling in drie categorieën(positief, lichlnegatief of neulraal ennegatien op basis waarvan debeoordeling zal doorgevoerd worden.Vervolgens worden de bedrijven verderonderzocht op basis van hun socio ­economische kenmerken. Dezekenmer1<en, gekoppeld aan de visie op degewenste ruimtelijke ontwikkeling van dedeelruimte waarin ze gelegen zijn,bepaalt de uiteindelijke beoordeling.In de overgang tussen twee score­bereiken kunnen er evenwel op basis vansociaal-oconomische criteria eninterpretatie bepaalde verschuivingenplaatsvinden. Het gaat immers om eenkwalitatieve beoordeling waarin de scoresvooral een houvast zijn om deverschillende bedrijvenJIocaties volgensdeze~de criteria te beoordelen.Volgende tabel vat de evaluatiemelhodesamen:

RICHTINGGEVEND DEELgewenste deelstructuren

G~~~C::!'l!""')t- 1."- .~ e~~ t-"" ~~;~"ee c" ;e:e.e·.,. ... !:c~e "'ee-~ ç;e~

C";l e zc~e ".ee~ ~-!e~ 1,0. ~ e~e';:e"

II Behoor1llk ".ergund?

~dnEEt!

I Anal}'se globale Impact I

~WClu eL.cuimtehik.. l.llheu-h-, ~ieoi~.bEl.kenmerken kenmerkenh",egmg23; (""9on9 1 3

~~, legatlef I I Ltcht neg atief I I fJeutraal tet pOSitief I

IEconomisch belangnJk eole-,enskrachtlg?

~lil Erl I

I Verenigbaar IH....a:othese Q.B.§. r,1p

• •-----------------------Geen oj:name In BPAicateaone O·

Nabijheid van andere, gelijkaardige bedrijvenFunctionele verenigbaarheid met de omgevingBereikbaarheid en ontsluitingInpasbaarheid in de landschappelijke structuurVerenigbaarheid met de natuurlijke omgevingecol isch

Score: negatief (-10 tem -6), licht negatief (-5 tem -1),neulraaltot positief (0 tem -+4)

-' :;:: . :.:--:: :::: -::=':' -2 - - -2-MilieuhygiëneVisuele impactWelstandScore: negatief (-6 tem -4), licht negatief (-3 tem-1), neutraal (0)

- - - - - - - --~-----.------ --ToekomstperspectievenEconomisch belang van het bedrijfPlaatsgebondenheidScore: negalief (-2,-1), neulraaltot positief (0,1,2)

cleuren_merkenarchrtectuur & ruunle.jke p1anOlng

Rl 126

Page 139: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

gemeentelijk ruimtelijk structuurplan opglabbeek

111.3.1 Gewenste structuur Opglabbeek.

111.3

RICHTINGGEVEND DEELgewenste deelstructuren

GEWENSTENEDERZETTINGENSTRUCTUUR

De visie op de gewenste ontwikkeling van Opglabbeek is gebaseerd op:-:- kwalitatief en rustig wonen voor de Opglabbekenaar,-:- een leefbaar centrum voor de Opglabbekenaar als bewoner en handelaar;-:- de uitvalsbrug naar de Bosbeekvallei als toeristisch recreatief aanbod voor de ruimere omgeving.

Opglabbeek wil zich profileren als kwalitatieve woongemeente met een specifiek toeristisch recreatief gegeven,aangeboden onmiddellijk vanaf het centrumplein.

Binnen Opglabbeek is er een dualiteit te onderkennen in elke laag en in elke deelstructuur.Deze dualiteit vinden we terug in het:- rustig en landelijk wonen in de woonlobben én rustig en oompact wonen in een centrum;- web van vlotle en verspreide gebiedsontsluitende woonstraten in de vier woonlobben én vier strakke

verbindende hoofdstraten;- de geslotenheid van het omgordelend groen én de openheid van de bulterende open landbouwgebieden;- lokaal gericht centrum en bovenlokaal gerichte poort naar de Bosbeekvallei.De gewenste structuur tracht bestaande kwaliteiten waaronder ook die dualiteit te benadrukken en verder uit tebouwen, de knelpunten of problemen op te lossen en de onderbenutle potenties te valoriseren.

De kwaliteit van het wonen is voor Opglabbeek ontegensprekelijk de belangrijkste troef.Het ontbreken van identiteit van de verschillende woongebieden kàn, vergelijkend beschouwd met de oompacteHaspengouwse kerndorpen, beschouwd worden als gebrek. Voor Opglabbeek is het echter een typisch gegevendat alle woonstraten evenwaardig zijn in hun kwaliteit van rustige woonstraat. Het is dan ook moeilijk dit als gebrekte ervaren. Het leggen van identiteit kan door elk dorp op een eigen manier gebeuren, vertrekkende vanuit debestaande structuur.Voor Opglabbeek kan deze identiteit gelegd worden in het centrum, zoals dat voor Louwel in de centrumlijn kangelegd worden. Dit kan gebeuren door een gebiedsgerichte inrichting van het openbaar gebied of het inpassen vanbeeldbepalende elementen (gebouwen, bomen, lineair groen, straatmeubilair, verlichtingselementen, ...).Om de woonkwaliteit van de omliggende woonlobben te garanderen is het noodzakelijk de straten te ontlastenvan overbodig verkeer. Er moet gestreefd worden naar enkel toegangvertenend verkeer binnen de vierwoonlobben, doorgaand en sluikverkeer moet vemneden worden. Dit betekent concreet een inrichting van destraten als openbare verblijfsplekken. Doorgaand verkeer zal de hiervoor ingerichte hoofdwegen gebruiken.Binnen de woonlobben kan nog verder verdicht worden in de voorgestelde woonuitbreidings- eninbreidingsgebieden.Het meest noordelijke woonuitbreidingsgebied (rond de (Boekweitstraat) is nagenoeg volledig volgebouwd, dit integenstelling tot de zuidelijke gelegen gebieden die zich ten westen en ten oosten van de Weg naar N; situeren.Het westelijk gelegen is in beperkte mate aangesneden door losse invullingen langsheen de bestaande wegen, hetoostelijk kleinere gebied is nog volledig onbebouwd. Gezien de ligging ten opzichte van het centrum, is van dezetwee, het noordelijke deel van het westelijk gelegen uitbreidingsgebied het meest interessant als mogelijkeaansnijding in functie van sociale huisvesting.Daarnaast zijn er de meer centraal gelegen wooninbreidingsgebieden Wi01, Wi02, Wi03 en Wi04. Deze zijn netomwille van hun centrale ligging het meest interessant om te verdichten. De gebiedjes zijn echter vrij kleinschaligen hebben een versnipperde eigendomsstructuur (het betreft voornamelijk achtertuinen). Bovendien moet vernnelddat Wi01 gesitueerd is op een oude beekstructuur en als inbreidingsplek hiermee dient rekening te houden. Deoverige inbreidingsgebieden (Wi05 en 6) liggen erg zuidelijk en zijn niel kernversterkend te noemen. Vandaar dathet gemeentebestuur mogelijke ontwikkelingen zal ondersteunen voor de inbreidingsgebieden Wi01-2-3-4, maarooncreel zal overlaten aan privé-initiatief. Belangrijk bij de invulling van deze binnenliggende zones is hetinpassen van groenstroken met een open karakter (dit geldt vooral voor Wi01) en doorsteken die de link leggenmet de omgeving. Het fijnmazig stratennet moet mee opgenomen worden in de voorstellen van inbreiding.

cleuren_merkenarctIllectuur & ruimteliJke planntng

RI 127

Page 140: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

gemeentelijk ruimtelijk structuurplan opglabbeek RICHTINGGEVEND DEELgewenste deelstructuren

De doorwaadbaarheid die zo kenmerkend is voor Opglabbeek en het rustig wonen garandeert (verspreideontsluiting en toegang) moet ook hier terug te vinden zijn.

Om tot een kwalitatief bruikbaar centrum te komen moet ook langs de handels- en dienstenas het verkeerondergeschikt zijn aan de centrumfuncties. Dit vraagt een herinrichting van de handelsstrook als doortocht terhoogte van het kruispunt Weg naar Zwartberg/Groenstraat, bij voorkeur ontdubbeld om de oversteekbaarheid tevergemakkelijken. De dienstenstrook (Kapelstraat tot aan de school) moet op een nog zachtere manier ingerichtworden waarbij het verkeer op bepaalde plekken doorgeknipt wordt om een optimaal gevoel van veiligheid tegaranderen.Een ander belangrijk aspect is het kwalitatief wonen in het centrum. Hier gaat het echter niet over het typischlandelijk en rustig wonen op open percelen, maar compact en rustig wonen in een centrum. Hier is net de dualiteittussen enerzijds het royaal landelijk wonen en het compactere centrum wonen die geaccentueerd moet worden.De overgangszone tussen beide neemt hierin een belangrijke plaats in en vraagt een gestuurde aanpak. Waar ligtde grens en hoe wordt hieraan vorm gegeven? Hier moeten duidelijke standpunten ingenomen worden die op eenspecifieke manier ruimtelijk vertaald worden. We denken als overgangszone aan:- de strook ten oosten van de Kapelstraat (kerk, Troempeelke, school) die een verdichting in de langs- en

dwarsrichting vraagt;- de strook ten zuiden van de Weg naar Zwartberg begrensd door het plein en de Groenstraat;- bouwblok Postweg I Rozenstraat I Kimpenstraatl Kapelstraat;- bouwstrook Dorpsplein I Oude Asserweg I Hoeverkerkweg;- de bouwstrook die het Dorpsplein begeleidt en de verbinding legt met de Bosbeekvallei;- de Rijtstraal

Het leggen van een toegankelijke verbinding centrum I Bosbeekvallei als specifiek bovenlokaaltoeristischgegeven voor Opglabbeek. Het aanbieden van een 'uitvalsbrug' vanuit het centrumplein naar de Bosbeekvallei iseen uniek potentieel voor het centrum als aanbod op bovenlokaal niveau. Voor de werking van het centrum en dekwaliteit van de woonomgeving, met andere woorden voor de lokale bewoner, is het echter noodzakelijk dat deverbindingen verder gaan dan enkel en alleen centrum I Bosbeekvallei. De uitvalsbrug moet ook opgehangenworden aan de ruimere woonomgeving. Er kunnen verbindingen gelegd worden:- over de Weg naar Opoeteren naa de woonzone ten zuiden van de Kruisstraat en vervolgens naar de

sportzone;- over de Dorpsstraat langsheen het klooster naar 't Troempeelke en de Kapelstraat en de schoolomgeving;- naar de Hoeverkerkweg.De verder uitwerking van de link naar de Bosbeekvallei gebeurt door het afwerken van de achterkanten van debebouwingsstrook langsheen de pleinwand en een verdere begeleiding van de Kleine Beek aan de hand van eenwandelpad met begeleidend groen en regelmatige rustpunten. Zo ook kunnen de historische zonevreemdenederzettingen Vinkenkant en Hoefkant als nederzetting beter landschappelijke geintegreerd worden.Ruimtelijke uitvoeringsplannen moeten duidelijkheid geven over bestemmingen en ruimtelijke uitwerking.

'Het centrum van Opglabbeek draagt evenals de ganse gemeente alle potenties in zich om een goedfunctionerend geheel te vormen.Er is de handelsstrook die zich concentreert langs de Weg naar Zwartberg, er is de dienstenstrook die zich richtnaar de Kapelstraat, er is het landelijk wonen dicht bij het centrum, er is de mogelijkheid tot verdichting van hetcentrumwonen binnen de bestaande structuren, en er is de mogelijke aanhechting van het groen, het landschap(de Kleine Beek) onmiddellijk aan het centrum.Vanzelfsprekend moeten deze potenties tot het uiterste ingezet worden en degelijk gestructureerd worden tenopzichte van elkaar. Er moet een overzichtelijk 'bruikbaar' centrum ontstaan waar het 'aangenaam vertoeven' is.Het resultaat moet een goed functionerend en ruimtelijk gestructureerd geheel zijn.Naast de hoofdfunctie 'wonen' ofwel landelijk ofwel centrumwonen, zullen de diensten zich duidelijk profilerenlangs de Kapelstraat en de handel langs de Weg naar Zwartberg.Het plein als verbindende plek tussen beide moet ruimte geven aan een aangename verblijfsplek (zonder deverkeersfunctie helemaal op te offeren) waar de relatie met het landschap (reliëf en groen) nooit ver weg is.

cleuren_merkenarchllectuur & ruim lelijke p4amtng

Rl 128

Page 141: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

gemeentelijk ruimtelijk structuurplan opglabbeek RICHTINGGEVEND DEELgewenste deeistructuren

De twee belangrijke functie-assen (handel en diensten) moeten duidelijk afgebakend worden als gebruikersassen.Ze ontmoeten elkaar op het Dorpsplein vóór het oude gemeentehuis. Op deze plek kan een aangenameverblijfspiek ontstaan met zichtlijnen noord- (Kapelstraat), oost- (Dorpsstraat) en zuidwaarts (Weg naar As), losvan het doorgaand verkeer.De dienstenstrook profileert zich duidelijk naar de Kapelstraat, wat een minder diepe inpassing (richting Spil) inhet bouwblok inhoudt. De achterliggende strook wordt gezien als centrumwonen. Hierbij wordt een duidelijkafbakening centrumwonen I landelijk wonen aangegeven.Het aflijnen aan het Dorpsplein van de Kapelstraat wordt mee gestuurd door het inpassen van een gebouw datzich positief richt naar alle zijden. In het gebouw kunnen eveneens diensten (post, krantenwinkei, ... ) voorzienworden. Dit gebouw dient tevens als afwerking van de noordelijke pleinwand. Er ontstaan wisselende openbare enmeer intieme plekken (tegenover de kerk en het cultureel centrum).Het afwerken van de Kapelstraat I Kimpenstraat en het afwerken van de hoek Weg naar Zwartberg I Dorpspleinomkadert op een ruimtelijke manier het oude gemeentehuis. Een duidelijke positionering van het gebouwresulteert in een gefocust beeld vanaf de Dorpsstraat. De uitwerking van de hoekgebouwen die zich naar tweezijden richten, bij de aansluiting Weg naar Zwartberg I Dorpsplein geven beeld aan de toegang naar de handels-asen/of het Dorpsplein.Net als de dienstenstrook vraagt de handels-as een continue gevellijn aan weerszijden, van waaruit de functieszich kunnen profileren.De noordelijke zijde is vrij ondiep en sluit onmiddellijk aan op de woonzone. De Aldi is ruimtelijk niet optimaalgeïntegreerd. Tussenliggende openingen worden best open en groen gehouden als achtertuinstrook.De zuidelijke strook kan in de diepte verdicht worden met compactere woonvormen. Via achtertoegangen kan eenrelatie gelegd worden met het achterliggend landelijk wonen, waarlangs de woningen transparanter (met inpandigebuitenruimten) zich positief kunnen opstellen. Deze achtertoegangen hebben ook een nut bij de bereikbaarheid vande handelszaken aan de achterkant.De Dorpsstraat wordt in hoofdzaak gezien als een woonstraat waarbij het achterliggende gebied mogelijk (oplangere termijn) verder verdicht kan worden. De Rijksbasisschool als openbare dienst wordt eveneens opgenomenin de dienstenzone aan de Kapelstraat.De oostelijke gevelwand samen met de aansluitende wand langs de Kapelstraat wordt gezien als te ontwikkelenzone voor centrumwonen met een positief beeld naar de Bosbeek.Het linken van de Kleine Beek kan op verschillende plekken gebeuren. Er zijn bestaande openingen langs deDorpsstraat van waaruit verder de verbinding gelegd wordt met het centrum. Aan de Hoeverkerkweg is eenbestaande (onverharde doorsteek) én een potentiële doorgang (leegstaand parochiehuis).Het meest structurerende is wanneer de fysieke relatie gelegd wordt met het Dorpsplein, aan de, van op het pleinzichtbare, oostelijke pleinwand, ter hoogte van een één-laag hoge tussenliggende garage (Hoeverkerkweg 1). Eenalternatief is het opmaken van de beek in de zone vóór de gevelwand (mogelijk richting gemeentehuis) waarbij deruimtelijke aanwezigheid van de beek gevisualiseerd wordt Deze plek is ruimtelijk interessant als onmiddellijketegenpool van het tegenoverliggende gemeentehuis. De overige verbindingen hebben een functionele rol in hetcontinueren van de gebruikersstructuren. Nieuwe relaties hebben slechts een betekenis wanneer ze opgehangenworden aan het bestaande weefsel, vandaar het doortrekken van doorsteken waar mogelijk. De zuidelijkepleingevel tenslotte vraagt duidelijke afwerking en het afsluiten van de Oude Asserweg als doorkijk. Zo krijgen weeen afgesloten plein met enkel toegangen op de hoeken. Naarmate de belangrijkheid in het centrumgebeurenworden deze hoekpunten anders vormgegeven (onopvallende aan de Hoeverkerkweg en de Dorpsstraat naarlichte accenten aan weerszijden van het gemeentehuis en aan weerszijden van de Weg naar Zwartberg. '3

De ruimtelijke uitwerking van een compact centrum met een bundeling van handel en diensten, hetinpassen van recreatieve plekken en voorzieningen, het uitwerken van een veilig en aangenaam openbaargebied, het verdichten en duidelijk afbakenen van het centrumwonen en het leggen van een onmiddellijkeen bruikbare verbinding naar de Bosbeekvallei moet aan Opglabbeek de identiteit geven die in deomliggende woongebieden ontbreekt. Het profiel van Opglabbeek wordt vertaald in het centrumverhaal.

Ook in functie van de kwaliteit van het wonen en de woonomgeving staat het afwerken van de randen van debebouwing. Per locatie kunnen hier voorstellen geformuleerd worden in uitvoeringsplannen.

3Uil Voorontwerp masterplan centrum Opglabbeek, }anuarl 2lXl6, VISIe - coOC€pI, c1euren·merken

cleuren_merkenarchitectuur & ruimlelijke planning

RI 129

Page 142: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

gemeentelijk ruimtelijk structuurplan opglabbeek RICHTINGGEVEND DEELgewenste deelstructuren

De negatieve achterkanten aan bijvoorbeeld de zuidzijde van de Weg naar Zwartberg of aan de oostelijkpleingevel en de strook langs de Dorpsstraat die de relatie legt met de Bosbeekvallei kunnen omgebogenworden door het afwerken van de achterkanten om te komen tot een positief beeld naar de Bosbeek.Negatieve achterkanten in de oksels van bouwlinten kunnen positiever afgewerkt worden door bij voorbeeldbegeleidend groen in de privé-achtertuinen te voorzien. Dit kan op een zeer eenvoudige manier doorbijvoorbeeld het plaatsen van één soort boom per perceel wat resulteert in een bepaalde ritmiek die eenrustiger totaalbeeld geeft. De kwaliteit van de openheid van het landbouwgebied blijft zo toch bewaard.Als af te werken oksel denken we aan:Teeuwisstraat I Weg naar Zwartberg I Ophovenstraat I Reyndersstraat I Manestraat;Hoeverkerkweg I Dorpsplein;Weg naar Opoeteren I Elf Septemberlaan;Weg naar Opoeteren I Vinkenkant.Op bepaalde plekken kunnen in de oksels bestaande structuren (veldpaden) doorgetrokken worden, voorzienvan beperkt en laag te houden groen geven de zo ontstane wandel- enlo! fietspaden ruimtelijk de grens vande woonzone aan. Dit kan bij voorbeeld tussen de Manestraat en de Reyndersstraat (ten noorden van deHoekstraat) en tussen de Weg naar Zwartberg en de Ophovenstraat (verlengde van de Zagerijstraat).

Het uitwerken en naleven van de voorstellen uitgewerkt in het sectoraal BPA zonevreemde bedrijven staateveneens in het teken van de leefbaarheid en de ruimtelijke kwaliteit van de omgeving.

Het vlot toegankelijk maken van de randen van het omgordelende groen.De bedoeling is een vlotte fietsverbinding te krijgen in functie van zowel de lokale bewoner als de (bovenlokale)bezoeker. Voor de lokale bewoners een vlotte verbinding tussen de verschillende woonstraten en hetomgordelende groen, voor de bovenlokale bezoeker een vlotte verbinding tussen de Bosbeekvallei en het centrum.

Het landschappelijk integreren van de zonevreemde nederzettingen Hoe!kant en Vinkenkant.Van de zonevreemde woningen (45) van het hoofddorp zijn er 8 gelegen in groengebied, 6 in agrarisch waardevolgebied (Vinkenkant ) en 31 in agrarisch gebied. Niettegenstaande het merendeel van de zonevreemde woningengelegen is in agrarisch gebied, is het aangewezen om voor de twee woonclusters Hoefkant en Vinkenkant eengebiedsgericht uitvoeringsplan op te stellen, dit gezien zij ruimtelijk, historisch en structureel deel uitmaken van debeekstructuren van de Kleine Beek en de Bosbeek. Het voorstel bestaat erin een uitvoeringsplan op te stellen voorde onmiddellijke omgeving (het openbaar domein) van de zonevreemde clusters, zodanig dat ze als geheellandschappellijk geïntegreerd worden in het specifieke kleinschalige landschap van de Bosbeekvallei. Het initiatiefricht zich op de aanpak van de onmiddellijke omgeving van de woningen, niet op de percelen op zich. Gezien dedecretale mogelijkheden zal voor de andere zonevreemde woningen geen uitvoeringsplan worden opgesteld.

Het gestuurd ontwikkelen van centraal gelegen in- en uitbreidingsgebieden.Er zijn tal van inbreidingsgebieden te vinden in Opglabbeek, de een al centraler gelegen dan de andere.Vanuit de visie van het verdichten en opwaarderen van de centrumzone wordt geopteerd om enkel de meestcentraal gelegen inbreidingsgebieden te weerhouden als potentieel te verdichten zones (het betreft o.a. de zonesaangegeven als Wi01 t.e.m. Wi04). De initiatieven hiertoe worden overgelaten aan de privé maar zullen door degemeente ondersteund en gestuurd worden, met name Wi01 gesitueerd op een restant van de beekstructuur.Het westelijk inbreidingsgebied dat in de gewenste ruimtelijke structuur van de deelkern Opglabbeek aangegevenwordt heeft betrekking op het afwerken van de oksel tussen de Weg naar Zwartberg en de Ophovenstraat. Hetvooronderzoek naa het afwerken van de oksels resulteerde in de optie van een groene transparante afwerking eninvulling. Voor de overige inbreidingsgebieden (WiOS en Wi06) wordt gekozen voor een omvonming naarwoonuitbreidingsgebied met een verplaatsing van de betreffende oppervlakten naar het noordelijke deel van hetwoonuitbreidings gebied (Wu02) dat aansluit op het centrumgebied van Opglabbeek. Dit gedeelte van hetuitbreidingsgebied wordt bij voorkeur ontwikkeld op korte termijn in functie van de invulling met sociale huisvesting,gecombineerd met privé-initiatief. De bedoeling is te komen tot een gemengd project dat functioneel en ruimtelijkverbonden wordt met de handelsas van het centrum van Opglabbeek. Wu01 (Langveld) is gelegen in een BPA ennagenoeg volledig volgebouwd, enkel een klein gedeelte in de uiterst zuidelijke punt, aansluitend op het centrum,vraagt nog een ontwikkeling op korte termijn. Wu03 wordt, gezien de niet centrale ligging, in reserve gehouden.

cleuren_merkenarchIlecluur & rUImtelijke planmng

RI 130

Page 143: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

gemeentelijk ruimtelijk structuurplan opglabbeek RICHTINGGEVEND DEELgewenste deelslructuren

........ ..... "...r<-: .

I.... . . . .. . [•

... '

-~- -

..I

.....

••• 0 •••.:;#i

I1]

/1\\1

. ....... . .. .. . ' ...

--

....

# ..-

(-jf----­1 f'-""~__

cleuren_merkenafchllecluur & rulmlel~ke ~nOlng

RI 131

Page 144: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

gemeentelijk ruimtelijk structuurplan opglabbeek RICHTINGGEVEND DEELgewenste deelstructuren

Legende Opglabbeek.

secundai"e link naa"" Louwel - lokaal

&-3lokale weg

positieve aIbouw

.......

_en randen bebouwing

~pen verkeer

wandvonning

zachte verbinding

zachte verbinding

roote I<>t de Ilosbeek

voet- en fietspad richting Kleine Beek

Vefdichtingsmogelijkheden in de woonzone (WiiO en WuO)

zicht op open ruimte

fr:1=-.' --=== __) afwerken bebouwingsstrook

• ..I,,-.:=-.'-"

. .sport- en recreatiezone

_en groenranden

groen in verdchting

groenzone

verdchtingspleld<en opheffen I openhouden

","","""erbonden woonvenlichtingsplekl<en (korte termjn)

voeIgango=v_

toegang v""'-'

cefltrunvenichting. ..5p<rl- en recreatiezone

cleuren_merkenarchl1ectuur & ruimtelilke~mng

RI 132

Page 145: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

gemeentelijk ruimtelijk structuurplan opglabbeek

111.3.2 Gewenste structuur Lauwe!.

RICHTINGGEVEND DEELgewenste deelstructuren

Een gewenste ruimtelijke structuur vertrekt vanuit de bestaande structuur en wordt gestuurd door een visiegebaseerd op het nastreven en benutten van de kwaliteiten, kansen en potenties en het zoeken naar oplossingenvoor problemen en knelpunten.Een gewenste ruimtelijke structuur richt zich op een coherent en samenhangend functioneren van de verschillendedeelstructuren binnen een goede ruimtelijke ordening.Elk ruimtelijk initiatief wordt geplaatst binnen deze gewenste ruimtelijke ontwikkeling waarbij het streven naarruimtelijke kwaliteit steeds een uitgangspunt is.

Louwel heeft vele kwaliteiten, maar de belangrijkste zijn, net zoals voor de rest van Opglabbeek, de potentie vanhet zacht recreatief gebruik van het omgordelend groen en het rustig en landelijk wonen.Dit laatste is ontegensprekelijk dé voornaamste troef.Alle andere kwaliteiten leveren hier hun bijdrage aan, het omliggende groen, de zacht recreatieve potenties ervan,de open ruimte gecreëerd door de tussenliggende landbouwgebieden, de gebundelde centrumfuncties, ....Het is dus vanzelfsprekend dat een gewenste ontwikkeling zich richt op het handhaven en versterken van ditkwalitatief wonen en het zoeken naar oplossingen voor de knelpunten.De visie op de ontwikkeling van Louwel staat duidelijk in het teken van het kwalitatief wonen dat zich niet enkeltot het perceel beperkt maar gebruik maakt van de kwaliteiten van de omgeving. Het is een kwaliteit die Louwelduidelijk kan profileren naar buiten toe.

Zo staat het afwerken van de randen van de bebouwing in functie van een kwalitatieve afwerking van het dorp.Op sommige plaatsen kunnen kleine landschapselementen gebruikt worden als kwalitatieve afwerking vannegatieve achterkanten. Bijvoorbeeld langs de achterzijden van de bebouwing langs de Geensstraat, de Rittenwegen de Weg naar Dome. Kleine landschapselementen zijn flexibel toe te passen, er kan afwisselend gewerktworden met dichte en transparantere schermen in functie van af te schermen of open te houden zichten op hetachterliggende gebied. Het is nooit de bedoeling dichte buffers op te trekken, de open landbouwgebieden moetenin hun karakter en gebruik bewaard blijven.

De manier waarop bebouwingsstroken langs de invalswegen afgewerkt worden geeft mee beeld aan eenwoonomgeving. Het verder uitdeinen van bebouwing en drukke doorgangswegen richting Bosbeekvallei moetvoorkomen worden.Ruimtelijk kan op verschillende manieren beeld gegeven worden aan het begin/einde van de bebouwing,bijvoorbeeld door richtlijnen voor de desbetreffende bebouwing aangaande het (positieQ richten van gevels, het aldan niet aanbrengen van openingen in de gevels, het plaatsen van één of twee markante bomen langs de weg,een wegversmalling, .... In sommige gevallen is het effect al bereikt door specifieke locaties zoals de Slagmolenen tegenoverliggend gebouwtje met vijver. Sommige locaties hebben enkel een ruggesteunlje nodig zoalsbijvoorbeeld de toegang naar de Schutterij langs de Weg naar Donna, die op een karakteristieke manier kanuitgewerkt worden, of de locatie van de sportvelden langs de Weg naar Opoeteren. Een uitvoeringsplanaangaande het afwerken van de randen, wat een belangrijk element is ter versteviging van het kwalitatief wonen,zal hier na locatiegericht onderzoek de juiste antwoorden op kunnen formuleren.

Het ontbreken van eigenheid van woongebieden kan gezien worden als een gebrek. Het is echter typisch voor heelOpglabbeek. Type bebouwing, uitstraling van slingerende woonstraten, ze worden overal als hetzelfde ervaren,gaande van Nieuwe Kempen over Opglabbeek tot Louwel (met uitzondering van het centrum van Opglabbeek enenkele specifieke plekken dicht bij de Bosbeek). Toch blijft het rustig en kwalitatief wonen in al de vergelijkbarestraten steeds primeren. Het gebrek aan eigenheid of karakter wordt dan ook niet beschouwd als een op te lossenprobleem, maar een typisch kenmerk voor Opglabbeek. Het identificeren van een plek, het uitdragen van eeneigenheid wordt dan ook gezocht in het dorp als geheel en niet in de verschillende deelgebieden. Het profilerenvan een dorp aan de hand van enkele cruciale plekken (toegangen, centrumplek, randen, ..) geeft de woonstrateneen ruim referentiekader.

cleuren_merkenarchllectuur & ruimtelijke plannmg

RI 133

Page 146: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

gemeentelijk ruimtelijk structuurplan opglabbeek RICHTINGGEVEND DEELgewenste deelstructuren

Een goed functionerend dorp vraagt ook een aangename en bruikbare centrumplek. De basis én ruimte hiervoor isaanwezig rond de locatie van de school, loweta en de sportschuur. Het is echter een onbenutte potentie waar nogzoveel meer kan gebeuren. De zone eromheen in oosVzuidlwestelijke bocht kan verdicht en ingericht worden metopenbaar groen en wonen van waaruit linken gelegd worden met de omliggende woonstraten, verbindingenkunnen gelegd met de Kreemersstraat en de Slagmolenweg. Van daaruit kan verder de verbinding gelegd wordenmet een te verdichten gebied tussen de Kreemerstraat en de Slagmolenweg. Als inbreidingsgebied ligt dit zeercentraal en sluit aan bij de gemeenschapsvoorzieningen (WiL2 ).Het resultaat geeft een vlot, doorwaadbaar zuidelijk gedeelte van Louwei. De meest noordelijke potentiëleverdichtingsplek (Wil1) wordt, gezien de concentrische ligging, bij voorkeur opengehouden in functie van groen enopen ruimte)De verdichting en doorwaadbaarheid wordt ook toegepast in het noordelijk lineaire deel door het verder trekkenvan de Zijstraat en de Hofstraat. Vanaf de verdichting in het verlengde van de Zijstraat (is reeds gedeeltelijkgerealiseerd) kan mogelijk op twee plaatsen een verbinding gemaakt worden met de Weg naar Opoeteren. Hetinrichten van deze verbindingswegen heeft enkel betrekking op een ruimtelijke verbeelding van verbinding, naarinfrastructurele inrichting blijven het lokale wegen met een verblijfskarakter.Op de twee aantakpunten van de Zijstraat met de Weg naar Opoeteren en ten noorden en respectievelijk deRittenweg en de Slagmolenweg ten zuiden geven 'schakelpunten' of 'dorpstoegangen' ruimtelijk beeld aan beginen einde van een 'centrumlijn' die geaccentueerd wordt met bijvoorbeeld een groenlijn. Deze groenlijngecombineerd met een positieve profilering van de gebouwen richting centrumlijn moet het centrumbeeldversterken en ervaarbaar maken.Het inpassen van duidelijke oversteekpunten aan weerszijden van de centrumlijn brengt een soort van rondwegnaar boven die mogelijk een verbinding legt tussen het noordelijke en zuidelijke deel van Opglabbeek.

Voor wat betreft de twee zonevreemde woningen langs de Bergerweg wordt, gezien de ligging in agrarisch gebieden gezien de decretale mogelijkheden geen initiatieven genomen.De zonevreemde oude molen (momenteel restaurant) kan, gezien zij eveneens ruimtelijk, historisch en structureeldeel uitmaakt van de beekstructuur van de Bosbeek, eveneens opgenomen worden in het uitvoeringsplan voor delandschappelijke inpassing van de zonevreemde woonclusters Hoefkant en Vinkenkant (Opglabbeek). Het voorstelhier is een uitvoeringsplan op te stellen voor de onmiddellijke omgeving (het openbaar domein) afgestemd op hetspecifieke kleinschalige landschap van de Bosbeekvallei.

Ook in functie van het kwalitatief wonen slaat het uitwerken en naleven van de voorstellen uitgewerkt in hetsectoraal BPA aangaande zonevreemde bedrijven, meer bepaald;

het herlokaliseren van bedrijf Creyns bouwmaterialen gelegen langs de Geensstraa~

het opleggen van beperkende maatregelen aangaande ruimtelijke uitbreiding en bedrijfsactiviteiten vcor deoverige zonevreemde bedrijven.

Samengevat is de doelstelling waarop de gewenste structuur zich richt:het dorp als één ruimtelijk en doorwaadbaar geheel;intern verdicht;positief afgebakend;centrumfuncties die zich richten naar de centrumlijn;een duidelijk afgebakende en veilige centrumlijn bereikbaar vanuit het noordelijk en zuidelijk deel;rustig en landelijk wonen in een kwalitatieve omgeving.

cleuren_merkenarcrnlectuur &f1.JlITllelqke p1anOlng

RI 134

Page 147: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

gemeentelijk ruimtelijk structuurplan opglabbeek

"'-

:·I·.....

•.......

cleuren_merkenarchJtectwr & rulmlekjke p1anrwng

•#

...

:..J

RICHTINGGEVEND DEELgewenste deelstructuren

Legende g5 lauwel

sportzooe

centnmverbooden woonverdichting

i ..... transpa-ant !1oetl

kli<aIe weg (type I)

noordei~e en zuidei~e begrenzing

- -1 voe(gangersdoor.;leeI<

zachte vemincing

lWnteijk dorpsomshilende weg (I 11I)

verdichtingsplekken opheffen I open

r---1 kli<aIe weg

-, afwert<en bebouwingsstrook

vermchten

poortvonning en verdichten

verdichtingsmogelijktleden in woonzone

_ speelvelden jeugd

accent centnmgroen

!TO""" centnlnijn

groenzone in veróchtingr::::::J. _en randen

RI 135

Page 148: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

gemeentelijk ruimtelijk structuurplan opglabbeek

111.3.3 Gewenste structuur Dennenweelde en Nieuwe Kempen.

RICHTINGGEVEND DEELgewenste deelslructuren

De voornaamste kwaliteit van Nieuwe Kempen en Dennenweelde is zoais voor Opglabbeek en Louwel het rustigen landelijk wonen. De afgewerkte woonwijken vragen geen verdere specifieke ingrepen naar randafwerking of hetafbouwen van woonzones.Nieuwe Kempen:

De interne structuur van Nieuwe Kempen kan versterkt worden door de centrale openbare zone te behoudenen versterken.De potentiële inbreidingsgebieden, zoals aangegeven in de woonbehoeftestudie, komen, gezien het om eenverzameling van achtertuinen gaat, gezien de beperkte realisatiemogelijkheden en gezien het niet omcentrumversterkende gebieden gaat, in aanmerking voor omvorming naar woonuilbreidingsgebied tenvoordele van de ontwikkeling van meer centraal gelegen gebieden in het hoofddorp Opglabbeek.De bestaande centrale zone met school en begeleidend groen langs de Zonnebloemstraat handhaven.De mooie centrale groenzone lussen de Flox- en Asterstraat kan mogelijk omgebogen worden tot een meeropenbare en gedifferentieerde groenzone in functie van alle bewoners (momenteel enkel speelvelden).De bijhorende bebouwing kan als bebouwing sterker het 'groen-erf profileren.Langsheen de Resedastraat, over de hele lengte van de sportzone, kan de weg een extra uitrusting krijgen alsafbakening (bijvoorbeeld parkeren in een groenstrook, fietsstrook gescheiden van de weg door een haagje.Vertrek fietsroute ten noorden van de Resedastraat achter het industrieterrein richting Opglabbeek.

Dennenweelde:Relatie met de zuidelijke bossen.De toegang vanaf de Merelstraat richting Lijsterstraat ruimtelijk benadrukken, mogelijk door het inpassen vaneen gebouw met aansluitend openbaar groen.Het ruimtelijk afbakenen van de centrale groenzone, het overgaan in naburige percelen door begroeiing moelvoorkomen worden.

Om het rustig wonen veilig te stellen moet overbodig verkeer geweerd worden, mogelijk sluikverkeer via denoordoostelijk buitenste weg wordt ontmoedigd door een herinrichting van de Weg naar Zwarlberg op hetaantakpunt van de Resedastraat en het afvoeren van de Hortensiastraat naar een ventweg parallel aan de N76.De herinrichting van de Weg naar Zwarlberg op drie plekken, met name de net bovengenoemde aansluiting en deaansluiting met de Zonnebtoemstraat en de toegang tot Dennenweelde moet

de Weg naar Zwartberg veiliger en leefbaarder maken;de hoofdtoegangen van de woonwijken ruim/elijk benadrukken.

De wijkomsluitende weg krijgt eenzelfde functie toegewezen als de overige straten van de woonkern, meerbepaald die van verblijfsfunctie. Het wijkomsluitend karakter ligt enkel in het verbeelden van het ruimtelijk afsluitenen afbakenen van de woonwijk ten opzichte van het bedrijventerrein. De wijk is dermate klein en wordt opverschillende plekken ontsloten dat er aan een echte wijkontsluitingsweg geen behoefte is.

De visie op de ontwikkeling van Denneweelde en Nieuwe Kempen staat duidelijk in het teken van het kwalitatiefwonen. Er wordt gebruik gemaakt van de kwaliteiten van de omgeving (de centrale 'groen-erven'). Het is eenspecifieke kwaliteit die de wijken een identiteit geven.

Voor wat betreft de zonevreemde woningen, deze zijn allemaal gelegen langs de N76, vandaar dat ook voor dezewoningen best een gebiedsgericht uitvoeringsplan voor de omgeving van de zonevreemde woningen wordtopgesteld. Hierbij kan voor de 2 meest noordelijk gelegen (1 in groengebied aan de westzijde van de N76 en 1 inagrarisch gebied aan de oostzijde), best een voorstel uitgewerkt worden in een gebiedsgericht uitvoeringsplan datsamen opgesteld wordt met het uitvoeringsplan voor de omgeving van de woonc!usters Hoefkant I Vinkenkant ende slagmolen aan de Bosbeek.Gelijktijdig zal voor de meest zuidelijk getegen zonevreemde woningen (3 woningen op de gemeentegrens, grensloopt door een 4· woning) het voorstel opgenomen worden van uitdoving op lange termijn. Dit voorstel richt zichnaar de visie van uitdoofbeleid op de aansluitende zonevreemde woningen op het grondgebied van Genk.

cleuren_merkenarchitectuur &rumleijke plaMing

Rl 136

Page 149: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

gemeentelijk ruimtelijk structuurplan opglabbeek RICHTINGGEVEND DEELgewenste deelstructuren

_en randen r--..,

lokale wegen type 111 ==tafwert<en bouwint ~

fiets. en voetgaf11lel'vert>inding

zachte verbinding

cenlnmas --olwandvOf'tling gebouwen ~

verdichting'l'leId<en ophelfen I openhouden r-

=

secundaire weg type 1- Nl6

lokale weg type I

'4ntelik wijkom~u~endeweg (111)

cenln.mgroen - openb- l:ili;lIl~sportzone

ineai'e buffer

s1rakke beg:enzing bestaande groenstructuur _

creuren_melkenarchitectuur & ruimlelIjke plaMmg

Rl 137

Page 150: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

gemeentelijk ruimtelijk structuurplan opglabbeek

111.3.4 Ontwikkelingsperspectieven voor zonevreemde woningen.

RICHTINGGEVEND DEELgewenste deelstrucluren

Per deelkern werd reeds aangehaald wat de visie is op de ontwikkelingsrnogelijkheden voor de 53 zonevreemdewoningen. Onderstaand nog even samengevat.

~igging GWP beekstructuur langs deN76

Opglabbeek: 45 8 in groengebied6 in agr.waardevol gebied VinkenkantI Hoefkant

31 in agrarisch gebied Vinkenkant I HoefkantLouwel: 3 1in groengebied (slagmolen) slagmolen

2in agrarisch gebiedNieuwe Kempen: 2 1in groengebied ten weslen van de N76

1in agrarisch gebied ten oosten van de N76

Dennenweelde: 3 3 in groengebied 3 ten zuiden grensgebied met Genk

Voor de zonevreemde woningen gelegen in de beekstructuur, met name de slagmolen en de woonclustersHoefkant en Vinkenkant, wordt bij voorkeur een gebiedsgericht uitvoeringsplan opgesteld. Dit gezien zij ruimtelijk,historisch en structureel deel uitmaken van de landschappelijke structuur van de Kleine Beek en de Bosbeek.Het voorstel bestaat erin een uitvoeringsplan op te stellen voor de onmiddellijke omgeving (het openbaar domein)van de zonevreernde clusters, zodanig dat ze als geheellandschappellijk geïntegreerd worden in het specifiekekleinschalige landschap van de Bosbeekvallei. Het initiatief richt zich op de aanpak van de onmiddellijke omgevingvan de woningen, niet op de percelen op zich. De onlwikkelingsperspectieven van de zonevreemde woningen opzich worden bepaald door de decretale bepalingen aangaande zonevreernde woningen.

Voor wat betreft de zonevreemde woningen gelegen langs de Nl6, wordt eveneens best een gebiedsgerichtuitvoeringsplan opgesteld. Hierbij kan voor de 2 meest noordelijk gelegen (1 in groengebied aan de westzijde vande Nl6 en 1 in agrarisch gebied aan de oostzijde), best een voorstel uitgewerkt worden in een gebiedsgerichtuitvoeringsplan dat samen opgesteld wordt met het uitvoeringsplan voor de omgeving van de woonclustersHoefkant I Vinkenkant en de slagmolen aan de Bosbeek.Gelijktijdig zal voor de meest zuidelijk gelegen zonevreernde woningen (3 woningen op de gemeentegrens, grensloopt door een 4° woning) het voorstel opgenomen worden van uitdoving op lange termijn. Dit voorstel richt zichnaar de visie van uitdoofbeleid op de aansluitende zonevreemde woningen op het grondgebied van Genk.

Voor de zonevreernde woningen gelegen in de zuidelijke lineair gestructureerd deelruimte worden geenplanningsinitiatieven genomen gezien de landschappelijke integratie voor deze woningen optimaal gebeurt doorde aanwezige strakke lineaire bosstructuur.

Gezien de decretale mogelijkheden en gezien de ligging in agrarisch gebied van hel gros van de overigezonevreemde woningen wordt geen uitvoeringsplan opgesteld.

111.3.5 Ontwikkelingsperspectieven voor wooninbreiding· en uitbreidinggebieden.

Voor de ontwikkeling op korte, middellange en lange termijn aangaande de in- en uitbreidingsgebieden, neemt degemeente volgende standpunten in:

1. In eerste instantie verkiest de gemeente het woonuitbreidingsgebied WU02 (Stegerveld) als gemeentelijkinitiatief te ontwikkelen, met name het deel aansluitend op het centrum. De bedoeling is een gecombineerdeinvulling van privé-ontwikkeling en sociale huisvesting (minstens 1/3), mogelijk op korte termijn. Voor desociale huisvesting wordt gestreefd naar een gelijke verdeling van sociale kavels, huur- en koopwoningen.Voor WU01 (langveld) is gelegen in het BPA Langveld met nog slechts een kleine invulling mogelijk

cleuren_merkenarchttectuur &rurrnlellJke planOlng

RI 138

Page 151: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

gemeentelijk ruimtelijk structuUlplan opglalbeek RICHTINGGEVEND DEELgewenste deelstructuren

aansluitend op het oentrum en de scholen (BPA Centrum). Voor een definitieve afwerking en een optimalererelatie (infrastructureel) van het reeds ontwikkelde uitbreidingsgebied met de scholen en het oentrum, wordtook voor dit gebiedje gekozen voor een ontwikkeling op korte tenmijn. Hiervoor dient zowel het BPACentrum als een klein deel van het BPA Langveld herzien te worden.Gezien de niet oenlrale ligging wordt Wu03 (Bijvaerdeweg-Bosstraatl in reserve gehouden.

2. De inbreidingsgebieden van Opglabbeek die het meest oenIraai gelegen zijn, met name Wi01. Wi02.Wi03 en Wi04 zijn zeer kleinschalig en hebben belrekking op de achtertuinen van bestaande woningen.Een eventuele ontwikkeling van deze inbreidingsgebieden wordt overgelaten aan mogelijk privé-initiatieven,mits sturing vanuit de gemeente voornamelijk aangaande Wi01.

3. Het meest zuidelijke inbreidingsgebied van Louwe!, met name WiL2 (achter de kerk, sportschuur) kanmogelijk gestuurd worden door de gemeente op middellange tenmijn. Deze zone werd aan deinbreidingsgebieden uit de woonbehoeflestudie toegevoegd.

4. Voor de inbreidingsgebieden van Opglabbeek die niet oenIraai gelegen zijn, met name Wi05 en Wi06,wordt bij voorkeur vanuit de gemeente gestuurd om de deze gebieden om te vormen naar woonuitbreidings­gebied in ruil voor het aansnijden van een evenwaardig deel van het woonuitbreidingsijebied Stegerveld(Wu02) dat aansluit bij het oentrum van het hoofddorp en als dusdanig meer kernversterkend is.

5. Voor de inbreidingsgebieden van Nieuwe Kempen (WiNK1-31 en Louwel roo!Jl wordt, net als voor deonder punt 4genoemde wooninbreidingsgebieden, vanuit de gemeente gestuurd naar een omzetting vandeze (niet kemversterkende) landelijke woonzone naar woonuitbreidingsgebied. Dit in ruil voor hetaansnijden van een evenwaardig deel van het woonuitbreidingsgebied Stegerveld (Wu02) dat aansluit bijhet oentrum van het hoofddorp.

~EWENSTE ONTWIKKELING WOONINBREIDINGS- EN UITBREIDINGSGEBIEDEN

ILllIl'oW>I Wilt Dreesslraatl Levssenstraat om te vormen naar VoOOnuil!lreidinQSQebied

W112 Weg naar (Jpoeteren I Kreemerslraat eveflichten VoOOnirlJreidi

INieuw Kert1J8fl WINK1 Weg naarZ_g lirissiraat

W1NK2 Weg naar Z_g I Aster.ilraat

W1NK3 Weg naar Z_a I VJDlastraat

om te vormen naar VoOOnuil!lreidi

om te vormen naar VoOOnuil!lreidi

om te vormen naar VoOOnuil!lreidi

W101 Drooaslraatl R lraat I Hael<slraat te veflichten v.oonirlJr .

WI02 _lstraat e verdichten VoOOnirlJreidi

WI03 W"" n....Z_a I Raexeindeslraat e verdichten VoOOnirlJreidi

WI04 I W"" naar As eveflichten VoOOnirlJreidi

WIOS Weg naar As I Oude om te vormen naar VoOOnui1bfei<j

WI06 Heideslraatl W"" naar As om te vormen naar VoOOnuitbreidinQSQebied

WU01 Lanaveld ontv.ikkelina 00 karte tenniin

WU02 S ontwikkelina 00 karte tenniin - corOOinatie crivé en soc.huisvestina

crivé in ....ivaJent V.d. om te """llen WI

WU03..

I Bosstraat ontwikkelina 00 I - na aantooen behoefte

cleuren_merkenarchItectuur & ruimtelijke plannmg

RI 139

Page 152: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

gemeentelijk ruimtelijk structuUlpian C4J9labbeek

111.4

RICHTINGGEVEND DEELgewenste deelstructuren

GEWENSTE TOERISTISCH RECREATIEVE STRUCTUUR

De visie op de gewenste ontwikkeling van de toeristisch recreatieve structuur op gemeentelijk niveau sluit aan opdeze geformuleerd in het ruimtelijk structuurplan provincie Limburg. Dit houdt in dat er voor de inpassing vantoerisme en recreatie met respect en oonform de visie wordt omgegaan met de droge en natte natuurverbindingenen de open ruimte verbindingen, de structurerende reliëfovergangen en de mijnterril als baken, die allen opprovinciaal niveau worden geselecteerd. Het betreft:

de droge natuurverbinding nr. 12 Meeuwen-Gruitrode, Houthalen-Helchteren, Opglabbeek, eventueelAslGenk, tussen domein Masy en Klaverberg, en Hengeihoet,de natte natuur verbinding nr. 76, As, Opglabbeek, vallei van de Bosbeek;open ruimte verbindingen doorheen de Bosbeekvallei tussen het Park Hoge Kempen en het Park Midden­Limburg, en tussen Opglabbeek en AsINiel bij As;structurerende reliëfovergangen, de steilrand van het Kempens Plateau;de mijnterril als bakens.

De visie op de gewenste ontwikkeling van de toeristisch recreatieve structuur op gemeentelijk niveau sluit aan opdeze geformuleerd in de startnota gemeentelijk structuurplan (zie planningsoontextl. Het betreft:

het vrijwaren van de beken;Beekvalleien zijn natuurlijke leefruimtes voor vele diersoorten en standplaatsen van veel plantensoorten....Vooral de Bosbeek heeft een grote ecologische waarde. Voor het behoud van een maximale biodiversiteitmoeten deze valleien gevrijwaard blijven van alle mogelijke vormen van beïnvloeding zoals verstoring doordrainage, etc. De Bosbeekvallei is een ontoegankelijk gebied, dat alleen gekruist mag worden ter hoogte vande bestaande bruggen.behoud en versterking heidegebieden; Dit geldt vooral voor het gebied in de omgeving van de Oudsberg,Klaverberg, Ruiterskuilen en op verschillende wegbermen.terrilzicht als poort naar Opglabbeek;Het is vooral belangrijk dat dit landschap 'open' blijft en niet bebost wordt Ofwel wordt geopteerd voor eenschraal landschap met extensieve begrazing ofwel voor ontwikkeling naar heide.betere landschappelijke integratie van de recreatieoorden;Het jeugdparadijs ligt dicht bij de Oudsberg, tegen het Gruitroderbos aan, de parking moet beter in hetlandschap geïntegreerd worden. Een uitbreiding van het jeugdparadijs wordt wenselijk geacht, o.a. om meerruimte te creëren voor kampeerders.Ondanks zijn relatief beperkte omvang heeft de camping Wilhelm Teil een sterk ontwaardend effect op hetopen graslandgebied in de Bosbeekvallei. Momenteel ontbreekt elke buffer of groenscherm t.o.v. de landelijkeomgeving. Voorallen zuiden ontbreekt een aangepast groenschenm nagenoeg volledig. Uitbreiding van dezecamping kan enkel onder strikt landschappelijke randvoorwaarden (buffer Bosbeek en valleibeheer).uitbouw zachte recreatie onder de vorm van een netwerk van wandel- en fietspaden.strikt beleid inzake weekendverblijven; Op korte termijn dient er gewerkt te worden aan een 'standslil'-principe,het bouwen van nieuwe weekendverblijven moet verboden worden.

Het streefbeeld van de toeristisch recreatieve structuur is vierledig.

11I.4.1 Sport en cultuur.

Er wordt gestreefd naar een bundeling van buitensportvelden en een eigen ruimte voor het lokale verenigingslevenin elke woonkem. Elke woonkern heeft een voldoende ruime en afgebakende zone voor recreatie. Het is debedoeling om in de toekomst de buitensporten op deze plekken concentreren. Voor de overige zonevreemdelocaties wordt gestreefd naar afbouw of herbestemming.

Voor Nieuwe Kempen betekent dit een ooncentratie op de bestaande locatie langs de Resedastraat van waaruit viaeen fietspad een verbinding gelegd kan worden met Opglabbeek en Dennenweelde. De zone vraagt eenkwalitatieve inrichting en maatregelen voor een landschappelijke integratie.

cleuren_merkenareMeduur & rwnlelijke planrung

RI 140

Page 153: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

gemeentelijk ruimtelijk structuurplan opglabbeek RICHTINGGEVEND DEELgewenste deelstructuren

De recreatiezone in het centrum van Nieuwe Kempen kan gehandhaafd blijven als spoolzone voor de scholen ende woonwijk. De ruimten voor het lokale verenigingsleven situeren zich in dezelfde zones.Louwel heeft naast de recreatiezone langs de Weg naar Opoeteren nog een voetbalveld in agrarisch gebied tussende Weg naar Opoeteren en de Kreemerstraat Deze locatie kan mogelijk ingepast worden als speelveld voor delokale jeugdverenigingen die, net als het verenigingsleven, een plaats heeft in de centrumzone. Het uitwerken enverdichten van deze centrumzone, met het inpassen van groen, wordt eveneens aangegeven in de gewenstestructuur van de woonkern Louwel.De kern Opglabbeek heeft een goed ontsloten en ruime locatie langs de weg naar Bree. Vanze~sprekend zal hetsportgebeuren van Opglabbeek zich hier concentreren. Het gebied vraagt wel nog een kwalitatieve inrichting enafwerking en buffering naar de omliggende woonstraten toe. Een streetbeeld (structuurschets) werd hiervoor reedsopgesteld. De zonevreemde terreinen aan de Laerstraat en de Ophovenstraat (beide agrarisch gebied) dienen optermijn te worden afgebouwd.

Voor de zonevreemd gelegen hondendub (agrarisch gebied) en de ruitersdub (natuurgebied) wordt eveneens eenhertocatie op middellange tot lange termijn voorgesteld. Als alternatieve locatie wordt hier de zone lussen denoordelijke industriezone en Opglabbeek voorgesteld (deelruimte VI. Schakelruimte). Landschappelijk kunnendeze functies opgenomen worden in een uit te bouwen groenstructuur als stapsteen lussen de noordelijke enzuidelijke groenzone. Een van de belangrijkste randvoolWaa-den voor het inpassen van zachte recreatie in deschakelruimte is dat de vaste constructies, in de vorm van bijhorende gebouwen, zo veel mogelijk gebundeldworden en optimaal aansluiten op de bestaande wegeninfrastructuur en de bestaande woonlinten van de kernOpglabbeek (ter hoogte van De Kemp dus). Dit om te voorkomen dat de schakelruimte, die in hoofdzaak eengroene verbindende rol speelt, velWordt tot een versnipperde recreatieve zone.Het gemeentelijk cultureel aanbod ligt in het centrum van Opgiabbeek, met name in 't Troempeeike en de VONA.

Gezien de ruime voordelen van de locatie van 't Troempeelke, zoals:de centrale ligging en het centrumversterkend karakter;de optimale relatie met de scholen en andere gemeentelijke diensten;de aanwezigheid van parkeenruimte;de goede bezettingsgraad van de beschikbare ruimten;de potenties van de locatie als centrumplek met een optimale relatie met de buitenruimte,

zal een verdere uitbreiding van het cullureel aanbod bij voorkeur aansluitend op 't Troempeelke gebeuren.Het verouderd karakter van de VONA doet echter niets af aan de potenties van de locatie als verbinding naar deBosbeek vanuit het centrum van Opglabbeek. Ook hier een goede relatie met het centrum, een ruim aanbod aanparkeergelegenheid én ruimte voor uitbreiding langs de Hoeverkerkweg en richting Bosbeekvallei. Het is dan ookuiterst belangrijk deze locatie een schakelfunctie te geven in de uitwerking van de poort naar de Bosbeek.

1t1.4.2 Zacht recreatief gebruik van de open ruimte en het groen.

Er is een divers en zoor ruim aanbod aan groen, soorten landschappen, vegetatie, Er ontstaat al snel deneiging én de vraag om hiervan zoveel mogelijk in te zetten in een zacht recreatief gegeven. De gemeente steltzich echter tot doel al naargelang de kwetsbaarheid van het gebied, al naargelang de seizoenen, al naargelang deeigendomsstructuren, en mogelijk nog andere indicatoren, een duidelijke selectie te maken van niet toegankelijke,seizoensgebonden toegankelijke en altijd toegankelijke gebieden. De bedoeling is te komen tot een samen·hangende en duidelijk bruikbare zacht recreatieve ondertegger. Over deze onderlegger wordt de fietsroute Kempenen Maasland, de gemeentelijke fietsroute en het wandelpad tot de Bosbeek duidelijk uitgewerkt en bewegwijzerd.Het zacht recreatief gegeven is de grote troef van Opglabbeek, het is dan ook van wezenlijk belang dat bij hetinpassen van functies deze doelstelling steeds vooropgesteld wordt Het inpassen van functies die een aangepasteinrichting vragen, met andere woorden die aanpassingen van het terrein vragen, zullen nooit toegestaan worden.

'Recreatiefmedegebruik heefl betrekking op de vormen van openluchtrecreatie die plaats vinden in een omgeving meteen niet·recreatieve hoofdfunctie of hoofdgebruik, en waarbij het medegebruik ondergeschikt is aan de hoofdfunctie enhet hoofdgebruik. '.

4UIl RUImtelijk Structuurplan PrOVIl'lCIe 11mburg, 1809 2002, Verklarende WoordenliJSt. p 509

cleuren_merkenanflltectuur & rulmtelljke~ng

RI 141

Page 154: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

gemeentelijk ruimtelijk structuurplan opglabbeek

111.4.3 Dag en verblijfstoerisme.

RICHTINGGEVEND DEELgewenste dee!structuren

Voor de recreatieve locaties in kwetsbare gebieden, of locaties waar bij uitbreiding van de functie het draagvlakvan de omgeving overschreden wordt, zullen beperkende, sturende of uitdovende maatregelen getroffen worden.Zo zullen op termijn alle weekendhuisjes in de uiterst noordelijke en zuidelijke groenstrook op termijn verdwijnen.Het uitdovingsbeleid hieromtrent werd reeds enkele jaren geleden ingezet en sluit aan op de visie geformuleerd inhet provinciaal structuurplan.

'Voorlzetting van het uitdavingsbeleid voor zonevreemde weekendverblijven. De weekendverblijven zijn allen gelegenbinnen waatdevoue bosgebieden en kwetsbare beekvalleien. In fuocJje van de natuUlwaarden dient hier dan ook eenuitdovingsbeleid te worden gevoerd.•

De landhuisjes Wouterbron sluiten aan bij een ruimere recreatiezone van Maaseik.Er wordt een onderscheid gemaakt tussen vergunde en niet vergunde weekendverblijven waarbij er gestreefdwordt naar een uitdoving van de niet vergunde locaties. De suggestie is de vergunde locatie, met name delandhuisjes Wouterbron, te handhaven (gezien de aansluiting op de recreatiezone Wouterbron Maaseik).Er zal een strikt vergunningenbeleid gevoerd worden waarbij er op toegezien wordt dat de bestaande vergundeweekendverblijven geen verdere uitbreiding nemen.

Betreffende de provinciaal geselecteerde toeristisch-recreatieve knooppunten type lIa Ct Laar en Wilhelm Teil)wordt volgende gemeentelijke visie, voor respectievelijk 't Laer en Wilhelm Teil, als suggestie meegegeven.

De recreatiezone 't Laer, met camping Boseind, is als locatie goed gelegen, situeert zich in minder kwetsbaargebied, kan vlot ontsloten worden via de N730, ligt op loop(fiets)afstand van het centrum van Opglabbeek, heefteen ruime parkeerplaats en biedt alle nodige infrastructuur. Verder ontwikkelen en uitbreiden van deze locatie,binnen een omkadering die rekening houdt met de aangrenzende woonstraten (Speeltuinstraat en Leemkuilstraat)is mogelijk en zal ondersteund worden door het gemeentebestuur.De visie op de ontwikkeling van dit recreatieoord richt zich op korte tot middellange termijn op een handhaving vande bestaande uitbating. Op middellange en lange termijn moeten hier eveneens andere recreatieve invullingen metals suggestie een mogelijke uitbreiding noordwaarts mogelijk worden. Niettegenstaande dit noordelijk gerichtuitbreidingsvoorstel zich situeert in groengebied (VEN-jJebied) vraagt het bestuur aan de hogere planningsniveauseen omvorming naar recreatiezone te overwegen. De doelstelling is dit op provinciaal niveau geselecteerdtoeristisch-recreatief knooppunt type lIa op een goed ontsloten, behoorlijk gebufferd en op een gezonde afstandvan de woonbuurt te laten ontwikkelen.

Het recreatieoord Wilhelm Teil ligt aan de kwetsbare Bosbeekvallei, die op Vlaams niveau in aanmerking komt omaangeduid te worden als natuurverwevingsgebied, waar ruime uitbreiding niet aangewezen is. Binnen de huidigelocatie en invulling is de uitbating en beperkte uitbreiding van maximaal 4ha richting Hoeverweg te verantwoorden(mogelijk over de Hoeverweg heen), echter zonder nieuwe vaste constructies. Deze uitbreidingszone wordt tevensaangegeven als zone voor huispercelen (gewenste agra'ische structuur, tek.nr.47) met als uitgangspunt dat indiende zone niet opgenomen wordt in het uitbreidingsscenario Val Wilhelm Teil, betreffende percelen als onderdeelvan de agrarische structuur (huispercelen) beschouwd zullen worden.Er stelt zich echter dringend de noodzaak naar buffering van de kampeerplaatsen en de parking. De ontsluitingnaar de N730 ligt hier iets ingewikkelder en de relatie met het centrum van Opglabbeek is eveneens niet optimaal.Binnen de visie van de gemeente op de toeristisch-recreatieve structuur kan de uitbating van dit recreatieoordgehandhaafd blijven mits een gestuurde buffering, een beperkte afbakening van de uitbreidingszone, zonderpermanente constructies en een gebiedsgerichte uitwerking.Het provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan (PRUP) moet uitsluitsel geven of de Bosbeekvallei alsnatuurverwevingsgebied én de woonomgeving de druk van de voorgestelde uitbreiding kan dragen.

cleuren_merkenC1fchllectuur &rutmtelijke p6annmg

RI 142

Page 155: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

gemeentelijk ruimtelijk structuurplan opglabbeek

111.4.4 Jeugdverblijfstoerisme.

RICHTINGGEVEND DEELgewenste deelslructuren

Binnen het aanbod aan bivakhuizen zijn drie zonevreemde locaties waarvan één (Zavelheem) in zeer kwetsbaarnatuurgebied (Oudsberg Meeuwen-Gruitrode), één in natuurgebied aansluitend op het recreatiegebied Wouterbron(Maaseik) en één in natuurgebied ten zuiden van de Weg naar Opoeteren (Nachtegaal).Voor Zavelheem en Wouterbron wordt een uitdoofbeleid vooropgesteld door de ligging in kwetsbaar natuurgebied.

Nachtegaal ligt weliswaar in grote eenheid natuur, maar ligt minder kwetsbaar en sluit aan op de speelbossenachter de recreatiezone van Louwe!. Binnen deze oontext wordt voor deze locatie als enige gekozen voorhandhaving, dit mits de nodige randvoorwaarden van bundeling van bijhorende infrastructuur, optimale buffering,landschappelijke afstemming op de omgeving en oontrole op bijkomende dynamiek (in een RUP vast te leggen).De bivakplaatsen in en grenzend aan de woonzone kunnen gehandhaafd biijven maar zullen omwille van eendegeiijke landschappelijke en functionele integratie in een GRUP worden opgenomen. Het betreft de bivakplaatsenKimpenhof, de Schutterij en de Kemp (in woongebied gelegen maar wordt bij uitbreiding zonevreemd.

De jeugdkampplaatsen zijn alom en al generaties lang bekend. De gemeente wil het aanbod aan bivakplaatsendan ook blijvend een plaats geven in de toeristisch-recreatieve structuur, zij het in een meer gestructureerd geheelen rekening houdend met de specifieke locaties. Binnen deze oontext komen volgende locaties bijkomend inaanmerking als potentiële locatie voor jeugdverblijfstoerisme, met als randvoorwaarde dat optimaal gebruikgemaakt wordt van de bestaande infrastructuren: Boseind (in grensoverschrijdende bos- en heidegordei);

de schakelruimte (aansluitend op de Kemp);de hoeve(s) langs de Nl6 (in het westelijk agrarisch gebied).

Samengevat.1. Sport en cultuur.

Duidelijk afgebakende, uitgebouwde en landschappelijk geïntegreerde sportvoorzieningen voor elke deelkern(als wezenlijk onderdeel van een sociaal (be)leefbare kern) gebundeld op één locatie per deelkern.Voor het hoofddorp is dat de sportzone ten oosten van de Weg naar Bree, voor Louwel is dat de oostelijkelocatie 'Eendracht Louwel' en het terrein tussen de Weg naar Opoeteren en de Kreemerstraat in functie van dejeugdverenigingen, en voor Nieuwe Kempen is dat de huidige uitbreiding 'Fe Nieuwe Kempen'.Bijkomend wordt er een zone gereserveerd voor andere sportverenigingen en verenigingen die behoeftehebben aan buitenterrein Oumping, hondendressuur, schutterij, ... ) tussen Opglabbeek en de noordelijkeindustriezone. Dit gebied wordt uitgewerkt als groene stapsteen tussen de noordelijke en zuidelijkegroenstructuur.

2. Het zacht recreatief gebruik van de hele gemeentelijke oppervlakte, inclusief het centrum.Hiervoor wordt een samenhangende gemeentelijke fietsroute voorgesteld van waaruit op verschillendeplekken de link met zowel het centrum, het wandelpad 'poort tot de BosIbeek' als de fietsroute Kempen enMaasland gelegd wordt.

3. Een bundeling van dag- en verblijfstoerisme en laagdynamische recreatie in twee duidelijk afgebakendeplekken, met name 't Laar en Wilhelm Teil (provinciaal niveau), als dynamische locaties en uilvalsplekkenbinnen een gedifferentieerde, waardevolle en rijkelijk aanwezige groenstructuur.

4. Uitdoofbeleid voor de weekendverblijven.5. Geselecteerde locaties voor bivakplaatsen in en aan de groene rand.

Handhaving van de locatie Nachtegaal (korte termijn) en mogelijke sturing van de bestemming Boseind, metals suggestie een uitbreiding noordwaarts, en de schakelruimte als bivakplaatsen, beiden op middellangetermijn.

6. Planologische oplossing voor volgende locaties, momenteel zonevreemd, gedeeltelijk zonevreemd of wordenna uitbreiding zonevreemd:

- sportzone Louwe!;- sportzone de Kemp;- bivakhuis Nachtegaal;- bivakhuis de Schutterij;- bivakhuis Kimpenhof;- de toeristisch-recreatieve knooppunten type Ila (Wilhelm Teil en 't Laar) - provinciaal niveau.

cleuren_merken_,Iec1uur & I1Jll11leij1<e pilnwlg

RI 143

Page 156: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

gemeentelijk ruimtelijk structuurplan opglabbeek

111.4.5 Afwegingskader zonevreemde recreatie.

RICHTINGGEVEND DEELgewenste deelstructuren

Er kan een onderscheid gemaakt worden naargelang de aard en reikwijdte van de zonevreemde recreatieveactiviteit met daaraan verbonden de specifieke infrastructuur. Los van de overkoepelende gebiedsgerichte enniveaugebonden criteria zullen al naargelang de aard van de activiteit andere afwegingscriteria een rol gaanspelen. Op basis van onderstaande deelaspecten zal een gestuurde afweging per locatie kunnen gebeuren.

Aard van de activiteit - de lokale sportzones (speel- en voetbalvelden) en andere clubgebonden recreatieveactiviteiten zoals hondenclub, ruitersclub, schuttersclub, ... ;

- de bivakplaatsen Qeugdverblijfstoerisme);- het dag- en verblijfstoerisme, waaronder het hoevetoerisme en de toeristisch-

recreatieve knooppunten type lIa van provinciaal niveau.Reikwijdte: - bovengemeentelijk;

-lokaal gemeentelijk en lokaal deelgemeentelijk.De bijhorende infrastructuur (ruimtelijk, infrastructureel en verkeersgenererend):

- beperkt (en gemakkelijk landschappelijk te integreren);- matig (en landschappelijk te integreren mits matige ingrepen);- belangrijk (en slechts mits structurele ingrepen landschappelijk te integreren).

Ligging: - in een Vlaamse of provinciale structuur (agrarisch, open ruimte, natuurverbinding,verwevingsgebied, VEN,);

- in een gemeentelijke deelruimte (bos- en heidegordel, Bosbeekvallei, westelijkagrarisch gebied, lineair gestructureerde deelruimte, historisch gegroeidenederzettingen, schakelruimte);

- functioneel verbonden met de kernen.

Wat betreft de aard van de activiteit kan er een opdeling gemaakt worden in twee groepen, met name de sport­en speelvelden en de andere clubgebonden activiteiten enerzijds en het verblijfstoerisme anderzijds.Deze opdeling heeft in hoofdzaak te maken met de bijhorende infrastructuur, de druk op de omgeving, defrequentie in gebruik door een grotere doelgroep en de structurele ingrepen van buffering.De eerste groep (sport- en recreatievelden en ander clubgebonden activiteiten) van activiteiten vraagt een meergestuurde en structurele inpassing dan het bedoelde verblijfstoerisme. Het hoevetoerisme zal in hoofdzaak gebruikmaken van bestaande bebouwing en infrastructuur, het jeugdverblijfstoerisme is seizoensgebonden en vraagt eenbeperktere basisinfrastructuur (sanitair, keuken, slaapplaatsen) die bovendien gemakkelijker landschappelijk kaningepast worden. Deze geven in die zin minder druk op de omgeving.

Op basis van de gewenste deelruimte benadering kan, conform de geformuleerde ontwikkelingsperspectievenper (sub)deelruimte, een 1· selectie gemaakt worden vanuit te sluiten activiteiten. Zo zullen bijvoorbeeld de sport­en recreatievelden en andere clubgebonden recreatieve activiteiten niet kunnen plaatsvinden in degrensoverschrijdende deelruimten bos- en heidegordel en Bosbeekvallei (met uitzondering van de bestaandejuridisch vastgelegde recreatieve zones), in het westelijk agrarisch gebied in de lineair gestructureerde deelruimteIV.C. en in de historisch gegroeide nederzettingen V.B. en V.C.ln de lineair gestructureerde deelruimte IVA, IV.B.en IV.D., in de historisch gegroeide nederzetting V.A. en in de schakelruimte daarentegen kunnen deze activiteiten(lokaal en bovenlokaal) wel mits een degelijke functionele verbinding met het centrumgebeuren én een kwalitatievelandschappelijke integratie.Het dag- en verblijfstoerisme kan in principe in elke deelruimte met uitzondering van de grensoverschrijdende bos­en heidegordeliA mits een beperkte tot matige infrastructuur en in de grensoverschrijdende Bosbeekvallei II.A.,voor beiden enkel in de geselecteerde bestaande locaties.Voor de bivakhuizen wordt bij voorkeur gebruik gemaakt van bestaande infrastructuren en gebouwen (voordeelruimte IIA enkel op de bestaande locaties) waarbij gestreefd wordt naar een gebiedsgerichte en kwalitatievelandschappelijke integratie met respect voor de omgeving. Ingrijpende en belangrijke verruimingen eninfrastructurele aanpassingen die de draagkracht van de omgeving overschrijden zijn niet toegestaan.Voor het hoevetoerisme is het gebruik van de oorspronkelijk landbouwgebouwen een basisvereiste.

cleuren_merkenarchltecf1lJf & ruunleliJke p1annmg

RI 144

Page 157: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

gemeentelijk ruimtelijk structuurplan opgIab/:leel( RICHTINGGEVEND DEELgewenste deelstructuren

De reikwijdte van de activiteiten is deelgemeentelijk. gemeentelijk en bovengemeentelijk doch zal nooit vanprovinciaal of een hoger niveau zijn.Bovengemeentelijk betekent in deze context een doelgroep van gebruikers afkomstig uit de ganse gemeente en demaximaal de aangrenzende gemeenten voor wat betreft de sport- en recreatievelden en de andere clubgebondenrecreatieve activiteiten.De bivakhuizen richten zich op de ruimere regio en de provincie (mogelijk Vlaanderen), maar is in grootte beperkttot een capaciteit van om en bij de 120 slaapplaatsen in een vaste constructie. In losse constructies (tenten)kunnen bijkomend een BD-tal kampeerders, gebruik makend van dezelfde basisinfrastructuur.Er wordt echter steeds van uitgegaan dat de recreatieve activiteit de draagkracht van de omgeving nietoverschrijdt

Op volgende pagina een schematisch overzicht van het afwegingskader.

cleuren_merkenatt!ulec.... & rutmlelijke pIamong

RI 145

Page 158: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

22

li"'Cl

i~~ê§-ClCm~~

"---

~ ~g.-~.ie= •.~

",', 3

3 ~i:~

;-~

f

22

~

RUIMTELIJK AFWEGINGSKADER ZONEVREEMDE RECREATIE OPGLABBEEK IN FUNCTIE VAN ONTWIKKELINGSMOGELIJKHEDEN

ISITUERING

I IBEOORDELING

I IBELEIDSBESLISSING

I

VLAAMS EN PROVINCIAAL NIVEAU Vlaams I provinciaal

VEN I GEN I ...Verwevingsgebieden,Onderdeel ~aams of provinciale structuur

I GEMEENTELIJK NIVEAU I ·1 gemeentelijk II AARD ACTIVITEIT I I

DEELRUIMTELIGGING I REIKWIJDTE GEMEENTELIJKEN BOVENGEMEENTELIJK r---. GRUP

- grensoverschrijdende bos- en heidegordel TLokale en gestuurde (in de zin van

- grensoverschrijdende Bosbeekvallei gebundelde activiteiten) bovenlokaleontwikkelingen, op kemverster1<ende of aan

SPORT- EN - westelijk egrarisch gebied ----.j NEGATIEF I I POSITIEF I het centrumgebeuren gelinkte locaties.SPEELVELDEN e.a. - lineair gestructureerde deelruimte IV.C.CLUBGEBONDEN f--. - historisch gegroeide nederzetting V.B.- C.

, Landschappelijk gEiintegreerd en afgestemd

RECREATIEVEop de draagkracht van de omgeving.

ACTIVITEITEN f.-.-.I I

-lineair gestructureerde deelruimte IVA-B.-D. ---. BELANGRIJK I MATIG I BEPERKT- historisch gegroeide nederzetting VA

DAG- EN ~RBLIJFS- - schakelruimteTOERISME BIJHORENDE INFRASTRUCTUUR (ruimt~ijk,

infrastructureel, ver1<eersgenererend, .. )

- BIVAKPLAATSEN - grensoverschrijdende bos- en heidegor~ l.B. GRUP

Lf.v. jeugdverblijfs- en grensoverschrijdende Bosbeekvallei IIA·B.'-+ BELANGRIJK I I BEPERKT

Lokale en gestuurde bovenlokale

toerisme ...... enkel op bestaande geselecteerde locaties MATIG ontwikkelingsmog~ijkheden bij voor1<eur

- HOMTOERISME - westelijk agrarisch gebied

+ I +a.d.h.v. bestaande bouwvolumes en

-lineair gestructureerde deelruimte IV.C. infrastructuren. Hoevetoerisme enk~ in- historisch gegroeide nederzetting VA-B.-C.

NEGATIEF I "I POSITIEFoorspronkelijke landbouwgebouwen.

- schakelruimte Landschappelijk en gebiedsgericht

• gelntegreerd en afgestemd op dedraagkracht van de omgeving is een

REIKWIJDTE GEMEENTELIJK f--+ basisvereiste.EN BOVENGEMEENTELIJK

1~

i~

i'2..,:::>

;§.

i

Page 159: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

gemeentelijk ruimtelijk structuurplan opgl<tJbeek

111.5

RICHTINGGEVEND DEELgewenste deelstructuren

GEWENSTE AGRARISCHE STRUCTUUR

Doelstellingen zijn:de landbouwsector op een juridisch correcle manier lalen functioneren;zoeken naar een correcle invulling en beslemming van de landbouwpercelen in conflicl met hel gewestplan;een onderscheid maken in hel gebruik van de landbouwgronden van enerzijds deze gelegen in deBosbeekvallei en anderzijds deze op hel hoger gelegen plateau;het kleinschalige karakter van de zone ten oosten van de N730, de Bosbeekvallei en het gebied rondom dehistorische nederzettingen behouden en versterken;uitdoofbeleid voor de zonevreemde locatie ten zuiden van de Kleine Beek en de zonevreemde recreatie.

'De economische leefbaarheid van het buitengebied blijft een belangrijk aandachtspunt voor de provincie. Hetstimuleren van verbrede landbouw, hetpromoten van zachte vormen van toerisme en recreatie, het zorgdragen voor een aantrekkelijk landschap, het beschermen van het landelijk patrimonium passen binnen diedoelstelling. '5

'Ontwikkelingsperspectieven voor de landbouw.Opglabbeek ligt op de overgang tussen het gebied (1) 'Gemengde grondgebonden en grondloze veehouderijin evenwicht met de ruimtelijke draagkracht in Noordoost Umburg' en (2) , Grondgebonden land- en tuinbouwin verweven open ruimten in het netwerk Midden-Umburg' - p.382.

(1) 'In deze dynamische landbouwstreek wordt grondgebonden landbouw, vooral (melk)veehouderij, alsruimtelijkedrager ondersteund. Ook de intensieve veehouderij is belangrijk in deze regio. Zij kan echter, net zoals degrondgebonden veehouderij, niet verder uitbreiden door de beperkingen in de mestwetgeving. Dreigendeversnippering van grote aaneengesloten landbouwgebieden - bijvoorbeeld door verfinting en ruimtebeslag ­vanuit industrie ofverstedelijking wordt tegengegaan. '

'Wat de verbrede agrarische doelstellingen betreft, gaat bijzondere aandacht uit naar het nemen vanstimulerende maatregelen voor:

ruimtelijke ondersteuning van efficiënt agrarisch waterbeheer;ruimtelijke buffering van beekvalleien;functionele integratie in het modem landbouwsysteem van te herstellen kleinschalige houtkantlandschappen. '

(2) 'Grondgebonden land- en tuinbouw in verweven open ruimten in het netwerk Midden-Umburg. ''Landbouw is beperkt aanwezig. Er zijn nauwelijks grote aaneengesloten landbouwgebieden. In open ruimteverbindingen is grondgebonden landbouw structurerend als buffer tegen verstedelijking In beekvalleienis ruimte voor grondgebonden landbouw met natuurverweving ofals beheerslandbouw.Snippers landbouwgebruikpercelen kunnen functioneel worden gebundeld tot meer leefbare eenheden. Eenplanologische ruil is aangewezen tussen versnipperde agrarische gebieden op de gewestplannen en gebiedenmet een groene bestemming en weinig natuurwaarde. '

Differentiatie van de agrarische structuur voor verbrede landbouw.Functieverbreding in de landbouw wordt niet opgelegd, wel gestimuleerd. 6

Bovenstaande citaten geven samengevat de visie op provinciaal niveau weer.Beide gebieden met hun respectievelijke problematiek, zoals hierboven omschreven, komen voor in Opglabbeek.Er wordt gestuurd naar een functioneel bundelen van versnipperde landbouwgebruikpercelen tol leefbareeenheden en een combinatie van grondgebonden landbouw met natuurverweving of als beheerslandbouw in de

5 Uil. RSP\.., nchtlrlggevend deel, gewenste ruimteliJke economISChe structuur, VISie

• Uit RSPL, nchbnggevend deel, gewenste rlJlmlelqke agransche structuur, VISie

cleuren_merkenarchl1ectlJU( & IUI11te1ljke pIammg

RI 147

Page 160: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

gemeentelijk ruimtelijk structuurplan opglabbeek RICHTINGGEVEND DEELgewenste deelstructuren

beekvalleien. Dit zijn niette verwaarlozen doelstellingen bij het formuleren van de toekomstige ruimtelijkeontwikkeling van de agrarische structuur.Het agrarisch gebied van Opglabbeek staat sterk onder druk. Verschillende sectoren en bovenliggende plannenleggen de landbouw, naar oppervlakte en gebruik, duidelijke grenzen op.Zo is er de vraag vanuit de economische sector om een extra oppervlakte van maximaal 5 ha te voorzien voor deinplanting van een lokaal bedrijventerrein. De strak afgebakende zone tussen de Weg naar Zwartberg en deindustriezone kom~ gezien de ligging ten opzichte van het bestaande industrieterrein en de vlotteonlsluitingsnnogelijkheden, hiervoor in aanmerking als zoekzone.Toch moet er over gewaakt worden dat de landbouw een leefbare sector blijft. Het vastleggen en afbakenen vande agrarische zone moet gestuurd worden vanuit een gezonde verdeling van bestemmingen. Zoals in elkegemeente in Vlaanderen en zoals we duidelijk uit de kaart confrontatie gewestplan Ilandbouwgebruik kunnenafleiden, staat ook hier de landbouwbestemming in conflict met de groen/natuur bestemming.Het gewestplan, maar meer nog de kaart van de landbouw gebruikspercelen gebaseerd op de mestbankgegevens,geeft duidelijk aan hoe beperkt en versnipperd de landbouwzone is.De confrontatiekaart gewestplan I landbouw gebruikspercelen (pag. INF 68) toont tevens hoe de landbouw in degroenzone aangegeven op het gewestplan ingedrongen is.Hetlandbouwgebruik binnen de groenzone van het gewestplan blijkt voor sommige zones verklaarbaar, met namede grote percelen aan de oostzijde van de N76 in de uiterst zuidwestelijke punt en een strook ten zuiden vanDennenweelde. Deze zones hebben van oudsher (van vóór de opmaak van het gewestplan) een landbouwfunctie.Mits het hier bovendien niet gaat over waardevolle of kwetsbare gebieden lijkt het niet meer dan logisch om hier tepleiten voor een rechtzetting van de bestemming landbouw, met name zeker voor wat betreft het ruime perceel tenoosten van de N76, aansluitend op de zonevreemde landbouwvestiging.Mits bovengenoemde landbouwpercelen gelegen zijn noch in habitatrichllijngebied, noch in VENi)ebied, noch inuitbreidingsgebied N-reservaat, wordt gestreefd naar enerzijds een rechtzetting van de bestemming landbouw voorhet perceel ten oosten van de N76, en anderzijds naar een vastleggen van de huispercelen mits het opleggen vangerichte randvoorwaarden.

De ruimtelijke meerwaarde die bestaande landbouwzones en hun gebruik aan de woonomgeving biedt zal bijvoorkeur gevrijwaard blijven. Zowel de kleine binnenliggende zones als de strook die de bebouwde kernen vanLouwel en Opglabbeek omgordelen geven Opglabbeek de nodige 'open ruimte' en dieptezichten.De woonkernen maken zich ruimtelijk los van de omliggende groengordel. Het kwalitatief beëindigen van dewoonstraten moet voorkomen dat vanaf de open ruimte een negatief beeld op achterkanten ontstaat.Gezien de beperkte omvang On verhouding tot de gemeentelijke oppervlakte) en het versnipperd beeld van deagrarische zone is het van essentieel belang de bestaande oppervlakte te handhaven.Het zacht recreatief medegebruik van deze stroken heeft enkel betrekking op het doortrekken van fiets-, wandel-,en of ruiterpaden. Het inpassen van bijhorende rustplekken gebeurt steeds aan de rand met de woonzone, op deperceelsgrenzen van de groen- of landbouwzone óf in de voorziene sport- en recreatiezones.

De teelten die erop plaats vinden zijn verbonden aan een leefbare landbouwuitbating. Het kweken van nietlandbouwgewassen wordt in de aangegeven zones van het agrarisch gebied niet toegestaan. Er wordt steeds eenagrarisch gebruik van de landbouwpercelen nagestreefd.

Voor de noordoostelijke (omgeving Oudsberg) en de zuidoostelijke (langsheen de hele Bosbeek) landbouwzonewordt gepleit voor een blijvend kleinschalig gebruik (in hoofdzaak graslanden en het inpassen van gewassen dierekening houden met enerzijds de zanderige ondergronden ten noorden en anderzijds de vochtige gronden(overstromingszones) langs de Bosbeek.Bovendien zou het telen van bepaalde gewassen, zoals maïs of aardappelen, op de daar voorkomende hellingenhet erosieproces enorm beïnvloeden en de waterhuishouding verstoren.Ook het inplanten van intensieve niet grondgebonden landbouwbedrijven moet hier, omwille van de last op deomgeving, voorkomen worden.Het inpassen van kleine landschapselementen, in de vorm van bomenrijen, hagen en kleine struweeltjes moet heteroderen en wegspoelen van de ondergrond voorkomen. Mogelijk kan dit initiatief genomen worden óf opgemeentelijke gronden óf op privé gronden door middel van het afsluiten van beheersovereenkomsten.

cleuren_merkenardlllec1uur & rutmteijke piaMmg

RI 148

Page 161: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

gemeentelijk ruimtelijk structuurplan CW1abbeek RICHTINGGEVEND DEELgewenste deelstructuren

Het inpassen van kleine landschapselementen wordt steeds gezien als een positieve invulling van het agrarischgebied dat verschraling en eroderen moet voorkomen. Het betreft hier geen ombuiging van landbouw naar natuur,de functie landbouw blijft steeds de hoofdactiviteit, de kleine landschapselementen moeten gezien worden als eenonderdeel van het open agrarisch gebied.

Samengevat.De gewenste agrarische structuur richt zich op:

streven naar het inpassen van kleine landschapselementen in de agrarische zones parallel aan de Bosbeek;kleinschalig gebruik van de gronden parallel aan de Bosbeek en tussen de historische nederzettingen;het omruilen van de agrarische gronden gelegen tussen de Weg naar Zwartberg en de industriezone enerzijdsen een gebied als schakel tussen de noordelijke en zuidelijke groenstructuur naa- een aaneengesloten strookcentraal ten zuiden anderzijds;het landschappelijk inkleden van grote bedrijven buiten de woonzone;uitdoolbe1eid voor zonevreemcle constructies in de groenzone van de Bosbeekvallei;uitdoolbe1eid voor zonevreemde constructies in het landschappelijk waardevol agrarisch gebied;het vastleggen van de landbouwbestemming voor het grote perceel (ten oosten van de N76) die van oudshereen landbouwfunctie hebben maar bij de opmaak van het gewestplan groen ingekleurd werden;het vastleggen van de landbouwbestemming met randvoorwaarden voor de huispercelen;het stimuleren van het terug omvormen van landbouwpercelen naar natuur/groengebied viabeheerovereenkomsten, en dit voornamelijk voor de gebieden gelegen in groengebied volgens gewestplan, inhabitalrichtlijngebied, in VEN-gebied, in uitbreidingsgebied N-reservaat en andere natuur/groen gerichtebestemmingen.

Bovenstaande gewenste agrarische structuur heeft betrekking op het lokale niveau waarbij de visie van de hogereoverheden op de bovenlokale agra-ische structuur ondersteund zal worden.

111.6 GEWENSTE NATUURUJKE EN BOSSTRUCTUUR

Visie en doelstellingen.De gewenste landschappelijke en natuurlijke structuur richt zich op het behoud van het gedifferentieerd karaktervan elk onderdeel. Het inpassen van elke andere functie op deze locatie moet gebeuren met respect voor ditkwalitatief gegeven.

'De provincie wenst de landschappelijke structuur te bewaren alsooI< de landschappelijke herkenbaarheid en diversiteit teversterken..,

De gewenste natuurlijke, landschappelijke en groenstructuur van Opglabbeek is een verdere uitwerking van devisie geformuleerd in het ruimtelijk structuurplan Limburg.

Samengevat selecteert de provincie:De Bosbeekvallei als complex gaaf landschap.'Complexe gave landschappen zijn grote gebieden waarin samenhangen tussen onderdelen ervan worden behouden enversterkt. In complexe gave landschappen kunnen kleinere gebieden (bijvoorbeeld gave landschappen) als prioriteitenvan landschapsbehoud en -ontwikkeling worden uitgewerkt. Daarin moeten de ruimtelijke ingrepen in overeenstemmingzijn met de gewenste ontwikkelingen voor het landschap.In complexe gave landschappen komen verschillende structuurlJepalende landschapselementen voor in een landschapwaaNan de samenhang en de structuur in beperkte mate gewijzigd zijn door grootschange ingrepen. De open ruimtewordt maximaal behouden. De landschappelijke renclen die het gebied karakteriseren (punt-, njo- en vlakrelicten) enderepresentatieve concentraties (ankerplaatsen), kunnen relevantie hebben voor de gemeentelijke structuurplannen.Hun behoud en versterking vormen een bijkomend afwegingskader voor het provinciaa/ruimfeUjk beleid. 'De Bosbeek tot strocluurbepa/ende hydrografische element.'Structurerende hydrografische elementen, beken, kanalen, wateringen en Maas, spelen als landschappelijke elementen

'Uil RSP\. - RJChbnggevend deel, landsdlappelijke structuur; V~.. en doelstellingen

cleuren_merkenar<:!utectwr & IU1l11telijke p1annong

RI 149

Page 162: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

gemeentelijk ruimtelijk structuurplan opglabbeek RICHTINGGEVEND DEELgewenste deelslructuren

en als netwerk een structuurbepalende rol. Bebouwing op of nabij de oevers wordt tegengegaan. Behoud enherkenbaarheid van het element staan centraal bij ruimtelijke ingrepen. Vrxx de structurerende hydrografische elementenis een samenhangende ontwikkeling van vanei en omgeving drxx gedifferentieerde typologieën en concepten nodig. 'Natuurverbindingen:droge: nr. 10: Opglabbeek, tussen Broekkant en Ruwmorlelsheide lYVer de Bosbeekvallei en nr. 12: Opglabbeek;natte: nr. 76: As, Opglabbeek, vallei van de Bosbeek.De mijntefril als baken.

Het uitdijende karakter van de bebouwing van Opglabbeek en Louwe!, waarbij de uitlopende woonstraten alstentakels in het landschap grijpen, vormt niet echt een bedreiging voor het omsluitende groen, maar eerder voor detussenliggende open ruimten. Deze gefragmenteerde landbouwzone is gereduceerd tot omsloten zones tussen debebouwing en tussen de bebouwing en het bosgebied. Deze luchtige kamers vormen nochtans een belangrijkeovergangszone tussen bebouwing en groengebied. Het is de schaarse open landbouwgrond die zorgt voorwisselende ruimtelijke beelden, diversiteit in het landschap en het positioneren van de kernen ten opzichte vanelkaar en ten opzichte van het omarmende groen. Het afwerken van de randen en eindpunten van de woonstratenen meer nog het voorkomen van het verder uitdijen van de bebouwing moet het open agrarisch ruimtelijkkleinschalig landschap veilig stellen.

De differentiatie, maar ook de dualiteit die aanwezig is in de bestaande landschappelijke en natuurlijke structuurmoet in het na te streven beeld verder gedragen worden. Elk onderdeel én subonderdeel van deze structuur moetin zijn eigenheid, kwetsbaarheid, waarde en eigenlijk gebruik gerespecteerd en beschermd worden.De invulling en het gebruik zullen voor de verschillende deel- en subgebieden verschillend zijn. Zo zullen demaatregelen en de graad van tolerantie anders zijn voor de kwetsbare Bosbeekvallei dan voor het zuidelijkeéénvormige dennenboscomplex. Zoals in de bestaande structuur al aangegeven wordt maken we een opdeling in:1. De éénvormige naaldhoutcomplexen ten noorden en ten zuiden die op hun beurt opgedeeld kunnen worden in

subgebieden, zijnde:- het Ophovenerbos ten noorden, matig kwetsbaar met kwetsbare gedeelte aansluitend op de Kattebeek;- en het Gruitroderbos ten noorden (westzijde), matig kwetsbaar met daarin de kwetsbare waardevolle vennenTurfven en Ruiterskuilen;- het Heiderbos ten zuiden, minder kwetsbaar met uitzondering van het valleilje van de Lietebeek.

2. De uiterst zuidwestelijk uithoek van de gemeente met de rnijnterrils van Zwartberg en Waterschei die hetlandschap ten westen van Opglabbeek sterk bepalen.

3. De Bosbeekvallei die, alhoewel ze opgedeeld kan worden in vier subgebieden, steeds over de hele lijn alskwetsbaar gebied beschouwd wordt.

Binnen het provinciaal structuurplan wordt de Bosbeek geselecteerd als natte natuurverbinding (NVB 76).Hiervoor wordt een gebiedsgerichte ontwikkeling voorgesteld (RSPL).

'In het natuurlijk systeem van de Umburgse bos- en heidegordel is het noodzakelijk natuurverbindingen te vrijwarentussen de drie parken onderling, en tussen de parken en de omgevende natuurlijke systemen. ''De zwakke bindingen tussen het Park Hoge Kempen en het Park Midden-Umburg over de BosbeekvaJlei moeten wordenversterkt Het behoud van de weinige resterende open ruimte verbindingen die als natuurverbindingen zijn geselecteerd,is essen~eel vrxx de bos- en heidegordel als Vlaamse genenpool en toegangspoort '

De beschenning kan op verschillende manieren gebeuren.Door de voorschriften, de doelstellingen en standpunten geformuleerd in de verschillende deelstudies uit hetRegionaal Ontwikkelingsplan, het richtplan Bosbeek en het GNOP te volgen. Meer bepaald:- natuurgericht bosbeheersplan gekoppeld aan sensibiliseren;- afbouwscenario voor verblijfsrecreatie nabij Heiderbos en weekendverblijven;- bufferzone industriegebied;- beperken van overstorten;- ontmoedigen autoverkeer Bosbeekvallei;- natuurherstel zandgroeve 'Weg naar Niel' en ten zuiden van de Lietenstraat;-landschappelijke inpassing Wilhelm Teil;- aanleg houtkanten en wandelpad 'Hoeverheide';

cleuren_merkenarcMectuur &ruimtelijke planning

RI 150

Page 163: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

gemeentelijk ruimtelijk structuurplan opglabbeek RICHTINGGEVEND DEELgewenste deelstructuren

- natuurontwikkeling en rangschikking als landschap Dorperbroek;- bosuitbreiding Louwelsbroek;- verscherpt toezicht mest uitrijden Bosbeekvallei;- berrnbeheersplan;- beplanting restgronden;- herstel openbaar domein landelijk gebied;- inventarisatie en bescherming punt- en lijnvormige elementen in landbouwgebied;- ecologische opwaardering Kleine Beek;- subsidiereglement bomenrijen en houtkanten en uitvoeren beheerswerken;- beheersovereenkomsten met de landbouwsector.

2 Door op essentiële en realiseerbare plekken te werken aan het vervolledigen en aan elkaar sluiten van debestaande structuur om te komen tot één volwaardige aaneengesloten landschappelijke en natuurlijkestructuur. Meer bepaald:- Tussen de kern Opglabbeek en het industrieterrein, waar de groenstructuur in noordzuid richtingonderbroken wordt door de Weg naar Zwartberg en een zone voor agrarisch landschappelijk waardevolgebied. Op deze plek kan een nieuwe groenzone ingepast worden die de stapsteen tussen het noordelijk enzuidelijk groen vormt Naar bestemming kunnen hier de te herlokaliseren sportvelden en verenigingen metbehoefte aan buitenterrein (hondenclub, jumping, schutterij, ...) gebundeld worden.Het betreft hier een in hoofdzaak groene bestemming gecombineerd met inpasbare lokale recreatievebezigheden.- Tussen de Bosbeekvallei en het centrum.Een landschappelijke schakelzone tussen het dorpscentrum en de Bosbeek moet de natuurlijklandschappelijke structuur vanuit het centrum ervaarbaar en bruikbaar maken. Het betreft hier een zachtmedegebruik d.m.V. een wandelpad dat achter de pleinwand afdaalt naar de Bosbeekvallei.

3 Als landschappelijk beeldbepalende plek, als baken in het landschap en als referentieplek bij de toegang naarOpglabbeek aan de westzijde, vragen de mijnterrils van Zwartberg en Waterschei een open en afgebakendeinrichting. Het beeld op de terril moet open blijven, de afbakening duidelijker en beeldender gemaakt

4 Het volledig vrijwaren van oneigenlijk gebruik van de kwetsbare Bosbeekvallei en het inpassen van kleinelandschapselementen in de grensstrook (belendend agrarisch gebied) met de kwetsbare Bosbeekvallei.

5 Het volledig vrijwaren van oneigenlijk gebruik van de kwetsbare zones van de noordelijke en zuidelijkeéénvormige naaldhoutcomplexen.Binnen de minder kwetsbare zones gebeurt een afweging van gebruik waarbij het behoud van het groenekarakter enlof de openheid steeds primeert.

Samengevat.De gewenste landschappelijke en natuurlijke structuur richt zich op:

het behoud en het vrijwaren van de bestaande waardevolle groengebieden;het realiseren van de groene schakel/stapsteen tussen het noordelijk en het zuidelijk groen, centraal in degemeente tussen Opglabbeek en Nieuwe Kempen (industriezone);het realiseren van een landschappelijke en ruimtelijke schakel tussen het centrum en de Bosbeekvallei;het optimaal beschermen en het voorkomen van oneigenlijk grondgebruik in de Bosbeekvallei;het optimaal beschermen en het voorkomen van oneigenlijk grondgebruik in de kwetsbare zones binnen denoordelijke en zuidelijke bosstructuren, meer bepaald Turfven, Ruiterskuilen, vallei van de Lietebeek, deKreeftenbeek en de Kattebeek;het behoud van de bestaande afbakening van de noordelijke bosstructuur, meer bepaald de vallei van deKattebeek en de Bosbeekvallei in overeenstemming met de habitatrichtlijngebieden, de VEN-gebieden,grondwaterwingebieden en de uitbreidingsgebieden voor N-reservaa~het stimuleren van beheersovereenkomsten in het kader van de natuurwetgeving (weidevogelbeheer,perceelsrandenbeheer, en herstel, ontwikkeling en onderhoud van kleine landschapselementen) voor dezonevreemde landbouwpercelen en de landbouwpercelen in agrarisch waardevol gebied.

Bovenstaande gewenste natuurlijke en bosstructuur heeft betrekking op het lokale niveau waarbij de visie vande hogere overheden op de bovenlokale structuur ondersteund zal worden.

cleuren_merkenarchilectuur & rutmtehjke planning

Rl 151

Page 164: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

gemeentelijk ruimtelijk structuurplan opgIalJbeek

cl eu ren_merkenarchitectuur & ruimtelijke I'lanning

BI NO END

Page 165: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

gemeentelijk ruimtelijk structuurplan opgIabbeek BINDEND DEEL

BINDENDE BEPALINGEN (8.B.)

se I e c tie s..... . 153I. 1 infrastructuur.. . 1531.2 economische structuur 1531.3 nedefzettingstructuur 1531.4 toeristisch-recreatieve structuur. 1541.5 agrarische structuur 1541.6 natuurlijke structuur 155

11 ruimtelijke uitvoeringsplannen 155111 strategische projecten................ . 157

cleuren_merkenarchitectuur & ruimtelijke planning

BI 152

Page 166: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

gemeentelijk ruimtelijk structuurplan opgIabbeek

SELECTIES

BINDEND DEEL

\.1 INFRASTRUCTUUR

Droogstraat-Reyndersstraat-Hoekstraat te Opglabbeek met respect voor de oude beekstructuur;Boekweitstraat te Opglabbeek;Weg naar Zwartberg - Roexeindestraat Ie Opglabbeek;Hermisweg - Weg naar As te Opglabbeek.Weg naar Opoeteren - Kreemerstraat te Lauwel

B.B.01. Selectie van lokale wegen type I, 11 en \11De gemeente selecteert volgende lokale wegen:

Lokale weg type I: Weg naar Bree, Weg naar As, Weg naar Zwartberg, Weg naar Opoeteren.Lokale weg type 111: alle overige wegen.

\.2 ECONOMISCHE STRUCTUUR

B.B.02. Selectie van een zone voor lokale bedrijvigheidDe gemeente selecteert de deelruimte IV.D. als potentiële locatie voor een lokaal bedrijventerrein.

\.3 NEDERZETTlNGSTRUCTUUR

B.B.03. Selectie van te verdichten gebieden (inbreidingsgebieden) gelegen in woonzoneDe gemeente selecteert de mogelijk te verdichten woongebieden zoals aangegeven in de woonbehoeftestudie,met name:

WI01:W102:W103:W104:WIL2:

B.B.04. Selectie van om te vormen inbreidingsgebieden (in woonzone) naar woonuitbreidingsgebiedDe gemeente selecteert de mogelijk om te vormen, niet centrumversterkend gelegen, wooninbreidingsgebiedennaar woonuitbreidingsgebied, zoals aangegeven in de woonbehoeftesludie, met name:

WIOS: Weg naar As - Oude Asserweg te Opglabbeek;WI06: Heidestraat - Weg naar As te Opglabbeek;WINK1: Weg naar Zwartberg -Irisstraat te Nieuwe Kempen;WINK2: Weg naar Zwartberg- Asterstraat te Nieuwe Kempen;WINK3: Weg naar Zwartberg - Violastraat te Nieuwe Kempen;W111: Dreesstraat - Leyssenstraat te Louwe\.

B.B.OS. Selectie van woonuitbreidingsgebiedenDe gemeente selecteert volgende woonuitbreidingsgebieden:

WU01: Langveld, op zeer korte termijn als gedeeltelijke herziening van de bestaande BPA's.WU02: Stegerweg als prioritair (gefaseerd aansluitend op het centrumgebied van Opglabbeek) te

ontwikkelen gebied i.l.v. een combinatie van sociale huisvesting en privé-ontwikkeling.Privé-ontwikkeling in equivalent van de om te vormen wooninbreidingsgebieden selectie 8.8.04.

WU03: Bijvaerdeweg - Bosstraat, in reserve, m.a.w. op langere termijn na aantonen behoefte bij eenevenluele herziening van het gemeentelijk ruimtelijk strucluurplan.

B.B.06. Selectie van te onderzoeken af te werken okselsDe gemeente selecteert volgende locaties als mogelijk ruimtelijk af te werken oksels:

gebied tussen de Molenweg en de Vinkenkantstraat beperkt in functie van wonen;gebied tussen de Weg naar Zwartberg en de Ophovenstraat beperkt in functie van wonen.

cleuren_merkenarchitectuur & ruimtelijke planning

BI 153

Page 167: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

gemeentelijk ruimtelijk structuurplan ~Iabbeek BINDEND DEEL

B.8.07. Selectie van landschappelijk te integreren zonevreemde woningenDe gemeente selecteert volgende locaties als gebiedsgerichtte integreren locaties met zonevreemde woningen ofwoninggroepen (historische dusters) op basis van de onlwikkelingsperspectieven voor de gewenste deelruimten:

de woningen in de Bosbeekvallei, met name de woondusters Hoefkant en Vinkenkant en de oude slagmolen;de woningen langs de N76, in het westelijk agrarisch gebied.

IA TOERISTISCH·RECREATIEVE STRUCTUUR

B.B.08. Selectie locaties met beperkte ontwikkelingsmogelijkheden voor lokale sportvoorzieningen perdeelkem

De gemeente selecteert volgende locaties voor lokale sportvoorzieningen:voor Opglabbeek de sportzone Opglabbeek ten oosten van de Weg naar Bree;voor Louwel de oostelijke locatie 'Eendracht Louwel'.voor Nieuwe Kempen de huidige locatie 'Fe Nieuwe Kempen' en de locatie in het centrum.

B.8.09. Selectie van locatie voor lokale sportvoorzieningenDe gemeente selecteert volgende locatie voor de te herlokaliseren zonevreemde recreatie:

de zone lussen Opglabbeek en de noordelijke industriezone ter hoogte van 'De Kemp'.

B.B.10. Selectie van locatie voor jeugdverblijfsloerismeDe gemeente selecteert (nietlimitatie~ volgende locaties voor jeugdverblijfstoerisme:

De Schutterij. Weg naar Opoeteren;Kimpenhof, Laerstraat;bivakhuis Nachtegaal. Oude Molenweg;hoeves in de agrarische deelruimte;De Kemp.

1.5 AGRARISCHE STRUCTUUR

Onderstaande bindende bepalingen (B.B.11 te.m. B.B.14) worden allen gelijktijdig én samen met B.B.17uitgevoerd én tegenover elkaar afgewogen en op elkaar afgestemd.

B.B.11. Selectie van de agrarische percelen met randvoorwaardenDe gemeente selecteert een aantal percelen (nietlimitatie~ als agrarisch gebied met randvoorwaarden, met namede huispercelen ten zuiden van de Weg naar Zwartberg en deze parallel aan de Bosbeek zoals aangegeven in degewenste agrarische structuur.

B.B.12. Selectie van perceel in GWP groengebied naar agrarisch gebiedDe gemeente selecteert het perceel ten oosten van de N76 om het agrarisch gebruik, dat tijdens de opmaak vanhet gewestplan als groengebied werd ingekleurd, te bestendigen als agrarisch gebied

B.B.13. Selectie van agrarisch gebied in functie van herbestemmingDe gemeente selecteert het agrarisch gebied ten zuiden van de industriezone en een gebied in de schakelruimte(recreatieve kamers) als te herbestemmen naar groen, lokale zachte recreatie en lokale industrie .De gemeente selecteert een aantal percelen in agrarisch gebied om te zellen naar groengebied Lf.v. het omruilenvan een groenzone aansluitend op het bedrijf GAM (langs de Weg naar Zwartberg) conform het sectoraal BPAzonevreemde bedrijven.

8.B.14. Selectie van agrarische gebieden in functie van herbestemming naar groengebiedDe gemeente selecteert de percelen in landbouwgebruik die gelegen zijn in habitatrichtlijngebied, in VEN-gebieden in uitbreidingsgebied N-reservaat om te vormen naar groengebied. Dit zijn onder andere de percelen in degroene randen zoals aangegeven in de gewenste bos- en groenstructuur (momenteel agrarisch gebruik) en depercelen ten westen van de N76 (o.a. rond de mijnterril).

cleuren_merkenarchitectuur & ruimtelijke ~anning

BI 154

Page 168: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

gemeentelijk ruimtelijk structuurplan opgabbeek BINDEND DEEL

16 NATUURLIJKE STRUCTUUR

B.B.15. Selectie van de Bosbeekvallei en de Kleine Beek als natuurlijke en landschappelijke ruggengraatDe gemeente selecteert de Bosbeekvallei en de Kleine Beek tot in het centrum van Opglabbeek alslandschappelijke en ruimtelijke ruggengraa~ met name deze delen die niet opgenomen worden in een provincialeactie.

B.B.16. Selectie van natuurlijke kwetsbare zonesDe gemeente selecteert gebieden in de noordelijke en oostelijke groenstructuren als kwetsbare zones, met name:

de vallei van de Uetenbeek, de Kreeftenbeek en de Kattebeek in de vallei van de Bosbeek;Turfven, de Ruiterskuilen en de Oudsberg in de noordelijke bos- en heidegordel

Dit indien deze gebieden niet opgenomen worden in een provinciale actie.

B.B.17. Selectie van groene stapstenenB.B.17. wordt gelijktijdig uitgevoerd met B.B.11 t.e.m. B.B.14De gemeente selecteert de zone tussen Opglabbeek en de noordelijke industriezone (Ophoven) als locatie voorhet uitwerken van groene stapstenen in functie van het verbinden van de noordelijke en zuidelijke omgordelendegroenstructuren.

11 RUIMTELIJKE UITVOERINGSPLANNEN

B.B. 18. GRUP lokaal bedrijventerreinEr wordt een gemeentelijk uitvoeringsplan opgesteld voor het lokaal bedrijventerrein.In dit GRUP zit naast de functionele infrastructurele schakel (het infra-platform) naar de zuidelijke industriezoneook de toekomstige ontwikkeling en de ruimtelijke randvoorwaarden van deze zone vervat.

B.B.19. GRUP woonuitbreidings- en wooninbreidingsgebiedenEr wordt een gemeentelijk uitvoeringsplan opgesteld waarbij gelijktijdig enerzijds de om te ruilenwoonuitbreidingsgebieden zoals aangegeven in B.B. 04 (selectie van om te vormen inbreidingsgebieden (inwoonzone) naar woonuitbreidingsgebied) als het prioritair gedeeltelijk te ontwikkelen uitbreidingsgebied (WU02)wordt opgenomen (gekoppelde handeling).De ontwikkeling van het woonuitbreidingsgebied betreft een eerste fase van ontwikkeling van hetwoonuitbreidingsgebied WU02-Stegerveld, ten zuiden van de Weg naar Zwartberg, onmiddellijk aansluitend op hetcentrumgebied van Opglabbeek. De invulling richt zich op een gemengde invulling van sociale huisvesting enprivé-initiatieven met een gelijke verdeling in het aandeel sociale huisvesting van huurwoningen, koopwoningen ensociale koopkavels.

8.B.20. GRUP Centrum OpglabbeekEr wordt een gemeentelijk uitvoeringsplan opgesteld voor het centrum van Opglabbeek. Hierbij wordt tevens dehuidige afbakening onderzocht en mogelijk aangepast in functie van het huidig en gewenst functioneren van decentrumfuncties. Het RUP richt zich op het opwaarderen en uitwerken van een functioneel samenhangendcentrum. Het betreft een verdichten en ruimtelijk versterken van het handels- en dienstencentrum, het inpassenvan een functioneel woon- en zorgcentrum, het afbakenen van het centrumwonen, het verkeersveilig maken vanhet centrumgebied, het voorstellen van te sturen ontwikkelingszones en het realiseren van de poort naar deBosbeek.

B.8.21. GRUP af te werken okselsEr wordt een gemeentelijk uitvoeringsplan opgesteld voor de afwerking van de oksels in functie van eenkwalitatieve ruimtelijke afwerking van de achterwanden.Het betreft in hoofdzaak de locaties tussen de Molenweg en de Vinkenkantstraat en het gebied tussen de Wegnaar Zwartberg en de Ophovenstraat. Andere locaties kunnen mogelijk toegevoegd worden.

cleuren_merkenarchitectuur & ruimtelijke planning

BI 155

Page 169: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

gemeentelijk ruimtelijk structuurplan q>gIabbeek BINDEND DEEL

B.B.22. GRUP landschappelijk te integreren zonevreemde woningenEr wordt een gemeentelijk uitvoeringsplan opgesteld voor de gebiedsgerichte en landschappelijk integratie van dezonevreemde woningen langs de N76 en deze in de Bosbeekvallei, met name de woonclusters Hoefkant enVinkenkant en de oude slagmolen.Het RUP richt zich onder andere minimaal naar de ruimtelijke en landschappelijke voorwaarden enontwikkelingsperspectieven geformuleerd in de gewenste deelruimten.

8.B.23. GRUP lokale sportzones per deelkemEr wordt een gemeentelijk uitvoeringsplan opgesteld voor de sportzone van Opglabbeek (ten oosten van de Wegnaar Bree), de sportzone van Louwel (de oostelijke locatie 'Eendracht Louwel' en het terrein tussen de Weg naarOpoeteren en de Kreemerstraat) en de sportzone van Nieuwe Kempen (de huidige locatie 'Fe Nieuwe Kempen).Er zal optimaal rekening gehouden worden met de specifieke landschappelijke kenmerken.

B.B.24. GRUP jeugdverblijfstoerismeEr wordt een gemeentelijk uitvoeringsplan opgesteld voor de geselecteerde locaties voor jeugdverblijfstoerisme,met name voor de Schutterij, Weg naar Opoeteren, Kimpenhof in de Laerstraat, het bivakhuis Nachtegaal langs deOude Molenweg, De Kemp langs de Ophovenstraat en de hoeves in de agrarische deelruimte.Hiervoor zal het ruimtelijk afwegingskader zonevreemde recreatie gebaseerd op de gewenste deelruimtebenadering gehanteerd worden.

B.B.25. GRUP agrarisch gebied op lokaal niveauEr wordt een gemeentelijk uitvoeringsplan opgesteld voor:

de (huis)percelen ten zuiden van de Weg naar Zwartberg en deze parallel aan de Bosbeek als agrarischgebied met randvoorwaarden;het perceel ten oosten van de N76 dat in het gewestplan als groengebied werden aangegeven, maar dat vanoudsher als landbouwgebied fungeert;het agrarisch gebied ten zuiden van de industriezone noord en een gebied in de schakelruimte (recreatievekamers) als herbestemming naar groen, recreatie en lokale industrie;de percelen in landbouwgebruik die gelegen zijn in habitatrichtlijngebied, in VENilebied en inuitbreidingsgebied N-reservaat om te vormen naar groengebied, hiermee wordt bedoeld de percelenlangsheen de zuidelijke gemeentegrens (momenteel agrarisch gebruik) en de percelen ten westen van deN76.

In dit GemRUP wordt er tevens gezocht naar percelen ter compensatie van de groenzone aansluitend op debedrijfszone GAM (onderdeel van het sectoraal BPA zonevreemde bedrijven) als om te vormen naarbedrijvenzone. De omgevormde oppervlakte groengebied (ongeveer 6169 ni) zal op een evenwaardige manier enlocatie worden geherlocaliseerd in een nog nader te noemen zone, aansluitend op bestaand groengebied

Dit GRUP wordt gelijktijdig opgesteld met het GRUP schakelruimte - B.B. 27.

B.B.26. GRUP Bosbeekvallei en de Kleine BeekEr wordt een gemeentelijk uitvoeringsplan opgesteld voor de Bosbeekvallei en de Kleine Beek voor het deelaansluitend op het centrum van Opglabbeek als landschappelijke en ruimtelijke ruggengraat, met name het deeldat niet op provinciaal niveau geselecteerd werd. De visie zal echter in overeenstemming zijn met dezegeformuleerd in het PSPL.Het accent ligt op het behoud en versterken van het natuurlijk en landschappelijk gegeven, het toeristisch enrecreatief gebruik is hieraan ondergeschikt en de omgeving van de zonevreemde nederzettingen Vinkenkant enBroekkant wordt gebiedsgericht en conform het karakter van de Bosbeekvallei ingericht.

B.B.27. GRUP kwetsbare zonesEr wordt een gemeentelijk uitvoeringsplan opgesteld in functie van het veiligstellen van de kwetsbare gebieden metname de vallei van de Lietenbeek, de Kreeftenbeek en de Kattebeek in de vallei van de Bosbeek en Turfven en deRuiterskuilen in de noordelijke bos- en heidegordel. Dit indien hiervoor geen provinciale actie voor ondernomenwordt.

B.B.28. GRUP schakelruimte

cl eu ren_merkenar~hitectuur& ruimtelijke planning

BI 156

Page 170: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

gemeentelijk ruimtelijk structuurplan opglabbeek BINDEND DEEL

Er wordt een gemeentelijk uitvoeringsplan opgesteld voor de zone tussen Opglabbeek en de noordelijkeindustriezone als locatie voor het uitwerken van groene stapstenen in functie van het verbinden van de noordelijkeen zuidelijke omgordelende groenstructuren gecombineerd met het inpassen van landbouwpercelen en recreatievekamers voor de herlocatie van lokale zonevreemde recreatie.Een basisvoorwaarde voor het inpassen van zachte recreatie in de schakelruimte is dat de vaste constructies, inde vorm van bijhorende gebouwen, zo veel mogelijk gebundeld worden en optimaal aansluiten op de bestaandewegeninfrastructuur en de bestaande woonlinten van de kern Opglabbeek (ter hoogte van De Kemp dus). Dit om tevoorkomen dat de schakelruimte, die in hoofdzaak een groene verbindende rol speelt, verwordt tot eenversnipperde recreatieve zone.

Dit GRUP wordt gelijktijdig opgesteld met het GRUP agrarisch gebied - B.B. 24.

111 ST RA TE GIS CHE PRO JEe TE N

8.6.29. Masterplan centrum van OpglabbeekAfbakenen van het centrum van Opglabbeek.Inrichtings- en projectvoorstellen in functie van een opwaardering van en het uitwerken van een functioneelsamenhangend centrum. Het betreft het verdichten en ruimtelijk versterken van het handels- en dienstencentrum,het inpassen van een functioneel woon- en zorgcentrum, het afbakenen van het centrumwonen, het verkeersveiligmaken van het centrumgebied, het voorstellen van projectzones en het realiseren van de poort naar de Bosbeek.

6.6.30. Ontwerpvoorstellen voor de in- en uitbreidingsgebiedenOntwerpvoorstellen ter verdichting van kleinere tussenliggende zones zoals aangegeven in de selectie (B.B.03).Realiseren door middel van samenwerkingsverbanden met privé-initiatieven of op eigen initiatief.

6.6.31. Ontwerpvoorstellen in functie van de herinrichting lokale wegen type IOplossingen formuleren voor veilige doortochten aan de hand van inrichtingsvoorstellen.Het betreft de Weg naar Zwartberg.

cleuren_merkenarchitectuur & ruimtelijke planning

BI 157

Page 171: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

gemeentelijk ruimtelijk structuurplan opgIattJeek

cleuren_merkenarchitectuur & ruimtelijke planning

BIJLAGE

Page 172: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

1ür'-:iLl-'"öö t:Cf\.

,

\2007-02-15 I I,,"_~ ~'-,,"G:~: 'r..i 1 'I ü~ 200~

;. :

\~:_ :.. .• L - I

I!LH ~r 0 V in c e Limburg

", D;'''"' Infrastructuur, Ruimtelijke ordening, Milieu en Natuur

De gemeentelijke commissie voor ruimtelijkeordeningPostbus 3836600PGLABBEEK

Geachte

Srctl~ ).2.2 RuimttHjke Ordening - Planning en Beleid

B._tt: het advies over het ontwerp van het gemeentelijk rolmte/ijk structuurplan van Opglabbeek inkader van het openbaar onderzoek

Naar aanleiding van het openbaar onderzoek over het ontwerp van het gemeentelijk ruimtelijkstructuurplan van Opglabbeek, dat de gemeente heeft georganiseerd van 27 oktober 2006 tot 25 januari2007, vindt u als bijlage het advies van de deputatie - na raadpleging van de Provinciale commissie voorruirnetijke ordening - aan de Gemeentelijke commissiE! voor ruimtelijke ordening_

Confonn het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening (artikel 33 §S­9) en de bijlage 'Advisering en goedkeuring door het provinciebestuur van de gemeentelijke dossiersruimtelijke ordening' aan het gemeentebestuur toegezonden bij brief van 11 maart 2003 betreffendegoedkeuring ven het ruimtelijk structuurplan provincie Umburg, vragen wij het gemeentebestuur om hetgrs, definitief vastgesteld door de gemeenteraad. in 6 exemplaren te bezorgen aan de deputatie/Afdeling3.2 - RD. Bijkomend worden er twee exemplaren van het gemotiveerd advies van de Gecoro gevraagd enhet verslag van de gemeenteraad waarop het grs definitief werd vastgesteld.

Conform artikel 33 §6 DRO moet dit advies Inlegl'aal opgenomen w_ in hetgemoUv_ advies van de GeconI ..... de gemeell_d met betl'ttkldng tot hetbovanvenneld ontwerpogrs.

Met achting

Namens de deputalie

\. I Ji, ,,

Marc Martensprovinciegriffier

SylvalrrSleypen~édeputeerde

Contactpersoon: Peter De la hayeTelefoonnummer: 011 2383 57Kenmerk: 023.0221Dossier: grs DpglabbeekBijlagen: 1

Provi"ci~ limburg, universiteitslaan 1. 8-3500 Hasselt

011 23 83 OS,a 011 23 83 10

[email protected] www./imburg.be

.. J

Page 173: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

r o v In c+

e Limburg

, .. DI",ti. Infrastructuur, Ruimtelijke Ordening, Milieu en Natuur

Stctit J.2.2 Ruimtelijke ordening - Planning en Beleid

Betl'eft: hetadvies over het ontwerp van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan van Opglabbeek inkader van het openbaar onderzoek

Op 16 oktober 2006 stelde de gemeenteraad van Opglabbeek het ontwerp van gemeentelijk ruimteiijkstructuurplan (grs) voorlopig vast. Het openbaar onderzoek werd gestart op 27 oktober 2006 en drtgedurende 90 dagen tot en met 25 januari 2007.

Het ruimtelijk structuurplan provincie Umburg (RSPL) werd bij besluit van de provincieraad van Umburgop 18 september 2002 definitief vastgesteld en werd bij ministerieel beslurt van 12 februari 2003 definitiefgoedgekeurd. Dit goedkeuringsbesluit werd bekend gemaakt in het Belgisch Staatsblad van 26 februari2003.Het ruimtelijk structuurplan provincie Umburg is in werking getreden veertien dagen na de bekendmakingin het Belgisch Staatsblad, dus op 12 maart 2003.Dit betekent dat vanaf bovenvermelde datum het RSPL het kader is waaraan het gemeentelijk ruimtelijkstructuurplan zal getoetst worden wanneer hel ter goedkeuring wordt voorgelegd aan de deputatie.

In voorliggend advies geeft de provincie Umburg haar bemerkingen op dit document.Dit advies bevat de volgende onderdelen:1. Globaie vaststeWngen.2. Mogelijke tegenstrijdigheden met het RSPL3. Doorwerking van het subsldiariterlsprincipe in het grs.4. Conclusies.

Contactpersoon: Peter De la hayeTelefoonnummer. 011 2383 57Kenmerk: 023.02.21Dossier. grs OpglabbeekBijlagen: I

(a"upa~11 erl t Itad rn Provincie limburg. universiteitslaan 1, 8-3500 Hasselt

011 23 83 05 f<IIX 011 2383 10

[email protected] www.Jimburg.be

Page 174: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

I 1. GLOBALE VASlSTB.llNGEN

informatief deelHet informatief deel is goed uitgewerkt. De bestaande ruimtelijke structuur van de gemeente komt goednaar voor. Naast een analyse van de verschillende deelstructuren werd ook een deelruimtebenaderinguitgewerkt.

visies en conceptenDe visies en doelstellingen die de gemeente vooropstelt, zijn op maat van Opglabbeek en vormen eenverfijning van de visie uit het RSPL. Deze kunnen bijgevolg ondersteund worden. Vervolgens worden devisie en doelstellingen vertaald in ruimtelijke concepten voor ~e deelruimten en deelstructuren.

richtinggevend deelDe ruimtelijke concepten worden in het richtinggevend deel vertaald in concrete opties en acties. Deopties zijn globaal gezien in overeenstemming met de visie en doelstellingen uit het RSPL. Aan de handvan onderstaande opmerkingen moeten slechts enkele aanpassingen doorgevoerd worden. Debestaande deelruimten worden richtinggevend bekrachtigd. De keuze van de deelruimten kanondersteund worden.

bindend deelDe bindende acties warden goed omschreven.

2. (MOGELIJKE) TEGENSTAIJQlGHEOEN MET HET RSPL

De gemeente deelt de Weg naar Zwartberg op in vier segmenten en stelt voor elk segment een gewenstruimtelijk beleid voorop. Wat betreft de handelsvestigingen langsheen deze weg lijkt het erop dat degemeente de bestaande toestand beschrijft, maar is het niet duidelijk welke de gewenste visie is van degemeente. Het is aangewezen voor elk segment duidelijk te stellen wal het gewenste beieid is inzakebestaande of nieuwe handel. Belangrijk hierbij is de provinciale visie betreffende kleinhandel uit het RSPL.Hier wordt immers gesteld dat kleinhandel gestimuleerd kan worden in de kernen (ter hoogte vanOpglabbeek en Nieuwe Kempen), maar dat perifere locaties niet in aanmerking komen voor ontwikkeling(ter hoogte van het industrieterrein en het ronde punt aan de terril).Het is aangewezen volgende concrete ontwikkelingsperspectieven voor de verschillende segmenten overte nemen in het grs:• voor segment d.1 (ronde punt aan de temi); geen verdere ontwikkeling van handel, op termijn een

uitdovingsbeleid;• voor segment d.2 (kem Nieuwe Kempen): handel op niveau van de woonkern;• voor segment d.3 Ondustrieterrein): geen verdere ontwikkeling van handel, op termijn een

uitdovingsbeleid;• voor segment d.4 (kern Opglabbeek): handei op niveau van het hoofddorp.

I 3. DOORWERKING SUBSIDIARlTBTSPAINCIPE IN HET GRS

Willem Teil is door de provincie geselecteerd als toeristisch-recreatie! knooppunt type IIa. wat betekent

\

dat uitbreiding mogelijk is. De bevoegdheid hiervoor ligt bij de provincie (via de opmaak van eenprovinciaal rup). De gemeente kan betreffende Wiliem Teil een suggestie inschrijven in het grs.

\,

Momenteel is de gemeentelijke visie omtrent de mogelijke urtbreiding van Wiliem Teli echter niet duidelijk.EnerzijdS wordt bij de gewenste toeristisch-recreatieve structuur een urtbrelding van de camping met 4 havoorzien in zuidelijke en westelijke richting, anderzijds wordt dit gebied bij de agrarische structuur

, opgenomen als huispercelen in gewestplan-jlroen. Het is aangewezen het gemeentelijk standpunt teverduidelijken en als suggestie in te schrijven in het grs.

De gemeente wil In de schakelruimte. ter hoogte van de Kemp, een nieuwe recreatiezone voorzien voorde herlocalisatie van zonevreemde recreatieve infrastructuren. Kan de locatie ten zuiden van deDorpsstraat. ter hoogte van de kleine beek, ook in aanmerking komen voor de ontwikkeling van eennieuwe sportzone? Deze zone wordt immers in het masterplan centrum Opglabbeek aangeduid als zonevoor natuurtijk openbaar groen en ligt meer kemversterkend en sluit via een aantal geplandevoetgangersverbindingen aan bij het centrum. Er kan onderzocht worden of deze zone voor natuurtijkopenbear groen als sportzone kan ingericht worden.

2

Page 175: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

I 4. CONCWSIES

Het informatief deel is goed uitgewerkt. De bestaande ruimteiijke structuur van de gemeente komt goednaar voor. Naast een analyse van de verschillende deelstructuren werd ook een deelruimtebenaderinguitgewerkt.

De visies en doelstellingen die de gemeente vooropste~ zijn op maat van Opglabbeek en vormen eenverfijning van de visie uit het RSPL Deze kunnen bijgevolg ondersteund worden. Vervolgens worden devisie en doelstellingen vertaald in ruimtelijke concepten vpor de deelruimten en deelstructuren.

De ruimtelijke concepten worden in het richtinggevend deel vertaald in concrete opties en acties. Deopties zijn globaal gezien in overeenstemming met de visie en doelstellingen uit het RSPL. Er moeten nogslechts enkele aanpassingen doorgevoerd worden. De bestaande deelruimten worden richtinggevendbekrachtigd. De keuze van de deelruimten kan ondersteund worden.

De bindende acties worden goed omschreven.

Confonn ao1ikel 33 §6 DRO m_t dit advies integraal opgen_ wo....... in hetgemotiveerd advies van de Geco... aan de gemeenteraad met betrekking tot hetboveavermeld ontwa_rs.

Een exemplaar van dit advies wordt terkennisgeving verzonden aan:

1. De heer Guy Braeckmansecretaris-generaalVlaamse Overheid - Departement RWOPhoenixgebouwKoning Albert/llaan 19 bus 121210 BRUSSEL

2. De heer Ivo Palmershoofd R-D Umburg aJVlaamse Overheid - Agentschap R-O VlaanderenRuimlBlijke OrrJening UmburgKoningin Astrfdlaan 503500 HASSELT

3

Page 176: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

25-J~I-2007 14: 15

VlaacSB re9Qr~q

P.02

M!N!STE~IEEL BESLUIT HOUDENDE 'ADVIES OVE~ HET ONTWERP V?~

GEMEENTELIv~ RU:MTEL:~~ STRUCTUURPLAN VAN DE GEMEENTE OPGLABBEEK

DE VL~~~S MINISTER VAN FINANCIEN EN BEGROTING EN RUIMTELIJKEORDENING

Gelet cp he~ decreet ven 18 mei 1999 houdende de organlsa~i= van deru~mte~ijke o=deni~g. i~zonderh~id ~rtikel 33, §5. derde l~d;

Ge~e~ op nee besluit van de V:aëmse reger:ng van 23 septerr~er 199ï houdEndedefi~itieve ~as~stell~ng van het ru~mteliJk 5trûc~uu~pla~ Vlaanderen,bekracht:qd bi~ het ciec=eet van 1ï december 1997, wat de bind~nde

bepalingen be~ref:, en op he~ besluit van de Vlaarn~e regering V~n !2december 2003 houdende dëfinit~eve va5ts~elling van een herzien~nç van het=~imtelijk st=uc-:.-.Ju=?2.::"1 Vlaanderen, bekrachtigd ::J':'j het cec~eet vC.n 19maa=~ 2004, W~~ àe bindende bepa:ingen be~=efti

Ge:et op net besluit van de vlaamse reger~~g va~ 23 5e?te~be~ 1991 hcude~d~

ciefinitiave vas':scelling van h2t RuLrnt:elijk St:rllctuu.=?lan Vlaanc::i.e=e:"li

Geler. op ~e~ besluit va~ de V!a~~se rege=~nq van 27 jcl: 2004 tOt be?alir.gvan de bevoegdhed~n van de leden van de Vlaamse rege=~ngi

Gelet 09 het ffiinisLe=~eel beslu:t van 12 =ebruari 2003 houcie~de degoeakeurlng van het p=ovinciaal !:ui!!i::slijk s.tructuur?lan Limburg;

Gelet op OE omze~dbrief Ra 97/02 van 14 maar,: 1997 over d~ geneen;;e1ijkest=uc~uurplan;.i~Qi

Gelet: 09 ce besl~5sing van 18 september 200GOpglabbeek ;:Ot voor.!.o!=HgE vastst.elling ..... an hE:t~ulm;;e1i~k at=uct.uurplani

,,-an deontwerp

ge~~~ntêraad vanvar.. gemeED't:elijk

Gelet 09 h~t onLwerp van ~emeenLelijk ~u~mtel~jk s~ruc~uurp!ar. var. degemeenLE Opglabbgeki

Ge~~~ op de b~gi~- :~ ei~ddêtum van het openoaar onde~zoe(. rne~ name!espec~ievelijk van 21 ok~Qber 2006 tot en met 25 j2nuari 2007i

CVGr~egênde dat bij omzenèbr:et RO 9i/02 va~ :4 maar:: 1991 o~~r heLgemeen~ell)~ structuurplanningsproces elementen zijn aanqegEv~n reetbst=akking tot de vorm en inhoud van gemeëntel~Jke ruimtelijkestruc;;U\J'91an~€ni

Ove.n/egendG. jat he:: gerneent:lijk rui:nteli)K ~trï;ctuur;Üêln vold::et aan dedec=etal~ vo~,ve=eisten;

Ove=wegenàeOi'çlabbeek

do': hetI{ën .....araen

ont\'ierpbeschouwd

gemeentelijk ru~:ntelij~ s;;ructu~rplan

,;.15 een deçelijk. beleid.sdoc'.lJt\ent om de

1

Page 177: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

p.m25-JRN-2007 14:16

ruirn:elijke on~wikkel~cg Van de gemeente te 5ture~; ciat he~ beleid g2:ich~

is op hs~ vos ren van een buitengebiedbeleid;

Ove~wegenàe dat he~ beleià dat voo~g6st~ld wordt in gro~e mate overeen~~emt

met je p=inClpes va~ het Ruimtel:jk Structuu=~lan Vlaanderen voor he~

tluitengebied;

O\·erwegende dat: e= bij de opmaak v~n he~ gemeentel ~J k: ruiJ!I'telij kst:uctuurpl;n van O?g:'abbeek voldoende overleg 91aa"tsvond Lussen de.gemee:l'tE, de provinCle en het Vlaam~ gewest; dat er "tijdens dezeoverlegmomenten opme=ki~Qen werden gegeven door het: Vlaams gswes~ metbet!:ek~'dng tot. inhoudelijkE: ondu':'à~l.ijJd1eden, mogelijk.e tegenstrijdigheder!met het Ruimtel:'jk. Structuurplan Vlaanderen en met hetsUbsidl.aritei~sbeginseli da~ deze opmerki;'\QEn matig zijn ve=rlerkt in hetontwe=p s~ructuur?lan;

De opties me:. be't.rekking ~ot d~ toer:stisch-recrea<:.iev: struc,,:uur, mee:bepaald over de landhuisjes nabij tie r{ou~erbron en ove= de <:.oeris1:isch­:e==e=.tieve knooppur:ten type IJ Boseind en ~lilhel!i\ Tell, moet.en als5u9gestie =an ds p=ovinci21e overheid worden geformulegrd.Met bivakhuis Nachtegaal is gelegen ':'n VEN-gebleè. Voo!: dlt: blvakhulswordt voo~gesteld om de locatie op ko:te termijn te handnaven, m~ar

w~rdL ook de opmöak van een gemeen~e!~jk ruL~telijk ui1:voe=ingsplangepland. ~en wijziging aa~ de afbaken:ng van het VEN-gebieà ~S, gelet ophet recent ge\~J.jzigd decreet va:l 19 mei 2006 houdende. d':"versE bepalingenlnzake lëefmil:'eu en en~!gie, in een i':.C!ntal gavallen mogelijk via e.eng~'l!eer.teli)k 0:: provinciaal ruimt:.elijk uitYoe!:'ing:5plan.De vis:a inzake de wegencategoris~ri~g, wacrin gesteld wordt: dat er geencn~~lul~ende wegen en o~~eid~ngsmogelijkhedenzullen worden geselec~eeró

om tie hoofàassen 'te om:.las1:en, kan niet:. wo=den aanvaard, omde.'i: dewoonst~ä~en daardoor verder zullen worjen belasL' In he: RuimtelijkStruc:.uu~pl:=':1 Vlaanderen wordt gesteld dat de leefbaarheidsp:::-oblernatiekin de functieve::-me::!.g:'ng ligt van verb:'nden, v'::c2a!llelen f;:1 ':.oegang geven.

Ove:wegEnde hEt: schrijven aan de gemeenten van 24 j~ni 2005 be~=effEnde dedecreetWiJziging van 22 april 2005; dat de verpl~chting om alle zonevreemdewoning er: op te nemen in een gt;meen~61ijk ROP nie;: lange;:" ~s opgenomen i!'!.her. de=re2~; d:=.: dit nist L~p!icee=t dat de problematiek var. de :onev=eemdewoninge:1 ge::n ge;neentel.ljke veröntwoordelijkheid mee= zou zijn er. dat ~et

nie~ beteke~t ca;: er geen onderzoek zou moe~en gebeuren; maar dat dege:neent€ voor die gevalien \"aë.= ze cie dec!:etale =egeli:1g gepas!. act:t geenRUP meer mo'!::: cpmak~n; dat. de gemee~:.e hie.rdoo= de kans heef!. om zich :econcer.tre:er. op die locaties lor'car een gebie::isge=ich:e regeling geWE!15t.,aanoewezen of oriori't.ël~= is; dat voo= de woonclus~e:s Hoeïkant. enVinkenkan:: samer: !!let de slagmolen in cie: Bosbee)c-"allei 9r. voor de woni:lgE.nlangs àe N 76 1n het: \','Es'telijr. agrarisch gebied een gebied9gerich~

uitvoer~nçs;Jla.n zal woràen lJitg!2werkt: Ooit in het voorliggende docume:1':geen duidel:"jke info=.ïT\ç;.".:ie gegeven is cve:!" de ontw:lkkelingspe=-spectievenvan d'a zonevreemde woningen; dac het kaartmate=iaal met: betrekking cat: dec!n~lY5e van de zcnev~~emde won~ngen nog moet worden verduidelijkti

Ove:-weg~nàG! dat: hee voo=stel van de cremeente om een aa:ltalwooninbreidingsgebieden om te zet't.en naar wcon~itbr~iding5gebi~den \t3nui't.ruirn:e~ijk oogpun~ kan o~de~st~und worden;

Overwege~de dat de afstemming tussen he't. richtinggev~nd en het bindend ceelnog kan nog ve=be1:e:-d worden door de oi:ldende bepalingen in het:-ichtir.ggevend deel beter t.e onci.erbouwen; zo woràt in de bindende bep~:inq

19 de opmaak van een gemeentelijk ruim~el:"jk uitvoeringsplanwoonuitb=eidings- en wooninbreidi:1gsgebieoen voorzien waarvan e-=nonde=bouwir.g ont:.breekt ~n h~t richtinggevend cteeli

Page 178: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

25-JRN-2007 14:15

OV9rwe9snde da~ he~ ontwerp gemeentelijk ruimtelijkinforma~lef, een richti~ggevend e~ een bindend deeldecretale bepal~ngen:

BESLUIT:

P.04

struc~uurplan eenomvac, conform de

~nig artikel. Het o~twerp gemeentelijk ruimtelijk struc~uurplan van degemeente Opglabbeek. wordt gunstig geaci~iseerd mit" he"t wordt aangepast ':"nfunctie ',en het wegwe=ke:n van de pm:en"tiêle tegenst:r:'jdigheden met het.Ru.:.mte:lijk St:ructuurplcn VlaanderEn. Ook de andere bemerkingen dienen Inove=weging te worden genomen.

Brussel. 24 JAN. 20U7

Os Vlaamse rninis~~~ ~an Financi~n en Begroting en ~uimt~lijk9 Ordeni~g

~_JDirk v~N MECHELEN

Vooree uldend afSchrift

~e.eV\

3

LaUS Ma~een

assistent

TOïr'L P.04

Page 179: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

Agentschap R-O VlaanderenRuimtelijke Ordening

Hendrik Van VeldekegebouwKoningin AsmdJaan 50 bus I3500 HASSELTTel. 01\ 7-121 00 - Fax 011 7421 99

Aan het College van Burgemeesteren Schepenenvan en te3660 OPGLABBEEK

uw bericht van2 februari 2007

vragen naar / e-mailLuc De [email protected] Ceulemansî[email protected]

uw kenmerk9300/458

telefoonnummer011 7421 25

01\ 7421 49

ons kenmerk2.10/71047/102

datum23 maart 2007

bijlagen

Betreft: Advies openbaar onderzoek gemeentelijk ruimtelijk structuurplan in toepassing van artikel9 van het decreet op de ruimtelijke ordening

Geachte leden \"an de gemeetlteraad,

Bij ministerieel besluit '-an 26 maart 2002 verkreeg uw gemeetlte vrijstelling van de decretaleverplichting om een gemeentelijke commissie ruimtelijke ordening (GECORO) op te richten.

Dit ministerieel besluit is een toepassing van artikel 9 9 ,-an het decreet van 18 mei 1999 houdendede organisatie van de ruimtelijke ordening waarbij de taken '-an de GECORO wordenO\-ergenomen door de bevoegde planologisch ambtenaar.

O,-ereenkomstig artikel 33§6 '-an het decreet op de ruimtelijke ordening bundelt en coördineertde gemeentelijke commissie "oor ruimtelijke ordening alle adviezen, bezwaren en opmerkingenen brengt binnen zestig dagen na het einde van her openbaar onderzoek een gemotiveerdadvies uit bij de gemeetlteraad. Dit ad"ies bevat het integrale advies van de Bestendige Deputatieof, bij ontstentenis van een pro''ÏDciaal ruimtelijk structuurplan, van de Vlaamse Regering.

Het openbaar onderzoek heeft plaatsgevonden van 27 oktober 2006 tot 25 januari 2007. Er dientdus voor 25 maart 2007 advies uitgebracht te worden.

Page 180: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

Naar aanleiding van het openbaar onderzoek "an het ontwerp ruimtelijk structuurplan Opglabbeekwerden 37 bezwaren ingediend:

Het betreft bezwaren van:

1. ~lI!'\A-raad

2. Baeten Rachelle3. Cardeynaels Jacobus4. Driesen Ludo5. Willems-Schoofs "oor pater Jef Willems6. Stulens-Berx René7. Paesen Jaak i.n.v. WARD NV8. Bedrijfsgilde Maas & Kempen, afd. Opglabbeek9. Bedrijfsgilde l\laas & Kempen, afd. Opglabbeek10. Bedrijfsgilde l\laas & Kempen, afd. Opglabbeek11. Bedrijfsgilde Maas & Kempen, afd. Opglabbeek12. Bedrijfsgilde :--Iaas & Kempen, afd. Opglabbeek13. Bedrijfsgilde ~Iaas & Kempen, afd. Opglabbeek14. Bedrijfsgilde Maas & Kempen, afd. Opglabbeek15. Bedrijfsgilde Maas & Kempen, afd. Opglabbeek16. Kessels-Schepers17. Coumans L.18. Craenen Marrin & Hessel Odetre19. Vangronsveld Augusrine20. VZW Caclenberg21. Visser S.22. Wilhelm Teil - recrearieoord23. Cools Fel.Lx2-1. Spreeuwers Fabian25. VZW Comité Recreatiegebied 't Laer26. NV Van Cranenbroek27. du Bois Chris28. J\.'V Van Cranenbroek29. Buurtcomité Bosbeehallei30. Casters-Geraens31. Pelssers-Casters32. Natuurpunt Opglabbeek33. Buurtcomité Bosbeekvallei34. Royers A.35. Pletsers Francis en Suzy36. Thijs Jozef37. VZW Natuurbeschermingsactie Limburg

[AdviezeOj

De Bestendige Deputatie "an de provincie Limburg heeft op 15 februari 2007 een ad,-iesuitgebracht moer het ontwerp "an gemeentelijk ruimtelijk structuurplan van Opglabbeek.Ingevolge artikel 6 van het decreet op de ruimtelijke ordening dient het advies van degemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening deze tekst integraal over te nemen (citaat):

"Op 16 oktober 2006 stelde de gemeenteraad van Opglabbeek het ontwerp van gemeentelijk ruimtelijkstructuurplan (gcs) voorlopig vast. I Iet openbaar onderzoek werd gesrart op 27 oktober 2006 en dil gedurende 90dagen rol en met 25 januari 2007.

Page 181: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

lIet ruimlelijk stntcruurplan provlOcie Limburg (RSPL) werd bij besluit van de provincieraad van Lunburg op 18seprember 2002 definitief vastgesteld en werd bij nurusrerieel besluit van 12 februari 2003 definitief goedgekeurd.Dil goedkeuringsbesluir werd bekend gemaakt in het Belgisch Staatsblad van 26 februari 2003.Het ruimtelijk structuurplan provincie Limburg is in werkmg getreden veertien dagen na de bekendmaking in hetBelgtsch Staatsblad, dus op 12 maart 2003.Dit betekent dar vanaf bovenvermelde darum het RSPL het kader is waaraan het gemeentelijk rwmtelijkstructuurplan zal getoetst worden wanneer hel ter goedkeuring wordl voorgelegd aan de deputatie.

In voorliggend advies geeft de provincie Limburg haar bemerkingen op dit document.Dit adVIes bevat de volgende onderdelen:1. Globale vaststellingen.2. ,\Iogelijke tegenstrijdigheden met het RSPL.3. Doorwerking van het subsidiariteitsprincipe in het grs.4. Conclusies.

1. GI.oB \1.1 \' \~TSTEI.JJN(;E~

informatief deel

Het informatief deel is goed uitgewerkt. De bestaande ruimtelijke structuur van de gemeente komt goed naar voor.~aast een analyse van de verschillende deelslrucruren werd ook een deelruimtebenadering uitgewerkt.

v1sies en concepten

De visies en doelstellingen die de gemeente vooropstelt, zijn op maar van Opglabbeek en vormen een verfijningvan de Visie uit het RSPL. Deze kwmen bIjgevolg ondersteund worden. \7en'0Igens worden de visie endoelstellingen venaaid in ruimtelijke concepten \'oor de deelruimten en deelstruclUren.

richtinggevend deel

De ruimtelijke concepten worden in het richtinggevend deel vertaald in concrete opties en acties. De opties zijnglobaal gezien in overeenstemnung meI de visie en doelstellingen rut het RSPL. :\an de hand van onderstaandeopmerkingen moeten slechts enkele aanpassingen doorgevoerd worden. De bestaande dee1ruimten wordenrichtinggevend bekrachtigd. De keuze van de dee1ruimten kan ondersrelU1d worden.

btndend deel

De bindende acties worden goed omschreven.

De gemeente deelt de \Veg naar Zwanberg op in vier segmenten en stelt voor elk segment een gewenst ruimtelijkbeletd voorop. \'V'at betreft de handelsvestigingen langsheen deze weg lijkt het erop dat de gemeente de bestaandelOestand beschrijft, maar IS het niet duidelijk welke de gewenste \,Jsie is van de gemeente. Het is aangewezen voorelk segmenl duidelijk re stellen wat het gewenste beleid is rnzake bestaande of nieuwe handel. Belangrijk luerbij isde provinciale \'1sie betreffende klemhandel uit het RSPL Hier wordr unmers gesteld dat kleinhandel gestimuleerdkan worden in de kernen (ter hoogre van Opglabbeek en ~ieuwe Kempen), maar dat perifere locaties niet inaanmerking komen voor ontwikkeling (ter hoogte van het industrieterrein en het ronde punt aan de terril).Het is aangewezen volgende concrete ontwikkelingsperspectieven voor de verschillende segmenten over te nemenin het grs:

• voor segment d.l (ronde punt aan de terril): geen verdere ontwikkeling van handel, op termijn eenuitdovingsbeleid;

• voor segment d.2 (kern Nieuwe Kempen): handel op I1lveau van de woonkern;

• voor segmenr d.3 (industrieterrein): geen verdere ontwikkeling van handel, op termijn een uitdovingsbcleid;

• voor segment d.4 (kern Opglabbeek): handel op niveau van her hoofddorp.

Page 182: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

3. DOOR\VI':IU(IN(; SL1BSID!\RITFITSPRINClPE 1:-": I IEl GR~

\,(!illem Tel! IS door de provincie geselecteerd als weristisch-recreatief knooppunr type Ila, wat betekent datuitbreiding mogelijk is. De bevoegdheid hiervoor ligt bij de prO\incie (via de opmaak van een provinciaal rup). Degemeenre kan betreffende \X'illem Tell een suggestie inschrijven in het grs. ?>.Iomenteel is de gemeenlelijke visieomtrent de mogelijke uitbreiding van \Villem Teil echter niet duidelijk. Enerzijds wordt bij de gewenste toeristisch­recreatieve structuur een uitbreiding van de camping met ..J ha voorzien in zuidelijke en westelijke richting,anderzijds wordt dit gebied bij de agrarische strucruur opgenomen als huispercelen in gewestplan-groen. Het isaangewezen het gemeenrelijk standpunt te verduidelijken en als suggestie in te schrijven in hel grs.

De gemeente wil in de schakelruimte, ter hoogte van de Kemp, een meuwe recreatiezone voorzien voor deherlocalisatie van zonevreemde recreatieve infrastructuren. Kan de locatie ten zuiden van de Dorpsstraat, terhoogte van de Kleine Beek, ook in aanmerking komen voor de ontWikkeling van een nieuwe sporrzone? Deze zonewordt immers in het masterplan centrum Opglabbeek aangeduid als zone voor natuurlijk openbaar groen en ligtmeer kemversterkend en slUIt vla een aantal geplande voetgangersverbindmgen aan bij het centrum. Er kanonderzocht worden of deze zone voor natuurlijk openbaar groen als sportzone kan ingericht worden.

Het infonnatief deel IS goed uitgewerkt. De bestaande ruimtelijke structuur van de gemeente komt goed naar \'oor.Naast een analyse van de \'erschillendc deelstrucrurcn werd ook een deelruimtebenadenng uitgewerkt.

De viSIes en doelstellingen die de gemeente \'ooropsrelt zijn op maat van Opglabbeek en vormen een verfijningvan de visie wt het RSPL. Deze ktmncn bijgevolg ondersteund worden. \rervolgens worden de visie endoelsrellingen vertaald 111 ruimtelijke concepten voor de deelruimten en deelstrucruren.

De numtelijke concepten worden in het richtinggevend deel vertaald in concrete opties en acties. De opties zijnglobaal gezien in o\'ereenstemming met de visie en doelstellingen uit het RSPL. Er moeten nog slechts enkeleaanpassingen doorgevoerd worden. De bestaande deelruimren worden richtinggevend bekrachtigd. De keuze vande deelruimten kan ondersteund worden.

De bindende acties worden goed omschreven.

Conform arnkel 33 §6 DRO moet dit advies imegcaal opgenomen worden in het gemotiveerd adVIes van deGecoro aan de gemeenteraad met betrekking tot het bovenvermeld ont'werp-grs."

Samenvatting advies:1. Mogelijke tegenstrijdighcdcn mct het RSPL aangaande de ontwikkeling van handel langs de

Weg naar Zwartbcrg, met name:voor segment d.I. (rond punt aan mijntertil) - geen ,'erdere ontwikkeling gcwcnst;voor segment d.2. (kern Nicuwc Kcmpen) - enkel ontwikkeling op nivcau van dorpskern;"oor segment d.4. (kern Opglabbeek) - enkel ontwikkeling op niveau hoofddorp.

2. Doorwerking subsidiariteit.o Onduidelijkheid aangaande visie uitbreidingszone Wilhelm Teil tevens aangegeven alszone voor huispercelen.o Vraag naar her standpunt aangaande de locatie ten zuiden van de Dorpsstraat, ter hoogtevan de Kleine Beek, als potentiële locatie voor een nieuwe sportzone.

Advies / behandeling GECORO:

1. Mogelijke tegenstrijdigheden mct het RSPL.Jn de visie op dc ontwikkeling van bovengenoemde segmenten is het niet de bedoelingbijkomende of niveau m-erschrijdende handel toe te staan.Voor segment d.l. geeft de omschrijving inderdaad interpretatiemogelijkheden, voorsegment d.2. staat duidelijk gcmeld als functie-invulling "halldel enkel kleimlhalig ell op debeJ/aa/lde lom/iel', voor segment ciA. "hal/del pnmaire en /ertiaire fillldies" - bore(,'t/ eI/kei bil/nen de

Page 183: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

afbakenillg IJall hef BPA I GRUP Cenfnlm Opg/abbeek".Gezien dit alsnog mogelijke onduidelijkheid geeft zal in het defmitieve ontwerp duidelijkverwezen worden naar het lokale katakter afgestemd op de betreffende niveaus zoalsaangegeven in het advies.

2. Doorwerking subsidiariteit.o Aangaande de visie op de uitbreidingszone Wilhelm Teil tevens aangegeven als zone voorhuispercelen wil de gemeente de optie openhouden om het scenario van geen uitbreidingWilhelm Teil. In dat geval zal betreffende zone beschouwd worden als onderdeel van deagrarische structuur.

Dit standpunt zal als dusdanig ter verduidelijking toegevoegd worden onder IIlA.3. Dag­en verblijfstoerisme, laatste alinea.o De locatie achter de Dorpsstraat wordt in het masterplan enkel bedoeld als zachteverbinding naar de Bosbeekvallei met een mogelijke verdieping van de woonzone langs deDorpsstraat (centrumwonen).

Het is niet de bedoeling hier een nieuwe sporrzone met bijhorende infrastructuren te\·oorZlen.

De zone wordt beschouwd als een onderdeel van de groenstructuur van de Kleine Beek,die tot in het centrum reikt.

Gezien de ruime sporrzone (met sporthal) langs de Weg naar Bree, die onmiddellijkaansluit op de centrumzone, is er geen behoefte aan een bijkomende locatie voor hetcentrum van Opglabbeek.

De GECORO stelt voor:BEZWAAR GEDEELTELIJK WEERHOL:DEN (VOOR PUNT 1 EN HET EERSTE DEELVAN PUNT 2)

Page 184: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

Bij ministerieel besluit van 24 januari 2007 werd door de minister een advies uitgebracht over hetontwerp van gemeentelijk ruimtelijk structuurplan van de gemeente Opglabbeek.

De integrale tekst van clit advies wordt eveneens overgenomen (citaat):

"'~[]I'ISTERlEEL BESLUIT HOUDENDE .\D\lES O\'ER l-IET ONTWERl' VAN GE~!EE~TELlJK

RUl?\ITELlJK STRUCTUURPUN \'.'11" DE GE~!EE~TEOPGL'IBBEEK

DE \'L\.'I~IS MINISTER V.\:>: FIN.'I.L'-:ClËN E~ BEGROTING E:>: RUI~ITELlJKE ORDE]\;ING

Gelet op het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening, inzonderheid artikel 33,§5, derde lid;

Geler op het besluit \'ao de \ laamse regering van 23 september 1997 houdende definitieve vaststelling van hetruimtelijk Slnlctuurplan \ laanderen, bekrachtigd bij her decreet van 17 december 1997. wat de bindendebepalingen betreft, en op her besluit van de Vlaamse regering van 12 december 2003 houdende definitievevaststelling van een herziening van her ruimtelijk structuurplan \ laanderen, bekrachtigd bij het decreet van 19maart 2004, wat de bindende bepalingen betreft;

Gelet op her besluit van de \ laamse regering van 23 september 1997 houdende defin.itieve vaststelling van betRuimtelijk Structuurplan Vlaanderen;

Gelet op het besluit van de \ 1aamse regering van 27 juli 2004 tot bepaling van de bevoegdheden van de leden vande \ 'hamse regering;

Gelet op het ministerieel besluit van 12 februari 2003 houdende de goedkeuring van het provinciaal ruimtelijkStructuurplan Limburg;

Gelet op de omzendbrief Ra 97/02 van 14 maan 1997 over de gemeentelijke structuurplanning;

Gelet op de beslissing van 18 september 2006 van de gemeenteraad van Opglabbeek [ot voorlopige vaststelling vanhet ontwerp van gemeentelijk ruimtelijk structuurplan;

Gelei op het ontwerp \'an gemeenrelijk ruimtelijk structuurplan van de gemeente Opglabbcek;

Gelet op de begin- en einddarwn van het openbaar onder.wek, met name respectievelijk van 27 oktober 2006 rot enmet 2S januari 2007;

Overwegende dat bij omzendbrief RO 97/02 van 14 maart 1997 over het gemeentelijk srructuurplanningsproceselementen zijn aangegeven met betrekking tot de vorm en inhoud van gemeentelijke ruimtelijke structuurplannen;

O\"elwegende dal het gemeenrelijk ruimtelijk structuurplan voldoet aan de decretale vormvercisten;

Oven.vegende dat het ontwerp gemeentelijk ruimtelijk strucruurplan Opglabbeek kan worden beschouwd als eendegelijk beleidsdocwnent om de ruimtelijke ontwikkeling van de gemeente te snlren; dat het beleid gericht is op hetvoeren van een buitengebiedbeleid;

Overwegende dal het beleid dat voorgesreld wordl in grote mate overeenstemt met de principes van het RuimtelijkStructuurplan \1aanderen voor het buitengebied;

Overwegende dar cr bij de opmaak van het gemeentelijk ruimrelijk strucruurplan van Opglabbeek voldoendeoverleg plaatsvond russen de gemeente, de provincie en het \1aams gewest; dat er tijdens deze overlegmomenrenopmerkingen werden gegeven door het \ laams gewest met betrekking rot inhoudelijke onduidelijkheden, mogelijketegenstrijdigheden mer het Ruimtelijk StmcnlUrplan \ laanderen en met hel subsidiariteirsbeginsel; dat dezeopmerk1J1gen matig zijn verwerkt in her ontwerp structuurplan;

De opties met betrekking tot de toeristisch-recreatieve stmctuur, meer bepaald over de landhuisjes nabij de\Xlouterbron en over de toeristisch-recreatieve knoOpplUlten type 11 Boseind en \Xlilhelm TeR moeten alssuggestie aan de provinciale overheid worden gefonnuleerd.

Het bivakhuis Nachtegaal is gelegen in \'EN-gebied. Voor dit bivakhuis wordl voorgesteld om de locatie opkorre rennijn te handhaven, maar word, ook de opmaak van een gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplangepland. Een wijziging aan de afbakening van hel \ 'E~-gebied is, gelet op het recent gewijzigd decreet van 19

Page 185: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

Wouterbron, de toeristisch-recreatievemoeten als suggestie naar de provinciale

mei 2006 houdende diverse bepalingen inzake leefmilieu en energie, in een aantal gevaUen mogelijk vla eengemeentelijk of provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan.

De visie inzake de wegencategocisering, waarin gesleld wordt dat er geen ontsluitende wegen enomleidingsmogelijkheden zullen worden geselecteerd om de hoofdassen te ontlasten, kan niet wordenaanvaard, omdat de woonstraten daardoor verder zullen worden belast. In het Ruimtelijk Structuurplan\ laanderen \vord, gesreld dat de leefbaarhcidsproblemariek in de functievermenging ligt van verbinden,verzamelen en toegang geven.

Overwegende het schrijven aan de gemeenten van 24 juni 2005 betreffende de decreetwijziging van 22 april 2005;dar de verplichting om alle zonevreemde woningen op te nemen in een gemeentelijk RUP niet langer isopgenomen in het decreet; dat dit niet impliceert dat de problematiek van de zonevreemde woningen geengemeenrelijke verantwoordelijkheid meer zou zijn en dar het nier betekent dat er geen onderzoek zou moerengebeuren; maar dat de gemeente voor die gevallen waar ze de decretale regeling gepasr acht geen RUP meer moeropmaken; dal de gemeente hierdoor de kans heeft om zich re concentreren op die locaties waar een gebiedsgerichteregeling gewenst, aangewezen of prioritair is; dat voor de woonclusters Hoefkant en \'inkenkanr samen mer deSlagmolen in de Bosbeekvallei en voor de woningen langs de 1'\ 76 in het westelijk agrarisch gebied eengebiedsgericht uirvoeringsplan zal worden uitgewerkt; dar in het voorliggende document geen duidelijke informatiegegeven over de ontwikkelingsperspectieven van de zonevreemde woningen; dar het kaanmateriaal met betrekkingtOt de analyse van de zonevreemde woningen nog moet worden verduidelijkt;

Overwegende dat het voorstel van de gemeente om een aanral wooninbreidingsgebieden om te zetten naarwoonuitbreidingsgebieden vanuit ruimtelijk OOgpWH kan ondersteund worden;

Overwegende dat de afstemming tussen hel richtinggevend en hel bindend deel nog kan nog verbeterd wordendoor de bindende bepalingen in het richtinggevend deel beter te onderbouwen; zo wordl in de bindende bepaling19 de opmaak van een gemecmelijk ruimtelijk uitvoeringsplan woonuitbreidings- en wooninbreidingsgebiedenvoorzien waan'an een onderbouwing ontbreekl in het richtinggevend deel;

Overwegende dat hel omwerp gemeentelijk ruimtelijk struculUrplan een i.nformatief, een richtinggevend en eenbindend deel omvat, conform de decretale bepalingen;

BESLUIT:

Enig artikel. Het onrwcrp gemeentelijk ruitmelijk structuurplan van de gemeente Opglabbeek wordt gunstiggeadviseerd rruts het wordt aangcpasl in functie van het wegwerken van de potentiële tegenstrijdigheden met hetRuimrelijk Structuurplan \ laanderen. Ook de andere bemerkingen dienen in ovenveging te worden genomen.

Brussel,

De \1aamse minisIer van Financiën en Begroting en Ruimrelijke Ordening

(get.)

Dirk \'.\): MEel rELE!'''

Samenvatting advies:Toeristisch-recreatieve structuur.De standpunten aangaande de landhuisjesknooppunten type IJ (Boseind en Wilhelm Teil)overheid worden geformuleerd.Voor her bivakhuis Nachtegaal dient een gemeentelijk of provinciaal uirvoeringsplan teworden opgemaakt.In de categorisering van de wegen dienen er ontsluitende wegen te worden geselecteerd omde boofdassen te ontlasten. Dit conform de viSIe van in het RSV dat deleefbaarheidsproblematiek in de functievermenging van het verbinden, verzamelen entoegang geven ligt.

Page 186: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

In het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan wordt geen duidelijke informatie gegeven overde ontwikkelingsperspectieven van de zonevreemde woningen, en dat her kaarrmareriaal nogmoer verduidelijkt worden.De afstemming van het richtinggevend deel op het bindend deel kan nog verbeterd wordenzoals de onderbouwing van het RUl' woonuitbreidings- en wooninbreidingsgebieden.

Advies / behandehng GECORO:- De standpunten aangaande de landhuisjes Wouterbron, de toeristisch-recreatieve

knooppunten type II (Boseind en Wilhelm Teil) worden als suggestie naar de provincialeoverheid geformuleerd.Voor het bivakbuis Nachtegaal plant de gemeente de opmaak van een GemRUP. Indien deprovinciale overheid overgaat tot een pRep jeugdverblijfstoerisme zal de gemeente zichhierbij aansluiten.Het is het standpunt van de gemeente dat het opwaarderen van bepaalde wegen als lokalewegen type 2 de woonk'waliteit van deze straten zal aantasten.De wegencategorisering zal i.f.,'. het gestelde ad,~es bij de herziening van het mobiliteitsplanopgenomen worden. De selectie van de lokale wegen moet sowieso uitgeklaard worden viade herziening van het mobiliteitsplan, vandaar dat er gekozen wordt om de resultaten vandeze herziening als maatstaf te nemen. In het gemeentelijk structuurplan wordt hierop ookgewezen op pagina RI 120,2° alinea, laatste zin in vette tekst.Het standpunt aangaande de zonevreemde woningen is duidelijk gesteld op pagina RI 138,laatste alinea.Voor de zonevreemde woningen gelden de decretale mogelijkheden, voor de zonevreemdewoningen wordt geen uitvoeringsplan opgesteld. Het Rep heeft betrekking op de openbarezone waaraan de woningen gelegen zijn.De afstemming van het richtinggevend deel op het bindend deel voor wat betreft deonderbouwing van het RUl' woonuitbreidings- en wooninbreidingsgebieden zal verduidelijktworden. Hiervoor zal een aparte tekening toegevoegd worden met de wooninbreiding- enuitbreidingsgebieden met een toevoeging van de benaming en de fasering, gegevens dieafgeleid zullen worden uit de lijsten aangegeven, in de BB3, 4 en 5 en BB19 én in hetrichtinggevend deel onder punt llI.3.5. Ontwikkelingsperspectieven voor wooninbreiding­en uitbreidingsgebieden.

De GECORO stelt voor:BEZWAAR GEDEELTELIJK WEERHOUDEN (VOOR HET LAATSTE PUNT)

Page 187: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

Door de gemeenteraad van Genk werd in zitting van 22 januari 2007 een advies uitgebracht.

Samenvatting advies:Vraag om bij de uitwerking van doelstellingen die betrekking hebben op Genk steedsvoorafgaandelijk te overleggen.Vraag naar bijkomende initiatic\'en aangaande sociale huisvcsting.

Advies / behandeling GECORO:

Het betreft geen bezwaar, enkel een vraagstelling.Gemeente OpgL,bbcck zal rekcning houden met de vraag aangaande vooroverleg.Aangaande de initiatieven sociale huisvesting kan gemeld worden dat dc gedeeltelijke aansnijdingvan het woonuitbreidingsgebied, aansluitend op het centrum van Opglabbeek, gebcurt i.f.v. eenbijsturing van hct gebrek aan sociale huisvesting. Bijkomend worden initiatieven (kleinereprojecten) van sociale huisvestingsmaatschappijen in het centrum van Opglabbeek steeds positiefondersteund.

De GECORO stelt voor:BEZWAAR NIET WEERHOUDEN

Page 188: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

IBespreking bezwaren "openbaar onderzoek" ontwerp ruimtelijk strucruurplatïjIOpglabbee§

BEZWAREN 1, 4, 15, 16, 19, 20, 29 (1315 STUKS), 30, 31, 32, 33 (19 STUKS) = 1343 stuksTEGEN UITBREIDING WILHELM TELL

1. MIN A-raad

Samenvatting bezwaar:Bezwaar tegen uitbreiding Wilhelm Teil:

- gelegen in de waardevolle Bosbeekvallei;als stroomgebied op Europees niveau onderdeel van Natura 200 netwerk;camping is gelegen op het smalste punt van de beekvallei, een uitbreiding zal de beekvalleiversrupperen;omliggende gronden en een deel van het huiclige terrein zijn VEN-gebied;heeft in 't verleden nooit gepoogd zijn bedrijf landschappelijk te integreren of te bufferen;de selectie van Wilhelm Tel! als toeristisch knooppunt is gebaseerd op een mager gegeven,-an 75 toeristische plaatsen en ruimtelijk gezien (kleiner dan 10ha en minder dan 250eenheden) niet van provinciaal belang;economische argumenten moeten rekening houden met de draagkracht van de omge,-ing.

4. Driesen Ludo

Samenvatting bezwaar:Bezwaar tegen uitbreiding Wilhelm Teil:

permanente (ganse jaar door) overbelasting door hoogdynamisch toerisme voor de buurt integenstelling tot het huidige seizoensgebonden toerisme;mobiliteit: afsluiting Hoeverweg, verstoring van het fietsverkeer, overbelasting toegangWilhelm Teil en verminderde verkeersveiligheid;

- overlast voor de buurt: verkeer, geluid, zwerfvuil, vandalisme;

verloren gaan van waardevolle Bosbeekvallei en grote visuele impact op het landschap;onteigening van gronden;

waardevcnnindering van de eigendommen in de buurt;

dreiging van internationale investeerders met nog grotere gevolgen.

15. Bedrijfsgilde [\[aas & Kempen afd. Opglabbeek

Samenvatting bezwaar:Bezwaar tegen de uitbreiding van Wilhelm Tel! als onderdeel van de huiskavels van deaanliggende hoeve, bewerkt door de vierde generatie landbouwers.Het verlies van 5 à 6 ha van de huiskavel als meest vitale onderdeel van een melkveebedrijf isnefast voor de leefbaarheid.

16. Kessels-Schepers

Samenvatting bezwaar:Bezwaar tegen uitbreiding Wilhelm Teil, naar analogie met bezwaar 4.

19. Vangronsveld Augustine

Samenvatting bezwaar:Bezwaar tegen uitbreiding Wilhclm Tel!, naar analogie met bezwaar 4.

Page 189: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

20. VZW Caelenberg

Samenvatting bezwaar:Bezwaar tegen uitbreiding Wilhelm Tell omwille "an geluidsO\'erlast die momenteel tijdens de\"akanciemaanden al wordt en.-aren.\'ZW Caelenberg zict het gebied tond de kapel als een stiltegebied en ziet de uitbreiding vanWilhelm Tell als een aanslag op de natuur en de schoonheid van het gebied.

29. Buurtcomité Bosbeckvallci -1315 bezwaren

Samenvatting bezwaar:Bezwaar tegen uitbreiding \'\Iilhelm Tell, naar analogie met bezwaar 4.

30. Casters-Geraerts

Samenvatting bezwaar:Bezwaar tegen uitbreiding Wilhclm Tcll.

De ontwikkelingspcrspcctievcn ,'oor de landbouw zIJn m tegenspraak met deuitbreidingsplannen van Wilhelm Tell.Hct is onlogisch dat een groene zonc die gcncraties lang in landbouwgebruik is om te zcttennaar rccrea oc.

Dc cconomische leefbaarheid ,'an het bcdrijf komt in het gedrang door dc onmiddcllijkeomgeving ,'an hct recreatiegebied.

31. Pelsscrs-Castcrs

Samenvatting bezwaar:Bczwaar tegcn uitbrciding Wilhelm Tcll, naar analogic met bezwaar 30.

32. Natuurpunt Opglabbeek

Samenvatting bezwaar:Bezwaar tegen uitbreiding Wilhelm Tell.

Een uitbreiding van Wilhelm Tell gaat in regen de ,'isie geformuleerd in het structuurplan\'laandcren aan gaandc het bchoud van open ruimte en de ,-erbetering "an mobilireit.De natuurwaardc cn beb'ingswaarde komt in het gedrang. De inplanting "an Wilhclm Teil iseen historische fout, een uirbreiding en'an zou dcze fout ,'ersterken.De ontsluiting "an en naar Wilhelm Tell is zeer zwak. Een toename '-an hct ,'crkeer zal de,'ciligheid van de wandel- cn fietspaden aantasten en de woonkwaliteit "an de omge,-ingomlaag halen.Er is een tegenspraak in het prO\-inciaai structuurplan Yast te stellen, nl. het ,'ootopstellen"an ecn nat natuun'erbindingsgebied Yan prO\'inciaal belang gekoppeld aan een toeristischknooppunt type I1a.Er wordt voorgesteld dat de locatie "an 't Laer zich beter leent gezien mindcr kwersbaar.Het accent ligt te ,'eel op het economische en nier op het ecologisch belang "an deBosbec",",'allci.Tocrisme en natuur kunnen samengaan mits de draagkrachr "an de omge,'mg meto"crschreden wordt, de draagkracht van deze locatie is ,-eel re zwak. Alternatief is 't Laer.De kans ,-oor hct behoud ,'an de unieke Bosheekvallei niet laten verloren gaan.De uitbrciding i.f.v. massatoerismc staat haaks op hct uitdoofbeleid van dc kleinewcekcndvcrblijven.

Page 190: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

Inzake gebied Dorperbroek.Vraag naar sanering van her voormalige bio-industrieeIlandbouwbedrijf Damiaens waarvooreen sropzertingpremie werd uitgekeerd.Vraag naar herstel van de vallei van de Kreeftenbeek, de Kleine Beek en de Bosbeek. Vraagnaar een verplaatsing van het wandelpad als onderdeel van de poort naar de Bosbeek, uit hetkwetsbare gebied naar de rand. Ze willen samen zoeken naar een oplossing.

Inzake de agrarische structuur.Vraag om de tweede VEN-fase af te wachten vooraleer de gewenste agrarische structuurverder in te \rullen.

Inzake gebied Dorperbroek.De problematiek van sanering van het bio-industrieel landbouwbedrijf kan niet gevoerd wordenVla het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan. Hiervoor kunnen PV's en gerechtelijkedwangmaatregelen mogelijk een aanpak forceren.

Inzake de agrarische structuur.Bij de opmaak van een GemRUP agrarische structuur zal steeds rekening gehouden worden metde afbakening van de VEN-gebieden. De opmaak van een GemRCP gebeurt in overleg met deadviesorganen waarbij de randvoorwaarden van plannen op hoger schaalniveau steeds meeopgenomen worden.

33. Buurtcomité BosbeekvaUei

Samenvatting bezwaar:Bezwaar tegen uitbreiding Wilhelm TeU, naar analogie met bezwaar 4.

Bezwaar / behandeling GECORO:

Inzake Wilhelm TeU.De visie van de gemeente is een inperking van de provinciale visie van 12 ha naar 4 ha.Het standpunt van de gemeente is hierin duidelijk; maximaal 4 ha uitbreiden of niets uitbreiden.De inperking van 4 ha is het resultaat van een zoeken naar een gezond evenwicht tussen economie,toerisme, natuur cn landbouw.Voor wat betreft de effecten op de omge,'ing worden de gegevens van het plan-MER afgewacht.

De GECORO stelt voor:BEZWAAR NIET WEERHOUDEN

BEZWAREN 5, 6, 17, 18, 21, 23, 25, 34, 35, 36 = 10 stuksTEGEN UITDOOFBELEID WEEKENDVERBLIJVEN 'T LAER

5. Willems-Schoofs voor pater lef Willems

Samenvatting bezwaar:Betreft een bezwaar aangaande de waarde van de grond van perceel sec.A 665/5. Het bezwaar iszeer onduidelijk.Op het betreffende perceel is een weekendverblijf is gelegen (ten oosten van de OudeKerkhofweg).Het bezwaar zal dan ook te maken hebben met het uitdoofbeleid aangaande zonevreemdeweekendverblijven.

Page 191: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

Bezwaar / behandeling GEGORO:Betreffende perceel IS gelegen 111 gewestplan groengebied.De visie van de gemeente op de weekendverblijven is gerichr op uitdoving. Vergundeweekendverblijven kunnen blijven bestaan. Het gemeentelijk structuurplan wijzigt bij deze dan ookniet de huitlige "waarde" van gronden.

De GECORO stelt voor:BEZWA.,\R NIET WEERHOUDEN

6. Stulens-Berx René

Samenvatting bezwaar:Er wordt uitgegaan van bestemrningswijziging van (bos)grond door de bezwaarintlieneraangekocht in '67.Gemeente moet rekening houden met particuliere recreatie als gezinsondersteunend beleid.Er wordt geen rekening gehouden met juritlische uitspraken "wat als de Raad van State onsgelijk geeft".Bezwaarintliener gaat uit van een zonevreemd verklaring van de gronden.

Bezwaar / behandeling GEGORO:Er wordt uitgegaan van verkeerde interpretaties.Betreffende gronden veranderen niet van bestemming en gaan met over van zone-eIgen naarzone\"reemd.

De gronden zijn gelegen in gewestplan recreatiegebied met nabestemming groen. De bestaandevergunde weekend,-erblijven kunnen gehandhaafd blijven, voor het overige wil de gemeente eenuitdoofbeleid voeren voor de niet-vergunde weekendverblijven.Voor wat betreft de uitspraak van de Raad van Srare, deze uitspraak zal gevolgd worden en bij eenlatere herziening van her gemeentelijk ruimtelijke structuurplan worden aangepast.Daarnaasr kan gemeld worden dat er in de bindende bepalingen geen initiatieven genomen wordenom het uitdoofbeleid om te zetten in een juritlisch document.

De GECORO stelt voor:BEZWAAR NIET WEERHOUDEN

17. Coumans L.

Samenvatting bezwaar:- Er wordt uitgegaan van bestemmingswijziging van de grond van bezwaarintliener.

Er wordt gewezen op een economisch verlies (van waarde) van de grond.

Bezwaar / behandeling GEGORO:Betreffende gronden veranderen nier van bestemming en gaan niet over van zone-eigen naarzonevreemd.

Intlien de gronden gelegen zijn in gewestplan groen/park/natuurgebied kunnen de bestaandevergunde weekendverblijven gehandhaafd blijven. Er is dus geen sprake van waardeverlies geziende bestemming niet wijzigt. Voor het overige wil de gemeente een uitdoofbeleid voeren voor deniet-vergunde weekendverblijven.

De GECORO stelt voor:BEZWA,\R NIET WEERHOL.:DEN

Page 192: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

18. Craenen Martin & Hessel Oderte

Samenvatting bezlvaar:Bezwaar tegen de omzetting van recreatiegebied naar groenzone.

Bezwaar / behandeling GECORO:Betreffende gronden veranderen niet van bestemming en gaan niet over van zone-eIgen naarzonevreemd.

Indien de gronden gelegen zijn in gewestplan groen/park/natuurgebied kunnen de bestaandevergunde weekendverblijven gehandhaafd blijven. Er is dus geen sprake van waardeverlies geziende bestemming niet wijzigt. Voor het overige wil de gemeente een uitdoofbeleid voeren voor deniet-vergunde weekendverblijven.

De GECORO stelt voor:BEZWAAR NIET WEERHOCDEN

21. Visser S.

Samenvatting bezwaar:Er wordt gevraagd naar een "legale" mogelijkheid om het weekendverblijf te kunnen blijvengebruiken.

Bezwaar / behandeling GECORO:Betreffende gronden veranderen niet van bestemming. Bestaande vergunde weekendverblijvenkunnen gehandhaafd blijven. Voor het overige wil de gemeente een uitdoofbeleid voeren voor deniet-vergunde weekendverblijven.

De GECORO stelt voor:BEZWAAR NIET WEEIU-IOL"DEN

23. Cools Felix

Samenvatting bezwaar:Bezwaar tegen de onduidelijkheid de afgelopen jaren rond het bestaansrecht van deweekendverblijven en bezwaar tegen het uitdoofbeleid van de weekendverblijven.

Bezwaar / behandeling GECORO:Bestaande vergunde weekendverblijven kunnen gehandhaafd blijven. Voor het overige wil degemeente een uitdoofbeleid voeren voor de niet-vergunde weekendverblijven.

De GECORO stelt voor:BEZWAAR NIET WEERHOUDEN

25. VZW Comité Recreatiegebied 't Laer

Samenvatting bezwaar:Bezwaar tegen het uitdoofbcleid ,'an de weekendverblijven, er wordt gevraagd rekening tehouden met de historisch gegroeide particuliere recreatie.Wijst op het gebrek aan het juridische aspect .in het grs.

- Wat met de e,'entucle uitspraak van de Raad van State aangaande de gewestplanwijziging van1998.

- Vraag naar schriftelijke reactie.

Page 193: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

Bezwaar / behandeling GECORO:Betreffende gronden veranderen niet van bestemnling en gaan niet over van zone-eigen naarzonevreemd.Besraande vergunde weekendverblijven kunnen gehandhaafd blijven. Voor heroverige wil de gemeente een uitdoofbcleid voeten voor de niet-vergunde weekendverblijven.Voor wat betreft het juridische aspect vormt het grs een visiedocument waatop deuitvoeringsplannen, als juridisch document, gebaseetd zullen worden. De juridischedraagkracht zit in de uitvoeringsplannen, niet in het grs. Het grs geeft in de bindendebepaling aan tot de opmaak van welke uitvoeringsplannen de gemeente zich engageert.Voor wat betreft de uitspraak "an de Raad van State, deze uitspraak zal gevolg worden en bijeen latere herziening van het gemeentelijk ruimtelijke structuurplan wotden aangepast.Daarnaast kan gemeld worden dat er in de bindende bepalingen geen initiatieven genomenworden om het uitdoofbeleid om te zetten in een juridisch document.

De GECORO stelt voor:BEZWAAR NIET WEERHOUDEN

34. Rovers A.

Samenvatting bezwaar:Bezwaar tegen het uitdoofbeleid van de weekendverblijven en een "omzetting van recreatiegebiednaar groengebied".

Bezwaar / behandeling GECORO:Betreffende gronden veranderen niet van bestemming en gaan niet over van zone-eigen naarzonevreemd. Bestaande vergunde weekendverblijven kunnen gehandhaafd blijven. Voor hetoverige wil de gemeente een uitdoofbeleid ,-oeren voor de niet-,'ergunde weekendverblijven.

De GECORO stelt voor:BEZWAAR NIET WEERHOCDEN

35. Pletsers Francis en Suzj'

Samenvatting bezwaar:Bezwaar tegen het uitdoofbeleid van de weekendverblij,-en en een "omzetting van recreatiegebiednaar groengebied".

Bezwaar / behandeling GECORO:Betreffende gronden vetanderen niet van bestemming en gaan niet over van zone-eigen naarzonevreemd. Bestaande vergunde weekendverblij\'en kunnen gehandhaafd blijven. Voor hetoverige wil de gemeente een uitdoofbcleid voeren voor de niet-vergunde weekendverblijven.

De GECORO stelt voor:BEZWAAR NIET WEERHOUDEN

36. Trujs Jozef

Samenvatting bezwaar:Bezwaar tegen het uitdoofbeleid \'an de weekendverblij,'en. Vraag naar een juridische oplossing.Vraag naar een schriftelijke reactie op het bezwaar.Indien de gewestplanwijziging van 1998 n.a.". de uitspraak van de Raad van State dienaangaandeniet zou doorgaan, dan niet over te gaan tot een juridische uitwerking van het uitdoofbeleid.

Page 194: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

Bezwaar / behandeling GEGORD:Betreffende gronden veranderen niet van bestemming en gaan niet over van zone-eigen naarzonevreemd. Bestaande vergunde weekendverblij,-en kunnen gehandhaafd blijven. Voor hetoverige wil de gemeente een uitdoofbeleid voeren voor de niet-vergunde weekendverblijven.Voor wat betreft de uitspraak van de Raad van State, deze uitspraak zal gevolg worden en bij eenlatere herziening van het gemeentelijk ruimtelijke structuurplan worden aangepast.Daarnaast kan gemeld worden dat et in de bindende bepalingen geen initiatieven genomen wordenom het uitdoofbeleid om te zetten in een juridisch document.

De GECORO stelt voor:BEZWA.AR NIET WEERHOUDEN

BEZWAREN 2, 3, 7, 8, 9, 10, 11, 12, D, 14, 22, 24, 26, 27, 28 = 16 STUKSALLERHANDE

2. Baeten Rachelle

Samenvatting bezwaar:Betreft een bezwaar tegen het uitdoofbeleid van bivakhuis Zavelheem gelegen aan de Oudsberg,als zijnde gebouwd vóór de wet op de stedenbouw en als dusdanig als vergund beschouwd moetworden.

Bezwaar / behandeling GEGORD:Indien kan aangetoond wotden dat het gebouw van vóór de wet op de stedenbouw wetdopgetrokken kan het gebouw inderdaad als vetgund beschouwd worden en als dusdanig in debestemming van jeugdkampplaats gehandhaafd blijven. Betreffende petceel is echter gelegen ingewestplan groen- en VEN-gebied.De onrwikkeling,,-isie op het jeugdverblijfstoerisme richt zich dan ook op een behoud enmogelijke uitbteiding van de minst kwetsbare locaties (milieu, landschap, groen, ... ).Binnen het gemeentelijk structuurplan wordt gekozen vOOt de ontwikkelingsmogelijkheden binnende bestaande vergunde locaties (in en aansluitend op de woonzone) en voor de locatie Nachtegaal.Bijkomend wotden er mogelijkheden voorzien voor jeugdverblijfstoetisme in de schakelruimte enin enkele hoeves.

De GECORO stelt voor:BEZWA.AR NIET WEERHOUDEN

3. Cardeynaels lacobus

Samenvatting bezwaar:Vraag naat omzetting van landbouwpercelen grenzend aan de woonzone naat woonzone.Bezwaar wordt ingediend tegen de gewestplanbestemming van landbouwpercelen langs uitgerusteweg.

Bezwaar / behandeling GEGORD:Gezien het gemeentelijk structuurplan geen uitspraken doet op perceelsniveau;gezien een uitbreiding van de woonzone strijdig is met de basisbeginselen van het provinciaalstructuurplan;gezien de behoefte aan bijkomende bouwkavels uiet aantoonbaar is;gezIen het rulille aanbod aan bouwkavels, aan wooninbreidingsgebieden én aanwoonuitbreidingsgebieden;

Page 195: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

is een onlzetting van bndbouwzone naar bouwzone niet verantwoordbaar, noch ruimtelijk, nochkwantitatief.

De GECORO stelt voor:BEZWAAR NIET WEERHOUDEN

7. Paesen laak i.n.v. WARD NV-Samenvatting bezwaar:Verzoek tot aanvulling van het grs met het voorstel tot omzetting \'an parkgebied naarindustriegebied van het perceel aansluitend op het BPA Industrie J1-Zwartberg.

Bezwaar / behandeling GECORO:Betreffend perceel is gelegen in gewestplan parkgebied met de locatie van de mijnterril als baken inhet landschap (provinciale selectie). Het inschakelen van betreffend perceel in de economischestructuur is dan ook strijdig met de provinciale visie.De bestaande industriezone Opglabbeek is geselecteerd als specifiek economisch knooppunt.Bijkomend heeft de gemeente Opglabbeek, als buitengebied gemeente, enkel de mogelijkheid ombijkomend Sha bedrijventertein bij te creëren, en dit enkel in functie van lokale bedrijvigheid. Dezoekzone voor deze Sha sluit dan ook aan op het bestaande bedrijvemerrein van Opglabbeek.Bedrijventerrein Industrie J1-Zwartberg betreft een regionaal bedrijventerrein horende bij hetstedelijk netwerk.Het ontwikkelen van betreffende perceel als onderdeel van het regionaal bedrijventerreinZwartberg is een bevoegdheid van de provincie, deze vraag mag de bevoegdheid van de gemeenteaangaande de locatie en de invulling van het lokaal bedrijventerrein niet hypothekeren.

De GECORO stelt voor:BEZWAJ\]~NIET WEERHOUDEN

8. Bedrijfsgilde Maas & Kempen, afd. Opglabbeek

Samenvatting bezwaar:Er wordt gevraagd de 'aangegeven zones' te specificeren en aan te geven om welke gebiedenhet gaat.De sector vraagt de tenn "niet streekeigen bomen en planten' te venrangen door 'nietlandbouwgewassen'. Er mag niet geraakt worden aan de vrijheid van teeltkeuze.

Bezwaar / behandeling GECORO:Een structuurplan geeft een globale visie weer en doet geen uitspraken op perceelsniveau.Over welke percelen het specifiek zal gaan en wat de daaraan gekoppelde voorschriftenzullen zijn, wordt uitgewerkt in een ruimtelijk uitvoeringsplan.Gezien het hier gaat om zones die integraal deel uitmaken van de agrarische structuur engelegen zijn in agrarisch gebied gewestplan zal de term "niet streekeigen bomen en planten'vervangen worden door 'niet landbouwgewassen'.

De GECORO stelt voor:BEZWAAR GEDEELTELIJK WEERHOeDEN (VOOR PUNT 2)

9. BedrijfsgiJde Maas & Kempen, afd. Opglabbeek

Samenvatting bezwaar:Gevraagd wordt om in de tekst RI 'Gewenste agrarische structuur' onder 'samengevat' op tenemen dat het inpassen van kleine landschapselementen enkel zal gebeuren "op vrijwillige basis"(Rl p148).

Page 196: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

Bezwaar / behandeling GECORO:Om her idee "an verplichting op re heffen zal de formulering op pag. RI148 (eersre punr ondersamengenr) gewijzigd worden als volgr: "-slmJC" lIaar" hel illpassell vall kleiIIe /alldschapJ'efemelllell ill ...

De GECORO stelt voor:BEZWAAR WEERHOCDEN

10. Bedrijfsgilde Maas & Kempen, afd. Opglabbeek

Samenvatting bezwaar:Bezwaar regen her omzetten van landbouwgebied naar groengebied en indusrriegebied.Vraag naar compensaue voor de verloren gegane oppervlakre.Er wordr verwezen naar de 1/5 verhouding landbouw r.o.V. natuurgebied aangegeven in hersrructuurplan Vlaanderen dar voor Opglabbeek ruim overschreden wordt.Vraag om schrapping van BB14 omdar deze gebieden gelegen zijn in habirarrichrlijngebiedenen N -resenraten.

Vraag naar compensatie van de zone voor uirbreiding lokale bedrijven.Vraag concreer naar de maarregelen die ondernomen worden voor de sector landbouw.

Bezwaar / behandeling GECORO:Er wordr geen landbouwgebied (gewesrplan) omgezer naar groengebied, her berrefrbestaande gewesrplan groengebieden waarvan aangegeven wordr in de gewensre structurendeze als dusdanig re handhaven.De compensatie wordr in de gewensre agrarische srructuur opgenomen aan de oosrzijde vande N 76 waar een groot gebied berbesremd wordr naar landbouwgebied.De verhouding aangegeven in her srructuurplan Vlaanderen betrefr een gemiddeldeverhouding voor gans Vlaanderen cn kan nicr per gemeente toegepasr worden.Echrer zal bij de afbakening van her herbevestigd agrarisch gebied voor de regio LimburgseKempen en Maasland, deze bijkomende compensatie worden voorgesreld.BB14 berrefr een selectie van de percelen gelcgen in gewesrplan groengebiedQlabirarrichrlijngcbieden en N-reservaren) mer als docl een gestuurd beleid re voeren naar herdaadwerkelijk ombuigen van klcine landbouwgebruikpercelen gelegen In dezegroengebieden.Her maakr een onderdeel uir van BB25. waarin alle initiatieven aangaande de gewensreagrarische srructuur gekoppeld worden. De vier punten onder BB25 kunnen nier los vanelkaar gezien worden, het omzetten van gewestplan groen naar landbouw kan nietlosgekoppeld worden van dc andere ondcrdelen.De compensatie van dc zoekzone van maximaal 5ha voor lokale bedrijvigheid zir eveneensven'ar in de locatie langs de N76.De maarregelen die gerroffen werden voor de secror zIJn:o het omzetten ,-an landbouwpercelen (ruimc delen aangcgeven in de gewenste agrarischesrructuur tek47) gelegen in gewestplan groen/natuurgebied naar huispercelen metrandvoorwaarden;o hcr omzetten van een ruime zone groengebied naar landbouwzonc langs de N76.

De GECORO stelt voor:BEZWAAR NIET WEERHOUDEN

Page 197: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

11. Bedrijfsgilde !\[aas & Kempen, afd. Opglabbeek

Samenvatting bezwaar:Vraag om her gebied II.B. re benoemen als strucrureel bepalend landbouwlint op gemeentelijkni\'eau en de beschrij\wg 'kleinschalig gebruik' te schrappen.Het feit dat grote delen in gebruik zijn als landbouwgebied moer pleiten \'Oor een omzerting \'angewestplan groen/naruur om te zetten naar landbouw.

Bezwaar / bebandeling GECORO:Dit bezwaar is strijdig mer bez\\'aar 9 \'an dezelfde indiener waar de kleinschaligheid erkend wordten aangege,'en wordt de kleine landschapselementen op \'rijwillige basis" te laren gebeuren.Er zijn inderdaad \'eel percelen in landbouwgebruik langsheen de Bosbeek. Dat is dan ook dereden waarom in de gewenste agrarische structuur voor deze zone gekozen wordt '"oor eenomzetting naar huispercelen met rand\'oorwaarden, Bij deze wordt er dan ook ingegaan op devraag om rekening te houden met de aanwezigheid van de landbouw langsheen de Bosbeek.Gezien het gege\'en \'an de waarde\'olle Bosbeek dient hier ook rekening gehouden te worden methet landschappelijke en naruurlijk gegeven.

De GECORO stelt voor:BEZWAAR NIET WEERHOL'DEN

12, Bedrijfsgilde Maas & Kempen, afd. Opglabbeek

Samenvatting bezwaar:l\angaande deelruimte VI 'schakelruimte' wordt de schrapping gevraagd van volgendeomschrij\'ing "het leggen van een groene verbinding is de hoofdfunctie van deschakelruimte" (RI 1'140).

- Vraag om schrapping van BB17 en BBI3.

Bezwaar / behandeling GECORO:De omschrij\'ing "her leggen \'an een groene \'erbinding is de hoofdfunctie \'an deschakelruimte" wordr niet teruggevonden in de tekst op de aangegeven pagina, maar welonder de omschrij\wg \'an de schakelruimre op pagina RI 112.Betreffende omschrij\'ing wordt geherformuleerd naar "I felleggw vall eetl growe verbilldillg is helliigallgsp"IIII'all de s,hakelmimle. Billllw de"e s(hakelmimle kllllllW alle alldereJillldies, ::.oalJ lalldbollw,ret'realie, WOllell, , .. peifed plaalSlilldw.BB17 betreft een selectie van groene stapstenen in functie \'an het \'erbinden \'an denoordelijke en zuidelijke omgordelende groenstructuren, conform de provinciale \'isie op hetvervolledigen \'an de groenstructuren, De landbouwfunctie wordt hierbij nietgehypothekeerd.BB13 is als selectie een onderdeel \'an BB25 waarbij de omzetting \'an groengebied naarlandbouwgebied in één GemRCP vorm moet ge\'en aan de agrarische strucruur.

De GECORO stelt voor:BEZW'\I\R GEDEELTELIJK WEERHOCDE (\'OOR peNT 1)

13. Bedrijfsgilde !\faas & Kempen afd. Opglabbeek

Samenvatting bezwaar:Vraag om twee bijkomende locaties, momenteel in gebruik door de landbouw, in de declruimte III'agrarisch gebied" om te zetten naar agrarisch gebied.

Page 198: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

Bezwaar / behandeling GEGORO:Betreffende percelen werden inderdaad in de vooronrwerpfase mee voorgesteld als teherbestemmen naar agrarisch gebied. Naar aanleiding van een negatief advies hierop vanuit hetagenrschap Natuur en Groen.In het kader van de ruimtelijke visie voor landbouw, natuur en bos zullen betreffende percelenvoorgesteld worden aan de Vlaamse Overheid om op te nemen in de afbakening van hetherbevestigd agrarisch gebied voor de regio Limburgse Kempen en Maasland.

De GECORO stelt voor:BEZWAAR NIET WEERHOUDEN

14. BedrijfsgiJde Maas & Kempen, afd. Opglabbeek

Samenvatting bezwaar:V raag om de aangegeven huispercelen met randvoorwaarden, gelegen in gewestplangroen/natuurgebied integraal om te zetten naar landbouwgebied omdat ze momenteel als dusdanigin gebruik zijn. V raag om BB11 te schrappen.

Bezwaar / behandeling GEGORO:Betreffende huispereelen met randvoorwaarden zijn gelegen in gewestplan groen/natuurgebied.Met het omzetten naar huispercelen wordt voor een deel regemoet gekomen aan de sectorlandbouw om de huidige huiskavels (gelegen in gewestplan groen/natuur) juridischereeh tszekerheid te geven.De mate waarin deze randvoorwaarden worden omschreven wordt vastgelegd in eenuitvoeringsplan, de afbakening, de hoedanigheid en invulling van betreffende zones wordt dan ookonderzocht in het uitvoeringsplan. Her schrappen van BB 11 betekent dan ook een handhaving vande gewestplanbestemming, wat tot gevolg zou hebben dat er geen initiatieven meer kunnengenomen worden i.f.v. een afstemming naar het huidige gebruik.

De GECORO stelt voor:BEZWAAR NIET WEERHOUDEN

22. Wilhelrn Tell- recreatieoord

Samenvatting bezwaar:V raag om via de gemeentelijke VISie de provinciale visie niet te hypothekeren. Er wordtverwezen naar het lopende plan-MER als voortraject van een PRUP.

- Bezwaar tegen de huiskavels gelegen binnen de uitbreidingszone, vraag om deze teverwijderen.V raag om bezwaarschriften gebaseerd op onvolledige of verkeerde informatieononrvankelijk te verklaren.V raag om behoud van alle jeugdkampplaatsen.

Bezwaar / behandeling GEGORO:- Punt 1 is een vraag, geen bezwaar. Het gemeenrelijk ruimtelijk structuurplan geeft een

gewenste ontwikkeling mee die aan het provinciaal bestuur wordt aangereikt. In deprocedure van een PRUP zijn de overleg- en adviesmomenren vastgelegd. Deze zullencorrect nageleefd worden.Betreffende huiskavel sluit aan op een landbouwbedrijf gedurende 4 generaties in gebruik.Het betreft een melkveebedrijf waarvoor de aansluitende percelen van belang zijn voor deleefbaarheid van het bedrijf.Zo lang er geen uitspraken bekend zijn aangaande het provinciaal RUP worden deontwikkelings-mogelijkheden voor de huiskavels open gehouden.

Page 199: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

Het gemeentelijk bestuur beslist te reageren op aUe ingediende bezwaren, echter zuUenongegronde bezwaren niet weerhouden worden.Betreffende het uitdoofbeleid van bivakhuis Zavelheem wordt verwezen naar het advies vanbezwaar 2.Voor wat betreft het bivakhuis aansluitend bij het recreatiegebied Wouterbron wordt er eenPRUP opgesteld waarin de afbakening en de randvoorwaarden van de verblijfsrecreatiehorende bij het recreatiegebied Wouterbron (camping Zavelbos) zullen vastgelegd worden.

De GECORO stelt voor:BEZWAAR NIET WEERHOUDEN

24. Spreeuwers Fabian

Samenvatting bezwaar:Bezwaar tegen het ontbreken van gegevens van de zandwinning waarvan de impact op deomgeving enorm zal zijn.

Bezwaar / behandeling GECORO:Gezien de zandwinning een gewestelijke materie IS, gezien het onderzoek gebeurt binnen hetdelfstoffenplan, verkoos het bestuur dit gegeven niet op te nemen in het gemeentelijkstructuurplan.Ter verduidelijking kan meegedeeld worden dat er een gunstig advies gegeven werd voor de zonezandwinning (zie toegevoegde tekening) met nabestemming landbouw.

De GECORO stelt voor:BEZWAAR NIET WEERHOUDEN

26. NV Van Cranenbroek

Samenvatting bezwaar:Vraagt een aanpassing aan de BB 1.2. Economische structuur, met name om rekening tehouden met het nodige ruimtegebruik voor de activiteit van de NV Van Cranenbroek voorhaar eventuele uitbreiding en dit voor war betreft de locatie van de uitbreiding van her lokalebedrijventerrein.Vraag naar aanpassing van BB18 GRUP lokaal bedrijventerrein met name om rekening tehouden met het nodige ruimtegebruik voor de activiteit van de NV Van Cranenbroek voorhaar eventuele uitbreiding en dit voor wat betreft de locatie van de uitbreiding van het lokalebedrijventerrein.Vraag om de link van de infrastructurele schakel ook naar bedrijf Van Cranenbroek teleggen.Bezorgdheid om het feit dat de provillCle bevoegd is voor de afbakening van de diverseeconomische knooppunten.

Bezwaar / behandeling GECORO:BB02 betreft enkel de selectie van de zoekzone voor het lokale bedrijventerrein. Bij deopmaak van een uitvoeringsplan voor deze zoekzone wordt steeds rekening gehouden metde omliggende bedrijven, hun ontsluiting en ontwikkelingsmogelijkheden. Het is niet zo dathet lokale bedrijventerrein op zich staat, de ontwikkeling ervan wordt steeds gerelateerd aande omgeving (wegen, fietsverbindingen, bestaande industrieterrein, bestaande aangrenzendebedrijven, ontsluitingsmogelijkheden, open ruimte, woonzone, ).Zelfde antwoord als onder bovenstaand punt.Dit geldt tevens voor de link van Van Cranenbroek met de infrastructurele schakel. VanCranenbroek ligr binnen de afbakening van het bestaande industrieterrein en wordt dus

Page 200: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

beschouwd als een onderdeel ervan. Het opnemen van alle afzonderlijke bedrijven zouabsurd zijn.Het is zo dat het provinciaal structuurplan de divetse economische knooppunten opprovinciaal niveau heeft geselecteerd. De provincie is dan ook belast met de opmaak vanprovinciale uitvoeringsplannen voor deze locaties. Opglabbeek is geselecteerd als specifiekeconomisch knooppunt in een buitengebied gemeente, dus geen locatie van provinciaalruveau.

De GECORO stelt voor:BEZWAAR NIET WEERHOUDEN

27. du Bais Chris

Samenvatting bezwaar:Het betreft een advies van dhr. Chris du Bois aan de gemeente Opglabbeek om geen socialewoonwijken te ontwikkelen omdat deze ontaarden in gettovorming, segregatie en verhoogdecriminaliteit. Er wordt hiervoor verwezen naar de situatie in de gemeente Genk.

Bezwaar / behandeling GECORO:Het betreft geen bezwaar, enkel een advies

De GECORO stelt voor:BEZWAAR NIET WEERHOUDEN

28. NV Van Cranenbroek

Idem bezwaar 26.

De GECORO stelt voor:BEZWAAR NIET WEERHOUDEN

BEZWAARNAL

37. VZW Naruurbeschermingsactie Limburg

Samenvatting bezwaar:Gewenste toeristisch-recreatieve structuur.

Er wordt akkoord gegaan met de visie maar er wordt aangestuurd op een strikter beleidaangaande de onvergunde weekendverblijven. Er moet gewerkt worden aan eenstandstiI en een strikt vergunningenbeleid, m.n. in natuurgebied kunnen geenbouwvergunningen verleend worden.

Dag- en verblijfstoerisme.Wilhelm T e11 is gelegen in de Bosbeel,,,allei en niet grenzend aan. De Bosbeekvallei isals ecologische structuur zeer J..-wetsbaar, ook inzake waterhuishouding. Een eventueelPRUP zal dan ook uitsluitsel moeten geven over de ecologische draagkracht als VEN­gebied, gezien de Bosbeekvallei voor het grootste deel gelegen is in VEN-gebied.Het recreatiegebied is destijds ingekleurd als recreatiezone omwille van de bestaandetoestand. Indien de huidige uitbreiding toegestaan wordt is een herlocatie binnen deeerstvolgende 50 jaar uitgesloten. Vandaar het belang om er nu een beslissing in tenemen.

Jeugdverblij fstoerisme.Er wordt akkoord gegaan met het uitdoofbe1eid van de twee locaties Zavelheem enWouterbron.

Page 201: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

Gewenste agrarische strucruur.Een planologische ruil tussen versnipperde agrarische gebieden is aangewezen, dochdient er rekening gehouden met de bestemmingen zoals vastgelegd in het gewestplan,ook voor de landbouw.Ecologisch k'wetsbare gebieden gelegen in gewestplan natuurgebied/reservaat, in VEN­gebied (I en 11) komen echter niet in aanmerking voor landbouwgebied.Een (verantwoorde) grondruil i.f.v. het samenvoegen van landbouwpercelen enanderzijds natuurgebieden te vrijwaren zou ook als actie in de BB moeten opgenomenworden

Gewenste natuurlijke en bosstructuur.In het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan worden studies aangehaald zoals hetRegionaal Ontwikkelingsplan, het richtplan Bosbeek en het GNOP. Deze lagen echterniet ter inzage en konden dan ook niet geraadpleegd worden. Er kunnen dus ook geenopmerkingen hieromtrent gemaakt worden.Er moet een duidelijk standpunt ingenomen worden t.O.V. Wilhelm Tell: óf onder dehuidige exploitatie aanvaardbaar mits landschappelijke inpassing, óf kan op deze plekniet functioneren, óf kan op deze plaats nog uitbreiden.In dit laatste geval hypothekeert men alle visies en plarulen om de Bosbeek:vallei op tewaarderen.In het richtinggevend deel worden te weinig duidelijke beleidslijnen vastgelegd.Bovendien is er een tegenstrijdigheid tussen enerzijds het optimaal beschermen van deBosbeekvallei tegen oneigenlijk gebruik en anderzijds worden erbeheersovereenkomsten voor de landbouwpercelen voorgesteld.

Bezwaar / behandeling GECORO:Gewenste toeristisch-recreatieve structuur.

Het is niet de mtenne van de getneente om onvergunde constructies In

natuur/reservaat/Ven-gebieden te regulariseren. In tegendeel, er wordt gestreefd naareen uitdoving van de o,wergunde constructies.

Dag- en verblijfstoerisme.Het standpunt vanuit de gemeente aangaande de uitbreiding van W.iIhelm TeU isduidelijk.Er wordt aan de provincie als visie meegegeven dat een uitbreiding van 4 ha als eengezond evenwich t tussen de verschillende sectoren kan, nuts de nodigerandvoorwaarden, kan, meer dan 4 ha is echter uitgesloten. De tegenstrijdigheidwaarnaar verwezen wordt heeft dan ook te maken met het zoeken naar een evenwichttussen enerzijds het daadwerkelijk gebruik van de landbouwpercelen sinds generaties ingewestplan groengebied en anderzijds het kleinschalig en landschappelijk (ecologisch)gegeven van de Bosbeekvallei. Het is een problematiek die via de bindende bepalingenBB11 t.e.m. BB14 moet uitgeklaard worden.Of de visie al dan niet geactualiseerd dient te worden, zal gewacht worden op de uitslagvan het plan-rvlER dar momenteel in opmaak is.

Gewenste agrarische strucruur.De bindende bepalingen BB11 t.e.m. BB14 en BB17 hebben betrekking op debestemmingsruil.Het klopt dat deze best in één gebundeld RUP worden gegoten, zodat aUe aspectensamen kunnen onderzochr worden om alzo tot een verantwoorde bestemmingsruil tekomen.

Gewensre natuurlijke en bosstructuur.

Op eenvoudige vraag konden betreffende dossiers ingekeken worden, het zijn openbaredocumenten. Ze waren echter zelf ruet onderwerp van de openbareonderzoeksprocedure.

Page 202: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

Het standpunt vanuit de gemeente aangaande de uitbreiding van Wilhelrn Tell isduidelijk - zie advies onder 'Dag- en nrblijfstoerisme' hierboven.

De GECORO stelt voor:BEZWAAR GEDEELTELIJK WEERHOCDEN (VOOR HET SAMENVATIEN VAN DEB13)

(Adviesl

Het voorliggende docwnent voldoet aan de vormvereisten van een gemeentelijk ruimtelijkstructuurplan.

Het ontwerp van gemeentelijk ruimtelijk structuurplan wordt voorwaardelijk gunstiggeadviseerd. Wel wordt voorgesteld om rekening te houden met de uitgebrachte adviezen van deMinister en de Bestendige Deputatie en zijn tekstuele aanpassingen en verduidelijk.ingen wenselijkom tegemoet te kon1en aan de ingediende bezwaren met name:

In verband met de mogelijke tegenstrijdigheden met het Ruimtelijk Structuurplan provincieLimburg aangaande de ontwikkeling van handel langs de Weg naar Zwartberg moet in hetdefinitieve ontwerp duidelijk verwezen worden naar het lokale katakter afgestemd op debetreffende niveaus zoals aangegeven in het advies van de Bestendige Deputatie.In verband met de visie op de uitbreidingszone Wilhelrn Tell is het aangewezen dat hetgemeentelijk standpunt verduidelijkt wordt en dat dit als suggestie aan de provincie wordtingeschreven.Het is bovendien aangewezen dat de gemeente de provincie in kennis stelt van het grootaantal bezwaarschriften (in totaal 1343 stuks) dat ingediend werd met betrekking tot demogelijke uitbreiding van Wilhelm Tell.De afstemming '"an het richtinggevend deel op het bindend deel moet voor wat deonderbouwing van het RUl' woonuitbreidings- en wooninbreidingsgebieden verduidelijktworden. Hiercoor moet een aparte tekening worden toegevoegd met de wooninbreiding- enuitbreidingsgebieden met een toevoeging van de benaming en de fasering, gegevens dieafgeleid zullen worden uit de lijsten aangegeven, in de 13133, 4 en 5 en 131319 én in hettichtinggevend deel onder punt III.3.S. Ontwikkelingsperspectieven voor wooninbreiding­en uitbreidingsgebieden.Het is aangewezen dat de term Hnict streekeigen bomen en planten) vervangen wordt door'niet landbouwgewassen' in de gewenste agrarische structuur (blz. 147 van het richtinggevenddeel- voorlaatste alinea).Op blz. 148 van het richtinggevend deel wordt de tekst van het eerste punt ondersamengevat als volgt gewijzigd: '~lreven naar" hel illjJaJJCIl vall kleine landsrhajJfelelJlenlell in deagrariJehe ZOIlCJparallel aall de BOJbeek.De omschrijving "het leggen van een groene verbinding is de hoofdfunctie van deschakelruimte" wordt niet teruggevonden in de tekst op de aangegeven pagina, maar welonder de omschrijving van de schakelruimte op pagina Rl 112. Betreffende omschrijvingwordt geherformuleerd naar "/-Iel leggen Ilall een groClie verbinding iJ hel IIllgangJjJtlllt !Jall deJehakeimilJlle. BinllCll deze J,vakelmilllie kllnnCll alle andm plllelieJ, zoalJ landbollw, I~c,"alie, WOllen, ...jJeifed plaalSllinden.

Page 203: Tekstenbundel ruimtelijk structuurplan

De bindende bepalingen BB11 t.e.m. 131314 en BB17 hebben betrekking op eenbestemmingsnul. Het is aangewezen dat deze in één gebundeld RUP wotden gegoten, zodatalle aspecten samen k-unnen onderzocht worden om alzo tot een verantwoordebestemmingsruil te komen.

Hoogachtend,De gewestelijk stedenbouwkundig ambtenaar

Luc De BeheAdjunct \'an de directeur