terwijl de boer slaapt
TRANSCRIPT
Door Jou in deze kring geroepen,
door warme dromen diep geraakt,
om zout te zijn in deze wereld,
Jouw woord dat naar de liefde smaakt.
Elk onrecht neem je op de korrel,
een bijtend oordeel, telkens weer,
gezond verstand, ons hart dat fluistert
en dan nog net dat snuifje meer.
In deze kring, rond deze tafel,
strooien we flarden van Jouw Woord,
opdat we niet meer zouden slapen,
niet door de dood worden bekoord.
Want na zes dagen overleven
door arbeid, werken voor het geld,
is er Jouw dag, is er nog ‘ zeven ’
en aandacht voor wat eig’nlijk telt
(Biesbrouck Peter)
Als je brood deelt
deel je macht
als je macht deelt
neem je deel
Als je brood deelt
deel je hart
als je hart deelt
komt er hoop
als je brood deelt
deel je lijf
als je lijf deelt
word je één
als je brood deelt
deel je pijn
als je pijn deelt
is er trouw
als je brood deelt
word je klein
als je klein wordt
word je sterk
als je brood deelt
wordt het licht
als het licht wordt
komt het goed
als je brood deelt
word je brood
als je brood wordt
word je mens
(Verb
eek H
erm
an)
als je brood deelt
word je brood
als je brood wordt
word je mens
(Verb
eek H
erm
an)
(Ta
izé)
Looft de Heer, onze God (Ta
izé)
Nu gaat de zaaier uit,
de dag is aangebroken,
hij heeft de tijd geduid,
gehoopt, gewikt, gewogen.
Hij loopt met vaste tred,
gebaren wijd en zijd,
hij zegent links en rechts,
hij maakt geen onderscheid.
Wat drijft de zaaier voort,
hij valt in slechte aarde,
zijn woord blijft onverhoord,
weersproken wordt zijn adem.
Onvruchtbaar is de grond,
gesloten en verhard,
de zaaier gaat maar rond,
wie heeft hem in zijn macht. (Bo
um
a H
an
s /
‘D
an
kt,
da
nkt
nu
alle
n’)
[voorganger]
Ik geloof dat God de mens geschapen heeft
als een zoeker naar vriendschap en liefde,
naar vrede en waarheid,
naar een nieuwe aarde.
[Al]
Ik geloof dat Gods Zoon, Jezus,ons op deze weg is voorgegaan,
doorheen lijden en dood,naar verrijzenis en nieuw leven.
[Vg]
Ik geloof dat Hij nu onder ons verder leeft en ons uitnodigt mee
te bouwen aan een wereld waar het goed is om te wonen:
Gods rijk op aarde.
[Al]
Ik geloof dat wij samen, als kerkgemeenschap,
op weg zijn naar geluken dat Hij ons daarom zijn Geest schenkt
om te kunnen standhoudenin goede en kwade dagen.
[Vg]
Ik geloof dat God ons allen zal samenbrengen
en ons leven zal voltooien.
Ik geloof dat Hij daarom niets zal laten verloren gaanvan wat uit liefde geboren is.
Amen.
"De oogst is groot" en op dat woord, zijn velen opgestaan om U te volgen.Wij bidden U, zend in de tij, Uw Geest, die stuwkracht is.
Gij die weet wat in mensen omgaat
aan hoop en twijfel, domheid, drift,
plezier, onzekerheid.
Gij die ons denken peilt
en ieder woord naar waarheid schat
en wat onzegbaar is onmiddellijk verstaat.
Gij toetst ons hart
en Gij zijt groter dan ons hart
op elk van ons houdt Gij uw oog gericht
en niemand of hij heeft een naam bij U
en niemand valt of hij valt in Uw handen
en niemand leeft of hij leeft naar U toe.
Maar nooit heeft iemand U gezien
in dit heelal zijt Gij onhoorbaar
en diep in de aarde klinkt Uw stem niet
en ook uit de hoogte niet
en niemand die de dood is ingegaan
keerde ook terug om ons van U te groeten.
Aan U zijn wij gehecht naar U genoemd.
Gij alleen weet wat dat betekent, wij niet.
Wij gaan de wereld door met dichte ogen.
Maar soms herinneren wij ons een naam
een oud verhaal dat ons is doorverteld
over een mens die vol was van Uw kracht
Jezus van Nazareth, een jodenman.
In Hem zou Uw genade zijn verschenen,
Uw mildheid en Uw trouw
in hem zou voorgoed
aan het licht gekomen zijn
hoe Gij bestaat
weerloos en zelveloos
dienaar van mensen.
Hij was zoals wij zouden willen zijn
een mens van God
een vriend, een licht, een herder
die niet ten eigen bate heeft geleefd
en niet vergeefs onvruchtbaar is gestorven.
Die in de laatste nacht dat Hij nog leefde
het brood gebroken heeft en uitgedeeld
en heeft gezegd:
Neemt, eet, dit is mijn lichaam,
zo zult gij doen tot Mijn gedachtenis.
Toen nam Hij ook de beker en Hij zei:
Dit is het Nieuw Verbond, dit is Mijn bloed
dat wordt vergoten
tot vergeving van de zonden.
Als je uit deze beker drinkt, denk dan aan Mij
Tot Zijn gedachtenis nemen wij daarom
dit brood en breken het voor elkaar
om goed te weten wat ons te wachten staat
als wij leven Hem achterna.
Als Gij Hem hebt gered van de dood
God, als Hij, dood en begraven
dan toch leeft bij U
redt dan ook ons en houdt ons in leven.
Haal ook ons door de dood heen nu
en maak ons nieuw
want waarom Hij wel
en waarom wij niet,
wij zijn toch ook mensen.
(Oosterhuis Huub / Huijbers Bernard))
(Taizé)
(Ta
izé)