toekomstbeeld van de bewindslieden? niet alleen wij, maar .../vilhmtg6jxp1.pdfcircuit. deze...

37
Aan de orde is de voortzetting van de behandeling van: - het wetsvoorstel Vaststelling van de begro- tingsstaten van het Ministerie van Justitie (VI) voor het jaar 2011 (32500-VI); - het wetsvoorstel Jaarverslag en slotwet Ministerie van Justitie 2009 (32360-VI); - het jaarverslag van het Ministerie van Justitie 2009 (32360-VI, nr. 1); - het rapport van de Algemene Rekenkamer bij het jaarverslag van Justitie 2009 (32360-VI, nr. 2); - het wetsvoorstel Vaststelling van de begro- tingsstaat van de begroting van Jeugd en Gezin (XVII) voor het jaar 2011 (32500-XVII); - het wetsvoorstel Slotwet en jaarverslag van Jeugd en Gezin 2009 (32360-XVII); - het jaarverslag van Jeugd en Gezin 2009 (32360-XVII, nr. 3); - het rapport van de Algemene Rekenkamer bij het jaarverslag Jeugd en Gezin 2009 (32360-XVII, nr. 4). De (algemene) beraadslaging wordt hervat. © Mevrouw Van Toorenburg (CDA): Voorzitter. Aan mij de eer om namens de CDA-fractie deze kersverse bewinds- personen te feliciteren met hun beider mooie, nieuwe uitdaging. Zij hebben een heel belangrijke klus te klaren. Niet voor niets luidt het eerste hoofdstuk Veiligheidin het regeerakkoord. Veiligheid is een kerntaak van de overheid. Onze felicitaties zijn welgemeend, want wij vertrouwen erop dat deze bewindspersonen succesvol zullen zijn, zeker nu wij constateren dat zij willen voortgaan op de lijn die is ingezet door minister Hirsch Ballin. Daarvan zijn reeds de vruchten te plukken: wij zien, op onderdelen, een daling van de criminaliteit. Dat is dus helemaal prima. Voorzitter. Deze bewindspersonen staan voor een tamelijk gedetailleerde uitwerking van het veiligheids- hoofdstuk, een hoofdstuk dat tot stand gekomen is aan een tafel waaraan ze beiden hebben gezeten. Net als de SP-woordvoerder zou ik graag horen waar deze bewindspersonen het eerst hun tanden in gaan zetten. Wij hebben al wat gezien, maar ik zou graag horen wat de specifieke prioriteiten zijn. Wij hebben ook onze prioriteiten en laten wij hopen dat wij snel op een lijn zitten. Een van onze prioriteiten is de jeugd. De jeugd heeft de toekomst: een slogan met doorgaans een zeer positieve klankkleur. Er zijn helaas ook heel wat jeugdigen die werken aan een minder glorieuze toekomst, namelijk een stevige carrière in het criminele circuit. Deze carrières moeten wij in de kiem smoren. Laat ik duidelijk zijn: het CDA heeft daar een genuan- ceerd beeld van. Aan de ene kant willen wij repressie, maar aan de andere kant willen wij zeker ook preventie. Er moet een goed evenwicht zijn, juist voor deze kwetsbare kinderen die op onze straten proberen te overleven. Veel was al in gang gezet. Ik noem de 12-minaanpak waarover wij een brief hebben gekregen van het kabinet. Tegelijkertijd hebben wij gezien dat er ook wat ballonne- tjes zijn opgelaten, maar wat gaat het kabinet nu doen met wat er al lag? Wat komt daar nog bij en wat is het toekomstbeeld van de bewindslieden? Niet alleen wij, maar ook professionals raken de draad kwijt in alle ideeën over en voorstellen voor de jeugd. Laat ik maar wel onmiddellijk zeggen dat ik zeer ingenomen ben met het feit dat het amendement dat wij samen met de PvdA hebben ingediend over de verschijningsplicht van ouders bij kinderen die voor de rechter moeten komen, is ingevuld. Tot op heden was het namelijk niet verplicht. Dat was mij een doorn in het oog, want de heer Marcouch heeft terecht benadrukt hoe belangrijk de rol van de ouders is. Ook ik vind het heel belangrijk dat hiernaar specifiek wordt gekeken. Op jongeren die de twaalf zijn gepasseerd, is het strafrecht van toepassing. Op welke manier gaat het kabinet invulling geven aan die combinatie van heropvoeding, straf, opleiding en arbeidstoeleiding? Hoe gaat het kabinet de strafdienstplicht uitwerken? In dit verband wijs ik op de campussen die onlangs zijn geëvalueerd. De meningen hierover zijn verdeeld, maar ik wil weten wat de opvatting van het kabinet is. Er is sprake van kinderziektes, ook bij Sociale Zaken, maar desondanks wil ik weten wat de kracht van het een en ander is. Kort gezegd wil ik weten hoe het kabinet de toekomst ziet van de strafdienstplicht en de campussen. De heer Marcouch (PvdA): Ik heb voorgesteld om bij minderjarigen de ouders aanwezig te laten zijn bij het eerste verhoor op het politiebureau om die ouders zo van het begin af aan aan een sociaal verhoor te kunnen onderwerpen. Daardoor zouden wij tijdig met de resocialisatie kunnen beginnen. Mevrouw Van Toorenburg (CDA): Ik ben blij met deze vraag. De heer Marcouch sneed dit punt dan ook terecht aan in zijn eigen termijn, een termijn waarmee ik hem nog moet feliciteren. De heer Marcouch wees er terecht op dat de rol van de ouders cruciaal is. In 2009 stond er een artikel in het Nederlands Juristenblad over de rol van ouders in het strafproces. In dit artikel werd opgeroepen om die rol te herijken. In Engeland krijgen ouders een veel duidelijker rol bij het verhoor en bij de voorgeleiding aan de rechter-commissaris. In Nederland mogen ouders daar op dit moment niet bij zijn, maar vervolgens sleuren wij ze wel aan hun haren naar de rechtbank. Wat maakt het zo belangrijk om ouders er juist in het voortraject bij te betrekken? Ik wijs dan maar op België, waar men hiermee heel erg actief aan de slag is gegaan. Het zal duidelijk zijn dat ik graag met de PvdA-fractie optrek om de rol van ouders in het jeugdstrafprocesrecht te herijken. Misschien kunnen wij zelf met voorstellen komen? Maar misschien is het beter om het kabinet uit te dagen. Het staat in ieder geval als een paal boven water dat wij hier de komende tijd onze tanden in zullen moeten zetten. De voorzitter: Ik zie de heer Marcouch enthousiast knikken. U kunt verder met uw betoog. Mevrouw Van Toorenburg (CDA): Voor deze interruptie was ik begonnen aan mijn stukje over het adolescenten- strafrecht; daar ga ik nu mee verder. Laat duidelijk zijn: het CDA is daarvan een warm pleitbezorger. Al jaren wordt er in de wetenschap niet voor niets aangegeven dat het pak dat wij nu voor jeugdigen hebben genaaid – scheidslijnen bij 12, 16, 18 Tweede Kamer Veiligheid en Justitie (begroting) 24 november 2010 TK 26 26-29

Upload: others

Post on 28-Sep-2020

0 views

Category:

Documents


0 download

TRANSCRIPT

Page 1: toekomstbeeld van de bewindslieden? Niet alleen wij, maar .../vilhmtg6jxp1.pdfcircuit. Deze carrières moeten wij in de kiem smoren. Laat ik duidelijk zijn: het CDA heeft daar een

Aan de orde is de voortzetting van de behandeling van:- het wetsvoorstel Vaststelling van de begro-

tingsstaten van het Ministerie van Justitie (VI)voor het jaar 2011 (32500-VI);

- het wetsvoorstel Jaarverslag en slotwetMinisterie van Justitie 2009 (32360-VI);

- het jaarverslag van het Ministerie van Justitie2009 (32360-VI, nr. 1);

- het rapport van de Algemene Rekenkamer bijhet jaarverslag van Justitie 2009 (32360-VI, nr. 2);

- het wetsvoorstel Vaststelling van de begro-tingsstaat van de begroting van Jeugd en Gezin(XVII) voor het jaar 2011 (32500-XVII);

- het wetsvoorstel Slotwet en jaarverslag vanJeugd en Gezin 2009 (32360-XVII);

- het jaarverslag van Jeugd en Gezin 2009(32360-XVII, nr. 3);

- het rapport van de Algemene Rekenkamer bijhet jaarverslag Jeugd en Gezin 2009 (32360-XVII,nr. 4).

De (algemene) beraadslaging wordt hervat.

©

Mevrouw Van Toorenburg (CDA): Voorzitter. Aan mij deeer om namens de CDA-fractie deze kersverse bewinds-personen te feliciteren met hun beider mooie, nieuweuitdaging. Zij hebben een heel belangrijke klus te klaren.Niet voor niets luidt het eerste hoofdstuk ″Veiligheid″ inhet regeerakkoord. Veiligheid is een kerntaak van deoverheid. Onze felicitaties zijn welgemeend, want wijvertrouwen erop dat deze bewindspersonen succesvolzullen zijn, zeker nu wij constateren dat zij willenvoortgaan op de lijn die is ingezet door minister HirschBallin. Daarvan zijn reeds de vruchten te plukken: wijzien, op onderdelen, een daling van de criminaliteit. Datis dus helemaal prima.

Voorzitter. Deze bewindspersonen staan voor eentamelijk gedetailleerde uitwerking van het veiligheids-hoofdstuk, een hoofdstuk dat tot stand gekomen is aaneen tafel waaraan ze beiden hebben gezeten. Net als deSP-woordvoerder zou ik graag horen waar dezebewindspersonen het eerst hun tanden in gaan zetten.Wij hebben al wat gezien, maar ik zou graag horen watde specifieke prioriteiten zijn. Wij hebben ook onzeprioriteiten en laten wij hopen dat wij snel op een lijnzitten.

Een van onze prioriteiten is de jeugd. De jeugd heeftde toekomst: een slogan met doorgaans een zeerpositieve klankkleur. Er zijn helaas ook heel watjeugdigen die werken aan een minder glorieuzetoekomst, namelijk een stevige carrière in het criminelecircuit. Deze carrières moeten wij in de kiem smoren.Laat ik duidelijk zijn: het CDA heeft daar een genuan-ceerd beeld van. Aan de ene kant willen wij repressie,maar aan de andere kant willen wij zeker ook preventie.Er moet een goed evenwicht zijn, juist voor dezekwetsbare kinderen die op onze straten proberen teoverleven.

Veel was al in gang gezet. Ik noem de 12-minaanpakwaarover wij een brief hebben gekregen van het kabinet.Tegelijkertijd hebben wij gezien dat er ook wat ballonne-tjes zijn opgelaten, maar wat gaat het kabinet nu doenmet wat er al lag? Wat komt daar nog bij en wat is het

toekomstbeeld van de bewindslieden? Niet alleen wij,maar ook professionals raken de draad kwijt in alleideeën over en voorstellen voor de jeugd. Laat ik maarwel onmiddellijk zeggen dat ik zeer ingenomen ben methet feit dat het amendement dat wij samen met de PvdAhebben ingediend over de verschijningsplicht van oudersbij kinderen die voor de rechter moeten komen, isingevuld. Tot op heden was het namelijk niet verplicht.Dat was mij een doorn in het oog, want de heerMarcouch heeft terecht benadrukt hoe belangrijk de rolvan de ouders is. Ook ik vind het heel belangrijk dathiernaar specifiek wordt gekeken.

Op jongeren die de twaalf zijn gepasseerd, is hetstrafrecht van toepassing. Op welke manier gaat hetkabinet invulling geven aan die combinatie vanheropvoeding, straf, opleiding en arbeidstoeleiding? Hoegaat het kabinet de strafdienstplicht uitwerken? In ditverband wijs ik op de campussen die onlangs zijngeëvalueerd. De meningen hierover zijn verdeeld, maarik wil weten wat de opvatting van het kabinet is. Er issprake van kinderziektes, ook bij Sociale Zaken, maardesondanks wil ik weten wat de kracht van het een enander is. Kort gezegd wil ik weten hoe het kabinet detoekomst ziet van de strafdienstplicht en de campussen.

De heer Marcouch (PvdA): Ik heb voorgesteld om bijminderjarigen de ouders aanwezig te laten zijn bij heteerste verhoor op het politiebureau om die ouders zovan het begin af aan aan een sociaal verhoor te kunnenonderwerpen. Daardoor zouden wij tijdig met deresocialisatie kunnen beginnen.

Mevrouw Van Toorenburg (CDA): Ik ben blij met dezevraag. De heer Marcouch sneed dit punt dan ook terechtaan in zijn eigen termijn, een termijn waarmee ik hemnog moet feliciteren.

De heer Marcouch wees er terecht op dat de rol vande ouders cruciaal is. In 2009 stond er een artikel in hetNederlands Juristenblad over de rol van ouders in hetstrafproces. In dit artikel werd opgeroepen om die rol teherijken. In Engeland krijgen ouders een veel duidelijkerrol bij het verhoor en bij de voorgeleiding aan derechter-commissaris. In Nederland mogen ouders daarop dit moment niet bij zijn, maar vervolgens sleuren wijze wel aan hun haren naar de rechtbank. Wat maakt hetzo belangrijk om ouders er juist in het voortraject bij tebetrekken? Ik wijs dan maar op België, waar menhiermee heel erg actief aan de slag is gegaan. Het zalduidelijk zijn dat ik graag met de PvdA-fractie optrek omde rol van ouders in het jeugdstrafprocesrecht teherijken. Misschien kunnen wij zelf met voorstellenkomen? Maar misschien is het beter om het kabinet uitte dagen. Het staat in ieder geval als een paal bovenwater dat wij hier de komende tijd onze tanden in zullenmoeten zetten.

De voorzitter: Ik zie de heer Marcouch enthousiastknikken. U kunt verder met uw betoog.

Mevrouw Van Toorenburg (CDA): Voor deze interruptiewas ik begonnen aan mijn stukje over het adolescenten-strafrecht; daar ga ik nu mee verder.

Laat duidelijk zijn: het CDA is daarvan een warmpleitbezorger. Al jaren wordt er in de wetenschap nietvoor niets aangegeven dat het pak dat wij nu voorjeugdigen hebben genaaid – scheidslijnen bij 12, 16, 18

Tweede Kamer Veiligheid en Justitie (begroting)24 november 2010TK 26 26-29

Page 2: toekomstbeeld van de bewindslieden? Niet alleen wij, maar .../vilhmtg6jxp1.pdfcircuit. Deze carrières moeten wij in de kiem smoren. Laat ik duidelijk zijn: het CDA heeft daar een

en 21 jaar – eigenlijk niet past bij de manier waaropjongeren zich ontwikkelen. Het is volgens wetenschap-pers dan ook veel beter om te kijken naar de totaledoelgroep en daarop een speciaal strafprocesrecht los telaten. Voor sommige jeugdigen zal het belangrijk zijn omeen beduidend steviger aanpak te hebben waarinvergelding vooropstaat. Vaak zullen jongeren evenweleen probleemgerichte aanpak nodig hebben waarin zorgvooropstaat. Wij horen graag hoe het kabinet dit gaatuitwerken en wie daarbij betrokken worden. Heel veelmensen staan te popelen om hieraan hun bijdrage televeren. De RSJ houdt er deze week al een congres over.Het is super dat dit vanuit de rechtspraktijk, de weten-schap en organisaties zoals de RSJ zo stevig wordtopgepakt. Mijn fractie heeft er ook zo haar gedachtenover: één categorie van 15-23 met een aangepaststrafmaximum en – met name van belang – meer ruimtevoor een persoonsgerichte aanpak, een goed onderzoeknaar psychische stoornissen en gedragsstoornissen ennaar de relatie tot de ernst van het strafbare feit. Kijkbijvoorbeeld eens naar het experiment in Almelo inzake18-plus/18-min.

Een ander heel belangrijk punt betreft het volgende.Als wij nu toch sleutelen aan het jeugdstrafrecht, latenwij dan ook eens aan de slag gaan met de PIJ. Op ditmoment moet een jongere hoe dan ook terug desamenleving in als zijn PIJ-maatregel afgelopen is en dezes jaar voorbij zijn, ook wanneer hij daar absoluut nietklaar voor is. De CDA-fractie pleit voor een overgangs-mogelijkheid voor bepaalde PIJ’ers naar de tbs omervoor te zorgen dat de behandeling kan voortgaan ende samenleving geen nodeloze risico’s loopt. Deervaringen hebben wij helaas. De termijn is te beperkt.Voor een bepaalde groep willen wij een vloeiendedoorgang vanuit de PIJ naar de tbs.

De heer Rouvoet (ChristenUnie): Ik heb een vraag overhet adolescentenstrafrecht. Ik zeg op voorhand dat ik erzelf nog niet goed uit ben wat ik daarvan vind, ookomdat ik nog niet precies weet hoe het wordt ingevuld.Wij kunnen de discussie nu dus niet tot op het botvoeren. Ik werd hier vrijdag ook mee geconfronteerd ineen discussie over kinderrechten. Ik heb toen hetzelfdegezegd, namelijk dat het ook van de invulling afhangt.Mevrouw Van Toorenburg noemde terecht een aantalleeftijdsgrenzen. Zij sprak in een bijzin over de categorie15-23 jaar. Moet het adolescentenstrafrecht wat deCDA-fractie betreft betrekking hebben op die categorie?Zoekt zij het dan vooral in de mogelijkheden totverzwaring van straffen voor de categorie 15-18, watdaarvan de consequentie is? Dit kan overigens eenverlichting van straffen met zich meebrengen voor decategorie 18-23. Mijn tweede vraag is misschienminstens zo belangrijk. Hoe hard is voor de CDA-fractiede huidige ondergrens van 12 jaar?

Mevrouw Van Toorenburg (CDA): Mijn fractie denktinderdaad aan een leeftijdscategorie van 15-23. Dat zouook 16-23 kunnen zijn, maar ik denk dat 15-23 heel reëelis. Dat komt ook terug in het regeerakkoord. Over destraffen zeg ik dat het maatwerk moet zijn. Dat is eenveel betere manier om naar jeugdigen te kijken. Wij ziennu vaak dat een 17-jarige wordt vergeleken met eencategorie van 17-jarigen. Een first offender met grotepsychische problemen is wat ons betreft evenwel eentotaal andere verdachte dan iemand die al drie keer in

een jeugdinstelling heeft gezeten, alle kansen heeftgehad en is verhard. Op zo iemand kun je volgens mijeen veel steviger sanctie loslaten. Voor mijn fractie zit dekern dus in maatwerk, in beter kijken wat de oorzaak vanhet delict is geweest, zodat er een veel gerichtereinterventie kan worden toegepast. Het gaat dus niet perdefinitie om het verhogen of verlagen van een straf. Mijnfractie wil maatwerk. Deze vraag wordt al sinds lange tijdgesteld door wetenschappers en rechters. Wij moetendus eens serieus gaan kijken welke kansen daar liggen.Ten slotte benadruk ik dat 12 voor ons een heilige leeftijdis. Wij gaan niet onder de 12 jaar.

De heer Rouvoet (ChristenUnie): Dat laatste is glashel-der. Wij zijn het daarover eens. Mevrouw Van Toorenburgheeft het over maatwerk. Ik stel vast dat dit voor decategorie 15-18 mogelijkheden in zich heeft om ersteviger op te zitten en meer te straffen. Ik zeg niet dat ikdaartegen ben, want ik heb die gedachten ook wel, maarhet is wel een consequentie van het introduceren vanadolescentenstrafrecht.

Mevrouw Van Toorenburg (CDA): Ja. Laat ik eerlijk zijn:toen ik directeur was van een jeugdinrichting heb ikgevallen meegemaakt waarin wij uitweken naar de PIJalleen omdat twee jaar echt te gek was voor het delict inkwestie. Er werd dan bijna gekunsteld gekeken hoe wijeen constructie konden bedenken om iemand langerachter gesloten deuren te houden om meer met hem ofhaar te kunnen doen. Dat soort toevluchten moeten wijniet willen nemen. Wij moeten veel gerichter kijken water aan de hand is en vervolgens tot een straf en eenbehandeling op maat komen.

Mevrouw Gesthuizen (SP): Voorzitter. Die straf op maatjuichen wij natuurlijk toe. We moeten daar zo zorgvuldigmogelijk in zijn.

Ik wil allereerst één ding graag rechtgezet zien. Ik hebvandaag het nieuws bekeken en zag dat mevrouw VanToorenburg in ieder geval in de Telegraaf heeft gezegd:nu komen jongeren als zij 18 jaar worden, op straat testaan. Kan zij dat toelichten? Volgens mijn informatie isdat namelijk niet waar.

Mevrouw Van Toorenburg (CDA): Dat is een heel anderhoofdstuk, waar ik later op wilde ingaan. Maar ik kan erook nu over praten. Dat is niet wat ik heb gezegd. Ik hebgezegd dat het ons om de PIJ’ers gaat. Als een jongerevan 16 jaar een PIJ-straf van maximaal zes jaar opgelegdkrijgt, is hij over de 18 jaar. Als de PIJ klaar is, is het perdefinitie afgelopen. Ik heb in de praktijk jongeren naarbuiten laten gaan van wie ik dacht: als die nu een vrouwtegenkomen op straat, dan is ze de sjaak. Dat kunnen wijniet accepteren. Wij moeten voor deze gevaarlijkecategorie absoluut ervoor zorgen dat er een mogelijkheidblijft om ze te behandelen in een gedwongen kader.

Mevrouw Gesthuizen (SP): Dank voor de heldereuiteenzetting. Ik had al het vermoeden dat mevrouw VanToorenburg het niet zo gezegd zou hebben. Dat is mijdan een pak van het hart, want dan hebben we in iedergeval dezelfde informatie. Dan is er eigenlijk maar éénpunt waarover ik mij zorgen maak. Ik deel haar analysedat het onverstandig is om jongens van 22, 23 jaar, vanwie we kunnen voorspellen dat het mis zal gaan op hetmoment dat de maximale verlenging is afgelopen, te

Van Toorenburg

Tweede Kamer Veiligheid en Justitie (begroting)24 november 2010TK 26 26-30

Page 3: toekomstbeeld van de bewindslieden? Niet alleen wij, maar .../vilhmtg6jxp1.pdfcircuit. Deze carrières moeten wij in de kiem smoren. Laat ik duidelijk zijn: het CDA heeft daar een

laten gaan terwijl je voelt dat het niet goed zal aflopen. Ikdeel de analyse dat we daar een maatregel voor nodighebben en dat je zo iemand met een bepaalde bevoegd-heid langer moet kunnen blijven behandelen. Ik wilervoor waken ...

De voorzitter: En uw vraag is?

Mevrouw Gesthuizen (SP): Ik wil ervoor waken dat wijjongeren tussen de 18 en de 23 jaar op een gegevenmoment gaan plaatsen in afdelingen die eigenlijk voorvolwassenen zijn bedoeld. Ik proef dat toch ook eenbeetje uit de inbreng van mevrouw Van Toorenburg. Zijwil meer met jongeren tussen de 15 en 18. Pleit zij er nuvoor dat jongeren onder de 23 jaar dan ook maar debehandeling van volwassenen zouden moeten onder-gaan? Of zegt ze: nee, we moeten er wel voor zorgen datmensen die op jonge leeftijd een delict hebben begaan,tot hun 23ste in ieder geval onder het jeugdrechtbehandeld kunnen worden en daarna wil ik verderkunnen zien?

De voorzitter: De vraag is duidelijk. Ik breng nog evenin herinnering dat de kracht van een interruptie descherpe vraag is.

Mevrouw Van Toorenburg (CDA): De praktijk is meerdat dit al jaren gebeurt, dat jongeren die boven de 18jaar zijn uiteindelijk in een tbs-setting hun behandelingkunnen krijgen. Dat is al gebruik. Het past soms ookbeter bij de persoon van de dader. Waar het mij nu omgaat, is dat die PIJ afloopt. De persoon in kwestie kanheel goed in een jeugdinrichting blijven. Dat gebeurtsoms ook. Als jongeren echter te oud worden en eenheel negatieve invloed hebben op jongere jongens in dieinstelling, dan kan er een keuze gemaakt worden dat zenaar de volwassenheid gaan. Dat is prima, maar het gaatalleen om de plaats waar ze hun behandeling krijgen.Blijft staan dat de PIJ nooit langer kan zijn dan zes jaaren dat jongeren na afloop dan ook automatisch – alzeggen alle behandelaars: niet doen, levensgevaarlijk –de instelling uit kunnen. Dat mag, wat het CDA betreft,niet meer gebeuren.

De voorzitter: Dank u wel. Mevrouw Gesthuizen, u hebtnog een laatste vraag.

Mevrouw Gesthuizen (SP): Dan begrijp ik dus inderdaaddat het niet de bedoeling is te zeggen: jongeren bovende 18 jaar moeten we voortaan altijd maar in devolwassenen-tbs verder behandelen.

Mevrouw Van Toorenburg (CDA): Wat dat betreft is hetmaatwerk dat wij al jaren kennen naar mijn meningvoldoende.

Mevrouw Helder (PVV): Voorzitter. Ik hoor mevrouw VanToorenburg zeggen dat het mogelijk is om ze in de tbs telaten doorvloeien als de PIJ afloopt. Ik denk dan aan deScheveningse dakmoord en Danny T., die maar liefsttwee keer op de loop is gegaan. Als motivering daarvanzei hij: ik word hier helemaal niet behandeld. Dus mijnvraag aan mevrouw Van Toorenburg is: kunnen we,voordat we naar het eindpunt gaan kijken, de PIJ nietveel beter verbeteren? Meer maatwerk binnen de PIJ.

Mevrouw Van Toorenburg (CDA): Dat is een heelterecht punt. Ik denk dat onder het vorige kabinet ook tenaanzien van de PIJ al heel belangrijke verbeteringen zijningevoerd. Ere wie ere toekomt: mevrouw Albayrak heeftzich daar zeer voor ingezet. Ik denk dat we er iedere keeropnieuw naar kunnen kijken hoe we ervoor zorgen datdie PIJ optimaal is. We zijn het op dat punt dus helemaaleens. Als het kabinet ook een uitdaging ziet in waar wijsamen een uitdaging zien, dan moet het die beslistoppakken. Het gaat er natuurlijk om dat de jongerenweer naar buiten gaan zodra ze eraan toe zijn, dat ze omkunnen gaan met de verleidingen en de dingen die zedaar ontmoeten, met andere woorden: dat zij er stevigeruitkomen en niet zwakker.

De voorzitter: Dank u wel, u hebt elkaar gevonden. Deheer Dibi.

De heer Dibi (GroenLinks): Voorzitter. Samenscholings-verboden, wijkverboden, gebiedsverboden, aanpak van12-minners, heropvoedingskampen: er is de afgelopenjaren echt een arsenaal aan maatregelen tegen overlasten criminaliteit van jongeren genomen. Dat is deelsterecht, omdat het een heel grote klacht van heel veelNederlandse burgers is, die daarvan het slachtofferworden. Hoe effectief is dat adolescentenstrafrecht datmevrouw Van Toorenburg nu zo bepleit? Is überhauptonderzocht of dat wel werkt?

Onlangs heeft de minister het wijkverbod toegevoegdaan het lijstje dat ik net noemde. Wat vindt het CDAdaarvan?

Mevrouw Van Toorenburg (CDA): Het adolescenten-strafrecht kennen we in Nederland niet, in tegenstellingtot veel landen waar met andere systemen wordtgewerkt en dat prima werkt. De knipjes die wij allemaalmaken, blijken niet effectief te zijn, dus daarom pleitenwij voor adolescentenstrafrecht. Het is geen andere vormvan strafoplegging, maar een andere manier van omjeugdigen te berechten. Ik denk dat dat de kern is. Wijhebben dit graag onderzocht door het kabinet, dat ditook in het coalitieakkoord heeft staan. Wij hebben ditdaar dus met zijn allen in staan. We zullen het kabinetafrekenen op het effect dat dit zal hebben.

Het wijkverbod past een beetje bij mijn eerste vraagaan het kabinet. Er zijn al heel veel dingen in gang gezet,maar er is een aantal dingen bij gekomen. U, ik en veelprofessionals zijn nu wel een beetje de draad kwijt enweten niet waar we nu precies geland zijn en binnenkortgaan landen. Mij lijkt het belangrijk dat de jongere die deboel in een bepaalde wijk volledig versjteert enterroriseert, daar de straat niet meer op mag en demensen die daar wonen wel. Ik spreek ouders die hundochters niet meer de straat op weg naar hun eigenschool durven te laten gaan, omdat die op straatbespuugd, geschopt en weet ik wat voor ellendeallemaal, worden. Wat mij betreft gaan die rustig destraat op en niet degenen die daar wonen. De maatrege-len die het kabinet jegens hen heeft aangekondigd, lijkenmij passend. Laten we beoordelen of de uitwerking ervanis wat wij willen.

De heer Dibi (GroenLinks): De precieze invulling van hetadolescentenstrafrecht wacht ik af. Volgens mij kan alleswat u wilt, dus meer maatwerk in het straffen vanjongeren, allang. Als dit kan helpen, doen we het graag.

Van Toorenburg

Tweede Kamer Veiligheid en Justitie (begroting)24 november 2010TK 26 26-31

Page 4: toekomstbeeld van de bewindslieden? Niet alleen wij, maar .../vilhmtg6jxp1.pdfcircuit. Deze carrières moeten wij in de kiem smoren. Laat ik duidelijk zijn: het CDA heeft daar een

Het wijkverbod vind ik wel interessant, want het kanjongeren nu veel gemakkelijker opgelegd worden. Hethoeft dus helemaal niet te gaan om jongeren die debuurt terroriseren. Die wonen overigens ook in mijn wijk,dus ik juich van harte toe dat er tegen hen wat stevigerwordt opgetreden. Betekent het wijkverbod nu dat wejongeren dat om het minste of geringste voor twee jaarkunnen opleggen? Zo ja, dan moeten politieagenten dusvoor de deur wachten totdat die jongere boodschappengaat doen, naar school gaat of misschien gaat werken.Hoe realistisch en uitvoerbaar is het wijkverbodüberhaupt?

Mevrouw Van Toorenburg (CDA): Laten we daarin heelduidelijk zijn: wat het CDA betreft, krijgt niet ieder kinddat een beetje kattenkwaad op straat uithaalt, eenwijkverbod; no way! Kinderen zullen zich moetenontwikkelen. Natuurlijk doen zij wel eens dingen die nietmogen. Dat deed ik zelf ook. Ik ging ook wel eens belletjetrekken en lopen klieren op straat. Had ik dan meteentwee jaar mijn eigen wijk niet in gemogen? O, had ik ditmisschien ook aan RTL moeten vertellen? Dat deed ikvroeger, voorzitter. Later bleef ik nog wel eens gewoonstaan en zei ik: sorry!

De voorzitter: Biecht dat van dat rolletje drop dan ookmaar op!

Mevrouw Van Toorenburg (CDA): Nee, dat heb ik nietgedaan!

Aanbellen en dan zeggen: o, sorry, ik ben vergetenweg te lopen en dan alsnog gaan. Nou ja, dat iskattenkwaad. Natuurlijk hebben wij sneeuwballengevech-ten gehouden, natuurlijk hebben wij lopen klieren. Hetgaat erom dat er moet worden nagegaan hoe er tegenjongeren kan worden opgetreden die in een groep of opeen andere manier het leefklimaat in een wijk echt heelerg negatief beïnvloeden, waardoor mensen zich nietmeer veilig of prettig voelen in hun eigen wijk. Diejongeren moeten niet op straat zonder enig toezicht doorkunnen gaan, want dan weten wij allemaal wat ergebeurt. Dan gaan ze overleven en loopt het uit de hand.

De heer Dibi (GroenLinks): Deze nuancering vanmevrouw Van Toorenburg doet mij goed. Ik hoop dat deminister die heeft gehoord, want mevrouw Van Tooren-burg is het eigenlijk oneens met de minister. Die zegt zelfnamelijk dat je veel sneller moet kunnen optreden. Zozou je volgens hem al een wijkverbod kunnen opleggenaan een jongere die met een jointje op de hoek van destraat staat. Ik ben blij dat mevrouw Van Toorenburgdaarvan afstand neemt.

Mevrouw Van Toorenburg (CDA): Ik heb nooit met eenjoint op de hoek gestaan, maar ik kan mij niet voorstellendat we dan een wijkverbod willen hebben.

De heer Marcouch (PvdA): Voorzitter. Ik vind het goeddat het CDA maatwerk, aandacht voor jeugdigen en hetvoorkomen van recidive bepleit. Kan ik rekenen op steunvan het CDA voor het initiatief om onderwijs terbeschikking te stellen?

Mevrouw Van Toorenburg (CDA): Ik vond het heelinteressant. Dit past ook bij het CDA, dat altijd heeftgepleit voor een leven-lang-leren en leerrecht, dus ...

De heer Marcouch (PvdA): Voorzitter. Ik heb altijdgeleerd dat je er ontzettend bezorgd over moet zijn alsmensen zeggen dat ze iets heel interessant vinden.

Mevrouw Van Toorenburg (CDA): Nee, u hoeft nietbezorgd te zijn. Ik vind het werkelijk interessant. Ik denkdat het ook de manier is om er eindelijk voor te zorgendat die jongeren niet in een soort ledigheid terechtkomenen alleen maar rottigheid uithalen. Dus laten wij erinderdaad naar kijken hoe wij het kunnen doen. Dat pastecht bij het CDA, dat altijd heeft gezegd dat wij ervoormoeten zorgen dat jongeren aan de slag zijn, leren,werken, prima.

De voorzitter: U kunt uw betoog vervolgen.

Mevrouw Van Toorenburg (CDA): Dan heb ik nog eenvrij fundamenteel punt. Bij heel veel burgers bestaat eronvrede over de straftoemeting, over de hoogte vanopgelegde straffen en over de ondoorzichtigheid opbasis waarvan die hoogte wordt bepaald. De richtlijnenvan het OM zijn totaal mistig en niet bindend, en zelfscompleet te negeren. De onvrede vertaalt zich steedsmeer in een wens om te komen tot heel stevigeminimumstraffen. Wij erkennen dat en wij komendaaraan – zie het regeerakkoord – voor de recidive vande zwaarste delicten beslist tegemoet. Maar het gaatover meer. Wij moeten voor die bredere behoefte aanhogere straffen een adequaat antwoord formuleren.

Kijk bijvoorbeeld eens naar Finland. Daar werkt menniet met richtlijnen maar met bredere wettelijke kaders.Rechters krijgen daar veel meer richting van hetparlement en van de hogere rechters. Het voert te verom er hier bij deze begrotingsbehandeling en detail op inte gaan hoe dat werkt. Wij willen hier wel het debatstarten over dit punt en wij reiken u daarom een notitieaan met de titel ″Naar een nieuwe regeling voor destraftoemeting″. Graag krijg ik daarop de reactie van debewindspersonen.

De voorzitter: Ik neem aan dat er geen bezwaar tegenbestaat dat dit stuk ter inzage wordt gelegd bij hetCentraal Informatiepunt van de Kamer.

(Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt van deTweede Kamer der Staten-Generaal.)

Mevrouw Helder (PVV): Ik hoor mevrouw Van Tooren-burg zeggen dat zij wil onderzoeken of wij de band-breedte van de rechter enigszins conform het Finsemodel kunnen beperken. Ik herinner mij de discussie inhet land over de minimumstraffen, waarvan men zei:prachtig, dan worden de rechters aan banden gelegd, debeslissingsruimte wordt te veel beperkt. Wil mevrouwVan Toorenburg dan opnieuw nadenken over deminimumstraffen als er een stelsel van strafverlichtendeomstandigheden wordt ingevoerd? Kort en goed, nu isde voorwaarde recidive binnen een bepaalde periode.Dan geldt de minimumstraf. Mijn vraag is om meteen bijde eerste overtreding een minimumstraf op te leggenvoor zware gewelds- en zedenmisdrijven als er ook eenwettelijk stelsel van verzachtende omstandigheden is.

Mevrouw Van Toorenburg (CDA): Wat het CDA vandaagjuist beoogt, is daar wat breder naar te kijken. Wijconstateren dat in Finland een heel hoge strafmaat gold.

Van Toorenburg

Tweede Kamer Veiligheid en Justitie (begroting)24 november 2010TK 26 26-32

Page 5: toekomstbeeld van de bewindslieden? Niet alleen wij, maar .../vilhmtg6jxp1.pdfcircuit. Deze carrières moeten wij in de kiem smoren. Laat ik duidelijk zijn: het CDA heeft daar een

Iedereen was daar ontevreden over. Iedereen wildehogere minimumstraffen. Die werden enorm opgedre-ven, totdat men dacht: dit moet stoppen. Toen heeft mendit stelsel ingevoerd. Uiteindelijk is Finland bekend alsland waar niet heel hoog wordt gestraft maar waarburgers zeer tevreden zijn en waar inzichtelijker isgemaakt hoe een rechter tot een straf is gekomen.Daarom vinden wij het zo belangrijk om hiernaar tekijken, omdat wij volgens ons altijd de onvrede houden,welk stelsel wij ook invoeren, of er nu meer minimum-straffen zijn of niet. Daar willen wij nu bij wegblijven. Wijwillen meer een fundamentele kijk. Wij hebben nurichtlijnen. Die zijn onbevredigend. Dat zien wij in hetland. Men denkt: er gebeurt maar wat, de richtlijnenworden genegeerd. Laten wij onze blik eens richten opFinland, een land waar wij niet naar kijken. Wat kunnenwij daarvan leren? Het heeft er uiteindelijk toe geleid datde burgers tevreden zijn en dat de straf voorspelbaarderis zonder dat die enorm hoog is geworden. Dus ik vindhet een land dat de moeite waard is om gewoon eensrustig naar te kijken.

Mevrouw Helder (PVV): Dit is een mooi antwoord en ikben er op zichzelf ook wel blij mee als een goed begin,maar ik heb nog geen antwoord gekregen op de vraag ofje in dat onderzoek dan niet de minimumstraf kuntmeenemen, gekoppeld aan de wettelijke strafverminde-ringsgronden. Want ook dan bereik je volgens mij al eenheel eind wat in Finland is bereikt.

Mevrouw Van Toorenburg (CDA): Ik denk dat minimum-straffen op de manier waarop zij nu vaak in de samenle-ving worden genoemd een symptoom zijn van eenprobleem. Ik wil het probleem oplossen door ervoor tezorgen dat wij de burgers meer vrede geven met destraffen, dat de rechters beter weten waar zij aan toe zijn,dat zij niet zomaar alles naast zich kunnen neerleggen endat de hogere rechter daar controle op kan hebben.Laten wij het probleem oplossen. Ik zie minimumstraffenals een oplossing. Op onderdelen is dat terecht. Daaromhebben wij natuurlijk ook met elkaar gezorgd dat zij erkomen voor de recidive van zware delicten. Maar ik zouer zo graag een meer fundamentele discussie over willenhoe wij de rechters richting geven, zodat straksmisschien wel niemand meer vraagt om minimumstraf-fen.

Mevrouw Helder (PVV): De vraag was of u dit in datfundamentele onderzoek wilt meenemen.

Mevrouw Van Toorenburg (CDA): Wat mij betreft nietomdat ik een fundamentele discussie wil zonder daar eensymptoom bij te pakken. Ik wil graag de oorzaakaanpakken.

De voorzitter: Helder antwoord. De heer Recourt.

De heer Recourt (PvdA): Ik heb uw verhaal goedgehoord. Ik heb niet op de notitie kunnen reageren wantdie ligt nu net op mijn lessenaar. Ik moet het dus doenmet wat u gezegd hebt. Daarin bespeur ik kritiek op dehoogte van de straffen over de gehele breedte want opspecifieke onderdelen zijn andere maatregelen denkbaar.Waarop heeft uw fractie dat gebaseerd? Ik ken onderzoe-ken waarin voortdurend wordt bevestigd dat burgers, alszij maar alle feiten kennen, vinden dat de rechter, die de

laatste decennia alleen maar strenger is gaan straffen –de straffen gaan alleen maar omhoog – juiste straffenoplegt. Waarop baseert u dus dat die nog verderomhoog zouden moeten volgens de gemiddeldeNederlander?

Mevrouw Van Toorenburg (CDA): Heel terecht punt. Ustipt juist aan waarom wij naar Finland moeten kijken. Derechters straffen inderdaad al heel hoog in Nederland enheel vaak worden richtlijnen wel gevolgd. Maar deburger snapt het niet. Hij heeft een heel ander beeld. Hijis ontevreden. Wij drijven het maar op en wij drijven hetmaar op. Juist daarom moeten wij hiernaar kijken. Wijzien het ook bij jury’s. Die zouden vaak lager straffen dande rechters zelf als zij de hele zaak kennen. Er is dus eenfundamenteel verschil tussen de beleving van de straf enwat er uiteindelijk wordt opgelegd. Omdat men daar inFinland een antwoord op gevonden heeft, moeten wijeens bekijken hoe men dat heeft gedaan. Misschienkunnen wij daar ons voordeel mee doen.

De heer Recourt (PvdA): Is uw voorstel dat wij datvrijblijvend gaan analyseren en mogelijk niet invoeren?Of zegt u: nee, wat Finland heeft gedaan is goed, datwillen wij ook?

De voorzitter: Mijnheer Recourt, wilt u via de voorzitterspreken?

Mevrouw Van Toorenburg (CDA): Eerst moeten wij heelgoed bekijken wat het voor Nederland zou betekenen. Ikben namelijk altijd op mijn hoede; als je één dingetje uiteen stelsel haalt, past dat niet per definitie ook in alleandere stelsels. Laten wij dat analyseren. Als het ietsbriljants is, moeten wij daar iets mee doen. Als hetkabinet met een goed verhaal komt dat het niet zouwerken, moeten wij het niet doen.

De heer Dibi (GroenLinks): Het vertrouwen in derechtspraak en het onbegrip bij heel veel burgers is eenbelangrijk punt. Ik juich de opstelling van de CDA-fractiedan ook van harte toe. Nu dragen politici ook bij aan eengebrek aan vertrouwen door constant allerlei uitsprakenter discussie te stellen en over lopende zaken allerleidingen te roepen. Zo is er een uitspraak van eenpartijleider die u gedoogt: de rechter is niet onafhankelijkals ik niet word vrijgesproken. Wat vindt mevrouw VanToorenburg daarvan? Wat maakt volgens haar eenrechter onafhankelijk? Wanneer is een rechter onafhanke-lijk, als hij gewoon de wet volgt of als hij luistert naarpolitici die vinden dat hij een bepaalde uitspraak moetdoen?

Mevrouw Van Toorenburg (CDA): Heel mooie vraag.Rechters zijn onafhankelijk wanneer zij de wet uitvoeren,hun werk goed doen en zich niets gelegen laten liggenaan wat wij over die specifieke strafzaken zeggen. Andersdan wanneer wij er een oordeel over hebben en wij eenwet veranderen, is die wet aan hen. U staat nu naastmevrouw Gesthuizen. Wij hebben hier ooit geschitterd inafwezigheid tijdens een debat over de Klimopzaak omdatde hoofdverdachte op dat moment voor de rechterstond. Wij vonden het ongepast om op dat moment hierde discussie te voeren. Er waren argumenten om dat welte doen. Wij hebben de integriteit hoger naar onstoegetrokken en gezegd: wij doen niet eens meer mee

Van Toorenburg

Tweede Kamer Veiligheid en Justitie (begroting)24 november 2010TK 26 26-33

Page 6: toekomstbeeld van de bewindslieden? Niet alleen wij, maar .../vilhmtg6jxp1.pdfcircuit. Deze carrières moeten wij in de kiem smoren. Laat ik duidelijk zijn: het CDA heeft daar een

aan het debat want vandaag spreekt de rechter daarover.Als politici zich uitlaten over rechters, word ik daar nietblij van. Het zouden niet mijn woorden zijn. Politicimoeten met respect over rechters blijven spreken. Datdoen wij ook. Dus dat zouden niet mijn bewoordingenzijn.

De heer Dibi (GroenLinks): Dat lijkt mij een vrij duidelijkeboodschap aan de PVV-fractie om in het vervolg watmeer op te letten als er uitspraken gedaan worden terwijlzaken nog lopen. Dat beschadigt immers het vertrouwenin de rechtelijke macht.

De voorzitter: Dat was een opmerking en geen vraag.

Mevrouw Gesthuizen (SP): Ik ga niet in op de discussieover de Klimopzaak. Dat lijkt mij heel verstandig. Daarhebben wij het nog wel een keer over buiten de plenairezaal.

Ik heb de notitie van mevrouw Van Toorenburgvluchtig gelezen. Die lijkt mij vooral een oproep voorkwalitatief hoogwaardige rechtspraak. Het gaat om eenoproep om uitspraken van rechters begrijpelijker temaken voor burgers en om ervoor te zorgen dat rechtersop het goede kennisniveau zitten. Zij heeft het bijvoor-beeld ook over cursussen. Rechters moeten bijgespijkerdworden. Lees ik daarin niet ook een investering in derechterlijke macht? En is zij het met mij erover eens datwij moeten kijken naar de bekostigingssystematiek vande rechtspraak op dit moment? Die is in mijn ogen zekervan invloed op de kwaliteit van vonnissen en daarmeeop het (on)begrip bij de burgers over die vonnissen.

Mevrouw Van Toorenburg (CDA): Toen mevrouwGesthuizen de vraag stelde, ging er een soort kassa inmijn hoofd. Ik dacht: het gaat nu over geld. We hebbener keuzes in gemaakt hoe we met de middelen die weonvoldoende hebben in de toekomst omgaan. Daarpassen bezuinigingen bij; niet lollig, maar noodzakelijk.Dit probleem is niet met minder geld op te lossen. Ik ziedat ook niet in Finland terug. In Finland is geen groteinvestering gedaan in het rechterlijk apparaat om hiertoete komen. Ook dat heb ik geverifieerd. Ik denk dat hetheel goed met de bestaande middelen kan, ook met deopdrachten die wij aan de rechters geven. Ik zie niet eendirecte financiële drempel of mogelijkheid in dit voorstel.

Mevrouw Gesthuizen (SP): Het is heel mooi datmevrouw Van Toorenburg geen financiële drempel ziet.Hulde ervoor als dat voorstel inderdaad budgetneutraalof vrijwel kosteloos zou kunnen worden ingevoerd. Ikblijf bij mijn vraag. Ik zou graag zien – daar heb ik hetkabinet om gevraagd – dat wij de bekostigingssystema-tiek in ieder geval eens goed doorlichten, zodat we ookweten of er wellicht knelpunten zijn. De rechters gevenzelf aan van wel. Zou mevrouw Van Toorenburg geneigdom een dergelijk onderzoek te steunen?

Mevrouw Van Toorenburg (CDA): Laten we eerst dereactie van het kabinet op de vraag van mevrouwGesthuizen afwachten. Zij heeft hem helder gesteld enhem vandaag herhaald. Ik denk dat het goed is als wij dereactie van het kabinet daarop horen.

De voorzitter: Ik zie dat u wilt interrumperen, mijnheerRecourt. U was al geweest bij dit blokje. U mag alleen

interrumperen als het echt om een spannend, nieuw enverrassend inzicht gaat.

De heer Recourt (PvdA): Het is zeker nieuw. Of hetspannend en verrassend is, zal afhangen van wie hethoort. Ik heb een vraag over de Klimop-zaak. MevrouwVan Toorenburg heeft gezegd dat het CDA wegbleef bijhet debat, omdat het vindt dat wij daar uit moetenblijven. Daarmee heeft zij kritiek op degenen die er welwaren. Daarom reageer ik erop, met twijfel. Maar dekritiek wil ik wel pareren met de volgende vraag. Als eenzaak uitloopt op een schikking, waarmee de zaak wat mijbetreft per definitie niet meer onder de rechter is,waarom stelt mevrouw Van Toorenburg dan toch dat hetparlement er af moet blijven?

Mevrouw Van Toorenburg (CDA): Ik begrijp dat u dezevraag namens de SP stelt. Deze zaak was op dat momentin delen te knippen, maar tegelijkertijd ging het omdezelfde persoon. Het ging over de rechtspersonen. Ophet moment dat de Kamer debatteerde over dezestrafzaak, liep diezelfde strafzaak. De Kamer hoeft datniet te doen. Je kunt er best over discussiëren, al wachtje er een paar maanden mee. De minister van Justitieheeft daar indertijd ook een opmerking over gemaakt. Hijwas ook zeer ongelukkig met het feit dat hij als ministergevraagd werd antwoord te geven op vragen over eenzaak die op dat moment onder de rechter was. Depolitiek moet dat niet doen. Wij hoeven er niet altijd eenhaastklus van te maken door er op dezelfde dag over tedebatteren. Wij hadden heel goed kunnen wachten enlater een fundamentele discussie kunnen voeren over devraag hoe we naar schikkingen of deelschikkingen kijken.Dat is allemaal prima, daar willen we graag overspreken. Het coalitieakkoord is er duidelijk over dat jedaar stevig in op moet treden. Je moet dat alleen nietdoen op dezelfde dag dat de rechtszaak loopt.

De heer Recourt (PvdA): Ik ben het met mevrouw VanToorenburg eens als het om één en dezelfde zaak gaat,maar niet als het verschillende partijen zijn. Dan kun jedaar rustig apart over spreken.

Mevrouw Van Toorenburg (CDA): Daar ben ik het meeeens, maar we hadden het debat niet die dag moetenvoeren.

De voorzitter: Dank u wel voor uw reactie. Ik verzoekmevrouw Van Toorenburg om haar betoog af te maken.Zij heeft daarvoor nog twee minuten.

Mevrouw Van Toorenburg (CDA): Voorzitter. Ik wil nugraag aandacht voor de slachtoffers. Wij kennenstaatssecretaris Teeven als een zeer betrokken politicusdie altijd in contact bleef met bijvoorbeeld de actiegroepAandacht Doet Spreken. Slachtoffers van ernstig geweld,bijvoorbeeld ouders van vermoorde kinderen en anderemensen in wiens leven zich een drama had voltrokken,werden door ons altijd gehoord. Kamerbreed was eraandacht voor deze groep. Onlangs nog spraken we alsvaste Kamercommissie met deze groep, die aangaf dat ernog echt wel dingetjes te verbeteren zijn in het spreek-recht. De staatssecretaris heeft daar ook positief opgereageerd en gaat ermee aan de slag. Wij zouden graagwillen dat de staatssecretaris daar nog één element inmeeneemt. Hij heeft al gezegd dat hij meer nabestaan-

Van Toorenburg

Tweede Kamer Veiligheid en Justitie (begroting)24 november 2010TK 26 26-34

Page 7: toekomstbeeld van de bewindslieden? Niet alleen wij, maar .../vilhmtg6jxp1.pdfcircuit. Deze carrières moeten wij in de kiem smoren. Laat ik duidelijk zijn: het CDA heeft daar een

den en slachtoffers de ruimte wil geven om te spreken.Wij zouden ook willen kijken of het mogelijk is slachtof-fers de ruimte te geven om tegen een verdachte tespreken. Natuurlijk is de onschuldpresumptie van grootbelang, maar wij zien ook rechters spreken metverdachten en wij zien officieren van justitie verdachtenaanspreken. Waarom moeten we de slachtoffers dwingenom altijd alleen met de voorzitter te spreken, als we hetzelf als Kamerleden, die hier anders geëmotioneerd instaan, al zo moeilijk vinden om via onze voorzitter tespreken? We doen het slachtoffers in rechtszaken aan. Ikzou graag willen dat de staatssecretaris dat elementmeeneemt. Kunnen we kijken of slachtoffers ook tegeneen verdachte iets kunnen zeggen? Dat kan immers eenheel belangrijk signaal zijn voor een rechter. Hij kan danzien hoe iemand daarop reageert. Interesseert het hemde rozen, dan is dat voor een rechter een belangrijk puntom mee te wegen. Wordt hij erdoor geraakt, dan geefthet een beeld van de wijze waarop iemand staat in zijndelict en in de beleving van wat hij heeft aangericht.

Het CDA verwacht veel van dit kabinet. Wij verwachtendat de persoonsgerichte aanpak met preventie enrepressie wordt voortgezet, dat de veiligheidshuizen totvolle wasdom komen en dat lieden die zaken vooranderen verpesten, daar meer zelf last van zullen krijgen.Dat betekent een grotere pakkans, meer cameratoezicht,ruimere fouilleringsmogelijkheden, snelrecht, ″plukze″-wetgeving en langere verjaringstermijnen. De coalitiemoet rap aan de slag gaan met de verdere uitwerkingvan het coalitieakkoord.

De heer Rouvoet (ChristenUnie): Wij hebben te makenmet een nieuw ministerie met een nieuwe naam:Veiligheid en Justitie. Wij hebben daar onlangs ook ineigen huis over gesproken. Ik stel de vraag niet zonderreden aan mevrouw Van Toorenburg. Ik vind hem heelprincipieel van aard. Is mevrouw Van Toorenburg net alsik van mening dat veiligheid en veiligheidsbeleid te allentijde ingekaderd moeten zijn binnen de justitie en derechtsstaat?

Mevrouw Van Toorenburg (CDA): Ja.

De heer Rouvoet (ChristenUnie): Ik hoopte al dat hetvoor haar ook een open deur zou zijn.

Mevrouw Van Toorenburg (CDA): Waren de vragenmaar allemaal zo makkelijk!

©

De heer Çörüz (CDA): Voorzitter. Ik wens beide bewinds-lieden heel veel sterkte met hun eerste begrotingsbehan-deling. Wij verwachten veel van dit kabinet en herkennenin zijn voornemens ook veel van ons CDA-verkiezingsprogramma.

Ik zal mij richten op twee onderdelen: enerzijds depolitie, als vervolg op datgene wat de CDA-fractie in hetwetgevingsoverleg heeft neergezet en anderzijds derechterlijke macht, mensenrechten, privacy en drugs.

Volgens de CDA-fractie is veiligheid meer dan alleenpolitie, justitie en gevangenissen. Veiligheid heeft ook temaken met sociale cohesie in de samenleving. Mensenmoet ook ’s avonds de straat op durven om deel tenemen aan bijvoorbeeld vrijwilligerswerk, verenigingsle-ven, politieke activiteiten, sport, hobby’s of ziekenbezoek.

Kortom: om maatschappelijk actief te kunnen zijn, moetje je veilig voelen. De politie vormt een belangrijkonderdeel van die veiligheidsketen en van dat veilig-heidsgevoel.

Ik wil proberen in een rap tempo een aantal zaken afte tikken en onder de aandacht van de minister tebrengen. Hij heeft ons op 22 november nog een briefgestuurd. Over een aantal zaken ben ik tevreden, maareen aantal zaken vind ik vrij cryptisch. Met die laatstezaken wil ik beginnen. Ik denk dat het goed is – eenaantal collega’s heeft dat ook geopperd – om dediscussie over werving, selectie, mobiliteit en opleidingin één hand te houden. Deze zaken moeten bij dePolitieacademie liggen. Je kunt met die vrijvallendecapaciteit weer mensen in de straat zetten. De ministerschrijft hierover iets waarmee je alle kanten op kunt. Ikzou zeggen: minister, pak gewoon door en organiseerdat!

Een tweede punt van zorg is de overhead bij depolitie. Hoe gaat dat lopen? Als ik goed geïnformeerdben, is de overhead thans 30%. Bij de Belastingdienst isdat bijvoorbeeld 18%. Ik vind dat de minister echt moetdoorpakken om dat percentage op zijn minst met 10%naar beneden te krijgen. Ik denk bijvoorbeeld aan debureaucratie; daarover hebben wij ook gesproken. Kijkeens naar de Arbeidstijdenwet; deze werkt niet goed inde praktijk en belemmert opsporing. Dat staat ook in hetregeerakkoord. Kijk naar de griffierechten; dat heb ikvoorgesteld. Er wordt massaal geklaagd over de politie,maar 90% van die klachten is ongegrond; het kost depolitie veel tijd. Kijk naar de Wet openbaarheid vanbestuur; agenten moeten heel veel rapportages maken,terwijl deze niet worden gelezen. Ik wil van onder naarboven schoon schip maken. Daarnaast kunnen wij datproces versterken door met name innovatief werken testimuleren en dit landelijk snel uit te rollen. De vermis-sing van paspoorten en rijbewijzen is in Amsterdamweggehaald bij de politie en bij de gemeente onderge-bracht. Dit leverde in het eerste halfjaar tienduizendmanuren winst op. Ik begrijp eigenlijk niet waarom wijdit gisteren al niet hebben ingevoerd. De methode vande politie in Lisse om op straat te blijven en processenverbaal door te bellen, levert een derde winst op. Ik zeg:zet het morgen uit. Ook in die zin spoor ik de ministeraan om door te pakken.

De heer Van Raak (SP): Nu wij toch lekker doorpakken,vraag ik het volgende. Kunnen wij ook doorpakken ophet punt van politiemanagers en georganiseerdwantrouwen? Heel veel bureaucratie is ontstaan doorheel slechte computersystemen. Ik hoop dat de ministerdaaraan iets doet, want dat behelst volgens mij wel 30%van de bureaucratie. Ik vraag ook aandacht voor hetgeorganiseerde wantrouwen: de rittenboeken waarinagenten elk ritje moeten verantwoorden, de ongelooflijkingewikkelde urenroosters, en logboeken; soms zijn dienodig, maar meestal niet. Is de heer Çörüz het met mijeens dat er ook een mentaliteit van georganiseerdwantrouwen bij sommige politiemanagers bestaat? Datkost de gewone agenten heel veel tijd en moeite.

De heer Çörüz (CDA): Ik weet niet of dat een kwestie vangeorganiseerd wantrouwen is. Daarom zei ik ook dat wijhet van onderen naar boven moeten opschonen. Datgeldt voor alles wat destijds om misschien heel goederedenen en met goede bedoelingen is besloten en dat

Van Toorenburg

Tweede Kamer Veiligheid en Justitie (begroting)24 november 2010TK 26 26-35

Page 8: toekomstbeeld van de bewindslieden? Niet alleen wij, maar .../vilhmtg6jxp1.pdfcircuit. Deze carrières moeten wij in de kiem smoren. Laat ik duidelijk zijn: het CDA heeft daar een

geldt ook voor de voorbeelden die de heer Van Raak enik hebben genoemd. Laten wij van onderen naar bovenalles opschonen wat wel wordt gemaakt, maar amperwordt gelezen of gebruikt. Ik deel de visie van de heerVan Raak dat dit handen vol geld kost en ook veel tijd.De minister mag het van mij van onderen naar bovenbekijken en gewoon eens een aantal agenten latenbeoordelen wat er daadwerkelijk gebruikt wordt. Dat lijktmij heel goed en laten wij dat dus doen.

Voorzitter. Wat krijgen wij voor een intensivering van370 mln.? Waarop mogen wij deze minister afrekenen? Ikwil dat de minister jaarlijks aangeeft of het bijvoorbeeldbeter gaat met aangiften; komt de politie als je belt?; isde overlast van jeugdigen in de wijken afgenomen? Datzijn dingen die de burger op een gegeven moment wilzien. Het lijkt mij daarom terecht om de minister tevragen: laten wij eens elk jaar bekijken wat wij voor onsgeld terugkrijgen.

Ik kom op het geweld tegen agenten. Daarover kan ikduidelijk, maar niet krachtig genoeg zijn: zwaar straffen.Ik heb als CDA’er echter altijd gezegd dat ik dit nietvoldoende is. Het betreft vaak mensen die in recidivevervallen. Ik hecht met name belang aan behandeling,agressietrainingen, en plukken. Als wij die drie dingen bijelkaar brengen, dan hoop ik dat wij daarmee opschieten.In dat verband ben ik benieuwd naar het volgende.Officieren kunnen hogere straffen eisen, maar alsrechters die niet opleggen dan zijn wij nog verder vanhuis. Ook rechters bepalen een soort van richtlijnen inhet kader van het Landelijk Overleg Voorzitters Strafsec-toren (LOVS). Daaruit vloeien bepaalde richtlijnen voorten ik weet dat die opnieuw zijn geijkt. Op basis van depolitieke commotie en de discussie in deze Kamer wil ikvan de minister weten wat de rechters doen; straffen zijdaadwerkelijk zwaarder? Dat is namelijk de bedoeling;daar willen wij naartoe.

Ik ga verder met het budgetverdeelsysteem. Ik bennog niet gerustgesteld over de verdeling. Ik maak hetconcreet: ik ben niet gerustgesteld over de vraag wat hetbetekent voor het platteland en de regio, want dat isvoor CDA’ers belangrijk. Ik verwijs bijvoorbeeld naar deaanrijtijden van politieauto’s. Ik kreeg gisteren nog eene-mailtje over de Bommelerwaard en dat gebied heeftvijftigduizend inwoners in een aantal kernen. Daar rijdtdoordeweeks maar één autootje op vijftigduizendinwoners en de boeven hebben daarop kennelijk al eentrucje bedacht. Stel dat er op plaats X iets gebeurt en depolitie daarnaartoe rijdt, dan is plaats Y leeg en breektmen daar in. In het budgetverdeelsysteem moet wel oogzijn voor de aanrijtijden en de bereikbaarheid van depolitie op het platteland en in de regio goed is. Ik hechtdaaraan heel veel belang.

De voorzitter: Ik zie dat de heer Van Raak in eenindrukwekkende notitie bladert om op basis daarvan eenvraag te stellen.

De heer Van Raak (SP): Er is vorige week een notitie vande SP over agressie verschenen: Handen af van onzeagenten. Deze notitie is verschenen naar aanleiding vaneen meldweek waarin agenten hun ervaringen hebbengemeld, maar ook met allerlei oplossingen kwamen. Ikheb negen oplossingen opgeschreven en daar moet deheer Çörüz eens naar kijken. Ik heb de minister gevraagdwelke oplossingen hij overneemt, maar ik vraag evenvoor twee oplossingen speciaal aandacht bij de heer

Çörüz. Ik noem het geval dat er kans op besmetting is.Soms moeten agenten maanden rondlopen met het ideedat zij misschien wel hiv-besmet zijn. Dat kan heel langduren als verdachten niet willen meewerken. Soms moetdan een kinderwens worden uitgesteld. De mensenkomen met een raar verhaal thuis. Kunnen wij mensendwingen om aan zo’n test mee te doen?

Soms hoor je dat de rechters het niet snappen.Agenten krijgen te horen dat het bij hun beroep hoort.Veel agenten zeiden tegen ons: laat ze eens een keertjemeerijden. Zullen wij afspreken dat wij rechters enopenbaar aanklagers in het kader van hun bijscholing elkjaar een ritje met de nooddienst laten meerijden?

De heer Çörüz (CDA): Ik kan hier heel kort over zijn: tweekeer ja. Op die rechters kom ik nog terug. In de opleidingvan rechters, in de zogenaamde permanente educatie,wil ik hiervoor specifiek aandacht vragen. De heer VanRaak wordt dus op zijn wenken bediend. Ook op heteerste voorbeeld zeg ik ja. Ik heb er vorig jaar schrifte-lijke vragen over gesteld. Overigens moet het niet alleenvoor agenten gelden. Als iemand andere mensen bijt,moet dit ook gelden. Ik bevestig het verhaal van de heerVan Raak met een krachtig ja.

In Utrecht gebruikt de politie lokauto’s om auto-inbrekers te pakken te krijgen. Vervolgens zegt men datmen eigenlijk geen capaciteit heeft om verder terechercheren. Ik vind dat een merkwaardige gang vanzaken. Minister, wilt u daar eens naar kijken?

Terecht is Amsterdam-Zuidoost genoemd, beterbekend als de Bijlmer. Wij hebben hier discussies overGouda, Culemborg en Ede, maar gelukkig zijn daar noggeen doden gevallen. In Amsterdam-Zuidoost al wel.Vorig jaar waren er daar 22 schietincidenten, dit jaar al16. Naar analogie van het bezoek van de minister aanGouda, spoor ik hem aan om daar ook eens naartoe tegaan. Wat heeft men daar nodig? Wellicht gaat het omtijdelijk extra rechercheurs. De klok tikt daar door. Hetvuurwapengekletter moet worden aangepakt.

De heer Dibi (GroenLinks): Ik heb een voorstel gedaanom opnieuw een landelijke wapeninleveractie te starten.Tien jaar geleden is dat redelijk succesvol geweest: erzijn 38.000 ernstige wapens in beslag genomen. Hoe kijktde CDA-fractie hiertegen aan? Wilt u mij steunen omdeze minister op te roepen om weer zo’n dag teorganiseren om mensen straffeloos hun wapen te lateninleveren als laatste waarschuwing?

De heer Çörüz (CDA): Alles wat kan helpen om hetwapengeweld, ook met steekwapens, te verminderen, wilik oprecht serieus bekijken, maar het moet om meergaan dan een dag wapens inleveren. In de Bijlmer lijkthet bijna permanent. Als de politie daar intensief gaatrechercheren en gebieden afzet, is het even over, maarna een tijdje borrelt het weer op. Een dag inleveren isuitstekend, maar het kan niet bij een eendagsvliegblijven. Wij moeten daadwerkelijk permanent structureelhet wapenbezit landelijk aanpakken.

De heer Dibi (GroenLinks): Laat duidelijk zijn dat er heelhard en structureel moet worden opgetreden tegenwapenbezit en inderdaad niet alleen in Zuidoost. Wijmoeten daar geen clichéregio van maken. Wij zijnallemaal op zoek naar creatieve oplossingen om zo veel

Çörüz

Tweede Kamer Veiligheid en Justitie (begroting)24 november 2010TK 26 26-36

Page 9: toekomstbeeld van de bewindslieden? Niet alleen wij, maar .../vilhmtg6jxp1.pdfcircuit. Deze carrières moeten wij in de kiem smoren. Laat ik duidelijk zijn: het CDA heeft daar een

mogelijk wapens uit de handel en uit de handen vanmensen te nemen. Ik dank u voor de steun.

De heer Van der Steur (VVD): Iedereen wil de illegalewapens uit de handel en uit de handen van mensenhebben, maar als je elke keer een dag organiseertwaarop men zonder consequenties zijn wapen kaninleveren, lijkt het op een generaal pardon voorwapenhandel. De VVD-fractie is daar heel kritisch over.

De heer Çörüz (CDA): Dat is ook mijn argwaan. Ik maakabsoluut geen cliché van Amsterdam-Zuidoost, maar eris daar wel iets aan de hand, en iets meer dan gemid-deld. Nogmaals, elk voorstel dat kan bijdragen aan hetdoen afnemen van wapengebruik, wil ik serieusbestuderen.

De voorzitter: Ik wil voorkomen dat de leden gaanreageren op een reactie op een reactie. Dan zitten wijhier om middernacht nog.

De heer Van Raak (SP): Met een inleverdag komen wijer niet. En stigmatiserende plakkertjes op Amsterdam-Zuidoost zijn niet goed. Juist daar is sprake van hechtegemeenschappen. Daar stoppen mensen nog als je opeen zebrapad loopt. Maar het probleem is dat daar eenschemerwereld is ontstaan.

De voorzitter: Wat is uw vraag?

De heer Van Raak (SP): Die schemerwereld moeten wijin het oog zien te krijgen. Ik doel op de bendes die daarzijn, en vooral op de handelsroutes. Is de heer Çörüz hetmet mij eens dat wij daar vooral moeten rechercherenom die schemerige wereld in beeld te krijgen, zien hoedie routes van de wapenhandel lopen, en zo al die goedemensen in Amsterdam Zuidoost te bevrijden van ditgeweld?

De heer Çörüz (CDA): In Zuidoost komen heel veeldingen bij elkaar: jeugdcultuur, bendes, wapengekletterenzovoorts. Bijna alles komt bij elkaar in de sociaaleco-nomische context. Om dit alleen aan te pakken met eenwapeninleverdag? Nee, je moet daar bijna permanent″toezicht″ hebben, en dat is ook gebeurd. Vorig jaar heeftde politie daar intensief op gerechercheerd, en heeft daarde zaken preventief aangepakt, waarna het een tijd goedging. Nu begint het weer op te komen. We moeten nietalleen naar dat ad hoc idee van wapens inleveren, hoesympathiek ook, toe, maar we moeten permanent kijkenhoe we de problemen kunnen aanpakken.

De voorzitter: De heer Çörüz heeft nog een minuut omhet af te ronden.

De heer Çörüz (CDA): In totaal?

De voorzitter: Ja.

De heer Çörüz (CDA): Dan ga ik maar snel naar onzerechters. Wij koesteren de rechters. Ze worden gecon-fronteerd met een hoge werkdruk. Maar de opleiding vande rechters – de 30 punten in het kader van permanenteeducatie – zou bijvoorbeeld een derde minder theore-tisch, en meer praktijkgericht moeten worden.

De heer Recourt (PvdA): Ik hoorde u praten over mijnplan. Steunt het CDA daarmee dat plan?

De heer Çörüz (CDA): Excuses, ik was vanmorgen watlater, zodat ik uw plan niet heb gehoord.

De heer Recourt (PvdA): Het is bijna woordelijkhetzelfde.

De heer Çörüz (CDA): Als ze bijna woordelijk hetzelfdezijn, is dat een extra stimulans voor de minister om inoverleg te gaan met de Raad voor de rechtspraak en SSRom eens naar de opleidingen en de permanente educatiete kijken.

Ik kom toe aan de medische geheimhouding, c.q. hetverschoningsrecht. Met name in zorgkantoren wordtgesjoemeld met pgb’s. Die zorgkantoren verschuilen zichvervolgens achter de geheimhoudingsplicht. Hoe kandat? De makelaars in zorg hebben wat ons betreft geenverschoningsplicht, en geen beroepsgeheim.

In mensenhandel gaat 32 mld. om, en het gaat om 27miljoen mensen. Er wordt maar 0,4% opgelost. InAmerika is het idee ontstaan om bijvoorbeeld stewardes-sen en stewards te trainen in het herkennen vanreisgezelschappen, met name bij kinderontvoeringen. Ikvraag de minister om in overleg te gaan met vliegmaat-schappijen om met name dit punt bij betrokkenen onderde aandacht te brengen. Ik vertaal dat door naar hetbelangrijke punt van mensenhandel. Ik vind dat wemoeten verbieden dat met name lover boys rondcirkelenin prostitutiegebieden, wel antecedenten hebben, dieechter voor de opsporingsambtenaren onvoldoendegrond zijn. Wil de minister de mogelijkheden op dit puntonderzoeken?

De heer Rouvoet (ChristenUnie): U sprak al overprostitutie. Ik begrijp dat je niet over alle onderwerpenkunt spreken, maar u raakt hier wel een thema waaroverik ook wat zal zeggen. Ik heb daarover een amendementingediend om de uitstapprogramma’s die in afwachtingvan de evaluatie die ons is toegezegd dreigen af telopen, in ieder geval de komende jaren te continueren.Kan dat amendement op de steun van de CDA-fractierekenen?

De heer Çörüz (CDA): Ik heb dat amendement nog nietgelezen. Dat moet ik nog doen. Als het geld kost, moet ikdaar dubbel naar kijken – daar ben ik heel eerlijk in –maar alles wat eraan kan bijdragen om deze modernevorm van slavernij tegen te gaan, wil ik positiefbenaderen.

De heer Rouvoet (ChristenUnie): Het kost uiteraard geld.Het gaat om het continueren van de programma’swaarvan oud-minister Hirsch Ballin vorig jaar zei dat wij,wanneer wij die uitstapprogramma’s gaan evalueren,moeten voorkomen dat zij nu moeten worden gestopt.Als de evaluatie positief uitvalt, zouden de programma’sdan immers weer opnieuw moeten worden opgestart. Ikwacht het oordeel van uw fractie af, maar mijn voorstelis om te voorkomen dat de programma’s in 2011 wordengestopt en in 2012 weer worden opgepakt. Dat kost2 mln. Dat geld wordt wat mij betreft gevonden binnende begroting van het ministerie, maar daarover hoor ikgraag het oordeel van de regering. Ik zou het zeertoejuichen als uw fractie dat amendement kan steunen.

Çörüz

Tweede Kamer Veiligheid en Justitie (begroting)24 november 2010TK 26 26-37

Page 10: toekomstbeeld van de bewindslieden? Niet alleen wij, maar .../vilhmtg6jxp1.pdfcircuit. Deze carrières moeten wij in de kiem smoren. Laat ik duidelijk zijn: het CDA heeft daar een

De voorzitter: Ik proef welwillendheid.

©

Mevrouw Berndsen (D66): Voorzitter. Vanmorgen heeftde heer Marcouch zijn maidenspeech uitgesproken. Ik wilhem van harte feliciteren en welkom heten in de Kamer.Gelet op ons vorige leven, denk ik dat wij prettig zullenkunnen samenwerken.

Gelet op de verrichtingen van de beide bewindsperso-nen in de afgelopen weken, zou je denken dat repressiede enige missie van het ministerie van Veiligheid enJustitie is. Dat is echter niet zo. Wat D66 betreft, mag hetook niet zo worden. Een eenzijdige aanpak van deoverlast van criminaliteit is immers contraproductief.Bovendien zijn de andere taken op het gebied van justitiete belangrijk om die te verwaarlozen. Deze minister enstaatssecretaris hebben in hun vorige posities hardgewerkt om het imago te verwerven van een ″crimefigh-ter″: recht door zee en gewoon aanpakken. Dat is beidengoed gelukt. Zij passen dan ook uitstekend bij de delenvan het regeerakkoord, waarvoor zij verantwoordelijkzijn. Die delen laten zich namelijk kort samenvatten als:harder, steviger en strenger. Zij gaan daarmee voort opde afslag – uiteraard naar rechts – die de VVD deafgelopen jaren onder druk van de PVV is ingeslagen. Ikzie die ontwikkeling met pijn in mijn hart, omdat ik ervanovertuigd ben dat die ongebalanceerde benaderingslecht werkt, maar bovendien omdat grondrechten enindividuele vrijheden, zoals het recht op een eerlijkproces en op privacy, vaak het slachtoffer worden.Politici die zich tooien met het predicaat ″liberaal″,zouden zich dat extra moeten aantrekken.

Voor D66 is de belangrijkste maatstaf voor onsveiligheidsbeleid: wat werkt? Ik vraag de minister hoe hijde komende jaren gaat meten of datgene wat hij doet,alleen stoer klinkt of ook effectief is.

De heer Brinkman (PVV): Ik heb een oud interview metmevrouw Berndsen bij mij. Ook toen had zij trouwenspijn in haar hart. Die pijn kan ik delen, want die pijnkwam doordat zij toen afscheid nam van de politie. In ditverband had u het echter ergens anders over.

De voorzitter: Nou, ik zeg niets hoor.

De heer Brinkman (PVV): Ik bedoel mevrouw Berndsen.

De voorzitter: Via de voorzitter, alstublieft.

De heer Brinkman (PVV): Mevrouw Berndsen zegt dat zijveiligheid als het hardste thema ziet, maar in hetinterview zegt zij dat zij veiligheid niet als een hardthema ziet: ″Ik zie veiligheid ook niet als een hard thema.De wettelijke taak van de politie is hulp te geven aanmensen die dat nodig hebben.″ Dat is een klein deeltjevan de oude Politiewet: hulp aan degenen die hulpbehoeven. Ik kan dat echter niet rijmen met de zojuistuitgesproken eerste zin van de nieuwe alinea. Wat vindtmevrouw Berndsen nu belangrijk? Vindt zij de ″geiten-wollen sokken″-agent belangrijk die in de buurt hetsociaal-maatschappelijk werk verricht waarop zij kennelijkprat gaat? Of vindt zij de daadwerkelijke handhaving vande rechtsorde, het opsporen van strafbare feiten,belangrijk voor de politie? Volgens mij voorziet hetregeerakkoord geweldig in dat laatste.

Mevrouw Berndsen (D66): Mijnheer Brinkman ... Neemtu mij niet kwalijk: mijnheer de voorzitter.

De voorzitter: Dat zou ik ook denken, mevrouwBerndsen.

Mevrouw Berndsen (D66): Wat de heer Brinkman citeert,heb ik gezegd als oud-korpschef. Ik sta hier als volksver-tegenwoordiger van D66. Ik vind het belangrijk dat er eenbalans is tussen optreden en handhaven maar ook devoorzorg. Als u nog even naar mij wilt luisteren, kom ikdaarop nu terug. U kunt u mij wellicht een geitenwollen-sokkenimago verwijten, maar ik vind het belangrijk datwij investeren in mensen en zo veel mogelijk voorkomendat mensen in de criminaliteit terechtkomen. Dat doe jeniet door harder en strenger straffen.

De heer Brinkman (PVV): Twee dingen: ik ken nog eenandere, bekende Nederlander die heel rijk is geworden,maar elke dag geitenwollen sokken droeg en ook uitNoord-Holland komt. Maar ik moet u teleurstellen, wanthet was echt een interview van de politica mevrouwBerndsen. U gaf die als hoogste nieuwkomer op de lijstvan D66. Het klopt dus niet dat u dat interview heeftgegeven als korpschef. Misschien had u in die periodetwee petten op, maar als u een interview geeft in eencampagne, is het normaal dat u dat doet als politicus enniet als korpschef.

Mevrouw Berndsen (D66): Ik herinner mij dat ik datinterview gaf en toen was ik inderdaad net kandidaat. Ukunt mij dus verwijten dat ik toen nog niet voldoendepolitica was. Ik hoop dat ik dat ondertussen wel ben.

Het regeerakkoord is rijk aan ronkende retoriek, maarhet blijft vaag welke resultaten het moet opleveren. Nude 3000 extra agenten die het kabinet met veel bombariebeloofde binnen een maand naar het rijk der fabelen zijnverwezen, blijven weinig concrete dingen over. Is deminister bereid om, net als vorige kabinetten, meetbaredoelstellingen te formuleren voor het terugdringen vancriminaliteit en overlast?

″Veiligheid begint bij voorkomen″. Deze slogan van devorige minister van Justitie sprak mij erg aan. Eenpreventieve aanpak is vaak effectiever, bespaart veelmenselijk leed van slachtoffer én dader, en veel geld. Hetverschuiven van het accent door dit kabinet van voorzorgnaar nazorg, heeft dan ook een hoog ″penny wise, poundfoolish″-gehalte. In de preventieve sfeer is nog veel tewinnen. Investeer in onderwijs; jongeren zonderstartkwalificatie gaan vijf keer vaker het criminele pad op,terwijl de afname van schooluitval stilvalt. Besteed extraaandacht aan goede zorg voor risicogroepen. Hetpercentage onbehandelde stoornissen is structureel hoogen leidt vaak tot crimineel gedrag; collega’s wezen hiervanmorgen ook al op. En nee, dergelijke maatregelenklinken niet stoer, maar werken wel. Deelt de ministerdeze analyse?

De effectiviteit van veel maatregelen uit het repressie-arsenaal van het kabinet is twijfelachtig. Een paarvoorbeelden. Het opleggen van korte gevangenisstraffenin plaats van taakstraffen. Gevangenissen werken vaakals colleges of crime. Volgens wetenschappelijkonderzoek leiden taakstraffen dan ook tot bijna 50%minder recidive. Overlast hard aanpakken, leidt tottoename van overlast, zoals het Sociaal en CultureelPlanbureau concludeerde. In Engeland is de zogenaamde

Çörüz

Tweede Kamer Veiligheid en Justitie (begroting)24 november 2010TK 26 26-38

Page 11: toekomstbeeld van de bewindslieden? Niet alleen wij, maar .../vilhmtg6jxp1.pdfcircuit. Deze carrières moeten wij in de kiem smoren. Laat ik duidelijk zijn: het CDA heeft daar een

Anti-Social Behaviour Order alweer afgeschaft, omdat dieniet werkte, integendeel: ″ASBO″ werd een geuzennaam.En toch neemt het kabinet dat model juist als voorbeeld.

Strenger straffen leidt niet tot minder criminaliteit, depakkans vergroten doet dat wel. Maar zelfs als depreventie prima op orde is, is een goedgeorganiseerdelange arm van de wet altijd nodig. Daarom steunt D66 inprincipe de vorming van de nationale politie. Ik heb vijfrandvoorwaarden waarop ik dit wetsvoorstel zal toetsen:1. de wijkagent moet zijn werk goed kunnen doen; 2. dedemocratische controle moet goed zijn geregeld; 3. degezagspositie van de burgemeester moet overeindblijven; 4. de ICT moet op orde zijn en er moet vol-doende budget zijn voor technologische ondersteuningen vernieuwing; 5. er moet een blauwe baas of bazin inDen Haag komen, analoog aan de Commandant derStrijdkrachten. Ik overweeg een motie op dit punt. Ik kijkuit naar een wetsvoorstel waarin deze punten goed zijnverankerd.

De Kamer wil de administratieve lasten voor professio-nals terugdringen; een prachtig voornemen, zeker voorpolitieagenten, die bureaucratie als een molensteen omhun nek ervaren. Maar hoe gaat de minister ditwaarmaken? Een simpel voorbeeld is het bij de politiemogelijk maken van de digitale handtekening onderprocessen-verbaal. Is de minister bijvoorbeeld bereid omde administratieve lasten van nieuwe maatregelen envoorstellen structureel inzichtelijk te maken? Zo’npreventieve toets zou een dam op kunnen werpen. Mijncollega Hennis-Plasschaert zei het vanmorgen ook al.Ook hierover overweeg ik een motie in te dienen.

Als wij het niet doen, riskeren wij meer werk voorhetzelfde aantal mensen. Nou, hetzelfde aantal mensen?Die drieduizend extra agenten zijn inmiddels mythisch.Bestaan ze wel of bestaan ze niet? Vrijwel niemandgelooft er meer in, maar de minister blijft volhouden.300 mln. is 3000 agenten erbij, uitgaande van de sterktedie volgens het normkostenonderzoek betaalbaar is. Datwas echter niet de zin van het normkostenonderzoek,maar goed: laten wij het daar even op houden. Danspreken wij nu dus over 49.500 agenten, maar er staatnog een bezuiniging van 190 mln. open. Dat zijn 1900agenten. Er komen 500 animal cops. Volgens mij gaandie van die 3000 af. Ik kan dan ook niet anders danconcluderen dat er 2400 af gaan in plaats van 3000 erbij.Ik vraag de minister mij daarom precies aan te gevenwat de nulmeting is. Hoeveel agenten zijn er in 2015?Kan de minister het ons nog een keer voorrekenen?

Wanneer ik naar de McDonald’s ga en een cheesebur-ger met extra kaas bestel, dan wil ik twee plakjes kaas.De minister probeert mij nu een cheeseburger met éénplakje kaas te verkopen als een cheeseburger met extrakaas.

De voorzitter: Ik onderbreek u, want ik weet niet zekerof de vraag van de heer Çörüz over uw cheeseburger ofuw rekensom gaat.

De heer Çörüz (CDA): Ik weet niet hoe collega Berndsenrekent, maar ik proef in haar woorden dat de minister debezuinigingen met terugwerkende kracht teniet zoumoeten doen. Doet hij dat niet, dan leveren de investe-ringen volgens haar niets op. Het is toch zeker eenmerkwaardige gang van zaken dat u de bezuinigingenmet terugwerkende kracht wilt terugdraaien, want hoever moet je dan teruggaan? Als wij het zo gaan doen, wil

straks iedereen eerst een paar bezuinigingen terugge-draaid zien voordat hij investeringen incasseert.

Mevrouw Berndsen (D66): Herinnert mijnheer Çörüz zichde motie van de heer Van Raak nog, een motie die nogvoor het zomerreces is aangenomen met steun van dehuidige coalitiepartijen? De minister kreeg in die motiede opdracht om in 2011 190 mln. aan bezuinigingenongedaan te maken. Die motie is niet uitgevoerd en in debegroting voor 2011 zit dus nog steeds een bezuinigingvan 190 mln. Mooier kan ik het niet maken.

Mevrouw Hennis-Plasschaert (VVD): Waar wasmevrouw Berndsen 15 november jongstleden toen wijeen zeven uur durend overleg hadden over de Neder-landse politie, de investeringen van het kabinet en het oppeil houden van de operationele sterkte?

De motie van de heer Van Raak en van mij isoverigens wel degelijk uitgevoerd. Er is namelijk eenbrief uitgegaan naar de korpsen waarin de korpsengezegd werd de bezuinigingen op te schorten totdat deplannen van het kabinet bekend zijn. Ik weet niet hoevaak mevrouw Berndsen de rekensommetjes voorgere-kend wil krijgen, maar ik zou haar willen vragen om nogeen keer goed de financiële paragraaf in het regeerak-koord te lezen.

Mevrouw Berndsen (D66): Ik kan u geruststellen, wantdie heb ik gelezen. Overigens zijn die cijfers noghelemaal niet zo duidelijk, want de Kamer heeft noghelemaal geen suppletoire begroting gezien. Die komtnamelijk pas in het voorjaar en dan moet die 300 mln.daarin ook nog maar eens helder opgenomen zijn. Almet al blijf ik gewoon zitten met een bezuiniging van190 mln.

Mevrouw Hennis, u probeert mij toch niet wijs temaken dat een brief van de minister aan de korpsbeheer-ders met de mededeling dat de ontslagen opgeschortmoeten worden, een begrotingswijziging is?

De heer Rouvoet (ChristenUnie): Om mevrouw Berndsente helpen om het te begrijpen, vertel ik hoe ik deredenering van het kabinet steeds heb verstaan.Mevrouw Berndsen had het over een cheeseburger meteen of twee plakjes kaas. Ik heb de minister zo begrependat hij tegen ons zegt dat wij ons normaal gesproken dekaas van de cheeseburger zouden hebben laten eten, dathij dat voorkomt en dat wij dus tevreden moeten zijn.

Mevrouw Berndsen (D66): Ja, tot zover klopt het verhaalvan de heer Rouvoet, alleen zitten die 190 mln. en die500 animal cops mij nog steeds dwars. Die zitten niet bijdie cheeseburger in.

De voorzitter: Ik zie uit naar de tweede termijn, wantmisschien werpt die weer meer licht op de rekensom.Mevrouw Berndsen vervolgt haar betoog.

Mevrouw Berndsen (D66): Voorzitter. Voorkomen is beterdan genezen; dat geldt zeker ook voor de brandpreventie.Ik ben blij dat mevrouw Hennis vanmorgen ook alhierover sprak. Nu zijn preventieve maatregelen vooralgericht op het beperken van de uitbreiding van de brandof op het bieden van een vluchtmogelijkheid. Er is veelwinst te behalen als wij in staat zouden zijn om de brandte voorkomen. Rode auto’s voorkomen geen brand, ze

Berndsen

Tweede Kamer Veiligheid en Justitie (begroting)24 november 2010TK 26 26-39

Page 12: toekomstbeeld van de bewindslieden? Niet alleen wij, maar .../vilhmtg6jxp1.pdfcircuit. Deze carrières moeten wij in de kiem smoren. Laat ik duidelijk zijn: het CDA heeft daar een

ontdekken de brand niet en ze melden de brand niet.Stimuleer de samenleving om zelf maatregelen tenemen. Wat vindt de minister bijvoorbeeld van het ideeom sprinklerinstallaties verplicht te stellen via debouwverordeningen? Als de minister de regionaliseringvan de brandweer niet wat meer dwingend voorschrijft,vrees ik dat de regionalisering op de lange baan wordtgeschoven, hetgeen de veiligheidsregio’s onder druk zet.Misschien kan ik de minister helpen met een motie indezen.

Het woord ″veiligheid″ is toegevoegd aan de naamvan het ministerie. Deze veiligheidsbril mag het zicht opde rest van de justitieportefeuille evenwel niet ontnemen.Daarom vraag ik de minister en de staatssecretaris welkeambities zij hebben voor de andere delen van hunbeleidsterrein. Ook daar is namelijk nog meer dangenoeg te doen. Ik noem een aantal wensen van D66 omde rechten van de mensen te beschermen. De eerstebetreft het huwelijk. Boek 1, artikel 30 van het BurgerlijkWetboek luidt ″de wet beschouwt het huwelijk alleen inzijn burgerlijke betrekkingen″. Verbindt de ministerhieraan ook de conclusie dat de overheid geen moreeloordeel over het huwelijk heeft? Wat is dan vandaag dedag nog de logica dat het moeilijker is om een huwelijkte sluiten dan er een te beëindigen? De D66-fractie zietgraag dat een aantal regelingen rondom het huwelijkwordt gemoderniseerd. Op dit moment is het trouwen ingemeenschap van goederen de standaard. In deze tijdwaarin belastingen en maatregelen zijn geïndividuali-seerd, ligt het evenwel voor de hand dat wij de zakenomdraaien en dat een systeem van huwelijkse voorwaar-den de standaard wordt. Ik begrijp dat dit een verant-woordelijkheid is van de staatssecretaris. Ik zou het ergop prijs stellen als hij de wetgeving zodanig aanpast datniet volledige gemeenschap van goederen de standaardis, maar een systeem à la huwelijkse voorwaarden.

De heer Van der Staaij (SGP): Ik heb een vraag over deregeling van het huwelijksvermogensrecht. Zegtmevrouw Berndsen hiermee dat wij weer helemaalopnieuw moeten beginnen met de wetgevingstrajectenhierover? In mei 2003 is er namelijk een wetsvoorstelingediend waarover de Kamer uitvoerig heeft gesproken.De D66-fractie heeft toen niet dit voorstel gedaan, maareen andersluidend voorstel gesteund. Dat ligt nu bij deEerste Kamer te wachten. Zegt mevrouw Berndsen nudat dit in de prullenbak moet worden gegooid en dat wijweer eens fijn opnieuw moeten beginnen?

Mevrouw Berndsen (D66): Er moet nog worden gestemdover het wetsvoorstel dat nu bij de Eerste Kamer ligt. Ikbegrijp dat er brede steun is in deze Kamer om verder tegaan dan het wetsvoorstel dat nu in de Eerste Kamerligt. Ik vraag de staatssecretaris dus om dat wetsvoorstelterug te halen en aan te passen in de zin zoals ik dat netheb verwoord.

De heer Van der Staaij (SGP): Mevrouw Berndsen zegtdus inderdaad dat wij helemaal opnieuw moetenbeginnen. Wij praten er nog maar zeven jaar over en eenwet heeft de tijd. Wat is er de afgelopen anderhalf jaargebeurd wat reden is om het weer helemaal op zijn kopte zetten?

Mevrouw Berndsen (D66): Het onder huwelijksevoorwaarden trouwen blijkt een enorme belemmering te

zijn voor mensen die het eigenlijk wel zouden willen,omdat het een dure aangelegenheid is. Een anderargument is dat er meer zzp’ers zijn gekomen die lasthebben van het trouwen in gemeenschap van goederen.Als de partner een eigen inkomen heeft wanneer dezzp’er failliet gaat en schulden krijgt, moet de partnervoor de helft van de schulden opdraaien. Ik denk dat ditin deze tijd eigenlijk niet meer aan de orde zou moetenzijn.

De voorzitter: Tot slot de heer Van der Staaij.

De heer Van der Staaij (SGP): Voorzitter. Tot slot op ditpunt. Zijn de standaard huwelijkse voorwaarden die D66wil, niet lastig, ook praktisch gesproken? Krijgen wedaarmee niet opnieuw een heel ingewikkelde discussie,waardoor de zaak weer jarenlang op zijn beloop wordtgelaten? Er zijn immers allerlei soorten huwelijksevoorwaarden en het is dus heel moeilijk om te zeggen:dit moet de standaard zijn.

Mevrouw Berndsen (D66): Ik zou zo min mogelijkstaatsbemoeienis willen hebben. Ik denk dat partnersheel goed in staat zijn om dat uitgaande van eigenverantwoordelijkheid binnen hun relatie te regelen. Daaris geen notaris en geen overheid voor nodig.

Mevrouw Van Toorenburg (CDA): Wij zijn altijd bereidom te luisteren naar voorstellen, maar ik schrik toch weleen beetje van de manier waarop dit nu wordt gepresen-teerd. De beginzin was: het is hier makkelijker om eenhuwelijk te sluiten dan te scheiden, alsof we dat willenomdraaien. Blijkbaar wil D66 dat wel omdraaien, doorhet bijna onmogelijk te maken om nog enigszinsgoedkoop te trouwen. Je moet dan immers naar eennotaris voor de huwelijkse voorwaarden. Dat wordt eenenorme toestand. Moeten we vervolgens scheiden gaanstimuleren? Ik ben even de draad kwijt, zeker gezien hetfeit dat mevrouw Berndsen vanochtend ook nog heeftgezegd dat het allemaal kwam omdat de samenleving zoindividualiseert. Nou, daar zijn we lekker mee!

Mevrouw Berndsen (D66): Als ik even mijn zin hadkunnen afmaken, dan was ik bij de flitsscheidingaangekomen en dan was het wat helderder geweest. Watmevrouw Van Toorenburg vanmorgen heeft gehoord,was een zinnetje waarin ik niet de individualisering vande samenleving heb bedoeld, maar de individualiseringvan het belastingrecht. Daar gaat het met name om. Alsde mensen zelf individueel verantwoordelijk zijn voor hetbetalen van belasting, dan vind ik het niet aangaan dathet voor de helft wordt afgewimpeld op de partner als deandere partner in de schulden terechtkomt. Je hoeft hetniet eens alleen maar aan zzp’ers op te hangen. Ik ken uitde praktijk ook andere voorbeelden. De man bouwtschulden op, omdat hij gokverslaafd is en op hetmoment dat het huwelijk wordt ontbonden, gaat de helftvan de schulden van de man over op de vrouw. Dievrouw komt dan vaak in de bijstand terecht en dat vindik geen eerlijk systeem.

Mevrouw Van Toorenburg (CDA): Ik begrijp deaarzelingen bij het systeem. Daar moeten we natuurlijkgoed naar kijken. Tegelijkertijd vraag ik me toch af – endaar heb ik nog geen antwoord op gekregen – hoe we erdan voor gaan zorgen dat er standaard huwelijkse

Berndsen

Tweede Kamer Veiligheid en Justitie (begroting)24 november 2010TK 26 26-40

Page 13: toekomstbeeld van de bewindslieden? Niet alleen wij, maar .../vilhmtg6jxp1.pdfcircuit. Deze carrières moeten wij in de kiem smoren. Laat ik duidelijk zijn: het CDA heeft daar een

voorwaarden komen. Past dat dan wel bij de manierwaarop wij leven? Wij maken immers onze eigen keuzes.Heel veel mensen kiezen nog steeds gewoon voorgemeenschap van goederen.

Mevrouw Berndsen (D66): Het laatste kan nog steeds,alleen kiezen mensen nu voor huwelijkse voorwaardenwaar ze veel geld voor moeten betalen. Ik zou het graagwillen omdraaien. Dan is de standaard een systeem à lahuwelijkse voorwaarden, waar waarschijnlijk helemaalgeen overheid aan te pas hoeft te komen, maar dat zouje in het Burgerlijk Wetboek op een bepaalde maniermoeten verankeren. Je kunt altijd nog in gemeenschapvan goederen trouwen, maar dan zul je dat dus op eenandere manier moeten regelen.

Mevrouw Gesthuizen (SP): Ik ben nog niet overtuigd,om het maar heel zacht te stellen. De D66-fractie wil deboel nu omdraaien, maar wel op een verkeerde manier.Het is nu gemakkelijk op de ene manier en lastig op deandere manier en mevrouw Berndsen wil er nu voorzorgen dat het lastige de standaard wordt. Ik ben het metmevrouw Van Toorenburg eens dat wij niet zomaarergens uit de kast een lijst met huwelijkse voorwaardenkunnen trekken die dan op iedereen van toepassing zijn.Ik hoor graag van haar hoe zij daarover denkt. Begrijp ikhet nu goed dat mevrouw Berndsen zegt dat trouwen ingemeenschap van goederen voortaan apart moet wordenvastgelegd door een notaris en dat daar kosten aanverbonden zijn? Hoe moet ik me dat kostenplaatjevoorstellen?

Mevrouw Berndsen (D66): Ik vraag de minister om naardeze systematiek te kijken en om te bezien of een enander in wetgeving te vatten valt voor mensen diegebruik maken van wat nu huwelijkse voorwaarden heet.Het aantal zal trouwens vele malen groter worden. Debarrière zit hem in het gedoe eromheen, in het feit dat jenaar de notaris moet stappen en daar flink wat geld voormoet betalen. Dat geldt zeker als je het wilt regelennadat je al een tijd getrouwd bent en dan bijvoorbeeldzzp’er wilt worden, om dat voorbeeld nog maar eens tegebruiken. Wij zouden het inderdaad willen omdraaien.Ik vraag de staatssecretaris om de wet in die zin aan tepassen. Mocht dat niet lukken, dan komen wij met eeninitiatiefwetsvoorstel.

Mevrouw Gesthuizen (SP): Ik ken het probleem met deondernemers ook. Dat zijn inderdaad vaak vrouwen die,met alle respect, onderschatten dat het goed moetworden geregeld en dan uiteindelijk in de aap gelogeerdzijn. Je ziet dat heel vaak bij vrouwelijke ondernemers. Erwordt ook over geklaagd door de specifieke groeperin-gen. Is het echter niet in eerste instantie een beter ideeom eens te beginnen met goede voorlichting in plaatsvan nu de hele boel te gaan omdraaien?

Mevrouw Berndsen (D66): Ik ben altijd voor goedevoorlichting, maar volgens mij lost dat dit probleem nietop. Ik denk echt dat de wet aangepast moet worden.

De heer Rouvoet (ChristenUnie): Ik probeer mij evenvoor te stellen hoe de discussie in de fractie vanmevrouw Berndsen moet zijn verlopen. Als een fractieals de ChristenUnie in de afgelopen periode dit soortvoorstellen deed, stond de heer Pechtold altijd te blazen

dat het betutteling was en dat mensen best hun eigenkeuzes kunnen maken. Ik had die fractievergadering vanhaar graag bijgewoond. Dat is ook meteen de kern vanmijn kritiek en ook mijn vraag aan mevrouw Berndsen. Ishet niet een beetje – vergeef mij – een maf idee omtegen degenen die zeggen dat zij geen bijzondereredenen hebben om bijzondere afspraken te maken aanhet begin van hun huwelijk, te zeggen dat dit ze voortaangeld gaat kosten? Dat is immers in feite de redenering,want zij moeten naar de notaris om dit vast te leggen.Mevrouw Berndsen vraagt de regering om dit uit tewerken. Ik zou zeggen: voor situaties waarin dit eenknelpunt oplevert – dat kunnen best de zzp’ers zijn, ikherken die problematiek wel – moet je een gerichteoplossing zoeken. Zou het niet verstandig zijn om nietdirect het hele stelsel overhoop te gooien, maar om tezoeken naar een concrete oplossing voor concreteproblemen? Laten wij niet een oplossing bieden en daareen probleem bij zoeken.

Mevrouw Berndsen (D66): Ik vind het meer dan alleeneen paar problemen oplossen. Ik vind het echt funda-menteel dat je uitgaat van een situatie die te maken heeftmet deze tijd, waarin man en vrouw vaak allebei eeninkomen hebben en dus niet moeten opdraaien voorelkaars schulden. Dat is dus meer dan alleen maar eveniets repareren ten aanzien van zzp’ers. Ik wil helemaalniemand op kosten jagen, zoals de heer Rouvoet zegt.Het zou de standaard moeten worden, dus moet hethelemaal niets kosten.

De heer Rouvoet (ChristenUnie): De kernvraag blijft watde boodschap van de D66-fractie is aan mensen die erbewust voor kiezen om in gemeenschap van goederen tetrouwen, bijvoorbeeld omdat zij dat volstrekt normaalvinden. Zij worden nu tot uitzondering gemaakt. Dat lijktmij raar. Je moet een goed verhaal hebben om uit teleggen dat wat tot nu toe de regel was – wij hebbengoede redenen om daar een aantal uitzonderingen opvan toepassing te verklaren, maar daar kan men zelf voorkiezen – uitgerekend door D66, de partij voor dekeuzevrijheid, wordt omgedraaid door te stellen datmensen een goed verhaal moeten hebben als zij ingemeenschap van goederen willen trouwen en dat D66dit gaat laten vastleggen. Kom op, D66 is de partij van dekeuzevrijheid. Houd het nog even vol.

De voorzitter: Dit was een opmerking.

De heer Van der Steur (VVD): Ik bevind mij een beetjein een lastig parket. Het voorstel van mevrouw Berndsenis voor de VVD-fractie sympathiek omdat dit dekeuzevrijheid wel degelijk open laat en uitgaat van eenwat modernere blik op de samenleving waarin man envrouw over het algemeen eigen verantwoordelijkhedenaangaan waaruit gevolgen kunnen voortvloeien voorelkaar. De uitleg en de onderbouwing maken het voorstelechter wat minder sympathiek dan de VVD-fractie zouwillen. Is mevrouw Berndsen bereid op enig momentnader van gedachten te wisselen met de VVD-fractie overde wijze waarop dit daadwerkelijk in de markt moetworden gezet om ervoor te zorgen dat het door iedereenwordt geaccepteerd en niet wordt gezien als betutteling?Dat is het namelijk niet.

Mevrouw Berndsen (D66): Ik onderschrijf de woorden

Berndsen

Tweede Kamer Veiligheid en Justitie (begroting)24 november 2010TK 26 26-41

Page 14: toekomstbeeld van de bewindslieden? Niet alleen wij, maar .../vilhmtg6jxp1.pdfcircuit. Deze carrières moeten wij in de kiem smoren. Laat ik duidelijk zijn: het CDA heeft daar een

van de heer Van der Steur, want ik wil absoluut niet dathet een betuttelende regeling gaat worden. Ik hoop ookniet dat hij dat tussen de regels van mijn betoog doorgehoord heeft. Natuurlijk ben ik graag bereid om ditvoorstel nader uit te werken, zowel met de PvdA-fractie,die hiervoor sympathie heeft uitgesproken, als met deVVD-fractie.

De voorzitter: Vervolgt u uw betoog, mevrouwBerndsen.

Mevrouw Berndsen (D66): Mijn laatste zinnen in ditblokje zouden zijn geweest: En ook het afschaffen van deflitsscheiding was een stap terug. Is de staatssecretarisbereid om het initiatief te nemen deze weer te herstel-len?

Privacy is de afgelopen jaren een ondergeschovenkindje geweest. De enige vermelding hiervan in hetcoalitieakkoord van het CDA, de PvdA en de Christen-Unie, namelijk ″Bij alle maatregelen verantwoordt deoverheid de gevolgen voor de privacy van burgers.″,bleek helaas een dode letter. Nu valt er te lezen dat deinformatieveiligheid en de bescherming van de per-soonsgegevens worden verbeterd. Dit is ruimhartigerdan ik had durven hopen, maar het moet nog wel inhoudkrijgen. Ondertussen stapelen de rapporten metverontrustende signalen en aanbevelingen overdatabases en beschermen van veiligheid van persoon-lijke levenssferen zich op. Er is vanmorgen ook al evenover gesproken. Ik begrijp dat daar volgende weektijdens de behandeling van de begroting van hetministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelatiesverder over gesproken wordt. Het wachten is op eenintegrale visie van de rijksoverheid op privacy in de 21eeeuw. Pakt de minister deze handschoen op om een visiete ontwikkelen en om invulling te geven aan de belofteom privacy beter te beschermen? Misschien hoort ditook wel bij de staatssecretaris; in dat geval bied ik mijnexcuses aan.

Het zogenaamde conservatoir beslag pakt in depraktijk regelmatig oneerlijk uit. Hiermee kan eenmogelijk schuldeiser de bezittingen bevriezen vandegene tegen wie hij een proces heeft aangespannen. Ikwil dat de wet wordt aangepast, zodat degene op wie hetbeslag wordt gelegd, in zijn rechten wordt erkend. Wil deminister dit ook?

De heer Van der Steur (VVD): Mevrouw Berndsen zegthet nu wat vager dan in de pers. Daarin zei ze dat het debedoeling van D66 is om degene op wie beslag wordtgelegd, van tevoren te waarschuwen. Als mevrouwBerndsen dat bedoelt te zeggen, is de VVD-fractie daarniet voor, vooral niet omdat mevrouw Berndsen,voormalig korpschef, zich als geen ander kan voorstellendat het een heel slecht idee is om inbrekers te bellenalvorens ze te arresteren.

Mevrouw Berndsen (D66): Voorzitter. Het is een kwestievan hoor en wederhoor. Zo zou het ook toegepastmoeten worden. In het verleden werd dit instrumentvooral gebruikt om kapitaalvlucht van bedrijven tevoorkomen. Toen legde het ene bedrijf beslag op eenander bedrijf. Uit onderzoek van de Raad voor deRechtspraak bleek dat maar liefst tweederde van debeslagen niet alleen wordt gelegd om vorderingen tebeschermen, maar ook om een zekere druk uit te

oefenen. Dan gaat het veelal niet om een schuld of zelfsmaar het veiligstellen van een recht, maar gewoon omeen conflict of een lopende onderhandeling. Ik denk dathet niet rechtvaardig is om op een vrijdagmiddag –advocatenkantoren weten precies hoe het spel gespeeldmoet worden – conservatoir beslag te leggen. Degene opwie het gelegd wordt, kan dan nauwelijks een advocaatmeer bereiken. Zonder dat degene op wie het beslagwordt gelegd, wordt gehoord door de rechter, wordt hetopgelegd. Het is moeilijker om het conservatoir beslageraf te halen dan het opgelegd te krijgen.

De heer Van der Steur (VVD): In dit geval lijkt mij ditniet alleen een slechte onderbouwing, maar ook eenslecht plan. Mevrouw Berndsen doet er goed aan, tekijken naar wat ik er zelf over heb opgemerkt op basisvan de ervaringen die ik er gedurende twaalf jaar in deadvocatuur mee heb opgedaan. Ik heb gezegd dat jegeen waarschuwingsplicht moet hebben als je proble-men wilt oplossen, zoals mevrouw Berndsen schetst,althans, dat begrijp ik nog steeds van haar, want datslaat volledig de plank mis. Je moet kiezen voor eenverdere substantiëringsplicht van het verzoekschrift enervoor zorgen dat de rechter daar daadwerkelijk naarkijkt. Je moet ook kiezen voor een makkelijke manier omdaarover niet in plaats van een kort geding te spreken.Als we dit kunnen betrekken bij het AO over civiel recht,waar ik in de procedurevergadering over heb gesproken,kunnen we daar wat mij betreft verder over spreken.

Mevrouw Berndsen (D66): Voorzitter. Ik wijs toch nogeven op het onderzoek van de Raad voor de Rechtspraak.Het zijn ook niet de minsten die dit onderzoek hebbengedaan. Als we elkaar kunnen vinden, mijnheer Van derSteur, vind ik het prima, maar ik vind dat de rechten vandegene op wie het conservatoir beslag wordt gelegd,geëerbiedigd moeten worden.

De heer Van der Steur (VVD): Dit uitgangspunt staat alin de huidige wet. Daar bestaan al die waarborgen voordie u ongetwijfeld hebt onderzocht. De vraag is alleen ofdie voldoen. Het antwoord daarop is nee, zoals in hetrapport ook staat. Daaraan moeten we dus wat doen,maar niet door vervolgens het instrument onmogelijk temaken. Dat is wat u voorstelt.

De voorzitter: Dat is een opmerking.Mevrouw Berndsen, u hebt maximaal 30 seconden om

af te ronden.

Mevrouw Berndsen (D66): Voorzitter. Ik zal heel snelspreken. Ik was bij mijn laatste stukje.

Kan het burgerinitiatief ″Voltooid leven″ over het rechtop zelfbeschikking ten aanzien van het levenseinde vooroude mensen, op steun van deze minister rekenen?

Zijn de minister en de staatssecretaris van plan om netzoveel voortvarendheid te vertonen als het gaat ompreventie, voorzorg en bescherming van de rechten vande burgers of gaat het alleen om harder, steviger enstrenger? Beoordeelt dit kabinet op zijn daden, droeg depremier Nederland op in deze Kamer. Na een maand kande conclusie niet anders zijn dan dat de dadendrang ergeenzijdig is. Morgen krijgen de bewindspersonen wat mijbetreft de kans om het andere been bij te trekken.

De heer Brinkman (PVV): Ik heb met veel interesse naar

Berndsen

Tweede Kamer Veiligheid en Justitie (begroting)24 november 2010TK 26 26-42

Page 15: toekomstbeeld van de bewindslieden? Niet alleen wij, maar .../vilhmtg6jxp1.pdfcircuit. Deze carrières moeten wij in de kiem smoren. Laat ik duidelijk zijn: het CDA heeft daar een

de bijdrage van collega Berndsen geluisterd. Zij begonermee dat veiligheid zeer belangrijk is. Dat verbaasde mijnatuurlijk een beetje van een D66’er. Ik heb in haarbijdrage veel ideeën gehoord over conservatoir beslagen huwelijkse voorwaarden, maar ik heb eigenlijk nietéén concreet idee gehoord waarmee zij de veiligheid inNederland wil verbeteren, bijvoorbeeld door depolitieorganisatie op een kwalitatief hoger niveau tebrengen. Ik heb even zitten kijken naar de cijfers van deregiopolitie Friesland. Het gaat mij om de overhead, datvind ik een buitengewoon belangrijk punt. Dat is ook hetpunt dat mevrouw Berndsen heeft aangesneden. Diebegon in 2005 met een overhead van ongeveer 28%. In2009 stond daar rond de 24%. Als je daar de intake enservice bijtelt, kom je ook op die 28%. Het is welopvallend dat het aantal leidinggevenden met een aantalprocenten is gestegen. Mevrouw Berndsen heeft veelervaring in de korpsleiding. Wat zijn concreet haarervaringen met de overhead? Ik probeer het positief af tesluiten. Wat denkt zij dat wij concreet kunnen doen omdie overhead te verminderen? Nogmaals, ik heb helaasgeen concreet voorbeeld gehoord.

Mevrouw Berndsen (D66): Op 15 november hebben wijeen heel lang wetgevingsoverleg over de politie gehad.Ik herinner het mij nog goed. Daar heb ik een flinkebijdrage aan geleverd en ook behoorlijk wat ideeën naarvoren gebracht. Wat de heer Brinkman wil, kan wordengerealiseerd in een nationale politie. Ik heb net aangege-ven dat ik voorstander ben van een nationale politie.Volgens mij is dit soort zaken hierin heel goed te regelen.Aangezien dit in ook in het gedoogakkoord staat, ga ikervan uit dat u dat ook ondersteunt, mijnheer Brinkman.

De voorzitter: De heer Brinkman, via de voorzitter.

De heer Brinkman (PVV): Uiteraard, voorzitter.

De voorzitter: Ik doe dit voor mevrouw Berndsen. Hetging een beetje die kant op.

De heer Brinkman (PVV): Mevrouw Berndsen moet hetnog leren. Voorzitter, via u, het is duidelijk dat wij ditgoed kunnen afsluiten. Ik ben heel tevreden te constate-ren dat D66 eigenlijk alle veiligheidsplannen, in iedergeval het gedoogakkoord, onderstreept van dit kabinet. Ikdank mevrouw Berndsen daarvoor.

De voorzitter: Dat was een opmerking. Daarbij zou ikhet willen laten.

Mevrouw Berndsen (D66): Voorzitter, ik wil daar tocheven op reageren om geen enkel misverstand te latenontstaan. Anders staat straks in de Handelingen dat wijhet daarmee eens zijn. Wij zullen dit kabinet op zijndaden beoordelen, mijnheer Brinkman. Wij zijn het zekerniet eens met alle veiligheidsideetjes die de afgelopenweken naar boven zijn geborreld.

©

Mevrouw Helder (PVV): Voorzitter. Ik wil namens de PVVnatuurlijk allereerst de heer Marcouch feliciteren met zijnmaidenspeech en zijn leuke anekdote over de koffer. Ikwas niet van plan om die samen met hem te gaan

inpakken. Wij kunnen beter constructief aan de slaggaan.

De PVV is blij met het gedoogakkoord dat is geslotenmet de VVD en het CDA. Op het gebied van veiligheidzijn goede afspraken gemaakt, waar de burger aljarenlang naar heeft uitgekeken, bijvoorbeeld deminimumstraf in geval van recidive bij ernstigemisdrijven en zwaardere straffen op geweld tegen politie,brandweer en ambulancepersoneel. Dat een tbs-gesteldebij onttrekking aan zijn verlof ten minste een jaar langgeen verlof meer zal krijgen, is ook een zeer welkomeverandering. Dit zijn allemaal stappen in de goederichting, maar er is meer nodig voor de beveiliging vande samenleving tegen criminelen. Want wat heeft hetvoor zin om een zwaardere straf op te leggen ofminimaal één jaar geen verlof te geven na onttrekkingals ontsnapte criminelen nauwelijks worden gezocht? Hetaantal gevangenen dat zich aan het verlof onttrekt, issinds 2007 stijgende. In 2009 waren het er maar liefst736. Nu heb ik begrepen dat er van die 736 uiteindelijkwel 700 zijn aangehouden, maar dat neemt niet weg dater nog 36 rondlopen en dat zij toch een bepaalde tijd eengevaar voor de samenleving hebben kunnen vormen. Nuzijn het maar getallen en klinkt het aantal van 36 niet zoernstig, maar laat ik er eens één uitlichten.

In september van dit jaar heeft zich een situatievoorgedaan waarom je zou kunnen lachen, zo knullig,ware het niet dat er wel een dodelijk slachtoffer tebetreuren is. Een crimineel die veroordeeld is tot vijf jaargevangenisstraf vanwege negen diefstallen waarvan driemet geweld op bejaarden, wordt in het kader van devoorbereiding op terugkeer in de samenleving overge-plaatst naar Exodus. Hij houdt zich echter niet aan deregels van de instelling en wordt lopend teruggestuurdnaar de gevangenis. Maar goed, hij kreeg wel eenenkelbandje om want hij was eerder ook al nietteruggekeerd van verlof. Het laat zich raden wat ergebeurt: het enkelbandje wordt afgeknipt, mijnheerneemt de benen en keert niet terug in de gevangenis. Inplaats daarvan begaat hij drie nieuwe overvallenwaarvan één met dodelijke afloop.

Wat het geval zo schrijnend maakt, is dat heteenvoudig te voorkomen was. Ten eerste had er vervoernaar de gevangenis geregeld moeten zijn. Ten tweede –dat is nog het ergste – is deze mijnheer niet actiefgezocht toen bleek dat hij niet in de gevangenis wasaangekomen. Deze vorm van onttrekking heet injustitietermen een ″zachte onttrekking″. Ofwel, als jeniemand de hersens inslaat om een ontsnappingmogelijk te maken maar gewoon aan de wandel gaat,dan word je niet gezocht. Daar zijn de volgende redenenvoor. Het zit nu eenmaal in de natuur van de mens omzich aan gevangenschap te onttrekken. Daarnaast is ereen capaciteitsgebrek bij de politie. Aan het tweedewordt gelukkig gewerkt; er komen 3000 agenten bij.

Ik geef even tijd voor reacties.

De voorzitter: Dit valt onder het hoofdstuk uitlokking.

De heer Dibi (GroenLinks): Omdat de vorige woordvoer-ders van de coalitie er niet uitkwamen, wil ik mevrouwHelder best de kans geven om uit te leggen waar die3000 extra agenten vandaan komen.

Mevrouw Helder (PVV): Ik kan dat heel kort doen aan dehand van twee punten. Ten eerste kan ik verwijzen naar

Berndsen

Tweede Kamer Veiligheid en Justitie (begroting)24 november 2010TK 26 26-43

Page 16: toekomstbeeld van de bewindslieden? Niet alleen wij, maar .../vilhmtg6jxp1.pdfcircuit. Deze carrières moeten wij in de kiem smoren. Laat ik duidelijk zijn: het CDA heeft daar een

het prachtige interview met de minister in de Volkskrantwaarin hij dat keurig heeft uitgerekend. Dat is vooriedereen te begrijpen. Ten tweede kan ik niet buiten mijnportefeuille gaan omdat mijn collega daar straks nogover komt te spreken.

De heer Dibi (GroenLinks): Als mevrouw Helder zo’nuitspraak doet in de Kamer, moet zij die ook kunnenonderbouwen. Dan verwacht ik meer dan een interviewin de Volkskrant. Dan verwacht ik dat die uitspraakfinancieel wordt onderbouwd in het financieel kader. Alswij dat lezen, nuchter, los van onze politieke kleur, danmoeten wij concluderen dat de 3000 agenten die er uitzouden zijn gevlogen zonder dit kabinet, op hun postkunnen blijven door de investering van dit kabinet. Dusnetto komt er geen enkele agent bij maar wij mogen welblij zijn met het feit dat er geen agenten ontslagenworden. Klopt dat?

Mevrouw Helder (PVV): Ik verwijs nogmaals naar mijneerdere antwoord. Ik wil niet voor mijn beurt spreken alscollega Brinkman er nog aankomt. Ik verwijs ook naar definanciële paragraaf bij het gedoog- en regeerakkoord.Daar staat het gewoon in.

De voorzitter: Ik begrijp dat de heer Brinkman dit puntdadelijk inbrengt. Dan kunt u daarop doorvragen. Hebt unog een ander punt, mijnheer Dibi?

De heer Dibi (GroenLinks): Als een Kamerlid dit soortuitspraken doet en beloftes maakt aan het Nederlandsevolk, dan verwacht ik dat die ook onderbouwd wordenen niet dat, wanneer er een kritische vraag volgt, erverwezen wordt naar een interview in een krant of eenwoordvoerder die daarna gaat spreken.

Mevrouw Helder (PVV): Daarom verwees ik ook naar definanciële paragraaf. Daar staat het keurig in uitgerekend.

De heer Marcouch (PvdA): Het verhaal van de ministerin de Volkskrant was inderdaad helder, namelijk dat ergeen agenten bijkomen. Maar in het regeerakkoord staatdat er 3000 agenten bijkomen. Hebt u ook voor ogen dater 3000 extra agenten bijkomen? De 3000 waar deminister het namelijk over heeft, zijn er al. Er komt dusniets bij.

Mevrouw Helder (PVV): Ik blijf bij mijn eerdere ant-woord. Ik ga niet voor mijn beurt spreken. Een en anderhangt wel samen met wat ik hierbij zeg. Ik ga niet dewoorden voor collega Brinkman invullen maar ik hebnamens de PVV ook getekend voor het gedoogakkoorden dus de financiële paragraaf en de bezuinigingen.Daarom verwijs ik daarnaar. Ik ga het hier niet helemaaluitleggen want dan maai ik het gras voor de voeten vanmijn collega weg.

De voorzitter: Mijnheer Marcouch, ik stel voor dat u uwvraag vasthoudt en hem dadelijk aan de heer Brinkmanstelt. Maar dan stel ik ook voor dat mevrouw Helder nietmeer aan uitlokking doet door hier onderwerpen aan deorde te stellen die dadelijk bij andere woordvoerders aande orde komen. Anders is het een beetje lastig manoeu-vreren. Ik stel voor dat mevrouw Helder haar betoogverder vervolmaakt.

Mevrouw Helder (PVV): Voorzitter. Ik vind dat dezemensen actief gezocht moeten worden. Moet u zich maareens indenken hoe het voor slachtoffers of nabestaandenis om te horen dat degene die hun al dit leed heeftaangedaan, is ontsnapt. Zij moeten ineens weer in angstleven of leven met het idee dat zij weer eens face to facekomen te staan met de dader. De staatssecretaris heeftaangegeven meer te gaan doen voor slachtoffers vangeweld en criminaliteit. Via u, voorzitter, vraag ikuitdrukkelijk aandacht voor een prachtig initiatief vanADS, Aandacht Doet Spreken, een belangenorganisatievoor slachtoffers en nabestaanden van zinloos geweld.Iedere derde zaterdag in september staat zij tweeminuten uitdrukkelijk stil bij de slachtoffers en is eraandacht voor de nabestaanden. Het zou toch prachtigzijn als deze dag zou worden uitgeroepen tot eennationale herdenkingsdag geweldsslachtoffers? Intweede termijn zal ik dan ook met een motie hiervoorkomen.

Ik vraag ook aandacht voor tbs. De PVV is blij met deversobering van de longstay-afdelingen. Maar ookhiervoor geldt dat dit een begin is. Het is bekend dat dePVV het tbs-systeem in de huidige vorm niets vindt.Natuurlijk moeten criminelen met bepaalde stoornissenbehandeld worden. Het is echter onaanvaardbaar datcriminelen die eerst niet meewerkten aan de observatiein het Pieter Baan Centrum later detentieongeschiktheidsimuleren om toch maar naar een tbs-kliniek te gaanomdat het daar toch wel wat prettiger is. Verdachten zijnniet verplicht om mee te werken aan een observatie doorhet Pieter Baan Centrum. Zij doen dit in grote mate ookniet, omdat niet duidelijk is hoe lang de tbs-behandelinguiteindelijk zal gaan duren als zij tbs opgelegd krijgen.Zoals gezegd is dit een recht dat hun niet ontzegd kanworden. Maar de keerzijde van dezelfde medaille is danook dat je later niet moet piepen als het gevangenisre-gime toch wat tegenvalt.

Uitermate ernstig is de situatie omtrent Paul S. Hetbetreft niet de situatie omtrent Paul S. zelf, want hij zorgtgoed voor zichzelf. Deze man heeft in 2003 vier ledenvan zijn voormalige schoonfamilie op afschuwelijke wijzeomgebracht, de nabestaanden in afschuw achterlatend.Deze ex-marinier is in gevechtstenue, inclusief bivakmutsen tot de tanden toe bewapend, op pad gegaan. Hij isveroordeeld tot twintig jaar en tbs. Het moet gezegdworden – en daarom zeg ik het ook – dat voormaligstaatssecretaris Albayrak terecht de beslissing heeftgenomen dat dit heerschap geen gebruik mag makenvan de zogenoemde Fokkensregeling, die inhoudt dateen crimineel aan wie een gevangenisstraf maar ook tbsis opgelegd pas na een derde van een gevangenisstraf tehebben uitgezeten naar een tbs-kliniek mag vertrekken.Voormalig staatssecretaris Albayrak vond het meer danvroeg genoeg als na twee derde van een gevangenisstrafmet de tbs-behandeling gestart zou worden. Liet devoormalig staatssecretaris in dezen haar gevoel spreken,de beroepsinstantie waartoe Paul S. zich wendde,redeneerde kil en juridisch. De Raad voor Strafrechtstoe-passing en Jeugdbescherming oordeelde dat het besluitvan de staatssecretaris geen terugwerkende kracht heeft.Paul S. heeft dus recht op een eerdere overplaatsingnaar een tbs-kliniek. Geen woord over de slachtoffers,geen woord voor de nabestaanden. Dat is volstrektonbegrijpelijk. Een groter contrast tussen de rechten vaneen meervoudig moordenaar en nabestaanden is er niet.

Helder

Tweede Kamer Veiligheid en Justitie (begroting)24 november 2010TK 26 26-44

Page 17: toekomstbeeld van de bewindslieden? Niet alleen wij, maar .../vilhmtg6jxp1.pdfcircuit. Deze carrières moeten wij in de kiem smoren. Laat ik duidelijk zijn: het CDA heeft daar een

Gelukkig is de Fokkensregeling per 4 augustus 2010ingetrokken. Dit laat echter onverlet dat Paul S., net alseen aantal andere veroordeelden, hier nog gebruik vankan maken. Om ervoor te zorgen dat Paul S. toch nieteerder naar een tbs-kliniek mag worden overgeplaatst –ik heb begrepen dat dit deze week gaat gebeuren – is dehulp van de minister nodig. Die roep ik dan ook in. Ikverwijs daarbij naar artikel 43 Penitentiaire maatregel,waarbij de plaatsing van een veroordeelde in eentbs-kliniek op een later tijdstip kan ingaan. Als grondhiervoor kan bijvoorbeeld de geschokte rechtsordeworden aangevoerd. Mij lijkt dat hiervan wel degelijksprake is. Ik verzoek de minister dan ook om te onder-zoeken of het mogelijk is een nieuw besluit te nemen,inhoudende dat pas na twee derde van de opgelegdegevangenisstraf de overplaatsing zal plaatsvinden. Mochtdat niet lukken, mocht die ruimte er niet zijn, dan verzoekik om hem maar naar de Van Mesdagkliniek te latenoverplaatsen. Deze kliniek ligt namelijk in Groningen. Denabestaanden wonen in Zuid-Limburg. Op die manier isde afstand dan fysiek zo groot mogelijk.

Mevrouw Van Toorenburg (CDA): Mevrouw Heldersnijdt een heel helder punt aan. Het is heel terecht dat dithier wordt besproken. Is zij het met de CDA-fractie eensdat er in het ergste geval, wanneer deze persoondaadwerkelijk naar een tbs-instelling zou mogen gaan, inieder geval voor gezorgd wordt dat het verlofsysteemniet op hem van toepassing is en dat hij dus niet naarbuiten mag?

Mevrouw Helder (PVV): Dat is een mooie vraag. Ik zegvolmondig ja tegen mevrouw Van Toorenburg.

De voorzitter: De heer Rouvoet leek te willen interrum-peren, maar dat blijkt toch niet het geval te zijn.

Vervolgt u uw betoog.

Mevrouw Helder (PVV): De PVV-fractie vindt dat hetbeschermen en vertroetelen van zware criminelen pergisteren beëindigd moet worden. Aandacht en begripvoor het slachtoffer, de nabestaanden, de burger endaarmee de samenleving dienen voorop te staan. Netsprak ik al over ″aandacht doet spreken″ en een nationaleherdenkingsdag. Een permanente herinnering aanslachtoffers is geen overbodigheid: af en toe stilstaan bijhet leed van anderen, figuurlijk maar ook letterlijk. Intweede termijn zal ik dan ook een motie indienen voorhet oprichten van een herdenkingsmonument, waarmeerdere organisaties al geruime tijd mee bezig zijn.

Het kabinet wil jeugdcriminaliteit hard aanpakken ende PVV-fractie is het daarmee eens. Desondanks heeft destaatssecretaris inmiddels laten weten jeugdgevangenis-sen te moeten sluiten vanwege forse leegstand en dekosten die dit met zich brengt. De PVV-fractie heeft daarvraagtekens bij geplaatst in de krant van wakkerNederland, want het is een vreemde combinatie:criminaliteit hard aanpakken en toch jeugdgevangenissensluiten. Maar goed, als het niet anders kan – dat moetnog blijken – dan moet het maar! De PVV is tegen hetverspillen van belastinggeld en de staatssecretaris heeftlaten weten dat het openhouden van de jeugdgevange-nissen 100 mln. per jaar zal kosten. Er worden echter welciviele jeugdinstellingen gebouwd. Kan de bouw daarvandan niet stopgezet worden? Ik denk aan de geplandejeugdinstellingen in Leidschendam en Maassluis. De

verwachte opleveringsdatum is 2012. Het lijkt mij dat debouw hiervan stopgezet kan en moet worden.

De heer Dibi (GroenLinks): Wij zouden toch juist blijmoeten zijn dat er geen instroom is voor alle jeugdge-vangenissen, omdat dit zou moeten betekenen dat erminder criminele jongeren zijn? Erkent mevrouw Helderdat?

Mevrouw Helder (PVV): Nee, dat erkent mevrouw Helderniet. Daarom vraagt zij het ook aan de staatssecretaris.Dat moet nog blijken. Uit het WODC-rapport datbijgesloten is bij de lijst van antwoorden die wij van hetministerie hebben gekregen, blijkt dat er veel eerderwordt gekozen voor het plaatsen in een instelling voorgesloten jeugdzorg dan in een strafinrichting, eenjustitiële jeugdinstelling. Het accent verschuift naar deciviele jeugdzorg. Ik vraag mij af of dit de bedoeling is.

De heer Dibi (GroenLinks): Dat kan ik wel aangeven. DeKamer heeft in het verleden aangegeven dat we″civielrechtelijke jongeren″ niet meer plaatsen injeugdgevangenissen. Daar plaatsen wij alleen de″strafrechtelijke jongeren″. De woordvoerder van de PVV,Fleur Agema, was het daar hartgrondig mee eens. Is diteen koerswijziging? Vindt mevrouw Helder dat civielrech-telijk geplaatste jongeren nu wel in jeugdgevangenissengeplaatst mogen worden? Zo niet, wie wil zij dan inhemelsnaam in de jeugdgevangenissen plaatsen als erniemand is?

Mevrouw Helder (PVV): Nee, dit is geen koerswijziging.Daarom vraag ik het ook aan de staatssecretaris. Hetmoet nog blijken. Uit het rapport haal ik dat er eenaccentverschuiving plaatsvindt. Ik heb het rapportnatuurlijk niet helemaal gelezen; ik vond andere dingenook belangrijk in het kader van deze begroting. Er iszeker geen koerswijziging. Daarom zei ik: als er inder-daad overcapaciteit is, dan moet het maar! Wij gaanimmers geen belastinggeld verspillen en ik ga ook dekoers van de PVV niet wijzigen.

De heer Dibi (GroenLinks): Gelukkig! De PVV isvoorstander van een scheiding tussen ″civielrechtelijkejongeren″ en ″strafrechtelijke jongeren″. ″Civielrechtelijkejongeren″ komen in de gesloten jeugdzorg terecht enjustitieel gestrafte jongeren in de justitiële jeugdgevange-nissen. Daar is nu geen instroom. Gelukkig zegtmevrouw Helder: als er overcapaciteit is, moeten wij diegevangenissen sluiten. Of zegt mevrouw Helder – datdeed Kamerlid Teeven wel – dat de jeugdgevangenissenkoste wat het kost open moeten blijven, of er nu wel ofgeen criminele jongeren zijn?

Mevrouw Helder (PVV): Ik zeg nogmaals: het moet nogblijken. Als ik het antwoord van de staatssecretaris opmijn vraag heb, zal er een keuze moeten wordengemaakt.

De heer Van der Steur (VVD): Ondanks de wellicht watverwarrende opmerkingen van de heer Dibi op dit punt,zegt mevrouw Helder volgens mij exact hetzelfde als deVVD-fractie net gezegd heeft. Er worden gebouwengebouwd voor de civiele jeugdzorg, maar als je een deelvan de capaciteit, inclusief de zorg, kunt onderbrengen ineen gebouw dat nu gebruikt wordt als justitiële

Helder

Tweede Kamer Veiligheid en Justitie (begroting)24 november 2010TK 26 26-45

Page 18: toekomstbeeld van de bewindslieden? Niet alleen wij, maar .../vilhmtg6jxp1.pdfcircuit. Deze carrières moeten wij in de kiem smoren. Laat ik duidelijk zijn: het CDA heeft daar een

jeugdinrichting, dan heb je daarmee toch het probleemopgelost zonder belastinggeld te verspillen? Dat zegtmevrouw Helder toch?

Mevrouw Helder (PVV): Dat is exact wat mevrouwHelder zegt, zij het in wat andere bewoordingen.

De voorzitter: Dat vermoedde ik al.

Mevrouw Helder (PVV): Ik zal afronden. Er zijn mooieafspraken gemaakt in het kader van het gedoogakkoorddie de wind de goede kant op doen waaien.

Mevrouw Gesthuizen (SP): De uitkomst van hetinterruptiedebat tussen de heer Dibi en mevrouw Helderis mij niet helemaal duidelijk. Kan mevrouw Helderaangeven wat zij precies wil? Ik ben benieuwd naar deopvatting van de PVV-fractie. Wil zij net als de SP-fractiedat de leegstaande penitentiaire inrichtingen voor jeugdvolledig geschikt worden gemaakt voor civiele toepassin-gen binnen het jeugdrecht? Dan kunnen jongeren diezorg nodig hebben daar terecht. Is dat haar oplossingvoor de leegstaande penitentiaire inrichtingen voorjongeren of zegt zij: wij moeten eigenlijk meer jongerendie nu in de zorg terechtkomen, straffen?

Mevrouw Helder (PVV): Nee, dat zeg ik allebei niet. Ikzeg dat het nog moet blijken. Als ik een antwoord van destaatssecretaris heb, kan er een keuze gemaakt worden.Ik zeg niet dat wij justitiële jeugdinstellingen moetenombouwen voor de gesloten jeugdzorg, want ik heb vande staatssecretaris begrepen dat de overcapaciteit100 mln. per jaar kost. Dan is het gek om het zaakje maarom te bouwen voor de gesloten jeugdzorg als dat ookeen heleboel geld kost. Je wilt criminaliteit hardaanpakken, maar dan kan er zomaar sprake zijn vanovercapaciteit. Ik maak uit het rapport van het WODCniet op dat de criminaliteit onder jongeren is gedaald,maar er worden wel civiele jeugdzorginstellingengebouwd. Daarom wil ik een antwoord op de vraagwaardoor de overcapaciteit van justitiële jeugdinstellin-gen wordt veroorzaakt. Is er zicht op dat die capaciteitopgevuld wordt? Dan kun je de instellingen namelijktijdelijk sluiten en hoef je die niet om te bouwen. Ik weethet dus niet.

De voorzitter: Ik herinner de Kamer eraan dat op9 december een algemeen overleg gepland is, waarin wijdeze materie van onder tot boven en van links tot rechtszullen behandelen. Die opmerking moest ik even makenen nu geef ik mevrouw Gesthuizen de gelegenheid omeen aanvullende vraag te stellen.

Mevrouw Gesthuizen (SP): Mevrouw Helder zegt dat uithet WODC-rapport blijkt dat er meer jongeren naar dezorg gaan. Het is mij echter nog steeds niet helemaalduidelijk of zij dit een verkeerde ontwikkeling vindt. Magik een duidelijk antwoord van mevrouw Helder op devraag of zij het een verkeerde ontwikkeling vindt?

Mevrouw Helder (PVV): Dat ligt eraan. Nogmaals, ik hebhet rapport niet van A tot Z gelezen, maar ik constateereen tendens. Ik zie dat mevrouw Gesthuizen erom lacht,maar ik heb het antwoord al heel vaak duidelijk gegeven.Ik wacht gewoon af wat de staatssecretaris antwoordt enop basis daarvan kan ik een keuze maken. Je zet namelijk

niet zomaar ″civielrechtelijke jongeren″ in een justitiëlejeugdinrichting. Dan kom ik aan de vraag toe of dieinrichtingen omgebouwd moeten worden. Alle antwoor-den op die vragen moet ik mevrouw Gesthuizen schuldigblijven, omdat ik eerst een antwoord van de staatssecre-taris wil. Waarom is er namelijk sprake van overcapaci-teit? Als er daadwerkelijk sprake van overcapaciteit is,dan wil ik de reden daarvoor weten. Als ik de redenweet, dan weet ik ook of er sprake is van tijdelijkeovercapaciteit. Dan kom ik toe aan het antwoord op allevragen die mevrouw Gesthuizen en collega Dibi gesteldhebben en eerder niet.

De heer Rouvoet (ChristenUnie): Ik laat het voorgaandepunt even rusten. Ik kan er op dit moment echter noggeen chocolade van maken, ook gelet op de verontwaar-diging van mevrouw Agema in de afgelopen periodeomdat niet-veroordeelde jongeren wel in justitiëlejeugdinrichtingen terechtkwamen. Dat bespreken wij nogwel op 9 december.

Ik begreep dat mevrouw Helder aan het einde vanhaar betoog is gekomen en daarom stel ik haar dezelfdevraag als die ik aan mevrouw Van Toorenburg hebgesteld. Die vraag stel ik niet zonder reden, mede geletop de naamswijziging van het ministerie en hetbeleidsterrein naar Veiligheid en Justitie. Tegen het eindevan haar betoog sprak mevrouw Helder over zwarecriminelen en zij zei dat veiligheid voorop moet staan. Ikkrijg graag van haar een antwoord op de volgende meerprincipiële vraag. Is ook zij van mening dat veiligheidaltijd is ingekaderd in de justitia, de gerechtigheid, endus binnen de kaders van de rechtsstaat moet wordengerealiseerd? Of moet de veiligheid voorop wordengesteld en justitia daaraan ondergeschikt wordengemaakt?

Mevrouw Helder (PVV): Ik heb die vraag al beantwoordin de constituerende vergadering toen er een voorzittervoor de Kamercommissie in kwestie werd gekozen. Jemoet de naam van het ministerie volgen. Ik heb het nietzo zwaar opgevat als de heer Rouvoet. Hij zei: Justitie isal veel ouder en veel meer ingeburgerd en daarom wil ikJustitie voorop. Ik vind dat je de naam van het ministeriemoet volgen en daarom heb ik mij daarbij aangesloten.Dat vind ik nog steeds terecht.

De heer Rouvoet (ChristenUnie): Ik heb het nu niet overde naamgeving van de commissie. Ik stel u nu een heelinhoudelijke vraag. Vindt u inhoudelijk dat veiligheidvooropstaat in het beleid of dat gerechtigheid, justitia, derechtsstaat vooropstaat en dat veiligheid binnen diegrenzen gestalte moet krijgen? U en ik hechten beidenzeer aan veiligheidsbeleid, maar mijn punt is heelprincipieel. Het hangt samen met wat in de commissie-vergadering is besproken. Maken wij justitie onderge-schikt aan veiligheid of geven wij veiligheid gestaltebinnen de grenzen van de rechtsstaat?

Mevrouw Helder (PVV): Veiligheid staat voorop in desamenleving. Als daaraan wordt getornd, is het aanjustitie om daartegen op te treden. Ik vind de volgordedus logisch. Veiligheid staat voorop. Veiligheid is nietbelangrijker, maar komt eerder in de keten.

De voorzitter: Mijnheer Rouvoet, u mag uw vraag nog

Helder

Tweede Kamer Veiligheid en Justitie (begroting)24 november 2010TK 26 26-46

Page 19: toekomstbeeld van de bewindslieden? Niet alleen wij, maar .../vilhmtg6jxp1.pdfcircuit. Deze carrières moeten wij in de kiem smoren. Laat ik duidelijk zijn: het CDA heeft daar een

één keer proberen te reframen, maar dan houdt het echtop.

De heer Rouvoet (ChristenUnie): Misschien moet ikmaar gewoon een conclusie trekken. Ik vind dit een heelprincipieel en erg kwetsbaar punt. In feite zegt mevrouwHelder dat veiligheid zodanig vooropstaat, dat hetdesnoods ook mag als de rechtsstaat erbij in het gedingis. Dat lijkt mij een kwalijk standpunt. Ik had vanmevrouw Helder iets anders verwacht. Ik had eigenlijkgehoopt op een net zo kort en krachtig ja als vanmevrouw Van Toorenburg. Meent mevrouw Helderwerkelijk dat veiligheid ook moet worden doorgezet alshet in strijd komt met wet- en regelgeving of derechtsstaat? Voor de medewetgever zou dat een vrijbedenkelijk standpunt zijn.

Mevrouw Helder (PVV): Ik heb mijn mening gegeven. Alsde veiligheid in het geding komt, komt justitie daarbij omde hoek kijken. Ik heb niet gezegd dat veiligheid altijdvooropstaat en dat je aan justitie voorbij mag gaan. Hetis niet voor niets veiligheid én justitie. Het is niet justitieen veiligheid. Veiligheid staat voorop binnen de kadersvan de democratische rechtsstaat. Daarvoor hebben wijde wet. Als je die overtreedt, komt de veiligheid en dusook justitie in het geding.

©

De heer Brinkman (PVV): Voorzitter. Om te beginnenfeliciteer ik collega Marcouch met zijn maidenspeech. Ikben blij dat ik met een oud-collega de degens kankruisen. Tot mijn grote vreugde zie ik dat er steeds meerpolitiemensen in de Tweede Kamer komen. Ik vind dateen goede beweging.

Deze minister claimt dat dit het kabinet van hetaanpakken is. Eindelijk wordt het mes gezet in depolitieorganisatie, eindelijk wordt de politieman door depolitiek geholpen in plaats van tegengewerkt, eindelijkkomen er zwaardere straffen en zorgt deze minister voormeer blauw op straat. Dit is broodnodig. De politieacteert al tijden in zeer zwaar weer. De leiding bestaat uit26 eilandjes met als bazen hoofdofficieren en korpsbe-heerders die vaak met verschillende petten onderlinghandjeklap plegen. Korpschefs voeren soms tegen heugen meug slap beleid uit. Bij tegenspraak worden zijmonddood gemaakt. Er zijn echter ook korpschefs diezeer goed voor zichzelf zorgen met allerlei bonussen enexorbitante secundaire arbeidsvoorwaarden. Zij behorentot de bestbetaalde ambtenaren en verdienen veel meerdan de balkenendenorm. Tegen de minister zeg ik: hetmes erin.

De minister heeft hierover in het gedoogakkoord veelafspraken gemaakt. Wij zullen hem met veel vertrouwensteunen in het uitvoeren van dit programma, maar latenwij eerlijk zijn: het zal niet makkelijk worden. Degemaakte afspraken vergen politiek en bestuurlijkhandwerk. Velen zullen bezwaren aan de kant moetenzetten en moeten meewerken aan de plannen. Wat ditbetreft zie ik ook meteen een grote beer op de weg. Tevaak is het gebeurd dat er centraal vanuit het ministerieafspraken zijn gemaakt en dat de korpschefs bijterugkomst op hun eilanden de afspraken aan hun laarslapten. In de plannen voor de nationale politie zijn geenkorpschefs meer te vinden. Kan de minister bevestigen

dat die raad van korpschefs of hoe het ook gaat heten inde toekomst zonder directe aansturing niet meer bestaat?

Wat de 3000 agenten betreft verwijs ik naar dewoorden van mijn collega Helder.

Het beheer wordt met de nationale politie gecentrali-seerd. Dat is een goede zaak. Eindelijk zal de politie inNederland in één type auto rijden, met één merkportofoon en één merk computer. Zo kan ik nog wel evendoorgaan.

De voorzitter: Zo makkelijk komt u er niet vanaf!

De heer Van Raak (SP): Als je uitlokt en niemandreageert, is dat ook niet goed. De minister heeft het zelfal toegegeven: nu zijn er ongeveer 49.500 agentenoperationeel, en over vier jaar ook. Dat is een toenamevan nul. Is dat erg? Nee, in tijden van crisis de operatio-nele sterkte op peil houden is goed en knap. Maar is deheer Brinkman het met mij eens dat wij de teleurstellinghebben georganiseerd, doordat de voorlichters op hetministerie de baas zijn, en niet de beleidsmakers? Als deminister had gezegd: ik kan niets beloven, maar ik gamijn stinkende best doen om er de komende viercrisisjaren voor te zorgen dat er niet minder agentenkomen, dan had hij mensen blij gemaakt. Maar door depropagandaverhaaltjes over 3000 extra agenten is onrustontstaan, en is er vooral teleurstelling georganiseerd. Isde heer Brinkman het met mij eens dat ze op hetministerie wat minder aan propaganda moeten doen?

De heer Brinkman (PVV): Eerlijk gezegd hebben wij alsPVV nog geen ervaring op dat ministerie. Ik had hetgraag gewild, maar dat is nog niet het geval. Maar wehebben wel een klein inkijkje kunnen hebben. Ik heb inieder geval niet de indruk dat de voorlichters het daarvoor het vertellen hebben. Het is ook alleszins redelijkom aan te geven dat in de beleving van de situatiewaarin we nu leven elke politieman die op de formatiestaat en aan het eind van de maand zijn salaris moetkrijgen, ook daadwerkelijk zijn geld krijgt. Hoe je het ookwendt of keert: als dit kabinet er niet was geweest,hadden er 3000 politiemensen uit gemoeten. Hoe je hetwendt of keert: dit kabinet is gewoon bereid om bijna0,5 mld., inclusief de keten, uit te besteden aan veilig-heid, in een tijd van crisis. Ik vind dat echt een geweldigeprestatie. Ik zal er in ieder geval buitengewoon secuur optoezien dat de afspraken die gemaakt zijn ook wordennagekomen. Maar ik heb er alle vertrouwen in dat dezeminister dat ook daadwerkelijk gaat doen. Laten we welzijn: we zijn de afgelopen jaren door een minister vanBZK van PvdA-huize telkenmale – we hebben daar samentegen gestreden – naar huis gestuurd met praatjes overpolitieblauw, aanpak van de overhead en kortingendoorvoeren zodat ″ze″ zuiniger worden. We weten allebeidat ze nooit zuiniger werden: het werd steeds meer voorde korpschefs, en de arme politieman moest op hetlaatst maar in zijn eentje de straat op, want die hadhelemaal niemand meer. U hebt zelf onderzoek gedaannaar 10.000 politiemensen. Dat was een hartstikke goedonderzoek, waarin dat duidelijk en helder werd aange-toond. Ik heb het idee dat deze minister daadwerkelijkgaat snijden in de overhead. Eerlijk gezegd heb ik aanuitlokking gedaan omdat ik een heel lange spreektekstheb. Ik ben nog maar op de helft.

De voorzitter: Dat begrijp ik, maar er is een vraag aan u

Helder

Tweede Kamer Veiligheid en Justitie (begroting)24 november 2010TK 26 26-47

Page 20: toekomstbeeld van de bewindslieden? Niet alleen wij, maar .../vilhmtg6jxp1.pdfcircuit. Deze carrières moeten wij in de kiem smoren. Laat ik duidelijk zijn: het CDA heeft daar een

gesteld, waarop u reageert. Het zou fijn zijn als deinterrupties kort en krachtig zouden zijn, en de antwoor-den ook.

De heer Van Raak (SP): Maar het aantal blijft niethelemaal op nul staan, want we krijgen 500 animal cops.Ik heb de heer Brinkman eerder horen zeggen datmensen die slecht omgaan met dieren ook anderenarigheid uithalen. Maar dat geldt ook voor zedendelic-ten en voor mensen die gewelddadig zijn. Maar wehebben geen 500 extra politieagenten voor zedenzaken,en ook niet voor geweldszaken. Waarom specifiek diekeuze voor 500 animal cops? Het zijn toch echt niet dehuismussen die de buurt onveilig maken.

De heer Brinkman (PVV): Het programma voor debestrijding van zedendelicten ligt al een tijdje op deplank. In de korpsen is men daar al een tijdje mee bezig.Ook deze minister heeft aangegeven dat er bepaaldedelicten zijn, waaronder zedendelicten – ik noem ookovervallen, autodiefstallen en bedrijfsinbraken – waaraanextra aandacht wordt besteed. Dat kan ook, doordat westraks een nationale politie krijgen met een eigen beheer,waardoor je in ieder geval in je beheerstaken aluitvoering kunt geven aan dat extra beleid. Ik denk datdat alleen maar goed is. Wat betreft de animal cops: hoeje het wendt of keert, dat is een vergeten stuk criminali-teit. Om te beginnen gebeurt het werk dat de animal copstraks gaat doen, nu ook al. Het wordt nu vaak door dehondenbrigade gedaan, die bijvoorbeeld naar meldingenvan dierenmishandeling gaat, of naar meldingenwaarvan het vermoeden bestaat dat daar dieren wordengekweld. Die hondengeleiders kunnen ook een heelbelangrijke andere taak verrichten. Zij kunnen ook deopenbare orde handhaven. Die hondengeleiders kunnenbijvoorbeeld ook heel goed als speurhond ingezetworden. Met andere woorden: ook dat soort zaken,verricht door hondengeleiders, zorgt ervoor dat strafbarefeiten opgespoord worden. Het blijft een feit dat heelveel onderzoeken hebben aangetoond dat mensen diehun hond slaan of een ander dier kwellen, zich vaak ookschuldig maken aan andere criminaliteit, bijvoorbeeldhuiselijk geweld maar ook allerlei ander wapengeweld,wietplantages en dat soort zaken.

De voorzitter: De heer Van Raak, nog kort op dit punt. Ikzie namelijk dat ook collega’s staan te popelen.

De heer Van Raak (SP): Ik ben heel blij dat de animalcops niet alleen achter huismussen aan gaan maar echtepolitieagenten worden die echt belangrijk politiewerkgaan doen. Dan zijn wij die agenten in ieder geval nietkwijt. De heer Brinkman noemde een aantal nieuwetaken: inzetten op de aanpak van geweld, zedendelicten,inbraken en noem maar op. Hij is het echter toch welmet mij eens dat er de komende vier jaar geen extraagenten komen? Het worden er operationeel niet meerdan 49.500. Als wij zo doorgaan, moeten de huidigeagenten dus veel harder gaan werken. Ik zie die ruimteniet zo.

De heer Brinkman (PVV): Wij hebben de afgelopen jarenaltijd geprobeerd om een heldere scheiding te makentussen enerzijds overhead en leiding en anderzijds politiein de vorm van ″blauw op straat″ en recherche. Ik heb deovertuiging dat wij nu, ook door de centrale aansturing

in het beheer, bijvoorbeeld een instantie zoals de vtsPNeindelijk keihard kunnen aanpakken. Wij weten allemaal –ook mevrouw Berndsen weet dat – hoe drukkend demaandelijkse afdracht is van de regio’s aan de vtsPN.Hoe je het ook wendt of keert, de kwaliteit van deproducten die daar geleverd worden, voldoet niet aan dekwaliteit waar de korpsen om vragen. Zij moeten veelgeld betalen, maar krijgen daarvoor niet datgene terugwat zij eigenlijk hadden willen krijgen. Sterker nog, wezitten met een heel duur systeem dat wij eigenlijk hetliefst overboord willen gooien om vervolgens in hetbuitenland een ander systeem uit te kiezen. Met anderewoorden: daar zit de winst in, ook omdat wij nu eindelijkeen kabinet hebben dat het aandurft om alle korpschefsbij de kladden te grijpen en te zeggen: ik heb je, ik laat jeniet meer los en nu ga je luisteren. Daar gaat het om.Dat gaat dit kabinet doen. Daar ben ik ontzettendtevreden over.

De voorzitter: Ik geef het woord aan de heer Dibi vooreen vraag. Hopelijk gaat het ook om een andereinvalshoek.

De heer Dibi (GroenLinks): Ik zal mijn best doen.

De heer Brinkman (PVV): Voorzitter, volgens mij gaat udaar niet over. Volgens mij mag ieder lid zijn eigenvragen stellen.

De voorzitter: Ik mag de leden erop wijzen dat wij nietmoeten herhalen wat voorgangers al hebben gezegd,mijnheer Brinkman.

De heer Dibi (GroenLinks): Als u eruit bent, wil ik graageen vraag stellen. Ik las vandaag een citaat van de heerBrinkman. Daarin noemt hij iets – nu druk ik het heelnetjes uit – een kulverhaal. Ik ken de heer Brinkman alsiemand die ″straightforward″ zegt waarop het staat. DePVV wilde 10.000 politieagenten erbij, bovenop hethuidige aantal. Het werden er in het regeerakkoord 3000.Uiteindelijk moeten wij vandaag vaststellen dat er nietéén politieagent bij komt. Erkent de heer Brinkman dit?

De heer Brinkman (PVV): Nee, ik herhaal dat dit nietwaar is. Als dit kabinet er niet zou zijn geweest, haddenwij 3000 politiemensen weg moeten sturen. U kuntpraten tot u een ons weegt, maar u hebt gewoon geengelijk. Door dit kabinet, door investeringen à raison vanbijna 0,5 mld., komen er volgens de huidige situatiegewoon 3000 politieagenten bij. Als wij niets zoudendoen, zouden wij immers 3000 politiemensen de straatop moeten sturen, maar niet in blauw.

De heer Dibi (GroenLinks): Aha, we zouden er duseigenlijk 3000 de straat op moeten sturen, maar door ditkabinet blijven die mensen gewoon zitten. Er komt nettogeen enkele agent bij, maar daarbij moeten wij welaantekenen dat de 500 extra politieagenten deeluitmaken van die 3000 politieagenten. Er zijn dus nog2500 politieagenten. Als wij de minister mogen geloven,zitten bij die 2500 politieagenten 500 volwaardigedierenagenten: de kattenpolitie, de muizenpolitie of hoeje hen ook wilt noemen. Ik vind het kwalijk dat driewoordvoerders van de PVV vandaag moord en brandschreeuwen over de onveiligheid in Nederland. Zijmaken mensen bang voor de situatie in Nederland op

Brinkman

Tweede Kamer Veiligheid en Justitie (begroting)24 november 2010TK 26 26-48

Page 21: toekomstbeeld van de bewindslieden? Niet alleen wij, maar .../vilhmtg6jxp1.pdfcircuit. Deze carrières moeten wij in de kiem smoren. Laat ik duidelijk zijn: het CDA heeft daar een

het punt van de veiligheid. Vervolgens staan zij met legehanden als het om maatregelen gaat.

De voorzitter: Dit was een constatering.

De heer Brinkman (PVV): Sorry, heeft de heer Dibi deparagraaf over veiligheid in het regeer- en het gedoogak-koord gelezen? Daar staan ontzettend veel maatregelenin. Ik begrijp dus echt niet waar hij dit vandaan haalt. Ennogmaals, als het kabinet die investeringen niet hadgedaan, ben ik ervan overtuigd dat een volgend kabinetmet eventuele linkse signatuur die investeringen niet zouhebben gedaan. Dan hadden inderdaad honderden, zoniet duizenden politiemensen ontslagen moeten worden.Dat willen wij niet op ons geweten hebben.

De heer Dibi (GroenLinks): Nogmaals, als politici moorden brand schreeuwen over de onveiligheid in dit land enin hun regeerakkoord beloven aan alle Nederlanders diezich onveilig voelen dat er 3000 extra agenten komenboven op het huidige aantal politieagenten, en vervol-gens doen zij dat niet, dan vind ik dat een loze belofte enmaken ze mensen blij met een dode mus. Het zou deheer Brinkman sieren, want hij is lid van eenno-nonsensepartij, als hij dat gewoon erkende en zichverexcuseerde voor iets wat het kabinet gewoon niet kanwaarmaken. En als hij dit wel wil waarmaken, laat hijvandaag dan de oppositie steunen in haar oproep aanhet kabinet om 3000 agenten te regelen boven op hethuidige aantal. Ik ben bereid om daarover een motie inte dienen als hij bereid is die te steunen.

De heer Brinkman (PVV): De heer Dibi zei zojuist dat ervolgens hem 3000 politiemensen netto bij moetenkomen, maar ″netto″ is wat er inkomt minus alleafdrachten. Hoe je het wendt of keert, als dit kabinet erniet was geweest, waren er netto precies 3000 politie-mensen minder geweest. Als hij van ″bruto″ sprak, zouhij gelijk hebben, maar in nettozin gaat dit kabinet voor3000 extra politiemensen zorgen.

Mevrouw Berndsen (D66): Voorzitter. Ik zou ook blijkunnen zijn met 49.500 politiemensen. Die zouden erkunnen zijn als het normkostenonderzoek niet hetbeginpunt was bij het bezien wat betaalbaar is aanpolitiemensen. Is de heer Brinkman dat met mij eens?Dat normkostenonderzoek is gehouden om te bezien watde politie tekortkomt, omdat in de loop der jaren hetbedrag per politieagent gewoon hoger is geworden, dooreen duurdere CAO, duurdere auto’s en overige middelenvan de politie. Het was een afspraak van de voorvorigeminister, Ter Horst, met de korpsbeheerders, dat hetnormkostenonderzoek zou moeten leiden tot eenverhoging van het budget van de politie. Ik vind het duseen beetje flauw dat de heer Brinkman nu zegt dat die3000 er niet zouden zijn gekomen bij een ander kabinet.Ik zou blij kunnen zijn met die 300 mln. en die 3000politiemensen, ware het niet dat de motie van Van Raak,die hij medeondersteund heeft, om de 190 mln. aanbezuinigingen ongedaan te maken, zou wordenuitgevoerd. Maar dat is dus niet gedaan. Is de heerBrinkman het met mij eens dat die 190 mln., dus 1900politiemensen, eraf gaan?

De heer Brinkman (PVV): De minister heeft daar alduidelijk over uitgeweid tijdens het wetgevingsoverleg. Ik

sluit mij helemaal aan bij die woorden. Eerlijk gezegdkan hij het ook beter uitleggen dan ik, dus laat mevrouwBerndsen nog eens zorgvuldig luisteren. En ik heb hetinterview in de Volkskrant ook gelezen, waarin dit heelhelder staat. Verder kan ik aan haar verhaal geen touwvastknopen.

Mevrouw Berndsen (D66): Kennelijk kan de heerBrinkman niet zo goed tellen en rekenen als hij geentouw aan mijn verhaal kan vastknopen. Volgens mij ishet redelijk simpel. 3000 agenten eraf, dat is zijnvertrekpunt. Hij zegt die te gaan compenseren met 3000erbij, 300 mln. Ik hoor hem helemaal niet over diebezuinigingen van 190 mln. Laat hij daar nu ook eensklip-en-klaar over zijn.

De heer Brinkman (PVV): Die 190 mln. is in het eerstejaar gewoon meegenomen. Voor de rest zullen wij kijkenwaarmee de minister in de beantwoording van de vragenkomt. Ik denk dat u ook naar het functioneren vanindividuele korpschefs moet kijken. Wij weten allemaaldat korpschefs hun hand in de afgelopen jaren ongeloof-lijk hebben overspeeld, dat zij hebben geworven en geldhebben uitgegeven dat zij niet hadden. Ik reken ditminister Ter Horst, de minister vóór de vorige minister,aan. Maar hoe u het ook wendt of keert, u zat er met uwneus bovenop en heeft er niets aan gedaan.

Mevrouw Berndsen (D66): De heer Brinkman gaatvolstrekt voorbij aan mijn vragen. Hij probeert mij alleenmaar in diskrediet te brengen door te verwijzen naarmijn vorige functie. Dat geeft geen pas, mijnheerBrinkman!

De voorzitter: Dat is een opmerking.

De heer Brinkman (PVV): Dat is dan jammer!

De voorzitter: Ik geef de heren Marcouch en Rouvoetnog het woord voor een interruptie, maar daarbij latenwij het voor vandaag, althans wat betreft de politiester-kte.

De heer Rouvoet (ChristenUnie): Ik ga niet meer met deheer Brinkman in discussie over die 3000 dode mussen.Hij heeft die rekensom nu drie keer gemaakt en als hijhet nog een keer doet, gaat hij het zelf nog geloven. Ikben een alfa en dus niet goed in rekenen, laat staat increatief boekhouden!

Het voorstel voor de animal cops is op nadrukkelijkverzoek van de PVV-fractie in het coalitieakkoordopgenomen. Als er door de inspanningen van hetkabinet inderdaad geen 3000 agenten ontslagen hoevente worden, dan moeten er binnen die 3000 nog steeds500 animal cops worden gevonden. Wie van de huidigeagenten en rechercheurs moeten er volgens de heerBrinkman dan worden omgeschoold tot animal cop?Vorige week zei hij terecht dat de animal cops er bestandere taken bij kunnen doen, maar wat ze er preciesnaast kunnen doen, moeten wij nog horen. Hoe het ookzij, wij zullen toch ook moeten kijken naar de wijkagentenen de rechercheurs die zich bezig houden met debestrijding van kinderporno. Een aantal van die agentenzullen wij immers zover moeten krijgen dat ze ophoudenmet wat ze nu aan het doen zijn om animal cop tekunnen worden.

Brinkman

Tweede Kamer Veiligheid en Justitie (begroting)24 november 2010TK 26 26-49

Page 22: toekomstbeeld van de bewindslieden? Niet alleen wij, maar .../vilhmtg6jxp1.pdfcircuit. Deze carrières moeten wij in de kiem smoren. Laat ik duidelijk zijn: het CDA heeft daar een

Voorzitter: Van Beek

De heer Brinkman (PVV): Ik ben ontzettend blij met hetgedoogakkoord en ik verdedig dat akkoord dan ookvoluit. De uitvoering van dat akkoord is echter wel aande minister en niet aan mij. U stelt mij nu allerlei vragenover de uitvoering – wie gaat het doen? Hoe gaat hetkabinet dat inkleden? – maar dat zijn, met alle respect,vragen die ik nu juist aan de minister wil stellen. Hijmoet het immers gaan doen.

De heer Rouvoet (ChristenUnie): Ik accepteer dat deheer Brinkman in de komende periode in de positie zitdat hij nog wel vaker moet zeggen: Wij zijn ontzettendblij met al die dode mussen in het regeerakkoord.

Ik vraag hem niet om de uitvoeringsvragen tebeantwoorden. Dat moet inderdaad het kabinet doen. Hijkan het kabinet echter wel meegeven dat die 500mensen, die vrijgesteld moeten worden voor de animalcops, niet ten koste mogen gaan van de wijkagenten ofde rechercheurs bij de zedenpolitie.

De heer Brinkman (PVV): Dat ben ik met u eens en ikschuif uw vragen dan ook door naar de minister. Ik wilgraag van hem horen dat hij garandeert dat die 500animal cops uit de overhead komen of worden gevondenbij de mensen die de hele dag binnen achter decomputer zitten. Ze mogen in ieder geval niet wegge-haald worden bij de politie op straat of de recherche. Ikvind dat een goede suggestie.

De heer Rouvoet (ChristenUnie): Ik ga proberen om u tebegrijpen.

De heer Brinkman (PVV): Dat is toch zeker niet zomoeilijk.

De heer Rouvoet (ChristenUnie): U maakt het best welingewikkeld.

Wij willen beiden meer blauw op straat. U vindt verderdat de animal cops niet ten koste mogen gaan van deveiligheid, wat betekent dat die 500 man gevonden moetworden door de overhead te verminderen. Betekent datdat het uw stelling is dat er op dit moment 500 politie-mensen zitten te niksen, agenten die net zo goed animalcop kunnen worden. Ik weet overigens niet of dat wel debeste doelgroep is voor deze functie, maar dat laat ikverder aan u.

De politie moet heel hard werken om haar huidigetakenpakket uit te voeren. Het kabinet geeft de politiemeer taken. Ik ben het daar ook wel mee eens, want wijmoeten meer doen aan drugsbeleid en dergelijke. Uvindt echter dat 500 politiemensen animal cop moetenworden en dat gaat natuurlijk ten koste van de uitvoeringvan zowel die oude als die nieuwe taken. Het moet uit delengte of uit de breedte! Gaat het ten koste van deveiligheid in de wijken of van de bestrijding van dekinderporno?

De heer Brinkman (PVV): Ik vind het jammer dat u mijnwoorden verdraait. Ik haakte namelijk niet voor niets aanbij uw suggestie dat die 500 animal cops niet gevondenmogen worden bij de politie blauw of de recherche. Zezullen inderdaad uit de overhead moeten wordengehaald. Overigens heeft het kabinet al laten weten dat

het de overhead wil aanpakken. Ik denk dat u dus eenheel goede suggestie heeft gedaan. Dank u wel!

De heer Rouvoet (ChristenUnie): Ik wacht af waar hetkabinet mee komt. Ik begrijp echter dat het geenuitvoerende mensen zullen zijn die animal cop worden,maar secretariaatsmedewerkers.

De heer Brinkman (PVV): Dat is een beetje flauw. Depolitie heeft veel overhead en daar zitten mensen in dieooit begonnen zijn als politieagent op straat en dus depolitieopleiding hebben gevolgd. Die mensen zijn op eenbepaald moment achter een computer terechtgekomen,maar ik weet dat die agenten dolgraag weer de straat opwillen. Dat soort mensen is een heel mooie oplossing. Umoet die mensen dus niet afschilderen als secretariaat-smedewerkers, want door die mensen komt er straks weldegelijk meer blauw op straat.

De heer Marcouch (PvdA): Mijn vraag was niet nodiggeweest als de heer Brinkman niet met meel in de mondop de collega’s had gereageerd. Ik neem aan dat dePVV-fractie, net zoals andere fracties in de Kamer,ambities heeft op het terrein van veiligheid. Die ambitiesbetekenen dat er gerechercheerd wordt en dat depakkans wordt vergroot. Dat heeft gewoon menskrachtnodig. De 3000 agenten komen er niet, net zomin als de500 dierenagenten. Waarom zegt de heer Brinkman datniet gewoon? Dan is dat ook helder. Dat rekenmodelletjevan de minister in de Volkskrant van afgelopen zaterdagwas allang bekend bij de heer Brinkman. Dat had dusgewoon kunnen worden opgeschreven in het regeerak-koord of gedoogakkoord. De heer Brinkman suggereertechter dat er 3000 agenten extra komen. De bevolkingverwacht dus 3000 extra agenten waardoor het veiligerzal worden. Nu zegt hij dat hij dat eigenlijk helemaal nietnodig vindt, omdat ze er al zijn.

De heer Brinkman (PVV): Dat is een goede vraag van deheer Marcouch. Het is natuurlijk een beetje gênant om ineen akkoord te schrijven dat de op een na vorigeminister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,mevrouw Ter Horst van de PvdA, ten eerste een lijk in dekast heeft laten liggen van dik 170 mln., ten tweede deaansturing van de politie allerbelabberdst heeft gedaanwaardoor korpsen overgroeid zijn geraakt en meermensen in dienst hebben die wij niet kunnen betalen enten derde een organisatie heeft opgetuigd – de vtsPN –waarop werkelijk waar niemand vat heeft, die honderdenmiljoenen euro’s extra heeft gekost en er uiteindelijk inheeft geresulteerd dat de politie straatarm is achtergeble-ven. Dat hebben wij allemaal te danken aan de partij vande heer Marcouch, de PvdA; dank daarvoor.

De heer Marcouch (PvdA): De heer Brinkman kletstonzin en geeft geen antwoord op de vragen. Guusje terHorst heeft noch het regeerakkoord, noch het verkie-zingsprogramma van de PVV geschreven. De vraag is teneerste wat de ambities van de PVV zijn op het terrein vanveiligheid en ten tweede of de extra agenten nu nodigzijn of niet.

De heer Brinkman (PVV): De extra agenten zijn nodig.Even voor de helderheid: de erfenissen van ex-ministerTer Horst zijn wel degelijk van belang. Als wij die niethadden gehad, zouden wij nog veel meer hebben kunnen

Brinkman

Tweede Kamer Veiligheid en Justitie (begroting)24 november 2010TK 26 26-50

Page 23: toekomstbeeld van de bewindslieden? Niet alleen wij, maar .../vilhmtg6jxp1.pdfcircuit. Deze carrières moeten wij in de kiem smoren. Laat ik duidelijk zijn: het CDA heeft daar een

doen dan nu het geval is. Nogmaals, de 3000 agentengaan er komen. Als dit kabinet niet was gekomen meteen intensivering van in totaal bijna 0,5 mld., hadden er3000 politiemensen moeten worden ontslagen, deoud-collega’s van de heer Marcouch en mijn oud-collega’s. Dat wil de heer Marcouch ook niet op zijngeweten hebben. Wees dus blij met dit kabinet en metdeze ongelooflijke investering in een tijd van crisis. Weesblij met een gedoogakkoord dat klinkt als een klok enwaarvan ik het volste vertrouwen heb dat het deveiligheid in Nederland ten goede zal komen.

De heer Marcouch (PvdA): De heer Brinkman zegt dusdat er 3000 extra agenten komen.

De heer Brinkman (PVV): Bruto gezien ...

De heer Marcouch (PvdA): Nee, geen spelletjes. Er zittenmensen thuis te kijken. Komen er 3000 extra agenten ofniet? Die vraag kan simpelweg met ja of nee wordenbeantwoord.

De heer Brinkman (PVV): Geen spelletjes. Als dit kabineter niet was geweest en er waarschijnlijk een PvdA-minister had gezeten, waren 3000 man de laan uitge-stuurd. Nu hebben wij een kabinet dat 0,5 mld. investeerten blijven de mensen gewoon op hun werk zitten ...

De heer Marcouch (PvdA): Voorzitter, dat was mijnvraag niet. Komen er 3000 agenten, ja of nee?

De heer Brinkman (PVV): Als de situatie zo was geweestzoals zij was ...

De heer Marcouch (PvdA): Ja of nee!

De heer Brinkman (PVV): Sorry voorzitter, ik probeerantwoord te geven ...

De heer Marcouch (PvdA): U kletst maar raak, maar ugeeft geen antwoord op de vraag.

De voorzitter: Heren, het is hier geen sociëteit!

De heer Marcouch (PvdA): Ik probeer antwoord tekrijgen op een heel serieuze vraag.

De voorzitter: De vraag is helder, maar het antwoord isaan de heer Brinkman.

De heer Marcouch (PvdA): Het antwoord is niet helder.

De heer Brinkman (PVV): Voorzitter. Als u het mijtoestaat, wil ik graag verdergaan.

De voorzitter: Met uw eigen betoog. U hebt het woord.

De heer Brinkman (PVV): Voorzitter. Het beheer van denationale politie wordt gecentraliseerd. Dat is een goedezaak. Eindelijk zal de politie in Nederland in één typepolitieauto rijden, één merk portofoon en computergebruiken en zo kan ik nog wel even doorgaan. Eindelijkwordt een belangrijke efficiencyslag gemaakt. Daarmeezijn wij er uiteraard niet. Er is natuurlijk overlap tussenbeheer en beleid. Wat dat betreft heeft de PVV-fractie

sterk de wens om bepaald beleid te centraliseren. Ik laateen paar voorbeelden de revue passeren.

De bonnenquota – collega Van Raak had het er al over– zijn een vorm van beleid waar de PVV mordicus tegenis. De minister heeft duidelijk te kennen gegeven dat hijgeen bonnenquota meer accepteert. Wat doet hijevenwel op het moment dat korpsen bij functionerings-gesprekken toch weer met bonnenquota uit de hoekkomen? De wurgcontracten waarover mijnheer Van Raakhet had, heb ik nog niet in mijn mailbox gekregen. Deheer Van Raak echter wel en ik geloof hem. Wel heb ikmensen gehoord die er bij functioneringsgesprekken nogsteeds op worden afgerekend, waarbij de leiding zegt datde minister kan zeggen wat hij wil maar dat zij gewoonverdergaan met bonnenquota. Als wij het toch hebbenover centraliseren en met de vuist op tafel slaan, wil ikwat dit betreft een heldere uitspraak van de ministerhoren.

In het verlengde hiervan het volgende. Het lijkt somswel alsof de politie nergens tijd voor heeft, alleen voordie belachelijke snelheidscontroles op locaties waar ingeen 30 jaar meer een aanrijding is geweest. Wij kennendeze locaties allemaal: vaak plaatsen binnen debebouwde kom waar mensen bijna automatisch een paarkilometer te hard rijden. Er is dus geen tijd om aangiftenop te nemen, maar wel tijd om een dag lang in een autote zitten en het fotoapparaat te bedienen. Kunnen wij hetbeleid op dit punt een beetje centraliseren? Kunnen wijniet gewoon afspreken dat daar waar het politieblauw opstraat onder druk staat – dat is volgens mij door hetgehele land het geval – kostbaar blauw, politiecapaciteit,enkel voor radarcontroles mag worden gebruikt oplocaties waar aantoonbaar door snelheidsovertredingende verkeersveiligheid in het geding is?

De heer Recourt (PvdA): Het afschaffen van debonnenquota is op zich prima. Heeft de PVV er echteraan gedacht hoe het bedrag aan boetes moet wordenbinnengehaald?

De heer Brinkman (PVV): Wij hebben al geopperd – datheb ik in een interruptiedebatje zojuist al gezegd – omnaar andere manieren te kijken om dat geld binnen tehalen. Ik vind het een beetje gênant om erover te praten,maar hoe je het ook wendt of keert, in begrotingslandmoet dat geld binnenkomen. Als je het niet binnenkrijgt,zul je het immers ergens anders af moeten halen en debegroting van dit ministerie staat onder ongelooflijkedruk. Ik heb al geopperd om bij echt schofterigeovertredingen waar iedereen zich groen en geel aanergert gewoon 100% bovenop de boete te gooien. Er iseen aantal verkeersovertredingen – die kunnen wijallemaal zo invullen – waar iedereen zich aan ergert enwaarop de boete minimaal is. Ik zou zeggen: gooi dieomhoog. Dit kabinet gaat ongelooflijk snijden in deoverhead en gaat er hoe dan ook voor zorgen dat er veelmeer blauw op straat komt, zo heb ik het vermoeden.Daar heb ik ook vertrouwen in. Als dat gebeurt, zullen ermeer bonnen worden geschreven, maar niet vooronzindingen. Ga niet op straat staan voor onzindingenwaar de burgers zich alleen maar groen en geel aanergeren omdat zij daar de hele dag de politie zien, terwijlde politie geen tijd heeft als zij voor een aangifte naareen politiebureau gaan. Dat is niet te verkopen en datmoeten wij gewoon niet doen.

Brinkman

Tweede Kamer Veiligheid en Justitie (begroting)24 november 2010TK 26 26-51

Page 24: toekomstbeeld van de bewindslieden? Niet alleen wij, maar .../vilhmtg6jxp1.pdfcircuit. Deze carrières moeten wij in de kiem smoren. Laat ik duidelijk zijn: het CDA heeft daar een

De heer Recourt (PvdA): Daar ben ik het mee eens.Begrijp ik goed dat waar in het regeerakkoord debekeuringen al substantieel worden verhoogd, hetvoorstel van de heer Brinkman is om deze nog verder teverhogen?

De heer Brinkman (PVV): Ik zou het mooi vinden als deminister met een voorstel komt om voor echt hufterigeovertredingen – uit onderzoek moet blijken welke dat zijn– de boetes te verhogen, met een berekening waaruitblijkt dat daarmee het bedrag redelijk dekkend kanworden gemaakt.

De heer Dibi (GroenLinks): Is de heer Brinkman al aanhet einde van zijn betoog?

De voorzitter: Nee, hij is aan het einde van ditonderdeel.

De heer Brinkman (PVV): Ik ben nog niet eens op dehelft.

De heer Dibi (GroenLinks): Komt hij nog over het legerte spreken?

De voorzitter: Dit debat gaat toch over veiligheid enjustitie?

De heer Dibi (GroenLinks): Ik doel op de inzet van dekrijgsmacht om de politie bij te staan in allerlei pro-bleemwijken.

De heer Brinkman (PVV): Als de heer Dibi dat wil, zal ikdaar één zinnetje aan wijden straks.

De heer Dibi (GroenLinks): Ik zal wachten tot het eindevan dit interessante betoog.

Mevrouw Gesthuizen (SP): Het ging net over de wijzewaarop wij ervoor kunnen zorgen dat wij de politie nietin een keurslijf dwingen, maar tegelijkertijd de staatsfi-nanciën niet te zeer tekort doen. Ik hoop dat de heerBrinkman mijn betoog heeft gehoord, ik heb daarnamelijk nog wel een voorstel voor. Wij hebbengeconstateerd dat op dit moment ongeveer 0,2% – hetkan ook 0,4% zijn, maar in elk geval een bedroevend laagpercentage – van de criminele winsten wordt geplukt.Gaat de heer Brinkman daar nog iets over zeggen? Is hijbereid om een intensivering van de nadruk die er ligt bijde politie, het OM en de rechterlijke macht op dat punt,waar de SP-fractie voor gaat pleiten, te steunen?

De heer Brinkman (PVV): Ik ga het daar in mijn inbrengniet over hebben, maar vind het een zeer aantrekkelijkvoorstel. Wij zullen het op zijn merites beoordelen.

Een ander facet van het centraliseren van beleid is deserviceverlening van de politie. Alle politiekorpsenhebben een eigen beleid wat betreft aangiften enafhandeling van meldingen. Kunnen wij dit niet gewooncentraliseren? Ik vind het bijvoorbeeld onacceptabel dathet bij bepaalde korpsen soms dagen duurt voor jeingepland wordt voor een aangifte, terwijl je bij anderekorpsen gewoon meteen aan de beurt bent. Kunnen wijniet afspreken dat aangiften van ernstige misdrijvenmeteen worden opgenomen of in elk geval zo spoedigmogelijk en dat alle andere aangiften binnen twee dagen

worden opgenomen? Over aangiften gesproken: hetgebeurt te vaak dat de politie of anderszins de overheidburgers adviseert om geen aangifte te doen, omdat menbang is voor repressaillemaatregelen, vaak onder drukvan criminele straatterroristen. De overheid moet nooitbuigen voor die etters en dat tuig. Ik ben van meningdat, indien terecht angst bestaat voor repressaillemaatre-gelen, de politie een standaardplan zou moeten hebben,teneinde de veiligheid van deze aangevers zo effectiefmogelijk te beschermen. Een dergelijk plan zou wat onsbetreft kunnen lopen van extra surveillance naarcameratoezicht, mogelijk zelfs tot het plaatsen van eensteunpunt in de buurt wanneer het een hele buurtbetreft. Wat vindt de minister van een dergelijk plan voorbedreigde aangevers? Ook daarin zie ik een duidelijke rolvoor groen of voor de Koninklijke Marechaussee.

De heer Dibi (GroenLinks): Mevrouw Wiegman-vanMeppelen Scheppink van de ChristenUnie had onlangseen debat met minister Hillen, waarin hij een aantalinteressante dingen heeft gezegd over de inzet van hetleger, een erg belangrijk punt voor de PVV. Ik citeerminister Hillen: ″wellicht is het bedoeld om de indruk tegeven dat de nationale veiligheid een groot aandachtsge-bied wordt″. Een ander citaat: ″het gaat hier dus echt ombuitengewone omstandigheden en die moeten zich nogvoordoen″. Eigenlijk zegt minister Hillen dus met nietzoveel woorden dat geen haar op zijn hoofd nadenktover het inzetten van het leger en dat dit vooral in hetregeerakkoord staat om de PVV een beetje tegemoet tekomen, maar dat het – vergeeft u mij de uitdrukking,voorzitter – een dooie mus is.

De heer Brinkman (PVV): Nou, dit valt inderdaad onderde term dooie mussen, want wat u nu aanhaalt hoor ikde heer Hillen helemaal niet zeggen. Voorzitter. Met allerespect, maar de heer Dibi wil graag iets lezen wat erwaarschijnlijk niet staat en dat is jammer.

De heer Dibi (GroenLinks): Voorzitter. Krijgen wij in ditdebat een extreme make-over van Hero Brinkman tezien?

De heer Brinkman (PVV): Goed, hè?

De heer Dibi (GroenLinks): U bent getransformeerd vaneen of andere relschopper in de Kamer tot iemand diemet meel in zijn mond praat en niets meer durft tezeggen. Ik citeer hier uit de Handelingen, voorzitter. Ditheeft minister Hillen letterlijk gezegd. Misschien kunnenwe er in tweede termijn nog een keer op terugkomen,maar volgens mij moet het de heer Brinkman wel zorgenbaren dat minister Hillen eigenlijk de hele inzet van hetleger afserveert als iets wat opgeschreven is om de PVVenigszins te plezieren, terwijl geen haar op zijn hoofd erecht aan denkt.

De heer Brinkman (PVV): Ik begrijp de ietwat zureondertoon van de heer Dibi over de rol van de PVV opdit moment. Ik kan natuurlijk begrijpen dat GroenLinkswat dat betreft het ook graag anders had willen zien enhier graag als coalitiepartner had willen staan, maar ja,helaas, het is niet zo. U zult het met ons moeten doen,mijnheer Dibi. Ik begrijp de zure ondertoon, ik snap nietwaar u vandaan haalt dat de heer Hillen de woordenheeft uitgesproken die u graag zou willen horen. Ik ben

Brinkman

Tweede Kamer Veiligheid en Justitie (begroting)24 november 2010TK 26 26-52

Page 25: toekomstbeeld van de bewindslieden? Niet alleen wij, maar .../vilhmtg6jxp1.pdfcircuit. Deze carrières moeten wij in de kiem smoren. Laat ik duidelijk zijn: het CDA heeft daar een

het daarin gewoon niet met u eens en ik maak me dusook geen zorgen.

De voorzitter: Laatste keer, mijnheer Dibi.

De heer Dibi (GroenLinks): Voorzitter. Het is inderdaadontzettend jammer dat GroenLinks niet deel kan nemenaan deze coalitie. Gelukkig doet de PVV dat ook niet,helaas wel via gedoogsteun.

De heer Brinkman (PVV): Dus wel.

De heer Dibi (GroenLinks): Ik stel slechts vast dat eenminister een plannetje van de PVV afserveert en dat deheer Brinkman dat niet erg zegt te vinden.

De heer Brinkman (PVV): Hij serveert het dus niet af. Detoekomst zal het uitwijzen. Naar mijn mening serveert deheer Hillen met de woorden waarvan u zegt dat de heerHillen ze gezegd zou hebben, absoluut niet het regeerak-koord af. Ik snap niet hoe u erbij komt.

De heer Rouvoet (ChristenUnie): Voorzitter. Ik hoorallemaal nieuws hier. Ik hoor nu voor het eerst datGroenLinks het jammer vindt dat de partij niet aan dezecoalitie mag meedoen. Dat is ook nieuws.

De heer Dibi (GroenLinks): Ik wil graag voor deHandelingen iets zeggen. We hadden heel graagdeelgenomen aan een coalitie, niet per se aan dezecoalitie.

De heer Rouvoet (ChristenUnie): O, zo zit het. Dan had ikhet verkeerd begrepen. Ik moet zeggen dat de bravegouvernementele houding van de PVV tegenoverbewindslieden die altijd de goede dingen zeggen ooknog wel eventjes wennen is. Ik word bijna jaloers nadrieënhalf jaar PVV-oppositie.

De heer Brinkman (PVV): Dat kan ik mij voorstellen methet vorige kabinet.

De heer Rouvoet (ChristenUnie): Ik doel op uw houdingvan nu, zo braaf en gouvernementeel. Dat is echt evenwennen. Ik ben heel andere teksten van u gewend envan uw fractiegenoten.

Voorzitter. Ik heb hier een letterlijk citaat van de heerHillen. Ik citeerde het ook al eerder even. MevrouwWiegman van mijn fractie heeft namelijk een motieingediend, waarvan de minister van Defensie zegt dat hetonzinnig en onnodig is dat die is ingediend. Dekrijgsmacht zal volgens hem hoogst uitzonderlijk voorpolitietaken worden ingezet. Het opmerkelijke was dat hijzelf in het debat concludeerde: als mevrouw Wiegmanzegt dat het regeerakkoord op dit punt overbodig is,heeft zij een punt. Maar het inzetten van de krijgsmachtop politietaken wilde u er gewoon in hebben. Nu wordthet afgeserveerd door de minister van Defensie.Afgelopen jaren zou u daarop gezegd hebben: morgeneen spoeddebat! Wanneer krijgen we dit spoeddebat?

De heer Brinkman (PVV): Voorzitter. De minister vanDefensie heeft volgens mij niet gezegd dat hij dat puntniet gaat uitvoeren; daar gaat het mij om. Bovendieninterpreteert u het als zou hij het niet uitvoeren, maar datmaak ik uit het citaat niet op.

De heer Rouvoet (ChristenUnie): Laten we de houdingvan de afgelopen jaren even terugpakken.

De heer Brinkman (PVV): Dat zou u wel willen, hè?

De heer Rouvoet (ChristenUnie): Een beetje gezondeachterdocht kan geen kwaad, zelfs niet jegens eenkabinet dat je gedoogt. U bent tenslotte gewoon maaroppositie; u zit niet in de coalitie, zegt u altijd. U bentoppositie. Houd dat nog even vol, want u kunt het. Deminister heeft twee dingen gezegd. Wat hij in de eersteplaats zei, namelijk dat regeerakkoorden geen absolutewaarheden zijn, moet de heer Brinkman te denkengeven. Ten tweede zei hij dat de krijgsmacht slechts inzeer bijzondere situaties voor politietaken zou wordeningezet, terwijl het regeerakkoord nu juist stelt dat dekrijgsmacht vaker wordt ingezet voor dergelijke taken.Dan concludeert de minister van Defensie zelf dat hetregeerakkoord op dit punt overbodig. Daarmee wordttoch gewoon een punt van de PVV afgeserveerd? Of piktu nu alles?

De heer Brinkman (PVV): Hij zegt dus niet dat hetoverbodig is. Met alle respect: het ene wat u noemt, bijthet andere wat u noemt, niet. Daarbij komt dat het waaris. Als er een regeerakkoord is en partijen, ook in eengedoogconstructie, met het gedoogakkoord, tot deconclusie komen en het goed vinden dat er iets wordtopengebroken omdat er andere afspraken gemaaktmoeten worden, kan dat natuurlijk. Dat is helemaal nieterg!

De heer Rouvoet (ChristenUnie): Ik laat het verder maarlopen, maar de minister van Defensie heeft wel degelijkgezegd dat hij het overbodig vindt, in tegenstelling totwat de heer Brinkman zegt. Ik heb een letterlijk citaatopgelezen! Daar moet de heer Brinkman niet ook nogeens voor weglopen; hij kan niet blijven duiken. Deminister van Defensie zegt dat de passage in hetregeerakkoord, die de heer Brinkman belangrijk vond,overbodig is en dat hij daar dus niets mee gaat doen.Jammer, pech.

De heer Brinkman (PVV): Ik herhaal dat ik dat dus nietzo zie. Zoals de heer Rouvoet weet, zullen wij elkeminister wat dat betreft dicht op de huid zitten en op deresultaten beoordelen. Ik weet niet beter dan dat de heerHillen duidelijk uitspreekt dat hij het regeerakkoord weldegelijk gaat uitvoeren. Dat heb ik in ieder gevalgehoord. Als dat niet het geval is, zal de PVV daartegenin het geweer komen en haar weg vinden.

De heer Van Raak (SP): Los van het regeerakkoord, vindik het toch een beetje een zwaktebod. We hebben teweinig agenten. Daarom gaan gemeenten particulierebeveiligers inhuren, maar zegt de PVV te willen dat hetleger voor politietaken kan worden ingezet. Het legerhebben we niet voor politietaken. Kunnen we niet beterinvesteren in politie?

De heer Brinkman (PVV): Wat de heer Van Raak zegt, isniet geheel correct, want we hebben wel degelijk eenlegeronderdeel, een defensieonderdeel: de KoninklijkeMarechaussee, dat politietaken uitvoert. Sterker nog, wehebben een defensieonderdeel Koninklijke Marechaus-see, die de algemene politietaak uitoefent in een heel

Brinkman

Tweede Kamer Veiligheid en Justitie (begroting)24 november 2010TK 26 26-53

Page 26: toekomstbeeld van de bewindslieden? Niet alleen wij, maar .../vilhmtg6jxp1.pdfcircuit. Deze carrières moeten wij in de kiem smoren. Laat ik duidelijk zijn: het CDA heeft daar een

belangrijk deel van ons koninkrijk, namelijk de luchtha-ven Schiphol. Met andere woorden, er zijn vele delenwaar een politietaak wordt uitgeoefend. Bewaken enbeveiligen is bij voorbeeld een politietaak die ook doorde Koninklijke Marechaussee wordt uitgevoerd. Het enigewaarvoor wij pleiten is dat het moet worden uitgebreiden dat ook de samenwerking voor incidentele gevallen,waar nodig, moet worden uitgebreid. Dat staat helder enduidelijk in het regeerakkoord. Ik ben ervan overtuigd datdit allemaal wordt uitgevoerd.

De heer Van Raak (SP): Inzetten van het leger tegen deeigen bevolking ...

De heer Brinkman (PVV): Dat is toch oude communisti-sche prietpraat! Kom op!

De heer Van Raak (SP): Inzetten van het leger tegen deeigen bevolking zou ik alleen maar in hoogst uitzonder-lijke gevallen doen, niet zo maar in het algemeen enzeker niet om gaten bij de politie te vullen.

De heer Brinkman (PVV): Deze beeldvorming deugt echtniet. Met alle respect, maar de Koninklijke Marechausseevoert al politietaken uit. Het leger wordt niet tegen deeigen bevolking opgezet. Samen met de politie wordt ergewoon aan de veiligheid en leefbaarheid van dit landgewerkt. Volgens mij komt u daartegen ook in hetgeweer. Ik zou zeggen: laten we de handen in elkaarslaan wat dat betreft!

De heer Van Raak (SP): Ik had het over het inzetten vanhet leger voor politietaken.

De heer Brinkman (PVV): Dat is toch prima? U wilt dat aljaren!

De heer Van Raak (SP): Nee, dat wil ik helemaal niet.

De heer Brinkman (PVV): Met alle respect, maar ook deSP heeft altijd gepromoot om juist de KoninklijkeMarechaussee vaker in te zetten voor politietaken. Als ikmet een voorstel kwam, hebt u mij daarin altijdgesteund. Het enige wat wij nu doen, is dat uitbreiden. Uhebt het misschien gedaan in de perceptie: liever eenklein leger en liever de Koninklijke Marechaussee dan delandmacht of de luchtmacht. Maar wij hebben hetgedaan met een andere perceptie, namelijk: wij willenveiligheid in het eigen land. Dat vinden wij gewoon hetallerbelangrijkste. Maar wij hebben elkaar daarin altijdwel gevonden. Nu gaan wij hierop doorpakken. Dan vindik het een beetje kinderachtig van de SP om nu tezeggen: dat vinden wij allemaal vreselijk, het leger wordtingezet tegen de eigen bevolking.

De heer Van Raak (SP): Nee, het gaat erom dat wij depolitietaken laten uitvoeren door de politie. Wat er nugebeurt, is dat wij politietaken steeds meer latenuitvoeren door enerzijds particuliere beveiligers en aande andere kant door groen. Dat lijkt mij niet de bedoe-ling, want dat is een zwaktebod.

De voorzitter: Heren, volgens mij is het nu zo dat deheer Brinkman de vragen aan het stellen is en dat deheer Van Raak die aan het beantwoorden is. Volgens mij

is dat niet de bedoeling. Ik wilde nu eigenlijk gewoondoorgaan met het betoog van de heer Brinkman.

De heer Brinkman (PVV): Ook begrijp ik dat sommigekorpsen niet meer uitrukken na melding van een inbraakin een bedrijf. Ik begrijp de discussie hierover met dediverse particuliere beveiligingsbedrijven, maar wijmoeten volgens mij de handen ineenslaan. Particulierebeveiligingsbedrijven verkopen producten waarbij enkelde melding aan de politie onderdeel is van het product.Met andere woorden, er wordt eigenlijk geld verdiendmet overheidsinzet. Aan de andere kant kunnenparticuliere beveiligingsbedrijven de politie ook helpen.Zij surveilleren, zij hebben speurhonden, zij speuren optijden waarop de politie vaak niet eens in een industrie-gebied komt. Dus waarom niet meer samenwerking metdie particuliere beveiligingsbedrijven? De ene hand wastde andere tenslotte. Waarom proberen wij niet het goedte doen voor elkaar en wel juist veelvuldig uit te rukken,ook als er melding komt van een inbraak, ook als je weetdat er een contract ligt met een beveiligingsbedrijf dat ermisschien een halfuur later komt? Ik heb nog eens naarmijn eigen carrière gekeken. Wij hebben wel heel veelvan dat soort meldingen behandeld. Ik heb heel veelinbrekers gepakt.

Ik maak mij ernstig zorgen over de rechtsongelijkheiddie van de gemeentelijke overheden uitgaat. CollegaHennis had het al over gemeenten die bezig zijn met hetcreëren van een soort pseudopolitie. Ik onderschrijf haarkritische noot hierin. Ik ben van mening dat de ministerhier de centrale regie zou moeten nemen. Is de ministerbereid na te denken over de mogelijkheid om dezehandhavingsdiensten onder de politie te laten vallen enzelfs mogelijk met politie-uniform en bewapening?Waarom niet, uiteraard een en ander na een gedegenopleiding, het optuigen van blauw op straat op diemanier?

Wat dat betreft, doen die gemeenten wel vakervreemde dingen. Wetten die in Den Haag wordenafgesproken, worden door gemeenten gewoon opzijgezet. Ik denk aan de antikraakwet, het uitzetten vanuitgeprocedeerde asielzoekers, of afstanden tussenscholen en coffeeshops. Sommige gemeenten hebbengewoon overal maling aan. Ik vind dat een onaccepta-bele tendens. Ik zou de minister willen vragen hoe hijhierin zit. Is hij bereid hierin meer sturend op te tredenen misschien wel wettelijk te onderbouwen dat het eensoort bestuurlijke wanprestatie is op het moment dat jede centrale wetten die wij hier in Den Haag afsprekenniet handhaaft?

Het is goed dat het geweld tegen gezagsdragerszwaarder wordt aangepakt en dat juist justitie zwaarderestraffen eist. Ik moet wel zeggen dat ook bekend is datbelediging en agressie en geweld tegen dienstverleners,ook commerciële dienstverleners, zoals winkelpersoneel,überhaupt de afgelopen jaren de spuigaten uitloopt. Hetgebruik van geweld tegen gezagdragers moet natuurlijkzwaar worden bestraft. Dat is dus een goede inzet.Indirect raakt dat namelijk ook aan het geweld tegen deStaat. Is de minister het met mij eens dat ook geweldtegen winkelpersoneel zwaar bestraft moet worden endat dergelijke zaken op z’n minst serieus door de politiemoeten worden onderzocht? Dat geldt zeker als er eenmogelijkheid is tot bedreiging of geweld, waarvan weallemaal weten dat een en ander bij de politie verzandt ineen eenvoudige winkeldiefstal. De minister en de

Brinkman

Tweede Kamer Veiligheid en Justitie (begroting)24 november 2010TK 26 26-54

Page 27: toekomstbeeld van de bewindslieden? Niet alleen wij, maar .../vilhmtg6jxp1.pdfcircuit. Deze carrières moeten wij in de kiem smoren. Laat ik duidelijk zijn: het CDA heeft daar een

staatssecretaris weten echter wel dat het een zwaarderdelict betreft als er sprake is van geweld of van dreigingmet geweld.

De overhead bij de politieorganisatie is enorm. Ditkabinet gaat daarin hard snijden. Het zet in op vermin-derde regelgeving en versoepeling van de Arbeidstijden-wet. Ik wil van de minister precies weten hoe het met dieArbeidstijdenwet staat, want die inflexibiliteit in hetarbeidsproces bij de politieorganisatie levert eenongelooflijke bureaucratie op. Het is absoluut noodza-kelijk om die bureaucratie aan te pakken.

Tot slot merk ik op dat ik me druk maak over deregiovorming van 25 naar tien regio’s, alleen voor depolitie. Hoe gaan we dat volbrengen met het pakket voorde veiligheidsregio’s? Er is zelfs nog geen sprake van 25veiligheidsregio’s. Ondanks dat vraag ik mij af of wegeen stappen zullen moeten zetten met als doel,uiteindelijk te komen tot tien veiligheidsregio’s.

De heer Rouvoet (ChristenUnie): Volgens mij weet deheer Brinkman welke vraag hij van mij te goed heeft. Hetis dezelfde vraag die ik aan mevrouw Helder en aanmevrouw Van Toorenburg heb gesteld over de verhou-ding tussen veiligheid en justitie. Ik wil niet flauw zijn. Deheer Brinkman weet volgens mij ook wel waarom ikspecifiek aan hem die vraag wil stellen. In de constitue-rende vergadering zei hij namelijk met zo veel woordendat justitie de komende tijd even ondergeschikt moet zijnaan veiligheid. Hij doelde daarmee niet alleen op denaam ″Justitie″, maar ook inhoudelijk op het justitiëlebeleid. Die opmerking stoorde mij. Ik geef de heerBrinkman dan ook de kans om dat recht te zetten. Ik vinddat die opmerking een vervelende bijklank heeft, terwijldat misschien niet de bedoeling was van de heerBrinkman.

De heer Brinkman (PVV): Nou ...

De heer Rouvoet (ChristenUnie): Ik kom u tegemoet ennu is het weer niet goed.

De heer Brinkman (PVV): Ik kan me goed redden.Nee. Als ik naar de schepping van de aarde kijk, besef

ik dat eerst Adam en Eva er waren en dat vervolgens wijzijn gekomen.

De voorzitter: Dit is een heel gevaarlijke discussie.

De heer Brinkman (PVV): Voor de Tweede Kamer is hetvan belang dat er eerst veiligheid is. Als die er is, kunnenwe pas nadenken over de vraag hoe we die gaanbestendigen. Ik vind dus nog steeds dat de naam″Veiligheid en Justitie″ echt recht doet aan het accent dathet kabinet wil leggen op dat hele domein.

De heer Rouvoet (ChristenUnie): In de vorige kabinets-periode heb ik te maken gehad met enkele collega’s – iknoem geen namen, ook niet die van de heer Donner –die altijd met Adam en Eva begonnen.

De heer Brinkman (PVV): Ik beloof u dat ik het nooitmeer zal doen.

De heer Rouvoet (ChristenUnie): De heer Brinkman doetdat nu ook.

Laat ik hem de vraag meer direct stellen, want het isvoor mij een principiële kwestie. Ik heb het nu niet meerover de naamgeving. Vindt de heer Brinkman werkelijk –dat is de implicatie van datgene wat hij toen suggereerde– dat de gedachte van de rechtsstaat ondergeschikt isaan het streven naar veiligheid? Dat kan hij toch nietmenen? Met Justitie en Justitia bedoel ik gerechtigheid.

De heer Brinkman (PVV): Dat hebt u mij niet horenzeggen. Daarover moeten we heel eerlijk zijn. Uiteraardis dat niet de bedoeling. Ik ben volksvertegenwoordigeren uiteraard is de rechtsstaat voor mij leidend.

De heer Rouvoet (ChristenUnie): U zei toen dat Justitiede komende jaren de ondertoon moet voeren en dat zijondergeschikt dient te worden gemaakt aan veiligheid. Ikvind het wel een principieel punt dat u dat niet overeindhoudt. Ik maak het niet zwaarder dan het is, maar ik vindhet wel belangrijk genoeg om het eruit te houden.Daarmee zou u immers suggereren dat u de rechtsstaatondergeschikt maakt aan het streven naar veiligheid endat kan niet de bedoeling zijn.

De heer Brinkman (PVV): Als politicus, zeker in deze tijd,krijg ik een beetje de kriegel van het woord ″suggestie″.Daar kan ik niet zo goed tegen. Ik zeg u dat dat in iedergeval niet zo bedoeld is, maar dat ik wel vind dat ditkabinet het accent moet leggen op veiligheid in plaatsvan op justitie. Daar sta ik voor en daarom vind ik denaam ″Veiligheid en Justitie″ heel goed.

De voorzitter: Het woord is aan de heer Elissen, die zijnmaidenspeech zal houden.

©

De heer Elissen (PVV): Voorzitter. Allereerst feliciteer ikde heer Marcouch met zijn maidenspeech. Ook hij is eenoud-collega van mij. Men zal begrijpen dat ik hetuitermate betreur dat ik hier vandaag geen duidelijkheidkan geven over de politiesterkte, de berekeningsgrond-slag en het achterstallig onderhoud. Ik zal het daaroverdus niet hebben.

De heer Dibi zei zojuist dat de drie woordvoerders vande PVV vandaag moord en brand schreeuwen. Volgensmij heeft hij mij nog niet kunnen horen, want dit is mijnmaidenspeech. Maar dat terzijde.

Voorzitter, minister, staatssecretaris en mede-Kamerleden, het is voor mij een grote eer om hier alsvolksvertegenwoordiger vandaag en in de toekomst hetwoord te mogen voeren. In der Beschränkung zeigt sichder Meister. Ik zal dan ook proberen, mijn introductie kortte houden. Allereerst wil ik mijn vrouw Amelia en onzedochters Michaela en Stephanie bedanken voor allegeduld en steun die ik onvoorwaardelijk mocht ontvan-gen. Ook wil ik Geert Wilders en de overige achtPVV-Kamerleden van het eerste uur bedanken voor huninzet, de ondersteuning en het gestelde vertrouwen. Tenslotte wil ik alle mensen die werkzaam zijn in deondersteuning van deze Kamer bedanken voor deopvang, de support en de prima service. Ik ben onder deindruk van de inzet en kwaliteit van deze mensen.Daarop mogen wij terecht trots zijn.

Ik zie het als een uitdaging om op een prettige maniermet alle Kamerleden het debat te voeren, primair vanuitde inhoud en ratio en bij voorkeur zonder al te veel

Brinkman

Tweede Kamer Veiligheid en Justitie (begroting)24 november 2010TK 26 26-55

Page 28: toekomstbeeld van de bewindslieden? Niet alleen wij, maar .../vilhmtg6jxp1.pdfcircuit. Deze carrières moeten wij in de kiem smoren. Laat ik duidelijk zijn: het CDA heeft daar een

herhalingen. Daarbij dienen wij natuurlijk onze kiezertrouw te blijven en zo veel mogelijk beloftes na tekomen. Wij moeten echter ook het lef durven te tonenom, indien nodig, partijpolitieke belangen ondergeschiktte maken aan het algemeen belang. Een goed voorbeelddaarvan is het resultaat van de onderhandelingen,neergelegd in het mijns inziens uitstekende regeer- engedoogakkoord.

De titel van het regeerakkoord is ″Vrijheid en verant-woordelijkheid″. Graag voeg ik daaraan ″doorzettings-macht en daadkracht″ toe. Nederland heeft de mooistedagen nog voor zich liggen. Eindelijk gaan wij orde opzaken stellen. Wij zijn er trots op dat de PVV hieraan eenbelangrijke bijdrage levert. Overigens is het aardig omop te merken dat er van 1901 tot 1905 ook een soortminderheidskabinet was, het kabinet-Kuyper, waarbijslechts twee van de vier coalitiepartners zitting namen inhet kabinet. Dit kabinet had tot 1904 ook geen meerder-heid in de Eerste Kamer. Toch maakte ook dit kabinet devolledige periode vol. Ook in Denemarken werkt eengedoogconstructie zoals wij die inmiddels in Nederlandkennen, uitstekend. Ik heb er dan ook alle vertrouwen indat wij de komende vier jaar daadkrachtig zullenoptreden om Nederland weer op orde te brengen.

Als ik naar buiten kijk, zie ik dat de winter zichaandient. Als ik kijk naar de periode die wij nu inNederland ingaan, is het lente. Er zijn weliswaar stevigebezuinigingen aangekondigd, maar door nu de juistekeuzes te maken gaan wij een zonnige toekomsttegemoet. Ik wil graag in vogelvlucht een aantal zakenbespreken. Ik zal het hebben over terrorismebestrijding,rampenbestrijding en, inderdaad, de brandweer.

Het actuele dreigingsniveau in Nederland is momen-teel beperkt. In Duitsland ligt dat anders. Daar ismomenteel de hoogste staat van paraatheid afgekon-digd. Duitsland is ons buurland, en een aanslag opNederland is niet uit te sluiten, temeer omdat hetNederlandse profiel past in het internationale jihadisti-sche vijandbeeld. De dreigingen voor ons land komenvanuit transnationale netwerken. Dit betekent dat onzeinlichtingen- en veiligheidsdiensten zich ook nadrukkelijkdienen te richten op deze buitenlandse dreigingen.Samenwerking tussen de verschillende ketenpartnersbinnen het veiligheidsdomein is dan ook zeer belangrijkom de vertaalslag te maken tussen een buitenlandsedreiging en de binnenlandse voorbereiding.

Uiteraard gaan wij tot het uiterste om het niet zover telaten komen en zullen wij ook inzetten op diversepreventieve maatregelen, zoals het aanpakken vanradicale extremistische of terroristische websites en hetondermijnen van de extremistische boodschap die doorjihadisten wordt verspreid. Hierbij merk ik nog hetvolgende op. Nederland zet in op samenwerking metdiverse Europese partners om deze terroristischewebsites aan te pakken. Dit is een mooi voorbeeld vansamenwerking waarbij wij niet direct vanuit een soortruggenmergreflex automatisch beginnen macht af testaan aan Brussel, maar waarbij wij gewoon, net alsvroeger, onderling internationale afspraken maken.

Mensen die naar Nederland komen die zich ernstigmisdragen, of imams die een boodschap van haatverspreiden, zetten wij waar mogelijk het land uit.Instellingen die aanzetten tot haat of gelieerd zijn aanterroristische organisaties, worden met alle beschikbaremiddelen bestreden. Jihadgangers met een dubbelenationaliteit die terugkeren naar Nederland, dienen bij

aankomst direct aangehouden te worden en indienmogelijk gedenaturaliseerd en uitgezet te worden.

Ook de aanpak van cybercrime is een belangrijk punt,waarvoor ik nadrukkelijk aandacht vraag. In het VerenigdKoninkrijk worden aanvallen van andere staten viainternet benoemd als een van de grootste risico’s voorde nationale veiligheid. In het regeerakkoord wordt ookaangegeven dat het kabinet komt met een integraleaanpak van cybercrime. Dit is een zeer goede zaak. Wijbepleiten hierbij een multidisciplinaire aanpak van allebetrokken actoren alsmede een belangrijke rol voordefensie. Zoals gezegd, moeten we er alles aan doen omeen ramp of een aanslag te voorkomen, maar mocht hetonverhoopt toch gebeuren, dan moeten we daar goed opvoorbereid zijn.

Dat brengt mij op het onderwerp rampenbestrijding.Het nadrukkelijke streven van het vorige kabinet was omde rampenbestrijding in 2009 op orde te hebben. Later isdie ambitie veranderd in begin 2010. Het is echter nogsteeds niet op orde. Dit hebben we onder andere kunnenlezen in De Staat van de Rampenbestrijding van deInspectie Openbare Orde en Veiligheid van maart 2010.Er valt dus nog een hoop werk te verzetten voordat onzerampenbestrijding op orde is. In deze rapportage wordenals knelpunten met name de melding en de opschalingbenoemd alsmede ook de informatie-uitwisseling. Tussende veiligheidsregio’s bestaan grote verschillen. Watopmerkelijk is: 19 van de 25 veiligheidsregio’s hebbeneen convenant met de minister van BZK afgesloten endeze regio’s hebben hier ook extra geld voor gekregen.Nu blijkt echter dat de regio’s met een convenant nietverder zijn in de ontwikkeling dan de veiligheidsregio’szonder een convenant. Een aantal regio’s moet zelfs opalle door de Inspectie Openbare Orde en Veiligheidonderzochte aspecten nog forse slagen maken. Ik blijf destappen die gezet worden om tot verbetering te komenpositief-kritisch volgen. Ik wil de minister dan ook vragenwelke prioriteit hij hierbij gaat stellen en hoe hij de boelop orde gaat brengen. Ook wil ik graag weten wanneerwe onze rampenbestrijding op orde hebben. Een heldertijdpad helpt de Kamer om de vorderingen goed tekunnen blijven volgen. Dat is zeer belangrijk, wantinmiddels is in ieder geval gebleken dat een extra zakgeld ertegenaan smijten niet helpt. Wat hier wel zalhelpen is daadkracht en doorzettingsmacht.

Het kan wat mij betreft niet waar zijn dat de veilig-heidsregio’s niet in voldoende mate in staat zijn, detaken die zij toebedeeld hebben gekregen, te vervullen.Het is goed dat de knelpunten nu onderzocht zijn en hetis goed dat deze informatie dan ook beschikbaar is. Daargaan we dankbaar gebruik van maken om de rampenbe-strijding de komende jaren naar een hoger plan te tillen.Hierbij is het goed om kritisch te kijken naar deverschillende organisaties die een rol spelen of zoudenkunnen spelen bij rampenbestrijding zoals de krijgs-macht. Dat is een volwaardige veiligheidspartner in destrijd tegen drugs, terrorisme, illegale immigratie enpiraterij. Ik ben er erg blij mee dat we dit inmiddelshardop kunnen zeggen en dat wij dus ook nadrukkelijkergebruik kunnen maken van de inzet van deze gemoti-veerde en goed getrainde militairen.

We moeten ons nu richten op een strakke regie bij hetvormgeven van de tien politieregio’s en het versterkenvan de veiligheidsregio’s; concrete afspraken maken endeze ook nakomen, meer veiligheid, minder regels.Schijnveiligheid gaan we te lijf. Mooie rapporten

Elissen

Tweede Kamer Veiligheid en Justitie (begroting)24 november 2010TK 26 26-56

Page 29: toekomstbeeld van de bewindslieden? Niet alleen wij, maar .../vilhmtg6jxp1.pdfcircuit. Deze carrières moeten wij in de kiem smoren. Laat ik duidelijk zijn: het CDA heeft daar een

accepteren we niet wanneer de werkvloer steen en beenklaagt over de feitelijke situatie. Wat verder ook blijkt, isdat de gemeenten over het algemeen de rampenbestrij-ding slecht op orde hebben. Neem me niet kwalijkvoorzitter, ik druk mij eigenlijk iets te voorzichtig uit. Ditlijkt zelfs op bestuurlijke ongehoorzaamheid. Het collegevan burgemeester en wethouders heeft namelijk gewoonde taak, zich voor te bereiden op rampenbestrijding encrisisbeheersing. De wet schrijft dit nota bene voor.Gemeenten zijn natuurlijk autonoom, maar de wetschrijft in ieder geval niet voor dat gemeenten zich ookmoeten bezighouden met bijvoorbeeld ontwikkelingssa-menwerking. Gemeenten gaan zich wat ons betreft dusvooral met hun kerntaken bezighouden. Rampenbestrij-ding en veiligheid zijn zulke belangrijke kerntaken.

Hulpverleners en rampenbestrijders – vaak zijn ditvrijwilligers – verdienen respect. Helaas worden dezemensen, net als andere gezagsdragers, steeds vaker metgeweld geconfronteerd. Dit gaan we harder bestraffen enwe gaan de pakkans verhogen door meer cameratoezichten meer blauw op straat. Dat staat in het gedoogakkoorden dat klinkt ons als muziek in de oren.

Zoals gezegd, vrijwilligers zijn zeer belangrijk en ik wildaarom graag aandacht vragen voor de VakverenigingBrandweer Vrijwilligers. Dit is een organisatie die nietalleen opkomt voor het hogere kader, maar voor allebrandweerlieden, waaronder de vele brandweervrijwilli-gers. De Nederlandse brandweer bestaat immers voor80% uit vrijwilligers. Dit zijn mensen die in hun vrije tijdkeihard werken voor een veiliger Nederland. Is het danniet, naast volstrekt redelijk, ook heel erg verstandig omgebruik te maken van de kennis en expertise van dezemensen wanneer we nieuw beleid ontwikkelen? Wijverzoeken de minister dan ook, de werkvloer nadrukkelij-ker te betrekken bij het vormgeven van het veiligheidsbe-leid in Nederland en hierbij, wat de brandweer betreft,ook gebruik te maken van de expertise van de Vakvereni-ging Brandweer Vrijwilligers. Ik overweeg om daar intweede termijn een motie over in te dienen.

Vervolgens is dan een voor de hand liggende stap ombinnen de brandweer te onderzoeken of de beheerorga-nisatie van de brandweer op termijn gecentraliseerd kanworden. Lokaal blijft er ruimte voor specifieke doelstellin-gen en specifieke bijzonderheden die recht doen aan hetlokale karakter, terwijl er een stevige kostenreductie kanworden doorgevoerd. Ik wil de minister dan ook vragen,te onderzoeken in hoeverre de beheerorganisatie van debrandweer in de toekomst, in aansluiting op dedoorontwikkeling van de politie en de veiligheidsregio’sgecentraliseerd kan worden.

Voorzitter. Ik houd niet van sleur en ik werd getriggerddoor een uitspraak van de heer Van der Steur. Ik citeer:″Vol verwachting klopt ons hart.″ Daarom nu, en ik neemaan dat ik u daarmee in deze periode niet verbaas,enkele opmerkingen die mij bereikten via Sinterklaas. Ikbedoel dan de enige echte, met op zijn mijter een kruis,en niet die namaak met die drie X-en, want die hoort hiereigenlijk niet thuis. Hij vroeg mij om een paar zaken metu te delen, zonder u daarbij direct te vervelen. Degoedheilig man stoort zich in deze Kamer soms aanongewenst gedrag, en vindt dat het allemaal wel watvriendelijker mag. Af en toe krijgt sint zelfs last van eendip vanwege het eindeloos herhalen en het gespeeldeonbegrip. Natuurlijk kan zoiets af en toe wel eensgebeuren, maar sommige Kamerleden kunnen echteindeloos zeuren. Een bijzonder woord had hij nog voor

blonde Geert, volgens sint zijn diens ideeën helemaalniet zo verkeerd, zoals door de oppositie vaak tenonrechte wordt beweerd. Sint is zeer tevreden over hetbereikte regeer- en gedoogakkoord. VVD, CDA en PVV:complimenten, en ga zo voort!

Hierbij willen de sint en ik het voorlopig laten, maarwees allemaal gewaarschuwd, sint en Piet houden u inde gaten!

De voorzitter: Mag ik u als eerste feliciteren met uwmaidenspeech? Ik wens u succes bij alle volgendedebatten. Ik denk dat dit de laatste keer is dat u nietonderbroken bent.

De heer Elissen (PVV): Daar ben ik ook bang voor!

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

©

De heer Dibi (GroenLinks): Voorzitter. Laat ik allereerst deheer Marcouch feliciteren met zijn maidenspeech en hemveel sterkte wensen. Ik ben bijzonder onder de indrukvan zijn voorstel voor tbo, terbeschikkingstelling aan hetonderwijs, om via het onderwijs recidive te voorkomenen jongeren die de fout in zijn gegaan toekomstperspec-tief te bieden. Laat ik langs deze weg ook de heer Elissenfeliciteren met zijn maidenspeech. Hij had gelijk: ik hadhem nog niet gehoord, dus ik had niet mogen zeggendat hij moord en brand zou schreeuwen. Dat deed hijook niet. Afgezien van een paar kleine dingetjes vond ikhet een heel mooi verhaal, maar ik weet niet of hij datals compliment ervaart.

De heer Elissen (PVV): Ik accepteer alle complimenten,vooral ook van de heer Dibi; no hard feelings at all. Dattbo-voorstel is nog een sympathiek idee ook, moet ikeerlijk zeggen. Wij zullen daar binnen de fractie overspreken en wellicht kunnen we daar nog op terugkomen.

De heer Dibi (GroenLinks): Voorzitter, ik zie dat mijn tijddoorloopt en ik moet al zo sprokkelen met mijn minuten.

De voorzitter: Ik heb de planning met drie kwartierverlengd en de andere bewindslieden gevraagd nog watander werk te doen, maar we moeten echt om 17.30 uurklaar zijn, anders gaat het vanavond weer helemaal mis.We moeten de laatste drie sprekers volop de gelegenheidgeven.

De heer Dibi (GroenLinks): Ik wil wel de gelegenheidhebben om het kabinet gewoon goed en stevig tecontroleren. Zo willen deze partners in crime het volgensmij zelf ook.

Strafrecht is hot. Door geruchtmakende strafzaken isde publieke en politieke belangstelling de laatstedecennia enorm toegenomen. Alleen al recentelijkhebben de gerechtelijke dwalingen rondom Lucia de Berken Ina Post, maar ook Saban B. en het proces tegencollega-parlementariër Geert Wilders ontzettend veellosgemaakt, ook bij mij persoonlijk. Politie, justitie en derechterlijke macht werken continu onder een genadeloospubliek en politiek vergrootglas. Dat is niet gemakkelijk,dat weten we al langer. Vorige week werd de wereld vande rechterlijke macht opnieuw – misschien niet altijdeven waarheidsgetrouw, maar toch – pijnlijk blootgelegd

Elissen

Tweede Kamer Veiligheid en Justitie (begroting)24 november 2010TK 26 26-57

Page 30: toekomstbeeld van de bewindslieden? Niet alleen wij, maar .../vilhmtg6jxp1.pdfcircuit. Deze carrières moeten wij in de kiem smoren. Laat ik duidelijk zijn: het CDA heeft daar een

in het boek ″De nieuwe kleren van de rechter″ vanraadsheer en bijzonder hoogleraar organisatie van derechtspleging Rinus Otte. In zijn boek concludeert Ottedat strafrechters te afhankelijk zijn geworden vangestandaardiseerde werkprocessen en geen greep meerhebben op de eigen organisatie van het strafproces.Daardoor kunnen zij niet meer aan hun eigen professio-nele ambities en normen voldoen. Wie het boek leest,ziet een treffende vergelijking met het onderwijs, dejeugdzorg, de zorg en de politie; eigenlijk de gehelepublieke sector. Rechters kampen in veel gevallen meteen gebrek aan beroepstrots en een hoge werkdruk.Reorganisatie volgt op reorganisatie en die zijn vaak ookingegeven door politieke besluitvorming. Ze lopen aantegen financiële problemen en kunnen kritiek maarmoeilijk handelen.

En dat allemaal terwijl radio, tv en sociale media elkehandeling registreren en volgen. Het proces tegen GeertWilders heeft de rechterlijke macht met één ruk deeenentwintigste eeuw in gesleurd. Een tijd van light,camera en action. Eén foute uitspraak is al gauw een hitop YouTube, een trending topic op Twitter, een spoedde-bat of een schriftelijke of mondelinge vraag met eenstorm van politieke en publieke verontwaardiging alsgevolg. Daar sta je dan als onafhankelijke rechter,gewend aan soevereiniteit in eigen kring, onwennig in devooraankondiging van PowNews, bovenaan nu.nl en opde voorpagina’s van de Metro en de Sp!ts, zoekend naareen reactie, terwijl snelle beoordelingen en afrekeningende klok slaan.

Volgens mij is het tijd dat de rechterlijke macht deregie terugpakt en naar buiten treedt. Hoezo zijn destraffen laag in Nederland? Hoezo politiek proces? Hoezokomen pedoseksuelen weg met een taakstrafje? Hoezowereldvreemd? De rechterlijke macht moet proactief haareigen verhaal gaan vertellen. Dat kan een prachtigverhaal zijn, want wie heeft het over de 1,8 miljoenrechterlijke uitspraken die niet in het nieuws komen? Wieheeft het over rechtszaken waarin gewone burgers inbescherming worden genomen? Burgers kunnen te allentijde een uitspraak vragen als zij het ergens mee oneenszijn. Zij kunnen daarbij rekenen op een eerlijk proces.Ontelbare mensen elders in de wereld kunnen daaralleen maar van dromen. Dat verhaal moet verteldworden door rechters die met beide poten in desamenleving staan. Daar wil ik een aantal suggestiesvoor doen.

Mevrouw Helder (PVV): Ik heb het een tijdje aangehoorden nu wil ik even reageren namens mijn fractie. Onzefractievoorzitter heeft gezegd dat miljoenen mensenterecht geen vertrouwen meer zouden hebben in deonafhankelijke rechtspraak, als hij veroordeeld zouworden. Collega Dibi heeft aan mevrouw Van Toorenburgen de heer Van der Steur gevraagd of zij deze uitlatingvan de fractievoorzitter van de PVV ondermijnendvinden. Ik draai het nu om. De heer Dibi zegt dat derechters proactief et cetera moeten zijn, maar wat vindtde heer Dibi ervan dat maar liefst drie raadsheren van deHoge Raad ook voor hun beurt spreken? Ik noem in ditverband de heer Corstens die meteen in Buitenhofverscheen en daar zei dat dit ondermijnend is voor deonafhankelijkheid van de rechtspraak. De heer Aben zegtverder dat de rechtbank Amsterdam ten onrechtegewraakt is. Hij heeft daar zelfs een hele notitie overgeschreven. De heer Numan van de Hoge Raad zegt

bovendien dat het proces in een andere rechtbankvoortgezet moet worden. Wat vindt de heer Dibidaarvan?

De heer Dibi (GroenLinks): Ik trap niet in de valkuil engeef nu zelf niet allerlei oordelen over een lopendestrafzaak. Die strafzaak zal overigens helemaal opnieuwbeginnen vanwege het succesvolle verzoek om wraking.In het verleden heb ik in dit kader wel gezegd dat ik vinddat verschillen van mening niet in de rechtszaal moetenworden uitgevochten, maar in een publiek debat. Wijzullen afwachten wat dit proces zal brengen. Ik vind datpolitici terughoudend moeten zijn met snelle oordelenals er nog geen uitspraak van de rechtbank is. Het gaatin dit verband niet alleen om de fractie van mevrouwHelder.

Mevrouw Helder (PVV): Dit is niet eens een begin vaneen antwoord, maar ik laat het erbij. Een antwoord zal ikimmers toch niet krijgen. Ik heb wel een tweede vraagvoor de heer Dibi. Van de ene kant hoor ik vaker dat hetonzin is dat dit een politiek proces zou zijn. De PVV denktdaar echter anders over, want er staat een politicusterecht. Veel mensen zijn het daarmee eens. Van anderekant moet men onze fractievoorzitter dan niet verwijtendat hij als politicus het strafproces en de onafhankelijk-heid van de rechtspraak ondermijnt. Hij spreekt over eenslecht functionerend juridisch circus. Als hij dezeuitspraak als verdachte doet, moet hem die vrijheid ookgegeven worden.

De heer Dibi (GroenLinks): Mij bekruipt het gevoel dathet gesprek dat mevrouw Helder met mij wil aangaan,eigenlijk met de heer Moszkowicz aangegaan moetworden. Dit is iets wat in deze strafzaak heeft plaatsge-vonden. Misschien heeft mevrouw Helder een aantalterechte vragen gesteld en een aantal terechte dingengezegd, maar ik houd mij er buiten als zij het niet ergvindt. Ik vind het wel opmerkelijk dat mevrouw Helderspreekt over een politiek proces als het haar niet uitkomt,maar van een onafhankelijke rechter als dit haar weluitkomt. Ik vind dat dubbel. Politici moeten in dit verbandterughoudend zijn en moeten zo zuiver mogelijkproberen te oordelen na een uitspraak van de rechter.Daarmee heb ik hopelijk antwoord gegeven op de vraagvan mevrouw Helder.

Mevrouw Helder (PVV): Nee, dit was nog geen beginvan een antwoord. Ik laat het oordeel aan de heer Dibizelf. Het past echter niet om iemand een verwijt over ietste maken en het vervolgens zelf te doen.

De heer Dibi (GroenLinks): Wat zelf te doen?

De heer Van der Steur (VVD): Mevrouw Helder heeftwel een beetje gelijk. Collega Dibi heeft ons allen aanzijn, overigens scherpzinnige, woordenspel onderworpen,maar vervolgens geeft hij zelf geen antwoord op eensimpele vraag van mevrouw Helder. Zij vroeg wat hijvindt van rechters die helemaal geen onderdeel zijn vanhet strafproces, maar het wel becommentariëren. Dievraag kan de heer Dibi zonder enige twijfel beantwoor-den zonder dat hij in dezelfde fout vervalt die hij anderenverwijt. Overigens is de rol van verdachte en de rol vanpoliticus erg verwarrend. Je kunt je afvragen of derechters een strafproces dat gaande is, mogen becom-

Dibi

Tweede Kamer Veiligheid en Justitie (begroting)24 november 2010TK 26 26-58

Page 31: toekomstbeeld van de bewindslieden? Niet alleen wij, maar .../vilhmtg6jxp1.pdfcircuit. Deze carrières moeten wij in de kiem smoren. Laat ik duidelijk zijn: het CDA heeft daar een

mentariëren. Die vraag stelt mevrouw Helder aan de heerDibi. Dit is hetzelfde woordenspel, maar dan andersom.Nu bevalt het de heer Dibi echter ineens niet meer. Dit ismij een beetje te gortig.

De heer Dibi (GroenLinks): Dit kun je je zeker afvragen.Er is een aantal relevante vragen te stellen rond dit heleproces. Ik ben echter geen commentator van het proces.Ik heb gezegd dat publieke meningsverschillen in hetpublieke debat uitgevochten zouden moeten worden enbij voorkeur niet in de rechtszaal. Wij moeten nuafwachten hoe het afloopt.

Dat rechters op elkaar reageren, moeten zij zelf weten.Ik richt mij op politici. Tweede Kamerleden, volksverte-genwoordigers, behoren zich terughoudend op te stellen.Dat is inderdaad een ongeschreven regel bij lopendestrafzaken. Volgens mij is dit kristalhelder.

De voorzitter: Mijnheer Brinkman, wij moeten weluitkijken met het aantal interrupties.

De heer Brinkman (PVV): Mijn excuses dat ik even wegmoest omdat ik een andere vergadering moest voorzit-ten. Naar aanleiding van de laatste zin van de heer Dibimoet ik toch even reageren. Ik val niet van mijn stoel,maar ben wel helemaal verbouwereerd. De heer Dibizegt dat politici zich terughoudend moeten opstellen tenaanzien van lopende zaken. Daar ben ik het helemaalmee eens. Ik heb zijn fractievoorzitter een paar wekengeleden hier leden van onze fractie horen beschuldigenvan zaken waarvoor nog niet eens grammetje van bewijswas. Hij praat hier dus met een dubbel gezicht. Waarhaalt de heer Dibi het lef vandaan om dit zo te zeggen,terwijl de fractievoorzitter van GroenLinks allerleimensen beschuldigt van zaken waarvan nog niet eensaangifte is gedaan? Een schande!

De heer Dibi (GroenLinks): Mijn fractievoorzitter heeftslechts geconstateerd dat een aantal Kamerleden van dePVV in rap tempo elkaar opvolgend in opspraak warengeraakt. Zij wilde daarmee aantonen dat er sprake wasvan meten met twee maten. Ik kan mij nog herinneren –dat is het laatste wat ik hierover zeg – dat de heerWilders zijn excuses aanbood op de nationale televisie,omdat hij zich had vergist. Marokkanen waren namelijkniet vijf keer zo vaak verdacht als anderen, maar zes keerzo vaak verdacht. Dus als de heer Brinkman mensen nietverdacht wil maken ...

Mevrouw Gesthuizen (SP): Voorzitter. Mag ik een puntvan orde maken?

De heer Dibi (GroenLinks): Mag ik even mijn zinafmaken? Als er nog geen rechterlijk oordeel is, moet hijzichzelf er ook niet schuldig aan maken. Ik denk dat ik alweet wat mevrouw Gesthuizen gaat zeggen.

De voorzitter: Wacht even, want zo gaan wij niet door.Wij gaan ons weer richten op de begroting. Allerlei oudeirritaties moet u maar op een andere plek en op eenander moment met elkaar uitvechten.

Mevrouw Gesthuizen (SP): Ik wil een ding gezegdhebben. Ik voel mij er bijzonder ongemakkelijk bij dat wijhet nu hebben over zaken die nog voor de rechtermoeten komen. Ik zal even geen namen noemen, maar

het gaat om zaken waarvan wordt gezegd dat daarvoorgeen bewijzen zouden zijn et cetera. Als ik dat hier alspoliticus onweersproken laat, heb ik er niets tegeningebracht. Tegelijkertijd vind ik dat ik mij er niet overmoet hoeven uit te laten, dus ik wil dat die discussie hiergewoon stopt.

De voorzitter: Dat laatste had ik al gezegd en uwverklaring staat in de Handelingen. De heer Dibi gaatdoor met zijn eigen verhaal.

De heer Dibi (GroenLinks): Het ging mij om hetvertrouwen in de rechterlijke macht ...

De voorzitter: Nee, nu moet u niet opnieuw beginnen.Dat is flauw, want dan komen de collega’s natuurlijk ookweer.

De heer Dibi (GroenLinks): Als u mij mijn zin gewoonhad laten uitspreken, had u gehoord dat ik helemaal niksmeer zal zeggen over wat daar is gebeurd. Het gaat mijom het vertrouwen in de rechterlijke macht: politicikunnen dat beschadigen als zij te makkelijk en te sneloordelen als een zaak nog onder de rechter is.

De wens van de fractie van GroenLinks is dat rechtersmet beide poten middenin de samenleving staan. Wijwaren bijzonder verheugd met het initiatief ″Meet thejudge″. Burgers konden vandaag op bezoek komen bijrechters om vragen te stellen – hoe wordt een rechterbenoemd, hoe komt de rechter tot een bepaald vonnis? –om meer begrip te krijgen voor de belevingswereld vanrechters. Dat moet natuurlijk ook gelden voor rechters,die zich moeten verdiepen in de belevingswereld vanburgers. Dat kan met de maatschappelijke stages die deheer Recourt heeft voorgesteld en waarvan ook wij eengroot voorstander zijn. Je kunt ook denken aan hetgebruik van sociale media om actief desinformatie tebestrijden met je eigen informatie. Als er weer eenonderzoek uitkomt, een uitspraak wordt gedaan of eendiscussie oplaait over het milde strafklimaat in Neder-land, bestrijd dat dan met de feiten die je zelf tot jebeschikking hebt. Stuur een persrechter naar Pauw &Witteman om daar te vertellen dat het anders zit dan demassa wordt wijsgemaakt. Rechters moeten zichproactief opstellen, willen zij het vertrouwen in deonafhankelijke rechterlijke macht bewaken. Graag krijg ikeen reactie van beide bewindspersonen op de volgendevragen. Hoe willen zij omgaan met de organisatorischeproblemen bij de rechterlijke macht, zoals Rinus Otte ookdeels heeft aangekaart in zijn boek? Hoe kunnen wij ingesprek met de rechterlijke macht, bijvoorbeeld met deRaad voor de rechtspraak, ervoor zorgen dat rechtersproactief zijn, uit de geslotenheid treden en hun verhaaldurven te vertellen?

Ik heb al het nodige gezegd over de terughoudendheidvan politici; daar ga ik niet overheen. Maar er past ookeen kritische beoordeling van de huidige staatssecretaris,als u het mij niet kwalijk neemt, die zich als Kamerlidonvermoeibaar en diep inhoudelijk met lopendestrafzaken bemoeide. Of het nu ging over een Limburgsekroongetuige in een vastgoedfraudezaak of over het nietvervolgen van een verdachte die een Haagse ambulance-broeder had mishandeld, er werd altijd wel eenopmerking over gemaakt, een schriftelijke vraag overgesteld of een spoeddebat over aangevraagd. Dat lijkt

Dibi

Tweede Kamer Veiligheid en Justitie (begroting)24 november 2010TK 26 26-59

Page 32: toekomstbeeld van de bewindslieden? Niet alleen wij, maar .../vilhmtg6jxp1.pdfcircuit. Deze carrières moeten wij in de kiem smoren. Laat ik duidelijk zijn: het CDA heeft daar een

mij nu onbespreekbaar. Graag krijg ik een reactie vandeze staatssecretaris.

Bewindspersonen van Justitie hebben de staatsrechte-lijke mogelijkheid om te interveniëren in lopendestrafzaken. Die bijzondere aanwijzingsbevoegdheid gaatnaar de smaak van de fractie van GroenLinks veel te ver.Zelfs in individuele strafzaken kan Justitie namelijkvoorschrijven wat de officier van justitie moet doen enlaten. Dat is wat ons betreft een risico voor het onafhan-kelijke verloop van strafzaken. De Kamer moet weethebben van het precieze gebruik van de bijzondereaanwijzingsbevoegdheid zoals opgenomen in de Wet opde rechterlijke organisatie. Graag zou ik horen of dezeminister en staatssecretaris bereid zijn om de Kamerperiodiek op de hoogte te stellen wanneer zij gebruikma-ken van die bijzondere aanwijzingsbevoegdheid.

Je moet burgers niet alleen tegen elkaar moetbeschermen als er kwade wil is, maar ook tegen deoverheid. De overheid wordt namelijk steeds nieuwsgieri-ger. Of burger en overheid er wat mee opschieten, is eenvraag waar niemand echt antwoord op weet. De laatsteontwikkeling is dat Nederland zijn DNA-databank koppeltaan die van de VS. De motivering? Zo lossen wij snellermisdrijven op. Dit is een typisch voorbeeld van ondoor-dacht databasegebruik. Volgens mij was het mevrouwHennis die een treffend citaat gaf: als je de berg hooisteeds groter maakt, dan wordt het steeds lastiger omeen speld te vinden. Dit voorstel is exemplarisch. HetRathenau Instituut heeft becijferd dat de gemiddeldeNederlander in zo’n 250 tot 500 publieke en particulieredatabases is opgeslagen. De vragen of het nodig is, ofhet anders kan en of het veiliger moet, doen niet terzake. Laat staan dat burgers er weet van krijgen wie watmet hun bloedeigen gegevens doet. Het moet doordach-ter, veiliger en toegankelijker voor de burger. GroenLinkswil een overzicht van alle overheidsdatabanken waaringegevens van burgers zijn opgenomen. Volgens mij gaatde staatssecretaris over de Wet bescherming persoons-gegevens. GroenLinks wil dat hij in contact treedt methet College bescherming persoonsgegevens voor eenmogelijke toezichthouder op databases, een aanscher-ping van het inzage- en correctierecht van burgers eneen strakker veiligheidsregime. Graag een reactie.

De heer Van der Staaij (SGP): De heer Dibi wil dat destaatssecretaris in gesprek treedt met het Collegebescherming persoonsgegevens over een toezichthouder,maar dat college is toch zelf in het leven geroepen omdie toezichthoudende taak te vervullen?

De heer Dibi (GroenLinks): Dat moet ik misschien evenverhelderen. Dank dat ik door deze interruptie wat extraspreektijd krijg. Het gaat om een toezichthouder binnenhet college die zich bezighoudt met ICT, met het ontwerpvan databases en met de controle of alles naar wensverloopt. Inderdaad, deze taak ligt al bij het Collegebescherming persoonsgegevens, maar er moet eenspecifieke toezichthouder binnen het college komen voorICT-databanken.

Het kabinet heeft op de gevel van het ministerie vanJustitie een bordje met Veiligheid getimmerd. Deboodschap is: wij gaan dit o zo belangrijke probleem dekomende jaren aanpakken. Wij hebben de afgelopenweek heel veel zoet gekregen van minister Opstelten. Hetwas Balkenende die eerst het zuur en en dan het zoetbeloofde. Bij dit kabinet lijkt het andersom: eerst het

zoet. Er worden allerlei leuke voorstellen gedaan. Deindruk wordt gewekt dat veiligheid een enorm belangrijkthema wordt, maar het ontbreekt aan concrete enafrekenbare doelstellingen. Ik vond het heel opvallenddat noch CDA, noch VVD, noch PVV dit kabinet heeftgevraagd om concrete en afrekenbare doelstellingen,terwijl de partijen dat in het verleden heel stellig indebatten inbrachten. Als het gaat om het oplossingsper-centage, als het gaat om het opsporingsbeleid, als hetgaat om de onderbezetting bij de politie, als het gaat omhet recidiveaantal, als het gaat om de aangiftebereidheid,als het gaat om de veiligheidsgevoelens, op al dieterreinen moeten concrete en afrekenbare doelstellingenworden geformuleerd. Anders kan een Kamerlid hetkabinet aan het einde van de rit niet controleren op devraag of het de eigen beloften heeft waargemaakt. Ik benextra kritisch op dit onderwerp omdat wij nu al, zo kortna het aantreden van dit kabinet, weten dat een van debeloften, namelijk 3000 agenten bovenop het huidigeaantal, gewoon niet ingelost wordt. Hier past een extrakritische benadering van deze bewindslieden. Ik ga hiernog heel vaak op terugkomen.

De heer Çörüz (CDA): In mijn termijn heb ik nadrukkelijkaan de bewindslieden concreet gevraagd wat wij gaankrijgen voor die intensivering van 350 mln. Ik heb eenaantal zaken genoemd, bijvoorbeeld de overlast vanjongeren. Ik heb gewezen op de aangiften. Komt depolitie als zij gebeld wordt? De heer Dibi moet nietzeggen dat wij niet kritisch zijn terwijl wij dat in hetverleden wel waren. Nee, wij willen ook daadwerkelijkprestaties van de politie zien voor die extra financiëlemiddelen.

De heer Dibi (GroenLinks): Met hoeveel procent moet deaangiftebereidheid omhoog? Met hoeveel moet hetrecidivegehalte omlaag? Met hoeveel moet het oplos-singspercentage omhoog? Dat zijn vragen die beant-woord moeten worden door dit kabinet. De heer Çörüzheeft heel veilige vragen gesteld, die volgens mij heelirreëel zijn. De politie krijgt van dit kabinet extra taken.Het gaat dan om de strafbaarstelling van illegaliteit, hetcontroleren van coffeeshops, speekseltests enzovoort.Agenten krijgen het dus alleen maar zwaarder. Er gaan erechter 500 af, want dat worden animal cops. De vraag isdus echt hoe de politie dit in hemelsnaam moet gaanbolwerken zonder investeringen door dit kabinet.Misschien wil de heer Çörüz daar ook nog op reageren.

De voorzitter: Zo werkt het hier niet.

Mevrouw Hennis-Plasschaert (VVD): Ook de VVD heeftbehoefte om zich te distantiëren van het idee dat wij nietkritisch zouden zijn ten aanzien van de doelstellingen diein dit regeerakkoord zijn gesteld. Ik stel voor dat wij deminister en de staatssecretaris de kans geven om teantwoorden. Wij hebben wel degelijk vragen over destijgende lijn in de afspraken die wij nu met ze maken, ofhet nu gaat om het sneller aangifte doen of om deaanrijtijden of om de zaken die op de plank blijvenliggen. Ik stelde zelf dat Harm Brouwer aangaf datslechts 20% van de zaken wordt opgepakt. Dat kan nietde bedoeling zijn. Wij hebben als VVD duidelijk gestelddat aanpak door politie en justitie niet kan grenzen aanstraffeloosheid. Het is aan dit kabinet om aan te tonendat er sprake is van een stijgende lijn. Geef de bewinds-

Dibi

Tweede Kamer Veiligheid en Justitie (begroting)24 november 2010TK 26 26-60

Page 33: toekomstbeeld van de bewindslieden? Niet alleen wij, maar .../vilhmtg6jxp1.pdfcircuit. Deze carrières moeten wij in de kiem smoren. Laat ik duidelijk zijn: het CDA heeft daar een

personen dus de kans om te reageren, maar suggereerniet dat wij niet kritisch zouden zijn.

De heer Dibi (GroenLinks): Ik heb inderdaad hetpercentage van 20 gehoord. Daar ik ook heel erg blijmee. De inbreng van de VVD-fractie staat toch in schrilcontrast met de opstelling van de VVD-fractie ten tijdevan het vorige kabinet. Toen was bij het eerste debat alduidelijk dat de heer Rutte het onacceptabel vond dat hetkabinet wel allerlei mooie woorden opschreef in hetregeerakkoord, maar die niet kwantificeerbaar ofafrekenbaar maakte. Dat is mijn punt. Als wij alsKamerleden ons eigen werk serieus nemen en hetkabinet willen afrekenen op gemaakte beloften, danmoeten wij wel iets hebben waar wij het op kunnenafrekenen. Niet omdat wij van de afrekencultuur zijn,maar omdat wij onze controlefunctie serieus moetennemen.

De heer Van der Steur (VVD): De heer Dibi is toch nietvergeten dat de reden dat Mark Rutte zich destijds zokritisch heeft uitgelaten over het vorige kabinet, metname gevonden werd in het feit dat het 100 dagen oppad is gegaan om uit te vinden wat het in vredesnaammoest doen? Van dit kabinet hebben wij in 100 uur meergezien dan in de 100 dagen van het vorige kabinet.

De heer Dibi (GroenLinks): Ik heb nog heel weiniggezien. Ik heb wel heel veel voornemens gehoord en ikheb heel veel mooie woorden gehoord. Ik vind het heelerg opvallend dat u bij de behandeling van de eerstebegroting, opgesteld door het vorige kabinet – wij wetennog helemaal niet hoe het nieuwe kabinet het gaat doen;dat krijgen wij volgend jaar pas te zien – al de conclusietrekt dat het kabinet zo goed bezig is. Volgens mij nemenwij ons eigen werk dan niet serieus. Wij moeten hetkabinet afrekenen op de resultaten. Die resultaten heb iknog niet gezien. Ik heb wel heel veel mooie beloftengezien. Met een paar zijn wij het overigens hartgrondigeens.

De heer Recourt (PvdA): Klopt het dat het vorige kabinetop het gebied van veiligheid wel kwantificeerbaredoelstellingen had?

De heer Dibi (GroenLinks): Dat klopt. Die werdenmisschien niet altijd waargemaakt, maar dan weet je welwat je aan een kabinet hebt en dan kun je de ministerswel houden aan de zelf gemaakte beloften. Somsbekruipt mij het gevoel dat dit kabinet de doelen nietkwantificeerbaar wil maken uit angst dat zij, net als hetvorige kabinet, dan heel erg hard aangepakt kan wordendoor de oppositie.

De voorzitter: U maakt nu uw betoog af.

De heer Dibi (GroenLinks): Dat zal ik doen. Ik ben bijnaklaar.

Ik wil nog op een aantal voorstellen van mijn collega’sreageren. D66 sprak over de huwelijksvoorwaarden. Hethangt af van de precieze invulling, maar wij staan daarwel sympathiek tegenover. Als het gaat om het afschaf-fen van de verjaringstermijn voor ernstige gewelds- enzedendelicten kan men uiteraard rekenen op de steunvan GroenLinks. GroenLinks steunt ook de terbeschik-

kingstelling aan onderwijs. Dat geldt ook voor uitstappro-gramma’s voor prostituees.

Mevrouw Helder is even weggelopen, maar ik vind heteen bijzonder mooi initiatief om geweldsslachtoffers ennabestaanden van geweldsslachtoffers die muur tegengeweld te gunnen. Volgens mij wil deze staatssecretarisdat ook. Ik zou het een mooie symbolische actie vinden.

Ik heb nog een kleine vraag aan de staatssecretaris. Erwordt al zeer lang gesproken over de ontoereikendetarieven van de jeugdbescherming. De vorige ministervoor Jeugd en Gezin zou er naar kijken, maar het kabinetis gevallen en het is anders gelopen. Ik ben benieuwdhoe deze staatssecretaris daar tegenaan kijkt, want hetheeft financiële gevolgen als wij daar iets aan willenveranderen.

Ik wens beide partners in crime zeer veel succes ensterkte. Ik hoop dat zij alle ambities om de veiligheid inNederland te verbeteren ook waar kunnen maken. Ikhoop dat zij de verwachtingen temperen en niet altijdheel grote woorden gebruiken die ze niet waar kunnenmaken, omdat dit het vertrouwen in de politiek niet zalvergroten.

©

De heer Rouvoet (ChristenUnie): Voorzitter. Ook ikfeliciteer de collega’s Marcouch en Elissen met hunmaidenspeeches. Ik kreeg overigens via twitter door datSinterklaas het gebouw zojuist heeft verlaten. Ikconstateer dat de PVV-fractie zijn taak met verve heeftovergenomen, niet alleen met een sinterklaasgedicht,waarvan ik met veel genoegen kennis heb genomen,maar ook door vandaag het ene na het andere punt wegte geven: de 3000 extra agenten, het leger bij depolitietaken en de animal cops. Het houdt niet op, maarik bewonder de blijmoedigheid waarmee de heerBrinkman namens zijn fractie heeft gezegd dat ze zo blijis met het papier van het gedoogakkoord.

Ik werd getroffen door het opstappen van de Japanseminister van Justitie dezer dagen, want die heeft gezegddat het zo makkelijk is om minister van Justitie te zijn.Makkelijk, zegt hij, omdat je maar twee zinnetjes hoeft teonthouden om lastige vragen van het parlement teontduiken: ik onthoud mij van commentaar op individu-ele gevallen en ik handel adequaat op basis van de weten het bewijs. Deze bewindslieden begrijpen dat ikvandaag uitkijk naar een veel inhoudelijker debat.

Ik begin met een principieel punt, dat ik bij interruptieal bij een aantal collega’s heb neergelegd, namelijk deverhouding tussen justitie in de zin van gerechtigheid, deuitdrukking van de gerechtigheidsnorm – de hoofdtaakvan de overheid, dunkt mij – en veiligheid. We hebbengediscussieerd over de naamgeving, daarover gaat hetkabinet, want die vormt voor mij de aanleiding om ditpunt aan de orde te stellen. De naamgeving kan immersmakkelijk de indruk wekken – ik weet dat een enkelingeen hekel heeft gekregen aan suggesties en indrukken,maar het moet toch maar gezegd zijn – dat veiligheid tenkoste van alles mag gaan, zelfs van gerechtigheid, justitieen rechtsstaat. Ik vind dit een dermate belangrijk enprincipieel punt, dat ik het in mijn eerste termijn opvoer.In mijn visie gaat het bij veiligheid altijd om de verschij-ningsvorm van gerechtigheid, van justitie, en dat moetenwe niet omkeren, want dan spelen we met het lot van derechtsstaat. Juist omdat dit een punt van discussie isgeworden, vraag ik gemaks- en kortheidshalve aan de

Dibi

Tweede Kamer Veiligheid en Justitie (begroting)24 november 2010TK 26 26-61

Page 34: toekomstbeeld van de bewindslieden? Niet alleen wij, maar .../vilhmtg6jxp1.pdfcircuit. Deze carrières moeten wij in de kiem smoren. Laat ik duidelijk zijn: het CDA heeft daar een

bewindslieden, in het bijzonder aan de minister, om hunvisie te geven op de verhouding tussen veiligheid enjustitie. Misschien kan hij een inkijkje geven in wat debeweegreden is geweest om in ieder geval in denaamgeving veiligheid voorop te stellen, terwijl wij altijdzo trots waren op het ministerie van Justitie, het oudepapier.

Sprekend over de begroting, moet ik hier eerst eenopmerking maken die ik ook in het debat over depolitiebegroting heb gemaakt, namelijk dat wij geen notavan wijziging hebben waarin de voornemens van ditkabinet worden verwerkt in de financiën. Dit betekent, enik doe daar niet flauw over, dat zo lang wij die niethebben, de Kamer alleen maar kan goedkeuren wat er is,want de Kamer heeft het budgetrecht. Tot nu toe is datde begroting zoals die door het vorige demissionairekabinet is ingediend op Prinsjesdag. Het kabinet isblijkens het regeerakkoord van plan om in 2011 al tebezuinigen en te investeren, ook op het terrein van dezebewindslieden, maar het geld om te besteden is er dusnog niet. Ik denk dat het correct is om dit met enigenadruk onder de aandacht van de bewindslieden tebrengen. Minister Opstelten, de minister van Veiligheiden Justitie, heeft in het debat over de politiebegrotinggezegd dat hij als liberaal gewend is om geen euro uit tegeven die hij niet eerst heeft verdiend. Dat is een mooieleidraad, maar het moet hier gezegd worden dat deminister geen euro mag uitgeven die niet eerst door deKamer is goedgekeurd. Die vermaning geef ik de beidebewindslieden mee, als zij het geld in 2011 willenuitgeven. Hoe willen zij hun plannen realiseren als datniet door de Kamer is goedgekeurd?

Voor dit kabinet is veiligheid belangrijk, overigens ookvoor de fractie van de ChristenUnie. Niet voor niets is deChristenUnie begin dit jaar met een nota gekomen meteen aantal voorstellen voor een veiliger samenleving. Dienota is alweer aantal maanden geleden uitgebracht tentijde van het demissionaire kabinet Balkenende IV. Ik zalzorgen dat de bewindslieden een exemplaar krijgen. Ikstel het op prijs als zij op de inhoud van die nota willenreageren, met name op de voorstellen die daarin wordengedaan. Het goede nieuws is dat Nederland in een aantalopzichten veiliger is geworden. In de afgelopen jarennam bijvoorbeeld het aantal geweldsincidenten af metbijna 20%. Het aantal overvallen daalde. Het slechtenieuws is tegelijkertijd dat de mensen zich niet veiligerzijn gaan voelen. Integendeel, zij voelen zich vaak minderveilig. Dat is meteen het spanningsveld waarin ook ditkabinet zal moeten opereren. Mijn vraag is hoe debewindslieden daarmee omgaan. Hoe gaan zij beleidmaken op het afnemende veiligheidsgevoel? Hoe gaan zijdat verbeteren?

Ziet de minister nog mogelijkheden om de samenle-ving er uitdrukkelijker bij te betrekken, bijvoorbeeld ookdoor het uitbreiden van de mogelijkheden van eeninitiatief zoals Burgernet? Burgernet is destijds opinitiatief van mijn fractie geïntroduceerd.

Veiligheid is belangrijk volgens het regeerakkoord. Hetis toch goed om er bij deze behandeling op te wijzen dater per saldo geen stuiver extra naar veiligheid gaat. HetCPB laat dat ook zien in de doorrekening. Hoe denkt deminister de doelstellingen op het gebied van veiligheid tebereiken als bijvoorbeeld tegelijkertijd voor 80 mln. ophet veiligheidsbudget van de gemeenten wordt gekort?Kan de minister zeggen waar de bezuiniging onder denoemer van de Montfransgelden uit bestaat? De

gemeenten zeggen dat de Montfransgelden maar 30 mln.betreffen. Er wordt echter 80 mln. op bezuinigd. Dat vindik knap!

Het regeerakkoord kondigt aan om sneller en strengerte straffen. Naast de hoogte van de straf is het vergrotenvan de pakkans minsten zo belangrijk om de veiligheid tebevorderen. Hoe gaat de minister die pakkans vergroten?Misschien kan de minister in één adem door eindelijkhelderheid geven over wat het betekent dat de krijgs-macht vaker wordt ingezet voor politietaken. Ik vraaghem daarbij de overwegingen van zijn collega vanDefensie mee te nemen. Die heeft hierover natuurlijk ookzijn opvattingen.

In de begroting staat terecht dat alleen met repressiede criminaliteit niet kan worden teruggedrongen.Preventieve maatregelen zijn onmisbaar om herhaalddaderschap te verminderen. In 2007 is het budget voorde re-integratietrajecten van de zogenaamde DEMO-instellingen, een viertal re-integratie-instellingen,structureel gemaakt. Dat heeft zijn vruchten afgeworpen.Uit recent wetenschappelijk onderzoek blijkt het positieveeffect van de begeleiding door de DEMO-instellingen opde vermindering van recidive. Het beschikbaar budgetvoor deze particulier nazorginstellingen wordt eenknelpunt voor succes. Het budget is namelijk vastgesteldop het niveau van 2007. Voor 2011 is 1,5 mln. extranodig. Daartoe heb ik een amendement ingediend. Ik wildit belangrijke werk graag gecontinueerd zien. Kan destaatssecretaris bevestigen dat zonder dit extra budgetwachtlijsten zullen ontstaan voor de rechterlijke enpenitentiaire plaatsingen? Is hij bereid het budget aan tepassen om wachtlijsten te voorkomen? Ik verwijs naarmijn amendement.

Dan de prostitutie. De afschaffing van het bordeelver-bod heeft geleid tot een verplaatsing naar illegale engedwongen prostitutie. Prostituees werken steeds vakerin massagesalons, zonnestudio’s, sauna’s en kapsalons.Nog altijd zit een groot deel van de prostituees gedwon-gen achter de ramen. De problemen zijn fors en deaanpak van mensenhandel verdient prioriteit. Als het aande ChristenUnie ligt, mag niemand geld verdienen aande seksuele uitbuiting van anderen. Onze voorkeur gaatdan ook uit naar een herinvoering van het bordeelver-bod. Moderne slavernij moet bestreden worden. Ikbeschouw het op zichzelf als een goede eerste stap datde minimumleeftijd voor prostituees wordt verhoogdnaar 21 jaar. Ik heb daar toch een aantal vragen over.

De uitstapprogramma’s voor prostituees zijn van grootbelang. De drempel om te stoppen met prostitutie isimmers nog steeds te hoog. Uitstapprogramma’s helpendeze vrouwen aan een nieuwe baan, een nieuwetoekomst, een nieuw leven. Eerder heeft mijn fractie meteen amendement geld beschikbaar gesteld voor deuitstapprogramma’s. Daarna is er een motie in de Kamerbehandeld om het uitstapprogramma structureelflankerend te maken bij het prostitutiebeleid. Die motie isnog niet uitgevoerd. Sterker nog, de financiering stoptvoor een aantal uitstapprogramma’s al op 31 decembervan dit jaar. Voor de programma’s die later zijn gestart, isdat 1 mei 2011. Dat betekent dat nu al contracten moetenworden opgezegd en werkzaamheden moeten wordenbeëindigd. In Amsterdam moet men nu al nee verkopenaan vrouwen die uit de prostitutie willen stappen en eenberoep doen op een uitstapprogramma. Dat kan niet debedoeling zijn. Daarom de volgende vragen. Onderschrij-ven de bewindslieden het belang van de uitstapprogram-

Rouvoet

Tweede Kamer Veiligheid en Justitie (begroting)24 november 2010TK 26 26-62

Page 35: toekomstbeeld van de bewindslieden? Niet alleen wij, maar .../vilhmtg6jxp1.pdfcircuit. Deze carrières moeten wij in de kiem smoren. Laat ik duidelijk zijn: het CDA heeft daar een

ma’s, ook gezien de verhoging van de leeftijdsgrenswaardoor een aantal met name jonge prostituees moetuitstappen? Helpen wij die groep niet, dan duiken zijonder in hotels, massagesalons en dergelijke. Zij zijn danvoor ons onbereikbaar, in het illegale circuit. Hoeveel vandie 15 mln. uit 2008 is al besteed? De vorige minister vanJustitie heeft vorig jaar bij de begrotingsbehandelinggezegd dat er in juni 2010 een evaluatie zou plaatsvin-den. Waarom is die er nog niet? Weten de bewindsliedenwanneer die er wel gaat komen?

De vorige minister van Justitie gaf een jaar geledenaan dat dit niet de bedoeling was. Vandaar mijn vraag ofde bewindslieden bereid zijn om de financiering van deuitstelprogramma’s te verlengen totdat de evaluatie heeftplaatsgevonden. Bij het debat over de kaderwet voorprostitutie kunnen wij bezien hoe wij de financieringstructureel maken. Om te helpen heb ik op dit punt eenamendement ingediend om de financiering voor 2011zeker te stellen. Graag een reactie.

Ik kom bij het volgende onderwerp: de brandweeror-ganisatie. De vakbonden, brandweermensen enbrandweervrijwilligers maken zich grote zorgen over deveiligheid en de verhoging van het risico voor optre-dende brandweerlieden. Er liggen aanbevelingen om debemanning van een brandweerwagen te verminderenvan zes naar vier mensen. In januari 2010 schreefminister Ter Horst nog dat de bezetting van eeneerstelijns brandweereenheid zes personen is en zoumoeten blijven. Dat schreef zij niet voor niets. Ik vraag deminister of de staatssecretaris om te reageren, ookgezien de voorstellen van de commissie-Mans, waarin inverband met de bezuinigingen wordt voorgesteld om destandaardbezetting van zes naar vier personen tebrengen. Ik overweeg een motie in te dienen om dattegen te houden.

Het punt van de politie laat ik liggen. Daarover isuitvoerig gesproken. Ik heb alleen de vraag die ik ook alaan de heer Brinkman heb gesteld: welke agenten die wijnu al hebben, gaan wij omscholen tot animal cops? Datis een reële vraag en een punt van belang voor debewindslieden. Ik benadruk nog wel dat het mij zorgenbaart dat wij aan andere ernstige delicten, zoals debestrijding van kinderporno, niet of nauwelijks toekomenqua capaciteit. Wij moeten nu waarschijnlijk capaciteitvrijspelen bij een aantal diensten om de animal cops vande grond te kunnen tillen.

Het is goed dat er een steviger drugsbeleid gevoerdzal worden. Wij komen daarop in een apart debat terug.Het afstandscriterium wordt verhoogd naar 350 meter.Dat is positief, maar het huidige afstandscriterium wordtin een aantal gemeenten nog niet gehandhaafd. Wat gaatde minister daaraan doen?

Ik merk dat ik aan het eind van mijn spreektijd ben. Iklaat het punt van de kansspelen op dit moment rusten.Wij komen daarop in een ander verband terug. Destaatssecretaris is echter gewaarschuwd. Wij zullen hemzeer kritisch volgen, een beetje inschattend wat zijnplannen op dit punt zijn.

Een laatste opmerking betreft het publiceren vanuitspraken. In de schriftelijke antwoorden op een aantalfeitelijke vragen wordt gesteld dat veel gerechtelijkeuitspraken al worden gepubliceerd op www.recht-spraak.nl. Dat klopt gedeeltelijk. www.rechtspraak.nl issinds 1999 uitgegroeid tot een van de belangrijkstebronnen van juridische informatie. Slechts 1,5% van degerechtelijke uitspraken wordt echter gepubliceerd. Een

selectie wordt door de rechtspraak zelf gemaakt. Kan hetfeit dat niet alle vonnissen via internet te raadplegen zijnniet leiden tot rechtsongelijkheid? Ook de commissie-DeMeij pleitte in haar advies van een aantal jaren geledenvoor het online publiceren van alle uitspraken. Dat is numisschien een stap te ver, maar is er geen winst tebehalen door de selectiecriteria duidelijker en transparan-ter toe te passen? Ik wacht met belangstelling deantwoorden af.

Mevrouw Gesthuizen (SP): Voorzitter. De heer Rouvoethoudt een heel duidelijk en hartverwarmend betoog. Hijheeft vooral gepleit voor aandacht voor preventie enheeft daarvoor zelfs in het kader van resocialiseren enre-integratie een amendement ingediend, dat ik medeheb ondertekend. Ik heb in mijn bijdrage aandachtgevraagd voor de organisatie Delinkwentie & Samenle-ving. Die organisatie staat nu nog niet in de begrotingals een organisatie waar geld wordt weggehaald, maardat gebeurt wel het jaar daarna. Zal de heer Rouvoet zichdan samen met mij sterk willen maken voor dezeorganisatie, die voorlichting geeft op scholen?

De heer Rouvoet (ChristenUnie): Ik ben daarop niethelemaal geprepareerd. Voorlichting op scholen klinktsympathiek, maar het hangt ervan af hoe de financieringgestalte moet krijgen. Het is lastig bij deze begroting aleen punt te maken dat kennelijk pas actueel kan wordenbij de begroting van volgend jaar. Ik zeg toe dat ik meteen welwillende blik naar de inbreng van mevrouwGesthuizen en de onderliggende argumentatie zal kijken.Ik begrijp dat zij op dit moment geen amendementindient, omdat het pas op de begroting van volgend jaarziet.

©

De heer Van der Staaij (SGP): Voorzitter. Staten zijnniets dan grote roversbenden. Tijdens een hoorcollegerechten hoorde ik ooit dat Augustinus dat gezegd zouhebben. Nu heb ik een hoge pet op van Augustinus, dusik schrok van dat citaat. Gelukkig bleek het niet tekloppen. Hij zei: ″Als de gerechtigheid ontbreekt, wat zijnstaten dan anders dan grote roversbenden?″. Het geeftwel het belang aan van justitie, van gerechtigheid alsnorm en maatstaf voor het overheidshandelen. Veiligheiden Justitie: terecht wil dit kabinet ook veel werk makenvan veiligheid. Het is een belangrijke prioriteit. Wijwaarderen dat; misdaad mag niet lonen. Overlast moetworden aangepakt. Plannen van het nieuwe kabinet,zoals het aanpakken van drugs, het bestrijden vanmisstanden rond prostitutie en het verlengen vanverjaringstermijnen voor ernstige delicten spreken onsaan. Daadkracht vraagt echter om een permanente inzetop alle schakels van de justitieketen. Ik sluit mij aan bijde vragen die gesteld zijn over concrete doelstellingenen prestaties. Een stevig, maar ook afgewogen beleid isnodig, een beleid met twee ogen open: oog hebben voorrechtvaardigheid, maar ook voor barmhartigheid. Wijhebben een stevig beleid nodig, met oog voor demenselijke maat.

Ik heb een aantal concrete punten en suggesties. In deeerste plaats noem ik dat bijzondere aantal extraagenten. Ik vat het zo samen: wij krijgen in dezekabinetsperiode wel extra geld voor politie, maar helaasgeen geld voor extra politie, bovenop de aantallen die

Rouvoet

Tweede Kamer Veiligheid en Justitie (begroting)24 november 2010TK 26 26-63

Page 36: toekomstbeeld van de bewindslieden? Niet alleen wij, maar .../vilhmtg6jxp1.pdfcircuit. Deze carrières moeten wij in de kiem smoren. Laat ik duidelijk zijn: het CDA heeft daar een

wij nu al dachten te kunnen betalen. Je kunt er een langwoordenspel van maken, maar ik stel in elk geval vastdat nog steeds klopt wat er in de toelichting op hetregeerakkoord staat, namelijk dat met het bedrag dat isvrijgespeeld 3000 agenten meer gefinancierd kunnenworden dan zonder die intensivering het geval zou zijngeweest. Dat lijkt mij op zichzelf genomen helder, maarons politieke punt blijft staan, namelijk dat wij inNederland, ook in vergelijking met het buitenland,gewoon te weinig agenten hebben per zoveel duizendinwoners. Wij blijven streven naar meer agenten. Is daarenig perspectief op, ook voor de langere termijn? Hetgaat niet alleen om agenten, maar de hele strafrechtke-ten moet de klus aankunnen om voortvarend werk temaken van opsporing en vervolging: politie, OpenbaarMinisterie en de Rechterlijke Macht.

Ik sluit mij graag aan bij degenen die de pakkanshebben beklemtoond. Ik had er ook mooie zinnen overop mijn papiertje staan: in de praktijk gaat het niet alleenom de strafmaat, maar ook heel nadrukkelijk om depakkans. Als die heel klein is, werkt het buitengewoonweinig preventief.

Ik roep het kabinet op om kritisch te kijken naar dearrestantenquota. In de praktijk zie je dat cijfers zijnafgesproken over het aanleveren van een bepaald aantalverdachten. Op zichzelf genomen zit daar een goededoelstelling achter, maar een eenvoudige inbraak of eenfietsendiefstal kan toch niet even zwaar tellen als eenmeervoudige moord? De prikkels voor de opsporing zijnte veel gericht op het aantal zaken en te weinig op hetdoorrechercheren op belangrijke zaken. Kan niet wordenbevorderd dat bij de beoordeling van het politiewerk ookwordt onderscheiden naar de ernst van de feiten, metname als het gaat om de arrestantenquota?

Een volgend punt is dit: geef lokaal bestuur meerzeggenschap over en verantwoordelijkheid voor lokaalinzetbare politie. Welk politiestelsel er ook is, er moet welruimte zijn voor lokale betrokkenheid. Nationale politiemag niet betekenen dat kleine gemeenten op hetplatteland aan het kortste eind trekken. Gemeentebestu-ren moeten meer dan nu in overleg met de politieprioriteiten in de handhaving op hun grondgebiedkunnen aangeven. Wat zijn wat dat betreft de plannen?Ziet het kabinet ook mogelijkheden om meer werk temaken van een soort basispolitiezorg in heel Nederland,dus ook in het landelijk gebied?

Het kabinet stelt voor om de boetes voor verkeersover-tredingen stevig te verhogen, met 35%. Wij zoudenwillen pleiten voor een gerichte inzet van die verhoging,zodat de verkeersveiligheid ermee is gediend en niet hetspekken van de overheidskas centraal staat. Graag zienwij dat rekening gehouden gaat worden, meer dan nuhet geval is, met recidive van mensen die veel te hardrijden. Fervente snelheidsmaniakken moeten zwaarderworden aangepakt dan mensen die, zonder dat zij hetdoor hebben, net iets te hard rijden. Is de regering bereidom bij de verhoging van boetes vooral te letten op dezware overtredingen en op de vraag of er sprake is vanherhaling? Kan er meer werk worden gemaakt van hetterugdringen van snelheidsbeperkingen op plaatsen waardit, gezien de veiligheid of het wegbeeld, eigenlijkhelemaal niet nodig zou zijn?

Een andere zaak waar wij voor pleiten is het aanpak-ken van elke vorm van reclame voor en verkoop vandrugs via internet. Wij hebben daar eerder aandacht voorgevraagd. Er is wat ons betreft echt een aanscherping

nodig. Er zijn nog steeds sites met bestelmogelijkheden.Er wordt dan gezegd: het voordeel als je via een sitebestelt, is dat je dan niet stoned van de koffieshop naarhuis hoeft. Ik vind dat een bizarre argumentatie. Hoedenkt de minister bijvoorbeeld over een site waarop menaangeeft dat het daar nooit mogelijk is geweest drugs ofsoftdrugs te bestellen of kopen, maar waarop wel menwel de mogelijkheid biedt om met een klik op een knopte worden doorgelinkt en de bestelling wel te doen,terwijl er ondertussen het nodige in de etalage staat?Zulke grappen kunnen toch niet? Die ondergraven tochhet hele beleid? Graag zien we dus een krachtig optredentegen reclame en verkoop van drugs via internet.

Ik kom op een heel ander punt in het kader van hetstrafrecht. Het is positief dat er binnenkort een uitge-breide reactie komt op de VN-kritiek op het Nederlandseeuthanasiebeleid. Ik laat dat nu verder rusten, want wekunnen hierover aan de hand van de desbetreffende briefdoorpraten. In het kader van hulp bij zelfdoding vraagthet nog wel aandacht dat er op internet tal van bronnenbeschikbaar zijn die hulp geven door informatie tebieden over methoden van zelfdoding. Wij vinden dateen heel gevaarlijke ontwikkeling en bepleiten aanscher-ping van regelgeving, want wat met preventie kanworden voorkomen, moet je niet onderuit kunnen halendoor informatie op sites over hulp bij zelfdoding.

Een streng en rechtvaardig beleid mag nooit ten kostegaan van de menselijke maat. Allereerst moet er oog zijnvoor de slachtoffers, maar naast de passende bestraffingmoet er ook oog zijn voor terugkeer van ex-gevangenenin de samenleving. Wij vinden het positief dat eraandacht is voor de rol van slachtoffers – de staatssecre-taris is daarmee nadrukkelijk naar buiten getreden – ende versterking van hun rechten, bijvoorbeeld in derechtszaal. Wij vinden het belangrijk dat hun mogelijkhe-den worden uitgebreid, ook op het punt van het aantalnabestaanden dat het woord mag voeren. We hebbenschrijnende voorbeelden gehoord bij hoorzittingen vande Kamer. Een vader en een zoon wilden bijvoorbeeldgraag beiden het woord voeren, maar dat kon niet. Zemoesten per se kiezen. Zo’n beperking lijkt ons onnodigen rigide.

Een specifieke categorie vormen nabestaanden vanslachtoffers van verkeersongevallen waarbij eenduidelijke dader in het spel is, vaak iemand die metdrank op heeft gereden. Mensen zijn gefrustreerd overde tekortschietende informatievoorziening over hoe hetgaat met de vervolging en bestraffing van zo’n dader.Graag willen wij aandacht voor een oplossing van dieknelpunten. De groep nabestaanden van verkeersslacht-offers heeft een concreet voorstel gedaan om een vastaanspreekpunt te hebben bij de politie, het OM of derechterlijke macht, waar men hun goed informatie kangeven over wat er gaande is. Kan de minister daaropreageren?

Ik kom bij de ex-gedetineerden. Als mensen hun strafhebben uitgezeten, moeten ze wel weer een kans hebbenin de samenleving en moeten we voorkomen dat zeopnieuw in de fout gaan. We hebben eerder informatiegekregen over de nazorg voor ex-gedetineerden: er iseen beleidskader over het betrekken van vrijwillige,particuliere initiatieven bij zorg voor ex-gedetineerden. Iksluit me aan bij de argumentatie die de heer Rouvoetheeft gegeven en die ook in het amendement voor dezogenaamde demo-instellingen is gegeven. Er is in deKamer een lange traditie om juist ook oog te hebben

Van der Staaij

Tweede Kamer Veiligheid en Justitie (begroting)24 november 2010TK 26 26-64

Page 37: toekomstbeeld van de bewindslieden? Niet alleen wij, maar .../vilhmtg6jxp1.pdfcircuit. Deze carrières moeten wij in de kiem smoren. Laat ik duidelijk zijn: het CDA heeft daar een

voor de positie van die nazorgtrajecten. Als ik het megoed herinner, is dat ooit bij mevrouw Albayrakbegonnen. Zeker als er door de achterban van organisa-ties voor ex-gedetineerden heel veel geld wordtbinnengehaald, moet de overheid dat stimuleren en dezeorganisaties steunen. Ze vervullen een heel belangrijkerol en ze hadden een terecht punt toen ze stelden dateen indexering op zijn plaats is.

Wij verzoeken het kabinet eveneens meer werk temaken van resocialisatie van ex-gedetineerden. Ik wijs opinitiatieven, ook van Stichting Gevangenzorg Nederland,die specifiek zijn gericht op de begeleiding naar werk.Dat is een heel belangrijke invalshoek. Kunnen zulketrajecten rekenen op steun van dit kabinet? Is hetmogelijk om te onderzoeken of particuliere initiatievenvoor werkbegeleiding kunnen worden betrokken bij hetlaatste deel van de detentie? Welke rol kan privatiseringin dezen spelen?

Het terrein van Veiligheid en Justitie is uitgebreid.Over veel onderwerpen zullen we de komende tijd aande hand van concrete wetsvoorstellen uitgebreiddoorspreken. Ik sluit af met twee korte punten dierechtstreeks raken aan de Begroting 2011. Ten eerste: wezullen binnenkort uitgebreider doorspreken over dekaderwet inzake prostitutie. Ik sluit me aan bij depleidooien voor de uitstapprogramma’s. Mag ik hetsimpelweg als volgt samenvatten? Er dreigt een soortgat te vallen waarvoor een brug nodig is naar eenstructurele financiering in het kader van de kaderwetover de prostitutie. Zou juist in dit kader de financieringvan die uitstapprogramma’s kunnen worden voortgezet?Ik reken op brede steun vanuit de Kamer. Ik herinnereraan dat in 2002 een motie van mijn hand is aangeno-men met brede steun waarin de regering werd opgeroe-pen om dit soort uitstapprogramma’s te faciliteren en testimuleren.

Tot slot wil ik nog een onderwerp aansnijden op hetterrein van adoptie. Klopt dat de Stichting Adoptievoor-zieningen alles bij elkaar te maken krijgt met eenbezuiniging van € 250.000? Dat is een enorme aanslagop het totale budget. Wat zijn hiervan de gevolgen? Dezelijken ons disproportioneel. Wij bepleiten dan ook eenverzachting van deze bezuiniging.

De (algemene) beraadslaging wordt geschorst.

De voorzitter: De regering zal donderdagmiddagantwoorden. Wij zien deze beantwoording tegemoet.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Van der Staaij

Tweede Kamer Veiligheid en Justitie (begroting)24 november 2010TK 26 26-65