trailer magazine | copyclash

68
copyclash copyclash copyclash copyclash 12.09.2010 copyclash copyclash copyclash copyclash

Upload: trailer-rotterdam

Post on 18-Mar-2016

221 views

Category:

Documents


1 download

DESCRIPTION

Trailer is currently working on the exhibition 'CopyClash' that studies the balance between (intellectual) property and the availabillity of cultural goods. During the opening of the exhibition on the 12th of September in ROT(T)TERDAM Trailer will officially release their first issue of 'Trailer magazine'. This publication offers many other perspectives using relevant essays, interviews, columns, in depth stories about the artists and a lot more.

TRANSCRIPT

  • copyclash

    copyclash

    copyclash

    copyclash

    12.09.2010

    copyclash

    copyclash

    copyclash

    copyclash

  • copyclash

    copyclash

    copyclash

    copyclash

    copyclash

    copyclash

    copyclash

    copyclash

    copyclash

  • In Brussel is een metrostation met de naam Kunst-Wet. Marmeren muren worden verlicht door tl-lampen. Op die muren staan twee woorden, kunst en wet, slechts verbonden door een enkel streepje. In betekenis lijken ze mijlenver van elkaar af te staan. Toch komen deze twee regelmatig met elkaar in conflict. Soms wanneer kunstenaars letterlijk de grenzen van de wet opzoeken, maar vaker als het gaat om eigendom. Wie behoort wat toe? Dit is het terrein van de copyrightwetgeving.

    Een creatie is intellectueel eigendom. Zodra dit zonder toestemming van de maker of rechthebbende op een of andere manier wordt gebruikt, gekopieerd of gepubliceerd, kan men een beroep doen op bescherming van de wet.

    Maar hoe zit het met een willekeurige internetgebruiker die op YouTube een film bekijkt? Of met een kunstenaar die andermans werk gebruikt om zo een statement te maken? Een artiest die samples gebruikt in een nummer? Een nummer op je iPod zetten? Door deze ene copyrightwet is bijna iedereen wettelijk als crimineel te bestempelen.

    Onze auteursrechtwetgeving zoals die er nu uitziet is vastgelegd in 1912, het jaar van de Titanic. Het was de tijd van de stomme film, de opkomst van de auto, jazzmuziek, nog voor de eerste wereldoorlog en de beurskrach. De wet die in deze tijd zijn oorsprong had is nu nog steeds van toepassing. Het omcirkelde ctje is alomtegenwoordig.

    De ontwikkeling van het internet heeft vele mogelijkheden met zich mee-gebracht. Muziek wordt tegenwoordig niet meer alleen in het concertge-bouw geluisterd, maar vanaf een iPod. Op diezelfde manier wordt ook film,

    fotografie en kunst steeds meer digitaal geconsumeerd. De komst van het internet heeft ons in grotere mate toegang gegeven tot het publieke domein. En we profiteren er allemaal van; digitale informatieverspreiding is niet meer weg te denken uit onze maatschappij.

    Ontwikkeling binnen verschillende kunstdisciplines gebeurt vaak voort-bouwend op reeds bestaande werken, of het nu gaat over muziek, film, beeldende kunst of literatuur. Het is tijd dat er kritisch gekeken wordt naar de wetten die intellectueel eigendom beschermen. Het zou zonde zijn als deze ontwikkelingen zeker met de mogelijkheden die de digitale revolutie ons biedt in de weg worden gezeten door een wet die geen aansluiting meer vindt bij de hedendaagse samenleving. Tegelijkertijd moeten makers hun werk kunnen blijven doen zonder dat hen tekort wordt gedaan.

    In dit tijdschrift willen we ruimte geven aan de discussie omtrent de zoektocht naar nieuwe mogelijkheden om culturele ontwikkeling te blijven stimuleren, zonder dat de maker of rechthebbende hierdoor in het gedrang komt.

    Jesse van Oosten en Anneroos Goosen

    Dit tijdschrift is gemaakt als publicatie bij de tentoonstelling CopyClash. De tentoonsteling CopyClash en bijbehorend Trailer magazine is een project van Trailer in samenwerking met ROT(T)TERDAM Roodkapje. Trailer magzine is online te lezen op www.trailernet.org. De tentoonstelling is te zien van 12 september t/m 24 oktober 2010.

    Voorwoord

    copyclash

    copyclash

    copyclash

    copyclash

    copyclash

    copyclash

    copyclash

    copyclash

    copyclash

    Trailer | CopyClash 1

  • 14

    6

    10

    14

    21

    25

    29

    38

    44

    47

    51

    54

    56

    60

    62

    64

    Voorwoord

    Door de hoofdredactie

    Found Footage 2.0

    Steeds meer kunstenaars werken dankzij het inter-

    net met bestaand materiaal. Is deze populariteit te

    verklaren doordat het voor handen ligt? Of zijn we

    toegekomen aan een tijdperk van beeldrecycling?

    Door Anneroos Goosen.

    Grenzen van de vrijheid

    Als cultuur voortbouwt op het verleden, staat de

    huidige copyrightwetgeving in de weg van culture-

    le ontwikkeling. Nathalie Hartjes maakt een ana-

    lyse van de situatie en zoekt naar een oplossing.

    Copy On

    Huisgemaakte remix van een anti-copy campagne

    van Rolling Stone Magazine.

    COPYGUESTS

    Wij vroegen diverse regionale, nationale en inter-

    nationale kunstinstellingen om een werk uit eigen

    archief of collectie te kiezen wat de discussie om-

    trent copyright en intellectueel eigendom toont,

    voedt, tegenspreekt, of juist kapotslaat.

    InTErVIEw: Hoe copyrightwetgeving hiphop

    veranderde

    Stay Free! Magazine interviewde Chuck D. en Hank

    Shocklee van de hiphopformatie Public Enemy.

    Sampling

    Milan Tilder schrijft over nieuwe n oude manie-

    ren waarop in de muziekwereld wordt omgegaan

    met sampling.

    CopyClash

    Tentoonstellingskatern met expositieteksten,

    interview met kunstenaars en achtergrondinfor-

    matie.

    Anti-Copyright, from Lautramont onwards

    Al lang voor open-source software en Creative

    Commons werd er in kunst en literatuur gepleit

    voor anti-copyright. Zoals Lautramont schreef in

    zijn Posies: plagiaat is noodzakelijk. Door Florian

    Cramer.

    Respect, de kunst van onze popcultuur

    Het illegaal downloaden van muziek op internet leidt

    tot dalende cijfers in de cd-verkoop. Is er nog een

    toekomst voor de Nederlandse muziekscene? Jenine

    Hooglander interviewt Tom van der Vat, projectma-

    nager van de Popunie.

    Fakewear

    Bea Correa belicht met haar Fakewear project op

    speelse wijze het dilemma van echt en nep, authen-

    tiek en namaak. Is echt nu zoveel beter dan nep,

    en waarom zou je een peperdure Louis Vuitton tas

    aanschaffen terwijl een identieke nepperd voor

    een tien keer lagere prijs verkrijgbaar is? Door Bea

    Correa.

    Digital Dump

    Loredana Bontempi verzamelt digitale beelden die

    anders in de prullenbak terechtkomen. Met deze

    beelden maakt ze collages met bijvoorbeeld onder-

    belichte of onscherpe fotos.

    Het DigiGenie

    In 1968 schreef Roland Barthes zijn essay De dood

    van de auteur. Zodra iets in het publieke domein

    terecht komt valt het in handen van de lezer en

    kan deze het transformeren in iets anders. Zo

    wordt de lezer ook auteur. In het digitale tijdperk

    wordt deze transformatie versneld. Door Jesse

    van Oosten.

    Column: GroenLinks laten liggen

    Roel van Meerendonk heeft bij de laatste parle-

    mentsverkiezingen GroenLinks gestemd, maar is

    dit als beginnend schrijver wel zon goed idee?

    You thought we wouldnt notice

    Op de weblog You thought we wouldnt notice is een

    discussie ontstaan over de merkwaardige overeen-

    komsten tussen Pixars UP en een franse studenten-

    film. De kip of het ei?

    Speciaal voor allemaal

    Stanley van der Meer schrijft over de zoektocht van

    een kunstenaar, het maakproces en het uiteinde-

    lijke bezitten en loslaten van zijn eigen creatie.

    Colofon

    Index

    copyclash

    copyclash

    copyclash

    copyclash

    copyclash

    copyclash

    copyclash

    copyclash

    copyclash

    Trailer | CopyClash2 Illustratie: Mark Malazarte

  • copyclash

    copyclash

    copyclash

    copyclash

    copyclash

    copyclash

    copyclash

    copyclash

    copyclash

  • ound footage is een opko-

    mend genre in de beelden-

    de kunst en filmwereld. Maar wat

    schuilt er achter deze op-

    komst? Het grote aanbod

    aan online beeldmateriaal is zeker

    een stimulans om met bestaand

    beeld te werken, maar pakt de

    kunstenaar wat hij voor handen heeft? In

    andere woorden: wordt dit gemaakt sim-

    pelweg omdat het kan? Of zijn we in onze

    overdadige beeldcultuur toegekomen aan

    een tijdperk van beeldrecycling?

    De Italiaanse documentaire Mondo Cane

    uit 1962 kan gezien worden als een mijlpaal

    in de historie van de found footage. Deze

    omstreden documentaire is opgebouwd

    uit zowel archiefbeeld als zelfgeschoten

    materiaal en toont bizarre, excentrieke en

    zelfs schokkende menselijke taferelen over

    de hele wereld. De shockumentary focust

    op de inhumane kanten van de mens ten

    opzichte van andere wezens en zichzelf. Op

    scherpe wijze worden beelden van rituele

    dierenslachtingen in Borneo versneden met

    beelden van Amerikaanse hondensalons en

    dierenbegraafplaatsen. Westerse vrouwen

    die extreme afvalmethoden gebruiken om

    succesvol te zijn in de liefde worden gepor-

    tretteerd naast vrouwen op Tabar die, op-

    gesloten in een kleine kooi, zoveel mogelijk

    dikmakende tapioca eten om in het gevlij

    te komen bij het stamhoofd. De globale ver-

    banden die in deze film gelegd worden zijn

    scherp en absurd. En ook al is deze film nooit

    bedoeld geweest als een artistiek werk van

    found footage materiaal, toch hebben de

    makers het basisprincipe van de found foo-

    tage film maar al te goed weten te gebrui-

    ken: de hercontextualisering.

    Hergebruik en herinterpretatie heeft bin-

    nen de film- en kunstwereld inmiddels al

    een lange traditie opgebouwd. In 1913 was

    het Marcel Duchamp die een fietswiel op

    een kruk plaatste en met dit gebaar een uit-

    weg uit de conventionele kunst vond. Zijn

    readymades wierpen een nieuwe golf van

    kritiek op die terugging naar de basis van

    de kunstenaar en zijn werk: Wat is kunst?,

    Waarom is dit kunst?, Wat maakt iemand

    tot kunstenaar?. Duchamp opperde dat

    kunst een kwestie van definitie is, een afge-

    sproken term. Hij transformeerde bestaan-

    de objecten door hun context te veranderen

    en stelde daarmee essentile vragen aan

    zichzelf en zijn publiek.

    Eind jaren zeventig begonnen kunstenaars

    als Sherrie Levine en Richard Prince met

    herfotograferen van fotos van anderen (Le-

    vine) of reclamefotos (Prince). Deze nieuwe

    stroming in de found footage traditie be-

    rustte wederom op het zetten van kritische

    kanttekeningen bij het originele beeld;

    Prince onderzocht in zijn fotos verschui-

    vingen binnen de Amerikaanse popcultuur

    en plaatste deze beelden in de context van

    de conceptuele kunst. Sherrie Levine ging

    misschien nog net een stap verder; zij fo-

    tografeerde vooroorlogse portretfotos van

    de Amerikaanse fotograaf Walker Evans uit

    de catalogus en presenteerde deze, zonder

    verdere manipulatie als haar eigen werk,

    wat vragen opriep over identiteit, bezit en

    originaliteit. En natuurlijk vonden de erf-

    genamen van Evans dit vallen onder copy-

    rightschending; zij voorkwamen dat Levine

    haar fotos kon verkopen.

    Het werken met bestaand materiaal heeft

    altijd een kritische blik op het eigen hande-

    len en de maatschappij geworpen. Dit me-

    diakritische karakter van de found footage

    is van groot belang geweest in de ontwik-

    keling van de conceptuele kunst over de af-

    gelopen eeuw en haar invloed is nog steeds

    zichtbaar.

    Maar er is een wel verschuiving gaande.

    Found footage is opnieuw een grote sprong

    voorwaarts aan het maken, maar ditmaal

    FOUND FOOTAGE 2.0DOOR ANNEROOS GOOSEN

    Trailer | CopyClash4

  • onder andere omstandigheden en mis-

    schien ook wel met een totaal nieuw karak-

    ter. En dat is vooral te danken aan de vele

    technische ontwikkelingen van de afgelo-

    pen dertig jaar met het internet als kers op

    de taart.

    Het beeld is nu niet alleen alomtegenwoor-

    dig, het is ook onbeperkt beschikbaar. De

    beeldeconomie heeft via het internet haar

    beursgang gemaakt en de democratie van

    de beeldenconsument is geboren. Dit is een

    voorspelling die de Duitse cultuurfilosoof

    Walter Benjamin al deed in zijn essay Het

    kunstwerk in de tijd van zijn technische re-

    produceerbaarheid:

    Omstreeks negentienhonderd had

    de technische reproductie niet alleen

    een niveau bereikt waarop zij het ge-

    heel van de traditionele kunstwerken

    tot haar object kon maken () maar

    ze had ook een eigen plaats onder de

    artistieke procds veroverd.

    De waarde van het kunstwerk veranderde;

    de cultwaarde (authenticiteit) van een

    kunstwerk veranderde in de tentoonstel-

    lingswaarde, waarin de waarde juist ligt in

    de mogelijkheid tot eindeloze reproductie.

    Benjamin meent dat de mogelijkheid tot de

    reproductie ook dwingt tot reproductie.

    Maar het is niet alleen de reproductie die

    de techniek ons mogelijk maakt, het is ook

    het gebruik van online databases. Het world

    wide web is immers n grote database en

    met Google als zoekmachine legt dat vele

    mogelijkheden voor ons bloot. Wikipedia en

    YouTube verschaffen toegang tot oneindig

    veel beeld en informatie, daarnaast maken

    zij het mogelijk om ook bij te dragen aan

    deze beeldenstroom. Al deze technische

    ontwikkelingen worden op de voet gevolgd

    door kunstenaars die deze mogelijkheden

    uitpluizen en deze als basis of methode ge-

    bruiken voor nieuw werk.

    Zo maakte Geert Mul in 2007 een interac-

    tieve database voor het Nederlands Foto-

    museum; 80.000 fotos uit het archief van

    het museum werden in een grote instal-

    latie toegankelijk gemaakt voor de bezoe-

    kers. Zij konden door middel van een aantal

    selectiecriteria (wie, wat, waar, wanneer)

    door deze database heen bladeren. De

    Duitse Wolfgang Plger verzamelt Google

    afbeeldingen middels de zoekopdracht me

    in front of. Resultaat zijn honderden afbeel-

    dingen van mensen die bij, voor of naast

    iets staan wat belangrijk voor ze is. Een

    criticus deed het af met Someone had to

    do it, en heeft ergens ook gelijk: een zoek-

    machine heeft inmiddels dezelfde status

    verworven als een penseel. De term found

    footage kan spoedig worden omgedoopt in

    found data.

    Technische ontwikkelingen verleiden en

    dagen uit tot het onderzoeken van nieuwe

    werkvormen. Maar terwijl er druk gezocht

    wordt naar vernieuwende kunstvormen

    binnen de nieuwe media, is inmiddels ver

    voorbijgegaan aan het mediakritische

    karakter dat zo kenmerkend was voor de

    found footage kunst. Found footage 2.0

    experimenteert met het medium zelf; het

    zoekt de grenzen op, probeert zichzelf te

    transformeren en vermenigvuldigen. Maar

    is het puur het experiment wat de kunste-

    naar drijft? Ontstaan deze werken omdat

    het kan? Of is er een nieuwe generatie kun-

    stenaars opgestaan die, wellicht onder in-

    vloed van knuffeltermen als duurzaamheid

    en recycling, een nieuwe fase inluiden in

    de kunst: een staakt-het-vuren wegens een

    overvloed aan beeldcultuur. Beeldrecycling

    als antwoord op alle bloggers, YouTubers en

    andere webaanbieders.

    Paul Slocum gebruikte een fragment van

    tien seconden uit de Amerikaanse serie Full

    House en riep via internet mensen op om

    dit fragment na te spelen volgens strakke

    richtlijnen en dit naar hem op te sturen.

    Het resultaat is een video waarin de over-

    lappende geluidslagen voor een sterk staal-

    tje dramatiek zorgen. De banaliteit van de

    clichmatige scne wordt overstegen door

    de collectieve sympathie van de spelers en

    de zwaar beladen zin Youre not my father

    zwakt langzaam af door de repetitie en het

    amateurisme van de ingezonden opnamen.

    Wederom: speelt Slocum met de moge-

    lijkheden van het web of is hij een nieuwe

    mijlpaal in de herziene versie van de found

    footage traditie?

    link naar de video van Paul Slocum:

    http://www.turbulence.org/Works/notmyfather

    Trailer | CopyClash 5

  • Over vrijheid en infOrmatie, cre-atie en distributie

    If creativity is a field, copyright is

    the fence

    john Oswald

    (Plunderphonics)De mens moet vrij zijn om zijn eigen lotsbestem-ming te bepalen. Een beperking op deze vrij-heid is de oorsprong van alle revoluties groot en klein. Om je leven in eigen handen te nemen moet je jezelf allereerst naar eigen inzicht kun-nen ontwikkelen, en vervolgens hier uitdrukking aan kunnen geven. Met andere woorden: de mens moet vrij zijn om kennis te verwerven en deze kennis vervolgens te benutten. En hoewel het internettijdperk de deuren naar een enorme ken-nisbank heeft opengezet, het gebruik daarvan is nog altijd niet vanzelfsprekend.

    in vroeger tijden werd kennis zorgvuldig gedistribu-

    eerd langs de verschillende lagen van de samenleving,

    op een manier die de bestaande sociale ordes besten-

    digde. Pas na een proces van eeuwenlange emancipa-

    toire strijd zijn we aanbeland bij een staatsinrichting

    waar de meerderheid een redelijke kans heeft zelf

    vorm te geven aan de maatschappij: de huidige de-

    mocratie. maar waar de democratische stem voorheen

    vooral een meerderheid (een massa) was, heeft deze

    in de afgelopen decennia, mede onder invloed van

    grootse internetontwikkelingen, een veel grotere plu-

    riformiteit gekregen. michael hardt en antonio negri

    beargumenteren in hun boek Multitude dat ondermeer

    de verschillende netwerken en gemeenschappen die

    zich rondom het internet hebben ontwikkeld nieuwe

    mogelijkheden van organisatie hebben geopend, die

    voorbijgaan aan de natiestaat. deze diversiteit zou een

    belangrijke voorwaarde zijn voor het succes van de

    democratische samenleving; een veelheid van stem-

    men en ruimte voor inspraak n tegenspraak als ver-

    zekering tegen absolute macht en onderdrukking.

    daarnaast betogen zij ook dat de huidige maatschap-

    pij niet langer wordt bepaald door de industrie, maar

    dat intellectuele arbeid de arbeidstak is geworden die

    bepaalt hoe het (beroeps)leven wordt georganiseerd.

    Kernwoorden hierin zijn sociale contacten, uitwisse-

    ling, flexibiliteit en mobiliteit. Om de eerder geschets-

    te nieuwe democratische orde te bewerkstelligen is

    dus niet alleen toegang tot die kenniseconomie, maar

    ook actieve deelname eraan, van cruciaal belang.

    Op het internet wordt er al volop uitgewisseld en ge-

    produceerd. het is al lang niet meer slechts een com-

    municatiemiddel, maar een wezenlijk onderdeel van

    het publieke domein geworden. dat lijkt misschien een

    utopische vrijplaats, maar dan vergeten we even dat we

    Grenzen van de vrijheidDoor Nathalie Hartjes

    Trailer | CopyClash6

  • ook in een neoliberale samenleving leven waar eigen-

    dom en marktwerking hebben geleid tot een steeds

    verdergaande privatisering van het publieke domein1.

    Ook het internet kan zich hier niet aan onttrekken2, en

    met de exponentile groei van digitale informatie zijn

    ook de eigendomsclaims niet van de lucht. Volgens het

    neoliberale principe heeft alles wat er uitgewisseld

    kan worden ruilwaarde en dus marktwaarde.

    Het auteursrecht is een belangrijk instrument ge-

    worden om de waarde te bepalen (en te eisen) van

    nieuwe uitingen van intellectuele arbeid. Immers,

    het auteursrecht bepaalt dat een intellectueel werk

    niet zonder toestemming van de maker gekopieerd

    of aangepast kan worden. Dus is voor elke nieuwe

    productie een heffing verschuldigd aan de oorspron-

    kelijke maker. Deze auteursrechtelijke instrumenten

    vormen volgens Joost Smiers en Marieke van Schijn-

    del in het essay Audieu auteursrecht, vaarwel culturele

    conglomeraten meer en meer en bedreiging voor de

    vrijheid van het individu zich te uiten. Waar dit juri-

    dische instrument ooit ontstond onder het mom het

    intellectuele eigendom van makers te beschermen,

    en daarmee een impuls te geven tot mr creatie en

    mr pluriformiteit, lijkt het in werkelijkheid juist aan-

    gewend te worden om het creatieve product, nadat het

    eenmaal voltooid is, achter slot en grendel te steken.

    Het werk is wel beschikbaar, maar enkel tegen een

    prijs. En het werk te gebruiken als bronmateriaal voor

    nieuwe producties is al helemaal uit den boze.

    In hun essay pleiten Smiers en Van Schijndel net als

    Hardt en Negri voor diversiteit, hoewel nu specifiek

    voor het culturele veld. De kern van de beredenering

    is hetzelfde: artistieke expressies geven een cultuur

    vorm, dat is een proces dat niet alleen in handen kan

    liggen van enkele grote producenten, maar voort moet

    komen uit creatieve uitdrukkingen van een groot aantal

    verschillende individuen door de lagen van de samen-

    leving heen. Het effect van deze ontwikkelingen is het

    grootst als de kennis die het voortbrengt zich voor ie-

    dereen toegankelijk is, zodat nieuwe, soms onverwach-

    te invalshoeken weer meer kennis kunnen produceren.

    Bovendien is er een zekere morele plicht te voorkomen

    dat ontwikkelingen worden voorbehouden aan enkele

    machtige partijen, die daarop alleen maar machtiger

    kunnen worden. Met andere woorden: wij als (globale)

    samenleving, zijn er bij gebaat als het product van in-

    tellectuele arbeid in het publieke domein terecht komt.

    Dat het als het ware van ons allemaal wordt.

    Om een stremming van culturele productie te voorko-

    men, komen Smiers en Van Schijndel met een radicaal

    voorstel: het auteursrecht in zijn volledigheid uit het

    raam te gooien. Daarmee willen ze niet zeggen dat

    culturele producenten het werk niet meer mogen on-

    dertekenen en in de anonimiteit moeten verdwijnen,

    maar dat er geen rechten meer ontleend kunnen wor-

    den aan het bronmateriaal als deze getransformeerd

    wordt tot een nieuw product3.

    Het lijkt nogal wat, om van makers zomaar te vragen

    of ze afstand willen doen van hun artistieke schep-

    sels. Echter is dit in veel gevallen ergens tijdens het

    maakproces al lang gebeurd. Het maken van artis-

    tieke producties vraagt nogal wat tijd, aandacht en

    natuurlijk geld. Dus ontstaan er samenwerkingsver-

    banden met investeerders, zoals filmmaatschappij-

    en, muzieklabels, uitgevers, galeries of kunstcentra.

    Deze worden mede-eigenaar van het eindresultaat

    en in veel gevallen zijn zij degenen die bepalen wat

    er met het werk gebeurt, en niet de maker zelf. Door-

    dat een investeerder met vele individuele makers in

    zee gaat verzamelt hij op deze manier een hele hoop

    intellectueel bezit, dat met hand en tand wordt ver-

    dedigd. Met opperste waakzaamheid hoeden deze

    investeerders als een leeuwin over hun welpen. Zij

    zorgen ervoor dat geen enkel detail van het werk zo-

    maar roekeloos gekopieerd worden. Uit winstbejag

    of paranoia wordt artistieke creatie die ook maar de

    minste gelijkenis vertoont met een eerder werk aan-

    geklaagd op basis van onrechtmatige reproductie4.

    Het is dweilen met de kraan open, daar de internet-

    generatie allang niet meer te stoppen is in zijn zo-

    geheten piratenpraktijken. We hebben nu immers

    andere middelen tot onze beschikking gekregen om

    onze ervaringen te delen. En die middelen behel-

    zen het simpelweg integraal kopiren van het al het

    prachtigs wat we hebben gezien, gehoord of gelezen.

    Met n druk op de knop stuur je een bestand door

    van dat nummer dat je net in de zevende hemel heeft

    Trailer | CopyClash 7

  • gebracht. Waar je vroeger om de keukentafel of in het

    caf eindeloos op zoek was naar de juiste woorden

    om je bezieling uit te drukken, maak je je kameraden

    nu deelgenoot van je werkelijke ervaring. Dat is toch

    een verleiding die niet te weerstaan is?

    Het huidig auteursrecht is hier niet tegen bestand. De

    crux is dat hoewel het auteursrecht resideert onder

    het voorwendsel van behoud van artistieke integri-

    teit en een middel is tegen misbruik, dit voorname-

    lijk wordt bereikt door de controle proberen te be-

    houden over reproductie en distributie. Maar nu de

    vormen van distributie net zo gewoon zijn geworden

    als een keukentafelgesprek wordt een verbod op het

    delen van data een directe censuur op wat je wel en

    niet mag bespreken. Als dit in handen komt te liggen

    van de grote culturele distributiebedrijven en pro-

    ducenten, zoals Smiers en Van Schijndel observeren,

    stappen we weer een paar eeuwen terug in de onaf-

    hankelijkheidsstrijd. De distributie van informatie, en

    dus kennis, zal dan weer gedicteerd worden door de

    monarch, al heet die tegenwoordig globaal kapitalis-

    me. Intellectuele arbeid wordt dan verspreid aan de

    hand van hoeveel geld het in het laatje kan brengen

    op basis van het marktprincipe van schaarste, en niet

    op basis van zijn kracht als creatieve motor.

    Smiers en Van Schijndel hebben daarin gelijk, om

    het auteursrecht in zijn huidige constructie te behou-

    den ligt de macht niet bij de makers (en potentile

    makers), maar bij de conglomeraten die kunnen be-

    palen hoeveel, maar vooral ook hoe weinig, er van

    het intellectuele materiaal openbaar wordt. Maar het

    compleet afschaffen van auteursrecht is naast een juri-

    disch-intellectuele denkoefening, ook een emotionele

    kwestie. Los van de bescherming van financile rech-

    ten en kansen van makers, is er ook een behoefte en

    een recht op erkenning. Het risico wat Smiers en Van

    Schijndel lopen met hun voorstel is dat zo het kind met

    het badwater wordt weggegooid. Binnen het huidig

    auteursrecht wordt de bescherming van artistieke in-

    tegriteit verweven met de distributie- en reproductie-

    rechten. Zou er dan geen alternatief systeem denkbaar

    zijn waar deze twee apart worden geformuleerd; een

    auteursrecht dat zich beperkt tot de erkenning van de

    auteur en dat duiding geeft aan legt de macht de oor-

    spronkelijke context van een werk, en daarnaast een

    heel nieuw geformuleerd distributierecht, dat kennis-

    deling en uitbreiding niet in de weg staat?

    Hoe hard de culturele conglomeraten nu ook vech-

    ten om hun macht over de artistieke productie te be-

    houden, in alle waarschijnlijkheid is het voor hen een

    verloren strijd. De eerste stappen die er zijn gemaakt

    om het publieke domein te reclameren zijn misschien

    niet toereikend, maar bewustwording is de eerste

    stap van emancipatie. We staan aan de vooravond

    van een totale hervorming van ons huidig kennisdis-

    tributiesysteem, die nu nog twee kanten op kan gaan.

    Ik heb er vooralsnog vertrouwen in dat het publiek

    hierin zal weten te claimen wat haar toekomt, of in

    de woorden van Desmond Tutu : The most dangerous

    things that a dictator, a tyrant needs to fear is when

    people decide they want to be free. Once they have

    made up their minds to that. There is nothing that will

    stop them.

    1 Een van de meest wonderlijke voorbeelden hiervan is het lied Happy Birthday, over heel de wereld en in vele talen gezongen, maar eigendom van het Time-

    Warner concern en daardoor illegaal om zonder toestemming uit te voeren. Nu zal Time-Warner echt niet bij je in de huiskamer staan met een dwangbevel,

    maar dit is wel de reden dat het gegeven verjaardag in veel films wat geforceerd wordt gellustreerd met het minder populaire For hes a jolly good fellow.

    2 Zo zijn er ook al bewegingen gemaakt door de marktleiders om een deel van dit domein te claimen voor supersnelle service voor uitsluitend hun klan-

    ten. Zij zouden daarmee ook zeggenschap krijgen over de toegestane informatie die over deze superhighway wordt verzonden. Pas op in juli 2010 werd

    de eerste wet voor internetneutraliteit om zulk een inmenging tegen te gaan aangenomen in Chili.

    3 Vanuit het veld worden er al jaren alternatieve geformuleerd zoals de Creative Commons licenties, waarbij verschillende manieren van hergebruik wor-

    den toegestaan onder bepaalde voorwaarden. Smiers en Van Schijndel beargumenteren echter dat dit niet toereikend is, omdat het vooral een coalition of

    the willing is, maar geen mogelijkheden schept de grote machthebbers te ontmantelen.

    4 Het mag duidelijk zijn dat de ene artistieke discipline gevoeliger is voor auteursrechtelijke claims dan anderen. Artistieke uitingen op digitale dragers

    zoals film, muziek, maar ook tekst blijken de grootste strijdvelden te zijn, terwijl de discussie van auteursrecht slechts in beperkte mate op beeldende

    kunst van toepassing is, daar het nog steeds een objectgebonden discipline waarbij werk zich niet en masse (goedkoop) laat reproduceren.

    Trailer | CopyClash8

  • Overprotecting intellectual property is as harmful as underprotecting it. Culture is impossible without a rich public domain. Nothing today, likely nothing since we tamed fire, is genuinely new.

    - Alex Kozinski, rechter

    copyclash

    copyclash

    copyclash

    copyclash

    copyclash

    copyclash

    copyclash

    copyclash

    copyclash

    Trailer | CopyClash 9

  • Copyguests

    Wij vroegen diverse regiona-le, nationale en internationale kunstinstellingen om een werk uit eigen archief of collectie te kiezen wat de discussie om-trent copyright en intellectueel eigendom toont, voedt, tegen-spreekt, of juist kapotslaat.Trailer | CopyClash14

  • NEDERLANDS INSTITUUT VOOR MEDIAKUNST (Amsterdam)

    Broersen & Lukcs (NL)

    Everytime (2010), video, 333

    Dit videowerk van Broersen & Lukcs is een herinterpretatie van Everytime van Britney Spears, een tragisch

    lied over liefde en verlies. Het geluid en de gezichtsuitdrukkingen in deze video zijn ontleend aan een filmpje

    van een jong Belgisch meisje dat haar eigen versie van het lied opnam en op YouTube zette. De vertolking

    van het meisje is engelachtig en onschuldig maar haar oprechte gezichtsuitdrukkingen zijn hier op veront-

    rustende wijze verwerkt in een totaal virtuele Britney. De 3D-animatie is van een Chinese ontwerper die geen

    Engels spreekt en met wie Broersen en Lukcs alleen konden communiceren via technisch jargon en Google-

    vertalingen. Met deze complexe lagen van depersonalisatie, hermediatisering en herinterpretatie demonstre-

    ren Broersen en Lukcs hoe sterk de realiteit en de (massa)media inmiddels met elkaar verweven zijn.

    Trailer | CopyClash 15

  • In 2001 werd MAMA tijdelijk opgeheven in het kader van de Hardpop Book Expo. Het Hardpop boek, sa-

    mengesteld door redacteuren Gyz la Rivire, Rufus Ketting, Pieter Vos, Boris van Berkum en Stefan Tijs, was

    de uitkomst van maanden onderzoek naar een nieuwe term voor de radicalisering van de huidige populaire

    cultuur. Tijdens het samenstellen werd er gediscussieerd over global economy, de macht van multinationals en

    de mogelijkheden tot verzet werden afgetast. De enige juiste conclusie die in het boek naar voren kwam was

    om het merk MAMA op te heffen. Op initiatief van Boris van Berkum werd ter gelegenheid van de boekpre-

    sentatie MAMAs gevel ontdaan van alle logos en werd de volledige gevel van de tegenoverliggende SPAR

    supermarkt gekopieerd. MAMA werd een supermarkt met slechts n product in de schappen: Hardpop.

    MAMA (Rotterdam)

    diverse kunstenaars (INT)

    Hardpop Book Expo (2001), expositie en publicatie

    Trailer | CopyClash16

  • Dear Steve is een videobrief van Herman Asselberghs aan Apple-oprichter Steve Jobs. Terwijl een MacBook

    Pro in 45 minuten wordt ontmanteld richt een voiceover zich in een kritische reflectie tot Steve Jobs. De laptop

    is niet meer weg te denken uit onze moderne levens, maar wat weten we eigenlijk over dit object dat ons zo

    na staat? Niet veel, blijkt wanneer je het object zelf eens onder de loep neemt. Asselberghs gebruikt in deze

    video een product wat ook als merk sterk in ons collectieve bewustzijn staat gegrift. De transformatie die As-

    selberghs het merk in deze video laat ondergaan, verandert het product en het merk zelf, de associatie die we

    er bij hebben en de plek die het inneemt in onze samenleving.

    V2_ (Rotterdam)

    Herman Asselberghs i.s.m. V2_ en August Orts. (BE/NL)

    Dear Steve (2010), video, 45

    Trailer | CopyClash 17

  • Dit werk van Frank Tjepkema (1970) uit 2006 speelt op geraffineerde wijze in op de discussie rond copyright

    en intellectueel eigendom. In de ontwerpen die hij samen met partner Janneke Hooymans realiseert, ontregelt

    hij de merkbeleving van de consument. Copyright dient om het originele product te beschermen tegen namaak:

    imitatie die de exclusiviteit opheft. Door hier een originele vaas van Jongerius te gebruiken is het de vraag of

    er werkelijk sprake is van eventuele copyright schending. Het lijkt de aanval echter wel des te directer te ma-

    ken. Tot we bedenken dat deze vaas via IKEA in grote oplage wereldwijd verkrijgbaar is. Tjepkemas ingreep

    maakt dit ene exemplaar juist uniek. Op een vrolijke ironische toon poneert hij zo een serieuze vraag over de

    verhouding tussen massaproduct en unicum. Daarmee maakt hij een ontwerp waarop andermans copyright

    rust (Jongerius of IKEA) niet alleen tot zijn intellectueel eigendom maar ook tot een prikkelend kunstwerk.

    SM S (s Hertogenbosch)

    Frank Tjepkema (CH/NL)

    Shock proof Jonsberg (2006), IKEA Jonsberg vaas (ontwerp H. Jongerius)

    Trailer | CopyClash18

  • Bic Smile I en II zijn twee versies van nagenoeg hetzelfde beeld, een portret. Door het verschil in afmetingen

    is in het ene portret het gezicht iets kleiner en in de ander iets groter dan een hoofd op ware grootte. Patiniott

    vindt het boeiend om te zien wat het kleine verschil in formaat, beide net niet verwijzend naar een werkelijk

    formaat, zou opleveren voor de beleving van dit beeld. Daarbij is het nog eens extra raar om een verdub-

    beling van juist dit beeld te hebben, omdat het zon split second ongelukje is, de inkt die om de mond is

    gesmeerd. De verdubbeling van dit moment maakt de ervaring ervan anders - komt de n na de ander? Is

    het wel zo per ongeluk?

    SM SCHIEDAM (Schiedam)

    Micha Patiniott (NL)

    Bic Smile I & II (2008/2009), olieverf op doek, resp. 53x40,5/ 71x53 cm

    Trailer | CopyClash 19

  • Ann Veronica Janssens toonde in 2001 in Berlijn haar eerste versie van de immersieve installatie met ge-

    kleurde nevel tijdens haar solotentoonstelling in de Neue Nationalgalerie. Nu, 9 jaar later, toont op nagenoeg

    dezelfde plek Olafur Eliasson zijn overzichtstentoonstelling Innen Stadt Aussen, met onder andere ook een

    immersieve installatie van gekleurde nevel, echter zonder ook maar enige vermelding naar het werk van Ann

    Veronica Janssens, noch in de catalogus, persbericht of andere informatiebronnen. Ook Antony Gormley hul-

    de voor zijn tentoonstelling in Hayward Gallery (Blind Light) het hele museum in een installatie van gekleurde

    nevel. Deze overeenkomsten en gelijklopende esthetische concepten en uitvoering zijn een uiterst interessant

    geval van copyright problematiek. Kan het zijn dat deze werken afzonderlijk van elkaar zijn ontstaan? En hoe

    ver kan een kunstenaar gaan met het toe-eigenen van andermans concept?

    WIELS (Brussel)

    Ann Veronica Janssens (UK)

    Light Games (2001), lichtinstallatie met nevel

    Trailer | CopyClash20

  • Toen Public Enemy in 1988 hun album It Takes a Nation of Millions to Hold Us Back uitbracht, leek het afkomstig van een andere planeet; nooit eerder had iets zo geklonken. Het album stond vol met sirenes, toeters en buitenaardse geluiden. Het was een chaotisch, eclectisch geluid waarover Public Enemys frontman Chuck D zijn politieke en potische teksten legde. Hij rapte over rassenscheiding, kapita-lisme, de muziekindustrie, nationalisme en digitaal samplen:

    CAUGHT, NOW IN COURT / CAUSE I STOLE A BEAT / THIS IS A SAMPLING SPORT / MAIL FROM THE COURTS AND JAIL / CLAIMS I STOLE THE BEATS THAT I RAIL / I FOUND THIS MINERAL THAT I CALL A BEAT / I PAID ZERO.

    * * *

    Stay Free!: What are the origins of sampling in hiphop?

    Chuck D: Sampling basically comes from the fact that rap music is not music. Its rap over music. So vocals

    were used over records in the very beginning stages

    of hiphop in the 0s to the early 80s. In the late 1980s,

    rappers were recording over live bands who were basi-

    cally emulating the sounds off of the records. Eventu-

    ally, you had synthesizers and samplers, which would

    take sounds that would then get arranged or looped,

    so rappers can still do their thing over it. The arrange-

    ment of sounds taken from recordings came around

    1984 to 1989.

    Stay Free!: When you were sampling from many dif-ferent sources during the making of It Takes a Nation,

    were you at all worried about copyright clearance?

    Shocklee: No. Nobody did. At the time, it wasnt even an issue. The only time copyright was an issue was if

    you actually took the entire rhythm of a song, as in

    looping, which a lot of people are doing today. Youre

    going to take a track, loop the entire thing, and then

    that becomes the basic track for the song. They just

    paperclip a backbeat to it. But we were taking a horn

    hit here, a guitar riff there, we might take a little

    speech, a kicking snare from somewhere else. It was all

    bits and pieces.

    IntervIew met PublIc enemys chuck D en hank shockleeDoor kembrew mcleoD, stay Free magazIne #20

    hoe coPyrIght-wetgevIng hIPhoPveranDerDe

    Trailer | CopyClash 21

  • Stay Free!: Did you have to license the samples in It Takes a Nation of Millions before it was released?

    Shocklee: No, it was cleared afterwards. A lot of stuff was cleared afterwards. Back in the day, things was

    different. The copyright laws didnt really extend into

    sampling until the hiphop artists started getting sued. As

    a matter of fact, copyright didnt start catching up with

    us until Fear of a Black Planet. Thats when the copy-

    rights and everything started becoming stricter because

    you had a lot of groups doing it and people were taking

    whole songs. It got so widespread that the record com-

    panies started policing the releases before they got out.

    Stay Free!: With its hundreds of samples, is it possible to make a record like It Takes a Nation of Millions to-

    day? Would it be possible to clear every sample?

    Shocklee: It wouldnt be impossible. It would just be very, very costly. The first thing that was starting to happen by

    the late 1980s was that the people were doing buyouts.

    You could have a buyout--meaning you could purchase

    the rights to sample a sound--for around $1,500. Then

    it started creeping up to $3,000, $3,500, $5,000, $7,500.

    Then they threw in this thing called rollover rates. If your

    rollover rate is every 100,000 units, then for every 100,000

    units you sell, you have to pay an additional $7,500. A re-

    cord that sells two million copies would kick that cost up

    twenty times. Now youre looking at one song costing you

    more than half of what you would make on your album.

    Chuck D: Corporations found that hiphop music was viable. It sold albums, which was the bread and butter

    of corporations. Since the corporations owned all the

    sounds, their lawyers began to search out people who

    illegally infringed upon their records. All the rap artists

    were on the big six record companies, so you might

    have some lawyers from Sony looking at some lawyers

    from BMG and some lawyers from BMG saying, Your

    artist is doing this, so it was a tit for tat that usually

    made money for the lawyers, garnering money for the

    company. Very little went to the original artist or the

    publishing company.

    Stay Free!: Switching from the past to the present, on the new Public Enemy album, Revolverlution, you had

    fans remix a few old Public Enemy tracks. How did you

    get this idea?

    Chuck D: We have a powerful online community through Rapstation.com, PublicEnemy.com, Slamjams.

    com, and Bringthenoise.com. My thing was just looking

    at the community and being able to say, Can we actu-

    ally make them involved in the creative process? Why

    not see if we can connect all these bedroom and base-

    ment studios, and the ocean of producers, and expand

    the Bomb Squad to a worldwide concept?

    Stay Free!: As you probably know, some music fans are now sampling and mashing together two or more

    songs and trading the results online. Theres one track

    by Evolution Control Committee that uses a Herb Alpert

    instrumental as the backing track for your By the Time

    I Get to Arizona. It sounds like youre rapping over a

    Herb Alpert and the Tijuana Brass song. How do you

    feel about other people remixing your tracks without

    permission?

    Chuck D: I think my feelings are obvious. I think its great.

    STAY FREE! is een non-profit magazine uit Brooklyn, NY en onder-

    zoekt de politiek en perversie van de massamedia en Amerikaanse

    (consumptie) cultuur. Dit is een ingekorte versie van het interview dat

    in de herfst van 2002 verscheen. www.stayfreemagazine.org

    Trailer | CopyClash22 Infographic 1/3: D. Israel Peralta

  • Trailer | CopyClash 23TrailER | CopyClash 23

  • In essence its about control. Its about controlling what you own. Were trying to make people understand that what theyre doing is illegal.

    - Lars Ulrich, muzikant (Metallica)

    copyclash

    copyclash

    copyclash

    copyclash

    copyclash

    copyclash

    copyclash

    copyclash

    copyclash

    Trailer | CopyClash24

  • [ door Milan Tilder ] De ontwikkeling van muziek, kunst

    en cultuur heeft altijd plaatsgevonden op basis van oude

    ideen en informatie. Het hergebruiken en openbaar ma-

    ken van informatie is echter lastiger geworden sinds de

    ontwikkeling van de copyrightwetgeving en technische

    innovatie die invloed heeft op de beschikbaarheid van

    informatie of ander (intellectueel) materiaal.

    sampling \sam-plin\ 1 het samplen

    van muziek 2 het opne-

    men en opslaan van een

    geluidsfragment voor

    verdere bewerking

    TrailER | CopyClash 25

  • Veel materiaal dat vroeger publiek was, is inmiddels wettelijk gedeponeerd door

    verschillende maatschappijen. Zo heeft Warner Chappell in 1935 de rechten ge-

    registreerd voor het liedje Happy Birthday, waarvan de melodie in 1893 voor een

    kinderliedje werd gecomponeerd. Bovendien heeft de muziekindustrie door lob-

    byen de duur van het copy-right steeds meer op weten te rekken. Wie nu Happy

    Birthday zingt, openbaar maakt of opvoert moet daar in de EU tot 2016 en in de

    VS tot 2030 eigenlijk rechten over betalen aan Warner Chappell.

    Hergebruikte muziek werd vroeger vooral nagespeeld door andere muzikanten

    die er soms nog hun eigen draai aan gaven. Met de komst van de grammofoon-

    plaat en later de draaitafels gingen DJs als Grandmaster Flash en Afrika Bamba-

    taa eind jaren zeventig instrumentale fragmenten van platen loopen (herhalen)

    en mixen. MCs gingen daar vervolgens weer op rappen. De discohit Good Times

    van Chic die werd gebruikt voor Rappers Delight van Sugar Hill Gang is hier een

    goed voorbeeld van.

    De jaren tachtig waren de opkomst van digitale samplers. Met deze apparaten

    kon een paar seconden geluid worden opgenomen. Het samplen van een geluid

    met bijvoorbeeld een Akai MPC bracht veel extra mogelijkheden met zich mee:

    men kon de toonhoogte veranderen, opgenomen geluidsfragmenten ritmisch en

    melodisch bespelen, programmeren en met allerlei externe effecten weer bewer-

    ken. Niet geheel onbelangrijk was het feit dat een gesampled geluid al snel lekker

    klinkt. De formatie Public Enemy kwam daar vrij gauw achter. Hoewel samplers erg

    duur waren kon men er toch mee werken door studiotijd te huren.

    De release van Public Enemys album It Takes a Nation of Millions to Hold Us Back

    in 1988 was revolutionair. De beats waren samengesteld uit allerlei gesamplede

    fragmenten afkomstig van oude platen en toespraken van o.a. Martin Luther

    King. Later in de jaren tachtig ging men ook langere fragmenten en hele tracks

    hergebruiken zoals MC Hammers U Cant Touch This dat een aftreksel is van Rick

    James Superfreak. In die tijd werd de copyrightwetgeving al aangepast. Deze was

    oorspronkelijk niet ingesteld op het feit dat muzikanten elkaars materiaal op zon

    manier zouden gebruiken. Na de eerste rechtszaken en procedures was het duide-

    lijk dat je goed geld kon verdienen aan muzikanten die met je materiaal aan de

    haal gingen. Een van de maatschappijen die hier bij de opkomst van hiphop actief

    in werd was Bridgeport. Bridgeport beheert veel materiaal van George Clinton en

    hoorde hoe een nieuwe generatie muzikanten met hun materiaal de basis legde

    voor een nieuwe muziekstroming.

    De P-Funk van George Clinton en Parliament Funkadelic is een van de belangrijkste

    invloeden binnen hiphop. Het album 3 Feet High and Rising van De La Soul was

    ermee doorspekt en vele muzikanten en producers zoals Ice Cube, Snoop Dogg en

    Dr. Dre maakten er dankbaar gebruik van. De laatste twee werkten wel samen met

    muzikanten om de gewenste fragmenten na te spelen. Op die manier betaal je na-

    melijk minder rechten. Tijdens een vragenuurtje met Clinton vorig jaar in de World

    Music and Dance Academy in Rotterdam vertelde hij dat hij het eigenlijk maar raar

    TrailER | CopyClash26 Illustratie: Daan Markus

  • vond dat men soms een paar seconden muziek gebruikte van nummers die eigen-

    lijk van begin tot eind goed zijn. Op de vraag: How do you deal with royalties?

    grapte hij: I never met Royalties. Zelf lag Clinton vroeger regelmatig in de clinch

    met maatschappijen omdat hij muziek wilde maken met muzikanten die vaak bij

    verschillende labels onder contract stonden.

    Tegenwoordig hoor je in bekende muziek veel minder samples omdat het gebruik

    ervan veel kosten en gedoe oplevert. Jammer eigenlijk dat rappers van tegenwoor-

    dig vaak pronken met dure autos, juwelen en kleding. Het zou toch veel stoerder

    zijn als ze in plaats daarvan meer verschillende of imposantere samples in hun

    muziek zouden gebruiken?

    De documentaire RIP: a Remix Manifesto geeft een goed beeld van het heden-

    daagse sample en copyrightdilemma aan de hand van o.a. het werk van Girl Talk,

    dat bekend staat om zijn mash ups. Mash up is populaire collagemuziek waarin

    talloze samples, instrumentals en vocalen uit verschillende genres worden samen-

    gesmeed tot een nieuw nummer. Een nummer van Girl Talk bestaat uit vele onbe-

    taalbare samples. Als hij zijn album zou willen uitgeven zou hij grofweg 4,2 miljoen

    dollar aan publicatierechten moeten betalen. De labels zijn echter niet verplicht

    hier akkoord mee te gaan; ze kunnen altijd weigeren en op die manier een soort

    culturele censuur plegen. Het maken van mash ups werd populairder door de

    komst van computers en muzieksoftware. Dat maakte het een stuk eenvoudiger

    dan bijvoorbeeld het specialistische handmatige DJ werk uit de jaren negentig van

    mensen zoals DJ Spooky, DJ Shadow of DJ A-Trak.

    Artiesten zijn in eerste instantie helemaal niet bezig met copyright details. In het

    creatieve proces zetten zij allerlei fragmenten bij elkaar omdat ze dat goed bij

    elkaar vinden klinken of er bepaalde associaties en ideen bij hebben. Het publiek

    moet daar ook naar kunnen luisteren.

    Hoewel niet iedereen gelukkig is met wat er met hun materiaal wordt gedaan,

    vinden veel artiesten toch dat er niet te veel belemmering vanuit overheden en

    platenmaatschappijen moet zijn. We zouden vrij moeten kunnen beschikken over

    huidig materiaal om er iets anders mee te doen en te delen met anderen. Of dat nou

    een blik Campbells Soup is, de relativiteitstheorie of een liedje. Natuurlijk zijn er

    hier en daar wat nuances aan te brengen, zeker als het gaat om commercieel gewin.

    Veel bedrijven en artiesten vinden dat ze geld moeten krijgen voor de muziek die ze

    produceren omdat ze kosten maken om ons daarover te kunnen laten beschikken.

    Toch staat het beleid en de huidige wetgeving op het gebied van copyright steeds

    meer onder druk door nieuwe publieke media zoals het internet. Artiesten als de

    Beastie Boys en Radiohead gingen al vroeg in de ontwikkelingen mee en waren pi-

    oniers in het beschikbaar stellen van hun muziek op internet, zowel voor het remix-

    als het luisterpubliek. De industrie is daar kennelijk nog niet helemaal klaar voor.

    TrailER | CopyClash28

  • De expositie CopyClash is een geesteskind van

    Trailer, een betrekkelijk nieuw collectief ten-

    toonstellingsmakers uit Rotterdam, bestaande

    uit Tim Braakman, Marieke de Rooy en Aline

    Yntema. Hoewel alle drie opgeleid als vormge-

    ver of docent beeldende kunst aan de Willem

    De Kooningacademie, treed het drietal tegen-

    woordig vooral naar buiten als onafhankelijke

    curatoren.

    In het onderstaande interview komen Tim

    Braakman en Marieke de Rooy aan het woord,

    daar Aline Yntema op dat moment een reis door

    Thailand onderneemt.

    Voor we het specifiek over de tentoonstelling

    gaan hebben, kunnen jullie eerst iets meer

    over Trailer zelf vertellen?

    T: We hebben elkaar leren kennen bij Show-

    room MAMA, waar we alle drie aan het zogehe-

    ten Rookie-programma van MAMA meededen.

    In dat programma krijgt jong talent uit Rotter-

    dam op verschillende manieren een kans om een

    wezenlijke bijdrage te leveren aan n of meer

    exposities. In ons geval was dat het cureren van

    een expositie.

    M: Die expositie heette For Security Reasons, en

    handelde over de, naar onze mening, steeds meer

    draconische maatregelen betreffende veiligheid

    in de samenleving. Vanaf dat moment is ook het

    idee ontstaan om te blijven samenwerken, en dat

    is uiteindelijk Trailer geworden.

    Het was geen optie om het project CopyClash

    ook bij MAMA onder te brengen?

    T: Nou, we waren aanvankelijk op zoek naar

    een eigen ruimte, maar dat bleek steeds weer

    om een andere reden onmogelijk te zijn. Of niet

    beschikbaar, of te duur, of in heel slechte staat.

    Uiteindelijk zijn we zo bij Roodkapje/ROT(T)-

    TERDAM terechtgekomen. Zij wilden als host

    fungeren. Het cureren van de expositie, alsmede

    het aanvragen van de benodigde fondsen en het

    uitgeven van het bijbehorende magazine doen

    we zelf .

    For Security Reasons was overduidelijk een ge-

    ngageerde expositie. Dat kun je denk ik zeker

    ook van CopyClash zeggen. In een intentiever-

    klaring stellen jullie bijvoorbeeld expliciet dat

    de huidige samenleving wordt bedreigd door

    de inmenging van de overheid in het copy-

    rightdebat. Is een tentoonstelling het aange-

    wezen middel om een vuist te maken?

    T:Nou allereerst willen we vooral veel mooie

    en interessante dingen samenbrengen, waarbij

    het negeren van het zogenaamde verschil tussen

    hoge en lage kunst voor ons heel belangrijk is.

    Daarnaast gaan we aan de slag met onderwerpen

    die ons na aan het hart liggen. En alles wat rond-

    om het copyright speelt is daar n van.

    M:En de tentoonstellingsvorm komt simpelweg

    voort uit het feit dat we alle drie een creatieve

    opleiding en achtergrond hebben. Dit is wat we

    kennen, en hoe wij het beste ons programma

    kunnen presenteren.

    Is de huidige situatie rondom het copyright

    echt zo zorgelijk?

    T:Wij vinden van wel. Aan de ene kant heb je

    bijvoorbeeld YouTube waarop heel erg veel con-

    tent voor heel veel mensen voor het oprapen ligt.

    Maar aan de andere zijde is er voor kunstenaars

    zelf nauwelijks geld te verdienen of het recht op

    het werk te behouden.

    In de al eerder besproken intentieverklaring,

    halen jullie een uitspraak van een zekere

    rechter Kozinski aan, die in een vonnis stelde

    dat het teveel beschermen van copyright mis-

    schien nog wel schadelijker is dan het niet

    beschermen. Is dat hoe je de huidige situatie

    kunt samenvatten?

    M:Absoluut. Als je alleen al realiseert dat er in de

    wetgeving geen onderscheid naar sector of deel-

    gebied wordt gemaakt, dan weet je al dat er een

    onwerkzame situatie is ontstaan.

    T:Om een voorbeeld te geven: de farmaceu-

    tische industrie kent exact dezelfde wetgeving

    als de creatieve industrie. Terwijl die werelden

    totaal van elkaar verschillen.

    Speelt deze kwestie eigenlijk ook direct in de

    kunstwereld?

    T:Misschien meer in aanverwante industrie

    zoals de muziek- en filmindustrie. Daar is een

    rechtszaakcultuur ontstaan, die echt alleen nog

    maar om geld draait.

    M:Het huidige systeem tussen het aankopen van

    foto- of filmmateriaal door musea of galeries heeft

    eigenlijk dezelfde werking. Je verkoopt een opla-

    ge en daarna kan de aankoper er welbeschouwd

    alles meedoen, zonder dat de kunstenaar er wat

    aan verdient of verder zelf wat mee kan.

    Is er een oplossing?

    T:De oplossing zou zijn om de wetgeving per

    land op te breken in kleine, behapbare regels

    per discipline. Maar daar heb ik weinig ver-

    trouwen in.

    Tot slot, welk werk verbeeld voor jullie het

    beste de essentie van deze tentoonstelling?

    M:Voor mij het werk van Nate Harrison.

    T:Voor mij ook.

    M:Het werk is getiteld Can I Get An Amen? en

    het bestaat uit een LP waarop Harrison vertelt

    hoe een gesamplede drumbreak uit 1969 een

    stortvloed van muziekstromingen heeft moge-

    lijk gemaakt.

    T: Juist doordat de rechthebbenden van de sam-

    ple er nooit een probleem van hebben gemaakt,

    heeft het als basis kunnen dienen voor talloze

    hiphoptracks en genres als drum-n-bass en jun-

    gle. Het toont perfect aan wat kunstenaars met

    die vrijheid kunnen bewerkstelligen, namelijk;

    van een basisgegeven iets totaal nieuws creren

    en op die manier weer vele nieuwe deuren ope-

    nen voor andere mensen.

    IntervIew met decuratoren Door Vincent Cardinaal

    copyclash

    copyclash

    copyclash

    copyclash

    copyclash

    copyclash

    copyclash

    copyclash

    copyclash

    Trailer | CopyClash 29

  • Dennis de Bel (NL) & JODI (NL/BE) Copyright 2010 (2010)De Bel maakt design interventies. Volgens hem

    consumeren wij niet enkel beeld en geluid,

    maar ook objecten: tastbare dingen. Hij past

    de context of het object aan en remixt deze

    als het ware, waardoor er met humor kritiek

    wordt geleverd op het object, de situatie of de

    maatschappij.

    Voor CopyClash maakte De Bel in samenwer-

    king met net artists JODI een nieuw werk

    waarbij herkenning en subtiliteit een belang-

    rijke rol spelen. De Bel studeerde in 2009 af

    aan het Piet Zwart Instituut. Hij is momenteel

    curator voor de Rotterdamse platenzaak Trip-

    house en werkt vaker samen met JODI.

    www.dennisdebel.nl

    Ondrej Brody (CZ) & Kristofer Paetau (FI)Wang Bin Torture in Com-mercial Quality, High Quality and Museum Quality (2010)Het Fins-Tsjechische duo Brody & Paetau werkt

    met menselijk gedrag dat wordt benvloed of

    aangestuurd door externe aspecten uit het

    leven, de maatschappij en de politiek. Tijdens

    CopyClash zal het werk Wang Bin Torture in

    Commercial Quality, High Quality and Museum

    Quality te zien zijn. In dit werk geeft het

    duo Chinese kopieer-schilders de opdracht

    slachtoffers van hun eigen politieke regime na

    te schilderen beelden die door internetcen-

    suur onbereikbaar zijn voor Chinezen en doet

    dit in alledrie de prijsklassen die de schilders

    aanbieden.

    Brody & Paetau wonen en werken afwisselend

    in Berlijn, Praag en Amsterdam.

    www.brodypaetau.com

    Bea Correa (BR/NL)Mindwhatyouwear (2004)De van origine Braziliaanse Bea Correa is het

    brein achter Mindwhatyouwear, een project dat

    mensen bewuster wil maken. Hiervoor gebruikt

    ze humor en wil ze kleine, vredige revoluties

    uitlokken. Correa heeft zowel rechten als gra-

    fisch ontwerp gestudeerd en deze achtergrond

    komt duidelijk naar voren in haar ontwerpen.

    Met de FAKE tassen die bij CopyClash ten toon

    worden gesteld onderzoekt Correa authenti-

    citeit en kansen; en beoogt ze de discussie

    omtrent nep, echt en auteursrecht op gang te

    brengen.

    Correa woont en werkt in Amsterdam en is

    creative director van Mindwhatyouwear.

    www.mindwhatyouwear.com

    Peter Fischli (CH) & David Weiss (CH) Der Lauf der Dinge (1987)In 1987 maakten het Zwitserse kunstduo

    Fischli & Weiss hun bekendste werk Der Lauf

    der Dinge. Een film waar in bijna een half uur

    verschillende handelingen elkaar opvolgen in

    een zelfgebouwde kettingreactie. De film heeft

    verschillende onderscheidingen ontvangen

    en is permanent te bezichtigen in het Franklin

    Institute in Philidelphia.

    Fischli & Weiss werken met verschillende me-

    dia en hun werk is opgenomen in de collectie

    van beroemde musea zoals het Tate en het

    Guggenheim.

    Fischli & Weiss wonen en werken in Zrich.

    www.matthewmarks.com

    Nate Harrison (US) Can I get an Amen (2004)Harrison is een kunstenaar en schrijver die

    zich bezig houdt met intellectueel eigendom,

    cultuurproductie en de formatie van creatieve

    processen in elektronische media.

    Naast het organiseren van tentoonstellingen en

    het geven van lessen aan verschillende univer-

    siteiten in de Verenigde Staten houdt Harrison

    zich bezig met het door hem opgerichte muzie-

    klabel Tshklabs.

    KunstenaarsCopyClash

    copyclash

    copyclash

    copyclash

    copyclash

    copyclash

    copyclash

    copyclash

    copyclash

    copyclash

    Trailer | CopyClash30

  • Gedurende CopyClash zal Harrisons audio

    installatie Can I get an Amen? gepresenteerd

    worden waarin hij met een kritische blik de

    amen break behandeld.

    Harrison woont in Brooklyn, New York waar hij

    actief is als zelfstandig kunstenaar. Daarnaast

    is werkzaam als professor voor de School of the

    Museum of Fine Arts in Boston.

    www.nkhstudio.com

    Patrick Liddell (US)I Am Sitting In A Video Room (2009)Muzikant Patrick Liddell nam van zichzelf een

    monoloog op, plaatste die op YouTube om het

    daarna weer vanaf YouTube te downloaden. Dit

    resultaat werd vervolgens weer teruggeplaatst

    op YouTube om dit proces vervolgens nog 1000

    keer te herhalen.

    Liddell begon zijn project als een ode aan de

    avant-gardistische muzikant Alvin Lucier en zijn

    beroemde werk I Am Sitting in a Room, waarin

    Lucier een tekst oplas, opnam, dit afspeelde en

    weer her-opnam totdat slechts het geluid van

    de kamer waarin hij zich bevond overbleef.

    In CopyClash toont Liddell zijn ode, die net

    anders is dan Luciers versie doordat het meer

    over digitale reproductie gaat. Het werk kan

    worden gezien als de YouTube versie van iets

    fotokopiren totdat er niets anders overblijft

    dan een korrelige, dikke vlek.

    www.ontologist.us

    OkGO! (US) This too shall pass (2010)De Amerikaanse rockband OkGO! staat bekend

    om hun vernieuwende videoclips. Voor het

    nummer This too shall pass, dat uitkwam in ja-

    nuari 2010, heeft de band twee videoclips laten

    maken. Beide videos zijn in n take opgeno-

    men. James Frost regisseerde in samenwerking

    met Synn Labs een versie gebaseerd op een

    Rube Goldbergmachine, een exact uitgemeten

    maar ogenschijnlijk nutteloze kettingreactie.

    De video maakt gebruik van zoveel mogelijk

    gerecyclede materialen en zo min mogelijk

    tussenkomst van computers, om het kinetische

    aspect te benadrukken.

    Binnen zes dagen na de release van de video

    op YouTube was de video al meer dan zes

    miljoen keer bekeken en werd het door CNN

    een instant viral genoemd. Deze hoge kijkcijfers

    vertaalden zich niet naar hoge verkoopcijfers

    van het album Of the Blue Colour of the Sky,

    maar wel in bezoekersaantallen van OkGOs

    concerten.

    De bandleden van OkGO! wonen en werken in

    Los Angelos.

    www.okgo.com

    Evan Roth (US) Intellectual Property Ass-hole Competition (2009)Roth is een onderzoekend kunstenaar wiens

    focus ligt bij technologie, machtsinstrumenten,

    open source en populaire cultuur. Hij is mede-

    oprichter van het Graffiti Research Lab en het

    Free Art & Technology Lab. Zijn werk is getoond

    in verscheidene musea en heeft verschillende

    onderscheidingen gekregen.

    Met zijn werk Intellectual Property Asshole

    Competition zoekt Roth tijdens CopyClash naar

    overlapping tussen free culture en populaire

    cultuur. Roth demonstreert de hypocrisie die

    zo herkenbaar is voor verschillende copyright

    zaken. Dit doet hij door twee aanklagers uit

    te dagen hem aan te klagen voor auteursrecht-

    schending, zonder gezichtsverlies te leiden.

    Evan Roth woont en werkt in (Parijs), zijn bezig-

    heden vinden voornamelijk online plaats.

    www.evan-roth.com

    Ad Schouten (NL) Ad Schouten 1:1 (2007)Schouten werkte door de jaren heen aan een

    langzaam groeiende verzameling kunstwerken

    die op verschillende wijzen reflecteren op

    verbanden tussen kunst- of cultuurhistorische

    fenomenen en vormen van collectief geheugen.

    Schoutens India project is een project dat op

    basis van gefaxte zwart wit documentatie een

    billboard schildersatelier uit Mumbai iconen

    uit de Westerse conceptuele kunst naar eigen

    inzicht heeft laten schilderen. Dit werk heeft in

    samenwerking met Drukkerij de Maasstad en

    Team TCHM een nieuwe laag gekregen in het

    posterboek Ad Schouten 1:1 dat vier reproduc-

    ties uit het India project verwerkt tot uitscheur-

    bare paginas, welke wanneer samengesteld,

    een reproductie op ware grootte (1:1) vormen.

    Wieden+Kennedy (US) Cog (2003)Cog is een reclame van het Amerikaanse

    reclamebureau Wieden+Kennedy die in 2003 is

    uitgebracht door Honda om hun zevende gene-

    ratie van de Honda Accord onder de aandacht

    te brengen. De reclame, die net als Der Lauf

    der Dinge gebaseerd is op een zogenaamde

    Rube Golbergmachine, toont verschillende

    onderdelen van de Accord die elkaar door een

    kettingreactie van grote precisie in beweging

    blijven zetten. Cog was een onderdeel van de

    succesvolle Power of Dreams campagne.

    Wieden+Kennedy zijn overigens door Fischli

    & Weiss aangeschreven en beschuldigd van

    plagiaat. Er werd uiteindelijk afgezien van een

    officile aanklacht in verband met de kleine

    kans op overwinning.

    www.wk.com

    copyclash

    copyclash

    copyclash

    copyclash

    copyclash

    copyclash

    copyclash

    copyclash

    copyclash

    Trailer | CopyClash 31

  • Interview met Dennis de BelDoor Vincent Cardinaal

    Dennis de Bel maakte speciaal voor de tentoonstelling Copy-

    Clash een tweetal werken. Als kunstenaar heeft De Bel zich de

    afgelopen jaren bezighouden met wat hij zelf betiteld als de-

    sign interventies. Bij deze interventies werkt hij met herken-

    bare objecten en apparaten, waarbij hij te werk gaat als een

    dj: hij remixt het object, en levert er zo op een subtiele, en

    doorgaans humoristische wijze commentaar op. Tevens is hij

    actief met software en in de experimentele moderne muziek.

    De weg naar het autonoom kunstenaarschap verliep voor hem

    via een ietwat ongebruikelijke route.

    Ik wilde nooit kunstenaar worden. Althans, niet toen ik klein

    was of toen ik op de middelbare school zat. Ik was vooral bezig

    met sleutelen. Aan objecten en ook op de computer; ik zit

    eigenlijk al vanaf de begindagen op internet.

    Hoe ben je dan de Dennis de Bel geworden die we vandaag de

    dag kennen?

    Op een open dag van de Willem de Kooningacademie zag ik

    een paar gasten met websites bezig. Dingen die vooral heel

    snel waren en heel veel lawaai maakten. Dat vond ik toen

    mooi en ik dacht: dat wil ik ook (lacht). Dus ben ik Interac-

    tive Media Design gaan studeren, een richting die inmiddels

    opgedoekt is. Maar ik kwam er al snel achter dat het niet was

    wat ik zocht, ik zat ook maar met twee andere studenten in de

    klas. Het was teveel simpelweg programmeren, en websites

    bouwen. Ik wilde dat proces juist omdraaien, kijken hoe je

    internet en computers zelf als lijdend voorwerp kon gebruiken.

    Tijdens mijn derde jaar ben ik daarom een minor Autonoom

    gaan doen en later heb ik ook het Piet Zwart Instituut (master-

    opleiding van de WDKA, VC) afgerond.

    En Piet Zwart heeft je definitief tot het autonoom kunstenaar-

    schap geleid?

    Nee ook niet, eigenlijk (lacht). Ik kwam er gaandeweg vooral

    achter dat ik genteresseerd was in design, in concepten en

    in hoe dat werkt. Ik kom uit een familie van knutselaars,

    mijn vader, mijn opa; altijd bezig met sleutelen en kijken hoe

    zaken in elkaar steken. Dat heb ik eigenlijk weer opgepikt,

    maar dan als autonoom kunstenaar. Zo hecht ik bijvoorbeeld

    wel veel waarde aan de esthetiek van het werk, maar wil ik

    tegelijk ook de werking en vormgeving van een object ter

    discussie stellen.

    Op je website staat een statement, een soort intentieverkla-

    ring van de kunstenaar Dennis de Bel. Daarin stel je ondermeer

    dat je de fouten van design aan de orde wilt stellen, zonder de

    oplossingen aan te dragen. Wat zijn die fouten dan?

    Wat ik daarmee vooral bedoel is dat veel mensen ontwerp en

    eigenlijk de hele samenleving maar voor lief nemen. Iedereen

    vind het logisch dat een object gewoon werkt, terwijl daar

    hartstikke veel moeite en denkwerk aan voorafgaat. Daar wil

    ik de toeschouwers van mijn werk vooral bewust van maken.

    Mijn stelling is ook dat veel mensen doorgaans pas aandacht

    voor een object hebben als het stuk is, of niet meer optimaal

    werkt. Daar speel ik vervolgens mee. Door het object op het

    oog zo compleet en heel mogelijk te presenteren, maar altijd

    met een knipoog en een subtiele verandering. Eigenlijk creer

    ik er nog meer problemen bij.

    copyclash

    copyclash

    copyclash

    copyclash

    copyclash

    copyclash

    copyclash

    copyclash

    copyclash

    Trailer | CopyClash32

  • Je werk is ontegenzeggelijk gengageerd, maar tegelijk altijd

    subtiel en genuanceerd. Er is geen activist aan jou verloren

    gegaan?

    Niet bepaald. Of althans; mij spreekt een uitgesproken

    activistische insteek niet aan. Op een of andere manier leidt

    het ook vaak tot een soort hypocrisie. Om een statement te

    maken wordt je welhaast gedwongen om dezelfde middelen

    te gebruiken als degene die je juist probeert te bestrijden. Ik

    maak liever een subtiele toespeling.

    Wat maak je voor de expositie?

    Voor de tentoonstelling maak ik twee werken. Over een

    van de werken kan ik je nog weinig vertellen, ik zit nog in de

    ideenfase. Een ander werk is in samenwerking met JOdI,

    een duo dat zich als net artists betiteld en vooral online kunst

    presenteert. Tijdens mijn studie aan Piet Zwart heb ik al wat

    programmeerwerk voor ze gedaan en sindsdien werken we

    incidenteel samen. Voor deze expo maken we een foto die

    commentaar levert op Google Street View.

    Het begon ermee dat ons opviel dat als je in Street View naar

    de lucht kijkt dat daar heel subtiel het copyrightlogo van

    Google in verwerkt staat. En dat vind ik absurd. Het is wel-

    beschouwd sowieso absurd wat Google allemaal doet, maar

    dit gaat wel erg ver. Wat wij doen is een vliegtuigje de lucht

    in sturen met daarachter een banner met daarop een replica

    van het logo van Google. En daar maken we een foto van,

    eigenlijk met de boodschap: de echte wereld is er ook nog.

    Wat stoort je het meest aan het bovenstaande?

    dat heeft eigenlijk weer te maken met mijn observatie dat

    de meeste mensen alles maar voor lief nemen. Neem mijn

    eigen moeder: die denkt echt dat Google het internet is. de

    typt rustig urls in de Google zoekbalk. En dat geldt denk ik

    voor veel mensen. En tegen dat proces wil ik een subtiele

    tegenhanger presenteren. Laten zien dat de echte wereld nog

    steeds hetzelfde kan.

    Ligt het auteursrechtthema van de expositie je na aan het hart?

    Ja en nee. Ik vind het belangrijk en ik denk dat het een

    interessante tijd is. Tegelijk denk ik dat het niet heel erg in de

    kunstwereld speelt. daar is het sowieso al gebruikelijk om el-

    kaars werk te gebruiken als interpretatie en het in dat proces

    soms zelfs te kopiren. Verder geloof ik vooral in het Creative

    Commons-principe. Waarin er een goede afspraak tussen alle

    partijen wordt gemaakt, en het werk vervolgens zo vrij moge-

    lijk gebruikt kan worden, maar toch beschermd blijft.

    Wat kunnen we in de toekomst van je verwachten?

    Eigenlijk zou ik het liefst ontwerper en muzikant zijn. Als

    muzikant kan ik zelf instrumenten ontwerpen en dat doe ik

    dan ook. Maar als ontwerper wordt je doorgaans gedwongen

    om met het concept van anderen te werken en dat wil ik niet.

    dus ik zal nog wel even op dit pad blijven.

    Eigenlijk creer ik er nog meer problemen bij

    copyclash

    copyclash

    copyclash

    copyclash

    copyclash

    copyclash

    copyclash

    copyclash

    copyclash

    Trailer | CopyClash 33

  • Extemporary artist Dennis de Bel maakte samen met JODI voor CopyClash een nieuw werkgenspireerd door Google Earth. In de 3D streetview beelden legt Google een watermerk over de afbeelingen heen, zoals op de voorgevel van Roodkapje, Meent 125, Rotterdam. Wil Google patent op de realiteit?

  • Ooit op het lumi-

    neuze idee geko-

    men bad ass mother

    fucker in te ty-

    pen op Google? Dan

    is de kans groot dat je al hebt kennisgemaakt

    met de Amerikaanse kunstenaar Evan Roth (1978).

    Hij plaatste in 2005 een link met deze zoekop-

    dracht op zijn website en vroeg bezoekers hier

    liefst een paar duizend keer op te klikken. Zo

    kon hij erachter komen hoe lang het zou duren

    voor hij op nummer 1 in de zoekresultaten zou

    staan, namelijk dertien dagen en elf uur. Een

    typisch Roth-project: ondeugend en onderzoekend

    tegelijk.

    Na zijn afstuderen aan de Amerikaanse Parsons

    kunstopleiding richtte Roth in 2007 het Free Art

    and Technology Lab mede op, beter bekend als het

    FAT Lab. Dit internationale online collectief

    van onder andere kunstenaars, wetenschappers en

    muzikanten levert kritiek op de wetgeving om-

    trent intellectueel eigendom. Dit gebeurt voor-

    al door verschijnselen uit de populaire cultuur

    te mixen met open-source technologie, omgeven

    door een zweem van cynische humor. Ook in zijn

    eigen werk stelt Roth heersende machtsverhou-

    dingen, meestal in relatie tot intellectueel

    eigendom, op provocerende wijze ter discussie.

    Op zijn website telt een klok de uren, minuten

    en seconden af tot exact zeventig jaar na het

    overlijden van Michael Jackson de wettelijke

    tijd waarna de rechten op een nalatenschap wor-

    den vrijgegeven. Zo illustreert Roth op cyni-

    sche wijze zijn mening over dit gegeven: waarom

    zou je jouw ideen mee het graf innemen? Daarom

    bedacht hij het intellectuele eigendom donor-

    schap, bestaande uit een downloadbare sticker

    voor op je identiteitskaart. Je geeft daarmee

    toestemming voor het gebruiken van jouw ideen

    na je dood.

    Met deze concrete, bijna banale benadering van

    het onderwerp legt Roth de intrinsieke tegen-

    strijdigheid van het begrip intellectueel eigen-

    dom bloot. Het is geen orgaan of lichaamsdeel,

    maar iets volledig

    abstracts dat ei-

    genlijk geen bezit

    kan zijn. Daarmee

    gaat Roth een stap

    verder dan sommige andere kunstenaars in deze

    expositie, die slechts de techniek van het ko-

    piren en toe-eigenen hanteren wat op zich al

    niets nieuws is. Roths werk dwingt op baldadige

    en creatieve wijze tot overpeinzing. Zo knipte

    hij voor Explicit Content Only alle tekst uit

    een rap, behalve de vele scheldwoorden: censuur

    in de omgekeerde wereld. De manier waarop hij de

    grenzen en beperkingen van de open-source tech-

    nologie verkent doet enigszins denken aan het

    werk van bijvoorbeeld computerkunstenaar Cory

    Arcangel. Hoewel Arcangel vooral het technische

    proces demonstreert en niet per se statements

    maakt zoals Roth soms doet, presenteren beide

    het delen van (online) informatie als een nieuwe

    standaard. Iedereen mag overal toegang toe heb-

    ben, want het bezitten en claimen van informatie

    is volgens deze kunstenaars simpelweg niet lan-

    ger houdbaar in de huidige internetcultuur.

    Leef door in samenwerking met anderen, pleit Roth

    op zijn website. Stel jouw ideen beschikbaar

    voor latere creatieve geesten. Hierbij rijst de

    vraag of het vrijgeven van rechten na overlijden

    eigenlijk wel kan worden beschouwd als samenwer-

    king, aangezien deze onmogelijk wederzijds kan

    zijn. Is het nog steeds een mooie gedachte dat

    jouw creativiteit voortleeft via een ander, als

    daarover geen enkele controle kan worden uitge-

    oefend? In een vrije markt van ideen bestaat

    bovendien de kans dat jouw creativiteit hele-

    maal niet voortleeft, maar een razendsnelle dood

    sterft in een ware survival of the fittest. Het

    zijn interessante vraagstukken waarmee Roth je

    confronteert, zonder vervolgens zijn antwoor-

    den op te dringen. Ogenschijnlijk ouwehoert hij

    maar wat op internet, maar zowel de technische

    complexiteit als de inhoudelijke relevantie van

    zijn werk verraden dat dit meer behelst dan op-

    pervlakkig geklier. Een echte kwajongen, die

    Roth, maar wel n om serieus te nemen.

    EvAN ROTHSERIEuZE kwAJONGEN

    Door Yasmijn Jarram

    copyclash

    copyclash

    copyclash

    copyclash

    copyclash

    copyclash

    copyclash

    copyclash

    copyclash

    Trailer | CopyClash36

  • A culture without property, or in which creators cant get paid, is anarchy, not freedom.

    - Lawrence Lessig, professor

    copyclash

    copyclash

    copyclash

    copyclash

    copyclash

    copyclash

    copyclash

    copyclash

    copyclash

    Trailer | CopyClash 37

  • M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M

    M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M N M M M M M M M M M M D $ + = : , : : ? O M M M M M D M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M

    N M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M ? . . . . . . . . . O M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M

    M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M . . : . . . . . . . . I M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M

    M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M N M M M M Z . , 7 : . . , . . . , , . + M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M

    M M M ? D M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M D . . O Z . . , . . . . . . . : 7 M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M D M M M M M

    M D M , . D M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M $ 7 M . . , , . . . . , . . . . . , + M M M M M M M M M M M M M M M M M M N M M I . M M M M

    M N M 8 M M M M M M M M M M M M M M M M M M N M M + , M : . . , . . . . , + M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M + . O M M M M

    M M M M Z . . ? M M M M M M M M M M M M M M M M M M Z : N . ~ M M D M = . . , M M M M . + . I M M M M M M M M M M M M M M M N M M M . . = M M M M M

    M M M N M + . ~ 8 M M M M M M M M M M M M N M M M M : O , I M M N D M . . M M N M M $ = 8 . Z M M M M M M M M M M M M M N M M M D . N M M M M M

    M N M M N M : . I M M M M M M M M M M M M M M M M M M . O M M M M + M M M M Z + M Z M M M M M M M M M M M N M M M M M ? , M M M M M M M

    M M M M M M M , . . . : M M N M M M M M M M N M M M N = . , N 8 , . M M . 8 M O . = Z M M N M M M M M M M M M M D M M . , 7 M M M M M M M

    M M M M M M M M . , . Z M M N M M M M M M M N M M + . . . ~ Z M M ? , . . . . + M M M M M M M M M M M M N M $ : . I M N M M M M M M

    M M M M M M M D M ? . : . M M N M M M M M M M M M M M O + . . . . ? + I : . . . ? N M M M M M N M M M M M M M M : . , I M 8 M M M M M M M

    M M M M M N M D M M M . : . , = M N M M M M M N M M M M M M M ~ . . , . . : : M M M M M M M M M M M M M M M N . : . M M D M M M M M M M M

    M M M M M M M M N M M M . . : 8 M M D M M M M M N M N . I M O ~ ? . = ~ , M M = . N M M M D M M M M M M M ? , , . . M N M M M M M M M M M M

    M M M M M M M M M M M M M ? . . . . $ M M M M M N M M M . M Z , . . . + ? 8 D ? M M M M M M M D M M ~ . . 8 M M M M M M M M M M M M M

    M M M M M M M M M M M M M M M . . : , . . = M M D M M M M : . N M M M M M M M M I $ M M M M N N M M : . . . , . $ M M M M M M M M M M M M M M M

    M M M M M M M M M M M M M M M M D . . , + M M N M M Z . $ Z Z ? M Z 8 7 . N M M M M M D . . , . . + M M M M M M M M M M M M M M M M M

    M M M M M M M M M M M M M D M N M M ? . . = . . 7 M M N M D . . . . 8 M D M M O , . , N M N M M D M M D M M M M M M M M M M

    M M M M M M M M M M M M M M M M M M N M 7 . . M $ . D M M M = , ~ . . : D M M M M . ~ M 7 . + N M M D M M M M M M M M M M M M M M M M M

    M M M M M M M M M M M M M M M M M N M N M N 7 . . . ? M Z . 7 M M M M M M M M M D + $ M D ? N M M N M M M M M M M M M M M M M M M M M M M

    M M M M M M M M M M M M M M N + Z M M M M D M M D = . . O M ? I O M M 7 . . I M O , O M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M

    M M M M M M M M M M M M M 7 . 8 M M M M M M M M N O . . ~ D M $ . D M M M , , $ M M M M M M M M M Z : I M M M M M M M M M M M M M M M M

    M M M M M M M M M M M M M M M $ . ~ M M M M M M M M N N M O Z . . . Z M D ~ . . , D M M M M N M N M M M M M = : Z M M N M N M M M M M M M M M M

    M M M M M N M M M M N M M M M M + I M Z $ ? = . . . Z M M $ . . . , 8 M 8 . . . = 7 N M M M M M D . I M M M M M M M M M M M N M M M M M

    M M M M M M D . . . M = = : ~ $ M 7 . , + D 8 7 N M M O Z , . . , I M O 7 : . = Z N N ? . . : M M 8 M M M M M M 8 M M M M M M M M M M M

    M M M M M M ? ~ M . . , . . M D . . N 7 . . . . + I M M M M N M M M M N I ~ . . . ? D M M M D . $ N ? = ~ ~ . M . , N M M M M M M M M

    M M M M M M M N = I M O M M M M M M M Z M M M M M M M N M M M M M M M M M M N M M M M M M O ? M O M 8 . . . , . 7 Z . . . N M M M M M M M M

    M M M M M M M M M M $ D M N M M M M M ? . Z M M M M M M M M N M M M M M M M M M M M M M M M M M M M ? . M M M M N N M Z 8 + , O M M M M M M M M M

    M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M O . , . M M M M M M M M M M M M M M M M M M M Z 8 M D , . O M N N N M M M M I M M M M M M M M M M M M

    M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M $ I O M M M M M M M M M M M M M M M M M M M 8 . : O M M M M M M M M M M M M N M M M M M M M M M M

    M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M N M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M

    Contrary to common belief, equivalents of

    copyleft and Open Source existed in the arts

    decades before they were coined for software.

    In the 1930s, Woodie Guthrie printed his song-

    books with the remark that [t]his song is Copy-

    righted in U.S., under Seal of Copyright #154085,

    for a period of 28 years, and anybody caught

    singin it without our permission, will be mighty

    good friends of ourn, cause we dont give a

    dern. Publish it. Write it. Sing it. Swing to it. Yo-

    del it. We wrote it, thats all we wanted to do.1

    And from 1958 to 1969, the Paris-based journal

    of the Situationist International clarified that

    [a]ll texts published in Internationale Situation-

    niste may be freely reproduced, translated or

    adapted, even without indication of origin.2

    By removing all restrictions on copying, perfor-

    mance, editing and even the publishing of an

    edited work, both Guthries and the situation-

    ists provisions fully meet the formal criteria

    of a Free Software or Open Source license as

    specified, since the 1980s and 1990s, by the

    Free Software Foundation, the Debian project

    and the Open Source Initiative. This was not co-

    incidental since both artists and software ac-

    tivists drew on the same source, Marcel Mauss

    1924 anthropological study of the potlatch, in-

    digenous American gift economies.3 Potlatch

    was adopted, among others, by Guy Debord for

    the bulletin of the Lettrist International, which

    preceded the situationist group. Even ear-

    lier, in the 1930s and 40s, Mauss concept had

    been central for the cultural-economic-sexual

    writings of George Bataille and his circle. Gift

    economy finally became the key term for the

    Open Source software movement in the late

    1990s. Both the right-wing libertarian Open

    Source evangelist Eric S. Raymond and the so-

    cialist media scholar Richard Barbrook used it

    to describe the free exchange of software and

    information in the Internet.4

    At the same time however, some artistic sub-

    cultures influenced by the situationists had al-

    ready shifted their rhetoric and aesthetic pro-

    grams from a freewheeling, generous exercise

    of ones copyright and intellectual property to

    an outright refusal of the latter. A prominent

    example was the late 1980s London-based fan-

    zine VAGUE, created by editor Tom Vague and

    former Sex Pistols-graphic designer Jamie Reid,

    with a crude radical chic mix of articles on situ-

    ationism, terrorism, William S. Burroughs, mind

    control and political conspiracies. With the

    slogan No Copyrights No Rights Reserved and

    authorial credits to the poor plagiarized souls

    that didnt know, VAGUEs colophon radicalized

    non-copyright to polemical anti-copyright.

    Under the headline None dare call it plagia-

    rism, the editorial of issue 18/19 reasons that

    From Lautramont onwards it has become

    increasingly difficult to write. Not because

    people no longer have anything to say, but be-

    cause Western society has fragmented to such

    a degree that it is now virtually impossible

    to write in the manner that has traditionally

    been considered good5 Concluding that pla-

    giarism saves time and effort, improves results

    and shows considerable initiative on the part

    of the individual plagiarist, the text factually

    does what it says, since it is literal plagiarism

    of a manifesto published earlier in an issue

    of SMILE, a fanzine published by anyone who

    wanted to use the name.

    The name SMILE was a travesty of FILE, the art-

    ist periodical published by the Canadian artist

    group General Idea that first appeared in the

    1970s and plagiarized the name and graphic

    design of LIFE magazine; it was soon followed

    by its subsequent appropriations such as Anna

    Bananas mail art periodical VILE and Bradley

    Lastnames zine BILE in the early 1980s. Be-

    tween 1985 and 1990, SMILE mutated, among

    others, into the zines MILES, SLIME, LIMES,

    LISME, EMILS, C-NILE and iMmortal LIES. Plagia-

    rism, in this context, was not simply considered

    Anti-Copyright, from Lautramont onwards By Florian Cramer

    Trailer | CopyClash38

  • fair reuse, but critical commentary. The SMILE/

    VAGUE plagiarism editorial, for example, was

    implicitly attacked in an American SMILE issue

    as a simplistic social critique, drawing a histor-

    ical line running from Lautramont onwards,

    and by this linear method avoiding the central

    paradox of such criticisms.6

    The very first version of the text criticized was

    written by SMILEs initiator, Stewart Home, and

    likely inspired by at least three concepts and

    currents: the situationist method of dtourne-

    ment, itself a riff on Lautramonts notion of

    plagiarism, the 1980s American appropriation

    art of Sherrie Levine and Richard Prince, and

    Kathy Ackers postmodern poetics of plagia-

    rism. Neither Home, nor other editors of SMILE

    and VAGUE seemed to have been aware of the

    1976 manifesto Imagination as Playgiarism by

    American experimental novelist Raymond Fed-

    erman, Ackers point of reference. For Federman,

    imagination does not invent the SOMETHING-

    NEW we too often attribute to it, but rather [...]

    (consciously or unconsciously) it merely imi-

    tates, copies, repeats, proliferates - plagiarizes

    in other words - what has always been there.7

    Federmans sources were not the situationists,

    but the French poststructuralist semiology of

    Roland Barthes and the Tel Quel group and its

    concepts of writing and intertextuality; a the-

    ory advocating the very fragmentation which

    Marxists, including the Situationist Internation-

    al and Homes SMILE, sought to fight, making

    them strange bedfellows with the Open Source

    movement and its insistence on community.8

    M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M

    M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M N M M M M M M M M M M D $ + = : , : : ? O M M M M M D M