trailer magazine | copyclash
DESCRIPTION
Trailer is currently working on the exhibition 'CopyClash' that studies the balance between (intellectual) property and the availabillity of cultural goods. During the opening of the exhibition on the 12th of September in ROT(T)TERDAM Trailer will officially release their first issue of 'Trailer magazine'. This publication offers many other perspectives using relevant essays, interviews, columns, in depth stories about the artists and a lot more.TRANSCRIPT
-
copyclash
copyclash
copyclash
copyclash
12.09.2010
copyclash
copyclash
copyclash
copyclash
-
copyclash
copyclash
copyclash
copyclash
copyclash
copyclash
copyclash
copyclash
copyclash
-
In Brussel is een metrostation met de naam Kunst-Wet. Marmeren muren worden verlicht door tl-lampen. Op die muren staan twee woorden, kunst en wet, slechts verbonden door een enkel streepje. In betekenis lijken ze mijlenver van elkaar af te staan. Toch komen deze twee regelmatig met elkaar in conflict. Soms wanneer kunstenaars letterlijk de grenzen van de wet opzoeken, maar vaker als het gaat om eigendom. Wie behoort wat toe? Dit is het terrein van de copyrightwetgeving.
Een creatie is intellectueel eigendom. Zodra dit zonder toestemming van de maker of rechthebbende op een of andere manier wordt gebruikt, gekopieerd of gepubliceerd, kan men een beroep doen op bescherming van de wet.
Maar hoe zit het met een willekeurige internetgebruiker die op YouTube een film bekijkt? Of met een kunstenaar die andermans werk gebruikt om zo een statement te maken? Een artiest die samples gebruikt in een nummer? Een nummer op je iPod zetten? Door deze ene copyrightwet is bijna iedereen wettelijk als crimineel te bestempelen.
Onze auteursrechtwetgeving zoals die er nu uitziet is vastgelegd in 1912, het jaar van de Titanic. Het was de tijd van de stomme film, de opkomst van de auto, jazzmuziek, nog voor de eerste wereldoorlog en de beurskrach. De wet die in deze tijd zijn oorsprong had is nu nog steeds van toepassing. Het omcirkelde ctje is alomtegenwoordig.
De ontwikkeling van het internet heeft vele mogelijkheden met zich mee-gebracht. Muziek wordt tegenwoordig niet meer alleen in het concertge-bouw geluisterd, maar vanaf een iPod. Op diezelfde manier wordt ook film,
fotografie en kunst steeds meer digitaal geconsumeerd. De komst van het internet heeft ons in grotere mate toegang gegeven tot het publieke domein. En we profiteren er allemaal van; digitale informatieverspreiding is niet meer weg te denken uit onze maatschappij.
Ontwikkeling binnen verschillende kunstdisciplines gebeurt vaak voort-bouwend op reeds bestaande werken, of het nu gaat over muziek, film, beeldende kunst of literatuur. Het is tijd dat er kritisch gekeken wordt naar de wetten die intellectueel eigendom beschermen. Het zou zonde zijn als deze ontwikkelingen zeker met de mogelijkheden die de digitale revolutie ons biedt in de weg worden gezeten door een wet die geen aansluiting meer vindt bij de hedendaagse samenleving. Tegelijkertijd moeten makers hun werk kunnen blijven doen zonder dat hen tekort wordt gedaan.
In dit tijdschrift willen we ruimte geven aan de discussie omtrent de zoektocht naar nieuwe mogelijkheden om culturele ontwikkeling te blijven stimuleren, zonder dat de maker of rechthebbende hierdoor in het gedrang komt.
Jesse van Oosten en Anneroos Goosen
Dit tijdschrift is gemaakt als publicatie bij de tentoonstelling CopyClash. De tentoonsteling CopyClash en bijbehorend Trailer magazine is een project van Trailer in samenwerking met ROT(T)TERDAM Roodkapje. Trailer magzine is online te lezen op www.trailernet.org. De tentoonstelling is te zien van 12 september t/m 24 oktober 2010.
Voorwoord
copyclash
copyclash
copyclash
copyclash
copyclash
copyclash
copyclash
copyclash
copyclash
Trailer | CopyClash 1
-
14
6
10
14
21
25
29
38
44
47
51
54
56
60
62
64
Voorwoord
Door de hoofdredactie
Found Footage 2.0
Steeds meer kunstenaars werken dankzij het inter-
net met bestaand materiaal. Is deze populariteit te
verklaren doordat het voor handen ligt? Of zijn we
toegekomen aan een tijdperk van beeldrecycling?
Door Anneroos Goosen.
Grenzen van de vrijheid
Als cultuur voortbouwt op het verleden, staat de
huidige copyrightwetgeving in de weg van culture-
le ontwikkeling. Nathalie Hartjes maakt een ana-
lyse van de situatie en zoekt naar een oplossing.
Copy On
Huisgemaakte remix van een anti-copy campagne
van Rolling Stone Magazine.
COPYGUESTS
Wij vroegen diverse regionale, nationale en inter-
nationale kunstinstellingen om een werk uit eigen
archief of collectie te kiezen wat de discussie om-
trent copyright en intellectueel eigendom toont,
voedt, tegenspreekt, of juist kapotslaat.
InTErVIEw: Hoe copyrightwetgeving hiphop
veranderde
Stay Free! Magazine interviewde Chuck D. en Hank
Shocklee van de hiphopformatie Public Enemy.
Sampling
Milan Tilder schrijft over nieuwe n oude manie-
ren waarop in de muziekwereld wordt omgegaan
met sampling.
CopyClash
Tentoonstellingskatern met expositieteksten,
interview met kunstenaars en achtergrondinfor-
matie.
Anti-Copyright, from Lautramont onwards
Al lang voor open-source software en Creative
Commons werd er in kunst en literatuur gepleit
voor anti-copyright. Zoals Lautramont schreef in
zijn Posies: plagiaat is noodzakelijk. Door Florian
Cramer.
Respect, de kunst van onze popcultuur
Het illegaal downloaden van muziek op internet leidt
tot dalende cijfers in de cd-verkoop. Is er nog een
toekomst voor de Nederlandse muziekscene? Jenine
Hooglander interviewt Tom van der Vat, projectma-
nager van de Popunie.
Fakewear
Bea Correa belicht met haar Fakewear project op
speelse wijze het dilemma van echt en nep, authen-
tiek en namaak. Is echt nu zoveel beter dan nep,
en waarom zou je een peperdure Louis Vuitton tas
aanschaffen terwijl een identieke nepperd voor
een tien keer lagere prijs verkrijgbaar is? Door Bea
Correa.
Digital Dump
Loredana Bontempi verzamelt digitale beelden die
anders in de prullenbak terechtkomen. Met deze
beelden maakt ze collages met bijvoorbeeld onder-
belichte of onscherpe fotos.
Het DigiGenie
In 1968 schreef Roland Barthes zijn essay De dood
van de auteur. Zodra iets in het publieke domein
terecht komt valt het in handen van de lezer en
kan deze het transformeren in iets anders. Zo
wordt de lezer ook auteur. In het digitale tijdperk
wordt deze transformatie versneld. Door Jesse
van Oosten.
Column: GroenLinks laten liggen
Roel van Meerendonk heeft bij de laatste parle-
mentsverkiezingen GroenLinks gestemd, maar is
dit als beginnend schrijver wel zon goed idee?
You thought we wouldnt notice
Op de weblog You thought we wouldnt notice is een
discussie ontstaan over de merkwaardige overeen-
komsten tussen Pixars UP en een franse studenten-
film. De kip of het ei?
Speciaal voor allemaal
Stanley van der Meer schrijft over de zoektocht van
een kunstenaar, het maakproces en het uiteinde-
lijke bezitten en loslaten van zijn eigen creatie.
Colofon
Index
copyclash
copyclash
copyclash
copyclash
copyclash
copyclash
copyclash
copyclash
copyclash
Trailer | CopyClash2 Illustratie: Mark Malazarte
-
copyclash
copyclash
copyclash
copyclash
copyclash
copyclash
copyclash
copyclash
copyclash
-
ound footage is een opko-
mend genre in de beelden-
de kunst en filmwereld. Maar wat
schuilt er achter deze op-
komst? Het grote aanbod
aan online beeldmateriaal is zeker
een stimulans om met bestaand
beeld te werken, maar pakt de
kunstenaar wat hij voor handen heeft? In
andere woorden: wordt dit gemaakt sim-
pelweg omdat het kan? Of zijn we in onze
overdadige beeldcultuur toegekomen aan
een tijdperk van beeldrecycling?
De Italiaanse documentaire Mondo Cane
uit 1962 kan gezien worden als een mijlpaal
in de historie van de found footage. Deze
omstreden documentaire is opgebouwd
uit zowel archiefbeeld als zelfgeschoten
materiaal en toont bizarre, excentrieke en
zelfs schokkende menselijke taferelen over
de hele wereld. De shockumentary focust
op de inhumane kanten van de mens ten
opzichte van andere wezens en zichzelf. Op
scherpe wijze worden beelden van rituele
dierenslachtingen in Borneo versneden met
beelden van Amerikaanse hondensalons en
dierenbegraafplaatsen. Westerse vrouwen
die extreme afvalmethoden gebruiken om
succesvol te zijn in de liefde worden gepor-
tretteerd naast vrouwen op Tabar die, op-
gesloten in een kleine kooi, zoveel mogelijk
dikmakende tapioca eten om in het gevlij
te komen bij het stamhoofd. De globale ver-
banden die in deze film gelegd worden zijn
scherp en absurd. En ook al is deze film nooit
bedoeld geweest als een artistiek werk van
found footage materiaal, toch hebben de
makers het basisprincipe van de found foo-
tage film maar al te goed weten te gebrui-
ken: de hercontextualisering.
Hergebruik en herinterpretatie heeft bin-
nen de film- en kunstwereld inmiddels al
een lange traditie opgebouwd. In 1913 was
het Marcel Duchamp die een fietswiel op
een kruk plaatste en met dit gebaar een uit-
weg uit de conventionele kunst vond. Zijn
readymades wierpen een nieuwe golf van
kritiek op die terugging naar de basis van
de kunstenaar en zijn werk: Wat is kunst?,
Waarom is dit kunst?, Wat maakt iemand
tot kunstenaar?. Duchamp opperde dat
kunst een kwestie van definitie is, een afge-
sproken term. Hij transformeerde bestaan-
de objecten door hun context te veranderen
en stelde daarmee essentile vragen aan
zichzelf en zijn publiek.
Eind jaren zeventig begonnen kunstenaars
als Sherrie Levine en Richard Prince met
herfotograferen van fotos van anderen (Le-
vine) of reclamefotos (Prince). Deze nieuwe
stroming in de found footage traditie be-
rustte wederom op het zetten van kritische
kanttekeningen bij het originele beeld;
Prince onderzocht in zijn fotos verschui-
vingen binnen de Amerikaanse popcultuur
en plaatste deze beelden in de context van
de conceptuele kunst. Sherrie Levine ging
misschien nog net een stap verder; zij fo-
tografeerde vooroorlogse portretfotos van
de Amerikaanse fotograaf Walker Evans uit
de catalogus en presenteerde deze, zonder
verdere manipulatie als haar eigen werk,
wat vragen opriep over identiteit, bezit en
originaliteit. En natuurlijk vonden de erf-
genamen van Evans dit vallen onder copy-
rightschending; zij voorkwamen dat Levine
haar fotos kon verkopen.
Het werken met bestaand materiaal heeft
altijd een kritische blik op het eigen hande-
len en de maatschappij geworpen. Dit me-
diakritische karakter van de found footage
is van groot belang geweest in de ontwik-
keling van de conceptuele kunst over de af-
gelopen eeuw en haar invloed is nog steeds
zichtbaar.
Maar er is een wel verschuiving gaande.
Found footage is opnieuw een grote sprong
voorwaarts aan het maken, maar ditmaal
FOUND FOOTAGE 2.0DOOR ANNEROOS GOOSEN
Trailer | CopyClash4
-
onder andere omstandigheden en mis-
schien ook wel met een totaal nieuw karak-
ter. En dat is vooral te danken aan de vele
technische ontwikkelingen van de afgelo-
pen dertig jaar met het internet als kers op
de taart.
Het beeld is nu niet alleen alomtegenwoor-
dig, het is ook onbeperkt beschikbaar. De
beeldeconomie heeft via het internet haar
beursgang gemaakt en de democratie van
de beeldenconsument is geboren. Dit is een
voorspelling die de Duitse cultuurfilosoof
Walter Benjamin al deed in zijn essay Het
kunstwerk in de tijd van zijn technische re-
produceerbaarheid:
Omstreeks negentienhonderd had
de technische reproductie niet alleen
een niveau bereikt waarop zij het ge-
heel van de traditionele kunstwerken
tot haar object kon maken () maar
ze had ook een eigen plaats onder de
artistieke procds veroverd.
De waarde van het kunstwerk veranderde;
de cultwaarde (authenticiteit) van een
kunstwerk veranderde in de tentoonstel-
lingswaarde, waarin de waarde juist ligt in
de mogelijkheid tot eindeloze reproductie.
Benjamin meent dat de mogelijkheid tot de
reproductie ook dwingt tot reproductie.
Maar het is niet alleen de reproductie die
de techniek ons mogelijk maakt, het is ook
het gebruik van online databases. Het world
wide web is immers n grote database en
met Google als zoekmachine legt dat vele
mogelijkheden voor ons bloot. Wikipedia en
YouTube verschaffen toegang tot oneindig
veel beeld en informatie, daarnaast maken
zij het mogelijk om ook bij te dragen aan
deze beeldenstroom. Al deze technische
ontwikkelingen worden op de voet gevolgd
door kunstenaars die deze mogelijkheden
uitpluizen en deze als basis of methode ge-
bruiken voor nieuw werk.
Zo maakte Geert Mul in 2007 een interac-
tieve database voor het Nederlands Foto-
museum; 80.000 fotos uit het archief van
het museum werden in een grote instal-
latie toegankelijk gemaakt voor de bezoe-
kers. Zij konden door middel van een aantal
selectiecriteria (wie, wat, waar, wanneer)
door deze database heen bladeren. De
Duitse Wolfgang Plger verzamelt Google
afbeeldingen middels de zoekopdracht me
in front of. Resultaat zijn honderden afbeel-
dingen van mensen die bij, voor of naast
iets staan wat belangrijk voor ze is. Een
criticus deed het af met Someone had to
do it, en heeft ergens ook gelijk: een zoek-
machine heeft inmiddels dezelfde status
verworven als een penseel. De term found
footage kan spoedig worden omgedoopt in
found data.
Technische ontwikkelingen verleiden en
dagen uit tot het onderzoeken van nieuwe
werkvormen. Maar terwijl er druk gezocht
wordt naar vernieuwende kunstvormen
binnen de nieuwe media, is inmiddels ver
voorbijgegaan aan het mediakritische
karakter dat zo kenmerkend was voor de
found footage kunst. Found footage 2.0
experimenteert met het medium zelf; het
zoekt de grenzen op, probeert zichzelf te
transformeren en vermenigvuldigen. Maar
is het puur het experiment wat de kunste-
naar drijft? Ontstaan deze werken omdat
het kan? Of is er een nieuwe generatie kun-
stenaars opgestaan die, wellicht onder in-
vloed van knuffeltermen als duurzaamheid
en recycling, een nieuwe fase inluiden in
de kunst: een staakt-het-vuren wegens een
overvloed aan beeldcultuur. Beeldrecycling
als antwoord op alle bloggers, YouTubers en
andere webaanbieders.
Paul Slocum gebruikte een fragment van
tien seconden uit de Amerikaanse serie Full
House en riep via internet mensen op om
dit fragment na te spelen volgens strakke
richtlijnen en dit naar hem op te sturen.
Het resultaat is een video waarin de over-
lappende geluidslagen voor een sterk staal-
tje dramatiek zorgen. De banaliteit van de
clichmatige scne wordt overstegen door
de collectieve sympathie van de spelers en
de zwaar beladen zin Youre not my father
zwakt langzaam af door de repetitie en het
amateurisme van de ingezonden opnamen.
Wederom: speelt Slocum met de moge-
lijkheden van het web of is hij een nieuwe
mijlpaal in de herziene versie van de found
footage traditie?
link naar de video van Paul Slocum:
http://www.turbulence.org/Works/notmyfather
Trailer | CopyClash 5
-
Over vrijheid en infOrmatie, cre-atie en distributie
If creativity is a field, copyright is
the fence
john Oswald
(Plunderphonics)De mens moet vrij zijn om zijn eigen lotsbestem-ming te bepalen. Een beperking op deze vrij-heid is de oorsprong van alle revoluties groot en klein. Om je leven in eigen handen te nemen moet je jezelf allereerst naar eigen inzicht kun-nen ontwikkelen, en vervolgens hier uitdrukking aan kunnen geven. Met andere woorden: de mens moet vrij zijn om kennis te verwerven en deze kennis vervolgens te benutten. En hoewel het internettijdperk de deuren naar een enorme ken-nisbank heeft opengezet, het gebruik daarvan is nog altijd niet vanzelfsprekend.
in vroeger tijden werd kennis zorgvuldig gedistribu-
eerd langs de verschillende lagen van de samenleving,
op een manier die de bestaande sociale ordes besten-
digde. Pas na een proces van eeuwenlange emancipa-
toire strijd zijn we aanbeland bij een staatsinrichting
waar de meerderheid een redelijke kans heeft zelf
vorm te geven aan de maatschappij: de huidige de-
mocratie. maar waar de democratische stem voorheen
vooral een meerderheid (een massa) was, heeft deze
in de afgelopen decennia, mede onder invloed van
grootse internetontwikkelingen, een veel grotere plu-
riformiteit gekregen. michael hardt en antonio negri
beargumenteren in hun boek Multitude dat ondermeer
de verschillende netwerken en gemeenschappen die
zich rondom het internet hebben ontwikkeld nieuwe
mogelijkheden van organisatie hebben geopend, die
voorbijgaan aan de natiestaat. deze diversiteit zou een
belangrijke voorwaarde zijn voor het succes van de
democratische samenleving; een veelheid van stem-
men en ruimte voor inspraak n tegenspraak als ver-
zekering tegen absolute macht en onderdrukking.
daarnaast betogen zij ook dat de huidige maatschap-
pij niet langer wordt bepaald door de industrie, maar
dat intellectuele arbeid de arbeidstak is geworden die
bepaalt hoe het (beroeps)leven wordt georganiseerd.
Kernwoorden hierin zijn sociale contacten, uitwisse-
ling, flexibiliteit en mobiliteit. Om de eerder geschets-
te nieuwe democratische orde te bewerkstelligen is
dus niet alleen toegang tot die kenniseconomie, maar
ook actieve deelname eraan, van cruciaal belang.
Op het internet wordt er al volop uitgewisseld en ge-
produceerd. het is al lang niet meer slechts een com-
municatiemiddel, maar een wezenlijk onderdeel van
het publieke domein geworden. dat lijkt misschien een
utopische vrijplaats, maar dan vergeten we even dat we
Grenzen van de vrijheidDoor Nathalie Hartjes
Trailer | CopyClash6
-
ook in een neoliberale samenleving leven waar eigen-
dom en marktwerking hebben geleid tot een steeds
verdergaande privatisering van het publieke domein1.
Ook het internet kan zich hier niet aan onttrekken2, en
met de exponentile groei van digitale informatie zijn
ook de eigendomsclaims niet van de lucht. Volgens het
neoliberale principe heeft alles wat er uitgewisseld
kan worden ruilwaarde en dus marktwaarde.
Het auteursrecht is een belangrijk instrument ge-
worden om de waarde te bepalen (en te eisen) van
nieuwe uitingen van intellectuele arbeid. Immers,
het auteursrecht bepaalt dat een intellectueel werk
niet zonder toestemming van de maker gekopieerd
of aangepast kan worden. Dus is voor elke nieuwe
productie een heffing verschuldigd aan de oorspron-
kelijke maker. Deze auteursrechtelijke instrumenten
vormen volgens Joost Smiers en Marieke van Schijn-
del in het essay Audieu auteursrecht, vaarwel culturele
conglomeraten meer en meer en bedreiging voor de
vrijheid van het individu zich te uiten. Waar dit juri-
dische instrument ooit ontstond onder het mom het
intellectuele eigendom van makers te beschermen,
en daarmee een impuls te geven tot mr creatie en
mr pluriformiteit, lijkt het in werkelijkheid juist aan-
gewend te worden om het creatieve product, nadat het
eenmaal voltooid is, achter slot en grendel te steken.
Het werk is wel beschikbaar, maar enkel tegen een
prijs. En het werk te gebruiken als bronmateriaal voor
nieuwe producties is al helemaal uit den boze.
In hun essay pleiten Smiers en Van Schijndel net als
Hardt en Negri voor diversiteit, hoewel nu specifiek
voor het culturele veld. De kern van de beredenering
is hetzelfde: artistieke expressies geven een cultuur
vorm, dat is een proces dat niet alleen in handen kan
liggen van enkele grote producenten, maar voort moet
komen uit creatieve uitdrukkingen van een groot aantal
verschillende individuen door de lagen van de samen-
leving heen. Het effect van deze ontwikkelingen is het
grootst als de kennis die het voortbrengt zich voor ie-
dereen toegankelijk is, zodat nieuwe, soms onverwach-
te invalshoeken weer meer kennis kunnen produceren.
Bovendien is er een zekere morele plicht te voorkomen
dat ontwikkelingen worden voorbehouden aan enkele
machtige partijen, die daarop alleen maar machtiger
kunnen worden. Met andere woorden: wij als (globale)
samenleving, zijn er bij gebaat als het product van in-
tellectuele arbeid in het publieke domein terecht komt.
Dat het als het ware van ons allemaal wordt.
Om een stremming van culturele productie te voorko-
men, komen Smiers en Van Schijndel met een radicaal
voorstel: het auteursrecht in zijn volledigheid uit het
raam te gooien. Daarmee willen ze niet zeggen dat
culturele producenten het werk niet meer mogen on-
dertekenen en in de anonimiteit moeten verdwijnen,
maar dat er geen rechten meer ontleend kunnen wor-
den aan het bronmateriaal als deze getransformeerd
wordt tot een nieuw product3.
Het lijkt nogal wat, om van makers zomaar te vragen
of ze afstand willen doen van hun artistieke schep-
sels. Echter is dit in veel gevallen ergens tijdens het
maakproces al lang gebeurd. Het maken van artis-
tieke producties vraagt nogal wat tijd, aandacht en
natuurlijk geld. Dus ontstaan er samenwerkingsver-
banden met investeerders, zoals filmmaatschappij-
en, muzieklabels, uitgevers, galeries of kunstcentra.
Deze worden mede-eigenaar van het eindresultaat
en in veel gevallen zijn zij degenen die bepalen wat
er met het werk gebeurt, en niet de maker zelf. Door-
dat een investeerder met vele individuele makers in
zee gaat verzamelt hij op deze manier een hele hoop
intellectueel bezit, dat met hand en tand wordt ver-
dedigd. Met opperste waakzaamheid hoeden deze
investeerders als een leeuwin over hun welpen. Zij
zorgen ervoor dat geen enkel detail van het werk zo-
maar roekeloos gekopieerd worden. Uit winstbejag
of paranoia wordt artistieke creatie die ook maar de
minste gelijkenis vertoont met een eerder werk aan-
geklaagd op basis van onrechtmatige reproductie4.
Het is dweilen met de kraan open, daar de internet-
generatie allang niet meer te stoppen is in zijn zo-
geheten piratenpraktijken. We hebben nu immers
andere middelen tot onze beschikking gekregen om
onze ervaringen te delen. En die middelen behel-
zen het simpelweg integraal kopiren van het al het
prachtigs wat we hebben gezien, gehoord of gelezen.
Met n druk op de knop stuur je een bestand door
van dat nummer dat je net in de zevende hemel heeft
Trailer | CopyClash 7
-
gebracht. Waar je vroeger om de keukentafel of in het
caf eindeloos op zoek was naar de juiste woorden
om je bezieling uit te drukken, maak je je kameraden
nu deelgenoot van je werkelijke ervaring. Dat is toch
een verleiding die niet te weerstaan is?
Het huidig auteursrecht is hier niet tegen bestand. De
crux is dat hoewel het auteursrecht resideert onder
het voorwendsel van behoud van artistieke integri-
teit en een middel is tegen misbruik, dit voorname-
lijk wordt bereikt door de controle proberen te be-
houden over reproductie en distributie. Maar nu de
vormen van distributie net zo gewoon zijn geworden
als een keukentafelgesprek wordt een verbod op het
delen van data een directe censuur op wat je wel en
niet mag bespreken. Als dit in handen komt te liggen
van de grote culturele distributiebedrijven en pro-
ducenten, zoals Smiers en Van Schijndel observeren,
stappen we weer een paar eeuwen terug in de onaf-
hankelijkheidsstrijd. De distributie van informatie, en
dus kennis, zal dan weer gedicteerd worden door de
monarch, al heet die tegenwoordig globaal kapitalis-
me. Intellectuele arbeid wordt dan verspreid aan de
hand van hoeveel geld het in het laatje kan brengen
op basis van het marktprincipe van schaarste, en niet
op basis van zijn kracht als creatieve motor.
Smiers en Van Schijndel hebben daarin gelijk, om
het auteursrecht in zijn huidige constructie te behou-
den ligt de macht niet bij de makers (en potentile
makers), maar bij de conglomeraten die kunnen be-
palen hoeveel, maar vooral ook hoe weinig, er van
het intellectuele materiaal openbaar wordt. Maar het
compleet afschaffen van auteursrecht is naast een juri-
disch-intellectuele denkoefening, ook een emotionele
kwestie. Los van de bescherming van financile rech-
ten en kansen van makers, is er ook een behoefte en
een recht op erkenning. Het risico wat Smiers en Van
Schijndel lopen met hun voorstel is dat zo het kind met
het badwater wordt weggegooid. Binnen het huidig
auteursrecht wordt de bescherming van artistieke in-
tegriteit verweven met de distributie- en reproductie-
rechten. Zou er dan geen alternatief systeem denkbaar
zijn waar deze twee apart worden geformuleerd; een
auteursrecht dat zich beperkt tot de erkenning van de
auteur en dat duiding geeft aan legt de macht de oor-
spronkelijke context van een werk, en daarnaast een
heel nieuw geformuleerd distributierecht, dat kennis-
deling en uitbreiding niet in de weg staat?
Hoe hard de culturele conglomeraten nu ook vech-
ten om hun macht over de artistieke productie te be-
houden, in alle waarschijnlijkheid is het voor hen een
verloren strijd. De eerste stappen die er zijn gemaakt
om het publieke domein te reclameren zijn misschien
niet toereikend, maar bewustwording is de eerste
stap van emancipatie. We staan aan de vooravond
van een totale hervorming van ons huidig kennisdis-
tributiesysteem, die nu nog twee kanten op kan gaan.
Ik heb er vooralsnog vertrouwen in dat het publiek
hierin zal weten te claimen wat haar toekomt, of in
de woorden van Desmond Tutu : The most dangerous
things that a dictator, a tyrant needs to fear is when
people decide they want to be free. Once they have
made up their minds to that. There is nothing that will
stop them.
1 Een van de meest wonderlijke voorbeelden hiervan is het lied Happy Birthday, over heel de wereld en in vele talen gezongen, maar eigendom van het Time-
Warner concern en daardoor illegaal om zonder toestemming uit te voeren. Nu zal Time-Warner echt niet bij je in de huiskamer staan met een dwangbevel,
maar dit is wel de reden dat het gegeven verjaardag in veel films wat geforceerd wordt gellustreerd met het minder populaire For hes a jolly good fellow.
2 Zo zijn er ook al bewegingen gemaakt door de marktleiders om een deel van dit domein te claimen voor supersnelle service voor uitsluitend hun klan-
ten. Zij zouden daarmee ook zeggenschap krijgen over de toegestane informatie die over deze superhighway wordt verzonden. Pas op in juli 2010 werd
de eerste wet voor internetneutraliteit om zulk een inmenging tegen te gaan aangenomen in Chili.
3 Vanuit het veld worden er al jaren alternatieve geformuleerd zoals de Creative Commons licenties, waarbij verschillende manieren van hergebruik wor-
den toegestaan onder bepaalde voorwaarden. Smiers en Van Schijndel beargumenteren echter dat dit niet toereikend is, omdat het vooral een coalition of
the willing is, maar geen mogelijkheden schept de grote machthebbers te ontmantelen.
4 Het mag duidelijk zijn dat de ene artistieke discipline gevoeliger is voor auteursrechtelijke claims dan anderen. Artistieke uitingen op digitale dragers
zoals film, muziek, maar ook tekst blijken de grootste strijdvelden te zijn, terwijl de discussie van auteursrecht slechts in beperkte mate op beeldende
kunst van toepassing is, daar het nog steeds een objectgebonden discipline waarbij werk zich niet en masse (goedkoop) laat reproduceren.
Trailer | CopyClash8
-
Overprotecting intellectual property is as harmful as underprotecting it. Culture is impossible without a rich public domain. Nothing today, likely nothing since we tamed fire, is genuinely new.
- Alex Kozinski, rechter
copyclash
copyclash
copyclash
copyclash
copyclash
copyclash
copyclash
copyclash
copyclash
Trailer | CopyClash 9
-
Copyguests
Wij vroegen diverse regiona-le, nationale en internationale kunstinstellingen om een werk uit eigen archief of collectie te kiezen wat de discussie om-trent copyright en intellectueel eigendom toont, voedt, tegen-spreekt, of juist kapotslaat.Trailer | CopyClash14
-
NEDERLANDS INSTITUUT VOOR MEDIAKUNST (Amsterdam)
Broersen & Lukcs (NL)
Everytime (2010), video, 333
Dit videowerk van Broersen & Lukcs is een herinterpretatie van Everytime van Britney Spears, een tragisch
lied over liefde en verlies. Het geluid en de gezichtsuitdrukkingen in deze video zijn ontleend aan een filmpje
van een jong Belgisch meisje dat haar eigen versie van het lied opnam en op YouTube zette. De vertolking
van het meisje is engelachtig en onschuldig maar haar oprechte gezichtsuitdrukkingen zijn hier op veront-
rustende wijze verwerkt in een totaal virtuele Britney. De 3D-animatie is van een Chinese ontwerper die geen
Engels spreekt en met wie Broersen en Lukcs alleen konden communiceren via technisch jargon en Google-
vertalingen. Met deze complexe lagen van depersonalisatie, hermediatisering en herinterpretatie demonstre-
ren Broersen en Lukcs hoe sterk de realiteit en de (massa)media inmiddels met elkaar verweven zijn.
Trailer | CopyClash 15
-
In 2001 werd MAMA tijdelijk opgeheven in het kader van de Hardpop Book Expo. Het Hardpop boek, sa-
mengesteld door redacteuren Gyz la Rivire, Rufus Ketting, Pieter Vos, Boris van Berkum en Stefan Tijs, was
de uitkomst van maanden onderzoek naar een nieuwe term voor de radicalisering van de huidige populaire
cultuur. Tijdens het samenstellen werd er gediscussieerd over global economy, de macht van multinationals en
de mogelijkheden tot verzet werden afgetast. De enige juiste conclusie die in het boek naar voren kwam was
om het merk MAMA op te heffen. Op initiatief van Boris van Berkum werd ter gelegenheid van de boekpre-
sentatie MAMAs gevel ontdaan van alle logos en werd de volledige gevel van de tegenoverliggende SPAR
supermarkt gekopieerd. MAMA werd een supermarkt met slechts n product in de schappen: Hardpop.
MAMA (Rotterdam)
diverse kunstenaars (INT)
Hardpop Book Expo (2001), expositie en publicatie
Trailer | CopyClash16
-
Dear Steve is een videobrief van Herman Asselberghs aan Apple-oprichter Steve Jobs. Terwijl een MacBook
Pro in 45 minuten wordt ontmanteld richt een voiceover zich in een kritische reflectie tot Steve Jobs. De laptop
is niet meer weg te denken uit onze moderne levens, maar wat weten we eigenlijk over dit object dat ons zo
na staat? Niet veel, blijkt wanneer je het object zelf eens onder de loep neemt. Asselberghs gebruikt in deze
video een product wat ook als merk sterk in ons collectieve bewustzijn staat gegrift. De transformatie die As-
selberghs het merk in deze video laat ondergaan, verandert het product en het merk zelf, de associatie die we
er bij hebben en de plek die het inneemt in onze samenleving.
V2_ (Rotterdam)
Herman Asselberghs i.s.m. V2_ en August Orts. (BE/NL)
Dear Steve (2010), video, 45
Trailer | CopyClash 17
-
Dit werk van Frank Tjepkema (1970) uit 2006 speelt op geraffineerde wijze in op de discussie rond copyright
en intellectueel eigendom. In de ontwerpen die hij samen met partner Janneke Hooymans realiseert, ontregelt
hij de merkbeleving van de consument. Copyright dient om het originele product te beschermen tegen namaak:
imitatie die de exclusiviteit opheft. Door hier een originele vaas van Jongerius te gebruiken is het de vraag of
er werkelijk sprake is van eventuele copyright schending. Het lijkt de aanval echter wel des te directer te ma-
ken. Tot we bedenken dat deze vaas via IKEA in grote oplage wereldwijd verkrijgbaar is. Tjepkemas ingreep
maakt dit ene exemplaar juist uniek. Op een vrolijke ironische toon poneert hij zo een serieuze vraag over de
verhouding tussen massaproduct en unicum. Daarmee maakt hij een ontwerp waarop andermans copyright
rust (Jongerius of IKEA) niet alleen tot zijn intellectueel eigendom maar ook tot een prikkelend kunstwerk.
SM S (s Hertogenbosch)
Frank Tjepkema (CH/NL)
Shock proof Jonsberg (2006), IKEA Jonsberg vaas (ontwerp H. Jongerius)
Trailer | CopyClash18
-
Bic Smile I en II zijn twee versies van nagenoeg hetzelfde beeld, een portret. Door het verschil in afmetingen
is in het ene portret het gezicht iets kleiner en in de ander iets groter dan een hoofd op ware grootte. Patiniott
vindt het boeiend om te zien wat het kleine verschil in formaat, beide net niet verwijzend naar een werkelijk
formaat, zou opleveren voor de beleving van dit beeld. Daarbij is het nog eens extra raar om een verdub-
beling van juist dit beeld te hebben, omdat het zon split second ongelukje is, de inkt die om de mond is
gesmeerd. De verdubbeling van dit moment maakt de ervaring ervan anders - komt de n na de ander? Is
het wel zo per ongeluk?
SM SCHIEDAM (Schiedam)
Micha Patiniott (NL)
Bic Smile I & II (2008/2009), olieverf op doek, resp. 53x40,5/ 71x53 cm
Trailer | CopyClash 19
-
Ann Veronica Janssens toonde in 2001 in Berlijn haar eerste versie van de immersieve installatie met ge-
kleurde nevel tijdens haar solotentoonstelling in de Neue Nationalgalerie. Nu, 9 jaar later, toont op nagenoeg
dezelfde plek Olafur Eliasson zijn overzichtstentoonstelling Innen Stadt Aussen, met onder andere ook een
immersieve installatie van gekleurde nevel, echter zonder ook maar enige vermelding naar het werk van Ann
Veronica Janssens, noch in de catalogus, persbericht of andere informatiebronnen. Ook Antony Gormley hul-
de voor zijn tentoonstelling in Hayward Gallery (Blind Light) het hele museum in een installatie van gekleurde
nevel. Deze overeenkomsten en gelijklopende esthetische concepten en uitvoering zijn een uiterst interessant
geval van copyright problematiek. Kan het zijn dat deze werken afzonderlijk van elkaar zijn ontstaan? En hoe
ver kan een kunstenaar gaan met het toe-eigenen van andermans concept?
WIELS (Brussel)
Ann Veronica Janssens (UK)
Light Games (2001), lichtinstallatie met nevel
Trailer | CopyClash20
-
Toen Public Enemy in 1988 hun album It Takes a Nation of Millions to Hold Us Back uitbracht, leek het afkomstig van een andere planeet; nooit eerder had iets zo geklonken. Het album stond vol met sirenes, toeters en buitenaardse geluiden. Het was een chaotisch, eclectisch geluid waarover Public Enemys frontman Chuck D zijn politieke en potische teksten legde. Hij rapte over rassenscheiding, kapita-lisme, de muziekindustrie, nationalisme en digitaal samplen:
CAUGHT, NOW IN COURT / CAUSE I STOLE A BEAT / THIS IS A SAMPLING SPORT / MAIL FROM THE COURTS AND JAIL / CLAIMS I STOLE THE BEATS THAT I RAIL / I FOUND THIS MINERAL THAT I CALL A BEAT / I PAID ZERO.
* * *
Stay Free!: What are the origins of sampling in hiphop?
Chuck D: Sampling basically comes from the fact that rap music is not music. Its rap over music. So vocals
were used over records in the very beginning stages
of hiphop in the 0s to the early 80s. In the late 1980s,
rappers were recording over live bands who were basi-
cally emulating the sounds off of the records. Eventu-
ally, you had synthesizers and samplers, which would
take sounds that would then get arranged or looped,
so rappers can still do their thing over it. The arrange-
ment of sounds taken from recordings came around
1984 to 1989.
Stay Free!: When you were sampling from many dif-ferent sources during the making of It Takes a Nation,
were you at all worried about copyright clearance?
Shocklee: No. Nobody did. At the time, it wasnt even an issue. The only time copyright was an issue was if
you actually took the entire rhythm of a song, as in
looping, which a lot of people are doing today. Youre
going to take a track, loop the entire thing, and then
that becomes the basic track for the song. They just
paperclip a backbeat to it. But we were taking a horn
hit here, a guitar riff there, we might take a little
speech, a kicking snare from somewhere else. It was all
bits and pieces.
IntervIew met PublIc enemys chuck D en hank shockleeDoor kembrew mcleoD, stay Free magazIne #20
hoe coPyrIght-wetgevIng hIPhoPveranDerDe
Trailer | CopyClash 21
-
Stay Free!: Did you have to license the samples in It Takes a Nation of Millions before it was released?
Shocklee: No, it was cleared afterwards. A lot of stuff was cleared afterwards. Back in the day, things was
different. The copyright laws didnt really extend into
sampling until the hiphop artists started getting sued. As
a matter of fact, copyright didnt start catching up with
us until Fear of a Black Planet. Thats when the copy-
rights and everything started becoming stricter because
you had a lot of groups doing it and people were taking
whole songs. It got so widespread that the record com-
panies started policing the releases before they got out.
Stay Free!: With its hundreds of samples, is it possible to make a record like It Takes a Nation of Millions to-
day? Would it be possible to clear every sample?
Shocklee: It wouldnt be impossible. It would just be very, very costly. The first thing that was starting to happen by
the late 1980s was that the people were doing buyouts.
You could have a buyout--meaning you could purchase
the rights to sample a sound--for around $1,500. Then
it started creeping up to $3,000, $3,500, $5,000, $7,500.
Then they threw in this thing called rollover rates. If your
rollover rate is every 100,000 units, then for every 100,000
units you sell, you have to pay an additional $7,500. A re-
cord that sells two million copies would kick that cost up
twenty times. Now youre looking at one song costing you
more than half of what you would make on your album.
Chuck D: Corporations found that hiphop music was viable. It sold albums, which was the bread and butter
of corporations. Since the corporations owned all the
sounds, their lawyers began to search out people who
illegally infringed upon their records. All the rap artists
were on the big six record companies, so you might
have some lawyers from Sony looking at some lawyers
from BMG and some lawyers from BMG saying, Your
artist is doing this, so it was a tit for tat that usually
made money for the lawyers, garnering money for the
company. Very little went to the original artist or the
publishing company.
Stay Free!: Switching from the past to the present, on the new Public Enemy album, Revolverlution, you had
fans remix a few old Public Enemy tracks. How did you
get this idea?
Chuck D: We have a powerful online community through Rapstation.com, PublicEnemy.com, Slamjams.
com, and Bringthenoise.com. My thing was just looking
at the community and being able to say, Can we actu-
ally make them involved in the creative process? Why
not see if we can connect all these bedroom and base-
ment studios, and the ocean of producers, and expand
the Bomb Squad to a worldwide concept?
Stay Free!: As you probably know, some music fans are now sampling and mashing together two or more
songs and trading the results online. Theres one track
by Evolution Control Committee that uses a Herb Alpert
instrumental as the backing track for your By the Time
I Get to Arizona. It sounds like youre rapping over a
Herb Alpert and the Tijuana Brass song. How do you
feel about other people remixing your tracks without
permission?
Chuck D: I think my feelings are obvious. I think its great.
STAY FREE! is een non-profit magazine uit Brooklyn, NY en onder-
zoekt de politiek en perversie van de massamedia en Amerikaanse
(consumptie) cultuur. Dit is een ingekorte versie van het interview dat
in de herfst van 2002 verscheen. www.stayfreemagazine.org
Trailer | CopyClash22 Infographic 1/3: D. Israel Peralta
-
Trailer | CopyClash 23TrailER | CopyClash 23
-
In essence its about control. Its about controlling what you own. Were trying to make people understand that what theyre doing is illegal.
- Lars Ulrich, muzikant (Metallica)
copyclash
copyclash
copyclash
copyclash
copyclash
copyclash
copyclash
copyclash
copyclash
Trailer | CopyClash24
-
[ door Milan Tilder ] De ontwikkeling van muziek, kunst
en cultuur heeft altijd plaatsgevonden op basis van oude
ideen en informatie. Het hergebruiken en openbaar ma-
ken van informatie is echter lastiger geworden sinds de
ontwikkeling van de copyrightwetgeving en technische
innovatie die invloed heeft op de beschikbaarheid van
informatie of ander (intellectueel) materiaal.
sampling \sam-plin\ 1 het samplen
van muziek 2 het opne-
men en opslaan van een
geluidsfragment voor
verdere bewerking
TrailER | CopyClash 25
-
Veel materiaal dat vroeger publiek was, is inmiddels wettelijk gedeponeerd door
verschillende maatschappijen. Zo heeft Warner Chappell in 1935 de rechten ge-
registreerd voor het liedje Happy Birthday, waarvan de melodie in 1893 voor een
kinderliedje werd gecomponeerd. Bovendien heeft de muziekindustrie door lob-
byen de duur van het copy-right steeds meer op weten te rekken. Wie nu Happy
Birthday zingt, openbaar maakt of opvoert moet daar in de EU tot 2016 en in de
VS tot 2030 eigenlijk rechten over betalen aan Warner Chappell.
Hergebruikte muziek werd vroeger vooral nagespeeld door andere muzikanten
die er soms nog hun eigen draai aan gaven. Met de komst van de grammofoon-
plaat en later de draaitafels gingen DJs als Grandmaster Flash en Afrika Bamba-
taa eind jaren zeventig instrumentale fragmenten van platen loopen (herhalen)
en mixen. MCs gingen daar vervolgens weer op rappen. De discohit Good Times
van Chic die werd gebruikt voor Rappers Delight van Sugar Hill Gang is hier een
goed voorbeeld van.
De jaren tachtig waren de opkomst van digitale samplers. Met deze apparaten
kon een paar seconden geluid worden opgenomen. Het samplen van een geluid
met bijvoorbeeld een Akai MPC bracht veel extra mogelijkheden met zich mee:
men kon de toonhoogte veranderen, opgenomen geluidsfragmenten ritmisch en
melodisch bespelen, programmeren en met allerlei externe effecten weer bewer-
ken. Niet geheel onbelangrijk was het feit dat een gesampled geluid al snel lekker
klinkt. De formatie Public Enemy kwam daar vrij gauw achter. Hoewel samplers erg
duur waren kon men er toch mee werken door studiotijd te huren.
De release van Public Enemys album It Takes a Nation of Millions to Hold Us Back
in 1988 was revolutionair. De beats waren samengesteld uit allerlei gesamplede
fragmenten afkomstig van oude platen en toespraken van o.a. Martin Luther
King. Later in de jaren tachtig ging men ook langere fragmenten en hele tracks
hergebruiken zoals MC Hammers U Cant Touch This dat een aftreksel is van Rick
James Superfreak. In die tijd werd de copyrightwetgeving al aangepast. Deze was
oorspronkelijk niet ingesteld op het feit dat muzikanten elkaars materiaal op zon
manier zouden gebruiken. Na de eerste rechtszaken en procedures was het duide-
lijk dat je goed geld kon verdienen aan muzikanten die met je materiaal aan de
haal gingen. Een van de maatschappijen die hier bij de opkomst van hiphop actief
in werd was Bridgeport. Bridgeport beheert veel materiaal van George Clinton en
hoorde hoe een nieuwe generatie muzikanten met hun materiaal de basis legde
voor een nieuwe muziekstroming.
De P-Funk van George Clinton en Parliament Funkadelic is een van de belangrijkste
invloeden binnen hiphop. Het album 3 Feet High and Rising van De La Soul was
ermee doorspekt en vele muzikanten en producers zoals Ice Cube, Snoop Dogg en
Dr. Dre maakten er dankbaar gebruik van. De laatste twee werkten wel samen met
muzikanten om de gewenste fragmenten na te spelen. Op die manier betaal je na-
melijk minder rechten. Tijdens een vragenuurtje met Clinton vorig jaar in de World
Music and Dance Academy in Rotterdam vertelde hij dat hij het eigenlijk maar raar
TrailER | CopyClash26 Illustratie: Daan Markus
-
vond dat men soms een paar seconden muziek gebruikte van nummers die eigen-
lijk van begin tot eind goed zijn. Op de vraag: How do you deal with royalties?
grapte hij: I never met Royalties. Zelf lag Clinton vroeger regelmatig in de clinch
met maatschappijen omdat hij muziek wilde maken met muzikanten die vaak bij
verschillende labels onder contract stonden.
Tegenwoordig hoor je in bekende muziek veel minder samples omdat het gebruik
ervan veel kosten en gedoe oplevert. Jammer eigenlijk dat rappers van tegenwoor-
dig vaak pronken met dure autos, juwelen en kleding. Het zou toch veel stoerder
zijn als ze in plaats daarvan meer verschillende of imposantere samples in hun
muziek zouden gebruiken?
De documentaire RIP: a Remix Manifesto geeft een goed beeld van het heden-
daagse sample en copyrightdilemma aan de hand van o.a. het werk van Girl Talk,
dat bekend staat om zijn mash ups. Mash up is populaire collagemuziek waarin
talloze samples, instrumentals en vocalen uit verschillende genres worden samen-
gesmeed tot een nieuw nummer. Een nummer van Girl Talk bestaat uit vele onbe-
taalbare samples. Als hij zijn album zou willen uitgeven zou hij grofweg 4,2 miljoen
dollar aan publicatierechten moeten betalen. De labels zijn echter niet verplicht
hier akkoord mee te gaan; ze kunnen altijd weigeren en op die manier een soort
culturele censuur plegen. Het maken van mash ups werd populairder door de
komst van computers en muzieksoftware. Dat maakte het een stuk eenvoudiger
dan bijvoorbeeld het specialistische handmatige DJ werk uit de jaren negentig van
mensen zoals DJ Spooky, DJ Shadow of DJ A-Trak.
Artiesten zijn in eerste instantie helemaal niet bezig met copyright details. In het
creatieve proces zetten zij allerlei fragmenten bij elkaar omdat ze dat goed bij
elkaar vinden klinken of er bepaalde associaties en ideen bij hebben. Het publiek
moet daar ook naar kunnen luisteren.
Hoewel niet iedereen gelukkig is met wat er met hun materiaal wordt gedaan,
vinden veel artiesten toch dat er niet te veel belemmering vanuit overheden en
platenmaatschappijen moet zijn. We zouden vrij moeten kunnen beschikken over
huidig materiaal om er iets anders mee te doen en te delen met anderen. Of dat nou
een blik Campbells Soup is, de relativiteitstheorie of een liedje. Natuurlijk zijn er
hier en daar wat nuances aan te brengen, zeker als het gaat om commercieel gewin.
Veel bedrijven en artiesten vinden dat ze geld moeten krijgen voor de muziek die ze
produceren omdat ze kosten maken om ons daarover te kunnen laten beschikken.
Toch staat het beleid en de huidige wetgeving op het gebied van copyright steeds
meer onder druk door nieuwe publieke media zoals het internet. Artiesten als de
Beastie Boys en Radiohead gingen al vroeg in de ontwikkelingen mee en waren pi-
oniers in het beschikbaar stellen van hun muziek op internet, zowel voor het remix-
als het luisterpubliek. De industrie is daar kennelijk nog niet helemaal klaar voor.
TrailER | CopyClash28
-
De expositie CopyClash is een geesteskind van
Trailer, een betrekkelijk nieuw collectief ten-
toonstellingsmakers uit Rotterdam, bestaande
uit Tim Braakman, Marieke de Rooy en Aline
Yntema. Hoewel alle drie opgeleid als vormge-
ver of docent beeldende kunst aan de Willem
De Kooningacademie, treed het drietal tegen-
woordig vooral naar buiten als onafhankelijke
curatoren.
In het onderstaande interview komen Tim
Braakman en Marieke de Rooy aan het woord,
daar Aline Yntema op dat moment een reis door
Thailand onderneemt.
Voor we het specifiek over de tentoonstelling
gaan hebben, kunnen jullie eerst iets meer
over Trailer zelf vertellen?
T: We hebben elkaar leren kennen bij Show-
room MAMA, waar we alle drie aan het zogehe-
ten Rookie-programma van MAMA meededen.
In dat programma krijgt jong talent uit Rotter-
dam op verschillende manieren een kans om een
wezenlijke bijdrage te leveren aan n of meer
exposities. In ons geval was dat het cureren van
een expositie.
M: Die expositie heette For Security Reasons, en
handelde over de, naar onze mening, steeds meer
draconische maatregelen betreffende veiligheid
in de samenleving. Vanaf dat moment is ook het
idee ontstaan om te blijven samenwerken, en dat
is uiteindelijk Trailer geworden.
Het was geen optie om het project CopyClash
ook bij MAMA onder te brengen?
T: Nou, we waren aanvankelijk op zoek naar
een eigen ruimte, maar dat bleek steeds weer
om een andere reden onmogelijk te zijn. Of niet
beschikbaar, of te duur, of in heel slechte staat.
Uiteindelijk zijn we zo bij Roodkapje/ROT(T)-
TERDAM terechtgekomen. Zij wilden als host
fungeren. Het cureren van de expositie, alsmede
het aanvragen van de benodigde fondsen en het
uitgeven van het bijbehorende magazine doen
we zelf .
For Security Reasons was overduidelijk een ge-
ngageerde expositie. Dat kun je denk ik zeker
ook van CopyClash zeggen. In een intentiever-
klaring stellen jullie bijvoorbeeld expliciet dat
de huidige samenleving wordt bedreigd door
de inmenging van de overheid in het copy-
rightdebat. Is een tentoonstelling het aange-
wezen middel om een vuist te maken?
T:Nou allereerst willen we vooral veel mooie
en interessante dingen samenbrengen, waarbij
het negeren van het zogenaamde verschil tussen
hoge en lage kunst voor ons heel belangrijk is.
Daarnaast gaan we aan de slag met onderwerpen
die ons na aan het hart liggen. En alles wat rond-
om het copyright speelt is daar n van.
M:En de tentoonstellingsvorm komt simpelweg
voort uit het feit dat we alle drie een creatieve
opleiding en achtergrond hebben. Dit is wat we
kennen, en hoe wij het beste ons programma
kunnen presenteren.
Is de huidige situatie rondom het copyright
echt zo zorgelijk?
T:Wij vinden van wel. Aan de ene kant heb je
bijvoorbeeld YouTube waarop heel erg veel con-
tent voor heel veel mensen voor het oprapen ligt.
Maar aan de andere zijde is er voor kunstenaars
zelf nauwelijks geld te verdienen of het recht op
het werk te behouden.
In de al eerder besproken intentieverklaring,
halen jullie een uitspraak van een zekere
rechter Kozinski aan, die in een vonnis stelde
dat het teveel beschermen van copyright mis-
schien nog wel schadelijker is dan het niet
beschermen. Is dat hoe je de huidige situatie
kunt samenvatten?
M:Absoluut. Als je alleen al realiseert dat er in de
wetgeving geen onderscheid naar sector of deel-
gebied wordt gemaakt, dan weet je al dat er een
onwerkzame situatie is ontstaan.
T:Om een voorbeeld te geven: de farmaceu-
tische industrie kent exact dezelfde wetgeving
als de creatieve industrie. Terwijl die werelden
totaal van elkaar verschillen.
Speelt deze kwestie eigenlijk ook direct in de
kunstwereld?
T:Misschien meer in aanverwante industrie
zoals de muziek- en filmindustrie. Daar is een
rechtszaakcultuur ontstaan, die echt alleen nog
maar om geld draait.
M:Het huidige systeem tussen het aankopen van
foto- of filmmateriaal door musea of galeries heeft
eigenlijk dezelfde werking. Je verkoopt een opla-
ge en daarna kan de aankoper er welbeschouwd
alles meedoen, zonder dat de kunstenaar er wat
aan verdient of verder zelf wat mee kan.
Is er een oplossing?
T:De oplossing zou zijn om de wetgeving per
land op te breken in kleine, behapbare regels
per discipline. Maar daar heb ik weinig ver-
trouwen in.
Tot slot, welk werk verbeeld voor jullie het
beste de essentie van deze tentoonstelling?
M:Voor mij het werk van Nate Harrison.
T:Voor mij ook.
M:Het werk is getiteld Can I Get An Amen? en
het bestaat uit een LP waarop Harrison vertelt
hoe een gesamplede drumbreak uit 1969 een
stortvloed van muziekstromingen heeft moge-
lijk gemaakt.
T: Juist doordat de rechthebbenden van de sam-
ple er nooit een probleem van hebben gemaakt,
heeft het als basis kunnen dienen voor talloze
hiphoptracks en genres als drum-n-bass en jun-
gle. Het toont perfect aan wat kunstenaars met
die vrijheid kunnen bewerkstelligen, namelijk;
van een basisgegeven iets totaal nieuws creren
en op die manier weer vele nieuwe deuren ope-
nen voor andere mensen.
IntervIew met decuratoren Door Vincent Cardinaal
copyclash
copyclash
copyclash
copyclash
copyclash
copyclash
copyclash
copyclash
copyclash
Trailer | CopyClash 29
-
Dennis de Bel (NL) & JODI (NL/BE) Copyright 2010 (2010)De Bel maakt design interventies. Volgens hem
consumeren wij niet enkel beeld en geluid,
maar ook objecten: tastbare dingen. Hij past
de context of het object aan en remixt deze
als het ware, waardoor er met humor kritiek
wordt geleverd op het object, de situatie of de
maatschappij.
Voor CopyClash maakte De Bel in samenwer-
king met net artists JODI een nieuw werk
waarbij herkenning en subtiliteit een belang-
rijke rol spelen. De Bel studeerde in 2009 af
aan het Piet Zwart Instituut. Hij is momenteel
curator voor de Rotterdamse platenzaak Trip-
house en werkt vaker samen met JODI.
www.dennisdebel.nl
Ondrej Brody (CZ) & Kristofer Paetau (FI)Wang Bin Torture in Com-mercial Quality, High Quality and Museum Quality (2010)Het Fins-Tsjechische duo Brody & Paetau werkt
met menselijk gedrag dat wordt benvloed of
aangestuurd door externe aspecten uit het
leven, de maatschappij en de politiek. Tijdens
CopyClash zal het werk Wang Bin Torture in
Commercial Quality, High Quality and Museum
Quality te zien zijn. In dit werk geeft het
duo Chinese kopieer-schilders de opdracht
slachtoffers van hun eigen politieke regime na
te schilderen beelden die door internetcen-
suur onbereikbaar zijn voor Chinezen en doet
dit in alledrie de prijsklassen die de schilders
aanbieden.
Brody & Paetau wonen en werken afwisselend
in Berlijn, Praag en Amsterdam.
www.brodypaetau.com
Bea Correa (BR/NL)Mindwhatyouwear (2004)De van origine Braziliaanse Bea Correa is het
brein achter Mindwhatyouwear, een project dat
mensen bewuster wil maken. Hiervoor gebruikt
ze humor en wil ze kleine, vredige revoluties
uitlokken. Correa heeft zowel rechten als gra-
fisch ontwerp gestudeerd en deze achtergrond
komt duidelijk naar voren in haar ontwerpen.
Met de FAKE tassen die bij CopyClash ten toon
worden gesteld onderzoekt Correa authenti-
citeit en kansen; en beoogt ze de discussie
omtrent nep, echt en auteursrecht op gang te
brengen.
Correa woont en werkt in Amsterdam en is
creative director van Mindwhatyouwear.
www.mindwhatyouwear.com
Peter Fischli (CH) & David Weiss (CH) Der Lauf der Dinge (1987)In 1987 maakten het Zwitserse kunstduo
Fischli & Weiss hun bekendste werk Der Lauf
der Dinge. Een film waar in bijna een half uur
verschillende handelingen elkaar opvolgen in
een zelfgebouwde kettingreactie. De film heeft
verschillende onderscheidingen ontvangen
en is permanent te bezichtigen in het Franklin
Institute in Philidelphia.
Fischli & Weiss werken met verschillende me-
dia en hun werk is opgenomen in de collectie
van beroemde musea zoals het Tate en het
Guggenheim.
Fischli & Weiss wonen en werken in Zrich.
www.matthewmarks.com
Nate Harrison (US) Can I get an Amen (2004)Harrison is een kunstenaar en schrijver die
zich bezig houdt met intellectueel eigendom,
cultuurproductie en de formatie van creatieve
processen in elektronische media.
Naast het organiseren van tentoonstellingen en
het geven van lessen aan verschillende univer-
siteiten in de Verenigde Staten houdt Harrison
zich bezig met het door hem opgerichte muzie-
klabel Tshklabs.
KunstenaarsCopyClash
copyclash
copyclash
copyclash
copyclash
copyclash
copyclash
copyclash
copyclash
copyclash
Trailer | CopyClash30
-
Gedurende CopyClash zal Harrisons audio
installatie Can I get an Amen? gepresenteerd
worden waarin hij met een kritische blik de
amen break behandeld.
Harrison woont in Brooklyn, New York waar hij
actief is als zelfstandig kunstenaar. Daarnaast
is werkzaam als professor voor de School of the
Museum of Fine Arts in Boston.
www.nkhstudio.com
Patrick Liddell (US)I Am Sitting In A Video Room (2009)Muzikant Patrick Liddell nam van zichzelf een
monoloog op, plaatste die op YouTube om het
daarna weer vanaf YouTube te downloaden. Dit
resultaat werd vervolgens weer teruggeplaatst
op YouTube om dit proces vervolgens nog 1000
keer te herhalen.
Liddell begon zijn project als een ode aan de
avant-gardistische muzikant Alvin Lucier en zijn
beroemde werk I Am Sitting in a Room, waarin
Lucier een tekst oplas, opnam, dit afspeelde en
weer her-opnam totdat slechts het geluid van
de kamer waarin hij zich bevond overbleef.
In CopyClash toont Liddell zijn ode, die net
anders is dan Luciers versie doordat het meer
over digitale reproductie gaat. Het werk kan
worden gezien als de YouTube versie van iets
fotokopiren totdat er niets anders overblijft
dan een korrelige, dikke vlek.
www.ontologist.us
OkGO! (US) This too shall pass (2010)De Amerikaanse rockband OkGO! staat bekend
om hun vernieuwende videoclips. Voor het
nummer This too shall pass, dat uitkwam in ja-
nuari 2010, heeft de band twee videoclips laten
maken. Beide videos zijn in n take opgeno-
men. James Frost regisseerde in samenwerking
met Synn Labs een versie gebaseerd op een
Rube Goldbergmachine, een exact uitgemeten
maar ogenschijnlijk nutteloze kettingreactie.
De video maakt gebruik van zoveel mogelijk
gerecyclede materialen en zo min mogelijk
tussenkomst van computers, om het kinetische
aspect te benadrukken.
Binnen zes dagen na de release van de video
op YouTube was de video al meer dan zes
miljoen keer bekeken en werd het door CNN
een instant viral genoemd. Deze hoge kijkcijfers
vertaalden zich niet naar hoge verkoopcijfers
van het album Of the Blue Colour of the Sky,
maar wel in bezoekersaantallen van OkGOs
concerten.
De bandleden van OkGO! wonen en werken in
Los Angelos.
www.okgo.com
Evan Roth (US) Intellectual Property Ass-hole Competition (2009)Roth is een onderzoekend kunstenaar wiens
focus ligt bij technologie, machtsinstrumenten,
open source en populaire cultuur. Hij is mede-
oprichter van het Graffiti Research Lab en het
Free Art & Technology Lab. Zijn werk is getoond
in verscheidene musea en heeft verschillende
onderscheidingen gekregen.
Met zijn werk Intellectual Property Asshole
Competition zoekt Roth tijdens CopyClash naar
overlapping tussen free culture en populaire
cultuur. Roth demonstreert de hypocrisie die
zo herkenbaar is voor verschillende copyright
zaken. Dit doet hij door twee aanklagers uit
te dagen hem aan te klagen voor auteursrecht-
schending, zonder gezichtsverlies te leiden.
Evan Roth woont en werkt in (Parijs), zijn bezig-
heden vinden voornamelijk online plaats.
www.evan-roth.com
Ad Schouten (NL) Ad Schouten 1:1 (2007)Schouten werkte door de jaren heen aan een
langzaam groeiende verzameling kunstwerken
die op verschillende wijzen reflecteren op
verbanden tussen kunst- of cultuurhistorische
fenomenen en vormen van collectief geheugen.
Schoutens India project is een project dat op
basis van gefaxte zwart wit documentatie een
billboard schildersatelier uit Mumbai iconen
uit de Westerse conceptuele kunst naar eigen
inzicht heeft laten schilderen. Dit werk heeft in
samenwerking met Drukkerij de Maasstad en
Team TCHM een nieuwe laag gekregen in het
posterboek Ad Schouten 1:1 dat vier reproduc-
ties uit het India project verwerkt tot uitscheur-
bare paginas, welke wanneer samengesteld,
een reproductie op ware grootte (1:1) vormen.
Wieden+Kennedy (US) Cog (2003)Cog is een reclame van het Amerikaanse
reclamebureau Wieden+Kennedy die in 2003 is
uitgebracht door Honda om hun zevende gene-
ratie van de Honda Accord onder de aandacht
te brengen. De reclame, die net als Der Lauf
der Dinge gebaseerd is op een zogenaamde
Rube Golbergmachine, toont verschillende
onderdelen van de Accord die elkaar door een
kettingreactie van grote precisie in beweging
blijven zetten. Cog was een onderdeel van de
succesvolle Power of Dreams campagne.
Wieden+Kennedy zijn overigens door Fischli
& Weiss aangeschreven en beschuldigd van
plagiaat. Er werd uiteindelijk afgezien van een
officile aanklacht in verband met de kleine
kans op overwinning.
www.wk.com
copyclash
copyclash
copyclash
copyclash
copyclash
copyclash
copyclash
copyclash
copyclash
Trailer | CopyClash 31
-
Interview met Dennis de BelDoor Vincent Cardinaal
Dennis de Bel maakte speciaal voor de tentoonstelling Copy-
Clash een tweetal werken. Als kunstenaar heeft De Bel zich de
afgelopen jaren bezighouden met wat hij zelf betiteld als de-
sign interventies. Bij deze interventies werkt hij met herken-
bare objecten en apparaten, waarbij hij te werk gaat als een
dj: hij remixt het object, en levert er zo op een subtiele, en
doorgaans humoristische wijze commentaar op. Tevens is hij
actief met software en in de experimentele moderne muziek.
De weg naar het autonoom kunstenaarschap verliep voor hem
via een ietwat ongebruikelijke route.
Ik wilde nooit kunstenaar worden. Althans, niet toen ik klein
was of toen ik op de middelbare school zat. Ik was vooral bezig
met sleutelen. Aan objecten en ook op de computer; ik zit
eigenlijk al vanaf de begindagen op internet.
Hoe ben je dan de Dennis de Bel geworden die we vandaag de
dag kennen?
Op een open dag van de Willem de Kooningacademie zag ik
een paar gasten met websites bezig. Dingen die vooral heel
snel waren en heel veel lawaai maakten. Dat vond ik toen
mooi en ik dacht: dat wil ik ook (lacht). Dus ben ik Interac-
tive Media Design gaan studeren, een richting die inmiddels
opgedoekt is. Maar ik kwam er al snel achter dat het niet was
wat ik zocht, ik zat ook maar met twee andere studenten in de
klas. Het was teveel simpelweg programmeren, en websites
bouwen. Ik wilde dat proces juist omdraaien, kijken hoe je
internet en computers zelf als lijdend voorwerp kon gebruiken.
Tijdens mijn derde jaar ben ik daarom een minor Autonoom
gaan doen en later heb ik ook het Piet Zwart Instituut (master-
opleiding van de WDKA, VC) afgerond.
En Piet Zwart heeft je definitief tot het autonoom kunstenaar-
schap geleid?
Nee ook niet, eigenlijk (lacht). Ik kwam er gaandeweg vooral
achter dat ik genteresseerd was in design, in concepten en
in hoe dat werkt. Ik kom uit een familie van knutselaars,
mijn vader, mijn opa; altijd bezig met sleutelen en kijken hoe
zaken in elkaar steken. Dat heb ik eigenlijk weer opgepikt,
maar dan als autonoom kunstenaar. Zo hecht ik bijvoorbeeld
wel veel waarde aan de esthetiek van het werk, maar wil ik
tegelijk ook de werking en vormgeving van een object ter
discussie stellen.
Op je website staat een statement, een soort intentieverkla-
ring van de kunstenaar Dennis de Bel. Daarin stel je ondermeer
dat je de fouten van design aan de orde wilt stellen, zonder de
oplossingen aan te dragen. Wat zijn die fouten dan?
Wat ik daarmee vooral bedoel is dat veel mensen ontwerp en
eigenlijk de hele samenleving maar voor lief nemen. Iedereen
vind het logisch dat een object gewoon werkt, terwijl daar
hartstikke veel moeite en denkwerk aan voorafgaat. Daar wil
ik de toeschouwers van mijn werk vooral bewust van maken.
Mijn stelling is ook dat veel mensen doorgaans pas aandacht
voor een object hebben als het stuk is, of niet meer optimaal
werkt. Daar speel ik vervolgens mee. Door het object op het
oog zo compleet en heel mogelijk te presenteren, maar altijd
met een knipoog en een subtiele verandering. Eigenlijk creer
ik er nog meer problemen bij.
copyclash
copyclash
copyclash
copyclash
copyclash
copyclash
copyclash
copyclash
copyclash
Trailer | CopyClash32
-
Je werk is ontegenzeggelijk gengageerd, maar tegelijk altijd
subtiel en genuanceerd. Er is geen activist aan jou verloren
gegaan?
Niet bepaald. Of althans; mij spreekt een uitgesproken
activistische insteek niet aan. Op een of andere manier leidt
het ook vaak tot een soort hypocrisie. Om een statement te
maken wordt je welhaast gedwongen om dezelfde middelen
te gebruiken als degene die je juist probeert te bestrijden. Ik
maak liever een subtiele toespeling.
Wat maak je voor de expositie?
Voor de tentoonstelling maak ik twee werken. Over een
van de werken kan ik je nog weinig vertellen, ik zit nog in de
ideenfase. Een ander werk is in samenwerking met JOdI,
een duo dat zich als net artists betiteld en vooral online kunst
presenteert. Tijdens mijn studie aan Piet Zwart heb ik al wat
programmeerwerk voor ze gedaan en sindsdien werken we
incidenteel samen. Voor deze expo maken we een foto die
commentaar levert op Google Street View.
Het begon ermee dat ons opviel dat als je in Street View naar
de lucht kijkt dat daar heel subtiel het copyrightlogo van
Google in verwerkt staat. En dat vind ik absurd. Het is wel-
beschouwd sowieso absurd wat Google allemaal doet, maar
dit gaat wel erg ver. Wat wij doen is een vliegtuigje de lucht
in sturen met daarachter een banner met daarop een replica
van het logo van Google. En daar maken we een foto van,
eigenlijk met de boodschap: de echte wereld is er ook nog.
Wat stoort je het meest aan het bovenstaande?
dat heeft eigenlijk weer te maken met mijn observatie dat
de meeste mensen alles maar voor lief nemen. Neem mijn
eigen moeder: die denkt echt dat Google het internet is. de
typt rustig urls in de Google zoekbalk. En dat geldt denk ik
voor veel mensen. En tegen dat proces wil ik een subtiele
tegenhanger presenteren. Laten zien dat de echte wereld nog
steeds hetzelfde kan.
Ligt het auteursrechtthema van de expositie je na aan het hart?
Ja en nee. Ik vind het belangrijk en ik denk dat het een
interessante tijd is. Tegelijk denk ik dat het niet heel erg in de
kunstwereld speelt. daar is het sowieso al gebruikelijk om el-
kaars werk te gebruiken als interpretatie en het in dat proces
soms zelfs te kopiren. Verder geloof ik vooral in het Creative
Commons-principe. Waarin er een goede afspraak tussen alle
partijen wordt gemaakt, en het werk vervolgens zo vrij moge-
lijk gebruikt kan worden, maar toch beschermd blijft.
Wat kunnen we in de toekomst van je verwachten?
Eigenlijk zou ik het liefst ontwerper en muzikant zijn. Als
muzikant kan ik zelf instrumenten ontwerpen en dat doe ik
dan ook. Maar als ontwerper wordt je doorgaans gedwongen
om met het concept van anderen te werken en dat wil ik niet.
dus ik zal nog wel even op dit pad blijven.
Eigenlijk creer ik er nog meer problemen bij
copyclash
copyclash
copyclash
copyclash
copyclash
copyclash
copyclash
copyclash
copyclash
Trailer | CopyClash 33
-
Extemporary artist Dennis de Bel maakte samen met JODI voor CopyClash een nieuw werkgenspireerd door Google Earth. In de 3D streetview beelden legt Google een watermerk over de afbeelingen heen, zoals op de voorgevel van Roodkapje, Meent 125, Rotterdam. Wil Google patent op de realiteit?
-
Ooit op het lumi-
neuze idee geko-
men bad ass mother
fucker in te ty-
pen op Google? Dan
is de kans groot dat je al hebt kennisgemaakt
met de Amerikaanse kunstenaar Evan Roth (1978).
Hij plaatste in 2005 een link met deze zoekop-
dracht op zijn website en vroeg bezoekers hier
liefst een paar duizend keer op te klikken. Zo
kon hij erachter komen hoe lang het zou duren
voor hij op nummer 1 in de zoekresultaten zou
staan, namelijk dertien dagen en elf uur. Een
typisch Roth-project: ondeugend en onderzoekend
tegelijk.
Na zijn afstuderen aan de Amerikaanse Parsons
kunstopleiding richtte Roth in 2007 het Free Art
and Technology Lab mede op, beter bekend als het
FAT Lab. Dit internationale online collectief
van onder andere kunstenaars, wetenschappers en
muzikanten levert kritiek op de wetgeving om-
trent intellectueel eigendom. Dit gebeurt voor-
al door verschijnselen uit de populaire cultuur
te mixen met open-source technologie, omgeven
door een zweem van cynische humor. Ook in zijn
eigen werk stelt Roth heersende machtsverhou-
dingen, meestal in relatie tot intellectueel
eigendom, op provocerende wijze ter discussie.
Op zijn website telt een klok de uren, minuten
en seconden af tot exact zeventig jaar na het
overlijden van Michael Jackson de wettelijke
tijd waarna de rechten op een nalatenschap wor-
den vrijgegeven. Zo illustreert Roth op cyni-
sche wijze zijn mening over dit gegeven: waarom
zou je jouw ideen mee het graf innemen? Daarom
bedacht hij het intellectuele eigendom donor-
schap, bestaande uit een downloadbare sticker
voor op je identiteitskaart. Je geeft daarmee
toestemming voor het gebruiken van jouw ideen
na je dood.
Met deze concrete, bijna banale benadering van
het onderwerp legt Roth de intrinsieke tegen-
strijdigheid van het begrip intellectueel eigen-
dom bloot. Het is geen orgaan of lichaamsdeel,
maar iets volledig
abstracts dat ei-
genlijk geen bezit
kan zijn. Daarmee
gaat Roth een stap
verder dan sommige andere kunstenaars in deze
expositie, die slechts de techniek van het ko-
piren en toe-eigenen hanteren wat op zich al
niets nieuws is. Roths werk dwingt op baldadige
en creatieve wijze tot overpeinzing. Zo knipte
hij voor Explicit Content Only alle tekst uit
een rap, behalve de vele scheldwoorden: censuur
in de omgekeerde wereld. De manier waarop hij de
grenzen en beperkingen van de open-source tech-
nologie verkent doet enigszins denken aan het
werk van bijvoorbeeld computerkunstenaar Cory
Arcangel. Hoewel Arcangel vooral het technische
proces demonstreert en niet per se statements
maakt zoals Roth soms doet, presenteren beide
het delen van (online) informatie als een nieuwe
standaard. Iedereen mag overal toegang toe heb-
ben, want het bezitten en claimen van informatie
is volgens deze kunstenaars simpelweg niet lan-
ger houdbaar in de huidige internetcultuur.
Leef door in samenwerking met anderen, pleit Roth
op zijn website. Stel jouw ideen beschikbaar
voor latere creatieve geesten. Hierbij rijst de
vraag of het vrijgeven van rechten na overlijden
eigenlijk wel kan worden beschouwd als samenwer-
king, aangezien deze onmogelijk wederzijds kan
zijn. Is het nog steeds een mooie gedachte dat
jouw creativiteit voortleeft via een ander, als
daarover geen enkele controle kan worden uitge-
oefend? In een vrije markt van ideen bestaat
bovendien de kans dat jouw creativiteit hele-
maal niet voortleeft, maar een razendsnelle dood
sterft in een ware survival of the fittest. Het
zijn interessante vraagstukken waarmee Roth je
confronteert, zonder vervolgens zijn antwoor-
den op te dringen. Ogenschijnlijk ouwehoert hij
maar wat op internet, maar zowel de technische
complexiteit als de inhoudelijke relevantie van
zijn werk verraden dat dit meer behelst dan op-
pervlakkig geklier. Een echte kwajongen, die
Roth, maar wel n om serieus te nemen.
EvAN ROTHSERIEuZE kwAJONGEN
Door Yasmijn Jarram
copyclash
copyclash
copyclash
copyclash
copyclash
copyclash
copyclash
copyclash
copyclash
Trailer | CopyClash36
-
A culture without property, or in which creators cant get paid, is anarchy, not freedom.
- Lawrence Lessig, professor
copyclash
copyclash
copyclash
copyclash
copyclash
copyclash
copyclash
copyclash
copyclash
Trailer | CopyClash 37
-
M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M
M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M N M M M M M M M M M M D $ + = : , : : ? O M M M M M D M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M
N M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M ? . . . . . . . . . O M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M
M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M . . : . . . . . . . . I M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M
M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M N M M M M Z . , 7 : . . , . . . , , . + M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M
M M M ? D M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M D . . O Z . . , . . . . . . . : 7 M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M D M M M M M
M D M , . D M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M $ 7 M . . , , . . . . , . . . . . , + M M M M M M M M M M M M M M M M M M N M M I . M M M M
M N M 8 M M M M M M M M M M M M M M M M M M N M M + , M : . . , . . . . , + M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M + . O M M M M
M M M M Z . . ? M M M M M M M M M M M M M M M M M M Z : N . ~ M M D M = . . , M M M M . + . I M M M M M M M M M M M M M M M N M M M . . = M M M M M
M M M N M + . ~ 8 M M M M M M M M M M M M N M M M M : O , I M M N D M . . M M N M M $ = 8 . Z M M M M M M M M M M M M M N M M M D . N M M M M M
M N M M N M : . I M M M M M M M M M M M M M M M M M M . O M M M M + M M M M Z + M Z M M M M M M M M M M M N M M M M M ? , M M M M M M M
M M M M M M M , . . . : M M N M M M M M M M N M M M N = . , N 8 , . M M . 8 M O . = Z M M N M M M M M M M M M M D M M . , 7 M M M M M M M
M M M M M M M M . , . Z M M N M M M M M M M N M M + . . . ~ Z M M ? , . . . . + M M M M M M M M M M M M N M $ : . I M N M M M M M M
M M M M M M M D M ? . : . M M N M M M M M M M M M M M O + . . . . ? + I : . . . ? N M M M M M N M M M M M M M M : . , I M 8 M M M M M M M
M M M M M N M D M M M . : . , = M N M M M M M N M M M M M M M ~ . . , . . : : M M M M M M M M M M M M M M M N . : . M M D M M M M M M M M
M M M M M M M M N M M M . . : 8 M M D M M M M M N M N . I M O ~ ? . = ~ , M M = . N M M M D M M M M M M M ? , , . . M N M M M M M M M M M M
M M M M M M M M M M M M M ? . . . . $ M M M M M N M M M . M Z , . . . + ? 8 D ? M M M M M M M D M M ~ . . 8 M M M M M M M M M M M M M
M M M M M M M M M M M M M M M . . : , . . = M M D M M M M : . N M M M M M M M M I $ M M M M N N M M : . . . , . $ M M M M M M M M M M M M M M M
M M M M M M M M M M M M M M M M D . . , + M M N M M Z . $ Z Z ? M Z 8 7 . N M M M M M D . . , . . + M M M M M M M M M M M M M M M M M
M M M M M M M M M M M M M D M N M M ? . . = . . 7 M M N M D . . . . 8 M D M M O , . , N M N M M D M M D M M M M M M M M M M
M M M M M M M M M M M M M M M M M M N M 7 . . M $ . D M M M = , ~ . . : D M M M M . ~ M 7 . + N M M D M M M M M M M M M M M M M M M M M
M M M M M M M M M M M M M M M M M N M N M N 7 . . . ? M Z . 7 M M M M M M M M M D + $ M D ? N M M N M M M M M M M M M M M M M M M M M M M
M M M M M M M M M M M M M M N + Z M M M M D M M D = . . O M ? I O M M 7 . . I M O , O M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M
M M M M M M M M M M M M M 7 . 8 M M M M M M M M N O . . ~ D M $ . D M M M , , $ M M M M M M M M M Z : I M M M M M M M M M M M M M M M M
M M M M M M M M M M M M M M M $ . ~ M M M M M M M M N N M O Z . . . Z M D ~ . . , D M M M M N M N M M M M M = : Z M M N M N M M M M M M M M M M
M M M M M N M M M M N M M M M M + I M Z $ ? = . . . Z M M $ . . . , 8 M 8 . . . = 7 N M M M M M D . I M M M M M M M M M M M N M M M M M
M M M M M M D . . . M = = : ~ $ M 7 . , + D 8 7 N M M O Z , . . , I M O 7 : . = Z N N ? . . : M M 8 M M M M M M 8 M M M M M M M M M M M
M M M M M M ? ~ M . . , . . M D . . N 7 . . . . + I M M M M N M M M M N I ~ . . . ? D M M M D . $ N ? = ~ ~ . M . , N M M M M M M M M
M M M M M M M N = I M O M M M M M M M Z M M M M M M M N M M M M M M M M M M N M M M M M M O ? M O M 8 . . . , . 7 Z . . . N M M M M M M M M
M M M M M M M M M M $ D M N M M M M M ? . Z M M M M M M M M N M M M M M M M M M M M M M M M M M M M ? . M M M M N N M Z 8 + , O M M M M M M M M M
M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M O . , . M M M M M M M M M M M M M M M M M M M Z 8 M D , . O M N N N M M M M I M M M M M M M M M M M M
M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M $ I O M M M M M M M M M M M M M M M M M M M 8 . : O M M M M M M M M M M M M N M M M M M M M M M M
M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M N M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M
Contrary to common belief, equivalents of
copyleft and Open Source existed in the arts
decades before they were coined for software.
In the 1930s, Woodie Guthrie printed his song-
books with the remark that [t]his song is Copy-
righted in U.S., under Seal of Copyright #154085,
for a period of 28 years, and anybody caught
singin it without our permission, will be mighty
good friends of ourn, cause we dont give a
dern. Publish it. Write it. Sing it. Swing to it. Yo-
del it. We wrote it, thats all we wanted to do.1
And from 1958 to 1969, the Paris-based journal
of the Situationist International clarified that
[a]ll texts published in Internationale Situation-
niste may be freely reproduced, translated or
adapted, even without indication of origin.2
By removing all restrictions on copying, perfor-
mance, editing and even the publishing of an
edited work, both Guthries and the situation-
ists provisions fully meet the formal criteria
of a Free Software or Open Source license as
specified, since the 1980s and 1990s, by the
Free Software Foundation, the Debian project
and the Open Source Initiative. This was not co-
incidental since both artists and software ac-
tivists drew on the same source, Marcel Mauss
1924 anthropological study of the potlatch, in-
digenous American gift economies.3 Potlatch
was adopted, among others, by Guy Debord for
the bulletin of the Lettrist International, which
preceded the situationist group. Even ear-
lier, in the 1930s and 40s, Mauss concept had
been central for the cultural-economic-sexual
writings of George Bataille and his circle. Gift
economy finally became the key term for the
Open Source software movement in the late
1990s. Both the right-wing libertarian Open
Source evangelist Eric S. Raymond and the so-
cialist media scholar Richard Barbrook used it
to describe the free exchange of software and
information in the Internet.4
At the same time however, some artistic sub-
cultures influenced by the situationists had al-
ready shifted their rhetoric and aesthetic pro-
grams from a freewheeling, generous exercise
of ones copyright and intellectual property to
an outright refusal of the latter. A prominent
example was the late 1980s London-based fan-
zine VAGUE, created by editor Tom Vague and
former Sex Pistols-graphic designer Jamie Reid,
with a crude radical chic mix of articles on situ-
ationism, terrorism, William S. Burroughs, mind
control and political conspiracies. With the
slogan No Copyrights No Rights Reserved and
authorial credits to the poor plagiarized souls
that didnt know, VAGUEs colophon radicalized
non-copyright to polemical anti-copyright.
Under the headline None dare call it plagia-
rism, the editorial of issue 18/19 reasons that
From Lautramont onwards it has become
increasingly difficult to write. Not because
people no longer have anything to say, but be-
cause Western society has fragmented to such
a degree that it is now virtually impossible
to write in the manner that has traditionally
been considered good5 Concluding that pla-
giarism saves time and effort, improves results
and shows considerable initiative on the part
of the individual plagiarist, the text factually
does what it says, since it is literal plagiarism
of a manifesto published earlier in an issue
of SMILE, a fanzine published by anyone who
wanted to use the name.
The name SMILE was a travesty of FILE, the art-
ist periodical published by the Canadian artist
group General Idea that first appeared in the
1970s and plagiarized the name and graphic
design of LIFE magazine; it was soon followed
by its subsequent appropriations such as Anna
Bananas mail art periodical VILE and Bradley
Lastnames zine BILE in the early 1980s. Be-
tween 1985 and 1990, SMILE mutated, among
others, into the zines MILES, SLIME, LIMES,
LISME, EMILS, C-NILE and iMmortal LIES. Plagia-
rism, in this context, was not simply considered
Anti-Copyright, from Lautramont onwards By Florian Cramer
Trailer | CopyClash38
-
fair reuse, but critical commentary. The SMILE/
VAGUE plagiarism editorial, for example, was
implicitly attacked in an American SMILE issue
as a simplistic social critique, drawing a histor-
ical line running from Lautramont onwards,
and by this linear method avoiding the central
paradox of such criticisms.6
The very first version of the text criticized was
written by SMILEs initiator, Stewart Home, and
likely inspired by at least three concepts and
currents: the situationist method of dtourne-
ment, itself a riff on Lautramonts notion of
plagiarism, the 1980s American appropriation
art of Sherrie Levine and Richard Prince, and
Kathy Ackers postmodern poetics of plagia-
rism. Neither Home, nor other editors of SMILE
and VAGUE seemed to have been aware of the
1976 manifesto Imagination as Playgiarism by
American experimental novelist Raymond Fed-
erman, Ackers point of reference. For Federman,
imagination does not invent the SOMETHING-
NEW we too often attribute to it, but rather [...]
(consciously or unconsciously) it merely imi-
tates, copies, repeats, proliferates - plagiarizes
in other words - what has always been there.7
Federmans sources were not the situationists,
but the French poststructuralist semiology of
Roland Barthes and the Tel Quel group and its
concepts of writing and intertextuality; a the-
ory advocating the very fragmentation which
Marxists, including the Situationist Internation-
al and Homes SMILE, sought to fight, making
them strange bedfellows with the Open Source
movement and its insistence on community.8
M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M
M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M M N M M M M M M M M M M D $ + = : , : : ? O M M M M M D M