treasury statuut stichting woonvisie · - het hoofdstuk inzake de financiering van verbindingen is...
TRANSCRIPT
Treasury Statuut Stichting Woonvisie Pagina 1
TREASURY STATUUT
STICHTING WOONVISIE
Status: Definitief
Vastgesteld door het Bestuur d.d. 1 mei 2018 Goedgekeurd door de Raad van Commissarissen d.d. 25 april 2018
Treasury Statuut Stichting Woonvisie Pagina 2
Inhoudsopgave
Leeswijzer ................................................................................................................................................ 3
1. Inleiding ......................................................................................................................................... 4
2. Doelstelling & Activiteiten Treasury ............................................................................................... 6
3. Besluitvorming treasury(trans)acties ............................................................................................. 8
4. Gebruik tussenpersonen en adviseurs .......................................................................................... 9
5. Goedkeuring en wijziging ............................................................................................................ 10
6. Externe kaders ............................................................................................................................ 11
7. Treasury organisatie .................................................................................................................... 13
7.1 Plaats treasury binnen Woonvisie ............................................................................................... 13
7.2 Treasury commissie .................................................................................................................... 13
7.3 Controller ..................................................................................................................................... 14
7.4 Taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden ...................................................................... 14
8. Treasury Jaarplan ....................................................................................................................... 21
9. Financieren .................................................................................................................................. 22
9.1 Uitgangspunten financiering ........................................................................................................ 22
9.2 Flexibiliteit en variabele rentende financiering ............................................................................ 24
10. Renterisicomanagement ............................................................................................................. 25
10.1 Uitgangspunten renterisicomanagement .................................................................................... 25
10.2 Renteontwikkeling ....................................................................................................................... 25
11. Beleggen ..................................................................................................................................... 26
11.1 Algemeen .................................................................................................................................... 26
11.2 Bepalingen beleggen ................................................................................................................... 26
11.3 Aanvullende uitgangspunten beleggen ....................................................................................... 27
12. Rentederivaten ............................................................................................................................ 29
12.1 Algemeen .................................................................................................................................... 29
12.2 Bepalingen derivaten ................................................................................................................... 29
12.3 Aanvullende uitgangspunten derivaten ....................................................................................... 30
13. Collegiale leningen ...................................................................................................................... 31
14. Financiering van verbindingen .................................................................................................... 32
Bijlage 1: Toegestane typen leningen ................................................................................................... 33
Bijlage 2: Toegestane typen beleggingen ............................................................................................. 34
Bijlage 3: Onderwerpen treasury jaarplan ............................................................................................. 35
Treasury Statuut Stichting Woonvisie Pagina 3
Leeswijzer
Met behulp van het treasury statuut worden de kaders op treasury gebied vastgelegd. Het voldoen aan
de geldende wet- en regelgeving ten aanzien van financiering en treasury zijn belangrijke
uitgangspunten in dit treasury statuut. Het vorige treasury statuut is vastgesteld en goedgekeurd in
2016. Ten opzichte van het vorige treasury statuut zijn de volgende onderdelen aangepast:
- De reikwijdte van het treasury statuut is aangepast conform het Reglement Financieel Beleid en
Beheer van Woonvisie zoals goedgekeurd door de RvC d.d. 25 september 2017 . Het treasury
statuut is van toepassing op de Woonvisie, haar dochtermaatschappijen en verbonden
ondernemingen waarvan Woonvisie meer dan de helft van de bestuurders kan benoemen of
ontslaan (zie Bijlage A Reglement Financieel Beheer en Beleid).
- Corporaties mogen weer onderling collegiale financiering verstrekken. De mogelijkheid tot het
verstrekken van collegiale financiering is verwerkt in het treasury statuut.
- Het hoofdstuk inzake de financiering van verbindingen is uitgebreid. Behoudens het kapitaliseren
van nieuwe verbindingen, mag de toegelaten instelling in principe géén leningen verstrekken aan
verbonden ondernemingen. Onder bepaalde voorwaarden kan hiervoor echter ontheffing worden
aangevraagd bij de Autoriteit woningcorporaties (Aw).
Treasury Statuut Stichting Woonvisie Pagina 4
1. Inleiding
Algemeen
Treasury is het sturen en beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op de financiële
vermogenswaarden, de financiële geldstromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico’s.
Met het treasury statuut worden de kaders van het treasury beleid van Stichting Woonvisie (hierna Woonvisie)
vastgelegd. Indien veranderende wet- of regelgeving doorwerkingen heeft op de inhoud van dit statuut, heeft
dit voorrang boven de uitgangspunten opgenomen in het treasurystatuut. Het statuut zal dan zo spoedig als
mogelijk worden aangepast, zodat deze zich verhoudt met de nieuwe regelgeving.
De verantwoording over het gevoerde beleid en de gerealiseerde acties vindt extern onder andere plaats in
de Jaarrekening en intern in de managementrapportages.
Treasury beleid
Het financieel beleid van Woonvisie levert de uitgangspunten van het treasury beleid. De doelstellingen van
het financieel beleid vinden hun weerslag in de begroting en de meerjarenramingen. Met de vaststelling van
het treasury statuut en de begroting leggen de directeur-bestuurder en de Raad van Commissarissen de
kaders op treasury gebied vast.
Woonvisie staat als toegelaten instelling onder toezicht van de Minister van BZK en de Autoriteit
woningcorporaties (Aw). De Aw toetst of Woonvisie voldoet aan de geldende regels en normen. Het voldoen
aan de geldende criteria ten aanzien van financiering en treasury zijn belangrijke uitgangspunten in dit
treasury statuut. Dit geldt tevens voor de richtlijnen en eisen gesteld vanuit het waarborgfonds van de sector
(Waarborgfonds Sociale Woningbouw - WSW).
Het treasury statuut heeft werking op alle activiteiten op het gebied van treasury van Woonvisie en is van
toepassing op zowel borgbare (DAEB) als niet borgbare (niet-DAEB) activiteiten. De Raad van
Commissarissen kan in bijzondere situaties eenmalig toestemming geven om hiervan af te wijken, mits
de situatie past binnen de wettelijke kaders en normen.
Het treasury statuut heeft mede betrekking op dochtermaatschappijen en verbonden ondernemingen
waarvan Woonvisie meer dan de helft van de bestuurders kan benoemen of ontslaan.
Treasury Statuut Stichting Woonvisie Pagina 5
Treasury bouwwerk
Om de treasuryfunctie in de organisatie goed te kunnen vervullen is een passend instrumentarium
noodzakelijk. Dit instrumentarium is vervat in het zogenaamde treasury bouwwerk. Het treasury bouwwerk
kent drie niveaus: 1) treasury statuut, 2) treasury jaarplan en 3) treasury uitvoering. Het operationele karakter
neemt per niveau toe en het strategische karakter neemt per niveau af.
Het treasury bouwwerk is gegrondvest op het financiële beleid van de organisatie. Het algemene financiële
beleid vormt het fundament van het treasurybouwwerk. Het financiële beleid omvat onder andere de
(bedrijfseconomische) normen en streefwaarden ten aanzien van financiële kengetallen zoals solvabiliteit,
loan to value, rentedekkingsgraad, rendementsvereisten e.d.
De drie niveaus van het treasury bouwwerk vormen met het financiële beleid een consistent geheel. Het
beleid en alle (trans)acties op het gebied van treasury staan geheel ten dienste van de doelstellingen van het
financiële beleid.
Figuur 1.1: Treasury bouwwerk
Het treasury bouwwerk is van toepassing op het financiele beleid van zowel borgbare (DAEB) als niet
borgbare (niet-DAEB) activiteiten. Het treasury statuut en het treasury jaarplan, aangevuld met de kaders uit
de Woningwet en het Reglement Financieel Beleid en Beheer vormen de kaders waarbinnen de uitvoering
van alle activiteiten op treasurygebied plaatsvinden. Het treasury statuut dient als (strategische) basis voor
het uitvoeren van de treasuryfunctie. Het treasury jaarplan beschrijft de treasurydoelstellingen voor de
tijdsduur van een begrotingsjaar en wordt elk jaar geactualiseerd na vaststelling en in lijn met de
goedgekeurde bedrijfsbegroting en meerjarenraming. Het treasury jaarplan wordt geschreven binnen de
kaders van het treasury statuut. Het hoogste en meest operationele niveau van het treasury bouwwerk is de
daadwerkelijke uitvoering van het beleid en treasury(trans)acties zoals verwoord in het treasury jaarplan.
Treasury Statuut Stichting Woonvisie Pagina 6
2. Doelstelling & Activiteiten Treasury
De hoofddoelstelling van treasury is het realiseren van een permanente toegang tot de geld- en
kapitaalmarkt. Hierbij wordt gezorgd voor het minimaliseren van de rentekosten en het maximaliseren van de
rentebaten binnen een verantwoord risicoprofiel. De volgende activiteiten vinden plaats om deze doelstelling
te bereiken:
1) Zorgdragen voor voldoende financierbaarheid op korte en lange termijn;
2) Bewerkstelligen van passende financieringslasten;
3) Beheersen van de renterisico’s;
4) Zorgdragen voor een effectief, veilig en efficiënt betalingsverkeer;
5) Onderhouden goede investor relations.
Ad 1) Zorgdragen voor voldoende financierbaarheid op korte en lange termijn
Woonvisie zal ervan verzekerd moeten zijn te allen tijde voldoende geld te kunnen aantrekken om op zowel
de korte als lange termijn aan alle betalingsverplichtingen te kunnen voldoen.
Om een goed beeld te hebben van de ontwikkeling van de financieringsbehoefte wordt maandelijks de korte
en lange liquiditeitsplanning opgesteld en worden de afwijkingen geanalyseerd. Hierbij wordt onderscheid
gemaakt tussen de DAEB en niet-DAEB activiteiten. Ieder kwartaal wordt hierover gerapporteerd.
Door de Autoriteit woningcorporates (Aw) en het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) wordt
tweemaal per jaar onder meer onze financierbaarheid getoetst. Hiervoor worden gegevens aangeleverd voor
de prospectieve informatie (dPi) en de verantwoordingsinformatie (dVi). Op basis van deze informatie stelt het
WSW een borgingsplafond vast. In combinatie met de achtervangovereenkomst die de gemeente Ridderkerk
en de gemeente Albrandswaard met het WSW heeft gesloten zijn wij hiermee gegarandeerd van toegang tot
de kapitaalmarkt voor het financieren van onze DAEB activiteiten.
Voor de beschikbaarheid van financiering voor sociale woningbouw tegen gunstige voorwaarden is de
organisatie sterk afhankelijk (in lijn met de gehele sector) van het blijven functioneren van het borgingsstelsel
via het WSW.
Voor het financieren van niet-DAEB activiteiten moet Woonvisie ongeborgde leningen aantrekken. Aan elk
transactievoorstel ligt een business case ten grondslag, die de financiële haalbaarheid inzichtelijk maakt. Voor
ongeborgde leningen dient doorgaans onderpand ingezet te worden, welke dient te worden vrijgegeven door
het WSW. De aard en omvang hiervan wordt in het transactievoorstel vermeld.
Treasury Statuut Stichting Woonvisie Pagina 7
Ad 2) Bewerkstelligen van passende financieringslasten
Financieringskosten worden mede bepaald door de rentetypische looptijd en de beschikbaarheid van de
lening. Deze parameters worden afgestemd op de vervalkalender van de bestaande leningportefeuille en
actuele kasstroom- en liquiditeitsprognoses en besproken in de treasurycommissie.
Ad 3) Beheersen van de renterisico’s
Doel is de jaarlijkse renterisico’s en de rentekansen door (her)financiering of renteconversie evenwichtig over
de jaren te spreiden. Onder renterisico verstaan we het mogelijke feit dat in de markt hoge of extreem hoge
rentepercentages moeten worden betaald. De bestaande financieringsportefeuille dient minimaal per
kwartaal, maar in ieder geval voorafgaand aan iedere financieringstransactie, te worden geanalyseerd /
bijgewerkt op renterisico's. Renterisicomanagement wordt nader toegelicht in hoofdstuk 10.
Ad 4) Zorgdragen voor een effectief, veilig en efficiënt betalingsverkeer
Het betalingsverkeer geschiedt zoveel mogelijk elektronisch. Betalingen worden zoveel mogelijk geclusterd en
geschieden in principe eenmaal per week. Hierbij wordt gebruik gemaakt van geautomatiseerde aanlevering
van betalingsvoorstellen en opdrachten.
Ad 5) Onderhouden goede investor relations
Om zorg te dragen voor continuïteit in de beschikbaarheid van geld is het van belang om met de geldgevers
goede relaties te onderhouden. Verder zorgen goede investor relations voor de informatie als het gaat om
(product)ontwikkelingen op geld- en kapitaalmarkt.
Treasury Statuut Stichting Woonvisie Pagina 8
3. Besluitvorming treasury(trans)acties
De directeur-bestuurder van Woonvisie is eindverantwoordelijk voor het treasury beleid. Besluiten over
concrete (trans)acties op het gebied van treasury vinden, binnen de geldende kaders en afspraken, volgens
de daarvoor geldende procedures plaats. De geldende procedures zijn vastgelegd in het document
Procedurebeschrijvingen Treasury Stichting Woonvisie d.d. 30 augustus 2016.
De volgende processen op het gebied van treasury worden hierin nader toegelicht:
1. Opstellen treasury statuut;
2. Opstellen treasury jaarplan;
3. Liquiditeitenbeheer & beleggen;
4. Aantrekken financiering.
De besluitvorming rondom treasury(transacties) wordt in detail beschreven in de procesbeschrijving
Aantrekken financiering. Belangrijk onderdeel bij het aantrekken van nieuwe financiering en treasury in het
algemeen is functiescheiding en vier-ogen-principe.
Bij zowel de formulering van het treasury beleid als de (voorstellen tot) besluiten over concrete (trans)acties
op het gebied van treasury zal steeds expliciet aangegeven worden wat de relatie is met de relevante interne
en externe kaders. Voorziene relevante maar nog niet doorgevoerde wijzigingen of uitbreidingen in de kaders
moeten daarin worden betrokken.
Basis voor besluiten over concrete (trans)acties op het gebied van treasury zijn de meest recente inzichten in
de ontwikkeling van de liquiditeitsbehoefte, de financierings- en financierbaarheidsprognoses, het
renterisicoprofiel, de vervalkalender van bestaande leningen en beleggingen voor minimaal de komende tien
jaar.
In de voorbereiding van een besluit over concrete (trans)acties op het gebied van treasury worden de
verwachte kwantitatieve en kwalitatieve financiële, strategische en treasurymatige effecten en risico’s, bij
voorkeur op basis van alternatieve scenario’s, in overweging genomen. De bijdrage aan de realisatie van de
in doelstellingen van Woonvisie staat daarbij centraal.
Treasury Statuut Stichting Woonvisie Pagina 9
4. Gebruik tussenpersonen en adviseurs
Het bestuur van Woonvisie is zich bewust van de mogelijke integriteitsrisico’s bij het gebruik maken van
diensten van tussenpersonen en adviseurs bij het afsluiten van transacties. Bij het gebruik van diensten van
tussenpersonen en adviseurs bij het afsluiten van transacties gelden de volgende uitgangspunten:
1. Adviseurs1 dienen te beschikken over een AFM vergunning.
2. Adviseurs kunnen niet betrokken zijn bij het afsluiten van transacties (proces).
3. Tussenpersonen (geldmakelaars) die uitsluitend bemiddelen in krediet tussen professionele klanten en
geen geldstromen over het eigen boek laten lopen hoeven niet te beschikken over een AFM
vergunning, tenzij een vergunning vereist is door de AFM.
4. De vergoedingenstructuur van bij transactie(s) betrokken tussenpersonen en adviseurs dient vooraf
bekend te zijn en vooraf door het bestuur te worden goedgekeurd.
Het bestuur van Woonvisie vraagt bij adviseurs een verklaring op waarin staat dat de adviseur niet ook nog
door andere partijen wordt betaald voor het advies betreffende een voorgenomen transactie.
1 Volgens de wet is sprake van adviseren wanneer een onderneming een aanbeveling doet voor een
specifiek financieel product van een bepaalde aanbieder aan een bepaalde klant. Het adviseren over financiële producten is alleen toegestaan met een vergunning van de AFM.
Treasury Statuut Stichting Woonvisie Pagina 10
5. Goedkeuring en wijziging
Het treasury statuut van Woonvisie wordt vastgesteld door de directeur-bestuur en goedgekeurd door de
Raad van Commissarissen.
Het treasury statuut heeft door haar aard en inhoud een langjarige werking. Het geldende treasury statuut
wordt iedere twee jaar geëvalueerd en aangepast. Bij wijziging van de interne en/of externe kaders, kan het
noodzakelijk zijn dat het treasury statuut eerder wordt geëvalueerd / aangepast. De beoordeling van de
noodzaak tot wijziging of aanpassing ligt bij de directeur-bestuurder. De directeur-bestuurder zal een voorstel
doen tot wijziging van het treasury statuut.
Met uitzondering van wijzigingen in regels en normen van het WSW treedt een wijziging eerst na vaststelling
door de directeur-bestuurder en goedkeuring door de Raad van Commissarissen van het aangepaste treasury
statuut in werking.
Als een verandering of uitbreiding van de externe kaders plaatsvindt, waardoor strijdigheid met het huidige
treasury statuut ontstaat, zal het huidige treasury statuut ondergeschikt zijn aan de externe kaders. Deze
situatie blijft bestaan totdat het treasury statuut aangepast is. De directeur-bestuurder zal voorstellen doen om
deze strijdigheid op te heffen. Ook de Raad van Commissarissen kan het initiatief nemen tot beoordeling van
de noodzaak tot wijziging of aanpassing van het Treasury Statuut en van daaruit voorstellen doen aan het
Bestuur. Als een verandering of uitbreiding van de externe kaders plaatsvindt, die een verlichting betekent ten
opzichte van het treasury statuut, blijft het treasury statuut onveranderd geldig
Raad van Commissarissen laat zich bij het opstellen, wijzigen of aanpassen van het treasury statuut
adviseren door de Audit Commissie. De directeur-bestuurder laat zich bij het opstellen, wijzigen of aanpassen
van het treasury statuut adviseren door de treasury commissie.
Treasury Statuut Stichting Woonvisie Pagina 11
6. Externe kaders
Woningwet
Woonvisie is een Toegelaten instelling (T.i.) op basis van Hoofdstuk IV, artikel 19 en volgende van de
Woningwet. Als toegelaten instelling is Woonvisie gehouden aan alle daarvoor nu en in de toekomst geldende
wet- en regelgeving. De op enig moment vigerende wet- en regelgeving vormen de externe kaders en
daarmee randvoorwaarden voor het formuleren en invullen van het treasury beleid.
Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW)
Woonvisie is deelnemer van het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW). Voor (her)financiering van
leningen wordt derhalve actief gebruik gemaakt van borgstelling door het WSW. Het WSW kent richtlijnen en
normen waaraan onder andere getoetst wordt of deelnemers in aanmerking komen voor borgstelling door het
fonds. Woonvisie conformeert zich aan de geldende richtlijnen en normen van het WSW. De richtlijnen en
normen van het WSW vormen aldus de randvoorwaarden van het treasurybeleid van Woonvisie. De
randvoorwaarden van het WSW worden doorgaans jaarlijks herijkt en zonodig aangepast. Zodra aanpassing
van de relevante richtlijnen en normen van het WSW plaatsvindt, zullen zonodig de al vastgestelde kaders en
normen van het treasurybeleid daaraan worden aangepast. Wijziging van het treasurystatuut uit dien hoofde
behoeven geen voorafgaande goedkeuring van de Raad van Commissarissen van Woonvisie. De Raad van
Commissarissen zal jaarlijks door middel van de vergadercyclus zo snel mogelijk worden geïnformeerd over de
wijzigingen. Een overzicht van de richtlijnen en normen van het WSW op het gebied van treasury wordt als vaste
bijlage in het treasury jaarplan opgenomen. Het treasurybeleid is erop gericht dat Woonvisie voldoet aan de door
het WSW gehanteerde regels en normen.
Autoriteit woningcorporaties (Aw)
Vanaf 1 juli 2015 houdt de Autoriteit woningcorporaties (Aw) toezicht op alle woningcorporaties. De Aw valt
onder de politieke verantwoordelijkheid van de minister voor Wonen en Rijksdienst en is onder gebracht bij de
Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT). In de Woningwet is vastgelegd dat de Aw onafhankelijk van het
rijksbeleid en de standpunten van de sector een oordeel geeft over het functioneren van alle woningcorporaties.
De Aw kan zelfstandig ingrijpen bij woningcorporaties door het opleggen van een bestuurlijke boete, het geven
van een aanwijzing aan een woningcorporatie, aanstelling van een actieve of passieve toezichthouder en/of het
opleggen van een dwangsom. De Aw heeft als opdracht om op basis van risico’s en ook ter plaatse bij de
woningcorporaties toezicht te houden. Het integrale toezicht door de Aw richt zich op de onderwerpen:
rechtmatigheid, financiële continuïteit, governance en integriteit. Het treasurybeleid is erop gericht dat Woonvisie
voldoet aan de door de Aw gehanteerde regels en normen.
Treasury Statuut Stichting Woonvisie Pagina 12
Richtlijnen voor de jaarverslaggeving
Woonvisie is als toegelaten instelling verplicht een jaarrekening en een jaarverslag op te stellen. De basis
voor de verslaglegging door de toegelaten instellingen ligt in Titel 9 boek 2 van het Burgerlijk Wetboek. Het
opstellen van de jaarrekening en het jaarverslag vindt plaats binnen de kaders van de geldende en relevante
wet- en regelgeving. De Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving (RJ) en in het bijzonder de RJ 645 zijn daarbij
leidend. Als gevolg van de wijzigingen in de wet- en regelgeving - de Woningwet, het Besluit toegelaten
instellingen volkshuisvesting 2015 en de Regeling toegelaten instellingen volkshuisvesting 2015 - zijn er
diverse wijzigingen van toepassing voor de jaarverslaggeving van toegelaten instellingen volkshuisvesting
voor boekjaren die aanvangen op of na 1 januari 2016.
In de RJ wordt inzake treasury gebied de waardering, presentatie en toelichting van o.a. langlopende- en
kortlopende schulden en effecten toegelicht. In de RJ 645 staat als aanvulling dat toegelaten instellingen
onder de post ‘leningen overheid en kredietinstellingen’ afzonderlijk dienen toe te lichten voor welk deel van
het schuldrestant van de leningen borging door Waarborgfonds Sociale Woningbouw of garanties door
overheden zijn verstrekt.
Treasury Statuut Stichting Woonvisie Pagina 13
7. Treasury organisatie
In dit hoofdstuk wordt de treasury organisatie binnen Woonvisie beschreven. Allereerst wordt de positie van
treasury binnen de organisatie uitgewerkt. Daarna worden de operationele treasury taken beschreven.
Vervolgens wordt een overzicht gegeven van de verantwoordelijkheden en bevoegdheden per treasury
niveau.
7.1 Plaats treasury binnen Woonvisie
De organisatie van de treasury functie binnen Woonvisie is als volgt weer te geven:
Figuur 7.1: Plaats treasury binnen Woonvisie
7.2 Treasury commissie
De treasury commissie telt minimaal 3 leden en maximaal 5. De volgende functionarissen maken in ieder
geval deel uit van de treasury commissie: Manager Financiën & Bedrijfsvoering; Financieel & Fiscaal analist.
De treasury commissie heeft een brede adviserende taak ten behoeve van de directeur-bestuurder op het
gebied van financiën en treasury. De treasury commissie heeft daarnaast een adviserende rol bij het opstellen
van bepaalde documentatie en informatie op het gebied van treasury, zoals het treasury statuut en het
treasury jaarplan. De treasury commissie laat zich adviseren door een externe/onafhankelijke adviseur.
Treasury Statuut Stichting Woonvisie Pagina 14
De treasury commissie vergadert minimaal 2 keer per jaar. Tijdens de bijeenkomsten van de treasury
commissie worden in ieder geval de (eventuele) wijzigingen in de liquiditeitsprognose op zowel korte (1 jaar
vooruit) als lange termijn (tot 10 jaar vooruit), de financieringsprognoses op lange termijn en de rentemarkt
besproken. Van de bijeenkomsten van de treasury commissie worden verslagen gemaakt.
De treasury commissie zal ieder jaar ten behoeve van het opstellen van het treasury jaarplan een lijst met
relevante onderwerpen vaststellen die daarin aan de orde zullen komen.
7.3 Controller
De controle op de processen en op de kaders van treasury valt binnen de reguliere taakuitvoering van de
Controller. Daarnaast is de Controller adviseur op afroep voor de Auditcommissie en bespreekt hij
desgewenst met de directeur-bestuurder de voorstellen van de treasury commissie.
7.4 Taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden
In deze paragraaf worden de taken en bevoegdheden van de betrokken functionarissen beschreven. De
betrokken functionarissen zijn ondergebracht onder de afdeling Financiën & Bedrijfsvoering. De volgende
functionarissen worden onderscheiden:
- Manager Financiën & Bedrijfsvoering
- Teammanager Financiën
- Financieel & Fiscaal analist
- Medewerker financiële administratie
7.4.1 Treasury taken
Ter concretisering van de hoofd- en subdoelstellingen dienen operationele treasury taken benoemd te
worden. De volgende operationele treasury taken worden onderscheiden:
a) Beheer bankrelaties
b) Kasgeldbeheer
c) Financieringen
d) Uitzetten overtollige middelen
e) Risicobeheersing
f) Treasury Planning & Control
a) De treasury taak beheer bankrelaties heeft betrekking op het onderhouden van relaties met banken,
financiële instellingen en geldmakelaars. In de praktijk is dit voor zowel de financierbaarheid als de eigen
kennis van de rentemarkten onontbeerlijk.
Treasury Statuut Stichting Woonvisie Pagina 15
b) Onder Kasgeldbeheer valt het rekeningenbeheer en beheer van de financiële posities met een looptijd tot 1
jaar. Hierbij ligt de focus vooral op het beheer van de geldstromen en saldi op rekening courant.
De activiteiten kunnen worden onderverdeeld in:
- Rekeningbeheer;
- Saldo- en liquiditeitenbeheer;
- Liquiditeitsplanning;
- Betalingsverkeer.
Rekeningbeheer
Voor een efficiënt rekeningbeheer is het van belang dat de rekeningen niet teveel versnipperd zijn
over verschillende banken. Concentratie van rekeningen bevordert een effectief saldobeheer. Een
efficiënte structuur bestaat uit een beperkt aantal rekeningen en een beperkt aantal bankrelaties.
Doelstelling voor de Treasury is om op het rekeningstelsel gunstige/ marktconforme
rekeningvoorwaarden af te spreken. Goede rekeningvoorwaarden bevorderen de opbrengsten en
verminderen de benodigde inspanningen voor het saldobeheer. De voorwaarden van de rekening-
courant bestaan uit de rentetarieven, kredietfaciliteiten en provisie. Voor het betalingsverkeer wordt
gestreefd naar een rekeningcourantverhouding met minimaal twee banken.
Saldo- en liquiditeitenbeheer
Het saldobeheer richt zich op een optimale allocatie van de dagelijkse rekening-courant saldi, ten
aanzien van het valutaire saldo (renteresultaat) evenals het minimaliseren van de rentekosten en het
maximaliseren van de rentebaten van de saldi op rekening-courant. Het liquiditeitenbeheer probeert
door middel van het opstellen van een prognose van de verwachte in- en uitgaande geldstromen (de
liquiditeitsplanning) de financieringsbehoefte tot de periode van 1 jaar inzichtelijk te maken. Dit
gebeurt om de minimale liquiditeitspositie te kunnen vaststellen ten einde op elk willekeurig tijdstip
aan de behoefte aan geldmiddelen te kunnen voldoen en daarnaast het renteresultaat te kunnen
optimaliseren. Met deze renteoptimalisatie wordt bedoeld dat tijdelijke tekorten (korter dan één jaar)
worden opgevangen door geld aan te trekken tegen minimale kosten en dat tijdelijke overschotten
tegen maximale opbrengsten en met minimale risico’s worden uitgezet.
Treasury Statuut Stichting Woonvisie Pagina 16
Liquiditeitsplanning (danwel liquiditeitsprognose)
Om te kunnen bepalen welke transacties de Treasury moet verrichten, is inzicht nodig in de
toekomstige liquiditeitsposities. Hierbij is een liquiditeitsplanning een noodzakelijk instrument. De
liquiditeitsplanning dient inzicht te geven in de liquiditeitspositie en -behoefte van Woonvisie. Op
basis van een zo nauwkeurig mogelijke voorspelling van de in- en uitgaande geldstromen kan de
organisatie tijdig actie ondernemen om tekorten aan te vullen en overschotten uit te zetten. Naast
deze functie is de liquiditeitsplanning een hulpmiddel om de rente-exposure te bepalen en het
dagelijkse saldo te beheren.
Doelstellingen liquiditeitsplanning:
- Meer grip op de geldstromen in de organisatie en de daarmee samenhangende risico’s;
- Meer aandacht voor het liquiditeitsverloop van projecten en investeringen binnen de P&C cyclus.
Maandelijks wordt een liquiditeitenrapportage opgesteld waaruit de huidige positie blijkt en de
realisaties worden geanalyseerd ten opzichte van de prognoses.
Betalingsverkeer
De doelstelling bij het betalingsverkeer is om de kwaliteit van de dienstverlening bij het uitvoeren van
dit betalingsverkeer te waarborgen en te verbeteren en daarbij de interne en externe kosten en
risico’s bij het verwerken van betalingen te minimaliseren. Het doen en verwerken van betalingen is
een laatste schakel in de procesketen van het debiteuren- en crediteurenbeheer. De nadruk dient
vooral te liggen op het zo effectief en efficiënt mogelijk aanmaken en verwerken van de
betaalstromen. In deze lijn past het zoveel mogelijk elektronisch verwerken van betaalinformatie en
zoveel mogelijk terugdringen van het chartale betalingsverkeer. Daarnaast is het essentieel dat de
(interne) risico’s in het betaalproces worden geminimaliseerd.
Dit betekent dat het van belang is dat er voldoende functiescheiding is tussen functionarissen die in
de crediteurenadministratie kunnen muteren, de 1e en 2e handtekening onder de betalingen zetten
en de controle op de uitgevoerde betalingen doen.
c) De financiering verzorgt de liquiditeitsbehoefte op de langere termijn. De basis voor de financiering is het
meerjaren kasstromenoverzicht. Dit overzicht bepaalt wanneer er financieringen nodig zijn en wat de looptijd
zal zijn. De geldbehoefte en de duur van de behoefte bepalen de financiering.
d) De overtollige middelen worden uitgezet binnen de gestelde kaders, zie hoofdstuk 11. Als basis voor het
uitzetten van overtollige middelen fungeert de liquiditeitsplanning.
e) De taak risicobeheersing stuurt de risico’s op het gebied van de treasury. In de renterisicobeheersing
worden zowel de opgenomen gelden, als ook de eventueel uitgezette gelden aan derden gezamenlijk
beoordeeld. Hierbij wordt tevens ingegaan op de samenstelling van korte en lange financiering. In de
beheersing van de overige risico’s aan derden wordt bij beleggingen het tegenpartijrisico beoordeeld.
Treasury Statuut Stichting Woonvisie Pagina 17
f) Binnen de taak treasury planning & control worden vooraf en achteraf mechanismen ingebouwd om de
garantie te verkrijgen dat de treasury activiteiten binnen de aangegeven kaders worden uitgevoerd. De
mechanismen die vooraf worden opgesteld, zijn onder te verdelen in het treasury statuut en het treasury
jaarplan. Door middel van periodieke rapportages wordt er achteraf gerapporteerd over de genomen acties in
de afgelopen periode.
7.4.2 Verantwoordelijkheden treasury beleid
De verantwoordelijkheden op gebied van treasury zijn weergegeven in Tabel 7.2.
Treasury Statuut Stichting Woonvisie Pagina 18
Tabel 7.2: Documenten en rollen treasury functie
Opstellen Advies/Overleg Vaststellen Goedkeuren Frequentie
Treasury statuut Financieel & Fiscaal
analist
Treasury commisie &
Audit commissie
Directeur-bestuurder Raad van
Commissarissen
Tweejaarlijks evalueren en
herzien, of eerder indien wet-
en regelgeving hierom vraagt
Proces- en werkbeschrijvingen treasury Financieel & Fiscaal
analist
Controller Directeur-bestuurder Directeur-bestuurder Bij vaststelling en wijziging
Treasury beleid in (meerjaren)begroting Financieel & Fiscaal
analist
Audit commissie Directeur-bestuurder Raad van
Commissarissen
Jaarlijks
Treasury jaarplan Financieel & Fiscaal
analist
Manager Financiën &
Bedrijfsvoering
Treasury commissie
Audit commissie
Directeur-bestuurder Raad van
Commissarissen
Jaarlijks
Liquiditeitsplanning/prognose) Financieel & Fiscaal
analist
Teammanager
Financiën
Per maand
Treasury informatie in jaarverslag Financieel & Fiscaal
analist en Coörd.
Financiën
Directeur-bestuurder Raad van
Commissarissen
Jaarlijks
Voorstellen treasury (trans)acties en resultaat
vastleggen in transactierapport
Financieel & Fiscaal
analist
Manager Financiën &
Bedrijfsvoering
Treasury commissie
Directeur-bestuurder Directeur-bestuurder Indien noodzakelijk
Monitoren leningen portefeuille Financieel & Fiscaal
analist
Manager Financiën &
Bedrijfsvoering
Treasury commissie
Bij vaststelling en wijziging en
rente en aflossingmomenten
Monitoren beleggingen portefeuille Financieel & Fiscaal
analist
Manager Financiën &
Bedrijfsvoering
Treasury commissie
Bij vaststelling & wijziging en
rente & aflossingmomenten
Monitoren derivaten portefeuille Financieel & Fiscaal
analist
Manager Financiën &
Bedrijfsvoering
Treasury commissie
Bij vaststelling & wijziging en
rente & aflossingmomenten
Monitoren portefeuille collegiale leningen Financieel & Fiscaal
analist
Manager Financiën &
Bedrijfsvoering
Treasury commissie
Bij vaststelling & wijziging en
rente & aflossingmomenten
Treasury Statuut Stichting Woonvisie Pagina 19
Beheren zekerheden administratie Financieel & Fiscaal
analist
Manager Financiën &
Bedrijfsvoering
Treasury commissie
Bij wijzigingen
Treasury Statuut Stichting Woonvisie Pagina 20
7.4.3 Bevoegdheden treasury taken
Wanneer uit de treasury taken financiële transacties voortkomen, is een duidelijk, transparante functiescheiding
van belang. In onderstaande tabel wordt aangegeven hoe de bevoegdheden binnen Woonvisie verdeeld zijn.
Reguliere financieel administratieve taken (zoals het betalen van facturen) zijn niet in dit schema opgenomen.
Tabel 7.3: Bevoegdheden treasury taken
De controller is verantwoordelijk voor de controle bij alle bovengenoemde treasury taken zoals toegelicht in
paragraaf 7.3.
Vier-ogen-principe
Bij de uitvoering van de werkzaamheden (in het proces) hanteert Woonvisie het zogenaamde vier-ogen-principe.
Dit is met name van belang bij het aangaan van transacties op de geld- en kapitaalmarkt.
Bevoegdheden Uitvoering Autorisatie
(vooraf)
Registratie
(achteraf)
Controle
(achteraf)
Controle facturen inzake
rente- en aflossings-
verplichtingen
Manager Financiën &
Bedrijfsvoering
Financieel & Fiscaal analist
n.v.t. Financieel &
Fiscaal analist
Controller
Transacties in geldmarkt
(leningen OG en UG < 2 jr)
Manager Financiën &
Bedrijfsvoering
Financieel & Fiscaal analist
Directeur-
bestuurder
Financieel &
Fiscaal analist
Controller
Transacties in kapitaalmarkt
(leningen OG en UG > 2 jaar
& derivaten)
Manager Financiën &
Bedrijfsvoering
Financieel & Fiscaal analist
Directeur-
bestuurder
Financieel &
Fiscaal analist
Controller
Collegiale leningen Manager Financiën &
Bedrijfsvoering
Financieel & Fiscaal analist
Directeur-
bestuurder
Financieel &
Fiscaal analist
Controller
Bankcondities en tarieven
Afspreken
Manager Financiën &
Bedrijfsvoering
Financieel & Fiscaal analist
Directeur-
bestuurder
Financieel &
Fiscaal analist
Controller
Openen bankrekeningen
Manager Financiën &
Bedrijfsvoering
Teammanager Financiën
Directeur-
bestuurder
Medew. fin.
administratie
Controller
Beleggen Manager Financiën &
Bedrijfsvoering
Financieel & Fiscaal analist
Directeur-
bestuurder
Financieel &
Fiscaal analist
Controller
Aangaan en beëindigen
contracten met banken en
andere financiers
Manager Financiën &
Bedrijfsvoering
Directeur
bestuurder
Financieel &
Fiscaal analist
Controller
Treasury Statuut Stichting Woonvisie Pagina 21
8. Treasury Jaarplan
Jaarlijks wordt een treasury jaarplan opgesteld op basis van de goedgekeurde begroting en meerjaren prognose.
In het treasury jaarplan wordt op basis van de bestaande portefeuilles van leningen, beleggingen en de meest
recente meerjarenramingen, binnen de kaders zoals vastgelegd in het treasury statuut, het treasury beleid en de
activiteiten voor het nieuwe begrotingsjaar vastgelegd.
Het treasury jaarplan is een separaat document en wordt vastgesteld door de directeur-bestuurder en
vervolgens goedgekeurd door de Raad van Commissarissen. Het treasuryjaarplan vormt de basis van de
mandatering aan de Directeur-bestuurder van de uitwerking en invulling van de (trans)acties binnen het
taakgebied van treasury.
In het treasury jaarplan worden bij de diverse onderwerpen relevante aandachts- en actiepunten opgenomen die
gedurende het jaar tot activiteiten op treasury gebied kunnen leiden. In Bijlage 3 is een overzicht opgenomen
van de onderwerpen die minimaal aan de orde moeten komen in het treasury jaarplan.
Treasury Statuut Stichting Woonvisie Pagina 22
9. Financieren
9.1 Uitgangspunten financiering
Leningen kunnen bedoeld zijn voor borgbare of niet borgbare activiteiten. Alleen borgbare activiteiten (DAEB)
kunnen met WSW borging gefinancierd worden. Voor het financieren van niet borgbare activiteiten (niet-DAEB)
kan geen beroep worden gedaan op WSW borging. In Bijlage 1 is een limitatief overzicht opgenomen van de
typen leningen die zijn toegestaan. Bij het aantrekken van leningen gelden, naast de vigerende kaders,
onderstaande uitgangspunten.
1. Alle aan te trekken leningen moeten genoteerd zijn in euro’s.
2. Het lenen van gelden met het doel deze uit te zetten bij dezelfde of een andere partij (“near banking”) is
niet toegestaan.
3. Uitzondering op het voorgaande punt is het binnen de geldende kaders en afspraken aantrekken van
gelden die vervolgens tijdelijk worden belegd met het doel op die manier in een toekomstige
financieringsbehoefte te voorzien. Dit moet in het besluit tot aantrekken van de betreffende financiering
gemotiveerd worden.
4. In financieringsvoorstellen wordt aangegeven of het om borgbare of niet borgbare activiteiten gaat.
5. Besluiten voor het aangaan van leningen worden genomen na afweging van bij minimaal twee
marktpartijen opgevraagde concurrerende offertes. Onder marktpartijen wordt zowel verstaan financiële
instellingen (banken) alsmede geldmakelaars. Als de omstandigheden het niet toestaan om twee offertes
op te vragen kan worden volstaan met één offerte onder toelichting op de omstandigheden die daartoe
hebben geleid, inclusief een beoordeling van de marktconformiteit van de ontvangen offerte.
6. Financiering wordt aangetrokken bij de volgende instellingen:
- Nederlandse overheden.
- Nederlandse banken als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht, met ten minste
een single A-rating of een daarmee vergelijkbare rating, afgegeven door ten minste twee van de bij
ministeriële regeling te noemen ratingbureaus.
- Banken met een vergunning als bedoeld in artikel 2:15, eerste lid, of 2:16, eerste lid, van de Wet op
het financieel toezicht, met ten minste een single A-rating of een daarmee vergelijkbare rating,
afgegeven door ten minste twee van de bij ministeriële regeling te noemen ratingbureaus.
- Professionele beleggers als bedoeld in artikel 1:1, begripsomschrijving van professionele belegger,
onderdelen b tot en met r, van de Wet op het financieel toezicht.
Dit geldt voor nieuw aan te trekken financieringen en niet voor bestaande financieringsafspraken met
banken.
7. De omvang van de aangetrokken financiële middelen van de in het vorige lid genoemde instellingen is
gemaximeerd op 50% van de WOZ-waarde van de verhuureenheden.
Treasury Statuut Stichting Woonvisie Pagina 23
8. Er wordt gestreefd naar een evenwichtige opbouw van de portefeuille van leningen door spreiding van
vervaldata rente en aflossing, renteherzienings- en vervroegde aflossingsmomenten. Uitgangspunt is het
in de tijd spreiden van (her)financieringsrisico en renterisico (“risico spreiden = risico mijden”) en het
voorkomen van te grote pieken in het risicoprofiel. Het renterisicomanagement is nader uitgewerkt in
hoofdstuk 10.
9. Mogelijkheden tot vervroegde aflossing van leningen (indien gewenst en van toepassing) gebeurt alleen
als de herfinanciering is zeker gesteld en is opgenomen in het treasury jaarplan, dan wel is goedgekeurd
middels een uitzonderingsvoorstel.
10. Het afsluiten van niet-geborgde leningen gebeurd op basis van een business-case waaruit onder meer de
financiële haalbaarheid van de niet-geborgde activiteiten blijkt. Bij het afsluiten van niet geborgde leningen
wordt terughoudend omgegaan met het verstrekken van zekerheden. Het verstrekken van zekerheden
wordt – voor zover mogelijk - tot een (noodzakelijk) minimum beperkt.
11. Er dient een adequate zekerhedenadministratie te worden gevoerd.
Treasury Statuut Stichting Woonvisie Pagina 24
9.2 Flexibiliteit en variabele rentende financiering
1. Naarmate de onzekerheden in het verloop van de geldstromen groter zijn, is meer flexibiliteit in de
financiering geboden.
2. Flexibiliteit wordt met name verkregen door direct opneembare kredietfaciliteiten of het aantrekken van
variabele rentende financiering (zoals roll-over leningen, call- en kasgeldleningen).
3. Ter voorkoming van illiquiditeit en de financiering van kortstondige liquiditeitsbehoeften (korter dan 2 jaar)
zullen voldoende ruime kredietfaciliteiten onderhouden worden teneinde aan de kortlopende
verplichtingen te kunnen blijven voldoen.
4. Variabele rentende financiering betreft leningen of financieringen met een rentetypische looptijd korter dan
2 jaar.
5. In het treasuryjaarplan wordt aangegeven:
wat de maximale, gewenste en bestaande omvang van de kredietfaciliteiten is;
hoe de bestaande omvang van de kredietfaciliteiten zich verhoudt tot de geldende interne en externe
normen;
wat de maximale, gewenste en bestaande omvang van de variabel rentende financiering is;
hoe de bestaande omvang van de variabel rentende financiering zich verhoudt tot de geldende
interne en externe normen.
welke (trans)acties met betrekking tot kredietfaciliteiten en variabel rentende financiering worden
voorzien.
6. Woonvisie zal zich voor wat betreft de definitie en maximale omvang van de hoogte van de
kredietfaciliteiten en de variabele rentende financiering conformeren aan de geldende externe kaders
zoals vastgelegd in de vigerende regels en normen van het WSW.
Treasury Statuut Stichting Woonvisie Pagina 25
10. Renterisicomanagement
10.1 Uitgangspunten renterisicomanagement
1. Renterisico is in algemene termen gedefinieerd als het totale bedrag of de totale (restant) hoofdsom
waarover in een bepaald jaar een nu nog onbekend nieuw rentepercentage afgesloten zal gaan worden.
2. Centraal uitgangspunt bij renterisicomanagement is het in de tijd spreiden van (her)financieringsrisico en
renterisico (“risico spreiden = risico mijden”) en het voorkomen van te grote pieken in het risicoprofiel.
3. Woonvisie kent twee definities voor het renterisico. De eerste definitie meet het renterisico van de
portefeuilles van leningen en beleggingen. De tweede definitie meet het (bedrijfseconomische) renterisico
van de totale exploitatie.
4. De norm van Woonvisie voor het renterisico volgens de eerste definitie is maximaal 15% van de restant
hoofdsom van de leningen bij aanvang van een jaar. Woonvisie streeft naar een optimum van 10%.
Ingeval van zwaarwegend financieel belang mag de directeur-bestuurder afwijken van bovengenoemd
uitgangspunt. Hiervan zal gemotiveerd melding gedaan worden in de kwartaalrapportage.
5. De geldende norm van het WSW voor de sector als geheel voor het renterisico is 15% van de restant
hoofdsom van de leningen bij aanvang van een jaar van de gehele sector.
6. Het (bedrijfseconomisch) renterisico volgens de tweede definitie is de som van:
het saldo van alle inkomende en uitgaande exploitatiekasstromen in een jaar, inclusief alle
financieringskasstromen van leningen en beleggingen;
de restant hoofdsom van rentetypisch langlopende leningen (= leningen met een rentetypische
looptijd langer dan 1 jaar) die in een jaar een renteaanpassing krijgt en de restant hoofdsom variabel
rentende financiering (= leningen met een rentetypische looptijd korter dan 1 jaar) die in een jaar
minimaal één renteaanpassing krijgt.
7. De norm van Woonvisie voor het (bedrijfseconomisch)renterisico volgens de tweede definitie is 20% van
de restant hoofdsom van de leningen bij aanvang van een jaar.
8. Effectuering van het voornemen om renterisico’s te spreiden of te reduceren, binnen de hiervoor geldende
kaders, zal sterk afhangen van de verhouding tussen het tarief en de mate van spreiding of reductie.
9. In geval (andere) geldende externe kaders verschillende definities voor renterisico hanteren zal
aangegeven worden hoe hiermee wordt omgegaan.
10.2 Renteontwikkeling
Ontwikkelingen op de kapitaal- en rentemarkt worden actief gevolgd. Bij besluitvorming over treasury
(trans)acties worden actuele ontwikkelingen en mogelijkheden op de rentemarkt betrokken. Daarbij wordt onder
meer gebruik gemaakt van informatie gepubliceerd door Nederlandse en buitenlandse banken en adviseurs. Het
beeld dat zich aldus vormt is slechts ondersteunend aan en niet leidend bij de besluitvorming. Woonvisie
hanteert geen rentevisie en besluiten over alle soorten treasury (trans)acties (zowel lenen, beleggen als
derivaten) worden ook niet genomen op basis van een rentevisie.
Treasury Statuut Stichting Woonvisie Pagina 26
11. Beleggen
11.1 Algemeen
Onder beleggen wordt verstaan het uitzetten van tijdelijk overtollige middelen die niet voor lopende betalingen
benodigd zijn. Een belangrijk streven van het treasurybeleid is het beperken van overliquiditeit. Uitgangspunt is
daarom dat structurele overliquiditeit aangewend moet worden voor interne financiering (aflossing of afkoop van
bestaande leningen, financiering van investeringen e.d.).
Woonvisie conformeert zich bij het eventueel beleggen van overliquiditeit te allen tijde aan de geldende wet- en
regelgeving en andere externe kaders, in het bijzonder de ‘Regeling toegelaten instellingen volkshuisvesting
2015’ (hierna: RTIV) en het het ‘Besluit Toegelaten Instellingen Volkshuisvesting 2015’ (hierna: BTIV). Hierna
worden de bepalingen inzake beleggen besproken zoals opgenomen in het Reglement Financieel Beleid en
Beheer.
11.2 Bepalingen beleggen
Woonvisie hanteert t.a.v. beleggingen de volgende bepalingen en maakt in haar treasury statuut inzichtelijk hoe
zij de handhaving binnen haar organisatie geborgd heeft:
Woonvisie, haar dochtermaatschappijen en verbonden ondernemingen waarvan Woonvisie meer dan de
helft van de bestuurders kan benoemen of ontslaan hanteren geen rentevisie voor beleggingen.
Conform BTiV artikel 106 lid 1 sub a.
Het aantrekken en afstoten van beleggingen uitsluitend geschiedt om de risico's van het financiële beleid
en beheer te beperken. Conform BTiV artikel 106 lid 1 sub b.
In het treasury statuut zijn bepalingen opgenomen rond beleid en uitvoering ten aanzien van het
beleggen. Conform RTiV artikel 41 lid 1 sub a.
In het treasury statuut zijn mogelijke soorten beleggingen en omvang daarvan opgenomen. Conform
RTiV artikel 41 lid 1 sub b.
In het treasury statuut zijn bepalingen opgenomen rond mogelijke looptijden van beleggingen. Conform
RTiV artikel 41 lid 1 sub c.
In het treasury statuut zijn bepalingen opgenomen (voor t.i's en de dochtermaatschappijen en verbonden
ondernemingen waarvan de ti’s meer dan de helft van de bestuurders kan benoemen of ontslaan) rond
de gelden die in aanmerking komen voor beleggingen (alleen tijdelijk overtollige middelen). Conform
RTiV artikel 41 lid 1 sub d.
Woonvisie, haar dochtermaatschappijen en verbonden ondernemingen waarvan Woonvisie meer dan de
helft van de bestuurders kan benoemen of ontslaan doen slechts beleggingen bij financiële
ondernemingen die zijn gevestigd in een lidstaat met een AA-rating (door tenminste twee van de drie
ratingburo's). Conform RTiV artikel 41 lid 1 sub e. 1°.
Woonvisie, haar dochtermaatschappijen en verbonden ondernemingen waarvan Woonvisie meer dan de
helft van de bestuurders kan benoemen of ontslaan doen slechts beleggingen bij financiële
ondernemingen, die voor zichzelf en voor de door hen uitgegeven waardepapieren beschikken over
Treasury Statuut Stichting Woonvisie Pagina 27
minimaal een A-rating (door tenminste twee van de drie ratingburo's). Conform RTiV artikel 41 lid 1 sub
e. 2°.
Woonvisie, haar dochtermaatschappijen en verbonden ondernemingen waarvan Woonvisie meer dan de
helft van de bestuurders kan benoemen of ontslaan slechts beleggingen doen met een
hoofdsomgarantie op de einddatum. Conform RTiV artikel 41 lid 1 sub f.
Woonvisie, haar dochtermaatschappijen en verbonden ondernemingen waarvan Woonvisie meer dan de
helft van de bestuurders kan benoemen of ontslaan doen slechts beleggingen in euro’s. Conform RTiV
artikel 41 lid 1 sub g.
Woonvisie, haar dochtermaatschappijen en verbonden ondernemingen waarvan Woonvisie meer dan de
helft van de bestuurders kan benoemen of ontslaan doen geen beleggingen in aandelen en
achtergesteld papier. Conform RTiV artikel 41 lid 1 sub h.
Woonvisie, haar dochtermaatschappijen en verbonden ondernemingen waarvan Woonvisie meer dan de
helft van de bestuurders kan benoemen of ontslaan doen geen beleggingen met een looptijd > 5 jaar.
Conform RTiV artikel 41 lid 1 sub i.
De middelen die zijn gemoeid met de beleggingen, gedurende de looptijd van de belegging, zijn niet
nodig om te voldoen aan lopende financiële verplichtingen (zoals blijkend uit de kasstroomprognose).
Conform RTiV artikel 41 lid 1 sub j.
De beleggingen worden zoveel mogelijk aangehouden tot de bij aanvang van de belegging vastgestelde
looptijd. Conform RTiV artikel 41 lid 1 sub k.
Woonvisie, haar dochtermaatschappijen en verbonden ondernemingen waarvan Woonvisie meer dan de
helft van de bestuurders kan benoemen of ontslaan gaan geen beleggingsovereenkomsten met
toezichtbelemmerende clausules aan. Conform RTiV artikel 41 lid 1 sub l.
Woonvisie, haar dochtermaatschappijen en verbonden ondernemingen waarvan Woonvisie meer dan de
helft van de bestuurders kan benoemen of ontslaan waarvan de beleggingsportefeuille op 1 juli 2015
niet voldoet aan deze regeling, heeft een plan van aanpak opgesteld dat is gericht op het zo spoedig
mogelijk beëindigen van die beleggingen. Conform RTiV artikel 41 lid 2.
11.3 Aanvullende uitgangspunten beleggen
1. Voor de toegestane vormen wordt verwezen naar Bijlage 2. Beleggen in andere typen beleggingen is niet
toegestaan en is daarom pas mogelijk na toestemming van de Raad van Commissarissen op basis van
een gemotiveerd uitzonderingsvoorstel en goedkeuring door de Aw.
2. Bij het kiezen van de meest passende vorm van beleggen wordt rekening gehouden met de verwachte
duur en omvang van de overliquiditeit. De looptijd van een belegging dient overeen te komen met de
periode waarin de belegde middelen niet benodigd zijn om aan de bestaande financiële verplichtingen te
kunnen voldoen, zoals blijkend uit de kasstroomprognose.
3. Ingeval van kortstondige tijdelijke liquiditeitsoverschotten kan ervoor gekozen worden om een deel van de
beschikbare middelen liquide aan te houden op de eigen bankrekeningen of op direct opvraagbare
tegoeden op spaarrekeningen bij banken die voldoen aan de rating eisen (zie hierna).
4. Bij beleggen bestaat er een direct verband tussen risico en rendement. Risicomijdend beleggen staat
voorop. Het behalen van rendement op overtollige middelen is van ondergeschikt belang.
Treasury Statuut Stichting Woonvisie Pagina 28
5. Indien de rating van een tegenpartij, dan wel de lidstaat waarin deze gevestigd is, verlaagd wordt
(“downgrading”), tot een niveau lager dan de minimale kredietwaardigheid, zal onderzocht worden of de
huidige positie beëindigd wordt. Binnen vier weken na bekend worden van de “downgrading” zal een
voorstel ter goedkeuring aan de directeur-bestuurder voorgelegd worden. In dit voorstel dient onder meer
een berekening opgenomen te worden van de kosten van het beëindigen van de positie afgezet tegen de
kosten en risico’s van alternatieven.
6. Besluiten voor het doen van beleggingen worden genomen door afweging van aan minimaal twee
marktpartijen opgevraagde concurrerende offertes. Als de omstandigheden het niet toestaan om twee
offertes op te vragen kan worden volstaan met één offerte onder toelichting op de omstandigheden die
daartoe hebben geleid (inclusief een beoordeling van de marktconformiteit van de ontvangen offerte).
7. Omwille van (nog) verdere reductie van risico worden beleggingen met looptijden langer dan 1 jaar
gespreid over minimaal twee partijen en per partij kunnen door de Raad van Commissarissen limieten aan
de omvang worden vastgesteld.
8. Als bij beleggingen gebruikt gemaakt wordt van portefeuillebeheerders, worden de portefeuilles
maandelijks gevolgd, vindt jaarlijks een evaluatie plaats op initiatief van de directeur-bestuurder / treasury
commissie en worden de portefeuilles in ieder geval tweejaarlijks besproken.
Treasury Statuut Stichting Woonvisie Pagina 29
12. Rentederivaten
12.1 Algemeen
Woonvisie conformeert zich inzake rentederivaten te allen tijde aan de geldende wet- en regelgeving en andere
externe kaders. Hierna worden de bepalingen inzake rentederivaten besproken zoals opgenomen in het
Reglement Financieel Beleid en Beheer.
12.2 Bepalingen derivaten
Woonvisie hanteert t.a.v. derivaten de volgende bepalingen:
Woonvisie, haar dochtermaatschappijen en verbonden ondernemingen waarvan Woonvisie meer dan de
helft van de bestuurders kan benoemen of ontslaan hanteren geen rentevisie voor derivaten. Conform
BTiV artikel 106 lid 1 sub a.
Het aantrekken en afstoten van derivaten uitsluitend geschiedt om de risico's van het financiële beleid
en beheer te beperken. Conform BTiV artikel 106 lid 1 sub b.
Het vervreemden van derivaten, anders dan met het doel om derivaatposities te sluiten, is niet
toegestaan. Conform BTiV artikel 106 lid 1 sub c.
Dat toezichtbelemmerende bepalingen zijn niet toegestaan. Conform BTiV artikel 106 lid 2.
Dat Woonvisie, haar dochtermaatschappijen en verbonden ondernemingen waarvan Woonvisie meer
dan de helft van de bestuurders kan benoemen of ontslaan voor derivaten met toezichtbelemmerende
bepalingen een plan van aanpak heeft opgesteld dat is gericht op het binnen een redelijkerwijs haalbare
termijn afbouwen van deze bepalingen. Conform RTiV artikel 45 lid 2.
Dat Woonvisie, haar dochtermaatschappijen en verbonden ondernemingen waarvan Woonvisie meer
dan de helft van de bestuurders kan benoemen of ontslaan geen andere financiële derivaten aantrekt
dan rentecaps of payer swaps:
o ter hedging van variabele leningen die voor of tegelijk met het tijdstip van aantrekken van dat
derivaat zijn aangetrokken,
o welke payer swaps geen langere looptijd hebben dan 10 kalenderjaren,
o waarvan het kalenderjaar waarin zij worden aangetrokken het eerste is,
o of basisrenteleningen indien zij uitsluitend tot doel hebben om daarin derivaten in te ‘laten
doorzakken’ om te kunnen voldoen aan de buffereis of het sluiten/unwinden van contracten met
toezichtbelemmerende bepalingen. Conform BTiV artikel 107 lid 1 sub a en b.
Dat Woonvisie, haar dochtermaatschappijen en verbonden ondernemingen waarvan Woonvisie meer
dan de helft van de bestuurders kan benoemen of ontslaan uitsluitend financiële derivaten aantrekt, als
de financiële instelling bij wie ze aankoopt haar heeft aangemerkt als een niet-professionele belegger.
Conform BTiV artikel 107 lid 2 sub a.
Dat Woonvisie, haar dochtermaatschappijen en verbonden ondernemingen waarvan Woonvisie meer
dan de helft van de bestuurders kan benoemen of ontslaan uitsluitend financiële derivaten aantrekt,
nadat zij met de instelling van welke zij die derivaten aantrekt een Raamovereenkomst interest rate
swaps (bijlage 6 bij de regeling) en een zogenaamd " ISDA Master Agreement" (zie ook onderdeel B van
Treasury Statuut Stichting Woonvisie Pagina 30
bijlage 7: "Schedule to 2002 Master Agreement") heeft afgesloten. Conform BTiV artikel 107 lid 2 sub b
en c.
Dat Woonvisie, haar dochtermaatschappijen en verbonden ondernemingen waarvan Woonvisie meer
dan de helft van de bestuurders kan benoemen of ontslaan uitsluitend financiële derivaten aantrekt die
in euro's luiden. Conform BTiV artikel 107 lid 2 sub d.
De bank, waarbij een dochtermaatschappij financiële derivaten afsluit of middelen uitzet, voldoet aan de
eisen, genoemd in BTiV artikel 13, eerste lid. Conform BTiV artikel 107 lid 3.
Dat Woonvisie, haar dochtermaatschappijen en verbonden ondernemingen waarvan Woonvisie meer
dan de helft van de bestuurders kan benoemen of ontslaan die financiële derivaten gebruiken voldoende
liquiditeitsbuffer aanhouden om een daling van 2% van de vaste rente in de markt te kunnen opvangen.
Conform BTiV artikel 108 lid 1 sub a.
Dat Woonvisie, haar dochtermaatschappijen en verbonden ondernemingen waarvan Woonvisie meer
dan de helft van de bestuurders kan benoemen of ontslaan als de liquiditeitbuffer geen 2% rentedaling
kan opvangen, dit terstond mededelen aan de Aw en na overleg met de Aw maatregelen vaststelt.
Conform BTiV artikel 108 lid 1 sub b.
Dat Woonvisie, haar dochtermaatschappijen en verbonden ondernemingen waarvan Woonvisie meer
dan de helft van de bestuurders kan benoemen of ontslaan als de liquiditeitbuffer geringer wordt om 1%
rentedaling op te vangen, geen payer swaps aantrekt. Conform BTiV artikel 108 lid 1 sub c.
12.3 Aanvullende uitgangspunten derivaten
1. Woonvisie, haar dochtermaatschappijen en verbonden ondernemingen waarvan Woonvisie meer dan de
helft van de bestuurders kan benoemen of ontslaan uitsluitend financiële derivaten aantrekt van
financiële instellingen met ten minste een A-rating van twee van de drie (Moody’s, Standard & Poor’s,
Fitch) ratingsbureau's.
2. Indien voorzien wordt een bepaald rentederivaat in te zetten zal daarvan in het treasury jaarplan melding
worden gemaakt, onder beschrijving van de onder welke omstandigheden het instrument ingezet zal
worden.
3. Besluiten voor het afsluiten van rentederivaten worden genomen door afweging van op basis van aan
minimaal twee marktpartijen opgevraagde offertes. Als de omstandigheden het niet toestaan om twee
offertes op te vragen kan worden volstaan met één offerte onder toelichting op de omstandigheden die
daartoe hebben geleid (inclusief een beoordeling van de marktconformiteit van de ontvangen offerte).
Treasury Statuut Stichting Woonvisie Pagina 31
13. Collegiale leningen
Het verstrekken van collegiale leningen is toegestaan conform de aanvullende bepalingen zoals opgenomen in
paragraaf 3.3 “Beleggingen en collegiale leningen” van het Reglement financieel beleid en beheer.
Woonvisie hanteert t.a.v. collegiale leningen de volgende bepalingen:
Woonvisie, haar dochtermaatschappijen en de verbonden ondernemingen waarvan Woonvisie meer dan
de helft van de bestuurders kan benoemen of ontslaan hanteren geen rentevisie voor collegiale
leningen. Dit conform BTiV artikel 106 lid 1 sub a.
De looptijd van een collegiale lening bedraagt ten hoogste vijf jaar. Dit conform artikel 40a sub a RTiV.
De rente bedraagt ten hoogste het door de borgingsvoorziening ten behoeve van de borging van
leningen aan toegelaten instellingen gehanteerde spottarief inzake het actuele rentemaximum bij een
looptijd tot en met vijf jaar. Dit conform artikel 40a sub b RTiV;
Indien collegiale leningen worden aangetrokken zonder gebruikmaking van de borgingsvoorziening,
wordt gebruikt gemaakt van de modelovereenkomst die is opgenomen in bijlage 13 bij het RTIV. Dit
conform artikel 40a sub c RTiV;
Collegiale leningen worden uitsluitend verstrekt uit middelen die zijn ondergebracht in de daeb-tak. Dit
conform artikel 40a sub d RTiV.
Woonvisie legt in haar jaarverslag verantwoording af over de collegiale leningen. Dit conform artikel 40a
sub e RTiV.
Treasury Statuut Stichting Woonvisie Pagina 32
14. Financiering van verbindingen
De Woningwet geeft de Kaders weer voor financiering van verbindingen.
Woningwet - artikel 21a
1. De toegelaten instelling verschaft een met haar verbonden onderneming niet anderszins vermogen dan door
middel van het storten van aandelenkapitaal of het aan die onderneming bij haar oprichting verstrekken van een
lening als bedoeld in artikel 21, tweede lid, onderdeel e. Zij stelt zich na die oprichting niet in enigerlei opzicht
garant voor die onderneming.
Behoudens het kapitaliseren van nieuwe verbindingen, mag de toegelaten instelling géén leningen verstrekken
aan verbonden ondernemingen. Onder bepaalde voorwaarden kan hiervoor echter ontheffing worden
aangevraagd bij de Autoriteit woningcorporaties (Aw).
Mogelijke verstrekkingen van leningen aan verbindingen is onderworpen aan besluitvorming door de Raad van
Commissarissen. Dit kan plaatsvinden middels separate besluitvorming op voorstel van de directeur-bestuurder.
Treasury Statuut Stichting Woonvisie Pagina 33
Bijlage 1: Toegestane typen leningen
Leningen
Type Rentetypische looptijd 1 Beschikbaarheid geld
2
Eigen rekening-courant Kort Kort
Call- en Kasgeld o/g Kort Kort
Onderhandse leningen o/g Lang Lang
Roll-over lening o/g Kort Lang
1 Kort = rentevaste periode korter dan 2 jaar. Lang = rentevaste periode langer dan 2 jaar.
2 Kort = looptijd contract korter dan 2 jaar. Lang = looptijd contract langer dan 2 jaar.
Treasury Statuut Stichting Woonvisie Pagina 34
Bijlage 2: Toegestane typen beleggingen
Beleggingen
Type Rentetypische looptijd 1 Beschikbaarheid geld
2
Spaarrekening Kort Kort
(Termijn)deposito Kort Kort
Call- en Kasgeld u/g Kort Kort
Onderhandse beleggingen u/g Lang Lang
1 Kort = rentevaste periode korter dan 2 jaar. Lang = rentevaste periode langer dan 2 jaar.
2 Kort = looptijd contract korter dan 2 jaar. Lang = looptijd contract langer dan 2 jaar.
Treasury Statuut Stichting Woonvisie Pagina 35
Bijlage 3: Onderwerpen treasury jaarplan
Hieronder volgt een opsomming van onderwerpen die in ieder geval in het treasury jaarplan aan de orde moeten
komen. Naast deze vaste onderwerpen kunnen, afhankelijk van de omstandigheden op dat moment, andere
(actuele) zaken aan de orde komen. In het treasury jaarplan wordt, waar van toepassing, onderscheid gemaakt
in verschillende soorten activiteiten (zoals borgbaar (DAEB) en niet-borgbaar (niet-DAEB)).In de treasury
jaarplan worden bij de diverse onderwerpen relevante aandachts- en actiepunten opgenomen die gedurende het
jaar tot treasury (trans)acties kunnen leiden.
Financierbaarheid
- Liquiditeitsplanning korte termijn (minimaal 1 jaar vooruit)
- Beschikbaarheid financiering op korte termijn
- Overzicht van werkkapitalen lange termijn (min. 5 jaar)
- Liquiditeitsplanning lange termijn (minimaal 5 jaar vooruit)
- Beschikbaarheid financiering op lange termijn, (incl. ontwikkeling borgbaarheid WSW en voorziene
(maximale) bedragen aan nieuwe lange financiering)
- Conclusie(s) financierbaarheid.
Rente- en risicomanagement
- Huidige renterisicoprofiel (minimaal 10 jaar vooruit)
- Vaststellen maximale, minimale en optimale bandbreedtes
- Conclusie(s) renterisico
Vervroegde aflossingen en contractuele rente-aanpassingen bestaande leningen
Financierings- en indekstrategie
- Voorgenomen activiteiten invullen en indekken (her)financieringsbehoefte
- Voorgenomen activiteiten indekken renterisico’s met daarbij de renteniveaus waarop ingedekt zal gaan
worden (eventueel verbijzonderd naar omvang renterisico per jaar)
Financiële sturing
- Rendementsdoelstellingen
Bijlagen
- Liquiditeitsplanning komende jaar
- Kasstromenoverzicht komende vijf jaar