tuinkabouter magazine, jul-aug 2016...juli-augustus 2016 beste medekabouters, ligt jouw tuin ook...
TRANSCRIPT
1
TUINKABOUTER MAGAZINE
Juli-Augustus 2016
Beste medekabouters,
Ligt jouw tuin ook onder vuur? Die van mij wél. En slakken zijn de grote boosdoener. Nog nooit werden er zoveel
onschuldige zaailingen om zeep geholpen. Eigenlijk kan ik wel stellen dat ik dit voorjaar vrijwel voor niets heb
gezaaid. En dat terwijl door het groeizame voorjaar het onkruid welig tiert en ik me met een machete een weg
door mijn moestuinen moet kappen. Waarom willen die misselijke slijmerds daar hun rasptongetjes niet op
loslaten?
Hier staat gelukkig tegenover dat de bladluizen en leliehaantjes (die andere nagels aan mijn doodskist!) zich
redelijk koest houden.
Omdat het te laat is om opnieuw te zaaien, heb ik ditmaal veel planten moeten kopen. Jammer, maar ook wel weer
leuk want (naast tuinieren) is winkelen mijn grote passie.
Deze editie staat dan ook in het teken van slakken, ongedierte en onkruid. Hoe gaan ze te werk, wat kun je eraan
doen en zijn ze eigenlijk wel zo “on”?
Hoewel het zaaiseizoen nu echt voorbij is, is de webwinkel nog steeds open. Je kunt er immers het hele jaar
terecht! De gemiddelde levertijd is nu 1-2 weken.
Veel leesplezier!
Tuinkabouter
Nieuw in de winkelTijdens mijn reis naar Sicilië heb ik weer zaden van interessante planten gevonden. Je vindt ze binnenkort hier.
2
3
Thematuin: De rups-vriendelijke tuinVlinders in de tuin, dat willen we maar al te graag: hoe meer hoe beter! Wat we minder graag willen is rupsen in de tuin. Helaas
zijn we in de bestrijding van de rups zo ver doorgeslagen dat er nu bijna geen vlinder meer rondfladdert…….
In feite is een tuin nooit vlindervriendelijk als we er geen rupsen in verwelkomen. Maar hoe doe je dat? En wat ís een rups
eigenlijk?
Hoe werkt een rups?
4
Een rups kan worden opgedeeld in drie delen: kop, borststuk en achterlijf.
De kop: Het grootste deel van de kop bestaat uit de ‘nep’-ogen (de voorkant van de kop). Vlakbij
de krachtige kaak zitten zes paar echte ogen; de rups kan hier echter geen beelden mee zien,
maar wel verschillen in lichtintensiteit mee detecteren. Met de korte voelsprieten, die zich ook
vlakbij de kaak bevinden, kan de rups proeven en zo de juiste waardplant vinden. Onder de kaak
zitten twee kleine kaakdelen die het voedsel naar de kaak begeleiden. Bij veel soorten is ook
onderaan de kop ook een spinklier aanwezig waarmee spinsel gemaakt kan worden om
bijvoorbeeld een cocon te maken.
Het borststuk: Het borststuk, ook wel thorax genoemd, bestaat uit drie segmenten. Aan elk
segment zit een paar borstpoten. Deze poten worden soms ‘echte’ poten genoemd, omdat dit de
poten zijn die later de zes poten van de vlinder vormen.
Het achterlijf: Het achterlijf bestaat uit tien segmenten. Bij de meeste
soorten zitten aan de eerste twee achterlijfsegmenten geen poten, daarna
volgen vier segmenten met buikpoten (soms neppoten genoemd), vervolgens zijn
er weer een aantal segmenten zonder poten en aan het eind van het achterlijf,
aan het laatste achterlijfsegment, heeft de rups een paar naschuivers. Rupsen
uit de familie van de spanners (Geometridae) hebben slechts één paar
buikpoten en deze zitten aan het zesde achterlijfsegment.
Rupsen halen geen adem door hun mond, maar via zeer kleine ademhalingsbuisjes (tracheeën), waarvan op elk segment aan
weerszijden van het lichaam een opening zit; deze ademhalingsopeningen worden ook wel stigmata genoemd. In het lichaam van
de rups zit een netwerk van buisjes die de zuurstof vervoeren tot aan de cellen
(de zuurstof wordt dus niet via het bloed vervoerd zoals bij mensen het geval is).
De tastzintuigen van rupsen zitten in kleine haartjes waarmee het hele lichaam bedekt is.
De haartjes zijn verbonden met zenuwcellen die informatie aan de hersenen doorgeven.
Andere tastzintuigen zijn de korte antennen aan de kop om voedsel te vinden en mee te
proeven.
Een rups leeft ongeveer twee weken tot enkele jaren. Tijdens de ontwikkeling moet de rups enkele malen vervellen omdat de
huid niet meegroeit. Dit gebeurt meestal vier of vijf keer.
Voedsel
Veel rupsen zijn heel erg kieskeurig. De meeste (nacht)vlinders leggen hun eitjes dan ook op de plant die later door de rups
gegeten zal worden: de waardplant van de betreffende soort.
Sommige rupsen eten uitsluitend van één soort waardplant, zoals bijvoorbeeld die van het gentiaanblauwtje die uitsluitend
klokjesgentiaan eten; deze rupsen worden monofaag genoemd (mono = één). Andere rupsen eten alleen planten uit één familie,
zoals de rupsen van het groot koolwitje, die zowel wilde als gecultiveerde kruisbloemigen eten; deze rupsen worden oligofaag
genoemd. Ook zijn er rupsen die niet kieskeurig zijn: de rupsen van het bruin zandoogje eten bijvoorbeeld vrijwel alle soorten
grassen; dit zijn polyfage rupsen (poly = veel).
Als waardplant voor de rupsen worden zowel wilde als gecultiveerde plantensoorten gebruikt. Iedere soort heeft zo zijn eigen
voorkeur. Rupsen van kleine vos, dagpauwoog, landkaartje en atalanta leven bijvoorbeeld uitsluitend van grote brandnetel.
Rupsen van de grote beer (Arctia caja) eten van diverse kruidachtige planten, zoals brandnetel en zuring, maar eten soms ook
van kruipwilg en allerlei gekweekte planten en struiken. Het klein koolwitje legt haar eieren alleen op
planten van kruisbloemigen. De rupsen hebben voor hun groei namelijk een speciaal stofje nodig,
glucosinolaat, en dit stofje komt vooral in kruisbloemigen voor (dit is het stofje dat aan kool de
bittere smaak geeft).
De meeste rupsen eten van de bladeren van de waardplant. Dit geldt echter niet voor alle soorten. Er
zijn bijvoorbeeld een heel aantal soorten nachtvlinders waarvan de rupsen niet alleen van het blad
eten, maar ook van de wortels. Rupsen van de oranje wortelboorder (Triodia sylvina) eten uitsluitend
van de wortels van de waardplant. Ook zijn er soorten die in de stengel van de waardplant leven, zoals
de goudgele boorder (Gortyna flavago). Rupsen van enkele soorten, waaronder het rietluipaard
(Phragmataecia castaneae), kunnen zelfs onder water leven omdat ze in de stengel van de waardplant
leven.
5
Er zijn ook rupsen die niet in stengels van kruidachtige planten, maar onder de schors in de
stam van een boom leven. Een voorbeeld daarvan is de rups van de wilgenhoutrups ( Cossus
cossus). Deze rups heeft grote krachtige kaken om zich een weg door het (dode) hout te
banen. De rupsengaten zitten laag in de stam en zijn te herkennen aan de aanwezigheid van
houtpoeder en de zure geur die de rupsen afscheiden.
Er zijn ook rupsen die uitsluitend van de zaden van planten leven,
zoals de gewone silene-uil (Hadena bicruris). De rupsen brengen
bijna hun hele leven door in de zaaddozen van de waardplant.
Daarnaast zijn er rupsen die uitsluitend de bloemen van de
waardplant eten. Dit is bij diverse kleine spannersoorten het geval, zoals de zwartvlekdwergspanner
(Eupithecia centaureata). De rupsen hebben vaak dezelfde kleur als de bloemen en vallen daardoor
nauwelijks op.
Rupsen van diverse soorten spinneruilen, bijvoorbeeld het naaldboombeertje (Eilema depressa),
voeden zich met (korst)mossen en algen. Ook zijn er rupsen die foerageren op dood plantenmateriaal.
Een voorbeeld daarvan is de rups van de lijnsnuituil (Herminia tarsipennalis),
die afgevallen blad eet.
Tenslotte komt het ook voor dat rupsen kannibalistisch zijn. De hyena (Cosmia trapezina) bijvoorbeeld
foerageert op diverse loofbomen en struiken, maar als soortgenoten of rupsen van andere soorten zich op
hetzelfde blad bevinden, dan worden deze aangevallen en vervolgens opgegeten door de rups van de hyena.
Het kan ook gebeuren dat de rups bijt als iemand de rups wil oppakken.
Deze waardplanten zijn onmisbaar in een rups-vriendelijke tuin:
groot koolwitjekoolsoorten en andere kruisbloemigen, zoals damastbloem en
koolzaad, oost-indische kers
klein koolwitjekoolsoorten en andere kruisbloemigen, zoals damastbloem en
koolzaad, oost-indische kers
klein geaderd witje kruisbloemigen, zoals look-zonder-look en pinksterbloem
oranjetipje look-zonder-look, pinksterbloem en judaspenning
citroenvlinder
vuilboom, wegedoorn
kleine vuurvlinder schapenzuring, veldzuring
Lijst met waardplanten van deNederlandse dagvlinders
Waardplanten vormen als rupsenvoedsel eenonmisbare schakel voor de ontwikkeling van
ei tot vlinder. Hieronder vind je links naar
een Excel tabel van de NederlandseVlinderstichting. Je kunt deze zelf sorteren
of groeperen.
Overzicht van alle waardplanten vandagvlinders, gesorteerd op vlinder
Overzicht van alle waardplanten vandagvlinders, gesorteerd op plant
6
boomblauwtjevuilboom, klimop, heide, hulst, wegedoorn, vlinderstruik en
kattenstaart
icarusblauwtjediverse klaversoorten, zoals hopklaver, rolklaver en gewone
rupsklaver
distelvlinder diverse distelsoorten, kleine klis, kaasjeskruid en brandnetels
atalanta grote en kleine brandnetel
dagpauwoog grote brandnetel
kleine vos grote brandnetel
gehakkelde aurelia grote brandnetel, hop, iep, aalbes
landkaartje grote brandnetel
Rupsen “importeren”
Heb je wel waardplanten in je tuin staan maar willen de rupsen maar niet komen? Dan zul je moeten gaan zoeken en meenemen
naar je tuin. Rupsen kunnen gedurende het hele jaar en op allerlei plaatsen worden aangetroffen. De beste tijd om rupsen te
zoeken is tussen april en september, omdat dan de meeste vlindersoorten als rups aanwezig zijn.
Voor het zoeken naar rupsen is het niet nodig om een natuurgebied te bezoeken, het kan ook heel gemakkelijk in een park of
wegberm in de buurt. Eigenaren van moestuinen zullen je eeuwig dankbaar zijn als je hen afhelpt van de rupsen van het
koolwitje, die je vaak op koolsoorten vindt en waar ze een waar slagveld kunnen aanrichten. Ook plekken met veel wilde
7
bloemen, zoals brandnetel of haagwinde, zijn geschikt om rupsen te zoeken. In tegenstelling tot de rupsen van de meeste
dagvlinders, die allerlei kruidachtige planten als waardplant gebruiken, hebben veel nachtvlinders juist allerlei bomen en
struiken als waardplant. Loofbomen waar veel soorten een voorkeur voor hebben zijn wilg, berk en eik; vooral op jonge
boompjes zijn de rupsen vaak redelijk eenvoudig te vinden.
Het zoeken van rupsen kan op verschillende manieren:
Met het blote oog, waarbij speciaal gelet wordt op vraatsporen en eventuele
uitwerpselen. Het voordeel hiervan is dat rupsen die zich verschuilen (bijvoorbeeld
tussen samen gesponnen bladeren) of zich overdag ophouden in schorsspleten op deze
manier toch gevonden kunnen worden.
Soorten die zich overdag verbergen kunnen ook ’s nachts worden gezocht met behulp
van een zaklamp. Door met de lamp bijvoorbeeld op de heidevegetatie of op de
onderkant van de bladeren van bomen te schijnen, is het mogelijk om deze soorten
toch te vinden.
Een andere manier is om de plant, struik of boom te schudden en te kijken of er rupsen uit naar beneden vallen. Het is
handig om gebruik te maken van een omgekeerde paraplu om de rupsen daarin op te vangen. Het schudden kan het beste
gedaan worden als er niet te veel wind staat. Hoe harder de wind, hoe steviger de rupsen zich proberen vast te houden en
hoe moeilijker ze te vangen zijn. Ook is het belangrijk om in één keer onverwacht
flink te schudden, omdat de rupsen zich anders beter vastgrijpen en zich er dus
niet meer of in elk geval moeilijker uit laten schudden bij een tweede poging.
Weer een andere techniek is om met een net door de vegetatie te slepen om op die
manier de rupsen die tussen de vegetatie zitten te vangen. Allerlei gras-, bosbes-
en andere kruidachtige vegetaties zijn geschikt voor deze zoekmethode.
Sommige rupsen vind je niet door actief te zoeken, maar worden juist bij toeval
gevonden. Meestal gebeurt dit op het moment dat de rups op zoek is naar een
geschikte plaats om zich te verpoppen. Een sprekend voorbeeld is de rups van de
kleine beer die een fietspad oversteekt.
Slakken(af)gangSlijmsporen in de tuin en gaten in de bladeren van planten
duiden op de aanwezigheid van slakken. Deze schatjes zijn
niet zo populair bij tuiniers. Echter, de meeste vergrijpen
zich niet aan onze tuinplanten maar voeden zich met
afgevallen bladeren, schimmels en algen. Hiermee dragen
ze bij aan het composteringsproces. Ze zijn ook
voedselbron voor vogels, kikkers en egels. Onderscheid de
slechterikken van de goeierds met behulp van onderstaand
overzicht van de in Nederland meest voorkomende soorten.
En voorkom op deze manier dat je ongemerkt het laatste
exemplaar van een zeldzame soort onder je schoen
verplettert…..
Wijngaardslak (Helix pomatia)
Spreekt wel het meest tot de voorbeelding, vooral door zijn formaat. Komt in
Nederland voor in Limburg en in kalkrijke duingebieden. Is in Nederland
beschermd! Huisje: 45 mm.
Segrijnslak (Helix aspersa)
Lust alles, vooral jonge tuinplanten. Dus het beste advies: opeten! Lekker met
knoflookboter erbij. Met zijn flinke formaat heb je al snel een maaltje bij elkaar.
Huisje 35 mm.
Als slakken vaak avontuurlijk gedrag vertonen, zijn hun slakkenhuizen over het algemeen
ronder en steviger. Ook zitten er grotere gaten in voor hun lichaam. Dit blijkt uit
Zweeds onderzoek. Door deze eigenschappen zijn de dieren minder makkelijk te pletten
door roofdieren. De wetenschappers testten hoe moedig de dieren waren door ze een
tikje op hun kop te verkopen. De slakken trokken zich daardoor terug in hun slakkenhuis.
De onderzoekers registreerden vervolgens hoe lang het duurde voordat de dieren hun
kop weer naar buiten staken. De slakken die dat binnen tien seconden deden, werden
bestempeld als 'avontuurlijk'. De dieren die langer dan vijftien seconden wachtten,
betitelden de wetenschapers als 'verlegen'. Uiteindelijk werden de slakkenhuizen van
alle dieren gemeten en bleek de behuizing van de avontuurlijke slakken een stuk steviger.
Bij een tweede experiment confronteerden de onderzoekers de slakken met roofvisen,
hun natuurlijke vijanden. Ook hier bleek dat de avontuurlijke exemplaren een sterker
slakkenhuis hadden. Zij overleefden de ontmoeting met de vissen namelijk vaker.
Het is geen toeval dat avontuurlijke slakken sterker zijn gebouwd. Generaties
avontuurlijke slakken hebben hun schelpen in de loop van miljoenen jaren waarschijnlijk
zo vaak op de proef gesteld dat vooral de avontuurlijke slakken met een sterkere
behuizing in leven bleven. Toen zij zich gingen voortplanten gaven ze hun genen
waarschijnlijk door. Echter, in theorie is het ook mogelijk dat slakken simpelweg
avontuurlijker worden als ze merken dat ze een sterk slakkenhuis hebben.
8
Gewone tuinslak (Cepaea nemoralis)
Deze kent iedereen, met zijn ongewoon aantal kleurvariaties: wit, geel, roze,
licht-, olijf of donkerbruin en al dan niet met één tot vijf donkere horizontale
bonden. De mondrand van het huisje is altijd zwartbruin. Leeft vooral van afval
en algen. Huisje: 25 mm.
Witgerande tuinslak (Cepaea hortensis)
Iets kleiner dan de vorige en het huisje heeft een witte rand langs de mond-
opening. Leeft vooral van afval en algen. Huisje: 20 mm.
Heesterslak (Arianta arbustorum)
Lijkt ook op de tuinslak, maar is vaak donkerder met een spikkeltjespatroon.
Leeft vooral van afval en algen. Huisje: 22 mm.
Boerenknoopje (Discus rontundatus)
Een stuk kleiner dan de andere soorten en leeft van allerlei plantaardig materiaal en
schimmels en zelfs oud papier wordt verwerkt tot compost. Een echte vuilnisslak!
Huisje: 6 mm.
Doorschijnende glasslak (Vitrina pellucida)
Deze slakken kunnen tot in de winter nog actief worden aangetroffen omdat ze pas
in de herfst paren. Maar strenge vorst overleven ze niet. Huisje: 6 mm.
Gewone wegslak (Arion rufus)
Geelblruin, roodbruin of pikzwart. Komen vooral na een regenbui tevoorschijn. De
ademopening van deze soort zit, in tegenstelling tot die van de aardslakken, links
boven het midden van het mantelschild. Is een gulzige eter en heeft een
voorkeur voor onze liefste tuinplanten! Langte tot 15 cm.
Wetenschappers hebben een simpel hersenmechanisme in kaart gebracht waarmee slakken besluiten of ze gaan eten of niet.
Als een slak langs een blaadje sla kruipt, bepaalt de activiteit van twee hersencellen of het dier stopt en het voedsel opeet. Bij hun onderzoek brachten
biologen met elektronische apparatuur de hersenactiviteit in kaart van tientallen slakken die door een ruimte kropen waarin veel sla was neergelegd (het
lievelingskostje van de dieren).
Al snel ontdekten de wetenschappers dat ze aan de hand van de activiteit van slechts twee hersencellen in het brein van de slakken konden voorspellen of de
dieren van de sla zouden eten of niet.
De ene hersencel detecteerde de aanwezigheid van het voedsel, de andere hersencel werd alleen actief als een dier honger had. Alleen wanneer beide
hersencellen activiteit vertoonden, begon een slak te eten.
Het hersenmechanisme van de slakken kan mogelijk worden nagebootst op een computerchip. Dat zou kunnen leiden tot de bouw van zeer eenvoudige en
goedkope robots die complexe beslissingen kunnen nemen.
9
Lichte aardslak (Limax flavus)
Neemt sterk in aantal af omdat er nog maar weinig kelders zijn met
aardappelen en wintergroenten. Is verzot op bier. Is minder schadelijk dan
de andere naaktslakken. Lengte: tot 8 cm.
Grote aardslak (Limax maximus)
Grijzig of lichtbruin met opvallend vlekkenpatroon dat per slak verschilt, maar
dat ook afwezig kan zijn. Is een grage eter. Lengte: tot 20 cm.
Wormnaaktslak (Boettgerilla pallens)
Volledig uitgestrekt is hij 5 cm. lang en
maar een maar milimeter dik. Hij lijkt dan
erg veel op een worm. Ook deze is niet erg
schadelijk.
36 manieren om slakken te bestrijden
De voorbereiding
1. Maakt het slagveld klaar: snoei takken die op de grond hangen weg, houd de randen van je grasveld kort, verwijder een
teveel aan mulch, check donkere en vochtige plaatsen regelmatig (onder en achter potten, rond de composthoop),
verwijder onkruid zo veel als mogelijk, lok dieren die op slakken jagen je tuin in, plant je tere zaailingen op plaatsen waar
slakken niet kunnen komen.
2. Verzamel je wapens (uitleg volgt later): plantenspuit, twee lepels, zaklamp, catapult (als je een hekel hebt aan de buren en
hun perfecte hosta’s), emmer, bier, zout, scherpe materialen die als barrière kunnen dienen, lokmaterialen, aijn,
zeepwater, een spade, snoepgoed (om je kinderen om te kopen zodat je het zelf niet hoeft te doen).
Leid ze om de / je tuin
3. Houd je tuin netjes. Haal lege potten, etc. weg omdat ze zich daar graag
verschuilen. Laat dood/rottend materiaal regelmatig weg.
4. Leid ze om de tuin. Slakken volgen de slijmsporen van hun kompanen. Immers zien
eten doet eten. Slijmsporen herken je gemakkelijk: ze zijn een beetje zilverig en
glimmend. Als je ze ziet, poets ze dan weg.
5. Slapende slakken zijn een gemakkelijke prooi. Ze zijn in de winter gemakkelijk te
vinden. Zorg er dus voor dat de aarde in je borders in de winter zo kaal mogelijk is.
Wacht met spitten en schoffelen tot begin
maart.
6. Trakteer de vogels op slakkenkaviaar: slakkeneitjes herken je heel gemakkelijk. Het
zijn kleine, witte bolletjes. Kom je ze tijdens het schoffelen tegen, leg ze dan op de
voederplank voor de vogels. Dan zijn ze in no-time verdwenen.
Op de barricades!
7. Plant slak-aantrekkelijke planten tussen soorten
waar ze juist een hekel aan hebben, zoals munt,
bieslook, knoflook, geraniums, vingerhoedskruid en venkel.
8. Slakken hebben sowieso een hekel aan sterk ruikende planten. Wat vreemd is, aangezien
ze geen neus hebben……
9. Gebarbecued? Bewaar dan de as, want slakken worden daar niet blij van want ze drogen
ervan uit. Als je het mengt met kalk (fijngemalen krijtjes) werkt het zelfs nog beter.
Strooi het goedje rond de meest getroffen planten. Moet je wel na iedere fikse regenbui
doen.
10. Maak barrières van scherpe materialen als eierschalen, gravel of dennennaalden.
11. Ga naar de kapper (of stuur iemand anders als je zelf geen haar meer hebt). Ook dit is een materiaal waar slakken niet
graag overheen glijden.
12. Dit geldt voor zaagsel. Ben je geen doe-het-zelver? Haal het dan bij de dierenwinkel.
Meer zien?
De elegante slak
Slakken en koper Slakkenrace
L’amour d’escargot Laat slakken slakken eten Herken je slak
10
13. Je kunt ook vermiculiet gebruiken. Laat dat in water opzwellen. Het vocht trekt de slak aan, de puntige steentje stoten
juist af. Resultaat: een totaal verwarde slijmerd…
14. Smeer vaseline op de stam van planten en de randen van potten. Zo krijg jij grip op het probleem terwijl de slak langzaam
afglijdt.
15. Er zijn verschillende vloeistoffen waar slakken een hekel aan hebben: een aftreksel van
yuccabladeren, vloeibare parafine met knoflook, azijn met water, een aftreksel van hete
pepers/mierikswortel/geraniumblad. Gebruik een plantenspuit een besproei je planten
hiermee. Niet allemaal tegelijk en niet als de zon schijnt, dan gaan je planten dood. Lost
het probleem ook op, maar is vast niet de bedoeling.
16. Shock-therapie werkt ook goed. Van koper krijgt een slak een electrische schok.
Kopertape kun je kopen in de doe-het-zelfzaak.
Lok ze in de val
17. Vul een kommetje met bier (ze lusten alle merken!) en graaf dat in de border. Slakken
snoepen ervan maar kunnen er niet meer uit.
18. Stuur ze met koffiepauze. Werkt hetzelfde als 17. maar dan met sterke koffie. Of
cola, naar het schijnt……
19. Lok ze met hun lievelingsmaaltje. Leg sla- of koolbladeren met de bolle kant naar boven
en verwijder iedere ochtend de slakken die zich daar verzameld hebben.
20. Bouw een slakkenspeelhuis. Snijd een grapefruit in tweeën, hol de helften uit en maak in
beide helften een gaatje. Zie punt 19.
21. Veeg ze onder het tapijt. Heb je nog een stukje oude vloerbedekking over? Knip het in kleinere stukjes, maak deze nat en
leg ze in de tuin. Zie punt 19.
Verleid ze
22. Strooi havermout tussen de planten. Slakken eten hiervan en drogen dan uit.
23. Slakken zijn dol op kattenvoer. Zet een bakje in de tuin en ze komen erop af.
Evenals alle egels in de buurt die, meer nog dan op kattenvoer, dol zijn op
slakken. Werkt natuurlijk alleen als je wél veel egels maar vooral weinig
loslopende katten in de buurt hebt.
Schakel Moeder Natuur in
24. Trommel de roofdieren op: maak je tuin extreem vogel-, kiker- en egelvriendelijk.
25. Offer een paar van je smeerwortelplanten op. Leg deze op een door slakken geteisterde plek en binnen no-time zitten ze
er vol mee. Gooi de planten met slak en al in de groenbak.
26. Beetje extreem maar wel effectief, plant alleen nog slakonvriendelijke planten als:
artimisia, bloedend hartje, korenbloemen, vergeet-met-nietjes, fuchsia’s,
hortensia’s, lavendel, oostindische kers (deze niet als je ook veel last van bladluis
hebt), pioenen, anjers, tulpen, muurbloemen. Kun je nog best een fraaie border mee
maken. Riddersporen en hosta’s kun je beter vermijden.
27. Ga op slakkenjacht. Dit doe je bij voorkeur als het donker is, na een regenbui. Neem
een zaklamp, een emmer en twee lepels mee (voor als je het eng vindt om een slak
aan te raken). Als je het zielig vindt om de slakken dood te maken, rijd je naar een
natuurgebied/park in de buurt en kieper je daar de emmer om. Let op, slakken
hebben in ingebouwde radar, dus doe dit niet te dicht bij huis.
28. Woon je op het platteland? Neem dan kippen. Die zijn dol op slakken. Als je in de
stad woont, is dit niet zo’n goed idee…
Chemische oorlogsvoering
29. Escargo slakkenkorrels zijn millieuvriendelijk en niet schadelijk voor kinderen of huisdieren.
30. Mix 2 theelepers ijzersulfaat met 4 koppen water en spuit dat over de planten (als de zon
onder is). Dit is echter niet zonder gevaar voor de planten en je zult de slachtoffers moeten
zoeken en in de vuilnisbak gooien. Met andere woorden, dit doe je alleen als helemaal niets
anders helpt.
31. Hetzelfde geldt voor een mengsel van amoniak met water (1-op-3). Doe dit in een plantenspuit en
trek er midden in de nacht opuit. Spuit het spul alleen op de slak zelf. Werkt daarom beter bij
naaktslakken.
32. Idem dito, maar vervang de amoniak door zout (is wel heel pijnlijk voor de slak en heeft dus niet mijn voorkeur).
11
33. Je kunt ook magnesiumzout gebruiken. Dat hoef je niet met water te mengen maar kun je
direct rond de plant sprenkelen. Moet je wel steeds herhalen, na iedere regenbui.
Schakel bondgenoten in
34. Schaf via internet nematoden (= roof-insecten) aan.
35. Begin nu vast met sparen. Dan kun je, wanneer hij
eenmaal op de markt komt, de superdure en door
een Nederlands bedrijf ontwikkelde slak-etende
plant aanschaffen.
36. Trommel alle kinderen uit de buurt op voor een
slakken-race. De slakken moeten ze eerst in jouw tuin hebben gevangen. De
winnaar verdient een grote reep chocola. Met de slakken (zowel winnaars als verliezers) reken je na afloop af.
Leliehaantje: opvallend vraatzuchtig.....De lelie is een prachtige bloem waar veel mensen gek op zijn. Helaas is heeft hij nogal
eens te lijden onder de vraatzucht van het leliehaantje. Het leliehaantje is een kever
die zich, zoals de naam al zegt, graag bevindt op lelies. Vooral de larven van het insect
kunnen ernstige schade toebrengen aan de bloemen, bladeren en zaaddozen. De
beestjes vreten daar namelijk gaten in waardoor de lelies op den duur kapot gaan. De
haantjes kunnen naast lelies ook op kievitsbloemen (Fritillaria) voorkomen.
Wat is een leliehaantje?
Het leliehaantje is een zeven millimeter grote kever met een felrode rug. De buik, kop
en poten van het beestje zijn zwart. De felrode kleur maakt het leliehaantje goed
zichtbaar op de lelies. Echter zodra de plant begint te schudden, laat hij zich vallen met de
buik naar boven. Daardoor kun je nauwelijks nog vinden tussen de aarde. In de lente legt het
leliehaantje de eerste larven op de leliebladeren. De larven van het leliehaantje zijn
oranjerood van kleur en negen millimeter lang. De larven vreten
de bloemen aan, verpoppen zich en vliegen uit. Daarna begint de cyclus weer opnieuw,
waardoor dit beestje een vervelende plaag vormt. Het haantje is de gehele zomer aan te
treffen van april tot augustus.
If you can’t beat them, eat them!de grote bruine segrijnslak (Helix aspersa) is het kleinere familielid van de nog veel grotere Franse wijngaardslak (Helix pomatia). Dus
eetbaar! Wil je meer weten over het kweken en bereiden van segrijnslakken kun je het beste googelen op Franse websites: segrijnslakken
heten in het Frans escargots petits-gris, en worden in Frankrijk veel gegeten.
Na een regenbui kruipen er altijd wel enkele segrijnslakken over de stoep. Maar je vindt ze ook gemakkelijk tussen tuinpoten of aan de
onderkand van de bladeren van grote planten (zoals Crambe). Dat is gemakkelijk jagen!
De verzamelde segrijnslakken kun je niet direct eten. Immers, slakken eten van alles, ook bijvoorbeeld klimopbladeren en die zijn voor ons
giftig. Dus ze moeten eerst “ontgift” worden. Daarvoor houdt je ze minimaal drie dagen in een plastic bak met een deksel (bijvoorbeeld van de
Chinees) waarin je wat gaatjes prikt. Prik er ook een paar in de boden. Elke slak die je vangt stop je hierin. Elke week maak je de bak schoon
met water en geef ik vers voer. Als voedsel gebruik je allerlei groentenafval uit de keuken (zoals sla, courgetteschillen, koolsoorten,
wortelloof, etc.). De slakken moeten minimaal 3 dagen ontgiften.
Wanneer je de slakken wil gaan eten, neem je het gewenste aantal uit de “ontgiftingsbak” en stop je ze in een ander plastic bakje met deksel.
Dat zet je in de diepvries. Als ze dood zijn, doe je ze over in een pan met koud, zout water. Heel veel zout! Laat dat staan tot ze ontdooid zijn,
en gooi dan het slijmerige water weg. Vervolgens doe je hetzelfde nogmaals maar nu met water en azijn. En dan weer met zout water. Er zit
vies geel snot in die slakkenhuizen en dat moet er allemaal uit. Als al het snot eruit is spoel je de slakken in een zeef onder de kraan schoon.
Dan leg je ze met huis en al in een pannetje koud water (als je ze in kokend water gooit worden ze taai) met een half bouillonblokje of wat
kruiden. Je kookt ze een half uur op een zacht vuur. Tenslotte pulk je ze uit hun huisjes met een satestokje. Smelt boter in een pannetje, voeg
knoflook en peterselie toe en roer hier de slakken doorheen.
12
Leliehaantje voorkomen
Je kunt het beste voorkomen dat de haantjes eieren leggen op je lelies, want ze bestrijden is bijna onmogelijk. Leliehaantjes
kan je voorkomen door de lelies te bespuiten met Pyretrum. Het is belangrijk dat je de lelies bespuit wanneer ze nog maar
vijftien centimeter hoog zijn. Dit product is bij verschillende tuincentra te verkrijgen.
Leliehaantje bestrijden
Het leliehaantje is moeilijk te bestrijden. Je kunt eigenlijk alleen de larven en kevers met de
hand verwijderen. Dit is erg lastig, omdat de kevers zich bij aanraking van de plant direct
laten vallen en onvindbaar worden. De larven zijn echter het vraatzuchtigste, dus deze zijn
belangrijker om te verwijderen. Verder is er helaas weinig tegen te doen. Natuurlijke vijanden
hebben de haantjes niet, omdat ze niet lekker smaken.
Wanneer?
Als de lelies nog maar vijftien centimeter hoog zijn kun je ze bespuiten om te voorkomen dat de leliehaantjes er ooit eieren op
leggen. Indien je hiermee te laat bent, kun je de larven en haantjes met de hand verwijderen. Dit kun je het best doen zodra
je de eerste larve ontdekt. Dat kan al vroeg in het voorjaar het geval zijn.
Luizenbaan…..Bladluizen, dopluizen en schildluizen zijn kleine, dikwijls groenachtige (of zwarte, witte,
rode), plantetende insecten die zich met stekende en zuigende monddelen passief
voeden. Kwestie van inpluggen en laten vollopen, dus. En weer laten leeglopen in de vorm
van een kleverige, zoete stof, de zogenaamde honingdauw. Mieren zijn er dol op en
'hoeden' de luizen alsof het koeien zijn. Ze 'melken' ze ook door met hun voelspruiten
op de luis te trommelen. Een luizenplaag zal dan ook meestal gepaard gaan met
mierenoverlast. Dubbele pech, dus.
Bladluizen planten zich razendsnel voort. Vleugelloze vrouwtjes kunnen 50-100
nakomelingen op de wereld zetten. Een pasgeboren luis is binnen een week volwassen en
vruchtbaar. Een gemiddelde luis krijgt 5 babies per dag, gedurende 30 dagen. Om het nog
een beetje erger te maken, hebben ze er geen mannetjes bij nodig. Alle spruiten zijn al
bij de geboorte in de luis aanwezig. Als de voedselbron is uitgeput of de omstandigheden
minder ideaal worden, krijgen sommige vrouwtjes vleugels en vertrekken. Ze leggen
eitjes op een andere plant en sterven dan. Uit de eitjes komen weer vleugelloze
vrouwtjes en dan begint het feest van voor af aan.
Zo'n tempo valt voor de gemiddelde tuinkabouter nauwelijks bij te houden. Een luisvrije tuin is dan ook een illusie. Maar je
kunt natuurlijk wel het een en ander doen om de schade te beperken:
De meest milieuvriendelijke manier om van luizen af te komen is ze met een harde straal water van de plant af te spuiten of
ze met de hand te verwijderen.
Verwijder zwaar aangetast plantmateriaal en gooi het in de vuilnisbak, niet op de composthoop!
Mix je eigen bestrijdingsmiddel: 1 kopje plantaardige olie met 1 theelepel afwasmiddel. Meng 1,5 theelepel van dit goedje
met een kopje warm water. Spuit dit over de luizen heen.
Lok luis-etende insecten naar je tuin. Dit zijn bijvoorbeeld lieveheersbeestjes, gaasvliegen, oorwurmen. Je kunt deze ook
via sommige tuincentra of op internet verkrijgen.
Bestrijd de mieren in je tuin. Zij beschermen de luizen tegen rovers zoals
lieveheersbeestjes.
Mocht dat allemaal te ingewikkeld blijken, dan zijn er nog genoeg middeltjes bij het
tuincentrum te koop. De meeste hiervan zijn gemaakt op basis van groene zeep.
Meer zien?
Bladluis bestrijden Bladluis vs lieveheersbeestje
Handig hulpmiddel tegen bladluis Mieren melken bladluis De poep van de bladluis
13
Ander klein venijnNiet alleen wij zijn dol op de planten in onze tuin. Deze schatjes weten er ook goed raad mee. Herken de aanvallers, dan weet
je ook hoe je ze moet bestrijden!
Bladluis
Groene, zwarte of anders gekleurde luizen zuigen sap uit stengels en bladeren en verzwakken zo
de plant. Ze zijn te verwijderen met een harde straal water. Is dat niet voldoende, dan kun je
spuiten met een bestrijdingsmiddel op basis van zeep. Luizen kun je afschrikken door knoflook te
planten bij de meest aangetaste planten. Zie ook verderop in dit magazine.
Oorworm
Oorwormen kunnen bloemblaadjes beschadigen, vooral bij dahlia's. Vaak komt dat echter niet
voor. Ze kruipen graag in een potje stro en zijn zo goed te vangen.
Schildluis
Schildluizen komen vooral binnen en in de kas voor. Ze verschuilen zich onder een ovaal, bol
schildje. Bestrijdingsmiddelen krijgen er moeilijk vat op en het stuk voor stuk wegkrabben van de
schildjes is onbegonnen werk. De plaag is heel besmettelijk. Voer een aangetaste plant daarom
direct af en gooi hem niet op de composthoop.
Bladrollers
Gedurende het late voorjaar en vroege zomer zijn enkele bladeren van vooral rozen ineens
opgerold. Ze wijzen naar beneden maar verkleuren niet. In het opgerolde blad zitten de eitjes van
de bladroller, een gaasvlieg. Wanneer de larven uitkomen, vreten ze aan de bladeren. Tenzij het een
ernstige infectie betreft, volstaat het om de getroffen bladeren te verwijderen. Zijn het er veel,
dan moet je een bestrijdingsmiddel gebruiken.
Wolluis
Op de bovengrondse plantdelen zitten witte pluispropjes,
en dan vooral in de bladoksels of andere verstopte
plekjes. Dat zijn wolluizen. Deze plaag is besmettelijk
voor buurplanten. Voor de zieke planten direct af en gooi
ze niet in de composthoop of groencontainer. Er is geen
remedie omdat ze door het pluis tegen bestrijdings-
middelen worden beschermd.
Behangersbij
Behangersbijen snijden cirkelvormige stukjes uit bladeren om er hun nest van te maken. Deze bij
lijken op de honingbij maar zijn wat rossiger op de buik. Hun activiteiten brengen weinig schade toe
aan de plant. Ze komen in Nederland niet zo heel veel voor, dus beschouw ze maar als een stukje
interessante biologie.
Rozencicade
Kleine gele en witte vlekjes op vooral rozenbladeren wijzen op rozencicades. Vooral planten op
warme, beschutte plaatsen hebben er last van. Je kunt ze bijna niet zien (zo worden niet groter
dan twee milimeter en zijn zeer snel). Is de aantasting ernstig, spuit dan met een anti-
bladluismiddel.
Meer zien? Utopia: ongediertebestrijding
Insecten veilig bestrijden
Bestrijden op ecologische wijze Organic pest control in garden
Organic vegetable pest control
CSI: pest control
14
Witte vlieg
De volwassen witte vliegen zijn meestal te vinden aan de onderkant van de jonge bladeren, waar ze
hun eieren afzetten. Door aan de planten te schudden, vliegen ze als een wolk op om even later
opnieuw de onderkant van de bladeren op te zoeken. De larven bevinden zich aan de onderkant van
jongere bladeren; op de oudste bladeren zijn de poppen te vinden.
Spint
Zit er spinrag op een plant, kijk dan eens met een loep of er heel kleine beestjes over de draden
lopen. Dat zijn de mijten van de spint. Ze zijgen aan het blad en brengen de plant veel schade
toe. Buiten brengt hij schade aan groenten en vruchten, maar slechts in beperkte mate. In de kas
kan hij een waar terreurbewind voeren. Ze houden van droge omstandigheden, dus het verhogen
van de luchtvochtigheid kan een remedie zijn. Als het niet vriest, kunnen kasplanten buiten met
water worden schoongespoten.
Spinsel- of stippelmotten
De rupsen van dit vlindertje beschermen zich tegen spreeuwen en sluipwespen door zich tussen
gesponnen draden te verstoppen.Al dat rag ziet er naargeestig uit. Toch kun je de rupsen hun gang
laten gaan. Vóór eind juni verpoppen ze zich en loopt de struik weer snel uit met vers groen blad.
Het rag kan dan worden verwijderd.
Taxuskever
Knabbelt aan de randen van bladeren. De planten hebben hier weinig last van. Het zijn echter niet
de kevers maar zijn larven die enorme schade kunnen aanrichten in je tuin omdat ze de wortels van
planten opeten. Het zijn dikke, witte larven met een bruinoranje kop. Wanneer je deze in potten of
in de bodem tegenkomt, moet je de plant verwijderen en in de vuilinsbak gooien. In het tuincentrum
zijn middelen verkrijgbaar om de kevers te bestrijden. Doe je dit niet, dan leggen ze eieren en heb
je het volgende seizoen een tuin vol schadelijke larven.
Tuinkalender voor juliHet is hartje zomer en de borders zijn nu op hun kleurigst. Langzamerhand bekruipt
je het vakantiegevoel. Stel je eens voor: een paar weken niet werken, misschien een
ander land bezoeken of heerlijk thuis in de hangmat lezen. Let wel op dat de
beplanting door warmte en droogte veel water nodig heeft. Na een frisse douche
kan de beplanting zich herstellen en verder bloeien.
Kraamkamer
Neem stekken van de nieuwe scheuten van vaste planten.
Zaai tweejarige planten.
Gazon
• Maai het gras niet te kort om felle verbranding door de zon te voorkomen. Een grashoogte van 3 tot 5 cm is prima voor de
huidige weersomstandigheden.
• Grasresten van het maaien kunnen in de borders worden gestrooid. Dit houdt de grond vochtig en zorgt er tegelijkertijd
voor dat onkruid weinig ruimte heeft om te groeien.
• Het is verstandig om in de vroege ochtend of in de namiddag te sproeien. Waterdruppels hebben namelijk de werking van
een vergrootglas. Door de zon ontstaan er brandplekken op het gazon en op de beplanting en water verdampt gedurende de
middag meteen.
• Bemest het gras maandelijks voor een mooi gazon. Doe dit bij voorkeur wanneer er een regenbui op komst is, zodat de mest
goed kan inwerken in de bodem.
Lees meer over het aanleggen en onderhouden van gazons
Filmpjes:
Bloembakken en hanging baskets vullen Werken met hoogte in een bloempot
Hoe snoei ik……. Haag mooi taps snoeien Zomerstekken
Vaste planten steunen
Zomeronderhoud vaste planten Water geven en mulchen
Draadalg voorkomen
Waterplanten planten in een mand Onkruid verwijderen op grindpad
15
Vijver
Je wilt meer dieren bij de vijver? Leg dan een steen aan de zonnige kant
van de vijver. Kikkers en andere koudbloedige dieren moeten zich
dagelijks opwarmen en zullen dus op de steen gaan zitten. Ook vlinders
maken graag gebruik van zo'n warme steen.
Door de hogere watertemperaturen hebben de vissen nu ook meer
behoefte aan voedsel. Je mag ze dan ook rijkelijk voeren. Geef af en toe
een paar regenwormen en wat voorgeweekte sla.
Knip uitgebloeide waterlelies regelmatig weg. Dit komt de bloei ten
goede. Ook helpt dit knippen tegen de larven van de leliekever, die in
deze periode de bladeren van binnen aantasten zodat de bladeren bruin
worden en snel afsterven.
Lees meer over het aanleggen en onderhouden van vijvers
Beplanting
• Ga 's ochtends de tuin in om verse bloemen te plukken. Knip of snij de bloemen af en zet
ze zo snel mogelijk in het water. Zo geniet je echt van de zomer in je tuin.
• Luizen op de rozen? Spuit ze met een harde straal van de rozen af of trek handschoenen
aan en verwijder ze met de hand.
• Meerjarigen zoals vergeet mij niet, juffertje in het groen, leeuwenbekje, stokrozen en
campanula's kunnen deze maand nog gezaaid worden.
• Let erop dat planten met een groot blad tijdens droog weer ook genoeg water krijgen.
Het water loopt namelijk snel van de grote bladeren af en bereikt zo nauwelijks de grond.
Zie ook:
Aanleggen en vernieuwen van borders
De juiste plant op de juiste plek
Planten doe je zo
Snoeien
Nieuwe uitlopers van de druif kunnen tot het 4e blad terugsnoeid worden. Als je grote druiven wilt, kun je ongeveer de
helft van alle trosjes verwijderen. Eén trosje per tak is over het algemeen een goede keuze. Haal bij de resterende trosjes
de kleinste druiven weg.
Kijk voordat je gaat snoeien even er geen vogelnesten in de struiken of hagen zitten. Wacht, als dit het geval is, met
snoeien tot de kleine vogeltjes uitgevlogen zijn.
Kijk voordat je gaat snoeien even er geen vogelnesten in de struiken of hagen zitten. Wacht, als dit het geval is, met
snoeien tot de kleine vogeltjes uitgevlogen zijn.
Lees meer over snoeien
Overige
• Hang een maand aan de schuurdeur en doe al het kleine gereedschap hierin. Zo heb je het altijd bij de hand en hoef je niet
bang te zijn dat de dingen kwijtraken.
• Kinderen vinden het heerlijk om met lekker weer buiten te spelen. Om ze een handje te helpen kun
je een badje in de tuin zetten. Om kale plekken in het gras te voorkomen kun je het badje het
beste om de paar dagen verplaatsen.
• Houd op een creatieve manier de vogels op afstand van de zaaibedden en de jonge planten. Plaats
een kinderwindmolentje bij de desbetreffende beplanting en laat alles zo rustig groeien.
• Knip wat takjes tussen de in volle bloei staande lavendel om te drogen. Gedroogde
lavendelbloemetjes ruiken heerlijk. Stop ze in een linnen zakje en laat ze geuren tussen je
linnengoed.
16
Moestuinkalender voor juli
Zaaien
Deze maand kun je nog zaaien: Andijvie, Kropsla, Oost-Indische kers, Palmkool, Radijzen,
Rapen, Spinazie, Tuinkers, Wortelen
Opeenvolgende zaaisels moeten worden gedund tot ze op de juiste onderlinge afstand staan.
Kasgewassen
• Tomaten, komkommers,paprika’s, meloenen etc. hebben water en vloeibare voeding nodig.
Om plagen te voorkomen is het verstandig om biologische middelen te gebruiken.
Oogsten
• Iedere dag valt er nu meer uit je moestuin te
oogsten. Het beste is om wat je verzamelt uit
je moestuin dezelfde dag nog op te eten. Zodra
groenten zijn geoogst, beginnen ze in kwaliteit
achteruit te gaan omdat het vocht verdampt
uit de vezels.
Zie ook: Alles over de moestuin
(Her)ken je onkruidMet onkruid worden planten bedoeld die zich in je tuin gevestigd hebben terwijl ze daar niet (meer) welkom zijn. Dat kunnen
wilde planten zijn, maar in mijn tuin reken ik bijvoorbeeld ook de aardpeer, Campanula en brunel tot deze categorie. Ooit, toen
ik nog niet beter wist, voor enthousiasme geplant, nu met geen mogelijkheid weg te
krijgen.
Tijdig bestrijden is dan ook een goede zaak. Tijdig wil zeggen vóór ze zaad zetten
of de wel gewenste planten verstikken. Doe dit wel op een millieuvriendelijke
manier, bijvoorbeeld door wieden (wel met wortel en tak uittrekken, stukjes
wortel die je laat zitten worden vaak weer nieuwe planten) of door ze af te
branden.
Onkruidbestrijdingsmiddelen zijn niet goed voor het millieu in je tuin, óók niet de
producten die claimen onschadelijk te zijn! Dit zijn de meest voorkomende (en dus
meest gehate) soorten:
Brandnetel Hondsdraf Kleefkruid Kweekgras
Filmpjes:
Duurzaam groenten kweken Teeltplan en bemesting
Zaaien en planten
Bonen zetten Kruiden in de moestuin
Bijzondere tomaten
Courgettes kweken Sla kweken Slakken bestrijden
Fruitbomen snoeien
Meer zien? Onkruid verwijderen, deel 1
Onkruid verwijderen, deel 2
Onkruid verwijderen, deel 3
Onkruid verwijderen tussen tegels Schoffelen
Natuur in mijn tuin - onkruid
Onkruidbrander Zonder is gezonder
Een andere kijk op onkruid
Onkruid van zaailingen onderscheiden
17
Kruipende boterbloem Wegdistel Melkdistel Vogelmuur
Straatgras Akkerwinde Braam
If you can’t beat them, eat them!
Brandnetelsoep
400 gr. jonge brandneteltoppen, 2 halfgaar gekookte aardappelen, 1 l. melk of 8-1/2 dl. water, 1 grote gesnipperde ui, 1 teentje knoflook,
2 el. olie of boter
Was de brandnetels goed in koud water. Verwijder de bladeren van de steel. Houd een kleine hoeveelheid apart voor de garnering. Doe de olie of
boter in een pan en smoor de bladeren, stelen, ui en knoflook 10 minuten. Voeg de melk (of water) en de aardappelen toe en laat alles nog eens 10
minuten koken. Laat de soep iets afkoelen en zeef of vermaal alles met een mixer tot een glad geheel. Warm de soep weer op, snij de apart
gehouden bladeren fijn en strooi ze voor het opdienen over de soep. Breng het geheel op smaak met zout en peper.
Brandnetelsoufflé
1 kg. jonge brandnetelblaadjes, 4 kleine broodjes of beschuit, 15 gr. boter of 2 eetlepels olie, 1 glas melk, 2 uien fijngesneden, 1 ei, venkel, zout
Kook de brandnetels 10 min. in water met wat zout. Laat ze uitdruipen en hak ze fijn. Doe de boter of de olie in de pan. Voeg de ui en
verkruimeld brood of beschuit toe en laat het geheel 2 min. sudderen. Scheid het ei en klop het eiwit luchtig. Meng de brandnetels samen met
het eiwit, dooier en broodkruim. Voeg zout en venkel naar smaak toe en schep het in een goed ingevette schaal. Zet het een half uur in een
voorverwarmde oven (190 graden) en dien het meteen op.
Brandnetel pasta
Brandnetels (alleen de toppen), magere spekblokjes, pasta, roomsausje met tuinkruiden uit een pakje, geraspte kaas
Brandnetels goed wassen en grof hakken. Pasta gaar koken en de spekblokjes even bakken. De brandnetels bij de spekblokjes voegen en laten
slinken (er blijft weinig van over, gebruik dus veel brandnetels). Voeg het roomsausje toe en daarna nog even doorwarmen. Roer de gekookte
pasta erdoorheen en het is klaar om op te dienen. Doe er op je bord wat geraspte kaas over.
Dit recept heeft oneindig veel variatiemogelijkheden: wat salami bij de spekjes of bijvoorbeeld creme freche of room culinair in plaats van het
roomsausje.
Stamppot van raapstelen en brandnetel voor 4 personen
1 kg. aardappels, 1 bosje raapstelen, 500 gr. brandnetel, 250 gr. komijnekaas, zout en peper, eventueel melk
Kook de aardappels gaar en stam ze fijn. Blancheer de brandnetel en laat ze goed uitdruppelen. Was de raapstelen en hak de raapstelen en de
brandnetels fijn. Vermeng dit met de aardappelpuree en warm dit goed door. Op smaak brengen met peper en zout. Snij de kaas in blokjes en
roer deze door de stamp. Is de stamppot erg droog? Doe er dan wat melk bij. Direct serveren.
Brandnetelsalade met yoghurt
500 gr. brandnetel, 4 1/2 dl. yoghurt, 1 theel. komijnzaad geroosterd en fijngemalen, 1/2 theel. garam masala, 1/4 theel. zwarte peper
Spoel de brandnetel met heet water en snijd hem fijn. Laat de yoghurt 3 uur uitlekken. Roer alles dooreen en serveer als bijgerecht bij een
maaltijd.
18
Zevenblad Paardenbloem Vogelmuur Knopkruid
Driedelig tandzaad Akkerdistel Fluitekruid Bijvoet
If you can’t beat them, eat them!
Gesmoord zevenblad
800 gr. bladeren van het zevenblad, 3 el olie, 3 uien, 3 teentjes knoflook, mespunt foelie, 3 aardappelen, zout, 3 el. room
De bladeren wassen, in een zeef begieten met kokend water en laten uitlekken. De gehakte ui en de knoflook glazig bakken in de olie, de bladeren
toevoegen en ze even laten meesmoren. geraspte aardappelen, room en zout toevoegen en alles opsmaak brengen met gemalen foelie. het mengsel
al roerend dikker laten worden.
Gegratineerd zevenblad
Een slamandje vol zevenbladblaadjes, 1 el. olijfolie, 1 gesnipperde ui, 1 dl. groentenbouillon, peper,nootmuskaat, 150 gr. champignons,
1 el. tarwemeel, 1 dl. room, plakken (harde) geitenkaas (of een andere pittige kaassoort)
Ui licht fruiten. Zevenblad en champignons toevoegen. Even laten stoven. Bouillon toevoegen. Ca. 10 minuten laten sudderen (ouder blad heeft wat
langer nodig). Bouillon afgieten (bewaren). Groenten laten uitdampen, in de ovenschaal doen. Bouillon verhitten. Tarwemeel oplossen in een beetje
water, samen met room aan bouillon toevoegen. Kort doorkoken. Op smaak brengen met nootmuskaat en peper. Over de groenten gieten.
Bedekken met de kaas. Ongeveer 30 minuten in een voorverwarmde oven van 200 graden (evt. nog even onder de grill).
Macaroni met zevenblad
400 gr. macaroni, 250 gr. gehakt, 2 gesnipperde rode uien, grote pan met vers geplukt en goed gewassen jonge zevenblad, bakje champignons, 1
beker crème fraîche, 1/2 bakje roomkaas met kruiden, zout, olijfolie, el. bouilonpoeder
Rul het gehakt in een el. olijfolie, voeg zout en bouilonpoeder toe. Voeg de rode ui toe en laat even meebakken. Kook ondertussen de macaroni
gaar. Kook ook het zevenblad tot het slinkt. Voeg de gesneden champignons aan de gehaktmassa toe. Meng wat van de crème fraîche door het
zevenblad en pureer dit. Meng de rest van de crème fraîche, de roomkaas en de gepureerde zevenblad door de gehaktmassa. Schep de macaroni
in de borden en doe de gehakt/zevenblad saus er over heen.
Haringsalade met zevenblad
Drie zoute haringen, 1 grote gesnipperde ui, handje rozijnen, 1 citroen, flinke hand zevenblad, handje daslook (of 1 teen geperste knoflook),
handje kleine augurkjes, peper, chilipoeder, klein pakje room (of plantaardige vervanger), kwart komkommer
Was alle groenten. Hak de daslook en het zevenblad fijn. Pers de citroen uit en snij de komkommer in kleine blokjes. Snij de augurkjes in drieën.
Haal de staarten van de haring en snijd deze in kleine stukjes. Meng alle ingredienten in een kom. Ideaal om vantevoren klaar te maken en te
bewaren in de koelkast waar de smaak lekker verder kan trekken.
19
Hanepoot Herderstasje Herik
Parapluutjesmos Melganzevoet Raket
If you can’t beat them, eat them!
Wilde Pesto
50 gr. onkruid, alleen de blaadjes (je kunt gebruiken wat er op dat moment te vinden is: brandnetel, zevenblad, look-zonder-look, hondsdraf,
duizendblad, citroenmelisse, munt, paardenbloemblad, madeliefjes, daslook, lavas, blad van radijs, bieslook, rucola, peterselie, selderij,
pimpernel, ect.), 50 gr. noten en zaden (bijv. cashewnoten, pompoenpitten, zonnebloempitten, sesamzaad), 2 teentjes knoflook (of een
daslookbolletje), 10 el. olijf- of zonnebloemolie, 1 el. citroensap, snufje zout en peper
Je kunt de blaadjes mengen, maar om zuiver te kunnen proeven hoe een bepaald onkruid smaakt als je het in de pesto verwerkt, is het leuk om
een aantal verschillende pesto’s te maken van één kruid. Wanneer je weet hoe het onkruid smaakt, kun je het later op gevoel mengen met andere
onkruiden om een betere smaak te krijgen. Houd dan ook de overige ingrediënten constant. Als je de smaken van de wilde groenten wilt
vergelijken, is het handig als de hoeveelheid knoflook en zout bijvoorbeeld overal ongeveer gelijk is. Begin met het blad te snijden of knippen.
Wanneer je het onkruid zo in de pesto gooit, zul je een draderige pesto krijgen, want de staafmixer kan de lange vezels niet kapotmaken. Snij of
knip het blad en de dunne stengels dus op maximaal een halve centimeter lengte. Hoe meer je het geduld kunt opbrengen om de wilde groenten in
nog kleinere stukjes te knippen, smeuiiger de pesto zal worden. Gooi de ingrediënten in een hoge smalle beker, Je hebt olie nodig om te kunnen
mixen, dus hoe breder de bodem, hoe minder hoog de olie staat en hoe lastiger het wordt om te mixen. Duw de mixer helemaal tot de bodem
(probeer de olie te bereiken met je mixer, alleen de blaadjes ronddraaien maakt geen pesto) en houdt de beker evt. een beetje scheef om een
diepere laag olie te bereiken. Blijf de blender bewegen en haal telkens de ongeblenderde blaadjes van de zijkant met een lepeltje.
Groene smoothie
1 banaan, 1/2 citroen, 1 stukje gember van 1 cm. (meer kan ook), 1 sinasappel, snufje kurkuma, evt. snufje zeewier of spirulina, onkruid zoals
brandnetel, zevenblad, jonge kleefkruid toppen, (een beetje)hondsdraf, duizendblad, paardenbloemblad, dovenetel, citroenmelisse, munt, ect.
Snijd of knip alle onkruid in kleine stukjes van max een halve centimeter. anders krijg je draden in de smoothie. Je kunt als je dat lekker vindt
ook sojaroom of yoghurt aan de smoothie toevoegen. Doe alles in een kom, en pureer (vrij lang) met de staafmixer tot een luchtige zachte massa.
Tempura
Wilde groenten, bijv. daslook, paardenbloem, smeerwortel, munt, melisse, dovenetel, brandnetel, hondsdraf, zevenblad, etc., 100 gr gezeefde
bloem, 1 zakje bakpoeder, ijskoud koolzuurhoudend water, 1 eiwit, snufje zout, olie om te frituren
De grote truc van tempura is het grote temperatuurverschil tussen de olie en de tempura. Zorg dus dat alle ingrediënten ijskoud zijn (evtl. even
in de vriezer bewaren). Verhit de olie. Vermeng bloem en bakpoeder. Voeg net voordat je gaat bakken het losgeklopte eiwit en zoveel ijskoud
water toe totdat een yoghurtdik mengsel ontstaat (er mogen best wat klontjes blijven zitten). Haal de groenten door het mengsel en frituur ze
aan beide zijden goudgeel (door het temperatuurverschil zet het deeglaagje uit). Bewaar tussen de bakbeurten door het beslag in de koelkast of
maak een au-bain-marie schaal met ijsblokjes waar je het beslag inzet.
20
Herderstasje Kleine veldkers Perzikkruid Heermoes
Geneeskrachtige klaploperDe klaproos is een mooie bloem die rood van kleur is. Hij komt oorspronkelijk voor in het Middellandse Zeegebied en heeft
zich door heel Europa, Azië en Noord Afrika verspreid. Hij is ingevoerd in Noord Amerika, Nieuw Zeeland en Australië waar
hij het goed doet. Je kunt hem voornamelijk vinden in bermen en omgewoelde stukken grond. Vroeger was deze
geneeskrachtige, eenjarige plant veelvuldig in korenvelden te vinden maar het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen
heeft daar een eind aan gemaakt.
De klaproos in de oudheid
De oude Egyptenaren maakten slingers van klaprozen. Dat hebben historici kunnen
afleiden uit de resten van graven die zijn gevonden. De antieke Grieken en Romeinen
aten de zaadjes. Ze deden deze samen met de blaadjes door salades.
Rembert Dodoens, de baanbrekende kruidenwetenschapper, beschreef de
slaapverwekkende werking van het sap en de zaadjes. Hij beval het aan als slaapmiddel
door het met honing of wijn te mengen. De oude Kelten gebruikten het sap van de
klaproos om het door een pap te doen die men aan huilbabies gaf. Zo vielen de babies
snel in slaap waardoor men van de geluidsoverlast door huilbuien was gevrijwaard. Het
babietje slaapt als een klaproos.
Etymologie van de klaproos
In het Latijn heet de klaproos: papaver rhoeas. Van de Kelten komt het woord papaver. Papa
betekent namelijk brij of pap in het Keltisch, ontleend aan hun toepassing op huilbabies. Rhoeas
komt uit het Grieks en betekent ¨vallend¨. Dat slaat op de bloemblaadjes die inderdaad snel vallen
als ze eenmaal hebben gebloeid. Wat overblijft is een bol met het sap en de zaadjes.
Klaproos als medicijn
Voor het gebruik van de geneeskracht van klaproos worden voornamelijk de bloemen aangewend. De
maximale dosering is ongeveer 1.5 gram per dag. Andere toepassingsmogelijkheden zijn
moedertinctuur, fijngemalen poeder in capsules en een hoestsiroop. Klaproos wordt voornamelijk
If you can’t beat them, eat them!
Paardenbloemmarmelade
100 gr paardenbloem-bloemen, 1 citroen, 1 sinaasappel, 150 gram geleisuiker, 200 ml water
Gebruik voor dit recept alleen de bloeiende bloemen. Verwijder steeltjes en blaadjes. Rasp de citroen en sinaasappel en pers ze uit. Mix alles en
kook dit ongeveer 4 minuten door. Laat het mengsel afkoelen en bewaar het in schone, glazen potten. Deze marmelade is niet lang houdbaar.
Rauwkostsoep met vogelmuur
400 gr. vogelmuur, 150 gr. aardappels, 5 cl. olijfolie, teentje knoflook, 1¼ l. water, 1¼ l. melk, zout
Kook de aardappel zacht en pureer deze. Snijd de vogelmuur fijn en voeg toe aan de puree samen met olijfolie, knoflook en het zout. Meng het
geheel en voeg ook het water en de melk toe, mix het weer. Warm de soep boven een laag vuur op, wanneer hij te lang staat verkleurt de soep.
Hij is nog wel eetbaar, maar het ziet er minder smakelijk uit. De soep hoort groen van kleur te zijn, niet bruin.
21
ingezet tegen milde aandoeningen als verkoudheid, matige slapeloosheid, lage koorts en menstruatiekrampen. Voor deze
aandoeningen kun je het middel zelf gebruiken maar voor ernstige ziekten is het raadzaam een fytotherapeut in de arm te
nemen.
1. Klaproos werkt verzachtend op de keel en luchtwegen. Het werkt goed als hoestbedarend middel door de rustgevende
eigenschappen. Ook werkt het slijmoplossend en krampwerend, waardoor de hoestneiging verdwijnt. Milde gevallen van
bronchitis, hoest en kramphoest. Kunnen met op klaproos gebaseerde medicijnen verdreven worden. Daarnaast werkt het
goed tegen kinkhoest, strottenhoofdontsteking met heesheid, keel- en amandelontsteking. Dat laatste gebeurt
voornamelijk in combinatie met andere kruiden.
Als er veel klaprozen bij je in de buurt staan kun je deze gebruiken voor het maken van
hoestsiroop:
Overgiet 250 gram verse, gewassen bloemblaadjes met een halve liter kokend water,
Doe het geheel in een schone (uitgekookte) fles en sluit deze goed af,
Laat het een dag staan,
Voeg vervolgens 750 gram honing aan het geheel toe,
Verwarm het maar niet warmer dan 35 graden,
Meng het geheel zorgvuldig tot er een homogeen geheel ontstaat.
De maximale dosering is twee glaasjes siroop per dag.
2. Als rustgevend middel: Klaproos is een kalmerend middel en slaapverwekkend middel. Onrustige slaap en slapeloosheid bij
ouderen of kinderen kan worden genezen door klaproos. Indicaties zoals zenuwachtigheid, rusteloosheid, nervositeit,
prikkelbaarheid, angst, overdreven emotiviteit, palpitaties(hartkloppingen) en hartarythmieën(goedaardige
hartritmestoornissen) kunnen worden opgelost door het innemen van klaproos.
3. Als krampwerend middel: De bloemblaadjes werken spasmolytisch, wat krampwerend betekent. Het werkt daarom goed
tegen kramp in het algemeen, maagkrampen en menstruatiekrampen. Daarnaast werken de blaadjes als emmenagoog, een
medisch woord wat staat voor menstrua tiebevorderend. Een werking die in deze alinea genoemde effecten ondersteunt is
het feit dat klaproos licht analgetisch werkt. Analgetisch betekent pijnstillend.
4. Uitwendig gebruik: Een compres van klaproos op de oogleden werkt goed tegen vermoeide ogen en geïrriteerde ogen. De
verzachtende eigenschappen van de bloem zijn hier voornamelijk verantwoordelijk voor. Daarnaast wordt klaproos
gebruikt om mee te gorgelen. Op deze wijze gaat het angina of keelpijn tegen.
5. Cosmetisch gebruik: De rode bloemen worden gebruikt om over de wangen te worden gewreven zodat je een natuurlijke
rode blos verkrijgt. Je wangetjes worden rozig. Wanneer je 15 gram bloemblaadjes in een halve liter water kookt en het
laat afkoelen en zeven, dan heb je zelf een natuurlijke lotion voor je huid gemaakt. Je huid zal er frisser uitzien als je de
lotion opdoet. Je kunt een doek in het water deppen en dit als compres voor de huid
gebruiken.
Het eten van klaproos
De zaden van de klaproos worden net als maanzaad in het eten gebruikt. De
zaden bevatten geen alkaloïden die voor gevaarlijke werkingen zouden kunnen
zorgen. De klaprooszaden kunnen gebruikt worden om een olie uit te persen dat
je net zoals olijfolie kunt gebruiken om in te bakken of over salades te doen. De
bladeren kunnen ook gegeten worden, maar met mate. De bladeren kun je plukken
als de zaadbol nog niet is verschenen. Je kunt de bladeren rauw eten of op
dezelfde wijze als spinazie koken. de bloemetjes kun je ook eten; je kunt ze als
slablaadjes door een salade mengen of bovenop de sla leggen om de mooie kleur.
Overdosis klaproos
Klaproos kent geen bijwerkingen noch contra-indicaties noch interacties met
andere geneesmiddelen. Daarbij moet wel in aanmerking worden genomen dat de maximale dosering van de bloemblaadjes 1.5
gram per dag is en niet overschreden mag worden.
22
Zeg het met (on)kruid!Al sinds de oudheid worden bloemen gebruikt om de ander iets duidelijk te maken. Tijdens de middeleeuwen, maar ook al in
perioden daarvoor, werd veel waarde gehecht aan symboliek. In de huidige tijd dreigt deze verloren te gaan door de moderne
communicatiemiddelen. Zonde! De rode roos, als teken dat je van de ontvanger houdt, is overbekend. Er zijn echter nog veel
meer wilde bloemen die een symbolische waarde hebben. Zo kijk je ineens met heel andere ogen naar het (on)kruid in je tuin…..
Boterbloem:
Symbool voor zelfrespect (rijkdom), kinderlijke onbevangenheid en stralende charme. Als kerkelijk
symbool staat de boterbloem voor het celibaat. In het Engels heet hij 'Buttercup', een vrouwelijk symbool
voor ontvangen.
Brandnetel:
Symbool voor hatelijk.
Kamille:
Symbool voor feestelijk en zonnig.
Dotterbloem:
Symbool voor ontvangen (door zijn vorm).
Egelantier:
De egelantier is een wilde rozensoort in Europa en staat sinds oudsher symbool voor liefde.
Fluitekruid:
Bij de verkiezing van het mooiste meisje van het dorp werd fluitenkruid gebruikt als symbool.
Waarschijnlijk een oud Germaans ritueel.
Guichelheil:
Guichelheil is het symbool voor ontmoeting en vergeving.
Rode klaver:
In de Keltische cultuur was de rode klaver het symbool voor bekoolijkheid en vruchtbaarheid.
Klaproos:
De klaproos als symbool voor de dodenherdenking is ontstaan door een veldslag in Vlaanderen in de Eerste
Wereldoorlog (doordat de slagvelden in de daaropvolgende lente wederom rood kleurden, zij het ditmaal
met bloemen). Algemeen staat de klaproos symbool voor troost, slaap, dromen en ook voor hoogmoed en
vergankelijkheid van aardse glorie.
Koekoeksbloem:
Symbool voor nieuw liefde; ik zou je graag beter willen leren kennen.
Korenbloem:
Symbool voor onafhankelijkheid en fijngevoeligheid.
Madeliefje:
Madeliefje, liefje van de wei, staat symbool voor onschuld, reinheid (maagdelijkheid) en trouw in de
liefde/loyale liefde. Madeliefjes, als een ketting geregen, krijgt dan de betekenis van verbondenheid en
geluk.
23
Margriet:
Margarites, Grieks voor margriet, betekend parel. De margriet staat symbool voor liefde en onschuld,
bescherming en waarheid. Als je de margriet aan iemand geeft staat het symbool voor: Je maakt me
gelukkig. De bloem staat ook symbool voor kind van het licht; je bent het zonnetje in huis.
Monnikskap :
De monnikskap is een zeer giftige plant en werd om die reden in de Middeleeuwen wel toegediend aan ter
dood veroordeelden. De symbolische waarde zit in de vorm van de bloem. De dolende ridder.
Paardebloem:
Symbool voor gematigdheid en absurditeit. In mindere mate wordt de paardebloem ook als symbool
gebruikt voor geluk en trouw.
Pinksterbloem:
De pinksterbloem is verbonden met pinksteren en staat, zoals veel voorjaarsbloeiers, symbool van
vruchtbaarheid. De bloem staat ook symbool voor vurig.
Sint-Janskruid:
Sint-Janskruid bloeit altijd rond 24 juni, de dag van Sint Johannes. In de Germaanse cultuur staat deze
bloem symbool voor het licht en de zomerzonnewende. Synoniem voor Sint-Janskruid is 'Jaag den duvel'.
In vroeger tijde was Sint-Janskruid een afweermiddel tegen hekserij.
Sleutelbloem:
De primula staat symbool voor hoop, groei en liefdesverklaring. Ook voor een nieuw begin.
Steenbreek:
Symbool van de wederopstanding; doet rotsen splijten. Steenbreek is ook het symbool voor een prachtige
glimlach en ootmoed (gevoelvan nederigheid).
Ijzerhard:
IJzerhard staat symbool voor ontroering, verzoening en liefde. Bij de Germanen speelde het kruid een rol
bij oorlogs en vredesbeslissingen.
Vergeet-me-nietje:
De naam 'vergeet-me -niet' is gelijk de symboliek. Voor altijd in jouw gedachten, ware liefde. Daar spreekt
ook hoop uit.
Vingerhoedskruid:
Symbool voor grillig, bescherming, sprookjesmagie, liefde gaat niet diep.
Driekleurig viooltje:
Symbool voor vrijdenken en affectie.
Maarts viooltje:
Dit viooltje bloeit vroeg in het voorjaars en is welriekend. Het symboliseert daarom de verleiding.
Akkerviooltje:
Dit witte viooltje is symbool voor nederigheid, bescheidenheid en jeugdige onschuld.
Vlas:
In de middeleeuwen geloofde men dat vlasbloemen bescherming boden tegen toverkracht.
24
Water-onkruidZodra je doorhebt wat algen nodig hebben om gelukkig te zijn, weet je ook meteen wat je kan doen om ze te beperken. Het
kost tijd om de balans in een vijver te vinden, in ieder geval enkele maanden. Even geduld hebben, dus, maar dan heb je ook
wat! Wanneer het water eenmaal helder is, zou het zo moeten blijven.
Tenminste, zolang het evenwicht niet wordt verstoord en je weer wordt
geconfronteerd met groene onderwaterwolken.
Algen kun je laten verhongeren door ze geen voedingstoffen te geven:
Rottende plantendelen zijn voor algen een koningsmaal, dus weghalen.
Pot waterplanten om dezelfde reden niet op in aarde waaraan meststoffen
of turf zijn toegevoegd. Gebruik in plaats daarvan speciale grond voor
vijverplanten die je afdekt met een laagje grit of kiezels.
Vijverplanten heb je sowieso nodig omdat ze overtollige mineralen etc. uit
het water filteren.
Geef de vissen niet te veel eten en zorg ervoor dat het er niet te veel worden
Gebruik regenwater om de vijver bij te vullen in plaats van kraanwater. Als dat niet mogelijk is, laat het water dan met
een dun straaltje erin lopen. Hierdoor komt er meer zuurstof in het water en wordt het evenwicht niet verstoord.
Voeg zuurstofplanten aan de vijver toe.
Installeer om dezelfde reden een kleine pomp/fonteintje.
Draadalg kun je met de hand, een stok of schepnet uit de vijver halen.
Zorg voor schaduw, bij voorkeur door het gebruik van planten als
waterlelies en lisdodde. Streef ernaar dat minstens 50% van het
wateroppervlak is bedekt. Schaduw door een boom kan natuurlijk ook,
maar let er dan op dat er geen bladeren/bloemen in het water blijven
drijven.
Controleer ieder voorjaar het PH-gehalte van het water. Laat dit bij
voorkeur neutraal zijn.
Een te hoog basisch gehalte kan het gevolg zijn van beton of cement aan de waterkant. Een te hoge zuurgraad wijst op een te
veel turf in de omgeving van de vijver (een probleem dat veel bij veengrond voorkomt).
Lok het dierenleven je vijver in.
En als dat allemaal niet helpt:
Voeg stro aan het water toe. Naarmate dit verrot onttrekt het nitraat aan het water. Dit
is een belangrijke voedselbron voor algen. Haal het er altijd na 6-8 weken uit, anders is
het voor niets geweest.
Watervlooien (Daphnia) voeden zich met algen. Dit kan alleen in visloze vijvers!
In kleinere vijvers kan een filter worden geplaatst, zowel mechanische als biologische.
Als zelfs dat niet helpt (maar alleen dan!):
Tuincentra verkopen anti-alg chemicaliën. Gebruik er nooit meer van dan op de verpakking
is aangegeven. Zodra dit niet wordt toegevoegd, komen de algen terug.
Nog wat algemene tips met betrekking voor een goede balans in je vijver:
Zorg voor minimaal een halve dag zonlicht op je vijver.
Een vijverdiepte van tenminste 75 cm. en een oppervlakte van minimaal 3,5 vierkante meter is ideaal.
Kleine vijvers kennen grotere temperatuurverschillen. Dit maakt het vinden van balans vrijwel onmogelijk. Ze moeten ook
vaker worden bijgevuld, met regenwater.
25
Grondbedekkers: nooit meer wieden!Ze groeien lekker snel in de breedte en bedekken zo kale plekken in de tuin. De één noemt ze woekeraars, de ander
bodembedekkers. Het zijn bijzondere planten, die eigenlijk meer aandacht verdienen omdat ze kale c.q. lastige plekken in de
tuin bedekken met een tapijt van blaadjes en bloemetjes. Veel mooier en diervriendelijker dan een laag mulch, toch?
Werkbespaarders
Planten zorgen niet alleen voor een rijk bodemleven, ze voorkomen ook dat
grond droog en korrelig wordt. Ook houden ze voeindingsstoffen vast die
anders zouden wegspoelen. Met andere woorden: met bodembedekkers in de
tuin hoef je minder water en mest te geven. Bodembedekkers zijn ook een
natuurvriendelijk middel in de strijd tegen onkruid. Door hun groeiwijze nemen
ze snel bezit van kale tuingrond of onbedekte grond onder heesters en bomen.
Zo nemen ze licht weg en kan veel onkruid niet meer kiemen.
Je kunt zelfs je grasveld door bodembedekkers vervangen (één soort is het
mooist). Misschien moet je dan nog een seizoen of twee wieden maar daarna
kun je genieten van een uniek plantenveld. De grasmaaier kan voorgoed de deur
uit.
Als je het zonde vindt om over de planten te lopen kun je stapstenen gebruiken. Planten die op deze manier kunnen worden
gebruikt zijn Tiarella cordifolia (schuimbloem, voor in de halfschaduw), Cotula squalida (voor in de zon), loopkamille of thijm.
Voor een grootser en ruiger effect is een laagblijvende bamboe als Sasa veitchii een aanrader. Die kun je maaien als gras
(maar véél minder vaak). Dit kan alleen in grote tuinen, want de plant woekert nogal. Gebruik dus een begrenzer.
Meer leven in de tuin
Vooral de grote groep vroegbloeiende bodembedekkers is een belangrijke voedselbron voor
bijen en hommels in hun prille zoektocht naar nectar. Hoe meer bloemen, hoe meer voedsel.
Een plantentapijtje is ook een ideale schuilplaats voor insecten, amfibieën en kleine
zoogdieren. Padden houden er hun winterslaap. En in de lente zoeken vogels tussen de
planten naar voedsel en nestmateriaal.
Altijd mooi
Met bodembedekkers is je tuin in de winter nooit meer kaal. Als je voor
verschillende soorten kiest met elk een andere bleoiperiode, bloemkleur en
bladvorm, is er het hele jaar genoeg in de tuin te zien. Als de zomerheesters nog
niet bloeien, is een tapijt van bijvoorbeeld blauwbloeiend longkruid (Pulmonaria) of
blauwe onschuld (Omphalodes) een fraai gezicht.
Bodembedekkers combineren op bloeitijd en bloemen is als schilderen en
combineren op bladvorm en -kleur is een kunst op zich. Toppers op dit gebied zijn:
Adiantum pedatum (venushaar), Asarum europaeum (mansoor), Brunnera
macrophylla, Hakonechloa macra (japans siergras), Hosta (hartlelie).
Scheuren voor een (iets minder) snel resultaat
Wie snel resultaat wil, moet veel planten aanschaffen. Daar hangt een prijskaartje aan. Vooral als je grote delen van de tuin
wil aankleden. Het kan handig zijn om te kiezen voor een gemakkelijk te scheuren bodembedekker. Op deze manier kun je
beginnen met het aanplanten van een relatief klein deel van de tuin (en de rest mulchen). In het najaar scheur je de gekochte
bodembedekkers in vijf tot zes kleine plantjes. Die kun je dan gebruiken voor het nieuwe tuindeel.
Met weinig moeite voorzie je je tuin zo van bodembedekkers uit eigen
kwekerij. Dit zijn snelle starters die geschikt zijn om te scheuren: Ajuga
reptans (zenegroen), Geranium macrorrhizum (ooievaarsbek), Omphalodes
verna (onschuld), Pulmonaria (longkruid), kaukasische vergeet-me-niet,
Heuchera
Hoeveel planten per vierkante meter?
Een vuistregel voor de meeste vaste planten is minimaal negen stuks per
vierkante meter. Bij kleine heesters voldoen vijf planten. Afhankelijk van
de groeisnelheid van de plant en je geduld kun je van deze regel afwijken.
Hoe hoger het aantal planten per vierkante meter, hoe sneller ze een
aaneengesloten dek vormen en onkruid wieden tot het verleden behoort.
Meer zien?
Bodembedekkers snel gelegd Bodembedekkers in tuinreservaat
Sedum als grondbedekker
Pachysandria for dummies How to plant a flowering ground cover
Top-10 ground covering plants
26
Andere mooie en gemakkelijke bodembedekkers
Wintergroen: Bergenia (schoenlappersplant), Dryopteris erythrosora (mannetjesvaren), Epimedium peralchicum (elfenbloem),
Liriope muscari (leliegras), Vinca (maagdenpalm)
Bloeiend tapijt: Alchemilla mollis (vrouwenmantel); Ceratostigman plumbaginoides (loodkruid); Dicentra formosa (gebroken
hartje); Geranium endressii (ooievaarsbek); Nepeta nervosa (kattenkruid)
Deze planten ruiken ook nog lekker: Chamaemelum nobile (loopkamille); Galium odorata (lieve-vrouwen-bedstro); Mentha
requienii (loopmunt); Origanum majorana (marjolein); Thymus sperpyllum (kruipthijm)
Kruipende klimmers, of klimmende kruipers: Clematis x jouiniana; Clematis heracleifoila; Hedera helix (klimop)
Vochtliefhebbers: Lysimachia nummularia (penningkruid); Houttuynia cordata
Schaduwminnaars: Corydalis lutea (vogeltje-op-de-kruk); Convallaria majalis (lelietje van dalen); Epimidium x versicolor
(elfenbloem); Euphorbia amygdaloides ssp. robbiae (wolfsmelk);
Zonaanbidders: Cerastium tomentosum (hoornbloem); Acaena microphylla (stekelnootje); Anaphalis triplinervis (siberische
edelweiss); Artemisia ludoviciana; Stachys byzantina (ezelsoor)
Tuinkalender voor augustusAugustus staat bekend als een warme maand. Toch nemen de groei en bloei langzamerhand af. Geniet nu daarom extra van de
tuin tijdens de laatste echte zomerdagen.
Gazon
Maai het gras regelmatig. Het is beter om de messen steeds af te stellen op het weer. Als het
droog en warm is mag het gras langer blijven, dus kunnen de messen hoger afgesteld worden.
Besproei het gazon tijdens warme dagen, doe dit niet overdag omdat het water dan erg snel
verdampt. Het is overigens beter om eens per week een aantal uren te sproeien dan dagelijks
een kwartier.
Lees meer over het aanleggen en onderhouden van gazons
Vijver
Bescherm je vijver goed, want de jonge reigers zijn uitgevlogen en moeten nu zelf voor
voedsel zorgen. Vooral in de vroege ochtend en in de avondschemering zijn ze actief.
Controleer, als het vijverwater troebel is, als eerste of er voldoende zuurstofplanten zijn.
Toevoegen van watervlooien wil ook nog wel eens snel resultaat hebben.
Tijdens langdurige droge periodes kan het waterniveau van de vijver erg zakken. Zorg er
daarom voor dat uw vijver regelmatig bijgevuld wordt.
Lees meer over het aanleggen en onderhouden van vijvers
Beplanting
Plaats voor een leuk effect dakpanpotten op uw dak. Plant er vetplantjes in, zodat de planten goed blijven tijdens heet
weer. Bij regenval krijgen ze weer voldoende water om een tijd te kunnen groeien.
Doordat zonnebloemen hard groeien hebben ze regelmatig water en plantenvoeding nodig. Houd ook in de gaten dat ze
omver kunnen waaien, dus bind ze op tijd aan stokken. Uitgebloeide zonnebloemen kunnen nog gebruikt worden. Snijd ze af
en leg ze op een plaats waar ze kunnen drogen. Hierna kunnen ze gebruikt worden
als voer voor de vogels.
Augustus is de maand om te beginnen met het stekken van de kuipplanten. Neem
krachtige kopstekken van ongeveer 10 cm en verwijder de bloemen. Haal de
onderste bladeren weg en snij de stek onderaan schuin af.
Zie ook:
Aanleggen en vernieuwen van borders
De juiste plant op de juiste plek
Planten doe je zo
27
Snoeien
Snoei de coniferenhaag deze maand twee keer. Zorg er tijdens het snoeien voor de
haag aan de bovenzijde smaller wordt, zodat de onderste takken ook licht kunnen
krijgen. De haag wordt hier mooier door.
Na het oogsten van bessen en bramen kunnen deze struiken teruggesnoeid worden.
Tegen het einde van augustus kunnen de
meeste hagen hun laatste knipbeurt krijgen
omdat ze dan zijn uitgegroeid.
Lees meer over snoeien
Overige
Deze zomermaand is vooral om van de tuin te genieten en een beetje vakantie te houden
wat tuinieren betreft. Gebruik de tuin of het balkon als extra 'woonkamer' om volop te
genieten van de zwoele zomeravonden, de zon en de heerlijke ge uren en kleuren.
Het ontstaan van schimmelziekten zoals meeldauw en de verwelkingziekte kan tegen
gegaan worden. Door 's ochtends te sproeien is de kans kleiner dat deze ziekten
voorkomen in uw tuin.
Ververs dagelijks het water in het vogelbadje. Niet alleen vogels, maar ook egels drinken
ervan tijdens de droge perioden.
Moestuinkalender voor augustusDit is de tijd die echt opbrengst oplevert. Er valt heel veel te oogsten. Het is een maand waarin je meer zult oogsten dan
zaaien. Lange lome avonden waarop je lekker buiten kan zitten en kan genieten van je tuin en de grote opbrengst.
De moestuin is nu volgroen en hier en daar doorspekt met felle kleuren van ondermeer tomaten en paprika´s. Veel water geven,
mesten, onkruid wieden, opschonen en netjes maken zijn nu je dagelijkse bezigheden.
Zaaien
Aan het begin van deze maand kan je beginnen met zaaien voor het volgende jaar. Denk
hierbij aan: snijbiet maar ook kolen en lente-uitjes.
Zaai groenbemesters op plekken die je dit jaar niet meer gaat gebruiken.
Voor oogst in dit seizoen kun je nog zaaien: Raapjes, Radijzen, Pluksla, Wortelen, Spinazie,
Tuinkers
Onderhoud klimmende planten
Als ze de top van hun klimsteun hebben bereikt, haal dan de topjes eraf. Op deze manier zet
je de plant aan om extra veel vruchten te vormen.
Zaailingen uitplanten
Gewassen die aan het begin van de zomer zijn opgekweekt, moeten nu worden uitgeplant.
Nu oogsten
Andijvie, Augurken, Komkommers, Bieten, Rapen, Witlof, Peterselie,
Koolrabi, Kervel, Chinese bieslook, Radijzen
Opruimen
Haal alle resten van geoogste groenten meteen weg om ongedierte en
ziektes te voorkomen. Hierdoor zul je ook merken dat het onkruid
bestrijden makkelijker wordt.
Zie ook: Alles over de moestuin
28
Allemaal beesjes: De kat als ongeluksbrengerDe een vindt het een schijnheilig, wreed en afstandelijk beest dat even welkom is in de tuin als een slak of bladluis. De ander
houdt juist van hem om zijn zachtheid, zijn gratie en zijn intelligentie. Geen huisdier wordt zo zwart/wit beoordeeld als de
kat. Deze ambivalente houding van de mens heeft het dier zowel zegen als rampspoed gebracht.
Misschien heeft het ermee te maken dat, volgens sommige wetenschappers, het niet de méns is die ervoor gekozen heeft om
de kat als huisdier te nemen, maar dat het juist andersom is. De kat koos voor de mens. Dat is niet alleen een grappige, maar
misschien ook een aannemelijke theorie. De warmte en behaaglijkheid van ons kampvuur én het daar bereide voedsel zouden de
kat hebben aangetrokken.
Zoals jullie misschien al weten, ben ik een grote fan van het verschijnsel Kat.
Twee van deze fenomenen hebben hun intrek in ons huis genomen en leven
zich nu uit op bank, behang en vloerbedekking. Mijn liefste en ik tolereren
dat, want zeg nou zelf: die grote ogen, die gespitste oortjes, die prachtige
pluimstaarten, poezelige pootjes en pronte kontjes. Daar kun je toch gewoon
geen weerstand aan bieden?
Helaas kunnen een heleboel mensen dat wel, en lopen er veel verwaarloosde en
mishandelde poezen rond. Daarom zijn wij lid van de Haagsche Stichting
Kattenzorg. Zij doen veel goed werk en kunnen altijd hulp gebruiken. Steun
hen, of een vergelijkbare vereniging bij jou in de buurt.
Huis en personeel
Is het niet zo dat veel kattenkenners zeggen dat de kat zich niet zozeer aan de mensen hecht maar des te meer aan hun huis?
En worden wij door hem niet beschouwd als zijn ‘personeel’? Een hond is een joris goedbloed, die zijn hele wel en wee
overgeeft aan zijn baas. Maar de kat? Als puntje bij paaltje komt, kan die zich prima redden in zijn eentje. Wij mensen maken
hem het leven alleen gemakkelijker. Maar hij geeft ook weer terug.
Wij merkten namelijk al snel dat de kat ons afhielp van lastige knaagdieren. Met het ‘voor wat
hoort wat’ zat het wel ‘snor’.Mooie reden voor kat en mens om een verbond aan te gaan.
Legenden en sagen over de relatie tussen mens en kat gaan terug tot 3000 v C. Maar het
feitelijke samengaan is waarschijnlijk al veel eerder gebeurd.
Tempels en mijnen
In het oude Egypte waren katten heilig maar daarnaast populair als huisdier. De godin Bastet
werd vereerd in de vorm van een kat. Zij was de beschermster van de vruchtbaarheid en de
muzikaliteit. Ook de zonnegod Ra kon zich als kat manifesteren. In de tempels liepen katten
rustig rond. Of ze werden gedood en gemummificeerd als offerande voor de goden. Zo populair
waren ze, dat het streng verboden was om katten buiten de grenzen van Egypte te brengen. Hoe
de kat Europa is binnengekomen, is dan ook niet met zekerheid te zeggen.
Verondersteld wordt, dat de Feniciërs de tamme kat
Europa in hebben gesmokkeld. Ze zouden katten
hebben meegenomen tijdens hun zeetochten naar de
tinmijnen in het Engelse Cornwall.
Brenger van kommer en kwel
Door de eeuwen heen is de kat met wantrouwen bekeken Vooral de zwarte kat
heeft het als mogelijke brenger van kommer en kwel zwaar te verduren gehad.
De oude Hebreeërs geloofden dat zij in de asresten van gecremeerde zwarte
katten demonen konden zien. Ook in Europa was de zwarte kat niet veilig.
Heksen en duivels zouden van gedaante kunnen veranderen in zwarte katten.
En, nog enger, hij zou je ziel kunnen inademen. De heksenvervolging in Engeland
en in de Lage Landen was dan ook mede gericht tegen zwarte katten.
De oude Kelten hadden er eveneens een handje van. Zij verbrandden katten als voorwerpen van verering. Ze dachten dat zij
hierdoor de duivels, die volgens hen huisden in deze arme dieren, zouden verjagen. En dan die groene ogen. Die moesten wel de
kijkers zijn van Satan zelf. Om nog maar te zwijgen over de stille, sluipende kattengang. Om de rillingen van te krijgen, toch?
29
Knetterende vacht
De vacht van de zwarte kat heeft een hogere elektrische spanning dan die van zijn
anders gekleurde soortgenoten. Wanneer de lucht erg droog is, of als het onweert, kan
de vacht statisch zijn en knetteren. Deze eigenschap boezemde de mensen vroeger
angst in. Kortom, zwarte katten kregen van alles en nog wat de schuld. Van zwarte gal
en kliergezwellen, van pest en andere ellende. De vergeldingen waren ronduit te
gruwelijk om over na te denken.
De wreedheden tegenover zwarte katten - uit bijgeloof of zelfs als volksvermaak -
gingen door tot in de negentiende eeuw.
Ook nu nog wordt een zwarte kat in relatie gebracht met ongeluk. In asiels zijn het altijd de zwartjes die niet worden
opgehaald. Volkomen onterecht. Want juist zij zijn het liefst en aanhankelijkst, als ze goed worden behandeld.
Katten weren uit je tuin
Je kunt andermans katten ontmoedigen om een bezoek aan je tuin te brengen, zoals:
door de grond in de border nat te houden. Katten houden niet van natte voeten!
door planten dicht op elkaar te planten, zodat er geen plaats meer is om te liggen of te graven. Werkt ook goed tegen
onkruid!
door de grond te bedekken met een net. Planten groeien er doorheen maar katten kunnen zo niet meer graven
door geen etensresten in de tuin te laten slingeren en vuilinszakken in de
schuur te zetten
door vogels op voedertafels te voederen zodat de kat er niet bij kan
door de border te mulchen met kiezels of steenslag
door het gras goed te maaien. Katten geven voor een toiletbezoek de voorkeur
aan langer gras
door op plaatsen waar ze sproeien potten met planten neer te zetten
door stekelige of scherpe takken over zaaibedden en rond vogelbadjes te
leggen. Deze dienen meteen als steun voor slappe planten
door vaseline te smeren op deurposten en de poten van voedertafels
door het plaatsen van een schutting en er op 5 cm. afstand een staaldraad of waslijn boven te spannen.
door het plaatsen van een stekelige heg. Houdt ook ander ongewenst bezoek buiten!
Vergeet echter nooit dat de kat waar jij last van hebt voor anderen een geliefd huisdier is. Net als alle andere dieren volgen
ze hun instinct, dus: doe ze geen kwaad!
Voed je eigen kat op!
Je kunt klagen over andermans katten, maar hoe welopgevoed is de jouwe? Er word gezegd dat
gelukkige, goed gevoede katten meer tijd binnenshuis doorbrengen. Mocht dit (niet geheel
onverwacht) niet lukken, neem dan de volgende regels in acht:
Probeer de tuin zo af te schermen dat je kat er niet uit kan. Dat houdt trouwens ook
andermans katten buiten!
Katers die niet "geholpen" zijn, sproeien om hun territorium af te bakenen. Doe daar wat aan,
zo verminder je ook de kans op verwilderde katten in de buurt!
Reserveer een "katvriendelijke" plek in de tuin, waar hij zich naar hartelust kan uitleven.
Voorzie in een plek met losse, droge grond en strooi hier wat kattengrit en uitwerpselen uit de
kattenbak zodat je kat begrijpt wat de bedoeling is. Zet ook wat paaltjes neer waar hij kan
krabben. Plant hieromheen kattenkruid en valeriaan, planten waar katten dol op zijn.
Voorzie je kat van een halsband met belletje, zodat vogels hem horen aankomen
Houd katten rond zonsop- en ondergang binnen. Het wildleven in je tuin is dan het meest kwetsbaar.
Help!Kom je tijdens het wandelen door mijn website een link tegen die het niet doet? Staat er informatie op die je niet duidelijk
geformuleerd vindt? Heb je ideeën voor nieuwe onderwerpen? Laat het me weten!
De beste reclame is mond-op-mond reclame. Ik zou het erg op prijs stellen als je me een beetje op weg helpt en de mensen in
je omgeving wijst op mijn site, zadenaanbod en nieuwsbrief! Ook als je andere ideeën hebt over het promoten van
Tuinkabouter, hoor ik het graag van je...