uitbesteding vo-leerling aan het vavo · 2012. 7. 30. · amsterdam, 29 mei 2012 . 3" "...

47
0 Uitbesteding VO-leerling aan het VAVO De regels en de uitvoering in Amsterdam Onderzoeker: Kristel de Wit Datum: Amsterdam, 29 mei 2012 Versie: Definitief Opdrachtgever: Onderwijs Consumenten Organisatie Mevr. T. van Gelder Mevr. L. Koren Project coördinator Projectmedewerker Hogeschool van Amsterdam - Sociaal Juridische Dienstverlening Mevr. M. de Graaf Dhr. C. Dirkx Mevr. F. Moespot Docentbegeleider Beoordelaar Beoordelaar

Upload: others

Post on 28-Jan-2021

1 views

Category:

Documents


0 download

TRANSCRIPT

  • 0  

     

    Uitbesteding VO-leerling aan het VAVO De regels

    en de

    uitvoering in Amsterdam

    Onderzoeker: Kristel de Wit Datum: Amsterdam, 29 mei 2012 Versie: Definitief Opdrachtgever: Onderwijs Consumenten Organisatie Mevr. T. van Gelder Mevr. L. Koren Project coördinator Projectmedewerker Hogeschool van Amsterdam - Sociaal Juridische Dienstverlening Mevr. M. de Graaf Dhr. C. Dirkx Mevr. F. Moespot Docentbegeleider Beoordelaar Beoordelaar

  • 1  

     

    Samenvatting

    Dit onderzoek is gedaan in opdracht van OCO. OCO staat voor Onderwijs Consumenten Organisatie (hierna OCO). OCO bundelt informatie over Amsterdams onderwijs. Daarnaast is OCO er voor elke vraag en mening van ouders en leerlingen over schoolgaan in Amsterdam. OCO heeft vanaf 2007 tot 2011 in totaal tien vragen/klachten over de Rutte-regeling gehad.1 Deze regeling houdt in dat 16 en 17 jarige leerlingen vanuit een school voor voortgezet onderwijs (hierna VO-school) aan het voortgezet algemeen volwassenenonderwijs (hierna VAVO) kunnen worden uitbesteed als de kans groter is dat zij hierdoor hun diploma behalen. Deze regeling is in het leven geroepen omdat er volgens de overheid jaarlijks duizenden jongeren zonder diploma hun school verlaten.2 De regeling bestaat sinds 1 januari 2006 en heet officieel “Besluit samenwerking VO-BVE”.3 Uit de klachten bij OCO blijkt dat VO-scholen in Amsterdam niet altijd mee willen werken aan een uitbesteding en ook weten ouders vaak niet wat de Rutte-regeling precies inhoudt.4 In Amsterdam kunnen leerlingen die aan het VAVO worden uitbesteed, terecht op de Joke Smit-vestiging. Deze school geeft volwassenenonderwijs in VMBO, HAVO en VWO.5 Het doel van dit onderzoek is de OCO-medewerkers kennis en inzicht te laten verkrijgen over de Rutte-regeling, de regels en hoe hier uitvoering aan wordt gegeven in Amsterdam. Specifiek de regels van de Rutte-regeling, route 4; uitbesteding van een VO-leerling aan het voortgezet volwassenenonderwijs (VAVO), omdat hier de meeste vragen/klachten over binnen komen. Op deze manier kunnen zij hier gedegen advies en informatie over geven aan ouders en/of leerlingen die OCO benaderen met een vraag/klacht over de Rutte-regeling. Voor dit onderzoek zijn er drie deskundigen geïnterviewd, namelijk een medewerker DMO Amsterdam, programma Kwaliteitsaanpak Voortgezet Onderwijs, een advocate Onderwijsrecht, werkzaam bij Judion6 en de directrice van de Joke Smit-vestiging. Om de ervaringen met uitbesteding aan het VAVO te horen is er naar elke VO-school in Amsterdam die VMBO-tl, HAVO en VWO aanbied, een vragenlijst verstuurt. Daarnaast is er gesproken met ouders en oud-leerlingen die te maken hebben gehad met uitbesteding aan het VAVO. Uit het onderzoek is gebleken dat ouders en leerlingen de uitbesteding als een recht beschouwen, maar dat is het niet. Het bevoegd gezag van de school beslist of een leerling geschikt is om uitbesteed te worden. Daarnaast bepaald het bevoegd gezag van het VAVO of de leerling kan worden toegelaten. De scholen die hebben meegewerkt aan het onderzoek laten weten dat zij over het algemeen positief tegenover het uitbesteden van een leerling staan, als dit de kans vergroot op het behalen van een diploma. Wel moet een leerling de verantwoordelijkheid aankunnen die bij het type onderwijs van het VAVO komt kijken. Het VAVO is namelijk gericht op volwassenen en hierbij is zelfstandigheid zeer belangrijk. Ook al willen leerlingen graag gebruik maken van de regeling, zij kunnen alleen met een gegronde reden en toestemming van het bevoegd gezag worden uitbesteed. Is die er niet, dan biedt het regulier voortgezet onderwijs genoeg mogelijkheden voor de leerling om een diploma te behalen.

                                                                                                                             1 Informatie uit de dossiers, met klachten/vragen over de Rutte-regeling, van OCO 2 http://www.aanvalopschooluitval.nl/vervolg.php?h_id=10&s_id=120&titel=Aanval_op_Schooluitval_2008-2011 3 “Besluit samenwerking VO-BVE”, uitgegeven 20 december 2005, minister van Justitie, J.P.H. Donner 4 Informatie uit de dossiers, met klachten/vragen over de Rutte-regeling, van OCO 5 http://www.jokesmit.nl/JS/Postuum/Joke_Smit_Scholengemeenschap/ 6 Judion, Juridische Dienstverlening Onderwijs

  • 2  

     

    Voorwoord Mijn naam is Kristel de Wit, studente Sociaal Juridische Dienstverlening aan de Hogeschool van Amsterdam. In opdracht van de Onderwijs Consumenten Organisatie heb ik onderzoek gedaan naar de regels voor de uitbesteding van een leerling uit het voortgezet onderwijs aan het voortgezet algemeen volwassenen onderwijs en hoe hier uitvoering aan wordt gegeven in Amsterdam. Voor mijn onderzoek heb ik een aantal professionals geïnterviewd, die mij met hun deskundigheid hebben geholpen om de nodige informatie te verkrijgen voor mijn onderzoek. Mijn dank hiervoor. Graag wil ik hierbij ook de scholen, ouders en oud-leerlingen bedanken die hebben meegewerkt aan dit onderzoek door hun ervaringen met uitbesteding van het VO-onderwijs aan het VAVO te delen. Ik hoop met dit onderzoek een steentje bij te kunnen dragen aan het informeren en adviseren van leerlingen en ouders over de regels en uitvoering van de Rutte-regeling in Amsterdam. Ik wens de lezer van dit onderzoeksrapport veel leesplezier. Kristel de Wit Amsterdam, 29 mei 2012

  • 3  

     

    Inhoudsopgave Begrippenlijst 5 Inleiding 6 Leeswijzer 8 Hoofdstuk 1 Probleemanalyse 9

    - 1.1 Het probleem - 1.2 Het doel van dit onderzoek - 1.3 De betrokken personen en organisaties - 1.4 De vraagstelling 10

    Hoofdstuk 2 Onderzoeksmethodiek 12

    - Methodische verantwoording - 2.1 Type onderzoek - 2.2 Kwalitatieve onderzoeksmethode 13 - 2.3 Realisatie 14 - 2.4 Validiteit en betrouwbaarheid

    Hoofdstuk 3 Besluit samenwerking VO-BVE 14

    - Besluit samenwerking VO-BVE - 3.1 Voor welke leerlingen is het Besluit samenwerking VO-BVE

    bedoelt? - 3.2 Route 4; Uitbesteding van een VO-leerling aan het voortgezet

    volwassenenonderwijs (VAVO) - 3.3 Welke jongeren kunnen worden uitbesteed en wat is het doel? 16 - 3.4 Welke jongeren kunnen NIET uitbesteedt worden? - 3.5 Verantwoordelijkheid 17 - 3.6 De kwaliteitskaart - 3.7 Bekostiging 18 - 3.8 Algemene voorwaarden voor samenwerking 19 - 3.9 Belangrijke punten 20 - 3.10 Rechten en plichten van ouders en leerlingen 22

    Hoofdstuk 4 Scholen; Meewerken aan uitbesteding aan het VAVO. Waarom wel of waarom juist niet? 23 Hoofdstuk 5 Ervaringen van ouders en leerlingen die te maken hebben gehad Met uitbesteding aan het VAVO 27 Conclusie 29 Evaluatie en logboek 30

  • 4  

     

    Bijlage 1: Routeschema 33 De VO-school besteedt een VO-leerling aan het VAVO Bijlage 2: Uitwerking interview 35 Medewerker DMO Amsterdam, Programma Kwaliteitsaanpak Voortgezet Onderwijs Bijlage 3:Uitwerking interview Advocate Onderwijsrecht, werkzaam bij Judion 36 Bijlage 4: Uitwerking interview 37 Directrice Joke Smit-vestiging Bijlage 5: Vragenlijsten scholen en ouders 39 Bijlage 6: Wet- en regelgeving Rutte-regeling 41 Bijlage 7: Overzicht aantal uitbestede leerlingen aan het VAVO (Landelijk) 43 Bijlage 8: Overzicht scholen met leerling uitbesteed aan het VAVO 44 Bijlage 7: Literatuurlijst 45

  • 5  

     

    Begrippenlijst B BVE: Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie

    C CFI: Centrale Financiën Instellingen D DMO: Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling

    DUO: Dienst Uitvoering Onderwijs

    H HAVO: Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs L LAS: Leerling Administratie Sectie M MBO: Middelbaar Beroepsonderwijs O OCO: Onderwijs Consumenten Organisatie

    V VAVO: Voortgezet algemeen volwassenenonderwijs

    VMBO-tl: Voorbereidend Middelbaar Beroepsonderwijs- theoretische leerweg

    VO: Voorgezet onderwijs

    VWO: Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs

  • 6  

     

    Inleiding

    Dit onderzoek is gedaan in opdracht van OCO. OCO staat voor Onderwijs Consumenten Organisatie. Onderwijs Consumenten Organisatie (hierna OCO) is opgericht in 2006 op initiatief van de Amsterdamse gemeenteraad. OCO bundelt informatie over Amsterdams onderwijs, van objectief beschrijvende informatie tot persoonlijk gekleurde ervaringen van ouders en leerlingen.7 Daarnaast is OCO er voor elke vraag en mening van ouders en leerlingen over schoolgaan in Amsterdam. Daarmee kunnen zij hun rechten in het onderwijs krijgen en kunnen zij een goede keuze voor een school maken.8 OCO richt zich op de ouders en leerlingen in het Amsterdamse onderwijs vanaf de Voorschool tot en met het Voortgezet Onderwijs en het Middelbaar Beroeps Onderwijs inclusief het Speciaal Onderwijs. Vanwege de nadruk op informeren, vergelijken, kiezen en beoordelen is gekozen voor het perspectief van een consumentenorganisatie.9 Aanleiding voor het onderzoek In 2006 hebben minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Ronald Plasterk en staatssecretaris Marja van Bijsterveldt de “aanval op de uitval” geopend.10 Dit actieplan is in het leven geroepen omdat er volgens de overheid jaarlijks duizenden jongeren zonder diploma hun school verlaten. De kans op het verkrijgen van geschoold werk is hierdoor gering. Het kabinet wil het aantal schooluitvallers drastisch terugbrengen naar maximaal 25.000 per jaar in 2016. Om dit te bereiken bestaat er sinds schooljaar 2007-2008 de kwalificatieplicht. Dit houdt in dat jongeren tussen de 16 en 18 jaar verplicht zijn onderwijs te volgen tot zij een startkwalificatie hebben.11 (Voor jongeren tot 16 jaar is de leerplicht vastgesteld in de Leerplichtwet art. 2-4).12 Een startkwalificatie is een HAVO-, VWO- of MBO-diploma niveau 2 of hoger.13

    Voor leerlingen die het onderwijs dreigen te verlaten zonder diploma bestaat er sinds 1 januari 2006 een “Besluit samenwerking VO-BVE”14, ook wel de “Rutte-regeling” genoemd. Redenen voor leerlingen om te stoppen met school voordat ze hun diploma hebben, lopen erg uiteen. Het kan zijn; te weinig uitdaging of juist te weinig ondersteuning op school, te weinig praktijkles, of problemen thuis, het zijn allemaal redenen voor leerlingen om te stoppen met school. De Rutte-regeling wil hier verandering in brengen. Met deze regeling kunnen leerlingen worden uitbesteed. Als leerlingen worden uitbesteed, worden ze als het ware uitgeleend aan een andere school. Dit uitlenen gebeurt om verschillende redenen:

    • De eigen school van een leerling kan bijvoorbeeld bepaalde lesstof niet aanbieden. De leerling kan dan uitbesteed worden aan een school die dat wel kan.

    • Sommige leerlingen lopen extra risico op uitval. Deze zogeheten risicoleerlingen kunnen dan bij een andere school terecht voor extra begeleiding. Ook komt het voor dat leerlingen beter presteren in een volwassener omgeving. In dit geval kan de school hun leerling uitbesteden aan het VAVO.

                                                                                                                             7 http://www.gemeente.nu/web/Home-1/Artikel-Beleid.htm?contentid=43946 8 http://www.onderwijsconsument.nl/ouders/ 9 http://www.dyade.nl/internet/dyade.nsf/pages/DWEB_6WHCJK 10 http://www.aanvalopschooluitval.nl/vervolg.php?h_id=10&s_id=120&titel=Aanval_op_Schooluitval_2008-2011 11 Artikelen 4a-4c Leerplichtwet 1969 12 Artikelen 2-4 Leerplichtwet 1969 13 http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/aanval-op-schooluitval 14 “Besluit samenwerking VO-BVE”, uitgegeven 20 december 2005, minister van Justitie, J.P.H. Donner

  • 7  

     

    • Het komt soms voor dat er gebrek aan interesse is in een bepaald vak. Twee scholen kunnen dan besluiten om de leerlingen die wel geïnteresseerd zijn samen te voegen tot één klas. Hierbij besteedt de ene school haar leerlingen uit aan de ander om een normale klas te vormen.

    Bij het uitbesteden van een leerling blijft de leerling ingeschreven bij zijn of haar eigen school. Ook blijft de eigen school de verantwoordelijkheid voor de leerling dragen. Mocht het zo zijn dat een leerling totaal wil overstappen naar de andere school, dan wordt de verantwoordelijkheid wel overgedragen. Leerlingen die uitbesteedt worden, houden precies dezelfde rechten als hun leeftijdgenoten die maar op één school hun lessen volgen.15 Het Besluit samenwerking VO-BVE maakt vier verschillende ‘routes’ mogelijk, elk voor een specifieke leerlingengroep;16 n Route 1: uitbesteding van een VO-leerling aan een andere VO-school; n Route 2: uitbesteding van een VO-leerling aan een BVE-instelling; n Route 3: overdracht van bekostigingsmiddelen bij een tussentijdse overstap; n Route 4: uitbesteding van een VO-leerling aan het voortgezet volwassenenonderwijs (VAVO). OCO heeft in de tijd van augustus 2008 tot oktober 2011, tien vragen/klachten over de Rutte-regeling gekregen. Binnen OCO is er nog onvoldoende kennis over de regels van de Rutte-regeling en hoe hier uitvoering aan wordt gegeven in Amsterdam. Om kennis te verkrijgen over de Rutte-regeling, wat de regels zijn en hoe hier uitvoering aan wordt gegeven in Amsterdam, heeft OCO besloten om hier onderzoek naar te laten doen. OCO verwacht dat dit onderzoek kennis en inzicht oplevert over de regels van de Rutte-regeling en hoe hier uitvoering aan wordt gegeven in Amsterdam, zodat zij ouders en leerlingen goed kunnen adviseren.

                                                                                                                             15 http://schoolverhaters.wordpress.com/ministerie-ocw/de-rutte-regeling/ 16Artikel 2, 3, en 4 Besluit samenwerking VO-BVE, uitgegeven 20 december 2005, minister van Justitie, J.P.H. Donner

  • 8  

     

    Leeswijzer

    De opbouw van het rapport is als volgt:

    Hoofdstuk 1: In hoofdstuk 1 wordt de probleemanalyse beschreven. Het probleem en het doel van het onderzoek worden uiteengezet. De betrokken personen, organisaties en de vraagstelling wordt weergegeven.

    Hoofdstuk 2: In hoofdstuk 2 wordt de onderzoeksmethodiek uiteengezet. De methode die is gebruikt om te onderzoeken wordt hier beschreven en verantwoord.

    Hoofdstuk 3: In hoofdstuk 3 worden deelvraag 1 en 5 beantwoord. Er wordt beschreven wat het “Besluit samenwerking VO-BVE” precies inhoudt en wat hierin de regels zijn. Specifiek wordt nog eens “Route 4; Uitbesteding van een VO-leerling aan het voortgezet algemeen volwassenenonderwijs” uiteengezet. In dit hoofdstuk worden tevens alle belangrijke punten van de uitbesteding uitgelicht. De rechten en plichten van ouders en leerlingen, ten opzichte van de uitbesteding van VO-leerlingen aan het VAVO, worden bewust beschreven voordat deelvraag 2,3 en 4 zijn beantwoord. Hier is voor gekozen om de beantwoording van deze deelvragen voor de lezer inzichtelijker te maken. Hoofdstuk 4: In hoofdstuk 4 worden deelvraag 2 en 3 beantwoord. De ervaringen van VO-scholen in Amsterdam, die hebben meegewerkt aan dit onderzoek, worden hier beschreven. Elke school heeft een vragenlijst per mail toegestuurd gekregen. De vragen hadden betrekking op de ervaringen met het uitbesteden van leerlingen aan het VAVO. Hoofdstuk 5: In hoofdstuk 5 wordt deelvraag 4 beantwoord. De ervaringen van ouders en leerlingen, die te maken hebben gehad met de uitbesteding aan het VAVO worden hier beschreven.

  • 9  

     

    Hoofdstuk 1 Probleemanalyse:

    1.1 Het probleem OCO krijgt klachten en vragen over de Rutte-regeling. Uit de klachten bij OCO blijkt dat VO-scholen in Amsterdam niet altijd mee willen werken aan een uitbesteding en ook weten ouders vaak niet wat de Rutte-regeling precies inhoudt. Leerlingen in Amsterdam kunnen worden uitbesteed aan het VAVO. In Amsterdam is dat de Joke Smit-vestiging. Deze school geeft volwassenenonderwijs in VMBO, HAVO en VWO.17 De leerlingen kunnen alleen worden uitbesteed aan het VAVO wanneer de betreffende VO-school akkoord gaat met de uitbesteding.18 En dat weigeren scholen in sommige gevallen. De ouders van de leerling voelen zich dan gedwongen een andere school te vinden, die hun kind wel wil uitbesteden. Op het moment dat de scholen niet mee willen werken, om duidelijke of onduidelijke redenen, richten de ouders zich tot OCO. Zij willen graag advies van OCO over wat zij in hun situatie kunnen doen. Uit de dossiers van OCO met vragen/klachten over de Rutte-regeling, blijkt dat het vinden van een andere VO-school die de leerling kan uitbesteden niet zo makkelijk te gaat, omdat niet alle VO-scholen in Amsterdam mee willen werken aan een uitbesteding of omdat zij geen leerling meer kunnen aannemen omdat zij hun maximale aantal leerlingen hebben bereikt. De leerling komt in sommige gevallen dan voor een lange tijd thuis te zitten en dit is weer in strijd met de leerplichtwet.19 20 Binnen OCO is er nog onvoldoende kennis over wat de Rutte-regeling precies inhoudt, wat de regels zijn en voor wie het precies geldt. Ook is voor OCO niet duidelijk waarom scholen niet mee zouden willen werken aan een uitbesteding. 1.2 Het doel van dit onderzoek Het doel van dit onderzoek is de OCO-medewerkers kennis en inzicht te laten verkrijgen over de Rutte-regeling, de regels en hoe hier uitvoering aan wordt gegeven in Amsterdam. Specifiek is de wens van OCO om de regels van de Rutte-regeling, route 4; uitbesteding van een VO-leerling aan het voortgezet volwassenenonderwijs (VAVO), duidelijk te krijgen. OCO wil weten wat precies de regels zijn en wat de rechten en plichten van ouders en leerlingen zijn betreffende deze route van de Rutte-regeling, zodat zij hier gedegen advies en informatie over kunnen geven aan ouders en/of leerlingen die OCO benaderen met een vraag/klacht over de Rutte-regeling. 1.3 De betrokken personen en organisaties Bij dit onderzoek zijn er verschillende personen en organisaties betrokken. De betrokkenen worden hieronder weergegeven.

    - Onderwijs Consumenten Organisatie (OCO) OCO is de opdrachtgever voor dit onderzoek. OCO bundelt informatie over Amsterdams onderwijs, van objectief beschrijvende informatie tot persoonlijk gekleurde ervaringen van ouders en leerlingen.21 Daarnaast is OCO er voor elke vraag en

                                                                                                                             17 http://www.jokesmit.nl/JS/Postuum/Joke_Smit_Scholengemeenschap/ 18 Artikel 3 lid 1 Besluit samenwerking VO-BVE 19 Informatie uit de dossiers, met klachten/vragen over de Rutte-regeling, van OCO 20 Artikelen 2-4 en Artikelen 4a-4c Leerplichtwet 1969 21 http://www.gemeente.nu/web/Home-1/Artikel-Beleid.htm?contentid=43946

  • 10  

     

    mening van ouders en leerlingen over schoolgaan in Amsterdam. Daarmee kunnen zij hun rechten in het onderwijs krijgen en kunnen zij een goede keuze voor een school maken.22 OCO richt zich op de ouders en leerlingen in het Amsterdamse onderwijs vanaf de Voorschool tot en met het Voortgezet Onderwijs en het Middelbaar Beroeps Onderwijs inclusief het Speciaal Onderwijs. Vanwege de nadruk op informeren, vergelijken, kiezen en beoordelen is gekozen voor het perspectief van een consumentenorganisatie.23

    - Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling Amsterdam (DMO) Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling is een veelzijdige dienst. Veel belangrijke thema's in de stad zijn bij DMO ondergebracht: Kunst & cultuur, onderwijs, jeugd, sport, burgerschap & diversiteit. Ook Stadspas en het Amsterdamse Bos vallen onder DMO. DMO is een dienst van denken én doen. De afgelopen jaren zijn er veel taken bijgekomen: o.a. de kwaliteitsaanpak van het onderwijs, de leerplicht, het leerlingenvervoer.24 Voor dit onderzoek is er gesproken met een medewerker DMO Amsterdam, programma Kwaliteitsaanpak Voortgezet Onderwijs.

    - Dienst Uitvoering Onderwijs/ Centrale Financiën Instellingen (DUO/ CFI) De IB-Groep en CFI vormen vanaf januari 2010 één organisatie: Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO). DUO financiert en informeert onderwijsdeelnemers en onderwijsinstellingen en organiseert examens.25 Via DUO zijn de gegevens (scholen en aantal leerlingen) met betrekking tot uitbesteding van het VO aan het VAVO per oktober 2011, opgevraagd.

    - Joke Smit-vestiging

    De Joke Smit-vestiging geeft volwassenenonderwijs in VMBO, HAVO en VWO.26 Deze school speelt een belangrijke rol in het onderzoek, omdat leerlingen in Amsterdam die worden uitbesteed aan het VAVO, naar deze school gaan. Er is gesproken met de directrice van de Joke Smit-vestiging.

    - Personen: Om deelvraag 4 te kunnen beantwoorden is er contact gezocht met de ouders die in het verleden een vraag hebben gesteld aan OCO met betrekking tot het uitbesteden van hun kind. Voor dit onderzoek is er gevraagd naar het verloop van de schoolsituatie van hun kind. Ook is er naar de ervaringen gevraagd van leerlingen die op de Joke Smit-vestiging hebben gezeten door middel van uitbesteding. De bevindingen van zowel de ouders als de leerlingen zijn in dit rapport geheel geanonimiseerd. Voor dit onderzoek is er tevens gesproken met een advocate Onderwijsrecht werkzaam bij Judion en heeft een aantal zaken in behandeling waarin er problemen zijn met de uitbesteding door VO-scholen aan het VAVO.                                                                                                                          22 http://www.onderwijsconsument.nl/ouders/ 23 http://www.dyade.nl/internet/dyade.nsf/pages/DWEB_6WHCJK 24 http://www.amsterdam.nl/gemeente/organisatie-diensten/dmo/ 25 http://www.ocwduo.nl/ 26 http://www.jokesmit.nl/JS/Postuum/Joke_Smit_Scholengemeenschap/

  • 11  

     

    - Scholen: Om deelvraag 2 en 3 te kunnen beantwoorden is er naar alle scholen in Amsterdam, die VMBO-tl, HAVO en VWO aanbieden, een mail verstuurd met een korte vragenlijst over de Rutte-regeling. De volgende scholen hebben hier aan meegewerkt;

    - Vossius Gymnasium - Meridiaan College - Bredero College - Hervormd Lyceum Zuid - Montessori Lyceum Amsterdam - Het 4de Gymnasium - Amstellyceum - Comenius Lyceum

    1.4 De vraagstelling

    Onderzoeksvraag: Wat zijn de regels voor de uitbesteding van een VO-leerling aan het voortgezet algemeen volwassenenonderwijs en hoe wordt hier uitvoering aan gegeven in Amsterdam?  

    Deelvragen: Deelvraag 1: Hoe is de uitbesteding van een VO-leerling aan het voortgezet algemeen volwassenenonderwijs wettelijk geregeld? Deelvraag 2: Welke VO-scholen in Amsterdam werken mee aan uitbesteding van leerlingen?

    Deelvraag 3: Waarom werken deze VO scholen wel of niet mee aan een uitbesteding?

    Deelvraag 4: Wat zijn de ervaringen van leerlingen en ouders die te maken hebben/ hebben gehad met uitbesteding aan het VAVO?

    Deelvraag 5: Wat zijn de rechten en plichten van ouders en leerlingen bij uitbesteding van VO-leerlingen aan het VAVO?

  • 12  

     

    Hoofdstuk 2 Onderzoeksmethodiek

    Methodische verantwoording Dit onderzoek is beperkt tot de uitvoering van de Rutte-regeling, route 4, in Amsterdam. OCO krijgt, met betrekking tot de Rutte-regeling, in de praktijk de meeste vragen van ouders en/of leerlingen over de uitbesteding van het VO aan het VAVO. Door middel van de resultaten van dit onderzoek krijgt OCO meer inzicht in de regels van de Rutte-regeling en hoe hier in Amsterdam uitvoering aan wordt gegeven. Door dit inzicht is OCO beter in staat om ouders en leerlingen goed advies en informatie te verstrekken. Om de inhoud en regels van de Rutte-regeling uiteen te kunnen zetten is er literatuuronderzoek verricht. De Rutte-regeling bestaat sinds 2006. In 2007 is er een evaluatieonderzoek gedaan in opdracht van het ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschap.27 Voor dit onderzoek zijn de eerste knelpunten binnen de Rutte-regeling onderzocht. De problemen waarmee ouders en leerlingen bij OCO komen, zoals in de inleiding staat beschreven, zijn nooit eerder onderzocht. Om inzicht te krijgen in de manier van uitvoeren van uitbesteding aan het VAVO en de ervaringen hiermee, zijn er gesprekken gevoerd met een medewerker DMO Amsterdam, programma Kwaliteitsaanpak Voortgezet Onderwijs en een advocate Onderwijsrecht werkzaam bij Judion. Daarnaast hebben acht VO-scholen in Amsterdam een vragenlijst beantwoord met vragen over hun ervaringen met het uitbesteden van leerlingen. In totaal hebben zich, van augustus 2008 tot oktober 2011, tien ouders tot OCO gericht met een vraag/klacht over de Rutte-regeling. Helaas klopten van drie ouders de email- en telefoongegevens niet meer. Van de overige zeven ouders zijn vijf ouders benaderd. Bij twee casussen ging het namelijk niet om uitbesteding aan het VAVO. Van de vijf ouders die zijn benaderd heeft een ouder respons gegeven. Er is in de sociale omgeving van de onderzoeker gesproken met een ouder waarvan het kind in het verleden is uitbesteed geweest aan het VAVO in Amsterdam. In totaal zijn de ervaringen van vier jongeren, met de uitbesteding aan het VAVO in Amsterdam, in dit onderzoek gebruikt. Deze vier jongeren zijn benaderd via de school en de sociale omgeving van de onderzoeker. Naast de ervaringen van VO-scholen, ouders en leerlingen, is er gevraagd naar de ervaringen van de Joke Smit-vestiging in Amsterdam. De Joke Smit-vestiging geeft volwassenenonderwijs in VMBO-tl, HAVO en VWO. Er is voor dit onderzoek gesproken met de directrice van de Joke Smit-vestiging. 2.1 Type onderzoek Dit onderzoek bestaat deels uit ‘field research’ en deels uit ‘desk research’. Binnen het kader field research zijn er verschillende partijen ondervraagd en in het kader desk research is er literatuuronderzoek gedaan. Om concrete gegevens te verkrijgen over welke scholen leerlingen uitbesteden en wat de aantallen zijn, is er gebruik gemaakt van gegevens van DUO.28 De interviews en vragenlijsten aan scholen waren gericht op het achterhalen van motivatie en ervaringen met betrekking tot uitbesteding van leerlingen aan het VAVO. De vragen aan de personen die in het verleden aan het VAVO zijn uitbesteed geweest, waren gericht op de persoonlijke ervaringen met betrekking tot uitbesteding aan het VAVO. De vragen tijdens het interview met de

                                                                                                                             27 “Nadere analyse van de eerste ervaringen met de nieuwe regels over samenwerking VO-BVE”, door Drs. A.D. Bakker, Drs. M.C.A.B. Hols, Drs. T. Kos, mei 2007, Utrecht, Capgemini Nederland 28 http://ib-groep.nl/organisatie/open_onderwijsdata/Voortgezet_onderwijs/datasets/leerlingen/Leerlingen/vo_leerlingen3.asp

  • 13  

     

    directrice van de Joke Smit-vestiging waren gericht op de ervaringen van het VAVO met leerlingen uitbesteed vanuit VO-scholen. Op deze manier zijn gedane uitspraken door verschillende partijen gecontroleerd en zijn er zoveel mogelijk aspecten van uitbesteding aan het VAVO belicht. 2.2 Kwalitatieve onderzoeksmethode Literatuuronderzoek Er is weinig literatuur te vinden over de Rutte-regeling. Sinds het bestaan van de Rutte-regeling in 2006, is er een evaluatieonderzoek geweest. Hier zijn knelpunten van de Rutte-regeling onderzocht. Naar aanleiding van dit onderzoek zijn er aanpassingen in het Besluit samenwerking VO-BVE gekomen. Het onderzoek en het Besluit samenwerking VO-BVE is gebruikt voor informatie en de wet- en regelgeving met betrekking tot de Rutte-regeling. Deze informatie, wet- en regelgeving en de brochure “Nog meer ruimte voor samenwerking VO-BVE”29 van de Rijksoverheid, is de basis voor dit onderzoek. Surveyonderzoek: Uit dossiergegevens van OCO blijkt dat een aantal scholen geen goede ervaringen heeft met de Rutte-regeling.30 Om de ervaringen van scholen met het uitbesteden van leerlingen aan het VAVO te weten te komen is er naar alle scholen in Amsterdam, die VMBO-tl, HAVO en VWO aanbieden, twee maal per mail een vragenlijst verstuurd. In deze vragenlijst werd er gevraagd naar de ervaringen over de uitbesteding van leerlingen aan het VAVO. (Zie bijlage 5) Interviews: Om inzicht te krijgen in de aantallen leerlingen die in het schooljaar 2011-2012 in Amsterdam aan het VAVO worden uitbesteed en om meer informatie te krijgen over de uitvoering van de Rutte-regeling in Amsterdam, is er in eerste instantie contact gelegd met DMO in Amsterdam. Een medewerker DMO Amsterdam, programma Kwaliteitsaanpak Voortgezet Onderwijs, is telefonisch geïnterviewd. OCO heeft contactgegevens van ouders die OCO hebben benaderd met een probleem betreffende de Rutte-regeling. Ook deze ouders zijn benaderd om hun ervaringen te horen. Uit de gegevens van OCO zijn dit tien ouders.31 Van vijf ouders klopten de gegevens nog en ging het in de casus over uitbesteding aan het VAVO. Deze ouders zijn per mail en telefonisch benaderd. Een ouder heeft per mail respons gegeven. In de sociale omgeving van de onderzoeker is een andere ouder gesproken waarvan het kind in het verleden ook is uitbesteed geweest aan het VAVO in Amsterdam. In totaal zijn er vier personen gesproken die in het verleden zelf zijn uitbesteed geweest aan het VAVO in Amsterdam. Alle ervaringen zijn geanonimiseerd opgenomen in dit onderzoek. Om dit onderwerp van verschillende invalshoeken te kunnen belichten en om bevindingen en uitspraken te controleren is er gesproken met een advocate Onderwijsrecht. Zij behandelt een aantal zaken waarin er een conflict is tussen ouders en leerlingen en de school over de uitbesteding aan het VAVO. Daarnaast is er gesproken met de directrice van de Joke Smit-vestiging over de ervaringen met uitbesteding vanuit VO-scholen aan het VAVO. Cijfers:

                                                                                                                             29 http://www.rijksoverheid.nl/bestanden/documenten-en-publicaties/brochures/2011/05/02/nog-meer-ruimte-voor-samenwerking-vo-bve/08dw2011b010.pdf 30 Informatie uit de dossiers, met klachten/vragen over de Rutte-regeling, van OCO 31 Informatie uit de dossiers, met klachten/vragen over de Rutte-regeling, van OCO

  • 14  

     

    Voor de vraag, welke scholen in Amsterdam werken mee aan uitbesteding van leerlingen, is in eerste instantie de Leerling Administratie Sectie (LAS) van de gemeente Amsterdam benaderd. Zij gaven aan dat de gemeente geen partij is in de Rutte-regeling en dat zij dus geen gegevens hierover bezitten. Omdat de gemeente Amsterdam wel degelijk een rol speelt in de uitvoering van de Rutte-regeling, is nog een medewerker van DMO benaderd. De betreffende persoon is regievoerder op overstapprocessen in het onderwijs bij gemeente Amsterdam. Hij heeft mij doorverwezen naar een collega, werkzaam met het programma Kwaliteitsaanpak Voortgezet Onderwijs. De betreffende persoon gaf aan op dat moment geen cijfers te kunnen overleggen over het aantal uitbestede leerlingen in Amsterdam. Er is verder gezocht naar de cijfers en die zijn uiteindelijk verkregen via DUO.32 (Zie bijlage 8 ) 2.3 Realisatie Om dit onderzoek te kunnen realiseren is er medewerking verkregen van de geïnterviewden. Dit zijn professionals die nauw betrokken zijn bij de uitvoering van de Rutte-regeling. Dit betreft een medewerker van DMO Amsterdam, een advocate Onderwijsrecht en de directrice van de Joke Smit-vestiging. Verder hebben drie ouders die te maken hebben gehad met de uitbesteding van hun kind aan het VAVO hun medewerking verleend en vier personen die in het verleden zijn uitbesteed geweest aan het VAVO in Amsterdam. Door acht VO-scholen in Amsterdam is meegewerkt aan dit onderzoek door middel van het delen van ervaringen met het uitbesteden van leerlingen aan het VAVO. 2.4 Validiteit en betrouwbaarheid Er is in dit onderzoek gebruik gemaakt van bronnen uit de literatuur, zoals het onderzoek in opdracht van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, het Besluit samenwerking VO-BVE en de brochure van de Rijksoverheid.33 Dit is kwalitatief goede en bruikbare informatie. Informatie over de rechten en plichten ten opzichte van uitbesteding van VO-leerlingen aan het VAVO is verkregen door middel van het bestuderen van het Besluit samenwerking VO-BVE34 en de Leerplichtwet.35 De enquête onder scholen over leerlingen die zijn uitbesteed door middel van de Rutte-regeling is gericht afgenomen onder scholen die VMBO-tl, HAVO en VWO aanbieden. Dit zijn in totaal 49 scholen. De enquête is twee maal naar al deze scholen verstuurd om een zo hoog mogelijk respons te verkrijgen. Daarnaast is er naar de ervaringen van ouders gevraagd die te maken hebben gehad met de uitbesteding van hun kind aan het VAVO in Amsterdam. Door gebruik te maken van verschillende invalshoeken, zoals literatuur, ervaringen van ouders en leerlingen, ervaringen van scholen en professionals, wordt een zo compleet mogelijk beeld gegeven over het onderwerp in dit onderzoeksrapport. Uitspraken en bevindingen zijn bij verschillende partijen gecontroleerd om een zo goed mogelijk beeld te geven over de uitvoering en ervaringen met de Rutte-regeling. Tijdens dit onderzoek is een kwalitatieve opzet gehanteerd.

                                                                                                                             32 http://www.ib-groep.nl/organisatie/open_onderwijsdata/vo/datasets/leerlingen/default.asp 33 http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/aanval-op-schooluitval / Artikel 2, 3, en 4 Besluit samenwerking VO-BVE, uitgegeven 20 december 2005, minister van Justitie, J.P.H. Donner / Artikelen 2-4 en Artikelen 4a-4c Leerplichtwet 1969 / “Nadere analyse van de eerste ervaringen met de nieuwe regels over samenwerking VO-BVE”, door Drs. A.D. Bakker, Drs. M.C.A.B. Hols, Drs. T. Kos, mei 2007, Utrecht, Capgemini Nederland / http://www.rijksoverheid.nl/bestanden/documenten-en-publicaties/brochures/2011/05/02/nog-meer-ruimte-voor-samenwerking-vo-bve/08dw2011b010.pdf 34 Artikel 2, 3, en 4 Besluit samenwerking VO-BVE, uitgegeven 20 december 2005, minister van Justitie, J.P.H. Donner 35 Artikelen 2-4 en Artikelen 4a-4c Leerplichtwet 1969

  • 15  

     

  • 16  

     

    Hoofdstuk 3 Wettelijke regelgeving “Besluit samenwerking VO-BVE” en de rechten en plichten van ouders en leerlingen

    Besluit samenwerking VO-BVE Het Besluit samenwerking VO-BVE gaat over de uitbesteding van leerlingen door VO-scholen. Dit besluit bestaat sinds 1 januari 2006 en wordt ook wel de ‘Rutte-regeling’ genoemd. Het doel van dit besluit is maatwerk te bieden aan leerlingen die het onderwijs, door uiteenlopende redenen, zonder diploma dreigen te verlaten.36 Bij uitbesteding is het mogelijk dat een leerling de gelegenheid krijgt op een andere school alsnog een diploma of startkwalificatie te halen. Dit is mogelijk in het beroepsonderwijs en de volwasseneneducatie (BVE), aan het VAVO of op een andere VO-school. Het besluit maakt ook efficiënter gebruik van onderwijsvoorzieningen mogelijk, doordat scholen elkaars voorzieningen mogen gebruiken. Bijvoorbeeld wanneer de ene VO-school bepaalde praktijkvoorzieningen heeft die de ander mist. Ook kunnen VO-scholen gezamenlijke klassen inrichten voor vakken die door weinig leerlingen worden gevolgd. Het besluit stelt een kader voor de samenwerking tussen VO-scholen onderling en tussen een VO-school en een BVE-instelling. Binnen dit kader zijn scholen zo veel mogelijk vrij om de vorm en omvang van de samenwerking te bepalen. Het Besluit samenwerking VO-BVE kent vier verschillende ‘routes’, elk voor een specifieke leerlingengroep.37

    • Route 1: uitbesteding van een VO-leerling aan een andere VO-school; • Route 2: uitbesteding van een VO-leerling aan een BVE-instelling; • Route 3: overdracht van bekostigingsmiddelen bij een tussentijdse overstap; • Route 4: uitbesteding van een VO-leerling aan het voortgezet volwassenenonderwijs (VAVO).

    3.1 Voor welke leerlingen is het Besluit samenwerking VO-BVE bedoeld?

    • Risicoleerlingen • Leerlingen die meer willen of kunnen dan de eigen VO-school in huis heeft • Tweedewegleerlingen • VO-gediplomeerden

    Risicoleerlingen Leerlingen in het 3e of 4e leerjaar van het VMBO, die een vergroot risico lopen het onderwijs te verlaten zonder startkwalificatie. Zij kunnen in het onderwijs gehouden worden door uitbesteding voor een aantal vakken aan een andere VO-school of BVE-instelling. Omdat een andere VO-school of BVE-instelling bijvoorbeeld een bepaalde methode of praktijkoriëntatie biedt die geschikter is voor de leerling. Dat vergroot de kans dat de leerling toch een diploma haalt. Leerlingen die meer willen of kunnen dan de eigen VO-school in huis heeft Leerlingen die behoefte hebben aan verdieping en/of verrijking. De VO-school kan leerlingen uitbesteden, bijvoorbeeld om aanvullende vakken te volgen op een andere VO-school. Ook kunnen leerlingen voor een aantal vakken worden uitbesteed aan een BVE-instelling, bijvoorbeeld omdat zij                                                                                                                          36 http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/aanval-op-schooluitval/vraag-en-antwoord/wat-is-de-rutte-regeling.html 37 http://www.rijksoverheid.nl/documenten-en-publicaties/brochures/2011/05/02/nog-meer-ruimte-voor-samenwerking-vo-bve.html  

  • 17  

     

    zich willen oriënteren op de studie- en beroepskeuze. Uiteindelijk zullen deze leerlingen meer kans maken het vervolgonderwijs met succes af te ronden. NB: Als leerlingen vakken aan een BVE-instelling volgen, wordt hun vervolgopleiding mogelijk korter, aangezien het niet de bedoeling is dat ze vakken dubbel volgen. Tweedewegleerlingen Leerlingen van 16 jaar of ouder, waarvan de kans groot is dat ze het voortgezet onderwijs zonder diploma verlaten en die baat hebben bij een overstap naar het VAVO aan een BVE-instelling. Via deze ‘tweede weg’ kunnen de leerlingen in een meer volwassen omgeving toch een VWO-, HAVO- of VMBO (tl)-diploma halen. Is de leerling 18 jaar of ouder? Dan geldt de voorwaarde van ononderbroken inschrijving aan een VO-school. Ononderbroken inschrijving houdt in dat;

    - De leerling altijd bij een VO-school of BVE-instelling ingeschreven is geweest; - Als een leerling ooit, zonder tussenperiode, van VO-school is gewisseld; - Als de leerling tijdelijk ingeschreven was bij een VO-school die volgens de Leerplichtwet

    1969 vervangend is voor voortgezet onderwijs, bijvoorbeeld een buitenlandse school. VO-gediplomeerden Leerlingen van 16 of ouder die een VO-opleiding succesvol hebben afgerond, die graag een VO-diploma van een hogere schoolsoort (VMBO-tl, HAVO, VWO) willen halen en hier meer kans op maken als de VO-school ze uitbesteedt aan het VAVO. Is de leerling 18 jaar of ouder? Dan geldt de voorwaarde van ononderbroken inschrijving aan een VO-school. 3.2 Route 4; Uitbesteding van een VO-leerling aan het voortgezet volwassenenonderwijs (VAVO) (Zie bijlage 1: Routeschema) Route 4 maakt het mogelijk een leerling in het voortgezet onderwijs uit te besteden aan het VAVO. VAVO staat voor Voortgezet Algemeen Volwassenenonderwijs en is gesubsidieerd voortgezet onderwijs voor personen van achttien jaar of ouder. Onder bepaalde voorwaarden kunnen ook zestien- en zeventienjarigen deelnemen. Dit wordt geregeld via de Rutte-regeling. Het VAVO biedt opleidingen VMBO-tl, HAVO en VWO. De wijze van examinering en de diploma's zijn vrijwel gelijk aan die in het reguliere voortgezet onderwijs. Naast dat deze vorm van onderwijs is bedoeld voor gezakte leerlingen van middelbare scholen en volwassenen die alsnog hun diploma willen halen en leerlingen die vastlopen zijn in het reguliere onderwijs, staat het VAVO ook open voor volwassenen die hun ontwikkeling willen vergroten.

    3.3 Welke jongeren kunnen worden uitbesteed en wat is het doel? • De VO-leerling (VMBO tl-, HAVO- of VWO) die het onderwijs om uiteenlopende redenen dreigt te verlaten zonder diploma, kan uitbesteed worden aan het VAVO, de zogenaamde ‘tweede weg’, en wordt daardoor in staat gesteld om alsnog een diploma te halen. • De VO-leerling (VMBO-tl, HAVO, VWO) die op het reguliere voortgezet onderwijs is gezakt voor het eindexamen, kan aan het VAVO-examen doen voor de vakken waar hij voor zakte. • De VO-leerling die een VO-opleiding succesvol heeft afgerond, mag door een VO-school worden uitbesteed aan het VAVO om daar een VO-opleiding van een hogere schoolsoort (VMBO-tl, HAVO, VWO) te volgen.

  • 18  

     

    Voorwaarden 1. De leerling is ouder dan 16 jaar. 2. Indien de leerling 18 jaar of ouder is, heeft hij ononderbroken in het voorgezet onderwijs of daaraan gelijkgesteld onderwijs ingeschreven gestaan. 3. De leerling staat ingeschreven bij een VO-school (VMBO-tl, HAVO, VWO) 4. De leerling moet volgens het bevoegd gezag van de VO-school meer kans hebben een diploma te behalen als hij voortaan VAVO-traject volgt. 5. De leerling telt niet mee voor de bekostiging bij de BVE-instelling voor dezelfde opleiding of een opleiding met overlappende vakken c.q. onderwijsmodules. 6. De uitbesteding van leerlingen beperkt blijft tot het aantal leerjaren dat de leerling nog maximaal in het regulier onderwijs te gaan zou hebben, vermeerderd met één leerjaar (in geval van vertraging). 7. Leerlingen die gezakt zijn voor hun VO-diploma en bij een VO-school staan ingeschreven om één of enkele vakken aan het VAVO te volgen tellen voor 50 procent van de reguliere bekostiging mee. Niet geschikt Niet alle leerlingen zijn geschikt om uitbesteed te worden aan het VAVO. Het bevoegd gezag van de VO-school bepaalt in overleg met de leerling of deze gebaat is bij een uitbesteding aan een VAVO-instelling. Ook een VO-leerling (VMBO-tl, HAVO, VWO) die op het reguliere voortgezet onderwijs is gezakt voor het eindexamen, kan uitbesteed worden aan het VAVO om daar examen te doen voor de vakken waar hij voor zakte. De VO-school en de leerling maken de overweging of de leerling het volledige laatste leerjaar wil overdoen aan het VO of dat hij alleen de onvoldoende vakken wil overdoen aan het VAVO. Tot slot, kunnen ook leerlingen die met succes een VO-opleiding hebben afgerond uitbesteed worden aan het VAVO om daar een VO-opleiding van een hogere schoolsoort te (VMBO-tl, HAVO, VWO) te volgen. Een aantal zaken waar een leerling aan moet voldoen is van groot belang:

    • De beschikking over capaciteiten om een hoger VO-diploma te halen • De leerling moet voldoende zelfstandig en gedisciplineerd zijn om zich te redden in de

    volwassen omgeving van het VAVO • Meerderjarige leerlingen moeten tot dan toe ononderbroken hebben deelgenomen aan het

    voortgezet onderwijs.

    3.4 Welke jongeren kunnen NIET uitbesteedt worden? • Profielverbreders: leerlingen die een VO-diploma hebben gehaald en vervolgens extra vakken volgen in dezelfde schoolsoort waar reeds met goed gevolg examen in is afgelegd. • Profielverbeteraars: leerlingen die een VO-diploma hebben gehaald en vervolgens één of meer vakken waarin ze al met een goed gevolg een examen hebben afgelegd, opnieuw volgen om er een hoger cijfer voor te behalen. • 18-jarigen en ouder van wie de inschrijving in het voortgezet onderwijs voor kortere of langere periode is onderbroken.  3.5 Verantwoordelijkheid De VO-school is en blijft verantwoordelijk voor de leerlingen. Het Besluit samenwerking VO-BVE is van toepassing op leerlingen in het voortgezet onderwijs. Tijdens de uitbesteding blijft de leerling ingeschreven bij de eigen VO-school. Die is en blijft daarom verantwoordelijk voor de leerling. Het gaat immers om de opleiding van leerlingen die onder de verantwoordelijkheid van het voortgezet onderwijs vallen en waarvoor de VO-school bekostiging

  • 19  

     

    ontvangt. Leerlingen kunnen alleen worden uitbesteed aan het VAVO voor een onderwijssoort die de uitbestedende VO-school zelf in huis heeft. Een VO-school met alleen VMBO in huis kan dus geen leerlingen uitbesteden voor een havo-opleiding. In dit geval moeten gediplomeerde VMBO-ers, die een havodiploma aan het VAVO willen halen, zich daarom eerst inschrijven bij een VO-school met havo. Deze VO-school kan de leerling vervolgens uitbesteden. De reden hiervoor is dat het bevoegd gezag dient te beoordelen of de uitbesteding van leerlingen succesvol zal zijn. Een VMBO-gediplomeerde leerling die een havodiploma wil halen, kan dus alleen worden uitbesteed als de VO-school met havo-onderwijs denkt dat de leerling het havodiploma aan het VAVO kan halen. Hetzelfde geldt voor HAVO-gediplomeerden die aan het VAVO een VWO-diploma willen halen.  Inhoud verantwoordelijkheid • De uitbestedende VO-school zorgt ervoor dat de leerlingen goed onderwijs krijgen. • De uitbestedende VO-school houdt in de gaten of de leerlingen de doelen halen van de onderwijssoort waarvoor ze staan ingeschreven. • De uitbestedende VO-school draagt er zorg voor dat leerlingen hun diploma halen. Om dit te bereiken onderhouden de uitbestedende VO-school en de ontvangende VO-school regelmatig contact over de leerlingen. • De uitbestedende VO-school draagt zorg voor het melden van het verzuim van de uitbesteedde leerlingen aan DUO. • Een uitbestede leerling telt mee voor de kwaliteitskaart van de VO-school waar hij of zij staat ingeschreven. • Bij uitbesteding aan het VAVO, neemt de VO-school in het jaarverslag een passage op over het rendement van de uitbesteding. De school geeft aan of de uitbestede leerling wel of geen diploma heeft behaald. Verantwoordelijkheid ontvangende VO-school • De VO-school waar de leerling aan wordt uitbesteed is verantwoordelijk voor het nakomen van de afspraken. Als een leerling bijvoorbeeld voor één vak wordt uitbesteed aan een andere VO-school, dan moet dat vak door die VO-school goed worden gegeven. • Bij uitbesteding aan het VAVO is de leerling onderworpen aan de inrichtings- en examenvoorschriften van de Wet educatie en beroepsonderwijs (WEB) voor het VAVO. Dit doet niets af aan de eindverantwoordelijkheid van de uitbestedende VO-school voor de leerling. • De VO-school waar de leerling aan wordt uitbesteed is verantwoordelijk voor de terugkoppeling van het verzuim van de leerling aan de uitbestedende VO-school. 3.6 De kwaliteitskaart Op de kwaliteitskaart staan algemene gegevens over de school, zoals leerlingenaantal, doorstroom en examenresultaten. Er staat niets over de individuele uitbestede leerlingen. De leerlingen, die worden uitbesteed naar het VAVO tellen wel mee voor de opbrengsten van de VO-school, ook al volgen ze het onderwijs niet meer op de VO-school. Een VO-school die leerlingen aan het VAVO uitbesteedt toont op deze manier inzet om voortijdig schoolverlaten tegen te gaan. Dat telt mee in de beoordeling van de zorg en begeleiding, die ook op de kwaliteitskaart staat. 3.7 Bekostiging Overdracht van bekostiging Bekostiging vindt altijd plaats bij de VO-school waar de leerling is ingeschreven op 1 oktober. Dit sluit dubbele bekostiging uit. VO-scholen die samenwerken, maken echter ook kosten voor de leerling,

  • 20  

     

    omdat zij voor een deel of soms volledig het onderwijs voor een leerling van een andere school verzorgen. Om ervoor te zorgen dat geld de samenwerking niet in de weg staat, mag een deel van de bekostiging die door de VO-school voor de leerling wordt ontvangen, worden overgedragen aan de VO-school waarmee wordt samengewerkt. De leerlingen die worden uitbesteed aan het VAVO vallen onder de regels die voor alle leerlingen van VO-scholen gelden. Zij hoeven dus geen les- of cursusgeld te betalen. Er zijn hiervoor geen landelijk vastgestelde regels. De samenwerkende partijen bepalen in onderling overleg welk deel van de bekostiging voor de leerling wordt overgedragen. Als de samenwerkingspartners het op dit punt niet eens worden, zal de uitbesteding niet tot stand komen. De bekostiging voor uitbesteding aan een VAVO-traject mag alleen worden overgedragen voor de resterende cursusduur van de opleiding, vermeerderd met één leerjaar (in geval van vertraging). Voor leerlingen in het voortgezet onderwijs die gezakt zijn voor een examen en die worden uitbesteed om slechts enkele vakken te volgen via een VAVO-traject, ontvangt de VO-school 50 procent van de reguliere bekostiging. Er wordt dan gesproken over leerlingen die ‘sprokkelen’, dit houdt in dat zij alleen de vakken waar zij een onvoldoende voor hebben gehaald op hun examen. Financiële verantwoording De VO-school die de bekostiging ontvangt, verzorgt de financiële verantwoording. Het moet transparant zijn dat de bekostigde activiteiten voor een deel zijn uitgevoerd door uitbesteding, waarbij de bekostigingsmiddelen voor een deel zijn overgedragen. De school waaraan de bekostiging wordt overgedragen moet de bestemming van de overgedragen bekostiging verantwoorden. Dit moet duidelijk worden onderscheiden van de eigen rijksbekostiging, ook wel rijksbijdrage. Het jaarverslag van de VO-school moet duidelijk maken hoe zij omgaat met de mogelijkheid om bekostiging over te dragen. VO-scholen zullen erop worden aangesproken als er systematisch oneigenlijk gebruik wordt geconstateerd. Schoolboeken Alle door de VO-school uitbestede leerlingen vallen onder de eindverantwoordelijkheid en de bekostiging van de VO-school. Daarmee hebben deze leerlingen recht op de zogenaamde gratis schoolboeken. Ondanks het feit dat gezakte leerlingen die bij een VO-school staan ingeschreven om één of enkele vakken aan het VAVO te volgen slechts voor 50 procent van de reguliere bekostiging mee tellen, wordt 100 procent van hun lesmateriaal bekostigd.38 3.8 Algemene voorwaarden voor samenwerking Naast de voorwaarden die per route afzonderlijk gelden, zijn er drie algemene voorwaarden voor samenwerking: 1. Het moet heel helder zijn bij welke VO-school de leerling is ingeschreven, zodat het duidelijk is wie verantwoordelijk is voor de leerling en daarvoor de bekostiging ontvangt. In alle gevallen is dubbele inschrijving (en daarmee dubbele bekostiging) uitgesloten. 2. De samenwerking moet plaats vinden op basis van een samenwerkingsovereenkomst. Deze samenwerkingsovereenkomst wordt door VO-scholen en het VAVO onderling opgesteld. Het is van

                                                                                                                             38  http://www.rijksoverheid.nl/bestanden/documenten-en-publicaties/brochures/2011/05/02/nog-meer-ruimte-voor-samenwerking-vo-bve/08dw2011b010.pdf

  • 21  

     

    belang dat de samenwerkingsovereenkomst transparant is. Ook moeten de Inspectie van het Onderwijs, de bestuurlijke partners en andere belanghebbenden haar gemakkelijk kunnen opvragen. 3. In de samenwerkingsovereenkomst moeten onder andere de volgende onderdelen benoemd worden: • Het doel van de samenwerking; • De doelgroep; • De manier waarop wordt nagegaan of het doel wordt bereikt; • Het onderwijsprogramma dat volgens de samenwerking wordt vormgegeven. Op de website van DUO CFI wordt per route een voorbeeld van een samenwerkingsovereenkomst gegeven39 De VO-raad heeft in samenwerking met de MBO-raad ook een modelovereenkomst opgesteld. De algemene voorwaarden zorgen ervoor dat de samenwerking gericht is op tenminste één van de doelen die eerder genoemd zijn. Daarnaast zijn zij bedoeld om rekenschapproblemen te voorkomen en om ervoor te zorgen dat de VO-scholen, ook binnen de samenwerking, de doelen van hun onderwijs blijven nastreven. Dit houdt bijvoorbeeld in dat de VO-school zich blijft inzetten voor goed onderwijs en het halen van het diploma en zich verantwoordelijk blijft voelen voor de uitbestede leerling. De VO-school wordt hier ook voor bekostigd. 3.9 Belangrijke punten

    - Leerlingen hebben geen wettelijk recht om uitbesteed te worden. Uitbesteding is alleen mogelijk door de VO-school en wordt in overleg met de leerling bepaald door de VO-school, waarbij een aantal voorwaarden gelden. Het bevoegd gezag van de uitbestedende VO-school moet toestemming geven.

    - Als een leerling zich voor de zomer uitschrijft bij de ene VO-school en zich in september inschrijft bij een andere VO-school, heeft deze leerling geen onderbroken leerweg. Ondanks de ‘zomeronderbreking’ wordt de leerweg van deze leerling aangemerkt als een ononderbroken leerweg.

    - Het Besluit samenwerking VO-BVE is niet van toepassing op samenwerking tussen het speciaal voortgezet onderwijs en BVE-instellingen. Het speciaal voortgezet onderwijs valt onder de Wet Primair Onderwijs (WPO) of de Wet op de Expertisecentra (WEC) en kent op grond van die wetgeving al mogelijkheden tot aangepaste onderwijsprogramma’s gericht op de mogelijkheden van de individuele leerling.

    - Het Besluit samenwerking VO-BVE is niet van toepassing op het praktijkonderwijs. Het praktijkonderwijs leidt niet op tot een diploma en daarom kunnen leerlingen in het praktijkonderwijs op basis van dit besluit niet worden uitbesteed.

    - Het is niet toegestaan om leerlingen aan een VO-school enkel de onvoldoende vakken te laten volgen. Zij zullen het volledige jaar moeten herkansen. Het is wel mogelijk gezakte leerlingen, aansluitend op hun eindexamenjaar, voor maximaal één jaar uit te besteden aan het VAVO voor de vakken waar de leerling voor is gezakt, om alsnog het diploma te halen.

    - Ongediplomeerde VMBO-bb (basisberoepsgerichte leerweg) VMBO-kb (kaderberoepsgerichte leerweg) leerlingen kunnen niet uitbesteed worden aan het VAVO, omdat deze leerwegen niet door het VAVO worden aangeboden.

    - Ongediplomeerde VMBO-gl (gemengde leerweg) kunnen niet worden uitbesteed aan het VAVO, omdat deze leerweg niet door het VAVO wordt aangeboden. Wel kunnen VMBO-gl

                                                                                                                             39http://www.cfi.nl/Public/websitecfi/Default.aspx?actor=tvp&action=menuItemClick&tab=4&data=6&sector=VO  

  • 22  

     

    leerlingen overstappen naar het VMBO-tl (theoretische leerweg) en vervolgens door een VO-school worden uitbesteed aan het VAVO. Gediplomeerde VMBO-gl leerlingen kunnen worden uitbesteed aan het VAVO om daar een opleiding van een hogere schoolsoort te volgen.

    - Een leerling die al uitbesteed was aan het VAVO en daar zijn VO-opleiding succesvol heeft afgerond, mag nogmaals worden uitbesteed aan VAVO om een opleiding van een hogere schoolsoort te volgen. De leerling schrijft zich bij een VO-school die de opleiding naar keuze aanbiedt (bij voorkeur de VO-school waar de leerling het eerste diploma heeft behaald). Het bevoegd gezag van de VO-school oordeelt of de leerling de capaciteiten in huis heeft om de opleiding van een hogere schoolsoort succesvol af te ronden en mag de leerling vervolgens uitbesteden aan het VAVO. Voor deze leerling geldt opnieuw de maximale verblijfsduur aan het VAVO: de resterende cursusduur van de opleiding, vermeerderd met één leerjaar (in geval van vertraging). Overigens geldt dat, als de leerling 18 jaar of ouder is, hij zich ook rechtstreeks kan melden bij het VAVO.

    - Een leerling die is gezakt voor zijn vwo diploma en wil op gaan voor een havo diploma, zal het hele havo schoolexamen moeten afleggen voordat hij wordt toegelaten tot het centraal examen. De resultaten van het vwo schoolexamen en het centraal examen zijn niet omrekenbaar naar havo cijfers.

    - De uitbesteding van leerlingen aan het VAVO blijft beperkt tot de resterende cursusduur van de opleiding, vermeerderd met één leerjaar (in geval van vertraging). Wanneer de leerling de verblijfsduur overschrijdt, zal deze worden uitgeschreven.

    - De teldatum voor de leeftijd van de leerling is de dag waarop de leerling daadwerkelijk onderwijs gaat volgen aan het VAVO.

    - Een leerling die is ingestroomd in het MBO, mag worden uitbesteed aan het VAVO, om zo (alsnog) een VO-diploma te halen. Dit mag in de volgende situatie en onder de genoemde voorwaarden: Een leerling van 16 of 17 jaar, en (nog) een VO-diploma wil halen, mag worden uitbesteed aan het VAVO. Onder de voorwaarde dat de leerling wordt heringeschreven bij een VO-school (bij voorkeur de eigen VO-school), die de leerling vervolgens kan uitbesteden aan het VAVO. De VO-school moet de onderwijssoort in huis hebben waar de leerling voor wordt uitbesteed. Bovendien is een voorwaarde voor uitbesteding aan het VAVO, dat de leerling volgens het bevoegd gezag een grotere kans heeft het VO-diploma te halen als hij voortaan een VAVO-traject volgt. De VO-school van herinschrijving is eindverantwoordelijk voor de leerling. De leerling wordt immers opgeleid voor een VO-diploma. Het kan voor de VO-school een complicerende factor zijn wanneer een leerling al voor kortere of langere tijd uit beeld van het VO is. Het is aan de VO-school om de afweging te maken of de leerling kan worden heringeschreven en vervolgens kan worden uitbesteed. Onder welke condities de leerling wordt uitbesteed naar het VAVO, is een zaak tussen de VO-school en VAVO-instelling. Een leerling van 18 jaar of ouder met een ‘onderbroken inschrijving’, komt niet meer voor uitbesteding in aanmerking. Deze leerling kan zich rechtstreeks melden bij het VAVO.

    - Een leerling die aan een VO-school is ingeschreven kan het VAVO volgen in een andere regio. Hierover staat niets geregeld in de wet.

    - Doorstroming van VMBO-tl-3 naar HAVO-4; Sommige scholen bieden de overstap van VMBO-tl-3 naar HAVO-4. Scholen hebben zelf de bevoegdheid om te oordelen of een leerling deze overstap kan maken. Voor de aanpassing van het Besluit samenwerking VO-

  • 23  

     

    BVE moest de Inspectie van het Onderwijs toestemming geven voor instroom in HAVO-4. Met de nieuwe aanpassing beslissen de scholen nu zelf.40

    3.10 Rechten en plichten van ouders en leerlingen Het bevoegd gezag van een school kan leerlingen in de gelegenheid stellen in het kader van het onderwijs waarvoor zij aan de school zijn ingeschreven, deel te nemen aan een opleiding VAVO en die opleiding met een examen af te sluiten.41 Leerlingen hebben geen wettelijk recht om uitbesteed te worden.42 De wet zegt wel dat uitbesteding bedoeld is voor leerlingen die op het VAVO een grotere kans hebben om een diploma te halen dan op het regulier voortgezet onderwijs.43 Maar ook hier moet vermeld worden dat het bevoegd gezag van de VO-school hierover beslist en ook het bevoegd gezag van het VAVO moet akkoord gaan en de leerling willen toelaten. De directrice van de Joke Smit-vestiging benadrukt dat een uitbesteding aan het VAVO geen recht is van de leerling. Ook al willen de ouders en de leerling dit graag, op het moment dat het bevoegd gezag van mening is dat een leerling ook het diploma kan behalen op de VO-school, dan wordt de leerling niet uitbesteed. Uitbesteding is bedoeld voor leerlingen die een gegronde reden hebben waarom zij het niet redden in het regulier voortgezet onderwijs. Hebben zij dit niet, dan wordt er vanuit gegaan dat de VO-school prima in staat is om er voor te zorgen dat de leerling de school verlaat met een diploma. “Dat een leerling geen zin heeft om nog een heel jaar over te doen op de VO-school, is geen reden om te worden uitbesteed aan het VAVO. Wij willen ook graag aan het volwassen karakter van het VAVO vasthouden en jongeren onder de 18 jaar niet stimuleren om naar het VAVO te gaan. Zij kunnen prima terecht in het regulier voortgezet onderwijs”, aldus de directrice van de Joke Smit-vestiging.

                                                                                                                             40 http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/voortgezet-onderwijs/vraag-en-antwoord/kan-een-leerling-via-het-volwassenenonderwijs-een-vmbo-havo-of-vwo-diploma-behalen.html 41 “Besluit samenwerking VO-BVE”, Artikel 3 lid 1, uitgegeven 20 december 2005, minister van Justitie, J.P.H. Donner 42 http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/voortgezet-onderwijs/vraag-en-antwoord/kan-een-leerling-via-het-volwassenenonderwijs-een-vmbo-havo-of-vwo-diploma-behalen.html 43 “Besluit samenwerking VO-BVE”, Artikel 2 en 3, uitgegeven 20 december 2005, minister van Justitie, J.P.H. Donner

  • 24  

     

    Hoofdstuk 4 Scholen; Meewerken aan uitbesteding aan het VAVO. Waarom wel of waarom juist niet?

    De Rutte-regeling is in het leven geroepen om zoveel mogelijk jongeren aan een diploma of startkwalificatie te helpen. Volgens de overheid zijn er jaarlijks duizenden jongeren die zonder diploma hun school verlaten. De kans op het verkrijgen van geschoold werk is hierdoor gering. Het kabinet wil het aantal schooluitvallers drastisch terugbrengen naar maximaal 25.000 per jaar in 2016. Om dit te bereiken bestaat er sinds schooljaar 2007-2008 de kwalificatieplicht. Om jongeren die zonder diploma dreigen uit te vallen in het onderwijs te helpen in de Rutte-regeling bedacht.44 Op deze manier kunnen deze zogenoemde “risicoleerlingen” door hun VO-school aan het VAVO worden uitbesteed. Bij het VAVO wordt er in een meer volwassener omgeving les gegeven. Dit moet de leerling stimuleren om alsnog een diploma te halen. De VO-school die de leerling uitbesteedt blijft verantwoordelijk voor de leerling en moet er voor zorgen dat er goed onderwijs aan de leerling wordt gegeven.45 In theorie is dit zeker een mooie regeling. Zoals de wet zegt kan een uitbesteding de kans vergroten op het behalen van een diploma. Maar werkt dit in de praktijk ook zo goed? Om dit te achterhalen is er aan alle scholen in Amsterdam, die VMBO-tl, HAVO en VWO aanbieden, gevraagd om de ervaringen te delen over het uitbesteden van leerlingen aan het VAVO. Gevraagd is, of de school leerlingen uitbesteedt en zo ja, wat zijn de ervaringen? Ook is er gevraagd naar de redenen om leerlingen wel of juist niet uit te besteden. Dit omdat de scholen in beginsel niet verplicht zijn om leerlingen uit te besteden. Dit wordt alleen gedaan indien het bevoegd gezag van mening is dat voor de leerling het behalen van een diploma hierdoor vergroot wordt. Uit gegevens van DUO blijkt dat er in 2011, achtendertig scholen in Amsterdam zijn die leerlingen uitbesteden aan het VAVO. (Zie bijlage 8) Acht scholen in Amsterdam hebben meegewerkt aan dit onderzoek en verteld wat de ervaringen zijn met het uitbesteden van leerlingen en waarom zij er voor kiezen om leerlingen wel of juist niet uit te besteden. Hieronder wordt weergegeven wat de scholen hebben geantwoord: Vossius Gymnasium Het Vossius Gymnasium besteedt leerlingen uit aan het VAVO en zegt hiermee goede ervaringen te hebben. De uitbesteding moet volgens het Vossius er toe leiden dat de leerling de middelbare school periode afsluit met een diploma. Meridiaan College Het Meridiaan College heeft dit afgelopen schooljaar voor het eerst leerlingen uitbesteed aan het VAVO. Omdat dit de eerste keer is, bestaat er nog geen compleet beeld. Het Meridiaan College is de moederschool voor een aantal oud-ICA leerlingen (Islamitisch College Amsterdam, is vorig jaar opgeheven) die gezakt waren voor het examen en het via de Joke Smit-vestiging nog een keer wilden proberen.

    Bredero College Het Bredero College heeft slechte ervaringen met het uitsteden van leerlingen aan het VAVO. Zij vertellen het volgende hierover; “In de afgelopen 5 jaar hebben wij 14 leerlingen uitbesteed waarvan slechts twee geslaagd zijn. Verder is er helemaal geen communicatie met het VAVO. Als school die de nog steeds de                                                                                                                          44 http://www.aanvalopschooluitval.nl/vervolg.php?h_id=10&s_id=120&titel=Aanval_op_Schooluitval_2008-2011 45 “Besluit samenwerking VO-BVE”, uitgegeven 20 december 2005, minister van Justitie, J.P.H. Donner

  • 25  

     

    eindverantwoordelijkheid draagt voor de leerling zou er regelmatig overleg moeten zijn. Dat is er niet. Ik weet niet wat de VAVO er aan gedaan heeft om de leerling aan het diploma te helpen. Zelfs leerlingen die één of twee vakken over moeten doen zijn niet succesvol. Dat stemt tot nadenken. Bel je om informatie dan krijg je zelden of nooit de eindverantwoordelijke aan de lijn en terugbellen is er absoluut niet bij. Op basis van onze kosten/ baten analyse hebben wij besloten geen leerlingen meer uit te besteden. Indien mogelijk houden wij de leerlingen nog een jaar op school en zo niet dan gaan wij intensief voor hen bemiddelen op het MBO.” “Ons maatschappelijk doel is kinderen op weg te helpen. En daar verstaan wij onder dat elk kind met een diploma op zak de maatschappij in kan. Vandaar dat wij tot nu toe altijd leerlingen hebben uitbesteed. Als blijkt dat deze dure regeling nauwelijks succesvol is, dan ga je in een tijd van recessie anders om met je middelen en bekijk je op welke wijze je de leerling echt kunt helpen.” Hervormd Lyceum Zuid Het Hervormd Lyceum Zuid heeft wel weer goede ervaringen met het uitbesteden van leerlingen. Op de vraag wat de redenen zijn om wel of juist niet leerlingen uit te besteden geven zij aan dat leerlingen worden uitbesteed in het kader van het project “alvast studeren” en leerlingen voor één vak nog een certificaat dienen te halen. Gezakte examenkandidaten hoeven met behulp van de uitbesteding niet hun hele pakket over te doen. Daarnaast is er bij het VAVO gericht aandacht voor de onvoldoende vakken en dit verhoogt de kans op een diploma. Montessori Lyceum Amsterdam Het Montessori Lyceum Amsterdam heeft over het algemeen goede ervaring. Een vastgelopen leerling willen zij de kans geven toch een diploma te behalen. Het verzoek om uitbesteed te worden, moet echter wel serieus zijn. Het 4de Gymnasium De ervaringen van Het 4de Gymnasium is dubbel. Een aantal leerlingen doet het goed en haalt alsnog een diploma. Leerlingen die al problemen hadden blijven deze houden, alleen hebben zij er minder grip en geen invloed meer op. Dit vindt de school heel frustrerend. Als reden om leerlingen wel of juist niet uit te besteden aan het VAVO geeft de school aan; “Het volwassenenonderwijs “eist” bij aannamen van een leerling dat er een uitbestedingcontract is. (mag officieel niet, maar gebeurt in praktijk wel).”

    Amstellyceum Het Amstellyceum heeft goede ervaringen met uitbesteding aan het VAVO. Zo zegt de zorgcoördinator/decaan van het Amstellyceum hier het volgende over; “De Rutte-regeling is een goede uitkomst voor leerlingen, die in slechts een beperkt aantal vakken examen wil doen, of leerlingen die om andere redenen het dagonderwijs willen verlaten (soms vanwege de leeftijd en ook het daarmee samenhangende schoolse karakter). Het is een goed alternatief als ik als zorgcoördinator/decaan met leerlingen praat over een vervolgtraject in de schoolloopbaan.” “Om leerlingen uit te besteden ga ik er van uit dat leerlingen wel meer verantwoordelijkheid moeten kunnen dragen ten aanzien van hun eigen schoolwerk. Leerlingen die ouder dan 18 zijn, kunnen in Amsterdam ook gebruik maken van een gemeentelijke regeling, die voor hen financieel soms ongunstig uitpakt als het gaat om een part time overeenkomst.”

  • 26  

     

    Comenius Lyceum Het Comenius Lyceum geeft ook aan goede ervaringen te hebben met het uitbesteden van leerlingen. Bij het Comenius gaat het bijna altijd om gezakte leerlingen ouder dan 17 jaar. Uit bovenstaande ervaringen komt naar voren dat de scholen over het algemeen zeggen dat zij leerlingen de kans willen bieden om een diploma te halen. Wel zijn de scholen van mening dat de leerling de verantwoordelijkheid moet kunnen dragen ten aanzien van zijn eigen schoolwerk. Hier is de directrice van de Joke Smit-vestiging het zeker mee eens; “Het VAVO heeft een volwassen karakter. Dit betekent dat er bijvoorbeeld geen mentorraad is en alle informatie moeten de leerlingen zelf vinden. Daarnaast wordt de presentie van leerlingen wel bijgehouden, maar de leerling blijft zelf verantwoordelijk of zij naar de lessen komen of niet. Is de leerling veel afwezig, dan wordt er eenmalig een brief verstuurd, maar hierna houdt het op. Deze verantwoordelijkheid moet de leerling dus wel kunnen dragen.” Maar is de Rutte-regeling niet juist bedoeld voor leerlingen die het risico lopen om zonder diploma school te verlaten? Leerlingen die zich veelal in situaties bevinden waardoor zij niet in het regulier voortgezet onderwijs hun diploma kunnen halen. “Leerlingen die zich in lastige situaties bevinden, zoals bijvoorbeeld een meisje van 16 of 17 jaar die zwanger is, kan zeker terecht op het VAVO. Voor zo’n meisje is het waarschijnlijk beter om in een meer volwassen omgeving les te krijgen”, vertelt de directrice van de Joke Smit-vestiging. “Het blijft de verantwoordelijkheid van de leerling om naar de les te komen, maar het VAVO is ook de enige mogelijkheid om het diploma in delen te behalen. Dit door middel van certificaten. Lukt het niet in een jaar alle vakken te behalen, dan kan de leerling de resterende vakken in het volgende jaar doen.” De advocate onderwijsrecht, is een voorstander van uitbesteding aan het VAVO. Zo zegt zij; “ VAVO is een onmisbare aanvulling op ons onderwijssysteem. De wet zegt letterlijk dat uitbesteding bedoeld is om de kans te vergroten om een diploma te behalen.” Volgens de advocate komen de leerlingen die geen problemen hebben op school niet op het VAVO terecht. “Het is juist bedoeld voor diegene die het om wat voor reden ook, niet redden op het regulier voortgezet onderwijs. Op het VAVO bloeien de leerlingen op. Zij krijgen “to the point” onderwijs, alles is gericht op het behalen van het diploma. Er zijn geen afleidende activiteiten. Scholen zouden leerlingen die dit nodig hebben juist meer moeten uitbesteden.” De medewerker van DMO Amsterdam zegt hierover dat de school als deskundig wordt gezien. Het bevoegd gezag beslist over de uitbesteding. Zij weten als deskundige wat het beste is voor de leerling. De advocate is het hier niet mee eens. Scholen zien het volgens haar als een voorrecht voor een leerling om uitbesteed te worden aan het VAVO. “Dit is een heel verkeerd beeld van de regeling. Er is daarnaast sprake van grote willekeur bij scholen waarbij het eigen belang, goede resultaten, hoogtij viert. De scholen werken resultaatgericht, maar vergeten daarbij het belang van de leerling en dat is waarvoor het onderwijs is bedoeld”, aldus de advocate. De directrice van de Joke Smit-vestiging is het er mee eens dat het belang van de leerling voorop dient te staan, maar zegt wel dat het VAVO er niet voor is om maar alle moeilijke leerlingen naar toe te sturen. “In eerste instantie moet de VO-school bekijken wat zij hun leerling kunnen aanbieden. Op de VO-scholen kunnen leerlingen namelijk beter begeleid worden. Het VAVO is gericht op zelfstandigheid. Lang niet alle leerlingen redden het op het VAVO, omdat zij niemand hebben die hen achter de broek aan zit. Scholen kennen hun leerlingen het best en kunnen daardoor goed inschatten of de leerling die grote verantwoordelijkheid aan kan. De motivatie om het diploma te behalen moet namelijk uit de leerling zelf komen.” Naast dat de leerling de verantwoordelijkheid moet kunnen dragen, geven een aantal scholen aan dat er geen zicht meer is op de leerling, zodra de leerling is uitbesteed. Hierop reageert de advocate Onderwijsrecht met het argument dat de school die de leerling uitbesteedt verantwoordelijk is. “Zij

  • 27  

     

    zijn dus ook verantwoordelijk om contact op te nemen met het VAVO en in de gaten te houden hoe de leerling het doet op de andere school. Krijgen zij in de gaten dat de prestaties van de uitbestede leerling niet goed zijn, dan moeten ze ingrijpen. Dit is de rol van de VO-school en niet die van het VAVO.” De directrice van de Joke Smit-vestiging zegt hierover dat de VO-scholen inderdaad verantwoordelijk blijven voor de leerling en dat zij de voortgang van de leerling in de gaten moeten houden. Dat er geen communicatie zou zijn, zoals een school aangeeft, is volgens de directrice niet waar. “Bij het tekenen van het uitbestedingscontract –die overigens wel degelijk wettelijk verplicht is, in tegenstelling tot wat een school beweerd- wordt er genoteerd wie er als contactpersoon van de VO-school fungeert. Naar deze contactpersoon wordt elke zes weken de presentielijst en resultatenlijst per mail verstuurd. Het komt voor dat er gevraagd wordt om deze lijsten naar de administratie te mailen. Hier gaat het vaak fout. De mails worden niet gezien of de papieren worden kwijtgeraakt. Het ligt echt aan de school hoe hier mee om wordt gegaan. De ene school is wel meer betrokken dan de andere school, maar wij leveren zeker elke zes weken de resultaten aan. Dit wordt overigens in de toekomst elke vier weken, zodat de scholen beter zicht hebben op de voortgang van hun leerling.”

  • 28  

     

    Hoofdstuk 5 Ervaringen van ouders en leerlingen die te maken hebben gehad met uitbesteding aan het VAVO

    De aanleiding van dit onderzoek waren de klachten en vragen over de Rutte-regeling bij OCO. De regeling blijkt niet bij iedere ouder bekend en ook de inhoud roept bij ouders vragen op.46 Voor wie is deze regeling nu precies bedoeld? En kan de school zomaar beslissen om de leerling niet uit te besteden? Het antwoord is hiervoor al gegeven. Dit kan de school inderdaad beslissen als het bevoegd gezag geen reden ziet om een leerling uit te besteden. Zoals DMO Amsterdam ook stelt; “Het bevoegd gezag van de school wordt als deskundig gezien en beslist over de uitbesteding. Dit stuit ouders en leerlingen misschien tegen de borst, maar dit is in de wet zo geregeld.” En inderdaad, dit stuit ouders tegen de borst. Uit de klachten bij OCO blijkt dit ook. Zij willen graag dat hun kind wordt uitbesteed, omdat zij van mening zijn dat hun kind wel een diploma zal halen op het VAVO. Maar als het bevoegd gezag van mening is dat de leerling de verantwoordelijkheid niet aan kan of dat de leerling beter op de eigen VO-school kan blijven, hebben de ouders en leerlingen geen keuze. De uitbesteding gaat dan niet door. Ouders zijn genoodzaakt om of de beslissing te accepteren of een andere oplossing te zoeken, zoals een andere school vinden die hun kind wel wil uitbesteden. Je krijgt in praktijk dan een vreemde constructie. Een school die de leerling niet kent, schrijft de leerling in en besteed de leerling vervolgens uit aan het VAVO. De VO-school is dan ook verantwoordelijk voor de leerling en wordt afgerekend op het eindresultaat. Uit de casussen die bij OCO binnen gekomen zijn blijkt het wel erg lastig om een school te vinden die dit daadwerkelijk ook wil doen. Voor ouders is deze situaties erg frustrerend. Hun kind wil of kan om wat voor reden dan ook eigenlijk niet verder op de huidige VO-school, maar wordt hier uiteindelijk toch toe gedwongen. Zo geeft een ouder, die zich met een vraag tot OCO richtte, aan dat haar dochter op een punt was blijven zitten in de vijfde klas van het VWO. Vanwege de nieuwe regeling “het nieuwe studiehuis” kwam er een extra taal en geschiedenis bij. Omdat de dochter dyslectisch is werd dit extra moeilijk voor haar om het diploma te halen. Om deze reden wilde zij aan het VAVO worden uitbesteed. Daar was een speciale bezemklas ingericht voor leerlingen die niet over waren gegaan. De school wilde echter niet meewerken aan een uitbesteding met als reden dat zij verantwoordelijk bleven voor de leerling en dat zij op het resultaat, als de leerling zou zakken, zou worden afgerekend. Het meisje heeft uiteindelijk wel op de betreffende VO-school, met tegenzin, haar VWO diploma behaalt. Een andere ouder die is gesproken voor dit onderzoek heeft een dochter die in het verleden wel uitbesteed is geweest aan het VAVO. Zij zegt hierover dat de VO-school positief tegenover de uitbesteding stond en van mening was dat haar dochter daar een grotere kans had op het halen van een diploma. Voor dit meisje was het moeilijk om in de schoolse omgeving van de VO-school les te krijgen, zo vertelt haar moeder. Het meisje zat volop in de puberteit, was dwars en ging met tegenzin naar school. Hierdoor werden haar resultaten steeds slechter. In overleg met het meisje en de ouders heeft de school besloten om het meisje uit te besteden aan het VAVO. Dit was volgens moeder en het meisje zelf een hele goede zet. Moeder zag haar dochter op leven en haar resultaten waren beter. Het meisje vertelt dat zij de uitbesteding als een nieuwe kans zag. Naar school gaan deed ze nog steeds niet heel graag, maar ze was wel gemotiveerd om haar diploma te halen. Op de vraag wat haar dan zo stimuleerde vertelt ze dat zij de meer volwassen benadering erg prettig heeft ervaren. Juist doordat er meer “gehamerd” werd op de eigen verantwoordelijkheid werd zij gestimuleerd om daadwerkelijk wat aan haar school te doen. Uiteindelijk heeft zij dan ook haar VMBO-tl diploma gehaald. Twee andere personen die in het verleden zijn uitbesteed aan het VAVO, hebben een soortgelijke ervaring met de uitbesteding. Beiden moesten nog een aantal vakken van de HAVO halen waarop zij                                                                                                                          46 Informatie uit de dossiers, met klachten/vragen over de Rutte-regeling, van OCO

  • 29  

     

    gezakt waren. Zij hebben de uitbesteding als positief ervaren. Er werd uitgebreid aandacht besteed aan de lessen en het rooster was gunstig. Een persoon vertelt dat de VO-school in eerste instantie niet helemaal achter de uitbesteding stond. In een individueel gesprek met de afdelingsleider moest zij de school overtuigen waarom zij graag naar het VAVO wilde en niet op de huidige school wilde blijven. Zij gaf aan dat het haar op het VAVO gemakkelijker af zou gaan. Hier was de afdelingsleider het over eens. Ze heeft echter de indruk gehad dat er tijdens de uitbesteding helemaal geen contact was tussen de VO-school en de Joke Smit-vestiging. Of dit zo was, is niet zeker. Zelf heeft zij in ieder geval nooit meer contact gehad met de VO-school die haar uitbestede. De andere persoon geeft aan ook geen contact meer te hebben gehad met de VO-school waarop zij had gezeten. Of de scholen onderling contact hadden is haar niet bekend. Beide personen hebben hun diploma op het VAVO gehaald. Een laatste persoon die is gesproken over uitbesteding aan het VAVO, heeft zijn diploma met moeite behaald. Hij geeft aan dat dit aan zijn leeftijd lag. Hij was totaal niet gemotiveerd. In eerste instantie, toen de uitbesteding ter sprake kwam, leek dit hem een hele goede optie. Maar eenmaal op het VAVO was de motivatie weg. Hij ging liever werken dan naar school. Hij geeft aan dat hij het nu anders zou doen, maar in de puberteit doe je liever andere dingen dan naar school gaan. Zijn ouders hebben hem wel erg gepusht en hierdoor heeft hij uiteindelijk wel zijn VMBO-tl diploma gehaald. Zijn ouders waren bang dat hij anders zonder diploma thuis kwam te zitten. Maar op die leeftijd zie je dat niet zo, vertelt hij. Nu, een paar jaar later, is hij erg blij dat zijn ouders hem gestimuleerd hebben en inmiddels is hij bezig met een MBO opleiding. Over de ervaringen van ouders en leerlingen kon de advocate Onderwijsrecht ook het een en ander vertellen. In de zaken die zij behandelt willen de scholen niet meewerken aan een uitbesteding. Maar zoals de advocate stelt, uitbesteding is er om de kans op het halen van een diploma te vergroten. Na dreiging met een kort geding heeft een school de leerling uiteindelijk uitbesteed aan het VAVO. De advocate is van mening dat scholen veel te veel denken dat zij alleen een goede optie zijn om onderwijs te volgen en een diploma te halen. Dit terwijl juist in het belang van de leerling gedacht moet worden en gezocht moet worden naar andere, dan wel niet betere opties. Ook heeft zij de ervaring dat ouders vrijwel niet geïnformeerd worden over de Rutte-regeling. En de regeling is volgens de advocate juist zo’n mooie optie voor leerlingen die het in het regulier onderwijs niet redden. De directrice van de Joke Smit-vestiging heeft de ervaring dat ouders graag willen dat hun kind aan het VAVO wordt uitbesteed. “Tijdens een gesprek, waarin wordt gekeken of de leerling geschikt is om te worden uitbesteed, zijn de ouders vaak aan het woord. Ik vraag dan bewust of de leerling zelf kan vertellen wat zijn motivatie is. Op het VAVO is de leerling namelijk zelf verantwoordelijk voor zijn schoolgang. Er is dan ook geen contact met de ouders, ook niet als de leerling jonger is dan 18 jaar. Als ouders bellen naar de school over informatie, dan vertellen wij ze dat dit alleen via de leerling gaat. Dit wordt ook duidelijk aan de ouders verteld voordat zij het uitbestedingscontract tekenen. De motivatie om een diploma te halen moet echt vanuit de leerling zelf komen, zeker op het volwassenenonderwijs.” Op de vraag of er voor de ouders en leerling, na weigering van het bevoegd gezag om de leerling uit te besteden, dan geen andere optie is, is het antwoord van de directrice duidelijk; “Nee, er is geen andere mogelijkheid. Als er een goede reden is dat de leerling beter op het VAVO zijn diploma kan halen, dan is hij zeker welkom, maar anders is hij in goede handen in het regulier voortgezet onderwijs.”

  • 30  

     

    Conclusie

    Na aanleiding van vragen en klachten over de Rutte-regeling, van ouders aan het adres van OCO, is er besloten om onderzoek te laten doen naar deze regeling. De vragen en klachten gingen over wat de regeling nu precies inhoud en over het feit dat niet alle leerlingen toestemming van de school krijgen, om te worden uitbesteed. Er is onderzocht wat de regels voor de uitbesteding van een VO-leerling aan het voortgezet algemeen volwassenenonderwijs zijn en hoe hier uitvoering aan wordt gegeven in Amsterdam. Aan de hand van vijf deelvragen is de hoofdvraag beantwoord. Als eerste is uitgebreid beschreven wat de Rutte-regeling, in het bijzonder route 4; Uitbesteding van een VO-leerling aan het VAVO, nu precies inhoud en voor wie deze regeling is bedoeld. Kort gezegd is route 4 bedoeld voor VO-leerlingen van 16 en 17 jaar, die volgens het bevoegd gezag een grotere kans hebben op het behalen van een diploma, als zij onderwijs volgen aan het VAVO. De scholen die aan dit onderzoek hebben meegewerkt geven aan over het algemeen positief te staan tegenover deze regeling. Als het voor de leerling de kans vergroot om het diploma te behalen, dan besteden zij graag uit aan het VAVO. Maar, zeggen de scholen, om het VAVO aan te kunnen is er wel een grote mate van verantwoordelijkheid van de leerling nodig. Niet iedere leerling kan deze verantwoordelijkheid aan en is beter gebaad bij een meer schoolse omgeving. Dit wordt ook gezegd vanuit het VAVO zelf. Het VAVO is in eerste instantie namelijk bedoeld voor volwassenen die alsnog hun diploma willen behalen. Het type onderwijs is gericht op zelfstandigheid en eigen verantwoordelijkheid. Dit is zeker niet voor alle 16 en 17 jarigen weggelegd. Uit de vragen en klachten van ouders bij OCO, kwam naar voren dat ouders, ondanks negatief advies van het bevoegd gezag, graag willen dat hun kind toch wordt uitbesteed aan het VAVO. Zij beschouwen de regeling als een recht. En dat is het niet. De regeling is specifiek bedoeld voor leerlingen bij wie er echt geen mogelijkheid is om het diploma te kunnen behalen in het regulier voortgezet onderwijs. Voor de overige leerlingen voldoet het regulier voortgezet onderwijs. Als een leerling wil worden uitbesteed kan hij dit bij de VO-school aankaarten, maar het bevoegd gezag neemt de beslissing. Is het bevoegd gezag van mening dat de leerling dit type onderwijs niet aankan, dan houdt het op. Als leerling of als ouder kun je hier vrijwel niets tegen doen. De enige mogelijkheid is het inschakelen van een advocaat. De advocate Onderwijsrecht, die meewerkte aan dit onderzoek, heeft in een zaak -onder dreiging van een kortgeding- wel voor elkaar gekregen dat een leerling werd uitbesteed aan het VAVO. Maar dit wil niet zeggen dat dit bij iedere leerling lukt en daarnaast is het nog maar de vraag of je dit als ouder en/of leerling allemaal op de hals wil halen. Een jaartje overdoen op de VO-school is dan misschien een gemakkelijkere optie. De belangrijkste conclusie uit dit onderzoek is dat de Rutte-regeling bedoeld is voor een specifieke groep. Niet de leerlingen die gewoon geen zin hebben om nog een jaar over te doen op de VO-school. Het VAVO is eigenlijk ook alleen succesvol voor leerlingen die de grote eigen verantwoordelijkheid van het volwassenenonderwijs aankunnen. Er is geen gerichte begeleiding en er wordt weinig tot vrijwel niets ondernomen als een leerling niet naar de lessen komt. De motivatie moet echt uit de leerling zelf komen. Heb je als 16 of 17 jarige echt deze motivatie en heb je een gegronde reden waarom je beter af bent met onderwijs aan het VAVO, dan is het zeker zinvol om in gesprek te gaan met het bevoegd gezag van de school. Uit het onderzoek blijkt namelijk dat er in het schooljaar 2011-2012 achtendertig scholen, leerlingen hebben uitbesteed aan het VAVO. Maar, zoals in de wet staat, het bevoegd gezag van de school beslist. Voor OCO ligt hier de taak om ouders en/of leerlingen hierover goed te informeren. De regeling kan voor sommige leerlingen een mooie uitkomst bieden, maar is geen recht.

  • 31  

     

    Evaluatie en logboek

    Aan het begin van dit onderzoek wist ik en ook mijn opdrachtgever OCO, niet wat er uit dit onderzoek zou voortkomen. De inhoud en de regels van de Rutte-regeling waren voor zowel mij als OCO vrijwel onbekend. Ik heb mij dan ook bij de start van dit onderzoek in dit onderwerp moeten “ingraven”. Het lastige hierbij was dat er zo goed als niets aan literatuur over dit onderwerp te vinden was. Over de regeling zelf kon ik op internet veel vinden en in 2007 is er een evaluatieonderzoek geweest in opdracht van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Over de probleemstelling van dit onderzoek was in de literatuur echter niets te vinden. Ik heb mij dan ook echt moeten richten op de ervaringen van scholen, ouders en oud-leerlingen van het VAVO en professionals die te maken hebben met de Rutte-regeling. Voor mijn onderzoek was ik vooral benieuwd naar de redenen waarom scholen sommige leerlingen niet willen uitbesteden. Helaas was de respons op mijn vragenlijst per mail, erg laag. Ik dacht aan het begin van mijn onderzoek dat het te veel tijd zou kosten om alle 49 scholen in Amsterdam te bellen of langs te gaan. Dit kost inderdaad te veel tijd, maar ik denk nu dat ik dan meer ervaringen van scholen zou hebben gehad. Ik heb in een later stadium de scholen nogmaals gemaild, maar kreeg van 1 school respons. Dit kan wat zeggen over de bereidheid om mee te werken aan onderzoeken of hoe het onderwerp leeft bij de scholen. Dit blijft gissen. Niet alleen van scholen kreeg ik weinig respons, ook van ouders die in het verleden OCO hadden benaderd met een vraag of klacht met betrekking tot de Rutte-regeling. Van een aantal ouders klopten de gegevens niet meer en van de overige ouders die gebeld en gemaild zijn, heeft 1 ouder gereageerd per mail. Ik ben uiteindelijk in mijn eigen omgeving gaan vragen naar ervaringen van ouders en leerlingen met uitbesteding aan het VAVO en deze gebruikt in mijn onderzoek. Tijdens het onderzoek baalde ik enorm van de lage respons, maar gaande weg en zeker na het interview met de directrice van de Joke Smit-vestiging, besefte ik dat de Rutte-regeling een wettelijke regelgeving is en dat hier weinig tot niet aan geschort kan worden. Kort gezegd is het jammer als ouders en leerlingen het er niet mee eens zijn dat ze van het bevoegd geen toestemming krijgen voor een uitbesteding, maar hier is niets aan te veranderen. Ook mijn eigen ervaring speelde een rol tijdens dit onderzoek. Ik heb zelf in het schooljaar 20