uitgave september 2002

12
Nieuwsbrief van Vink September 2002 September in het teken van 75 jaar Vink Met gepaste trots presenteren we u ons jubileumnummer. We zijn niet zozeer trots vanwege deze uitgave van de Vinkview, maar vanwege het feit dat we 75 jaar bestaan. Een jubileum dat voor een familiebedrijf in onze sector geen geringe prestatie is. Deze Vinkview komt uit in september, een bewuste keus, want dat is de maand waarin wij ons jubileum vieren. September is ook de maand waarop precies drie jaar geleden de eerste Vinkview verschenen is. Een eigen blad waarin we onze contacten willen laten weten wat er zoal speelt bij Vink, en dat is meestal meer dan mensen denken. Onze opa wilde al een bedrijf met verschillende poten, ‘zodat je altijd een goede basis hebt’. Dat is nog steeds zo. Bovendien hebben we de neiging om niet snel ‘nee’ te zeggen tegen opdrachtgevers, waardoor onze activiteiten steeds verder uitgroeien. Ook spelen we in op de vragen uit de markt. De Vinkview is een eigen productie onder leiding van een redactiecommissie. Reacties zijn altijd van harte welkom, we staan open voor suggesties. Deze keer is uiteraard gekozen voor een inhoud die te maken heeft met ons jubileum; een presentatie van het bedrijf nu, met uitstapjes naar vroeger. Veel oudere werknemers aan het woord, maar ook de jongere generatie. Een kijkje achter de schermen dus. De volgende Vinkview zal in 2003 verschijnen en als bedrijf gaan we het laatste kwartaal in van 2002. Een kwartaal waarvan we veel van verwachten, ondanks berichten uit de ‘markt’. De landelijke recessie heeft ons de afgelopen maanden gelukkig nauwelijks geraakt. Dat komt in mijn visie mede door de kern van vaste opdrachtgevers. Onze manier van werken geeft veel ruimte in planning, waar- door je ook je eigen bezetting constant kunt houden. Onze jongste uitbreiding is de start van een professionele grondbank. Maar hierover en over andere ontwikkelingen leest u in ons volgende nummer meer. Eerst is het tijd voor feest. Henk Vink Vink is een begrip in Barneveld en wijde omgeving met de kenmerkende gele kleur van haar wagenpark. Niet iedereen weet dat Vink zo’n veelomvattend bedrijf is. Toch heeft de familie Vink, van oprichter Henk Vink, zijn drie zonen Hendrik (sr.), Joop en Evert en voor de huidige generatie Henk en Rob Vink, altijd als bedrijf een stoel met vijf poten willen zijn, voor zekerheid en stevigheid. Als er dan een poot wegviel, dan had je genoeg andere dingen om door te kunnen gaan. Contant afrekenen Oprichter Henk Vink nam 75 jaar gele- den een slepersbedrijfje over. Hij hield van paarden en wilde naast zijn werk als betonijzervlechter best wat aan vervoer doen. Door zijn contacten in de aannemerswereld ging het vervoerwerk al snel lopen: zand voor metselaars, hout voor boeren, takkenbossen voor de bakkers. Hij bracht binnen het bedrijf ook meteen een aantal normen en waarden aan die grotendeels nog steeds gelden. Zo werkte hij liever eerst het geld bij elkaar voor een investering dan te gaan lenen. Zoon Hendrik Vink vertelt: ,,Mijn vader ging op de fiets naar ’s Heerenberg om daar een tank in te graven. Dat deed hij zelf, met een schop eerst 6 kuub uitgraven. Daarmee verdiende hij veertig gulden, die kon hij mooi gebruiken voor een wesseltakel. Dat is eigenlijk zo gebleven. Als we een investering wilden doen, dan gingen we eerst de klanten langs om de uitstaande rekeningen op te halen. Met een tas vol geld gingen we dan een dragline kopen en lekker contant afrekenen.’’ Waar vader Vink ook de grondslag voor gelegd heeft is een bepaalde gemoedelijkheid, en waardering voor ieders werk, hoe klein of groot ook. ,,Hij kreeg iedereen aan het werk. Altijd liepen er jongens uit de buurt die bij Vink wilden werken. Voor het beton- ijzervlechten had hij een clubje, die haalde hij ’s ochtends eerst uit bed. Dan ging hij pannenkoeken bakken en dan samen aan het werk. En bij de aanleg van De Steenkamp in Voorthuizen, toen we nog maar twee auto’s hadden, waren er allerlei kinderen die wilden helpen. >>>. 1 75 jaar Vink: altijd een stoel met vijf poten, zodat er altijd zekerheid en stevigheid is • Historie 1 • Aannemingsmaatschappij Grond-, Weg- en Waterbouw 3 • Transportbedrijf 6 • Tankinstallatie 8 • Betonmortel 9 • Afvalverwerking 10 • Milieutechnisch Adviesburo 11 I N H O U D I N H O U D

Upload: phungkhuong

Post on 11-Jan-2017

238 views

Category:

Documents


2 download

TRANSCRIPT

Page 1: Uitgave september 2002

Nieuwsbrief van Vink • September 2002

September in hetteken van 75 jaar VinkMet gepaste trots presenteren we u ons jubileumnummer. We zijn niet zozeer trotsvanwege deze uitgave van de Vinkview, maarvanwege het feit dat we 75 jaar bestaan. Eenjubileum dat voor een familiebedrijf in onzesector geen geringe prestatie is.

Deze Vinkview komt uit in september, eenbewuste keus, want dat is de maand waarinwij ons jubileum vieren. September is ook demaand waarop precies drie jaar geleden deeerste Vinkview verschenen is. Een eigen bladwaarin we onze contacten willen laten wetenwat er zoal speelt bij Vink, en dat is meestalmeer dan mensen denken. Onze opa wilde aleen bedrijf met verschillende poten, ‘zodat jealtijd een goede basis hebt’. Dat is nog steedszo. Bovendien hebben we de neiging om nietsnel ‘nee’ te zeggen tegen opdrachtgevers,waardoor onze activiteiten steeds verder uitgroeien. Ook spelen we in op de vragen uit de markt.

De Vinkview is een eigen productie onder leiding van een redactiecommissie. Reactieszijn altijd van harte welkom, we staan openvoor suggesties. Deze keer is uiteraard gekozen voor een inhoud die te maken heeftmet ons jubileum; een presentatie van hetbedrijf nu, met uitstapjes naar vroeger. Veeloudere werknemers aan het woord, maar ookde jongere generatie. Een kijkje achter deschermen dus.

De volgende Vinkview zal in 2003 verschijnenen als bedrijf gaan we het laatste kwartaal invan 2002. Een kwartaal waarvan we veel vanverwachten, ondanks berichten uit de ‘markt’.De landelijke recessie heeft ons de afgelopenmaanden gelukkig nauwelijks geraakt. Dat komt in mijn visie mede door de kern van vaste opdrachtgevers. Onze manier vanwerken geeft veel ruimte in planning, waar-door je ook je eigen bezetting constant kunthouden.

Onze jongste uitbreiding is de start van eenprofessionele grondbank. Maar hierover enover andere ontwikkelingen leest u in ons volgende nummer meer. Eerst is het tijd voor feest.

Henk Vink

Vink is een begrip in Barneveld en wijdeomgeving met de kenmerkende gelekleur van haar wagenpark. Niet iedereenweet dat Vink zo’n veelomvattendbedrijf is. Toch heeft de familie Vink, vanoprichter Henk Vink, zijn drie zonenHendrik (sr.), Joop en Evert en voor dehuidige generatie Henk en Rob Vink,altijd als bedrijf een stoel met vijf potenwillen zijn, voor zekerheid en stevigheid.Als er dan een poot wegviel, dan had je genoeg andere dingen om door tekunnen gaan.

Contant afrekenenOprichter Henk Vink nam 75 jaar gele-den een slepersbedrijfje over. Hij hieldvan paarden en wilde naast zijn werkals betonijzervlechter best wat aan vervoer doen. Door zijn contacten in deaannemerswereld ging het vervoerwerkal snel lopen: zand voor metselaars,hout voor boeren, takkenbossen voorde bakkers. Hij bracht binnen het bedrijfook meteen een aantal normen enwaarden aan die grotendeels nogsteeds gelden. Zo werkte hij liever eersthet geld bij elkaar voor een investeringdan te gaan lenen. Zoon Hendrik Vinkvertelt: ,,Mijn vader ging op de fiets naar’s Heerenberg om daar een tank in tegraven. Dat deed hij zelf, met een schopeerst 6 kuub uitgraven. Daarmee verdiende hij veertig gulden, die kon hij

mooi gebruiken voor een wesseltakel.Dat is eigenlijk zo gebleven. Als we eeninvestering wilden doen, dan gingen weeerst de klanten langs om de uitstaanderekeningen op te halen. Met een tas volgeld gingen we dan een dragline kopenen lekker contant afrekenen.’’Waar vader Vink ook de grondslag voor gelegd heeft is een bepaaldegemoedelijkheid, en waardering voorieders werk, hoe klein of groot ook. ,,Hij kreeg iedereen aan het werk. Altijdliepen er jongens uit de buurt die bij

Vink wilden werken. Voor het beton-ijzervlechten had hij een clubje, diehaalde hij ’s ochtends eerst uit bed. Dan ging hij pannenkoeken bakken en dan samen aan het werk. En bij de aanleg van De Steenkamp inVoorthuizen, toen we nog maar twee auto’s hadden, waren er allerleikinderen die wilden helpen.

>>>.

1

75 jaar Vink: altijd een stoel met vijf poten,zodat er altijd zekerheid en stevigheid is

• Historie 1

• Aannemingsmaatschappij • Grond-, Weg- en Waterbouw 3

• Transportbedrijf 6

• Tankinstallatie 8

• Betonmortel 9

• Afvalverwerking 10

• Milieutechnisch Adviesburo 11

I N H O U DI N H O U D

Page 2: Uitgave september 2002

>>>

Aan het eind van de week deelde hij danpapieren rijksdaalders uit aan alle helpers,hoe jong ook. Tenslotte klaarden ze welmet z’n allen de klus.’’Met z’n allen de klus klaren, dat is nog steeds de werkfilosofie bij Vink. De medewerkers zijn duidelijk betrokken bij het bedrijf, er wordt hard gewerktwordt,dat wordt ook gevraagd, maar er is ook waardering, van hoog tot laag enomgekeerd. Rob Vink: ,,Wij zijn hier altijdbereikbaar, de lijnen zijn heel kort. Dat is gebleven, ook al zijn we nu eenstuk groter. En we hebben te maken met een strenge en stringente regel- en wetgeving. Dat was in de tijd van de tweede generatie anders. Dat wil niet zeggen dat er toen minder gelet werd opkwaliteit, integendeel. Maar toen was erminder bekend over de gevolgen van watje deed. Nu zijn er strenge eisen ten aan-zien van veiligheid en milieu, en dat is ookgoed. Wij willen daar graag aan voldoen.Want wat is gebleven van vroeger is deinzet, het proberen ons werk zo goedmogelijk te doen.’’

De groeiDe groei van Vink is vooral ontstaan na de jaren tachtig. Henk Vink: ,,In het beginvan de negentiger jaren hadden we hierongeveer 70 medewerkers. Nu zitten wemet 160 mensen. Die groei is mede tedanken aan het principe dat we geen ‘nee’verkopen. In de jaren tachtig gingen veel

bedrijven, vanwege de economische recessie, terug naar hun kernactiviteit. Hiergingen we eigenlijk dwars tegen die trendin. Als de klant ergens om vraagt, zeggenwe altijd ‘ja’, toen en nu. Daardoor hebbenwe ons veel verder ontwikkeld dan onzeopa misschien wel ooit heeft durven dromen. De oorsprong van de groei ligt wel bij onze bestaande klanten, diesteeds meer van ons vragen,omdat onze bestaande dienstverlening goed bevallen is.Onze dienstverlening is flexibel, maar doorbijvoorbeeld een full-concept product televeren neem je problemen weg voor deopdrachtgever. Dan zijn wij het vaste aan-spreekpunt. Gebeurt er iets, dan lossen wijhet probleem voor de opdrachtgever op.Een hele groot voordeel voor ons is datwe al enorm veel in eigen huis kunnenrealiseren: wij hebben machines, auto’sbeton, puinbrekers, noem maar op.Daardoor heb je veel gemakkelijker demogelijkheden om alles van begin tot eind te regelen en als opdrachtgevers dateenmaal weten maken ze er graag gebruikvan.’’

Vink is allang geen plaatselijk familiebedrijfmeer, al liggen de wortels overduidelijk in Barneveld. Een deel van de activiteitenspeelt zich daar af, het bedrijf is er gevestigd, de afvalverwerking is een opvallend onderdeel, maar een deel van het werk wordt in het gehele land uitgevoerd, eigenlijk ook al vanaf hetbegin. De installatietak was altijd al landelijk. De aannemerij is na de jarentachtig explosief gegroeid en de transport-onderneming de laatste tien jaar.

Rob: ,,Als je gaat groeien, dan moet je jevleugels wel uitspreiden over het land,want dan biedt je eigen regio niet meervoldoende werk om alle mensen aan degang te houden. Als ondernemer strevenwij ook expansie na, en meestal wil je sneller dan de regels toestaan, maar dat is ondernemen: snel beslissen, sneluitvoeren. Wij stoten onze neus dan ookwel eens, het blijft een verkennen van degrenzen, maar we blijven wel steeds ingesprek. Eigenlijk is er binnenshuis zo’n

zelfde mentaliteit. We kunnen elkaar hierongezouten de waarheid zeggen, maaraan het eind van de week drinken we welweer samen een kopje koffie. Of watanders. Dat kan allemaal omdat je weetdat je met elkaar voor de zaak staat en datwe met elkaar dezelfde visie uitdragen.Kwaliteit, daar gaat het echt om. Deels bereiken we dat door scholing vanonze mensen, deels door te zorgen vooruitstekend materieel. Maar vooral: door de onderlinge mentaliteit. Want niet alleen wij als Vinken zijn trots op onsbedrijf, dat zijn al onze medewerkers.’’

2

bestaat uit:

_ Aanleg tankinstallaties_ Aannemingsbedrijf GWW_ Afvalverwerking_ Asbestsanering_ Bodemsanering en sanering tank_ installaties _ Containerdienst en verhuur _ opslag- en kantoorunits _ Kraanverhuur_ Levering betonmortel en _ betonmixerverhuur _ Milieutechnisch Adviesburo_ Levering, plaatsing en verhuur _ van waterzuiveringsinstallaties _ Ontwikkeling woningbouwlocaties _ en bedrijventerreinen _ Totaalonderhoud bedrijventerreinen _ zowel onder- als bovengronds_ Transportbedrijf met specialiteit _ zwaar transport_ Verhuur breek- en zeefinstallaties_ Verhuur wegbebakeningsmaterialen _ en noodstroomaggregaten_ Zand- en grindhandel

Vink Holding

Page 3: Uitgave september 2002

3

Medewerkers van Vink zijn vaak trouwemedewerkers, dat bewijst hun staat vandienst. Evert van Rootselaar en GertHudding, respectievelijk 36 en 34 jaar indienst: ,,Als het goed loopt en je benttevreden, dan blijf je ook gewoon. Hetwerk is leuk en gevarieerd. Nu staan wein Stroe, straks zitten we in Den Haag.Het is alletwee leuk. Ons werk is welenorm verandert. Toen we begonnen wasveiligheid een vaag begrip. Je deed jewerk gewoon, maakte niet uit hoe hetvoor elkaar kwam. De woorden ’het kanniet’ kwamen niet in het woordenboekvan de gebroeders Vink voor. Niet voorhun werknemers, maar zeker ook nietvoor henzelf. En omdat zij dat voorbeeldgaven ging je daar zelf ook in mee. Dusje tilde, je hijste, je repareerde, kortom jedeed alles. Als je een monteur moestlaten komen dan vond Joop Vink, onzebaas, dat verschrikkelijk. Je had zelfgereedschap bij je, daarmee deed je ter plekke het onderhoud. Maar goed, in die tijd kon je ook verstand hebbenvan machines, alles werkte mechanisch, terwijl het nu allemaal elektronica is, daar mogen we niet eens aankomen. Vroeger reden we nog met een GMC-tjeuit het leger, een 6 x 6. Daar mocht jeniet harder mee rijden dan 50 tot 55 kilopeter per uur, anders rammelde alleseronder uit. Die wagens waren eigenlijkvoor personenvervoer, en wij reden erzand mee vanaf de zandafgraving inGarderen. Mooie tijd!

Los van die elektronica is het materieelenorm verbeterd. Als je nu iets niet kunttillen, komt er een grotere machine.Vroeger moest je de kettingen aan elkaarknopen als ze tekort waren, nu laat jeeven een nieuwe komen. Er is veel meer

aandacht voor persoonlijke veiligheidook. Er wordt overal op gelet: op geluid,op omgeving. Vroeger ging je ergensmeteen aan het graven, nu worden ereerst bodemmonsters genomen. Je krijgtbeschermingsvoorschriften mee en in decabine van je voertuig is altijd schonelucht. Dat lijkt omslachtig soms, maar uiteindelijk gaat het wel om je eigengezondheid. Het nadeel van het nieuwematerieel is dat je met minder man toekan. Voor het bedrijf is dat goed, maarvroeger werkte je met een hele ploegmensen ergens aan, dat was wel erggezellig. Nu staan we vaak met z’ntweeën. Het voordeel is weer dat we heel zelfstandig zijn. We hebben wel een werkschema, maar niemand kijkt op onze vingers, het is onze eigen verantwoording. Die krijg je volop bij Vink en dat maakt het werken ook leuk.

We hebben mooie projecten vaak. Elkwerk heeft zijn uitdaging, en wij zien vaakook iets terug van wat we maken. Kijk,een riool leg je onder de grond, daar zieje niets van. Maar de waterpartijen in degemeente Barneveld, in de wijken DeVaarst en Norschoten, met hun bijzonde-re taluds, dat is ook ons werk. En heelbijzonder was de aanleg van een nieuw-bouwwijk in Roosendaal (bij Arnhem).Daar ligt in een glooiend landschap eenhoogteverschil van 25 meter, dat is echteen uitdaging, hoor. Daar hebben we driemaanden lang grondwerk gedaan, schit-terend werk. Nu maken we hier een ten-nisbaan met een talud eromheen. Datlijkt gemakkelijk, maar juist dat taludvergt veel aandacht. Daar doe je dan ookje best voor, dat het straks, als het klaaris, mooi is voor de mensen.’’

,,Er is nu veel meer aandacht voorpersoonlijke veiligheid’’

Aan

nem

ingsm

aatschap

pij G

WW

Evert van Rootselaar en Gert van den Hudding van het Aannemersbedrijf:

Page 4: Uitgave september 2002

4

Gert van Omme:

Gert van Omme: ,,Sloopwerk, dat past me. Dat vind ikmooi werk. En als je werk doet dat je ligt, dan heb jehet naar je zin. Er is de afgelopen jaren wel heel veelveranderd in het sloopwerk, met name op hetgebied van regelgeving. Dat maakt het er, zekervoor mensen van mijn generatie (59 ben ik), erniet altijd eenvoudiger op. Het werk is niet mindergeworden, en er is heel veel papierwerk bijgeko-

men. Slopen is niet zo eenvoudig als het lijkt. Het is werk waar je goed mee ommoet gaan. Je kunt er dan ook niet zomaar iedereen aanzetten. Ik werk met een vaste ploeg die weet dat het vaak meer gaat om demonterendan slopen. Als je aan de bron kunt selecteren, is het goedkoper, maar nietgemakkelijker.’’

Aan

nem

ings

maa

tsch

app

ij G

WW

Recycling: zuinig zijn met grondstoffen

Gert Mulder:

,,Bij Vink moest je altijd van alles doen’’

,,Slopen is niet zo eenvoudig als het lijkt’’

,,Ik heb 35 jaar bij Vink gewerkt en 35 jaarschik gehad. In 1964 ben ik begonnen, bijEvert Vink, een uitstekende baas. Iemand die wat voor je over had, op hetwerk, maar ook daarbuiten. Hij heeft mebijvoorbeeld nog gereden op mijn trouw-dag met zijn Mercedes. Je moest wel hardwerken, maar daar kreeg je ook wat voor:veel vertrouwen en veel kansen. En elke

week een loonzakje, dat was toen nog.Als chauffeur had ik ook onkosten, zoalstelefoontjes, overtochten met pontjes, eenmaaltijdje ergens, dat was nooit een probleem. Integendeel, ik kreeg er zelfsvaak een aardige fooi bovenop.

Ik ben begonnen als chauffeur op eenzandwagen. In die tijd reed je nog met

een kuubje of vier, vijf, bijvoorbeeld naarkippenboeren. Dan kiepte je het zand zovia een raam het kippenhok in, hoefde de boer ook niet te scheppen, alleenmaar uitspreiden over de bodem voor een schone kippenschuur. Ruim twintigjaar heb ik op het machinetransport gezeten, heel mooi werk dat je door het hele land brengt. >>>

Bij slopen hoort recycling. Johnny Kraai:,,Ik ben nog relatief jong in dit vak, zesjaar geleden begon ik met de mobielepuinbrekers. Gert sloopt, en ik verwerkhet puin tot korreltjes: menggranulaat040. Daar zijn we voor gecertificeerd. Die mobiele puinbrekers zijn een groteuitkomst. Daar trekken we het hele landmee in om ter plaatse menggranulaat temaken. Dat scheelt transportkosten envaak ook stortkosten. Door aan de bronte recyclen houd je de kosten ook in dehand. Meer machines zijn ‘mobiel’gebouwd voor: we hebben ook eenhoutshredder en mobiele zeefinstallaties.Alles om zo goed mogelijk ter plaatse tekunnen werken. Ook al kost recyclingmeer dan storten, we moeten zuinig zijnop grondstoffen. En omdat de markt daarook om vraagt, is het iets waar we alsVink graag in stappen. We behoren duidelijk tot de grotere van Nederland,zeker met de zeefinstallaties. Vink is eenkapitaalkrachtig bedrijf en heeft daardoorbinnen de provincie ook grotere projectenaan kunnen nemen. Sinds kort zijn deprovinciegrenzen opengesteld voor hetvervoer van afval. Hierdoor kunnen weook projecten buiten Gelderland aan-nemen en weten we zeker dat we debenodigde kennis in huis hebben.’’

Een voorbeeld van een groot project is De Oude IJssel in Doetinchem. Daar

wordt 123.000 ton baggerspecie gereinigdvan vuil en asbest. Een groot project vananderhalf jaar, waarbij Vink niet alleenvoor de sanering zorgt, maar ook voorhet transport, het maken van een depot,het zeven en het scheiden van de grond. Voor dat laatste wordt een eigen ontwikkelde rupsmobiele leesunitgebruikt. Op dit moment wordt bij Vinkeen machine ontwikkeld om nog kleineredeeltjes uit grond te zuiveren. ,,Ook dat is een aspect van Vink. Als we er geenmachine voor hebben, proberen we

hem zelf te ontwikkelen. Tenslotte weten we precies wat we nodig hebben. Het prettige van een organisatie als Vinkis dat er goed geluisterd wordt naar demensen in het veld en dat je dus ook de kans krijgt om dingen te ontwikkelen.Als je iets wilt, weet je binnen een dag of je er mee verder kunt. Geen ellenlange vergaderingen dus, maar korte lijnen. Het leuke is dat je dus ook zelf een beetje ondernemer kunt zijn, binnenVink.’’

Page 5: Uitgave september 2002

>>> Je moest wel altijd veel zelf leren. Zededen het wel even voor, maar daarnamocht je zelf aan de gang en zo leerde je en passant dingen als het bedienenvan een bulldozer. Maar je kwam ookwel eens voor verrassingen te staan. Zo heb ik eens een bulldozer van de verkeerde kant van de trailer afgereden,een val van een meter ongeveer. Maaralles werkte nog, dus geen probleem en Evert Vink lachte erom toen ik het vertelde. En rijden met een kraanwagenop je dieplader stelt ook eisen, vooral als je afslaat moet je oppassen dat jegeen telefoonpaal meeneemt, want de trekhaak van de kraan gaat nog evenrechtdoor als jij al draait. Nu zijn er alle-maal opleidingen voor chauffeurs, eengoede zaak, toen moest je vooral veel in

de praktijk leren. Er blijven dingendie je je altijd herinnert, die voormij leuk zijn. Zo heb ik alle trot-toirbanden voor de wijkBarneveld-Zuid gereden. Daardenk je dan toch wel weer evenaan als je door die wijk komt. Enbij heel veel boeren heb ik nogeen asfaltweggetje gelegd. Wantja, als er even geen vervoer was,moest je toch aan het werk, dusdeed je van alles. Vink had toenzelf nog een barbergreen, eenasfaltmachine. En dan kwam iklater met een walsje, om het netjes af te werken. Want dathebben we altijd gedaan, welke klus we ook hadden, alles werdnetjes afgewerkt, en vaak metheel veel plezier.’’

5

Aan

nem

ingsm

aatschap

pij G

WW

,,Henk Vink heeft graag vrolijke mensenom zich heen. Dat zegt iets over de werksfeer. Bij Vink houden we niet vanmoeilijk doen. Dat straal je uit, en dat in combinatie met de veelzijdigheid vanhet bedrijf maakt Vink aantrekkelijk vooropdrachtgevers. We zeggen eigenlijknooit ‘nee’ al moeten we wel eens goednadenken over een oplossing. Daardoorhoud je ook je vaste opdrachtgevers dieal jarenlang terugkomen. Dat is eigenlijkwel uniek, wij hoeven niet de markt opom aan acquisitie te doen. Dat wil nietzeggen dat we er niks voor doen, juistwel. Ik werk hier nu zeven jaar, een relatieve jongeling dus, en ik kan nietanders zeggen dan dat ik trots ben dat ikhier mag werken. Alles is hier goed voor

elkaar, met eigen materieel. De visie isdat we zoveel mogelijk zelf doen,wantwat we zelf kunnen hoeven we niet uit te besteden. Je bent dan ook nietafhankelijk van anderen. Bovendien vindt de opdrachtgever dat prettig, jebiedt hem een vast aanspreekpunt,iemand die zijn problemen oplost.’’

Gijs van den Top is immens betrokken bij elk project dat onder zijn leidingwordt verwezenlijkt. Maar vooral goede herinneringen heeft hij aan het uitbreidingsproject in Roosendaal bij Arnhem. ,,Dat was echt bijzonder. Het is een heuvelachtig gebied, waar we de grond bouwrijp moesten maken.Er is veel grondverzet verricht en al het

zand kon ter plekke hergebruikt worden.De riolering die we hebben aangelegdheeft allerlei hoogteverschillen. Er wasenorm veel materieel nodig. Nog steedsis het hoogteverschil op het terrein 24meter, dat zegt wel iets. We hebben heelzorgvuldig moeten uitmeten daar. Hetwas een project met heel veel uitdaging,op alle fronten. Een ander leuk projectwas het Europees hoofdkantoor van Nikein Hilversum. Daar hebben we in een halfjaar tijd de infrastructuur gerealiseerd ensamen met ’t Wencop de tuin. Het moestsnel omdat de datum van opening alvaststond waarbij de directie uit Amerikaover zou komen. We hebben daar echtdag en nacht en met man en machtgewerkt aan een complex met 12 gebouwen, straten, riolering, sportvelden,vijvers en bruggen. Heel veel met natuur-steen en houten vlonders gewerkt daar,en als het dan lukt, op tijd, en het ziet erook nog eens heel mooi uit, dan mag jeook tevreden zijn, vooral over je mede-werkers die zo’n inzet hebben getoond.’’

Aannemingsmaatschappij werkt door hetgehele land. ,,Onze oorsprong ligt inBarneveld. Maar inmiddels hebben we160 medewerkers en dan kun je je nietbeperken tot je directe omgeving. Datwillen we ook helemaal niet. Wat ik tochhet meest bijzonder vind aan Vink is dathet bedrijf ondanks de groei een platteorganisatie is gebleven, met erg korte lijnen, zowel voor de medewerkers alsvoor de klant. En dan de veelzijdigheid,ja, daardoor verwacht ik nog heel veeluitdagende projecten in de nabije enverre toekomst.’’

Gijs van den Top van Aannemingsmaatschappij:

,,Wat we zelf kunnen doen hoeven we nietuit te besteden, het maakt je onafhankelijk’’

Page 6: Uitgave september 2002

Vink beschikt over een indrukwekkendwagenpark: 60 auto’s, 40 caddy’s en busjes, ongeveer 70 aanhangers en opleggers. Om dit wagenpark netjes up-to-date te houden is op het terrein eeneigen garage, waar Martin Hol de scepterzwaait. ,,Wij doen alleen de auto’s, niet de machines en de kranen. Het is ooit begonnen omdat het gewoon makkelijkeris als je zelf wat aan je auto’s kunt doenen nu staat er een vrij moderne garagemet 1 brug voor personenwagens, 1 werkput en twee prachtige hefbruggen.Die zijn echt heel luxe en nog nieuw, in2001 hebben we die gekregen. De garageis in 1970 gebouwd en was toen hyper-modern. Nu zie je dat hij te kort is met zijn twintig meter lengte. Onze dieplader is bijvoorbeeld 23 meter en steekt dus aan twee kanten uit. Maar we doen het er nog mee en dat gaat uitstekend.

Per jaar moeten alle auto’s gekeurd worden voor de APK, daar hebben wemensen voor opgeleid. Ook het ijken van de tachograaf doen we zelf. Onzegarage is eigenlijk best bijzonder, want wij verzorgen daar vrijwel alle merken:Mercedes, DAF, Renault, Ginaf, Terberg,MAN, Scania, Volvo, IVECO. Daar hebbenwe dus ook allemaal apparatuur voor. Dat maakt ons werk ook heel gevarieerden onze monteurs zijn echt van allemarkten thuis. Vink beperkt zich niet tot een merk, omdat het bedrijf zelf overal komt. En je gunt je opdrachtgeversook dat je bij hen een machine of eenauto koopt. Voor onze ploeg van vier monteurs en twee bankwerkers is dat heel uitdagend. Ons wagenpark is gevarieerd, en ookvrij jong. De beton-mixer uit 1986 iseen van de oudstewagens die wehebben. En danhebben we natuur-lijk nog de Dodge,maar die is meervoor de show en voor speciale

gelegenheden. Tussendoor zijn we nu een oude Daf aan het opknappen, eenkiepertje, voor ons plezier eigenlijk omdathet jammer is om hem weg te doen. Als je nu naar het wagenpark kijkt dan kunje je haast niet voorstellen hoe het vroegerwas, toen we begonnen met dumpauto’s uit het leger die omgebouwd moestenworden. Als je nu kijkt op vrijdagavond, als alle wagens ‘thuis’ zijn, dan is dat wel een heel indrukwekkend gezicht.’’

Martin Hol is leermeester en de garagevan Vink is dan ook een gecertificeerdleerbedrijf. Op die manier krijgen ook jongeren de kans het vak in de praktijk op een gedegen manier te leren.

,,Ons wagenpark is uitgebreid

en modern, het is tenslotte een

wezenlijke ondersteuning van onze dagelijkse

werkzaamheden. Onze chauffeurs beschikken

over ruime ervaring, zijn deskundig, hebben

het diploma VCA en rijden zowel in het binnen-

als in het buitenland. Een bijzonder specialisme

is het exceptioneel transport: tot een lengte van

30 meter, en tot 130 ton totaalgewicht. Er zijn

semi-diepladers, euro-diepladers en tele-trailers.

Vink is gespecialiseerd in grondverzetmachines,

betonnen weegbruggen, staalconstructies, trafo’s,

units, betonbuizen/putten enzovoorts.

We beschikken daarbij over alle gangbare

(duur)ontheffingen. Zowel ons transportaanbod

als ons materieelaanbod is zeer gevarieerd en

kan door derden gebruikt worden, eventueel

in combinatie met een chauffeur.’’

De Transportmogelijkheden:

_ Exceptioneel transport:

_ Bulktransport

_ Kippers

_ Huiftransport

_ Containertransport

_ Betonmixers

_ Telescoopkranen

_ Autokranen

Rob Vink:

Foto

: BD

U

Een eigen garage voor hetonderhoud van de auto’s

Tran

spor

tbed

rijf

6

Page 7: Uitgave september 2002

7

Transp

ortbed

rijf

Hendrik van Daatselaar:

“Dat sleutelen zoals we vroegerdeden, dat bestaat nu niet meer”“De gebroeders Evert, Joop en Henk Vinkwaren samen met hun moeder klant bij Garage Centraal in Barneveld.” verteldHendrik van Daatselaar, gepensioneerdchef van de garage van Vink. “Ik werktedestijds bij Garage Centraal en heb ze zo leren kennen. Het groeide eigenlijk

als vanzelf zo dat ik altijd aan hunwagens werkte en Henk Vink werkte dan graag mee. In die tijd hadden ze vier vrachtauto’s, het onderhoud daaraan kon je goed uitbesteden aan een garage. In 1964 ben ik bij Vink zelf in dienst gekomen, daar hadden ze om gevraagd. Het wagenpark was nog niet veel groter, maar er waren wel wat machines bij-gekomen. In hetbegin zaten we op de Lunterseweg, daar hadden ze een garage gebouwd.Ook hier kwam Henk Vink helpen.

Op een bepaald moment kwam hij helemaal de garage in en deden we het onderhoud en de reparaties samen. In 1973 zijn we overgegaan naar de Valkseweg, naar een splinter-nieuwe garage. Voor die tijd heelmodern, al waren er nog geen

hefbruggen. Je stond in een werkput,onder de auto. Het werk in de garage isnu niet meer te vergelijken met vroeger.Toen ik wegging, was het mechanischetijdperk net ten einde, de opkomst vande computer was een feit en daarmeeook veel elektronica in de wagens. Datsleutelen, zoals we vroeger deden aanbijvoorbeeld de GMC-tjes, waar je echtelke dag aan moest werken, dat bestaatnu niet meer. Werken bij Vink was altijdheel gezellig, maar je moest er weltegenaan, vooral ook ’s avonds en opzaterdag als de auto’s niet op de wegwaren. Het leuke van Vink is dat het eensoort familie is geweest, dat komt doorde sfeer onderling, maar ook door deopstelling van de directie. Dat waren enzijn gewone mensen, die je hielpen als jeproblemen had. De sfeer is nog steedsgoed, ik loop nog graag bij de garagenaar binnen, al ben ik nu met pensioen.En elk jaar ga ik met plezier naar deVuttersdag, dan zie ik al mijn oude collega’s weer.”

Page 8: Uitgave september 2002

8

,,Ik werk al 37,5 jaar bij de installatiepoot.We doen hier alles: het leggen van tanks, het leidingwerk, de vloeistofdichtebestrating. Heel allround dus. Vroegerging het allemaal wat gemakkelijk, sindsde jaren zeventig is er de KIWA, voorkwaliteitscontrole en zijn er steeds meervoorschriften voor het milieu gekomen.Dat vind ik een goede zaak, voor nu envoor de toekomst.

We hebben heel veel gedaan, teveelhaast om te onthouden. In Veenendaalhebben we een mooi project uitgevoerd,van wat toen nog Avia was, maar nu Gulfheet. We moesten daar veel pompeilan-den plaatsen met heel veel leidingwerk.Een ingewikkelde klus, dat wel , maar ophet terrein hadden we de ruimte dus wekonden er goed werken. Als ons werkklaar is en het zand gaat erover, dan zie je alleen nog de vloeistofdichte bestrating, maar ik weet dan wel wateronder zit! Nu doen we veel Tango-stations, die vereisen een zeer strakke planning.

In zes weken moeten ze kant en klaar zijn.Zoiets leer je niet in een jaar, daar moetje echt ervaring voor hebben. En boven-dien moet je het leuk werk vinden, zelf

mee willenwerken en jehanden uitde mouwensteken.

Natuurlijk zijner wel eensonverwachtedingengebeurd. Wehebben ooiteen tankgelegd die er’s ochtendskeurig bij lag.Later op dedag stap ik

erop en hij floept uit het tankgat.Omhooggekomen door het grondwater.Dan kun je weer opnieuw beginnen, nietleuk, maar het moet wel. Hier bleek degrondbemaling niet voldoende geweestte zijn voor de kleigrond. Het werken bij Vink is nog steeds heelprettig, maar het echte gemoedelijke, van vroeger, toen je met elkaar allesdeed, en elkaar ook allemaal kendeomdat de organisatie simpelweg kleinerwas, ja, dat is veranderd. Vroeger namJoop Vink ons gewoon mee ergens naartoe, naar iets bijzonders wat hijzelf wildezien, de sluizen bij IJmuiden bijvoorbeeld. Had helemaal niets met werk te maken,was gewoon heel leuk. En met Joop erbijkwam het altijd goed, ook op het werk.Wat het probleem ook was, hij verzoneen oplossing. Wat gebleven is is de zelf-standigheid van werken, de kansen die jekrijgt, de korte lijnen naar de directie.’’

Het plaatsen van tanks behoort tot deoudste werkzaamheden van het bedrijfVink. In 1989 kreeg Wim van de Beek de leiding over de tankinstallatiepoot. ,,Ik zat eigenlijk op een betonwagen,maar omdat ik me nogal eens met degang van zaken bemoeide, je zou kunnenzeggen dat ik positief kritisch was, vondHenk dat ik maar eens wat meer moestgaan doen. Verantwoordelijk zijn, die kanskrijg je hier bij Vink als je wilt. Het bouwen van tankinstallaties stondtoen net volop in de belangstelling. Wehebben die poot behoorlijk uitgebouwd,van het plaatsen van een tank tot hetturn-key bouwen van een compleet benzinestation. Een goed voorbeeld zijnde stations voor Tango, die ook nog ineen korte tijd opgeleverd moeten worden.

We werken door het gehele land, vaakin opdracht van een oliemaatschappij.Zo hebben we op Texel gebouwd, en inFriesland, maar ook in het zuiden vanons land. Wij durven rustig te stellen datonze aanpak vrij uniek is in Nederland.Ook hier is onze flexibiliteit een belang-rijk punt, met daarbij het feit dat we eentotaalpakket kunnen bieden: bodem--onderzoek, sanering, grondwerk, tank-installatie en vloeistofdichte verharding.Daarbij komt de werkmentaliteit die op de Veluwe nog heerst, die ook veelopdrachtgevers in het gehele land aanspreekt. Toen ik begon hadden we één montage-ploeg, nu hebben we er vijf die continuaan het werk zijn. Na de operatieTankslag, waarbij een grootschalige

sanering van bestaande tanks is uitgevoerd, zijn we ons gaan richten op vloeistofdichte bestrating. Inmiddelsverrichten we ons werk geheel onder certificaat. Een goede en positieve ontwikkeling, vind ik. We deden het werkal met dezelfde kwaliteit, maar het is nucontroleerbaar omdat je alles registreert.Daardoor kun je altijd, als het nodig is,terugvinden wat er is gedaan en waar.Het is voor de jongens even wennengeweest, al dat papierwerk, maar nu het er is, is iedereen er tevreden mee.’’

,,Zelfstandigheid, kansen en korte lijnen,dat zijn belangrijke zaken bij Vink’’

Jaap Thomassen:

Tan

kin

stal

lati

e

Page 9: Uitgave september 2002

Beton

mortel

9

Coos van den Brink: ,,Ik ben hier komen werken toen de betonmortel-centrale werd gebouwd. In 1973 is deze centrale in gebruik genomen. Het is een zogenaamde droge centrale,

dat wil zeggen dat de weegbakken in decentrale zitten en dat de mix in de mixerop de betonwagen wordt gemaakt. In dieeerste jaren was dat een betonmixer vandrie kuub. Tegenwoordig heb je groterehoeveelheden nodig en werken we metwagens van 9 tot 12 kuub. De maniervan bouwen is immers veranderd.Tegenwoordig wordt er hoger gebouwd,kantoorpanden met grote parkeergarageseronder, en grote bedrijfshallen, daarvoorheb je veel meer beton nodig. De centraleis dan ook in de loop der jaren aangepastom te voldoen aan de groeiende vraagen aan de wensen van deze tijd.’’ Alle beton uit deze centrale is voorzienvan een Komo-certificaat. ,, We hebbeneerst een jaartje nodig gehad om op te starten, maar ook in die tijd al was certificering nodig. Daarmee is de klantverzekerd van het feit dat het productonder constante kwaliteitscontrole staat.De samenstelling van betonmortel isafhankelijk van het doel. Als beton-technoloog geef ik daarover advies,

want elke toepassing vraagt om eeneigen mix. Bovendien is het van belanghoe de betonmortel op de bouwwerk-plaats verwerkt gaat worden. Op basisvan al deze gegevens stellen we dan deexacte samenstelling van het gevraagdebetonmortel samen.’’ Coos van den Brinkadviseert en begeleidt de opdrachtgeveren vaak is hij ook aanwezig bij bouw-vergaderingen, zodat er een zeer kortelijn is en er per dag gekeken kan wordenwat er moet gebeuren om het werk zovlot mogelijk te laten verlopen.

Gerrit van Rootselaar is een van de oud-gedienden van Vink, een van de velemensen die met veel plezier terugkijkt opzijn werktijd. ,,Ik weet nog mijn eersteklusje, als zandrijder. Het was in 1963,een lading zwarte grond bij kasteel DeSchaffelaar in Barneveld. Henk Vink seni-or ging mee, die zou me even uitleggenhoe het allemaal moest. Trok ik daar tochde steekas eraf, niet leuk als je netbegint. Maar Henk bleef er even vrolijkonder, er lag altijd een steekas, tweezelfs, een korte en een lange, onder hetkussen in de auto. Een GMC-tje was dat.Hij repareerde het even zelf en toen wistik ook meteen hoedat moest. Het wasnamelijk wel debedoeling dat jezelf voor reparatieszorgde. Later ben ikop een draglineterecht gekomenen daarmee werkteik bij de betoncen-trale. Achter op deValkseweg haddenwe een trechterstaan en die vuldenwe dan tot wedachten dat hetdrie kuub was. Dat

was in het begin van de jaren zeventig.Die betoncentrale is door onszelfgebouwd. De ‘Vinken’ zijn overal gaan kij-ken naar betoncentrales en toen hebbenze er eentje nagemaakt. Zoiets bestondnog niet in Barneveld. In eerste instantiebegonnen we met beton voor onszelf:stratenmakersbeton dat je onder de trot-toirbanden legde. Maar van lieverlee kwa-men er ook aanvragen van Barneveldseaannemers. En voor de eigen bouw vande garage en onze kantoorpanden heb-ben we heel veel gedraaid en ookgestort. Ik weet de eerste wagen nog:een benzine Bradford met een 3-kuubs-

mixer. Nu is de centrale gemoderniseerdnet als het wagenpark. Een 3-kuubs, datkun je je nu haast niet meer voorstelen.Ik heb 32 jaar met veel plezier gewerkt.Dat kwam ook omdat je leuke dingendeed. We zaten toen met een man oftwintig en dan deden we aan zaterdag-avondvoetbal, tegen andere bedrijven,gewoon voor de gezelligheid. Henk Vinkstond dan in het doel. Met Joop ben ik ook nogal eens meegeweest, toen ik nog zandrijder was. Joopwas van de tankinstallaties en die wistvan geen ophouden. Dan ging je ’s morgens heel vroeg weg, om half 6,

naar Purmerend bijvoor-beeld. Om half twee ’s nachts waren we weerthuis en dan zei Joop, terwijl hij van plezier evenin zijn handen wreef; ,,Zonu moesten we morgenmaar weer vroeg op padgaan, het werk loopt zo lekker!’’ Je moest hem ookaltijd vertellen dat het tochecht tijd was om te eten, zo rond een uur of een.Dan was het ook geen probleem, hoor, als je hetmaar wel vertelde, andersging hij gewoon door.’’

,,We begonnen met beton voor onszelf enals vanzelf kwamen er andere klanten bij’’

Gerrit van Rootselaar:

,,De centrale is in de loop der jaren aangepast om te voldoen aan de groeiende vraag’’

Coos van den Brink van de Betonmortelcentrale:

Page 10: Uitgave september 2002

De meeste inwoners van Barneveld en directe omgeving kennen Vink ook van de afvalverwerking. Hier is Gert van Rootselaar de beheerder. ,,De afvalverwerking is begonnen alsregionale stortplaats voor bedrijven enparticulieren. In vroeger jaren was eenstortplaats precies wat het woord zegt:een gat in de grond waar je naar harte-lust je troep kon storten. Nu praten weover afvalverwerking, een beter woord,want het ouderwetse storten is niet meer mogelijk. Zomaar weggooien wat je wilt kan niet meer. En dat is een goedezaak, want we produceren met elkaar zoonnoemlijk veel afval, daar is in een landals Nederland eigenlijk geen ruimte voor.Onze regionale functie is sinds drie jaarook veranderd in een landelijke. Dat isonder meer het gevolg van de uitbreidingdie we wilden realiseren. Dan moet je veel investeren en kijk je dus naar uitbreiding van afvalstromen. Bovendienhad je vroeger erg veel stortplaatsen,maar door maatregelen van de overheidzijn er nu steeds minder. De over-gebleven stortplaatsen moeten dus welgroter worden. De afvalverwerking Vink is in het Provinciaal Afvalstoffenplan aangewezen als een van de vier afvalverwerkingsplaatsen in Gelderland. Er zijn echter ook provincies die maareen of zelfs helemaal niet over een dergelijke afvalverwerking beschikken,vandaar dat het gehele land in principebij ons terecht kan. Het gat in de grond

zoals het vroeger was is veranderd in eensoort ondoordringbare badkuip. En dekosten van het wegbrengen van je afvalzijn aanzienlijk veranderd. Vroeger kosttestorten enkele guldens, inmiddels betaalje veel euro’s. Dat komt grotendeels doorde afvalstoffenheffing, een belasting vanoverheidswege gericht op het tegengaanvan storten. Daarom heeft het hergebruikvan materialen een grote vlucht genomen.Mensen voelen het in hun portemonnee

als ze zomaar alles weggooien. Wat er nu nog in onze ‘badkuipen’gestort wordt is datgene wat overblijft na een sorteermachine en wat niet verbrand kan worden. Wat er overblijftwordt zo goed mogelijk afgedekt om het ontsnappen van methaangastegen te gaan. Overigens hebben we eenterugwininstallatie, waarmee we zoveelmogelijk van dit gas proberen af te vangenom er elektriciteit van te maken.’’

10

,,Het ouderwetse storten, gewoon maar weggooien wat je wilde, dat bestaat niet meer’’

Gert van Rootselaar van de afvalverwerking:

Afv

alve

rwer

kin

g

Page 11: Uitgave september 2002

Milieu

techn

isch A

dviesb

uro

11

In de begintijd van Vink was milieu helemaal geen item. Dat is sinds de jaren tachtig drastisch veranderd. Bijsteeds meer mensen brak het besef door dat er zuinig omgegaan moest worden met materialen en grondstoffenen dat vervuiling een probleem voor erglange tijd zou zijn. Eind jaren tachtig kanrustig een pioniersfase worden genoemd

op het gebeid van milieu, in den lande,maar ook bij Vink zelf. Wim van de Beek:,,Henk Vink merkte steeds vaker datmilieuaspecten een grote rol gingen spelen in zijn werkzaamheden. Op zichkonden we daar wel mee uit de voeten,maar de oplossingen die er toen warenbleken nogal kostbaar te zijn. Bovendienkwamen er vragen van de klanten of wij

geen oplossingen hadden en zoals in vele zaken die Vink onderneemt, werd ook hier niet ‘nee’ gezegd. We zijn begonnen met een grondwater-sanering en daar hebben we heel veelvan geleerd. Zoveel dat duidelijk werd dat je de zaken goed moest aanpakkenof niet. Vandaar dat ik naar de MTS in Zwolle ben gestuurd voor een twee-jaarlijkse opleiding Milieutechniek.Daarna hebben we het MilieutechnischAdviesburo opgericht.

In het begin was het heel veel experimenteren en zaken zelf uitzoeken.Al snel bleek dat het MilieutechnischAdviesburo voorzag en voorziet in eenduidelijke behoefte, met name ook in de directe omgeving. We hebben heelveel gewerkt voor de gemeenten Ede en Barneveld. Inmiddels beschikken weover uitgebreide apparatuur, waarvan een deel zelf is ontwikkeld. We hebbeneen certificering maar wat vooral de klanten aanspreekt is de flexibiliteit die we hebben. Een telefoontje en we komen morgen of overmorgen. Inprincipe ligt vier weken later het rapportklaar, tenzij er grote problemen zijn. Maar dan wordt de opdrachtgever altijdop tijd gewaarschuwd, zodat hij nietopeens voor kostbare verrassingen komtte staan. Snelheid en efficiëntie, dat isonze kracht.’’

Gert Koudijs heeft tot zijn VUT gewerkt bij de afvalverwerking van Vink. ,,Vink was in de regio Barneveld het eerstebedrijf dat afvalcontainers plaatste en leegde. Ik reed met een wagentje, een vijfkuubertje van DAF, langs die containers in de buitenwijken en bij degarnizoenen in de omgeving. Van het een kwam het ander en al snel volgdener puincontainers bij de aannemers. Dat hebben we een jaar of vijf gedaan, ik alleen eigenlijk. Het betekende veelheen en weer rijden.”

In 1968 heeft Vink de stortplaats van degemeente overgenomen. Koudijs: “Toenben ik chef geworden voor het afval ende containers. Ik heb er mooi mijn eigenbedoeninkje gehad en heb altijd, metheel veel plezier, zelfstandig gewerkt. Indie begintijd was het storten heel simpel:alles ging naar de stort, waar op de bulteen bulldozer al het afval in een gatschoof. Eens in de veertien dagen dekteje een stuk af met zand, tegen de stank.Dat was al beter dan in de tijd van degemeente, toen moest iemand dat meteen hark bij elkaar halen. Nu zijn tweecompactors continu bezig. Die eerste jaren met de containers zat

er ook van alles in, hele mooie spullensoms. De eerste keer dat de gemeentehuis aan huis het grof vuil op ging halenin Kootwijkerbroek, namen ze alles mee wat op de stoepen stond. Ook de huisraad van een mevrouw die net met de grote schoonmaak bezig was en de boel buiten had gezet omeens goed te luchten. Ik vond het wel erg mooie spullen om weg te gooien,maar ja, dat zag je wel meer, dus ik hebook deze spullen gekraakt en erondergeschoven, net voordat de opzichter vande gemeente kwam om te kijken of ernog iets te redden viel. Nee dus..., wewerkten altijd heel snel.”

“Toen het nog een echte stortplaats was waar ook huishoudelijk afval werd verwerkt zag je vooral op maandag-ochtend heel veel ratten en wilde katten.Op zaterdag werd er immers gestort, eenfeestmaal voor die dieren. Nu het afvalveel compacter wordt aangestampt envoedselresten bijna geheel verdwenenzijn uit het afval, zie je veel minder ongedierte. Bovendien komt nu wekelijkseen rattenbestrijder langs. Ook al halen veel mensen hun neus opvoor de afvalverwerking, er zijn altijd

kwajongens geweest die graag even watvernielingen aanrichten. Vandaar dat deboel nu ook helemaal omheind is en wehonden hebben voor de bewaking vanhet terrein.”

Afvalverw

erking

Van het legen van containers tot afvalmanager

“Snelheid en efficiëntie, dat is onze kracht”

Page 12: Uitgave september 2002

Mil

ieu

tech

nis

ch A

dvi

esb

uro

12

Valkseweg 62 / Postbus 993770 AB Barneveld

Tel. 0342-406 406 / Fax 0342 - 406 400Email [email protected]

Internet www.vink.nl

De werkzaamheden van Vink

bestaan uit:

_ Aanleg tankinstallaties en tankstations

_ Afvalinzameling en afvalverwerking

_ Betonmortel levering

_ Bodem- en grondwateronderzoek

_ Containerdienst

_ Geautomatiseerde energietechniek

_ Grondbank (i.o.)

_ Grond-, Weg- en Waterbouw

_ Milieukundige begeleiding bij o.a. saneringen

_ Milieutechnische advisering

_ Parkmanagement (onder- en bovengronds)

_ Projectontwikkeling van woningbouwlokaties

en bedrijfsterreinen

_ Recycling (mobiele puinbrekers, mobiele

zeefmachines en shredders)

_ Sanering van asbest, bodem, grondwater en

tankinstallaties

_ Terreinonderhoud (riolering, bestrating, vegen)

_ Transportbedrijf (specialiteit: Zwaar transport)

_ Transportbegeleiding (Convoi Exceptionnel)

_ Turnkeyprojecten

_ Veeg/zuigauto‚s voor vegen bedrijfsterreinen,

wegen en inzet bij calamiteiten

_ Verhuur van - Aggregaten

- Betonmixers

- (Kantoor)units

- Mobiele puinbrekers

- Mobiele zeefmachines

- (Opslag)containers

- Shredders

- Telescoopkranen

- Verkeersvoorzieningen

- Waterzuiveringsinstallaties

_ Zand- en grindhandel

Frank Eijsackers: ,,In de jaren dat hetMilieutechnisch Adviesburo bestaat hebben wij ons willen onderscheidenvan andere buro’s door flexibiliteit, snelheid, kwaliteit en een helder verhaal. De conclusie van het onderzoek moet duidelijk zijn voor de opdrachtgever, maar ook voor hetbevoegd gezag (gemeente, provincie,waterschap). In 1999 hebben we besloten om partijkeuringen in hetkader van het Bouwstoffenbesluit uit te gaan voeren. Op dat moment heefthet buro ook de kwaliteit moeten certificeren door invoering van de kwaliteitsnorm ISO 9002. Dat hebbenwe gedaan met enige terughoudend-heid: de vooroordelen dat ISO 9002 niet meer zou zijn dan een papierwinkelen dat het bureaucratiserend werkt op

de organisatie zaten zeker ook in onzehoofden. Inmiddels zijn we twee jaarverder, een goed moment om te kijkenof de invoering van het kwaliteits-systeem iets heeft veranderd aan onzemanier van werken. De invoering vaneen dergelijk systeem betekent immersdat je je eigen werkwijze kritisch onderde loep neemt. Het blijkt dat de voor-delen vooral liggen in het verbeterenvan de efficiëntie, de kortere tijd vanopdracht tot rapport, de duidelijkheid in de verantwoording voor demedewerkers en de vastgelegde communicatie tussen de medewerkersaan het onderzoek. Wij kunnen nu danook met trots vertellen dat de invoeringvan het kwaliteitssysteem onze werk-wijze niet ingrijpend heeft veranderd,maar dat wel heeft verbeterd.

Werkzaamheden Milieutechnisch Adviesburo

_ Bodemonderzoek _ Sanering en

begeleiding_ Aanvraag

milieuvergunning_ Asbestinventarisatie

Kwaliteitssysteem