verduurzaming in de nederlandse levensmiddelenketen€¦ · indicators (kpis), geboekte vooruitgang...
TRANSCRIPT
Verduurzaming in de Nederlandse
levensmiddelenketen
Den Haag, april 2013
Verduurzaming in de Nederlandse
levensmiddelenketen
Den Haag, april 2013
Herma Kwakkenbos, Anne van Lakerveld, Suzanne van der Pijll en Mariëtte
van Amstel
In opdracht van Planbureau voor de Leefomgeving - Henk van Zeijts en
Trudy Rood
Redactie en uitgave
Schuttelaar & Partners
Zeestraat 84
2518 AD Den Haag
Nederland
t +31 (0) 70 318 44 44
f +31 (0) 70 318 44 22
www.schuttelaar.nl
© 2013 Schuttelaar & Partners B.V.
Schuttelaar & Partners is onderdeel van de Healthy World Cooperation.
4/62 Den Haag, april 2013 - Verduurzaming in de Nederlandse levensmiddelenketen
Inhoudsopgave
Samenvatting ......................................................................... 6
Introductie ............................................................................ 8
Methode ................................................................................ 9
Deskresearch........................................................................... 9
Selectiecriteria ....................................................................... 10
Interviews ............................................................................. 10
Duurzaamheidtrends in de levensmiddelenketen ............................ 12
Duurzaamheid en Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen ............... 12
De levensmiddelenketen ............................................................ 13
Trends die de keten overkoepelen ................................................ 14
Primaire sector ....................................................................... 17
Levensmiddelenfabrikanten ........................................................ 17
Foodservice en foodretail .......................................................... 18
Logistiek ............................................................................... 18
Huishoudens en consumenten ...................................................... 19
Barrières en kansen voor Nederlandse levensmiddelenbedrijven ........ 21
Een bedrijfsmatige en publieke visie op verduurzaming ...................... 21
De businesscase van MVO ........................................................... 21
Verduurzaming in de keten vraagt tijd en aandacht ........................... 22
Het verzorgen van transparantie in de keten: kosten .......................... 22
Operationalisering van verduurzaming in de economische crisis ............. 23
Perceptie wenselijke rol overheid .............................................. 24
Beleid op gebied van duurzaam voedsel ......................................... 24
Facilitator ............................................................................. 26
Het topsectorenbeleid .............................................................. 26
Onduidelijk en inconsequent overheidbeleid .................................... 27
Minder geld ........................................................................... 27
Belang van duurzaamheid .......................................................... 28
Samenwerken met ketenpartners ................................................. 28
Maatschappelijke organisaties ..................................................... 29
Consumenten ......................................................................... 30
Bouwstenen voor overheidsvisie en beleid op duurzaamheid ............. 31
Een visionaire rol..................................................................... 31
Een stimulerende rol ................................................................ 32
Een faciliterende rol ................................................................ 33
Reflectie S&P ........................................................................ 36
Reflectie methode, resultaten en rapportage ................................... 36
Reflectie wenselijke rol overheid en PBL vanuit Schuttelaar & Partners ... 37
Bijlage 1 - Over het Planbureau voor de Leefomgeving .................... 39
5/62 Den Haag, april 2013 - Verduurzaming in de Nederlandse levensmiddelenketen
Bijlage 2 - Over Schuttelaar & Partners ........................................ 40
Visie Schuttelaar & Partners ....................................................... 40
Bijlage 3 - De 15 bedrijven uit het onderzoek ................................ 41
Bijlage 4 – Interview protocol .................................................... 58
Bijlage 5 – Bibliografie ............................................................. 60
6/62 Den Haag, april 2013 - Verduurzaming in de Nederlandse levensmiddelenketen
Samenvatting
Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) werkt aan een
onderzoeksprogramma genaamd 'Food in Progress'. In dit programma is één
van de vragen hoe overheden maatschappelijke initiatieven rondom
duurzaam voedsel kunnen ondersteunen. Het PBL heeft Schuttelaar &
Partners gevraagd om een bijdrage te leveren aan dit
onderzoeksprogramma door antwoord te geven op de vragen; wat zijn de
belangrijkste duurzaamheidtrends? En wat is de wenselijke rol van de
overheid? Vanuit het perspectief van Nederlandse bedrijven in de
levensmiddelenketen.
Deskresearch rondom duurzaamheidtrends bij voedingsbedrijven en
interviews zijn gecombineerd met praktijkkennis van de agrofoodketen. Op
basis hiervan is dit rapport geschreven waarbij wordt ingegaan op de
belangrijkste trends en de wenselijke rol van de overheid bij het
verduurzamen van de Nederlandse levensmiddelenketen. De bedrijven die
zijn meegenomen in dit onderzoek behoren tot de koplopers.
De trends die in de interviews worden genoemd als aspecten die de eigen
bedrijfsvoering kunnen beïnvloeden zijn te verdelen in de volgende
onderwerpen:
Milieu-, schaarste- en ecologische issues, zoals carbon footprint,
watergebruik en afval;
Productveiligheid in het algemeen en specifiek de transparantie over de
herkomst van producten, over de productiewijze en over het handelen
van bedrijven;
Nutritionele verantwoordelijkheid, de verantwoordelijkheid van
bedrijven om gezonde(re) producten te leveren. In de pijlers van het
MVO-beleid van verschillende bedrijven zien we daarom gezondheid
ook terugkomen. Daarnaast erkennen bedrijven dat gezondheid en het
tegengaan van obesitas, een belangrijke trend is;
Het welzijn van medewerkers, zowel van de medewerkers binnen het
eigen bedrijf als elders in de keten. Arbeidsomstandigheden vormen
één van de trends die door bedrijven wordt gesignaleerd;
Dierenwelzijn;
Lokale verantwoordelijkheid, de relatie die bedrijven hebben met de
wereld om hen heen;
Economische verantwoordelijkheid, uiteindelijk is het economisch
voortbestaan van een bedrijf de enige manier om echt duurzaam te
zijn.
7/62 Den Haag, april 2013 - Verduurzaming in de Nederlandse levensmiddelenketen
Bedrijven hebben deze trends veelal vertaald naar de eigen
duurzaamheidstrategie en proberen op die manier risico’s te beheersen en
kansen te creëren. Een overzicht van de duurzaamheidstrategieën van de
geïnterviewde bedrijven is beschikbaar in bijlage 3.
Uit het onderzoek blijkt dat bedrijven drie wenselijke rollen zien voor de
overheid. Ten eerste, een visionaire rol. Dit is een zeer proactieve rol. Het
bedrijfsleven heeft behoefte aan een overheid met een ambitieus,
uitgewerkt en langdurig consistent duurzaamheidbeleid. Binnen deze rol
verwachten bedrijven dat de overheid een level playing field en een
opwaartse spiraal creëert.
Daarnaast, een stimulerende rol. Deze rol vraagt een actieve opstelling van
de overheid die gerelateerd is aan en in overeenstemming is met de eigen,
langetermijnvisie. Binnen deze rol noemen bedrijven het (mee)financieren
van duurzaamheidinnovaties, het internationaal vertegenwoordigen van het
Nederlands bedrijfsleven en bedrijven complimenteren met de
gerealiseerde resultaten.
Ten slotte verwachten bedrijven van de overheid ook een faciliterende rol.
Deze rol betekent het creëren van voorwaarden waarbinnen het
bedrijfsleven zelf de gang kan gaan. Bedrijven geven aan dat de
meerwaarde van de overheid ligt in dat zij een onafhankelijke partij is die
sectorgenoten van gelijkwaardige informatie kan voorzien, ketenpartners
bij elkaar kan brengen en partnerschappen kan ondersteunen. Daarnaast
zien bedrijven de toegevoegde waarde van NGO’s bij verduurzaming en
verwachten ze van de overheid dat zij die ook faciliteren.
8/62 Den Haag, april 2013 - Verduurzaming in de Nederlandse levensmiddelenketen
Introductie
Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) werkt aan een
onderzoeksprogramma genaamd 'Food in Progress'. In dit programma is één
van de vragen hoe overheden maatschappelijke initiatieven rondom
duurzaam voedsel kunnen ondersteunen.
Het PBL is daarnaast op zoek naar een globaal overzicht van duurzame
initiatieven van Nederlandse bedrijven in de levensmiddelenketen. Daarom
heeft het Planbureau Schuttelaar & Partners gevraagd om een bijdrage te
leveren aan dit onderzoeksprogramma in de vorm van een advies aan het
PBL over de wenselijke rol van de overheid vanuit het perspectief van
Nederlandse bedrijven uit de levensmiddelenketen.
Deskresearch rondom duurzaamheidtrends bij voedingsbedrijven en
interviews zijn gecombineerd met praktijkkennis van de agrofoodketen. Op
basis hiervan is dit rapport geschreven waarbij wordt ingegaan op de
wenselijke rol van de overheid bij het verduurzamen van de Nederlandse
levensmiddelenketen.
Dit rapport richt zich eerst op de belangrijkste duurzaamheidtrends die
spelen bij het bedrijfsleven in het algemeen en specifiek in de
levensmiddelenketen. Daarnaast geeft het enkele voorbeelden van hoe
bedrijven duurzaamheid invullen. Ten tweede wordt een beschrijving
gegeven van het huidige overheidbeleid inclusief een reflectie van de
betrokken bedrijven hierop. Tevens benoemt het rapport remmende en
stimulerende factoren voor levensmiddelenbedrijven en hun keten in het
algemeen en de rol van de overheid hierbij.
De structuur van dit rapport is als volgt:
Methode
Duurzaamheidtrends inclusief perceptie van bedrijfsleven op de trends
Barrières en kansen voor Nederlandse levensmiddelenbedrijven om te
verduurzamen
Perceptie bedrijfsleven over de wenselijke rol van de overheid bij het
verduurzamen van de levensmiddelenketen
Bouwstenen voor een overheidsvisie en beleid op duurzaamheid
Reflectie door Schuttelaar & Partners
9/62 Den Haag, april 2013 - Verduurzaming in de Nederlandse levensmiddelenketen
Methode
Om tot dit rapport te komen hebben we een interactief onderzoeksproces
doorlopen met de volgende stappen:
Inventarisatie door middel van deskresearch
Interviews met geselecteerde bedrijven
Analyse van de resultaten en schrijven van de rapportage
Deskresearch
Tijdens de eerste fase van het onderzoek is door middel van deskresearch
een inventarisatie gemaakt van de trends en duurzame initiatieven in de
Nederlandse levensmiddelenindustrie. Op basis van dit deskresearch en in
samenspraak met de begeleidingscommissie zijn denklijnen geformuleerd
die tijdens het verdere onderzoek getoetst zijn. Het was de verwachting:
Dat bedrijven de rol van de overheid zien als één die het samenwerken
tussen ketenpartners verder faciliteert.
Dat het topsectorenbeleid als duurzaamheidstimulerend beleid wordt
ervaren.
Dat onduidelijk en inconsequent overheidbeleid een
duurzaamheidremmende factor is.
Dat (bedrijven ervaren dat) een duurzaamheidremmende factor is dat
er minder geld vanuit de overheid beschikbaar is.
Dat het belang van duurzaamheid breed wordt erkend bij bedrijven.
Dat bedrijven erkennen dat duurzaam ondernemen bijdraagt aan hun
maatschappelijke en financiële toegevoegde waarde.
Dat bedrijven de toegevoegde waarde van samenwerken met
ketenpartners om verder te verduurzamen erkennen.
Dat toeleveranciers een grote rol spelen in (de haalbaarheid van) het
verduurzamen van levensmiddelenbedrijven.
Dat maatschappelijke organisaties een duurzaamheidstimulerende
factor zijn.
Dat bedrijven consumenten niet als duurzaamheidstimulerende factor
zien.
Deze denklijnen worden in het hoofdstuk over de wenselijke rol van de
overheid (vanaf pagina 24) besproken.
10/62 Den Haag, april 2013 - Verduurzaming in de Nederlandse levensmiddelenketen
Selectiecriteria
Voor het onderzoek zijn 15 bedrijven geselecteerd uit 5 schakels in de
levensmiddelenketen (de primaire sector (landbouw, veeteelt, visserij en
hun leveranciers), logistieke partners, levensmiddelenbedrijven en hun
klanten - foodservice en foodretail). De selectiecriteria voor de bedrijven
zijn gebaseerd op het deskresearch. Bij elk bedrijf is gekeken naar het
beleid, de geformuleerde ambities, de gebruikte Key Performance
Indicators (KPIs), geboekte vooruitgang en de toekomstvisie. De basis voor
de selectie vormen het duurzaamheidbeleid van de onderneming en de
transparantie over het beleid en de activiteiten. Hiervoor gebruiken we
onder andere informatie van de bedrijven zelf en de score op de
Transparantiebenchmark van het ministerie van Economische Zaken1. Deze
publiek beschikbare informatie van de bedrijven is te vinden in bijlage 3.
De selectiecriteria zijn:
- De afzet en productie vindt grotendeels plaats in Nederland
- Transparantie
o publiek beschikbaar duurzaamheidverslag
o publiek beschikbaar duurzaamheidbeleid
o positie in de Transparantiebenchmark
- Heldere duurzaamheidambities op corporate niveau
- Actieve samenwerkingen in de keten
Interviews
We hebben een algemeen interviewprotocol opgesteld. Dit protocol diende
als basis voor alle interviews. Het interviewprotocol bevatte zes stellingen
en een aantal open vragen. Daarnaast is in samenspraak met het PBL een
checklist opgesteld om ervoor te zorgen dat alle relevante onderwerpen
besproken werden. Het interview protocol is opgenomen in bijlage 4.
Bij de geselecteerde bedrijven zijn interviews afgenomen met MVO-
managers. De interviews geven inzicht in de duurzame activiteiten van
bedrijven, voortgang van verduurzaming van de keten,
ketenafhankelijkheid, belangrijkste trends onder levensmiddelenbedrijven
en de plannen voor de toekomst. Bedrijven werd gevraagd wat zij zelf als
remmende en stimulerende factoren zien voor verduurzaming. Ook geven
bedrijven hun visie op de rol van de overheid bij verdere verduurzaming
1 www.transparantiebenchmark.nl
11/62 Den Haag, april 2013 - Verduurzaming in de Nederlandse levensmiddelenketen
van de levensmiddelensector. Tijdens de interviews is daarnaast specifiek
aandacht besteed aan een aantal hardnekkige milieuthema’s zoals
broeikasgassen, landgebruik en nutriënten.
Rapportage
Samen met het deskresearch biedt de informatie die is verkregen uit de
interviews inzicht in de huidige situatie, toekomstplannen en de
belangrijkste trends binnen de levensmiddelenketen. Op basis van de
resultaten en de analyse biedt dit rapport het Planbureau voor de
Leefomgeving de mogelijkheid om kansrijke richtingen te identificeren voor
de overheid omtrent voeding en duurzaamheid, gericht op een versnelling
van de verduurzaming in de levensmiddelenketen.
Begeleidingscommissie
Naast de afstemming met het PBL is er een begeleidingcommissie bij de
totstandkoming van dit rapport betrokken geweest, bestaande uit
afgevaardigden van het ministerie van Economische Zaken, het ministerie
van Infrastructuur en Milieu en het Planbureau voor de Leefomgeving. Zij
zijn twee keer bij elkaar gekomen, één keer na de deskresearch waarna zij
input hebben gegeven op de selectiecriteria, de denklijnen en de
interviewchecklist. Vervolgens zijn de resultaten gedeeld en de conclusies
en aanbevelingen getoetst voordat het rapport definitief is opgeleverd.
12/62 Den Haag, april 2013 - Verduurzaming in de Nederlandse levensmiddelenketen
Duurzaamheidtrends in de
levensmiddelenketen
Tijdens de eerste fase van het onderzoek is door middel van deskresearch
een inventarisatie gemaakt van de trends en duurzame initiatieven in de
Nederlandse levensmiddelenindustrie. Zowel informatie vanuit de praktijk
als vanuit academisch onderzoek en (semi)overheid is gebruikt voor het
deskresearch. Daarnaast is bedrijven gevraagd naar de belangrijkste trends
die zij zien voor deze keten. Dit hoofdstuk geeft inzicht in de trends, zowel
voor de levensmiddelenketen in zijn geheel als per schakel.
Duurzaamheid en Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen
In dit rapport kijken we naar duurzaamheid binnen de
levensmiddelenketen. Duurzaamheid is een concept dat continu in
ontwikkeling is en dat veelal naar eigen inzicht ingevuld wordt.
Duurzaamheid ligt op het snijvlak van economische, sociale en milieu
performance. Daarnaast zijn er nog een aantal randvoorwaarden die maken
dat een bedrijf duurzaam opereert, zoals risico management, (interne)
strategie en cultuur en transparantie.2 Duurzaamheid of maatschappelijk
verantwoord ondernemen heeft vijf brede dimensies: stakeholders, sociaal,
economisch, milieu en vrijwilligheid.3 Voor het deskresearch hebben we
zowel de definitie van de Brundtland commissie4 en van het ministerie van
Economische Zaken5 gebruikt. De definitie die bedrijven uit dit onderzoek
2 Ref: Carter, C.R. & Rogers, D.S. (2008) “A framework of sustainable supply
chain management: Moving toward new theory”, International Journal of
Physical Distribution and Logistics Management, 38 (5): 360-387
3 Ref: Dahlsrud A. (2008), “How corporate social responsibility is defined:
an analysis of 37 definitions”, Corp. Soc. Responsib. Environ. Mgmt, 15: 1–
13
4 Duurzame ontwikkeling is een ontwikkeling die voorziet in de behoeften
van de huidige generatie, zonder daarbij de mogelijkheden van toekomstige
generaties om in haar behoeften te kunnen voorzien te beperken.
(Brundlandt commissie, WCED, 1987)
5 Een verantwoorde balans vinden tussen economisch rendement - ‘Profit’ -
, milieu -‘Planet’ - en welzijn van mensen binnen en buiten de
onderneming - ‘People’ -. (Ministerie van Economische Zaken)
13/62 Den Haag, april 2013 - Verduurzaming in de Nederlandse levensmiddelenketen
gebruiken voor duurzaamheid verschilt. Voor alle bedrijven geldt dat zij
een brede definitie van duurzaamheid hanteren. In een paar gevallen vormt
de Brundtland definitie het uitgangspunt, waarbij het belang van de
langetermijnvisie wordt benadrukt. Veel bedrijven geven aan dat de
definitie van duurzaamheid die zij hanteren gelijk is aan de strategische
pijlers. Deze pijlers richten zich op maatschappelijke en milieu
onderwerpen en proberen daarnaast meerwaarde voor het bedrijf te
creëren. In bijlage 3 worden de MVO-strategieën van de bedrijven binnen
dit onderzoek verder beschreven. In dit rapport wordt duurzaamheid in de
meeste brede definitie gehanteerd.
De levensmiddelenketen
In 2012 heeft het PBL een analyse gedaan over invloed in de Nederlandse
levensmiddelenketen.6 De aantallen per schakels in de keten zeggen het
één en ander over de relatie en invloed die een individu of organisatie
heeft ten opzichte van anderen binnen dezelfde schakel. Natuurlijk hangt
invloed van de individuele entiteit ook samen met andere factoren zoals
het leveren van kwaliteit, slim ondernemerschap, elkaar langdurig kennen,
elkaar gunnen, contractuele afspraken en verwachtingen van andere
schakels in de keten etc. Deze figuur is echter belangrijk te beschouwen als
contextuele achtergrond voor de beschrijving van trends in dit hoofdstuk.
6 Ref: Balans voor de Leefomgeving 2012, onder andere pagina 136 figuur
3.5 Concentratie in de keten. www.PBL.nl/balans2012
14/62 Den Haag, april 2013 - Verduurzaming in de Nederlandse levensmiddelenketen
De rol van ketenpartners was één van de onderwerpen die aan de orde
kwam tijdens de interviews. Als bedrijf organiseer je MVO niet alleen; de
keten, ketenverantwoordelijkheid en duurzaam inkopen worden
belangrijker. Duurzaam ketenbeheer richt zich op transparante integratie
van sociale, milieu- en economische doelstellingen voor de lange termijn
performance van een specifiek bedrijf en de keten.7 De meeste bedrijven
geven aan dat ze hun leveranciers nodig hebben om te verduurzamen. De
manier waarop verschilt, maar er zijn grofweg drie manieren. De
belangrijkste is dat bedrijven samenwerken met leveranciers om producten
te verduurzamen. Daarnaast geeft een aantal bedrijven ook aan dat ze
eisen stellen aan leveranciers op het gebied van duurzaamheid, maar dat
die eisen, en het voldoen aan de eisen, vaak gepaard gaat met overleg en
ruimte voor inbreng vanuit de leveranciers. Ten slotte geeft een aantal
bedrijven aan dat leveranciers belangrijk zijn voor innovaties bijvoorbeeld
met betrekking tot verpakkingen en alternatieve (duurzamere of
gezondere) ingrediënten, om met nieuwe ideeën te komen om verder te
verduurzamen. Daarnaast geven de meeste bedrijven aan dat ze ook hun
klanten nodig hebben om te verduurzamen, met name als extra stimulans
om de volgende stap te zetten in duurzaamheid. Een aantal bedrijven dat
opereert aan het begin van de levensmiddelenketen (primaire productie en
grondstoffen) gaf aan dat hun klanten vragen om duurzaamheid, omdat zij
op hun beurt merken dat hun klanten en consumenten er om vragen. Zo
helpen bedrijven in de keten om elkaars duurzaamheidprofiel te
versterken.
In wetenschappelijke en grijze literatuur en in de interviews is een aantal
trends aan de orde gekomen. Deze hebben we waar nodig aangevuld met
onze praktijkkennis, en georganiseerd op basis van de schakels van de
keten waarbinnen we bedrijven hebben geïnterviewd. Allereerst besteden
we aandacht aan trends die de keten overkoepelen.
Trends die de keten overkoepelen
Bedrijven maken gestaag een verduurzamingproces door. Maatschappelijk
Verantwoord Ondernemen (MVO) is bij bedrijven allereerst op de agenda en
ook steeds meer in de bedrijfsvoering gekomen. De redenen die worden
genoemd waarom duurzaamheid belangrijk is voor bedrijven lopen uiteen,
7 Carter, C.R. & Rogers, D.S. (2008) “A framework of sustainable supply
chain management: Moving toward new theory”, International Journal of
Physical Distribution and Logistics Management, 38 (5): 360-387
15/62 Den Haag, april 2013 - Verduurzaming in de Nederlandse levensmiddelenketen
de één geeft aan dat duurzaamheid een duidelijke meerwaarde vormt voor
het bedrijf, bijvoorbeeld omdat het een aspect is waarop het bedrijf zich
kan onderscheiden van concurrenten. Een ander benadrukt dat stakeholders
(met name klanten) erom vragen. Het feit dat alle bedrijven duurzaamheid
belangrijk vinden voor hun bedrijf vertaalt zich ook naar het business
model. Alle geïnterviewde bedrijven geven aan dat duurzaamheid
onderdeel is van het business model en daarmee geïntegreerd is in de
bedrijfsstrategie. Deze integratie is terug te zien in bijvoorbeeld duurzame
investeringen waarvan de terugverdientijd langer is dan gebruikelijk voor
investeringen binnen de sector zoals biomassavergisters en elektrisch
vervoer. Ook geven een aantal bedrijven aan dat duurzaamheid een
onderscheidende factor is richting klanten, omdat steeds meer klanten
gezonder en duurzamere producten vragen. Door aan deze vraag te voldoen
wordt de klantrelatie versterkt. Tenslotte wordt aangegeven dat de
integratie van duurzaamheid bedrijven helpt bij het beheersen van risico’s
rondom grondstoffenschaarste. Door op een duurzame manier (zowel met
respect voor natuur en milieu als de maatschappij) grondstoffen te winnen
wordt het aanbod in stand gehouden. Hoewel steeds meer bedrijven
intrinsiek gemotiveerd zijn om te verduurzamen blijft ook de zoektocht
naar de businesscase van MVO – de kosten baten analyse van duurzame
investeringen - bestaan.
Aandacht voor MVO betekent ook vaak het expliciet maken en benoemen
van datgene wat het bedrijf al lang deed en wat past in de bedrijfscultuur.
Vroeger hoorde dat gewoon bij “netjes/fatsoenlijk ondernemen”.
Tegelijkertijd betekent het gestructureerd organiseren van MVO-beleid met
pijlers, Key Performance Indicators (KPIs) en milestones op het proces van
verduurzaming niet noodzakelijk dat bedrijven kiezen de voorloper in hun
groep te zijn. Uit de resultaten van de Transparantiebenchmark, een
instrument van het ministerie van Economische Zaken om de transparantie
van publiek beschikbare informatie over MVO van Nederlandse bedrijven te
meten, blijkt wel dat er duidelijk koplopers, een peloton en achterblijvers
zijn op het gebied van transparantie en verduurzaming. De bedrijven die
zijn meegenomen in dit onderzoek behoren tot de koplopers.
Voor de levensmiddelenketen is er een aantal elementen die bijdragen aan
duurzaamheid.8 Deze elementen komen ook terug in de trends die in de
8 Forsman-Hugg, S., Katajajuuri, J., Pesonen, I., Mäkelä, J., Järvelä, K.,
Timonen, T. (2012),"Key CSR dimensions for the food chain", British Food
Journal, 115 (1) – Pre published 16/9/2012
16/62 Den Haag, april 2013 - Verduurzaming in de Nederlandse levensmiddelenketen
interviews worden genoemd als aspecten die de eigen bedrijfsvoering
kunnen beïnvloeden.
Milieu-, schaarste- en ecologische issues, zoals carbon footprint,
watergebruik en afval;
Productveiligheid in het algemeen en specifiek de transparantie over de
herkomst van producten, over de productiewijze en over het handelen
van bedrijven;
Nutritionele verantwoordelijkheid, de verantwoordelijkheid van
bedrijven om gezonde(re) producten te leveren. In de pijlers van het
MVO-beleid van verschillende bedrijven zien we daarom gezondheid
ook terugkomen. Daarnaast erkennen bedrijven dat gezondheid en het
tegengaan van obesitas, een belangrijke trend is;
Het welzijn van medewerkers, zowel van de medewerkers binnen het
eigen bedrijf als elders in de keten. Arbeidsomstandigheden vormen
één van de trends die door bedrijven wordt gesignaleerd;
Dierenwelzijn;
Lokale verantwoordelijkheid, de relatie die bedrijven hebben met de
wereld om hen heen;
Economische verantwoordelijkheid, uiteindelijk is het economisch
voortbestaan van een bedrijf de enige manier om echt duurzaam te
zijn.
Wordle – trends spontaan genoemd tijdens de interviews, hoe groter het
woord des te vaker is het genoemd
17/62 Den Haag, april 2013 - Verduurzaming in de Nederlandse levensmiddelenketen
Opvallend is dat hardnekkige milieuproblemen rond landgebruik,
biodiversiteit en nutriënten niet (spontaan) worden genoemd. Blijkbaar zijn
dit onderwerpen die buiten het zichtveld van de geïnterviewden vallen.
Primaire sector
In dit onderzoek verstaan we onder de primaire sector bedrijven in de
landbouw, veeteelt, visserij en hun leveranciers. Binnen deze sector zien
we een aantal trends en issues die zowel duurzaamheid stimuleren als
remmen. Ten eerste speelt de beschikbaarheid van duurzame grondstoffen
een belangrijke rol, en bedrijven verwachten dat deze beschikbaarheid ook
de komende jaren hoog op de agenda blijft staan. Met name soja wordt
genoemd als grondstof die extra aandacht verdient. De meeste bedrijven
geven dan ook aan actief met dit onderwerp bezig te zijn, bijvoorbeeld
door te participeren in de Round Table on Responsible Soy of het Initiatief
Duurzame Soja. Daarnaast zien bedrijven dat dierenwelzijn een belangrijk
onderwerp is, vooral vanuit de maatschappelijke discussie die wordt gevoed
door maatschappelijke organisaties. Echter, een aantal bedrijven plaatst
een kanttekening bij de roep om de milieubelasting te verlagen en het
dierenwelzijn te verhogen, omdat zij zich afvragen of dat realistisch is.
Efficiënt produceren blijft een belangrijk aandachtspunt voor deze
bedrijven. Ten slotte geven een aantal bedrijven aan dat, gelet op de
financiële risico’s in deze economische tijd met veel onzekerheid,
(verduurzamings)innovaties worden uitgesteld.
Levensmiddelenfabrikanten
Over het algemeen worden levensmiddelenfabrikanten gezien als de motor
achter verduurzaming van de afgelopen jaren. Zij hebben
leveranciersstandaarden opgesteld en op die manier duurzaamheid in de
keten bevorderd. Deze standaarden richten zich zowel op de milieu impact
van de productie van grondstoffen zoals tegengaan van illegale houtkap
voor het verbouwen van soja en milieuvervuilende lozingen, en op
arbeidsomstandigheden bijvoorbeeld door de code of conduct van het
Business Social Compliance Initiative (BSCI) te hanteren of een koppeling te
maken naar de OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen.
Levensmiddelenfabrikanten besteden in hun duurzaamheidbeleid veel
aandacht aan het gezonder maken van hun producten en consumenten
inlichten over gezonde consumptie bijvoorbeeld door te participeren in de
stichting Ik Kies Bewust (IKB) en het Vinkje te hanteren. Daarnaast wordt er
18/62 Den Haag, april 2013 - Verduurzaming in de Nederlandse levensmiddelenketen
gekeken naar het verduurzamen van verpakkingen, zoals het gebruik van
gerecyclede materialen, FSC-gecertificeerd papier en karton en de
hoeveelheid verpakking te verminderen. Hierbij wordt ook samenwerking
gezocht met de leveranciers van deze verpakkingen. Ten slotte geven
bedrijven aan dat het belangrijk is dat de grote Nederlandse
levensmiddelenbedrijven behouden blijven voor Nederland, omdat ze door
hun duurzame strategie gericht op milieuvriendelijk produceren, gezonde
producten en stabiel financieel management, een maatschappelijke
bijdrage leveren. Specifieke informatie over de gekozen strategie en
ambities zijn te vinden in bijlage 3.
Foodservice en foodretail
Bij foodservice en foodretail staat het tegengaan van voedselverspilling
bovenaan de agenda. Dat betekent zorgen voor voldoende keus voor
klanten zonder teveel weg te gooien en klanten informeren over
voedselverspilling. Naast voedselverspilling is afval in het algemeen een
aandachtspunt. Net als bij levensmiddelenbedrijven vinden bedrijven in
deze schakel van de levensmiddelenketen ook gezondheid erg belangrijk.
Ze proberen door middel van communicatie klanten daarover te informeren
en hen (vaak letterlijk) in beweging te krijgen. Een voorbeeld is dat
verschillende bedrijven participeren in JOGG (Jongeren op Gezond
Gewicht) en informatie verstrekken over hoe men gezonder kan eten,
bijvoorbeeld door het Vinkje. Daarnaast zijn bedrijven bezig met het
verlagen van hun carbon footprint, door middel van het aanpassen van
logistieke processen en het slimmer inrichten van winkels, distributiecentra
en keukens. Ten slotte geven bedrijven aan dat ze een toenemende vraag
zien naar lokaal geproduceerde producten en meer inzicht in de oorsprong
van producten, zij spelen hier op in door deze producten meer aan te
bieden en beter onder de aandacht te brengen. Ook andere bedrijven
spelen hierop in, bijvoorbeeld Willem & Drees die sinds 2009 supermarkten
de mogelijkheid bieden om groente, fruit en aardappels van boeren uit de
buurt in hun schappen te leggen.9
Logistiek
Logistieke bedrijven vormen belangrijke schakels in de hele
levensmiddelenketen. Hoewel in eerste instantie de nadruk bij deze
bedrijven op de milieu aspecten van duurzaamheid ligt spelen sociale issues
9 www.willemendrees.nl
19/62 Den Haag, april 2013 - Verduurzaming in de Nederlandse levensmiddelenketen
ook een belangrijke rol in de bedrijfsvoering. Bij foodretail en foodservice,
maar ook bij levensmiddelenfabrikanten heeft logistiek een belangrijk
aandeel in de milieuvoetafdruk. De trends die men ziet in logistiek zijn de
ontwikkeling van alternatieve mobiliteitsoplossingen. Zoals alternatieve
brandstoffen waarbij subsidies vanuit de overheid een belangrijke stimulans
vormen en een alternatieve benadering van het logistieke proces zoals
langer en hoger vervoer, waarbij regelgeving vanuit de overheid een
belangrijke impuls kan vormen. Voor logistieke bedrijven houdt de
dienstverlening niet op aan de grens. Eenduidigheid in Europees beleid is
daarom voor deze bedrijven nog belangrijker dan voor de andere bedrijven.
Ten slotte geven logistieke bedrijven aan dat het samen met klanten kijken
naar routes en belading een duurzaamheidwinst voor beide partijen kan
opleveren.
Huishoudens en consumenten
In dit onderzoek zijn consumenten niet direct meegenomen. Echter
bedrijven zijn wel gevraagd naar de rol van consumenten. Ook uit het
deskresearch zijn een aantal trends en aandachtspunten naar voren
gekomen.
We zien een verschuiving in de soort consumenten die duurzaamheid
belangrijk vinden. Eerst waren het vooral ‘geitenwollensokken’-types,
terwijl duurzaamheid tegenwoordig steeds meer mainstream wordt.
Consumenten en burgers maken zich zorgen en dat vertaalt zich in meer
aandacht voor de oorsprong van het voedsel. Zoals hierboven aangegeven
spelen foodretail en foodservice al in op de toename in de vraag naar
natuurlijkheid en de grotere nadruk op herkomst, boer en ambacht. Dat
komt onder andere door de gedachte dat natuurlijk gezond is. We zien dit
terug in bijvoorbeeld clean label producten; producten waar geen
(kunstmatige)toevoegingen of GMO grondstoffen inzichten. Daarnaast is er
de roep om meer aandacht voor de herkomst van eten. Nederlandse
consumenten willen vaker weten waar hun eten vandaan komt.
Voedselveiligheid, herkomst en smaak worden steeds belangrijker.
Consumenten besteden aanzienlijk meer geld en ‘tijd voor beleving’ aan
duurzame voeding. Dat zien we bijvoorbeeld omdat de besteding per
keurmerk stijgt. Ook de markt voor biologische producten en de
bestedingen aan biologisch voedsel stijgen. Supermarkten zorgen voor bijna
de helft van de biologische omzet in Nederland. Uit het
20/62 Den Haag, april 2013 - Verduurzaming in de Nederlandse levensmiddelenketen
Duurzaamheidkompas van december 201210
blijkt dat ondanks de crisis
consumenten duurzaamheid belangrijk blijven vinden en dat duurzame
merken een streepje voor hebben ten opzichte van niet duurzame merken.
10 http://www.schuttelaar.nl/download/352
21/62 Den Haag, april 2013 - Verduurzaming in de Nederlandse levensmiddelenketen
Barrières en kansen voor Nederlandse
levensmiddelenbedrijven
Naar aanleiding van het onderzoek hebben we ons de vraag gesteld waar
het Nederlandse bedrijfsleven tegen aanloopt. Waar lopen zij voor warm en
wat voor kansen biedt dit voor het verduurzamen van de Nederlandse
levensmiddelenketen? We kunnen hierbij een aantal kansen en barrières
onderscheiden en noemen hier die kansen en barrières die ons inziens in de
interviews het meest in het oog springen.
Een bedrijfsmatige en publieke visie op verduurzaming
Het Nederlandse levensmiddelenbedrijf is volgens de geïnterviewde MVO-
managers intrinsiek gemotiveerd voor duurzaamheid en loopt er warm voor
om samen met ketenpartners gezamenlijke duurzaamheidwinst te halen en
hun –profiel te versterken. In de thema-selectie rondom verduurzaming
komt echter duidelijk een ‘bedrijfsmatige’ visie op verduurzaming naar
voren, waarbij thema’s geadresseerd worden die passen binnen de
operationele horizon (3 to 5 jaar) van bedrijven. Eerder werd al aangestipt
dat thema’s die vooral spelen bij de primaire sector, van invloed zullen zijn
op de lange termijn en die minder makkelijk communicatief in te zetten
zijn (zoals broeikasgassen, biodiversiteit en landgebruik door de keten
heen) op dit moment minder prioriteit hebben. Wanneer een overheid het
belangrijk vindt dat deze thema’s op dit moment ook door het bedrijfsleven
worden meegenomen, betekent dat extra aandacht in de agendering en
ondersteuning in de uitvoering. Verheldering van rollen bij verschillende
duurzaamheidsthema’s voor de overheid en voor bedrijven hoort bij dit
proces.
De businesscase van MVO
Een kans voor het verder verduurzamen van de levensmiddelenketen is het
agenderen van die duurzaamheidtrends die een bedrijf direct raken of waar
een bedrijf invloed op heeft. Zoals voedselverspilling bij foodservice, de
beschikbaarheid van duurzame grondstoffen bij de primaire sector of de
milieuvoetafdruk in de logistieke sector. Deze trends kunnen de
businesscase van MVO opleveren voor deze bedrijven, omdat het kosten kan
besparen, leveringszekerheid positief kan beïnvloeden of efficiëntere
22/62 Den Haag, april 2013 - Verduurzaming in de Nederlandse levensmiddelenketen
productie/processen kan genereren. Ondanks dat duurzaamheid bij het
merendeel van de bedrijven intrinsiek is gedreven, zijn bedrijven toch op
zoek naar de businesscase van MVO om zo hun investeringen te
verantwoorden. In de interviews zijn er geen expliciete businesscases naar
voren gekomen. Uit ervaring weten we dat de meest voor de handliggende
businesscase van MVO investeringen in energiebesparing zijn, waarbij de
milieu en financiële winst makkelijk aantoonbaar zijn. Daarnaast geven
bedrijven aan dat de integratie van duurzaamheid de aantrekkelijkheid
voor nieuwe medewerkers vergroot. Wat betreft sociale duurzaamheid is de
businesscase niet altijd even makkelijk aan te tonen. Een gedragscode voor
leveranciers met betrekking tot arbeidsomstandigheden helpt bedrijven
meer grip te krijgen op risico’s rond reputatieschade, maar de financiële
winst laat zich moeilijk berekenen. Aandacht voor de businesscase van MVO
betekent wel dat de bedrijfsmatige visie op verduurzaming verder gaat
verschillen van een publieke visie op verduurzaming.
Verduurzaming in de keten vraagt tijd en aandacht
Eén van de kansen in de keten is het verder stimuleren van de
voortrekkersrol die de levensmiddelenfabrikanten in de afgelopen jaren
hebben gespeeld. Zij kunnen eisen stellen aan leveranciers en
toeleveranciers op het gebied van duurzaamheid en hebben dus invloed op
hun ketenpartners. Bovendien kunnen ze aanbod gestuurd de retail
beïnvloeden. Bedrijven geven aan dat om veranderingen in de keten door
te voeren en partners mee te krijgen tijd en handhaving nodig is.
Het verzorgen van transparantie in de keten: kosten
Bedrijven staan voor de uitdaging om verduurzaming op een transparante
manier weer te geven. Tot nu toe is een operationalisatie van de
transparantie geweest door controle door een derde private partij. Zowel
via de keurmerken als de accountantscontroles van MVO-informatie, borgen
bedrijven dat zij verduurzaming gekozen hebben, ermee aan de slag zijn en
resultaten boeken. Deze controle door derden heeft echter zijn prijs en die
kosten worden op dit moment door de bedrijven zelf betaald. Tegelijk zien
we kritiek op licentiekosten en – mede door de economische crisis – enige
reserves bij accountantscontroles. Bedrijven beseffen dat wanneer ze geld
besteden aan derden voor de controle, ze dat geld niet kunnen besteden
aan het agenderen van nieuwe verduurzamingstappen. Daar zit een
dilemma, zeker met opschaling van verduurzaming.
23/62 Den Haag, april 2013 - Verduurzaming in de Nederlandse levensmiddelenketen
Operationalisering van verduurzaming in de economische crisis
Ten slotte, is de economische crisis een barrière voor bedrijven. Het heeft
weerslag op de uitvoering en haalbaarheid van duurzame initiatieven. De
realiteit van de day-to-day business en het blijven overleven in economisch
spannende tijden, kan de afstand tussen ambitie en realiteit/haalbaarheid
vergroten. Zo heeft de economische crisis invloed op de snelheid van het
verduurzamen van de levensmiddelenketen. Bedrijven geven aan dat
kostbare innovaties worden uitgesteld.
24/62 Den Haag, april 2013 - Verduurzaming in de Nederlandse levensmiddelenketen
Perceptie wenselijke rol overheid
Om een beeld te kunnen geven wat de bedrijven een wenselijke richting
voor overheidbeleid rondom verduurzaming binnen de levensmiddelenketen
vinden, kiezen we ervoor een beeld te geven hoe bedrijven tegen het
huidige beleid aankijken. Hierin onderscheiden we het overheidbeleid op
het gebied van duurzaam voedsel en het overheidbeleid gericht op MVO
door bedrijven.
In de huidige rol heeft overheid een aantal aandachtsgebieden vastgesteld,
gericht op de duurzame economie11
:
groene groei: de overheid heeft voedsel als één van de kansrijke
gebieden voor groene groei aangemerkt.12
duurzaam ondernemen: de overheid geeft aan MVO te stimuleren door
het beschikbaar stellen van en informeren over verschillende
instrumenten die bedrijven kunnen gebruiken.13
duurzaam consumeren: de overheid ondersteunt MilieuCentraal, die de
consument een overzicht geeft van keurmerken en tevens een aantal
keurmerken ondersteunt.14
green deals: met de green deals helpt de overheid partijen om
verduurzaminginitiatieven tot stand te brengen die moeilijk van de
grond komen.15
Uit de interviews met bedrijven blijkt echter dat zij deze thema’s niet
herkennen.
Beleid op gebied van duurzaam voedsel
Ook bij de verduurzaming rondom de levensmiddelenketen kiest de
overheid al enige jaren een faciliterende rol. Voor verduurzaming van
voedsel is dit in het beleid in 2009 met de nota Duurzaam Voedsel in een
11 http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/duurzame-economie 12 http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/duurzame-
economie/groene-groei 13 http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/duurzame-
economie/duurzaam-ondernemen 14 http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/duurzame-
economie/green-deal 15 http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/duurzame-
economie/green-deal
25/62 Den Haag, april 2013 - Verduurzaming in de Nederlandse levensmiddelenketen
beleidsdocument neergelegd.16
Een van de manieren waarop deze
stimulerende rol in de periode van 2009-2011 is vormgegeven is via het
Platform Verduurzaming Voedsel, waarin met het toenmalige ministerie van
Economische Zaken, Landbouw en Innovatie samen met de
koepelorganisaties van de diverse schakels uit de keten deelneemt.17
Tegelijkertijd heeft het kabinet ook het topsectorenbeleid geïntroduceerd.
Een nieuw bedrijvenbeleid, met als uitgangspunt om datgene waar
Nederlandse bedrijven toch al goed in zijn, meer en meer te laten
excelleren. Uitgangspunt is dat Nederlandse bedrijven de ruimte krijgen om
te ondernemen, te investeren, te innoveren en te exporteren. De ambities
van het beleid zijn:
1. Nederland in de top 5 van kenniseconomieën in de wereld in 2020
2. Stijging van de Nederlandse R&D-inspanningen naar 2,5% van het BBP in
2020
3. Topconsortia voor Kennis en Innovatie waarin publieke en private
partijen participeren voor meer dan € 500 miljoen waarvan tenminste
40% gefinancierd door het bedrijfsleven in 201518
In termen van de ‘faciliterende rol’ van de overheid, betekent het nieuwe
beleid:
minder subsidies in ruil voor lagere belastingen
minder en eenvoudiger regels
ruimere toegang tot bedrijfsfinanciering
betere benutting van de kennisinfrastructuur door het bedrijfsleven
betere aansluiting van fiscaliteit, onderwijs en diplomatie op de
behoefte van het bedrijfsleven.19
Op basis van het deskresearch over duurzaamheidtrends en het
overheidbeleid is een aantal denklijnen uitgezet. Naast denklijnen over
duurzaamheid in de Nederlandse levensmiddelenketen, is hierin ook de
wenselijke rol van de overheid bij het verduurzamen van de keten
verwerkt. De resultaten van de interviews gebruiken we om de denklijnen
te checken, waardoor de wenselijke rol van de overheid duidelijk wordt.
16 http://www.rijksoverheid.nl/documenten-en-
publicaties/notas/2009/08/11/nota-duurzaam-voedsel.html 17 http://www.verduurzamingvoedsel.nl/home/ 18
www.top-sectoren.nl 19 www.top-sectoren.nl
26/62 Den Haag, april 2013 - Verduurzaming in de Nederlandse levensmiddelenketen
Facilitator
Denklijn 1: Zien bedrijven de rol van de overheid bij het verduurzamen van
de levensmiddelenketen als één die het samenwerken tussen ketenpartners
verder faciliteert?
Ongeveer de helft van de bedrijven geeft aan dat de rol van de overheid is
om ketenpartners te faciliteren bij het gezamenlijk verduurzamen van hun
producten, proces, organisatie of keten. Dit kan zowel financieel door
middel van subsidies als in het bijeen brengen van partijen om
samenwerkingsverbanden te creëren. Daarnaast geven bedrijven aan dat er
in het faciliteren van het delen van informatie over duurzaamheid, zowel
tussen bedrijven in de sector als tussen bedrijven en consumenten, een
belangrijke rol voor de overheid is weggelegd.
‘Ja, we hebben de overheid nodig om te verduurzamen. Dat is essentieel,
want we staan voor enorme uitdagingen. Om die uitdagingen op een
efficiënte manier te kunnen aanpakken en effectief te zijn, heb je
samenwerkingsverbanden nodig die groter zijn dan je eigen bedrijf. Wij
zien een rol voor de overheid om partijen uit het lokale netwerk samen te
brengen.’- Heineken
Het topsectorenbeleid
Denklijn 2: Wordt het topsectorenbeleid door de Nederlandse
levensmiddelenketen ervaren als duurzaamheidstimulerend beleid?
Voor wat betreft het topsectorenbeleid geldt dat ongeveer een derde van
de bedrijven zelf spontaan het topsectorenbeleid noemt. Op zichzelf zijn
bedrijven positief over de wijze waarop het topsectorenbeleid innovatie
bevordert. Echter, zij zien geen relatie tussen het topsectorenbeleid en
verduurzaming.
Bij de meeste interviews kwam het topsectorenbeleid ook niet vanzelf ter
sprake. De bedrijven die wel aangeven dat het topsectorenbeleid
stimulerend werkt zijn zelf bij één van de programma’s betrokken. Zij
geven aan dat het topsectorenbeleid vooral innovatie stimuleert maar dat
duurzaamheid voor hen niet de voornaamste drijfveer is om aan een
programma mee te doen. De wijze waarop de overheid binnen het
topsectorenbeleid de faciliterende rol invult, is in beperkte mate
herkenbaar voor de bedrijven. Zo weten bedrijven wel dat er minder
27/62 Den Haag, april 2013 - Verduurzaming in de Nederlandse levensmiddelenketen
subsidies beschikbaar zijn, zeker voor verduurzaming, maar noemen ze hier
niet bij dat ze daartegenover lagere belastingen ervaren, dat er minder en
eenvoudigere regels zijn en een ruimtere toegang tot bedrijfsfinanciering.
Onduidelijk en inconsequent overheidbeleid
Denklijn 3: Is onduidelijk en inconsequent overheidbeleid een
duurzaamheidremmende factor voor de Nederlandse levensmiddelenketen?
Bedrijven geven aan dat ze een duidelijke visie van de overheid op
duurzaamheid verwachten, en dat ze dat op dit moment missen. Een
onduidelijk en inconsequent overheidbeleid is een duidelijke
duurzaamheidremmende factor. Bedrijven verwachten van de overheid dat
ze aangeeft waar Nederland naar toe gaat de komende decennia.
Verduurzaming vanuit een langetermijnvisie dus.
‘In z’n algemeenheid is het wenselijk dat de overheid aangeeft waar het
met het land naar toe wil, en waar we met elkaar naar willen streven.
Daar kan je dan als bedrijf ook een bijdrage aan leveren.’ - Nutreco
Veel duurzaamheidissues beperken zich niet alleen tot Nederland, en
bedrijven geven aan dat ook Europees beleid effect heeft op hun
bedrijfsvoering. Daarin verwachten ze ook meer afstemming tussen
Nederland en Europa. Bedrijven geven aan dat in sommige gevallen
Nederlands beleid strenger is dan Europees beleid, of het beleid verschilt
tussen lidstaten waardoor bedrijven gedwongen worden om afhankelijk van
hun locatie hun activiteiten aan te passen. Ook op dit vlak geven bedrijven
aan dat ze graag meer consistentie zouden zien, en dan met name dat
Nederlandse ambtenaren in Brussel wat meer de belangen van de
Nederlandse ondernemingen behartigen.
‘De Nederlandse overheid kan ons helpen door actief in Brussel aanwezig
te zijn om de belangen van de Nederlandse industrie te behartigen.’ – van
der Zwan
Minder geld
Denklijn 4: Ervaren bedrijven dat er minder geld beschikbaar is vanuit de
overheid als een duurzaamheidremmende factor?
28/62 Den Haag, april 2013 - Verduurzaming in de Nederlandse levensmiddelenketen
De geïnterviewden geven aan dat ze zien dat er minder geld beschikbaar is
vanuit de overheid en dat dat mogelijk duurzaamheidremmend is. Er wordt
vooral erkend dat er voorheen meer subsidies beschikbaar waren voor
nieuwe innovaties voor bijvoorbeeld duurzame energie. Minder geld, en
beschikbare subsidies worden gekoppeld aan de wens voor consequenter
overheidbeleid. Zo geven een paar bedrijven aan dat er wordt geïnvesteerd
in duurzame innovaties maar onduidelijk is of de benodigde subsidie nog
bestaat bij het verdere verloop van het onderzoekstraject.
‘Bijvoorbeeld op het gebied van beleid met betrekking tot alternatieve
brandstoffen. Het hoeft geen subsidie te zijn, maar maak nou een
langetermijnplanning van wat je wilt [als overheid].’- Nabuurs
Belang van duurzaamheid
Denklijn 5: Wordt het belang van duurzaamheid breed erkend bij bedrijven?
Denklijn 6: Erkennen bedrijven dat duurzaam ondernemen bijdraagt aan
hun maatschappelijke en financiële toegevoegde waarde?
Alle bedrijven geven aan dat duurzaamheid belangrijk is voor het bedrijf en
dat duurzaamheid geïntegreerd is in het business model. Op deze manier
draagt duurzaam ondernemen bij aan de maatschappelijke en financiële
toegevoegde waarde. Veel bedrijven geven aan dat duurzaamheid bijdraagt
aan hun onderscheidend vermogen en dat het een manier is om te voldoen
aan vragen van klanten. Daarnaast is een reden die genoemd wordt om
duurzaamheid te integreren in de strategie dat het een manier is om
risico’s te beheersen en ervoor te zorgen dat het bedrijf ook op de lange
termijn kan voortbestaan. Aangezien de bedrijven het belang van
duurzaamheid onderkennen heeft de overheid geen agenderende rol als het
gaat om duurzaamheid in het algemeen.
‘Duurzaamheid is risico beheersend en helpt bij de aanpak van dilemma’s
op het gebied van dierenwelzijn en antibioticagebruik. Duurzaamheid
biedt kansen en voordelen zoals de scharrelkip.’ - Plukon
Samenwerken met ketenpartners
Denklijn 7: Erkennen bedrijven de toegevoegde waarde van samenwerken
met ketenpartners om verder te verduurzamen?
Denklijn 8: Spelen toeleveranciers een grote rol in (de haalbaarheid van)
het verduurzamen van levensmiddelenbedrijven?
29/62 Den Haag, april 2013 - Verduurzaming in de Nederlandse levensmiddelenketen
Samenwerken met ketenpartners, leveranciers en klanten, is belangrijk
voor duurzaamheid. Veel bedrijven geven aan dat de wens om duurzaam te
ondernemen intrinsiek gedreven is en dat de klantvraag of het aanbod
vanuit leveranciers dit in eerste instantie niet bepaalt. Maar om echt te
verduurzamen hebben bedrijven hun ketenpartners wel nodig. Ook wordt er
samengewerkt om te verduurzamen. Bedrijven benadrukken hierbij de win-
win situatie voor alle partners. De overheid kan een ondersteunende rol
spelen in het samenbrengen van ketenpartners.
‘MVO moet van binnenuit komen, op basis van je eigen motieven. Je moet
positief denken, alleen dan kan je impact realiseren. Iedereen heeft een
eigen verantwoordelijkheid. Wij als bedrijven moeten niet op elkaar
wachten en we hebben de overheid niet perse nodig. De overheid kan wel
de ruimte creëren, waarbinnen bedrijven kunnen verduurzamen.’ – Perfetti
Van Melle
‘Met een vaste keten is het het makkelijkst om maximale duurzaamheid te
realiseren.’ - The Greenery
‘Als je allemaal dezelfde ambitie hebt om te verduurzamen [binnen de
keten] ben je afhankelijk van elkaar en moet er vertrouwen zijn. Die
wederzijdse afhankelijkheid bestaat altijd.’ - DeliXL
Maatschappelijke organisaties
Denklijn 9: Zijn maatschappelijke organisaties een
duurzaamheidstimulerende factor?
Maatschappelijke organisaties spelen een rol in het stimuleren van
duurzaamheid. Enerzijds omdat zij consumenten informeren en wijzen op
bestaande issues – een agenderende rol, met daarnaast een rol als partner
voor bedrijven. Verschillende bedrijven geven aan samen te werken met
maatschappelijke organisaties om bepaalde duurzaamheidissues aan te
kaarten. Ook spelen maatschappelijke organisaties een rol in het delen van
informatie over duurzaamheid naar aanleiding van de onderzoeken die ze
doen en de kennis die ze hebben over specifieke onderwerpen. Enkele
bedrijven geven aan dat ze het feit dat maatschappelijke organisaties
consumenten zouden vertegenwoordigen in twijfel trekken. De overheid
kan een rol spelen in het faciliteren van maatschappelijke organisaties om
duurzaamheidonderwerpen te agenderen.
30/62 Den Haag, april 2013 - Verduurzaming in de Nederlandse levensmiddelenketen
'Het is de rol van NGO's onderwerpen op de agenda te zetten en hier
aandacht voor te vragen. Zij zijn voor ons belangrijke gesprekspartners.
We houden elkaar een spiegel voor en delen kennis. Als we een
gemeenschappelijk doel hebben trekken we soms samen op.' – Albert Heijn
Consumenten
Denklijn 10: Zien bedrijven consumenten als niet-
duurzaamheidstimulerende factor?
Enkele bedrijven erkennen de tweedeling tussen burgers en consumenten.
Burgers willen graag dat producten op een duurzame manier tot stand
komen, consumenten zijn echter niet bereid om de prijs voor duurzame
producten te betalen. Er zijn ook bedrijven, in alle schakels van de keten,
die aangeven dat consumenten wel een drijfveer zijn voor meer
duurzaamheid. Eén manier waarop dat duidelijk wordt is dat internationaal
opererende bedrijven aangeven dat ze hun duurzaamheidpositionering
aanpassen aan de in het land specifieke onderwerpen. Zo is in Nederland
dierenwelzijn een belangrijk duurzaamheidissue, terwijl in andere landen
CO2 een belangrijker onderwerp is. Consumenten kunnen worden
aangesproken op hun verantwoordelijkheid en spelen een rol in het
verduurzamen van voeding. De overheid kan een rol spelen in het delen van
informatie om consumenten beter te informeren over wat duurzaamheid is.
31/62 Den Haag, april 2013 - Verduurzaming in de Nederlandse levensmiddelenketen
Bouwstenen voor overheidsvisie en beleid
op duurzaamheid
Op basis van deskresearch en de perceptie van de geïnterviewde MVO-
managers van de 15 bedrijven uit dit onderzoek kunnen drie gewenste
‘hoofdrollen’ voor de overheid worden onderscheiden, waarbij die
hoofdrollen zijn onderverdeeld in 10 subrollen.
De drie genoemde hoofdrollen zijn:
I. Een visionaire rol: dit is een zeer proactieve rol. Het bedrijfsleven
heeft behoefte aan een overheid met een ambitieus, uitgewerkt en
langdurig consistent duurzaamheidbeleid.
II. Een stimulerende rol: deze rol vraagt een actieve opstelling van de
overheid die gerelateerd is aan en in overeenstemming is met de
eigen, langetermijnvisie.
III. Een faciliterende rol: de rol van facilitator ligt in het creëren van
voorwaarden waarbinnen het bedrijfsleven zelf de gang kan gaan.
In deze drie rollen kunnen de volgende subrollen worden onderscheiden:
Een visionaire rol
1. De rol van duurzaamheidsvisionair
Bedrijven hebben behoefte aan een
duidelijke, breed gedragen
toekomstvisie met een consistent
overheidbeleid. Bij voorkeur voor een
langere periode (10 jaar of meer, we
denken aan een overheidsvisie ‘Duurzaamheid 2025’). Dit geeft richting aan
bedrijven waarop zij hun eigen koers kunnen bepalen en kunnen
anticiperen. Belangrijk hierbij is om beleid te ontwikkelen dat dicht bij de
bedrijven staat, dat aansluit op de praktijk en realistisch is. De overheid
heeft hier ook de rol om moeilijke onderwerpen op de agenda te zetten die
niet vanzelf door bedrijven opgenomen worden, zoals onderwerpen die op
lange termijn van belang zijn maar op dit moment buiten de operationele
horizon van bedrijven vallen. Maar ook onderwerpen zoals het sluiten van
de productkringloop en het verbinden van schakels aan het uiteinde van
ketens. Het is cruciaal dat deze visie goed gedeeld wordt met de bedrijven
en bekend wordt gemaakt bij een breed publiek. Zo blijkt dat bedrijven het
32/62 Den Haag, april 2013 - Verduurzaming in de Nederlandse levensmiddelenketen
topsectorenbeleid, hoewel bij de meeste geïnterviewden bekend, niet
inhoudelijk volledig kennen en dit beleid ook niet direct aan duurzaamheid
koppelen.
Bedrijven geven daarbij aan dat duurzaamheid inmiddels een ‘license to
produce’ is geworden en niet meer een vrijblijvend onderwerp. Een
duurzaamheidvisie 2025 reikt daarmee verder dan partijpolitieke belangen.
De behoefte aan consistentie in beleid – zeker met de vele wisselingen van
kabinetten van de afgelopen jaren - wordt daarmee benadrukt door diverse
bedrijven. Bedrijven zijn zelf ook geïnteresseerd deze continuïteit te
borgen, bijvoorbeeld door het gezamenlijk implementeren van de
overheidvisie.
2. Creëren van een level playing field
Voor de koplopers die duurzaamheid zelf toch wel stimuleren en soms
verder gaan dan de overheid, kan faciliteren voldoende zijn. Zij zijn
immers vooral intrinsiek gedreven voor duurzaamheid en hebben de
overheid niet nodig. Tegelijkertijd geven een aantal koplopers aan dat het
neerzetten van de ‘ondergrens’ in de vorm van minimale standaarden voor
de hele keten door de overheid wel gewaardeerd wordt, bijvoorbeeld op
het gebied van transparantie. Uiteindelijk is het de overheid die normen
stelt en een tijdstraject vaststelt waarop de bedrijven zelf verder bouwen.
De overheid is verantwoordelijk voor de handhaving ervan.
3. Het creëren van een opwaartse spiraal
De minimum gedragingen voor MVO zijn voor bedrijven gelijk. Binnen een
langdurige, daadkrachtige overheidsvisie op verduurzaming past een
‘opwaartse druk’. Het minimumniveau van duurzaamheid komt daarmee
langzamer hoger te liggen. Dat betekent dat ook voor de achterblijvers op
het gebied van duurzaamheid piketpalen over een langere termijn worden
gesteld waar bedrijven in de toekomst aan dienen te gaan voldoen. De
afgelopen jaren is dat al gebeurd in sectorovereenkomsten gericht op
duurzame inkoop van grondstoffen.
Een stimulerende rol
4. Een rol als financier
Een andere wenselijke rol voor de overheid
in het stimuleren van duurzaamheid in de
levensmiddelenketen is financieel, door
middel van subsidies. Dit is met name
33/62 Den Haag, april 2013 - Verduurzaming in de Nederlandse levensmiddelenketen
gericht op het stimuleren van gezamenlijke duurzaamheid initiatieven of
innovaties door ketenpartners en participeren in publiek private
partnerschappen (PPS). Kosten worden veelal gedeeld maar de
investeringen kunnen fors zijn en worden ook nog eens negatief beïnvloed
door bijvoorbeeld het economische klimaat. Financiële ondersteuning dat
het samenwerken tussen de schakels in de keten stimuleert of een bijdrage
levert aan duurzaamheid voor de gehele keten is een wenselijke rol voor de
overheid. Dit betekent dat de subsidieprogramma’s in dit licht
ingericht/beoordeeld dienen te worden.
5. Een complimenterende rol
Stimulans vanuit de overheid is niet alleen financieel, ook bedrijven af en
toe ‘namen’ en ‘famen’ als zij actief bijdragen aan het verduurzamen van
de levensmiddelenketen helpt hierbij. Een belangrijke kans in het verder
verduurzamen van de levensmiddelenketen is het stimuleren van de
voortrekkersrol die levensmiddelenfabrikanten in de afgelopen jaren
hebben gehad. In dit onderzoek blijkt dat zij, meer dan retailorganisaties,
de macht hebben om hun directe ketenpartners meekrijgen, door eisen te
stellen of aanbod gestuurd te werken richting klanten.
6. Vertegenwoordiger bedrijfsleven in de internationale arena
In aanvulling hierop heeft de overheid een rol te spelen in het consistent
maken van Nederlands en Europese wetgeving en het opkomen voor het
Nederlandse bedrijfsleven in Europa. Deel de resultaten van
onderhandelingen ook met de bedrijven, zodat ze hier meer inzicht in
krijgen. Niet alleen het Nederlandse bedrijfsleven opereert internationaal,
ook veel duurzaamheidissues gaan over de grens. Het is aan de Nederlandse
overheid verschillen tussen beide systemen te beperken en consistentie te
vergroten. Bedrijven erkennen dat ook brancheorganisaties hier een
belangrijke rol bij spelen.
Een faciliterende rol
7. Ondersteunen
De door bedrijven gewenste rol van de
overheid in het verduurzamen van de
Nederlandse levensmiddelensector is een
beperkte, maar belangrijke rol. Die van
facilitator, zowel in het samenbrengen van
partijen als in richting geven aan de sector.
Hierbij kan de overheid aansluiten bij de voornaamste duurzaamheidtrends
34/62 Den Haag, april 2013 - Verduurzaming in de Nederlandse levensmiddelenketen
die de Nederlandse levensmiddelensector identificeert voor nu en in de
toekomst. De overheid kan zoekrichtingen aangeven voor oplossingen of het
vinden van oplossingen faciliteren. Bijvoorbeeld in het creëren van
platforms, het bij elkaar brengen van bedrijven en ketenpartners om zo
samenwerken te vereenvoudigen op verschillende trends en oplossingen.
8. Kennis delen en voorzien van informatie
Het faciliteren van duurzaamheid in de sector door een onafhankelijke
partij als de overheid ziet het Nederlandse bedrijfsleven graag. Dit kan
bijvoorbeeld door het genereren en delen van kennis. Er zijn vele
duurzaamheidthema’s waarop onderzoek nodig is om meer kennis te
vergaren van mogelijke toekomstscenario’s en oplossingen. Dit is kostbaar
en er is niet één partij die het eigenaarschap hiervoor heeft/neemt. Het
genereren van informatie en het delen van deze kennis met de Nederlandse
levensmiddelenketen, bijvoorbeeld over hoe de consument te beïnvloeden
richting duurzaamheid, is een kans voor de Nederlandse overheid om
duurzaamheid verder te stimuleren in de keten.
Een andere kans qua duurzaamheidstimulerende factor is de consument.
Ook hier kan de overheid een faciliterende rol op zich nemen in het zodanig
beïnvloeden van de publieke opinie dat de Nederlandse consument meer
duurzaam-minded wordt. Bedrijven geven aan dat de gemiddelde
consument niet weet wat duurzaamheid inhoudt en welke rol zij kunnen
vervullen om dit proces te versnellen. Er is veel te winnen als bekend wordt
wat de achterliggende problematiek is. De rol van de overheid is juist om
mensen bewust te maken van issues en handvatten te geven wat je kan
doen.
9. Topsectorenbeleid verbinden met duurzaamheid
Het bijeen brengen van partijen in de keten is een wenselijke rol voor de
overheid; dit is belangrijk omdat bedrijven aangeven dat ketenpartners
nodig zijn bij het verduurzamen. Het topsectorenbeleid is zo’n middel
waarmee de overheid de bindende factor kan spelen en partijen
samenbrengt. Dit beleid wordt alleen niet direct aan duurzaamheid
gekoppeld door het Nederlandse bedrijfsleven. Dit is een kans voor de
overheid, om bindende programma’s meer te linken aan duurzaamheid.
10. Het faciliteren van NGOs
Maatschappelijke organisaties spelen een belangrijke rol bij het
verduurzamen van de levensmiddelensector. Bedrijven erkennen hun
agenderende rol en hoewel soms lastig, zien het belang hiervan in het
verder verduurzamen van de levensmiddelenketen. Echter, doordat veel
35/62 Den Haag, april 2013 - Verduurzaming in de Nederlandse levensmiddelenketen
NGO’s hun financiering ook steeds meer uit partnerschappen met het
bedrijfsleven (moeten) halen wordt de onafhankelijke rol aangetast. Deze
vermenging van rollen leidt mogelijk tot problemen, en het bedrijfsleven
ziet duidelijk een rol voor de overheid in het steunen en stimuleren van
deze maatschappelijke organisaties, zodat hun bestaan niet wordt bedreigd
en zij de ruimte hebben de agenderende rol richting consumenten en de
partnerrol richting bedrijven te spelen.
36/62 Den Haag, april 2013 - Verduurzaming in de Nederlandse levensmiddelenketen
Reflectie S&P
Het proces, de resultaten en conclusies van dit onderzoek naar de
wenselijke rol van de overheid bij het verduurzamen van de Nederlandse
levensmiddelenketen, verdient een reflectie. In dit hoofdstuk geven we
onze beschouwing weer.
Reflectie methode, resultaten en rapportage
In dit onderzoek zijn 15 bedrijven geselecteerd uit 5 schakels in de
Nederlandse levensmiddelenketen. Het onderzoek is erop gericht om op
basis van deskresearch, ervaring van Schuttelaar & Partners én de visie en
mening van 15 Nederlandse bedrijven in de keten de wenselijke rol van de
overheid af te leiden. De selectieprocedure heeft erin geresulteerd dat met
name koplopers of bedrijven die al zeer actief zijn op het gebied van MVO
opgenomen zijn in het onderzoek. Met andere woorden, er zijn geen
‘achterblijvers’ geïnterviewd. Wat betekent dit voor de conclusies van dit
onderzoek?
In het onderzoek zijn bedrijven meegenomen die een MVO-beleid hebben,
heldere duurzaamheidambities op corporate niveau èn actieve
samenwerkingen in de keten. Hieruit kunnen we concluderen dat zij bewust
zijn van trends op het gebied van duurzaamheid, ervaring hebben met
samenwerkingen met ketenpartners, een initiërende rol hebben op het
gebied van duurzaamheid en geen ‘afwachters’ zijn. De conclusies over de
wenselijke rol van de overheid zijn hierdoor meer gericht op het verder
stimuleren van duurzaamheid in de levensmiddelenketen bij koplopers.
Achterblijvers zullen wellicht andere behoeften hebben wat betreft de
wenselijke rol van de overheid voor het verduurzamen van de
levensmiddelenketen. In de interviews is bijvoorbeeld geen weerstand
tegen het concept verduurzaming genoemd door de bedrijven, terwijl bij
de achterblijvers wellicht meer weerstand zal zijn rondom bijvoorbeeld
praktische uitvoering en het integreren in de bedrijfsvoering.
We hebben met bedrijven afgesproken om de gegevens uit de interviews in
het rapport te anonimiseren. Dit betekent dat we weinig concrete
voorbeelden en suggesties hebben kunnen opnemen in het rapport, terwijl
daar vanuit de overheid en het PBL wel behoefte aan is. De belofte dat de
informatie anoniem gebruikt zou worden was echter voor een aantal
37/62 Den Haag, april 2013 - Verduurzaming in de Nederlandse levensmiddelenketen
bedrijven de doorslaggevende reden om wel mee te doen aan het
onderzoek. We hebben daarom het gevoel dat we ondanks dat we mogelijk
hebben ingeleverd op concreetheid wel een completer beeld hebben
gekregen van de activiteiten binnen de levensmiddelenketen op het gebied
van verduurzaming en hun wensen wat betreft de rol van de overheid.
Reflectie wenselijke rol overheid en PBL vanuit Schuttelaar & Partners
In de interviews zijn drie hoofdrollen met daarbij bouwstenen voor die
hoofdrollen onderscheiden. Het betrof een visionaire, stimulerende en
faciliterende rol. Volgens Schuttelaar & Partners heeft het meerwaarde als
deze rollen heldere invulling krijgen en deze bij zowel overheid als
bedrijfsleven bekend is.
Een aantal punten, die niet in de interviews zijn genoemd, maar wel in de
keten spelen, zijn hierbij ons inziens ook van belang.
Prijsdruk
Verduurzaming kent zijn prijs. Zeker in de primaire sector waar op dit
moment veel bedrijven worstelen om het hoofd boven water te houden, is
dit een issue. Het zou wenselijk zijn als verduurzaming wordt doorberekend
in een eerlijke prijs. De overheid zou een eerste stap kunnen nemen bij het
agenderen en inzichtelijk maken van de opbouw van prijzen en de relatie
met duurzaamheid.
Naast de rollen die de bedrijven hebben genoemd, is er nog een aantal
rollen waarbij de overheid ons inziens een rol kan spelen bij verduurzaming
van voedsel.
De verbinding tussen consument en producent
Bedrijven zijn via marketing zelf goed in staat om de vraag te stimuleren
naar een bepaald product. De overheid kan actief samen met bedrijven via
sociale marketing, nudging of andere nieuwe innovatieve manieren kijken
hoe de consumentenkracht te mobiliseren. Gelet op alle kleine,
gefragmentariseerde verduurzaminginitiatieven vindt de consument in onze
visie goed en eerlijk geproduceerd voedsel zeker van belang. Ook
overheden op lager niveau kunnen hier een rol bij spelen door een soort
‘community based’ verduurzamingslag te maken en deze zelforganisatie te
faciliteren en stimuleren. Dit hoeft niet eens noodzakelijk financieel, maar
juist ook elementen uit de eerder genoemde bouwstenen kunnen hier een
rol bij spelen.
38/62 Den Haag, april 2013 - Verduurzaming in de Nederlandse levensmiddelenketen
Duurzaam inkopen van voedsel
De afgelopen jaren heeft het duurzaam inkopenbeleid op gebied van
catering een prikkel opgeleverd om te verduurzamen. Er is veel te doen
geweest over de manier waarop dit is gebeurd, maar tegelijkertijd heeft
het zeker beweging opgeleverd. Continuïteit van agendering en aandacht
van duurzaam inkopen van voedsel, heeft ons inziens dan ook meerwaarde.
39/62 Den Haag, april 2013 - Verduurzaming in de Nederlandse levensmiddelenketen
Bijlage 1 - Over het Planbureau voor de
Leefomgeving
Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) is het nationale, inhoudelijk
onafhankelijk instituut voor strategische beleidsanalyses op het gebied van
milieu, natuur en ruimte. Het PBL draagt bij aan de kwaliteit van de
politiek-bestuurlijke afweging door het verrichten van verkenningen,
analyses en evaluaties waarbij een integrale benadering vooropstaat. Het
PBL is voor alles beleidsgericht. Het verricht zijn onderzoek gevraagd en
ongevraagd, onafhankelijk en altijd wetenschappelijk gefundeerd.
Het PBL ressorteert onder het ministerie van Infrastructuur en Milieu. Naast
dit ministerie kunnen ook andere departementen - met name het ministerie
van Economische Zaken, het ministerie van Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties en het ministerie van Buitenlandse Zaken - het
planbureau verzoeken onderzoek te verrichten naar vraagstukken op het
gebied van milieu, natuur en ruimte. Het PBL staat onder leiding van prof.
dr. Maarten Hajer.
De kerntaken van het PBL zijn:
1. Het in beeld brengen van de actuele kwaliteit van milieu, natuur en
ruimte en het evalueren van het gevoerde beleid.
2. Het verkennen van de toekomstige maatschappelijke ontwikkelingen
die van invloed zijn op de kwaliteit van milieu, natuur en ruimte, en
het evalueren van mogelijke beleidsopties.
3. Het signaleren en agenderen van maatschappelijke vraagstukken die
van belang zijn voor milieu, natuur en ruimte.
4. Het identificeren van mogelijke strategische opties voor het bereiken
van overheidsdoelen op het gebied van milieu en natuur en ruimte.
40/62 Den Haag, april 2013 - Verduurzaming in de Nederlandse levensmiddelenketen
Bijlage 2 - Over Schuttelaar & Partners
Schuttelaar & Partners is het communicatieadviesbureau dat is
gespecialiseerd in gezondheid en duurzaamheid. We zijn er van overtuigd
dat gebruik van maatschappelijk verantwoorde technologie grote
mogelijkheden biedt om de wereld gezonder en duurzamer te maken. Om
de grote vraagstukken waar de wereld nu voor staat op te lossen, is het
noodzakelijk op een transparante manier samen te werken.
Sinds 1995 geven we strategisch advies en communicatie-oplossingen op het
terrein van voeding, gezondheid, technologie, landbouw, maatschappelijk
verantwoord ondernemen en consumentengedrag. Onze klanten lopen
uiteen van het bedrijfsleven, de overheid, NGOs en wetenschappelijke
instituten. Ons bureau heeft een groot nationaal en internationaal netwerk.
Daardoor signaleren we trends en helpen wij klanten die optimaal te
benutten. We opereren naast de hoofdvestiging in Den Haag, ook vanuit
Wageningen en Brussel.
Visie Schuttelaar & Partners
Schuttelaar & Partners concentreert zich sinds de oprichting in 1995 op
mondiale vraagstukken die betrekking hebben op voedsel, duurzaamheid,
gezondheid en technologie. We kennen de problemen en proberen met
onze expertise en communicatie een bijdrage te leveren aan oplossingen.
Deze ambitie hebben we ook geformuleerd in onze missie: voor een
gezonde en duurzame samenleving. Wij zijn ervan overtuigd dat de grote
vraagstukken waar de samenleving voor staat, alleen opgelost kunnen
worden door samenwerking met partijen. Daarvoor is dialoog, transparantie
en zorgvuldig naar elkaar luisteren noodzakelijk. Burgers spelen een
belangrijke rol in die discussies. Maar uiteindelijk moet de overheid wel
zijn verantwoordelijkheid nemen.
Schuttelaar & Partners ondersteunt een groot gedeelte van de Nederlandse
bedrijven uit de levensmiddelenindustrie en de -keten met de ontwikkeling
van de duurzaamheidstrategie, de implementatie van deze strategie en de
communicatie over de behaalde resultaten.
41/62 Den Haag, april 2013 - Verduurzaming in de Nederlandse levensmiddelenketen
Bijlage 3 - De 15 bedrijven uit het
onderzoek
Primaire sector ...................................................................... 42
Agrifirm Group........................................................................ 42
Nutreco ................................................................................ 43
The Greenery ......................................................................... 44
W. van der Zwan & Zn ............................................................... 45
Plukon.................................................................................. 46
Logistiek .............................................................................. 48
Vos Logistics .......................................................................... 48
Nabuurs Groep ........................................................................ 49
Levensmiddelenbedrijven ......................................................... 50
Koninklijke FrieslandCampina ...................................................... 50
Perfetti Van Melle Benelux ......................................................... 51
HEINEKEN N.V. ........................................................................ 52
Foodservice .......................................................................... 53
Sodexo Nederland .................................................................... 53
Deli XL ................................................................................. 54
Foodretail ............................................................................. 55
Ahold ................................................................................... 55
PLUS Retail BV ........................................................................ 56
Lidl Nederland ........................................................................ 57
42/62 Den Haag, april 2013 - Verduurzaming in de Nederlandse levensmiddelenketen
Primaire sector
Agrifirm Group20
Agrifirm Group is een coöperatie waarin 17.750 Nederlandse ondernemende
boeren en tuinders hun kracht hebben gebundeld. Die bundeling biedt
duurzaam voordeel op kwalitatief hoogstaande producten als diervoeders,
zaaizaden, meststoffen en gewasbeschermingsmiddelen. De Agrifirm Group
bestaat uit meerdere dochterbedrijven die nationaal en internationaal
actief zijn. Zo ontplooien wij activiteiten in Nederland, België, Duitsland,
Frankrijk, Spanje, Roemenië, Hongarije, Polen, Oekraïne, Rusland en China.
Ca. 3.500 medewerkers
Hoofdkantoor in Apeldoorn
13 dochterondernemingen
Ca. € 2,3 miljard omzet
Duurzaamheid bij Agrifirm
In 2050 moeten naar verwachting 9 miljard mensen worden voorzien van
een voedzame en gevarieerde maaltijd. Met deze te verwachten groeiende
vraag naar voedsel en de beperkte ruimte om voedsel te verbouwen, stijgt
de vraag naar duurzame en innovatieve methoden. Agrifirm is klaar om
hieraan een bijdrage te leveren! Wij willen met onze bedrijfsactiviteiten
onderdeel uitmaken van duurzame voedselketens en zo bijdragen aan een
gezonde wereld voor toekomstige generaties.
De kern van onze bedrijfsstrategie is ‘Efficiënt voeden en voeren’.
Kenmerkend voor de duurzaamheidstrategie van Agrifirm is echter dat we
niet alleen onze eigen activiteiten onder de loep nemen, maar alle schakels
in de keten analyseren. Het duurzaamheidbeleid van Agrifirm is dan ook
uitgewerkt in vijf thema’s:
20 http://www.agrifirm.com
43/62 Den Haag, april 2013 - Verduurzaming in de Nederlandse levensmiddelenketen
Nutreco
Nutreco heeft een leidende positie in de wereld van diervoeding en visvoer.
Onze geavanceerde voeroplossingen zijn de basis van voeding voor
miljoenen consumenten in de wereld. De onderneming heeft circa 10.000
medewerkers in 30 landen en verkoopt haar producten in 80 landen.
Nutreco heeft een jaaromzet van circa 5 miljard en is genoteerd aan de
Euronextbeurs in Amsterdam.
Duurzaamheid bij Nutreco21
Nutreco een leidende rol bij de ontwikkeling van de meest efficiënte en
duurzame voeroplossingen voor veeteelt en viskweek. ‘Feeding the Future’
is de slogan van Nutreco: het weerspiegelt de uitdaging om de
voedselproductie te verdubbelen én de footprint te halveren. Nutreco wil
een bijdrage leveren aan het op duurzame wijze voldoen aan de
toenemende voedselbehoefte van een groeiende wereldbevolking.
Als diervoedingsonderneming vormen wij een essentiële schakel tussen
enerzijds de natuurlijke grondstoffen die in diervoeding en visvoer worden
verwerkt en anderzijds de producenten van vlees, zuivelproducten en vis.
Met onze kennis en ervaring van zowel ingrediënten als de samenstelling en
productie van diervoeding kunnen wij bij uitstek schaarse natuurlijke
grondstoffen maximaal benutten en verwerken tot geavanceerde
voeroplossingen. Voeroplossingen die bijdragen aan gezonde dieren en
vissen en uiteindelijk een bijdrage leveren aan duurzame
voedingsproducten voor een groeiende wereldbevolking. Met andere
woorden: meer maken van minder.
In 2020 zullen we onze ecologische voetafdruk aanzienlijk hebben
verkleind, terwijl we tegelijkertijd een bijdrage leveren aan het op
duurzame wijze voeden van een groeiende wereldbevolking. Onze
resultaten zullen anderen inspireren om hetzelfde te presteren. Onze
inspanningen zullen gericht zijn op vier specifieke elementen:
Ingrediënten – Creëren van een duurzame basis voor voer
Operations – Zorgen dat ons eigen huis op orde is
Voeroplossingen – Dier en boer in staat stellen zo goed mogelijk te
presteren
Commitment – Mensen betrekken bij de uitdaging van Feeding the
Future
21 http://www.nutreco.com
44/62 Den Haag, april 2013 - Verduurzaming in de Nederlandse levensmiddelenketen
The Greenery22
The Greenery is een toonaangevend internationaal groente- en fruitbedrijf.
We leveren jaarrond een compleet en dagvers assortiment groente, fruit en
paddenstoelen aan onze klanten: supermarktketens, groothandelaren,
cateraars en de verwerkende industrie. Hoge kwaliteit en professionaliteit
zien we hierbij als ons vertrekpunt. The Greenery heeft vestigingen in
Nederland, België, Spanje, het Verenigd Koninkrijk, Polen, Italië en de
Verenigde Staten. Om iedere markt waarbinnen we actief zijn optimaal te
kunnen bedienen, beschikt The Greenery over 9 dochterbedrijven. Elk van
deze bedrijven is gespecialiseerd in een bepaalde productrange of markt.
Hierdoor kan The Greenery perfect inspelen op de eisen en wensen van ons
internationale klantenbestand. Of het nu gaat om Bio-producten, het meest
exotische fruit, bijzondere paddenstoelen of lokaal geteelde producten;
The Greenery staat in direct contact met de producenten.
Duurzaamheid bij The Greenery
Duurzaamheid is niet meer uit de sector weg te denken en speelt in de
toekomst een steeds belangrijkere rol. Hier speelt The Greenery op in door
diverse initiatieven te ontplooien op het gebied van duurzaamheid.
22 http://www.thegreenery.com
45/62 Den Haag, april 2013 - Verduurzaming in de Nederlandse levensmiddelenketen
W. van der Zwan & Zn23
We voorzien onze internationale klanten van gezonde, voedzame en goede
kwaliteit vis. Dit doen we door op een efficiënte, duurzame en
verantwoordelijke wijze pelagische vis te vangen, te verwerken en de
distribueren. Met respect voor de omgeving waarin we opereren. Daarmee
biedt W. van der Zwan & Zonen een antwoord op de wereldwijd groeiende
vraag naar duurzame en betaalbare dierlijke eiwitten. Tegenwoordig
voorzien wij wereldwijd dagelijks ruim een miljoen mensen van betaalbaar
eiwitrijk voedsel. De meeste consumenten wonen in Afrika en Azië.
Duurzaamheid bij W. van der Zwan & Zonen
Onze missie is er op gericht om op zo’n manier te vissen dat de
visbestanden en hun leefgebied gezond en productief blijven. 'Wij willen
het kapitaal in stand houden en de rente opvissen'. Alleen zo kunnen we
tegemoet blijven komen aan de behoeften van de huidige en toekomstige
generaties. Om deze missie te verwezenlijken zullen we bij blijven dragen
aan wetenschappelijk onderzoek. Wetenschappelijk onderzoek is essentieel
voor het vaststellen van quota, het implementeren en onderhouden van een
goed management systeem ten aanzien van de diverse visbestanden en voor
verdere innovatie in selectieve vangstmethoden.
Een logisch gevolg van een dergelijk duurzaam beleid is het certificeren van
visserijen volgens de MSC uitgangspunten. Op dit moment zijn onze visserij
op haring in de Noordzee en haring in de Noord Atlantische oceaan al door
MSC gecertificeerd. Gecertificeerde vis die bovendien gekenmerkt wordt
door een relatief hoog Omega 3 gehalte, een relatief zeer lage CO2
footprint en een relatief lage prijs.
Daarnaast zijn wij aangesloten bij de Pelagic freezer trawler association
(PFA). Deze organisatie heeft de gezamenlijke visie van de pelagische
sector ten aanzien van duurzaamheid, zowel economisch, ecologisch, als
sociaal vastgelegd.
23 www.wvanderzwan.nl
46/62 Den Haag, april 2013 - Verduurzaming in de Nederlandse levensmiddelenketen
Plukon24
Plukon is een Nederlands pluimveebedrijf, waarvan het hoofdkantoor
gevestigd is in Wezep. Plukon (PLUimvee KOmbinatie Nederland) ontstond
in 1978 uit een fusie van Friki en het pluimveebedrijf Bekebrede te
Barneveld.
Plukon heeft dertien vestigingen in Nederland, Duitsland en België,
waarvan negen pluimveeslachterijen en vier verwerkings- en
verpakkingsbedrijven. Medio 2011 besloten Plukon en Stolle de activiteiten
in Duitsland samen te voegen. De Stolle Groep is, net als Plukon,
gespecialiseerd in verse en bevroren pluimveeproducten voor
supermarktketens. De gezamenlijke omzet kwam daarmee op circa € 1,1
miljard. De combinatie telt meer dan 4.000 medewerkers verspreid over 13
productielocaties en verwerkt circa 6,5 miljoen kuikens en kalkoenen per
week. In oktober 2012 werd InterChicken uit Bodegraven overgenomen.
Duurzaamheid bij Plukon
Plukon heeft als producent en leverancier van kip, kalkoen en maaltijden
een grote maatschappelijke verantwoordelijkheid. Wij streven naar een
goede balans tussen mens, dier, milieu, maatschappij en rendement.
Plukon probeert het milieu zo min mogelijk te belasten. Dit doen wij
door middel van verschillende initiatieven. Zo is Plukon aangesloten bij
het Task Force Duurzame Soja, een platform van Nederlandse bedrijven
in de sojaketen die een bijdrage willen leveren aan een duurzame
sojateelt.
Daarnaast probeert Plukon de CO2-uitstoot en daarmee haar Carbon
Footprint zo laag mogelijk te houden. Het hergebruiken van
vrijgekomen energie vanuit onze productieprocessen in andere delen
van het bedrijf, bijvoorbeeld voor wateropwarming, is hier een goed
voorbeeld van. Ook het besparen van water door middel van eigen
waterzuiveringsinstallaties dragen bij aan een verminderde belasting
van de maatschappij.
Naast onze eigen verantwoordelijkheid te nemen proberen we ook
consumenten bewust te maken. Zo optimaliseert Plukon haar
verpakkingsontwerpen voor passende logistiek, bescherming, kwaliteit
en shelf life van Plukon producten, maar plaatsen we ook logo's op onze
recyclebare verpakkingen.
24 http://plukon.nl/
47/62 Den Haag, april 2013 - Verduurzaming in de Nederlandse levensmiddelenketen
We boeken grote vorderingen wat betreft het welzijn van onze dieren.
En we denken na over het zo vriendelijk mogelijk slachten van onze
kippen. Daarom zijn in 2007 het merendeel van onze slachterijen
voorzien van het systeem dat als het meest diervriendelijk geldt:
gasverdoving. Naast onze gangbare kippen, hebben we meer
diervriendelijke kipconcepten ontwikkeld: Volwaard, Scharrel- en
Biologische kippen. We geloven dat het onze plicht is ook in deze
segmenten een vooraanstaande positie op te bouwen.
48/62 Den Haag, april 2013 - Verduurzaming in de Nederlandse levensmiddelenketen
Logistiek
Vos Logistics25
Vos Logistics is een onafhankelijke Europese logistieke dienstverlener en
levert een breed scala aan transport- en klantspecifieke logistieke
diensten. Het bedrijf heeft vier kernactiviteiten:
Cargo bestaat uit het vervoeren van verpakte goederen.
Bulk bestaat hoofdzakelijk uit het transport van droge onverpakte
goederen (zowel granulaten als poeders).
Logistics Services biedt klantspecifieke logistieke oplossingen van
transport, opslag, value added services en distributie tot complete full
supply chain oplossingen.
Fleet Services biedt efficiënte transport- en distributieoplossingen aan
bedrijven met haar eigen wagenpark en biedt ondersteuning met
analyses van transportbehoeften, wagenparkfinanciering, vervanging en
verkoop van gebruikte equipement, preventief onderhoud,
brandstofoptimalisatie, verzekeringen, beheer van seizoensgebonden
invloeden, werving en selectie, trainen van personeel en het aansturen
van chauffeurs.
Duurzaamheid bij Vos Logistics
Het afgelopen jaar heeft Vos Logistics voor een duurzame strategie
gekozen, het zogehete “Eco-Safe Logistics” concept. Dit concept komt
tegemoet aan onze doelstellingen op het gebied van veiligheid en milieu en
draagt bij aan de rendabiliteit van ons bedrijf. Dit concept richt zich op
drie beïnvloedbare gebieden, waar Vos Logistics het verschil maakt:
Technology (Technologie), Operations (Organisatie) and Premises
(Gebouwen).
Onze “Eco-Safe Logistics” agenda voor de komende vijf jaar bevat
specifieke performance indicatoren binnen alle TOP onderdelen. De agenda
ondersteunt het Responsible Care programma en de doelstellingen welke
wij ons in het verleden hebben gesteld.
25 http://www.voslogistics.com
49/62 Den Haag, april 2013 - Verduurzaming in de Nederlandse levensmiddelenketen
Nabuurs Groep26
Nabuurs is opgericht in 1962. Met 23 vestigingen, 1000 medewerkers en een
jaaromzet van bijna 100 miljoen euro behoort de Nabuurs Groep inmiddels
tot de 25 grootste logistieke dienstverleners van Nederland. De Nabuurs
Groep bestaat uit vijf bedrijfsonderdelen:
• Nabuurs Logistiek (integrale supply chain oplossingen)
• Nabuurs Transport (transport Benelux en internationaal, 3PL en 4PL)
• Nabuurs Truckservice (truckwash, wegen, tanken, onderhoud/reparatie en
APK/STEK)
• Freight Frame (transport Benelux - Finland)
• Van Opzeeland (retail distribution solutions)
Ons doel is de beste weg te vinden voor de producten van onze klanten, in
termen van kosten, service en duurzaamheid. Daartoe ontwikkelen en
implementeren we integrale supply chain oplossingen. Onze dienstverlening
blijft niet beperkt tot activiteiten op het gebied van transport, distributie
en warehousing; we kunnen onze opdrachtgevers ook alle administratieve
en IT-werkzaamheden op het gebied van supply chain management uit
handen nemen.
Duurzaamheid bij Nabuurs
Nabuurs is een voorloper op het gebied van duurzaamheid in logistieke
dienstverlening. Binnen bedrijfseconomische randvoorwaarden willen wij
logistieke oplossingen bieden met een zo laag mogelijke milieubelasting.
Enkele jaren geleden hebben we de doelstelling geformuleerd onze CO2-
uitstoot in de periode 2007-2012 met 20% te verminderen. In het kader
hiervan nemen we maatregelen als het optimaliseren van onze
beladingsgraad, het voorkomen van omrijdkilometers , het verminderen van
lege kilometers, zuiniger rijden (het nieuwe rijden), en het inzetten van
elektrische en CNG-voertuigen. Hiermee heeft Nabuurs de status van
Koploper verdiend in het innovatieprogramma Duurzame Logistiek.
26 http://www.nabuurs.eu
50/62 Den Haag, april 2013 - Verduurzaming in de Nederlandse levensmiddelenketen
Levensmiddelenbedrijven
Koninklijke FrieslandCampina27
Koninklijke FrieslandCampina is een multinationale zuivelonderneming
waarvan alle aandelen in handen zijn van Zuivelcoöperatie
FrieslandCampina, waarbij 14.391 leden-melkveebedrijven in Nederland,
Duitsland en België zijn aangesloten. Onze producten zijn in meer dan
honderd landen te koop. De belangrijkste regio’s zijn Europa, Azië en
Afrika. Ingrediënten worden wereldwijd verkocht. In 2011 bedroeg onze
omzet ruim 9,6 miljard euro. Wij hebben ruim 19.000 medewerkers in 25
landen. We hebben twee belangrijke ambities die de onderneming richting
consumenten en de leden-melkveehouders wil vervullen:
1. We willen mensen vooruit helpen in het leven met natuurlijke
zuivelproducten.
2. Daarnaast willen we de meest aantrekkelijke zuivelonderneming zijn
voor de leden-melkveehouders van de coöperatie.
Duurzaamheid bij FrieslandCampina
In de wereld dreigt een fundamenteel tekort aan voeding met nutritionele
waarde. Melk is van nature een van de rijkste voedingsbronnen en is de
basis van een breed scala zuivelproducten. Als een van de leidende
wereldspelers in zuivel streeft FrieslandCampina ernaar haar betrokkenheid
te tonen bij de verantwoorde productie van zuivel en leiderschap te tonen
op het vlak van maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) door
actieve inzet op de volgende vier prioriteitsgebieden:
27 http://www.frieslandcampina.com/nederlands/
51/62 Den Haag, april 2013 - Verduurzaming in de Nederlandse levensmiddelenketen
Perfetti Van Melle Benelux28
Perfetti Van Melle Benelux is onderdeel van het internationale
zoetwarenconcern Perfetti Van Melle Spa. De Nederlandse en Belgische
Perfetti Van Melle bedrijven zijn naast de productie van Mentos, Fruittella,
Klene en Frisk verantwoordelijk voor de verkoop en distributie in Noord-
West Europa van Mentos, Mentos Gum, Fruittella, Klene, Look-O-Look,
Chupa Chups, Smint, Van Melle en Frisk en van de verkoop en productie van
private label artikelen. Perfetti Van Melle Benelux heeft vestigingen in
Breda, Hoorn, Weert, Andelst, Sittard, Leuven, Londen (UK), Parijs
(Frankrijk) en Boekarest (Roemenië).
Duurzaamheid bij Perfetti Van Melle Benelux
Perfetti Van Melle Benelux heeft de ambitie om dé smaakmaker te zijn in
de zoetwarenindustrie. We maken van ieder snoepmoment een verrassende
belevenis. Daarom bieden we zoetwaren en kauwgum van een hoge
kwaliteit die aansluiten bij de behoeften en wensen vanuit de markt. Onze
merken bieden een uitgebreid assortiment: voor iedereen zijn eigen
favoriete smaak. Innovatie is een belangrijk speerpunt, zodat we ook in de
toekomst in de behoeften van de consument kunnen voorzien. Daarnaast
biedt innovatie kansen voor een verdere verduurzaming. Perfetti Van Melle
Benelux heeft de ambitie om haar assortiment en marktaandeel stapsgewijs
uit te breiden. Verantwoord handelen is daarbij vanzelfsprekend.
28 http://www.perfettivanmelle.nl/
52/62 Den Haag, april 2013 - Verduurzaming in de Nederlandse levensmiddelenketen
HEINEKEN N.V.29
HEINEKEN N.V. is een Nederlandse multinational in de bier- en
drankensector en is actief in meer dan 178 landen. HEINEKEN behoort tot
de grootste brouwerijen van de wereld. Naast bier is HEINEKEN de grootste
ciderproducent ter wereld. De productie vindt plaats in meer dan 140
brouwerijen in 71 landen. Daarnaast opereert HEINEKEN via
exportactiviteiten en licentiepartners. Ruim de helft van de afzet vindt
plaats in Europa. Heineken heeft bijna 70.000 medewerkers in dienst.
Duurzaamheid bij HEINEKEN
HEINEKEN International ontwikkelde enkele jaren geleden de wereldwijde
duurzaamheid strategie 'Brewing a Better Future' met als ambitie de
groenste brouwer ter wereld te worden. Wereldwijd heeft HEINEKEN
International duurzaamheidsdoelstellingen opgesteld. HEINEKEN Nederland
heeft aan 'Brewing a Better Future' haar eigen invulling gegeven door te
focussen op drie kerngebieden;
1. Verbeteren van de invloed van onze merken en onderneming op het
klimaat;
2. Stimuleren van onze mensen en de gemeenschappen waar we werken;
3. Bijdragen aan de rol van bier in onze maatschappij.
29 http://www.heinekennederland.nl/
53/62 Den Haag, april 2013 - Verduurzaming in de Nederlandse levensmiddelenketen
Foodservice
Sodexo Nederland30
Sodexo Group, waar Sodexo Nederland sinds 1995 onderdeel van uitmaakt,
is de grootste internationale Food & Facilities Management organisatie ter
wereld. Sodexo is een beursgenoteerde onderneming en heeft wereldwijd
413.000 mensen in dienst, die 132 verschillende nationaliteiten
vertegenwoordigen. Sodexo werkt op 33.400 locaties in 80 landen.
Duurzaamheid bij Sodexo
We willen goed ons werk doen en meer dan dat. Namelijk nóg meer
voorzien in de behoefte aan goede voeding, gezondheid en welzijn. En
bijdragen aan de ontwikkeling van lokale gemeenschappen en aan een
beter milieu. Daarom stelden we op basis van onze missie en de eisen voor
een duurzame toekomst het wereldwijde Better Tomorrow Plan op: onze
leidraad voor een betere toekomst. In dit plan worden onze speerpunten en
doelstellingen benoemd op het gebied van duurzaam ondernemen. Het
Better Tomorrow Plan wordt gebruikt in al onze landen, bij al onze
services, op al onze cliëntlocaties en verbindt al onze medewerkers.
30 http://nl.sodexo.com/nldu/default.asp
54/62 Den Haag, april 2013 - Verduurzaming in de Nederlandse levensmiddelenketen
Deli XL31
Deli XL is totaalleverancier voor de foodservice markt. Wij zijn onze
klanten in horeca, catering en zorg van dienst met betrouwbare leveringen,
een totaal assortiment en additionele diensten. Deli XL maakt deel uit van
The Bidvest Group Limited (Bidvest). Deze internationale service-, handels-
en distributiemaatschappij heeft bedrijven op vijf continenten en meer dan
100.000 medewerkers. Deli XL valt in de divisie Bidvest Foodservice, waarin
de foodservice-activiteiten zijn opgenomen.
Vestigingen: 16, hoofdkantoor in Ede.
Marktaandeel: ca. 11%.
Omzet: ca. 725 miljoen euro.
Medewerkers: ca. 2.000.
Vrachtwagens: ca. 350.
Deelnemingen: Deli XL heeft minderheidsbelangen in de versbedrijven
Van Gelder Groente & Fruit, Farm Fresh (Van Brussel en Lebouille), Van
Bennekom Vlees, Prime Meat, Eetgemak en ATL Seafood en is actief
met internetactiviteiten zoals Vers 24/7 en NonFoodProfessionals.nl.
Duurzaamheid bij Deli XL
Deli XL wil een leidende rol innemen als het gaat om MVO. Daarbij richten
wij ons op vijf pijlers: Klimaat & Milieu, Gezondheid, Gastvrijheid,
Ketenverantwoordelijkheid & duurzaam inkopen en Passie voor food en
service.
31 https://www.delixl.nl/overdelixl_1/overdelixl/overdelixl.jsp
55/62 Den Haag, april 2013 - Verduurzaming in de Nederlandse levensmiddelenketen
Foodretail
Ahold32
Ahold Europe beheert en ondersteunt zes merken in vier landen. In
Nederland hebben we meer dan 1.900 winkels; in Tsjechië en Slowakije
meer dan 300. In 2011 was de omzet van Ahold Europe meer dan 12,2
miljard euro. Albert Heijn, Etos en Gall & Gall zijn dochterondernemingen
van Ahold. Ahold is een internationale groep van verschillende supermarkt-
en winkelformules, verspreid over Europa en de Verenigde Staten.
Duurzaamheid bij Ahold Europe33
Albert Heijn, Etos en Gall & Gall staan midden in de samenleving. Door
onze winkels en producten maken we op verschillende manieren deel uit
van het leven van veel mensen. We zijn tegelijkertijd inkoper, verkoper,
werkgever en buurtgenoot. In elke rol proberen wij een bijdrage te leveren
aan een gezonde en duurzame samenleving. Maatschappelijk Verantwoord
Ondernemen bestaat bij Albert Heijn, Etos en Gall & Gall uit vier pijlers:
Gezondheid, Duurzame handel, Klimaat en Lokale betrokkenheid.
32 www.ahold.com 33 Bewust en Betrokken, 2010, http://www.schuttelaar.nl/projecten#61
56/62 Den Haag, april 2013 - Verduurzaming in de Nederlandse levensmiddelenketen
PLUS Retail BV34
PLUS Retail is een werkmaatschappij van de Sperwer Groep, een organisatie
van en voor zelfstandige supermarktondernemers. Alle PLUS ondernemers
zijn lid van deze groep, die een coöperatiestructuur heeft. De PLUS
ondernemers zijn financieel sterk, commercieel slagvaardig en gefocust op
een innovatief assortiment.
De Sperwer Groep is lid van Superunie, de inkooporganisatie die zo’n 30
procent van de markt vertegenwoordigt. De distributie van producten naar
de winkels gebeurt vanuit drie landelijke distributiecentra (vers, diepvries
en slowmovers) en drie regionale distributiecentra voor fastmovers in droge
kruidenierswaren.
Duurzaamheid bij PLUS
Een van de vier merkwaarden van PLUS is verantwoord. Daarmee bedoelen
we dat we de zorg voor mens, dier, natuur en milieu hoog in het vaandel
hebben staan. Dat ziet u terug in de winkel. Bijvoorbeeld in ons
assortiment dat wij volop aan het verduurzamen zijn.
PLUS hecht veel waarde aan maatschappelijk verantwoord ondernemen
(MVO). Ons MVO-beleid heeft vier pijlers:
PLUS streeft naar een verantwoorde herkomst van producten.
PLUS heeft aandacht voor mens en maatschappij.
PLUS neemt verantwoordelijkheid voor een beter milieu.
PLUS zorgt voor de gezondheid en vitaliteit van medewerkers en
klanten.
34 http://www.plus.nl/over-plus
57/62 Den Haag, april 2013 - Verduurzaming in de Nederlandse levensmiddelenketen
Lidl Nederland35
Lidl Nederland maakt deel uit van Lidl Internationaal: een groot netwerk
van discountsupermarkten binnen Europa. Het hoofdkantoor van Lidl
Internationaal is gevestigd in Duitsland, maar vandaag de dag is Lidl actief
in meer dan 26 landen in Europa.
Duurzaamheid bij Lidl
Wij willen altijd het beste voor onze klanten én de wereld om ons heen.
Vandaag en in de toekomst. Daarom werken wij voortdurend aan een goede
balans tussen commercie en het met zorg omgaan met mensen, dieren,
grondstoffen en het milieu. Zo creëren we blijvende meerwaarde op lange
termijn. De grondbeginselen van Lidl zijn ‘klantgerichtheid’ en ‘eenvoud’.
Want alleen door goed naar onze klanten te luisteren komen we tegemoet
aan de wensen en behoeften van de samenleving. Dit ziet u terug in ons
assortiment, waar steeds meer producten met extra aandacht voor sociale
en ecologische aspecten zijn geproduceerd. Door onze bedrijfsprocessen
eenvoudig en kostenbewust in te richten besparen we op het gebruik van
energie en materialen. En daar zit natuurlijk een voordeel aan voor onze
klanten. Want, wat wij besparen krijgen onze klanten van ons terug in de
vorm van een verantwoorde toekomst en de hoogste kwaliteit voor de
laagste prijs. Lidl is ‘Op weg naar morgen!’.
‘Op weg naar morgen!’ komt tot uiting in 5 pijlers waaronder Lidl
initiatieven ontplooit:
1. Assortiment
2. Gezondheid
3. Maatschappelijke betrokkenheid
4. Onze medewerkers
5. Klimaat
35 http://www.lidl.nl/cps/rde/xchg/lidl_nl/hs.xsl/5705.htm
58/62 Den Haag, april 2013 - Verduurzaming in de Nederlandse levensmiddelenketen
Bijlage 4 – Interview protocol
Introductie
Kennismaking en introductie van het onderzoek. Ook het afstemmen van de
definitie van ‘duurzaamheid’, om de antwoorden op de vragen goed te
kunnen duiden. Ook wordt de introductie gebruikt om het beeld wat de
onderzoekers hebben van het duurzaamheidbeleid van het specifieke
bedrijf (uitkomst deskresearch) te toetsen.
Stellingen
Stellingen toetsen en doorvragen naar waarom en hoe/op welke manier.
- Duurzaamheid is belangrijk voor ons bedrijf
Wat is de definitie van duurzaamheid?
- Duurzaamheid is onderdeel van ons business model
Wat is de rol van duurzaamheid voor het bedrijf?
- Ons bedrijf is op dit moment zo duurzaam mogelijk
Wat is de visie op duurzaamheid voor de bedrijfsvoering en plannen
voor lange termijn?
- Ik heb de overheid nodig om te verduurzamen
Wat is de rol van de overheid bij het verduurzamen?
- Ik heb mijn klanten nodig om te verduurzamen
Wat is de rol van de klanten/consumenten bij het verduurzamen?
- Ik heb mijn leveranciers nodig om te verduurzamen
Wat is de rol van leveranciers bij het verduurzamen?
Open vragen
Wat zijn volgens u duurzaamheidstimulerende factoren binnen de
levensmiddelensector?
- In het algemeen
- Binnen het huidige overheidbeleid?
Wat zijn volgens u duurzaamheidremmende factoren binnen de
levensmiddelensector?
- In het algemeen
- Binnen het huidige overheidbeleid?
59/62 Den Haag, april 2013 - Verduurzaming in de Nederlandse levensmiddelenketen
Wat zijn volgens u de belangrijkste duurzaamheidtrends binnen de
levensmiddelensector?
- Op dit moment
- In de toekomst (5 – 10 jaar)
Welke rol speelt de overheid bij deze trends?
De overheid heeft een aantal hardnekkige milieuthema’s geïdentificeerd,
waaronder broeikasgassen, landgebruik en nutriënten.
- Wat doet uw bedrijf aan deze milieuthema’s?
- Merkt u dat deze thema’s hoog op de agenda van de overheid staan?
- Op welke manier zou u willen dat de overheid met uw bedrijf op deze
thema’s samenwerkt?
60/62 Den Haag, april 2013 - Verduurzaming in de Nederlandse levensmiddelenketen
Bijlage 5 – Bibliografie
Carter, C.R. & Rogers, D.S. (2008) “A framework of sustainable supply
chain management: Moving toward new theory”, International Journal
of Physical Distribution and Logistics Management, 38 (5): 360-387
Dahlsrud A. (2008), “How corporate social responsibility is defined: an
analysis of 37 definitions”, Corp. Soc. Responsib. Environ. Mgmt, 15: 1–
13
Forsman-Hugg, S., Katajajuuri, J., Pesonen, I., Mäkelä, J., Järvelä, K.,
Timonen, T. (2012),"Key CSR dimensions for the food chain", British
Food Journal, 115 (1) – Pre published 16/9/2012
PBL (2012) Balans voor de Leefomgeving, www.PBL.nl/balans2012
[laatst bezocht: 21 februari 2013]
van der Peet, G.F.V., van der Veen, H.B. en Docters van Leeuwen, H.
(2012), Monitoring Integraal Duurzaam Stallen, Rapport 582,
Wageningen UR Livestock Research
World Commission on Environment and Development (WCED) (1987),
Our Common Future, Oxford University Press,Oxford
Bewust en Betrokken, 2010, www.schuttelaar.nl/projecten#61
www.agentschapnl.nl/programmas-regelingen/projecten-sector-
agrofood [laatst bezocht: 21 februari 2013]
www.lidl.nl/cps/rde/xchg/lidl_nl/hs.xsl/5705.htm [laatst bezocht: 6
maart 2013]
www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/duurzame-economie [laatst
bezocht: 21 februari 2013]
www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/duurzame-economie/duurzaam-
ondernemen [laatst bezocht: 21 februari 2013]
www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/duurzame-economie/green-deal
[laatst bezocht: 21 februari 2013]
www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/duurzame-economie/groene-groei
[laatst bezocht: 21 februari 2013]
www.delixl.nl/overdelixl_1/overdelixl/overdelixl.jsp
www.frieslandcampina.com/nederlands/ [laatst bezocht: 6 maart 2013]
www.rijksoverheid.nl/documenten-en-
publicaties/notas/2009/08/11/nota-duurzaam-voedsel.html [laatst
bezocht: 21 februari 2013]
www.top-sectoren.nl [laatst bezocht: 21 februari 2013]
nl.sodexo.com/nldu/default.asp [laatst bezocht: 6 maart 2013]
plukon.nl/ [laatst bezocht: 6 maart 2013]
www.agrifirm.com [laatst bezocht: 6 maart 2013]
61/62 Den Haag, april 2013 - Verduurzaming in de Nederlandse levensmiddelenketen
www.heinekennederland.nl/ [laatst bezocht: 6 maart 2013]
www.nabuurs.eu [laatst bezocht: 6 maart 2013]
www.nutreco.com [laatst bezocht: 6 maart 2013]
www.perfettivanmelle.nl/ [laatst bezocht: 6 maart 2013]
www.plus.nl/over-plus [laatst bezocht: 6 maart 2013]
www.thegreenery.com [laatst bezocht: 6 maart 2013]
www.wvanderzwan.nl [laatst bezocht: 6 maart 2013]
www.voslogistics.com [laatst bezocht: 6 maart 2013]
www.ahold.com [laatst bezocht: 6 maart 2013]
www.willemendrees.nl [laatst bezocht: 10 april 2013]
www.verduurzamingvoedsel.nl/home/ [laatst bezocht: 21 februari
2013]
62/62 Den Haag, april 2013 - Verduurzaming in de Nederlandse levensmiddelenketen