vergilius aeneis 6.417-425
TRANSCRIPT
Cerberus
Afvaart van Aeneas
417 Cerberus haec ingens latratu regna trifaucipersonat adverso recubans immanis in antro.
De enorme Cerberus laat dit rijk met zijn driemuilig geblafweerklinken, reusachtig liggend in de grot ertegenover.
418 adverso – congr met antro
nl. tegenover de aankomstplek
immanis – congr met Cerberus
419 Cui vates horrere videns iam colla colubrismelle soporatam et medicatis frugibus offam
421 obicit. En hem werpt de profetes, terwijl ze ziet dat zijn nekken met slangen overeind staan reeds, een meelkoek toe door honing en toverkruiden bedwelmd.
419 cui – rel. aansl. Bedoeld is Cerberus
colla horrere – AcI bij videns
420 melle – abl; bep. bij soparatam
421 Ille fame rabida tria guttura pandenscorripit obiectam, atque immania terga resolvit
423 fusus humi totoque ingens extenditur antro.Door zijn ontstuimige honger zijn drie kelen openend,grijpt hij het toegegooide, en hij zijn enorme ruggen strekt hij uit op de grond liggend en hij spreidt zich enorm uit door de hele grot.
422 obiectam – nl. de koek
gesubst. ptc.
424 Occupat Aeneas aditum custode sepultoevaditque celer ripam irremeabilis undae.
Aeneas bezet (bereikt) de ingang, terwijl de bewaker slaapten hij passeert snel de oever van het water zonder terugkeer.
424 custode sepulto – abl abs
425 irremeabilis – waarmee congrueert dit?
undae (gen ev dus)
‘Gejat’uit de Griekse mythologie: ‘Pluisje’ van Harry Potter