Visiestuk

‘’EEN WIJDE BLIK VERRUIMT HET DENKEN’’

Visiestuk

‘’EEN WIJDE BLIK VERRUIMT HET DENKEN’’

Naam : Dascha Coppoolse

Studentencode : 00064588

School HZ University of Applied Sciences

Academie voor Educatie & Pedagogiek

Opleiding : Pedagogiek

Cursus : Pedagoog van de toekomst (CU14876)

Docente : Paulien Honkoop

Plaats en datum :Vlissingen, 30 mei 2016

Visiestuk

‘’EEN WIJDE BLIK VERRUIMT HET DENKEN’’

Samenvatting

Voor u ligt een verslag waarin de visie van mij, een studente uit het vierde jaar van de opleiding Pedagogiek aan de University of Applied Sciences word beschreven. In dit visiestuk wordt pedagogiek als centraal thema gesteld waarin ik een beeld schetst van mijn kijk op bepaalde aspecten. Deze aspecten worden gevormd door 6 thema’s waarin ik vragen beantwoord namelijk:

1. Betekenisgeving;2. Trends voor de toekomst;3. Overtuigingen;4. Kwaliteiten; 5. Kernwaarden;6. Ambities.

De antwoorden in deze thema’s zijn gebaseerd op hoe ik naar deze aspecten kijkt en hoe ik het anders zou willen aanpakken in het werkveld. Om als afgestudeerde HBO pedagoog aan de slag te gaan in het werkveld kan het in beeld hebben van mijn eigen visie mij helpen in hetgeen waar ik voor sta en waar ik verandering in wil brengen. De huidige samenleving geeft de mogelijkheid om ook als zelfstandig persoon verandering aan te brengen. Na de laatste schatting van burgers in Nederland is er bekend geworden dat we inmiddels met 17 miljoen mensen in Nederland wonen. Bij dit aantal mensen in Nederland gaat het overigens alleen om de ingeschreven bevolking en geen illegalen of asielzoekers die wel in Nederland verblijven maar nog niet in de gemeentelijke bevolkingsregisters zijn ingeschreven (Statistiek, 2016). De populatie blijft groeien, waaronder ook het aantal kinderen dat erbij blijft komen. Opvoeden blijft daarom in ongeacht welke tijd we leven een belangrijke rol. Een rol waarbij pedagogen van belang kunnen zijn. Maar waarom zijn er pedagogen nodig? En wat speelt er momenteel in de wereld op het micro-, meso en macro niveau in de opvoeding? Dit zijn enkele vragen die ik in mijn visiestuk zal beantwoorden. Daarnaast wordt ook beschreven welke kwaliteiten ik kan inzetten bij het vervullen van mijn rol als pedagoog en waar mijn leerpunten liggen. Ook ligt ik een stukje van de sluier op wat ik graag wil bijdragen aan de wereld en wat mijn ambities zijn als toekomstig pedagoog.

InhoudsopgaveSamenvatting.........................................................................................................2Inhoudsopgave.......................................................................................................31. Betekenisgeving.................................................................................................1

1.1 Waarom zijn er pedagogen nodig?................................................................12. Trends voor de toekomst...................................................................................3

2.1 Micro niveau..................................................................................................32.2 Mesoniveau...................................................................................................32.3 Macroniveau..................................................................................................3

3. Overtuigingen.....................................................................................................43.1 Waar verbaas je, je over?..............................................................................43.2 Wat vindt je belangrijk?.................................................................................53.3 Wat is jouw droom?.......................................................................................63.4 Wat kun en wil jij bijdragen?.........................................................................63.5 Welke personen en visies inspireren jou daarbij en hoe?..............................7

4. Kwaliteiten.........................................................................................................84.1 Aanwezige kwaliteiten...................................................................................84.2 Leerpunten....................................................................................................9

5. Kernwaarden....................................................................................................115.1 Welke waarden wil je onder alle omstandigheden hanteren in jouw beroep?.......................................................................................................................... 115.2 Als je een eed/gelofte zou moeten afleggen, wat zou daar dan in staan?...11

6. Ambities...........................................................................................................126.1 Doelgroep....................................................................................................126.2 Waar sta jij over vier jaar?..........................................................................136.3 Wie ben jij dan voor collega’s, voor kinderen, voor het werkveld?..............13

Referenties...........................................................................................................14

1. Betekenisgeving

1.1 Waarom zijn er pedagogen nodig?

Elke ouder wil dat zijn kind zich in een veilige omgeving kan ontwikkelen en ontplooien naar zijn of haar vermogen. Ouders gebruiken daarbij hun gevoel en kennis die zij hebben opgedaan uit eigen ervaringen of onderzoek. Soms kunnen er omstandigheden zijn waardoor het ouders niet lukt en ze vastlopen. Oorzaken hiervan kunnen uiteenlopen van een kind dat kampt met een beperking tot een ouder die niet in staat is een kind adequaat te kunnen opvoeden met datgeen wat hij of zij nodig heeft. Dit kan onder andere komen door de omgeving maar ook door mentale en/of fysieke toestand. Daarnaast kan een gedwongen migratie ook een reden zijn waardoor de opvoeding en de ontwikkeling van het kind niet lekker samenloopt. Wanneer deze problemen zich voordoen, zijn er pedagogen die hen kunnen ondersteunen om de opvoeding weer optimaal te kunnen oppakken. Een pedagoog zorgt ervoor dat de belangen van het kind/de jongere hierbij centraal staan en dat zij opgroeien in een veilige omgeving met daarbij als doel dat zij optimaal kunnen functioneren in het dagelijkse leven. De samenwerking tussen pedagoog en ouders is erop gericht om de opvoeders zelf de opvoeding in handen te laten houden. Als pedagoog heb je dus een ondersteunende, begeleidende en coachende rol voor opvoeders.

Niet alleen kunnen pedagogen opvoeders ondersteunen. Ook kunnen pedagogen worden ingezet in verschillende soorten onderwijs waarbij zij als pedagoog leerkrachten, begeleiders, intern begeleiders, ouders en kinderen kunnen helpen. Een tijdje terug las ik een artikel over de toename van kinderen met gedrags- en ontwikkelingsstoornissen in het onderwijs (Onderwijsraad, 2010). Ook met de stroom van vluchtelingkinderen in het onderwijs kunnen leerlingen diverse symptomen van DSM-IV vertonen die voort komen uit traumatische ervaringen die jonge vluchtelingen hebben meegemaakt. Uit onderzoek is gebleken dat de meeste problemen voorkomen bij vluchtelingenkinderen in de leeftijd van 7 tot 12 jaar (Mooren, Wolters, Kieber, & Willigen, 1993). Leerkrachten zijn niet geschoold om bepaald gedrag te signaleren of adequate passende sociaal-emotionele ontwikkeling begeleiding te bieden. Deze punten maakt vanuit mijn perspectief pedagogen nodig voor ouders maar ook in het onderwijs. Pedagogen kijken op een andere manier naar kinderen dan leerkrachten. Pedagogen kunnen

1

veel gemakkelijker zien wat er met een kind aan de hand is door middel van het gedrag dat het kind laat zien dan leerkrachten. Door pedagogen in het basisonderwijs in te zetten laat je leerkrachten doen waar zij voor opgeleid zijn namelijk onderwijs geven aan kinderen. Daarnaast worden de kwaliteiten van pedagogen benut door hen te laten doen waar zij voor zijn opgeleid namelijk het signaleren van gedrag en het begeleiden van de sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen die met zichzelf in de knoop zitten of in de problemen zitten die ze van huis meenemen naar school. Pedagogen zijn geschikt om in het onderwijs pedagogische begeleiding aan kinderen te geven en opvoedingsondersteuning aan leerkrachten en ouders. Wanneer ouders problemen in de opvoeding ervaren of in het gedrag van hun kind en vragen hebben over hun kind zijn leerkrachten vaak de eerste persoon waar zij zich naar toe keren omdat leerkrachten naast ouders de meeste tijd met hun kind doorbrengen. Hierdoor kunnen ook gezinnen die zich even geen raad meer weten met hun kind door middelen van pedagogen in het onderwijs hiervan profiteren. Pedaogen in het onderwijs kunnen ouders van leerlingen ondersteunen in de opvoeding, voorlichting en advies geven. Dit behoort tot de vakbekwaamheid van een pedagoog.

Van het hebben van (aan)gepaste aandacht voor het kind is nog geen enkel kind slechter geworden. Door leerkrachten en pedagogen optimaal te benutten waar zij voor zijn opgeleid kunnen zij kinderen geven waar zij recht op hebben namelijk een pedagoog die verstand heeft van de pedagogische begeleiding van kinderen. Kortom vanuit mijn perspectief zijn pedagogen nodig om ouders te helpen waarbij de opvoeding niet vanzelf gaat en zij er zonder professionele hulp niet uitkomen. Daarnaast zijn pedagogen nodig om de belangen van het kind in de opvoeding centraal te stellen en zij ervoor zorgen dat elk kind/jongere in een veilige omgeving kan opgroeien waarbij zij zich optimaal kunnen ontwikkelen en ontplooien naar hun vermogen.

2

2. Trends voor de toekomst

2.1 Micro niveau

Kinderen krijgen op een vroege leeftijd al veel informatie tot hun beschikking die vanuit mijn perspectief soms totaal niet passend is bij de leeftijd. Social media spelen hier een grote rol in. Kinderen hebben tegenwoordig door het internet toegang tot veel dingen waarbij ook dingen die een negatieve werking kunnen hebben voor het kind. Voor kinderen die uit gezinnen komen waarvan ouders een migrantenachtergrond hebben speelt nog een extra factor mee: hoe word er naar hen gekeken? Zijn zij slecht zoals sommige zeggen? Waarom willen mensen minder Marokkanen in Nederland? (Distelbrink, Pels, Jansma, & van der Gaag,2012). Vragen waarmee kinderen zich helemaal niet mee bezig horen te houden. Ouders kunnen om deze reden bang zijn voor de negatieve beeldvorming die in de samenleving heerst over migranten en wat die beeldvorming doet met de kansen van hun kinderen. Dit geld ook voor vluchtelingkinderen in ons land. Hoe zal het voor hen voelen als zij bepaalde beelden zien? Horen dat ze niet welkom zijn? Horen dat ze maar terug moeten gaan naar hun eigen land? Kinderen krijgen veel mee en ook al spreken zij soms de taal nog niet, dit betekend niet dat zij deze zaken niet snappen of begrijpen. Denk maar aan het gezegde: Acties spreken luider dan woorden.

Het woord racisme komt bij deze zaken al snel kijken. Een moeilijk en complex thema om te bespreken in een samenleving. Geen enkel persoon wordt als racist geboren dus waarom en hoe wordt dit in stand gehouden. Pas geleden kwam in het nieuws naar voren dat Nederlanders met een andere nationaliteit worden geweigerd voor bepaalde stages of banen(Molthoff, 2015). Wat doet dit met kinderen als zij dit horen? Ik kan me voorstellen dat dit niet het zelfvertrouwen vermeerdert. Daarbij kunnen deze jonge kinderen opgroeien met het idee niet geaccepteerd te worden wat kan uitdraaien op een negatief beeld van de Nederlandse samenleving waardoor verdeeldheid kan ontstaan. Terwijl we juist voor een vreedzame samenleving streven is het niet?

2.2 Mesoniveau

Ook leerkrachten komen met deze thema’s in aanraking doordat dit in het nieuws komt, in de klas afspeelt etc. Daarbij is het aan leerkrachten de taak om deze thema’s te bespreken zodat elk kind zich veilig en op zijn of haar gemak voelt in

3

de groep en op school. Daarnaast krijgen leerkrachten en leiding in het basisonderwijs in toenemende mate te maken met vluchtelingenkinderen. In de laatste jaren zijn de mensen die bescherming zoeken in andere landen dan hun thuisland sterk toegenomen. In Nederland is de vluchtelingenstroom in een jaar ruim verdubbeld naar 43.093 mensen die asiel hebben aangevraagd (Manson, 2016). Dit blijft ook niet onopgemerkt in het basisonderwijs. Hoewel het aantal vluchtelingen op de totale bevolking relatief klein is, behoren de meeste vluchtelingen tot de jongere generaties. Dit verklaart de sterke toename van vluchtelingenkinderen in het onderwijs.Kinderen die vaak afkomstig zijn uit landen die geteisterd zijn door oorlog en geweld. Deze kinderen dragen vaak ervaringen met zich mee die wij alleen op het nieuws zien. Leerkrachten en begeleiders vragen zich dan ook vaak af hoe zij deze kinderen kunnen begeleiden. Waar zij rekening mee dienen te houden, wat zij dienen te weten om hen op te kunnen vangen en hen een goede verwerking te kunnen bieden (Asperen & Baan, 1998). Daarnaast is er ook nog de klas die moet worden ingelicht. Klassen met kinderen die soms negatief beïnvloed worden vanuit thuis, vanuit het nieuws of gewoonweg onwetend zijn. Kortom leerkrachten krijgen steeds vaker te maken met aspecten waarvoor zij niet getraind of geschoold zijn. Hier kunnen pedagogen inspringen. Zij kunnen kinderen onder andere helpen met psychosociale-begeleiding en hun sociale-emotionele ontwikkeling.

2.3 Macroniveau

In het mesoniveau is de toename van vluchtelingen in Nederland besproken. Deze kwestie speelt echter niet alleen in Nederland maar ook in de rest van de wereld. Diverse stappen worden ondernomen om vluchtelingkinderen zo snel mogelijk naar school te laten gaan. Maar ik vraag me af of dit wel genoeg is. Zo kwam er 23 mei 2016 nog in het nieuws dat vluchtelingkinderen in Griekenland gemiddeld al zo’n anderhalf jaar niet naar school zijn geweest (AD, 2016). Deze kinderen zitten in hun jeugd achter muren en hekken. Het hebben van geen vaste verblijfplaats en vaak verhuizen van plek kan hier een rol in spelen. Door het missen van een vaste verblijfplaats kan de sociaal-emotionele ontwikkeling van deze kinderen stagneren. Daarnaast kunnen vluchtelingkinderen kampen met traumatische ervaringen, doordat zij veelal uit oorlogsgebieden komen (Keulen, 2015). Vluchtelingkinderen die in asielzoekerscentra wonen, kunnen psychosociale klachten door angst voor uitzetting en spanningen binnen het gezin ervaren (Keulen, 2015). Voor de traumatische achtergrond die

4

vluchtelingkinderen vaak hebben, hebben zij meer behoefte aan begeleiding voor een optimale ontwikkeling dan een kind dat is opgegroeid in de Nederlandse samenleving. Voor veel pedagogen is dit daarom een nieuwe en uitdagende doelgroep.

Met de aanslagen in Brussel en Parijs is de terreur waar veel vluchtelingkinderen mee te maken hebben gehad niet langer een ver van ons bed show. Met het dichterbij komen van deze gebeurtenissen voelen veel mensen dezelfde angst waar veel van deze kinderen dagelijks mee te maken hebben gehad en misschien nog telkens (her)beleven. Terwijl dit soms nog maar een fractie is van hetgeen wat vele kinderen in oorlogsgebieden op een dag meemaken. Die gedachte is hartbrekend en -verscheurend.

Imagine no posessions You may say I’m a dreamer I wonder if you can But I’m not the only one No need for greed or hunger I hope someday you’ll join us

A brotherhood of man And the world will live as one Imagine all the people Sharing all the world.. - John Lennon, Imagine

3. Overtuigingen

3.1 Waar verbaas je, je over?

Opvoeden betekend kinderen vertrouwd maken met de wereld om hen heen en hen voorbereiden op die wereld. Dat deze wereld wordt bewoond en bewandeld door diverse etniciteiten en culturen is een prachtig gegeven. Opvoeden is daarmee per definitie: kinderen leren omgaan met diversiteit. Diversiteit kan liggen in verschillende culturen, etniciteiten, religies, karakters etc. voor elk persoon is dit hetgeen wat maakt tot degene wie hij of zij is. Uniek en bijzonder! In de huidige samenleving merk je door hetgeen wat er speelt in de wereld dat er enerzijds veel saamhorigheid is maar anderzijds een enorme verdeling is onder de mensen. Waarom noemen bijvoorbeeld mensen een Marokkaan die in Nederland is opgegroeid een Nederlander als het een fijn persoon is en een Marokkaan wanneer hij zich in het criminele circuit begeeft een Marokkaan? Wat is het onderscheid? Zijn alle Nederlanders dan fijne mensen? En hoe noemen we dan een rasechte Hollander als die zich in het criminele circuit bevind? Dit voorbeeld circuleerde op social media en laat wellicht zien dat we zowel bewust als onbewust onderscheid maken in de afkomst van mensen. Dat we leven in een tijd waarbij mensen worden afgewezen bij sollicitaties vanwege de persoon zijn

5

afkomst of religie en niet om hun vaardigheden vind ik verbazingwekkend. Hoe kunnen kinderen van zichzelf houden als zij zien en te horen krijgen dat bijvoorbeeld een bepaalde groep ‘’slecht’’ is, er niet mag zijn. Op deze manier leren ook kinderen al op vroege leeftijd dat er verschil is tussen etniciteiten en dat er voorkeuren zijn in de maatschappij. Het is aan opvoeders de taak om kinderen mee te geven dat elk persoon bijzonder is en er mag zijn ongeacht welke etniciteit, religie of wat dan ook. Allen is ons het bewandelen van deze wereld gegeven en allen hebben wij daarom ook recht om dat op een vredevolle en liefdevolle manier te doen.

Naar voren komt hieruit de relatie tussen opvoeding en hoe het er vanuit mijn perspectief in de wereld aan toe gaat. Als kinderen bepaald ‘’negatief’’ gedrag overnemen zullen zij als volwassen niet een rolmodel zijn. Verschillende beroemde filosofen zoals Kant, Dewey, Montessori en Freire legden een direct verband tussen de sociale en politieke misstanden uit hun tijd en de manier waarop kinderen werden grootgebracht. Aan die analyse ontleenden ze de ambitie om met behulp van pedagogische hervormingen de wereld te willen verbeteren. Hieruit komt naar voren dat wanneer wij de wereld willen verbeteren eerst moeten beginnen bij opvoeding (de Winter, 2011). Ook vind ik dat saamhorigheid vooral als we het met als oogpunt pedagogiek centraal stellen het onbegrijpelijk is dat er zoveel volwassen mensen op de wereld zijn en dat er toch nog dagelijks kinderen dood gaan door het gebrek aan eten en drinken. Dienen wij als volwassenen dit niet tegen te gaan? Als het om het welzijn of zorg van kinderen en volwassenen gaat moet geld geen rol spelen. In mijn beleving word er te weinig gedaan om problemen rondom dit aspect aan te pakken.

Daarnaast verbaas ik mij over het feit dat er van kinderen in de huidige samenleving soms tegenstrijdige dingen worden gevraagd. Enerzijds vraagt de huidige maatschappij dat zij snel opgroeien, volwassen worden en anderzijds vinden zij indien kinderen/jongeren eigen keuzes willen maken dat zij daar te jong voor zijn en ontnemen ze hen die vrijheid. Kinderen in de westerse wereld lijken steeds eerder klaar te zijn voor de volwassen werkelijkheid. Dit uit zich zowel fysiek, in de steeds vroegere seksuele rijpheid, als mentaal, in het mondiger zijn vanwege de meningsvorming en –uiting. Echter lijkt het dat ouders en regelgevers dit terug willen dringen door hen soms onnodig en buiten proporties te beschermen tegen ‘’schadelijke’’ invloeden. Ouders en regelgevers dienen kinderen de kans en de vrijheid te bieden om alle aspecten van de

6

huidige wereld mee te maken opdat ze in volwassenheid groeien (van den Hout,2003). Vrijheid is noodzakelijk om eigen keuzes te kunnen maken en om te kunnen omgaan met verantwoordelijkheid. Tuurlijk is het van belang dat er goed wordt gekeken naar het bewustzijn van het kind/de jongere bij de keuze maar daarnaast is het ook van belang dat er wordt gekeken naar de persoon zelf en de beweegredenen tot een keuze. Gelukkig wordt daar door verschillende partijen naar gekeken en kunnen sommige kinderen hun droom achterna en verwezenlijken. Denk hierbij aan het zeil meisje dat de wereld rond mocht zeilen of een jongen die als boeddhist mocht vertrekken naar India om daar vijftien jaar te verblijven in een klooster in de uitlopers van de Himalaya.

3.2 Wat vindt je belangrijk?

Ik vind het belangrijk dat elk kind en jongere zich in een veilige omgeving kan ontwikkelen en ontplooien naar haar of zijn vermogen waarbij zij hun geloof kunnen beoefenen naar hun wens en uitgedaagd worden om het beste in henzelf naar boven te halen. Elk kind verdient de kans om zichzelf te vinden, om zichzelf te ontwikkelen tot diegene die hij of zij wilt zijn en dat zij hierdoor ondersteund worden door mensen die het beste met hen voor hebben. Daarnaast vind ik het belangrijk dat wij als maatschappij dat doel voor ogen hebben en elkaar ondersteunen in deze zaak om de kinderen te laten ontpoppen tot liefdevolle en vreedzame mensen. Dat wij elkaar helpen indien nodig en dat wij niet onze ogen dichtknijpen wanneer wij zien dat het ergens mis gaat. Als volwassen mensen dragen wij de verantwoordelijkheid voor de welzijn en de zorg voor kinderen.

3.3 Wat is jouw droom?

Mijn droom komt voort uit hetgeen wat ik belangrijk vind. Mijn droom is dat elk kind en jongere in de wereld in een veilige omgeving kan opgroeien en zich kan ontwikkelen en ontplooien naar zijn of haar vermogen waarbij zij hun geloof kunnen beoefenen naar hun wens en uitgedaagd worden om het beste in henzelf

7

naar boven te halen. Ook dat er geen kind meer omkomt door honger. Hoe kan het mogelijk zijn dat er in deze tijd nog kinderen en volwassenen sterven door honger? Het zijn grote dromen waarbij om deze droom te behalen er heel wat moet gebeuren. Maar zoals Nelson Mandele een keer zei: ‘’It always seems impossible until it’s done’’.

3.4 Wat kun en wil jij bijdragen?

Elk kind is uniek en prachtig en dient de kans te krijgen om zich optimaal te ontwikkelen en te ontplooien naar zijn vermogen vanuit de in aanleg aanwezige kwaliteiten, talenten en kracht. Soms hebben kinderen wat meer hulp nodig om in hun kracht te staan en komt dit niet vanzelf naar buiten. Deze kinderen wil ik helpen door samen op zoek te gaan hoe zij in hun krachten kunnen staan, de kracht die in elk kind schuilt maar soms een steuntje nodig hebben om naar buiten te komen. Ik wil hen in hun eigen tempo en spelenderwijs zichzelf laten vinden. Daarnaast krijgen ouders ook de nodige begeleiding en ondersteuning waar zij behoefte aan hebben en wordt hen aangeleerd hoe zij hun kind in hun kracht kunnen laten staan. Kinderen die hun kracht kennen, staan steviger in hun

schoenen en kunnen meer aan. Door het kennen van de eigen kwaliteiten (her)ontdekken en (her)vinden zij hun zelfvertrouwen.

8

3.5 Welke personen en visies inspireren jou daarbij en hoe?

Martin Luther Kind Jr. en Nelson Mandela inspireren mij bij deze zaak. Dit komt doordat zij beiden voor een doel hebben gestreefd waarvan zij droomden. Een doel waarbij zij keken naar de samenleving en wij als samenleving behoren samen aspecten te verbeteren of samen problemen op te lossen. Saamhorigheid is waar ik voor streef. Saamhorigheid in de manier waarop ik kinderen en ouders/opvoeders wil begeleiden. We doen het samen, ik doe het niet alleen, het kind doet het niet alleen en de ouders/opvoeders doen het niet alleen. Samen bundelen we onze krachten en kennis en zoeken we de verbinding van probleem naar oplosing.

Daarnaast is er ook nog een vrouw die mij inspireert op het opvoedingsvlak namelijk Jo Frost. Jo Frost weet mij al enkele jaren te boeien met haar programma waarin zij gezinnen helpt hun weg te vinden in de opvoeding met hun kinderen en soms ook de relatie tussen ouders zelf. Ook in de opleiding zijn er diverse malen gebruik gemaakt van fragmenten uit dit pakkende tv programma. Haar aanpak inspireert mij in datgeen wat ik wil doen namelijk ouders/opvoeders helpen met de opvoeding en kinderen/jongeren zich weer lekker in hun vel te

laten zitten en hun de mogelijkheid geven om zich in een veilige omgeving naar hun vermogen te ontwikkelen en te ontplooien.

9

4. Kwaliteiten

4.1 Aanwezige kwaliteiten

Tijdens mijn studie aan de HZ University of Applied Sciences, Academie voor Educatie & Pedagogiek heb ik diverse kwaliteiten van mij ontdekt en erkend. Het zijn uiteenlopende kwaliteiten die vanuit mijn perspectief goed op elkaar aansluiten en elkaar versterken. In het werkveld zijn deze kwaliteiten van toegevoegde waarde om in te zetten en onderscheidt de combinatie van mijn kwaliteiten en karakter mij van andere pedagogen. Onderstaand zijn mijn kwaliteiten in een tabel weergegeven met daarbij een compacte omschrijving.

KwaliteitenAanpassingsvermogenMijn aanpassingsvermogen uit zich in mijn doelmatig werken bij veranderingen in de omgeving, taken, verantwoordelijkheden en/of mensen. Actieve houdingTijdens het werk vertoon ik een energieke en bedrijvige houding omdat ik graag actief bezig ben.DoordachtDoor zaken goed door te denken voorkom ik verrassingen en kan ik meer resultaat gericht werken. Doorzettingsvermogen Wanneer ik een doel voor ogen heb gesteld doe ik alles eraan om het eindresultaat te behalen.EerlijkEen eerlijk en oprecht persoon vertrouw je eerder belangrijke zaken toe.EmpathischAls je empathisch bent, kun je je goed inleven in de gevoelens of gedachtegang van anderen.Flexibel Ik kan mij gemakkelijk aanpassen aan situaties die zich voordoen. Ik raak niet snel in paniek en bekijk rustig mijn mogelijkheden.IntegerJe voorkomt belangenverstrengeling en je maakt je eigen positie en belangen duidelijk.OplossingsgerichtBij problemen probeer ik altijd positief te blijven en oplossingsgericht te werken.Principieel Ik vind het belangrijk dat de dingen die je doet overeen komen met hetgeen waar je voor staat. Plannen en organiserenPlannen en organiseren helpen mij om mijn werk adequaat uit te voeren

10

waarbij er gericht gewerkt wordt aan het gewenst resultaat. Sociaal vaardig Ik houd van sociaal contact en maak daarom ook snel een praatje met iemand.Samenwerking De input en suggesties van andere mensen in diverse zaken vind ik erg prettig. Door aanvulling ga je vaak breder kijken en kunnen aanvullingen tot mooie dingen leiden.SensitiefAls je sensitief bent, dan houd je rekening met de gevoelens en behoeften van anderen.

4.2 Leerpunten

Naast kwaliteiten die ik tijdens mijn studie van mijzelf heb ontdekt en erkend zijn er ook leerpunten in kaart gebracht. Doordat ik deze leerpunten in kaart heb gebracht zijn dit kansen in mijn verdere ontwikkeling en ontplooiing als pedagoog. Het zijn aansluitende kwaliteiten die een pedagoog sterker maakt waardoor deze kwaliteiten waardevol zijn om te bezitten. Onderstaand zijn mijn leerpunten in een tabel weergegeven met daarbij een compacte omschrijving hoe deze leerpunten worden geuit.

LeerpuntenArgumenteren Als je argumenteert, onderbouw je je mening of standpunt met feiten met als doel om anderen van jouw mening te overtuigen.Kritisch denken Kritisch denken betekent dat je onafhankelijk van anderen informatie analyseert en beoordeelt.OndernemendOndernemend zijn betekent dat je tot actie bereid bent. Je blijft niet stil zitten als er iets moet gebeuren, maar gaat meteen aan de slag.Overwicht Overwicht wil zeggen dat je van nature invloed uitoefent op anderen en als autoriteit geaccepteerd wordt.Presentatievaardigheden/PresenterenAls je goed kunt presenteren betekent dat dat je een helder en interessant verhaal kunt houden voor een publiek.Stressbestendig Als je stress kunt hanteren, kun je tijdens grote druk je hoofd koel houden en effectief blijven werken.

11

ZelfvertrouwenZelfvertrouwen houdt in dat je zeker en met rust optreedt en dat je deze indruk handhaaft, ook bij weerstand of emoties van anderen.

12

5. Kernwaarden

5.1 Welke waarden wil je onder alle omstandigheden hanteren in jouw beroep?

Om mijn beroep als pedagoog optimaal uit te kunnen voeren, zijn het hanteren van diverse kernwaarden. Deze kernwaarden helpen mij om cliënten te bieden waar zij recht op hebben. Enkele kernwaarden die ik ten alle tijden in mijn beroep als pedagoog wil hanteren zijn: Samenwerken: Samen wordt er aan een oplossing gewerkt. Respectvol zijn: Cliënten worden met respect behandeld met ruimte voor hun eigen mening en visie. Luisteren: Een luisterend oor bieden en daarbij echt luisteren naar wat de cliënten te vertellen hebben. Positief: Jezelf positief opstellen, dit werkt stimulerend en kan cliënten motiveren. Vertrouwen: Een band met cliënten opbouwen dat is gebaseerd op vertrouwen, eerlijkheid en respect. Openheid: Iedereen is welkom. In een veilige en betrouwbare omgeving is er aandacht voor elk persoon en wordt er gestreefd om elke cliënt te helpen e zich optimaal te laten ontwikkelen en te ontplooien.Cliëntgericht: De wensen en behoeften van de cliënt worden serieus genomen en centraal gesteld, passend binnen mijn pedagogische visie. Ik streef ernaar om de cliënten te helpen door passen advies of hulp te bieden.

5.2 Als je een eed/gelofte zou moeten afleggen, wat zou daar dan in staan?

Als ik een eed/gelofte zou afleggen als een afgestudeerde HBO pedagoog zou daar het volgende in komen te staan: Ik zweer/beloof dat ik de pedagogiek zo goed als ik kan zal uitoefenen ten dienste van kinderen, jongeren, opvoeders en anderen. Ik zal kinderen helpen om zich te laten ontwikkelen en ontplooien naar hun vermogen en ouders/opvoeders ondersteuning en/of begeleiding in de opvoeding geven om de opvoeding en het welzijn van alle partijen te bevorderen.

Ik stel het belang van het kind centraal waarbij ik respectvol en eerbiedig omga met zijn of haar opvattingen. Ik zal het kind en ouders/opvoeders geen schade doen. Ik zal een luisterend oor bieden en hen zo goed mogelijk begeleiden om zo het gewenste resultaat te behalen. Ik zal geheim houden wat mij is toevertrouwd.

13

Ik zal mijzelf blijven uitdagen en ontwikkelen op het pedagogisch vlak waarbij ik mijn grenzen en mogelijkheden erken. Ik zal mij open en toetsbaar opstellen. Ik ken mijn verantwoordelijkheid voor de samenleving. Ik maak geen misbruik van mijn pedagogische kennis.

Ik zal zo het beroep van pedagoog in ere houden. Dat beloof ik.

6. Ambities

6.1 Doelgroep

14

In de afgelopen jaren gedurende de opleiding pedagogiek heb ik met diverse doelgroepen gewerkt. Jong en oud en met of zonder een verstandelijke en/of lichamelijke beperking. Elke doelgroep heeft zijn eigen uitdagingen, leuke aspecten en minder leuke aspecten. Door het werken met deze diverse doelgroepen ben ik erachter gekomen dat mijn voorkeur uit gaat naar kinderen en jongeren in de leeftijd van 0 tot 13 jaar. Gedurende mijn opleiding, stage, werk en eigen omgeving heb ik van dichtbij gezien dat er in de huidige samenleving veel gevraagd wordt van kinderen en dat zij hierdoor onder druk komen te staan. Het opgroeien kent vele aspecten maar is ook een pad die vele wegen kent. Kinderen bewandelen soms een weg waarbij ze tegen zichzelf aanlopen, geen raad met zichzelf weten en een extra steuntje in de rug nodig hebben. Dit kan onder andere zijn wanneer een kind onzeker is, gepest wordt, een negatief zelfbeeld heeft, moeite heeft met sociale contacten maar ook

kinderen met stress en spanningen. Ik wil deze kinderen door coaching te leren gebruik te maken van de kwaliteiten, talenten die zij bezitten om zo in hun kracht te staan en te leren omgaan met hun problemen.

6.2 Waar sta jij over vier jaar?

Over vier jaar ben ik een afgestudeerde HBO pedagoog die voor haarzelf is begonnen met een kindercoachpraktijk. Als kindercoach zal ik met ouders mee kijken en denken. In deze zoektocht wordt samen met ouders de verbinding van probleem naar oplossing gemaakt en wordt daarin gezamenlijk gekeken naar welke stappen er genomen kunnen worden. Ik zal het proces begeleiden waarin samen met ouders en kind wordt ontdekt, geleerd en gewerkt aan de te leren vaardigheid zodat het kind weer lekkerder in zijn vel gaat zitten en zich goed

15

gaat voelen. Door met diverse werkvormen bezig te zijn wil ik kinderen hun kwaliteiten en talenten laten (her)ontdekken en leren hoe hij of zij deze kan inzetten.

6.3 Wie ben jij dan voor collega’s, voor kinderen, voor het werkveld?

In het werkveld ben ik voor collega’s een persoon die weet wat ze wilt en graag wilt helpen indien dit kan. Ik ben een teamlid dat gaat voor resultaat en daarbij het uiterste uit zichzelf wilt halen. Ik stel mezelf collegiaal op door hen op de hoogte te houden waar ik mee bezig ben en schakel vroegtijdig hulp in indien ik er zelf niet uitkom. Ik hou niet van stil zitten en ben graag aan het werk. Hier ben ik door mijn stages in de richting marketing en communicatie achter gekomen. Dit heeft mij doen laten inzien dat ik vooral lekker bezig moet zijn om mijzelf verder te ontwikkelen en te ontplooien.

Voor kinderen en jongeren kan ik een steunpilaar zijn, een luisterend oor bieden en simpelweg er voor hen zijn door ze te erkennen en met hun het beste voor te hebben. Dit wil ik dan ook verwezenlijken in de manier van werken. Deze wil ik laten aansluiten op een manier die bij kinderen en jongeren past.

In het werkveld als pedagoog kom je verschillende opvoedingsstijlen tegen die elk verbonden zijn met normen en waarden van opvoeder. Als pedagoog dien je hiervan bewust te zijn hoe jij hiermee kan omgaan. In de huidige samenleving leven we met zoveel verschillende culturen samen dat het soms best even lastig kan zijn om aansluiting te vinden. Ook dient een pedagoog in het werkveld verschillende rollen op zich te kunnen nemen. Door oefening in de opleiding hoop ik dat ik deze rollen kan invullen. De rollen waarover ik dan spreek zijn de stadpedagoog, de pedagoog als onderzoeker, de pedagoog als regisseur en de pedagoog als ondernemen. Maar ook door de digitale wereld een pedagoog in het virtuele milieu (Bekker, 2015).

In het werkveld zal ik proberen om de beste versie van mezelf te zijn omdat ik vind dat zij daar recht op hebben. Daarnaast heb ik de ambitie om met behulp van pedagogische hervormingen de wereld te willen verbeteren.

16

Referenties

Asperen, E. v., & Baan, J. (1998). F.C. de Wereld. Utrecht: Stichting Pharos.

Bekker, J. (2015). Pedagoog in de spotlights. Amsterdam: Uitgeverij SWP

De Winter, M. (2011). Verbeter de wereld, begin bij de opvoeding. Amsterdam: Uitgeverij SWP.

Manson, D. (2016, Februari 17). www.vluchtelingennetwerk.nl. Opgehaald van Vluchtelingenwerk Nederland: http://www.vluchtelingenwerk.nl/feiten-cijfers/cijfers/bescherming-nederland

Mooren, G. T., Wolters, W. H., Kieber, R. J., & Willigen, L. H. (1993). Vluchtelingkinderen in Nederland. Utrecht: Wilhelmina Ziekenhuis.

Movisie. (2015, April 15). Movisie kennis en aanpak van sociale vraagstukken. Opgehaald van Transitie jeugdzorg: een overzicht: https://www.movisie.nl/artikel/transitie-jeugdzorg-overzicht

Statistiek, C. B. (2016, maart 4). CBS: Bijna 17 miljoen inwoners. Opgehaald van Centraal Bureau voor de statistiek: http://www.cbs.nl/nl-NL/menu/themas/bevolking/publicaties/artikelen/archief/2016/bijna-17-miljoen-inwoners.htm

Keulen, C. M. (2015). Perspectief van basisschoolleerkrachten op het onderwijs aan vluchtelingen- en/of asielzoekerskinderen in Nederland. Utrecht: Universiteit Utrecht.

17