volkskrant!redacteur!en!musicologe!pay8uun!hiu!volgt!het!duoal ... programm… · ·...
TRANSCRIPT
Concertgebouw 19 november 2016
Daniël Wayenberg& Martin Oei Frans Liszt (1811 – 1886) Études d'exécution transcendante, S. 139, LW A172 ‘Chasse-‐neige’ (Sneeuwstorm) (Daniel Wayenberg) Frederic Chopin (1810 -‐ 1849) -‐ Tweede pianoconcert in f, op. 21 (Daniel Wayenberg: orkest, Martin Oei: solo) 1. Allegro maestoso 2. Larghetto 3. Rondo: vivace
pauze Frederic Chopin -‐ Eerste pianoconcert in e, op. 11 (Martin Oei: orkest, Daniel Wayenberg: solo) 1. Maestoso 2. Larghetto 3. Allegro vivace Frans Liszt -‐ Tweede pianoconcert in A (Daniel Wayenberg: orkest, Martin Oei: solo) Met dit concert vieren Daniël Wayenberg en Martin Oei hun nieuwe CD ‘Chopin à Deux’ deze maand is uitgekomen, met beide pianoconcerten van Chopin op twee vleugels.
Volkskrant redacteur en musicologe Pay-‐Uun Hiu volgt het duo al enige tijd en schreef in het CD boekje de volgende tekst: ‘Ja, en dan krijgen we straks ook nog die ramp met de Estonia’, zegt Daniël Wayenberg opeens in het vliegtuig op weg naar Spanje, waar hij samen met Martin Oei in het voorjaar van 2016 een serie concerten in een particuliere villa gaat geven. ‘Estonia? Was dat niet die gezonken veerboot?’ ‘Ja, óók,’ antwoordt Wayenberg. Maar het gaat, natuurlijk, over vleugels. De Estionia is een Ests pianomerk waar de gastheer in Jávea aan verknocht is. En hij toevallig helemaal niet. ‘Dat is geen piano maar een martelwerktuig’, gromt de klavierleeuw. ‘Je zou hem moeten verbranden, maar dat gaat niet eens door alle politoer. Dat ding explodeert. In zuur oplossen, dat is het enige.’ Zo is Wayenberg, een man met uitgesproken voorkeuren: snelle auto’s en moderne Steinways. In dat opzicht is het een klein wonder dat zijn jonge collega Oei hem achter een Erard-‐vleugel uit de tijd van Chopin heeft gekregen. Dat is de stille wisselwerking in dit opmerkelijke pianoduo, de een met een heel leven achter zich, de ander met het leven nog voor zich. Wayenberg (1929) is verankerd in de romantische klaviertraditie met een accent op de Franse school als gevolg van zijn opleiding bij de vooraanstaande pianiste Marguerite Long. Oei (1996) combineert zijn studie aan het Utrechts conservatorium bij Martyn van den Hoek met zijn fascinatie voor historische instrumenten. Wayenberg is stellig en draagt zijn hart op de tong; Oei is buiten zijn pianospel terughoudender en zal niet gauw hardop zijn mening verkondigen, maar in zijn overtuigingen kan hij volhardend zijn. Zo ook met de pianoconcerten van Chopin op twee vleugels, een plan om hun 5-‐jarige samenwerking te markeren. Want ondanks, of ook juist door die uitersten in karakter, is hun samenspel uitgegroeid tot een hechte vriendschap. Wayenberg is in de ogen van Oei ‘vaak krachtig, vrij strak in de maat’, waar hij soms liever wat meer rubato neemt of een wat subtielere inzet prefereert. Oei is volgens Wayenberg ‘fijngevoelig, met een van nature mooi toucher’. En waar Wayenberg met zijn bravoure en virtuositeit associaties oproept met Franz Liszt, voelt Oei zich vaak meer op zijn gemak in de intimiteit en de lichtvoetiger brille van Liszts tijdgenoot en vriend Chopin. Achter de piano’s vloeit dat organisch in elkaar over, veel woorden
maakt het duo Wayenberg-‐Oei er tijdens de repetities niet aan vuil. ‘Het gaat vanzelf. Je voelt elkaar aan’, is hun verklaring. ‘Martin doet geen dingen waarvan je zegt: jongen, doe dat nou niet. Dat is nog nooit voorgekomen’, zegt Wayenberg. Dus Chopin op vleugels, daar zijn ze het snel over eens. Ook de verdeling was meteen duidelijk: Oei had het Tweede in f-‐klein uit 1829 al op zijn repertoire en Wayenberg het Eerste in e-‐klein uit 1830 (de concerten zijn in omgekeerde volgorde uitgegeven, waardoor het concert in e-‐klein op.11 eerder verscheen dan het concert in f-‐klein op.21). ‘Maar we doen het wel op Erards’, besliste Oei. Dat Chopins pianoconcerten niet eerder in een uitvoering voor twee vleugels zijn uitgebracht, wil niet zeggen dat ze nooit zo zijn gespeeld. Van beide concerten zijn al vrij snel na het componeren pianoreducties gemaakt voor eigen gebruik en studiedoeleinden, voor het concert in f-‐klein ook van Chopins eigen hand. Bekend is dat Chopin beide pianoconcerten als lesmateriaal voor zijn leerlingen gebruikte en daarbij de orkestpartij op zijn pianino speelde. Rond 1842 begeleidde hij zijn leerling en protegé Carl Filtsch bij een uitvoering van het eerste deel van het concert in e-‐klein, waarbij hij zei: ‘Ik zal je orkest zijn.’ Volgens het getuigenverslag van de Duits-‐Russische schrijver Wilhelm von Lenz bracht Chopin op onnavolgbare wijze alle vernuftigheden en ongrijpbare klankkleuren van de orkestratie tot klinken, en had de leerling de ervaring van zijn leven. Welke pianoreductie Chopin gebruikte, is niet overgeleverd, want hij speelde het uit zijn hoofd. De orkestreducties zijn niet als echt uitvoeringsmateriaal bedoeld. Wayenberg en Oei bestudeerden verschillende uitgaven en stelden daaruit een eigen versie samen, ook min of meer voor eigen gebruik. Om ze als ‘pure’ pianomuziek te kunnen horen, maar vooral voor het plezier om ze samen te kunnen spelen. En zo zitten Wayenberg en Oei een paar maanden na hun uitstapje naar Spanje in Maison Erard van pianorestaurateur Frits Janmaat op de Amsterdamse Keizersgracht. Voorafgaand aan de cd-‐opnamen daar geven ze eerst nog een concert. Voor de solopartij heeft Janmaat een glanzende roodbruine Erard concertvleugel uit 1846 klaargezet, voor de begeleiding een zwarte uit 1884. De uitvoering op twee vleugels zet de concerten in een ander licht. Het is nu niet de eenling tegenover het orkest, het individu versus de massa. Er is ruimte om andere nuances in de solopartij te beluisteren omdat de solist niet tegen een groot orkestapparaat hoeft op te boksen. Maar ook omdat de Erard uitnodigt tot een iets andere manier van fraseren, een transparantere speelwijze dan de moderne Steinways met hun langere resonantietijd en
grotere klank. Doordat je nu twee gelijkwaardige instrumenten hoort, krijgt het concert meer het karakter van een dialoog. Het is een exclusieve manier om zo naar Chopin te luisteren, met veertig bezoekers in de toonzaal van Janmaats pianowinkel en atelier. Zo zou het in de salons geweest kunnen zijn, waar Chopin liever speelde dan in de grote zalen, met het publiek vrijwel naast de piano. Zo intiem, zo dicht op elke noot. Helemaal wanneer Oei als toegift de Marche funèbre speelt op een kleine Pleyel-‐piano die maar een paar serienummers verschilt van de Pleyel waar Chopin op speelde en waaraan hij doorgaans de voorkeur gaf boven Erard. Met zachte hand laat Oei het instrument zingen en brengt hij in praktijk wat hij ooit over Chopin las, die tegen een leerling zei dat als je goed nuanceert, je maar een klein beetje meer hoeft te geven om het luider te laten klinken. De deur naar de straat staat open, voorbijgangers blijven staan en luisteren. Een paard met koets passeert het huis. Dichter bij Chopin is haast niet mogelijk. -‐-‐-‐-‐ Pay-‐Uun Hiu Tweede pianoconcert van Frans Liszt Bij Maison Erard aan de Keizersgracht in Amsterdam stond in 2015 een bijzonder instrument: de originele Erard-‐vleugel van Hector Berlioz uit 1847. Frits Janmaat kreeg de eervolle opdracht de recentelijk ontdekte vleugel te restaureren voor het Musée Hector-‐Berlioz in La Côte-‐Saint-‐André. Voordat de vleugel in juni 2015 naar Frankrijk ging, kregen Wayenberg en Oei de kans op dit historische instrument te spelen. Wayenberg speelde [solo] een selectie uit de Études d'exécution transcendente en na de pauze speelde Oei de solo-‐partij van het Tweede pianoconcert van Liszt; Wayenberg speelde de orkestpartij. Het stuk bestaat uit zes delen, die aan elkaar gecomponeerd zijn zonder pauzes ertussen. 1. Adagio sostenuto
assai 2. Allegro agitato assai 3. Allegro moderato 4. Allegro deciso 5. Marziale un poco
meno allegro 6. Allegro animato
Biografie Martin Oei Martin Oei (1996) is een jonge pianist die zowel op moderne vleugels als op historische instrumenten speelt. Hij is gefascineerd door fortepiano’s en Franse vleugels uit de 19de eeuw, bij moderne vleugels prefereert hij de Bösendorfer. Op zijn negende begon hij met piano spelen, een jaar later mocht hij studeren bij Jelena Bazova aan de Young Musicians Academy van Fontys Conservatorium Tilburg. Sinds 2015 studeert hij aan het Conservatorium van Utrecht bij Martyn van den Hoek; hij krijgt coaching van Dr. Pieter Vis. Oei won vanaf zijn twaalfde diverse prijzen (o.a. Prinses Christina Concours, Jong Muziektalent Nederland, Young Pianist Foundation, International Steinway&Sons Pianocompetition). Op zijn veertiende bracht T2 Entertainment zijn eerste cd uit. Hij debuteerde op 16-jarige leeftijd in het Koninklijk Concertgebouw in Amsterdam met de wereldpremière van Beethovens Fantasiesonate. Zefir Records bracht twee cd’s van Oei uit met deze bijzondere Fantasiesonate: de eerste op een moderne Bösendorfer vleugel, de tweede op een originele Rosenberger fortepiano uit 1800. Sinds 2012 treedt Oei regelmatig op met Daniël Wayenberg; de AVRO nodigde het duo uit om te spelen bij de heropening van het Rijksmuseum in 2013; een jaar later speelden ze bij Stichting Muziek in Huis zeven jubileumconcerten voor onder anderen Koningin Maxima.
Voor meer informatie:www.martinoei.nl.
Biografie Daniël Wayenberg
Nadat Daniël Wayenberg in 1949 internationaal doorbrak, speelde hij met vrijwel alle grote orkesten ter wereld, zoals het New York Philharmonic en het Koninklijk Concertgebouw-orkest.
Hij wordt beschouwd als één van de grootste Nederlandse pianisten en geeft jaarlijks nog tientallen optredens. Wayenbergs Russische moeder Margarete Berson bracht hem op jonge leeftijd in contact met de piano. Daarna studeerde hij bij Ary Verhaar en later in Parijs bij Marguerite Long. Hij ontving een Koninklijke onderscheiding in de Orde van Oranje Nassau en in Frankrijk de Chevalier des Arts et des Lettres. Wayenberg componeerde kamermuziek, pianoconcerten, het ballet Solstice en de symfonie Capella. Na de herontdekking van de luthéal schreef hij voor dit instrument de compositie Cadens, Serenade en Toccata. De cd-box van de violist Theo Olof bevat de historische opnamen op dit instrument. In december 2014 vond de wereldpremière plaats van zijn Compact Symphony in de Oosterpoort in Groningen. In 2016 (op 86-jarige leeftijd) bracht het Franse label Lyrinx de cd uit waarop hij alle twaalf Études d’exécution transcendante van Liszt speelde. Wayenberg vormt een vast duo met Martin Oei; naast stukken voor quatre-mains spelen ze graag pianoconcerten op twee vleugels. Wayenberg is tevens vaste begeleider van de Franse mezzosopraan Yana Boukoff en heeft recent met haar cd’s opgenomen. Voor meer informatie: www.ecomuziek.nl.
Van Daniel Wayenberg verscheen recent bij Lyrinx:
De firma BOL Piano’s stelde twee Bösendorfer concertvleugels ter beschikking voor het concert in het Koninklijk Concertgebouw.
Met dank aan: ASN Bank Nouveau Magazine GFP (Genny Freen Productions) Pay-‐Uun Hiu Pieter Vis Paul Keijsers Rogier Bol Pieter van de Ploeg
NIEUW (2016) Chopin à deux Voor het eerst op CD: de bekende pianoconcerten van Chopin, uitgevoerd op twee authentieke Erards. Sluit je ogen en waan je in het Parijs rond 1830, waar deze concerten zijn uitgevoerd door Chopin als begeleider van zijn leerlingen.
Deze CD productie is mede mogelijk gemaakt door een bijdrage van het Muziekproductiefonds
Van Martin Oei verscheen eerder bij Zefir Records: