voorwoord - cjg rijnmond...capelle aan den ijssel goeree-overflakkee krimpen aan den ijssel...
TRANSCRIPT
Financieel verslagCJG Rijnmond
CONCEPT 20
13
VoorwoordCJG Rijnmond staat aan de vooravond van de stelselwijziging in de jeugdzorg. De invoering van een nieuw jeugdstelsel in combinatie met teruglopende middelen vraagt een andere benadering van preventieve gezondheidszorg. Meer sturing op het normaliseren van de zorgvraag door het versterken van de eigen kracht van jeugdigen en opvoeders is daarbij een vereiste. Er zijn hoge verwachtingen ten aanzien van effectievere samenwerking van zorgaanbieders die, direct onder regie van gemeenten, sneller en adequaat de juiste hulp kunnen bieden.
Het afgelopen jaar heeft CJG Rijnmond zich sterk gemaakt om maatschappelijk bij te dragen aan deze ontwikkelrichting. Dit is niet zonder slag of stoot verlopen. De invoering van variabele contactmomenten, meer gericht op het individuele kind en/of de gezinssituatie, heeft veel veranderkracht gevraagd van onze medewerkers. Tegelijkertijd werd de organisatie geconfronteerd met lagere subsidies als gevolg van ver-vallen maatwerkactiviteiten. Hierdoor bleek begin 2013 sprake te zijn van een fors personeelsoverschot. Omdat deze kostenoverschrijding niet door natuurlijk verloop kon worden opgevangen waren rigoureuze maatregelen noodzakelijk om financieel gezond te blijven. De medewerkers van de CJG-locaties werden daarnaast extra belast door het zich eigen maken van de nieuwe werkwijze. Tegen deze achtergrond was het van belang dat de continuïteit van onze dienstverlening gehandhaafd bleef. Immers, het in beeld houden van alle kinderen blijft leidend in ons handelen.
Gedurende dit proces hebben wij als organisatie veel geleerd en bereikt: de onderlinge samenwerking is verbeterd en heeft geleid tot effectievere werkmethoden. Het feit dat CJG Rijnmond het jaar afsluit met een positief resultaat en dat tevens de productiedoelstellingen zijn behaald, is iets om trots op te zijn. Nog belangrijker is dat het afgelopen jaar ons bereikpercentage van kinderen wederom is toegenomen. Dit is een groot compliment aan onze professionals die zich hier geweldig voor hebben ingezet. Komende jaren hopen we de vruchten te plukken van deze inspanningen. Nu al zien we voortgang waarbij onze pro-fessionals meer tijd kunnen vrijmaken voor jeugdigen en opvoeders die meer ondersteuning nodig hebben.
F i n a n c i e e l v e r s l a g C J G R i j n m o n d 2 0 1 32
Onder de titel ‘In beeld en in de buurt’ is het strategisch bedrijfsplan voor de komende jaren gepresenteerd. Naast het verlenen van sociaal-medische publieke basiszorg, betekent deze opgave dat CJG Rijnmond in de toekomst haar aanbod van diensten uitbreidt in opdracht van diverse gemeenten. De geconstateerde diversiteit in de regio ten aanzien van ontwikkelsnelheid en gekozen richting in het kader van de transitie baart ons wel zorgen. Politiek-bestuurlijk wordt weliswaar gestuurd op solidariteit in de stadsregio Rotterdam-Rijnmond, maar in de praktijk is de onderlinge samenhang niet altijd zichtbaar. CJG Rijnmond is ervan overtuigd dat nauwere samenwerking en gebruikmaking van bestaande kennis bij kernpartners tot effectievere zorg leidt ten goedevan het publiek belang.
Begin november is het bestuurlijk aftreden aangekondigd van Ineke Moerman per einde verslagjaar. CJG Rijnmond heeft onder haar voorzitterschap een grote inhoudelijke verandering in gang gezetwaarmee een basis is gelegd voor de toekomst. Ineke blijft als ambassadeur van de publieke gezondheidszorg in een andere rol de komende periode verbonden aan de organisatie.
Bij de opstelling van dit jaarverslag is de nieuwe bestuursvoorzitter bekend: Hans Butselaar zal vanaf 1 april 2014 het bestuur completeren als boegbeeld van de organisatie. Samen met Hans kijkt CJG Rijnmond met vertrouwen richting de toekomst. Hierbij staat de organisatie voor de uitdaging om haar maatschappelijke meerwaarde verder te ontplooien en zorg te dragen voor een goede borging van verantwoorde preventieve zorg.
Bestuur CJG Rijnmond,
Pieter Stenger
F i n a n c i e e l v e r s l a g C J G R i j n m o n d 3
Inhoudsopgave1.3 Kwaliteit en veiligheid van zorg 25
1.3.1 Verslag van de Raad van Toezicht 25
1.3.2 Interne beheersing 27
1.3.3 Klachten 28
1.3.4 MIK-meldingen 29
1.4 Continuïteit 31
1.4.1 Begroting 2014 31
1.4.2 Risicoparagraaf 32
1.5 Ontwikkelingen en dienstverlening 34
1.5.1 Uitvoering JGZ 34
1.5.2 Product- en dienstontwikkeling 34
1.5.3 Strategische ontwikkelingen 39
1.5.4 Bijzondere projecten ondersteunend 40
aan JGZ
1 Jaarverslag 7
1.1 Algemene gegevens 8
1.1.1 Stichting CJG Rijnmond 8
1.1.2 Doel en activiteiten 9
1.1.3 Governancestructuur 10
1.1.4 Besturingsmodel 13
1.2 Resultaten 2013 14
1.2.1 Kengetallen 14
1.2.2 Contactmomenten 16
1.2.3 Aandachtskinderen 20
1.2.4 Vaccinaties 22
1.2.5 Bereik 23
1.2.6 Maatwerk 24
F i n a n c i e e l v e r s l a g C J G R i j n m o n d 5
Inhoudsopgave Financieel verslag CJG Rijnmond
Deze uitgave is samengesteld in opdracht van
CJG Rijnmond ©2014. Gedrukt op FSC gecertificeerd papier.
Vormgeving: Kwajongens Communicatie
2 Jaarrekening 43
2.1 Balans per 31 december 2013 44
(voor winstbestemming)
2.2 Staat van baten en lasten 2013 46
2.3 Kasstroomoverzicht 47
3 Overige gegevens 49
3.1 Resultaatbestemming 50
3.2 Gebeurtenissen na balansdatum 50
3.3 Controleverklaring van 51
onafhankelijke acoountant
F i n a n c i e e l v e r s l a g C J G R i j n m o n d 2 0 1 36
F i n a n c i e e l v e r s l a g C J G R i j n m o n d 7
Jaarverslag
F i n a n c i e e l v e r s l a g C J G R i j n m o n d 7
1.1.1 Stichting CJG Rijnmond
Stichting CJG Rijnmond, verder CJG Rijnmond, bestaat sinds 1 januari 2010 en is gevestigd in Rotterdam. De organisatie voert
jeugdgezondheidszorg (JGZ) uit in opdracht van bij haar aangesloten gemeenten. Dit zijn: Albrandswaard, Barendrecht,
Bernisse, Brielle, Capelle aan den IJssel, Goeree-Overflakkee, Hellevoetsluis, Krimpen aan den IJssel, Lansingerland,
Maassluis, Ridderkerk, Rotterdam, Schiedam, Spijkenisse, Vlaardingen en Westvoorne.
CJG Rijnmond heeft geen winstdoelstelling.
1.1 Algemene gegevens
Albrandswaard
Barendrecht
Bernisse
Brielle
Capelle aan den IJssel
Goeree-Overflakkee
Krimpen aan den IJssel
Lansingerland
Maassluis
Ridderkerk
Rotterdam
Schiedam
Spijkenisse
Vlaardingen
Westvoorne
Hellevoetsluis
F i n a n c i e e l v e r s l a g C J G R i j n m o n d 2 0 1 38
F i n a n c i e e l v e r s l a g C J G R i j n m o n d 9
1.1.2 Doel en activiteiten
CJG Rijnmond biedt preventieve gezondheidszorg aan alle kinderen van 0 tot 19 jaar in zijn werkgebied. De lichamelijke, psychische,
sociale en cognitieve ontwikkeling van kinderen wordt gevolgd en er wordt informatie verstrekt aan ouders en verzorgers over opvoeden en
opgroeien. Door adequaat te handelen bij het vaststellen van gezondheidsbedreigingen en achterstanden in ontwikkeling wordt het gezond,
veilig en kansrijk opgroeien van kinderen ondersteund.
Met gezondheidsbedreigingen en achterstanden in ontwikkeling worden onder andere bedoeld: groeistoornissen, overgewicht, motoriek-
en taal/spraakstoornissen, problemen met het gehoor en het gezichtsvermogen, maar ook psychosociale problemen zoals angst, depressie,
agressie en contactstoornissen. Vanuit de maatschappelijke opdracht wordt bij voortduring het aanbod afgestemd op de veranderende
behoefte.
De uitvoering van het rijksvaccinatieprogramma (RVP), waarbij in opdracht van het
ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) kinderen worden ingeënt tegen
een aantal veelvoorkomende infectieziekten, is ook een verantwoordelijkheid van
CJG Rijnmond.
Onze pedagogische visie Positief opvoeden wordt gezien als basis
voor de kansrijke ontwikkeling van de
jongere tot volwassene en is gebaseerd
op de volgende drie uitgangspunten:
SteunenElk kind heeft recht op onvoorwaardelijke steun in de vorm van tijd, liefde, aan-dacht en betrokkenheid.
StimulerenEen goede opvoeding biedt kinderen de ruimte om zich optimaal te ontwikkelen, uitdagingen aan te gaan en moeilijkheden te over-winnen.
SturenEen goede opvoeding biedt kinderen in alle ontwikkelings-fasen structuur en houvast in de vorm van regels en grenzen en draagt bij aan sociale aan-passing en goed burgerschap.
F i n a n c i e e l v e r s l a g C J G R i j n m o n d 2 0 1 31 0
1.1.3 Governancestructuur
CJG Rijnmond streeft naar transparantie in de bedrijfsvoering. De organisatie zet zich in om kwalitatief hoogwaardige zorgdiensten
te leveren tegen een goede prijs-kwaliteitverhouding. In de organisatie wordt een klimaat bevorderd waarin dialoog en debat in het
belang van de dienstverlening vanzelfsprekend zijn. De opvatting is dat, door te zorgen voor goede werk- en medezeggenschaps-
verhoudingen binnen de onderneming, de kwaliteit van de functie-uitoefening van medewerkers positief wordt beïnvloed. Verant-
woording afleggen en innoveren zijn begrippen die tot de kernwaarden van de organisatie behoren. De besturing van de onderne-
ming wordt afgestemd op de hedendaagse denkbeelden over goed bestuur. De organisatie hanteert de uitgangspunten: goede
zorg vereist goed bestuur, goed bestuur verdient goed toezicht, goede zorg is verantwoorde zorg en goed toezicht is gebaseerd
op vertrouwen.
De diverse rollen die bestuur en toezichthouders vervullen worden onderstaand geschetst:
Raad van Bestuur
De Raad van Bestuur is eindverantwoordelijk voor en belast met het besturen van de organi-
satie, waaronder ook de kwaliteit en veiligheid van zorg, de risicobeheersing en de financie-
ring (continuïteit). Dit houdt in dat gestuurd wordt op het realiseren van de doelstellingen van
de organisatie, de strategie, het beleid en de daarmee samenhangende resultaatontwikke-
lingen. Bij de vervulling van zijn taak richt het bestuur zich naar het belang van de stichting,
de binnen het werkgebied gevestigde centra voor jeugd en gezin en het belang van de
samenleving. Het bestuur legt over zijn taakuitoefening verantwoording af aan de Raad
van Toezicht.
De Raad van Bestuurbestaat uit twee leden.In 2013 waren dit:• Ineke Moerman,
voorzitter (per 01-01-2014 vacature)
• Pieter Stenger
F i n a n c i e e l v e r s l a g C J G R i j n m o n d 1 1
Raad van Toezicht
Hoewel volgens de statuten de formele benoeming van leden van de Raad van Bestuur een taak
is van de Raad voor het Publiek Belang, treedt de Raad van Toezicht op als feitelijke werkgever
van de Raad van Bestuur. Deze stelt ondermeer de beloning van de bestuurders vast in overeen-
stemming met het door de Raad voor het Publiek Belang geformuleerde beloningsbeleid;
de beloningscode voor bestuurders in de zorg zoals opgesteld door NVTZ (Nederlandse
vereniging van toezichthouders in de zorg) en NVZD (vereniging van bestuurders in de gezond-
heidszorg) wordt gehanteerd. De Raad van Toezicht oefent controle uit op het beleid van het
bestuur en op de algemene gang van zaken in de onderneming. Het bestuur wordt met advies
ter zijde gestaan.
Raad voor het Publiek Belang
De Raad voor het Publiek Belang is het hoogste gezagsorgaan van de stichting. Deze treedt op
als belangenbehartiger van alle in de gemeenschappelijke regeling GGD Rotterdam-Rijnmond
verenigde gemeenten en ziet erop toe dat het publiek belang in de aan CJG Rijnmond verstrekte
dienstverleningsopdracht gewaarborgd blijft. Elke aangesloten gemeente wordt in de Raad voor
het Publiek Belang vertegenwoordigd door een burgemeester of wethouder. Het aantal leden in
dit college is gelijk aan het aantal aangesloten gemeenten. In 2013 was Hugo de Jonge,
wethouder Onderwijs, Jeugd en Gezin van de Gemeente Rotterdam, voorzitter.
De Raad van Toezicht
bestaat uit vier leden.
In 2013 waren dit:
• Aad van Nes, voorzitter
• Eric Hisgen
• Marjolijne Lewis
(per 01-01-2014 vacature)
• Martine Visser
De Raad voor het
Publiek Belang
bestaat uit zestien leden.
In 2013 was de voorzitter:
• Hugo de Jonge
F i n a n c i e e l v e r s l a g C J G R i j n m o n d 2 0 1 31 2
Raad voor het publiek belang
De Raad voor het Publiek Belang is het hoogste gezagsorgaan van de stichting. Deze treedt op als belangenbehartiger van
alle in de gemeenschappelijke regeling GGD Rotterdam-Rijnmond verenigde gemeenten en ziet erop toe dat het publiek be-
lang in de aan CJG Rijnmond verstrekte dienstverleningsopdracht gewaarborgd blijft. Elke aangesloten gemeente wordt in de
Raad voor het Publiek Belang vertegenwoordigd door een burgemeester of wethouder. Het aantal leden in dit college is gelijk
aan het aantal aangesloten gemeenten. In 2013 was Hugo de Jonge, wethouder Onderwijs, Jeugd en Gezin van de Gemeente
Rotterdam, voorzitter.
1.1.4 Besturingsmodel
In nevenstaand schema is vanuit besturing
en verantwoording gekozen voor twee
sectoren. Deze structuur is halverwege
2013 ingezet en is in lijn met het vastgesteld
beleidsplan 2014 - 2017. Medio 2013 is
een sectorhoofd JGZ aangesteld. De sector
Jeugd & Gezin is ultimo 2013 nog in een
ontwikkelorganisatie ondergebracht.
F i n a n c i e e l v e r s l a g C J G R i j n m o n d 1 3
F i n a n c i e e l v e r s l a g C J G R i j n m o n d 2 0 1 31 4
Goe
d
Neu
traal
Aand
acht
Risi
coOntwikkeling (legenda)
1.2.1 Kengetallen
Klanten/afnemers Realisatie2013
Realisatie2012
Begroting2013
Consulten 0 - 1 jaar 94,7% 92,9% 90,0%
Consulten 2 - 4 jaar 90,6% 91,0% 90,0%
Consulten 5 - 12 jaar 89,5% 95,3% 90,0%
Consulten 13 - 16 jaar 90,6% 90,7% 90,0%
No Show 11,6% 12,5% < 20,0%
Aandachtskinderen 19,4% 17,1%
Interne bedrijfsvoering Realisatie2013
Realisatie2012
Begroting2013
Bezetting (excl. stagiaires) 515,7 527,8 507,1
Inhuur in % 2,6% 5,2% 4,8%
Productieve uren in % 74,2% 75,5% 74,0%
Ziekteverzuim in % 5,0% 5,3% 6,5%
- waarvan langdurig verzuim 3,2% 3,4% 3,0%
Overhead: fte 16,1% 16,2% 19,7%
Overhead: kosten 28,3% 29,2% 32,6%
Scholing 82,6% 113,0% 100,0%
1.2 Resultaten 2013
De vergelijkende cijfers 2012 zijn voor wat betreft het ziekteverzuim in de kengetallen aangepast naar de voor 2013 toegepaste methodiek. De oude methodiek was gebaseerd op kalenderdagen, de huidige methodiek is gebaseerd op werkdagen.
F i n a n c i e e l v e r s l a g C J G R i j n m o n d 1 5
Financiën (€ x 1.000) Realisatie2013
Realisatie2012
Begroting2013
Resultaat 263,2 541,0 658,0
Omzet per fte 82,5 82,4 83,4
Investeringen 433,2 2.037,6 1.530,0
Liquiditeit; quick ratio 0,7 0,4 0,7
Debiteuren % van omzet 0,8% 0,2% 0,5%
Ontwikkeling en Innovatie Realisatie2013
Realisatie 2012
Begroting2013
Dashboard 75% 100%
Transitie Jeugdzorg Onderhanden
Ziekteverzuim
Personeel
Overhead CJG-locaties
Verdeling personeel
CJG-locaties en overhead
83 433Inhuur personeel Vast personeel
Verdeling vast eninhuur
personeel
13
516
5,8%
0 1 2 3 4 5 6 7 %
6,7%
5,2%
5,2%
4,2%
4,5%
4,5%
4,3%
4,7%
4,2%
4,9%
5,5%
5,0%
Januari
Februari
Maart
April
Mei
Juni
Juli
Augustus
September
Oktober
November
December
2013
Kort
Mid
del
Lang
ContactmomentenOp gezette tijden ontvangen alle kinderen in het verzorgingsgebied van
CJG Rijnmond een uitnodiging voor het ondergaan van een geneeskundig
onderzoek. Doel van deze onderzoeken is het vroegtijdig signaleren van
mogelijke gezondheidsbedreigingen, al dan niet omgevingsgerelateerd.
De uitnodiging voor deze consulten is leeftijdsgebonden.
11 maanden
3 jaar4 jaar
Groep 6
9 jaarGroep 2
Groep 7
12 jaar
16 jaar
8 weken
3 maanden
4 maanden
14 maanden
8 maanden
2 jaarGeboorte-
huisbezoek
3 weken
BABY, PEUTER, KLEUTER SCHOOLGAAND KIND PUBER
F i n a n c i e e l v e r s l a g C J G R i j n m o n d 2 0 1 31 6
F i n a n c i e e l v e r s l a g C J G R i j n m o n d 1 7
Contactmoment Jaardoelstelling RealisatieAantal %
Neonatale gehoorscreening 14.154 12.950 91%
Geboortehuisbezoek 13.865 13.566 98%
Contactmoment 3 weken 13.518 13.458 100%
Contactmoment 8 weken 13.518 13.262 98%
Contactmoment 3 maanden 13.518 13.646 101%
Collectief en plus 4 maanden 13.496 12.894 96%
Contactmoment 6 maanden 13.518 13.457 100%
Collectief en plus 8 maanden (nieuw) 13.856 6.040 44%
Collectief en plus 11 maanden 13.496 14.014 104%
Contactmoment 14 maanden 14.331 14.040 98%
Contactmoment 2 jaar 14.267 19.319 135%
Contactmoment 3 jaar 14.325 13.394 94%
Collectief en plus 4 jaar 14.296 13.044 91%
Visustest groep 1 (nieuw) 11.027 2.530 23%
Contactmoment groep 2 13.814 12.171 88%
Biometrie groep 6 (nieuw) 14.635 7.510 51%
Groepsvoorlichting groep 7 (nieuw) 14.305 7.520 53%
Contactmoment klas 1 VO 13.306 11.230 84%
Contactmoment jaar voor eindexamen 12.929 12.679 98%
1.2.2 Contactmomenten
Productie uniform
In nevenstaand overzicht zijn de in 2013 behaalde
resultaten over de contactmomenten verzameld.
De respons op de uitnodigingen voor een geneeskun-
dig onderzoek is goed tot zeer goed. Dit geldt vooral
voor de consulten voor baby’s en peuters. De enige
dissonant in dit rijtje is de neonatale gehoorscreening,
waarvan het realisatiepercentage 91% is. Dit komt
doordat in nevenstaande cijfers baby’s, waarvan de
screening in het ziekenhuis is afgenomen, niet zijn
meegenomen. De echte score is bijna 100%. Waar in
de tabel bij de omschrijving ‘Collectief en plus’ staat
vermeld betreft het over het algemeen vaccinatie-
spreekuren of groepsvoorlichtingen, die als regel tot
die specifieke handelingen beperkt blijven. Van deze
doelgroepen worden uitsluitend kinderen die, om
uiteenlopende redenen, extra aandacht behoeven uit-
genodigd voor een individueel consult; dit is ongeveer
20% van de totale doelgroep.
Bij een aantal contactmomenten stijgt de realisatie uit boven 100%.
Dit heeft over het algemeen te maken met de manier waarop de jaar-
doelstelling wordt bepaald. Voor het bepalen van de jaardoelstelling
wordt gekeken naar het aantal kinderen dat op het rapportagemoment
op basis van leeftijd of vermelding op schoollijsten in aanmerking zou
dienen te komen voor een consult. In- en uitverhuizingen, geboorte en
overlijden zorgen ervoor dat de jaardoelstelling per rapportagemoment
kan fluctueren. In situaties waarbij bijvoorbeeld een kind verhuist dat
al een bepaald consult heeft ondergaan, kan de realisatie uitstijgen
boven 100%, omdat in de telling van de jaardoelstelling dit kind niet is
opgenomen. De realisatie van 135% op het contactmoment 2 jaar is
gerelateerd aan de overgang van de oude naar de nieuwe werkwijze
JGZ en wordt veroorzaakt door het samenvoegen van twee contact-
momenten, te weten: 18 maanden en 24 maanden, waarbij in de telling
van de jaardoelstelling het 18 maanden consult niet is opgenomen,
maar in de realisatie wel.
Alle consulten met een lage realisatie zijn nieuwe contactmomenten. De
uit te voeren verrichtingen waren in het verleden inhoudelijk onderdeel
van het oude contactmomentenschema. Zo was de Visustest groep 1
opgenomen in het 4 jaar consult en was Biometrie groep 6 opgenomen
in het contactmoment groep 7. De lage realisatie op deze nieuwe con-
tactmomenten is het gevolg van een geleidelijke invoer van de nieuwe
werkwijze JGZ. De feitelijke realisatiedoelstelling op deze consulten is
in orde. Dit blijkt ondermeer uit de bereikcijfers.
F i n a n c i e e l v e r s l a g C J G R i j n m o n d 2 0 1 31 8
F i n a n c i e e l v e r s l a g C J G R i j n m o n d 1 9
No-show
De no-show is in 2013 ten opzichte van 2012 licht gedaald maar komt, ondanks een meer persoonlijke benadering, waaronder
telefonisch contact en het door de jeugdverpleegkundige ondernemen van huisbezoeken, nog regelmatig voor. Verwacht wordt
dat met het standaard verzenden van uitnodigingsherinneringen met behulp van een Sms-Notificatie het no-showpercentage
verder zal afnemen. Hiermee is eind 2013 regiobreed gestart. In paragraaf 1.5.2 is een nadere toelichting opgenomen.
2012
% N
o-S
ho
w2013
Bron: KIDOS
F i n a n c i e e l v e r s l a g C J G R i j n m o n d 2 0 1 32 0
Aandachtskinderen zijn kinderen waarbij gezondheids- of
veiligheidsrisico’s zijn vastgesteld die opvolging behoe-
ven. Voor het inschatten van de ernst van de risico’s wordt
door CJG Rijnmond sinds juni 2012 gebruik gemaakt van
het ETM (Ernst Taxatie Model); een methode waarmee
op digitale wijze informatie over de gezondheidstoestand
van kinderen wordt verzameld, gekaderd en gewogen.
De uiteindelijke risico-indeling wordt door de professional
gedaan.
Het in de tabel opgenomen ‘aantal kinderen in zorg’
vertegenwoordigt de doelgroep. Voor nog niet school-
gaande kinderen is geselecteerd op woonadres en voor de
schoolgaande jeugd is geselecteerd op de postcode van
de school.
Als peildatum is 31 december 2013 gehanteerd. Om te be-
palen welke van deze kinderen daadwerkelijk gezien zijn, is
vervolgens gekeken of sinds 1 januari 2010 (datum oprich-
ting CJG Rijnmond) ooit een risico-inschatting is gemaakt.
Voor het bepalen van de uiteindelijke risico-indeling in het
overzicht is bij een risicotaxatie, die voor 30 juni 2012 heeft
plaatsgevonden, gekeken naar het aantal geregistreerde
risicofactoren in het digitaal dossier JGZ; bij risicotaxatie na
30 juni 2012 is de ETM-score gehanteerd.
1.2.3 Aandachtskinderen
F i n a n c i e e l v e r s l a g C J G R i j n m o n d 2 1
Leeftijd In zorg Gezien Taxatie Neutraal AandachtskinderendoorCJG
verouderd ETM 1 Enkelvoudig(ETM 2)
Meervoudig(≥ETM 3) %
0 13.518 12.901 184 8.221 4.103 393 34,9%
1 14.332 14.096 565 9.909 3.415 207 25,7%
2 14.266 14.106 665 9.183 3.948 310 30,2%
3 14.362 14.116 1.195 8.199 4.362 360 33,5%
4 11.183 10.866 811 6.925 3.011 119 28,8%
5 14.227 12.809 5.440 4.386 2.811 172 23,3%
6 13.962 13.326 2.796 6.349 4.040 141 31,4%
7 14.395 13.865 10.544 1.791 1.489 41 11,0%
8 14.349 12.696 11.882 151 632 31 5,2%
9 14.585 11.054 10.445 33 550 26 5,2%
10 14.680 5.964 5.415 93 437 19 7,6%
11 14.855 7.081 3.286 2.543 1.222 30 17,7%
12 15.655 11.697 8.184 2.020 1.455 38 12,8%
13 16.051 13.453 6.136 4.837 2.431 49 18,4%
14 16.314 14.425 7.256 4.501 2.567 101 18,5%
15 15.955 14.145 10.430 2.052 1.565 98 11,8%
16 15.720 10.277 8.525 830 867 55 9,0%
17 15.352 5.544 4.736 308 479 21 9,0%
18 14.151 3.301 2.992 72 228 9 7,2%
Totaal 277.912 215.722 101.487 72.403 39.612 2.220 19,4%
De geldigheid van de risicotaxatie is beperkt. Voor
kinderen waarbij geen gezondheids- of veiligheids-
risico’s zijn vastgesteld (ETM-score 1) en kinderen
met een enkelvoudige problematiek (ETM-score 2),
is de risicoweging geldig tot het volgend consult.
De indeling als aandachtskind met meervoudige
problematiek (ETM-score 3 t/m 5) is maximaal zes
maanden geldig; gedurende deze periode van
zes maanden volgt de professional de casus en
beoordeelt of en wanneer afgeschaald kan worden.
Voor deze laatste groep is daarom de taxatie,
indien deze langer dan zes maanden geleden heeft
plaatsgevonden, in het overzicht gecorrigeerd naar 0
(taxatie verouderd). In de groep ‘taxatie verouderd’
zitten ook de kinderen die sinds 1 januari 2010 niet
zijn gezien. Veelal wordt dit veroorzaakt door het
leeftijdsverschil tussen de contactmomenten.
De in de tabel opgenomen percentages zijn af-
gezet tegen het aantal kinderen dat is gezien.
Bron: KIDOS
F i n a n c i e e l v e r s l a g C J G R i j n m o n d 2 0 1 32 2
1.2.4 Vaccinaties
+7%
DKTP- DKTP- DKTP-Gemeente BMR < 5 jr BMR ≥ 5 jr DKTP Hep B Hib Hib-Hep B DTP Hep B Hib HPV MenC Pneu Totaal
Albrandswaard 258 - 236 2 - 886 - 6 - - 258 891 2.537
Barendrecht 559 661 524 3 - 1.965 657 17 - 689 570 1.957 7.602
Brielle 146 159 166 3 - 571 158 4 - 1 138 564 1.910
Capelle aan den IJssel - 730 6 - - - 733 24 - 764 20 - 2.277
Goeree-Overflakkee 514 553 452 4 - 1.710 554 10 - 475 472 1.677 6.421
Hellevoetsluis 463 534 477 21 5 1.666 512 40 1 995 458 1.641 6.813
Krimpen aan den Ijssel 440 383 317 9 - 941 328 18 - 396 268 930 4.030
Lansingerland 761 906 841 59 4 2.979 904 46 2 948 780 2.982 11.212
Maassluis 315 351 298 2 - 1.109 355 10 - 368 328 1.111 4.247
Ridderkerk 456 463 364 5 1 1.506 457 20 - 634 455 1.501 5.862
Rotterdam 7.581 6.573 6.174 187 14 30.263 6.448 720 12 4.449 7.985 30.004 100.410
Schiedam 795 808 677 20 1 3.166 807 62 1 862 876 3.042 11.117
Spijkenisse/Bernisse 884 784 844 16 1 3.112 784 36 2 1.164 892 3.072 11.591
Vlaardingen 736 799 689 8 1 2.792 789 92 1 836 775 2.755 10.273
Westvoorne - 125 - - - - 125 1 - 1 1 - 253
Totaal entingen 13.908 13.829 12.065 339 27 52.666 13.611 1.106 19 12.582 14.276 52.127 186.555
Bron
: RIV
M
Door verbetering van het logistieke proces en een meer eigentijdse communicatie over nut en noodzaak van vaccinatie is de
vaccinatiegraad (het bereik) sterk verbeterd. Bij de inenting van meisjes tegen baarmoederhalskanker (HPV) is de vaccinatie-
graad in 2013 zelfs met 7% toegenomen ten opzichte van 2012. De nieuwe benaderingswijze heeft ook geleid tot lagere kosten.
Betekenis van de gehanteerde afkortingen voor vaccinatie:BMR < 5jr bof, mazelen, rodehond voor kinderen jonger dan 5 jaarBMR ≥ 5jr bof, mazelen, rodehond voor kinderen vanaf 5 jaarDKTP difterie, kinkhoest, tetanus, polioDKTP-Hep B difterie, kinkhoest, tetanus, polio + hepatitis B (gele koorts)DTP difterie, tetanus, polio
Hep B hepatitis B (gele koorts)Hib haemophilus influenza type b (o.a. hersenvliesontsteking)HPV humaan papilomavirus (baarmoederhalskanker)MenC meningokokken C (hersenvliesontsteking)Pneu pneumokokken (o.a. longontsteking en bijholteontsteking)
F i n a n c i e e l v e r s l a g C J G R i j n m o n d 2 3
Contactmoment Doelgroep Gezien Bereik In beeld In beeld
Neonatale Gehoorscreening 13.792 12.950 94% 13.432 97%
Geboortehuisbezoek 13.598 13.295 98% 13.449 99%
Contactmoment 3 weken 13.707 13.126 96% 13.525 99%
Contactmoment 8 weken 13.817 13.009 94% 13.717 99%
Contactmoment 3 maanden 13.959 13.242 95% 13.653 98%
Collectief en plus 4 maanden 14.000 12.443 89% 13.751 98%
Contactmoment 6 maanden 14.055 12.969 92% 13.741 98%
Collectief en plus 8 maanden (nieuw) 14.166 4.837 34% 12.972 92%
Collectief en plus 11 maanden 14.493 13.490 93% 14.089 97%
Contactmoment 14 maanden 14.400 13.453 93% 13.996 97%
Contactmoment 2 jaar 14.682 13.761 94% 14.323 98%
Contactmoment 3 jaar 14.540 12.701 87% 13.801 95%
Collectief en plus 4 jaar 14.796 14.404 97% 14.640 99%
Visustest groep 1 (nieuw) 12.644 349 3% 10.740 85%
Contactmoment groep 2 12.924 11.570 90% 12.441 96%
Biometrie groep 6 (nieuw) 13.486 4.729 35% 5.823 43%
Groepsvoorlichting groep 7 13.393 3.443 26% 9.617 72%
Contactmoment klas 1 VO 14.126 12.798 91% 13.172 93%
Contactmoment jaar voor eindexamen 13.746 12.679 92% 13.496 98%
1.2.5 Bereik
Hep B hepatitis B (gele koorts)Hib haemophilus influenza type b (o.a. hersenvliesontsteking)HPV humaan papilomavirus (baarmoederhalskanker)MenC meningokokken C (hersenvliesontsteking)Pneu pneumokokken (o.a. longontsteking en bijholteontsteking)
Het bereikpercentage is het aantal kinderen
dat is gezien afgezet tegen het aantal kinde-
ren in de doelgroep. Een kind behoort tot de
doelgroep van een contactmoment als het
volgens de gemeentelijke basisadministratie
(GBA) de leeftijd van het contactmoment
heeft en zijn postcode binnen het werkge-
bied valt of het kind als leerling op school zit
met een postcode binnen het werkgebied.
Het aantal kinderen dat in beeld is bestaat
uit de kinderen die werkelijk zijn gezien
op een consult, aangevuld met kinderen
waarover op andere wijze informatie is
verkregen, zodat een oordeel kan worden
gevormd over hoe het met een kind gaat.
Deze informatie komt bijvoorbeeld van
huisartsen, scholen of ketenpartners.
Het ‘in beeldpercentage’ is het aantal kinde-
ren in beeld afgezet tegen de doelgroep.
Evenals bij de productiecijfers zijn alle
consulten met een lage realisatie nieuwe
contactmomenten.
1.2.6 Maatwerk
Naast het uniforme deel van het basistakenpakket, dat voor alle gemeenten
gelijk is, hebben alle in CJG Rijnmond participerende gemeenten, in het
kader van hun specifieke jeugdbeleid, extra dienstverlening ingekocht als
aanvullende voorziening, afgestemd op de lokale behoefte. De invulling van
deze producten is heel divers en nagenoeg altijd maatwerk. Het aanbod
varieert van het beschikbaar stellen van personeel voor administratieve en
ondersteunende functies tot het geven van voorlichting en advies.
Afgemeten naar omzetvolume waren zorgcoördinatie (aanvullend op het
binnen het nieuwe aanbod beschikbare volume) en de inzet van pre- en
postnatale producten belangrijk. De totale omzet aan maatwerkproducten
bedroeg circa € 10.4 miljoen.
F i n a n c i e e l v e r s l a g C J G R i j n m o n d 2 0 1 32 4
F i n a n c i e e l v e r s l a g C J G R i j n m o n d 2 5
1.3 Kwaliteit en veiligheid van zorg
1.3.1 Verslag van de Raad van Toezicht
De Raad van Toezicht heeft in 2013 vier reguliere besprekingen met het bestuur gevoerd. In een besloten vergadering
is het functioneren van het bestuur geëvalueerd. Verder heeft de Raad, vertegenwoordigd door zijn voorzitter, deelgeno-
men aan diverse overlegstructuren over de doelstellingen en strategie van de stichting en eventuele daarmee verbonden
risico’s. Ondermeer heeft een vertegenwoordiger van de Raad van Toezicht tweemaal een vergadering van de Raad voor
het Publiek Belang bijgewoond en is overleg gevoerd met een delegatie van de ondernemingsraad van de stichting.
Belangrijke onderwerpen waren:
• goedkeuring van de jaarrekening en het jaarverslag 2012
• programmaplan Transitie
• strategisch bedrijfsplan 2014 – 2017
• bestuurlijke vernieuwing
• procedure nieuwe voorzitter Raad van Bestuur
• procedure nieuw lid Raad van Toezicht
• management letter accountant
• kwartaalrapportages
• goedkeuring van de begroting 2014
F i n a n c i e e l v e r s l a g C J G R i j n m o n d 2 0 1 32 6
Algemeen
De Raad heeft zich aan de hand van kwartaalrapportages laten informeren over de voortgang in operationele en tactische
doelstellingen, waarbij vooral bereik van kinderen, productie en aandacht voor de personele ontwikkelingen aan bod
zijn geweest. De uiteindelijke ontwikkelrichting van de organisatie is door het bestuur vormgegeven in een strategisch
beleidsplan voor de jaren 2014 - 2017 met de titel ‘In beeld en in de buurt’. In deze meerjarenvisie wordt aangegeven hoe
CJG Rijnmond wil transformeren van een JGZ-instelling naar een preventieve publieke zorginstelling. Unaniem heeft de
Raad zijn goedkeuring gegeven aan het door het bestuur opgestelde strategisch bedrijfsplan.
Bestuurlijke vernieuwing
De gekozen ontwikkelrichting in relatie tot de op handen zijnde veranderingen in het nieuwe jeugdstelsel was aanleiding
te kiezen voor bestuurlijke vernieuwing. In goed overleg tussen de Raad van Toezicht en de Raad van Bestuur is besloten
een nieuwe voorzitter aan te trekken die samen met medebestuurder Pieter Stenger, op strategisch niveau de focus gaat
richten op de veranderingen die de stichting gaat doormaken. Tegelijkertijd is besloten Ineke Moerman te ontheffen van
bestuurlijke taken en haar vrij te maken voor de noodzakelijke doorontwikkeling van de preventieve gezondheidszorg.
In deze rol kan zij zich als ambassadeur van publieke zorg voor jeugd volledig bezighouden met het initiëren van zorg-
inhoudelijke innovaties en het verbinden van kennis met: ketenpartners, onderwijs, wetenschap, lokale, regionale en
nationale overheden. CJG Rijnmond richt zich de komende jaren niet alleen op het excellent uitvoeren van zijn huidige,
preventieve JGZ-taak, maar heeft een uitdagende ontwikkelopdracht in het kader van de gevraagde transformatie.
In het licht van deze grote maatschappelijke opdracht - in het belang van het kind - kijkt de Raad van Toezicht met veel
vertrouwen uit naar het jaar 2014.
Mutaties in samenstelling Raad van Toezicht
In juni 2013 heeft mevrouw Marjolijne Lewis aangegeven zich terug te trekken als lid van de Raad van Toezicht.
Mevrouw Chantal Gill’ard volgt haar in 2014 op.
F i n a n c i e e l v e r s l a g C J G R i j n m o n d 2 7
1.3.2 Interne beheersing
CJG Rijnmond staat garant voor de kwaliteit van zorg en onderhoudt deze doelstelling ondermeer door tweemaal per jaar
eigen medewerkers audits te laten uitvoeren op de interne processen en beheersmaatregelen. Ook wordt jaarlijks, in het
kader van de HKZ certificering, door een externe partij beoordeeld of met name het primaire proces nog steeds voldoet
aan de normvereisten verbonden met het HKZ-keurmerk. Uitvoering van het basistakenpakket vindt plaats in lijn met de
landelijke JGZ-richtlijnen.
In 2013 zijn twee interne audits uitgevoerd. Medio 2013 is onderzoek gedaan naar: de dienstverlening van de service-
desk, registratie van dienstverlening en klantenplanning. Een tweede audit, gericht op de interne communicatie en de
uitvoering van maatwerkdiensten, heeft eind 2013 plaatsgevonden. Zowel de positieve bevindingen als de aandachts-
gebieden zijn, waar nodig voorzien van verbetermaatregelen, gepresenteerd aan het management. Geaccordeerde
verbetermaatregelen zijn voor opvolging in een activiteitenplan vastgelegd.
In augustus 2013 heeft de externe audit in het kader van HKZ plaatsgevonden, waarbij het door CJG Rijnmond gehan-
teerde kwaliteitsmanagementsysteem en de toepassing daarvan opnieuw getoetst is. Het auditrapport oordeelt positief
over de transparantie, professionaliteit, bewustwording en klantgerichtheid in de organisatie. Bovendien is geconsta-
teerd dat corrigerende maatregelen met betrekking tot de in voorgaande audit benoemde aandachtspunten effectief
zijn doorgevoerd. Op basis van de resultaten van de audit is door Kiwa Nederland BV besloten tot voortzetting van het
in 2012 door haar uitgegeven kwaliteitscertificaat. Met het behoud van het HKZ-keurmerk bewijst CJG Rijnmond een
organisatie te zijn die zijn cliënten centraal stelt, continu werkt aan optimalisering van het aanbod, betrouwbare resultaten
presenteert, goed georganiseerd is en bovenal voldoet aan de eisen die vanuit de sector zelf, door financiers, klanten en
overheid worden gesteld.
In 2013 is de toepassing van alle relevante landelijke JGZ-richtlijnen binnen de organisatie door de afdeling Staf geëvalu-
eerd en is een planning opgesteld om herziene of nieuwe richtlijnen in te bedden in de organisatie. In november 2013 is
de richtlijn Overgewicht succesvol geïmplementeerd. Hiertoe zijn alle vestigingen bezocht om de professionals te scholen
met behulp van een door het NCJ ontwikkelde toolkit. Alle geïmplementeerde JGZ-richtlijnen zijn tevens opgenomen in
het digitale handboek van de organisatie.
F i n a n c i e e l v e r s l a g C J G R i j n m o n d 2 0 1 32 8
1.3.3 Klachten
In 2013 werd een digitaal klachtenopvolgsysteem geïntroduceerd. Een belangrijk doel hiervan was om ook de informele,
makkelijk oplosbare klachten te gaan registreren, zodat een completer beeld zou ontstaan over de omvang en aard van
het type klachten binnen de organisatie. In 2013 zijn 188 klachten van klanten geregistreerd. Dit lijkt een enorme toename
ten opzichte van 2012, maar dient genuanceerder geïnterpreteerd te worden, omdat - zoals eerder genoemd - in 2012
een belangrijk deel van de klachten niet schriftelijk werd vastgelegd. Het ging dan vooral om klachten die uit te leggen
zijn als ontevredenheid over de organisatie en de bejegening.
Indien klachten over de organisatie en de bejegening buiten beschouwing worden gelaten, valt bij het vergelijken van
de uitkomsten 2013 en 2012, een stijging van klachten over medisch handelen op. Uit nader onderzoek moet blijken of
deze klachten wellicht verband houden met de invoering van de nieuwe werkwijze JGZ of dat er andere oorzaken zijn.
Geruststellend is het te kunnen vaststellen dat uit het onderzoek geen ernstig medisch falen is geconstateerd.
De afhandeling van klachten is naar tevredenheid verlopen en heeft voor de klanten geen aanleiding gegeven tot het
instellen van beroep bij de Klachtencommissie Rijnmond.
Type klachten in 2013
Soort klacht 2013 2012 Verschil Voorbeelden
Organisatie algemeen 94 48 46 openingstijden, zorgaanbod, afspraken
Bejegening 37 25 12 gedrag medewerker
Medisch handelen 35 18 17 verkeerd advies, onjuiste vaccinatie etc.
Telefonische bereikbaarheid 2 16 -14 lang wachten, geen gehoor
Klachten afhandeling 1 1 - lengte traject, volledig antwoord
Privacy 11 10 1 probleembespreking in wachtkamer
Post 4 2 2 verkeerd adres, te laat ontvangen
Overig 4 1 3 divers
Totaal 188 121 67
F i n a n c i e e l v e r s l a g C J G R i j n m o n d 2 9
Los van de direct aan de bedrijfsvoering gerelateerde klachten zijn er het afgelopen jaar bij de Reclame Code Commissie
klachten ingediend over de door CJG Rijnmond gehanteerde slogan bij de jaarlijkse vaccinatiecampagne. Een aantal
mensen buiten het werkgebied Rotterdam-Rijnmond vond de tekst van de slogan ‘‘Ik ben geen watje!’ discriminatoir.
Hoewel over het algemeen de doelgroep waarvoor de actie bedoeld was -jongeren- de slogan zeer positief beoordeelde,
is in overleg met het RIVM afgesproken om in 2014 een andere slogan te hanteren.
1.3.4 MIK-meldingen
Naast klachten worden ook incidenten waarbij klanten betrokken zijn gemeld bij de zogenaamde MIK-commissie
(Meldingen Incident Klant). In 2013 zijn 32 meldingen ontvangen. Het ging om: 3 valincidenten, 23 vaccinatie-incidenten
en 6 overige incidenten. De MIK-commissie rapporteert aan het bestuur en geeft adviezen om incidenten met klanten zo
veel mogelijk te voorkomen.
F i n a n c i e e l v e r s l a g C J G R i j n m o n d 2 0 1 33 0
3 1
1.4.1 Begroting 2014
Baten Begroting 2014 Begroting 2013
Gemeentelijke subsidies 39.139.700 38.604.800
Personele subsidies 799.900 765.000
Opbrengsten RIVM 2.183.000 2.290.500
Overige opbrengsten 533.300 616.000
42.655.900 42.276.300
Lasten
Lonen en salarissen 22.990.900 22.675.700
Sociale lasten 3.493.700 3.440.400
Pensioenlasten 2.585.400 2.413.900
Overige personeelskosten 1.548.800 1.315.000
Extern personeel 838.100 1.460.000
Afschrijvingen 936.700 709.700
Huisvesting 5.518.700 5.168.900
Automatisering 2.882.300 2.509.200
Overige kosten 1.750.300 1.985.500
42.544.900 41.678.300
Bedrijfsresultaat 111.000 598.000
Financiële baten en lasten 25.000 60.000
Resultaat boekjaar 136.000 658.000
1.4 Continuïteit
F i n a n c i e e l v e r s l a g C J G R i j n m o n d 2 0 1 33 2
1.4.2 Risicoparagraaf
CJG Rijnmond is een organisatie zonder winststreven (OZW) die een publieke taak uitvoert. De inkomsten bestaan
voornamelijk uit van gemeenten te ontvangen subsidies. Het omzetvolume van de stichting is ongeveer € 40 miljoen.
CJG Rijnmond heeft ongeveer 750 medewerkers in dienst. Vanuit haar maatschappelijke verantwoordelijkheid heeft
zij als belangrijke taak om, samen met haar opdrachtgevers, erop toe te zien dat de kwaliteit van de openbare JGZ
op een aanvaardbaar niveau blijft en dat ook de morele zorgplicht voor haar personeel op goede wijze gestalte
wordt gegeven.
De belangrijke operationele, financiële en wet- en regelgevingrisico’s voor de onderneming ontstaan doordat de
organisatie opereert in een dualistische omgeving waarin enerzijds drastisch wordt bezuinigd op de overheids-
uitgaven en hierdoor vaak onvoldoende budget beschikbaar is voor het optimaal uitvoeren van de JGZ en andere
aan jeugdhulp gerelateerde zaken, terwijl anderzijds de aandacht voor een hogere graad van dienstverlening juist
zeer gewenst is. Gemeenten worden zich er steeds meer van bewust dat een goede uitvoering van preventieve
jeugdhulp en JGZ in het bijzonder, bij kan dragen aan lagere kosten binnen andere onderdelen van het publieke
domein. Te denken valt aan: jeugdzorg, verslavingszorg, justitie (criminaliteit), maar ook gezondheidszorg. Feitelijk
vragen de gemeenten steeds meer kwaliteit voor minder geld. Ook de voorbereidingen op de transitie jeugdzorg,
waarvan de verantwoordelijkheden met ingang van 1 januari 2015 van de provincie naar de gemeenten worden
overgeheveld, in combinatie met de rol van CJG Rijnmond in dit proces, vragen de nodige aandacht.
In het volgende overzicht zijn de tien belangrijkste risico’s in kaart gebracht waarbij getalsmatig op een schaal van
1 tot en met 10 in een zo objectief mogelijke weging is aangegeven in welke mate en waarschijnlijkheid de risico’s
zich zullen voordoen en in hoeverre deze van invloed zullen zijn op de bedrijfsvoering door het nemen van corrige-
rende maatregelen.
F i n a n c i e e l v e r s l a g C J G R i j n m o n d 3 3
Omschrijving Toelichting Mogelijke gevolgen Impact Kans Invloed Maatregel
Stelselwijziging: Toekomstig inkoop-beleid JGZ-taken
Onvoldoende zekerheid over toekomsti-ge subsidie in relatie tot de vaste lasten en opdracht
Negatieve exploitatie en verminderde motivatie personeel 9 6 3 7
Zwakke liquiditeits-positie
Afhankelijkheid inzake tijdige ontvangst subsidies - risico’s tijdige betaling van lonen
Creëert onzekerheid en afnemend vertrouwenbij werknemers 8 4 2 6
Stelselwijziging: Regierol CJG Rijnmond
Afnemend inkoopvolume en kwaliteit zorgtrajecten worden geassocieerd met CJG Rijnmond
Imagoschade organisatie vanuit perceptieklanten en ketenpartners 8 8 3 4
Ontbreken eigen vermogen
Onvoldoende solvabiliteit De organisatie is niet in staat tegenvallers in exploitatie op te vangen
7 7 4 3
Neerwaartse bijstelling omzetvolume
De organisatie is niet in staat een goede match te maken tussen bezetting en middelen
Negatief exploitatieresultaat7 5 3 3
Stelselwijziging: Procesondersteunende systemen
Verantwoording- en rapportage- mechanisme is niet toereikend
Onvoldoende beheersing proces; afnemendvertrouwen bij opdrachtgevers 7 3 9 8
Grilligheid overheids-maatregelen
Kostenverhogend effect dat niet wordt gecompenseerd door aanvullende subsidie
Negatieve exploitatie en verminderde motivatie personeel 7 4 1 4
Verandertempo organisatiewijziging
Training van mensen en inrichting van beheersystemen niet meer toereikend
Verandermoeheid personeel; negatief effect op kwaliteit dienstverlening
6 5 8 7
Wet- en regelgeving Uitvoeringsopdracht is strijdig met bestaande wet- en regelgeving
Sancties 5 7 8 8
Regierol CJG Rijnmond Organisatie is onvoldoende in staat om het risicobeheer van zorgtrajecten te organiseren
Imagoschade5 6 6 5
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
F i n a n c i e e l v e r s l a g C J G R i j n m o n d 2 0 1 33 4
1.5 Ontwikkelingen en dienstverlening Afgelopen jaar lag bij de bedrijfsvoering de focus vooral op het verder implementeren van de nieuwe werkwijze JGZ
en het voorsorteren op het nieuwe jeugdhulpstelsel onder verantwoordelijkheid van gemeenten.
1.5.1 Uitvoering JGZ
De nieuwe werkwijze JGZ (KIEN) wordt inmiddels in het gehele werkgebied van CJG Rijnmond gehanteerd. De werk-
processen zijn aangescherpt en de verdieping van de bij het uitvoeringsproces behorende dialooggerichte consult-
voering met behulp van video-interactie is in volle gang. Aan de hand van een eerste inhoudelijke evaluatie worden nu
verbeteringen in de nieuwe werkwijze JGZ doorgevoerd. De productiedoelstellingen zijn op hoofdlijnen behaald.
Dit ondanks de overgang van de oude naar de nieuwe werkwijze. In een aantal gevallen is zelfs sprake van lichte
overproductie.
1.5.2 Product- en dienstontwikkeling
Sms-Notificatie
Om de no-show, het niet verschijnen op consult na afspraak, te reduceren is recentelijk gestart met het verzenden van
Sms-Notificaties vanuit de planningsmodule van Kidos naar klanten. Deze telefonische berichtgeving vindt twee dagen
voorafgaand aan het geplande consult plaats. De eerste ervaringen met dit hulpmiddel worden zowel door professionals
als klanten bijzonder positief beoordeeld. Een eerste analyse uitgevoerd op de resultaten van de pilot, uitgevoerd op de
CJG-locatie Charlois, laat een sterke daling zien van de no-show. De Sms-Notificaties worden inmiddels regiobreed
toegepast.
Kidos registratie 2.0
Om de kwaliteit van registratie verder te verbeteren en de administratieve last voor de professional te reduceren wordt
momenteel gewerkt aan het logischer ordenen van de registratiemogelijkheden in Kidos. Hierdoor kan meer aandacht
besteed worden aan de klant; de groep waar het om gaat. Medio 2014 zal de nieuwe gebruiksvriendelijkere versie van
Kidos beschikbaar zijn.
F i n a n c i e e l v e r s l a g C J G R i j n m o n d 3 5
ETM fase II
Uit de evaluatie van het ETM kwam naar voren dat het systeem van risico-inschatting nog niet optimaal functioneerde.
Er was behoefte aan aanvullende inhoudelijke training en aanscherping van de werkprocessen. Daarom zijn de werk-
beschrijvingen herzien en is op alle vestigingen extra instructie en scholing gegeven. Om de kwaliteit van risico-inschatting
blijvend te borgen is op elke vestiging minimaal één deskundige op het gebied van risico-inschatting opgeleid die de
adviesrol vervult.
Contactmoment jaar voor eindexamen
Om inzicht te krijgen in de gezondheidstoestand van adolescenten is met ingang van 2013 een extra contactmoment
ingevoerd voor leerlingen in het schooljaar voorafgaande aan het eindexamenjaar. Het onderzoek richt zich vooral op een
gezonde levensstijl en psychosociale problemen. De methode waarmee het onderzoek wordt uitgevoerd sluit aan op de
belevingswereld van de jongeren. Klassikaal vullen de leerlingen een digitale vragenlijst in via internet. De vragenlijst gaat
in op verschillende actuele onderwerpen zoals: overmatig alcoholgebruik, overgewicht, gamen, pesten, probleemgedrag
op school, echtscheiding van ouders en financiële problemen van ouders. Aan de hand van de door de leerling gegeven
antwoorden maakt de jeugdverpleegkundige een selectie en nodigt de jongeren, waarvan de ingevulde vragenlijst aan-
leiding geeft tot het verder onderzoeken op mogelijke gezondheids- en veiligheidsrisico’s, uit voor een persoonlijk gesprek.
Dit met het doel eventuele vervolgacties in te plannen.
Website
De eerder aangekondigde vernieuwing van lokale websites is gereed. Alle aangesloten gemeenten hebben de beschik-
king over een platform waarmee op een laagdrempelige manier kinderen, jongeren, ouders en professionals kunnen
worden bereikt. De nieuwe websites bieden technisch veel mogelijkheden om eigen content op webpagina’s te plaatsen.
Hierdoor kan communicatie over lokaal nieuws, producten, cursussen en het voorstellen van teams en samenwerkingspart-
ners gemakkelijk plaatsvinden en invulling worden gegeven aan lokale speerpunten. De belangrijkste functie van de lokale
websites is het ondersteunen van ouders (verzorgers) en jongeren met hun vragen over opvoeden en opgroeien. Er staat
nu een robuust, toekomstbestendig platform waarmee op een efficiënte en effectieve wijze kan worden geïnnoveerd.
F i n a n c i e e l v e r s l a g C J G R i j n m o n d 2 0 1 33 6
“ De klant centraal,
het kind voorop ”
F i n a n c i e e l v e r s l a g C J G R i j n m o n d 3 7
Training dialooggerichte consultvoering
Vanuit de stelling “de klant centraal, het kind voorop” heeft CJG Rijnmond in 2013 de professionals getraind in dialoogge-
richte consultvoering. CJG Rijnmond wil toewerken naar een organisatie waar de klant zich echt geholpen voelt en waarbij
ook eventuele gevoelige onderwerpen op een transparante en constructieve manier worden besproken. Met de training
dialooggerichte consultvoering wordt de medewerker geleerd nog meer vanuit professioneel gevoel te handelen. Hierbij
vormen begrippen als empathie, normbesef, begrip en respect de basis voor de wijze waarop de dialoog met de klant
wordt aangegaan. Het afwerken van lijstjes met vragen waarvan de antwoorden leiden tot het vaststellen van eventuele
gezondheids- of veiligheidsrisico’s moet plaatsmaken voor een interactieve dialoog waarbij de professional ook ingaat op
spontaan opkomende vragen van de ouder of het kind. Het teveel dwingend adviseren, het zogenaamde diagnoserecept
model, moet vermeden worden. De ouder in de rol van opvoeder dient gezien te worden als gelijkwaardig en mededes-
kundig.
F i n a n c i e e l v e r s l a g C J G R i j n m o n d 2 0 1 33 8
F i n a n c i e e l v e r s l a g C J G R i j n m o n d 3 9
1.5.3 Strategische ontwikkelingen
In het kader van de transitie jeugdzorg en de daarmee verbonden transformatie zijn aan diverse gemeenten offertes
uitgebracht. Hieruit zijn opdrachten verkregen voor het vervullen van de zogenaamde voorportaalfunctie jeugdhulp en
het verder uitwerken van de manier waarop een sluitende aanpak jeugdhulpverlening kan worden georganiseerd.
Het inrichten van wijkteams en consultatie-diagnoseteams (CDT) voor onder andere de gemeente Rotterdam is in volle
gang. De resultaten van de zogenaamde proeftuinen, waarbinnen op experimentele basis de gewenste vernieuwingen
in samenwerking met andere zorginstellingen in de praktijk worden getoetst, worden meegenomen in de uiteindelijke
inrichting van het stelsel van jeugdhulpverlening. Binnen dit stelsel zal de pedagogische civil society, ook wel buurthulp
genoemd, een belangrijke plaats innemen.
Netwerken CJG
Als onderdeel van een netwerkorganisatie wordt intensief samengewerkt met andere organisaties en instellingen
op een groot aantal beleidsterreinen. Werkinhoudelijk aangaande de gezondheid en veiligheid van het kind zijn dit
- naast scholen, peuterspeelzalen en kinderdagverblijven - vooral: Bureau Jeugdzorg, Flexus Jeugdplein,
MEE Rotterdam-Rijnmond, de lokale teams huiselijk geweld (LTHG) en de lokale zorgnetwerken (LZN).
Binnen LZN participeren organisaties en instellingen zoals Algemeen Maatschappelijk Werk, woningcorporaties,
Ouderenwerk, Sociale Dienst, Politie (buurtagenten) en GGZ-verslavingszorg. Met betrekking tot scholen zijn het vooral
de contacten met interne begeleiders, schoolmaatschappelijk werk, en schooldiëtisten, die waardevol zijn bij de uitvoering
JGZ. Op nagenoeg alle scholen wordt door een jeugdverpleegkundige van CJG Rijnmond deelgenomen aan de zorg-
adviesstructuur van de school.
F i n a n c i e e l v e r s l a g C J G R i j n m o n d 2 0 1 34 0
1.5.4 Bijzondere projecten ondersteunend aan JGZ
Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE)
Uit onderzoek is naar voren gekomen dat achterstand in taalontwikkeling op jonge leeftijd nadelige gevolgen kan hebben
voor het kansrijk opgroeien van kinderen. Daarom heeft een aantal gemeenten uit het verzorgingsgebied Rotterdam-
Rijnmond vanuit het maatwerk JGZ middelen bestemd om nut en noodzaak van VVE te propageren. De ambitie is om
ervoor te zorgen dat alle doelgroepkinderen vanaf twee jaar een VVE-programma volgen, zodat zij zonder achterstand
in-stromen in het primair onderwijs. Voor VVE komen kinderen in aanmerking waarvan één van de ouders afkomstig is uit
een niet-westers, Midden- of Oost-Europees land, of waarvan één van de ouders een opleiding heeft genoten die overeen-
komt met maximaal VMBO. Ook kan een lage score op de Lexi-taallijst reden zijn voor indicering VVE.
Prematuurlijk
Prematuurlijk is het spreekuur op de polikliniek van het Sint Franciscus Gasthuis te Rotterdam waar kinderen met
geboorteproblemen, bijvoorbeeld te vroeg of te licht geboren kinderen, nazorg wordt aangeboden door zowel JGZ als de
kinderarts. Deze samenwerking met het Sint Franciscus Gasthuis op het gebied van de consultvoering rondom kinderen
met geboorteproblematiek is een mooi voorbeeld van een inmiddels goed ingebed werkproces dat aantoont dat het bun-
delen van specialismen een belangrijke meerwaarde heeft bij de uitvoering JGZ. Gesignaleerde problemen worden direct
besproken en ter plekke aangepakt. Hiertoe kunnen, naast de inzet van de kinderarts, jeugdarts of jeugdverpleegkundige,
ook andere (para)medische specialisten zoals een fysiotherapeut of logopedist direct worden geconsulteerd. Door bij
dit proces gebruik te maken van elkaars informatiesystemen wordt de administratieve belasting van de samenwerkende
specialisten tot een minimum beperkt.
Your Health
In de loop van 2012/2013 hebben, onder leiding van Erasmus MC, vijf jeugdverpleegkundigen van CJG Rijnmond onder
MBO-scholieren onderzoek gedaan naar oorzaken en omstandigheden die mogelijk ten grondslag liggen aan het hoge
uitvalpercentage (20- tot 30%) bij de start van hun opleiding. Doel van deze exercitie was input te vergaren voor het ont-
wikkelen van een systematiek gericht op het vroegtijdig herkennen van en anticiperen op problemen (risico’s).
De gedachte was dat de JGZ vanuit haar preventieve taak hierin een rol kon hebben. Het onderzoek is uitgevoerd met
behulp van de zelfredzaamheidmatrix (ZRM), een instrument waarmee gezondheids- en veiligheidsrisico’s bij jongeren in
F i n a n c i e e l v e r s l a g C J G R i j n m o n d 4 1
kaart kan worden gebracht door het toetsen en beoordelen op elf domeinen, te weten: inkomen, dagbesteding,
huisvesting, gezinsrelaties, geestelijke gezondheid, fysieke gezondheid, verslaving, ADL (algemene dagelijkse levens-
verrichtingen), sociaal netwerk, maatschappelijke participatie en justitie. De resultaten van het onderzoek zijn veel-
belovend. Door Erasmus MC is daarom een implementatiesubsidie aangevraagd waarmee in samenwerking met
CJG Rijnmond een aanbod ontwikkeld kan worden.
Preventie en (na)zorg Vrouwelijke Genitale Verminking (VGV)
VGV, ook wel meisjesbesnijdenis genoemd, is een gebruik waarmee Nederland wordt geconfronteerd door immigratie van
Afrikaanse vrouwen in de jaren ’90. De traditie heeft van oorsprong een culturele achtergrond en is soms verweven geraakt
met het geloof, zowel islamitisch als christelijk. De ingreep vindt meestal plaats bij jonge meisjes. In Nederland wordt VGV
gezien als één van de ergste vormen van geweld tegen vrouwen en meisjes; VGV is kindermishandeling! Het verschil met
andere vormen van kindermishandeling is dat VGV een eenmalige gebeurtenis is en er daardoor nooit sprake kan zijn
van secundaire preventie. Dit houdt in dat ook bij vage aanwijzingen er direct opvolging moet zijn van de risicosignalen.
Immers, als het te laat is, is het meisje voor altijd verminkt. De gevolgen veroorzaakt door VGV zijn zeer ingrijpend voor
de jonge meisjes en vrouwen. Daarom heeft CJG Rijnmond twee medewerkers als VGV adviseur aangesteld. Zij leggen
professionals uit hoe geanticipeerd moet worden op met VGV verbonden risicosignalen. Zowel de preventie als de
medische en psychosociale (na)zorg komt hierbij aan bod. Om de doelgroep te bereiken wordt mede gebruik gemaakt
van vrijwilligers, ook wel sleutelpersonen genoemd. Dit zijn vrouwen uit de risicogebieden, die veelal VGV aan den lijve
hebben ondervonden en getraind zijn in het bespreekbaar maken van dit onderwerp tijdens huisbezoeken en andere
bijeenkomsten.
Veiligheid en bestrijding overgewicht
In samenwerking met scholen en andere netwerkpartners is deelgenomen aan diverse kleinschalige projecten gericht op
veiligheid van en overgewicht bij jongeren. Op het gebied van veiligheid is door CJG Rijnmond ondersteuning verleend
aan Flexus Jeugdplein en Context bij de verzorging van cursussen die erop gericht zijn kinderen, die getuige zijn geweest
van huiselijk geweld, te helpen omgaan met deze ervaringen. In het kader van het bestrijden van overgewicht bij kinderen
hebben pedagogen van CJG Rijnmond intensief samengewerkt met diëtisten, fysiotherapeuten, en scholen bij het ontwik-
kelen van een aanbod waarin, naast voorlichting over goede voeding, ook aandacht werd gegeven aan bewegen.
F i n a n c i e e l v e r s l a g C J G R i j n m o n d 2 0 1 34 2
F i n a n c i e e l v e r s l a g C J G R i j n m o n d 4 3
Jaarrekening
Zoals opgemaakt
op 28 februari 2014
F i n a n c i e e l v e r s l a g C J G R i j n m o n d 4 3
F i n a n c i e e l v e r s l a g C J G R i j n m o n d 2 0 1 34 4
ACTIVA 31-12-2013 31-12-2012
Vaste activa
Immateriële vaste activa
Software (ontwikkeling) 1.119.988 1.020.163
1.119.988 1.020.163
Materiële vaste activa
Verbouwingen 653.261 861.224
Inventaris 567.385 713.436
Automatisering 353.821 463.180
1.574.467 2.037.840
Financiële vaste activa
Termijndeposito’s - 1.000.000
- 1.000.000
Totaal vaste activa 2.694.455 4.058.003
Vlottende activa
Vorderingen en overlopende activa
Debiteuren 288.860 101.456
Personeel 21.644 29.065
Subsidies 669.939 378.559
Entgelden 247.541 408.562
Overige vorderingen 1.488.801 300.431
2.716.785 1.218.073
Liquide middelen
Kas 6.852 13.208
Bank 773.547 1.066.237
780.399 1.079.445
Totaal vlottende activa 3.497.184 2.297.518
Totaal ACTIVA 6.191.639 6.355.521
2.1 Balans per 31 december 2013 (voor winstbestemming)
F i n a n c i e e l v e r s l a g C J G R i j n m o n d 4 54 5
PASSIVA 31-12-2013 31-12-2012
Eigen vermogen
Overige reserves 566.080 25.077
Resultaat boekjaar 263.213 541.003
Totaal eigen vermogen 829.293 566.080
Voorzieningen
Voorziening jubilea uitkeringen 114.618 116.235
Totaal voorzieningen 114.618 116.235
Kortlopende schulden
Crediteuren 455.452 652.806
Aanspraken personeel 1.685.700 1.822.974
1.750.861 1.847.407
Terug te betalen subsidies 138.938 137.812
Overige schulden 1.216.777 1.212.207
Totaal kortlopende schulden 5.247.728 5.673.206
Totaal PASSIVA 6.191.639 6.355.521
Overige schulden
Totaal kortlopende schuldenTotaal kortlopende schuldenT
Totaal Totaal T PASSIPASSIP VAVAV
F i n a n c i e e l v e r s l a g C J G R i j n m o n d 2 0 1 34 6
2.2 Staat van baten en lasten over 2013
2013 Begroting 2013 2012
Baten
Subsidieopbrengsten 39.794.710 39.369.800 40.377.535
Entgelden 1.937.506 2.290.500 2.125.908
Overige opbrengsten 799.003 616.000 986.443
Totaal baten 42.531.219 42.276.300 43.489.886
Lasten
Lonen en salarissen 23.674.446 22.675.700 23.983.519
Sociale lasten 3.545.957 3.440.400 3.378.740
Pensioenpremies 2.599.443 2.413.900 2.389.408
Overige personeelskosten 1.191.730 1.315.000 1.522.918
Extern personeel 811.298 1.460.000 1.658.869
Afschrijvingen 796.750 709.700 632.422
Huisvestingskosten 5.566.392 5.168.900 5.016.941
Automatisering 2.472.495 2.509.200 2.170.736
Overige kosten 1.639.600 1.985.500 2.250.623
Totaal lasten 42.298.111 41.678.300 43.004.176
Bedrijfsresultaat 233.108 598.000 485.710
Financiële baten en lasten 30.105 60.000 55.293
Resultaat boekjaar 263.213 658.000 541.003
F i n a n c i e e l v e r s l a g C J G R i j n m o n d 4 7
2.3 Kasstroomoverzicht
2013 2012
Bedrijfsresultaat 233.108 485.710
Aanpassingen voor:
Afschrijvingen 796.750 632.422
Voorzieningen -1.617 -131.049
Veranderingen in werkkapitaal:
Vorderingen -1.498.713 481.580
Kortlopende schulden (excl. schulden aan kredietinstellingen) -425.477 -1.142.041
-1.924.190 -660.461
Kasstroom uit bedrijfsoperaties -895.949 326.622
Ontvangen interest 30.105 55.293
Totaal kasstroom uit operationele activiteiten -865.844 381.915
Kasstroom uit investeringsactiviteiten
Investeringen (im)materiële vaste activa -433.202 -2.037.568
Desinvesteringen (im)materiële vaste activa - -
Totaal kasstroom uit investeringsactiviteiten -433.202 -2.037.568
Aankoop beleggingen 1.000.000 -1.000.000
Totaal kasstroom uit beleggingsactiviteiten 1.000.000 -1.000.000
Mutatie liquide middelen -299.046 -2.655.653
Toelichting op de geldmiddelen
Liquide middelen op 1 januari 1.079.445 3.735.098
Mutatie liquide middelen -299.046 -2.655.653
Liquide middelen op 31 december 780.399 1.079.445
De berekening is volgens de indirecte methode
F i n a n c i e e l v e r s l a g C J G R i j n m o n d 2 0 1 34 8
F i n a n c i e e l v e r s l a g C J G R i j n m o n d 4 9F i n a n c i e e l Ve r s l a g C J G R i j n m o n d
Overigegegevens
4 9
F i n a n c i e e l v e r s l a g C J G R i j n m o n d 2 0 1 35 0
3.1 Resultaatbestemming
Het voorstel is om het resultaat ten gunste te laten komen van het eigen vermogen.
3.2 Gebeurtenissen na balansdatum
Met een brief gedateerd 7 januari 2014 heeft de gemeente Capelle aan den IJssel de subsidierelatie met
Stichting CJG Rijnmond per 1 januari 2015 opgezegd. Tegen dit besluit is op 28 januari 2014 door de stichting
gemotiveerd bezwaar aangetekend. Stichting CJG Rijnmond is van mening dat de gemeente Capelle aan
den IJssel, als één van de deelnemers in de gemeenschappelijke regeling GGD Rotterdam-Rijnmond, zich
gecommitteerd heeft aan het op 16 december 2010 door het algemeen bestuur van deze regeling genomen
besluit om Stichting CJG Rijnmond exclusief aan te wijzen als uitvoerder van het basistakenpakket jeugd-
gezondheidszorg. De omvang van de subsidie bedraagt ongeveer € 600.000 per jaar. Bij het opstellen
van de jaarrekening was door de gemeente Capelle aan den IJssel nog niet beslist op het door Stichting
CJG Rijnmond ingestelde bezwaar. Verder zijn er geen omstandigheden bekend die van materiële invloed
zijn op de continuïteit, doelstelling of omvang van de onderneming.
Rotterdam, 28 februari 2014
F i n a n c i e e l v e r s l a g C J G R i j n m o n d 2 0 1 35 0
3.3 Controleverklaring van de onafhankelijke accountant
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant
Aan de Raad van Bestuur van de Stichting Centrum voor Jeugd en GezinPostbus 219943001 AZ ROTTERDAM
Wij hebben de in het financieel verslag opgenomen jaarrekening 2010 van Stichting Centrumvoor Jeugd en Gezin Rijnmond te Rotterdam gecontroleerd. Deze jaarrekening bestaat uit debalans per 31 december 2010 en de winst-en-verliesrekening over 2010 met de toelichting,waarin opgenomen een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggevingen andere toelichtingen.
Verantwoordelijkheid van het bestuur
Het bestuur van de stichting is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die hetvermogen en het resultaat getrouw dient weer te geven in overeenstemming met Richtlijn voorde jaarverslaggeving 640 “Organisaties zonder winststreven”. Het bestuur is tevensverantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als het noodzakelijk acht om hetopmaken van de jaarrekening mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang alsgevolg van fraude of fouten.
Verantwoordelijkheid van de accountant
Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onzecontrole. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht,waaronder de Nederlandse controlestandaarden. Dit vereist dat wij voldoen aan de voor onsgeldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat eenredelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijking van materieelbelang bevat.
Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatieover de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijnafhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van hetinschatten van de risico’s dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevolgvan fraude of fouten.
Member ofDeloitte Touche Tohmatsu limited
Deloitte Accountants B.V.Wilhelminakade 13072 AP RotterdamPostbus 20313000 CA RotterdamNederland
Tel: 088 288 2888Fax: 088 288 9830www.deloitte.nl
Op alle opdrachten verricht door Deloitte zijn de ‘Algemene Voorwaarden DienstverleningDeloitte Nederland, november 2010’ gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel ondernummer 24362837 van toepassing.Deloitte Accountants B.V. is ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel te Rotterdam onder nummer 24362853.
F i n a n c i e e l v e r s l a g C J G R i j n m o n d 5 1
CJG RijnmondPostbus 30743003 AB RotterdamVoor meer informatie over het Centrum voor Jeugd en Gezin kunt u terecht op onze website www.cjgrijnmond.nl ofbellen naar 010-2010110.
maart 2014 | Voor foto’s is o.a. gebruik gemaakt van stockfotografie