wealth and poverty of nations

34
wealth_and_poverty_of_nations.pdf Samenvatting: boek "Wealth and poverty of nations" Vrije Universiteit | | Economische en sociale geschiedenis Verspreiden niet toegestaan | Gedownload door: Guus de meulemeester | E-mail adres: [email protected]

Upload: sumeet-sharma

Post on 09-Dec-2015

46 views

Category:

Documents


1 download

DESCRIPTION

Summary of Adam Smith's wealth and poverty of nations

TRANSCRIPT

Page 2: Wealth and Poverty of Nations

Samenvatting The Wealth and Poverty of Nations. Introduction. De geneeskunde heeft grote vooruitgang geboekt in de afgelopen eeuwen,maar betere medicijnen is slechts een deel van het verhaal. Een groot deel van de hogere levensverwachting komt door de preventie van ziektes. Door hygiëne e.d..De industriële revolutie betekende ook een stap voorwaarts voor persoonlijke hygiëne, De belangrijkste producten van de industriële revolutie waren goedkoop wasbaar katoen en zeep. De wollen kleren die voor deze tijd voornamelijk gedragen werden waren moeilijk te wassen en meestal erg vies. Door deze twee nieuwe producten die voor iedereen betaalbaar waren verbeterde de persoonlijk hygiëne sterk. Verder zorgde betere voeding ook voor een betere levensverwachting. Door deze veranderingen worden mensen ouder en is het verschil tussen arm en rijk verkleind. Vooruitgang op het gebied van hygiëne en geneeskunde komen uit een groter fenomeen: de vorderingen in de toepassing van kennis en wetenschap naar technologie. Vorderingen in kennis zijn echter niet eerlijk verspreid over de wereld. Er zijn drie verschillende soorten naties: die waar mensen geld uit geven om niet te zwaar te worden, eten om te leven en die waar mensen niet weten wanneer er een volgende maaltijd komt. De oude verdeling van de wereld oost versus west is voorbij, de grote uitdaging en dreiging is nu het grote verschil in welvaart. Vaak is de deling gezien als geografisch tussen noord en zuid. Het is echter ook een historische scheiding van west versus de rest.De andere grote dreiging voor de wereld is milieu vervuiling, dit is nauw verbonden met de welvaart, want welvaart omvat consumptie maar ook afval, productie maar ook destructie. Het gat tussen arm en rijk is groot Zwitserland versus Mozambique 400:1 is de verhouding kijkend naar welvaart, 250 jaar geleden was dat nog 5:1. Het gat groeit nog op bepaalde punten, hoewel er landen zijn die welvarender worden zijn er nog steeds een hoop die dat niet doen. Het is de taak van de rijke landen te zorgen dat de arme landen gezonder en welvarender worden. In het belang van beide, als het niet kunnen maken zullen ze proberen het van anderen af te pakken en als ze niet kunnen verdienen door goederen te exporteren, exporteren ze mensen. Rijkdom is een magneet, armoede is een besmetting, het kan niet gescheiden worden en onze welvaart en vrede hangt op de lange termijn af van de welvaart van anderen.(de armen dus) Hoe gaan ze dat doen? Hoe helpen we ze? Dit boek probeert een bijdrage te geven aan een antwoord. De problemen zullen historisch benaderd worden: Hoe en waarom zijn we gekomen waar we nu zijn? Hoe zijn de rijke landen zo rijk geworden? Waarom zijn de arme landen zo arm? Waarom heeft Europa de leiding genomen in het veranderen van de wereld? Antwoorden op deze vragen zijn meestal in twee scholen te verdelen: De Europeanen waren beter de rest achterlijk, de Europeanen waren agressief wreed en hebzuchtig, de anderen blij onschuldig en zwak. De werkelijkheid is echter ingewikkelder dan dit zwart wit beeld. Een derde school zegt dat het west rest idee fout is. Europa was altijd een laatkomer en liftte mee op ontwikkelingen van anderen, dit is onzin want europa is al 1000 jaar de belangrijkste brenger van ontwikkeling en moderniteit. Moreel gezien is eurocentrisme misschien slecht, maar ik wil waarheid bereiken, dus doe ik het lekker toch.

Verspreiden niet toegestaan | Gedownload door: Guus de meulemeester | E-mail adres: [email protected]

Page 3: Wealth and Poverty of Nations

1 Nature’s Inequalities Geografie (als discipline,oftewel aardrijkskunde) gaat door een moeilijke periode. Huntington was geïnteresseerd in hoe geografie en in het bijzonder klimaat de menselijk ontwikkeling beïnvloede. Hij ging echter te ver en gaf hierdoor Aardrijkskunde een slechte naam. Hij was zo onder de indruk van de relatie tussen omgeving en menselijke activiteit dat hij er steeds meer aan toe ging schrijven, uiteindelijk ging hij beschavingen hiërarchisch indelen door te kijken welk het best klimaat had. Huntington herhaalde eigenlijk het idee van morele geografie. De analyses die eigen superioriteit bevestigde waren acceptabel in een wereld waarin het racisme nog een belangrijke invloed had voor de tweede wereldoorlog, maar daarna was het voorbij. Geografie werd als discipline zo goed als afgeschaft. Het was besmet net racisme en niemand wilde meer besmet worden. Toch is geografie als discipline juist niet racistisch, geografie kijkt naar natuurlijke omstandigheden, daar kan niemand wat aan doen. Volgens mij is geografie zo verketterd omdat ht een minder plezierige waarheid verteld, namelijk dat de natuur oneerlijk is, oneerlijk in gunsten en de nadelen van gebieden zijn moeilijk te overwinnen. Onze huidige beschaving die streeft naar heerschappij over de natuur wil dit soort ontmoedigende geluiden niet horen. Het valt echter niet te ontkennen dat wanneer je kijkt naar een wereld kaart de rijke gebieden in gematigde klimaatzones(vooral noordelijk) zitten en de armste in tropische en semi-tropisch klimaatszones. Sommige zeggen dat dit komt doordat westerse technologie vooral geschikt is voor een gematigd klimaat, anderen zeggen dat de kolonisatoren de ontwikkeling in andere gebieden ondermijnden. De meeste zeggen er niks over, de makkelijke uitweg voldoet echter niet. In deze tijd van tropische medicijnen en hoge technologie word de geografie een steeds minder beslissende factor, maar zijn belang is nog steeds niet weg te denken. Het is nu noodzakelijk om de effecten van de omgeving uit te leggen. Om te beginnen met klimaat, er zijn op de wereld veel verschillen in temperatuur. Een koud klimaat is echter makkelijker te overwinnen dan een warm, Bij kou kan een mens kleren aandoen en bewegen om warm te worden, bij warmte kan een mens slechts zweten en niet bewegen. Dit verklaard waarom koude gebieden doorgaans welvarender zijn, mensen kunnen daar veel harder werken. Slavernij is daarom een verschijnsel uit warmere gebieden men laat anderen het werk doen onder dwang omdat ze het zelf niet willen doen en omdat er niemand is die het zonder dwang zou willen doen. Het ultieme antwoord op hitte is airconditioning maar dit kwam pas echt na de tweede wereldoorlog en het is een dure technologie die voor arme landen onbetaalbaar is. Door de hitte is de productiviteit in tropische gebieden laag. De indirecte effecten van hitte zijn zo mogelijk nog ongunstiger, vooral van hitte die het hele jaar door is. Deze ondersteunt namelijk levensvormen die vijandig zijn voor mensen. Insecten en de parasieten erin reproduceren zich snel bij een hoge temperatuur waardoor ziektes snel verspreid kunnen worden. Winter is daarom de grote vriend van de mensheid aangezien het insecten dood. De meeste tropische landen kennen geen vorst daardoor is er veel meer biologische diversiteit en ziektes. Veel mensen dragen meerdere parasieten zodat ze niet in staat zijn hard te werken. Doordat er slavernij nodig was in de warme gebieden om het werk gedaan te krijgen was er veel onveiligheid aangezien de slaven ergens vandaan geroofd moesten worden. Dit ondermijnde communicatie en handel in deze gebieden en beperkte de ontwikkeling. Toen de Europeanen in Afrika kwamen waren ze daar lichamelijk niet op voorbereid en de sterfgevallen aan ziektes aren gigantisch, de Europeanen namen echter doktoren mee en in verloop van tijd wisten ze zich mede ook door hygiëne beter te wapenen tegen het vijandige Afrikaanse klimaat.

Verspreiden niet toegestaan | Gedownload door: Guus de meulemeester | E-mail adres: [email protected]

Page 4: Wealth and Poverty of Nations

De afgelopen eeuw heeft een samenspel van hygiëne en geneeskunde een hogere levensverwachting gecreëerd. Hierbij dient echter wel opgemerkt te worden dat mensen langer in leven worden gehouden met medicijnen dit betekend niet dat ze gezond zijn. Bij tropische ziektes is vooromen te duur en genezen is niet echt mogelijk, al blijven de mensen leven doen ze dat op een ziekelijke verzwakte manier. Gewoontes kunnen ziektes helpen te verspreiden en het voorkomen en genezen tegenwerken. Bijvoorbeeld aids in Afrika en de gewoonte daar om met meerdere partners het bed te delen en daarbij geen condoom te gebruiken aangezien het niet mag van de kerk. Het is de tropische geneeskunde verweten te weinig aandacht te hebben voor inheemse medicijnen die vaak ook positieve effecten hebben en dat ze te weinig oog hebben voor de gevoelens van de inheemse bevolking. Een ander probleem is water. In de tropische gebieden regent het gemiddeld genomen genoeg het probleem is de onregelmatigheid waarmee het regent en het geweld waarmee de regen naar beneden komt. Hierdoor is de grond weinig geschikt voor verbouwing van gewassen. Met veel moeite word land gewonnen van de jungle maar na drie jaar is de grond niet mer geschikt voor verbouwing en moet er weer een andere plaats gezocht worden om gewassen te verbouwen. Een andere kant is de verwoestijning van gebieden die verbouwing van gewassen ook onmogelijk maakt. Irrigatie is een oplossing voor gebieden waar weinig of niet regelmatig regen valt, maar bij woestijnen is dit vaak nutteloos door de snelle verdamping van het water. De eerste beschavingen ontstonden immers niet voor niks langs de grote rivieren. Catastrofes zijn andere problemen waar vooral armere landen last van hebben. De invloeden van bijvoorbeeld een slechte oogst of een natuurramp kunnen rampzalig zijn voor de ontwikkeling in arme landen. Het leven in een minder geschikt klimaat is hard. Er zijn erg veel moeilijke problemen te boven te komen voordat arme gebieden welvarend kunnen worden. De kern van de oplossing zal liggen in de wetenschap en technologie.

Verspreiden niet toegestaan | Gedownload door: Guus de meulemeester | E-mail adres: [email protected]

Page 5: Wealth and Poverty of Nations

2 Answers to Geography: Europe and China De ongelijkheid van de natuur word duidelijk als je naar Europa gaat kijken. De winters zorgen dat er weinig ziekten zijn in vergelijking met Afrika, de winters zijn niet al te streng zodat de tol die ze eisen niet te groot is, er is het hele jaar door regen waardoor gewassen het hele jaar groeien, dit alles bij elkaar zorgt voor hele goede omstandigheden om in te leven. In Europa is de regen goed verspreid, in andere gebieden gingen mensen aan de rivieren wonen om genoeg water te krijgen, wie de rivier bezat had de macht waardoor het redelijk makkelijk was mensen te onderwerpen, in Europa kon dit niet. Het bevoorrechte klimaat in Europa komt door de golfstroming. Deze voert warm water langs Europa naar de Noordpool zodat het warmer is. Normaal zou de zeestroming naar noord en zuid gelijk zij, maar door de vorm van de Braziliaanse kust word de stroom omgeleid zodat ongeveer de helft van die stroom zich bij de zeestroom naar het noordse voegt, de golfstroom. Hierdoor is deze sterker en is het klimaat in Europa zo mild. Er zijn echter in Europa drie verschillende klimaten, landklimaat, zeeklimaat en Middellandse zeeklimaat. Waarom was Europa zo langzaam met ontwikkelen, duizenden jaren na Egypte en Sumerië? Pas 1000 jaar voor Christus kwamen er ijzeren werktuigen waarmee bomen gekapt konden worden. Europa was toen bedekt door grote bossen die de vruchtbare grond bezette, pas met het ijzeren gereedschap kon deze grond door de mes gebruikt worden. Het zou fout zijn de geografie van Europa ideaal te noemen. Europa had ook te maken met hongersnoden ziekten en andere minder fijne dingen. De goede omgeving zorgde er wel voor dat Europeanen vee konden gaan houden zonder veel moeite te doen geschikte weides te vinden, waardoor er meer grond bebost kon blijven of braak kon liggen. De Europese dieren waren groter en sterker dan die in andere landen omdat ze goed gevoed waren. Europese paarden waren groot en sterk die van andere landen kleiner maar wendbaarder. In veldslagen is gebleken dat beide een voordeel kunnen zijn, maar uiteindelijk was het grote sterke paard handiger omdat het economisch meer voordelen had zoals transport en ploegen, ze zorgden ook voor veel mest wat de landbouw stimuleerde hierdoor kon er intensievere landbouw plaatsvinden en werden de gewassen groter, er ontstond een opgaande spiraal waardoor de Europeanen steeds beter gevoed werden, hierdoor werden ze zelf ook groter en sterker. De mest van die de Europeanen was niet beter dan irrigatie of waterafzetting die anderen gebruikten. Eerder andersom, maar de effecten van een onderbreking in een riviercultuur was veel ernstiger dan een onderbreking in een regencultuur. Christelijk west Europa was bijzonder op het gebied van bevolking, celibaat en laat trouwen werden gebruikt om een te grote bevolking te voorkomen en hongersnoden e.d. te vermijden. De rivier beschavingen streefden juist naar bevolkingsmaximalisatie. De Europeanen op kleine families, streefden naar ongedeelde overerving en familie allianties. Nu komt China aan bod. De meest succesvolle ontwikkelaar van allemaal. China is al heel lang in staat een zeer grote bevolking te ondersteunen, de laatste eeuwen is de hoeveelheid mensen die er wonen dramatisch gestegen tot 1,2 miljard van vandaag. De groei van de Chinese bevolking komt door de huwelijkstraditie: vroeg trouwen en veel kinderen. Meer kinderen betekend meer voedsel nodig, dat betekend weer dat er meer mensen moeten werken. De traditie gaat millennia terug toen nomaden besloten sedentair te gaan leven. De politieke machthebbers hadden al snel door meer voedsel-> meer mensen-> meer macht(treadmill proces). Hun politieke wijsheid kwam waarschijnlijk van: De mogelijkheid boeren te mobiliseren, de mogelijkheid voedsel op te slaan voor hun legers, de mogelijkheid voedsel naar vast administratieve centra te brengen. De Chinese landbouw kon nooit snel genoeg gaan, staat en maatschappij streefde altijd naar hogere opbrengsten. Over langere tijd bekeken had het treadmill proces 5 stadia:

Verspreiden niet toegestaan | Gedownload door: Guus de meulemeester | E-mail adres: [email protected]

Page 6: Wealth and Poverty of Nations

1 De Han-Chinezen begonnen in het noorden bij de bossen die grensde aan de steppe, ontboste gebieden en gingen deze dan bewerken. Door onregelmatige regenval en te weinig bomen om de grond vast te houden vernietigde erosie de velden waardoor ze een andere plaats moesten zoeken om met veel mensen te kunnen leven. Ze gingen naar het zuiden naar de (hogere gedeelte) gele rivier waar vruchtbare löss grond was. 2 Löss landbouw was een leerschool voor de Chinezen voor water controle en irrigatie. Het bereidde de weg voor de volgende stap, naar nattere gedeelte van de gele rivier, dichter bij de monding. Hier leerden ze rijst kennen wat meer voedingsstoffen had dan hetgeen ze normaal aten, graanproducten. Rond 500 v.c. waren de chinezen veel beter geworden met het bevoorraden en gebruiken van water door gebruik van gereedschap en systemen e.d., gebruikte dieren om te werken, gebruikte ze mest en wiedde ze onkruid waardoor de productiviteit omhoog ging en meer mensen die iets anders dan landbouw deden konden bestaan. Het Chinese voedsel systeem was ontstaan. 3 Tussen de 8ste en de 13de eeuw kwam er een nieuwe landbouw revolutie. De Chinezen bleven verder zuidwaarts gaan richting de Yangtze delta, ze verjoegen de inheemse bewoners en namen de macht over. In dit warmere en mildere klimaat waren de omstandigheden voor landbouw beter. Ze konden er meestal vaker dan drie keer per jaar oogsten. Ze gingen intensiever landbouw bedrijven, hielden hun land vruchtbaar met mest en maximaliseerde de opbrengst van het land, ze ontwikkelde een methode waarbij hoge opbrengsten werden gehaald door het gebruik van heel veel mankracht. China had in de 13de eeuw de meest geavanceerde landbouw ter wereld. Door de focus op gewassen was er weinig plaats voor vee, het enige wat regelmatig door de rijken werd gegeten waren varkens. 4 Latere innovatie droeg maar een beetje bij aan de Chinese landbouw. In de 17de en 18de eeuw kwamen er nieuwe gewassen uit het buitenland, pinda’s en aardappelen, maar deze waren slechts een aanvulling op het dieet. 5 De concentratie op rijst van de Chinese landbouw heeft grote invloed gehad op de geschiedenis van China. Het kan jarenlang op dezelfde plaats groeien zolang het maar water krijgt, het bevat redelijk veel calorieën, helaas iets minder proteïne. Het gebruik van mest heft ook gezorgd voor veel ziektes onder mensen door de ziektes die erin zaten. De Chinezen gebruikte hun eigen bevolking voor de landbouw, geen slaven. Ze breidde uit door hun aantal, het was moeilijk voor andere groepen de chinezen buiten de deur te houden, ze waren goed georganiseerd en er waren er veel. Door de noodzaak tot watermanagement was de imperialistische regering nodig anders gebeurde dit niet en konden de chinezen niet leven. De macht van de keizer was hierdoor voor een belangrijk deel gebaseerd op water.Deze thesis is veel bekritiseerd, maar dit was vooral uit politieke correctheid aangezien er niet zo veel tegen in te brengen is wat feitelijk juist is.

Verspreiden niet toegestaan | Gedownload door: Guus de meulemeester | E-mail adres: [email protected]

Page 7: Wealth and Poverty of Nations

3 European Exceptionalism: A Different Path Duizend jaar geleden leek het heel onwaarschijnlijk dat Europa een dominante rol in de wereld zou gaan spelen. In de 10de eeuw eindigde in Europa net een tijdperk van invasie en roof door de Vikingen. De Vikingen waren zo gevreesd dat alleen al het gerucht dat ze eraan kwamen mensen al op de vlucht deed slaan. Ook van overzee kwamen de Saracenen die bases opzette in de alpen en aan de Cote d’azur, om van daaruit handelsroutes aan te vallen. Uit het Oosten kwamen de Myagaren (Hongaren) die plundertochten uitvoerden over grote delen van Europa, ze kozen hun doelen door nieuws over dynastieke problemen en publieke onrust, oftewel toonde een machthebber zwakte dan kreeg hij bezoek. In tegenstelling tot de vikingen en saracenen bouwden de Myagaren geen bases in europa. Na verloop van tijd wisten de Europeanen zich beter te wapenen tegen deze agressors. Wat ook een grote rol speelde was dat de noordelijke stammen en de Hongaren steeds meer het nomaden leven opgaven waardoor de legerkampen veraderden in koninkrijken. Het is vaak beweerd dat door het verdwijnen van het gevaar Europa kon gaan groeien. Dit is een klassiek economische blik, groei is natuurlijk en zal optreden op de plaatsen waar het veilig is en er mogelijkheden tot groei zijn. Anderen zeggen dat dit alleen niet genoeg is, er zijn ook ondernemers nodig. Die waren er genoeg in Europa. Om een groter idee te krijgen van dit proces is het belangrijk de middeleeuwen als een brug te zien tussen oudheid en moderne tijd waarin een nieuwe maatschappij werd geboren. Europa zag zichzelf als anders van dan het oosten, de veldslagen tussen Grieken en westen werden gezien als het vrije westen tegen het despotische oosten. Een belangrijk verschil tussen oostelijk despotisme en Griekse democratie was bezit, oostelijke despoten bezaten alles in een land bij Grieken was er privé bezit. Nu erkennen we dat zonder bezit mensen niet investeren aangezien wat ze verdienen toch niet mogen houden. Het idee van economische ontwikkeling komt uit het westen. Als de elites in het oosten meer inkomsten wilden haalden ze het gewoon uit de bevolking door net iets harder te gaan onderdrukken. De Grieken waren oorspronkelijk tegen despotisme maar onder Alexander de grote moesten ze er toch aan geloven. De Romeinen hadden hetzelfde. Na de val van het Romeinse rijk moest privé-bezit herontdekt worden. In de middeleeuwen zorgde de joods-christelijke(het staat in de bijbel) en Germaanse traditie daarvoor. Na de val van het Romeinse rijk was de macht van een autoriteit erg zwak in Europa, wat aristocraten met regionale macht. De joods-christelijke traditie op het gebied van bezit drong pas laat door, omdat de bijbel eerst maar bij een select groepje bekend was. Na enkele ketterse sektes kwam de bijbel uit in de volkstaal zodat meer mensen er mee bekend raakten. De kerk beweerde wel dat god uiteindelijk overal de eigenaar van was maar dit betekend niet dat ze alles konden doen wat ze wilde. De heersers waren hier ook niet toe in staat, aangezien de kerk het veroordeelde als ze bezit afpakten. Dit leidde ertoe dat Europa zich anders ontwikkelde dan de rest van de wereld. Despotisme kwam ook voor in Europa, maar ze werd beperkt door wet, territoriale verscheidenheid en door de verdeling van de macht tussen kroon en adel. Fragmentatie zorgde voor competitie, dit zorgde ervoor dat een vorst goed voor zijn onderdanen moest zorgen omdat ze anders wellicht ergens anders naartoe gingen. In China hoefde een vorst hier geen rekening mee te houden De strijd om macht in Europa leidde ook tot het ontstaan van de semi-autonome steden. Steden waren over de hele wereld te vinden als er maar een surplus aan voedsel was om een stad te voeden. Het bijzondere van de Europese steden was tweeledig, ten eerste de economische functies, de stad werd bestuurd door handelaren voor handelaren. Ten tweede, de burgerlijke mach waardoor ze sociale status en politieke rechten aan haar inwoners gaf.

Verspreiden niet toegestaan | Gedownload door: Guus de meulemeester | E-mail adres: [email protected]

Page 8: Wealth and Poverty of Nations

De consequenties waren groot, veel lijfeigenen vluchten naar de vrijheid en veiligheid van de steden, in de gebieden waar veel steden waren verdween de horigheid, in de gebieden waar weinig steden waren werd de horigheid heviger. Waarom gaven heersers deze rechten aan de steden? Nieuw land, nieuwe gewassen, handel en markten brachten geld op en dus meer macht voor de vorst. Verder was het bedoeld om de macht van de vorst te vergroten, stedelingen waren de natuurlijke vijand van de lokale adel en zo wist de kroon zich gesteund door de stedelingen in de regelmatige confrontatie met landelijk heren. In Europa als een heer in een stad wilde laten wonen voor de winsten moest hij ze aantrekken en met privileges overhalen, er moest onderhandeld worden, hierdoor ontstonden steden met een groot deel zelfbestuur. De fragmentatie van Europa na het Romeinse rijk leek een vloek, maar uiteindelijk was het een zege die zorgde voor competitie en despotisme zoals in het oosten voorkwam. De scheiding van seculiere en religieuze macht was ook belangrijk voor de ontwikkeling van Europa. Op een directe manier zorgt het voor veel onrust, maar het positieve effect is een redelijk vrije geest en de ruimte voor volksinitiatieven. Bij duale heerschappij is er altijd 1 het machtigst. In het zuiden van Europa wist de kerk veel macht te verwerven in het noorden was dit minder het geval, wat de reformatie helpt te verklaren. In China was geen gevestigd geloof en daarom een opmerkelijke religieuze tolerantie. De Keizer en mandarijnen vormde het voorbeeld van een goede moraal voor de maatschappij, ze waren tevreden met hun situatie en wilde deze niet verandering, ze gingen elke verandering tegen zelfs als deze nuttig kon zijn. Een laatste voordeel van de fragmentatie is dat wanneer er een invasie was de boel niet in elkaar kon storten door enkele verloren veldslagen zoals bij grote rijken zo vaak gebeurden. (Alexander de grote versus Perzië, 3 veldslagen en Perzië is foetsie) Onderworpenen in een rijk versus onafhankelijke volken, laatste in het voordeel omdat ze meer reden hebben om te vechten. Na de 11de eeuw toen de exogene problemen waren opgelost kon Europa de endogene problemen bestrijden. Wat volgde was een periode van bevolkingstoename en economische groei, tot aan de zwarte dood 1348. Dit was een tegenslag en ongeveer een derde vande bevolking overleed. Maar toen dit voorbij was kwam er weer een periode van groei en technologische vooruitgang. In deze eeuwen werd Europa geleidelijk aan sterker dan haar buren en begon de expansie overzee. Tussen 1000 en 1500 vond er een economische revolutie plaats. Er werden betere technieken gebruikt in de landbouw, wat leidde tot een intensievere landbouw en een hogere productiviteit. Hierdoor kon meer vee gehouden worden, dus meer mest, hogere productiviteit en het proces begint weer opnieuw van voor af aan. Gezien de manier waarop het land verdeeld was en het collectief gebruik van trekdieren moet er bij deze verandering sprake zijn geweest van samenwerking en leiderschap. Hoeverre deze ontwikkeling ontstond door bevolkingsdruk is moeilijk te bepalen. Het vermogen om mensen en dieren te vervangen door machines was van groot belang. De mensen van het platteland namen hun normen waarden en gewoonten mee naar de stad, daar ontstond een samenleving die eigenlijk voor het platteland bedoeld was. Iedereen kreeg daarom als ze hun taken uitvoerden genoeg inkomen om te kunnen leven (soort vroeg communisme!?) Dit zorgde er echter voor dat er geen concurrentie was. Hoewel dit het ideaal was is het twijfelachtig of ook iedereen zich er aan hield. In Europa was de opkomst van gilde zowel het gevolg van een ouder moraal als baat in het heden. Tijdens de late middeleeuwen ontstonden steeds meer steden. Dit kwam door de economische expansie van Europa, deze werd veroorzaakt door organisatorische en technische innovatie. Belangrijk gegeven is ook dat de meeste aanpassingen van onderop ontstonden en niet van boven werden gestuurd. 4 The Invention of Invention.

Verspreiden niet toegestaan | Gedownload door: Guus de meulemeester | E-mail adres: [email protected]

Page 9: Wealth and Poverty of Nations

Het verdelen van arbeid en de verbreding van de markt stimuleren technische innovatie. Dit is precies wat er in de middeleeuwen in Europa gebeurde. Hetgeen wat Europa typeerde in haar innovaties is dat vaak de basis technologie ergens anders vandaan kwam, zoals het buskruit en het printen, maar dat de Europeanen deze verder ontwikkelde en de toepassingen effectiever wisten te gebruiken. De chinezen ontwikkelde bijvoorbeeld buskruit waarmee ze van alles konden afschieten, de Europeanen verbeterde het buskruit en maakten veel sterkere kannonnen.(belangrijke uitvindingen uit die tijd: bril, watermolen klok) Andere samenlevingen waren wel in staat kennis te ontwikkelen maar faalde in de toepassing, hierdoor begonnen ze achter te lopen ten opzichte van Europa. Bij de Islamitische rijken werd wetenschap verketterd, eerst was de Islamitische wetenschap heel hoogstaand en een voorbeeld voor de Europese, later beweerden religieuze fanatici dat God alles had geopenbaard en dat wetenschap daarom overbodig was. In China gebeurde er niks door het ontbreken van een vrije markt die het stimuleerde, een overheid die alle veranderingen beperkte zodra er enigszins consequenties aan verbonden waren en eigenlijk was het gewoon omdat niemand iets probeerde. Waarom innoveerde Europa wel? Er zijn 4 redenen voor gegeven. 1 Het joods-christelijke respect voor arbeid. 2 Het joods-christelijke idee van de onderwerping van de natuur aan de mens. 3 Het joods-christelijke idee lineaire tijd. (tijd gaat ergens naartoe, geen cyclus maar begin en eind) 4 De vrije marktwerking in Europa.

Verspreiden niet toegestaan | Gedownload door: Guus de meulemeester | E-mail adres: [email protected]

Page 10: Wealth and Poverty of Nations

5 The Great Opening In 1492 kwam Columbus aan in Amerika, een belangrijke gebeurtenis in de moderne tijd. Hierdoor ontstond er een contact wat eerder niet mogelijk was geweest, wat beide kanten van de Atlantische oceaan ingrijpend zou beïnvloeden. De ontdekking van Amerika was geen toeval. Door de nieuwe navigatie methoden konden Europeanen overal ter wereld komen, met hun superieure wapens konden ze het onderwerpen. Deze acties hoefden niet uit overheden te komen omdat deze geen volledige controle hadden over de acties van bedrijven en individuen, dit waren dus ongecontroleerde acties. Deze ongelijkheid had grote implicaties. Er was een duidelijk verschil in macht, wie genoeg middelen had kon dit uitbuiten, gelijkheid van naties en groepen alleen mogelijk als de macht die ze bezitten ook ongeveer gelijk is en niet als één macht de anderen makkelijk kan onderwerpen. Al zou de staat niks doen zou ze er toch bij betrokken worden door de acties van individuen. Dit is de reden dat imperialisme altijd met ons is geweest. Doordat er geen autoriteit was in middeleeuws Europa die groepen kon weerhouden acties tegen andere groepen uit te voeren, zoals de kruistochten, werden er veel initiatieven genomen die leidde tot een draai in de rollen. Tot de 11de eeuw werd Europa aangevallen van buitenaf, daarna voerde Europa de aanvallen uit. In deze tijd vonden kruistochten plaats waarvan de veroveringen geen stand hielden, maar ook de reconquista en de verovering van steunpunten. Een voorbeeld hiervan is Cueta wat nu nog steeds Spaans gebied is. In deze tijden werden ook veel eilanden veroverd zoals de Canarische eilanden de Azoren en Sao Tomé. Deze plaatsen werden handige handelscentra (slavenmarkten) en testplaatsen voor het plantage systeem wat later in de nieuwe wereld zou ontstaan. Er vonden ook acties op het continent zelf plaats vooral om de handel van goud uit Afrika onder controle te krijgen, deze opzet slaagde niet en uiteindelijk kromp deze handel vanzelf ineen omdat het aanbod verminderde. De manier waarop de nieuwe wereld werd veroverd was ideologisch gezien belangrijk omdat het heilige doel was de onschuldige onwetende mensen daar te bekeren en wat geld ermee verdienen zou ook fijn zijn. De werkelijkheid was keiharde onderdrukking om zoveel mogelijk geld te verdienen. Men was ver van huis en botvierde de frustratie op een meest gruwelijke manier op de inheemse bevolking.

Verspreiden niet toegestaan | Gedownload door: Guus de meulemeester | E-mail adres: [email protected]

Page 11: Wealth and Poverty of Nations

6 Eastwards Ho De Spanjaarden en Portugezen waren de eerste die begonnen met ontdekkingsreizen. Het waren vooral de Portugezen. In de 15de eeuw verkenden ze stapje voor stapje de Afrikaanse kust. Door verbeteringen in de navigatie wisten ze hoe ze lengte en breedtegraad moesten bepalen. Elke keer wanneer ze een stukje verder gingen langs de Afrikaanse kust maakte ze aantekeningen over positie en omstandigheden waarop de volgende reis zou voortbouwen. Zo wisten de Portugezen bij de kaap te komen en uiteindelijk India te bereiken. De Spanjaarden hadden bij een van de eerste pogingen al veel geluk toen ze Columbus stuurden. Het verschil tussen de Spaanse en de Portugese ontdekkingen was dat de Portugezen gingen om handel te drijven en de Spanjaarden gingen om de schatten van onbekende landen te bemachtigen. Beide Gebruikte veel geweld bij het gebruiken van hun doel omdat ze snel door hadden dat ze militair superieur waren en er veel geld te verdienen was. Het is niet vreemd dat het Iberisch schiereiland voorop liep bij deze ontdekkingen. Het was een brug tussen de Europese en Arabische wereld. De kennis van navigatie was vooral te danken aan Joodse en Arabische denkers. Op deze kennis werd vooral door de Portugezen voortgebouwd. Hendrik de Navigator heeft er niet voor niks zijn bijnaam aan overgehouden, hij stichtte een school om de navigatie verder te ontwikkelen. De Spanjaarden kwamen met een goede dosis geluk in Amerika terecht. De Portugezen kwamen in India door steeds verdere toepassing van Kennis. Interessant is het feit dat de Chinezen lang voor de Europeanen aan ontdekkingstochten begonnen, ze kwamen zo ver als Mozambique. Het doel van de Chinezen was echter anders. Zij gingen met gigantische vloten (168 schepen!) om de “barbaren” te imponeren en hun respect af te dwingen voor het “hemelse rijk”. De enige handel die ze dreven was eigenlijk de uitwisseling van giften. Daarom waren deze reizen erg duur en werden ze na een tijd stopgezet. De Chinezen waren ervan overtuigd dat ze zelf eigenlijk toch alles wel hadden. Handelsinitiatieven gingen nog een tijdje door, maar toen China meer in zichzelf keerde werd dit verboden. Verder speculeert de schrijver nog even door op wat als de Chinezen verder waren gegaan.

Verspreiden niet toegestaan | Gedownload door: Guus de meulemeester | E-mail adres: [email protected]

Page 12: Wealth and Poverty of Nations

7 From Discoveries to Empire De Spanjaarden betraden de nieuwe wereld om te veroveren te bekeren en vooral de rijkdom van deze onbekende volkeren te bemachtigen. Verhalen over El Dorado zorgden voor een motivatie en trokken een bepaalde groep mensen aan om naar de nieuwe wereld te gaan. Deze groep bestond vooral uit mensen die aangetrokken werden door het avontuur het geld en de verhalen over de mooie vrouwen (verhalen over Amazones, vrouwelijke krijgers die zwanger wilden worden van Spanjaarden omdat het zulke eervolle mannen waren). Meestal waren dit Spanjaarden die iets lager in de maatschappij stonden, dieven en ander tuig (Spaanse paupers), maar ook verveelde aristocratie. Zowel het rijk van de Azteken als dat van de Inca’s viel door een relatief kleine legermacht, hoe kon dit gebeuren. Om te beginnen de ziektes die de Europeanen meebrachten verzwakte deze rijken. Bij de Azteken (in Mexico) ging uiteindelijk 90 % van de mensen dood door ziektes, bij de Inca’s was dit minder ongeveer 20% waarom dit zo was is onduidelijk. Maar de Inca’s waren verzwakt door een lange burgeroorlog die had plaatsgevonden enige tijd voor de aankomst van de Spanjaarden. De belangrijkste reden dat deze rijken ineen storten was echter de structuur ervan. Er was een heersende klassen die vanuit een hoofdstad over meerdere overwonnen volken heersten. Een typisch voorbeeld van hoe nomadische samenlevingen die meerdere sedentaire samenlevingen hebben onderworpen een rijk stichten. Hierdoor ontstonden rijken die naar buiten toe sterk leken maar van binnenuit erg zwak waren. De trouw van de onderdanen was gebaseerd op angst (de Azteken waren hier vooral goed in door het uitvoeren van massale bloedoffers, tegenstanders durfden vaak niet verder te vechten) en niet op echte loyaliteit. Zodra er een kans was om van de overheersers af te komen werd die gegrepen en de Spanjaarden vormden deze kans, dit verklaard waarom de Spanjaarden zo makkelijk aan bondgenoten kwamen. De Spanjaarden waren eigenlijk een factor van buiten, die net als bij domino day het eerste steentje omgooien waarna de rest automatisch volgt. Het rijk van de Inca’s was het grootste wat Zuid- Amerika ooit gezien heeft. Het was een harde maatschappij waar hard gewerkt moest worden. Kinderen begonnen op hun 5de met werken. Er was een streng gezag wat neigde naar despotisme.

Verspreiden niet toegestaan | Gedownload door: Guus de meulemeester | E-mail adres: [email protected]

Page 13: Wealth and Poverty of Nations

8 Bittersweet Isles Doordat de Spanjaarden vooral bezig waren met het zoeken van schatten faalde ze de potentie van de nieuwe wereld als suikerproducent te zien. Andere Europese landen zagen dit wel en veroverde eilanden om suikerplantages op te stichten. Oorspronkelijk wilden de planters blanke mensen inhuren om het werk te doen, maar die deden het niet voor het loon wat de planters wilden betalen. Vervolgens werd geprobeerd Indianen te gebruiken, maar hier waren er niet veel van over, bovendien bezweken ze snel aan het zware werk. Uiteindelijk kwam de oplossing door middel van het importeren van zwarte slaven. Opvallend is dat er wetten werden aangenomen om de Indianen te beschermen en dat de zwarten gewoon afgemat bleven worden, de zwarten werden blijkbaar niet als mensen gezien en de indianen wel. Door deze ontwikkeling ontstond de bekende driehoekshandel. Vanuit Europa vertrokken schepen om slaven te kopen in Afrika, ze gingen verder om deze te verkopen op de Amerikaanse slavenmarkten en ze keerden terug naar Europa met suiker. Engeland speelde een belangrijke rol in deze handel en was het eerste land wat industrialiseerde. Hoe groot was de invloed van deze handel op de industrialisatie? De Eric Williams thesis stelt dat door deze driehoekshandel Engeland de mogelijkheden kreeg tot verdeling van arbeid waardoor de industriële revolutie mogelijk was. De industriële revolutie ontstond echter door factoren in Engeland zelf en deze thesis houd daarom geen stand, hoewel er nog wel aanhangers van zijn te vinden, vooral in voormalig Europese koloniën. De nieuwe wereld was echter wel een snel groeiende afnemer van industriële goederen en heeft daardoor de industriële revolutie wel gestimuleerd, zonder de nieuwe wereld was het minder snel gegaan maar het had wel plaatsgevonden. Spaanse suikerplantages die uiteindelijk ook ontstonden waren anders dan die van andere landen. De haciënda’s waren vaak zelfvoorzienend en minder gericht op de export. Het doel was vooral om er een aristocratische levensstijl op na te houden door te profiteren van het land. Niet om rijk te worden van de handel.

Verspreiden niet toegestaan | Gedownload door: Guus de meulemeester | E-mail adres: [email protected]

Page 14: Wealth and Poverty of Nations

9 Empire in the East Portugal is een klein land wat niet erg vruchtbaar is en een bevolkingsaantal van rond 1 miljoen in de 15de eeuw. Toch kwam het op als een groot handelrijk. Dit is verrassend te noemen aangezien de bevolking te klein was om grote groepen mensen naar verre gebieden weg te sturen. Ook waren de materialen beschikbaar op eigen bodem gering. Portugal kon maar een beperkt aantal schepen bouwen om de oceaan op te gaan door de beperkte hoeveelheid hout. Toch gebeurde het, dit getuigd van de Portugese wil om te ontdekken en rijk te worden e.d. maar ook van hun vermogen de nieuwste kennis en technieken toe te passen. Een belangrijke drijfveer om te gaan ontdekken was ook religieus. Op de Portugese schepen ging altijd een kerkelijke afvaardiging mee. Een belangrijk doel was het bekeren van heidenen. Het standpunt van de kerk was echter ook dat moslims ontrouwen waren en vijanden van het geloof, de meest gruwelijke actie was daarom nog niet gruwelijk genoeg als het tegen moslims was. Dit verklaard voor een groot deel de agressie waarmee de Portugese expansie gepaard ging, veel van de handelaren die ze tegen kwamen waren moslims en ze gebruikten dus ook vaak kracht om producten te krijgen. Dit gedrag leidde tot oorlog met veel Aziatische staten. Deze waren beter georganiseerd en sterker wat de Spanjaarden in Amerika tegenkwamen, toch konden de Portugezen met hun militaire superioriteit de baas. Het belangrijkste product wat de Portugezen wilden bemachtigen was peper, ook andere specerijen waren in trek maar peper was veruit het belangrijkst. Dit kwam doordat in een warme samenleving waar vriezers en koelkasten nog niet bestaan het moeilijk is om voedsel te bewaren, de specerijen waren hiervoor nodig ze camoufleerde de smaak van iets wat lang bewaard was en verzwakte of doden vaak ook bacteriën. De strategie van de Portugezen was om toegang te krijgen tot belangrijke importplaatsen van specerijen en belangrijke zeewegen te controleren. Dit laatste was nodig om handelaren te dwingen Portugese licenties te kopen om te mogen handelen, ook deden ze steeds meer mee in de intra- Aziatische handel. Het doel van deze acties was om geld te verdienen waarmee ze specerijen konden kopen. De Europeanen produceerde immers geen goederen die de Aziaten graag wilde hebben dus moesten ze met edelmetaal betalen die ze hiermee konden verdienen. Na verloop van tijd kwamen er gevaarlijke tegenstanders voor Portugal, Engeland en Nederland. De Portugezen verloren hierdoor steeds meer terrein in Azië. De oude handelsroute via de Levant maakte ook een opleving door wat ervoor zorgde dat de Portugese peper minder belangrijk werd. Verder zorgde de Inquisitie ervoor dat veel intellectuelen Portugal ontvluchten waardoor het technologische voordeel wat Portugal eerst had verdween. Dit alles verklaard de neergang van het Portugese handelrijk. 10 For love of Gain. Dit hoofdstuk gaat over opkomst van Nederland als koloniale macht met als onderwerpen: de 80 jarige oorlog, de opkomst en neergang van de VOC. De 80 jarige oorlog is behandeld bij vaderlandse geschiedenis en over de VOC moeten we een heel boekwerk leren, samenvatting al bekende feiten leek me overbodig.

Verspreiden niet toegestaan | Gedownload door: Guus de meulemeester | E-mail adres: [email protected]

Page 15: Wealth and Poverty of Nations

11 Golconda De Britten raakten geïnteresseerd in de handel met Azië door de waardevolle goederen die er vandaan werden gehaald. Ze begonnen als piraten en plunderaars in Aziatische wateren, net zoals de Nederlanders. Een belangrijk verschil met de Nederlanders was dat ze voor elke vloot apart geld bij elkaar legden en niet zoals de VOC een compagnie stichtte. Hierdoor wisten de Engelsen als ze een overwinning boekten op de Nederlanders er meestal niet alles uit te halen omdat ze te weinig achter de hand hadden om echt iets te kunnen doen. Het kernpunt van de Engelsen was India. Ze waren echter voorzichtig om de Portugezen niet aan te vallen en vestigden zich aan de andere kant van India. (Calcutta, Bombay). Met het Moghul rijk kregen ze het meest te maken. De Engelsen wisten steeds meer privileges te bemachtigen en de handel werd steeds gunstiger voor ze naarmate ze de Hollanders ook steeds meer uit de handel werkten. De groeiende macht van de Engelsen leidde echter ook tot spanningen met het Moghul rijk, voornamelijk de groeiende macht van de Britten was de aanleiding. Na enkele eerdere confrontaties was er in 1757 een samenzwering van de Engelsen met enkele notabelen aan het hof van de Moghuls die leidde tot een beslissende veldslag die de Engelsen wonnen. Vanaf dat moment konden de Engelsen hun macht in India uitbouwen en verkregen ze steeds meer territoriaal bezit. De focus van de Engelse handel waren niet alleen de specerijen. Ze ontdekte ook de waarde van het Indische katoen, indigo, Chinees porselein en meer. Deze producten die de Britten voor het eerst in grote aantallen naar Europa brachten leverde grote winsten op. Maar ook de Britten hadden niks wat de Aziaten wilden en moesten dus met geld betalen. Ze deden dit ook door middel van intra-Aziatische handel, een berucht voorbeeld is het opium uit Bengalen wat naar China werd verscheept om Chinese producten te kopen. Het Moghul rijk in Noord-India kreeg ook een behoorlijke dreun door het contact met Europeanen, hoe kwam het dat de Engelsen dit rijk hun wil op konden leggen. Het is wederom de structuur van het rijk. Er was een Moslim elite en een Hindoe volk. Islamitische Turkse nomaden hadden Hindoeïstische sedentaire volken overwonnen en een rijk gesticht. De trouw van de onderdanen was niet erg diep en daar hebben de Engelsen handig gebruik van gemaakt. De salarissen van Engelse ambtenaren waren niet erg hoog, een extra aanvulling was welkom. De corruptie die hierdoor bestond zorgde er echter voor dat het salaris een aanvulling werd omdat er zoveel mee verdient werd, het werd getolereerd omdat iedereen in de EIC er bij betrokken was.

Verspreiden niet toegestaan | Gedownload door: Guus de meulemeester | E-mail adres: [email protected]

Page 16: Wealth and Poverty of Nations

12 Winners and Losers, the Blanace Sheet of Empire Rond de eeuwwisseling van de 18de naar de 19de eeuw vonden veel veranderingen plaats. Het einde van de VOC, de Franse Revolutie en de afschaffing van de slavernij. De tijden van het oude rijk waren voorbij en een nieuwe tijd begon. Waarin Europa veel autoriteit over overzeese gebieden verloor, Spanje was de grote verliezer, maar waarin China en Japan voor het westen geopend werden en de aard van de koloniale rijken in Indonesië en India veranderde. De kern van deze verandering was de industriële revolutie. Tijdens de tijd van de grote ontdekkingen liepen de zuidelijke landen van Europa voorop, nu was het zo dat de noordelijkere Europese landen voorop liepen, vanwaar deze verandering? Door de edelmetalen die uit de nieuwe wereld naar Spanje kwamen was er opeens geld in overvloed en men wist niet wat er mee te doen, uitgeven dus maar. Het grote falen van de Spanjaarden was dat ze het merendeel van het geld uitgaven aan buitenlandse goederen, Spanje produceerde daarom zelf weinig en bleef steeds verder achter bij de rest van Europa. Doordat er toch genoeg geld binnenkwam was er ook geen noodzaak voor innovatie en nieuwe initiatieven. De Spanjaarden hadden dus hun versie van de jan Salie geest al vroeg. Door de Katholieke inquisitie werden veel minderheden in zuid-Europa vervolgd. Deze minderheden leverde een groot aandeel aan de wetenschap en handel, waardoor deze achteruitging in dit gedeelte van Europa. Deze mensen vluchten vaak naar noordelijkere landen waardoor de wetenschap en handel daar gestimuleerd werd. Deze verzwakking van de handel en wetenschap zorgde voor de verschuiving van het belang in Europa van zuid naar noord, de zuidelijke landen bleven achter waar de noordelijken doorgingen. De thesis van Max Weber luid dat door het protestantisme de noordelijke landen de voorsprong kregen. Er was meer tolerantie ten opzichte van minderheden (belang daarvan is eerder uitgelegd), er was een werkethiek en er was een waardering voor handel, geld uit het platteland halen was niet `het`hogere doel, hoewel het wel op waardering kon rekenen. Deze thesis is grotendeels weerlegt, maar het valt niet te ontkennen dat het percentage protestanten in wetenschap en handel overal hoger was dan katholieken, oorzaak hiervan is dat de protestanten zelf de bijbel moeten lezen waardoor er meer geletterdheid is dus meer geschikte mensen voor wetenschap en handel, ook was er sociale controle die de werkethiek bevorderde. Het omgekeerde kan ook beweerd worden dat het Katholicisme de ontwikkeling in het zuiden belemmerde. Het antwoord op de reformatie was een van afsluiting en censuur. Het leven van investeringen op het platteland bleef een hoger doel. Dit alles beperkte de ontwikkeling.

Verspreiden niet toegestaan | Gedownload door: Guus de meulemeester | E-mail adres: [email protected]

Page 17: Wealth and Poverty of Nations

13 The Nature of the Industrial Revolution De Industriële Revolutie begon in Groot-Brittannië in de katoen industrie. Er ontstond een nieuw productiesysteem, fabrieken. Tegelijkertijd vonden in andere industrieën, vaak onder invloed van de katoen industrie, ook veel veranderingen plaats. Deze veranderingen beïnvloeden en versterkte elkaar in wat wij nu de Industriële Revolutie noemen. Deze bestond uit drie belangrijke veranderingen. Ten eerste, het vervangen van menselijke vaardigheden door machines. Ten tweede, een andere manier van energiegebruik, ontwikkeling van machines die hitte omzette in kracht. Ten derde, het gebruiken van nieuwe beter meer voorradige grondstoffen. Dit alles zorgde voor een sterke stijging in productiviteit. Nu groeide de economie snel genoeg zodat een welvaartsgroei per inwoner mogelijk was. Hierdoor verdween ook het Malthusiaanse plafond wat zo lang boven de Europese samenlevingen had gehangen. Er werden veel vorderingen gemaakt in de Engelse industrie, maar deze vorderingen kosten veel tijd, vaak vele decennia. Daarom was de industriële revolutie een langzaam proces, het valt te beweren dat het eerder een evolutie was. De effecten van innovatie waren groot, innovatie in de ene industrie stimuleerde die in de andere. Door innovatie gingen de kosten omlaag en kon men beter concurreren, hierdoor bleef men innoveren. De belangrijkste industrieën waren katoen ijzer en kool. De belangrijkste uitvinding was de stoommachine. Een belangrijke ontdekking was ook het gebruik van een rollende beweging in plaats van een op en neer gaande.

Verspreiden niet toegestaan | Gedownload door: Guus de meulemeester | E-mail adres: [email protected]

Page 18: Wealth and Poverty of Nations

14 Why Europe? Why Then? Waarom ontstond er een industriële revolutie en waarom in Engeland? Om te beginnen is er de opbouw van kennis, steeds een stapje verder en de doorbraken die hierdoor mogelijk werden. Waar de opbouw van kennis in China en islamitische landen werd onderbroken gebeurde dit niet in Europa. In Europa waren drie belangrijke ontwikkelingen. Om te beginnen de autonomie van het wetenschappelijke onderzoek. Uiteraard had de kerk de absolute waarheid, maar door reformatie en andere onrusten werd steeds meer afbreuk gedaan aan deze absolute waarheid. Het feit dat de seculiere macht niet onderworpen was aan de geestelijke heeft er ook aan bijgedragen dat christelijke dogma’s werden doorbroken, met nieuwe technieken konden heersers immers ook geld verdienen. Vervolgens ontstond er een algemeen geaccepteerde wetenschappelijke methode. Het begin van empirisch onderzoek stamt uit deze tijd. Men moest waarnemen en deze waarnemingen verklaren op een niet magische manier. Verder veranderde de onderzoeker van passief naar actief want men ging nu zelf experimenten opzetten en niet wachten tot dat er iets gebeurde. Als laatste was er de uitvinding van het uitvinden, wetenschappelijk onderzoek werd een routine. Er was een internationaal georiënteerde wetenschappelijke gemeenschap die dezelfde methode erkende, die samenwerkte en hun rivaliteit hadden. Dit zorgde ook voor een stimulans. De reden dat Engeland eerst was komt doordat de Engelsen voorop liepen met de productie van kleding, dit kwam door het putting-out systeem. Handelaren verspreidde grondstoffen voor kleding onder boeren die er kleding van maakte om bij te verdienen waarna de handelaren het weer op kwamen halen. Toen er schaarste ontstond ging de beloning voor de boeren omhoog, hierdoor hoefden ze minder te produceren om rond te komen en daalde het aanbod. Het fabriekensysteem werd daardoor rendabel en de toepassing van de betere technieken om deze kleding te produceren ook. Dit had een verdere stimulerende invloed op de rest van de industrie.

Verspreiden niet toegestaan | Gedownload door: Guus de meulemeester | E-mail adres: [email protected]

Page 19: Wealth and Poverty of Nations

15 Britain and the Others Waarom werd Groot-Brittannië het eerste land met een industriële revolutie? Het had de technologie om te industrialiseren, had een goed ontwikkeld transport systeem en een landbouw die voor de markt produceerde en erg efficiënt was. Het transportsysteem was niet zoals in andere landen door de overheid aangelegd maar door particuliere investeerders. Deze zouden zoiets alleen doen als het winst opleverde waardoor dit systeem op de goede plaatsen was aangelegd en steeds groter werd. De landbouw was geen conservatieve zooi die door de adel werd gedomineerd maar een dynamische markt die steeds productiever werd wat ervoor zorgde dat meer mensen beschikbaar waren voor andere taken dan landbouw. Er is een ideaal scenario waarin een land in staat is om blijvende welvaartsgroei te creëren. De kern is weten hoe te produceren, onderwijs, banen verdelen op basis van competentie, kansen voor iedereen en mensen laten genieten van hun winst. Groot-Brittannië kwam het dichts bij dit scenario, daarom was daar de industriële revolutie. De Britten waren vrij van de beperkingen die op het continent golden, zoals in Frankrijk waar de adel de boeren uit perste voor meer inkomen. Waardoor er in Frankrijk nooit een productieve landbouw kon ontstaan. Of de religieuze wetten die bepaalde groepen vervolgde en de handel benadeelde. Belangrijk ook was het idee van tijd. Voor een industriële maatschappij is het belangrijk te weten hoe snel iets gemaakt word en hoe snel het getransporteerd word. De Britten waren zeer goede klok makers en hadden daar een belangrijk voordeel door. Waarom gebeurde het niet in India? De katoenindustrie was aanwezig net zoals in Groot-Brittannië, maar de technologische kennis ontbrak in India net zoals het initiatief om ermee te beginnen. Belangrijk is dat er in India wel vooruitgang plaatsvond maar dat dit allemaal binnen het kastenstelsel moest blijven, dit was een grote beperking.

Verspreiden niet toegestaan | Gedownload door: Guus de meulemeester | E-mail adres: [email protected]

Page 20: Wealth and Poverty of Nations

16 Pursuit of Albion Met de Britten als koplopers probeerde de rest van Europa de inhaalslag te maken. Er wordt wel beweerd dat de Industriële Revolutie net zo goed in Frankrijk had kunnen beginnen, dit is niet waar aangezien de Fransen een inefficiënte landbouw hadden, sterke beroepsgroepen die zich niet lieten vervangen door machines, weinig noodzakelijke grondstoffen, niet de nodige technologie en het kapitaal niet geïnvesteerd werd in industrie maar in landbouw, dat werd als een fatsoenlijke manier om geld te verdienen de rest niet. Er zijn drie belangrijke factoren die bepalen hoe snel een land kon gaan industrialiseren: De status van de boeren, de organisatie van productie en de grenzen in een gebied. Vrije mensen waren bereid hard te werken zolang ze daar een fatsoenlijk salaris voor kregen. Voor horigen maakte het niets uit of ze snel of sloom werkte ze hielden er toch niks aan over. Productiviteit is heel belangrijk bij een Industriële ontwikkeling. Bij horigen zal deze altijd laag blijven. Gebieden ten oosten van de Elbe waar horigheid nog wijd verbreid was konden hierdoor niet industrialiseren. De manier van productie was ook erg belangrijk. Waar gilden controle uitoefende op wie wat en waar mocht produceren voor hoeveel en voor welke prijs was een industriële ontwikkeling onmogelijk. De concurrentie om hem gaande te houden ontbrak, maar vooral het initiatief om te beginnen was in feite verboden, er moesten immers mensen aan het werk gehouden worden machines konden dit ondermijnen. Hierdoor Was het in Frankrijk en de zuidelijk Europese landen niet mogelijk een Industriële ontwikkeling te beginnen. Grenzen in gebieden konden ook voor beperkingen zorgen. Op plaatsen waar men voor het transport van goederen veel tol moest betalen werd de industriële ontwikkeling ook beperkt omdat het transport van grondstoffen eindproducten te duur was. Hierdoor was industriële ontwikkeling beperkt in Frankrijk voor de revolutie en Duitsland voor de Zoll-Verein. Zuidelijke regionen bleven achter door hun beleid tegen minderheden die belangrijk waren inde handel en wetenschap. In de Balkan wisten ze deze groepen na het vertrek van de Turken goed weg te jagen en de gevolgen zijn nog steeds te zien in de welvaart die er tegenwoordig heerst (straatarm, voor de duidelijkheid), In zuid Italië ongeveer hetzelfde principe. Rusland verloor de krim-oorlog en besefte daardoor dat het moest industrialiseren. De vooruitgang die geboekt werd was indrukwekkend maar niet voldoende om het land te redden. De Russische economie is qua productie nooit echt op een niveau gekomen waarmee het de westerse concurrentie aankon.

Verspreiden niet toegestaan | Gedownload door: Guus de meulemeester | E-mail adres: [email protected]

Page 21: Wealth and Poverty of Nations

17 You Need Money to Make Money De Industriële Revolutie in Groot-Brittannië kwam rustig op gang. Dit zorgde ervoor dat het in stap geld in het begin niet zo veel was waardoor hetgeen wat ontbrak geleend kon worden bij familie of kennissen of door middel van een vennootschap. Door opeenstapelende winsten en daaruit voortvloeiende investeringen wisten deze bedrijven steeds groter te worden en nieuwe technieken te ontwikkelen. Toen andere landen na 1815 begonnen was de techniek veel verder en het in stap kapitaal veel hoger. Hoe gingen ze aan dat geld komen? Persoonlijke investeringen, het probleem hiervan was dat de meeste rijken hun neus ophaalde voor handel en industrie, maar sommige hadden hetzelfde bij landbouw. Er waren echter genoeg rijken die el in industrie wilden investeren waardoor dit toch een belangrijke factor werd. Dit was echter niet genoeg om een industriële revolutie te beginnen. Banken waren nodig om het kapitaal te verschaffen. Gevestigde banken waren vaak bang voor deze risicovolle ondernemingen. Hierdoor ontstonden investeringsbanken die vaak gesteund werden door de overheid. In Frankrijk hadden deze banken een kort leven en gingen ze snel failliet omdat de ondernemers die er waren op andere manieren aan geld wisten te komen. In Duitsland droegen ze voor een groot deel bij aan de industriële ontwikkeling. Als landen te arm waren voor ondernemers om zelf aan kapitaal te komen kon de overheid helpen. Hier is een duidelijk oost west verschil, in Engeland kregen de ondernemers niks van de staat, in Rusland ging al het initiatief ongeveer uit van de staat. Dit kon in de vorm van leningen en investeringen en bepaalde garanties. De laatste manier was het aantrekken van buitenlands kapitaal. Overal waar geld valt te verdienen zijn wel mensen die erin wilde investeren, de Britten stonden er bijvoorbeeld om bekend dat ze overal bereid waren om te investeren in spoorwegen. Het voordeel van laat zijn was dat de technologie al een eindje ontwikkeld is waardoor je minder snel de fouten zou maken die de eersten maakten. Je slaat dan in feite het ontwikkelingsstadium over en gaat door op het punt waar de rest ook is. Het voordeel is dat in dat ontwikkelingsstadium de lonen zijn gestegen en daar heeft de laatkomer geen last vann waardoor deze goedkoper kan produceren.

Verspreiden niet toegestaan | Gedownload door: Guus de meulemeester | E-mail adres: [email protected]

Page 22: Wealth and Poverty of Nations

18 The Wealth of Knowledge Sleutel tot de industriële revolutie was kennis en technologie. De Britten hadden deze ontwikkeld en de landen die in de Britse voetstappen wilden volgen probeerde deze technologie en kennis te bemachtigen. De Britten probeerde hun kennis te beschermen door middel van beschermende maatregelen waarmee ze wilde voorkomen dat buitenlanders kennis zouden opdoen in Engeland om het vervolgens in het continent te gebruiken om de Britten te beconcurreren. Dit beleid was niet waterdicht maar voorkwam wel een snelle overdracht van kennis. Er ontstond een soort strijd tussen naties om industriële kennis te bemachtigen door spionage en door werklieden uit Engeland voor een hoge beloning naar het continent te halen, op deze manier wisten de andere staten stukje bij beetje op gelijke voet met de Engelsen te komen. Een andere manier om aan kennis te komen was door het zelf te ontwikkelen. Vooral de Duitsers en Fransen openden technische scholen (universiteiten) om zo zelf meer kennis te ontwikkelen. De Britten waren hier minder succesvol in. Dit verklaard waarom de Britten gingen achterlopen ton de tweede industriële revolutie kwam, ze hadden niet de mensen die kennis hadden van scheikunde om de nieuwe chemische technologie goed te benutten. In het begin waren de Britten wel degene die het initiatief namen maar ze ontbeerden de kennis om het verder door te zetten. In Duitsland lukte dit beter waardoor de Duitsers voorop liepen in de moderne chemie aan de vooravond van de eerste wereldoorlog.

Verspreiden niet toegestaan | Gedownload door: Guus de meulemeester | E-mail adres: [email protected]

Page 23: Wealth and Poverty of Nations

19 Frontiers Ook in de randgebieden kwam de industriële revolutie op gang. In de nieuwe wereld wist Noord-Amerika een zeer succesvolle industriële ontwikkeling op gang te brengen. Maar waarom niet zuid maar noord Amerika? De redenen hiervoor zijn het klimaat, de grondstoffen die aanwezig zijn en de soort van maatschappij. Laatst genoemde verdiend een verdere verklaring, zoals eerder gezegd is vrije arbeid belangrijk voor het ontstaan van een industriële revolutie. Deze mensen zijn bereid hard te werken voor een fatsoenlijk salaris en creëren ook vraag naar goederen waardoor de productie verder word gestimuleerd. Zuid-Amerika kende een plantage systeem met slavenarbeid, dit stond in de weg. Tot de Amerikaanse revolutie waren er beperkende maatregelen van het moederland om industrialisatie en dus concurrentie van uit Amerika tegen te gaan. Toen de V.S. onafhankelijk werd konden ze zich dus pas vrij gaan ontwikkelen. Waarom waren de Amerikanen hier zo succesvol in? Uiteraard waren het klimaat en de aanwezige grondstoffen belangrijk, maar de kern van de Amerikaanse opkomst zat in arbeid. Deze was schaars, hierdoor was het rendabel om arbeid te vervangen door machines dit was een zeer belangrijke stimulans, al voor de industriële revolutie werd zoveel mogelijk arbeid vervangen door machines. Er was dus ook al een groep arbeiders die ervaring had met machines. Veder was de Amerikaanse maatschappij nieuw. Er waren nog maar weinig vastgeroeste gevestigde belangen om industrialisatie tegen te gaan. ( een belangrijke reden dat in Engeland de katoen industrie een sleutel sector was kwam omdat deze nieuw was en er geen gevestigde belangen direct in het geding kwamen, bij wol was dit nooit gelukt). Telkens als de Amerikanen de grenzen een eindje opschoven in westelijke richting zorgde deze omstandigheden ervoor dat het een economisch succes werd. Ook ontstond er een Amerikaanse methode van productie. Dit was de standaardisatie van goederen, zodat verschillende producenten een stukje in elkaar konden zetten waardoor het goedkoper was doordat iedereen zich kon specialiseren op een deel van de productie. Een soort vroege massaproductie. De oorzaak hiervoor was dat men gestandaardiseerde goederen accepteerde, niet zoals in Europa waar de rijken beter spul moesten hebben en de schaarste van arbeid ten opzichte van kapitaal, wat specialisatie stimuleerde.

Verspreiden niet toegestaan | Gedownload door: Guus de meulemeester | E-mail adres: [email protected]

Page 24: Wealth and Poverty of Nations

20 The South American Way In Zuid-Amerika was de ontwikkeling heel anders dan die in Noord-Amerika. In het zuiden woonden meer mensen en de Iberiërs assimileerden met bevolking. In het noorden had kolonialisme meer het karakter van een volksplanting, vooral ook doordat er weinig mensen leefden. Maar net zoals in het moederland wilde het economisch gezien niet lukken in Zuid-Amerika. De redenen waren grotendeels hetzelfde, aangezien de Spanjaarden alles van hun eigen maatschappij naar de overzeese gebieden exporteerden. De minderheden die belangrijk waren in handel en wetenschap werden vervolgd. Er was geen ondernemersklimaat, de nieuwsgierigheid voor initiatieven ontbrak. In het noorden maakte de V.S. haar eigen revolutie in het zuiden gebeurde dit puur door de zwakte van Spanje. Onafhankelijkheid kwam zo onverwachts dat de nieuwe machthebbers geen visie hadden voor de toekomst. Hierdoor waren ze in het begin vooral bezig met eigenbelang wat leidde tot anarchie en corruptie. Hierin was het niet mogelijk voor een land zich economisch goed te ontwikkelen. Argentinië had van de Zuid Amerikaanse landen de grootste kans op ontwikkeling. Het had een gunstig koel klimaat in vergelijking met de rest. Het was een land met grasvlakten geschikt voor vee, bodem geschikt voor verbouwing van suiker en graanproducten alleen weinig ijzer kool en petroleum voorraden die belangrijk zijn voor de industrie. De Katholieke kerk was erg machtig en samen met de vrees voor ketterse buitenlanders voorkwam dit immigratie uit protestants Europa. Toch was immigratie uit protestants Europa voor Argentinië noodzakelijk als het wilde groeien. Het ontbrak er aan geschoolde arbeiders en kennis van machines en die waren in Katholiek Europa ook niet veel te vinden. Verder was het noordelijk Europese werk ethos in groot contrast tot de luie macho mannen van zuid Amerika. Toch misten ze de boot. Er was net als in de V.S veel land wat nog gewonnen moest worden op de inheemse bevolking, maar in plaats van het stimuleren van grote groepen mensen om zich daar te vestigen verkocht de overheid de grond voor de verovering aan grote landeigenaren. Het falen van Argentinië was ook zichtbaar in de migranten die ze wel aan wisten te trekken. Veel daarvan waren arme analfabetische Italianen die niet veel meer konden dan voedsel oogsten. \de bijdrage van deze groep was gering. Het falen was ook zichtbaar in de industriële activiteiten die wel van de grond kwamen maar niet ver. Verder was de kerk er voor de ongelijke grondbezit verhoudingen te handhaven aangezien ze zelf zo veel bezaten. Door het falen van de economische ontwikkeling zijn landen in Zuid- Amerika zoals Argentinië in feite afhankelijk geworden van buitenlands kapitaal om overeind te blijven. Tijdens ww1 hadden de Britten zelf geld nodig en trokken daarvoor investeringen terug. Dit kwam hard aan in Argentinië. Brazilië was ook een hopeloos land wat niet vooruitging, men was er alleen geïnteresseerd in katholicisme en voor de rest weinig. Paraguy was een ander verhaal, onder een dictator wist het zich redelijk te ontwikkelen en een sterk nationalisme te kweken. Dit werd een soort van Sparta van Zuid-Amerika net zoals Japan voor Azië en Pruisen voor Europa. Dit leidde tot spanningen en in 1864 vormden Argentinië, Brazilië en Uruguay een coalitie om Paraguay te verslaan dit lukte, maar na een zeer lange zeer bloedige strijd. (waarschijnlijk kwam hierbij 70% van de Paraguayaanse bevolking om!)

Verspreiden niet toegestaan | Gedownload door: Guus de meulemeester | E-mail adres: [email protected]

Page 25: Wealth and Poverty of Nations

21 Celestial Empire: Stasis and Retreat China Zag zichzelf als het rijk van het midden het centrum van de wereld, anderen waren meestal niet veel meer dan barbaren. China was superieur. Vreemd genoeg was het westerse technologie die de deuren openden in China. De klok was iets wat de Chinezen nog niet hadden. Het gaf niet alleen de tijd aan voor hen, want de geluidjes waren een bekend manier van vermaak. Karakteristiek voor de Chinezen is dat ze niet leerden hoe ze zelf die klokken moesten maken, ofja ze leerde het wel een beetje maar een eigen soort klok of verbeteringen zaten er niet in. China was vanwege het idee van superioriteit een slechte leerling, wat konden zij immers van barbaren leren. De chinezen beweerde terecht dat de kennis die de Europeanen brachten niet nieuw was. Hoewel de Chinezen kennis hadden, werd deze vaak niet toegepast en ging deze ook vaak weer verloren. Ze hadden niet zoals in Europa de uitvinding van het printen gebruikt om een wetenschappelijke structuur te creëren. Het was zelfs zo erg dat een Chinese wetenschapper de handdoek in de ring moest gooien met zijn ontdekkingen want hij kon geen leerlingen vinden, zover de drang voor vernieuwing en dat zonder staatsobstructie. Er was in China geen uitgebreid wetenschappelijke scholingssysteem. Het Chinese systeem werd gekenmerkt door de befaamde stap vooruit waarna er 2 terug volgden(ontdekte kennis werd gewoon vergeten). Een verandering indien positief viel toe aan de hoge heren negatief en de lagere kaders kregen er van langs, ook niet echt motiverend. Verder had confucianisme ook weinig oog voor verandering en wetenschap, dit alles zorgde voor een maatschappij die verrassend goed gewapend was tegen verandering In de 17de eeuw had de ming dynasty het moeilijk, ze werden continu aangevallen door nomaden uit het noorden. Hoewel dit als een stimulans voor de ontwikkeling van geweren zou hebben kunnen gediend deden de Chinezen niks met de beschikbare technologie. Uiteindelijk werden er wel enkele Portugese instructeurs ingehuurd die ook enkele kannonnen maakten maar verder gebeurde er niks. Het Christendom slaagde er niet in een vaste voet aan de grond te krijgen in China. De Christenen gebruiken technologie om hun superioriteit te bewijzen. Ze hadden dit goed voorbereid en boekten we enig succes. De Chinezen doorzagen deze ondermijning van het Chinese gezag en moraal en voorkwamen massale bekeringen. Hoe zit het verband tussen technologie en kennis, hoe noodzakelijk waren deze voor een industriële revolutie? Eigenlijk waren het twee kanten van dezelfde munt, de een kon niet zonder de ander. Een maatschappij die zich afsluit voor nieuwe kennis maakt een industriële revolutie onmogelijk. De Europeanen ontwikkelde zich de Chinezen niet. Waar de Europenen eerst verlegen vraagde gingen ze in de 19de eeuw keihard eisen, totdat er heel oneerlijke verdragen waren gesloten en er weinig over was om te eisen. Van binnenuit werd China ook verzwakt de Taiping rebellie was er één van ongelofelijke omvang die China deed schudden en er was ruim een decennium voor nodig de orde te herstellen. China was in deze tijd ook straatarm geworden. Verder is er nog een idee van wetenschap namelijk westerse versus universele, westerse stelt dat Europa de wetenschap heeft bepaald, universele stelt dat het een samengaan is van kennis van meerdere maatschappijen die de huidige wetenschap gevormd heeft. Landes: voor universele is zeker wat te zeggen maar alleen de Europeanen slaagde erin wetenschap toe te passen.

Verspreiden niet toegestaan | Gedownload door: Guus de meulemeester | E-mail adres: [email protected]

Page 26: Wealth and Poverty of Nations

22 Japan: And the Last Shall Be First Japan was net als China een trots land. In tegenstelling tot China hadden de Japanners altijd geleerd van andere culturen, vooral China. Hierdoor waren de Japanners wel bereid om te leren van de Europese technologie. Eerst waren ze vooral verbaast dat er mensen bestonden die er zo anders uitzagen. Vervolgens waren ze onder de indruk van de technologie die deze barbaren bezaten. De ontvangst was hartelijker dan de Europeanen gewend waren. Voor beide volken leek het een voordelige bezigheid. De Europeanen konden voor lage prijzen waardevolle goederen kopen, de Japanners kregen toegang tot exotische producten en technieken die ze helemaal niet kenden. Dit kon echter niet stand houden.de Portugese missie ondermijnde het traditioneel Japanse bestuur. Dit was zeer hiërarchisch van aard en een onderdaan moest absoluut gehoorzaam zijn aan zijn heer, voor christenen was dit alleen god dus was er een probleem. De Japanse oplossing was alle katholieke landen weg te sturen, Engeland(stopte op de duur zelf met komen) China en Nederland mochten blijven. Vervolgens werden de christenen keihard vervolgt. Een gigantisch bloedbad vond plaats met ongelofelijk gruwelijke acties. Maar de opzet werkte en het christendom werd getemd/vernietigd. Verder gevolg hiervan was dat de Japanners hun land afsloten van de rest van de wereld. In de tijd dat de Europeanen kwamen was Japan in oorlog de gebieden vochten onder elkaar. In deze periode werden vuurwapens gewoon o het Japanse slagveld. De Europeanen hadden ook respect voor de Japanners omdat ze hard werkten en oorlogszuchtig waren zoals zij. Door de sluiting van Japan ging de vuurwapen technologie verloren. Immers deze techniek egaliseerde oorlogsvoering, het moet toch niet kunnen dat een pauper met en geweer een goed getrainde samurai zwaardvechter zou doden. Hoewel Japan in een isolement terecht kwam was de samenleving er veel dynamischer dan bijvoorbeeld in China. Japan had ook een keizer (Tenno), maar de werkelijk macht was in handen van de legerleider (Shogun)die heerste via de Bakufu een soort legerleiding regeringachtig iets. Het land was verdeeld in provincies (han). Elke provincie was een koninkrijk op zich met een eigen aristocratie van Samurai de krijgerklasse, onder leiding van een Daimyo(deze woonde het ene jaar in zijn han het andere in Edo (Tokyo)). Deze provincies concurrerende onder elkaar, maar voerden geen oorlog. Na de burgeroorlog waren er veel zwervende samurai zonder meester maar dit probleem loste zichzelf uiteindelijk op.

Japan had bepaalde voordele boven Europa: 250 jaar zonder oorlog, goedkoop en goed bereikbaar watertransport, 1taal en cultuur, geen handelsbarrières en de ontwikkeling van een koopmansgeest vergelijkbaar met zijn calvinistische tegenhanger. Dit zorgde voor een nauwere verbinding tussen de gebieden en zorgde voor verstedelijking.

Japan was verdeeld net zoals middeleeuws Europa in verschillende klasse. De top waren de samurai de krijgerklasse, daarna de boeren, daarna de handelaren en als laatste de niet aanraakbaren mensen die met vlees werkten daardoor bevuild waren. De boeren werden wel hoog gewaardeerd maar in feite vooral uitgeknepen dor hun heren om zoveel mogelijk geld binnen te krijgen.

Om de Meiji restauratie (1867)te begrijpen zijn er 2 belangrijke ontwikkelingen die genoemd moeten worden, maar eerst het werd een restoratie genoemd om dat de keizer die wettelijk de macht had deze terugkreeg en allen paupers in China hadden revolutie een beschaafd land als Japan niet. Het was ook niet zo bloederig als een Russische of Franse revolutie. Ten eerste waren er de machten in Japan zelf die inzagen dat modernisering noodzakelijk was om niet opgeslokt te worden door buitenlandse machten. Ten tweede beïnvloedde buitenlandse contacten de manier waarop sommige Japanners dachten en overtuigde van de noodzaak te moderniseren, er was veel profijt bij te behalen.

Verspreiden niet toegestaan | Gedownload door: Guus de meulemeester | E-mail adres: [email protected]

Page 27: Wealth and Poverty of Nations

23 The Meji Restoration Japan had een revolutie (restoratie) in 1867/68. Het Shogunaat onder leiding van de Tokugawa dynastie werd omvergeworpen en de macht kwam bij de keizer te liggen. De basis van Japans nationalisme was al lang gelegd en hierdoor werd verder bloedbad bespaard. In de laatste jaren van de Tokugawa en de eerste jaren van de Meiji was er wel onrust en veel moord. Dit is echter logisch want een lang gevestigd regime kwam ten eind en een nieuw moest zijn legitimiteit nog bewijzen. Toch viel het mee, omdat er geen volledige burgeroorlog kwam was Japan in staat onafhankelijk te blijven. In andere landen zorgde dit soort gebeurtenissen tot zware strijd, buitenlandse interventie en vaak ook overname door een buitenlandse macht, maar niet in Japan. Het begin van de grote veranderingen was eigenlijk dat enkele han zich anders gingen ontwikkelen ze onderhielden contact met de westerlingen en maakte zich de westerse techniek eigen. Twee belangrijke gebieden Satsuma en Choshu vormde een alliantie en brachten de Keizer aan de macht, de Shogun heeft zich hier niet tegen verzet, alleen de troepen van de shogun hebben geprobeerd de restaurayie ongedaan te maken. Staatkundig vonden er onder de nieuwe keizerlijke macht ook vernieuwingen plaats, feodalisme werd afgeschaft, representatieve instituties zouden geformeerd worden, de feodale han werden door de overheid bestuurde ken.In 1869 gaven de Daimyo van Satsuma en Choshu hun land aan de keizer waarna de rest van het land volgde en de restoratie compleet was. De weg naar modernisering kon beginnen. Men dacht dat na de restoratie het meeste werk gedaan was, maar na de restoratie kwam de echte uitdaging, de modernisering van Japan. Een prinselijke delegatie ging de wereld rond om in de westerse landen te kijken, ze kwamen terug met de boodschap dat er veel moest gebeuren. Eerst wilden ze het Franse model eigen maken maar na de Franse nederlaag tegen Duitsland werd voor het Duitse model gekozen. Eerst moest er aan de basis veel veranderen,er moest een onderwijs systeem, een postdienst een algemene dienstplicht en een vaste tijdwaarneming gecreëerd worden. In 1871 werd er op gelijke voet met China een verdrag gesloten, dit was een begin de gelijkheid zouden de Japanners zo snel mogelijk inruilen voor superioriteit. Binnenslands was er een grote groep die pleite voor imperialistische agressie, verover of wordt veroverd was de achterliggende gedachte. De tijd van de samurai was voorbij in Japan, maar de oude samurai waren er nog. De vernedering dat ze niet meer met een zwaard over straat mochten was vreselijk voor ze. De frustratie van deze groep vertaalde zich in politieke moorden, maar de oude tijd keerde niet terug. Al voor het begin van de Meiji waren belangrijke sectoren voor een industriële revolutie gaan groeien, katoen. Door goedkope arbeid en een hardwerkende bevolking racete Japan door de eerste industriële revolutie en stootte snel door naar de tweede, de chemie. Zo een nieuw begin kwam ook in Japan niet zonder nare gevolgen, vrouwen en kinderen werkte voor heel magere loontjes en de arbeiders in het algemeen moesten keihard werken andere slechte omstandigheden. Toch slaagde Japan snel te groeien, maar het leed wat hierbij kwam kijken moet niet onderschat worden.

Verspreiden niet toegestaan | Gedownload door: Guus de meulemeester | E-mail adres: [email protected]

Page 28: Wealth and Poverty of Nations

24 History Gone Wrong? Het islamitische Midden-Oosten wist niet zoals het verre oosten aan te klampen bij de vaart der volken, waarom niet? In de 7de eeuw hadden ze net als Europa in de 15de eeuw een expansie naar buiten gehad. Beide waren militair, maar de Arabische expansie was gebaseerd op geloof en krijgsgeest en kunde, het had geen materiële maar een geestelijke basis het woord te verspreiden. De Europese Expansie was meer gebaseerd op vuurkracht. De Arabieren waren dan wel de betere militairen in hun tijd, ze konden nog steeds veldslagen verliezen. De Europeanen hadden zo een superieure vuurkracht dat dit hen niet meer overkwam tegen inheemse bevolkingen. De Europese basis was sterker en de effecten waren groter. In de tijd van de Europese expansie verloren de moslims steeds meer macht. Zoals eerder beschreven, de neergang van het Moghul rijk in India. Maar ook de Ottomanen moesten eraan geloven. Ze werden in Europa steeds verder teruggedrongen door christelijke en nationalistisch gemotiveerde groepen. De teruggang van de Ottomanen begon na 1550 en het is verbazingwekkend dat het nog tot wo1 stand heeft gehouden. De opkomst van de Ottomanen viel gelijk met de val van Byzanium. De byzantijnse burgeroorlogen verzwakte het rijk, de verschillende partijen riepen buitenlandse hulp in en uiteindelijk kwamen de Ottomanen als sterkste uit de strijd. Het Ottomaanse rijk was een despotisch rijk gebaseerd op verovering. Ze hielden de krijgers tevreden met nieuwe veroveringen van land en buit, toen de veroveringen ophielden was dit systeem niet meer toepasbaar en moest het geld uit de al overwonnen gebieden komen. Dit lukte slechts deels. Het Ottomaanse rijk hing los aan elkaar, het was te groot om centraal bestuurd te worden dus waren er locale machthebbers die uiteindelijk allemaal gehoorzaamheid aan de sultan verschuldigd waren. Toen de inkomsten van binnen moesten gaan komen ging het mis, ze gingen hun onderdanen zo veel mogelijk laten betalen en maakte hierdoor een industriële revolutie onmogelijk, wie niks mocht houden wat hij zelf verdiende zou ook niks extra’s gaan maken. In het begin hadden de Ottomanen sterke leiders. Maar naarmate titels overerfbaar werden werd de kwaliteit van de leiders minder. De Moghul hadden hetzelfde probleem. In Egypte zat een vazal met betere ideeën. Mehemet Ali probeerde van Egypte een modern land te maken door landbouw en industrie te bevorderen. Hij huurde westerlingen in om dit gedaan te krijgen. Maar door dit te doen maakte hij zo veel schulden dat Groot-Brittannië als onderpand voor de schuld de feitelijke controle over Egypte kreeg. Dit beëindigde de Egyptische poging. Er zijn twee verklaringen voor de Egyptische mislukking. De eerste zegt dat Egypte een concurrent dreigde te worden voor het westen en dat het daarom werd uitgeschakeld. De tweede zegt Egyptische industrie niet kon overleven zonder overheidssteun en dat het toch een kwestie van tijd was geweest voor de ondergang. Landes is voor de laatst genoemde uitleg, het was een leuke poging maar Egypte was er niet klaar voor, de omstandigheden waren er niet goed voor. Alles moest geïmporteerd worden er was vrijwel niks wat de Egyptenaren zelf hadden. Een reden waarom het toen en nu nog steeds niet goed gaat met het Midden-Oosten wordt gezien in de positie van vrouwen. Doordat deze zijn uitgesloten zijn van het overgrote deel van het maatschappelijk leven en meestal geen beroep uitoefenen, is de helft van het potentieel van de bevolking weggestopt, dit ondermijnd de ontwikkeling. Japanse vrouwen waren dan ook wel onderdanig aan mannen, maar het was wel geaccepteerd dat ze werkten en dat heeft bijgedragen aan de economische ontwikkeling van Japan. Vaak word de islam als boosdoener aangewezen en al oorzaak voor deze discriminatie. Het is echter belangrijk op te merken dat zonder islam de vrouwen nog steeds onderdrukt zouden worden. Het fenomeen

Verspreiden niet toegestaan | Gedownload door: Guus de meulemeester | E-mail adres: [email protected]

Page 29: Wealth and Poverty of Nations

komt namelijk niet alleen uit de religie maar vooral uit de cultuur die al bestond voordat de islam kwam. De olieprijs tijgt de Arabische elites worden schat rijk, maar het midden- oosten blijft arm. Hoe komt dit? Het is in feite dezelfde welvaartsziekte als Spanje had in de tijd van de Zuid-Amerikaanse zilvermijnen. Er komt genoeg binnen de elite kan alles kopen wat ze willen, ze kopen het in het buitenland en de eigen industrie blijft achter. Door deze vaste inkomsten is er ook geen noodzaak te investeren om meer geld te maken. Als ze het wel doen komt het vooral bij winstgevende westerse ondernemingen terecht en minder snel bij de eigen bevolking. De zege die olie heet is dus eigenlijk een vloek. De huidige staten in het Midden-Oosten zijn zeker despotisch te noemen. Ze zijn corrupt bieden weinig zekerheid aan de mensen en beperken op die manier ook de vooruitgang. Edward Saids boek, oriëntalisme was een harde aanval op de westerse wetenschap die probeerde het oosten te begrijpen, hij beweerde dat: Studie door buitenstaanders nooit een goed beeld kon geven, dit soort studies vaak stereotyperen, dit zorgt voor racisme en vooroordelen. Landes is het er niet mee eens dat buitenstaanders niks kunnen zeggen over een maatschappij waartoe ze zelf niet behoren. Oriëntalisten hebben passie voor hun werk en verdedigde de Arabische wereld juist tegen laagdunkende westerse geleerden, generalisatie geeft een extra dementie het moet wel genuanceerd worden maar bied toch interessante inzichten en als laatste slecht nieuws hoeft geen fout nieuws te zijn.

Verspreiden niet toegestaan | Gedownload door: Guus de meulemeester | E-mail adres: [email protected]

Page 30: Wealth and Poverty of Nations

25 Empire and After De Europese rijken overzee ontstonden vanaf de 15de eeuw en eindigde in de 20ste eeuw. Imperialisme is de toestand waarin de één over een ander regeert. Kolonialisme is in principe volksplanting maar is gaan betekenen een economische of politieke afhankelijke positie van het ene gebied ten opzichte van het andere. Imperialisme en kolonialisme kunnen als zijnde hetzelfde woord gebruikt worden. Europees imperialisme begon in de middeleeuwen met de drang nach osten, verovering van Siberië en de reconquista, de herovering van Spanje op de moslims. Later is daar de expansie overzee bijgekomen. De Spanjaarden zochten schatten, de Portugezen, Nederlanders en Britten bouwde rijken om te handelen. Ook creëerde ze plantages om de handel veilig te stellen. Er wordt onderscheidt gemaakt tussen nieuw en oud imperialisme. Oud imperialisme word gezien als de veroveringen van Europa tussen 1500-1800. nieuw imperialisme word gezien als de tijd na 1860 tot 1914. Nieuw imperialisme moet gezien worden in het licht van competitie tussen staten wie de meeste gebieden kon veroveren. Het was een manier om het nationalistische deel van het volk tevreden te houden. Het was ook een teken van prestige om grote stukken Afrika te gaan “ontwikkelen”. Het landje pik van het nieuwe imperialisme wordt verdeeld in twee categorieën. Strategisch wanneer het in belang was van handelsroutes en als voorzorg dat iemand anders het niet veroverde. De reden voor deze veroveringen worden vaak gezocht in hebzucht en als noodzaak voor het kapitalisme. De Hebzucht klopt wel, maar het gedeelte van kapitalisme is onzin, de nieuw veroverde gebieden waren doorgaans economisch waardeloos. De gebieden in Zuid-Amerika werden rond 1820 onafhankelijk. De Monroe doctrine garandeerde deze onafhankelijkheid. Maar ze bleven afhankelijk van Europees kapitaal, dit was ook een vorm van imperialisme, economisch. Formele rijken zijn nu zo goed als voorbij. Na wo2 zijn heel veel voormalig koloniën onafhankelijk geworden. De oude imperialistische machten zagen hun economie harder bloeien dan ooit te voren nadat ze hun koloniën kwijt waren, terwijl het met de nieuwe onafhankelijke landen maar niet goed wilde gaan. De kolonisatoren lieten vaak een redelijke infrastructuur achter, maar de ex-kolonies wisten vaak niet goed hoe ze hiermee om moesten gaan waardoor deze faciliteiten waarde verloren. Het idee was vaak eerst vrijheid en dan economie, vaak was de uitkomst teleurstellend. Veel landen wilden het ook anders doen dan de kapitalistische kolonisatoren en gingen daarom over op het socialisme, vaak ook met teleurstellend gevolg. Velen zeggen dat de formele koloniën slechts verdwenen zijn maar dat de informele banden er voor zorgen dat er nog niks veranderd is in de verhoudingen

Het verschil in ontwikkeling tussen verschillende ex-kolonies is groot. De vraag is nu was imperialisme goed of slecht voor de onderworpenen? 1 Het idee was welvaart en arbeid te gebruiken voor eigen gewin, maar er zijn lokaal ook altijd winnaars geweest zoals lokale elites. 2 bijna al het imperialisme heeft leed meegebracht maar ook materiele vooruitgang. 3 De kolonisatoren trokken willekeurig de grenzen, stammen werden gescheiden en samengevoegd, maar het aantal oorlogen onderling is beperkt gebleven, de landen houden zich wel aan hun grenzen. 4 Veel staten zitten met een identiteitscrisis. Met meerdere volken in een staat bijvoorbeeld is het moeilijk om een gemeenschappelijke identiteit te creëren. Dit leidde vaak tot interne onrust. 5 Er wordt beweerd dat zonder kolonialisme veel landen zich sneller hadden ontwikkeld, maar sommige landen waar het nu goed gaat hebben dit geleerd van hun koloniale meesters, Zuid-Korea van Japan bijvoorbeeld al zullen ze het zelf nooit zo zien.

Verspreiden niet toegestaan | Gedownload door: Guus de meulemeester | E-mail adres: [email protected]

Page 31: Wealth and Poverty of Nations

26 Loss of Leadership De Nederlanders waren de eersten die in de vroegmoderne tijd economisch dominant werden. Ze heersten over de wereldzeeën hadden voldoende mogelijkheden om op afgelegen plaatsen handel te drijven en wisten zelfs een succesvolle invasie van Engeland uit te voeren, the Glorious Revolution. Maar wie op een hoogtepunt zit kan maar één kant op en dat is naar beneden, zoals het ook gebeurde. Het kapitaal van Holland was nog steeds indrukwekkend, maar waar het naartoe ging veranderde. Niet meer naar de eigen handel of industrie maar in Engelse handel en naar het platteland. De industrie gaf een goed beeld, de productie daalde. De concurrentie met de Engelsen werd verloren, door de navigation acts en de oorlogen die volgden, met rampzalige gevolgen voor de Nederlandse economie. De reden voor de teruggang werd ook wel geweid aan luiheid, de ondernemers gingen van het land leven en waren niet meer bereid geld te investeren in riskante ondernemingen met kans op grote winsten of verliezen. Het probleem was voornamelijk de welvaart, er was geen noodzaak te moderniseren de mensen hadden het goed (degene die het geld hadden). De Britten namen de leidende positie van de Nederlanders over, wat de Nederlanders ooit deden werd nu gedaan door de Britten maar dan groter. De Britten hadden een grote voorsprong door de industriële revolutie weten te ontwikkelen en een groot rijk waarvan India de parel was. Door de Britse industriële voorsprong werd vrijhandel het devies. Ze hadden geen concurrentie te vrezen zo groot was hun voorsprong. Dreiging kwam wel van het continent maar de Britten leken onbedreigd, totdat ze gingen achterlopen bij de tweede industriële revolutie. Waarom verloor Groot-Brittannië? Er zijn 6 oorzaken: 1 Verwarring over wat er aan de hand is, was GB echt achteruit aan het gaan, wat moesten ze hier tegen doen. Het probleem was eigenlijk niet dat GB achteruitging, andere landen dede het alleen beter, er was sprake van een relatieve achteruitgang. 2 Het economisch-politieke verband, minder economische macht is ook minder politieke macht. 3 Vertrouwen was ook een belangrijke factor, gebrek aan vertrouwen geeft altijd een zeer negatieve weerslag op de economie, de Britten werden minder machtig ze wisten het en het vertrouwen daalde. 4 Een economie gericht op de export verloor haar makten doordat de concurrentie hen voorbij streefde. 5 Faalde Victoriaans GB dan? Nee, GB deed het minder goed dan andere landen in Industriële sectoren maar dit kwam doordat het niet beter kon presteren, de voorradige ijzer en kool werkte namelijk niet echt mee, verkeerde kwaliteit e.d. 6 Faalde het ondernemerschap? Nee dit was ook niet het geval, GB had verouderde machines maar deze waren altijd nog rendabel en het was duur nieuwe aan te schaffen, de achteropkomerts hadden wel het nieuwste spul, waardoor deze een voordeel hadden, voor de Britten waren de oude machines nog steeds voordeliger. Gebrek aan innovatie word ook wel toegeschreven aan verkeerde houdingen ten opzichte van de handel. Na wo2 was Amerika de grootste producent ter wereld, meer dan de helft van de wereldproductie kwam er vandaan. De Amerikaanse economie lag ver voor, maar andere landen zijn druk bezig met inhalen.. De productiviteit in de V.S. blijft wel steeds groeien. De Britse auto industrie staat symbool voor de val van GB. Deze industrie wist maar niet van de grond te komen en richtte zich eerst vooral op rijke klanten, massaproductie kwam er niet van. Andere landen waren er gewoon beter in.

Verspreiden niet toegestaan | Gedownload door: Guus de meulemeester | E-mail adres: [email protected]

Page 32: Wealth and Poverty of Nations

27 Winners and…. Twee wereldoorlogen hebben hun stempel gedrukt op de 20ste eeuw. Massale slachtingen onder het mom van oude idealen van heldenmoed en met als doel nieuwe ideologieën. Na 1945 ging de strijd door maar dan in de koude oorlog waarin niet direct tegen elkaar werd gevochten. De blokken oost en west stonden tegenover elkaar en zorgde zo voor een bepaalde stabiliteit. Na de oorlog ging het goed met de voormalig imperialistische mogendheden. Frankrijk wist door middel van een zorgvuldig geplande economie te groeien, Duitsland herrees uit de as van het derde rijk en ontwikkelde zich tot een belangrijk producent. Hoewel er na wo2 plannen waren om van Duitsland een agrarisch land te maken, was Duitsland als industriële macht wilde Europa ooit weer van de grond komen. Japan deed het ook goed na wo2, recentelijk heeft het wat tegenslagen gehad, maar het Japanse wonder ging gepaard met een lange sterke economische groei. Andere landen in Azië volgden het Japanse voorbeeld, Zuid-Korea, Taiwan, Honh Kong en Singapore doen het nu goed, Indonesië Thailand en Maleisië komen er ook aan. Deze Aziatische ontwikkelen zich steeds verder door het werkethos en de vaardige arbeid die te vinden is in deze landen. Opvallend is ook het nu opkomende China, in Zuid-Oost-Azië zijn de Chinezen altijd hele effectieve handelaren geweest, maar in China wilde het maar niet vlotten. Overal wisten ze zich te vestigen aan te passen winst te behalen en de handel waar mogelijk naar zich toe te trekken. Hoewel de Japanners laat op gang kwamen in de auto industrie doen ze het nu hartstikke goed. Sleutel tot het succes is kijken hoe iets geproduceerd word en dan een eigen draai er aan geven. Precies wat de Japanners met de auto industrie gedaan hebben. Ze hebben de Amerikaanse massaproductie gekopieerd, maar ook verschillen aangebracht waardoor het Japanse systeem meer variatie produceert en meer markt gericht is. Ook hebben ze de efficiëntie weten te verhogen door de werknemers zo te trainen dat als ze één taak af hebben meteen aan iets anders kunnen beginnen. De Japanners begonnen met kleine auto’s en gingen steeds verder. Eerst waren de concurrenten niet bang, maar de Japanners wisten toch de markt steeds verder te veroveren, het geheim zit in de betrouwbaarheid van Japanse auto’s waardoor ze een fatsoenlijke aankoop zijn geworden, ze staan voor kwaliteit.

Verspreiden niet toegestaan | Gedownload door: Guus de meulemeester | E-mail adres: [email protected]

Page 33: Wealth and Poverty of Nations

28 Losers In vergelijking met Oost-Azië zijn Zuid-Amerika, Afrika en het Midden-Oosten achtergebleven. In het Midden-Oosten hebben degene bij wie het niet lukten zich gewend tot religieus fanatisme en militair geweld. Irak en de verovering van Koeweit als voorbeeld. In Zuid-Amerika waar men al bijna 200 jaar onafhankelijk is er nog steeds geen industriële revolutie op gang gekomen. De industrie die er is komt uit een tijd vol importheffingen en dus een bevoordeeld klimaat. In deze maatschappij is de technologie nog steeds grotendeels ontbrekend. De vicieuze cirkel waar Zuid-Amerika mee zit is het lenen, er moet geleend worden om rente te betalen, zo blijven ze betalen en kunnen ze zich moeizaam ontwikkelen. Een soeverein land kan besluiten een lening te laten doen en niet te betalen, nadeel is dat, dat land dan nergens meer iets kan lenen. De voormalige satellietstaten van de USSR zijn er ook met een kater vanaf gekomen. Oost-Europa zal nog veel tijd nodig hebben om de West Europeanen bij te halen. De situatie in Rusland lijkt helemaal hopeloos. Rusland is nog nooit concurrerend geweest behalve met wodka. Verder getuigd het Aral meer van de ecologische ramp die de Soviets hebben veroorzaakt door zonder aan het milieu te denken ten kosten van alles industrieën uit de grond te stampen. In Afrika is het er nog steeds het slechts aan toe. De oorzaken hiervoor zijn: Slecht bestuur, onverwachtse zelfstandigheid, achterlijke technologie, slecht onderwijs, slecht of oneerlijk advies, moeilijk klimaat, armoede, honger, ziekte en overbevolking. Kortom alles war slecht zou kunnen zijn is in Afrika het geval. De levensstandaard is nauwelijks veranderd en nog steeds vreselijk laag. Men wilde wel dat Afrika het goed ging doen maar de initiatieven die werden ondernomen werkte niet. Belangrijker is dat deze projecten niet uit Afrika zelf kwamen maar vanuit het westen, er is dus geen sprake van een groots eigen initiatief. Afrika wordt nog steeds geteisterd door veel plagen en de ontwikkelingshulp is een schijntje kijkend naar wat er moet gebeuren. Algerije ging voortvarend te werk, creëerde een industriële infrastructuur en fabrieken van de overheid. Het werd een dure gelegenheid die door inefficiëntie, overbezetting en niet markt prijzen te vragen voor de producten hun eigen graf hebben gegraven. Het verhaal van Cardoso is er een van een socioloog met linke idealen die eerst minister werd. Hij realiseerde dat als Brazilië wilde ontwikkelen er hulp van kapitalistische landen nodig was en vroeg hierom. Het resultaat was een sterke munt en man werd nog als president gekozen ook. Succes is dus wel mogelijk.

Verspreiden niet toegestaan | Gedownload door: Guus de meulemeester | E-mail adres: [email protected]

Page 34: Wealth and Poverty of Nations

29 How Did We Get Here Where Are We Going? Van een wereld met kleine koninkrijken en een paar miljoen mensen zijn we nu in een wereld met natiestaten en miljarden inwoners. Onze kennis is gegroeid hoewel deze vaak voor vernietigende doeleinden werd gebruikt. Wetenschap zal ons helpen ontwikkelen en verder komen. Het laatste millennium is de westerse maatschappij koploper geweest met technologische ontwikkeling en wetenschap. Naast technologische en economische ontwikkeling moeten we nu ook rekening houden met ecologische verandering. Het belang van cultuur voor ontwikkeling valt ook niet te onderschatten. Het is echter moeilijk te voorspellen en te verklaren waarom waren de Chinezen overal effectief in de handel behalve in China zelf. Echter economie en cultuur staan niet los van elkaar, ze beïnvloeden elkaar. Convergentie is het sleutelwoord voor de toekomst. De hoop op gelijkheid als uiteindelijk eindpunt. Generalisatie van de welvaart. Momenteel lijkt het er echter niet op dat arm en rijk dichter bij elkaar komen. Sommige landen doen het goed en velen doen het minder. Zuid-Amerika doet het redelijk, oost Azië doet het goed en Afrika is een regelrechte ramp, ook het Midden-Oosten lijkt nergens heen te gaan. De voormalige Sovjet-Unie is aan het veranderen maar waar gaat het heen, niemand weet het. Zal globalisering en convergentie zorgen voor een einde aan de competitie tussen naties? Hierover zijn de meningen verdeeld. Het heeft wel invloed, zo heeft de zoektocht naar goedkope arbeid banen verplaatst van rijke naar armere landen. Het punt wat Landes wil maken met zijn boek:

- Het voordeel van handel is niet gelijk, sommige doen het beter dan anderen. Dit komt door het vergelijkende voordeel van de een tegenover de ander, het verschilt.

- De import en export van banen is anders dan bij goederen, in theorie zijn ze misschien te vergelijken maar menselijk reacties zijn moeilijk in te schatten.

- Vergelijkend voordeel staat niet vast, het kan veranderen. - Het helpt altijd om te reageren op de markt. - Sommigen nemen liever dan dat ze maken, dit kan alleen voorkomen worden door het

leren van moreel. Hoe zit het met de arme landen, moeten de rijke blijven geven? Het kan helpen, maar de meest doorslaggevende veranderingen komen van binnenin. Het moraal van het verhaal is blijven proberen en niet opgeven als iets niet lukt, gewoon en volgende poging doen.

Verspreiden niet toegestaan | Gedownload door: Guus de meulemeester | E-mail adres: [email protected]