sdc7a2fdd9c1a52f1.jimcontent.com · web view3.k.2.leerstof en achtergronden. door mijn kennis van...

“De vijf rollen van de leraar”

Beroepsproduct: In Beeld

Cursist PDG traject 2017 / 2018: Obrecht M.G. Beelen

Begeleider namens de NHL: Ella ten Barge

2017 Beelen, Obrecht 1

Inhoud:

Voorwoord: …………………………………………………………………....pagina 3

Aanleiding: …………………………………………………………………….pagina 3

Persoonlijke leerdoelen ………………………………………………………pagina 3

Context:…………………………………………………………………………pagina 3

Oriëntatie :………………………………………………………………………pagina 4

Voorbereiding:…………….……………………………………………………pagina 5

Uitvoering:…………………………………………………………………..…..pagina 5

Reflectie op mijn leerdoelen:………………………………………………….pagina 5

Rol gastheer:…………………………………………………………………....pagina 6

Rol presentator:…………………………………………………………………pagina 6

Rol didacticus:…………………………………………………………………..pagina 7

Rol pedagoog:…………………………………………………………………..pagina 7

Rol afsluiter:……………………………………………………………………..pagina 8

Studenten feedback:……………………………………………………………pagina 9

Bibliografie:………………………………………………………………………pagina 9

Competenties:……………………………………………………………………pagina 10 t/m13

Bijlage 1 DA model:…………………………………………………………......Pagina 14/15

Bijlage 2 Aantekeningen observant:…………………………………………..pagina 16 t/m 18

Bijlage D Beoordelingsformulieren Beroepsproducten:……………………..pagina 19 t/m 28

In beeld in de vijf rollen van de leraar.


Voorwoord:

In maart 2017 ben ik gestart met de opleiding voor het PDG traject. Ik werk sinds drie jaar op het mbo bij het Drenthe College. Heb een vast en fulltime contract als docent en verzorg o.a. lessen Nederlands, Muziek, Aardrijkskunde, Pedagogiek voor leeftijdsgroepen van 16 t / m 24 jaar en ook voor studenten in de avonduren van 45 +. (Taalcursus Nederlands 3F voor VVE gecertificeerde instellingen.) Daarnaast ben ik LOB-er van twee groepen en praktijkbegeleider.

Mijn carrière begon als basisschoolleerkracht in een heterogene groep 6,7,8 gedurende twaalf jaar, waar ik veel leerde op het gebied van klassenmanagement. Vervolgens zette ik mijn werk zestien jaar voort als directeur van een Montessorischool en was als zodanig verantwoordelijk voor de beleidsontwikkeling en dagelijkse uitvoering van alle werkvelden, als ook voor coaching en begeleiding van collega’s en studenten mbo en pabo.

Aanleiding Door mijn ervaring binnen het onderwijsveld beweeg ik me veelal als ervaringsdeskundig, bewust bekwaam. Door de jaren heen wellicht meer en meer onbewust bekwaam in termen van: “zo doe ik dat nu eenmaal.” Uiteraard gaan er weleens dingen mis, maar door de bank genomen voel ik mij een energieke en vakbekwame docent. Belangrijk daarbij is: Vind ik dat zelf en vinden anderen dat ook? Het antwoord op deze vragen is volmondig ja zo blijkt uit enquêtes, klassenbezoek, resultaten en beoordeling.

Door PDG-traject en managementsopleidingen, literatuur en scholingen heb ik geleerd dat het goed is om planmatig te blijven werken aan jezelf in dit vak. Het werken in een lerende organisatie vraagt “leren in de context,” van en met elkaar. Dit in relatie tot studenten en collega’s. Het sparren over het vak.

Persoonlijke leerdoelen bij dit beroepsproduct:Hoe acteer ik in de rol van de gastheer en met welk doel?Hoe acteer ik in de rol van presentator en met welk doel?Hoe acteer ik als didacticus en met welk doel?Hoe acteer ik als pedagoog en met welk doel? Hoe acteer ik in de rol als afsluiter en met welk doel?

Dit gericht op de vraag: Leren studenten effectief? Voogd, M. &. (sd). Veerkracht in je werk. Coachkwadraat, ECNO/NHL.

Context:

Het beroepsproduct “In Beeld” heb ik uitgewerkt in een film en een verslag. Slooter,M. (2009). De vijf rollen van de leraar. Amersfoort: CPS.

Het boek de vijf rollen van de leraar heeft de basis gelegd om bovenstaande leervragen te formuleren. Specifiek gaat het bij dit beroepsproduct om de opname van een les Nederlands op woensdag 4 oktober 2017 aan VLPW1G, een groep eerstejaars niveau 3 /4 kinderopvang en onderwijsassistenten .De heldere stappen


oriëntatie, voorbereiding, uitvoering en reflectie.(OVUR) en Het DA model hebben mij houvast geboden.

Een woord van dank gaat uit naar Jolijn, Lisette, Karina en Ella, omdat zij als sparring partner belangrijk zijn gebleken tijdens dit proces en fase van mijn PDG traject.

Oriëntatie: Tijdens en na het schrijven van mijn plan van aanpak ben ik begonnen met het bestuderen van literatuur. Zeer inspirerend vond ik het boek: “De vijf Rollen van de leraar.” Handvatten om bewust te acteren binnen deze rollen konden mezelf meer grip geven op bewust waarneembaar gedrag, passend bij mezelf en bij mijn leervragen. Het sloot dan ook naadloos aan op mijn idee om een film over mezelf te maken waarin ik de vijf rollen van de leraar kon laten zien. Het product in beeld. Slooter,M. (2009). De vijf rollen van de leraar. Amersfoort: CPS.

Naast bovengenoemde literatuur heb ik ook hoofdstukken uit Handboek voor leraren van Walter Geerts en Rene van Kralingen en Lessen in orde van Peter Teitler bestudeerd.Geerts, W. K. (Tweede herziene druk 2016). Handboek voor Leraren. Bussum: Coutinho.

Zo zinvol door herkenning dat doe ik ook zo….! Het scherpte mezelf in termen van zelfvertrouwen en zette aan tot nadenken. Of zoals Alet Fransen een teamleider bij ons zei: “Ach Obrecht, dit soort ontdekkingen frist de dingen weer eens op….”

Daarnaast werd ik bevestigd in het nut van een goede lesvoorbereiding, hetgeen ik reeds deed en nog steeds doe. Het vertrouwde DA model spreekt mij het nog steeds aan, omdat ik hierbinnen kwijt kan waar het voor de studenten en desgewenst voor mezelf om gaat. Een goede lesvoorbereiding zorgt dat vooraf duidelijk is welk doel de les heeft en op welke wijze dit kan worden bereikt met één of meerdere werkvormen. Bovendien staat het geheel nooit los van het lesplan van een lessencyclus. En vormt daarmee een welkome ondersteuning om bewust en doelmatig te handelen.De docent doet ertoe als kwaliteitsfactor.

Het boek Lessen op orde van Peter Teitler geeft het verband weer tussen het klassenmanagement, goede lessen en de uitwerking in termen van gedrag voor studenten. Zeer waardevol met betrekking tot het puberbrein.

Op 27 juni 2017 tijdens de PDG bijeenkomst kregen wij informatie over de microanalyse; “Het kijken naar filmbeelden rond een wezenlijke vraag dus zonder oordeel. ( Van feedback naar feedforward.) Het leverde mij op dat ik wist dat ik een film kon maken waarin ik bewust kon laten zien om competenties aan te tonen en om studenten en mezelf beter te laten leren.Al met al voldoende input om tot uitvoering over te gaan.


Voorbereiding: Tijdens de voorbereiding van dit product heb ik allereest een lesopzet gemaakt (zie bijlage) rekening houdend met mijn leerdoelen en de bestudeerde literatuur, met als basale leidraad: De vijf rollen van de leraar

De les opzet gericht op de student uitgewerkt conform DA model

De fasen beschreven en gekoppeld aan tijd. (Start, kern en afsluiting)Klassenmanagement:Differentiatie / eerste/ tweede en derde instructie op basis van niveau en vaardigheid van de individuele student of een groepje daarvan.

Afsluiting van de les beschreven middels benoemen van lesinhoud, vaststelling van de vorderingen en het maken van afspraken voor de volgende keer.

Naast het uitwerken van de lesopzet heb ik mijn collega Jolijn Bos gevraagd als filmster en observant.Een videocamera geregeld evenals een BPV bezoek met bijpassende ruimte om mijn werk te presenteren.

Uitvoering: Op donderdag 4 oktober 2017 heb ik deze les Nederlands gegeven aan groep VLPW1G niveau 3 /4. Een les over de zakelijke brief; een onderdeel van het schrijfprogramma Nederlands 2F en 3F. Als docent Nederlands ben ik nauw betrokken bij het programma en ik ken de gestelde exameneisen goed. Er vindt met regelmaat overleg plaats met mijn collega’s binnen en buiten het Drenthe College.

Jolijn Bos, mijn collega heeft de les gefilmd en alle fasen in beeld gebracht. Jolijn heeft eveneens feedback punten genoteerd.

Reflectie op de leerdoelen: De letter R van reflectie vormt de afsluiter uit het OVUR model.Ik zal in deze reflectie gekoppeld aan de film op mijn website, terugblikken op mijn les van 4 oktober 2017. Om het lezen te vergemakkelijken ga ik achtereenvolgens in op:

De rol van gastheer De rol van presentator De rol van didacticus De rol van pedagoog De rol van afsluiter.

Ik zal daar waar mogelijk een koppeling leggen met de door mij bestudeerde literatuur. Ik ben mij ervan bewust dat ik me uitsluitend moet toespitsen op de opdracht in beeld, maar mede door mijn ervaring ben ik gewend zaken in een ruimer verband te zien. Ik vind dit dan ook erg lastig.

De rol van de gastheer:


In de film is zichtbaar hoe ik de studenten ontvang en welkom heet. Dit gebeurt verbaal en non verbaal.Ik kijk vriendelijk, maak praatjes, kijk studenten aan, spreek met studenten op de gang, ben energiek, maak gebaren, luister, kortom heb bewust oog voor de studenten. “ Het gaat hier om een informeel moment” en “ “Het gastheerschap is de belangrijkste rol van de leraar.” aldus Martie Slooter hoofdstuk 2 pag 23.Slooter,M. (2009). De vijf rollen van de leraar. Amersfoort: CPS.

Ontvangst is belangrijk. Studenten ervaren betrokkenheid en voelen dat ze gezien worden. Ik leg de basis voor een veilig en open pedagogisch klimaat. Motivatie van studenten ontstaat ook door enthousiasme van een docent. Dit leerde ik ook van opleidingen rond pedagogen als Maria Montessori en Kees Boeke. Het gastheerschap speelt ook een rol bij het namen lezen.

Tijdens deze fase maak ik bewust zittend de overgang naar de rol van presentator. De onrust van leerlingen die later zijn vang ik op met een lach en begrip voor de verkeerssituatie.Ik houd de aandacht vast door een duidelijke houding (Zitten, kijken en stemgebruik.) en uitstraling.

De rol van presentator: In de filmbeelden zie ik mezelf als betrokken energieke leerkracht vertellen wat het doel van de les is. Aldus Slooter: “Doel is dat de leerlingen de aandacht die ze voor elkaar hebben, verplaatsen naar de leraar, zodat ze gaan luisteren. Slooter,M. (2009). De vijf rollen van de leraar. Amersfoort: CPS.

Ik gebruik bewust borden en wijs de studenten op het gebruik van hun laptop voor de verwerking van de opdracht. Marzano stelt: ”Leerlingen scoren beduidend hoger wanneer een leerdoel expliciet gekoppeld is gemaakt aan een lesdoel.”Uit: Geerts, W. K. (Tweede herziene druk 2016). Handboek voor Leraren. Bussum: Coutinho.

Ik wijs studenten op hetgeen nodig is om een voldoende te halen tijdens het examen.

Ik gebruik het whiteboard en de monitor bewust in mijn lessen, omdat het studenten overzicht verschaft en nauw aansluit bij mijn lesopzet en de bijpassende werkvormen. Ik werk hier aan het opzetten van een krachtige motiverende leeromgeving. Onderzoek van Kaplan& Maehr 2007 heeft aangetoond, dat “studenten beduidend meer leren als ze gemotiveerd zijn en zich betrokken voelen bij het leren.” Citaat uit hoofdstuk 1 uit: Geerts, W. K. (Tweede herziene druk 2016). Handboek voor Leraren. Bussum: Coutinho.

De beelden analyserend herken ik een energieke docent met gebaren, mimiek en woorden, wel een druk mannetje, maar dat ben ik. (De grootste bron van onrust in de klas ben ik zelf) Martie Slooter stelt in het boek de Vijf rollen van de leraar dat hierbij ook verbale en non-verbale gedragingen een belangrijke rol spelen.Slooter,M. (2009). De vijf rollen van de leraar. Amersfoort: CPS.


De didacticus: Ik geef instructie over het opstellen van een zakelijke brief aan de hand van een format op het digibord.Ik benoem het tweeledige karakter van de opdracht te weten: wat is de exameneis en hoe stel je een zakelijke brief op qua stijl en inhoud? Tijdens een workshop van Emiel Heerkens van bureau Dekkers (2016) werd gewezen op de visie van Marzano. Vrij vertaald door Emiel: “maak aan het begin van de les duidelijk wat het lesdoel is en volgens welke stappen er gewerkt gaat worden op het bord.” Zowel de student, maar ook ik als docent heeft daar houvast aan. Ik pas dit dagelijks toe. Ook een toepasselijke uitspraak trof ik in het handboek voor leraren aan. Volgens onderzoek van Frederiks 2004 “is niet de groepsgrootte bepalend, maar de leerkracht die ertoe doet, ”Citaat uit hoofdstuk 1: Geerts, W. K. (Tweede herziene druk 2016). Handboek voor Leraren. Bussum: Coutinho.Ik maak gebaren om mijn verhaal te ondersteunen. Ik maak gebruik van mijn computer en lesmateriaal. Ik ben verteller, motivator en inspirator tegelijk, uiteraard met de nodige humor. Ik loop door de klas, gebruik mimiek en kijk studenten aan, geef instructies, spreek verstaanbaar, stuur op voordoen, activeren en nadoen.De docent is ook m.i. een zeer bepalende factor. Tijdens het werkproces tweede en derde instructiemoment toon ik belangstelling voor de studenten, ik laat ze zoveel mogelijk zelf oplossend werken en geef extra uitleg waar nodig.

De pedagoog: “De rol van de pedagoog is niet verbonden aan een specifieke fase in de les, maar

van belang gedurende de gehele les.” Slooter,M. (2009). De vijf rollen van de leraar. Amersfoort: CPS.

Van origine ben ik gevormd door pedagogen als Maria Montessori en Kees Boeke. Deze pedagogen gaan uit van het gegeven dat pedagogiek gaat voor cognitie. Een veilig pedagogisch klimaat vormt de basis van goed onderwijs, daarbij rekening houdend met het actualiteitsprincipe.(Ik denk met mijn hart zeg ik vaak.)Hoofdvraag voor mij is feitelijk steeds: hoe laat ik studenten leren?

Tijdens deze les heb ik daarom bewust gewerkt aan de afstemming met studenten, wisselend op de groep of individueel. Dit heb ik o.a. gedaan door het stellen van vragen, het maken van oogcontact, door het op hun gemak stellen, het werken aan een gezellige en veilige sfeer, door rondlopen, door overzicht, rust en ruimte voor het zelfstandig werkproces na de instructie. Een veilig pedagogisch klimaat vormt dan ook een van de pijlers voor een goede leerontwikkeling. Maria Montessori spreekt in haar boek: Aan de basis van het leven, over de voorbereide omgeving als basis. Dit houdt concreet in; een veilig werkklimaat georganiseerd door een “leidster” (lees docent) die weet welke leerstof aan kan worden aangeboden en welke materialen daarbij nodig zijn. Ik heb gemerkt dat het vooraf uitwerken van een les in het DA model helpt om goed voorbereid te zijn bij aanvang van de les. Lessen in orde, vooraf doordacht, maakt


dat ik als docent bewust handel. Ik ben goed voorbereid ken de lesinhoud, ken de studenten.Dat is belangrijk, omdat ik daardoor de kwaliteitsfactor kan zijn tijdens o.a. tijdens de belangrijke fase het verwerken van de aangeboden leerstof. De aanpak en reactie kan immers veelzijdig zijn tijdens een les.(flexibiliteit leiden / en vieren Paardenworkshop als onderdeel van het PDG traject) De rol van pedagoog past mij wel en houdt zo heb ik gemerkt niet op als de les is afgelopen. Pedagoog en didacticus gaan hand in hand bij Obrecht, maar wel in die volgorde. ( Geworden wie ik in wezen reeds was, aldus Maria Montessori uit: Aan de basis van het leven.)

Afsluiter:De fase van afsluiting ben ik door deze opdracht nadrukkelijker gaan benutten .Ik neem de tijd om terug te blikken op hetgeen de studenten deze les hebben kunnen doen. (Afhankelijk van de les en het vak, vraag ik vraag terug hoe studenten de les hebben ervaren.)Ik vind het prettig om ook het overzicht op het bord te kunnen gebruiken. Daar staat de lesinhoud inclusief doel op. Vervolgens een korte vooruitblik op de volgende les en het begeleiden van de studenten naar de gang….. Heel belangrijk en geleerd in Montessoriland. Juist het op deze wijze afsluiten van de les geeft mij als docent de kans om nog even kort een knipoog te geven of iets te zeggen…. Een hand bij de deur doet wonderen.Ook de rol van gastheer, pedagoog, afsluiter past mij wel.

Conclusie: Studenten leren zondermeer effectiever als ik nadrukkelijk werk met een goede lesvoorbereiding, kennis van pedagogiek en didactiek en een stringente toepassing van de vijf rollen van de leraar. Ik neem mee dat het goed is om de les te laten verlopen volgens deze duidelijke fasen. Dit geeft me overzicht en grip op klassenmanagement waardoor ik kan werken aan mijn rol als docent

Het gebruik van het whiteboard, het benoemen van het les doel en de digitale monitor zijn daarbij van groot belang. Het filmen door een collega( Jolijn) en het nabespreken (Feedback aantekeningen in bijlage) heeft me opgeleverd dat nieuwe leervragen ontstaan die ik inbreng in leerkracht. Het zet me in beweging. Zo zijn mijn drukke gebaren me door het bekijken van de film opgevallen. (en mijn buikje) Er zijn studenten die daar heel blij van worden. Er zijn er ook die liever een rustiger persoon hebben. Dergelijke dingen check ik met regelmaat, omdat ik van mening ben dat samen leren in de context voert tot grip op mezelf.


Studenten feedback:Om ook de studenten de kans te geven iets over de les en mij als docent te zeggen heb ik gevraagd een enquête in te vullen welke is bijgevoegd. De uitkomsten herken ik in de film, maar vormen eveneens een bevestiging van eerdere jaren. Dergelijke gegevens worden ook gebruikt tijdens de beoordelingsgesprekken met mijn leidinggevende.

Tijdens het opstellen van het OVUR model in mijn plan van aanpak, en de uitwerking daarvan bij deze opdracht, als ook tijdens de reflectie heb ik gemerkt dat de onderstaande competenties zijn aangetoond. Uiteraard zitten er verschillen in de mate van aanwezigheid en zichtbaarheid. Gezien mijn inleiding en uitwerking lijken mij onderstaande competenties echter voldoende onderbouwd en aangetoond.

Bibliografie:

Donk van der, C. v. (2016). Praktijk onderzoek in de school. Bussum: Coutinho.

Geerts, W. K. (Tweede herziene druk 2016). Handboek voor Leraren. Bussum: Coutinho.

Slooter,M. (2009). De vijf rollen van de leraar. Amersfoort: CPS.

Teitler, P. (2016 tweede herziene editie). Lessen in orde. Bussum: Coutinho.

Voogd, M. &. (sd). Veerkracht in je werk. Coachkwadraat, ECNO/NHL.

Obrecht Beelen 24 oktober 2017


Benoemen specifieke competenties behorende bij formulier D:

Competentie 1: interpersoonlijk competent als mbo docent

1.k.1 Communicatievormen leefwereld studenten en beroepspraktijk. Tijdens deze les ga ik specifiek in op vorm en schrijfstijl .In de film zichtbaar tijdens de instructie in rol van didacticus. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om het verschil tussen formeel en informeel taalgebruik. Groepsgericht (minuut 3.58, minuut 4.41.) Ik koppel schrijfstijl in een voorbeeld aan communicatie via mobiele telefoon. Individueel voorbeeld minuut 7.13

1.v.1 Contact maken met studenten. In de rol als gastheer, minuut 0.05 t / 2.00. en eveneens in minuut 3.09 t/m 5.00. De rollen veranderen voortdurend van groepsgericht naar individueel. Van gastheer, pedagoog tot didacticus.

1.v.2. Kader en begeleiding bieden aan studenten. In de rol van presentator en didacticus zichtbaar in de film van af minuut 2.10. Ook een individueel bijvoorbeeld minuut 7.13.

1.v.3. Klimaat voor samenwerking scheppen. Ik stimuleer de studenten om samen te werken. Bijvoorbeeld zichtbaar in minuut 8.38 als een student een foto maakt van het digibord voor de groepsapp.

1.v.4. Omgaan met heterogene groepen. Eén van mijn heterogene groepen niveau 3 2F en 4 3F voor Nederlands. Na een centrale aanbieding van de lesinhoud tijdens deze les, gericht op beide niveaus is een goed voorbeeld van verlengde instructie op maat te zien in minuut 11.12. Tijdens de voorbereiding van een dergelijke les houd ik qua opzet en timemanagement rekening met individuele verschillen. Deze hebben overigens naast cognitieve aspecten ook betrekking op sociaal-en emotionele vaardigheden.(minuut 10.32)

Competentie 2: Pedagogisch competent als mbo docent

2.k.1. Kennis van Ontwikkeling- en opvoeding theorieën. Ik zorg ervoor dat de studenten zich welkom voelen en betrokken raken. Zichtbaar in de film tussen minuut 0.05 en 9.10. Pedagogiek is feitelijk een constante factor. Studenten willen zich veilig voelen, willen betrokken raken, willen dat de docent aandacht voor ze heeft. Dit speelt bij de gastheer, de presentator, de didacticus en de afsluiter. Ook het einde aan het einde van de film laat ik zien dat de les niet stopt bij de samenvatting van de lesinhoud. De bewuste groet bij de deur is eveneens een vorm van “Echte aandacht.”Dit heeft het effect op mij dat ik ervaar dat de leraar ertoe doet.

2.v.1 Werken aan een veilig klimaat. In de film te zien doordat ik voortdurend interactie zoek met studenten indien daar aanleiding toe bestaat. Contact van binnenkomst tot en met het verlaten van het lokaal eigenlijk. Humor minuut 5.45 en zelfspot minuut 4.41 tijdens de instructie is een middel dat ik veel gebruik. Daarnaast biedt ik ruimte voor individuele verschillen.

Competentie 3: vakinhoudelijk en didactisch competent


3.k.1 Onderwijs en leertheorieën. Kennis van de lesinhoud en didactische vaardigheid aangevuld met goed klassenmanagement als theoretische basis, kan voor de les worden vastgelegd in bijvoorbeeld het DA model. Daarnaast gaat het om kennis als docent hoe studenten leren. Het gaat onder andere om de stappen van aanbieding en de werkvormen die de studenten kunnen doorlopen tijdens de les helder te maken. Het gaat om motivatie van de student. Tijdens de film motiveer ik de studenten door een krachtige aanbieding van de lesinhoud aan de hand van voorbeelden. Tijdens de instructie minuut 3.56.minuut 7.43 t /m minuut 12.30 en het werkproces heb ik oog voor de individuele student. Door deze kennis en voorbereiding ervaar ik dat ik gemakkelijker kan inspelen op studenten, helder weet wat ik ga doen en meer ruimte heb om in te gaan op individuele verschillen.

3.k.2.Leerstof en achtergronden. Door mijn kennis van het Nederlands en mijn contacten binnen de vakgroep ken ik de exameneisen van de schriftelijke producten goed. In de film maak ik ook het onderscheid tussen hetgeen de studenten moeten beheersen voor het examen en het nut van de kennis van de zakelijke brief voor het werkveld. (NB: Dit format wordt vanaf januari 2018 ook gebruikt voor het opstellen van de sollicitatiebrief BHV) Ik gebruik het digibord voor de voorbeelden en het whiteboard voor het lesverloop en doel. Zichtbaar tussen minuut 2.00 en minuut 8.00. Het effect op mij is dat ik door kennis van de lesinhoud meer aandacht kan hebben voor organisatie en individuele leerling.

3.k3. Samenhang met curriculum en leerlijnen. Als docent Nederlands en examinator ken ik het lesprogramma en exameneisen. Deze les vormt de aanzet tot kennis van de zakelijke brief; één van de zeven schrijfproducten van het schrijfexamen Nederlands op 2F en 3F. Deze lessen maken onderdeel uit van het LOB programma gericht op solliciteren. Als LOB-er en BPV-er verzorg ook de aanbieding van de sollicitatiebrieven en CV’s.

3.k.5. Alhoewel niet te zien in deze film moge het duidelijk zijn als examinator en docent Nederlands dat ik de inhoud en exameneisen conform inhoud aanbied en examineer zoals deze zijn vastgesteld binnen de examencommissie. Binnen de vakgroep hebben wij maandelijks overleg; binnen het Drenthe College breed minimaal twee keer per jaar.

3.v.1 Leeractiviteiten ontwerpen. In de filmbeelden is te zien op welke wijze ik een zelf ontwikkeld format zakelijke brief inclusief inhoudskenmerken aanbied. Vanaf minuut 2.40 t /m 7.02. De studenten verwerken deze informatie in een eigen schrijfproduct, dat wordt opgeslagen. Door deze werkwijze heb ik de mogelijkheid om studenten tijdens het werkproces ook individuele aanwijzingen te geven. Minuut 8.27 en minuut 9.43 t /m 10.28. Ontwikkeld lesmateriaal wordt ook uitgewisseld met collega’s.

3.v.2 Uitvoeren en evalueren van leeractiviteiten. Door studenten te begeleiden tijdens het werkproces, minuut 9.43 t /m 10.28, ervaar ik dat ik tijd heb om individuele aanwijzingen te geven dan wel een extra instructie / tweede instructie te geven. Daarnaast maakt het werken in een digitale omgeving het mogelijk om werk te voorzien van verbeteringen en / of het onderling uitwisselen. Dit werkt positief op de studenten door. Het effect op mij is dat ik leer technische zaken en houdingsaspecten vroegtijdig signaleer, waardoor ik mijn onderwijs aanbod


gevarieerder en meer op maat kan aanbieden. Deze informatie deel ik met mijn collega’s tijdens de leerling besprekingen.

3.v.3. Afstemmen op taal en rekenen. Deze vaardigheden en de relatie tot de beroepsopleiding lijken mij voldoende aangetoond. Doordat deze vakken sinds een paar jaar meetellen als examenopleidingseis is er merkbaar meer aandacht vanuit de overige docenten. Dit is bijvoorbeeld merkbaar door de vraag aan docenten Nederlands om het solliciteren te begeleiden, evenals de opstelling van de eindexamenscripties.

Competentie 4: organisatorisch competent als mbo docent

4.K.1.De docent is bekend met die aspecten van groeps- of klassenmanagement die voor zijn vorm van onderwijs relevant zijn. Tijdens de film zijn diverse momenten vast gelegd waarin het klassenmanagement zichtbaar is. De vijf rollen van de leraar zijn hier nauw mee verbonden. Specifiek van belang is de administratie in Magister, de uitleg van het leerdoel, de instructie en het begeleiden van het werkproces, de afsluiting, de korte terugblik op het geleerde evenals de vooruitblik. De minuten zijn hierboven reeds benoemd. Klassenmanagement verschaft mij overzicht en structuur. Een goede lesvoorbereiding maakt dat ik meer oog kan hebben voor de student.

4.k.2. Organisatorische aspecten leeromgeving. In minuut 3.18 laat ik zien aan de op het bord wat de lesinhoud zal zijn. Ik weet, dat de leerlingen beschikken over een laptop om de leerstof individueel te kunnen verwerken. Ze werken aan hun eigen tafel in een opstelling, waardoor ik aanwijzingen kan geven. Ik gebruik het digibord en mijn laptop om de lesinhoud aan te bieden ter ondersteuning van mijn verhaal. Feitelijk te zien tussen minuut 2.00 en het einde van de film. Een ander soortige les, zoals LOB heeft vaak een andere tafelopstelling; tafelgroepjes of kring. Dit heeft logischer wijze te maken met de lesinhoud, het lesdoel al dan niet direct gekoppeld aan de beroepspraktijk.

4.v.1. Consequent gehanteerde procedures en afspraken. Een goed voorbeeld van procedures en afspraken vormt het onderdeel leerling administratie. In principe is iedereen op tijd….. echter bij verkeershinder vraag e.e.a. om flexibiliteit. Minuut 1.06 t m 1. 55. Alle docenten noteren de afwezigheid en aanwezigheid in Magister. Dit leerling administratiesysteem gebruik ik tevens als LOB-er om relevante leerling zaken in de vorm van een verslag te noteren. Ook de cijfers worden binnen dit systeem opgeslagen. Studenten kennen de werking van dit systeem en kunnen bij de eigen gegevens.

4.v.2 Planning van inzet leermiddelen. De studenten werken onder andere bij Nederlands met een eigen laptop. Een student zonder laptop kan werken in het Open Leercentrum. Iedereen heeft een eigen account. Bij Nederlands werken we met Words 2010. Daarnaast wordt gewerkt met Studiemeter, een digitale module met diverse oefeningen. Tijdens deze les wijs ik op het belang van het opslaan van documenten binnen Onedrive. Minuut 3.02. Ik leerlingen ook gebruik maken van de mobiele telefoon. Minuut 8.39 een foto van de opdracht.


4.v.3.Timemanagement. Een lesopzet in een DA model geeft me zicht op mijn tijdsfasering. Tijdens de film is te zien hoe mijn les is opgebouwd, inclusief ontvangst en groet. Door in mijn DA model een tijdsfasering op te nemen heb ik houvast, zodat ik meer tijd overhoud voor de individuele student. Ik ervaar dit als goed beslagen ten ijs komen. Daarnaast werken we op het D.C. planmatig in blokken van negen weken. Voor Nederlands moet in twee jaar tijd veel leerstof worden aangeboden. Zeker niveau 3F (HAVO) is voor sommige studenten een hele kluif.

Competentie 5: samenwerking met collega’s

5.k.2 Administratie met gebruik van ICT. In de tweede minuut van de film laat ik zien hoe ik de leerling administratie doe door het lezen van de namen. Zoals hierboven uitgelegd vormt Magister ook een waardevol instrument tijdens de leerlingbespreking.

5.v.2. Bijdragen aan taal- en rekenontwikkeling. Doordat ik deel uitmaak van de vakgroep Nederlands draag ik bij aan de uitvoering van het programma en werk ik nieuwe lessen uit die ik kan delen met collega’s. We vergaderen in principe één keer in de maand. Alhoewel dit niet direct zichtbaar is in de film moge het duidelijk zijn dat ik voldoende mate vakinhoudelijk en vakoverstijgend overleg met collega’s.

Competentie 7: competent in reflectie en professionele ontwikkeling.

7.v.1.Planmatig aan eigen ontwikkeling werken. Door het maken van deze film, het lezen van literatuur, het bespreken van het lesbezoek met Jolijn Bos, het nabespreken van deze film met Ella ten Barge, Karina van der Heijden en Lisette Bakker en het laten invullen van een enquête door studenten had ik ruim voldoende stof om over na te denken. Door het uitwerken van het verslag bij de film, het verwerken van de feedback en het beschrijven van de competenties merk ik dat ik mezelf bewuster leer kennen in mijn vak als docent. Het maakt dat ik me meer bewust ben van mijn handelen, waardoor er beweging ontstaat. Ook het begrip weerstand ben ik in deze fase van de opleiding nadrukkelijk tegen gekomen. Het lezen van een artikel over de trein van Boos naar Middel en de les hierover heeft me geholpen om verder te komen waardoor alles gesmeerder loopt. Ook de groepsscholing Leerkracht draagt hieraan enorm bij. Het gaat om leren in de context en veerkracht in je werk. (Voogd)

7.v.2. Afstemmen met het team. Het lesbezoek van Jolijn heb ik vooruitlopend op Leerkracht als zeer positief en prettig ervaren. Het bekijken van jezelf in een film levert mij op dat ik systematisch leer. Het benoemen van herkenning in overeenkomsten geeft zekerheid, waar ik behoefte aan heb. Het benoemen van verschillen levert op…. Nieuwsgierigheid en durf om het nieuwe op te zoeken.

7.v.3. Het ontvangen van Feedback door studenten en collega’s. Feedback ervaar ik als waardevol omdat het bevestiging kan geven voor het bekende en vragen kan oproepen over dingen waar ik me niet van bewust ben. Een mooi voorbeeld daarvan is dat Lisette tegen mij zei:….”Ik snap je wel Obrecht, maar jij wilt soms te snel


verder….. Denk aan een brommer waarop jij iemand achterop meeneemt. Het is toch een bijzondere ervaring om thuis te komen met een lekkere vaart en dan te merken dat de persoon achterop niet mee is gereden?. Zeer betekenisvol voor mij. De tijd nemen om te checken of we over hetzelfde spreken; welnu dat duurt soms even……..

Bijlage 1: DA model lesopzet

LESPLAN (Didactisch Analyse-model, bron: van Gelder)

LESONDERWERP: Format van een zakelijke brief niveau 2F / 3F Nederlands

Naam leerkracht / Observant: Jolijn BosKlas/dag /uur: Eerste uur klas VLPW 1gDatum: 4 oktober 2017

Naam school: Drenthe CollegeType onderwijs: MBO 3/ 4 Zorg en Welzijn team PWNaam Obrecht Beelen

Algemeen lesdoel/doelen (voor de studenten):De leerlingen: Aan het eind van de les hebben de studenten een zakelijke brief opgesteld aan de hand van een format zakelijke brief.Ze kennen de begrippen aanhef en hebben de inhoudskenmerken in stijl verwerkt in een eigen brief.

Beginsituatie: De studenten van VLPW 1g zijn dit jaar gestart met deze opleiding. Ze beschikken voor de verwerking van de lesstof over een laptop.Beheersen het werken in Word.

De meeste studenten hebben op het vmbo zakelijke brieven opgesteld in een ander format.Door het gebruik van digitale middelen is het belangrijk aandacht te besteden aan hoofdletter gebruik en interpunctie.

De studenten zijn bekend met een lesopbouw: ontvangst/ instructie/ verwerking en afsluiting.

Persoonlijk leerdoel (doel voor de student ( LK) in observeerbaar gedrag):Ik heb aan het eind van deze les de vijf rollen van de leraar bewust geoefend ingezet en gekoppeld aan fasen van de les.

Het geheel is vastgelegd in een film. Het gaat specifiek om de rol als: Gastheer, de Presentator, de Didacticus, de Pedagoog en de Afsluiter.

Dit in termen van: “De leraar doet ertoe.”

Ik werk hierbij bewust in actief aan competentie: 1 Intra persoonlijk competent als mbo docent. 2 Pedagogisch competent als mbo docent. 3 Vakinhoudelijk en didactisch competent als mbo docent. 4 Organisatorisch competent als mbo docent. 7 Competent als mbo docent door zelfreflectie als professional.


Tijd Concrete leerdoelen + beheersingsvorm

Leerstof (in telegramstijl) Didactische aanpak

Start van de lesOntvangst van de Studenten bij de deur in rol van gastheer.Administratie. (Magister) minuten 5 minuten

Gastheer: begroeten, praatje maken. Verbinding leggen.

Kern van de les: leeractiviteiten leerlingen en bijbehorende onderwijsactiviteiten

Toelichting doel van de les in rol van presentator.

Instructie in rol van didacticus pedagoog en presentator.Begrippen: format, aanhef, inhoudskenmerken, afsluiting.5 – 7 minuten.

Begeleiden van het zelfstandig werkproces:Het maken van een zakelijke brief aan de hand van een format. (Exameneis)Begrippen: Aanhef, doel, inhoudskenmerken en stijl. Rol van de didacticus en pedagoog.

Individuele verwerking / werkproces voor de studenten. Ik in rol van begeleider/ didacticus /pedagoog.

Tweede en derde ronde instructie. Totaal zelfstandig werkproces: 25 – 30 minuten.

Wat leert de student vandaag concreet en welke vaardigheden worden toegepast.

Wat is een zakelijke brief.Hoe wordt een zakelijke brief op gesteld qua, aanhef, stijl en inhoudskenmerken.

Welke exameneisen zijn van belang bij dit format?

Het uitwerken van de zakelijke brief door leerlingen. Het geven van individuele instructie met betrekking tot format en inhoudskenmerken.

Bijsturen van individuele studenten.

Idem.

Presentator: vertellen lesdoel / toelichten

Instructie geven.

Begeleiden en bijsturen

Instructie geven / begeleiden.

Afsluiting van de les: evaluatie van de leerdoelen: behaald?Samenvatten van les inhoud en vooruitkijken naar volgende les. Rol van de afsluiter.5 minuten.Groet bij de deur: rol van gastheer en pedagoog.

Kort benoemen van de aangeboden leerstof.Terugblik op de lesinhoud en vooruitblik naar de volgende les.

Afsluiten:Vertellen / samenvatten.

Gastheer: Groeten / praatje maken.


Bijlage 2

Aantekeningen Jolijn bij lesobservatie (n.a.v. De Vijf Rollen van de Leraar)

Docent + vak Obrecht Beelen

Coach Jolijn Bos overgenomen van geschreven versie ( zie bijlage.)

Datum 4 oktober 2017

NB: deze opmerkingen heeft Jolijn positief zien gebeuren tijdens mijn les. Feedforward…….

De gastheer/-vrouw (competenties 1, 2, 4) Observaties / opmerkingenDenken aan:

Is op tijd in de les Begroet de lln Kent de namen van de lln Kijkt de lln aan / luistert naar lln Laat de lln stoom afblazen Knoopt korte gesprekjes aan met lln Corrigeert lln op plezierige,

zelfverzekerde manier Neemt een open houding aan Is organisatorisch klaar voor de les

Bij de deur staanWelkom hetenGa maar zitten

De presentator (competenties 1, 2 en 4) Observaties / opmerkingen

Denken aan: Neemt de leiding Heeft de opening / start goed

voorbereid Neemt een centrale plaats in het lokaal

in Spreekt krachtig en duidelijk Benoemt gewenst gedrag van de lln Reageert adequaat op negatieve reacties Maakt oogcontact met de lln Geeft complimenten Gaat na of een boodschap is

overgekomen

Uitleggen waaromInhoud van de les terugblikken op vorige les en vooruitblik doel deze les

De didacticus (comp. 3) Observaties / opmerkingen


Denken aan: Geeft duidelijke instructies aan

klas/groep Geeft instructies aan individuele ll Stuurt leerproces aan, maar houdt

rekening met verschillen tussen lln Zorgt voor variatie in werkvormen Activeert de lln tijdens de les samen te

werken Is op de hoogte van verschillende

leerstijlen, houdt daar rekening mee Activeert de lln tijdens de les.

Koppeling praktijk en samenlevingMet humorIn beeld brengen door bordRondlopen / individuele begeleidingTijdsbewaking 30 minutenPlaats in de klas / rondlopen. Stap achteruit bij instructie

De pedagoog (competentie 4)

Observaties / opmerkingen

Denken aan: Houdt oogcontact Luistert echt naar lln Negeert (negatief) gedrag als dat

kan Corrigeert individueel, niet

merkbaar voor de hele groep Gaat staan bij de ll die hij

corrigeert Corrigeert op gedrag, niet op de

persoon Benoemt wenselijk/gewenst

gedrag Spreekt waardering uit als ll zijn

gedrag herstelt Hanteert de normen en waarden

die algemeen gelden Kan omgaan met verschillen

tussen lln Is zich bewust van zijn

voorbeeldfunctie (bv kleding en taalgebruik)

Zorgt voor een leeromgeving die rust uitstraalt en verzorgd is

Praatje makenInteresse tonenAansluiten bij belevingswereldKritische vragenHumor en contact makenAandacht, oog voor studentIndividueelPositieve benaderingcomplimenten

De afsluiter (competenties 1, 2, 4) Observaties / opmerkingen

Denken aan: Samenvatten


Stopt op tijd (±5 min vóór einde les) met het zelfstandig werken door lln

Vangt snel de aandacht aan het einde van de werkvorm

Doel van de les herhalenVooruit blikkenBedankenFijne dag wensen

Geeft positieve feedback aan de groep/klas

Bespreekt het leerproces van de les inhoudelijk en procesmatig

Huiswerk noteren, opruimen van spullen en stoelen aanschuiven wordt duidelijk aangegeven

BIJLAGE D: BEOORDELINGSFORMULIEREN BEROEPSPRODUCTEN


Bij de beroepsproducten wordt steeds een variant op onderstaand formulier gebruikt. De nadere invulling van de variant is afhankelijk van de geselecteerde criteria voor de beoordeling, zoals die door de deelnemer zelf is ingevuld.

BEOORDELINGSFORMULIER EINDPRODUCT PDG

Naam deelnemer:

Obrecht Beelen

ROC/AOC:

Drenthe College

Eindproduct (aankruisen)x in beeld/lesgeven op pad/excursie aan de slag/workshop toetsen en beoordelen naar keuze diepte in/praktijkonderzoek in digitale vorm /ict-didactiekportfolio

Beoordelaar:

Ella ten Barge

Paraaf beoordelaar: Datum:

Beoordeling van het eindproduct:

VOLDAAN NOG NIET VOLDAAN

Als er een criterium met ‘nog niet voldaan’ beoordeeld wordt, volgt er overleg tussen student en begeleider hoe dit criterium alsnog wordt aangetoond. Deelnemer maakt een verslag van deze afspraken en laat deze ondertekenen door begeleider.

Voorwaarde-lijke eisen

Het eindproduct ja nee Toelichting als er ‘nee’ aangekruist is

(bij het niet voldoen aan deze voorwaarden kan het eindproduct niet beoordeeld worden)

is authentiek

is tijdens het PDG-traject uitgevoerd of tijdens PDG-traject verder ontwikkeld

heeft een eigen passende vorm, voorzien van naam, datum, werkplek, PDG-begeleider

heeft een rapportage in schriftelijke, audiovisuele en/of digitale vorm volgens de richtlijnen


voldoet voor 90% aan de APA-norm wat betreft bronnenlijst en literatuurverwijzingen. Criterium: bronnen zijn herleidbaar


Competentie 1: Interpersoonlijk competent

Geselec-teerd voor beoordeling INDICATOREN COMPETENTIE 1 BEOORDELING

nee ja Hij/zij: voldaan nog niet voldaan

x 1.k.1. Toont kennis van communicatievormen binnen de leefwereld van zijn studenten en binnen hun toekomstige beroepspraktijk.

1.k.2. Toont kennis van communicatietheorie, groepsdynamica en interculturele communicatie en de implicaties daarvan voor zijn eigen gedrag.

x 1.v.1. Maakt contact met studenten en zorgt dat zij contact maken met hem.

x 1.v.2. Laat zien dat hij een kader biedt waarbinnen de studenten hun eigen leerproces kunnen vormgeven en helpt hen daarbij.

x 1.v.3. Schept een goed klimaat voor samenwerking met de studenten en tussen hen onderling.

x 1.v.4. Laat zien dat hij kan omgaan met heterogene groepen, rekening houdend met verschillen in niveau, zelfbeeld, cultuur, belangstelling, leerstijl en voorkennis.

1.a.1. Attitude, zoals



Toelichting op de gegeven boordeling(en):

Feedback op houding:

Eventueel advies:


Competentie 2: Pedagogisch competent



x 2.k.1.Toont kennis van ontwikkelings- en opvoedingstheorieën en (culturele bepaaldheid van) verschillende opvoedingspraktijken en de implicaties daarvan voor het onderwijs en voor zijn eigen doen en laten als mbo-docent.

2.k.2.Toont kennis van de sociaal-emotionele en morele ontwikkeling van zijn studenten, kan mogelijke problemen in die ontwikkeling in de praktijk signaleren en daarmee omgaan.

2.k.3. Toont kennis van (de culturele bepaaldheid van) processen van identiteitsvorming, zingeving en waardenontwikkeling bij zijn studenten en de implicaties daarvan voor zijn eigen handelen.

x 2.v.1. Laat zien dat hij in zijn onderwijs planmatig werkt aan de begeleiding van studenten naar een veilig en harmonisch leef- en werkklimaat en de bevordering van hun sociaal-emotionele en morele ontwikkeling in de richting van zelfstandigheid en verantwoordelijkheid.

2.v.2. Begeleidt de loopbaan van studenten op methodische wijze, aansluitend bij de visie van zijn instelling.






Eventueel advies:


Competentie 3: Vakinhoudelijk en didactisch competent



x 3.k.1.Toont kennis van de toepassingsmogelijkheden van verschillende onderwijs- en leertheorieën binnen onderwijsarrangementen voor het bve, waaronder actuele vormen van beroepsgerichte didactiek.

x 3.k.2. Laat zien dat hij de gevraagde leerstof (kennis en vaardigheden) beheerst, inclusief de theoretische en praktische achtergronden daarvan, en de relevantie daarvan voor de beroepspraktijk op zijn studenten kan overbrengen.

x 3.k.3. Toont globale kennis van de leerinhoud van andere vakken of beroepen waarmee hij binnen zijn school of opleiding samenwerkt (taal en rekenen, doorlopende leerlijnen).

x 3.k.4. Toont kennis van, (ook) onderzoeksmatig, ontwerpen van onderwijs, didactiek en didactische leermiddelen, waaronder informatie- en communicatietechnologie.

x 3.k.5. Toont kennis van de relevante literatuur m.b.t. examineren en beoordelen en de toepassing van methodieken in zijn instelling.

x 3.v.1. Laat zien dat hij aansluitend bij niveau en aanpak van zijn studenten gevarieerde leeractiviteiten ontwerpt (ook met inzet van ict) die uitvoerbaar zijn, keuzes bieden en aanzetten tot zelfwerkzaamheid.

x 3.v.2. Voert die leeractiviteiten samen met zijn studenten uit, evalueert ze, signaleert eventuele leerproblemen en -belemmeringen en stelt, zo nodig samen met collega’s, een passend plan van aanpak op.

x 3.v.3. Stemt leermiddelen af op het beoogde taal- en rekenniveau.

3.v.4. Construeert en evalueert ontwikkelingsgerichte toetsen.






Eventueel advies:


Competentie 4: Organisatorisch competent



x 4.k.1. Toont kennis van relevante aspecten van groeps- of klassenmanagement.

x 4.k.2. Toont kennis van de organisatorische aspecten van verschillende soorten leeromgevingen in de school en in het leerbedrijf.

x 4.v.1. Hanteert op een consequente manier concrete, functionele en door de studenten gedragen procedures en afspraken.

x 4.v.2. Biedt organisatievormen, leermiddelen en leermaterialen aan (ook met inzet van ict) die leerdoelen en leeractiviteiten ondersteunen.

x 4.v.3. Houdt voor zijn onderwijs een planning aan die bij de studenten bekend is en waar zij hun eigen planning op kunnen afstemmen, en hij gaat adequaat om met tijd.






Eventueel advies:


Competentie 5: Competent in samenwerking met collega’s



5.k.1. Toont bekendheid met het beleid van zijn instelling, de teamafspraken en de wettelijke kaders waarbinnen moet worden gewerkt.

x 5.k.2. Administreert inzichtelijk (met gebruik van digitale middelen).

5.k.3. Toont kennis van modellen voor kwaliteitszorg en methodieken voor onderwijsverbetering en schoolontwikkeling (waaronder praktijkonderzoek).

5.k.4. Past methodieken voor samenwerking en intervisie toe, zowel binnen als buiten de eigen instelling.

5.v.1. Wisselt voor de voortgang van het werk relevante informatie uit met collega’s (zo nodig met gebruik van digitale middelen)

x 5.v.2. Draagt bij aan taal- en rekenontwikkeling en aan de verwerving van taal- en rekenvaardigheid in beroepsgerichte situaties

5.v.3. Levert een constructieve bijdrage aan verschillende vormen van overleg en samenwerken op school.

5.v.4. Geeft en ontvangt collegiale consultatie en intervisie.

5.v.5. Werkt met collega’s, (zo mogelijk) onderzoeksmatig, samen aan de ontwikkeling en verbetering van zijn school.






Eventueel advies:


Competentie 6: Competent in samenwerking met de omgeving



6.k.1. Toont kennis van de leefwereld van ouders of verzorgers en de culturele achtergronden van de studenten en de implicaties daarvan voor zijn handelen als mbo-docent.

6.k.2. Toont zorg voor afstemming tussen het binnen- en buitenschoolse leren en de interne en externe begeleiding van zijn studenten.

6.k.3. Toont kennis van de cultuur en de actuele gang van zaken in het bedrijfsleven waarin zijn studenten participeren en de implicaties daarvan voor zijn handelen als mbo-docent.

6.v.1. Verantwoordt zijn professionele opvattingen en werkwijze m.b.t. een student aan ouders en andere belanghebbenden en past in overleg zo nodig zijn werk met die student aan.

6.v.2. Zorgt in overleg met de student en andere betrokkenen voor afstemming tussen het leren in en buiten de school en voor duidelijkheid over ieders verantwoordelijkheid en bijdrage hierin.

6.v.3. Neemt op een constructieve manier deel aan verschillende vormen van overleg met mensen en instellingen buiten de school.






Eventueel advies:


Competentie 7: Competent in reflectie en persoonlijke ontwikkeling



7.k.1. Houdt de ontwikkelingen in het onderwijs en in het werkveld van de studenten bij en zijn eigen vak- c.q. beroepsinhoudelijke ontwikkeling.

7.k.2. Toont gedragspsychologische kennis in het begrip en de analyse van zijn eigen gedrag en dat van anderen.

x 7.v.1. Werkt planmatig (ook onderzoeksmatig) aan de ontwikkeling van zijn bekwaamheid, op basis van een goede analyse van zijn competenties.

x 7.v.2. Stemt de ontwikkeling van zijn bekwaamheid af op het beleid van de school en de ontwikkeling en afspraken binnen het team.

x 7.v.3. Gebruikt bij zijn ontwikkeling feedback/informatie van studenten en collega’s, in school en bedrijf, en ook collegiale hulp in de vorm van bijvoorbeeld intervisie en supervisie.

7.v.4. Toont aan dat hij een relevant netwerk in het beroepenveld kan opbouwen en onderhouden.

7.v.5. Laat zien dat hij vernieuwingen in zijn onderwijs initieert.






Eventueel advies:

Algemene opmerkingen:


sdc7a2fdd9c1a52f1.jimcontent.com · web view3.k.2.leerstof en achtergronden. door mijn kennis van...

Documents