werkblaadjes water
TRANSCRIPT
1. Water is van levensbelang
1. Verklaar de uitspraak: “alles is ontstaan uit het water, alles blijft
bestaan door het water”.
Water is belangrijkste voedingsmiddel / gebruikte stof
Water is belangrijkste bouwsteen (wijzelf bestaan voor 75% uit
water)
2. Het water wordt op vele manieren aangewend. Geef voorbeelden:
Industrie, huishouden, landbouw
3. De mens heeft steeds de nabijheid van water opgezocht. Eén van de
beste voorbeelden hiervan is de hoge bevolkingsdichtheid Nabij de
Nijl in Egypte.
Bij watertekort geraakt men in de problemen. Tekorten kan men niet
zomaar aanvullen. De watertoevoer is immers onderhevig aan de
grillen van de natuur.
Jaarlijkse neerslagverdeling op aarde in mm
4. Hoe is de neerslag over de aarde verspreid? (zie bovenstaande
kaart).
Gelijkmatig / ongelijkmatig.
2. Herkomst en kringloop van het water
Hoofdstuk 3 Reliëf, water en leefmilieu 84
Belang van water voor de mens
96
Vlaanderen is voor het
grootste deel van zijn
drinkwater-voorziening
aangewezen op:
Grondwater
Oppervlaktewater Waterproductiecentra in Vlaanderen
Opdracht 62 : nog eventjes opfrissen! Los onderstaande vraagjes op
over de kringloop van het water.
1. Hoe ontstaat regen?
Door verdamping van zeewater, door afkoelen van wolken
2. Hoe wordt een grondwaterlaag gevormd?
Door insijpeling van regen in de grond
3. Hoe ontstaat oppervlaktewater?
Door het afspoelen over de grond van regen
Door een bron: grondwater komt aan de oppervlakte.
3. Waterverbruik en bevoorrading
Slechts 2,5% van alle water op aarde is zoet water. Het wordt grotendeels
vastgehouden in ijs
Het zoetwater is afkomstig uit de atmosfeer onder de vorm van neerslag.
De hoeveelheid neerslag verschilt van plaats tot plaats en is bovendien
onregelmatig verspreid gedurende het jaar. De seizoenschommelingen zijn
Hoofdstuk 3 Reliëf, water en leefmilieu 85
Grondwater
Opp.water
West-VlaanderenOost-VlaanderenVlaams BrabantAntwerpenLimburg
84443327
21120
97
afhankelijk van het klimaattype. De mens moet eventuele tekorten
opvangen door het aanleggen van watervoorraden.
Waterverbruik Vlaanderen
1. Welke twee sectoren zijn de grootste verbruikers van water in
Vlaanderen?
Huishoudens en
industrie………………………………………………………………………………
…
2. Wat besluit je i.v.m. het waterverbruik?
Te veel…………………………………………………………………
3. Welk probleem tekent zich af rekening houdend met de beschikbare
waterhoeveelheid?
Watertekort………………………
4. Water en landbouw
1. Te droge streken gaat men irrigeren . Leg uit:
Dorre gebieden met water bevloeiien om ze zo vruchtbaar te maken
2. Wat is een oase?
Een oase is een plek in de woestijn waar water aanwezig is.
3. Te vochtige streken gaat men draineren. Leg uit:
Vochtige gebieden kunstmatig
Hoofdstuk 3 Reliëf, water en leefmilieu 86
98
99
4. Drainage kan soms bijdragen tot watervervuiling. Leg uit!
Natuur kan verdrogen
5. Waterwegen en scheepvaart
1. Welke zijn de kenmerken van een bevaarbare waterloop?
Voldoende breedte en diepte
Flauwe bochten………………………
Geen stroomversnellingen…………
Beperkte stroomsnelheid…………
…………………………………………………
2. Niet alle waterlopen zijn bevaarbaar. Men kan dat verbeteren door :
…………………………………………………
…………………………………………………
…………………………………………………
3. Bepaalde centra, niet verbonden door rivieren, worden bereikbaar
voor de binnenscheepvaart door de aanleg van Kanalen
4. Geef voorbeelden van :
Gekanaliseerde rivieren :
…………………………………………………………………………………
Kanalen :
………………………………………………………………………………………
………………………
6. Water en industrie
1. Geen enkel industrieel bedrijf kan zonder water. Fabrieken gebruiken
water als:
Grondstof :
………………………………………………………………………………………
…………
Hoofdstuk 3 Reliëf, water en leefmilieu 87
101 100
Spoelmiddel :
………………………………………………………………………………………
…………
Oplosmiddel :
………………………………………………………………………………………
…………
Koelmiddel :
………………………………………………………………………………………
…………
2. Hoe vervuilt de industrie het water?
…………………………………………………………………………………………
……………………………………………
…………………………………………………………………………………………
……………………………………………
7. Water en toerisme
1. Niet alleen de zee trekt toeristen aan. Waarvoor worden meren en
rivieren gebruikt?
Meren :
………………………………………………………………………………………
……………………
o Vb. :
………………………………………………………………………………
……………………………
Rivieren :
………………………………………………………………………………………
……………………
Hoofdstuk 3 Reliëf, water en leefmilieu 88
102 103
o Vb. :
………………………………………………………………………………
……………………………
2. Hoe draagt het toerisme bij tot de watervervuiling?
…………………………………………………………………………………………
……………………………………………
…………………………………………………………………………………………
……………………………………………
8. Water en elektriciteit
1. Waarvoor gebruikt men water in een warmtekrachtcentrale?
…………………………………………………………………………………………
……………………………………………
2. Warmtekrachtcentrales veroorzaken thermische
waterverontreiniging. Verklaar.
…………………………………………………………………………………………
……………………………………………
…………………………………………………………………………………………
……………………………………………
Hoofdstuk 3 Reliëf, water en leefmilieu 89
104 105
106
3. Hoe wordt in een waterkrachtcentrale elektrische stroom opgewekt?
…………………………………………………………………………………………
……………………………………………
…………………………………………………………………………………………
……………………………………………
4. Waarom bouwt men een
stuwdam?
………………………………………………………
………………………………………………………
5. Geef enkele vb. van stuwmeren in België:
………………………………………………
9. Ons drinkwater
9.1 Waterverbruik neemt steeds toe :
Niet al het water dat we gebruiken moet 100% zuiver zijn: koelwater voor
elektrische centrales is minder zuiver dan ons drinkwater, de zuiverheid
van irrigatiewater is anders dan die van water voor frisdranken.
9.2 Vervuiling en het drinkwater :
1. Hoe wordt het grondwater vervuild?
…………………………………………………………………………………………
……………………………………………
…………………………………………………………………………………………
……………………………………………
2. Hoe wordt het oppervlaktewater vervuild?
…………………………………………………………………………………………
……………………………………………
Hoofdstuk 3 Reliëf, water en leefmilieu 90
107
…………………………………………………………………………………………
……………………………………………
Wegens toenemende vervuiling zullen we steeds meer oppervlaktewater
moeten gebruiken. Hoe het met dit water gesteld is toont je de volgende
kaart.
3. Waar is de vervuiling het grootst?
…………………………………………………………………………………………
……………………………………………
4. In welk landsdeel is de verontreiniging minder?
…………………………………………………………………………………………
……………………………………………
5. Verklaar deze tegenstelling:
Hoofdstuk 3 Reliëf, water en leefmilieu 91
108 109
110
…………………………………………………………………………………………
……………………………………………
…………………………………………………………………………………………
……………………………………………
…………………………………………………………………………………………
……………………………………………
Hoofdstuk 3 Reliëf, water en leefmilieu 92
Samenvatting: belang van water voor de mens
1. Waterverbruik en bevoorrading :
Vlaanderen is voor zijn drinkwatervoorziening vooral afhankelijk
van grondwater / oppervlaktewater.
Door tekorten in de toekomst zal de prijs van water dalen /
stijgen.
2. Landbouw :
Te droge gebieden gaat men
………………………………………………… .
Streken met wateroverlast gaat men
………………………………………………… .
Plaats in de woestijn met oppervlaktewater =
…………………………………………… .
3. De industrie gebruikt water als : grondstof,
………………………………………………, oplosmiddel,
…………………………………………………, enz…
4. Water en elektriciteit :
Warmtekrachtcentrales gebruiken water om
…………………………………… te produceren en als
……………………………………………………………… .
Bij waterkrachtcentrales wekt men elektriciteit op met
………………………… …………………………………………………… .
5. Vervuiling en het drinkwater
De vervuiling van het oppervlaktewater is het grootst in
Vlaanderen / Wallonië omdat er daar minder / meer inwoners zijn,
minder / meer industrie is en er minder / meer zure regen valt.
Hoofdstuk 3 Reliëf, water en leefmilieu 93
Kun jij deze samenvatting invullen
zonder te spieken op de vorige blaadjes!? Veel
succes!