werkplaatsen woonwijs: de weg naar zelfstandigheid · tijdelijk wonen kan van betekenis zijn voor...

12
1 Werkplaatsen Woonwijs: de weg naar zelfstandigheid Programma Woonwijs, gemeente Nieuwegein, 3 november 2016 Waarom organiseren we werkplaatsen? Op 23 juni jl. stemde de gemeenteraad van Nieuwegein unaniem in met het programma Woonwijs. Hierin staan staan concrete maatregelen voor langer zelfstandig wonen voor ouderen. Daarnaast bevat Woonwijs een ontwikkelagenda om te komen tot een programma om zelfstandig wonen mogelijk te maken voor kwetsbare mensen die door een beperking of door een gebeurtenis in hun leven in de knel komen. Om daar te komen is nog meer inzicht nodig in vraag en aanbod én een flink aantal ideeën, dialogen en initiatieven. Deze vormen de bouwstenen voor het programma dat eind dit jaar klaar moet zijn. In vier werkplaatsen zijn we samen op zoek gegaan naar passende, flexibele arrangementen wonen, ondersteuning en zorg. De titels van de werkplaatsen waren: Ouder-kind, Op eigen benen leren staan, Tijdelijk onderdak en Zelfstandig verder. De vier werkplaatsen zijn door Nieuwegein en Houten samen georganiseerd. Leidende principes Leidende principes in onze zoektocht zijn geweest: . ‘Dwars durven denken’ en niet in doelgroepen en aanbod, maar in perspectief van mensen . Zoveel mogelijk vanuit zelfstandigheid en eigen kracht . We organiseren het graag dichtbij en zo normaal mogelijk in de wijk . We geven daarbij graag alle ruimte aan ouder-/ burgerinitiatieven . We realiseren het binnen de beschikbare budgetten. Samenvatting werkplaatsen In alle werkplaatsen is na een uitgebreide kennismaking en een terugblik op de inspiratiebijeenkomst van 10 oktober jl. het gesprek gevoerd over de bij de deelgroep passende arrangementen voor wonen, ondersteuning en zorg. Dit aan de hand van een of meer casussen en een overzicht van de huidige kosten voor verblijf en zorg en het aantal inwoners dat tot de deelgroep gerekend kan worden. Van elke werkplaatsbijeenkomst is een verslag gemaakt dat voor commentaar naar de deelnemers is rondgestuurd. Het document dat je nu leest is een samenvatting van de vier verslagen. Daarbij houden we wel dezelfde structuur aan: per deelgroep de bouwstenen en agenda 2017. Achterin is een deelnemerslijst opgenomen.

Upload: others

Post on 19-Feb-2021

1 views

Category:

Documents


0 download

TRANSCRIPT

  • 1

    Werkplaatsen Woonwijs: de weg naar zelfstandigheid Programma Woonwijs, gemeente Nieuwegein, 3 november 2016

    Waarom organiseren we werkplaatsen?

    Op 23 juni jl. stemde de gemeenteraad van Nieuwegein unaniem in met het programma Woonwijs.

    Hierin staan staan concrete maatregelen voor langer zelfstandig wonen voor ouderen.

    Daarnaast bevat Woonwijs een ontwikkelagenda om te komen tot een programma om zelfstandig wonen

    mogelijk te maken voor kwetsbare mensen die door een beperking of door een gebeurtenis in hun leven in

    de knel komen.

    Om daar te komen is nog meer inzicht nodig in vraag en aanbod én een flink aantal ideeën, dialogen en

    initiatieven. Deze vormen de bouwstenen voor het programma dat eind dit jaar klaar moet zijn.

    In vier werkplaatsen zijn we samen op zoek gegaan naar passende, flexibele arrangementen wonen,

    ondersteuning en zorg. De titels van de werkplaatsen waren: Ouder-kind, Op eigen benen leren staan,

    Tijdelijk onderdak en Zelfstandig verder.

    De vier werkplaatsen zijn door Nieuwegein en Houten samen georganiseerd.

    Leidende principes

    Leidende principes in onze zoektocht zijn geweest:

    . ‘Dwars durven denken’ en niet in doelgroepen en aanbod, maar in perspectief van mensen

    . Zoveel mogelijk vanuit zelfstandigheid en eigen kracht

    . We organiseren het graag dichtbij en zo normaal mogelijk in de wijk

    . We geven daarbij graag alle ruimte aan ouder-/ burgerinitiatieven

    . We realiseren het binnen de beschikbare budgetten.

    Samenvatting werkplaatsen

    In alle werkplaatsen is na een uitgebreide kennismaking en een terugblik op de inspiratiebijeenkomst van

    10 oktober jl. het gesprek gevoerd over de bij de deelgroep passende arrangementen voor wonen,

    ondersteuning en zorg. Dit aan de hand van een of meer casussen en een overzicht van de huidige kosten

    voor verblijf en zorg en het aantal inwoners dat tot de deelgroep gerekend kan worden.

    Van elke werkplaatsbijeenkomst is een verslag gemaakt dat voor commentaar naar de deelnemers is

    rondgestuurd. Het document dat je nu leest is een samenvatting van de vier verslagen. Daarbij houden we

    wel dezelfde structuur aan: per deelgroep de bouwstenen en agenda 2017.

    Achterin is een deelnemerslijst opgenomen.

  • 2

    Opgave en kosten Jeugdzorg

    In 2015 ontvingen in Nieuwegein 135 cliënten Jeugdzorg met verblijf: pleegzorg, gezinshuis, logeren,

    kamertraining, woongroep, residentiele behandeling, landelijk werkende instellingen.

    Pleegzorg wordt geleverd door: De Rading, Youke en William Schrikkergroep.

    Gezinshuizen: Intermetzo, Youke, Leger des Heils en particuliere gezinshuizen

    Kamertraining, woongroep residentieel: alle grote Jeugd & Opvoedorganisaties

    Landelijk werkende instellingen: de door VNG gecontracteerd aanbieders – afgelopen jaar heeft voor

    verblijf Nieuwegein te maken gehad met Leo Kannerhuis, Koraalgroep, Horizon, Parnassia.

    De kosten variëren van 38,50 voor pleegzorg tot maximaal 600,- per etmaal voor landelijk werkende

    instellingen. De totale kosten in 2015 bedroegen 3.170.000 euro.

    Grofweg wordt ervan uitgegaan dat bij een uithuisplaatsing 80% opgaat aan wonen en zorg en zo’n 20%

    aan behandeling.

    Bouwstenen voor het programma Woonwijs

    Gezamenlijke afspraken over de praktische toepassing van het woonplaatsbeginsel. Die afspraken

    moeten helderheid bieden aan de uitvoerende professionals, aanbieders en gemeente. Nu zijn

    gemeenten nog vaak terughoudend om huisvestings-/ residentiele voorzieningen te treffen in de

    gemeente vanwege de financiële gevolgen. Dit geldt met name als een jongere 18 jaar wordt.

    Gezamenlijke inzet bepalen (preventief) richting de kinderen van vluchtelingen en statushouders die

    meekomen of later herenigd worden met het gezin. Zij zijn vaak getraumatiseerd, hebben nog geen

    netwerk en komen voor allerlei nieuwe situaties te staan waarmee ze niet bekend zijn. De vraag is of

    we hier vanuit de jeugdhulp voldoende oog voor hebben.

    Een variatie aan wonen en zorg ontwikkelen waarbij kleinschaligheid en normaliseren het uitgangspunt

    is. Als er huisvestingsfaciliteiten zijn voor kleinschalige woonvormen kan een deel van de residentiele

    plaatsen worden omgevormd naar kleinschalige woonvormen, gezinshuizen, pleeggezinnen. Daar

    aanbod te ontschotten kan een mix van deelgroepen ontstaat. Innovatiegelden kunnen daarbij helpen.

    Speciale aandacht wordt gevraagd voor wonen (zorg) voor kinderen met autisme. Denk aan een ‘Remi

    huis.

    Inventarisatie van aantal en locaties waar pleegzorggezinnen/ gezinshuizen gesitueerd zijn in

    Nieuwegein en Houten. En bekendheid geven aan en werving van gezinsouders en pleegouders.

    Gemeente en aanbieders kunnen hier gezamenlijk een campagne voor opzetten. Een campagne kan

    ook bijdragen aan een goede beeldvorming van deze vormen van jeugdhulp.

    Ouder-kind Een werkplaats waarin is gezocht naar integrale oplossingen voor ouders en kinderen die te maken hebben met een beperking en waar onvoldoende sociale- en opvoedvaardigheden in het spel kunnen zijn. Dit levert negatieve uitkomsten voor het kind, zoals verwaarlozing, onveiligheid, problemen met gezondheid, ontwikkeling en gedrag. In deze situatie is behoefte aan (tijdelijk) verblijf en begeleiding. Deze groep komt echter niet in aanmerking voor de WLZ. En de WMO voorziet niet verblijf en ambulante begeleiding is niet voldoende. De enige oplossing lijkt nu gezocht te worden binnen de maatschappelijke opvang, maar deze is niet toegerust voor de opvang van deze groep.

  • 3

    Een lokaal netwerk vormen van gezinsvormen (pleegouders, gezinshuisouders, buurtgezin,

    meeleefgezin) met lokale professionals (huisarts, leerkracht, CJG), gedragswetenschappers, verwijzers

    en opdrachtgevers en financiers: gemeente/ regio) en zorgverzekeraar. Gericht op kennis- en

    ervaringsuitwisseling, soepel op- en afschalen, wederzijdse ondersteuning, coaching,

    belangenbehartiging en de ontwikkeling van nieuwe initiatieven ontwikkelen. Hieraan kunnen media

    als Facebook ondersteunend zijn.

    Communities vormen rond gezinsvormen van mensen met draagkracht die bewust kiezen te leven in

    de buurt en samen met meer kwetsbare jonge mensen en waarin wederkerigheid ontstaat en een

    balans tussen draaglast en draagkracht. Een voorbeeld is het concept van Buurtgezinnen.nl waar het

    ene gezin hulp biedt aan het andere gezin. Een ander voorbeeld voor jong volwassenen is Youké die

    cliënten gespikkeld laat wonen op een locatie voor tijdelijk wonen van de Stichting Tijdelijk Wonen in

    Utrecht.

    Residenties openstellen voor tijdelijke opvang en achtervang. Leegstaande plekken bij zorgaanbieders

    inventariseren. Die kunnen met elkaar een pool vormen waar, als de nood hoog is, door alle

    organisaties gebruik gemaakt kan worden. Residenties ook openstellen voor inloop. Dit gebeurt nu al

    vaak. Oud bewoners kunnen weer even inlopen, koffie komen drinken, een spelletje komen spelen. Dat

    kan als de residentie niet ver weg en laagdrempelig is.

    Andere, goedkopere vormen van residentiele hulp ontwikkelen door:

    Scheiden van wonen en zorg (á la Volledig Pakket Thuis en Modulair Pakket Thuis WLZ)

    Medewerkers op maat te werven: niet altijd is HBO geschoold personeel nodig. Denk ook aan de

    inzet van ervaringsdeskundigen

    Verplatting van organisatie: á la Buurtzorg met zelfsturing en daardoor minder overhead.

    Meer weekendplekken/respijtzorg realiseren, zowel in de wijk als daarbuiten. Hiervoor zijn al

    middelen beschikbaar en zorgaanbieders kunnen die daarvoor ook inzetten om een vakantiehuisje

    te huren. Reinaerde doet dit bijvoorbeeld al.

    Randvoorwaarden:

    - Transparantie creëren in aanbod zodat ouders zelf kunnen zoeken en tot de juiste match te komen.

    - Innovatie cultiveren: het ‘samen leren’ ontwikkelen en onderhouden. Hiervoor een lokaal platform

    inrichten om casuïstiek en zorgpaden te analyseren, te bespreken en daaruit lering te trekken. Hoe

    komen ouder en kind in de situatie terecht die is ontstaan? Op basis hiervan leren om beter en sneller

    te signaleren en preventief te handelen.

    - Inkoop afstemmen op innovatie. Als de inkoop en de daarbij behorende regels en administratie hier

    niet op aan sluit, raak je immers alle innovatieve gedachten/ werkwijzen weer kwijt.

    - Procesregie: kan afhankelijk van de situatie bij een mentor worden gelegd maar ook bij Geynwijs of in

    geval van ontschotting bij een hoofdaannemer.

    - Aandacht voor de toegang! Wie bepaalt de inzet van zorg? Nu hebben Save, huisartsen, specialisten

    daar een grote invloed op en dat leidt nog vaak tot inzet van specialistische hulp (verder weg) terwijl

    dat niet altijd nodig is.

  • 4

    Agenda 2017

    Opstellen van lijst van het aanbod:

    a. Aantal plaatsen kortdurende zorg per aanbieder: logeren, respijtzorg

    b. Aantal plaatsen voor directe, tijdelijke opvang

    c. Aantal gezinnen (en plaatsen) pleeggezinnen, gezinshuizen in Nieuwegein/ Lekstroom

    Verkennen van de kansen, de meerwaarde van meeleefgezinnen en buurtgezinnen (voorliggende /

    preventieve voorzieningen ) en positionering/financiering van inititatieven.

    Netwerken vormen rond pleeggezinnen, gezinshuizen, buurtgezinnen/ meeleefgezinnen van

    basisvoorzieningen, Geynwijs, scholen etc.

    Opstellen van zorgpaden op basis van casuisitiek. Op basis daarvan de leemten in aanbod bepalen. Met

    de focus op duurdere, residentiele zorg. Welke aanbod is nodig maar niet aanwezig in Nieuwegein

    waardoor je noodgedwongen buiten de stad de oplossing moet zoeken.

  • 5

    Opgave en kosten Jeugdzorg

    Voor deze deelgroep tot 18 jaar gelden dezelfde gegevens als voor Ouder-kind1. In 2015 ontvingen in

    Nieuwegein 135 cliënten Jeugdzorg met verblijf, de totale kosten bedroegen in 2015 3.170.000 euro.

    Bouwstenen

    Voor deze deelgroep is een onderscheid gemaakt naar a) levensloopbegeleiding voor degenen die gelet op

    de aard van hun beperking een langlopende begeleiding nodig zullen hebben (bijvoorbeeld jongeren met

    autisme of licht verstandelijke beperking) en b) tijdelijke begeleiding en een terugvaloptie voor jong

    volwassenen die daaraan voldoende hebben om daarna zelfstandig verder te kunnen. Denk daarbij aan:

    - Jongeren die rond hun 18e uit residentiele instellingen komen maar nog niet zelfstandig verder kunnen

    - Kinderen uit pleeggezinnen/ gezinsvormen die zelfstandig verder willen

    - Jong volwassenen die niet meer thuis kunnen wonen, maar ook nog niet op zichzelf

    - Jong volwassen statushouders

    - Thuiszitters die niet naar school gaan, die thuis zitten zonder onderwijs

    - Jonge moeders (die uitstromen uit Jeugdhulp).

    Levensloopbegeleiding

    Zelfstandige woonruimte, eventueel in

    geclusterde vorm. Voor mensen met autisme in

    een prikkelarme woning en woonomgeving.

    Locaties voor kleinschalige wooninitatieven

    PGB financiering voor ondersteuning / zorg

    Stimuleren van oudereninitiatieven

    Levensbrede coaching: wonen, werk/

    dagbesteding, studie, vrije tijd voornamelijk

    gericht op zelfredzaamheid en zelfreflectie.

    Tijdelijke begeleiding met eventueel terugvalopties

    Betaalbare, kleine wooneenheden op een veilige

    plek. Dat kan op tijdelijke plekken en beschikbare

    ruimten bij instellingen

    Huisvesting met een tijdelijke huurcontract

    Een light variant aan begeleiding/ coaching,

    vooral gericht op steun bij het dagelijks leven en

    de verbinding met werk, studie, inkomen,

    schuldhulp, vrije tijdsbesteding. Met als resultaat

    dat de jongere op eigen benen kan staan.

    Pilot: tijdelijke, betaalbare woonruimte,

    eventueel op tijdelijke plekken

    1 Er wordt onderzoek gedaan naar de leeftijdsopbouw van de groep die gebruik maakt van Jeugdhulp.

    Op eigen benen leren staan In deze werkplaats stond de vraag centraal wat jongvolwassenen tussen de 16 en 23 jaar, die door omstandigheden niet langer thuis of in pleeggezin kunnen wonen, nodig hebben om op eigen benen te leren staan. In de werkplaats is gezocht naar oplossingen voor jongeren (18-) die hun studie nog moeten afronden en daarna op kamers gaan, alleenstaande minderjarige vreemdelingen die niet langer in een pleeggezin kunnen, jongeren die uitstromen uit de (lichte) jeugdhulp, jongeren met een licht verstandelijke beperking of lichte vorm van autisme en jongeren met zorgwekkend of overlastgevend gedrag De inzet was om op basis van scheiding van wonen en zorg (tijdelijk) huisvesting te bieden met een vorm van coaching bij leren (talenten benutten, geschikt opleiding vinden, volgen en vasthouden), werken en bij het basale dagelijkse dingen van het leven (ritme, leven met anderen, met geld leren omgaan).

  • 6

    Randvoorwaarden:

    - Aanspreekpersoon/ facilitator voor

    wooninitiatieven van ouders/ familie

    - Afstemming met crisishulp (max. 28 dagen),

    noodbed (1 nacht)

    Randvoorwaarden:

    - Laagdrempelige toegang via Geynwijs als

    vooruitgeschoven post op scholen, het

    jongerenloket, jongerenwerk

    - Signalering en verwijzing door politie, scholen,

    corporaties, jongerenwerk, sportverenigingen

    - Capaciteit prognosticeren op basis van

    uitstroom pleegzorg, residentiele zorg,

    jongerenloket

    - Afspraken over tijdelijke contracten

    - Afspraken met woningcorporaties met over

    perspectief doorstroom naar reguliere

    huisvesting (bijvoorbeeld inschrijfduur

    WoningNet behouden)

    Agenda 2017

    Aanspreekpunt/ facilitator benoemen voor ouderinitiatieven

    Nadere verkenning van de behoeften van jong volwassenen aan tijdelijke woonruimte en begeleiding

    bij jongerenloket, jongerenwerk, Geynwijs, de Tussenvoorziening/ Maatschappelijk Opvang,

    residentiele jeugdzorg, gezinsvormen etc..

    Inzicht krijgen in afspraken over woningaanbod tussen corporaties en instellingen

    Pilot tijdelijke betaalbare woonruimte, eventueel op tijdelijke plekken

    Netwerk vormen van scholen, Geynwijs, jongerenloket, jongerenwerk, gemeente, corporatie(s) voor

    begeleiding pilot, uitwisseling kennis en ervaringen

  • 7

    Opgave

    Tijdelijk wonen kan van betekenis zijn voor jonge starters, statushouders, ex gedetineerden, expats maar

    mogelijk ook voor een deel van de uitstromers uit de opvang en beschermd wonen.

    In Nieuwegein staan 889 woningzoekenden onder de 23 jaar ingeschreven bij WoningNet, 82 reageren

    actief op vrijkomende woningen. Het aantal ex-gedetineerden dat woonruimte zoekt in Nieuwegein is circa

    19 per jaar. En in 2016 zijn er 155 statushouders die onderdak geholpen moeten gaan worden. Van de circa

    140 echtparen dat per jaar in scheiding is zal een deel ook op zoek zijn vervangende huisvesting. Extacte

    aantal zijn niet bekend. Dat geldt ook voor het aantal expats en uitstromers uit instellingen.

    Bouwstenen

    Een eerste stap is altijd het aanboren van het zelfoplossend vermogen van de betreffende persoon.

    Vaak blijkt dat er toch een beroep gedaan kan worden op familie of andere mensen in de persoonlijke

    kring waardoor er (al dan niet tijdelijk) een oplossing gevonden kan worden.

    Een bed aanbieden en een goed gesprek na dat ‘nachtje slapen’ over hoe iemand naar zijn of haar

    toekomst kijkt kan soms al voldoende zijn om tot een passende oplossing te komen.

    Transformeren van het begrip woning! Een kamer is ook te oormerken als woonruimte. Een een

    woning kan je delen of kamergewijs verhuren. En inwonen bij iemand biedt ook mogelijkheden.

    Jongeren, starters kunnen hiermee op korte termijn goed geholpen zijn. Voordeel kan bovendien zijn

    dat er iemand in huis is die een luisterend oor biedt en de medebewoner verder op weg kan helpen

    met het een en ander.

    Woningdelen moet qua regelgeving wel mogelijk worden gemaakt. Woningdelen wordt nl. niet altijd

    door de verhuurder toegestaan en de hoofdbewoner met een uitkering loopt het risico gekort te

    worden op zijn uitkering en huurtoeslag.

    Het ‘corporatiehotel:’ is een vorm voor tijdelijk wonen voor mensen die snel een betaalbare

    woonruimte nodig hebben en om het leven weer stabiel te krijgen en daarna uit te stromen naar een

    eigen woonruimte. In Utrecht exploiteert De Tussenvoorzienining een corporatiehotel vooral gericht op

    dak- en thuislozen. In Woerden biedt Groenwest tijdelijke huisvesting aan mensen die snel betaalbare

    woning nodig hebben bijvoorbeeld door relatiebeëindiging. De maximale termijn dat men er mag

    verblijven is een half jaar en daar wordt strikt de hand aan gehouden. Ook in andere steden in

    Nederland zijn dergelijke voorzieningen ook voor andere groepen dan dak- en thuislozen.

    Een concept als de Pitstop in Woerden kan ook een oplossing zijn voor mensen die in staat zijn hun

    leven weer op de rit te krijgen en met een beetje ondersteuning te werken aan een perspectief. De

    Pitstop heeft een gezamenlijke huiskamer, met kamers eromheen en ambulante begeleiding. Het

    kunnen ook meerdere woonunits zijn met een of twee hoofdbewoners (hospita’s) en met een

    Tijdelijk onder dak In deze werkplaats is gezocht naar een oplossing voor mensen die tijdelijk een plek zoeken waar ze vanuit rust weer een start kunnen maken met het opbouwen van hun leven en verder kunnen zoeken naar passende woonruimte. Ook voor ‘spoedzoekers’ die achteraan sluiten op de reguliere wachtlijst van woningzoekenden en die gebaat kunnen zijn bij tussenoplossingen. Denk daarbij mensen die in of na echtscheiding geen woonruimte hebben en mensen die door schulden op straat zijn komen te staan. Of aan ex-gedetineerden en mensen waarvoor de stap van opvang of beschermd wonen naar zelfstandig wonen te groot is; waarvoor een tussenfase nodig is evenwicht te vinden en tijd te hebben voor herstel.

  • 8

    gespikkelde of juist geclusterde bewoning (mix van doelgroepen) en een gezamenlijke

    ontmoetingsruimte die ook functioneert als huiskamer voor de buurt. Dat draagt weer bij aan de

    betrokkenheid van de buurt op elkaar. De keuze voor spikkeling, clustering is afhankelijk van de

    situatie. Daarvoor maak je een risico-inschatting waarin aspecten als veiligheid, beschutting,

    maatschappeiijke onrust e.d. een rol spelen. De vorming van communities kan bijdragen aan een

    gezonde mix. Bewoners ‘zonder rugzakje’ die kiezen voor het wonen met mensen met ‘een rugzakje’.

    Of ervaringsdeskundigen die als hoofdbewoner onderdak en hulp bieden aan mensen die daar

    voldoende steun aan hebben. Denk bijvoorbeeld aan Ervarings(t)huis in Utrecht.

    Neem inclusie als uitgangspunt. Maak bijvoorbeeld een mix in complexen voor ouderen. Kijk naar de

    Saffier in Utrecht waar Socius Wonen actief is met Portaal. Maar er zijn meer voorbeelden in het land

    waar ouderen samenwonen met studenten en werkende jongeren. De transformatie van

    verzorgingshuizen, zorgcomplexen en leegstaande kantoorruimten biedt daarvoor ook mogelijkheden.

    Maak het los van de zorg, laat het door mensen uitvoeren die anders denken. Geef een sociaal

    ondernemer de ruimte om op basis van zijn verdienmodel een concept neer te zetten waarin naast

    vaste bewoning ook ruimte is om mensen tijdelijk onder dak te helpen (vast en flex). Liefst met een zo

    groot mogelijke mix van groepen. Zelfbeheer/eigen verantwoordelijkheid kan daarin ook een plaats

    krijgen. Voorbeelden zijn in Utrecht terug te vinden bij Stichting Tijdelijk Wonen en Socius wonen op

    verschillende locaties. Eén van de noemers is “gespikkeld wonen”. Verschillende doelgroepen door en

    met elkaar.

    Ook tijdelijke plekken die in afwachting zijn van planontwikkeling lenen zich voor bewoning, Hierop

    kunnen containerwoningen of andersoortige tijdelijke bebouwing worden geplaatst. Voorbeeld

    daarvan is Riekerhaven in Amsterdam waar woningbouwcorporatie De Key met Socius Wonen een mix

    van studenten, starters en statushouders huisvest in tijdelijke wooneenheden. Bij tijdelijke bewoning is

    het van belang aan de voorkant duidelijk te zijn over de ‘achterdeur’. Welke doorstroommogelijkheden

    zijn er? Op welke termijn? Stem daarop ook de duur van het tijdelijk contract op af. Nu is het

    bijvoorbeeld mogelijk om een tijdelijk contract af te sluiten van 5 jaar en de inschrijfduur te behouden.

    Een mogelijkheid is ook om iemand die tijdelijk huurt een bonus te geven, bijvoorbeeld per jaar een

    half jaar inschrijfduur extra.

    Bij tijdelijke projecten is ook de relatie met de buurt van belang. Creëer wederkerigheid en maak

    tijdelijke plekken ook bruisend. Zorg dat er voor iedereen wat te halen is. Denk aan Pop-ups die

    tegelijkertijd ook een ontmoetingsplaats kunnen zijn voor de wijk. Pop-ups hebben doorgaans een

    kortere terugverdientijd nodig voor hun investeringen. Als bij aanvang nog niet geheel duidelijk is of er

    financiele risico’s zijn, kan de gemeente door de vorming van een fonds deze schaduw wegnemen. Dit

    geldt met name voor investeringen die binnen een kort tijdsbestek (< 10 jaar) terugverdiend moeten worden.

    Stel een makelpunt in voor sociaal ondernemers die op zoek zijn naar locaties en panden om

    initiatieven te ontwikkelen. Denk aan bijvoorbeeld de stadsloods in Amsterdam ruimtezoekers door de

    stad en de gemeentelijke regelgeving loodst en sociaal ondernemers en maatschappelijke organisaties

    helpt bij bij het vinden van een geschikte ruimte.

  • 9

    Agenda 2017

    Woningdelen faciliteren en belemmeringen in regelgeving in kaart brengen en ondervangen

    ((kostendeler, huurtoeslag, onderverhuur etc.)

    Ruimte bieden aan nieuwe partijen / sociale ondernemers met een ander gedachtengoed en

    verdienmodel dan zorgpartijen

    Inrichten van een portal en makelpunt voor te transformeren vastgoed (kantoren, zorgvastgpoed,

    scholen). Een portal voor het inzicht in leegstand, bestemming en planning en een makelpunt voor het

    bijeen brengen van de vraag

    Pilot starten met een combinatie van vast en flex en met een mix van doelgroepen.

  • 10

    Opgave en kosten

    De opgave als gevolg van de extramuralisering wordt bepaald door:

    - De extra vraag naar zelfstandige woningen doordat mensen geen toegang meer hebben tot instellingen

    - De extra vraag door een snellere doorlooptijd

    - De snelheid waarmee de intramurale capaciteit wordt afgebouwd

    - Specifiek tekort? Bijvoorbeeld goedkope woningen of aanbod geschikt voor mensen met autisme

    - Specifieke randvoorwaarden: Schuldenvrij, begeleiding, geen verslaving

    - De beschikbaarheid van vrijkomend zorgaanbod

    - De mate waarin bestaand zorgaanbod te verzelfstandigen is

    - De mate waarin uitstromers zelf aan woonruimte kunnen komen (bijv. op basis van inschrijfduur.

    Er vindt op dit moment onderzoek plaats naar de instroom, doorstroom en uitstroom van opvang en

    beschermd wonen. Over de uitstroom van jeugdzorg (pleeggezinnen, gezinshuizen, residentiel verblijf etc.)

    zijn lokaal geen cijfers bekend.

    De kosten voor verblijf in beschermd Wonen liggen tussen de 42.000 en 54.800 per jaar.

    Bouwstenen (tevens agenda 2007)

    Potentieel aanbod in beeld brengen: nieuwbouw, te transformeren of af te stoten zorgvastgoed,

    scholen, sportzalen, aandeel en mutatiegraad sociale huurwoningen met een huur tussen 450 – 575

    euro en vastgoed van zorginstellingen: in eigendom, gehuurd van corporaties en afspraken over

    omklapwoningen.

    Per instelling potentieel aantal uitstromers in beeld brengen, de fasering daarvan en het percentage

    dat een beroep moet doen op bemiddeling naar woonruimte. Een passend aantal woningen

    beschikbaar stellen ten behoeve van doorstroom en uitstroom, maar ook preventief.

    Passend woningaanbod ontwikkelen: betaalbaar (tussen 450 en 575 euro), sober, gespikkeld en/of

    geclusterd, studio’s en 2-kamerwoningen, woning delen/ ‘friends’, eventueel met gezamenlijke

    logeerkamer, ontmoetingsruimte en gespreksruimte.

    Mix van doelgroepen als uitgangspunt nemen voor toekomstscenario zelfstandig verder. Een mix zowel

    op complex als op wijkniveau (spikkelen en /of clusteren). Daarbij rekening houden met behoeften van

    degenen die zelfstandig verder en met een balans tussen draagkracht en draaglast in het

    complex/ de wijk.

    Inzicht in en stroomlijnen van afspraken omtrent doorstroom en uitstroom en wegnemen van

    belemmeringen

    Zelfstandig verder In deze werkplaats is gezocht naar oplossingen voor volwassenen die als gevolg van de extramuralisering niet meer in aanmerking komen voor Maatschappelijke Opvang, Beschermd Wonen of andere vormen van Verblijf met zorg, maar die ook niet in staat zijn geheel zonder begeleiding door het leven te gaan. Zij zullen een plek moeten krijgen in de wijken. Waar kan zo’n persoon naar toe verhuizen, en met welk soort contract? Wat is nodig om sociaal isolement tegen te gaan en zelfstandig met een perspectief verder te kunnen? Hoe en door wie kan een vinger-aan de pols gehouden worden? De inzet is zelfstandige woonruimte bieden in een passende en ‘gastvrije’ omgeving die herstel en maatschappelijke participatie mogelijk maken zonder dat dit tot overlast voor omwonenden leidt.

  • 11

    - Individuele afspraken tussen woningcorporaties en zorginstellingen over doorstroom en

    uitstroom (aantal beschikbare woonruimten)

    - Beter Wonen (Vierde Huis): contingentverdeling en match

    - Urgenties algemeen

    Variëteit en flexibiliteit huurcontracten

    - Woon-zorgcontracten met afspraken over begeleiding, de betaling van de huur (eventueel

    door uitkeringsinstantie/ gemeente/ bewindvoerder), bewindvoering/ mentorschap en

    schuldsanering en budgetbeheer.

    - Omklapcontracten (voorbeeld Lister & Viveste Houten): eerste half jaar huurt Lister de woning

    en na die tijd komt contract op naam van de bewoner (zachte landing)

    - Tijdelijke contracten, al dan niet met behoud of ophoging van inschrijftijd.

    Wonen in de wijk en in relatie daarmee participatie van bewoners. Hierbij verdienen de volgende

    punten aandacht in het programma:

    - Zorg dragen voor continuïteit in ondersteuning en/of zorg: in beeld blijven, een vangnet

    bieden en soepel op- en afschalen

    - GGZ in de wijk: behandeling, begeleiding, logeerplekken, FACT-teams

    - Samenwerking tussen wijkteams, huisartsen, FACT-teams, Movactor: een platform voor

    uitwisseling van ervaringen en casussen. Dit platform in 2017 starten met een Roadshow.

    - Een plaats bieden voor ontmoeting en inspiratie van een mix van wijkbewoners

    - Ervaringsdeskundigen in de wijk: platform GGZ in de wijk in ontmoetings-inspiratiehuis?

    - Participatieplekken: wassen & strijken, verhuisservice, opstapplekken /Social Return Of

    Investment.

    - Preventie door vroegsignalering en vroeginterventie en daardoor beperken van de instroom

    in de opvang en het beschermd wonen.

    Ondersteunen van eigen initiatieven van mensen (en hun persoonlijke kring) die zelfstandig

    verder willen

  • 12

    DEELNEMERS

    Ouder-kind

    Pamela Boot, directeur Prokino / Schippersinternaat

    Deborah de Best, ambulant begeleider Stichting Nedereind

    Nienke Meeder, accounthouder regio Utrecht West en regio Lekstroom Youké

    Erwin van Schaik, manager Reinaerde

    Carolien Schrauwen, Pedagogisch Psychiatrisch Medewerker. Voorheen werkzaam bij o.a.

    Intermetzo, binnenkort werkzaam bij Timon

    Yvonne Meijer, Manager Jeugd & Opvoedhulp Leger des Heils (meelezer)

    Op eigen benen leren staan

    Carolien Schrauwen, Pedagogisch Psychiatrisch Medewerker. Voorheen werkzaam bij o.a.

    Intermetzo, binnenkort werkzaam bij Timon

    Rosél Stevens, begeleidsmedewerker jeugd, gemeente Houten

    Renske Zielman, Zorgcoördinator / ambulant gezingsbegeleider Prokino zorg

    Suzanne Geertsema, beleidsmedewerker onderwijs, RMC, gemeente Nieuwegein

    Huub Notermans, Hogeschool Utrecht, Social Work, creatieve therapie

    Yvonne Meijer, Manager Jeugd & Opvoedhulp Leger des Heils (meelezer)

    TIjdelijk onderdak

    Ton van Rijswijk, Teammanager/ projectcoördinator Plan Einstein Socius wonen, Youke

    Conny van der Wal, Netwerkcoach en ervaringsdeskundige

    Iris van Leeuwen, Coördinator Nazorg detentie

    Bouke Hartman, Afdelingsmanager Ambulante HulpverleningLeger des Heils

    Anneke de Hoog, Beleidsmedewerker/ secretaris, Prokino Zorg,

    Marie-Jeanne van der Ploeg, Steunpung GGz en ervaringsdeskundige

    Marina van der Tol, Vrijwilliger en ervaringsdeskundige

    Zelfstandig verder

    Conny van der Wal, Netwerkcoach en ervaringsdeskundige

    Marie-Jeanne van der Ploeg, Steunpung GGz en ervaringsdeskundige

    Jetske den Hartog-Spruijt, Stafhoofd Vastgoed & Facilitair, Lister

    Begeleiding werkplaatsen

    Albert Veuger, accounthouder Regionale Backoffice Lekstroom

    Lillian Petter, beleidsadviseur Wmo/Programma Iedereen doet mee, gemeente

    Kerstin Hogenbirk, Geynwijs/ gemeente Nieuwegein

    Irma van den Heuvel, programmamanager Woonwijs Nieuwegein