wim | studio wim carrein

1

Wim | Studio Wim CARREIN

Van: [email protected] namens AWV, Wegen.vlaamsbrabant, Mer [[email protected]]

Verzonden: dinsdag 9 mei 2017 8:42Aan: Wim | Studio Wim CARREINCC: Jolien Vaeck; Petra Van Riet; Maurice Smets; Raf Van den BroeckOnderwerp: Re: adviesvraag dd. 26/04/2017 inzake het Verzoek tot Raadpleging voor het RUP

ASTRAVORM te AFFLIGEM

Geachte,

Het RUP Astravorm heeft geen rechtstreekse interactie heeft met de gewestwegen in de buurt. Wegen en Verkeer Vlaams-Brabant is dan

ook akkoord met de resultaten van de screening m.b.t. de discipline mobiliteit.

i.o. ir. Tim Lonneux

afdelingshoofd

AGENTSCHAP

WEGEN & VERKEER

Wegen en Verkeer Vlaams-Brabant

T 016 66 57 80 - F 016 66 57 55

Diestsepoort 6 bus 81 - 3000 LEUVEN

wegenenverkeer.be

Volg ons op Twitter of like ons op Facebook

Dit bericht is onderhevig aan deze e-maildisclaimer.

/////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////

Op 26 april 2017 om 10:26 schreef Wim | Studio Wim CARREIN <[email protected]>:

Betreft: “Verzoek tot raadpleging” in het kader van een onderzoek tot plan-m.e.r.-plicht[1] van het RUP


ROESELARE, 26 april 2017,

Geachte heer, mevrouw,

Wij hebben een screeningsnota (verzoek tot raadpleging) (SCRPL17163) opgesteld voor het RUP

ASTRAVORM te AFFLIGEM waarin wij onderzocht hebben of dit plan mogelijk aanzienlijke negatieve

milieueffecten kan hebben. Wij zijn tot het besluit gekomen dat het plan in zijn huidige vorm geen

aanzienlijke negatieve milieueffecten kan genereren. U vindt deze screeningsnota als bijlage.

2

Als adviesinstantie hebt u expertise in één van de onderzochte milieudisciplines of bent u betrokken bij het

plan. Graag vernamen wij van u of u het eens bent met ons gemotiveerd besluit dat het plan in zijn huidige

vorm geen aanzienlijke negatieve milieueffecten kan genereren.

Als u vindt dat het plan in zijn huidige vorm toch aanzienlijke negatieve milieueffecten teweeg kan brengen,

vragen wij u dit zeer duidelijk te motiveren. In dat geval geeft u ook best voorstellen tot wijziging van het

plan mee of vraagt u om maatregelen op te nemen in het plan die ervoor kunnen zorgen dat de

milieueffecten van het plan niet meer als “aanzienlijk” negatief te beschouwen zijn.

Als u over gegevens beschikt die relevant kunnen zijn voor de beoordeling van de milieueffecten en die in

de screeningsnota nog niet aan bod gekomen zijn, kan u deze ook in uw advies vermelden.

Uw advies zal samen met de screeningsnota en adviezen van andere geraadpleegde instanties voorgelegd

worden aan de dienst Mer die een beslissing zal nemen over de plan-m.e.r.-plicht. Als de dienst Mer tot het

besluit komt dat het plan geen aanzienlijke negatieve milieueffecten kan genereren, moet er geen plan-MER

opgemaakt worden. Als de dienst Mer echter tot het besluit komt dat het plan wel aanzienlijke negatieve

milieueffecten kan genereren, dan moet er alsnog een plan-MER opgemaakt worden.

Wij vragen u uw advies te bezorgen binnen de decretaal daartoe voorziene termijn van 30 dagen na de

datum van ontvangst van deze brief (bij voorkeur uiterlijk op 26/05/2017). Indien deze termijn niet haalbaar

is, kan u ons contacteren om onderling een alternatieve adviestermijn af te spreken.

Hoogachtend,

met hartelijke groeten,

Wim Carrein

urbanist | ruimtelijk planner

3

° burgerlijke vennootschap onder de vorm van CARREIN Wim bvba | BE 0542.806.357 | RPR Kortrijk

DISCLAIMER - De informatie in dit e-mailbericht is vertrouwelijk en uitsluitend bestemd voor de geadresseerde. Wanneer u dit bericht bij vergissing ontvangt, gelieve per kerende e-mail

onmiddellijk contact op te nemen met de afzender. Wij verzoeken u dit e-mailbericht te vernietigen en de inhoud ervan aan niemand openbaar te maken. Afzender aanvaardt geen enkele

aansprakelijkheid voor onjuiste, onvolledige dan wel ontijdige overbrenging van de inhoud van een verzonden e-mailbericht, noch voor door haar daarbij overgebrachte virussen.

[1] Art. 4.2.5. van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid (D.A.B.M.), BS 3 juni 1995 en art. 3 en 4 van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 oktober 2007 betreffende de milieueffectrapportage over plannen enprogramma’s, BS 7 november 2007.

1


Van: [email protected] namens AWV, Wegen.vlaamsbrabant, Mer [[email protected]]

Verzonden: dinsdag 9 mei 2017 8:42Aan: Wim | Studio Wim CARREINCC: Jolien Vaeck; Petra Van Riet; Maurice Smets; Raf Van den BroeckOnderwerp: Re: adviesvraag dd. 26/04/2017 inzake het Verzoek tot Raadpleging voor het RUP


Geachte,

Het RUP Astravorm heeft geen rechtstreekse interactie heeft met de gewestwegen in de buurt. Wegen en Verkeer Vlaams-Brabant is dan

ook akkoord met de resultaten van de screening m.b.t. de discipline mobiliteit.

i.o. ir. Tim Lonneux

afdelingshoofd

AGENTSCHAP

WEGEN & VERKEER

Wegen en Verkeer Vlaams-Brabant

T 016 66 57 80 - F 016 66 57 55

Diestsepoort 6 bus 81 - 3000 LEUVEN

wegenenverkeer.be

Volg ons op Twitter of like ons op Facebook

Dit bericht is onderhevig aan deze e-maildisclaimer.

/////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////

Op 26 april 2017 om 10:26 schreef Wim | Studio Wim CARREIN <[email protected]>:

Betreft: “Verzoek tot raadpleging” in het kader van een onderzoek tot plan-m.e.r.-plicht[1] van het RUP




Wij hebben een screeningsnota (verzoek tot raadpleging) (SCRPL17163) opgesteld voor het RUP

ASTRAVORM te AFFLIGEM waarin wij onderzocht hebben of dit plan mogelijk aanzienlijke negatieve

milieueffecten kan hebben. Wij zijn tot het besluit gekomen dat het plan in zijn huidige vorm geen

aanzienlijke negatieve milieueffecten kan genereren. U vindt deze screeningsnota als bijlage.

2

Als adviesinstantie hebt u expertise in één van de onderzochte milieudisciplines of bent u betrokken bij het

plan. Graag vernamen wij van u of u het eens bent met ons gemotiveerd besluit dat het plan in zijn huidige

vorm geen aanzienlijke negatieve milieueffecten kan genereren.

Als u vindt dat het plan in zijn huidige vorm toch aanzienlijke negatieve milieueffecten teweeg kan brengen,

vragen wij u dit zeer duidelijk te motiveren. In dat geval geeft u ook best voorstellen tot wijziging van het

plan mee of vraagt u om maatregelen op te nemen in het plan die ervoor kunnen zorgen dat de

milieueffecten van het plan niet meer als “aanzienlijk” negatief te beschouwen zijn.

Als u over gegevens beschikt die relevant kunnen zijn voor de beoordeling van de milieueffecten en die in

de screeningsnota nog niet aan bod gekomen zijn, kan u deze ook in uw advies vermelden.

Uw advies zal samen met de screeningsnota en adviezen van andere geraadpleegde instanties voorgelegd

worden aan de dienst Mer die een beslissing zal nemen over de plan-m.e.r.-plicht. Als de dienst Mer tot het

besluit komt dat het plan geen aanzienlijke negatieve milieueffecten kan genereren, moet er geen plan-MER

opgemaakt worden. Als de dienst Mer echter tot het besluit komt dat het plan wel aanzienlijke negatieve

milieueffecten kan genereren, dan moet er alsnog een plan-MER opgemaakt worden.

Wij vragen u uw advies te bezorgen binnen de decretaal daartoe voorziene termijn van 30 dagen na de

datum van ontvangst van deze brief (bij voorkeur uiterlijk op 26/05/2017). Indien deze termijn niet haalbaar

is, kan u ons contacteren om onderling een alternatieve adviestermijn af te spreken.

Hoogachtend,


Wim Carrein

urbanist | ruimtelijk planner

3


DISCLAIMER - De informatie in dit e-mailbericht is vertrouwelijk en uitsluitend bestemd voor de geadresseerde. Wanneer u dit bericht bij vergissing ontvangt, gelieve per kerende e-mail

onmiddellijk contact op te nemen met de afzender. Wij verzoeken u dit e-mailbericht te vernietigen en de inhoud ervan aan niemand openbaar te maken. Afzender aanvaardt geen enkele

aansprakelijkheid voor onjuiste, onvolledige dan wel ontijdige overbrenging van de inhoud van een verzonden e-mailbericht, noch voor door haar daarbij overgebrachte virussen.

[1] Art. 4.2.5. van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid (D.A.B.M.), BS 3 juni 1995 en art. 3 en 4 van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 oktober 2007 betreffende de milieueffectrapportage over plannen enprogramma’s, BS 7 november 2007.

1


Van: Geerts, Sandra [[email protected]]Verzonden: dinsdag 9 mei 2017 9:35Aan: [email protected]: milieuhinder, -; Omgeving, afdeling BJOOnderwerp: RE: adviesvraag dd. 26/04/2017 inzake het Verzoek tot Raadpleging voor het RUP


Betreft: Advies op “Verzoek tot raadpleging” in het kader van een onderzoek tot plan-m.e.r.-plicht van het RUP


Brussel 9 mei 2017,

Geachte,

Wij ontvingen uw aanvraag om advies betreffende bovenvermelde screeningsnota.

Aangaande het bovengemelde dossier is de afdeling Beleidsontwikkeling en Juridische Ondersteuning (BJO),

adviesinstantie bevoegd inzake geluidshinder, van oordeel dat dit plan geen significante milieueffecten heeft voor

wat betreft de discipline geluid indien er zoals aangegeven in de screeningsnota bij elke individuele bouwaanvraag

voldoende akoestische isolatie wordt opgelegd en er bij de inrichting van de ruimte rekening wordt gehouden met

het aspect geluidshinder (o.a. oriëntatie van gebouwen).

Maar de afdeling BJO, adviesinstantie inzake geluidshinder formuleert wel onderstaande

opmerkingen/aandachtspunten:

� Op p 44 is de bestaande feitelijke toestand opgenomen m.b.t. geluid. Er wordt hier nog verwezen naar de

‘strategische geluidsbelastingkaart volgens RL2002/49/EG voor wegen met meer dan 6 miljoen voertuigen

per jaar en aanvullende wegen’. Deze geluidsbelastingkaart heeft als referentiejaar 2006 en is niet de meest

recente informatie die ter beschikking is. Gelieve de informatie op te nemen van de strategische

geluidsbelastingkaarten voor wegen met meer dan 3 miljoen voertuigpassages per jaar (met referentiejaar

2011). Deze geluidskaarten kan u terugvinden op de website van het departement Omgeving

(https://www.lne.be/geluidsbelastingkaarten) en op Geopunt (http://www.geopunt.be/).

� Op p 44 werd het volgende vermeld: “Vanuit Essene is er reeds jaren vraag bij het Agentschap Wegen en

Verkeer om geluidschermen te voorzien. Er dient verder gewerkt te worden om de impact van het geluid

afkomstig van de E40 op deze reeds vandaag residentiële omgeving te milderen. De scope van dit RUP vormt

niet de aanpak van de geluidsoverlast van de E40.”

En bij de milieueffectenbeoordeling voor discipline geluid (p 66) werd ook het volgende aangegeven: “In het

kader van het residentiële karakter van Hekelgem en ter verbetering van het geluidsklimaat op niveau van de

volledige gemeente is het noodzakelijk om de geluidshinder te bufferen a.d.h.v. geluidsschermen (en nadere

buffers aan de E40. Het is wenselijk het geluidsniveau van het gebied terug te brengen naar categorie 1 of 2

(volgens het richtlijnenboek geluid en trillingen, LNE). Dit valt echter buiten de scope van het RUP.”

Gelieve in het document duidelijk aan te geven dat de milderende maatregelen die nodig zijn om geen

bijkomende geluidblootgestelden ten gevolge van het plan (in dit geval door herbestemming naar

woongebied) te generen wel binnen de scope van dit RUP vallen. Zoals aangeven in het afwegingskader voor

de wenselijkheid van een herbestemming tot woongebied i.f.v. de geluidsbelasting is de initiatiefnemer van

het plan verantwoordelijk voor het nemen van de noodzakelijke milderende maatregelen.

� Eén van de milderende maatregelen die de screeningsnota is opgenomen voor het bufferen van de

geluidsoverlast is de aanplant van voldoende groen. Gelieve het effect van deze groenstructuren in het

screeningsdocument te verduidelijken. Vegetatie is immers een slechte absorber van geluid. Om een extra

2

geluidsreducerend effect (ongeveer 3 tot maximaal 5 dB(A)) te bekomen is een dicht bos van minstens 100

meter diepte naast de af te schermen weg noodzakelijk. Dit betekent een bos met een afwisseling van hoge

en lage bomen en struiken en waardoor, op alle niveaus, slechts enkele meters ver kan worden gekeken.

Beplanting over een beperkte diepte houdt dus fysisch nagenoeg geen geluid tegen. Toch kan

verkeersgeluid, wanneer men de bron aan het zicht onttrekt, minder indringend klinken (subjectieve

waarneming) of kan het verkeersgeluid gemaskeerd worden door het ritselen van bladeren. Dit verlaagt het

fysisch geluidsniveau echter niet. Het gecreëerde geluid wordt minder hinderlijk ervaren.

Met vriendelijke groeten,

Sandra Geerts

Beleidsmedewerker geluidshinder

DEPARTEMENT OMGEVING

Afdeling beleidsontwikkeling en juridische ondersteuning

T 02 553 82 37

Koning Albert II-laan 20 bus 8, 1000 Brussel

www.omgevingvlaanderen.be

Opgelet, mijn e-mailadres is voortaan [email protected]. Pas dit aan in uw bestanden a.u.b.

Van: Wim | Studio Wim CARREIN [mailto:[email protected]]

Verzonden: woensdag 26 april 2017 10:26

Aan: [email protected]; APL VB, RWO <[email protected]>; Vlaamsbrabant,

Adviesvraag <[email protected]>; Wegen.vlaamsbrabant, Mer

<[email protected]>; Adviesverlening Departement MOW

<[email protected]>; RUP RWO <[email protected]>; Ruimtelijke Economie, EWI

<[email protected]>; milieuhinder, - <[email protected]>

CC: [email protected]; 'Walter De Donder' <[email protected]>; [email protected]

Onderwerp: adviesvraag dd. 26/04/2017 inzake het Verzoek tot Raadpleging voor het RUP ASTRAVORM te

AFFLIGEM

Betreft: “Verzoek tot raadpleging” in het kader van een onderzoek tot plan-m.e.r.-plicht[1]

van het RUP ASTRAVORM

te AFFLIGEM



Wij hebben een screeningsnota (verzoek tot raadpleging) (SCRPL17163) opgesteld voor het RUP ASTRAVORM te

AFFLIGEM waarin wij onderzocht hebben of dit plan mogelijk aanzienlijke negatieve milieueffecten kan hebben. Wij

zijn tot het besluit gekomen dat het plan in zijn huidige vorm geen aanzienlijke negatieve milieueffecten kan

genereren. U vindt deze screeningsnota als bijlage.

3

Als adviesinstantie hebt u expertise in één van de onderzochte milieudisciplines of bent u betrokken bij het plan.

Graag vernamen wij van u of u het eens bent met ons gemotiveerd besluit dat het plan in zijn huidige vorm geen

aanzienlijke negatieve milieueffecten kan genereren.

Als u vindt dat het plan in zijn huidige vorm toch aanzienlijke negatieve milieueffecten teweeg kan brengen, vragen

wij u dit zeer duidelijk te motiveren. In dat geval geeft u ook best voorstellen tot wijziging van het plan mee of

vraagt u om maatregelen op te nemen in het plan die ervoor kunnen zorgen dat de milieueffecten van het plan niet

meer als “aanzienlijk” negatief te beschouwen zijn.

Als u over gegevens beschikt die relevant kunnen zijn voor de beoordeling van de milieueffecten en die in de

screeningsnota nog niet aan bod gekomen zijn, kan u deze ook in uw advies vermelden.

Uw advies zal samen met de screeningsnota en adviezen van andere geraadpleegde instanties voorgelegd worden

aan de dienst Mer die een beslissing zal nemen over de plan-m.e.r.-plicht. Als de dienst Mer tot het besluit komt dat

het plan geen aanzienlijke negatieve milieueffecten kan genereren, moet er geen plan-MER opgemaakt worden. Als

de dienst Mer echter tot het besluit komt dat het plan wel aanzienlijke negatieve milieueffecten kan genereren, dan

moet er alsnog een plan-MER opgemaakt worden.

Wij vragen u uw advies te bezorgen binnen de decretaal daartoe voorziene termijn van 30 dagen na de datum van

ontvangst van deze brief (bij voorkeur uiterlijk op 26/05/2017). Indien deze termijn niet haalbaar is, kan u ons

contacteren om onderling een alternatieve adviestermijn af te spreken.

Hoogachtend,


Wim Carrein urbanist | ruimtelijk planner


DISCLAIMER - De informatie in dit e-mailbericht is vertrouwelijk en uitsluitend bestemd voor de geadresseerde. Wanneer u dit bericht bij vergissing ontvangt, gelieve per kerende e-mail onmiddellijk

contact op te nemen met de afzender. Wij verzoeken u dit e-mailbericht te vernietigen en de inhoud ervan aan niemand openbaar te maken. Afzender aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor

onjuiste, onvolledige dan wel ontijdige overbrenging van de inhoud van een verzonden e-mailbericht, noch voor door haar daarbij overgebrachte virussen.

[1]

Art. 4.2.5. van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid (D.A.B.M.), BS 3 juni 1995 en art. 3 en 4 van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 oktober 2007 betreffende de milieueffectrapportage over plannen en programma’s, BS 7 november 2007.

1


Van: APL VB, RWO [[email protected]]Verzonden: donderdag 1 juni 2017 11:50Aan: Wim | Studio Wim CARREIN; APL VB, RWO; Ruimtelijke Economie, EWICC: [email protected]; 'Walter De Donder'; [email protected]: RE: adviesvraag dd. 26/04/2017 inzake het Verzoek tot Raadpleging voor het RUP


Beste

Er zal geen advies uitgebracht worden. U mag aan de adviesvereiste voorbij gaan.

Met vriendelijke groeten,

Kristine Degline

Hoofdtechnicus

T. 0032-(0)16665886 M. 0492 15 53 61

www.omgevingvlaanderen.be

Sinds 1 april 2017 behoort Ruimte Vlaanderen, samen met het departement Leefmilieu, Natuur en Energie, tot het

Departement Omgeving. Mijn e-mailadres is nu [email protected].


Verzonden: woensdag 31 mei 2017 15:10

Aan: APL VB, RWO <[email protected]>; Ruimtelijke Economie, EWI

<[email protected]>


Onderwerp: FW: adviesvraag dd. 26/04/2017 inzake het Verzoek tot Raadpleging voor het RUP ASTRAVORM te

AFFLIGEM

TER ATTENTIE VAN:

-Ruimte Vlaanderen, APL, Vlaams Brabant

-Agentschap Innoveren en Ondernemen

Geachte,

Graag verwijzen wij naar onderstaande adviesvraag mbt hogervermelde screening voor het RUP Astravorm te

Affligem.

Behoudens vergissing mochten wij van uw dienst nog geen advies ontvangen.

Mogen wij u vriendelijk verzoeken uw advies binnen een termijn van 14 dagen kenbaar te maken, bij voorkeur

uiterlijk 15 juni 2017.

Alvast dank,



2






Verzonden: woensdag 26 april 2017 10:26 Aan: '[email protected]'; '[email protected]';

'[email protected]'; '[email protected]'; '[email protected]'; '[email protected]'; '[email protected]';

'[email protected]' CC: '[email protected]'; 'Walter De Donder'; '[email protected]'


AFFLIGEM



te AFFLIGEM
























3

Hoogachtend,







[1]

Art. 4.2.5. van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid (D.A.B.M.), BS 3 juni 1995 en art. 3 en 4 van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 oktober 2007 betreffende de milieueffectrapportage over plannen enprogramma’s, BS 7 november 2007.

1


Van: Aesseloos, Kristoff [[email protected]]Verzonden: vrijdag 5 mei 2017 16:50Aan: [email protected]: Artels, HansOnderwerp: FW: adviesvraag dd. 26/04/2017 inzake het Verzoek tot Raadpleging voor het RUP


Beste,

Met verwijzing naar uw onderstaande adviesvraag.

Wonen-Vlaanderen geeft geen advies meer vanuit de decentrale dienst Wonen Vlaams-Brabant tenzij voor die

aanvragen waarbij de aanvrager zelf de link met het beleidsveld wonen duidt en gemotiveerd aangeeft waarom een

advies toch aangewezen is.

Bij de dossiers waar de aanvrager een advies van Wonen-Vlaanderen wenst, verwachten wij ook dat dit dossier op

lokaal woonoverleg aan bod komt.

Voor die dossiers zal alsnog een advies worden gegeven.

In alle gevallen blijven wij graag de documenten ontvangen voor verdere opvolging.

Met vriendelijke groeten Kristoff Aesseloos Team lokale besturen Opgelet: mijn nieuw mailadres is [email protected] Vlaamse overheid AGENTSCHAP WONEN-VLAANDEREN Afdeling Woonbeleid - Wonen Vlaams-Brabant M 0499 86 53 65 (T 016 66 59 32) [email protected] Diestsepoort 6 bus 92, 3000 Leuven www.wonenvlaanderen.be ////////////////////////////////////////////////////

Van: RUP RWO

Verzonden: vrijdag 28 april 2017 11:15

Aan: Baeten, Johan CC: Aesseloos, Kristoff; Artels, Hans

Onderwerp: FW: adviesvraag dd. 26/04/2017 inzake het Verzoek tot Raadpleging voor het RUP ASTRAVORM te AFFLIGEM


Verzonden: woensdag 26 april 2017 10:26

Aan: [email protected]; APL VB, RWO <[email protected]>; Vlaamsbrabant,

Adviesvraag <[email protected]>; Wegen.vlaamsbrabant, Mer

2

<[email protected]>; Adviesverlening Departement MOW

<[email protected]>; RUP RWO <[email protected]>; Ruimtelijke Economie, EWI

<[email protected]>; milieuhinder, - <[email protected]>



AFFLIGEM



te AFFLIGEM
























Hoogachtend,

met hartelijke groeten, Wim Carrein urbanist | ruimtelijk planner

3

° burgerlijke vennootschap onder de vorm van CARREIN Wim bvba | BE 0542.806.357 | RPR Kortrijk DISCLAIMER - De informatie in dit e-mailbericht is vertrouwelijk en uitsluitend bestemd voor de geadresseerde. Wanneer u dit bericht bij vergissing ontvangt, gelieve per kerende e-mail onmiddellijk



[1]

Art. 4.2.5. van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid (D.A.B.M.), BS 3 juni 1995 en art. 3 en 4 van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 oktober 2007 betreffende de milieueffectrapportage over plannen enprogramma’s, BS 7 november 2007.

wim | studio wim carrein

Documents