zicht op de nvmw

32
Zicht op de NVMW 2012 Jaarverslag van de Nederlandse Vereniging van Maatschappelijk Werkers

Upload: bpsw

Post on 20-Mar-2016

229 views

Category:

Documents


0 download

DESCRIPTION

Jaarverslag van de Nederlandse Vereniging van Maatschappelijk Werkers 2012

TRANSCRIPT

Page 1: Zicht op de NVMW

Zicht op de NVMW 2012Jaarverslag van de Nederlandse

Vereniging van Maatschappelijk Werkers

Page 2: Zicht op de NVMW

ColofonDit jaarverslag is een uitgave van de Nederlandse Vereniging van Maatschap-pelijk Werkers/NVMW hét platform en hét netwerk van social professionals.

Vormgeving/layoutMaarten Oldenburg, StudioS2B, Grafisch Lyceum Utrecht

TekstMarjon van Aalst, Peter Millenaar, Michiel Baars, Krista Telleman, Dick de Bruijn, Hester van Bockel, Jan Laurier, Lies Schilder Magteld Beun, Thea Haverkort, Leonie Tiel Groenestege, Jolanda Winters, Ineke Verdoner, Klaas Fleischman, René Wever en Wytske Kater.

FotografieRien Vlam, Felix Ireland, Paul van der Klei en Martin Zuithof.

Afbeelding achterpaginaMarc de Boer.

ContactNederlandse Vereniging van Maatschappelijk Werkers/NVMW Leidseweg 80 3531 BE Utrecht T (030) 294 86 03 F (030) 293 92 25 E [email protected] I www.nvmw.nl S www.twitter.com/nvmw

BestellenDeze uitgave is te kosteloos te downloaden in het ledenportaal op www.nvmw.nl of te bestellen via [email protected].

AUTEURSRECHTEN© 2013 Nederlandse Vereniging van Maatschappelijk Werkers/NVMW. Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, geluidstape of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

Page 3: Zicht op de NVMW

Inhoudsopgave

Voorwoord 1. Inleiding 62. Even voorstellen 73. Speerpunten 8Speerpunt 1 Verenigen en versterken van maatschappelijk werkers 8Speerpunt 2 Positionering en professionalisering van algemeen maatschappelijk werkers 23Speerpunt 3 Positionering en professionalisering van werkers in de jeugdhulpverlening 26Speerpunt 4 Beroepstrots, financiering en wettelijke erkenning 274. Wetenschappelijke onderbouwing 305. Tot slot 31

Page 4: Zicht op de NVMW

Als veel rond een beroep in beweging is, heb je een beroepsvereniging hard nodig. We kunnen er lang en breed over praten: er is in het brede veld van sociaal

werk – of het nu om maatschappelijk werkers of jeugdzorg-werkers gaat – gigantisch veel in beweging. Er vinden grote decentralisaties plaats die (samenwerkingsverbanden van) gemeenten de centrale opdrachtgever in het sociale do-mein zullen maken. Tegelijkertijd wil de Rijksoverheid zijn verantwoordelijkheid voor het systeem (of systemen) niet helemaal kwijt. Per slot van rekening gaat het om de positie en perspectieven van Nederlandse staatsburgers in een vaak heel kwetsbare positie. Er is een intensief debat gaande over wat nu eigenlijk van die professionals in het sociale domein verwacht mag worden en wat de ‘eigen verantwoordelijkheid’ van de burger op dit punt in zou moeten houden. Er moet bij Rijk, provincies en gemeenten bezuinigd worden, dus komt onvermijdelijk de vraag op tafel wat noodzakelijk is en wat een beetje luxe. Al die vragen en discussies gaan natuurlijk niet aan het werkveld voorbij. Ook daarbinnen woeden de discussies over wat de kern van de beroepsuitoefening is, hoe de verhouding ten opzichte van de cliënt dient te zijn. De emoties kunnen hoog oplopen als de vraag aan de orde komt of werkers in het sociale domein specialisten of genera-listen moeten zijn. Persoonlijk kan ik me niet aan de indruk onttrekken dat, waar sommigen over generalist spreken, zij in feite een generaal bedoelen: een professional die zorgt dat voor al die problemen één plan is en dat al die betrokken ondersteuners mèt en niet naast elkaar werken.

Als dit allemaal speelt, kun je niet buiten een stevige beroeps-vereniging. En wel om twee redenen. De beroepen die zij ver-tegenwoordigt, moeten niet buiten de discussies staan, maar er nadrukkelijk in vertegenwoordigd zijn. Een stevige be-roepsvereniging zorgt ervoor dat niet over de beroepsgroep gepraat wordt, maar met. In het jargon: de beroepsgroep zit aan de tafels, waar het beleid voor de komende jaren be-paald wordt. Minstens even belangrijk is dat een vereniging zichtbaar maakt wat het werk dat leden van de beroepsgroep doen, inhoudt. Aan tafels kun je eindeloos praten, maar als je geen zicht geeft op de praktische bijdrage die professionals leveren aan het oplossen van sociale problemen blijven woor-den hol en statements betekenisloos. Als beroepsbeoefenaren zich niet herkennen in de activiteiten van hun vereniging, kun je aan veel tafels zitten, maar ben je in feite niet meer dan een zelfbenoemd generaal zonder troepen.

In dit jaarverslag geven bestuur en bureau van de NVMW u, leden en partners, zicht op hoe we die twee rollen in praktijk hebben gebracht. Profilering van de beroepsuitoefening en praten aan de beleidstafels. Zoals het zo mooi in het Neder-lands heet clean and mean, gemotiveerd en toegewijd.

Jan Laurier,Voorzitter van de NVMW

Voorwoord De NVMW: stabiliteit in beweging

4 Jaarverslag NVMW 2012

Page 5: Zicht op de NVMW

‘‘Als beroepsbeoefenaren

zich niet herkennen in de

activiteiten van hun vereniging,

ben je zelfbenoemd generaal zonder

troepen. Jan Laurier, voorzitter NVMW’’

Jan Laurier, voorzitter NVMW

Jaarverslag NVMW 2012 5

Page 6: Zicht op de NVMW

1. Inleiding

Missie van de NVMWDe Nederlandse Vereniging van Maatschappelijk Werkers, de NVMW is hét platform en hét netwerk voor ruim 4000 social professionals. De NVMW is een representatieve beroepsvereniging die zichtbaar is in de maatschappij, en voortvarend de collectieve belangen van maatschappelijk werkers, sociaal agogen en jeugdzorgwerkers behartigt. De NVMW borgt sinds 1946 de kwaliteit van het beroep, maakt kennisoverdracht mogelijk en biedt individuele dienstverlening aan leden. De NVMW vertegenwoordigt het sociaal werk in alle sectoren waar professionals actief zijn. Leden houden zich aan de beroepscode en zijn toetsbaar volgens het verenigingstuchtrecht.

Voor de NVMW is 2012 een jaar waarin uiteenlopende ver-nieuwingen hun beslag hebben gekregen. Een nieuwe penning-meester, nieuwe directeur en nieuwe financiële administrateur gingen aan de slag. Een nieuwe stafmedewerker verving een zieke medewerker. Leden van de functiegroep Schoolmaat-schappelijk werk gaven na jarenlange inzet het stokje over aan een nieuwe enthousiaste groep. Een nieuw actief netwerk werd gestart, de groep Young Professionals. Maar misschien was het meest ingrijpend wel de nadrukkelijke inzet op verbreding van de ledengroep van de NVMW. Deze bestaat traditioneel uit maatschappelijk werkers. In eerdere jaren is deze geleidelijk uitgebreid met sociaal agogisch werkers en jeugdzorgwerkers. Deze verbreding, en alle vragen die deze oproept, hebben in 2012 in het brandpunt van onze belang-stelling gestaan. Onze ambitie daarbij is geweest: ‘Verbre-den met behoud van identiteit’. Over de realisatie van deze ambitie is in 2011 en 2012 een pittige strategische discussie gevoerd met alle geledingen van de vereniging.

Uitgangspunt vormde de discussienota ‘Strategiebepaling’ 1. Functiegroepen, regionetwerken, individuele leden, staf en bestuur hebben over de realisatie van deze ambitie gediscus-sieerd en standpunten geformuleerd. Ook samenwerkings-partners hebben zich hierover uitgelaten in gesprekken, op studiedagen, in de Wetenschappelijke Adviesraad en op de speciaal aan dit thema gewijde Nieuwjaarsbijeenkomst. De discussie is niet in het luchtledige gevoerd. Hij is onlosmake-lijk verweven met actuele transities in de maatschappelijke ondersteuning (Wmo, Welzijn Nieuwe Stijl) en jeugdzorg. Deze hebben de gemoederen in het veld van welzijn, zorg en dienstverlening ook in 2012 flink bezig gehouden. De NVMW is actief betrokken bij deze transities zoals in dit jaarverslag ook duidelijk zal worden. Een centrale vraag die daarbij speelt is de vraag hoe specialistisch of juist generalis-

tisch de professionaliteit van een social professional moet zijn. Deze vraag is onder-deel van onze strategische discussie. Gaan we spreken van social workers of sociaal werkers als beroepsgroep? Of blijven we ons richten op

maatschappelijk werkers, sociaal agogen, jeugdzorgwerkers en doelen we met de term sociaal werker op een verzamel-naam van verschillende beroepsgroepen? In 2012 hebben we hierop antwoorden geformuleerd maar we zijn er nog niet. In 2013 borduren we hierop voort. Een conclusie is dat we ons dan nadrukkelijker gaan richten op het behoud van alle beroepsidentiteiten die de NVMW herbergt. ‘Verbreden met behoud van identiteit’ wordt in de loop van 2012 geherformuleerd als: ‘Verbreden met behoud van identiteiten’. Tegelijk blijven de belangen van de grootste

1 Deze nota is voor leden te vinden op http://www.nvmw.nl/ledenpor-taal-dashboard/bestuur-beleid-bureau-alv/beleid.html. Andere belangstel-lenden kunnen hem bij het bureau bestellen via [email protected].

‘‘Verbreden met behoud van identiteit’ wordt

in de loop van 2012 geherformuleerd als:

Verbreden met behoud van identiteiten’’

6 Jaarverslag NVMW 2012

Page 7: Zicht op de NVMW

ledengroep, de maatschappelijk werkers, onverminderd in ons vizier. De omvang van de vereniging bleef ondanks de economische crisis in 2012 stabiel. Op 1 januari 2013 telde de NVMW4081 leden, drie minder dan op 1 januari 2012. Het verslag is omwille van de leesbaarheid beperkt tot de hoofdzaken. We geven beknopt zicht op wat we hebben gedaan om de doelen van het jaarplan 2012 te realiseren. Het is daarmee een inhoudelijk verslag. De financiële verant-woording is te vinden in de goedgekeurde jaarrekening 2012. Het verslag is als volgt opgebouwd. Na deze inleiding presen-teren wij ons zelf in hoofdstuk 2. Vervolgens beschrijven we in hoofdstuk 3 de speerpunten die de NVMW in het jaarplan 2012 heeft geformuleerd en de activiteiten die we in 2012 hebben ondernomen om deze te realiseren. In hoofdstuk 4 beschrijven we de activiteiten ten behoeve van een algemeen punt uit ons plan: de wetenschappelijke onderbouwing van het werk. Tot slot sluiten we in hoofdstuk 5 af met een dank-woord en kijken we optimistisch vooruit naar 2013!

Lies Schilder, Directeur

2. Even voorstellen

Het bestuur en bureau van de NVMW bestonden in 2012 uit de volgende personen.

BestuurVoorzitter: Jan LaurierPenningmeester: Nelie Duijm-SlobSecretaris: Rien VlamAlgemene leden: Hester de Boer, Afra Groen, Josien Hofs, Joyce Neijenhuis en Kristine Evertz

Bureau Secretariaat: Eef l’Ami, Ineke Castelein en Karin KraaijkampInhoudelijke stafmedewerkers: Magteld Beun, Thea Haverkort, Leonie Tiel Groenestege, Jolanda Winters en Ineke VerdonerStafmedewerker (online) Marketing, PR en Communicatie: Klaas FleischmannMedewerker Congreslogistiek: Alberti PostDirecteur: Lies Schilder

Daarnaast heeft een grote groep mensen een wezenlijke bijdrage geleverd. Het zijn er helaas te veel om met naam en toenaam te kunnen noemen. In de eerste plaats zijn dit de ac-tieve leden die als voorzitter of lid zorg droegen voor bloeien-de functiegroepen en regionetwerken. Vervolgens de voorzit-ters, secretarissen en leden van het College van Toezicht, het College van Beroep en van de Wetenschappelijke Advies Raad die ons met raad en daad bijstonden. Daarnaast samenwer-kingspartners en trainers uit diverse sectoren, collega’s van andere beroeps- en brancheverenigingen, functionarissen van hogescholen, medewerkers van ondersteunende bedrij-ven, beleidsambtenaren et cetera. Mede dankzij de inzet van al deze mensen heeft de NVMW in 2012 kunnen doen wat ze heeft gedaan! Bestuur en bureau zijn hun daarvoor zeer dankbaar.

Jaarverslag NVMW 2012 7

Page 8: Zicht op de NVMW

3. Speerpunten

InleidingDit hoofdstuk volgt de indeling van het jaarplan 2012. Daarin hebben we in lijn met onze doelstelling en ambitie een viertal speerpunten met bijbehorende activiteiten benoemd. Vervol-gens twee algemene aandachtspunten. De vier speerpunten zijn: 1. Verenigen en versterken van maatschappelijk werkers

door kennisoverdracht, informatie-uitwisseling, dienstver-lening en kwaliteitsbewaking.

2. Positionering en professionalisering van algemeen maat-schappelijk werkers

3. Positionering en professionalisering van maatschappelijk en agogisch werkers in de jeugdhulpverlening.

4. Beroepstrots, financiering en wettelijke erkenning.De twee algemene punten zijn: – Wetenschappelijke onderbouwing – Interne organisatie

Per speer-/algemeen punt worden bepaalde activiteiten ontplooid. Deze worden in dit hoofdstuk systematisch weer-gegeven.

Speerpunt 1 Verenigen en versterken van maatschappelijk werkersHet eerste speerpunt luidt: Verenigen en versterken van maatschappelijk werkers door kennisoverdracht, informa-tie-uitwisseling, dienstverlening en kwaliteitsbewaking. Daarvoor heeft de NVMW in 2012 de volgende activiteiten ondernomen.

Speerpunt 1a. Ondersteuning van netwerken De netwerken vormen belangrijke peilers voor de vereniging dankzij de inzet van onze leden. Een netwerk staat voor een bepaalde groep actieve leden (zie ook www.nvmw.nl). Bij-voorbeeld de functiegroep (zoals verpleeghuismaatschappe-lijk werk, medisch maatschappelijk werk, bedrijfsmaatschap-

pelijk werk, algemeen maatschappelijk werk), de werkgroep (groepsmaatschappelijk werk, DBC, professionele autonomie in de jeugdzorg), het regionetwerk (een regionaal overleg van docenten van hogescholen en praktijkwerkers), het Platform Jeugd of de vakgroep Masters Social Work.

In een netwerk komen leden – fysiek en digitaal - bij elkaar, wisselen kennis en standpunten uit en organiseren scholing voor hun achterban. Elk netwerk wordt ondersteund door een staflid. Dit staflid is aanspreekpunt voor scholingsactivi-teiten die een netwerk organiseert, neemt deel aan – sommi-ge - bijeenkomsten van een netwerk en is verantwoordelijk voor afstemming van het beleid van het bureau met de acti-viteiten van een netwerk. Bij de regionetwerken zijn ook be-stuursleden actief betrokken als bestuurlijk aanspreekpunt. Twee keer per jaar komen de voorzitters van alle netwerken en de stafleden bij elkaar onder leiding van de directeur. Men stelt elkaar op de hoogte van ontwikkelingen in het eigen netwerk en adviseert elkaar over bepaalde vragen. Ook wordt een thema besproken. In 2012 waren dat de verbreding van de NVMW en identiteitsversterking door leren op de werk-plek. Daarnaast zijn de profielen van de voorzitters van de netwerken in 2012 beschreven en vastgelegd.

We geven nu zicht op de activiteiten van de verschillende netwerken in 2012. Dit doen we zonder volledig te zijn. Le-

8 Jaarverslag NVMW 2012

Page 9: Zicht op de NVMW

zers die meer specifieke informatie wensen kunnen contact opnemen met het bureau via [email protected]. De opzet van de stukken varieert van een meer algemene tot een meer per-soonlijke weergave. Deze variëteit is tevens illustratief voor het karakter van de vereniging!

Functiegroep Schoolmaatschappelijk Werk (SMW) In september 2012 startte de functiegroep SMW met nieuwe leden. De oorspronkelijke groep had in maart laten weten dat het na jarenlange trouwe inzet tijd was voor de overdracht van activiteiten aan een nieuwe groep. De oorspronkelijke groep nam in de zomer afscheid en na oproepen in de sociale media nam in september een enthousiaste functiegroep SMW 2.0 het stokje over. Zij hebben nader kennis gemaakt met elkaar en hard gewerkt aan een jaarplan voor 2013. De voormali-ge voorzitster heeft de overdracht verzorgd en is nog altijd beschikbaar om informatie te leveren vanuit het archief dat zij thuis heeft opgebouwd. Sinds de overdracht is er sprake van een interim-voorzitter. De taken worden bij toerbeurt vervuld om de lasten èn lusten zo veel mogelijk te spreiden. De stafme-dewerker die de functiegroep SMW ondersteunt heeft in 2012 meegewerkt aan de module SMW. Deze module wordt onder leiding van de MOgroep ontwikkeld in opdracht van MOVISIE.

Functiegroep Algemeen Maatschappelijk Werk (AMW)De functiegroep AMW is in 2012 nagenoeg slapend geweest. Vanuit het bureau is, mede op basis van signalen uit het veld, een meldactie AMW gestart. In paragraaf 3.2 leest u hier meer over. Doel van deze actie was onder meer de functiegroep AMW voor 2013 nieuw leven in te blazen en te stimuleren dat leden actiever gebruik maken van hun lidmaatschap van de NVMW.

Groepsmaatschappelijk WerkScholing organiseren is ook een doel van de netwerken. De werkgroep Groepsmaatschappelijk Werk heeft dit zelfs tot hoofdtaak genomen. Deze vorm is ontstaan vanuit de be-

hoefte om in een samenwerking met de Hogeschool Zuyd een actief scholingsaanbod naar buiten te brengen. De werkgroep stelde zich voor 2012 ten doel:• Studiedag organiseren • Doorontwikkelen en starten van een carrousel van trai-

ningsdagen• Groepsmaatschappelijk werk per internet• Website www.groepsmaatschappelijkwerk.nl eerder vullen• Nieuwsbrieven per e-mail blijven versturenDeze doelen

zijn onder leiding van een zeer actieve voorzitter in 2012 allen gerealiseerd.

In februari is er een studiedag ´Vakmanschap in het werken met groepen´aangeboden die gretig aftrek vond. Daar was ook de aftrap voor een carrousel van GMW-trainingen. In het najaar is zowel in het zuiden als midden van het land een driedaagse training gegeven in samenwerking met Hoge-school Zuyd en de NVMW. Ook deze verheugde zich in een grote belangstelling. Daarnaast is in 2012 geïnvesteerd in het aanbieden van Groepsmaatschappelijk werk per internet. Dit heeft geleid tot een aantal lopende initiatieven op dit vlak, die gepubliceerd zijn op de website. Naast het digitaal publiceren van initiatieven van groepsge-wijze digitale hulpverlening, participeert een werkgroeplid ook in een landelijk ontwikkelgroep die in samenwerking met het NIBUD een digitale budgetteringscursus wil ontwikkelen. Intussen is de website www.groepsmaatschappelijkwerk.nl in 2012 gegroeid tot meer dan 400 pagina’s waarop een enorme schat aan informatie over het groepsmaatschappe-lijk werk is te vinden. Tot slot is ook de laatste voorgenomen activiteit gerealiseerd: het verzenden van nieuwsbrieven per e-mail. Er is een emailadressenbestand ontstaan van enkele honderden geïnteresseerden. Aan hen wordt met regelmaat een nieuwsbrief verstuurd met nieuws over groepsmaat-schappelijk werk. Deze stimuleert ook het regelmatig bezoek aan de website.

Jaarverslag NVMW 2012 9

Page 10: Zicht op de NVMW

Vakgroep - Master Social Work2012 stond in het teken van het oprichten van de vakgroep – Master Social Work. Verschillende werktafels zijn geor-ganiseerd die activiteiten hebben ontwikkeld zoals onder meer het nadenken over een beroepsprofiel van de Master, het bezoeken en geven van informatie op Masteropleidingen, het organiseren van een congresdag in samenwerking met Masteropleidingen. Veel tijd is geïnvesteerd in het opbouwen van de vakgroep. Aan het eind van 2012 heeft de vakgroep besloten te gaan onderzoeken of en hoe de vakgroep in 2013 vorm kan krijgen in samenwerking met verschillende oplei-dingsinstituten. De vakgroep is een startende vakgroep met alle valkuilen van dien en kan het best worden omschreven als een vakgroep ‘under construction.’

Functiegroep Ondernemende Maatschappelijk Werkers (OMW)Eind 2011 is de functiegroep ondernemende maatschappe-lijk werkers gestart. De deelnemers hadden verschillende motivaties om aan te sluiten (contact, uitwisselen ervarin-gen, versterken ondernemerschap). 2012 is gebruikt om een aantal onderwerpen verder uit te werken. Er is gewerkt aan een format voor deze functiegroep die afwijkt van de andere, omdat de ondernemers uit verschillende werkvelden ko-men. De maatschappelijk werker als ondernemer en daarbij behorende onderwerpen zoals financiering, klantenwerving, netwerken en administratie krijgen veel aandacht. Met deze specifieke invalshoek onderscheidt deze functiegroep zich van andere functiegroepen.

Functiegroep Revalidatie Maatschappelijk Werk (RMW) Na een succesvol symposium eind 2011 heeft functiegroep RMW in 2012 aandacht besteed aan punten die uit de evalua-ties naar voren kwamen. Dit heeft geresulteerd in het aanbie-den van methodische verdiepingsmiddagen gericht op reva-lidatiemaatschappelijk werkers. De aanmelding was zo groot

dat de cursus: ‘Verliesverwerking en Coping in de revalidatie, zelfs drie keer is gegeven! Zo’n succes laat een grote behoefte aan scholing, gericht op het specifieke werkveld, zien.Ook heeft de functiegroep, ondersteund door het stafbureau, professionalisering van RMW‘ers gestimuleerd door specifiek voor revalidatiemaatschappelijk werkers, intervisie aan te bieden. Deze intervisie is erkend door het beroepsregister BAMw. Daarnaast heeft de functiegroep zich verdiept in het thema: Ontwikkelen van meetinstrumenten, stimuleren van wetenschappelijk onderzoek en innovatie. Een actueel thema dat voor de revalidatiesector heel belangrijk is. De functie-groep heeft onderzocht hoe zij als functiegroep daaraan kan bijdragen. Voor de leden was het lastig en wat onwennig om hieraan handen en voeten te geven. Zij hebben de vraag aan de wetenschappelijke adviesraad van de NVMW, de WAR voorge-legd. De raad heeft gestimuleerd dat dit thema een plek kreeg op het jaarcongres van de NVMW dat in samenwerking met de WAR is georganiseerd (zie hoofdstuk 4). De functiegroep wil in 2013 verder aan de slag met dit thema. Tot slot heeft de functiegroep RMW een bijdrage geleverd aan de opzet van het kennisnet van Revalidatie Nederland en de pagina van de functiegroep op de website van de NVMW gevuld.

Functiegroep Verpleeghuis Maatschappelijk Werk (VMW) In het werkveld van de functiegroep Verpleeghuis Maatschap-pelijk Werk was er in 2012 sprake van veel veranderingen en aanpassingen als gevolg van beleidsveranderingen en bezuinigingen.

10 Jaarverslag NVMW 2012

Page 11: Zicht op de NVMW

Dit vraagt een alerte houding, meedenken, samenwerking en informatie delen met collega’s.In 2012 heeft de functiegroep zich gebogen over verschillen-de onderwerpen, zoals:• Groepswerk in het verpleeghuis. Er is een groeidocument

ontwikkeld dat de functiegroep leden kunnen aanvullen.• Het onderzoek naar familieparticipatie, in 2011 gestart,

heeft geresulteerd in een handreiking, geschreven door Theo Rooijens van Vilans. Deze handreiking wordt door de NVMW in samenwerking met Vilans uitgegeven.

• Positionering en profilering van het maatschappelijk werk bij de multidisciplinaire samenwerking in het kader van de Geriatrische Revalidatie en DBC’s. In veel verpleeghuishui-zen, waar deze ontwikkeling heeft plaatsgevonden, heeft het maatschappelijk werk een plaats gekregen.

• Er is gesproken over de verschuiving van geriatrisch maatschappelijk werk van intramuraal naar eerste lijn. In 2013 zal dit onderwerp nadrukkelijker aandacht krijgen in verband met beleidsontwikkelingen en bezuinigingen.

• Er is onderzocht hoeveel maatschappelijk werkers als dementiecoach werkzaam zijn. Dementiecoach is een case-management functie die goed past bij het profiel van een maatschappelijk werker.

• De functiegroep heeft een bijdrage geleverd aan de strategi-sche discussie binnen de vereniging.

• Grote belangstelling was er voor masterclass wettelijke ver-tegenwoordiging; rechten en plichten van eerste contact-personen. Deze masterclass werd januari 2013 gehouden, was speciaal bedoeld voor verpleeghuis maatschappelijk werkers en werd georganiseerd, nadat er in de vergade-ringen van de functiegroep in 2012 nadrukkelijk aandacht voor is geweest

Functiegroep Ziekenhuis Maatschappelijk Werk (ZMW)De functiegroep heeft in januari een beleidsmiddag georgani-seerd, waarin zij de missie en visie hebben aangescherpt en

plannen hebben gemaakt. Gekozen is voor één voorzitter, in plaats van twee, voor zowel de functiegroep als de DBC-werk-groep. De functiegroep heeft opdracht gegeven voor een afstudeeronderzoek: groepswerk binnen het medisch maat-schappelijk werk; afstemming van het aanbod van de NVMW op de vraag van medisch maatschappelijk werkers. Dit is een vervolg op het onderzoek van 2010 waarin een inventarisatie en behoefteschets werd gemaakt. Uit het onderzoek blijkt dat er behoefte is aan specifieke vakkennis en direct (persoon-lijk) contact. De functiegroep heeft de pagina op de site van de NVMW gevuld met informatie voor ziekenhuismaatschap-pelijk werkers.

Werkgroep DBCDe werkgroep DBC heeft zich vooral bezig gehouden met de vragen vanuit het werkveld over de verkregen landelijke codes voor de verrichtingen in de DBC’s. Met deze landelijke codes kunnen ziekenhuismaatschappelijk werkers hun ver-richtingen eenduidig binnen de DBC’s registreren Ook wordt benchmarking tussen ziekenhuizen mogelijk. De kosten van diensten worden meer transparant. De DBC-structuur kan de positie van werkers in instellingen versterken, omdat er data zijn op basis waarvan het management keuzes kan maken. Functiegroepen in de gezondheidszorg in bewegingBinnen de bovengenoemde functiegroepen die in de ge-zondheidszorg bewegen is in 2012 de toekomst van maat-

Jaarverslag NVMW 2012 11

Page 12: Zicht op de NVMW

Sinds 1 april 2012 ben ik trotse voorzit-ter van de functiegroep BMW; twintig enthousiaste BMW’ers denken creatief mee over het mooie BMW-vak.

We werken in uiteenlopende bedrijven en settingen, waardoor de ingebrachte kennis en ervaringen altijd boeiend zijn. Voor mij als voorzitter is de uitda-ging dat de bijeenkomsten inspirerend zijn; ik samen met mijn BMW-collega’s voeling kan houden met het BMW-vak in al haar manifestaties en dat je van elkaar hoort wat er gaande is in BMW-land. We nodigen gasten uit die tijdens de vergadering om hun passie te delen. Daarnaast stimuleer ik dat we blijven focussen op onze doelstelling; onze ’achterban’ iets concreets aanbieden.

Nu zijn er drie werkgroepen actief: Scholing, Trends en Marketing. De werkgroep Scholing is resultaatgericht aan de slag met de aansluiting van scholing en ervaring aan het BMW-vak in de praktijk. De werkgroep Trends volgt de ontwikkelingen in de maat-schappij om tot een prognose van anti-cipatie op de toekomst te komen. Hoe ziet welzijnsland er in de toekomst uit en natuurlijk: wat kunnen wij als BM-W’ers doen om daar zo goed mogelijk bij aan te sluiten. Marketing is concreet bezig met een kort en krachtige digita-le ‘two-pager’ die helemaal aansluit bij

het moderne BMW. Welke toegevoegde waarde heeft BMW voor de klant. De werkgroepen waarborgen de continu-iteit en output door elke bijeenkomst een concreet onderwerp bij de horens te nemen en er verslag van te doen.

Marjon van Aalst

‘‘Voor mij als voorzitter

is de uitdaging dat de

bijeenkomsten inspirerend

zijn; ik samen met mijn

BMW-collega’s voeling kan

houden met het BMW-vak

in al haar manifestaties en

dat je van elkaar hoort wat

er gaande is in BMW-land.’’

Marjon van Aalst, bedrijfsmaatschappelijk werkerbij ING en voorzitter van de Functiegroep BMW

12 Jaarverslag NVMW 2012

Page 13: Zicht op de NVMW

schappelijk werkers in de gezondheidszorg volop onder-werp van gesprek geweest. Er zijn ontwikkelingen gaande (ontschotting van de zorg, zorgstandaarden, zorg dicht bij huis) waardoor het zwaartepunt van de zorg in de komende tien tot vijftien jaar gaat verschuiven van de tweede naar de eerste lijn. Zorg die eerder nog onder de AWBZ/zorgverze-kering viel wordt verschoven naar gemeenten. Dit vraagt om bezinning. Klopt de benaming van de functie nog wel? Hoe specialistisch – generalistisch moet een maatschappelijk werker in de gezondheidszorg zich profileren? Hoe wordt het werk in de toekomst gefinancierd en van welke geldstromen kan een maatschappelijk werker gebruik maken? En last but not least: hoe kunnen de eerste en tweede lijn samenwerken waarbij de beschikbaar kennis/expertise ingezet wordt ten behoeve van de cliënt? In 2012 zijn deze discussies vooral in de eigen functiegroep gevoerd. Het plan is dat de verschillen-de functiegroepen in 2013 ook met elkaar in gesprek gaan om standpunten/actiepunten te bepalen.

Functiegroep Young Professionals en studentenDeze functiegroep vormt een nieuwe loot aan de NVMW stam. Zij is in 2012 opgericht om specifiek aandacht te besteden aan de ledengroep van studenten en beginnende social pro-fessionals. De bedoeling is om beroepsbesef te creëren onder deze groep en te wijzen op het belang om je aan te sluiten bij je beroepsvereniging en jezelf professioneel te blijven ontwikkelen. Thema’s rondom arbeidsmarkt en solliciteren worden verder uitgediept.

RegionetwerkenRegionetwerken bestaan uit actieve leden, studenten en hogeschooldocenten in een bepaalde regio. Doel is de samen-werking met de hogescholen te verstevigen en de bekendheid van de NVMW in de regio’s te vergroten. Dit krijgt in praktijk op verschillende manieren vorm. Vaak gaat het om het orga-niseren van op professionalisering gerichte bijeenkomsten

voor maatschappelijk werkers in de betreffende regio. In 2012 waren er de volgende regionetwerken: Twente, Noord, Rotterdam en in de startblokken Arnhem – Nijmegen.

Regionetwerk Noord Het regionetwerk Noord bestaat momenteel uit acht actieve leden, verspreid over diverse sectoren uit het maatschap-pelijk werk in Groningen, Friesland en Drenthe. In 2012 is gekozen voor kleinschalige bijenkomsten over een actueel thema. Zowel in Leeuwarden (januari 2012) als in Groningen (oktober 2012) werd een bijeenkomst gehouden over werken met de Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling. Bijzonder was in beide situaties de aanwezigheid van een deskundige die vanuit de persoonlijke ervaring het belang van de Meldcode onderstreepte. Ook de aanwezigheid van een medewerker van Fier Fryslân en het Steunpunt Huiselijk Geweld Groningen werden zeer op prijs gesteld. Ruim veertig maatschappelijk werkers hebben deelgenomen aan deze twee workshops. Ook in 2013 worden weer kleinschalige bijeenkomsten georganiseerd.

Regionetwerk TwenteMomenteel telt het netwerk zo’n 15 actieve leden, met verschillende achtergronden, leeftijden, zowel mannen als vrouwen. Het netwerk is al een periode actief aan de slag met het thema Wmo en de invloed daarvan op het maatschappe-lijk werk.Regionetwerk Twente vierde begin 2012 haar eerste lustrum! Ter gelegenheid hiervan zijn twee sprekers gevraagd om het netwerk bij te praten over de laatste ontwikkelingen met betrekking tot Welzijn Nieuwe Stijl en maatschappelijk werk. Dit was een vervolg op een minisymposium over dit thema in 2011. Ziekte van de voorzitter zorgde voor vertraging van het tweede geplande symposium rond de Wmo. In de tweede helft van 2012 is de organisatie hiervan weer opgepakt en het evenment is nu gepland voor april 2013.

Jaarverslag NVMW 2012 13

Page 14: Zicht op de NVMW

activiteiten is een van de zaken waar een functiegroep zich druk over maakt. Verder is het interessant om te horen hoe anderen in het werk staan en om hierover uit te wisselen. En om te ho-ren wat de ontwikkelingen binnen de GGZ zijn. Dit jaar is onder andere het competentieprofiel van de GGZ-agoog (waar ondermeer de NVMW en GGZ Nederland aan hebben meegewerkt) aangeboden aan het werkveld.

Ook beantwoordt de functiegroep veel vragen die er leven rond de ontwikke-lingen binnen de DBC in combinatie met de functie van GGZ-agoog. En vertegenwoordigt een van de functie-groepleden samen met een bestuurder van de NVMW het agogisch werkveld binnen het COOAB.

Toen ik mij bij de functiegroep GGZ aansloot, werd er net nagedacht over een activiteit die wij zouden kunnen or-ganiseren. Dat werd een symposium dat ging over ‘Profilering en marketing voor maatschappelijk werkers in de GGZ.’

Tijdens de door ons zelf geïnitieerde training rond profilering werd het mij duidelijk dat ik niet meer naar mijn zin had in mijn huidige functie. Ik heb daar ter plekke aangegeven dat ik binnen het jaar ergens anders wilde werken. Anneke Krakers die de dag leidde, vond dit een goede eerste stap. Tijdens het symposium moesten wij een stukje maken waar in je in een paar regels aan een ander vertelt wat je nu op dit moment voor werk doet. Dat vond ik erg moeilijk.

Maar met behulp van Anneke heb ik toch een goed stukje kunnen maken. Wat ik nog steeds gebruik. Ook werd mij duidelijk dat ik moet zorgen dat ik fans krijg: mensen die mij dragen. Maar dat zij ook wat terug moeten ontvan-gen. Bijvoorbeeld via een nieuwsbrief. Ook is het verstandig om naar je eigen leidinggevende als persoon te kijken en op persoonlijk niveau geïnteresseerd te zijn. Dat werkt inderdaad goed. Ik heb op eens een veel beter contact met mijn leidinggevende en manager. Het nadenken over zinvolle scholings-

Peter Millenaar

14 Jaarverslag NVMW 2012

Page 15: Zicht op de NVMW

Regionetwerk Rotterdam Regionetwerk Rotterdam heeft in 2012 geïnventariseerd welke thema’s en trends belangrijk zijn. Dit waren: verande-ringen in het sociale domein, medicalisering in het beroep, professionalisering van de maatschappelijk werker, en de implicaties van de Wmo voor de welzijnswerkers. Op elke bijeenkomst werd telkens één thema verder uitge-werkt. Dat werd als enorm inspirerend ervaren. Door van tevoren artikelen en andere literatuur te verzamelen en te lezen, konden alle deelnemers zelf kennis en standpunten naar voren brengen. Dat hielp om de eigen positie te bepalen, en een gefundeerde mening te vormen. Op een bijeenkomst werd gesignaleerd dat er weinig concrete kennis was over (gemeentelijke) aanbestedingen vanuit de Wmo. Daarvoor heeft het netwerk een deskundigheidsbevordering geor-ganiseerd bij/met de gemeente Rotterdam. Resultaat: een helderder kijk op en meer begrip voor de gang van zaken in aanbestedingstrajecten.

Regionetwerk Arnhem – NijmegenDe NVMW en de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen had-den al enige tijd het idee om gezamenlijk een Regionetwerk op te starten. Eind 2012 zijn wederzijdse verwachtingen en mogelijkheden besproken. Nadat het startsein was gegeven kwamen veel positieve reacties binnen. Het netwerk is met een evenwichtig gemengde groep van start gegaan. De bedoe-ling is om in te spelen op maatschappelijke veranderingen en om antwoorden te vinden op deze veranderingen. De start van dit regionetwerk betekent voor de NVMW het verder uitdiepen van de goede contacten met de Hogeschool Arnhem en Nijmegen die door de jaren heen zijn opgebouwd.

Platform Jeugd Platform Jeugd is in 2011 ontstaan als deelproject van het Actieplan/Implementatieplan Professionalisering Jeugdzorg en opgericht door de NVMW en de voormalige Beroepsver-

eniging van Sociaal Agogen (Phorza). Doel ervan is kenni-suitwisseling en versterking van de beroepsidentiteit van jeugdzorgwerkers. Na afloop van de projectperiode in maart 2012 heeft de NVMW de geboden ondersteuning door een stafmedewerker voortgezet uit eigen middelen, analoog aan de ondersteuning van de functiegroepen en regionetwerken. ‘Kartrekkers’ vanuit het Platform zijn drie werkgroepen waarvan twee zich om diverse redenen in 2012 ook weer hebben opgeheven. De werkgroep ‘Professionele Autonomie’ is blijven bestaan en heeft in 2012 een bijeenkomst rond dit thema voorbereid voor 2013.

Het Platform Jeugd beschikt door zijn ontstaansgeschie-denis over een eigen, wel aan de NVMW gelinkte, website, een Twitteraccount en een LinkedIn-groep. Via deze media informeren professionals in de jeugdzorg elkaar en door de NVMW gericht geïnformeerd over relevante ontwikkelingen, zoals de beroepsregistratie, de Richtlijnontwikkeling Jeugd-zorg en wetgevingstrajecten. Zaken waarbij de NVMW nauw is betrokken. In 2012 is de belangstelling voor het Platform sterk toegenomen zoals blijkt uit een verdubbeling van het aantal leden van de LinkedIn-groep (van 132 naar 238) en een verzesvoudiging van de volgers op Twitter (van 51 vol-gers naar 315).

De stafmedewerker die het Platform ondersteunt heeft in 2012 ook contacten onderhouden met diverse externe par-tijen. Bijvoorbeeld het Nederlands Jeugd instituut, Stichting Opvoeden, Belangenvereniging Medewerkers in de Jeugdzorg (BMJ), Jaap Buitink/CasusConsult, onderzoekers van de Eras-mus Universiteit en van Avans Hogeschool.

In de loop van het jaar heeft de website van het Platform zich onderscheidend gemaakt als ‘portal’ voor jeugdzorg van de NVMW. Via deze weg communiceert de NVMW nieuws over de – in 2012 uitgegeven - Beroepscode voor de Jeugdzorg-

Jaarverslag NVMW 2012 15

Page 16: Zicht op de NVMW

van de doelgroep naar uit gaan. Dit is nodig om de groep beter toe te rusten en vraaggericht te werk te gaan.Het afgelopen jaar zijn we als func-tiegroep gestart met een klein aantal geïnteresseerden. Dit groeide al snel uit naar een groep van tien personen die zich vol enthousiasme bezig heb-ben gehouden met het opstarten van het project. Het project zal 2013 haar eerste output gaan geven. Wat sterk is aan onze groep is dat wij allen zeer betrokken zijn,en veel van onze vrije tijd investeren om zo bij te dragen aan bovengenoemd doel. Ons doel is om een gedegen product te leveren, dat op verschillende hoge-scholen kan worden aangeboden als onderdeel van het onderwijsprogram-ma en waarbij aspirant-leden worden geprikkeld zich te verenigen.”

De functiegroep Young Professionals en studenten (YP) is een jonge en enthou-siaste groep die verschillende doelen nastreeft die de kern raken van starters op de arbeidsmarkt.

Wij willen een bijdragen leveren aan het bevorderen en enthousiasmeren van leden om beroepsoverstijgend bezig te gaan. De YP dienen zich te profileren binnen het sociaal domein en zich te verenigen, om expertise uit te wisselen en op deze wijze hun kan-sen op toetreding tot de arbeidsmarkt te vergroten. De werkgroep wil een bijdrage leveren aan de transitie van Young Professional naar professional. Daarbij hoort een baan en de compe-tenties en vaardigheden om deze te verwerven.

De instroom op de arbeidsmarkt stagneert door een krimpend vaca-ture aanbod. Om de kansen op werk te vergroten heeft de functiegroep verschillende workshops ontwikkeld waar bij mensen (uit de praktijk)met veel ervaring op deze gebieden worden ingezet om de doelgroep hierin te voorzien. Ook wil de werkgroep zorgen voor een stukje bewustwording over de vraag wie ben ik, als professional en hoe ziet het werkveld er uit? Voor de groep zal ook actief worden gezocht waar de belangen en behoeften

Michiel Baars

‘‘De functiegroep Young

Professionals en studenten

(YP) is een jonge en

enthousiaste groep die

verschillende doelen

nastreeft die de kern

raken van starters op de

arbeidsmarkt.’’

Michiel Baars, voorzitter van functiegroep ‘Young Professional en studenten.’

16 Jaarverslag NVMW 2012

Page 17: Zicht op de NVMW

werker, de beroepsregistratie, het tuchtrecht en uiteraard het belang van het lidmaatschap van de beroepsvereniging.

Hoewel de belangstelling toeneemt, komt er nog relatief wei-nig onderlinge discussie tussen jeugdzorgwerkers op gang. Ook heeft het Platform nog niet de klankbordfunctie voor landelijke projecten die door de NVMW was beoogd. We heb-ben de indruk dat mensen zich heel gemotiveerd aanmelden, maar dat het nog onvoldoende lukt de motivatie om te zetten in meer structurele activiteiten gericht op beroepsontwikke-ling. In 2013 wordt dit punt van aandacht.

1b. Scholing en dienstverleningVoorafIn het vorig cluster activiteiten is zicht gegeven op de net-werken en ondersteuning daarvan van. In dit tweede cluster activiteiten wordt zicht gegeven op de scholings- en dienst-verleningsactiviteiten. Enige overlap met het vorige is niet te vermijden. Eerst wordt kort aandacht besteed aan de scho-ling en daarna aan de dienstverlening.

ScholingUit eerdere evaluaties blijkt een hoge waardering voor het scholingsaanbod van de NVMW. Daarom heeft de NVMW ook in 2012 gezorgd voor een goed gevuld aanbod op dit gebied, zoals gastcolleges, symposia, workshops en studiedagen. Ook nu is daarvan intensief en dankbaar gebruik gemaakt door leden en niet-leden. Een stimulerende factor hierin is ook dat de NVMW eind 2011 is toegelaten tot het Centraal Register voor Kort Beroepsonderwijs/CRKBO. Deze registratie heeft als gunstig gevolg dat het scholingsaanbod vrijgesteld is van BTW en wordt erkend door het beroepsregister (BAMw).

Het NVMW scholingsaanbod bestond in 2012 uit diverse nieuwe trainingen en scholingsmiddagen. Een aantal is hierboven al beschreven bij de activiteiten van de netwerken.

Andere zijn: de masterclass ‘Privacy en geheimhouding,’ toe-gespitst op specifieke sectoren zoals het BMW en het VMW. Daarnaast diverse, druk bezochte, voorlichtingsbijeenkom-sten over de DBC-ontwikkelingen binnen ziekenhuizen. De nieuw opgerichte functiegroep van ondernemende werkers heeft een prachtig trainingsconcept gebouwd voor werkers die overwegen te gaan ondernemen. Zij worden hierin aan het denken gezet en krijgen concrete handvatten geboden. De functiegroep revalidatie maatschappelijk werk voorzag in een grote behoefte met een middag rond het thema ‘Verliesver-werking.’ Verder is er in 2012 veel geïnvesteerd in trainingen rond actuele thema’s zoals het bespreekbaar maken van sek-sualiteit, en het hanteren van de ‘meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling’.

Een ander scholingsthema in 2012 betreft de beroepsethiek van sociaal werkers. Er zijn twee trainingen ontwikkeld voor maatschappelijk werkers, respectievelijk jeugdzorgwerkers die hen ondersteunen bij het werken met de beroepscode. Tevens is begeleide intervisie geboden binnen specifieke sectoren: werken in de palliatieve sector, BMW, ondernemende werkers, RMW. Met het volgen van dit intervisietraject wordt voldaan aan registratie-eisen die het beroepsregister BAMw stelt.

In 2013 bestaat de psychosociale zorg in het ziekenhuis 100 jaar. Ter gelegenheid hiervan heeft de functiegroep zieken-huismaatschappelijk werk in 2012 voorbereidingen getroffen voor een congres samen met het voormalig regionetwerk Medisch Maatschappelijk Werk Noord Brabant.

Ook de transities in de jeugdzorg en het AMW kregen in 2012 specifiek aandacht in uiteenlopende scholingsactiviteiten. Bijvoorbeeld via de netwerken, zoals in vorig cluster duide-lijk werd. Daarnaast werden medewerkers van de NVMW ook rechtstreeks door instellingen en opleidingen om een bijdrage gevraagd. In antwoord daarop heeft de NVMW de rol

Jaarverslag NVMW 2012 17

Page 18: Zicht op de NVMW

In het afgelopen jaar zijn er diverse bijeenkomsten georganiseerd voor bijscholing, waaraan men op eigen initiatief kan deelnemen. Niet ieder lid van het netwerk heeft de gave van intervisie of supervisie, waardoor het lastig kan zijn om op eigen kracht buiten de box te kijken en problemen aan te pakken.

Het is mooi om te zien dat iedereen in het Regionetwerk enthousiast is en de waarde van het werk in weet te schat-ten, waardoor het een veilige omgeving is voor collegiale consultatie, en om zo je netwerk uit te breiden. Het Regio-netwerk geeft mij een luisterend oor en handvatten om mijn werk te kunnen voortzetten.

Ik ben Krista Telleman 28 jaar en Ik werk in een multidisciplinair team (ver-pleegkundigen, psycholoog en psychia-ter en ervaringsdeskundige ). Wij wer-ken volgens de FACT (Functie Assertive Community Treatment) methode .

Sinds twee jaar ben ik lid van het Regi-onetwerk. Ik ben door een oud collega (René Wever, tevens ook voorzitter) geattendeerd op de Regionetwerk-bijeenkomsten. In het eerste jaar heb ik me vooral bezig gehouden met het organiseren van een congres. Dit is een effectief middel om een grote groep collega’s te bereiken om de deskundig-heid op peil te houden en daarbij de nodige punten te verzamelen.

In het tweede jaar zijn er verschuiving geweest in de groepssamenstelling van het Regionetwerk. Er zijn mensen weg gegaan en mensen bij gekomen. Ook de crisis komt steeds dichterbij en is ook merkbaar binnen het overleg. Dit merk je door de vele actualiteiten die aan bod komen. Door de trends in het vak bespreekbaar te maken, werk je aan je eigen professio-naliteit.

Krista Telleman

‘‘Het is mooi om te zien

dat iedereen in het

Regionetwerk enthousiast

is en de waarde van het

werk in weet te schatten,

waardoor het een veilige

omgeving is voor collegiale

consultatie, en om zo je

netwerk uit te breiden.’’

Krista Telleman, maatschappelijk werker Regionetwerk Rotterdam

18 Jaarverslag NVMW 2012

Page 19: Zicht op de NVMW

van beroepsvereniging in deze transities belicht in diverse lezingen, workshops en forumdiscussies. Scholingsactiviteiten worden soms door de NVMW zelf gege-ven, zoals uit voorgaande alinea blijkt. Maar meestal wordt hierin nauw samengewerkt met externe experts zoals oplei-dingen en kennisinstituten. De samenwerking tussen bureau, netwerken en externe experts leidt keer op keer tot nieuwe inspiratie en enthousiasme van de trainers, workshopleiders, sprekers, intervisoren en deelnemers.

DienstverleningHet NVMW bureau is ook in 2012 regelmatig benaderd door leden met dringende vra-gen over bepaalde werk-situaties. Niet zelden gaat het om heftige casuïstiek waarbij stafmedewerkers van de NVMW meekijken en meedenken. Vaak spelen vragen rond de beroeps-code, ethische afwegingen of juridische kaders een rol. Voor het bureau is deze dienstverlenende rol belangrijk om dicht bij de werkpraktijk te blijven. Voor specifieke vragen hebben wij ook in 2012 een beroep kunnen doen op een jurist. Daarnaast verleende de NVMW ook in 2012 diensten aan individuele leden, zoals consultatie, advies en een online ledenportaal op www.nvmw.nl met onder andere vakbiblio-theek, veelgestelde vragen en online brochures.

Het aanbod van ‘NVMW producten’ in de vorm van brochures, publicaties, uitgaven is in 2012 uitgebreid met een aantal mooie items. Zo is in het voorjaar een online dossier geïntro-

duceerd voor NVMW-leden, waarin veelgestelde vragen rond het starten van een eigen praktijk als maatschappelijke wer-ker worden voorzien van een antwoord. En zoals gezegd is in 2012 de Beroepscode voor de Jeugdzorgwerker gepubliceerd.De dienstverlening betreft ook de belangen van specifieke functiegroepen of andere netwerken. Om tegemoet te komen aan de vraag naar verzekeringen voor ondernemende maat-schappelijk werkers is contact gezocht met een verzekerings-tussenpersoon en is een specifiek verzekeringspakket voor deze groep samengesteld.

Het bericht dat het Lenteakkoord met ingang van 1 janu-ari 2013 de BTW-vrijstelling zou beperken veroorzaakte veel onrust bij maatschappelijk werkers met een eigen bedrijf. Om duidelijkheid te creëren is er een officiële stand-puntbepaling van de belastingdienst gevraagd en gekregen over de BTW-plicht van vrijgevestigde maatschap-pelijk werkers.Wat betreft het Verpleeghuis Maat-schappelijk Werk (VMW) is het onderzoek familieparticipatie afge-rond. Dit heeft geresulteerd in een handreiking ‘Familie in de hoofdrol’ voor de introductie van en informa-

tievoorziening aan familieleden van (toekomstige) bewoners van intramurale woon- & zorgdiensten. VMW’ers bevinden zich gezien hun bijzondere positie vaak op het snijvlak van vragen rondom privacy en geheimhouding en bescher-mingsmaatregelen. Vandaar dat er voor hen een specifieke masterclass recht in het verpleeghuis is georganiseerd. Bij de functiegroep Ziekenhuis Maatschappelijk werk (ZMW) van de NVMW en andere functiegroepen in de gezondheidszorg kwa-men er in 2012 steeds meer vragen binnen voor specifieke

‘‘Er ontstond veel online verkeer naar

en op LinkedIn. Als resultaat groeide

de groep in 2012 met 190 procent! Het

streven is de sociale media te monitoren

om inzicht te krijgen in de realisatie van

onze online strategie. ‘‘

Klaas Fleischmann, stafmedewerker (online) marketing, PR en communicatie.

Jaarverslag NVMW 2012 19

Page 20: Zicht op de NVMW

Dit kerncollege wordt aangevuld met leden vanuit het maatschappelijk werk als het een case tegen een maatschap-pelijk werker betreft, en met leden vanuit de jeugdzorg als het een jeugd-zorgzaak betreft.

Het nieuwe tuchtrecht én de veran-dering van structuur hebben wat mij betreft vooral een intensievere sa-menwerking en gedachte-uitwisseling opgeleverd. Samenwerking met andere disciplines zorgt altijd voor ‘kruisbe-stuiving’, en dat is wat mij betreft erg positief. Vanuit die gedachte vind ik het dan ook erg jammer, doch begrijpelijk, dat jeugdzorg een eigen tuchtrecht krijgt. Al met al was 2012 een jaar waarin we denk ik veel bereikt heb-ben, niet in de laatste plaats door de bijdrage van Peter Buur, die het nieuwe tuchtrechtreglement heeft geschreven en daarnaast erg druk is geweest met de voorbereiding voor een tuchtrecht voor de jeugdzorg.

Voor het College van Toezicht (CvT) is 2012 een druk jaar geweest. Niet omdat we veel klachten hebben behandeld - in totaal zijn drie klachten binnengeko-men, waarvan er één tot een uitspraak heeft geleid - maar vooral omdat we bezig zijn geweest met een nieuw tucht-rechtreglement én een verandering in de structuur en samenstelling van de colleges hebben geïmplementeerd.

Het CvT heeft samen met het College van Beroep (CvB) een bijeenkomst met vertegenwoordigers van het bestuur georganiseerd om de opzet zoals die door Peter Buur van het nieuwe tucht-reglement was gemaakt, te bespreken. Het CvT heeft het samenwerken met het CvB en het bestuur als heel prettig ervaren.

Daarnaast is de structuur van het CvT in 2012 toch wel ingrijpend gewijzigd. Omdat het tuchtrecht voor jeugd-zorgwerkers voorlopig bij de NVMW is belegd, hebben de colleges er voor gekozen in het vervolg met zogenaam-de ‘kamers’ te gaan werken. Er is een kerncollege gevormd bestaande uit de voorzitter, de ethicus en de jurist van het CvT.

Dick de Bruijn

‘‘Het nieuwe tuchtrecht

én de verandering van

structuur hebben wat

mij betreft vooral een

intensievere samenwerking

en gedachte-uitwisseling

opgeleverd. Samenwerking

met andere disciplines zorgt

altijd voor ‘kruisbestuiving’,

en dat is wat mij betreft erg

positief. ‘‘

Dick de Bruijn, voorzitter College van Toezicht (CvT)

20 Jaarverslag NVMW 2012

Page 21: Zicht op de NVMW

scholing. De NVMW heeft een inventarisatie gedaan en gecon-cludeerd dat er momenteel weinig aanbod is op dit gebied. Er is besloten om in 2013 zelf gespecialiseerde scholing aan maatschappelijk werkers in de gezondheidszorg te bieden.

Online dienstverlening Tot slot is in 2012 de online dienstverlening verbeterd. De website en het ledenportaal zijn toegankelijker en overzichte-lijker gemaakt. Dit heeft veel positieve reacties opgeleverd.

1c. TuchtcollegesOok de twee tuchtcolleges van de NVMW zijn in 2012 op di-verse fronten actief geweest zoals blijkt uit de rapportage van hun voorzitters op bladzijde 20 en 22

1d. Inzet van (social) mediaDe afgelopen jaren heeft de NVMW geïnvesteerd in het ge-bruik van social media als Twitter en Linkedin, ter bevorde-ring van kennisuitwisseling tussen leden onderling en tussen leden en het bureau. Dit blijkt goed aan te slaan gezien het groeiend aantal gebruikers ervan. In 2012 werd dit gebruik onverminderd ondersteund en waar nodig uitgebreid met nieuwe vormen van digitale communicatie. Er werd een start gemaakt met een open LinkedIn-groep die vanuit het bureau dagelijks kan worden gevoed met nieuws en/of interessante discussies. Ook werden vacatures en oproepen vanaf www.nvmw.nl direct doorgeplaatst naar LinkedIn. De investeringen hadden resultaat. Er ontstond veel online verkeer naar en op LinkedIn. Als resultaat groeide de groep in 2012 van 657 tot 1.906 deelnemers, een toename van 190 procent!

Daarnaast werd blijvend geïnvesteerd in de website van de NVMW, de nieuwsbrief en de eigen rubriek in het vakblad Maatwerk. Maatwerk zelf krijgt een frissere lay-out. Tevens werd onderzocht of een actieve bijdrage aan en afname van andere vakbladen, zoals Sozio, wenselijk en mogelijk is in het

kader van de beoogde verbreding van de NVMW. Geconclu-deerd werd dat, gezien het momenteel nog relatief geringe aantal leden in deze sector, de kosten hiervan (nog) niet opwegen tegen de baten. Groepen als de Young Professionals, Regionetwerk Twente en Arnhem – Nijmegen hebben in 2012 aandachtsfunctionaris-sen PR/Social media aangesteld. Ook is er een Facebook-pa-gina gelanceerd voor Young professionals en Studenten. Op Linkedin is een aparte NVMW-pagina gestart gericht op beïn-vloeders en beslissers. In 2013 zal de focus van deze pagina’s liggen in het opbouwen van een groter publiek o.a. door het werven van vrijwillige moderatoren en creators die regelma-tig content op deze pagina’s plaatsen.

Het streven is om in 2013 de sociale media activiteiten actief te monitoren om op die manier inzicht te krijgen in de reali-satie van de NVMW online strategie.

1e. Contact met hogescholenOnderdeel van het eerste speerpunt, Verenigen en Verster-ken, is ook een intensief contact met hogescholen. Dit contact is gericht op kennisoverdracht en voorlichting aan studenten over het belang van de NVMW en op stimulering van lidmaat-schap bij studenten. In 2011 heeft dit contact door diverse factoren op een laag pitje gestaan. In 2012 zijn de contacten weer aangehaald. Ook zijn de bestaande samenwerkingscon-venante, die al langere tijd met drie hogescholen zijn afge-sloten, geüpdated/herzien. De meeste relaties betreffen de bacheloropleidingen MWD. Daarnaast is er in 2012 in het ka-der van de verbreding een relatie gelegd met een bachelorop-leiding SPH en voorlichting gegeven aan het landelijk overleg van de bacheloropleidingen HBO pedagogiek. Tot slot wordt er via de Vakgroep Masters Social Work contact onderhouden met Masteropleidingen. Deze contacten zullen, afhankelijk van mogelijkheden en middelen, worden uitgebreid naar andere opleidingen.

Jaarverslag NVMW 2012 21

Page 22: Zicht op de NVMW

Hester van Bockel

‘‘Het reglement voor de

tuchtrechtspraak geeft

de regels aan waarlangs

klachten door de colleges

moeten worden behandeld.’’

Hester van Bockel, voorzitter College van Beroep (CvB)

Het reglement voor de tuchtrechtspraak geeft de regels aan waarlangs klach-ten door de colleges moeten worden behandeld.

Onduidelijkheden in dit reglement zorgen ook voor onduidelijkheden en verschillen in de behandeling van klachten. In 2012 is met dit signaal actief aan de slag gegaan.

Bijzonder in dit hele traject is geweest dat het een duidelijke samenwerking is geworden tussen de beide colleges en de NVMW. De twee bijeenkomsten met de colleges hebben we als voorzitters samen voorbereid en ingevuld.

Ondanks de grootte van de groep waar-in de discussie plaatsvond, verliep deze goed en in een prettige sfeer. Het is naar mijn idee goed geweest voor een positief contact tussen de colleges.

Hierdoor is een basis gelegd waar we wellicht in de toekomst nog op kunnen doorbouwen. Voor mij als, nog betrek-kelijk verse, voorzitter van het College van Beroep heeft dit traject meer in-zicht in de, soms ingewikkelde, regels van de tuchtrechtspraak opgeleverd.

22 Jaarverslag NVMW 2012

Page 23: Zicht op de NVMW

Een inkijkje in contacten met hogescholen.

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen: loopbaandag voor de sociale studies met de NVMW-stand, opstarten nieuw regio-netwerk, convenantbespreking vertegenwoordiger namens de NVMW. Hogeschool Leiden: drie gastcolleges, convenantbespreking. Hogeschool Saxion: convenantbespreking. Hogeschool van Amsterdam: kennismaking, contact gelegd met opleidingscommissie MWD. Christelijke Hogeschool Ede: studentenonderzoek,contact gelegd met opleiding SPH. Hogeschool van Rotterdam: contact over gastcollege. Hogeschool Utrecht: NVMW-stand op bijeenkomst rondom jeugdzorg, studentenonderzoek. InHolland Rotterdam: contact over mogelijke presentatie. Hanze Hogeschool Groningen: contact over een gastles in het voorjaar van 2013, interesse in een samenwerkingsconvenant. Fontys Hogeschool: contact rondom de voorbereidingen van een gastcollege begin 2013. Studiedag Masteropleidingen Social Work: lezing en bijdrage aan forumdiscussie

Uit alle contacten wordt duidelijk dat de NVMW en de Hoge-scholen elkaar een warm hart toedragen.

Speerpunt 2 Positionering en professionalisering van algemeen maatschappelijk werkers

2a. Meldactie Algemeen Maatschappelijk Werk (AMW)Er is veel beweging in en om het Algemeen Maatschappelijk Werk; bezuinigingen, de Wmo, Welzijn Nieuwe Stijl brengen veranderingen en onrust. Vanuit de leden kwamen daar over geluiden en signalen en om die te onderzoeken is in

de tweede helft van 2012 de ‘Meldactie AMW’ gestart. Bij alle AMW-instellingen met een collectief lidmaatschap zijn werkers uitgenodigd om met elkaar en met de vereniging te praten over de veranderingen en de invloed daarvan op de beroepsuitoefening binnen het AMW. Dat bleek niet eenvou-dig; binnen veel organisaties leefde de NVMW niet echt en op de vraag werd maar door een paar instellingen gereageerd. Uiteindelijk zijn er in drie organisaties gesprekken gevoerd, in Barneveld, Hilversum en Drachten. Samenvattend leverde dat de volgende conclusies:

Er ontstaat een beeld dat zich kenmerkt door enerzijds kracht, eigen-wijsheid en aanpassingsvermogen ten dienste van de cliënt. Anderzijds toont de schaduwkant zich in gevoe-lens van machteloosheid en ‘grenzeloos’ aanpassingsgedrag. Het vermogen en de bereidheid om zich aan te passen ten bate van de cliënt staat bijna altijd voorop. Er is wel bewust-zijn dat dit ook een ongewenste uitwerking heeft, maar dat verliest het van de dagelijkse uitvoeringspraktijk.

Uitspraken als: ‘wij kunnen alles’ en ‘er is zoveel te doen’ en ‘het AMW staat voor goede samenwerking’ illustreren de mogelijkheden die maatschappelijk werkers zien. Er wordt erkend dat de eerste lijn een tweedelijns karakter krijgt, maar daar wordt nog overheen gestapt. In toenemende mate is er moeite met het ‘money-driven’ aspect van de veranderingen en de afstand die er ontstaat tussen de hulpvrager en de toe-gang naar hulp, mede door de bureaucratisering.

Door velen wordt ervaren dat de AMW-deskundigheid niet meer centraal staat in de uitvoeringspraktijk. De nadruk op noodzaak van ‘professionalisering’ bevestigt dat; alsof het mw’ers geen professionals zijn. Daarnaast wordt opgemerkt dat een andere deskundigheid dringend gewenst is, namelijk om kunnen gaan met ambtenaren, beleidsmakers en bureau-

Jaarverslag NVMW 2012 23

Page 24: Zicht op de NVMW

cratie. Ook in de samenwerking met deze partijen én andere professionals ligt een vraag: ‘Samenwerken is een kunst die weinig aandacht krijgt’.

Uit de vraag: Wat kan de NVMW voor jullie doen? bleek in eerste instantie dat de meeste aanwezigen niet/weinig op de hoogte zijn van de activiteiten van de vereniging! Er is geen sprake van actief lidmaatschap. Er is ook geen stimulans vanuit de organisatie om actief met de vereniging om te gaan; een brede verbinding lijkt te ontbreken. Eigen profilering staat voor de leden zelf niet centraal. Men verwacht ‘belan-genbehartiging’ van de NVMW, maar de organisatie verwacht een actieve opstelling van de leden in de koersbepaling van hun eigen vereniging. Deze informatie is de opstap naar een vervolg in 2013, met als doel om de functiegroep AMW weer nieuw leven in te blazen.

De situatie in het AMW is op bestuurlijk niveau besproken met de MOgroep, de landelijke werkgeversorganisatie voorde branche welzijn en maatschappelijke dienstverlening, waarmee de NVMW een structureel overleg onderhoudt. Ook is de bekendheid van de NVMW onder gemeenteambtenaren vergroot door te adverteren in ‘Wegwijs voor Welzijnsland’ een special voor deze doelgroep. Tot slot zijn er op verzoek diverse presentaties en workshops gegeven in AMW-instellin-gen door het hele land.

2b. Beter in Meedoen (BIM). Actieplan professionalisering WMDIn 2012 zijn de twee sporen die zichtbaar waren binnen de sectoren welzijn en maatschappelijke dienstverlening rond professionalisering (het BIM project en het Actieprogramma) in elkaar gevlochten. Het idee om professionalisering goed op de agenda te hebben, wordt vanzelfsprekend breed gedragen – en alle relevante partijen hebben zich dan ook op dit punt verbonden en gecommitteerd: Beroepsverenigingen NVMW,

BV Jong en Code 2.0; branchevereniging MOgroep; Vakbon-den ABVAKABO/ FNV en CNV Publieke Zaak. MBO-raad en het Sac HSAO van de HBO-Raad zijn ook vertegenwoordigd in het actieprogramma. Professionalisering wordt in het actie-programma als volgt gedefinieerd: ‘Het doel is het vakmanschap van de social professional te vergroten, te stimuleren en te ondersteunen om maatschap-pelijke doelen van burgers (collectief en individueel) van alle leeftijden te realiseren. De professionaliseringslag vindt daarom plaats op het niveau van professionals zelf, maar ook van organisaties, overheden, opleidingen en ondersteunings-instituten. De focus ligt op het vergroten en borgen van het vakmanschap, de beroepsidentiteit en de autonomie van de professional ten behoeve van de dienstverlening en onder-steuning aan en met burgers.’

Het actieprogramma verbindt partijen, creëert een breed draagvlak en voert een actieve lobby om implementatie van de vele initiatieven die er binnen de welzijnssector gaande zijn te stimuleren en te verbinden. Het actieprogramma is zelf niet gericht op het op de markt brengen van nieuwe produc-ten, maar richt zich op signaleren, verbinden, regionaliseren. Centrale thema’s zijn hierbij: vakmanschap, beroepsidenti-teit en autonomie. De beroepsverenigingen hebben in 2012 inbreng voorbereid rond het faciliteren van profilering door professionals van hun werk richting gemeenten. In 2013 start hiervoor een stimuleringsprogramma.

De NVMW heeft intensieve inbreng geleverd bij de totstand-koming van het profiel ‘Competenties maatschappelijke ondersteuning in de branche welzijn en maatschappelijke dienstverlening’. Dankzij deze inbreng is er in het profiel een expliciete verbinding gelegd met de beroepsstandaarden van de NVMW. De samenwerking met alle partners binnen dit traject verliep goed, omdat er ondanks alle strategische agenda’s van de diverse partijen mooie stappen met elkaar

24 Jaarverslag NVMW 2012

Page 25: Zicht op de NVMW

zijn gemaakt. De NVMW vertrouwt erop dat het profiel een antwoord is op de wildgroei van competenties die zelfs door de financiers (lees gemeenten) opgesteld worden. Deze com-petenties geven onze werkers iets in handen om de focus en de kwaliteit van hun werk mee te borgen.

2c. Maatschappelijk werk 2012: Maatschappelijk werk nieuwe stijl? Het werkveld van maatschappelijk werkers in de eerste lijn is volop in beweging rond de impuls die ‘Welzijn Nieuwe Stijl’ heeft gegeven. De tweede lijn beweegt deels mee. Nog lang niet altijd is voldoende helder dat de verbinding rond ‘zorg’ (uit de tweede lijn) en ‘welzijn’ moet worden gemaakt in de komende jaren. Niet alleen ingegeven door opgelegde kantelingen die worden gestuurd vanuit het beheersen van de financiën. Maar ook omdat het in de buurten, dicht bij de cliënten heel praktisch en nodig is om expertise te verbinden. Kansen voor het maatschappelijk werk zijn niet altijd vol-doende in beeld en worden niet altijd voldoende gecreëerd.Binnen de NVMW is in 2012 met al onze vrijwilligersgroe-pen (functiegroepen, regionetwerken) gediscussieerd over de impact van Welzijn Nieuwe Stijl. Deze discussie is nauw verbonden met onze eigen strategische discussie betreffende de verbreding (zie hoofdstuk 1). Welzijn Nieuwe Stijl doet een krachtig appel op deze verbreding met behulp van termen als generalist, burgerkracht, wijkteams, vrijwilligers, gebiedson-dersteuners, sociaal makelaars en buurtwerkers. Dit is in lijn met de visie van leden die vinden dat de NVMW zich moet verbreden tot de vereniging van social workers. Een tegenge-luid wordt gegeven door ‘specialisten’, vooral maatschappe-lijk werkers, die wijzen op het feit dat de beroepsvereniging van maatschappelijk werkers de drager is van de NVMW en de enige ‘club’ is die binnen het sociale domein ‘overeind’ is gebleven, terwijl andere sociale beroepsverenigingen ge-noodzaakt zagen zichzelf op te heffen. De nu ingezette verbre-ding mag niet ten koste gaan van de kracht van deze beroeps-

groep. Deze stroming wil blijven investeren in de identiteit van verschillende sociale beroepsgroepen en het eigen gezicht, het ‘merk,’ van het maatschappelijk werk.Tot slot is er dan nog een verbindend geluid: een groep die aangeeft dat we moeten nadenken over een ‘koepelorganisatie’ waar alle professionele soorten en smaken zich in kunnen verenigen – maar waar de NVMW een eigenstandige ‘poot’ vertegenwoordigt waar de belangen van het maatschappelijk werk worden geborgd. En natuurlijk is iedereen die zich herkent in het programma of het profiel van de NVMW (jeugdzorgwerker, agoog, HBO-psycho-loog of orthopedagoog) van harte welkom zich aan te sluiten.

De NVMW is trots op de genuanceerdheid waarin de discussie in 2012 is gevoerd en de duidelijke geluiden die deze discus-sie voortbrengt. Trots op het feit dat de vereniging als organi-satiestructuur zijn bestaansrecht legitimeert. De vereniging is een mooie afspiegeling van hetgeen er op dit moment in het werk speelt, en geeft daarmee ook een geluid en een stem aan de dualiteit die er is. Tegelijkertijd is het soms lastig om te werken binnen een vereniging, vanwege de traagheid die hoort bij het besluitvormingsproces, maar ook omdat het niet altijd gemakkelijk is om vanuit de leden voldoende feedback te ontvangen om voldoende bodem te geven aan besluit-vorming, koers en richting binnen de vereniging. De vereni-gingsstructuur zorgt er voor dat het soms niet mogelijk is om een duidelijk geluid te laten horen waarin alle leden zichzelf herkennen of vertegenwoordigd zien. Terwijl een duidelijk geluid soms wel erg nodig lijkt.

Behalve door bijdragen aan projecten stimuleert de NVMW in 2012 de positionering en profilering van algemeen maat-schappelijk werkers in de Wmo/Welzijn Nieuwe Stijl door bijdragen op studiedagen en in de vakpers. Een goed begin werd gemaakt op de Nieuwjaarsbijeenkomst waar rond dit thema een debat werd gevoerd tussen landelijke opinielei-ders en leden van de NVMW.

Jaarverslag NVMW 2012 25

Page 26: Zicht op de NVMW

Speerpunt 3 Positionering en professionalisering van werkers in de jeugdhulpverlening

3a. Implementatieplan professionalisering in de jeud-zorg (IPJ)De NVMW heeft ook in 2012 intensief geparticipeerd in de projectgroep en de stuurgroep van het landelijk ‘implemen-tatieplan professionalisering jeugdzorg.’ Versterking van beroepsverenigingen en streven naar wettelijke erkenning van de professional in de jeugdzorg vormen de focus van dit implementatieplan. In 2012 is de wettekst die de profes-sionalisering in de jeugdzorg moet borgen in de Wet op de Jeugdzorg geschreven en aangeboden aan de Raad van State. De NVMW heeft daaraan actief meegewerkt, onder meer door deelname aan een wetgevingswerkgroep van de ministeries van VWS en V&J en input te leveren op wetsvoorstellen. Kern is dat een artikel wordt toegevoegd aan de Wet op de Jeugd-zorg. Hierin staat dat organisaties die vallen onder deze wet werken met geregistreerde HBO’ers en gedragswetenschap-pers. Het registeren van jeugdzorgwerkers moet gedurende 2013 plaatsvinden. De toevoeging rond professionalisering op de Wet op de Jeugdzorg moet op 1 januari 2014 in wer-king treden. Vanaf dat moment moeten jeugdzorginstellingen met geregistreerde professionals werken. Registratie zal dan plaats vinden binnen een nieuwe organisatie: Stichting Kwaliteitsregister Jeugdzorg. Deze zal door de beroepsvereni-gingen NIP, NVO en NVMW in 2013 worden opgericht. Voor de jeugdzorgwerkers zal het BAMw-register de uitvoering van de registratie namens deze stichting voor haar rekening nemen. Als gevolg van deze ontwikkelingen zijn de NVMW en BAMw in 2012 intensief met elkaar in gesprek gegaan over de gevolgen die deze wet heeft voor hun onderlinge verhouding. De bedoeling is dat deze in 2013 in een overeenkomst wordt vastgelegd.

Beroepscode voor de JeugdzorgwerkerZoals al eerder is gememoreerd is in 2012 de Beroepscode voor de Jeugdzorgwerker tot stand gekomen. In aansluiting daarop heeft de NVMW het bijbehorend tuchtrecht ontwik-keld. De jeugdzorgwerkers beschikken nu over een eigen code die is afgestemd op het domein waarin zij werkzaam zijn; een werkplek die bol staat van de ethische dilemma’s. Vanaf september 2012 wordt deze code uitgereikt aan iedere jeugdzorgwerker. Vanaf 1 december 2012 is het bijhorende tuchtrecht van kracht. Er is gestart met een enthousiaste groep jeugdzorgwerkers die binnen de NVMW Colleges van Toezicht en Beroep een eigen ‘kamer’ bekleden. In een lande-lijke communicatiecampagne, die in het kader van het imple-mentatieplan professionalisering jeugdzorg wordt uitge-voerd, wordt hierover in het hele land voorlichting gegeven. Tuchtrecht maakt veel los bij jeugdzorgwerkers, maar biedt naast angst en aarzeling ook een unieke kans om het werk uit te leggen en transparant te maken.

De Beroepscode voor de Jeugdzorgwerker (oplage 20.000 stuks) en Tuchtrechtreglement (digitaal) is met subsidie van VWS uitgegeven. De Code is in een geheel eigen huisstijl vormgegeven die voortborduurt op de opmaak van het suc-cesvolle Witboek ‘Positieve verhalen uit de jeugdzorg’ van de NVMW (2009). Hiermee is bewust een aparte, herkenbare lijn gecreëerd voor de jeugdzorgproducten van de NVMW.

3b. Professionalisering Centra voor Jeugd en Gezin. De NVMW participeert in de werkgroep professionalisering CJG, een groep die zijn ontstaansgeschiedenis kent in de samenwerking tussen een aantal beroepsverenigingen voor het maken van een voorstel voor de staatssecretaris van VWS rond het regelen van de ‘toegang’ van het CJG. Dit briefadvies is in 2011 afgegeven, maar de beroepsverenigingen (waaron-der NIP, NVO, maar ook de V&VN en de jeugdartsen) zoeken elkaar nog regelmatig op, direct of indirect op initiatief van

26 Jaarverslag NVMW 2012

Page 27: Zicht op de NVMW

het ministerie van VWS. Het ministerie heeft voor de periode eind 2011 en 2012 een bedrag ter beschikking gesteld waar-mee een veertigtal workshops door het hele land zijn georga-niseerd. Centrale thema’s waren: ‘Het verbeteren van de kwa-liteit van primaire werkprocessen’ en ‘Vraaggericht werken en eigen kracht stimuleren.’Ook neemt de NVMW deel aan het Ondersteuningstraject Professionalisering van het CJG.

3c. Richtlijntraject jeugdzorg In het kader van de professionalisering van de jeugdzorg heeft het Nederlands Jeugdinstituut (NJI) in samenwerking met en op initiatief van de beroepsverenigingen NVMW, NIP, NVO en voormalig PHORZA in 2009 het project Voorbereiding Richtlijnontwikkeling jeugdzorg uitgevoerd (www.richtlijnen-jeugdzorg.nl). Binnen het project is nagegaan welke richtlij-nen moeten en kunnen worden ontwikkeld, hoe het ontwik-kelproces eruit gaat zien en hoe resultaten kunnen worden verspreid en geïmplementeerd. Er is met de partijen een lijst samengesteld van onderwerpen waarover op korte en middel-lange termijn richtlijnen en / of aanverwante producten ten behoeve van de beroepsbeoefenaren in de jeugdzorg zouden moeten worden opgesteld. Het ministerie voor Jeugd en Gezin heeft de beroepsverenigingen gevraagd een voorstel te maken voor de daadwerkelijke ontwikkeling van de richtlijnen.

In 2010 is door de betrokken partijen een vijftiental onder-werpen bijeengebracht waarvoor binnen de jeugdzorg een multidisciplinaire richtlijn gewenst is. De beroepsverenigingen willen met dit project in vijf jaar het werken volgens richt-lijnen in de jeugdzorgsector breed ingang doen vinden, met als resultaat dat de sector in 2015 beschikt over een set van richtlijnen en relevante afgeleide producten die breed geïmple-menteerd is. Intussen is het proces van richtlijnontwikkeling in volle gang. Ook in 2012 participeerde de NVMW daarin actief, zowel bestuurlijk in de vorm van vervulling van het voorzit-terschap van de stuurgroep, als operationeel in de vorm van

bemiddeling door de bureaustaf tussen het NJI en onze leden. Daarnaast is zowel door de staf als door het bestuur actief meegewerkt aan de ontwikkelingen www.richtlijnenjeugdzorg.nl, een initiatief van het NJI, het Nederlands Jeugdinstituut.

In overzicht: Zomer 2012: conceptrichtlijn ‘Ernstige Gedragsproblemen’ was klaar en kwam in commentaarfase. Eind 2012: conceptrichtlijn ‘Problematische Gehechtheid was klaar en kwam in commentaarfase.

Daarnaast heeft de staf in 2012 actief geworven bij de NVMW-achterban om lid te worden van werkgroepen ten behoeve van de ontwikkeling van de volgende richtlijnen: • Uithuis- crisisplaatsing; • Autisme• Echtscheiding; • Kopp- en stemmingsproblemen; • Pleegzorg • Middelengebruik.

Speerpunt 4 Beroepstrots, financiering en wettelijke erkenningBeroepstrots was net als in voorgaande jaren ook een belangrijk thema in 2012. Beroepstrots is onmisbaar voor maatschappelijk werkers die de meerwaarde van hun werk in de samenleving overtuigend zichtbaar maken. Activiteiten waarmee we beroepstrots in 2012 stimuleerden waren

bijvoorbeeld: • het vieren van de Dag van de Maatschappelijk Werker

(zie verderop) • het huldigen van maatschappelijk werkers of anderen die

bijzondere bijdragen aan het maatschappelijk werk leveren (zie verderop)

Jaarverslag NVMW 2012 27

Page 28: Zicht op de NVMW

• het verwoorden van de kracht van maatschappelijk werk in onze berichtgeving naar buiten toe. Daarnaast leveren ook de activiteiten onder de eerder genoemde drie speerpunten direct of indirect een bijdrage aan beroepstrots.

De beroepstrots is goed zichtbaar binnen de verschillende netwerken. Deze worden in leven gehouden door enthousi-aste en betrokken maatschappelijk werkers, sociaal agogen en jeugdzorgwerkers die trots zijn op hun vak en de waarde hiervan zichtbaar willen maken. Zij zijn onmisbaar voor de vereniging en hun collega’s. Zij voeden de NVMW vanuit hun vakgebied en formuleren hun behoefte aan diensten en scholing. Dat dit effectief was, is te zien aan de goed bezochte scholingen en workshops, de ontwikkelde producten en de vele vragen vanuit het werkveld die door de functiegroep/stafmedewerker zijn beantwoord. De actieve leden zijn de ambassadeurs voor de vereniging én voor hun vak als maatschappelijk werker. Financiering van maatschappelijk werk was een belangrijk aandachtspunt in de context van de bezuinigingen. Vanuit de werkgroep DBC is men al jaren op zoek naar een financieringsbron voor de begeleiding aan (chronische) patiënten. Ook zelfstandigen zoeken hiernaar voor hun cliënten. Veel ziekenhuizen en ook instellingen zoals verpleeghuizen en revalidatiecentra bieden maatschappelijk werkers beperkt ruimte om chronische patiënten te bege-leiden. Het argument is dan dat voor deze groep patiënten een gedeelde maatschappelijke verantwoordelijkheid geldt die niet alleen bij de ziekenhuizen kan worden neergelegd. Mensen die behoefte hebben aan begeleiding en ondersteu-ning in het leren omgaan met hun chronische aandoening (en alle consequenties die dit met zich meebrengt) hebben in de eerste lijn een beperkte keuze om begeleiding te krijgen. Voor een aantal van hen is dit voldoende, voor een bepaalde groep niet. Deze patiënten kloppen bij verschillende instellingen aan maar krijgen niet de begeleiding die zij nodig hebben, omdat deze (niet meer) beschikbaar is. Dit heeft gevolgen

voor de gezondheid en welbevinden en de aanname is dat dit zorgconsumptie doet toenemen. Hierover hebben stafmede-werkers van de NVMW in 2012 contact gezocht met verschil-lende zorgverzekeraars. Dit heeft geresulteerd in een gesprek met één zorgverzekeraar die dit probleem onderkent. Deze wil middels een wetenschappelijke kosten/baten analyse be-wijs verkrijgen dat interventies van het maatschappelijk werk effectief en efficiënt zijn. Zij zijn mogelijk bereid om dit on-derzoek te financieren. Het Lectoraat Maatschappelijk Werk van de Hogeschool Inholland en het Lectoraat Innovatieve Maatschappelijke Dienstverlening van de Hogeschool Utrecht zijn bereid gevonden een onderzoeksvoorstel hiervoor te schrijven. Dit moet bewijs opleveren van de toegevoegde waarde van het maatschappelijk werk en hoe dit vertaald kan worden in een rekenschapmodel. De NVMW beschouwt dit als een enorme kans om wetenschappelijk onderzoek naar de meerwaarde van het maatschappelijk werk te doen én een kans om interventies ook vanuit de zorgverzekering vergoed te krijgen, zodat patiënten de juiste zorg kunnen krijgen. We zijn er trots op dat we dit bereikt hebben.

Wettelijke erkenning van het beroep van maatschappelijk werkers en andere social professionals blijft een thema waar de NVMW zich ook in 2012 breed voor heeft ingezet. Maar ook een thema waarover binnen de vereniging en het werkveld veel vragen en verwarring bestonden, mede door onzekerheden rond het traject van wetgeving. De inspannin-gen rond de wettelijke borging van kwaliteit via een centraal register voor jeugdzorgwerkers hebben wel hun vruchten af-geworpen en kunnen dienen als hefboom naar andere secto-ren. De NVMW heeft ook in 2012 op dit punt nauw samenge-werkt met het BAMw. Samen hebben we op veel manieren de werkers in het veld opgeroepen nu over te gaan tot vrijwillige registratie en lidmaatschap van de NVMW en zo de kwaliteit van hun beroep te borgen.

28 Jaarverslag NVMW 2012

Page 29: Zicht op de NVMW

Dag van de Maatschappelijk WerkerVoorzitter Jan Laurier heeft ook in 2012 namens het bestuur van de NVMW een rondje Nederland gemaakt op de Dag van de Maatschappelijk Werker. Onze PR campagne die in 2012 voor de derde keer werd georganiseerd. De volgende perso-nen zijn daarbij door Laurier letterlijk gelauwerd. Geert van der Laan, Nel en Lou Jagt als ereleden. Deze gezaghebbende experts en auteurs hebben wezenlijke bouwstenen geleverd voor de beroepsontwikkeling van het maatschappelijk werk. Meine Willem Dijkstra, Peter Wijntje en Wil v/d Meché en

haar team maatschappelijk werkers als leden van verdienste. Dijkstra is een actief lid van de functiegroep bedrijfsmaatschap-pelijk werk; Peter Wijntje toont veel inzet als AMW’er en Wil v/d Meché en haar team maatschappelijk werkers doen dat bij Welzijn Eindhoven. De campagne, met als thema ‘ik wil jou aan-dacht schenken’, trok veel aandacht. Zo bezochten in juni 2.750 unieke bezoekers (tegen 500 in 2011!) de campagne-website www.dagvandemaatschappelijkwerker.nl en werd de speciaal ontwikkelde Freecard door ruim 700 mensen verstuurd.

Jaarverslag NVMW 2012 29

Page 30: Zicht op de NVMW

4. Wetenschappelijke onderbouwing

De activiteiten van de NVMW hebben zich in 2012 geconcen-treerd op bovenstaande speerpunten. Dat laat onverlet dat ook andere thema’s onze aandacht hebben gevraagd. Een daarvan betreft de wetenschappelijke onderbouwing van het sociaal werk. Deze is nodig voor kwaliteitsbewaking en pro-fessionalisering van het uitvoerend werk. In dat verband zijn in 2012 de nodige activiteiten door de vereniging onderno-men: Voorzitten van de stuurgroep van het landelijk program-ma Ontwikkeling Richtlijnen Jeugdzorg door een bestuurslid.Participeren aan bijeenkomsten van de Wetenschappelijke Adviesraad2 (WAR) door de voorzitter en directeur. Participeren aan de adviesraad van het Lectoraat Innovatieve Maatschappelijke Dienstverlening door de directeur.Nauw samenwerken met dit lectoraat rond vraagstukken op het gebied van beroepsontwikkeling in het Algemeen Maat-

2 De raad adviseert de NVMW vraaggericht ten aanzien van complexe vraagstukken waarmee de NVMW wordt geconfronteerd. Bijvoorbeeld de te volgen strategie in verband met Welzijn Nieuwe Stijl of het soort profes-sionaliteit dat past bij een generalistische professional.

schappelijk Werk door de directeur en een stafmedewerker. Participeren door een bestuurslid op persoonlijke titel aan het bestuur van de Marie Kamphuisstichting. Daarnaast is het jaarcongres 2012 geheel gewijd aan dit thema onder de noe-mer Laat zien dat sociaal werk werkt! Professionals kregen hier gevarieerde antwoorden op vragen hoe zij de meerwaar-de van hun werk kunnen aantonen en welke visies daarop be-staan. Het congres is georganiseerd in samenwerking met de Wetenschappelijke Advies Raad (WAR) van de NVMW die zelf ook bijdragen verzorgde in de vorm van boeiende lezingen en workshops. Uit de grote opkomst en geanimeerde reacties leiden wij af dat dit congres in een grote behoefte voorzag. Ook waren er vragen om ‘meer’ en dat signaal pakken we in 2013 graag op.

30 Jaarverslag NVMW 2012 Jaarverslag NVMW 2012 30

Page 31: Zicht op de NVMW

5. Tot slot

Uit dit verslag is op te maken dat de NVMW in 2012 bepaald niet stil heeft gezeten. We hebben de doelen uit ons jaarplan gerealiseerd. Daarmee hebben we een stevige uitvalsbasis geconstrueerd voor 2013. Daarop zijn we trots. Zeker ook omdat we voornamelijk met vrijwilligers werken en daarbij in 2012 te maken hadden met veel personele veranderingen op het landelijke bureau en alle onzekerheid van dien (zie hoofdstuk 1). We hadden dit nooit alleen kunnen doen en zijn daarin geïnspireerd en gesteund door onze samenwer-kingspartners. We zijn hen dan ook dankbaar. Mede dankzij hen kijken we heel tevreden terug op 2012 èn optimistisch vooruit naar 2013.

Tegelijk zijn we in 2012 ook geconfronteerd met onze gren-zen. Soms bleek dat we meer wilden dan haalbaar was. Het vinden van een balans tussen ambitie en haalbaarheid is

daarom een van onze goede voornemens voor 2013. Andere vindt u in het jaarplan 20133. Ook in het realiseren van dit plan zullen de inspiratie en steun van onze leden, vrijwilligers en samenwerkingspartners onmisbaar zijn.

We zien de uitdagingen van 2013 vol vertrouwen tegemoet. Afronding van de strategische discussie over onze verbreding en in praktijk brengen van de resultaten hiervan. Borgen en bewaken van de beroepsidentiteit van sociaal werkers onder druk van de doordenderende transities. Ontwikkelen van een heldere overeenkomst met BAMw. Uitbreiden van ons leden-bestand, ook onder andere sociale beroepsgroepen dan die we nu herbergen. Maar voor alles: onverminderd doorgaan met ‘participeren, professionaliseren en profileren’ van het mooie beroep van maatschappelijk werkers, jeugdzorgwerkers, sociaal agogisch werkers en andere social professionals.

3 Het jaarplan is voor leden te vinden op http://www.nvmw.nl/ledenpor-taal-dashboard/bestuur-beleid-bureau-alv/beleid.html. Andere belangstel-lenden kunnen het bij het bureau bestellen via [email protected].

Jaarverslag NVMW 2012 31

Page 32: Zicht op de NVMW