zie zo spelling...36 zie zo spelling2 blok 7 vul de volgende woorden in: dessert, diner, scène,...
TRANSCRIPT
Zie zo Spelling
33
Blok 7
34
1 Zie zo Spellingblok 7
Hieronder staan 15 samenstellingen. Kruis de vakjes bij de samenstellingen zonder tussenstukje aan.Kleur de vakjes bij de samenstellingen met een tussenstukje -en groen.Kleur de vakjes bij de samenstellingen met een tussenstukje -s geel.
Wat ga je doen?Je leert samenstellingen met of zonder tussenstukje juist schrijven.
op verkenning uitleg aan de slag terugkijken1
Splits de samenstellingen. Schrijf op.Komt er in de samenstelling een tussenstukje -s of een tussenstukje -en bij? Kruis aan.
op verkenning uitleg aan de slag terugkijken3
T concertzaal
£ paukenspeler
£ publieksprijs
£ evenementenbureau
£ kaartenverkoop
£ belichtingsapparatuur
£ artiesteningang
£ geluidsinstallatie
£ bassaxofoon
£ verrassingsoptreden
£ drumsolo
£ programmaboekje
Lees verder op kaart R11.Lees ook de woorden van de week en de extra woorden.
op verkenning uitleg aan de slag terugkijken
Meestal schrijf je de delen van samenstellingen achter elkaar. Maar in sommige samenstellingen schrijf je tussen de delen van de samenstelling het tussenstukje -en of het tussenstukje -s.
2
!
dorpsplein dorp + plein-sT
-en£
dorpsstraat -s£
-en£
hoofddoek £ £ hondenkop £ £
schadevergoeding
£ £ ronddraaien
£ £
openvouwen
£ £ koningszoon
£ £
££
££
££
££
£
£
£
£
X
X
X
dorp + straathoofd + dœ k hond + kop
scha� + rgœ ding
rond + draa� n
oפ n + vou� n
koning + zoon
X
X
X
35
cultuur
Maak samenstellingen van de volgende woorden en schrijf ze in de juiste kolom.verrassing + pakket / kers + pit / wesp + steek / boven + lip / gereedschap + kist / tarwe + brood / slak + huis / station + chef / reclame + folder
geen tussenstukje tussenstukje -s tussenstukje -en
4
Vul de ontbrekende letters in.
De bestuurder rijdt achte uit en kijkt nauwkeurig door de achte uit van de auto.
In de Station traat in Sint-Niklaas vind je veel kleding winkels.
Het is vreselijk druk in het stad centrum.
Op het strand van Blankenberge vonden de leerlingen massa’s haai tanden.
Heb je het nieuwe spor errein al gezien?
6
Bedenk samenstellingen waarin de laatste letter van het eerste deel gelijk is aan de eerste letter van het tweede deel. Voorbeeld: uittrekken.
teen hand klok stoel
bom slaap kantoor bouw
7
Schrijf de samenstellingen bij de afbeeldingen. De eerste letter staat er al.5
op verkenning uitleg aan de slag terugkijken
h p g v
Klaar? Kies een extra opdracht achteraan in je werkboek.
bo nliptar� brood� cla� fol� r
rrassingspak� t� � dschapskiststationscה f
� r� npit� sפ ns� kslak� nhuis
oofddœ k
r
sen
tt
ssrr
an¡ nkœ � n ara¢ poort eiligה idssפ l� n
voorbeeldoplossing
� nto£ nruim¥
¦ uning� rf
dœ kplaats
na¢ lª lding
36
Zie zo Spellingblok 7 2
Vul de volgende woorden in: dessert, diner, scène, première, decolleté, restaurant.
Vrijdag is de van ons toneelstuk.
Het stuk heet: ‘Het van Albert’.
Nog één keer oefenen we de in het .
Een man en een vrouw hebben een gezellig ,
zij eten hun .
Maar als de ober de rekening brengt, krijgen ze ruzie.
De vrouw begint te huilen en de man slaat op tafel!
Ik zou zeggen: kom vrijdag maar kijken hoe dat afloopt.
Vul de Franse leenwoorden van kaart W13 in. Maar probeer het eerst zonder de uitlegkaart!
Een stukje van een toneelstuk is een .
Bij een vragen ze je mening.
Albert, de beeldhouwer, maakt zijn beelden in zijn ruime .
Een ander woord voor herberg is .
Papa en mama gaan elke dag werken. Daarom brengen ze mijn zusje naar de .
Ik ga dat nieuws niet aan je neus hangen, dat is .
4
Wat ga je doen?Je leert Franse leenwoorden juist schrijven.
op verkenning uitleg aan de slag terugkijken1
Welke Franse leenwoorden herken je in deze samenstellingen? Schrijf op.
privévliegtuig zangcarrière dorpscafé
kerstdiner dessertbord zonnecrème
3
op verkenning uitleg aan de slag terugkijken
Lees verder op kaart W13.Lees ook de woorden van de week en de extra woorden.
op verkenning uitleg aan de slag terugkijken
In sommige Franse leenwoorden staat een e met een accent: é, è of ê. Andere Franse leenwoorden eindigen op -ier, -er of -ert.
2
Klaar? Kies een extra opdracht achteraan in je werkboek.
p« m� ¬ p« m� ¬ p« m� ¬ ® col ̄¥ ® col ̄¥ ® col ̄¥
s° ± s° ± s° ±
® s� rt
� staurantdi¡ r
pri² pri² pri² carr� ¬ carr� ¬ carr� ¬ ca ́ca ́ca ́di¡ r ® s� rt c« µ
ca ́ca ́c« µ c« µ
s° ± s° ± s° ± enq· ¥ enq· ¥ enq· ¥
a ̧l� rca ́ca ́ca ́
c« cה c« cה c« cה pri² pri² pri²
37
cultuur
Vul de kruiswoordpuzzel in.Met de gekleurde vakjes vorm je nog een Frans leenwoord. Je krijgt al twee letters cadeau!
Horizontaal 2. Een chic etentje wordt ook wel d... genoemd. 5. De diep uitgesneden kraag van een jurk noem je het … . 6. Veel mensen gaan naar een … voor een drankje. 9. De eerste vertoning van een film is de … . 10. Een ander woord voor een vragenlijst is een … .
Verticaal 1. Om niet te verbranden als je in de zon zit,
gebruik je een beschermende … . 3. Als iemand komt logeren, dan heb je een ... . 4. Een plek waar mensen uit eten gaan,
is een … . 7. Een ander woord voor kinderdagverblijf is … . 8. De eerste minister van een land is de … .
5
Vul in: é, è of ier. Schrijf de woorden nog eens op.
De schilder is hard aan het werk in zijn atel .
Mijn zusje leert in de cr che allerlei spelletjes.
De prem is de belangrijkste minister.
Een ander woord voor herberg is caf .
6
1
2 3
4
5
6 7 8
9
10
c p
Klaar? Kies een extra opdracht achteraan in je werkboek.
op verkenning uitleg aan de slag terugkijken
Je mag de woorden en de extra woorden op uitlegkaart W13 nog één minuut doornemen. Welk woord past bij de omschrijving die de juf of de meester geeft? Schrijf het op een blaadje.
Foutje gemaakt? Schrijf hier de woorden juist. Gebruik de uitlegkaart.
7
a ̧l� rc« cה p« m� rca ́
c« cה c« cה
ca ́ca ́
º r
º reee
eee
r eee e p a p i e r
cd i n e r l
e or m g
d e c o l l e t est
c a f e c pu r r
p r e m i e r ea c mn h it e e n q u e t e
r
eeggggeeee
ee
ee
ee
38
Zie zo Spellingblok 7 3
Welke woorden passen bij de afbeeldingen?Kies uit: eentje – eendje – wij – wei – steil – stijl – hart – hard. Schrijf op.
Wat ga je doen?Je leert woorden die hetzelfde klinken maar die je verschillend schrijft, juist te schrijven.
op verkenning uitleg aan de slag terugkijken1
Vul in: ei of ij. het eten ber den - een kameel ber den - het oliep l - paarden in de w de -p l en boog - een w de jurk Schrijf de woordgroepjes in de juiste rij. Twijfel je? Gebruik de uitlegkaart.
ei-woorden:
ij-woorden:
4
op verkenning uitleg aan de slag terugkijken
Lees verder op kaart W14.Lees ook de woorden van de week en de extra woorden.
op verkenning uitleg aan de slag terugkijken
Weetwoorden: sommige woorden die hetzelfde klinken, schrijf je verschillend.
2
Kies het juiste woord en vul de zinnen aan.
jou of jouw? u of uw? mij of mijn?
Mag ik bal lenen?
Is dit boek soms van
?
Die pen is echt van
!
Hij houdt meer van
dan van Emma.
Ik heb mail ontvangen.
Dat is buurman.
3
hart s ̧il » nd¼ � i
jouw
jou
t e ה ̧n  « i� n, ה t ol� פ il, paar� n in Ä � i� » n kaÅ l  rij �n, pij l en boog, » n wij � jurk
uw mij nu mij
Í Í Í ij ij ij
39
cultuur
Alle gekleurde woorden zijn goede Nederlandse woorden. Welke woorden passen in de zinnen? Vul ze in.
houd - houdt - hout Hij heeft het eerst geschuurd.
raad - raadt - raat Zij gaf hem altijd goede .
wend - wendt - went Daar hij snel genoeg aan.
wind - windt - wint Waarom jij je toch zo op?
laad - laadt - laat Hij iedere avond de hond uit.
voed - voedt - voet Een walvis zich met plankton.
5
Vul de woorden aan met één of twee letters. Schrijf dan de woorden helemaal op.
Deze oude schoenen zitten me echt te kra .
Zou jij je jas niet eens ui rekken?
Nu moet het brooddeeg eerst nog r zen.
Ze ber den een maaltijd voor twintig mensen.
Met z’n tweeën trokken ze de w de wereld in.
6
Dictee-met-twee. Dicteer om de beurt een woord van kaart W14.Schrijf het woord telkens op. Kijk meteen na of het juist is.
Ik schrijf het woord ...Is het woord juist of fout?
Kruis aan.Foutje?
Schrijf het nu juist.
juist fout
juist fout
juist fout
juist fout
juist fout
7
op verkenning uitleg aan de slag terugkijken
Klaar? Kies een extra opdracht achteraan in je werkboek.
houtraad
� nt
laatwind
vœ dt
krapuitt« k� nrij Ò n « i� nwij �
ptt
ij Í
ij
40
Zie zo Spellingblok 7 4
Lees de woorden hardop. Kleur in elk woord de letters die je niet duidelijk uitspreekt.
Wat ga je doen?Je leert woorden met medeklinkers die niet of niet duidelijk worden uitgesproken, juist schrijven.
op verkenning uitleg aan de slag terugkijken1
op verkenning uitleg aan de slag terugkijken
Lees verder op kaart W15. Lees ook de woorden van de week en de extra woorden.Neem er eventueel kaart W7 bij.
op verkenning uitleg aan de slag terugkijken
Soms spreek je bepaalde medeklinkers niet (heel duidelijk) uit, maar je schrijft ze wel. Bedenk hoe het woord is opgebouwd. Je kunt deze woorden onthouden door ze vaak te lezen en te schrijven.
2
ontdekkenmarkt
erwt
spaghetti
gezamenlijkambtenaar
voortdurendyoghurt
Maak samenstellingen met de woorden uit de eerste kolom en de woorden uit de tweede kolom. Schrijf ze nog eens volledig op en kleur de medeklinker die je niet duidelijk uitspreekt.Let op het tussenstukje in samenstellingen!
gezicht duizend
erwten reiziger
vruchten crème
ontdekking yoghurt
honderd soep
3
Welke letters ontbreken? Schrijf de woorden juist op.enig ins - er ensoep - spa ettisaus - tweedehan auto - zach jes - han oek - gezame lijk - am enaar - yo urtijs - biblio eek
Kies een woord uit de lijst hierboven en maak een goede zin. In de zin moet de betekenis van het woord duidelijk worden.
4
ontdekken ambtenaar
erwt
spaghetti
gezamenlijk
voortdurendyoghurt
markt
ont� kkings« izi¢ rhon� rdduiÒ nd
vruch ̧nyoghurterw× nsœ p� zichtsc« µ � zichtsc« µ � zichtsc« µ � zichtsc« µ � zichtsc« µ � zichtsc« µ � zichtsc« µ � zichtsc« µ � zichtsc« µ erw× nsœ perw× nsœ perw× nsœ perw× nsœ pvruch ̧nyoghurtvruch ̧nyoghurtvruch ̧nyoghurtvruch ̧nyoghurtvruch ̧nyoghurtvruch ̧nyoghurtont� kkings« izi¢ ront� kkings« izi¢ ront� kkings« izi¢ ront� kkings« izi¢ ront� kkings« izi¢ ront� kkings« izi¢ rvruch ̧nyoghurtont� kkings« izi¢ ront� kkings« izi¢ rhon� rdduiÒ ndhon� rdduiÒ ndhon� rdduiÒ ndhon� rdduiÒ ndont� kkings« izi¢ ront� kkings« izi¢ rhon� rdduiÒ ndont� kkings« izi¢ ront� kkings« izi¢ r
szdd bt thghn
wt gh ds t
enigszins - erw× nsœ p - spagה ttisaus - tÜ � handsauto - zachtÞ s - handdœ k - � za� nlij k - amb× naar - yoghurtij s - bibliotá k
voorbeeldoplossing
In Ä win ̧r smaakt » n kop erw× nsœ p ã rlij k!
41
cultuur
op verkenning uitleg aan de slag terugkijken
Klaar? Kies een extra opdracht achteraan in je werkboek.
Los de kruiswoordpuzzel op.
Horizontaal 3. Columbus is er één. 6. een beschrijving van scènes in een film
Verticaal 1. altijd, constant, steeds 2. iemand die bij de gemeente
of de overheid werkt 4. buiten westen 5. het tegengestelde van
apart, alleen
5
Vul de woorden aan met een of twee letters. Schrijf ze daarna nog eens op.
Mijn oom vestigde een grappig wereldreco .
De am enaar geeft me mijn nieuwe identiteitskaart.
Dit werk moeten we gezam lijk tot een goed einde brengen.
Waarom zit je voor urend te mokken?
Wat eet je het liefst: er ensoep, spa etti of yo urt?
6
Maak een grappige zin met zo veel mogelijk woorden uit deze les! Lees de zin voor aan je klasgenoot. Herhaal daarna de woorden uit de les. Je klasgenoot schrijft die woorden op.
7
1
2
3 4 5
_ 6
voort
a dm ub r
o n t d e k k i n g s r e i z i g e re n e nn o z da c aa k mr s c e n a r i o
o nu lt i
jk
� « ld« cordamb× naar� za� nlij kvoortdu« nd
erw× nsœ p spagה tti yoghurt
rd bt en td wt gh gh
42
Zie zo Spellingblok 7 5
België, mijn kleine land!
Schrijf de woorden in de juiste kolom. De woorden hebben allemaal met België te maken.Antwerpen, Brussel, Duits, Duitsland, Frankrijk, Frans, Luik, Maas, Nederland, Ourthe, Nederlands, Schelde
buurlanden steden talen rivieren
1
Schrijf bij deze aardrijkskundige namen de bijvoeglijke naamwoorden op.
Friesland een paard Oost- Vlaanderen een meisje
België een biertje Noorwegen de fjorden
Berlijn de muur West-Europa een land
Italië de vlag Antwerpen de ringweg
3
Wat ga je doen?Je leert hoofdletters in windstreken, eigennamen en aardrijkskundige namen juist gebruiken.
op verkenning uitleg aan de slag terugkijken
op verkenning uitleg aan de slag terugkijken
Lees verder op kaart R10.
op verkenning uitleg aan de slag terugkijken
Aardrijkskundige namen zoals landen, dorpen, bergen en rivieren schrijf je met een hoofdletter. Samenstellingen of afleidingen van aardrijkskundige namen krijgen ook een hoofdletter.
2
!
Zijn er in onze klas kinderen die thuis een andere taal spreken? Zo ja, vul de gegevens in.
leerling:
4
leerling:
leerling:
DuitslandFrankrij kæ � rland
Ant� rפ nBrus� lLuik
DuitsFransæ � rlands
MaasOurtה Scה l�
í st-Euroï sð rlij nñ Ant� rpñ Italiaanñ
Noorñ ð lgischOost-VlaamsFr� s
43
cultuur
Schrijf de zinnen over en schrijf alleen hoofdletters waar nodig.5
Kleur alle woorden die je altijd met een hoofdletter moet schrijven. Twijfel je? Dan mag je uitlegkaart R10 gebruiken.
Noord- Amerika
Karima Azië Wereld Chinese Robert Turkse
Boterham Radio KerstmisAnne- Marie
MaanAtlantische
OceaanPasen
Schelde Gent Russische Juf Tunesië Zon Columbus
Suikerfeest Paasei Kerstbal Zwarte Zee Barcelona Kerstman Mei
6
op verkenning uitleg aan de slag terugkijken
Klaar? Kies een extra opdracht achteraan in je werkboek.
Bekijk deze zinnen.1. Hij woont ergens in het oosten van India.2. Hij houdt erg van muziek uit het Oosten.
Waarom schrijf je oosten in zin 1 en Oosten in zin 2?
7
IN DE ZOMER HEBBEN WE EEN BEZOEK GEPLAND AAN ZEEBRUGGE.
HET EILAND SICILIË BEHOORT TOT ITALIË.
OP ZATERDAG GA IK MEESTAL NAAR DE MARKT.
WE REDEN MET DE FIETS OVER DE KEMMELBERG EN BEREIKTEN ZO DE WAALSE PROVINCIE HENEGOUWEN.
TURKIJE LIGT TEN OOSTEN VAN ZUID-EUROPA.
EEN ANDERE NAAM VOOR BRUGGE IS VENETIE VAN HET NOORDEN.
In Ä zoõ r ה bö n ÷ » n  zœ k � pland aan ø brugù .
ú t eiland Sicilû ü Â hoort tot Italû .ú t eiland Sicilû ú t eiland Sicilû ü Â hoort tot Italû ü Â hoort tot Italû ú t eiland Sicilû ú t eiland Sicilû ü Â hoort tot Italû ü Â hoort tot Italû ü Â hoort tot Italû ü Â hoort tot Italû ü Â hoort tot Italû ü Â hoort tot Italû ü Â hoort tot Italû ü Â hoort tot Italû
Op za ̧rdag ga ik þ stal naar Ä markt.
ÿ � � n ª t Ä f� ts o r Ä } m� l| rg en  « ik ̧n zo Ä Waalñ provincû ú ¡ gou� n.
Turk] ligt ^n oos¸n van Zuid-Europa.
? n an� ¬ naam voor Brugù is < ¡ tû van ה t Noor� n.? n an� ¬ naam voor Brugù is < ¡ tû ? n an� ¬ naam voor Brugù is < ¡ tû van ה t Noor� n. van ה t Noor� n.? n an� ¬ naam voor Brugù is < ¡ tû ? n an� ¬ naam voor Brugù is < ¡ tû van ה t Noor� n. van ה t Noor� n.? n an� ¬ naam voor Brugù is < ¡ tû ? n an� ¬ naam voor Brugù is < ¡ tû
Noord- Amerika
Schelde
Suikerfeest
Karima
Gent
Azië
Kerstmis
Russische
Anne- Marie
Zwarte Zee
Chinese
Tunesië
Barcelona
Robert
Atlantische Oceaan
Turkse
Pasen
Columbus
oos ̧n: windrichtin¢ n schrij ;n ÷ ª t » n k ̄i± ¦ t ̧rOos ̧n: Oos ̧n = Azû Oos ̧n: Oos ̧n = Azû Oos ̧n: Oos ̧n = Azû oos ̧n: windrichtin¢ n schrij ;n ÷ ª t » n k ̄i± ¦ t ̧roos ̧n: windrichtin¢ n schrij ;n ÷ ª t » n k ̄i± ¦ t ̧rOos ̧n: Oos ̧n = Azû oos ̧n: windrichtin¢ n schrij ;n ÷ ª t » n k ̄i± ¦ t ̧roos ̧n: windrichtin¢ n schrij ;n ÷ ª t » n k ̄i± ¦ t ̧roos ̧n: windrichtin¢ n schrij ;n ÷ ª t » n k ̄i± ¦ t ̧roos ̧n: windrichtin¢ n schrij ;n ÷ ª t » n k ̄i± ¦ t ̧roos ̧n: windrichtin¢ n schrij ;n ÷ ª t » n k ̄i± ¦ t ̧roos ̧n: windrichtin¢ n schrij ;n ÷ ª t » n k ̄i± ¦ t ̧rOos ̧n: Oos ̧n = Azû Oos ̧n: Oos ̧n = Azû oos ̧n: windrichtin¢ n schrij ;n ÷ ª t » n k ̄i± ¦ t ̧roos ̧n: windrichtin¢ n schrij ;n ÷ ª t » n k ̄i± ¦ t ̧rOos ̧n: Oos ̧n = Azû oos ̧n: windrichtin¢ n schrij ;n ÷ ª t » n k ̄i± ¦ t ̧roos ̧n: windrichtin¢ n schrij ;n ÷ ª t » n k ̄i± ¦ t ̧rOos ̧n: Oos ̧n = Azû Oos ̧n: Oos ̧n = Azû
44
Zie zo Spellingblok 7 6
Maak goede samenstellingen. Geef de woorden die bij elkaar horen dezelfde kleur. Opgelet! Bij sommige woorden heb je tussenstukjes nodig.
1
Vul in: é, ê, er of ier. Schrijf de woorden nog eens op.
We zijn uitgenodigd voor een deftig din .
Het caf op de hoek bestaat al dertig jaar.
We hebben in de klas een enqu te gehouden.
In zijn atel staan nog veel meer schilderijen.
Niemand mag daar komen. Die ruimte is priv .
2
Maak de woorden af met een of twee letters. Schrijf de woorden nog eens op.
Zo! Nu wil ik eerst mijn laarzen ui rekken!
Moet je die diepvriespizza eerst on ooien?
Waarom kra je toch steeds aan je neus?
We eten spa etti met een Italiaanse saus.
Linzen, er en en bonen zijn peulvruchten.
3
Wat ga je doen?Je oefent met de woorden van blok 7.
op verkenning uitleg aan de slag terugkijken
stoel
boek
ei
pinda
kaas
geluk
tas
limonade
fles
leuning
spel
chef
kip
station
Klaar? Kies een extra opdracht achteraan in je werkboek.
di¡ rca ́enq· ¥ a ̧l� rpri²
ca ́ca ́ca ́ca ́enq· ¥ enq· ¥ pri² pri²
uitt« k� nontdoo* nkrabspagה ttierw× n
ere te gehouden. ee
e op de hoek bestaat al dertig jaar. eeº r
eee
tttd
bgh
wt
stoelstoelstoelstoel
leuningleuning
kipei fles
limonadelimonade
pindapindapinda
kaas
gelukgelukgelukgelukgelukgelukgelukgelukgelukgelukgelukgelukgelukgelukgelukgelukgelukgelukgelukgelukgelukgelukgelukgelukgelukgelukgelukgelukgelukgelukgelukgelukgelukgelukgelukgelukgelukgelukgelukgelukgelukgelukgelukgelukgelukgelukgelukgelukgelukgelukgelukgelukgelukgelukgelukgelukgelukgelukgelukgelukgelukgelukgelukgelukgelukgelukgelukgelukgelukgelukgelukgelukgelukgelukgelukgelukgelukgelukgelukgelukgelukgelukgelukgelukgelukgelukgelukgelukgelukgelukgelukgelukgelukgelukgelukgelukgelukgelukgelukgelukgelukgelukgelukgelukgelukgelukgelukgelukgelukgelukgelukgelukgelukgelukgelukgelukgelukgelukgelukgelukgelukgelukgelukgeluk
spelspelspelspelspelspelspelspelspelspelspelspelspelspelspelspelspelspelspelspelspelspelspelspelspelspelspelspelspelspelspelspelspelspelspelspelspelspelspelspelspelspelspelspelspelspelspelspelspelspelspelspelspelspelspelspelspelspelspelspelspelspelspelspelspelspelspelspelspelspelspelspelspelspelspelspelspelspelspelspelspelspelspelspelspelspelspel
45
cultuur
Zo schrijf ik het juist!
Neem om de beurt een kaartje uit het zakje. Kies een van de twee woorden van het kaartje en bedenk er een zin bij. Vertel de zin aan je klasgenoot en zeg om welk woord het gaat. Je klasgenoot schrijft dat woord op. Controleer het antwoord meteen. Is het antwoord goed gespeld? Dan mag je klasgenoot een trede omhoog op de ladder. Doe het kaartje terug in het zakje en schud de kaartjes door elkaar. Ga zo door tot je allebei boven aan de ladder bent.
4
Je wordt ontdekkingsreiziger! Verzin een naam voor je personage en verover de wereld. Gebruik een atlas. Schrijf jouw route op in zinnen. Dicteer je route daarna aan je buur.
5
Klaar? Kies een extra opdracht achteraan in je werkboek.
46