21a stralendgezond
TRANSCRIPT
Radioactieve straling
6. Stralend gezond
6.1 Radioactieve straling: altijd en overal
Natuurlijke radioactiviteit – overal aanwezig
Kunstmatige radioactiviteit
Radioactieve straling
6.1.1 Wat is radioactiviteit?
1 De ontdekking van radioactiviteit
In 1896 ontdekte Becquerel dat een bepaald uraniumerts een zwarting veroorzaakte op een fotografische plaat.
Zwarting van fotografische plaat door uraniumerts
Radioactieve straling
1 De ontdekking van radioactiviteit – vervolg
Pierre en Marie Curie konden in 1898 uit het uraniumerts twee elementen afzonderen die tot dan toe nog onbekend waren: radium en polonium.
Deze elementen zijn verantwoordelijk voor de zwarting van de fotografische plaat door het spontaan uitzenden van onzichtbare straling.
Radioactieve straling
1 De ontdekking van radioactiviteit – vervolg
De straling werd veroorzaakt door natuurlijke kernreacties
Het aantal protonen en/of neutronen in de kern verandert ! er ontstaan andere atoomkernen.
Atoomkernen die zich spontaan of gedwongen omzetten in andere atoomkernen en daarbij energierijke straling uitzenden zijn radioactief. Het verschijnsel noemt men radioactiviteit.
Radioactiviteit is een natuurlijk verschijnsel.
Radioactieve straling
6.1.2 Waarom zijn sommige elementen radioactief?
1 Isotopen en nucliden
Een atoom bestaat uit 3 elementaire deeltjes - protonen - neutronen - elektronen
Z = atoomnummer= ladingsgetal
A = massagetal
A = Z + N
N = neutronental
Periodiek systeem der elementen
Radioactieve straling
1 Isotopen en nucliden – vervolg
Isotopen hebben hetzelfde atoomnummer (of ladingsgetal) en kernlading, maar verschillen in het aantal neutronen
… protonen
… neutronen
… elektronen
… protonen
… neutronen
… elektronen
3
3
4
… protonen
… neutronen
… elektronen
3
3
3 3
3
5
Isotopen van een element hebben hetzelfde atoomnummer Z en dus hetzelfde aantal protonen, zijn chemisch identiek maar verschillen in kernmassa door een verschillend aantal neutronen, hebben dus een verschillend massagetal A.
Woordverklaring – iso = gelijk en topos = plaats (PSE)
Radioactieve straling
1 Isotopen en nucliden – vervolg
Nuclide – de verschillende atoomkernen
In totaal bijna driehonderd niet-radioactieve nucliden
Voorstelling – protonen, neutronen, elektronen
Radioactieve straling
Opgaven Opgave 1Onderstaande tabel bevat een aantal gegevens van isotopen. Vul deze tabel aan. Maak gebruik van het Periodiek Systeem der Elementen
Element Nuclide Atoomnummer ZMassagetal
AAantal p+ Aantal n0 Aantal e-
.. ... ..
88 38
.. ... 65
159
.. ... ..
86 136
38 5038Sr Sr8838
65 659465Tb Tb15965
86 86222Rn Rn22286
Terbium
Radioactieve straling
Opgaven Opgave 2
Welk element met massagetal 60 bezit 33 neutronen in de kern?
Uit Z+N=A volgt A-N=Z, dus 60-33=27, dus Co
Radioactieve straling
2 Radioactieve isotopen
Vergelijk voor de volgende atomen het aantal neutronen ten opzichte van het aantal protonen.
18 neutronen: groter aantal dan 17 protonen
42 neutronen: groter aantal dan 30 protonen
89 neutronen: groter aantal dan 55 protonen
Besluit
Bij toenemend atoomnummer komen er steeds meer neutronen voor ten opzichte van het aantal protonen.
Radioactieve straling
2 Radioactieve isotopen – vervolg
Stabiliteitscurve
Puntjes ! kernen
Volle lijn ! aantal protonen = aantal neutronen
Kern ! sterke kernkrachten tussen neutronen en protonen
stabiliteit
Verhouding protonen/neutronen onevenwichtig
Uitstralen straling = radioactiviteit
Radio-isotopen = atomen die straling uitzenden
• Natuurlijke radio-isotopen – radioactieve atomen zonder toedoen van de mens • Kunstmatige radio-isotopen – door kernreacties opgewekt door toedoen van de mens
Radioactieve straling
6.1.3 Is alle radioactieve straling van dezelfde aard?
Drie vormen van radioactieve straling – - (alpha), -(beta) of - (gamma) stralen
Besluiten
α-stralen dragen een lading positieve
stralen dragen een lading negatieve
α-stralen komen overeen met He-kernen
β-stralen overeenkomen met elektronen
γ-stralen zijn te vergelijken met röntgenstraling
Radioactieve straling
6.1.4 Wat gebeurt er in het atoom bij uitzending van radioactieve straling?
Drie soorten kernreacties waarbij de samenstelling van atoomkernen wijzigt
- de transmutatiereacties- de kernfusie of kernversmelting- de kernfissie of kernsplijting
1 Transmutatiereacties
Natuurlijke transmutaties - de atoomkern wijzigt zich doordat het spontaan een of -deeltje uitzendt
Kunstmatige transmutaties - de atoomkern wordt beschoten met -deeltjes, neutronen, protonen, …
Radioactieve straling
Voorbeelden van natuurlijke transmutaties
- het uitzenden van α-straling
- het uitzenden van -straling
1 Transmutatiereacties – vervolg
- het uitzenden van -straling
Voorbeeld van een kunstmatig opgewekte transmutatie
Ontdekking van het proton door Rutherford in 1919
Radioactieve straling
2 Kernfusie of kernversmelting – vervolg
Kunstmatige kernfusiereacties
Andrei Sakharov (1921-1989 )
waterstofbom
Radioactieve straling
3 Kernfissie of kernsplijting
Zware kernen
Splijtingsproducten
Secundaire neutronen
veroorzaakt een kettingreactie
Radioactieve straling
3 Kernfissie of kernsplijting – vervolg
Vermenigvuldigingsfactor k
k > 1 – ongecontroleerde kettingreactie k = 1 – gecontroleerde kettingreactie
Voorbeeld: U-bom Voorbeeld: kernreactor
Radioactieve straling
3 Kernfissie of kernsplijting – vervolg
Vermenigvuldigingsfactor kk = 1 – gecontroleerde kettingreactie
k > 1 – ongecontroleerde kettingreactie
k < 1 – uitdovende kettingreactie
Radioactieve straling
6.1.5 Hoelang blijft een radioactieve stof stralen
Het begrip halfwaardetijd T1/2
Radioactieve straling
Toepassingsgebied Halveringstijd
Jodium-123 nucleaire geneeskunde: diagnostiek 13 uur
Iridium-192 nucleaire geneeskunde: therapie 74 dagen
Kobalt-60 nucleaire geneeskunde: therapie 5,27 jaar
Cesium-137 nucleaire geneeskunde: therapie 30 jaar
Koolstof-14 ouderdomsbepaling van materialen 5.730 jaar
Plutonium-239 productie kernbrandstof 24.065 jaar
Uranium-235 productie kernbrandstof 704.000.000 jaar
6.1.5 Hoelang blijft een radioactieve stof stralen – vervolg
Radioactieve straling
6.1.6 Hoe gevaarlijk is radioactieve straling?
Afhankelijk van de stralingsdosis
http://www.nirond.be/
Duur van de blootstelling Afstand tot de bron Afscherming en insluiting
Radioactieve straling
Enkele begrippen
De sterkte of stralingsactiviteit A wordt gemeten in becquerel (Bq)
De eenheid die de schadelijke invloed van straling op weefsels weergeeft is de sievert = Sv
6.1.6 Hoe gevaarlijk is radioactieve straling? – vervolg
Radioactieve straling
6.1.7 Hoe beschermen tegen radioactieve straling?
Bescherming tegen besmetting
Tjernobyl 1986
- Geen besmet voedsel eten- Jodium tabletten innemen
Radioactieve straling
6.1.7 Hoe beschermen tegen radioactieve straling?
Bescherming tegen bestraling
1. De duur van blootstelling beperken
2. De afstand tot de stralingsbron zo groot mogelijk houden
3. De stralingsbron of jezelf afschermen
Radioactieve straling
6.2 Toepassingen van radioactiviteit
6.2.1 Gezondheid en voeding
1 Radiotherapie: kankerbestrijding
2 Sterilisatie
Bacteriën doden
Medisch materiaal ontsmetten
Radioactieve straling
3 Medische beeldvorming
6.2.1 Gezondheid en voeding – vervolg
Welke soort straling wordt er best gebruikt voor beeldvorming in de geneeskunde en waarom?
Zwakke gammastraling omdat ze minst ioniserend zijn en door hun doordringend vermogen gemakkelijker het lichaam kunnen verlaten.
Scan van de schildklier Botscan