warmtenetwerk magazine lente 2016
Post on 27-Jul-2016
224 Views
Preview:
DESCRIPTION
TRANSCRIPT
WARMTENETWERK MAGAZINE
NR 24. LENTE 2016
Warmteleiding onder het Noordzeekanaal Minister Kamp presenteert Energierapport in PijnackerDe visie van Stientje van Veldhoven op warmtenetten
3 Column: De stand bij Nederland-België is nu 5-8
4 Nieuwe deelnemers
5 Kamp presenteert Energierapport in Pijnacker
6 Wat zegt het Energierapport over warmte?
8 Wereldprimeur voor Pijnacker
12 Warmtenetwerk Vlaanderen onafhankelijk
14 Noorderwarmte kruist Noorzeekanaal
16 Ontwikkeling warmtenetten vraagt om krachtige maatregelen
18 Precariobelasting op ondergrondse nutsnetwerken
20 Internationale belangstelling voor Nederlandse warmtenetten
21 Jaarbijeenkomst 2016
22 Deelnemersoverzicht
23 Agenda en colofon
2 WARMTENETWERK MAGAZINE
Inhoud
Omslagfoto:
De boorlocatie aan het Noordzeekanaal vlakbij de Coentunnel
voor de warmtetransportleiding naar Amsterdam-Noord
(foto Jorrit Lousberg, NUON)
NR 24. LENTE 2016 3
Als je in een Amsterdamse kroeg aan de borreltafel zit,
dan is de situatie met Europa zo helder als jenever: ‘Wij,
Hollanders, zijn het braafste jongetje van de klas.’ Helaas,
als het gaat om duurzame energie dan zijn we helemaal
niet het braafste jongetje van de klas. Sterker nog: het
schoolhoofd heeft op ons rapport een vette onvoldoende
gezet en ons een waarschuwing gegeven. Als geheel is de
EU keurig onderweg naar het doel om in 2020 20% van
het energieverbruik uit hernieuwbare bronnen te halen.
Maar wij blijven heel erg achter en het is onwaarschijn-
lijk dat we een diploma krijgen. De braafste jongetjes
van de klas zijn Finland, Zweden, Bulgarije, Tsjechië,
Italië, Estland, Litouwen en Roemenië. Die hebben hun
afspraak voor 2020 nu al gehaald, terwijl Denemarken
en Oostenrijk nog maar één procentpuntje hoeven toe
te voegen.
In Zweden komt volgens de statistieken van de EU nu
al 52,6% van het energieverbruik uit hernieuwbare
bronnen. Deze Europese koploper is door niemand in te
halen. Luxemburg bungelt met 4,5% helemaal onderaan
in de ranglijst, dan komen Malta met 4,7%, Nederland
met 5,5% en het Verenigd Koninkrijk met 7,0%. Omdat
Nederland bij het maken van de afspraken destijds al
heel weinig duurzame energie produceerde, hoefde
ons land niet te voldoen aan het gemiddelde van 20%
maar was Brussel tevreden met 14 % in 2020. We keken
een beetje besmuikt naar de afspraak van buurland
België met de EU, want dat hoefde maar 13% in 2020 te
bereiken. Nu moeten we afscheid nemen van nog zo’n
borreltafelidee. De Belgen zijn ons in de statistiek van
IntroductieHet doel van de in 2008 opgerichte stichting Warmtenetwerk
is een duurzame warmte- en koudevoorziening in Nederland
en Vlaanderen.
Met het Warmtenetwerk Magazine willen we u kennis laten
maken met de ontwikkelingen en mogelijkheden van warmte-
en koudenetten en met het netwerk aan spelers op dit gebied.
Meer dan tweehonderd organisaties nemen deel aan het
Warmtenetwerk. _
de EU ruimschoots gepasseerd. Ze zaten in 2014 op 8%
tegenover de Hollandse 5,5%. Hoe hebben ze dat toch
voor elkaar gekregen?
De Europese statistieken geven geen uitsluitsel maar
er is iets meer detail beschikbaar. In België wekte
men in 2004 1,7% van de verbruikte elektriciteit op uit
duurzame bronnen en in 2014 was dat 13,4%, terwijl
Nederland in dezelfde periode van 4,4 naar 10 ging.
Bij warmte en koude gingen de Belgen van 2,9 naar
7,8 en de Nederlanders van 2,2 naar 5,2%. Alleen bij
de transportbrandstoffen deed Nederland het een tikje
beter dan België.
In het kader van haar Energierapport liet het Nederlandse
ministerie van EZ een publieksonderzoek doen. Hieruit
bleek dat Nederlanders het aandeel duurzaam in het
totale energieverbruik zwaar overschatten. Uit de
enquête blijkt verder dat de bevolking de rijksoverheid
en de energiebedrijven als hoofdverantwoordelijken ziet
voor de productie van duurzame energie. Maar in het
Energierapport geeft de rijksoverheid zich vooral een
faciliterende rol. Voor de energiebedrijven kan ik het
wel invullen: als de klant niet extra betaalt voor groen
dan moet de overheid de onrendabele top subsidiëren.
Misschien is het een idee om eens in Pijnacker te kijken
wat samenwerking oplevert. _
Klaas de Jong
De stand bij Nederland-België is nu 5-8
WARMTENETWERK
meer comfort met minder fossiele energie
De burgers zien duurzame energie als
taak van de overheid maar die ziet voor
zichzelf slechts een faciliterende rol
4 WARMTENETWERK MAGAZINE
Nieuwe deelnemers
Eco Ketelservice VerhuurEco Ketelservice Verhuur, opgericht in 1983, is
inmiddels uitgegroeid tot één van de grootste
leveranciers van tijdelijke energievoorzieningen
in Europa. De verhuurvloot omvat op dit moment
meer dan 380 moderne, CE-gecertificeerde
installaties in een groot aantal uitvoeringen.
De huurvloot omvat stoom-, heetwater- en
warmwaterinstallaties, ontgassers, automatische
expansie-inrichtingen, olietankcontainers, voeding-
watertanks, waterontharders alsmede economisers.
De gezamenlijke capaciteit van de verhuur-
installaties bedraagt 590 ton stoom per uur en 640
MW warm- en/of heetwaterketels.
De verhuur van tijdelijke ketels bij de ontwikke-
ling van het warmtenet in de bestaande bouw in
Dordrecht is een mooi voorbeeld van wat het
Tilburgse familiebedrijf aan warmtebedrijven kan
bieden.
www.eco-steamandheating.com
Roseboom EdeHet aannemersbedrijf Roseboom Ede is actief in
grond- weg- en waterbouw, sloop en bodemsanering;
het transportbedrijf doet verticaal transport, zwaar
transport en industriële verhuizingen.
In 2013 startte Roseboom Ede met de aanleg van
warmtenetten. Samen met Nijkamp heeft men voor
Bio Warmte De Vallei over een tracé met een lengte
van vijf kilometer warmteleidingen gelegd in de wijken
Veldhuizen en Kernhem. Op YouTube is een film van dit
project te zien.
Roseboom Ede maakt deel uit van Warmte Service
Ede dat het onderhoud en beheer verzorgt van het
warmtenet in Ede.
www.roseboomede.nl
In het eerste kwartaal van 2016 zijn de
volgende organisaties deelnemer geworden van
Warmtenetwerk Nederland en/of Vlaanderen:
Gemeente LingewaardDe gemeente Lingewaard is een middelgrote gemeente
tussen Arnhem en Nijmegen. In het kader van het
recent geactualiseerde duurzaamheidsbeleid en de
aanwezigheid van een groot provinciaal glastuinbouw-
ontwikkelingsgebied (NEXTGarden) wordt onder
andere volop ingestoken op het tot stand brengen
van een regionaal warmtenet. Hierbij zullen de
bestaande stadswarmtenetten in Arnhem en Nijmegen
gekoppeld worden via de gemeenten Lingewaard en
Overbetuwe, met het tuinbouwgebied NEXTGarden als
belangrijke afnemer, leverancier en buffer van warmte.
Door te investeren in duurzame energieproductie en
energietransport kan het tuinbouwgebied NEXTGarden
economisch worden versterkt. De provincie Gelderland,
NUON en Alliander zijn bereid in deze regionale
warmte-infrastructuur te investeren.
www.lingewaard.nl
CasquoStudiebureau Casquo heeft als hoofdactiviteiten energie-
verslaglegging en veiligheidscoördinatie in de bouwsector.
Studiebureau Casquo maakt energieprestatiecertificaten
voor bestaande woningen, nieuwbouw en publieke gebou-
wen in Vlaanderen. Naast deze energieverslaglegging
verzorgt het bureau veiligheidscoördinatie in de bouw,
bouwbegeleiding, landmeten, plaatsbeschrijvingen en
visualisatie van gebouwen in 3D.
Casquo is gevestigd in Waregem.
www.casquo.be
Steun duurzame warmteBent u ook betrokken bij warmte- en koudenetten
en/of wilt u een bijdrage leveren aan een effectieve
infrastructuur voor warmte en koude? Neem dan
deel aan Warmtenetwerk.
Stuur voor meer informatie over inschrijven,
contributie en overige voordelen een e-mail naar
info@warmtenetwerk.nl of jo.neyens@ode.be
NR 24. LENTE 2016 5
Kamp presenteert Energierapport in Pijnacker
Eind januari stuurde minister Henk Kamp een
belangrijk document naar de Tweede Kamer: het
Energierapport. Kamp presenteerde dit rapport over
de transitie naar een duurzame energievoorziening
in de kassen van potplantenkwekerij Ammerlaan The
Green Innovator (TGI) te Pijnacker. Hernieuwbare
warmte speelt een hoofdrol in het Energierapport en
de keus voor deze locatie sloot daar perfect bij aan.
De gebroeders Ammerlaan zijn ware pioniers op het
gebied van groene warmte met hun geothermiebron.
En wat heel belangrijk is: ze delen die warmte met
hun omgeving! Kamp kon dan ook zien en voelen hoe
de levering van aardwarmte van een kas naar een
zestiental appartementenflats in Pijnacker-Noord
werkt. De gemeente Pijnacker-Nootdorp en het
Programmabureau Warmte Koude Zuid-Holland zijn
ook voorbeelden van hoe je op regionaal niveau de
ontwikkelingen naar duurzaamheid beleidsmatig kunt
ondersteunen.
Wat zegt het Energierapport over warmte?Elke regio een warmteplanDe verwarming van gebouwen in Nederland moet
overschakelen van aardgas naar duurzame energie. In
het Energierapport worden drie opties aangegeven.
Ten eerste zijn er individuele oplossingen met warmte-
pompen, zonnecollectoren en houtketels. Ten tweede is
er de collectieve oplossing in de vorm van warmtenetten
met duurzame bronnen en ten derde is er groen gas. Bij
de laatste optie blijft de aardgasinfrastructuur in stand.
Bij het ministerie van EZ maakt men geen keuzes. Dat
past in het beleid om alle opties open te houden. De
oplossingen moeten op lokaal niveau worden bedacht,
stelt men in het rapport. Door regionale warmteplannen
te maken, kunnen die keuzes onderbouwd worden
genomen.
Hoe de Europese verplichtingen om tot een energie-
neutrale gebouwde omgeving in 2050 wordt bereikt,
maakt het Energierapport nog niet duidelijk. In het
rapport beperkt men zich tot de opmerkingen dat de
overheid faciliteert en bewaakt.
6 WARMTENETWERK MAGAZINE
EZ maakt in het Energierapport geen keuzes maar houdt alle opties open
Het Energierapport behandelt alle aspecten van
energie in Nederland. Warmte is een belangrijk
onderdeel dat is gesplitst in ruimteverwarming
en proceswarmte in de industrie.
Vier energiefunctieHet Energierapport maakt een onderscheid in hoe
wij energie gebruiken in vier zogenoemde energie-
functies: energie wordt gebruikt voor ruimtever-
warming, voor proces-warmte in de industrie, voor
vervoer en voor kracht en licht. ‘Dit maakt onze
energievraag inzichtelijk en helpt ons focus te houden
in de energietransitie. Zo kunnen we bepalen op welk
vlak actie nodig is om de transitie naar een duurzame
energievoorziening te realiseren. Per energiefunctie
zal de reductie van CO2 – het zogenoemde transitiepad
– verschillend verlopen. Verwarming van huizen vraagt
bijvoorbeeld om andere duurzame oplossingen dan
vervoer. Dit heeft te maken met de beschikbaarheid
van noodzakelijke innovaties, de mate van afhanke-
lijkheid van het buitenland en het aantal en soort
partijen dat een rol speelt. Per energiefunctie is dus
een andere aanpak gewenst.’
Resultaten van het publieksonderzoek dat EZ liet doen
NR 24. LENTE 2016 7
Geen innovatie bij warmtenetten?Uiteraard besteedt men in het Energierapport aandacht
aan innovatie en is er aandacht voor Nederlandse
bedrijven. Maar men is ook niet vies van buitenlandse
technologie. Onder het kopje Innovatieve kansen voor
Nederland benutten staat: ‘Voor de energietransitie
binnen Nederland willen we zowel gebruik maken van
technieken die in Nederland ontwikkeld worden als
profiteren van buitenlandse technologische ontwikke-
lingen. Het kabinet wil versterkt inzetten op innovatie
op die terreinen waar Nederlandse kennisinstellingen en
bedrijven een belangrijke toegevoegde waarde kunnen
leveren.’
Als voorbeelden van toegevoegde waarde vanuit het
Nederlandse bedrijfsleven noemt men de fundatie- en
bouwtechniek bij windparken op zee en de fabricage
van machines voor de productie van onderdelen van
zonnepanelen. Helaas lijkt EZ nog niet veel zicht te
hebben op de toegevoegde waarde van Nederlandse
bedrijven bij warmtenetten. Hadden ze maar steeds ons
Warmtenetwerk Magazine gelezen. Daar staan mooie
voorbeelden in. Maar misschien zijn onze deelnemers
wel te bescheiden om zich in Den Haag te profileren.
Ministerie zoekt de dialoogIn het rapport wordt een dialoog over het bereiken van
de doelen aangekondigd:
‘Burgers, bedrijven, andere overheden en maatschap-
pelijke organisaties worden met het Energierapport uitge-
nodigd om deel te nemen aan een dialoog. Deze dialoog
biedt de deelnemers volop gelegenheid hun visie op de
toekomstige energievoorziening te geven. Daarbij krijgen
zij ook de vraag voorgelegd welke stappen nodig zijn, in
het bijzonder binnen de verschillende energiefuncties,
en wie welke inzet daarvoor pleegt. Op die manier zal
de Energiedialoog bijdragen aan de vormgeving van de
energietransitie. De dialoog zorgt voor essentiële inbreng
voor een beleidsagenda. Het kabinet zal bij de formu-
lering van de agenda de ideeën, stappen en aanscher-
pingen steeds toetsen aan de mate waarin zij bijdragen
aan de CO2-arme energievoorziening in 2050, waarin zij
passen binnen een betaalbare, betrouwbare en veilige
energievoorziening, waarin zij een bijdrage leveren aan
de versterking van de economische structuur en waarin
zij inpasbaar zijn in de omgeving. Daarnaast is de dialoog
gericht op bewustwording van de energie¬transitie. Het
kabinet brengt de beleidsagenda tegelijkertijd met de
evaluatie van het Energieakkoord in het najaar van 2016
uit. De Energiedialoog zal zoveel mogelijk aansluiten op
reeds bestaande initiatieven.’
Meedoen aan de dialoogOp de website www.rijksoverheid.nl is onder de knop
Doe mee de dialoog Energie Duurzaam 2050 te vinden.
Op deze pagina kunt u zich aanmelden voor deelname
aan de dialoog en kunt u de basisdocumenten van het
SER-Energieakkoord en het advies van de Raad voor de
Leefomgeving vinden. Het Energierapport zelf is ook
beschikbaar op deze site. _
EZ kent de innovatieve ondernemers in de warmtesector niet; zijn onze
leden te bescheiden?
Minister Henk Kamp feliciteert
wethouder José van Egmond van
gemeente Pijnacker-Nootdorp
Aandeel duurzame energie
in 2014 en doel 2020 per
lidstaat; Nederland is derde
van rechts en Zweden
helemaal links is de koploper
8 WARMTENETWERK MAGAZINE
een warmtekrachtinstallatie en in 2009 ook weer met
het besluit om te gaan boren naar diepe aardwarmte.
Als pionier krijg je ook te maken met tegenvallers. De
geothermiebron met een diepte van meer dan twee
kilometer leverde in 2011 inderdaad warm water zoals
men verwachtte. Maar met het bronwater kwamen ook
aardolie en methaangas mee omhoog. De winning moest
worden stilgelegd van de dienst Staatstoezicht op de
Mijnen. Er volgde grote verwarring waarbij zelfs een
discussie ontstond over de rechten van de NAM op het
methaangas. Uiteindelijk werden alle problemen opgelost
en nu weet iedereen die actief is met geothermie welke
voorzorgsmaatregelen genomen moeten geworden. Maar
je hebt wel mensen met een pioniersmentaliteit nodig
om niet de moed op te geven maar door te zetten.
Het vrijkomende methaangas is nu niet meer een
probleem maar een brandstof die elektriciteit en warmte
Wereldprimeur voor PijnackerPotplantenkweker als innovatieve warmteleverancier
De warmtebuffer bij Ammerlaan TGI met
daarvoor de tanks voor het afscheiden van
aardolie en methaangas uit het bronwater
In 2011 stond in ons magazine een artikel over de
ontwikkeling van een warmtebeleid van de gemeente
Pijnacker-Nootdorp. Deze gemeente liep daarmee
voorop in Nederland. Met het warmtenet Pijnacker-
Noord heeft men nu een echte wereldprimeur.
Sinds het begin van dit jaar levert Ammerlaan TGI
warmte aan bestaande woningbouw. Ammerlaan
exploiteert een diepe aardwarmtebron waaraan een
wkk op geogas en een industriële warmtepomp zijn
toegevoegd. De potplantenkweker levert warmte aan
collega-tuinders, aan een zwembad, een school en nu
via een woningcorporatie ook aan particulieren.
Pioniersmentaliteit Het glastuinbouwbedrijf Ammerlaan TGI bestaat al
een halve eeuw. De gebroeders Ammerlaan maakten
bijzondere keuzes bij de ontwikkeling van hun bedrijf,
dat nu ongeveer vijfendertig medewerkers heeft.
In plaats van de gebruikelijke teelten als tomaten,
komkommers of rozen koos men voor het pionieren in een
niche: groene planten uit tropische gebieden. In de ruim
vier hectare kassen heeft men nu al 147 verschillende
soorten potplanten beschikbaar voor afnemers uit heel
Europa en het Midden-Oosten.
De Ammerlaans beseften al lang geleden dat
duurzaamheid centraal moet staan. Dat is voor hun
bedrijf een lange en brede keten die begint bij de
leveranciers in de tropen en eindigt bij de levering aan
de afnemers, bedrijven en consumenten.
Energie is in de glastuinbouw een heel belangrijk item.
Ammerlaan was destijds een van de eerste tuinders met
NR 24. LENTE 2016 9
oplevert. Ammerlaan TGI ging zoek naar een duurzame
oplossing voor het geogas. Deze werd gevonden in de
vorm van een warmtekrachtinstallatie die elektriciteit
en warmte opwekt met het methaangas uit geothermie-
bronnen. Deze WKK werd door Adegeest uit Berkel in de
door Ammerlaan zelf ontwikkelde installatie ingepast.
Het was een wereldprimeur, die nu ook door andere
tuinders met een geothermiebron is overgenomen.
Al bij de plannen voor geothermie had men bij
Ammerlaan een bredere visie dan alleen gebruik
van de aardwarmte voor eigen gebruik. Direct na de
boring van de bron werd er een warmteleiding gelegd
naar zwembad De Viergang en het Stanislascollege.
Later volgden leidingen naar een tiental glastuinbouw-
bedrijven in de buurt en in 2015 naar 470 apparte-
menten van de woningcorporatie Rondom Wonen. Het
leveren en factureren van de warmte doet Ammerlaan
TGI zelf, opnieuw pionierswerk voor deze tuinder.
Warmtebeleid gemeente Pijnacker-NootdorpDe ontwikkeling naar tuinders die warmte leveren
aan woonwijken was al voorzien in het warmtebeleid
dat in 2011 onder wethouder José van Egmond werd
vastgesteld.
Voor Van Egmond is het opstellen van een warmtebeleid
een logische zaak ook als je dorpsgemeente bent.
Vanouds draait de economie in deze gemeente om de
glastuinbouw en die sector heeft een grote warmtevraag.
Maar Pijnacker-Nootdorp heeft ook een proces van
verstedelijking doorgemaakt. Een warmtetransitie is
zowel een noodzaak als een kans volgens Van Egmond.
Voor zowel de glastuinbouw als de bewoners is het van
groot belang om voor de toekomst energie betaalbaar
te houden. Geothermie biedt de kans om duurzamer te
worden en tegelijk de energiekosten te beheersen.
Doel van de gemeente is om in 2020 twintig tot dertig
procent minder CO2 uit te stoten en geothermie moet
een groot deel van de reductie verzorgen. De gemeente
participeert niet in projecten maar faciliteert actief
vooral in de initiatieffase. Overigens ziet Van Egmond
nu wel voordelen in participatie want dat maakt meer
sturing mogelijk en kan mislukken van particuliere initia-
Ammerlaan TGI gebruikt het gas in het bronwater om elektriciteit én warmte
op te wekken met een wkk
Warmteverdeler in de
kas van Ammerlaan
10 WARMTENETWERK MAGAZINE
tieven voorkomen. Maar participatie betekent ook grote
financiële risico’s.
Wezenlijk voor succes is dat partners elkaar vertrouwen,
stelt Van Egmond. Bij het geothermieproject van
Ammerlaan TGI was dat het geval. De gemeente
heeft in dit project niet alleen een faciliterende rol
gespeeld maar is ook afnemer van warmte. Het gemeen-
telijk zwembad is vanaf het begin aangesloten op het
warmtenet van Ammerlaan TGI. Om maximaal gebruik te
maken van deze duurzame warmte heeft de gemeente
extra investeringen gedaan in de technische installatie
van het zwembad. Dat levert nu een grote reductie van
de emissie van CO2 op. Een fraai bijkomend voordeel
is dat het zwembad twintig procent minder energie
verbruikt doordat de verwarmingsinstallatie beter is
ingeregeld.
Met de aansluiting van 470 appartementen op de
warmte van Ammerlaan TGI is een grote stap voorwaarts
gemaakt. De visie op langere termijn is een koppeling
van lokale warmtenetten met de warmterotonde van de
provincie Zuid-Holland.
Extra warmte uit geothermiebronMet de al aanwezige leveringen aan tuinders, zwembad
en scholen waren er al veel afnemers van warmte uit
de geothermiebron van Ammerlaan TGI. Hoe kun je dan
ook nog eens 470 woningen bedienen? Bij geothermie
gaat het om grote vermogens; er was nog overcapaciteit
en die wordt aangevuld met een innovatieve oplossing
die door Ammerlaan TGI en VB Projects is bedacht. Bij
geothermie wordt het warmtevermogen bepaald door de
hoeveelheid water, die je op kunt pompen, en het verschil
in temperatuur tussen winningsbron en injectiebron. Bij
Ammerlaan TGI is de temperatuur van het bronwater 70 °C;
het water wordt afgekoeld tot 35 °C en dan weer
geïnjecteerd in de bodem. Dat is op zich al heel knap en
alleen mogelijk dankzij het verwarmingssysteem in de
kassen dat met heel lage watertemperaturen kan werken.
Maar als je het water kunt afkoelen tot 20 °C dan neemt
het warmtevermogen met meer dan dertig procent toe!
Bij Ammerlaan TGI is dat gerealiseerd door een grote
warmtepomp te plaatsen die het bronwater afkoelt van
35 naar 20 °C. Het vermogen van de warmtepomp is 3
MW; de machine levert warm water van 60 °C.
De warmte uit de geothermiebron wordt met een tempe-
ratuur van 65 °C via het warmtenet geleverd aan de
flats. Dat is een lagere temperatuur dan het originele
ontwerp van de verwarmingsinstallatie. In de bestaande
flats zou vloerverwarming een te grote ingreep zijn. In
plaats daarvan heeft men de bestaande radiatoren in
woonkamer en keuken vervangen door modellen met
een betere warmteafgifte die het bijkomend voordeel
hebben dat de retourtemperatuur van het cv-water lager
wordt, wat de benutting van de bron ten goede komt.
Aansluiting op bestaande appartementenflatsOm aan 470 appartementen warmte kunnen leveren,
moest Ammerlaan TGI zestien flatgebouwen aansluiten
op haar warmtenet. Woningcorporatie Rondom Wonen
had deze flats in 2008 gerenoveerd, waarbij men bij elke
flat een nieuwe hr-ketel voor de blokverwarming had
geplaatst. Dat maakte aan de ene kant de aansluiting
makkelijk maar aan de andere kant kon geen aansluit-
bijdrage worden gevraagd want de ketels waren nog niet
afgeschreven. In de appartementen hoefde men alleen
de radiatoren in woonkamer en keuken te vervangen.
Voor de bewoners verandert verder eigenlijk niets. Ze
kunnen blijven koken op gas.
Gemeente Pijnacker-Nootdorp was met haar zwembad de eerste warmteklant van Ammerlaan TGI
NR 24. LENTE 2016 11
installatie en warmtebuffer van Ammerlaan zijn groot
genoeg om daar in te voorzien.
Uiteraard moest de warmteprijs voldoen aan de
Warmtewet en wilde Rondom Wonen niet, dat de
bewoners hogere stookkosten zouden krijgen door haar
eigen duurzaamheidsambities. Om dat te bereiken was
een subsidie nodig van één miljoen euro. Stadsgewest
Haaglanden en Kansen voor West maakten met hun
bijdrage het project mogelijk. Als de renovatie gelijk-
tijdig met de aansluiting op warmte was uitgevoerd, dan
had men dit project zonder subsidie kunnen realiseren.
De ruimteverwarming in de 470 appartementen is
energieneutraal en duurzaam voor slechts 4.255 euro per
woning. Door de aardwarmtelevering wordt de uitstoot
van het broeikasgas CO2 met 622 ton per jaar verminderd.
Dit is een reductie van 95%. Naast de verlaging van de
primaire fossiele energie levert het warmtenet een
verbetering van de luchtkwaliteit in Pijnacker-Noord op.
De NOx-emissies van de aardwarmtelevering is 54% lager
dan met de hr-ketels op aardgas. Het energieverlies over
de warmteleidingen in de grond bedraagt slechts enkele
procenten. _
Het wamtenet is aangelegd door VB Projects. Op
verschillende plekken is gebruik gemaakt van horizontale
boringen om obstakels te overbruggen en overlast te
vermijden. Dat specialistische werk is verzorgd door
Welvreugd uit Maasland terwijl het bedrijf Alsemgeest
uit De Lier het laswerk verzorgde.
Duurzame ruimteverwarming zonder meerprijsDe totale investering in het het warmtenet in Pijnacker-
Noord is twee miljoen euro, waarvan 560.000 voor de
warmtepomp, 900.000 voor het warmtedistributienet en
540.000 voor de koppelingen aan de gebouwinstallaties
en radiatorvervanging. Er waren geen investeringen
nodig voor reservevermogen of opvang van pieken in
de warmtevraag. De bestaande ketels, warmtekracht-
Het warmtenet van Ammerlaan TGI levert voor de verwarming van de 470 woningen
een vermindering van CO2 op van 95%
Een delegatie van de gemeente Groningen bezocht
Pijnacker vanwege haar plannen voor geothermie
Het warmtenet
in Pijnacker
Warmtenetwerk Vlaanderen onafhankelijk
12 WARMTENETWERK MAGAZINE
Vanaf 2016 is Warmtenetwerk Vlaanderen van een
werkgroep onder de paraplu van de Nederlandse
stichting Warmtenetwerk een onafhankelijke
organisatie geworden. In de korte geschiedenis van
Warmtenetwerk is er veel bereikt.
GeschiedenisIn het Provinciehuis van Zuid-Holland werd op 1 juli
2008 de oprichtingsbijeenkomst van de stichting
Warmtenetwerk gehouden. Het was een puur
Nederlandse aangelegenheid; aan Vlaanderen dacht men
niet direct. Maar al vrij spoedig meldde MIROM, een
afvalverwerker met een warmtenet in Roeselare, zich aan
als deelnemer. In Vlaanderen waren warmtenetten toen
nog vrijwel onbekend. Behalve in Roeselare kwamen ze
alleen in Brugge en Gent voor. Stad Antwerpen was een
van de eerste partijen die zich met veel belangstelling
oriënteerde op het onderwerp.
In 2010 kwam er een werkgroep Vlaanderen tot stand
die intensief contact had met enkele bestuursleden uit
Nederland. Heel belangrijk was de steun die de trekkers
van de werkgroep Vlaanderen bij de Vlaamse politici
wisten te verwerven. Dat resulteerde op 27 januari 2012
tot een bijeenkomst in het Vlaams parlement te Brussel.
De parlementsleden Michèle Hostekint en Bart Martens
presenteerden daar een voorstel met dertien punten
om een doorbraak te realiseren bij de ontwikkeling van
warmtenetten. De bijeenkomst werd afgesloten met een
warm pleidooi van Freya Van den Bossche, de toenmalige
minister voor economie, energie en wonen.
Het aantal Vlaamse leden groeide snel en er werden
verschillende activiteiten ontwikkeld om knelpunten weg
te nemen. Die bleken vooral in de regelgeving te zitten.
Regelgeving totaal andersBij de eerste vergaderingen met de Nederlandse
bestuursleden bleek al snel dat er grote verschillen in
regelgeving zijn tussen Nederland en Vlaanderen. De
eerste verrassing was de Belgische verplichting om in
elk nieuwbouwgebied een aardgasnet aan te leggen.
Dat maakte de aanleg van een warmtenet voor nieuwe
wijken wel erg lastig. De verplichting was ontstaan
vanuit de gedachte dat stookolie verdrongen moest
worden door het milieuvriendelijker aardgas. De optie
warmtenet was bij de beleidsmakers onbekend. Gelukkig
lukte het in goed overleg vlot om deze onvolkomenheid
op te lossen. Een andere moeilijkheid was de berekening
van de energieprestatienormen voor gebouwen. In de
Vlaamse regeling werd externe warmtelevering niet
beloond zelfs niet als 100 % hernieuwbare warmte werd
geleverd. Inmiddels werkt Warmtenetwerk Vlaanderen
samen met het Vlaams energie agentschap (VEA) aan
een regeling die recht doet aan de milieuprestaties van
warmtenetten.
Veel nieuwe initiatievenDe inspanningen van bestuur en leden van Warmtenetwerk
Vlaanderen hebben geleid tot opmerkelijke resultaten.
De eerste warmtelevering aan woningen in de Antwerpse
wijk Nieuw Zuid aan de Schelde kwam begin van dit jaar
tot stand. In Gent krijgt de wijk Tondelier een warmtenet,
VITO realiseert in Mol een geothermieproject, Volvo
Cars in Gent krijgt straks via een leiding restwarmte
van papierfabriek Stora Enso, Turnhout sloot een
Het Vlaams parlement en de Vlaamse minister voor energie steunden vanaf
2012 de ontwikkeling van warmtenetten
Minister Annemie Turtelboom opent de
uitbreiding van de warmtecentrale van EDF
Luminus voor het warmtenet in Gent
NR 24. LENTE 2016 13
overeenkomst voor een warmtenet in de wijk Niefhout
en uiteraard wordt het net in Roeselare fors uitgebreid.
Daarnaast is er nog een flink aantal projecten in
verschillende stadia van ontwikkeling.
Binnen Vlaanderen blijkt samenwerking tussen partijen
ook goed te lopen. Een mooi voorbeeld is het warmtenet
warmte@zuid. Netwerkbedrijf Infrax, waterbedrijf
water-link, energiebedrijf Veolia en afvalverwerker
Indaver bundelen hun krachten in het consortium
warmte@zuid. Ze haalden in september 2014 de
concessie binnen waarvoor de stad Antwerpen een
aanbesteding had uitgeschreven. Infrax treedt op voor
dit consortium en staat in voor de investering. De andere
partners brengen vooral expertise in. Veolia exploiteert
de warmtecentrale.
Warmteplatform ODE VlaanderenAl enkele jaren was het secretariaat voor Vlaanderen
ondergebracht bij de Vlaamse organisatie voor duurzame
energie ODE te Brussel. Deze organisatie telt nu zes
platforms: bio-energie, warmtepompen, windenergie,
zonnestroom, zonnewarmte en warmtenetten. Via www.
warmtenetwerk.be komt u terecht op het onderdeel
warmtenetten van de website van ODE.
Samenwerking tussen Nederland en Vlaanderen blijftWarmtenetwerk Nederland en Warmtenetwerk
Vlaanderen volgen ieder hun eigen weg als het gaat
om werkzaamheden op het gebied van wet- en
regelgeving en contacten met landelijke en regionale
overheden. Uiteraard blijven we samenwerken als het
gaat om algemene promotie, techniek en innovatie en
kennisoverdracht. De jaarlijkse studiereis is gezamenlijk
en het Warmtenetwerk Magazine blijft ook in beide
gebieden als middel voor promotie en kennisoverdracht.
Dit jaar zal bovendien een herdruk van het boek Warmte
in de Nederlanden worden gemaakt waarin ook de
ontwikkelingen en projecten in Vlaanderen worden
ondergebracht. _
Vlaamse netwerkbedrijven nemen actief deel aan ontwikkeling, realisatie
en beheer van warmtenetten
Minister Freya Van den Bossche maakte in 2012
de eerste koppeling voor de uitbreiding van het
warmtenet van MIROM in Roeselare
Op de jaarbijeenkomst van 2011 overhandigde auteur
Klaas de Jong het eerste exemplaar van ‘Warmte in de
Nederlanden’ aan Jean-Luc Bonte, directeur van MIROM
Noorderwarmte kruist Noorzeekanaal
14 WARMTENETWERK MAGAZINE
Op 16 februari werd een achthonderd meter
lange warmteleiding onder het Noordzeekanaal
getrokken nadat eerst met een horizontaal
gestuurde boring een boorgat was gemaakt op
een diepte van veertig meter: een spectaculaire
klus waar de Nederlandse aannemers meesters
in zijn. Deze leiding brengt de aansluiting van
Amsterdam-Noord op het net van Westpoort
Warmte een grote stap dichterbij.
Een spectaculaire klusZes hijskranen die vlak naast de Tweede Coentunnel
een achthonderd meter lange leiding in de lucht
houden. Waarna de leiding tijdens een acht uur
durende operatie onder de drukke vaarroute van het
Noordzeekanaal door een boorgat wordt getrokken.
Het is de eerste fase van een cruciale boring die op
16 februari plaatsvond in het kader van de aanleg
van een stadswarmtenet in Amsterdam-Noord.
De vervolgstap is het aanbrengen van een tweede
pijpleiding op veertig meter diepte tussen het
Westerhoofd en de Noorder-IJpolder. Met de twee
leidingen ontstaat een aan- en afvoerroute voor
het warmtenet tussen afvalenergiecentrale AEB
Amsterdam en Amsterdam-Noord.
‘Meet in the middle’“In de kades naast de Coentunnels zijn veranke-
ringen en andere infrastructurele voorzieningen
aanwezig om de stabiliteit van de kade en tunnels te
garanderen. We hebben voor onze boringen tussen
al die ondergrondse constructies een veilige route
moeten vinden. Dat maakt de aanpak uniek: er is
ontzettend veel onderzoek gedaan om aan te tonen
dat de veiligheid niet in het geding is,” vertelt Jamal
Ghabri, die als projecteider bij Nuon betrokken is bij
de ontwikkeling van het warmtenet in Amsterdam-
Noord. De boringen veroorzaken bovendien geen
enkele hinder voor het verkeer door de tunnel en
over het kanaal.
Bij de aanleg van de nieuwe warmtetransportlei-
dingen maakt Nuon gebruik van een boortechniek die
met ‘meet in the middle’ wordt aangeduid. Ghabri:
“Om te voorkomen dat er teveel druk ontstaat aan
één kant van de oever, boren we van het Westerhoofd
tot aan het midden van het kanaal. Daarna wordt vanaf
de overzijde een tweede boring gestart. De beide
boorgaten komen midden onder het kanaal bij elkaar.”
Hierna wordt het gat verder verruimd tot ongeveer
negentig centimeter. Een vulling van bentoniet — een
vloeibare, kleiachtige substantie — zorgt ervoor dat
het gat niet in elkaar stort en dat de leiding er soepel
doorheen kan worden getrokken.
Langlopende ambitieHet netwerk voor stadswarmte in Amsterdam-Noord
is eind 2016 volledig operationeel. Dan kunnen direct
vierduizend woningen gebruik maken van de restwarmte
die AEB Amsterdam levert voor verwarming en warm
tapwater. Op dit moment heeft het warmtenet ongeveer
Van 4.000 naar 20.000 woningen op warmte in Amsterdam-Noord
NR 24. LENTE 2016 15
.....
2500 aansluitingen in het stadsdeel.
In 2008 ondertekenden Nuon, de gemeente Amsterdam
en een aantal projectontwikkelaars een overeenkomst
om de aansluiting van 15.000 woningen (of bedrijfs-
panden) in Amsterdam-Noord op het warmtenet te
realiseren. Daarom worden alle nieuwbouwprojecten in
het stadsdeel voorzien van stadswarmte. De verwachting
is dat in 2030 zo’n 20.000 woningen zijn aangesloten.
Het project Noorderwarmte past bij een langlopende
ambitie om het stadswarmtenet in de hoofdstad uit te
breiden, vertelt Bram van Beek van stadsdeel Noord.
“Sinds 2005 voert de gemeente Amsterdam een ‘stads-
warmte, tenzij’-beleid. Het beleid komt voort uit het
besef dat er in de regio zoveel restwarmte beschikbaar
is, dat de hele stad ermee verwarmd kan worden.”
De warmte is afkomstig van een warmtekrachtcentrale
in Diemen en van AEB Amsterdam, waar warmte wordt
geproduceerd door onder meer afvalverbranders en
rioolzuiveringsinstallaties. Daarnaast levert een aantal
kleine bedrijven overcapaciteit uit biomassa aan het
net. Stadswarmte vermindert de lokale CO2-uitstoot met
zeventig tot tachtig procent.
Energieakkoord realiserenDe Nederlandse energievraag bestaat voor zestig procent
uit warmte. Om de doelstellingen van het Energieakkoord
te realiseren is een grootschalige inzet van stadswarmte
essentieel, zeggen betrokkenen. “En dan heb je zeker
ook aansluitingen nodig in de bestaande bouw: daar
wordt relatief veel gas verstookt, omdat de isolatie
minder goed is dan bij nieuwbouw”, aldus Van Beek.
Met de gloednieuwe warmtetransportleiding naar
Amsterdam-Noord vertakt het stadswarmtenet zich
steeds verder door de gemeente. Die ervaringen kunnen
zeker van pas komen bij de doorontwikkeling van
stadswarmte in Nederland, denkt Ghabri. “De aanleg
van warmtetransportleidingen vindt hier plaats in een
omgeving die continu in beweging is. We komen letterlijk
langs speeltuinen, scholen, sportvelden, kantoren...
Die dynamiek en interactie zijn heel intensief en
vragen veel aandacht. Op het vlak van bereikbaarheid,
leefbaarheid, veiligheid en communicatie rond
werkzaamheden in de openbare ruimte hebben we heel
veel kennis en ervaring opgedaan. Daar kunnen ook
andere wijken en gemeenten hun voordeel mee doen.” _
Tekst door: Lynsey Dubbeld
Foto door: Jorrit Lousberg / Nuon
Boortechniek ‘Meet in the Middle’
Op 18 februari vergaderde de Vaste Kamercommissie
voor EZ over wijzigingen van de Elektriciteitswet
van 1998. Dat lijkt niet een interessant onderwerp
voor ons magazine, maar Stientje van Veldhoven,
kamerlid voor D66, wist in het debat de aandacht
te vestigen op warmtenetten. Het debat ging over
het betalen van de infrastructuur voor windparken
op zee vanuit de steunregeling voor opwekking
van duurzame energie SDE+. Van Veldhoven stelde:
“Netten en gasleidingen op land gaan via de
tarieven, het net voor windmolens op zee gaat via
de SDE+ en warmte-netten worden überhaupt niet
gefinancierd, in ieder geval niet de infrastructuur
daarvoor. Wat is de visie van de Minister hierop?
Is hij het met D66 eens dat het voor warmtenetten in
ieder geval goed zou zijn om ook een MKBA te doen
om te kijken of ze maatschappelijk rendabel zijn
voor het geval ze ook gesocialiseerd zouden kunnen
worden?”
Van Veldhoven blijkt daadwerkelijk investeringen in
warmtenetten krachtig te willen bevorderen.
Op 24 maart gaf ze de redactie antwoord op een
viertal vragen.
Hoe moeten investeringen in de infrastructuur voor
warmte worden aangepakt?
De infrastructuur voor aardgas en elektriciteit zijn
gesocialiseerd. We betalen allemaal mee aan de
investeringen in gas- en stroomnetten. Het is niet eerlijk
dat we dat wel doen voor gas en niet voor warmte.
Overal zijn nu gasnetten vijftig jaar oud en is vervanging
nodig. Wethouders en netwerkbedrijven moeten samen
overleggen waar een infrastructuur voor warmte zinnig
is. De investeringen in die infrastructuur hoeven dan
niet direct uit het specifieke project te komen maar uit
algemene middelen evenals bij gas.
Vindt u in het Energierapport de noodzakelijke acties
al terug?
In het Energierapport vind je de kansen voor een
duurzamer Nederland prachtig in beeld gebracht. De
grote zwakte van het rapport is dat men veel te weinig
keuzes maakt. Terwijl er juist nu stevige keuzes nodig
zijn, heeft EZ gekozen voor een ‘dialoog’ die na de
zomer input voor keuzes moet leveren. In het plenair
debat over energie gister (23 maart) heb ik de minister
met klem gevraagd om realisme bij het opstellen van een
intensiveringspakket voor het SER-Energieakkoord. Als
EZ veel te optimistische berekeningen maakt, dan blijkt
straks uiteindelijk weer dat we ver achter blijven bij de
doelstellingen. Op de duurzaamheidsranglijst hebben
we nu alleen Malta en Luxemburg onder ons. Een paar
stappen stijgen op de ranglijst is leuk maar het gaat
erom dat we de afgesproken doelen halen.
Uw collega Agnes Mulder (CDA) vroeg in januari Kamp
om iets te doen aan het vervangen van ketels voor
blokverwarming door individuele gasketels. Wat vindt
u van het antwoord van Kamp dat hij deze ontwik-
keling onwenselijk vindt maar niet kan tegenhouden?
Verketeling in appartementenflats is inderdaad slecht
voor de ontwikkeling van warmtenetten. Het antwoord
van Kamp, dat hij dat niet kan tegenhouden, is onzin. Er
zijn immers overeenkomsten tussen overheid en woning-
corporaties gesloten voor meer duurzame energie. Via
die overeenkomsten kan de minister druk uitoefenen op
de corporaties, als hij dat wil.
Welke van de huidige warmteprojecten zijn voor u
een voorbeeld voor de toekomst?
Daar hoef ik niet lang over na te denken. Het project
met geothermie van Ammerlaan in Pijnacker is voor mij
nummer één. Ik vind het knap dat een particuliere on-
derneming zo’n project aandurft en niet alleen warmte
gebruikt voor zichzelf maar ook aan zijn omgeving le-
vert. Het laat ook zien dat warmtenetten niet alleen ge-
schikt zijn voor grote steden en grote energiebedrijven
maar ook voor dorpen en voor innovatieve ondernemers
uit het MKB. _
16 WARMTENETWERK MAGAZINE
Ontwikkeling warmtenetten vraagt om krachtige maatregelenInterview met Stientje van Veldhoven (D66)
Net als bij gas moet de infrastructuur voor warmte bij maatschappelijk
verantwoorde projecten uit algemene middelen komen
NR 24. LENTE 2016 17
Stientje van Veldhoven werd in 2011, 2012 en 2014
verkozen tot de groenste politicus van het jaar
18 WARMTENETWERK MAGAZINE
De gemeentelijke onroerendezaakbelastingen en
hondenbelasting kent iedereen. Dat Nederlandse
gemeenten ook precariobelasting kunnen heffen,
is minder bekend. Toch bestaat deze mogelijkheid al
in de Gemeentewet sinds 1929. Deze belasting,
een vergoeding voor gebruik van gemeentegrond,
is de laatste jaren bij gemeenten in populariteit
gestegen. Vooral voor nutsbedrijven roept deze
heffing steeds meer maatschappelijke weerstand op.
Waar het kenmerk van gemeentelijke belastingen als
hoofdregel is dat deze zich niet kunnen uitstrekken
buiten het grondgebied van de gemeente, gebeurt dit
in zekere zin wel bij het belasten van nutsbedrijven.
De precariobelasting wordt immers verhaald op
de totale klantenkring van die bedrijven, die zich
doorgaans in meerdere gemeenten bevinden.
Ook de landelijke politiek vindt dit een onwenselijke
situatie. Al in 2010 is een motie in de Tweede Kamer
aangenomen voor afschaffing van de mogelijkheid tot
het heffen van precariobelasting van nutsbedrijven.
Onlangs is een wetsvoorstel aangekondigd die
uitvoering gaat geven aan die motie. Daarbij is
tegelijkertijd aangegeven dat gemeenten nog tien
jaar deze vorm van precariobelasting mogen heffen.
Precariobelasting op ondergrondse nutsnetwerken
Voorwaarden voor de heffing van precariobelastingUit de wetsgeschiedenis en jurisprudentie over de
precariobelasting kunnen de volgende voorwaarden
worden afgeleid om deze belasting te kunnen heffen:
1. De grond waarop, -onder of –boven zich de
voorwerpen bevinden, is eigendom van de gemeente.
2. De grond is voor openbare dienst bestemd.
Dat wil zeggen: voor een ieder toegankelijk en
voor algemeen gebruik (zoals een trottoir). Vrije
toegankelijkheid is niet vereist als door beperking van
de toegankelijkheid de realisatie van de (publieke)
functie van de desbetreffende gemeentegrond is
gewaarborgd. Dit geldt bijvoorbeeld voor zogenoemde
‘leidingstraten’ in het Rotterdamse havengebied.
3. De gemeente heeft zeggenschap over de grond
en het gebruik daarvan in die zin dat de gemeente de
aanwezigheid van de particuliere voorwerpen moet
kunnen verbieden. Een gemeente kan het hebben van
voorwerpen op, onder of boven de gemeentegrond
bijvoorbeeld niet verbieden als zij een gedoogplicht
heeft. Voor sommige voorwerpen geldt een gedoog-
plicht op basis van een wettelijk voorschrift zoals
de Telecommunicatiewet. Ook kan een gedoogplicht
voortvloeien uit een privaatrechtelijke overeenkomst.
Zo is in het verleden toen gemeentelijke energie-
bedrijven werden geprivatiseerd, vaak privaatrechte-
lijk overeengekomen dat geen gemeentelijke heffingen
verschuldigd zijn over het nutsnetwerk. De gemeente
moet in al die gevallen het hebben van die voorwerpen
dan dulden en kan ter zake van die voorwerpen ook
geen precariobelasting heffen.
Mogelijkheden om netwerken van duurzame energienetwerken te ontzienEen gemeente kan in haar belastingverordening kiezen
welke voorwerpen op, onder of boven de gemeente-
grond zij wil belasten met precariobelasting. Niet elke
gemeente die precariobelasting heft, belast ook onder-
grondse voorwerpen. Kiest een gemeente er echter voor
om ook ondergrondse voorwerpen zoals kabels, buizen
en leidingen te belasten, dan zullen in beginsel alle
kabels en leidingen gelegen in openbare gemeentegrond
in de belastingheffing moeten worden betrokken. Doet
een gemeente dat niet dan zou willekeurige of onrede-
lijke belastingheffing kunnen plaatsvinden doordat het
NR 24. LENTE 2016 19
....
gelijkheidsbeginsel wordt geschonden. In een procedure
toetst de belastingrechter dan of de gemeenteraad op
voorhand heeft kunnen voorzien dat de gemaakte keuze
zou leiden tot ongelijkheid en derhalve tot onredelijke
en willekeurige belastingheffing (marginale toetsing).
Niet elke ongelijke behandeling levert strijd met het
gelijkheidsbeginsel op. Voor een ongelijke behan-
deling van gelijke gevallen kan een objectieve en
redelijke rechtvaardiging aanwezig zijn. Een objec-
tieve en redelijke rechtvaardigingsgrond kan bijvoor-
beeld gelegen zijn in een doelmatige belastingheffing
en het onnodig rondpompen van (gemeenschaps)geld.
Gedacht kan bijvoorbeeld worden aan een vrijstelling
voor de gemeentelijke rioleringsbuizen. Een precario-
belastingverordening van een gemeente bevat voor die
voorwerpen dan doorgaans een vrijstellingsbepaling.
Ook gemeentelijk beleid kan soms een objectieve en
redelijke rechtvaardiging opleveren voor het opnemen
van een vrijstelling voor bepaalde voorwerpen. Zo is
denkbaar dat kabels, buizen en leidingen die worden
gebruikt in het kader van duurzame energielevering
worden vrijgesteld of dat bij de tarifering onderscheid
wordt gemaakt tussen kabels en leidingen die wel en
niet worden ingezet voor duurzame energielevering.
Gemeenten zullen dit beleid dan wel helder moeten
formuleren in de toelichting bij de belastingverordening
zodat een belastingrechter kan toetsen of sprake is van
een objectieve en redelijke rechtvaardiging voor deze
vrijstelling of verlaagd tarief.
De precariobelasting is gebaseerd op het profijt-
beginsel: er kan door een bepaald individu, of
rechtspersoon exclusief worden geprofiteerd van
openbare gemeentegrond. De mate waarin kan worden
geprofiteerd, kan eveneens een rechtvaardiging
opleveren voor tariefdifferentiatie of vrijstelling in
de belastingverordening. Zo kan ik mij voorstellen dat
bepaalde vormen van duurzame energie duurder zijn dan
conventionele. Er kan dan minder worden geprofiteerd
van de gemeentegrond. Een verlaagd tarief is dan vanuit
fiscaaljuridisch oogpunt verdedigbaar.
Verder is nog denkbaar dat een gemeente een privaat-
rechtelijke overeenkomst aangaat met een leverancier
van duurzame energie waarin een gedoogplicht voor de
gemeente is opgenomen. Zoals hiervoor aangegeven,
is immers volgens vaste jurisprudentie geen heffing
van precariobelasting mogelijk wanneer een gemeente
voorwerpen verplicht moet gedogen.
Wetsvoorstel afschaffing precariobelasting nutsnetwerken In een brief aan de Tweede Kamer van 10 februari 2016
kondigde de Minister van Binnenlandse Zaken wetgeving
aan die precariobelastingheffing van nutsnetwerken op
termijn afschaft. Er komt dit jaar nog een wetsvoor-
stel dat ervoor moet zorgen dat per 1 januari 2017 de
tarieven voor precariobelasting op nutsnetwerken niet
verder oplopen en dat ook het aantal gemeenten dat
deze vorm van precario heft, niet verder stijgt. Wel
krijgen gemeenten nog tien jaar de mogelijkheid om te
blijven heffen, alvorens deze vorm van precarioheffing
definitief wordt afgeschaft.
ConclusieGemeenten die precariobelasting heffen en daarbij
duurzame initiatieven van energielevering willen
ontzien, hebben daarvoor diverse mogelijkheden. In
deze bijdrage heb ik daar een aantal van beschreven.
Duurzaamheidsbeleid van een gemeente kan mijns inziens
een rechtvaardiging opleveren voor tariefonderscheid of
vrijstelling evenals verminderd profijt van gebruik van
de gemeentegrond wegens hoge kosten. Ten slotte is een
privaatrechtelijke overeenkomst met een gedoogplicht
voor de gemeente nog mogelijk om precariobelasting te
voorkomen. Nu het einde van precariobelastingheffing
van nutsnetwerken in zicht is, zijn gemeenten wellicht
bereid om deze mogelijkheden met betrokken partijen
te bespreken. _
Onderzoek voor DrechtstedenDit artikel is gebaseerd op onderzoek voor Drechtsteden in
2015 naar precariobelasting door de auteur, mr. dr. A.W.
Schep van het Erasmus Studiecentrum voor Belastingen
van Lokale Overheden aan de Erasmus Universiteit. Het
rapport van dit onderzoek is te vinden op www.esbl.nl
onder informatie.
Duurzaamheidsbeleid van een gemeente kan tariefonderscheid of vrijstelling
rechtvaardigen
20 WARMTENETWERK MAGAZINE
Internationale belangstelling voor Nederlandse warmtenetten
In het eerste nummer van 2016 van het internationale
vakblad Decentralized Energy, prijken De Rotterdam
en de Erasmusbrug op de voorkant. Het hoofdartikel
van deze uitgave van PennWell wordt op de omslag
aangekondigd met How renewables are revitalizing
district heating en is gewijd aan de ontwikkelingen op
het gebied van warmtenetten in Nederland. De titel van
het artikel is: Times are changing for District Heating.
De veranderingen in overheidsbeleidbeleid en de
groei van duurzame warmte staan centraal. Onder het
kopje Masters in horizontal drilling worden de recente
huzarenstukjes van de Nederlandse aannemers zoals
Noorderwarmte en De Nieuwe Warmteweg beschreven.
Het imposante gebouw De Rotterdam staat ook in het
eerste nummer van 2016 van Euroheat & Power bij het
artikel Energy for a vertical city. De tekst is een door
RVO NL vertaalde versie van het artikel in het
herfstnummer van 2015 van dit magazine.
Voor promotiedoeleinden is een vrij beschikbare versie
in het Engels van dit artikel op onze website te vinden.
Buitenlandse vakbladen mogen dit artikel overnemen
onder voorwaarde van bronvermelding. _
NR 24. LENTE 2016 21
Op 12 mei houdt de stichting Warmtenetwerk haar
jaarbijeenkomst in De Munt te Utrecht. De bijeenkomst
is vrij toegankelijk. Opgave vooraf is verplicht via het
inschrijfformulier op de website www.warmtenetwerk.nl.
Programma
13.00-13.30 Ontvangst met koffie
13.30-13.35 Opening door dagvoorzitter
13.35-13.55 Ontwikkelingen bij het warmtebeleid Gijs de Man, voorzitter Warmtenetwerk
13.55-14.05 Financiële rapportage Jannis van Zanten, penningmeester
Warmtenetwerk
14.05-14.30 Message House Danieck Meere
14.30-14.45 Social marketing Astrid Madsen, secretaris Warmtenetwerk
14.45-15.00 Pauze
15.00-15.30 Ontwikkelingen bij warmte in Utrecht Stan de Ranitz, Eneco Warmte & Koude
15.30-16.00 Ronde door Nederland Viertal korte presentaties
van bijzondere projecten
16.00-16.15 Campagne Van Gas Los
Maya van der Steenhoven,
Programmabureau Warmte Koude
Zuid-Holland
16.15-17.30 Napraten met hapje en drankje
Schrijf u snel inOp onze website www.warmtenetwerk.nl
vindt u een inschrijfformulier voor de
jaarbijeenkomst.
Het MuntgebouwHet Muntgebouw aan de Leidseweg 90 ligt op
ruim tien minuten lopen van het CS Utrecht.
Het Muntgebouw stamt uit 1911 en is één
van de indrukwekkendste Rijksmonumenten
van Utrecht. Het pand van de Rijks Munt is
volledig gerestaureerd en omgebouwd tot
evenementencentrum. _
Jaarbijeenkomst 201612 mei in De Munt te Utrecht
WARMTENETWERK
meer comfort met minder fossiele energie
22 WARMTENETWERK MAGAZINE
Deelnemersoverzicht 1 april 2016
Een beschrijving van alle deelnemende organisaties met links naar de websites vindt u op www.warmtenetwerk.nl en op www.warmtenetwerk.be
Exploitanten en financiers van warmte/koudenetten en warmteproducentenAfval Energie Bedrijf AmsterdamAllianderAtteroAVR AfvalverwerkingBio-energie De ValleiCofely Energy SolutionsCogas DuurzaamEDF LuminusE.ON BeneluxEneco Warmte & KoudeEnNatuurlijkGETEC BeneluxHVCenergieIMOGIndaverING Groen FinancieringenIVAGOIVBO – Warmtenet BruggeIVM MilieubeheerMIROMMijnwater HeerlenNUON WarmteSITA ReEnergyStadsverwarming PurmerendTwence Afval en EnergieVeoliaWarmtenet Hengelo Aannemers en installateursBAM InfratechniekCanalcoCofely Services GDF-SuezDenysDura Vermeer Ondergrondse InfraA. HakVan den HeuvelHeijmans Infra TechniekMarconi OranjeNijkamp AannemingRoseboom EdeSiers Leiding- MontageprojectenSOPVB ProjectsVisser & Smit Hanab
Fabrikanten en leveranciers van componenten AlbrandAPV BeneluxBosch ThermotechnologyCaleffi Hydronic SolutionsCarnoyCarrier AirconditioningDanfossDykaEcompanyFortes-ImportFW-Fernwärme-TechnikGreenchoiceHermans TechniekHR WooncomfortHSFIsoplus BeneluxItronKamstrupKapp Nederland
Klinger-SogefiltresLandis+GyrLOGSTOR NederlandNIBE EnergietechniekProfilplast PipesystemsRedenkoRombouts Kunststof TechniekSamson RegeltechniekSAX SanitairSentiuntSiemensSolarFreezerSpirotechTCBThermaflexTimmerman EHSVan Marcke ProjectsWatts MicroflexWeijers WaalwijkXylem (Lowara)
DienstverleningAABAnteaARN Remondis ConsultingBalance Ervaring op ProjectbasisBanning AdvocatenBee NVBird & BirdBoydensCarbonMattersCasquoClean Energy Innovative ProjectsDeernsDe Kleijn Energy ConsultingDNV KEMADOZ energieregieDriven By ValuesDWA3EEco Ketelservice Verhuur EES HollandEkwadraat AdviesEnergyMattersEnergy NetworksGrant@viceGreenvis Energy SolutionsGrontmij NederlandIF TechnologyIngeniaIngeniumIngenieursbureau XYZInnoforteKIWAKWA BedrijfsadviseursLBITALiandonLievenseCSO InfraOver MorgenRebelGroupRoos + BijlRotterdam EngineeringRoukemaRoyal HaskoningDHVRTB De BeijerSentiuntTebodinTeus van Eck Klimaat & EnergieTwynstra & GuddeVK Engineering
Wagenborg NedliftWitteveen+Bos
Universiteiten en kennisinstitutenDeltaresEnergieprojecten.comHaagse HogeschoolKWR Water Cycle ResearchROC Rijn IJsselThomas More KCEUniversiteit AntwerpenUniversiteit van GentUGent Campus KortrijkUniversiteit TwenteVITO
WoningcorporatiesWonenBreburgYmere (Semi-)OverhedenBrabant WaterEandisGemeente AlkmaarGemeente AmsterdamGemeente ArnhemGemeente BredaGemeente DelftGemeente Den HaagGemeente DordrechtGemeente EdeGemeente EindhovenGemeente GroningenGemeente HaarlemGemeente HeerlenGemeente LingewaardGemeente MaastrichtGemeente NijmegenGemeente PurmerendGemeente RotterdamGemeente UtrechtGemeente ZaanstadGemeente ZeewoldeGroningen SeaportsInfraxIOK (Ontw.mij De Kempen)ISVAGOmgevingsdienst HaaglandenPidpaPOM West-VlaanderenProvincie AntwerpenProvincie DrentheProvincie GelderlandProvincie Noord-BrabantProvincie OverijsselProvincie Zuid-HollandStad AntwerpenStad RoeselareWaterbedrijf Groningen
Brancheorganisaties en verenigingenBedrijventerrein HelmondCogen VlaanderenVereniging AfvalbedrijvenVlaamse Confederatie Bouw
OverigeJanssen Pharmaceutica
ColofonWarmtenetwerk Magazine is een uitgave van de stichting Warmtenetwerk.De stichting Warmtenetwerk heeft als doel om het gebruik van duurzame warmte en koude en het hergebruik van restwarmte via collectieve netten te bevorderen. Het Warmtenetwerk Magazine wordt gratis verspreid; aanmelding voor toezending van de digitale nieuwsbrief van de stichting en voor het Warmtenetwerk Magazine kan via de website www.warmtenetwerk.nl of door een mail te sturen met uw gegevens aan info@warmtenetwerk.nl
RedactieKlaas de JongJet CeelenWilleke BrandsmaAnique de Kruijf
Artikel Noorderwarmte: Lynsey DubbeldArtikel Precario: Mr.dr. Arjen Schep (Erasmus Universiteit)
e-mail: info@warmtenetwerk.nlPostadres:Energieprojecten.comOosterslag 4NL - 8385 GW Vledderveen Dr
VormgevingWOUWontwerp te Steenwijk
Bestuur Warmtenetwerk NederlandVoorzitter: Gijs de Man, Stadsverwarming PurmerendSecretaris: Astrid Madsen, gemeente RotterdamPenningmeester: Jannis van Zanten, Vereniging AfvalbedrijvenHans Buitenhuis, DWA Peter OdermattBerno Kastelijns, NijkampPieter de Jong, Ymere
Bestuur Warmtenetwerk VlaanderenVoorzitter: Koen van Overberghe, MIROMSecretaris: Jo Neyens, ODETom Prinzie, Van Marcke
Secretariaat Warmtenetwerk NederlandPostbus 77NL - 1200 AB HilversumTel. 0031-35-6838833
Secretariaat Warmtenetwerk VlaanderenKoningsstraat 35B – 1000 BrusselTel. 0032-2-2188747
Deelname aan het WarmtenetwerkHet Warmtenetwerk is een breed platform voor alle organisaties, die betrokken zijn bij collectieve warmte en koude. De contributie is afhankelijk van de hoofdactiviteiten en de grootte van de organisatie. Het is ook mogelijk op persoonlijke titel deelnemer te worden. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met het secretariaat of een mailtje sturen naar info@warmtenetwerk.nl voor Nederland en jo.neyens@ode.be voor Vlaanderen.
Overname van artikelenHet copyright van de artikelen in Warmtenetwerk Magazine berust bij de redactie. Overname van artikelen is op aanvraag mogelijk en eigen foto’s zijn beschikbaar voor publicatie door derden met bronvermelding.
www.warmtenetwerk.nl en www.warmtenetwerk.be
NR 24. LENTE 2016 23
Agenda 201619-21 april in Frankfurt am Main
Congress Heating, Cooling & CHPEuroheat&Power, AGFW en En+Effwww.eneff-messe.de
12 mei in Utrecht
Jaarbijeenkomst Warmtenetwerkwww.warmtenetwerk.nl
13-17 juni Brussel
EU Sustainable Energy Weekwww.eusew.eu
19-24 sept. in Straatsburg
EGC 2016Europees congres geothermiewww.europeangeothermalcongress.eu
4-6 oktober Brabanthallen Den Bosch
Vakbeurs Energiewww.energievakbeurs.nl
24 november
Nationaal warmtecongres 2016www.euroforum.nl/energie/warmtecongres
WARMTENETWERK
meer comfort met minder fossiele energie
top related