‘veiligheid maken we samen!’ · 2016. 5. 19. · 3.1.1 centralisering van politie en openbaar...
TRANSCRIPT
Integraal Veiligheidsbeleid 2015-2018
1
16 december 2014
‘Veiligheid maken we samen!’
Kadernota Integraal Veiligheidsbeleid 2015-2018 Gemeente Venray
Gemeente Venray
Postbus 500
5800 AM Venray
Samengesteld door
Monique Janssen, afdeling Veiligheid en Handhaving
Integraal Veiligheidsbeleid 2015-2018
2
Inhoud 1 Bestuurlijke samenvatting 4
2 Inleiding 6
2.1 Aanleiding 6
2.2 Integrale veiligheid 6
2.3 De methodiek herzien 7
3 Ontwikkelingen en trends 9
3.1 Ontwikkelingen 9
3.1.1 Centralisering van politie en Openbaar Ministerie 9
3.1.2 Decentralisering taken in sociaal domein 11
3.2 Effect ontwikkelingen op lokaal integraal veiligheidsbeleid 11
3.2.1 Beleidsvorming landelijk 11
3.2.2 Beleidsplan politie eenheid Limburg 2015-2018 12
3.2.3 Beleidsvorming decentralisaties in het sociale domein 12
3.3 Landelijke trends 13
3.4 Lokale trends 15
4 Herijking kernpunten van het beleid 16
4.1 Strategisch en tactisch kader 16
4.2 Visie op veiligheid 18
4.3 Herijking strategische uitgangspunten 18
4.3.1 Wijzigende rolverdeling gemeente en bewoner/ondernemer 18
4.3.2 Rolverdeling raad, college en burgemeester 20
4.3.3 Overige strategische uitgangspunten 20
4.4 Strategische veiligheidspartners 21
4.5 Sturen op veiligheid 22
4.5.1 Politiek bestuurlijk inbedding en interne afstemming 22
4.5.2 Ambtelijke inbedding en interne afstemming 24
4.5.3 Samenwerking met externen 24
4.6 Communicatie 26
4.7 Financiën 28
Integraal Veiligheidsbeleid 2015-2018
3
5 Veiligheidsanalyse 29
5.1 Inleiding 29
5.2 Bronnen 29
5.3 Terugblik algemeen 30
5.4 Analyse per veiligheidsveld 30
5.4.1 Veilige woon- en leefomgeving 30
5.4.2 Bedrijvigheid en veiligheid 42
5.4.3 Jeugd en veiligheid 49
5.4.4 Fysieke veiligheid 55
5.4.5 Integriteit en veiligheid 59
6 Ambitie en prioriteiten 65
6.1.1 Veilige leef- en woonomgeving 65
6.1.2 Bedrijvigheid en veiligheid 66
6.1.3 Jeugd en veiligheid 66
6.1.4 Fysieke veiligheid 66
6.1.5 Integriteit en veiligheid 67
Integraal Veiligheidsbeleid 2015-2018
4
1 Bestuurlijke samenvatting Voor u ligt de kadernota integraal veiligheidsbeleid van de gemeente Venray voor de jaren 2015
tot en met 2018 met als titel ‘Veiligheid maken we samen!’. De kadernota is het resultaat van
de aanpassing van de kadernota 2012-2015 aan onder meer de veranderingen in het sociale
domein die van betekenis zijn voor de veiligheid in wijken en dorpen, de gewijzigde wet- en
regelgeving en actuele veiligheidsontwikkelingen.
In deze kadernota is de strategische doelstelling opgenomen, die op hoofdlijnen aangeeft wat
we de komende jaren willen bereiken als het om veiligheid gaat, namelijk ‘Veilige Venrayse
dorpen en wijken, waarin bewoners van alle generaties zich veilig voelen, waarbij we samen
met professionele veiligheidspartners de maximale invloed uitoefenen op problemen die de
veiligheid of het veiligheidsgevoel raken, echter van bewoners en ondernemers ook een bijdrage
naar vermogen mogen verwachten als het gaat om het bevorderen van veiligheid in de eigen
woon- of werkomgeving en het voorkomen van slachtofferschap.’
Vanuit deze strategische doelstelling is een aantal strategische uitgangspunten geformuleerd.
De wijzigende rolverdeling tussen gemeente en bewoners/ondernemers is een belangrijke hierin
en komt op verschillende plekken terug in deze kadernota.
De methodiek ‘Kernbeleid Veiligheid’ volgend, is er een analyse uitgevoerd op de
vijf veiligheidsvelden, namelijk veilige woon- en leefomgeving, bedrijvigheid en veiligheid, jeugd
en veiligheid, fysieke veiligheid en integriteit en veiligheid. Per veiligheidsveld is de actuele
situatie omschreven alsook de huidige aanpak en actuele ontwikkelingen. Bij deze analyse is
niet alleen gebruik gemaakt van objectieve veiligheidscijfers, maar ook van de door de politie
RBT Venray-Gennep opgemaakte gebiedsscan en de uitkomst van de Benchmark Veiligheid.
Vanuit deze bronnen aangevuld met de in het collegeprogramma beschreven tactische opgaven
is per veiligheidsveld een ambitie omschreven, waaruit vervolgens een aantal geprioriteerde
thema’s is voortgekomen. Schematisch ziet dit er als volgt uit:
Veiligheidsveld Ambitie Prioriteiten
Veilige Woon- en
leefomgeving
� Verbeteren van de sociale veiligheid in
de openbare ruimte.
� Een veilig thuis.
� Veiligheidsgevoel
� Gedeelde verantwoordelijkheid voor
veiligheid.
� Woonoverlast
� High Impact Crime
� Fietsendiefstal
Bedrijvigheid en
veiligheid
� Behouden veiligheid op
bedrijventerreinen en in
winkelgebieden
� Gedeelde verantwoordelijkheid voor
veiligheid
� Overvallen
� Mobiel banditisme
Integraal Veiligheidsbeleid 2015-2018
5
Veiligheidsveld Ambitie Prioriteiten
Jeugd en
veiligheid
� Afstemming in de implementatie
jeugdhulp, kanteling Veiligheidshuis en
aansluiting op lokale keten.
� Jeugdoverlast
� Ontsporende individuele
jongeren
Fysieke veiligheid � Bevorderen van preventie en eigen
verantwoordelijkheid van bewoners en
bedrijven.
� Professionele organisatie van de
gemeentelijke processen in het kader
van rampenbestrijding.
� Scholieren zijn veilig en voelen zich
veilig onderweg van huis naar school
en andersom.
� Professionaliseren
gemeentelijke kolom.
� Veilige honken.
Integriteit en
veiligheid
� Opwerpen van meer barrières tegen
misbruik en verwevenheid door de
bestuurlijke aanpak verder door te
ontwikkelen.
� Bestuurlijk
instrumentarium
� Aanpak druggerelateerde
problematiek.
Omdat de kadernota meerjarig is, gebeurt de formulering van de ambitie in meer algemene
bewoordingen. De SMART1 geformuleerde doelstellingen op de geprioriteerde thema’s komen
terug in het jaarlijkse uitvoeringsprogramma. Verder is het inherent aan het beleidsterrein
veiligheid dat accenten kunnen verschuiven. Ook kunnen zich situaties voordoen, die om directe
inzet vragen. Dit wordt dan meegenomen in het jaarlijkse uitvoeringsprogramma, uiteraard
binnen de in de kadernota gestelde uitgangspunten.
1 SMART: Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch en Tijdgebonden.
Integraal Veiligheidsbeleid 2015-2018
6
2 Inleiding
2.1 Aanleiding
Op 20 december 2011 heeft de gemeenteraad de eerste kadernota Integraal Veiligheidsbeleid
voor de gemeente Venray met als titel ‘Veiligheid is van ons allemaal’ vastgesteld voor de
periode 2012 tot en met 2015. Gelet op de verkiezingen in maart 2014 is met de gemeenteraad
afgesproken om de kadernota tussentijds, te weten in 2014, te herijken. Het coalitieakkoord
‘Samen aan de slag, Samen verantwoordelijk’ en de nadere uitwerking in het collegeprogramma
‘Balans en Vertrouwen’ zorgen voor nieuwe input voor het veiligheidsbeleid. De ontwikkelingen
in het sociale domein bieden verder nieuwe kansen om het integraal veiligheidsbeleid in te
zetten om de domeinen van zorg, sociaal en veiligheid nog meer met elkaar te verbinden.
Daarnaast is in de omgeving van het lokale bestuur ook het nodige veranderd. Denk hierbij niet
alleen aan bijvoorbeeld de bezuinigingen, de komst van de Nationale politie en de centralisering
van het Openbaar Ministerie, maar ook aan de opkomst van sociale media en de veranderende
opvattingen over de rolverdeling tussen overheid en de bewoner, ook binnen het
veiligheidsdomein. En binnen al deze ontwikkelingen moet het lokale bestuur in staat blijven om
verwachtingen en verantwoordelijkheden binnen het veiligheidsdomein waar te maken.
2.2 Integrale veiligheid
Wat betekent veilig zijn? Veiligheidsrisico’s zijn namelijk overal. Niet alleen in de openbare
ruimte, op het werk of tijdens het recreëren, maar ook thuis achter de voordeur. Integrale
veiligheid probeert alle facetten van veiligheid bijeen te brengen in een beleid, waarbij alle
betrokkenen gezamenlijk proberen te komen tot een veiligere samenleving. Het houdt dus niet
op bij de voordeur. Binnen het integraal veiligheidsbeleid is het zaak dat alle schakels van de
veiligheidsketen2 goed op elkaar aansluiten en dat er een heldere systematiek, samenhang en
samenwerking is bij de ontwikkeling en uitvoering van het veiligheidsbeleid.
En als we dan naar de rolverdeling kijken, dan zorgen de veiligheidspartners, bewoners,
ondernemers, maatschappelijke organisaties en de gemeente samen voor een veilige gemeente
en gemeenschap. Dit ieder vanuit de eigen rol en verantwoordelijkheid. De gemeente blijft
binnen het integraal veiligheidsbeleid formeel de regie voeren. Dit ondanks dat het Wetsvoorstel
tot ‘wijziging van de Gemeentewet in verband met de versteviging van de regierol van de
gemeente ten aanzien van het lokaal veiligheidsbeleid’ uiteindelijk niet in samenhang met de
Politiewet is behandeld en inmiddels ook is ingetrokken.
2 Proactie, preventie, preparatie, repressie, nazorg
Integraal Veiligheidsbeleid 2015-2018
7
2.3 De methodiek herzien
De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) heeft in 2003 een landelijk uniform model
uitgewerkt om integraal veiligheidsbeleid vorm te geven, namelijk het Kernbeleid Veiligheid. Het
Kernbeleid Veiligheid besteedt veel aandacht aan het vormgeven van de regierol van de
gemeente en de kaderstellende rol van de gemeenteraad. Het Kernbeleid Veiligheid is een
aantal keren herzien, voor het laatst in 2013. In deze editie van het Kernbeleid Veiligheid is ook
de regierol van de gemeente opnieuw beschreven, namelijk als sturing op de selectie en aanpak
van veiligheidsthema’s, op de samenwerking en nakoming van afspraken, op tussentijdse
evaluaties en doorontwikkeling van de aanpak. Weliswaar voert de gemeente de regie als het
om het integrale veiligheidsbeleid gaat, echter vanuit de veranderende opvattingen over de
rollen binnen het veiligheidsdomein op wijk- of buurtniveau is een nuancering echter wel op zijn
plaats.
Het uitgangspunt binnen de methode Kernbeleid Veiligheid dat het gemeentelijke
veiligheidsbeleid vijf veiligheidsvelden bestrijkt, is onveranderd gebleven. Het gaat dan om de
veiligheidsvelden: veilige woon- en leefomgeving, bedrijvigheid en veiligheid, jeugd en
veiligheid, fysieke veiligheid en integriteit en veiligheid. Binnen deze veiligheidsvelden wordt
vervolgens met veiligheidsthema’s gewerkt. De benaming c.q. indeling is op een aantal punten
gewijzigd ten opzichte van het voor de kadernota 2012-2015 gehanteerde schema. Zo wordt
bijvoorbeeld de term ‘high impact crime’ geïntroduceerd, wordt de 12-minner niet langer als een
apart thema benoemd onder Jeugd en veiligheid en zijn Veilige Publieke Taak en
Informatieveiligheid als thema’s toegevoegd aan integriteit en veiligheid. In de kadernota wordt
deze indeling gevolgd, die er schematisch als volgt uitziet:
Veiligheidsveld Veiligheidsthema’s
Veilige Woon- en
leefomgeving
Sociale kwaliteit
Fysieke kwaliteit
Objectieve veiligheid / veel voorkomende en high impact
criminaliteit
Subjectieve veiligheid
Bedrijvigheid en veiligheid Veilig winkelgebied
Veilige bedrijventerreinen
Veilig uitgaan
Veilige evenementen
Veilig toerisme
Jeugd en veiligheid Jeugdoverlast
Jeugdcriminaliteit / individuele probleemjongeren
Jeugd, alcohol en drugs
Veilig in en om de school
Integraal Veiligheidsbeleid 2015-2018
8
Veiligheidsveld Veiligheidsthema’s
Fysieke veiligheid Verkeersveiligheid
Brandveiligheid
Externe veiligheid
Rampenbestrijding / crisisbeheersing
Integriteit en veiligheid Polarisatie en radicalisering
Georganiseerde criminaliteit
Veilige Publieke Taak
Informatieveiligheid
Ambtelijke en bestuurlijke integriteit
De methode Kernbeleid Veiligheid gaat uit van het onderscheid tussen een vierjarige kadernota,
vastgesteld door de gemeenteraad, en een uitvoeringsprogramma, vastgesteld door het college
van burgemeester en wethouders. De kadernota bevat een strategische visie, een selectie van
prioriteiten inclusief de aanpak op hoofdlijnen, uitgangspunten voor de coördinatie en
samenwerking alsook richtlijnen voor de organisatorische borging van het beleid. In het
uitvoeringsprogramma zijn de hoofdlijnen van het beleid vertaald in concrete acties, middelen
en planning. De methode beantwoordt hiermee aan het principe van dualisme dat de
gemeenteraad kaderstellend en controlerend optreedt en dat het college van burgemeester en
wethouders binnen de door de gemeenteraad gestelde kaders beleid ontwikkelt en uitvoert.
Kwaliteitstoets
In aanloop naar herijking van de kadernota is de Kadernota Integraal Veiligheidsbeleid 2012-
2015 van de gemeente Venray onderworpen aan een kwaliteitstoets (op proces, niet op
inhoud). Deze kwaliteitstoets is uitgevoerd door het Centrum voor Criminaliteitspreventie en
Veiligheid (CCV). De kadernota is in dit kader op een tiental criteria beoordeeld, zoals
afbakening/structuur/leesbaarheid, totstandkoming, aandacht voor evaluatie, opzet
veiligheidsanalyse, lokale prioritering, doorvertaling in doelen, aanpak op hoofdlijnen, budget,
bewaking voortgang en communicatie. In een gesprek zijn de sterke punten alsook de
verbetermogelijkheden toegelicht. Als sterke punten zijn onder meer de veiligheidsanalyse, de
strategische uitgangspunten alsook de verwijzingen naar regionale afspraken benoemd. Als
verbetermogelijkheden is benoemd het belang van evaluatie, koppeling van budget aan
gestelde prioriteiten en het aantal gestelde lokale prioriteiten. De door het CCV gedane
suggesties zijn bij het schrijven van deze kadernota meegenomen.
Benchmark Veiligheid 4070 ronde 2014
Daarnaast heeft de gemeente Venray meegedaan aan de Benchmark Veiligheid voor gemeenten
tussen 40.000 en 70.000 inwoners. De benchmark richt zich op integrale veiligheid, waarbij er
gekeken wordt naar de veiligheid, het organisatiemodel rondom openbare orde en veiligheid,
sturing en input. De resultaten van de benchmark zijn verwerkt in de kadernota.
Integraal Veiligheidsbeleid 2015-2018
9
3 Ontwikkelingen en trends Voordat we toekomen aan het herijken van de strategische uitgangspunten van het integraal
veiligheidsbeleid, worden in dit hoofdstuk trends en ontwikkelingen beschreven, die van invloed
zijn geweest of nog zijn op het integraal veiligheidsbeleid. Om het integraal veiligheidsbeleid
effectief te maken, is het zaak dat het beleid aansluit op deze ontwikkelingen en trends.
3.1 Ontwikkelingen
3.1.1 Centralisering van politie en Openbaar Ministerie
• Nationale politie met effect op politiezorg in Venray
Met het van kracht worden van de Politiewet 2012 is met ingang van 1 januari 2013 de
politieorganisatie genationaliseerd. Er is één landelijk politiekorps, dat opereert onder
verantwoordelijkheid van de Minister van Veiligheid en Justitie. Het beheer (denk aan personeel,
huisvesting en automatisering) is hiermee overgegaan naar de Minister. Organisatorisch gezien
is er één nationale politie, verdeeld in tien regionale eenheden, waaronder de Eenheid Limburg.
De regionale eenheden zijn vervolgens opgedeeld in robuuste basisteams. Als gevolg van deze
nationalisering zijn de basiseenheden Venray en Gennep samengevoegd tot het Robuuste
Basisteam Venray-Gennep (verder afgekort tot RBT Venray-Gennep). Het werkgebied van de
RBT Venray-Gennep bestrijkt de gemeenten Venray, Bergen, Gennep en Mook en Middelaar. De
totale formatie van het RBT Venray-Gennep is 82 FTE. Het RBT Venray-Gennep heeft in totaal
negen wijkagenten, waarvan zes werkzaam binnen de gemeente Venray. Dit is inclusief een
thematisch wijkagent jeugd. Hiermee wordt vooralsnog niet voldaan aan de door het Parlement
afgedwongen en wettelijk vastgelegde norm3 van 1 wijkagent op 5.000 inwoners. De
wijkagenten werken 80%, sommige zelfs meer, van hun tijd in de wijk. Echter als het rooster
knelt, kan het voorkomen dat er een beroep op de wijkagenten wordt gedaan om een
noodhulpdienst te draaien.
De vorming van de nationale politie heeft niet geleid tot een wijziging van de
gezagsverhoudingen. Het gezag bij handhaving van de openbare orde en bij de
hulpverleningstaak van de politie blijft in handen van de burgemeester4. De burgemeester legt
verantwoording af aan de gemeenteraad over het functioneren van de (lokale) politie.
Verder is in de Politiewet 20125 het driehoeksoverleg geformaliseerd. De wet zegt hierover dat
dit driehoeksoverleg op verzoek van de burgemeester op gemeentelijk niveau plaatsvindt.
Verder is bepaald dat in het driehoeksoverleg afspraken worden gemaakt over de lokale
prioriteiten en criminaliteitsbestrijding.
3 Artikel 38a, lid 1 Politiewet 2012
4 artikel 11 Politiewet 2012
5 Artikel 13 Politiewet 2012
Integraal Veiligheidsbeleid 2015-2018
10
De lokale driehoek is op het niveau van de RBT Venray-Gennep georganiseerd. De gemeente
Venray geeft invulling aan het voorzitterschap en het secretariaat. In bijzondere situaties, roept
de burgemeester de driehoek op gemeentelijk niveau bijeen.
De Minister van Veiligheid en Justitie6 stelt jaarlijks een beheersplan en een jaarverslag op. Het
beheersplan bevat onder meer de indeling van de regionale eenheden in districten en
basisteams. Over de indeling van de regionale eenheden en de omvang van de onderdelen
hiervan worden de burgemeesters gehoord door de korpschef (via de politiechefs van de
eenheden). Als het om het landelijke beleidsplan gaat, voert de regioburgemeester overleg met
de burgemeesters binnen de eenheid, voordat hij zijn zienswijze aan de Minister kenbaar
maakt.
De Politiewet 2012 stelt vervolgens dat de gemeenteraad ten minste eenmaal in de vier jaar de
veiligheidsdoelen bepaalt die de gemeente nastreeft door de handhaving van de openbare orde
en de hulpverlening door de politie. Voordat het beleidsplan van de regionale eenheid wordt
vastgesteld, dienen gemeenteraden bovendien door de burgemeester te worden gehoord over
een ontwerpversie van dit regionaal beleidsplan.
• Openbaar Ministerie (fysiek) meer op afstand
Per 1 januari 2013 is de Wet Herziening Gerechtelijke Kaart van kracht, waarin de reorganisatie
van de rechtspraak in Nederland geregeld is. Vanaf inwerkingtreding van de wet kent Nederland
nog 10 arrondissementen. De wet heeft ertoe geleid dat de arrondissementen Roermond en
Maastricht samengevoegd zijn tot het arrondissement Limburg. Het Openbaar Ministerie werkt
sindsdien vanuit Maastricht.
In 2013 is ook de nieuwe ZSM-werkwijze7 ingevoerd. In die werkwijze buigen het Openbaar
Ministerie, politie, Reclassering Nederland, Slachtofferhulp Nederland en de Raad voor de
Kinderbescherming zich samen en snel over verdachten van veelvoorkomende criminaliteit.
Verdachten krijgen snel te horen voor welke interventie of vervolgstap de officier van justitie
kiest. De schade en wensen van het slachtoffer worden direct meegenomen. Ook ZSM is
ondergebracht in Maastricht. Een gevolg van ZSM lijkt een terugtrekkende beweging van het
Openbaar Ministerie uit de Limburgse Veiligheidshuizen te zijn, daar waar deze
Veiligheidshuizen jaren geleden juist als ‘Justitie in de buurt’ kantoren zijn gestart. De
aansluiting tussen het Veiligheidshuis en ZSM is van cruciaal belang, zeker daar waar het om
risicojongeren of veelplegers gaat.
6 artikel 37 Politiewet 2012
7 Veelvoorkomende criminaliteit wordt door ZSM Samen op Snelle, Slimme, Selectieve, Simpele en
Samenlevingsgerichte wijze afgedaan
Integraal Veiligheidsbeleid 2015-2018
11
3.1.2 Decentralisering taken in sociaal domein
Met ingang van 1 januari 2015 wordt de gemeente verantwoordelijk voor een aantal kerntaken
in het sociale domein. Het gaat dan om de volgende decentralisaties:
• De overheveling van onderdelen uit de Algemene wet bijzondere ziektekosten (Awbz)
naar de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) die gericht zijn op het bevorderen,
het behoud of het compenseren van zelfredzaamheid van bewoners.
• Uitvoering van taken zoals benoemd in de Jeugdwet, waarmee gemeenten
verantwoordelijk worden voor 1) alle ondersteuning, hulp en zorg aan jeugdigen en
ouders bij opgroei- en opvoedproblemen, psychische problemen en stoornissen, 2) voor
de uitvoering van kinderbeschermingsmaatregelen en jeugdreclassering en 3) de
advisering en verwerking van meldingen inzake huiselijk geweld en kindermishandeling.
• De invoering van de Wet werken naar vermogen (Participatiewet), die erop gericht is om
mensen met een arbeidshandicap zoveel als mogelijk aan een baan te helpen.
• Een passende onderwijsplek voor leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben.
De gemeente krijgt in het kader van bovenstaande decentralisaties een grote
verantwoordelijkheid voor de zorg voor diverse en uiteenlopende doelgroepen in de
samenleving.
3.2 Effect ontwikkelingen op lokaal integraal veiligheidsbeleid
Het integraal veiligheidsbeleid staat niet op zichzelf. De in paragraaf 3.1 beschreven
ontwikkelingen hebben tot (boven)lokaal beleid geleid op veiligheid of op thema’s die het brede
beleidsterrein van integrale veiligheid raken. Zo kan het dus voorkomen dat landelijk,
provinciaal of regionaal beleid c.q. in dat beleid gestelde doelen en/of prioriteiten van invloed
zijn op lokaal integraal veiligheidsbeleid of andersom.
3.2.1 Beleidsvorming landelijk
Met de komst van de nationale politie heeft de Minister van Veiligheid en Justitie op landelijk
niveau een aantal veiligheidsthema’s geprioriteerd. Deze landelijke thema’s zijn
grensoverschrijdend, spelen landelijk, vragen om specifieke kennis, innovatieve aanpak en/of
(kostbare) technische hulpmiddelen. Als landelijke thema’s zijn benoemd:
• Ondermijning;
• Cybercrime;
• Fraude;
• Kinderporno;
• High Impact Crime (HIC feiten) (waarbij de aanpak op lokaal niveau georganiseerd is).
Er is overigens geen hiërarchie tussen landelijke en lokale prioriteiten. Landelijke prioriteiten
zijn alleen relevant voor zover deze lokaal herkenbaar zijn. Het lokale gezag bepaalt wat er in
een concrete situatie moet gebeuren en kan daarmee en lokale prioriteit prioriteren boven een
landelijke prioriteit of omgekeerd.
Integraal Veiligheidsbeleid 2015-2018
12
3.2.2 Beleidsplan politie eenheid Limburg 2015-2018
Met de vaststelling van het beleidsplan 2015-2018 van de politie eenheid Limburg8 met als titel
‘Betekenisvolle interventies: begrenzen, beschermen en bekrachtigen’ zijn vier Limburgse
veiligheidsthema’s benoemd, die richting geven aan het politiewerk in Limburg. Het gaat dan
om de thema’s:
• De aanpak van overlast en ernstige veelvoorkomende criminaliteit;
• Zorg voor de jeugd;
• Burgerparticipatie;
• Integriteit.
In het kader van de voorbereidingen van het beleidsplan is in de driehoek RBT Venray-Gennep
een aantal thema’s benoemd, die vanuit de optiek van de driehoek in de komende jaren om
inzet van politie vragen. De gebiedsscan, zoals begin 2014 opgeleverd door de politie, is hierbij
als uitgangspunt genomen. Vanuit Venray zijn hierbij de volgende thema’s ingebracht:
• Drugsoverlast;
• Sociale problematiek in relatie tot de extramuralisatie instellingen;
• Jeugdoverlast en jeugdcriminaliteit;
• Overlast drunks en junks;
• Georganiseerde criminaliteit achter de fietsendiefstal;
• Integrale aanpak in het kader van veilig ondernemen.
3.2.3 Beleidsvorming decentralisaties in het sociale domein
De gemeente krijgt in het kader van de decentralisaties een grote verantwoordelijkheid voor de
zorg van een groep bovenal kwetsbare bewoners. De decentralisaties bieden kansen voor het
integraal veiligheidsbeleid, namelijk:
• Professionals zijn meer op het niveau van de wijk of dorp aan het werk, waardoor
vroegsignalering beter ingebed kan worden.
• Zorg en straf kunnen beter op elkaar worden afgestemd, waardoor zorg efficiënter kan
worden ingezet en het veiligheidsbeleid effectiever wordt.
Voor alle decentralisaties geldt het uitgangspunt dat bewoners meer eigen verantwoordelijkheid
krijgen en meer hun ‘eigen kracht’ en sociale netwerk moeten gaan benutten. Maar dit kan ook
betekenen dat bewoners later in beeld komen bij instanties. Als kwetsbare mensen langer
zelfstandig wonen en meer hulp moeten vragen aan familie of buren, maar dat vervolgens niet
doen, dan bestaat het risico dat zij zich gaan afzonderen van hun omgeving en uit het zicht
verdwijnen. Na verloop van tijd neemt de roep om aandacht dan andere vormen aan door
bijvoorbeeld overmatig middelengebruik, vervuiling of veroorzaken van overlast. Ook kan er
sprake zijn van botsende levensstijlen, omdat veelal (psychisch) kwetsbare mensen, die
mogelijk zorg mijden, langer zelfstandig blijven wonen.
8 Behandeld in raadsvergadering van 23 september 2014.
Integraal Veiligheidsbeleid 2015-2018
13
Ook in het kader van de decentralisaties is het veiligheidsgevoel een belangrijk thema. Want
hoe bewoners zich voelen in hun eigen buurt is per persoon verschillend. Dit omdat beleving nu
eenmaal subjectief is. De ene bewoner zal geen enkel probleem hebben met een buurman die in
zichzelf praat en af en toe uitvalt, terwijl een andere bewoner zich hierdoor al bedreigd kan
voelen. Meer kwetsbare mensen in de buurt vraagt dan ook om meer tolerantie van andere
bewoners in die buurt.
In de zoektocht naar de raakvlakken met het veiligheidsbeleid komt een aantal doelgroepen in
beeld, zoals:
• Kinderen/jeugdigen die kampen met opgroeiproblemen en ouders met opvoedproblemen;
• Overlastgevende en criminele jeugd(groepen) en 12-minners;
• Bewoners met psychi(atri)sche problematiek, die overlast veroorzaken of een gevaar
vormen voor zichzelf of hun omgeving;
• (Jeugdige) veel- en meerplegers;
• (Jeugdige) ex-gedetineerden;
• Plegers van huiselijk geweld en kindermishandeling;
• Overlastgevende multiproblem gezinnen.
Gelet op bovenstaande is het dan ook van groot belang om een directe koppeling te maken
tussen ontwikkelingen in het sociaal domein en veiligheid en daarmee ook tussen de betrokken
beleidsterreinen. De gemeenteraad heeft op 28 oktober 2014 de beleidskaders inzake de drie
decentralisatieopgaven vastgesteld. In de beleidsnota’s ‘alle gezinnen doen en tellen mee9’ en
‘Iedereen telt mee, doet mee en draagt bij10’ komen de werelden van veiligheid, jeugdhulp
respectievelijk de samenwerking in het sociale domein op het gebied van veiligheid en
leefbaarheid bij elkaar. In hoofdstuk 5 wordt hier bij de verschillende veiligheidsthema’s vanuit
meer gedetailleerd op ingegaan, uiteraard nu vanuit de optiek van veiligheid.
3.3 Landelijke trends
Naast belangrijke ontwikkelingen is ook een aantal landelijke trends te signaleren. Hierna volgt
een korte beschrijving van deze trends11.
• Crisis en gedeelde verantwoordelijkheid voor veiligheid
Er zijn (nog) geen aanwijzingen dat de economische situatie voor meer criminaliteit of
onveiligheidsgevoelens zorgt.
9 Beleidsplan jeugdhulp Venray 2015-2016-2017
10 Beleidsplan Wmo 2015-2016-2017
11 Uit Trendsignalement CCV
Integraal Veiligheidsbeleid 2015-2018
14
Dit ondanks het feit dat de uitgaven aan veiligheidszorg na een jarenlange stijging vanaf 2011
nauwelijks toegenomen zijn en particulieren en ondernemers minder investeren in
preventiemaatregelen. Daarentegen wordt wel een toenemende rol van bewoners en bedrijven
bij veiligheid gezien. Zij krijgen een steeds grotere verantwoordelijkheid in de veiligheidszorg.
Dat komt enerzijds door een terugtredende overheid die over steeds minder financiële middelen
beschikt. Aan de andere kant groeit de overtuiging dat burgers, bedrijven en overheid samen
verantwoordelijk zijn voor de bestrijding van overlast en criminaliteit.
• Internet en sociale media
Internet en sociale media bieden zowel kansen als bedreigingen binnen het veiligheidsdomein.
Enerzijds worden internet en sociale media succesvol ingezet om bewoners en ondernemers te
betrekken bij veiligheid en leefbaarheid in hun buurt of draagt bij aan de opsporing van
strafbare feiten. Anderzijds blijkt cybercrime een vorm van veelvoorkomende criminaliteit te
worden en zijn er grote zorgen om de ontwikkeling van het cyberpesten.
• Daling criminaliteitscijfers en effect op overlastbeleving
Vanaf 2005 daalt de geregistreerde criminaliteit in Nederland. Diverse criminaliteitscijfers tonen
aan dat Nederland steeds veiliger wordt. Deze daling van criminaliteit gaat echter niet gelijk op
met de manier waarop bewoners veiligheid en vooral sociale overlast beleven.
• Uitbreiding bestuurlijk instrumentarium en verbetering informatiepositie
De afgelopen jaren hebben bestuursorganen, waaronder de burgemeester, steeds meer
mogelijkheden gekregen om op lokaal niveau bestuursrechtelijk te handhaven c.q. de openbare
orde te handhaven. Voor wat betreft het bestuursrechtelijk handhaven is de herziene Wet
BIBOB is hier een goed voorbeeld van.
Als het om een nieuw instrument met het oog op handhaving van de openbare orde gaat, is op
1 juli 2014 de Wet verruiming fouilleerbevoegdheden van kracht geworden. Deze wet geeft de
burgemeester de mogelijkheid om voor maximaal twaalf uur een gebied aan te wijzen waar de
politie op bevel van de officier van justitie preventief op wapens mag fouilleren. Het moet dan
wel gaan om een plotseling gebeurtenis. Doordat het besluit van de burgemeester en het bevel
van de officier van justitie mondeling kan worden gegeven, kan er slagvaardig worden
opgetreden tegen agressie en overlast of kan escalatie juist voorkomen worden. De
burgemeester informeert de raad zo spoedig mogelijk na afloop van de inzet van dit instrument.
Een voorbeeld als het om het verbeteren van de informatiepositie van de burgemeester gaat, is
de mogelijkheid om aan te sluiten op de Informatievoorziening Bestuurlijke Informatie
Justitiabelen (BIJ). De Informatievoorziening BIJ heeft tot doel om een burgemeester tijdig te
informeren over terugkeer van personen die onherroepelijk zijn veroordeeld tot een
vrijheidsbenemende straf voor ernstige gewelds- of zedendelicten, van personen die zijn
veroordeeld tot een tbs-maatregel met dwangverpleging of veroordeeld tot jeugd-tbs.
Integraal Veiligheidsbeleid 2015-2018
15
Beoogd wordt om de burgemeester in die positie te brengen dat hij tijdig – als nodig –
maatregelen kan bevelen met het oog op de handhaving van de openbare orde.
3.4 Lokale trends
Terugblikkend op de afgelopen periode is ook een aantal trends in de aanpak van
veiligheidsvraagstukken in Venray te onderscheiden.
• Beroep op bewoners en ondernemers neemt toe
We doen een steeds groter beroep op de verantwoordelijkheid van bewoners en ondernemers
voor de veiligheid in hun eigen woon- en leefomgeving, zowel voor wat betreft de aanpak als
met het oog op het voorkomen van overlast en criminaliteit. Hierbij moet oog zijn en blijven
voor draaglast (van een individu) in relatie tot de draagkracht (van de straat, buurt of wijk).
• Toename bovenlokale samenwerking
We signaleren een toename van bovenlokale samenwerking, zowel op het gebied van
beleidsontwikkeling als op het gebied van de uitvoering. Deze samenwerking is op diverse
niveaus georganiseerd: van provinciaal tot binnen het werkgebied van de RBT Venray-Gennep.
Gebruik maken van elkaars expertise, effectievere inzet van beschikbare capaciteit, uniformeren
van beleid onder meer met oog op handhaafbaarheid en het voorkomen van het waterbedeffect
liggen hieraan ten grondslag.
• Persoonsgerichte aanpak wordt breder toegepast
Werd de persoonsgerichte aanpak vooral gezien als een instrument om jeugdcriminaliteit aan te
pakken, nu wordt deze aanpak steeds vaker ingezet bij de aanpak van georganiseerde
criminaliteit. Als voorbeeld wordt de patseraanpak genoemd.
• Aandacht voor aanpak georganiseerde criminaliteit ten koste van preventie
Met de aansluiting bij het landelijke Convenant ten behoeve van Bestuurlijke en Geïntegreerde
Aanpak Georganiseerde Criminaliteit, Bestrijding Handhavingsknelpunten en Bevordering
Integriteitsbeoordelingen, de ondersteuning vanuit het Regionaal Informatie en Expertise
Centrum en de capaciteitsuitbreiding op de bestuurlijke aanpak is de aandacht voor de aanpak
van georganiseerde criminaliteit verstevigd. Dit met het oog op het borgen van de integriteit
van de overheid en de veiligheid voor de Venrayse bewoners.
Hier staat tegenover dat de bezuiniging op de niet wettelijke preventietaken binnen het
integraal veiligheidsbeleid op een aantal onderdelen gevoeld wordt. Denk aan de
preventieactiviteiten in het kader van het keurmerk veilig ondernemen winkelcentra en
voorlichtingsactiviteiten over criminaliteit, (cyber)pesten en middelengebruik in het basis- en
voortgezet onderwijs.
Integraal Veiligheidsbeleid 2015-2018
16
De warme jas van
Venray:
geborgenheid van de
herkenbare, sociale
lokale omgeving
(herkenning, thuis
voelen) en de
openheid naar de
wereld om ons heen
met kansen voor
sociaaleconomische
ontwikkelingen en
nieuwe belevenissen
(uitdaging).
Uit strategische visie
‘Venray, stad in de
Peel’ (2025)
4 Herijking kernpunten van het beleid
4.1 Strategisch en tactisch kader
Strategische visie 2025
Veiligheid stond als een prominent thema in de Strategische Visie Venray 2020 en werd als
belangrijk uitgangspunt benoemd om te bereiken dat Venray in 2020 een krachtige, bloeiende
en veilige gemeenschap en gemeente is, waarin iedereen telt en
meedoet. In de herijkte strategische visie ‘Venray, stad in de Peel
2025’ komt de term veiligheid daarentegen welgeteld nog één
keer voor. In meer algemene zin wordt aangegeven dat
gemeenten voor grote opgaven staan en dat een ontwikkeling
gezien wordt dat gemeenten zich terugtrekken op basistaken,
zoals openbare orde en veiligheid. Hierbij wordt aangetekend dat
ook Venray zich de komende tijd hierop dient te oriënteren. Het
behouden van de ‘warme jas’ van Venray staat centraal in de
visie.
Coalitieakkoord 2014-2018
In visie, zoals geformuleerd in het coalitieakkoord 2014-2018
‘Samen aan de slag, samen verantwoordelijk’ met als ondertitel
‘Niet alleen de overheid, maar wij samen zorgen voor kwaliteit
van leven’, is dit ook terug te lezen. Op de vraag waar Venray in
2018 staat, zeggen de coalitiepartijen dat “Venray in 2018
veiliger, leefbaarder en welvarender is. Onze inwoners zijn
tevreden met de wijze waarop ze in de gemeente Venray kunnen wonen, leven en werken. We
hebben flinke stappen gezet in het vinden van de balans tussen prettig wonen, een goede
boterham verdienen en in partnerschap samenwerken aan de kwaliteit van leven voor Venrayse
gemeenschappen”.
Collegeprogramma 2014-2018
In het collegeprogramma 2014-2018 ‘Balans en Vertrouwen’ is deze visie verder uitgewerkt,
waarbij onder het programma ‘Wonen’ en de deelprogramma’s ‘woonomgeving’ en ‘Veiligheid en
Handhaving’ nader omschreven is wat het college beoogt en gaat ondernemen om te komen tot
een veiliger Venray in 2018. Hierbij zijn de in de strategische visie benoemde perspectieven, te
weten zelfsturing, kwalitatieve ontwikkeling en (regionale) samenwerking leidend.
Integraal Veiligheidsbeleid 2015-2018
17
Het college van burgemeester en wethouders stelt zich voor de
opdracht om de feitelijke veiligheidssituatie alsook de
veiligheidsgevoelens te verbeteren door enerzijds met
veiligheidspartners samen te werken en anderzijds juist
bewoners en ondernemers te stimuleren om zelf maatregelen
te treffen om slachtofferschap te voorkomen.
Dit laatste impliceert dat op onderdelen de gemeente niet altijd
(meer) de regierol heeft zoals gedefinieerd binnen het
Kernbeleid Veiligheid, maar juist een andere rol kan vervullen
ten opzichte van bewoners of ondernemers.
De ene keer ligt de regie bij de gemeente en worden
bewoners en ondernemers gevraagd te participeren
(bewonersparticipatie12), waarbij de mate van
participatie afhankelijk is in hoeverre het
veiligheidsthema daarvoor leent. De andere keer ligt
het initiatief bij bewoners of ondernemers en wordt
de gemeente gevraagd te participeren
(overheidsparticipatie13). Ook hier is de mate van
participatie afhankelijk van het vraagstuk dat
voorligt. In het verlengde hiervan past de intentie
om weer vaker vooraan in de veiligheidsketen te
opereren, daar waar het accent in de afgelopen jaren
juist vooral op het verstevigen van de geïntegreerde
(waaronder bestuurlijke) aanpak gelegen heeft.
Uitgaande van deze tactische opgaven, is een aantal
belangrijke acties benoemd in het
collegeprogramma, die uiteraard een plek krijgen in
deze kadernota. Deze acties betreffen onder meer
de doorontwikkeling van de wijkteams en het
verstevigen van de verbinding tussen de
ontwikkelingen in het sociale domein (de drie
decentralisatieopgaven) en veiligheid. Daarnaast
wordt een aantal veiligheidsthema’s specifiek
benoemd in het collegeprogramma, die dan ook als
geprioriteerd thema terug komen in deze kadernota.
12 Van informeren, reageren, raadplegen naar adviseren en meebeslissen
13 Van reguleren, regisseren, stimuleren naar faciliteren en loslaten
Tactische opgave tot
2018, deelprogramma
‘woonomgeving’:
Alle inwoners van de
Venrayse dorpen en
wijken worden
gefaciliteerd door een
wijkteam Veilige,
Leefbare en Zorgzame
buurten
Uit collegeprogramma
2014-2018
Tactische opgave tot 2018,
deelprogramma Veiligheid &
Handhaving:
Het versterken van de objectieve en
subjectieve veiligheid in de Venrayse
dorpen en wijken door enerzijds
veiligheidspartners te verbinden aan
de integrale aanpak van
veiligheidsproblemen en anderzijds
door bewoners en ondernemers te
stimuleren om zelf maatregelen te
treffen om daarmee slachtofferschap
te voorkomen. We vullen de
gemeentelijke regierol in door de
beleidsontwikkeling en –uitvoering op
het gebied van integrale veiligheid
aan de gang te houden, partners
betrokken en aan hun afspraken te
houden en nieuwe items snel op te
(laten) pakken en van een aanpak te
voorzien. We proberen vaker vooraan
in de veiligheidsketen te opereren:
‘preventie waar mogelijk, handhaven
als het niet anders kan’. We zetten
verder primair in op het verbeteren
van de (sociale) veiligheid in de
openbare ruimte en aanpak sociale
problematiek in dorpen en wijken.
Uit collegeprogramma 2014-2018
Integraal Veiligheidsbeleid 2015-2018
18
4.2 Visie op veiligheid
Aanhakend bij de strategische visie 2025 van de gemeente Venray kunnen we vanuit het
veiligheidsperspectief aangeven dat, om ‘in beelden te blijven spreken’, de mate waarin
bewoners veilig zijn en zich veilig voelen mede bepalend is voor ‘hoe dik de voering van de
Venrayse jas’ uiteindelijk is. We komen in een cirkelredenering terecht, want hoe je het ook
went of keert, na de eerste levensbehoeften eten, drinken en slapen, is veiligheid een
belangrijke primaire levensbehoefte voor ieder mens. Pas als bewoners zich veilig voelen,
kunnen zij zich ontplooien in educatief, economisch en maatschappelijk opzicht en zullen ze zich
vervolgens meer maatschappelijk betrokken voelen en zich in willen zetten voor onder meer de
veiligheid in het dorp of wijk. Hierbij moet aangetekend worden dat veiligheid wel iets is wat
leeft in het hoofd en het hart van bewoners. Elke bewoner creëert zijn eigen veiligheidsgevoel
op basis van persoonlijke situatie, persoonlijke ervaringen en eigen interpretatie van
maatregelen. De ene bewoner voelt zich veiliger met meer politie in de straat, een andere
bewoner zal denken ‘hier is vast iets aan de hand, want ik zie zo vaak politie in de straat’.
Het bovenstaande samengevat en daarbij kijkend naar de strategische visie en reeds
geformuleerde tactische opgaven, levert op dat de in de kadernota 2012-2015 geformuleerde
strategische doelstelling in die zin bijgesteld wordt dat de veranderende rolverdeling duidelijker
wordt neergezet. We streven binnen het integraal veiligheidsbeleid dan ook naar:
4.3 Herijking strategische uitgangspunten
In de kadernota 2012-2015 is een aantal strategische uitgangspunten geformuleerd. Hierna
vindt een herijking van deze uitgangspunten plaats.
4.3.1 Wijzigende rolverdeling gemeente en bewoner/ondernemer
Zoals in paragraaf 2.3 omschreven is de gemeentelijke rol in het veiligheidsdomein aan
veranderingen onderhevig. In het kader van het integraal veiligheidsbeleid zet de gemeente nog
altijd in op de aanpak van uiteenlopende vormen van overlast en criminaliteit door
veiligheidspartners samen te brengen, afspraken te maken over de aanpak en deze afspraken
ook te bewaken.
Veilige Venrayse dorpen en wijken, waarin bewoners van alle generaties zich veilig
voelen, waarbij we samen met professionele veiligheidspartners de maximale invloed
uitoefenen op problemen die de veiligheid of het veiligheidsgevoel raken, echter van
bewoners en ondernemers ook een bijdrage naar vermogen mogen verwachten als het
gaat om het bevorderen van veiligheid in de eigen woon- of werkomgeving en het
voorkomen van slachtofferschap.
Integraal Veiligheidsbeleid 2015-2018
19
Op dit punt vervult de gemeente nog altijd de formele regierol op het proces, zoals omschreven
in het Kernbeleid Veiligheid, namelijk sturen op de selectie en de aanpak van
veiligheidsdoelstellingen, sturen op de samenwerking en op tussentijdse evaluaties en
doorontwikkeling van de aanpak.
Dit laat onverlet dat bewoners en ondernemers ook in het kader van de aanpak van overlast en
criminaliteit een belangrijke functie kunnen hebben. Enerzijds is de aanpak van overlast en
criminaliteit voor een belangrijk deel namelijk afhankelijk van meldingen en aangiften.
Voorbeelden waarbij bewoners en ondernemers een bijdrage leveren aan de veiligheid door het
signaleren en melden zijn Burgernet en Meld Misdaad Anoniem. Anderzijds kunnen diverse
vormen van overlast en criminaliteit juist voorkomen worden als bewoners en ondernemers zelf
afdoende maatregelen treffen (vb. goed hang- en sluitwerk) of hun gedrag wijzigen (vb. geen
waardevolle spullen in auto achterlaten).
Zoals ook in de visie omschreven verwachten we van bewoners en ondernemers een bijdrage
naar vermogen als het gaat om het bevorderen van veiligheid in de eigen woon- of
werkomgeving en het voorkomen van slachtofferschap. De praktijk leert dat de bewoners en
ondernemers graag bereid zijn om bij te dragen in de zoektocht naar een oplossing voor een
probleem in hun eigen woon- of werkomgeving. Bewoners en ondernemers kunnen een lokaal
veiligheidsprobleem soms ook veel sneller en effectiever aanpakken, omdat zij weten wat er in
de omgeving speelt. In sommige gevallen is de gemeente hier zelfs niet van op de hoogte en
ligt de regie op de aanpak volledig in de wijk, buurt of straat.
In andere situaties wordt door bijvoorbeeld de wijkteams veilige, leefbare en zorgzame buurten
ingezet op het versterken van de sociale cohesie en het stimuleren van bewoner14-
respectievelijk overheidsparticipatie15 op onder meer veiligheidsthema’s. Achterliggende
gedachte is dat kennen en gekend worden (sociale controle) en (mee)werken aan een veilige
straat, buurt of dorp/wijk in positieve zin doorwerken op het veiligheidsgevoel van bewoners.
Hierbij moet aangetekend worden dat de mate waarin de gemeente en haar veiligheidspartners
hun verantwoordelijkheid nemen in de aanpak van overlast en criminaliteit onlosmakelijk
verbonden is met de mate waarin bewoners bereid zijn om zich in te zetten voor de veiligheid.
Zo kunnen bewoners slachtoffer worden of slachtoffers maken. In die gevallen moeten de
bewoners kunnen vertrouwen op de gemeente, politie en andere veiligheidspartners. Als het om
de gemeentelijke rol bij de wijkteams gaat, dan sturen we nog altijd op de methodiek en het
proces. Echter op inhoud heeft de gemeente steeds vaker een faciliterende, ondersteunende rol.
Geconcludeerd kan dan ook worden dat bewoners en ondernemers onmiskenbaar hard nodig
zijn om de gemeente Venray (nog) veiliger te maken. Daarmee zijn bewoners en ondernemers
uitgegroeid tot strategische veiligheidspartners.
14 Initiatief ligt bij de gemeente en we stimuleren bewoners om mee te doen. 15 Initiatief ligt bij bewoners en bewoners vragen gemeente om mee te doen.
Integraal Veiligheidsbeleid 2015-2018
20
4.3.2 Rolverdeling raad, college en burgemeester
De strategische uitgangspunten inzake de rolverdeling tussen raad, college van burgemeester
en wethouders en burgemeester, zoals geformuleerd in de kadernota 2012-2015, blijven
onveranderd met die kanttekening dat de functie van wethouder integrale veiligheid met de
verkiezingen in maart 2014 niet is teruggekomen in de gemeente Venray.
Op hoofdlijnen ziet de rolverdeling er als volgt uit: de gemeenteraad stelt eenmaal per vier jaar
een kadernota integraal veiligheidsbeleid vast en voert vervolgens de controlerende taak uit en
ziet in dit kader toe op de uitvoering. Het college van burgemeester en wethouders zorgt voor
de uitvoering van het beleid en stelt dan ook het uitvoeringsprogramma vast, waarna het ter
kennisgeving aan de gemeenteraad wordt aangeboden. Verder rapporteert het college van
burgemeester en wethouders aan de gemeenteraad over de voortgang via de P&C-cyclus.
De burgemeester is vanuit zijn wettelijke verantwoordelijkheid belast met het handhaven van
de openbare orde en veiligheid en heeft het bevel bij grootschalig optreden. Daarnaast is de
burgemeester vanuit zijn portefeuille integrale veiligheid verantwoordelijk voor de bestuurlijke
coördinatie van het proces en draagt binnen het college van burgemeester en wethouders zorg
voor afstemming tussen de verschillende portefeuilles. In paragraaf 3.5 wordt nader ingegaan
op deze rollen.
4.3.3 Overige strategische uitgangspunten
� Het integraal veiligheidsbeleid van de gemeente Venray wordt ingebed in de
programmabegroting van de gemeente Venray onder het programma ‘Wonen’ en voor zover
noodzakelijk in de begroting van externe partners.
� Zowel professionals (strategische veiligheidspartners) als burgers, al dan niet
vertegenwoordigd in de bestaande wijk- en dorpsraden, worden betrokken bij de
totstandkoming van het integraal veiligheidsbeleid. Hierbij wordt geen apart traject
doorlopen, echter zoveel als mogelijk gebruik gemaakt van de bestaande contacten en
overlegvormen.
� Veiligheidsthema’s, waarvoor kaders vastliggen in andere beleidsnota’s, worden niet verder
uitgediept in deze kadernota. Bij de desbetreffende thema’s wordt een verwijzing naar het
betreffende beleid aangebracht.
� Voor wat betreft de veiligheidsanalyse wordt uitgegaan van de cijfers uit het
registratiesysteem van de politie, de gebiedsscan en de benchmark veiligheid. Daarnaast
wordt het laatst beschikbare resultaat van de landelijke Leefbarometer meegenomen. De
gemeente Venray heeft in 2014 niet deelgenomen aan ‘Waar staat je gemeente’.
Vergelijking met de rapportage uit 2012 is dus niet mogelijk.
Integraal Veiligheidsbeleid 2015-2018
21
4.4 Strategische veiligheidspartners
De gemeente heeft als taak om de samenwerking tussen verschillende veiligheidspartners tot
stand te brengen. Met bewoners en ondernemers als strategische veiligheidspartners is
veiligheid een thema van de samenleving als geheel geworden. De volgende partners zijn in
beeld als het om de veiligheid in Venray gaat.
Externe strategische partners zijn:
� Bewoners van Venray al dan niet georganiseerd in wijk- en dorpsraden;
� Ondernemers in de gemeente Venray als dan niet verenigd in ondernemersvereniging,
winkeliersvereniging, etc.;
� Politie-eenheid Limburg, Robuust Basisteam Venray-Gennep;
� Veiligheidsregio Limburg-Noord;
� Openbaar Ministerie, arrondissement Limburg;
� Wonen Limburg;
� Welzijnsinstelling Synthese;
� Bureau Jeugdzorg;
� Vincent van Gogh instituut;
� GGD Noord- en Midden-Limburg;
� Veiligheidshuis Noord-Limburg;
� Regionaal Informatie en Expertise Centrum (RIEC);
� Provincie Limburg;
� Gemeenten in Noord- en Midden-Limburg.
Naast bovenstaande partners is een aantal partners meer op thematische basis betrokken bij
het integraal veiligheidsbeleid. Denk dan bijvoorbeeld aan het Bureau IKVA, Koninklijk Horeca
Nederland, FPI Rooyse Wissel, William Schrikker Groep, Bureau Halt team Limburg,
Belastingdienst, met GGZ16, Dichterbij, MEE, Mutsaersstichting, Regionaal Platform
Criminaliteitsbeheersing, sportverenigingen, Jongerenstichting The B, Optisport. Ook vervoer
gerelateerde partijen (zoals NS Poort, Prorail en Veolia), het onderwijs (Raayland College,
Stichting Primair Onderwijs Venray, Dynamiek Scholengroep, ROC Gilde en Montessoricentrum
Venray), Reclassering Nederland, enzovoort dragen hun steentje bij als het om integrale
veiligheid gaat.
Interne strategische partners zijn:
Naast raad, college van burgemeester en wethouders, burgemeester is ook de
gemeentesecretaris en het managementteam een belangrijke partner binnen het integraal
veiligheidsbeleid. Met ingang van 2015 kent de gemeente Venray een meer vraaggerichte
organisatie.
16 Fusie Mensana en Riagg Zuid
Integraal Veiligheidsbeleid 2015-2018
22
De bij het veiligheidsbeleid betrokken medewerk(st)ers zijn bovenal terug te vinden in de
afdeling Stad, Dorpen en Wijken. Meer specifiek gaat het om medewerk(st)ers, die zich met de
volgende taakvelden bezighouden:
� openbare orde, veiligheid en bestuurlijke aanpak;
� rampenbestrijding en crisisbeheersing;
� horeca, evenementen en APV;
� toezicht en handhaving;
� welzijn;
� jeugd;
� onderwijs en leerplicht/RMC;
� gebiedsgericht werken;
� verkeer en vervoer;
� openbare ruimte;
� toerisme;
� bedrijfscontactfunctionaris;
� communicatieadviseur;
� jurist;
� adviseur beleid & control.
4.5 Sturen op veiligheid
4.5.1 Politiek bestuurlijk inbedding en interne afstemming
De gemeenteraad stelt eenmaal per vier jaar de kaders voor het integraal veiligheidsbeleid vast.
Daarnaast heeft de raad een controlerende taak als het om de resultaten van het beleid en het
rendement van de inzet van de financiële middelen ten behoeve van het integraal
veiligheidsbeleid gaat. Het college van burgemeester en wethouders zorgt voor de uitvoering
van het beleid waarbij het streven erop gericht is om jaarlijks een uitvoeringsprogramma vast
te stellen. Dit uitvoeringsprogramma wordt ter kennisgeving aangeboden aan de
raadscommissie en de gemeenteraad. Verder rapporteert het college van burgemeester en
wethouders aan de gemeenteraad over de voortgang via de reguliere Planning & Control-cyclus.
In geval van een belangrijke ontwikkeling of een incident informeert de burgemeester het
presidium. Dit heeft in de afgelopen jaren op een aantal momenten plaatsgevonden.
De centrale coördinatie van het proces rondom het integraal veiligheidsbeleid is in handen van
de portefeuillehouder integrale veiligheid, de burgemeester. Het integraal veiligheidsbeleid staat
namelijk niet op zich. Het raakt uiteenlopende gemeentelijke beleidsvelden en daarmee ook
andere portefeuilles. Met het oog hierop zoekt de portefeuillehouder integrale veiligheid
afstemming met de overige portefeuillehouders binnen het college van burgemeester en
wethouders.
Integraal Veiligheidsbeleid 2015-2018
23
De burgemeester is wettelijk belast met de handhaving van de openbare orde en veiligheid en
draagt daarvoor bestuurlijke verantwoordelijkheid. De burgemeester voert het bevel bij
grootschalig optreden en draagt het gezag op het terrein van handhaving van de openbare orde
en hulpverlening. Daarnaast heeft de burgemeester op basis van uiteenlopende wet- en
regelgeving bijzondere bevoegdheden. Denk bijvoorbeeld aan de bevoegdheden, zoals
vastgelegd in de Algemene Plaatselijke Verordening of aan de wetten op basis waarvan de
burgemeester instrumenten in handen heeft om uiteenlopende vormen van overlast en
verloedering tegen te gaan. De burgemeester informeert het college van burgemeester en
wethouders en de gemeenteraad in elk geval als er sprake is van een incident met
maatschappelijke onrust tot gevolg of bij toepassing van bevoegdheden in bestuurlijk en/of
politiek gevoelige kwesties.
Waar staan we?
In de rapportage Benchmark veiligheid is te lezen dat de gemeente Venray op de onderdelen
‘wisselwerking met portefeuillehouder’ en ‘wisselwerking met college’ op respectievelijk boven
het benchmarkgemiddelde scoort. Op de onderdelen ‘betrekken van de raad’ en ‘rol van de
gemeentesecretaris’ liggen de scores licht onder het gemiddelde van de benchmark.
Als het om het betrekken van de raad gaat, is dat verklaarbaar uit het gegeven dat
verantwoording aan de raad plaatsvindt via de jaarlijkse cyclus rondom het
uitvoeringsprogramma. Echter in de afgelopen vier jaar is er slechts tweemaal een
uitvoeringsprogramma gepresenteerd. Zoals ook bevestigd wordt in de rapportage van de
Benchmark heeft de afgelopen jaren het accent gelegen op meer tactische-operationele taken.
Dit is ten koste gegaan van meer strategische-tactische opgaven, zoals nieuw beleid, evaluatie
van beleid en vertaling daarvan in een jaarprogramma. De noodzaak om een beter balans aan
te brengen tussen het strategisch-tactisch en het tactisch-operationeel acteren wordt
onderschreven. Met de uitbreiding van de capaciteit per mei 2014 op een aantal beleids-
uitvoerende, meer beheersmatige taken wordt een accentverschuiving mogelijk gemaakt.
De rol van de gemeentesecretaris en het managementteam is binnen het integraal
veiligheidsbeleid niet nader omschreven. Feit is wel dat veiligheid dwars door verschillende
beleidsterreinen gaat en daarmee ook een organisatievraagstuk is dat aandacht vanuit het
management behoeft. Als hoofd van de gemeentelijke organisatie stuurt de secretaris hierop.
Ondanks dat veiligheid geen specifiek managementthema is binnen de gemeente Venray, is er
wel voldoende aandacht, kennis en regievermogen georganiseerd om de gemeentelijke
veiligheidsopgaven integraal aan te pakken. Met de kanteling naar een vraaggerichte
organisatie, waarbij veiligheidsvraagstukken ook meer programmagestuurd worden benaderd,
biedt kansen om de afstemming met de zogenaamde eerste tafel17 verder te intensiveren.
17 Gemeentesecretaris, afdelingsmanagers, concerncontroller
Integraal Veiligheidsbeleid 2015-2018
24
4.5.2 Ambtelijke inbedding en interne afstemming
Kenmerkend voor integraal veiligheidsbeleid is dat het dwars door een gemeentelijke
organisatie loopt. Met de start van de vraaggerichte organisatie per 2015 wordt het beleid,
rakend aan integraal veiligheidsbeleid, echter vooral binnen de afdeling Stad, Dorpen en Wijken,
weliswaar verdeeld over diverse teams, gemaakt en uitgevoerd. Ondanks dat de primaire
verantwoordelijkheid voor eigen beleid op eigen vakgebied en afstemming met eigen
portefeuillehouder overeind blijft, wordt samenwerken en het zoeken naar samenhang in beleid,
zoeken naar afstemming en het zoeken naar de gemeenschappelijkheid, (kortom: integraal
werken) vereenvoudigd.
De coördinatie van het integraal veiligheidsbeleid is een taak van de beleidsmedewerker
openbare orde en veiligheid. Deze beleidsmedewerker is niet alleen belast met het ontwikkelen
en actualiseren van integraal veiligheidsbeleid, het opstellen van het uitvoeringsprogramma en
het monitoren van de voortgang, maar zoekt ook op ambtelijk niveau de afstemming tussen de
afdelingen als het om het brede gebied van veiligheid gaat. De beleidsinhoudelijke afstemming
en bijpraten over lopende zaken vindt wekelijks met de portefeuillehouder(s) plaats.
Waar staan we?
In de benchmark veiligheid wordt geconcludeerd dat de scores op samenwerking/wisselwerking
intern ruim boven het benchmarkgemiddelde liggen. Dit is inherent aan het gegeven dat het
accent in de afgelopen periode op tactische en operationele opgaven heeft gelegen. Interactie
met andere afdelingen is dan onvermijdelijk. Dit heeft volgens de rapportage weer een positieve
invloed op onder meer de interactieve beleidsvorming en het elkaar versterken.
4.5.3 Samenwerking met externen
Zowel op strategisch, tactisch als operationeel niveau vindt er afstemming plaats als het om
uiteenlopende veiligheidsthema’s gaat. Deze afstemming vindt plaats in diverse lokale en
bovenlokale overleggen, zowel bestuurlijk als ambtelijk.
Bovenlokaal-bestuurlijk
• Bovenlokaal wordt er op bestuurlijk niveau in Regionaal Bestuurlijk Overleg (RBO) Eenheid
Limburg overleg gevoerd over strategische vraagstukken met betrekking tot sociale
veiligheid, politieaangelegenheden en de geïntegreerde (o.a. bestuurlijke) aanpak van
georganiseerde criminaliteit18. Alle Limburgse burgemeesters nemen deel in het RBO.
• Op het niveau van het RBT Venray-Gennep zijn het de burgemeesters van de vier
gemeenten binnen het werkgebied van het RBT Venray-Gennep en de officier van justitie
die samen met de chef van het RBT Venray-Gennep in het driehoeksoverleg keuzes maken
als het om inzet van de beschikbare politiecapaciteit gaat.
18 Stukken aangaande het RIEC (jaarplan, begroting, jaarverslag) worden via de stuurgroep RIEC aan het
RBO Eenheid Limburg voorgelegd.
Integraal Veiligheidsbeleid 2015-2018
25
De basis hiervoor zijn de lokale integrale veiligheidsplannen alsook de door het Openbaar
Ministerie geprioriteerde thema’s. Aan de hand van een presentatie van het actueel
criminaliteitsbeeld voor het hele werkgebied kan de driehoek besluiten tot bijstelling van de
inzet. Deze ‘lokale’ driehoek komt viermaal per jaar bijeen. De gemeente Venray levert de
voorzitter en de ambtelijk secretaris voor deze driehoek.
• Op het gebied van crisisbeheersing en rampenbestrijding vindt het bestuurlijk overleg
plaats binnen de Veiligheidsregio Limburg-Noord. Overigens wordt binnen het Algemeen
Bestuur van de Veiligheidsregio gelegenheid geboden om politieaangelegenheden op de
schaal van Noord- en Midden-Limburg te bespreken. Ook in het kader van de Regionale
Uitvoeringsdienst (RUD) vindt er bestuurlijk overleg plaats, waarbij de directeur van de
RUD Limburg Noord beslisbevoegdheden heeft in geval van escalatie.
• Daarnaast zijn er diverse, meer themagerichte bestuurlijke overleggen, zoals de stuurgroep
RIEC, het bestuurlijk overleg Veiligheidsarrangement Maaslijn19 en het Veiligheidshuis
Noord-Limburg20.
Bovenlokaal-ambtelijk
• De ambtelijke voorbereiding van het RBO vindt plaats in het ambtelijk RBO, waaraan de
ambtelijk secretarissen van de lokale driehoeken deelnemen.
• Op het niveau van de Veiligheidsregio overleggen de ambtenaren openbare veiligheid
regelmatig over crisisbeheersing en rampenbestrijding.
• Daarnaast zijn er uiteenlopende, meer themagerichte, overleggen, zoals het
coördinatorenoverleg RIEC, werkgroep mensenhandel, werkgroep ketenaanpak cannabis
(allen op provinciale schaal), coffeeshopoverleg, projectgroep overval app,
afstemmingsoverleg aanpak HIC feiten (allen op schaal acht grootste Limburgse
gemeenten), ambtelijke projectgroep Veiligheidshuis (op schaal Noord Limburg),
patseroverleg en projectgroep proeftuin veiligheid ROC Gilde.
Lokaal-bestuurlijk
• Lokaal overleggen de burgemeester en loco-burgemeester eenmaal per maand met de chef
van het RBT Venray-Gennep over Venrayse vraagstukken en de gewenste inzet hierop.
• Gemiddeld tweemaal per jaar wordt het college van burgemeester en wethouders
uitgenodigd voor het wijkagentenoverleg, waaraan naast de politieleiding ook alle Venrayse
wijkagenten deelnemen.
• Daarnaast zijn er diverse, meer themagerichte bestuurlijke overleggen met externe
veiligheidspartners zoals de stuurgroep Jeugd & Veiligheid, het horecaoverleg en het
centrumoverleg.
19 Venray levert bestuurlijk trekker en voorzitter.
20 Venray vertegenwoordigt de Leidende Coalitie in de stuurgroep
Integraal Veiligheidsbeleid 2015-2018
26
Lokaal-ambtelijk
• Ook lokaal is er nog een aantal ambtelijke werkgroepen actief rondom specifieke
veiligheidsthema’s, zoals werkgroep sociale veiligheid station Venray, werkgroep Verkeer,
de regiegroep Jeugd & Veiligheid en het Straatgroepenoverleg, brede werkgroep wijkteams
en de operationele overleggen van de wijkteams, overleg convenant Veilige School Venray
en het lokaal overleg RIEC.
Waar staan we?
In de benchmark veiligheid wordt geconcludeerd dat de scores op samenwerking/wisselwerking
extern op21 of ruim boven22 het benchmarkgemiddelde liggen. Uitzondering hierop vormt de
ketensturing en samenwerking met het Veiligheidshuis. Dit aspect scoort onder het
benchmarkgemiddelde. In de rapportage wordt de op handen zijnde kanteling van het
Veiligheidshuis als mogelijke verklaring benoemd. Feit is echter ook dat de lokale aansluiting op
het Veiligheidshuis in de afgelopen jaren niet goed uit de verf is gekomen. De kanteling moet
juist op dit aspect de samenwerking gaan versterken.
4.6 Communicatie
Communicatie is een belangrijk onderdeel van het integraal
veiligheidsbeleid, omdat het helpt de geformuleerde doelstellingen
binnen het veiligheidsbeleid te bereiken. En dan gaat het allang
niet meer om alleen informeren over beleid. Communicatie is
nodig om het vertrouwen van bewoners in veiligheidspartners te vergroten.
Een enkel incident kan het veiligheidsgevoel fors aantasten en/of maatschappelijke onrust
teweeg brengen. Hoe handelt de gemeente op dat moment om te voorkomen dat het lang
onrustig blijft? En als we het over het veiligheidsgevoel hebben, wat is dan nodig om bewoners
een betere kijk te geven op de veiligheidssituatie in hun eigen woonomgeving? Kijkend naar de
visie op veiligheid, rijst de vraag hoe je
communicatie kunt inzetten om bewoners in
beweging te krijgen als het om de veiligheid
in hun eigen woon- en leefomgeving gaat.
Binnen het integraal veiligheidsbeleid wordt communicatie op drie manieren ingezet, namelijk
als middel om integrale veiligheid meer bekendheid te geven (communicatie over beleid), als
instrument om beleidsdoelen te halen (communicatie als beleid) en als procesinstrument om
bewoners meer te betrekken bij beleidsvorming en uitvoering van het beleid (communicatie in
het beleid).
21 Sturing en gezag in relatie tot (nationale) politie
22 Intergemeentelijke samenwerking en betrekken bewoners en ondernemers
BRIEF Venray Pedovrij wil maatregelen Bron dagblad De Limburger
Brand Venray: groter gebied dicht door asbest Website L1
Integraal Veiligheidsbeleid 2015-2018
27
015 door
Communicatie over beleid
In de communicatie over beleid wordt gestreefd
naar een integrale aanpak, waarbij een goede
afstemming met betrokken veiligheidspartners
voorop staat. Er is aandacht voor afstemming en samenhang in de boodschappen, die naar
buiten worden gebracht over uiteenlopende veiligheidsthema’s en de ontplooide initiatieven om
overlast en criminaliteit aan te pakken. Maar we vergeten nog te vaak de successen van beleid
uit te dragen. Kortom: meer naar buiten treden als het om de aanpakken en de successen gaat.
Middelen die hiervoor worden ingezet, zijn bijvoorbeeld de gemeentepagina, de gemeentelijke
website en thematische websites23, huis-aan-huis bladen, krantjes van wijk- en dorpsraden,
Kabelkrant, flyers, etc..
Communicatie als beleid
Communicatie kan ook ingezet worden als middel om een
gedragsverandering teweeg te brengen bij bewoners en
ondernemers. Van alle veiligheidspartners is het juist de bewoner
die het verschil kan maken, individueel maar
zeker ook in groepsverband. Bewoners en
ondernemers moeten dan ook meer bewust
gemaakt worden van de (vooral preventieve)
instrumenten die zijzelf in handen hebben. Zij kunnen gestimuleerd worden
zelf actief te worden (of te blijven).
Communicatie in beleid
Communicatie in beleid sluit aan bij de veranderende rolverdeling tussen overheid en bewoners
c.q. ondernemers. Communicatie wordt ingezet om in gesprek te komen en te blijven met
bewoners en ondernemers over de veiligheid in hun eigen woon- of werkomgeving. Een
methodiek die dit bij uitstek in zich heeft is de ‘Veilige buurten methodiek’.
Een methodiek die vertaald is vanuit het Engelse Safer Neighbourhood
Program en vanaf februari 2011 wordt toegepast in een aantal Venrayse
wijken.
23 Naast gemeentelijke website, is er een aantal websites waar aanpakken op beschreven zijn. Denk aan
www.wijkteamvenray.nl, www.waakvoorinbraak.nl, www.lekkerfriz.nl, www.risicokaart.limburg.nl.
Integraal Veiligheidsbeleid 2015-2018
28
4.7 Financiën
Veiligheid kost geld. Het Rijk financiert de klassieke veiligheidszorg door politie en justitie. De
gemeente draagt daarentegen de kosten voor onder meer de brandweerzorg en voorbereiding
op de rampenbestrijding, het aanvullend toezicht in het publieke domein en diverse
samenwerkingsvormen zoals het Veiligheidshuis en het RIEC. Ook kosten die verbonden zijn
aan de uiteenlopende initiatieven, maatregelen en projecten op het gebied van veiligheid komen
voor rekening van de gemeente.
De in deze kadernota omschreven ambities en prioriteiten worden nader uitgewerkt in een
uitvoeringsprogramma. Op dat moment worden ook de financiële consequenties in beeld
gebracht. Daar waar het de uitwerking c.q. uitvoering betreft, zijn er voor veel
veiligheidsthema’s c.q. samenwerkingsvormen in de huidige (meerjaren)begroting reeds
financiële middelen gereserveerd. Uitgangspunt is, en zeker in tijden van crisis en
bezuinigingen, dat er gewerkt wordt binnen de reguliere begroting en budgetten van
betreffende afdelingen, teams of veiligheidspartners. Nieuwe initiatieven worden dan ook
kritisch op financiële gevolgen bezien dan wel wordt onderzocht of veiligheidspartners bereid
zijn om financieel bij te dragen.
Integraal Veiligheidsbeleid 2015-2018
29
5 Veiligheidsanalyse
5.1 Inleiding
In dit hoofdstuk wordt een analyse gemaakt van de (on)veiligheid in de gemeente Venray. De
analyse vormt de basis voor het in deze kadernota vastgelegde beleid. Daarnaast kunnen mede
vanuit deze analyse de in de kadernota 2012-2015 gestelde prioriteiten herzien worden.
5.2 Bronnen
Voor de uitvoering van de analyse is gebruik gemaakt van een aantal bronnen, namelijk:
• Politiecijfers
Als het om de politiecijfers gaat, is er voor gekozen om niet langer de indicator ‘incidenten’ als
uitgangspunt te nemen. Aangezien deze indicator alle meldingen van burgers en
politiemedewerkers alsook alle aangiften en registraties in het digitale bedrijfsprocessensysteem
van de politie bevat, geeft dit op onderdelen een vertekend beeld hoe groot een probleem
feitelijk is. In deze kadernota alsook in het hieruit voortvloeiende uitvoeringsprogramma gaat
dan ook gewerkt worden met de indicator ‘misdrijven’. Voor een aantal fenomenen, zoals
drugsoverlast, burengerucht en overlast algemeen wordt nog wel de indicator ‘incidenten’
gebruikt.
• Gebiedsscan
De Gebiedsscan Criminaliteit & Overlast 2013, zoals samengesteld door het RBT Venray-
Gennep, is op 6 mei 2014 gepresenteerd aan het college van burgemeester en wethouders in
het wijkagentenoverleg. De gebiedsscan is tot stand gekomen door informatie uit het
registratiesysteem van de politie te koppelen aan kennis van wijkagenten, jeugdagenten en de
politiemedewerkers met een specifieke taakstelling (bijv. harddrugs, hennep, verkeer, ..). Deze
politiemensen hebben vanuit hun functie hun eigen visie op problemen, die spelen in hun gebied
of binnen hun taakveld. Bovendien beschikken zij over informatie die niet uit de systemen te
genereren is. Door de ‘harde’ en ‘zachte’ informatie te koppelen, geeft de gebiedsscan een goed
overzicht van de belangrijkste problemen en een onderbouwd inzicht in de achtergronden c.q.
oorzaken van deze problematiek.
• Benchmark Veiligheid
In de Benchmark Veiligheid wordt niet alleen aandacht besteed aan het organisatiemodel,
sturing en input, maar wordt ook een veiligheidsprofiel opgemaakt, afgezet tegen de andere
deelnemende gemeenten, voor wat betreft een zestal veiligheidsthema’s namelijk
woninginbraak en overige kraak, woonoverlast en overlast van alcohol en drugs, veilig uitgaan,
veilige evenementen, jeugdgroepen en jeugdcriminaliteit en handhavingsknelpunten
georganiseerde criminaliteit.
Integraal Veiligheidsbeleid 2015-2018
30
• Leefbaarometer
De Leefbaarometer geeft online informatie over de leefbaarheid in alle buurten en wijken in
Nederland. Het geeft de situatie in de wijk weer, maar ook ontwikkelingen en achtergronden
van de buurt. De Leefbaarometer geeft op basis van 49 (voornamelijk) objectieve indicatoren
(kenmerken van de woonomgeving) een inschatting van de leefbaarheidssituatie en
ontwikkeling. De score op het onderdeel veiligheid is er in bijlage 1 specifiek uitgelicht.
5.3 Terugblik algemeen
Het integraal veiligheidsbeleid van de gemeente Venray heeft zich in de afgelopen jaren
ontwikkeld van vooral reageren op incidenten en fenomenen naar het streven om te komen tot
een brede en meer samenhangende aanpak. In de kadernota 2012-2015 zijn op vijf
veiligheidsthema’s de prioriteiten benoemd en zijn op twee momenten afspraken gemaakt
middels het uitvoeringsprogramma over de aanpak, beoogde resultaten en benodigde middelen.
Binnen het veiligheidsprogramma is er de afgelopen jaren aandacht geweest voor de hele
veiligheidsketen, waarbij het accent wel iets meer op repressie dan op preventie is gelegd.
Repressief gezien is met de aansluiting bij het landelijk convenant ‘geïntegreerde aanpak
georganiseerde criminaliteit’ de bestuurlijke aanpak in de afgelopen periode van de grond
gekomen en is er structurele aandacht voor gekomen voor onder meer productie/teelt en handel
in drugs, patsers en het fenomeen witwassen. In de Venrayse dorpen en wijken zijn
straatcoaches en overlastboa’s onmisbaar geworden als het om prettig wonen en leven gaat. Als
het om preventie gaat, hebben we echter ook niet stil gezeten. Zo heeft een doorontwikkeling
plaatsgevonden van Veilige en Leefbare buurten, waarbij zowel het werkterrein is verbreed als
het werkgebied is vergroot. Daarnaast is een aantal op preventie gerichte activiteiten opgepakt,
zoals de aanpak van fietsendiefstal, de introductie van de overval app en het
Veiligheidsarrangement voor de Wieën.
5.4 Analyse per veiligheidsveld
5.4.1 Veilige woon- en leefomgeving
Zoals in de methodiek Kernbeleid Veiligheid beschreven, heeft het veiligheidsveld ‘veilige woon-
en leefomgeving’ betrekking op de alledaagse woon- en leefomgeving van bewoners ofwel de
veiligheid en leefbaarheid in de wijk, buurt, straat, tussen buren. Waarbij het bovendien
exclusief om de sociale veiligheid gaat: criminaliteit, overlast en verloedering. Voor zover er
fysieke aspecten aan de orde komen, hebben die een oorzakelijke relatie met de sociale
veiligheid. Denk hierbij bijvoorbeeld aan verlichting, zwerfafval en het onderhoud van groen.
Integraal Veiligheidsbeleid 2015-2018
31
De analyse vindt plaats aan de hand van vier veiligheidsthema’s, die feitelijk zowel over de
leefbaarheid als de veiligheid gaan, namelijk sociale kwaliteit, fysieke kwaliteit, objectieve
veiligheid (veelvoorkomende criminaliteit) en subjectieve veiligheid (veiligheidsgevoel).
Leefbaarheid heeft vooral betrekking op de sociale en fysieke kwaliteit en veiligheid vooral op de
veelvoorkomende criminaliteit en het veiligheidsgevoel. Veiligheid en leefbaarheid zijn zodanig
met elkaar verweven dat de vier thema’s elkaar hoe dan ook beïnvloeden.
Indicator bron 2012 2013 2014*
Sociale kwaliteit
Burengerucht en relatieproblemen Politie 89 100 75
Meldingen gestoord/overspannen personen Politie 153 142 128
Overlast zwervers Politie 6 7 23
Meldingen drugsoverlast Politie 151 144 97
Fysieke kwaliteit
Vernieling c.q. zaakbeschadiging
(vernieling aan/van auto, OV/Abri, openbaar
gebouw of ander object
Politie 334 322 240
Objectieve veiligheid / veel voorkomende criminaliteit
Diefstal / inbraak woning Politie 225 184 138
Diefstal / inbraak box, garage, schuur, etc. Politie 54 68 50
Diefstal uit / vanaf motorvoertuigen Politie 140 173 111
Diefstal van motorvoertuigen Politie 34 34 27
Diefstal van fiets Politie 531 442 367
Diefstal van bromfiets en snorfiets Politie 9 14 23
(Poging) moord en doodslag Politie 9 9 0
Zware mishandeling Politie 26 13 14
Eenvoudige mishandeling Politie 117 106 69
Bedreiging (incl. gijzeling, stalking) Politie 80 58 51
Openlijk geweld tegen personen Politie 12 14 13
Zedenmisdrijf Politie 22 16 15
Zakkenrollerij Politie 106 116 58
Straatroof Politie 12 10 9
Woningoverval Politie 0 2 4
Overval op overig object Politie 0 5 2
Integraal Veiligheidsbeleid 2015-2018
32
Indicator bron 2012 2013 2014*
vervolg Objectieve veiligheid / veel voorkomende criminaliteit
Aantal opgelegde huisverboden Gemeente 13 4 5
BOPZ-opnames Gemeente 42 47 -
Subjectieve veiligheid / veiligheidsgevoel
% bewoners dat zich vaak onveilig voelt in
de eigen buurt
‘Waar staat je
gemeente’ 3,9%
- -
* Cijfer per 1 oktober 2014
De indeling van het Kernbeleid Veiligheid volgend, worden er per subthema aangegeven wat de
huidige aanpak is en welke ontwikkelingen er spelen. In zijn algemeenheid is binnen het
veiligheidsveld ‘veilige woon- en leefomgeving’ op het gebied van beleidsvoering een aantal
opvallende ontwikkelingen te onderkennen, namelijk:
• De kanteling van het Veiligheidshuis;
• De decentralisaties in het sociale domein;
• De positionering van bewoners en ondernemers in de aanpak;
• De versteviging van het bestuurlijk instrumentarium;
• Het toenemend belang van toezicht en handhaving in de openbare ruimte via inzet van
boa’s.
� Overlast tussen bewoners/botsende levensstijlen/woonoverlast
Het aantal meldingen burengerucht en relatieproblemen zal na de stijging in 2013 naar
verwachting in 2014 stabiel blijven. Andere vormen van overlast die de sociale kwaliteit raken,
laten een wisselend beeld zien. Zo neemt de overlast van zwervers verhoudingsgewijs fors toe.
Het aantal meldingen inzake drugsoverlast zal daarentegen in 2014 naar verwachting lager zijn
dan in 2013 en 2012 het geval is geweest.
In een groot deel van dit soort meldingen vindt een onafhankelijke interventie door
Buurtbemiddeling, zoals georganiseerd binnen Synthese, plaats. Echter we stellen ook vast dat
een aantal situaties zodanig ernstig en/of complex is geworden, dat een interventie door
Buurtbemiddeling geef effect meer sorteert.
Deze tendens hangt samen met de extramuralisatie vanuit de Venrayse (zorg)instellingen die in
de afgelopen jaren heeft plaatsgevonden, waarbij (ex)patiënten of (ex)bewoners zijn verhuisd
vanuit de al dan niet besloten setting van een instellingen naar een al dan niet zelfstandige
woning in een wijk of dorp. Daarnaast is er een tendens van scheiden van wonen en zorg,
waardoor bewoners zo lang als mogelijk zelfstandig (moeten) blijven wonen. Dit heeft ertoe
geleid dat met name (maar niet alleen) in de kern Venray geconstateerd wordt dat de sociale
problematiek niet zozeer meer, maar wel ernstiger en complexer wordt.
Integraal Veiligheidsbeleid 2015-2018
33
Er is steeds vaker sprake van incidenten die vervolgens leiden tot maatschappelijke onrust of
toenemende onveiligheidsgevoelens, steeds verder escalerende burenconflicten, meer signalen
van vereenzaming en ernstigere vervuiling. Zoals ook in de gebiedsscan te lezen is, drukt de
politie-inzet op deze kwetsbare doelgroep zwaar op de politiecapaciteit. Het gaat dan om een
gemiddelde inzet van 3 fte op jaarbasis.
Door te stimuleren dat (psychisch) kwetsbare mensen, die in een aantal gevallen ook nog zorg
mijden, langer zelfstandig in de wijk of het dorp blijven wonen, bestaat de kans dat het aantal
meldingen van burenruzie, botsende levensstijlen of woonoverlast verder toeneemt.
Gelet hierop is in 2014 is in samenwerking met politie RBT Venray-Gennep, Wonen Limburg,
Synthese en de (zorg)instellingen een traject gestart om te bezien waar kansen liggen om
enerzijds de problematiek terug te dringen en anderzijds de (psychisch) kwetsbare mensen die
hulp te bieden die ze nodig hebben, om daarmee uiteindelijk ook de politie te ontlasten. In dit
kader wordt gesproken over interventies (24/7) op situaties, die geen acute crisis zijn24 echter
waarop wel inzet gepleegd moet worden. Ook wordt gesproken over de realisatie van een
veilige ophoudlocatie in Venray, waar psychisch kwetsbaren ten behoeve van een eerste
screening kunnen worden opgevangen.
Als het om het bestuurlijk instrumentarium gaat om woonoverlast aan te pakken, heeft Tweede
Kamerlid Dijkhoff een initiatiefwetsvoorstel ingediend, waarmee de burgemeester de
bevoegdheid krijgt om een (tijdelijke) gedragsaanwijzing te geven indien er sprake is van
overlastgevend gedrag. Het is de bedoeling dat deze gedragsaanwijzing wordt ingezet in een
situatie dat de woonoverlast nog niet is geëscaleerd en deel uitmaakt van een bredere integrale
aanpak. Het initiatiefwetsvoorstel is in september jl. verzonden naar de Raad van State.
Overigens wordt op dit moment een testfase gestart als het om toepassing van de
gedragsaanwijzing bij de aanpak van woonoverlast in huurwoningen gaat. De gedragsaanwijzing
betreft in dit geval een gebod of een verbod voor een overlastveroorzakende huurder. Een
dergelijke gedragsaanwijzing kan in eerste instantie op vrijwillige basis overeengekomen
worden tussen huurder en verhuurder, echter kan ook door een rechter worden opgelegd in het
geval huurder hier niet vrijwillig aan mee wenst te werken of als huurder zich niet houdt aan de
vrijwillig overeengekomen gedragsaanwijzing. De gedragsaanwijzing kan worden gehandhaafd
met een contractuele boete of uiteindelijk de ontbinding van de huurovereenkomst.
� Drugsoverlast
Na een forse stijging van het aantal meldingen drugsoverlast in 2012 laat het cijfer vanaf 2013
een dalende trend zien. Zoals inmiddels wel bekend, was de stijging in 2012 te wijten aan de
invoering van het Besloten Club criterium (de clubpas of wietpas) op 1 mei 2012. Dit besluit van
hogerhand heeft een enorme impact gehad op de Venrayse wijken en dorpen.
24 want crisissituaties zijn afdoende geregeld.
Integraal Veiligheidsbeleid 2015-2018
34
Niet alleen is de illegale, hinderlijke handel in softdrug kort na de invoering van de clubpas
coffeeshop zichtbaar en merkbaar toegenomen, maar er ook is vermenging van de handel in
soft- en harddrugs opgetreden. Op 19 november 2012 heeft de Minister van Veiligheid en
Justitie de clubpas per direct ingetrokken, waarmee het Besloten club-criterium is komen te
vervallen. Het Ingezetenen-criterium is echter onverkort van kracht gebleven. Het
Damoclesbeleid Coffeeshops alsook de gedoogbeschikkingen zijn hierop aangepast.
Nu ruim twee jaar later is de overlast als gevolg van de handel minder geworden, mogelijk
omdat de handel verplaatst is naar minder in het zicht gelegen locaties of omdat bewoners
minder bereid zijn dergelijke overlast te melden. In de gebiedsscan van de politie is in elk geval
te lezen dat er op uiteenlopende locaties in Venray nog altijd gedeald wordt of in elk geval het
vermoeden bestaat dat er gedeald wordt. Ook de overlast van (motor)scooters, die ingezet
worden voor de distributie, speelt in een aantal Venrayse wijken. In de directe omgeving van de
Venrayse coffeeshops is de overlast als gevolg van illegale handel sterk afgenomen. Uit de
gebiedsscan is verder af te leiden dat de overlast als gevolg van druggebruik sterk gestegen is
en dan vooral door jeugd of cliënten van GGZ op diverse locaties in Venray.
Het belangrijkste instrument tegen drugsoverlast en -criminaliteit is de Opiumwet. De Opiumwet
stelt het aanwezig hebben van, de productie en de handel in drugs strafbaar. Artikel 13b
Opiumwet, Wet Damocles, is het juridische instrument om bestuurlijk op te treden tegen illegale
verkooppunten van verdovende middelen. In de afgelopen periode is het Damoclesbeleid
inclusief het handhavingsarrangement ontwikkeld en vastgesteld. Vanaf 11 oktober 2013 wordt
het instrument met succes ingezet. Zie verder ook onder ‘integriteit en veiligheid’.
Als het om de aanpak van overlast gerelateerd aan de drugshandel gaat, dan worden
drugsdealers en runners primair strafrechtelijk aangepakt, zo mogelijk wordt een gebiedsverbod
opgelegd om vervolgens de mogelijkheid te bezien om een persoonsgerichte aanpak te starten.
Feit is wel dat de werkwijze inmiddels zo doordacht is dat de straatdealers en runners geen
drugs bij zich dragen, echter klanten verwijzen naar een locatie waar de deal gesloten wordt.
Ook richt de politie zich op de aan de drughandel gerelateerde overlast en onveiligheid als
gevolg van te hard en roekeloos rijdende (motor)scooters. Ondanks dat het een lastig aan te
pakken probleem is, heeft de politie-inzet vanaf mei 2013 geresulteerd in inbeslagname van
minimaal 19 (motor)scooters en 4 losse frames (gestript) allen van diefstal afkomstig. In totaal
zijn 24 personen aangemerkt als verdachten. Voor wat betreft de inzet op deze vorm van
overlast moet aangetekend worden dat dit om een lange adem vraagt onder meer omdat
achtervolgen van (motor)scooters en quads tot zeer gevaarlijke situaties kan leiden, zowel voor
de betrokken politieagent, bestuurder (motor)scooter en overige verkeersdeelnemers.
Daarnaast is de bestuurder vaak lastig te achterhalen door ontbreken kentekenplaat of omdat
(motor)scooter/quad van diefstal afkomstig is.
Integraal Veiligheidsbeleid 2015-2018
35
Bij de aanpak van dit probleem is de politie enorm geholpen bij bewoners die melden waar de
scooters staan of wie de bestuurders zijn. De politie roept de hulp van bewoners dan ook in via
de (social) media.
Als het om het aanpakken van overlast als gevolg van gebruik gaat, heeft de Raad van State op
13 juli 2011 het gemeentelijk blowverbod in strijd bevonden met de Opiumwet. Op 6 februari
2014 verklaarde het Gerechtshof Den Haag het blowverbod echter wel verbindend. Het
Gerechtshof stelt dat aan de lokale regelgeving in de Algemene Plaatselijke Verordening een
ander motief, namelijk beschermen van openbare orde, ten grondslag ligt dan aan de Opiumwet
(gericht op preventie en beheersing volksgezondheidsrisico’s). Deze uitspraak biedt ruimte om
het blowverbod weer op te nemen in de Algemene Plaatselijke Verordening.
Vanuit preventief oogpunt wordt vanaf 2015 een voorlichtingsproject gestart gericht op het
weerbaar maken van (in eerste instantie) een kwetsbare groep jongeren als het om
middelengebruik alsook als het om inzet op de handel als runner gaat. Binnen dit project
worden jongeren en hun ouders actief opgezocht bij constatering druggebruik. Zij krijgen
voorlichting en worden vervolgens gemotiveerd c.q. begeleid naar hulp. Met dit project wordt
beoogd te voorkomen dat het druggebruik onder jongeren toeneemt en dat (veelal kwetsbare)
jongeren in de straathandel terecht komen.
� Verloedering / kwaliteit woonomgeving
De fysieke kwaliteit van de woonomgeving25 is een cruciaal onderdeel van de aanpak van de
veiligheid en leefbaarheid in wijken en dorpen. Verloedering leidt tot kleine ergernissen en
onveiligheidsgevoelens en uiteindelijk tot afnemende betrokkenheid van bewoners bij de
woonomgeving en aanpak van overlast en criminaliteit. De kwaliteit van de woonomgeving
wordt onder meer bepaald door het niveau van onderhoud van de openbare ruimte en de
manier waarop bewoners met hun eigen woon- en leefomgeving omgaan. Ook toezicht is een
belangrijk aspect als het om de fysieke kwaliteit van de woonomgeving gaat.
Kijkend naar het aantal aangiften van vernielingen en zaakbeschadiging dan laat dit cijfer een
positieve ontwikkeling zien. Ook de score en ontwikkeling, zoals vastgelegd in de
Leefbaarometer 2012, ziet er over het algemeen (zeer) positief uit (zie ook bijlage 1). Voor wat
betreft de score ‘veiligheid’ zijn er vijf wijken die onder het landelijke gemiddelde scoren,
namelijk Venray-Oost, Venray-West, Brukske, Landweert en Antoniusveld. De score voor de
wijken Landweert, Brukske en Venray-Oost heeft zich echter in de afgelopen twee jaar wel in
positieve zin ontwikkeld. Dit geldt niet voor Antoniusveld en Venray-West. Kijkend naar het
totaal van indicatoren dan scoort Brukske matig positief. De overige wijken en dorpen positief of
zeer positief.
25 Verloedering, vernieling, inrichting zijn in dit kader belangrijke aspecten.
Integraal Veiligheidsbeleid 2015-2018
36
In de afgelopen jaren zijn er vanuit verschillende invalshoeken initiatieven gestart, waardoor
meer en meer bewoners betrokken zijn geraakt bij hun eigen woon- en leefomgeving. Denk
hierbij aan het gebiedsgericht werken, waaruit onder meer de dorp- en wijkontwikkelings-
plannen en zelfsturingsinitiatieven zijn voortgekomen. Denk ook aan het wijkgericht werken
binnen IBOR (Integraal Beheer Openbare Ruimte), waarbij niet langer ‘u meldt, wij lossen het
voor u op’ het motto is, maar bewoners juist gestimuleerd worden om verantwoordelijkheid te
nemen voor de kwaliteit van de woonomgeving bijvoorbeeld door (gezamenlijk) onderhoud of
inrichting van het groen.
Ook binnen het veiligheidsdomein is in de afgelopen periode deze
beweging in gang gezet door te starten met Veilige en Leefbare Buurten,
waarbij professionals samen met bewoners werken op thema’s die
bewoners belangrijk vinden. De evaluatie van de pilot in de wijk
Landweert heeft ertoe geleid dat het werkgebied van het wijkteam
verbreed is. Dit heeft alles te maken met de verbinding die gezocht is in
het kader van de decentralisatieopgave Awbz-Wmo. Hiermee richt het wijkteam zich niet meer
alleen op veiligheid- en leefbaarheidsthema’s, maar ook op participatie en ondersteuning/zorg.
Het accent ligt nog altijd op preventie. Naast verbreding van het werkgebied, is ook het
werkterrein van de wijkteams vergroot. Zo worden naast bewoners en ondernemers uit de wijk
Landweert sinds januari 2014 ook bewoners en ondernemers uit de wijken Venray-Centrum en
Centrum-West ondersteund door een wijkteam. In het streven om alle bewoners te kunnen
faciliteren vanuit een wijkteam zal de komende jaren een verdere doorontwikkeling plaatsvinden
van de wijkteams.
Ook Burgernet is een instrument om bewoners
betrokken te houden bij hun eigen woon- en
leefomgeving. Burgernet is erop gericht om de samenwerking tussen bewoners, gemeente en
politie te bevorderen, waarbij het accent ligt op opsporing en handhaving. De kracht van
Burgernet is tweeledig: enerzijds laat het een concreet resultaat zien (bijvoorbeeld een
aanhouding of het terugvinden van een vermiste persoon), anderzijds wordt de bewoner bewust
gemaakt van de veiligheid in de eigen woon- en leefomgeving.
Na de positieve ervaringen met het instrument ‘veiligheidsarrangement’ in het stationsgebied, is
er ook een veiligheidsarrangement voorbereid voor De Wieën, een gebied waar veel
uiteenlopende functies zoals wonen, werken, sporten, recreëren en uitgaan, zijn
samengebracht. Beoogd wordt om samen met bewoners, ondernemers, sportverenigingen,
onderwijs en een aantal veiligheidspartners structureel samen te werken om De Wieën schoon,
heel en veilig te houden.
Integraal Veiligheidsbeleid 2015-2018
37
Met het vaststellen van het BOA-beleid door de gemeenteraad in 2010 is er een uitbreiding
gekomen van het aantal overlastboa’s. Hiermee is het toezicht in het publieke domein versterkt
en daarmee ook de aanpak van grensoverschrijdend gedrag c.q. kleine ergernissen.
Landelijk zijn er uitgangspunten opgesteld waarmee de samenwerking tussen politie en
gemeentelijke boa’s gestimuleerd wordt. Uitgangspunt is dat de gemeente, het Openbaar
Ministerie en de politie een gezamenlijk belang hebben om toezicht en handhaving in de
openbare ruimte zo goed mogelijk te organiseren en de gezamenlijk beschikbare capaciteit zo
goed mogelijk in te zetten. De samenwerking tussen politie en gemeentelijke boa’s is wettelijk
vastgelegd in artikel 10 van de Politiewet. Op landelijk niveau worden afspraken gemaakt hoe
aan deze samenwerking verder vorm en inhoud te geven en dan gaat het onder meer over de
operationele regie en het verstrekken en verwerken van informatie. Voorop staat dat de boa in
elk geval geen vervanging van de politie is. Landelijk is er overigens (weer) discussie ontstaan
over het voornemen om de pv-vergoeding, gekoppeld aan de bestuurlijke strafbeschikking
overlast en parkeren, voor het handhavend optreden door boa’s af te schaffen. De vrees bestaat
dat gemeenten hierdoor minder boa’s gaan inzetten op overlast en verloedering in de dorpen en
wijken. In Venray zijn de overlastboa’s in elk geval een belangrijke partner gebleken in de
wijkteams. Binnen de wijkteams werken ze samen met bewoners op thema’s die deze bewoners
belangrijk vinden. Veelal zijn dit thema’s die van directe invloed zijn op de kwaliteit van de
straat of buurt.
� Huiselijk geweld en kindermishandeling
Huiselijk geweld is geweld dat door iemand uit de huiselijke- of familiekring wordt gepleegd. Het
komt in verschillende verschijningsvormen voor, zoals geweld door (ex)partner,
kindermishandeling, ouderenmishandeling, huiselijk geweld door jeugdigen, eergerelateerd
geweld, genitale verminking, mensenhandel en loverboys. Voor Noord- en Midden-Limburg is
een regiovisie ‘Veilig Thuis’ in voorbereiding, die het in 2011 vastgestelde beleidskader 2011-
2015 met als titel ‘Voorkomen en stoppen van huiselijk geweld Noord- en Midden-Limburg’ gaat
vervangen.
Gelet op de samenhang tussen huiselijk geweld en kindermishandeling biedt de
inwerkingtreding van de nieuwe Jeugdwet en Wmo per 1 januari 2015 de kans om de aanpak
van het geweld in huiselijke kring en van kindermishandeling te integreren. In de praktijk
betekent dit dat het Steunpunt Huiselijk Geweld (SHG) en het Advies- en Meldpunt
Kindermishandeling (AMK) per 1 januari 2015 opgaan in een Advies en Meldpunt Huiselijk
Geweld en Kindermishandeling (AMHK). Dit AMHK krijgt (landelijk) de naam ‘Veilig Thuis’ mee.
Het AMHK heeft een aantal wettelijke taken, die vastliggen in de Jeugdwet26, zoals het
verstrekken van advies, het fungeren als meldpunt (inclusief terugkoppeling naar melder), het
onderzoeken van meldingen huiselijk geweld of kindermishandeling, inschakelen van passende
hulpverlening en het informeren van politie en/of Raad voor de Kinderbescherming.
26 Zie ook paragraaf 4.6.4 beleidsplan Jeugdhulp en paragraaf 5.1.4. beleidsplan Wmo
Integraal Veiligheidsbeleid 2015-2018
38
Rondom de vorming van het AMHK ligt overigens nog een aandachtspunt vanuit optiek van
veiligheid. Dit heeft met de transitie van het Veiligheidshuis te maken, die per 1 januari 2015
moet zijn afgerond. Concreet betekent dit dat alle meldingen huiselijk geweld en alle
zorgmeldingen door de politie vanaf dat moment naar het AMHK gaan. Het AMHK gaat deze
meldingen screenen. Een aantal meldingen zal het AMHK eigenstandig gaan onderzoeken.
Complexe casussen27 worden opgepakt door het Veiligheidshuis. De overige meldingen worden
verwezen naar de lokale keten voor zowel triage als afdoening. Zoals ook in de beleidsplannen
Jeugdhulp en Wmo te lezen is, moet dit nog georganiseerd worden.
Niet alleen vanuit de Wmo en Jeugdwet ligt er een opgave als het om huiselijk geweld en
kindermishandeling gaat. Ook op het gebied van veiligheid ligt hier een opdracht vanuit de Wet
tijdelijk huisverbod. De burgemeester kan op basis van deze wet aan daders van huiselijk
geweld (ook preventief) een huisverbod opleggen. Kijkend naar de vormen van huiselijk geweld
kan dit instrument alleen dan toegepast worden als pleger en slachtoffer(s) meer dan
incidenteel op eenzelfde locatie verblijven. Regionaal wordt een uniforme werkwijze gevolgd,
waarbij er niet alleen een strafrechtelijk en/of bestuursrechtelijk traject (een huisverbod) wordt
gestart, maar ook casemanagement wordt ingezet om daarmee de hulpverlening voor zowel
dader als slachtoffer(s) goed te positioneren. De procesmanager huiselijk geweld van het
Veiligheidshuis Noord Limburg speelt een coördinerende en adviserende rol in het kader van
huiselijk geweld en brengt de drie trajecten (strafrecht, bestuursrecht en hulpverlening) bij
elkaar c.q. zorgt voor onderlinge afstemming. Echter met de kanteling van het Veiligheidshuis
ligt deze coördinerende en adviserende rol per 1 januari 2015 niet langer automatisch bij de
procesmanager van het Veiligheidshuis, tenzij het een zeer complexe casus (O3MP) betreft.
Overigens is het opleggen van een huisverbod het moment dat de hulpverlening start voor alle
betrokkenen. Deze hulpverlening wordt tot één jaar na oplegging van het huisverbod
gecoördineerd en bewaakt door een casemanager. Met ingang van 1 januari 2015 stapt de
gemeente Venray voor wat betreft het casemanagement over van De Rooyse Wissel naar de
Mutsaersstichting. De enige reden voor deze overstap is dat het aantal huisverboden zodanig
achterblijft dat het in stand houden van een 24/7 bereikbaarheid en beschikbaarheid van
casemanagement niet langer financieel verantwoord is voor De Rooyse Wissel. Aangezien de
Mutsaersstichting het casemanagement voor alle overige Noord-Limburgse gemeenten levert, is
het voor deze organisatie financieel wel haalbaar.
Kijkend naar het aantal meldingen huiselijk geweld in relatie tot het aantal opgelegde
huisverboden28, dan blijft het aantal huisverboden achter. Dit ondanks een proef in 2011,
waarmee zowel kwantitatieve als kwalitatieve verbetering aangebracht zijn in het proces.
27 Ondoorgrondelijke, ongrijpbare en ontwrichtende multiproblematiek (O3MP)
28 In 2012 zijn er 270 huiselijk geweld zaken gemeld bij het Veiligheidshuis en zijn 13 huisverboden
opgelegd.
Integraal Veiligheidsbeleid 2015-2018
39
Voor meldingen huiselijk geweld, waarvoor een huisverbod geen uitkomst biedt, echter
hulpverlening dringend noodzakelijk geacht wordt, bestaat wel de mogelijkheid een intensief
casemanagement-traject (grijs traject) op te starten. De voorzitter van het lokaal sociaal
netwerk geeft hiervoor het akkoord.
� Geweld op straat
Naast het geweld ‘achter de voordeur’ kennen we ook het geweld in het publieke domein, zowel
tegen een persoon gericht als tegen goederen. Geweld, in welke vorm dan ook, kan een grote
impact hebben op het slachtoffer. Openlijke geweldpleging29 vindt veelal plaats op locaties waar
veel mensen samenkomen. Denk hierbij niet alleen aan uitgaansgelegenheden en evenementen,
maar ook aan het openbaar vervoer.
Kijkend naar de cijfers over het geweld in Venray dan laten alle vormen van geweld, namelijk
zware mishandeling, eenvoudige mishandeling, bedreiging, openlijk geweldpleging en straatroof
vanaf 2012 een dalende trend zien.
Om geweld in horecagebieden en tijdens evenementen te voorkomen, is zichtbaar en
herkenbaar toezicht, dat vroegtijdig ingrijpt, een belangrijk instrument. Voor zover mogelijk
wordt dit toezicht via het vergunningenstelsel voorgeschreven. Voor wat betreft de inzet van dit
toezicht wordt afstemming gezocht met de politie en als van toepassing ook met straatcoaches
en straathoekwerkers. Repressief zijn instrumenten beschikbaar zoals het gebiedsverbod, het
preventief fouilleren en de (collectieve) horecaontzegging.
De aanpak van agressie en geweld in het openbaar vervoer is een thema binnen het
Veiligheidsarrangement station(sgebied) Venray en het Veiligheidsarrangement Maaslijn. In dit
kader wordt bijvoorbeeld geëxperimenteerd met het OV-verbod.
� Woninginbraken
Het aantal inbraken in Venrayse woningen laat na een piek in 2012
sindsdien weer een dalende trend zien. Het cijfer voor wat betreft het
aantal inbraken in box/garage/schuur/tuinhuis kende een piek in 2013,
maar ziet er voor 2014 ook positief uit. Ondanks deze positieve ontwikkeling blijft de aandacht
voor deze vorm van criminaliteit. Woninginbraken worden namelijk aangemerkt als High Impact
Crime, omdat de impact op het slachtoffer groot is en ‘het gevoel van onveilig zijn’ in de eigen
woning lang aanhoudt. Een onbekende dringt de woning binnen en zit ongevraagd aan de
spullen van de eigenaar van de woning. Dat voelt als een forse inbreuk op het privéleven. De
emotionele schade is vaak veel groter dan de materiële schade. Gelet hierop is woninginbraken
een landelijk geprioriteerd thema en heeft Minister Opstelten zich tot doel gesteld dat het aantal
woninginbraken in 2017 moet zijn teruggebracht tot 65.000 landelijk (daling met 30%).
29 Het openlijk in vereniging plegen van geweld tegen personen of goederen
Integraal Veiligheidsbeleid 2015-2018
40
Bij de bestrijding ligt de focus op het verhogen van de pakkans en veel zorg voor het
slachtoffer. Binnen de politie eenheid Limburg is dit vertaald in de komst van een woning
inbraak team (WIT) en worden alle slachtoffers c.q. aangevers van woninginbraken binnen 14
dagen teruggebeld door de politie.
Vanuit preventief oogpunt wordt nog altijd invulling gegeven aan ‘Waak voor Inbraak’, alhoewel
de intensiteit naar beneden is bijgesteld als gevolg van de bezuiniging op de niet wettelijke
preventie taken. Vanaf 2013 zijn acties dan ook meer specifiek gericht op een thema of
doelgroep. Een voorbeeld hiervan zijn de voorlichtingsbijeenkomsten voor ouderen en
kwetsbaren in het kader van het thema babbeltruc, die
overigens in samenwerking met KBO’s,
ouderenverenigingen en thuiszorgorganisaties worden
georganiseerd. Een ander voorbeeld is de
publiciteitscampagne via uiteenlopende mediakanalen vlak
voor of tijdens inbraakgevoelige periodes zoals de
carnaval/krokusvakantie en de zomervakantie.
� Voertuigcriminaliteit
Onder voertuigcriminaliteit vallen diverse delicten, zoals diefstal van of vanaf motorvoertuigen
en van brom-, snor- en fietsen.
Motorvoertuigen
Na een daling van het aantal gestolen motorvoertuigen in 2012 (ten opzichte van 2011) blijft
het cijfer stabiel. Het aantal inbraken vanaf30 motorvoertuigen zal naar verwachting na de piek
in 2013 voor 2014 een daling laten zien. In 2013 is besloten om – de aantallen afgezet tegen de
beschikbare capaciteit – geen afzonderlijke preventiemaatregelen in te zetten op deze vorm van
criminaliteit. De borden die in 2011 geplaatst zijn op hotspots in Venray-Centrum om eigenaren
van motorvoertuigen erop te attenderen om waardevolle spullen niet zichtbaar in het voertuig
achter te laten, staan er nog altijd. En daar waar er een trend waarneembaar is als het om
homejacking gaat, bestaat de mogelijkheid om hier vanuit Waak voor Inbraak op in te springen.
Fietsdiefstal
Het aantal fietsdiefstallen laat vanaf 2010 een dalende trend zien, echter het
absoluut aantal gestolen fietsen is nog altijd onacceptabel. Het aantal gestolen
brom- en snorfietsen laat overigens een stijgende trend zien. In 2013 is in
samenwerking met politie, justitie en de lokale rijwielhandel een integrale,
sluitende, aanpak gestart onder de naam Fiets Foetsie met een looptijd tot in
elk geval eind 2015. Gelet op beschikbare capaciteit en financiële middelen is
gekozen voor een gefaseerde aanpak om te beginnen met repressie.
30 Diefstal banden, wieldoppen, benzine, kentekenplaten, etc.
Integraal Veiligheidsbeleid 2015-2018
41
Medio maart 2013 is gestart met inzet van de lokfiets. Inmiddels staat de teller op om en nabij
de 50 aanhoudingen. Ook wordt onderzoek verricht naar dadergroepen en heling. In mei 2014
is vervolgens de voorlichtingscampagne gestart bedoeld om eigenaren van fietsen te informeren
over hoe diefstal van hun fiets te voorkomen. In het kader van de voorlichtingscampagne zijn
op hotspots mensgrote sloten geplaatst en fietsen met een framebord. Ook wordt regelmatig de
publiciteit opgezocht en wordt aansluiting gezocht bij evenementen, zoals de fietsvierdaagse,
om de boodschap verder uit te dragen. Verder worden ondernemers gestimuleerd om tijdens
grote evenementen bewaakte fietsenstalling te exploiteren.
Voor het stationsgebied, één van de hotspots, is er in het kader van het veiligheidsarrangement
Station Venray extra aandacht voor fietsdiefstal. Zo wordt éénmaal per jaar in het
stationsgebied een informatiemarkt fietsdiefstal georganiseerd en wordt eenmaal per kwartaal
een fietsruimactie uitgevoerd door de boa’s met medewerking van een lokale ondernemer.
De wettelijk voorgeschreven afhandeling van zowel gevonden fietsen als handhavingsfietsen
wordt vanaf 2015 in één hand gebracht door de samenwerking met de AFAC31, zoals
ondergebracht bij De Loods van met GGZ, aan te gaan.
� Veiligheidsgevoelens
Zoals in paragraaf 4.2 aangegeven creëert elke bewoner zijn eigen veiligheidsgevoel op basis
van persoonlijke situatie, persoonlijke ervaringen en eigen interpretatie van maatregelen. Als de
thuissituatie voor een bewoner niet veilig is, als de bewoner zelf of mensen in zijn/haar
omgeving te maken hebben gehad met een incident of als de bewoner dagelijks geconfronteerd
worden met zaken zoals bijvoorbeeld verloedering, dealen, overlast of een locatie waar hij/zij
zich niet prettig voelt of zelfs angstig wordt, dan zal het veiligheidsgevoel van deze bewoner in
negatieve zin beïnvloed worden. Cijfers kunnen dan weliswaar aantonen dat er minder
criminaliteit of overlast is, maar de bewoner zal dat op dat moment niet zo ervaren. Ook
maatregelen, die er juist op gericht zijn om de veiligheid te bevorderen, kunnen verschillend
geïnterpreteerd worden. Zo zal meer blauw op straat of cameratoezicht de ene bewoner het
gevoel van meer veiligheid geven. Een andere bewoner zal meer politiemensen op straat of de
aanwezigheid van camera’s juist uitleggen als dat er een veiligheidsprobleem is die deze inzet
nodig maakt. Kortom: ook als je aan de hand van politiecijfers positieve trends voor wat betreft
de objectieve veiligheid kunt aantonen, dan nog kan het zo zijn dat het gevoel van veiligheid
afneemt c.q. niet verbetert.
De gemeente Venray heeft in 2012 mee gedaan aan ‘Waar staat je gemeente’. Dit heeft ook
informatie gegenereerd over het onveiligheidsgevoel32. Als gevolg van het besluit om in 2014
niet mee te doen aan ‘Waar staat je gemeente’, ligt er nu geen vergelijkingsmateriaal.
31 Algemene Fiets Afhandel Centrale
32 Informatie is verwerkt in Uitvoeringsprogramma 2013
Integraal Veiligheidsbeleid 2015-2018
42
Dit betekent dat we niet kunnen melden of het veiligheidsgevoel in 2014 verbeterd is ten
opzichte van 2012. In de wetenschap dat landelijk de trend is dat de daling van criminaliteit niet
gelijk op gaat met de manier waarop bewoners veiligheid en vooral sociale overlast beleven,
blijft het aspect ‘veiligheidsgevoel’ ook de komende jaren een belangrijk thema niet alleen
binnen het integraal veiligheidsbeleid, maar ook in het kader van onder meer beheer van de
openbare ruimte, openbare verlichting, toezicht en handhaving en gebiedsgericht werken.
Binnen het integraal veiligheidsbeleid blijft het betrekken van bewoners bij veiligheidsthema’s in
hun eigen woonomgeving van groot belang om daarmee ook het veiligheidsgevoel in positieve
zin te beïnvloeden. Hiervoor worden diverse instrumenten ingezet, zoals de wijkteams Veilige,
Leefbare en Zorgzame buurten en het onderhouden en ontwikkelen van veiligheids-
arrangementen in (afgebakende) gebieden met uiteenlopende belangen. Deze manieren van
samenwerking met bewoners geeft bewoners meer inzicht in hoe het gesteld is met de
veiligheid, wat ze zelf kunnen doen om hun woonomgeving (nog) veiliger te maken en wat
anderen hierin kunnen betekenen. Ook aandacht voor nazorg door onder meer Bureau
Slachtofferhulp, de politie of gemeente is van groot belang alsook het stimuleren van de
aangiftebereidheid. Tot slot is communicatie belangrijk om bewoners onder meer te informeren
over hoe slachtofferschap te voorkomen. Het bieden van handelingsperspectief werkt in de regel
positief op het veiligheidsgevoel.
5.4.2 Bedrijvigheid en veiligheid
Onder het veiligheidsveld ‘bedrijvigheid en veiligheid’ vallen thema’s die te maken hebben met
sociale (on)veiligheid rondom bedrijvigheid. Het gaat dan om aantasting van de veiligheid rond
recreatieve en economische voorzieningen zoals winkelcentra, bedrijventerreinen en
uitgaansmogelijkheden. De vier thema’s binnen dit veld zijn dan ook ‘Veilig winkelgebied’,
‘Veilige bedrijventerreinen’, ‘Veilig uitgaan’ en ‘Veilige evenementen’. Het gaat overigens om
onveiligheid dan wel vormen van criminaliteit die direct samenhangen met de bedrijvigheid. Het
gaat dus niet om (on)veiligheid van fysieke aard, zoals gevaarlijke stoffen op een
bedrijventerrein. Dit valt namelijk onder het veld ‘fysieke veiligheid’.
indicator bron 2012 2013 2014*
Winkelcentra / winkelgebieden
Winkeldiefstal Politie 77 70 39
Inbraak winkel Politie 9 12 5
Zakkenrollerij Politie 108 127 58
Overval op overig object Politie 0 5 2
Integraal Veiligheidsbeleid 2015-2018
43
indicator bron 2012 2013 2014*
Bedrijventerreinen
Inbraak in bedrijven en kantoren Politie 34 55 35
Diefstal in/uit bedrijven en kantoren Politie 14 27 11
Horeca / uitgaan
Overlast horeca Politie 27
(Grootschalige) evenementen
Overlast evenementen Politie 14
Toerisme/recreatie/sport en onveiligheid
Inbraak en diefstal in/uit** sportcomplex Politie 2 3 4
Inbraak en diefstal in/uit** hotel/pension Politie 2 1 1
* Cijfer per 1 oktober 2014
** Zonder braak
De indeling van het Kernbeleid Veiligheid volgend, wordt per thema aangegeven wat de huidige
aanpak is en welke ontwikkelingen er spelen. In zijn algemeenheid is binnen het veiligheidsveld
‘bedrijvigheid en veiligheid’ een aantal ontwikkelingen te onderkennen, namelijk:
• De doorontwikkeling van de risicobeheersing rond grootschalige evenementen;
• Een toename van (behoefte aan) cameratoezicht.
� Winkelcentra / winkelgebieden
In winkelgebieden kunnen zich verschillende vormen van onveiligheid voordoen. Denk daarbij
niet alleen aan winkeldiefstal en zakkenrollerij, maar ook aan vernielingen, (brom)fietsen in
voetgangersgebied, overlast door zwervers, verwarde personen of jongeren, het nuttigen van
alcohol of drugs in de openbare ruimte, zwerfvuil, etc..
Kijkend naar de politiecijfers dan laten de cijfers voor winkeldiefstallen, inbraak in winkels en
zakkenrollerij een daling zien ten opzichte van 2013. Vooral de daling ten aanzien van
zakkenrollerij is aanzienlijk. Zoals in de gebiedsscan te lezen, was de piek in 2013
hoogstwaarschijnlijk te verklaren door mobiel banditisme33, die zich niet alleen bezig houden
met zakkenrollerij, maar bijvoorbeeld ook gebruik maken van de wisseltruc om sieraden buit te
maken. Als nodig, kan via Burgernet een waarschuwing worden verspreid op het moment dat er
zakkenrollers actief zijn.
33 rondtrekkende internationale bendes die uit zijn op het stelen van bezittingen
Integraal Veiligheidsbeleid 2015-2018
44
De Keurmerk Veilig Ondernemen trajecten voor het kernwinkelgebied Venray-Centrum is in
2013 niet geactualiseerd c.q. heeft geen vervolg gekregen. Dit als gevolg van de bezuiniging op
niet wettelijke preventietaken. Wel blijven de partners het effect van afloop
samenscholingsverbod in 2013 alsook de drugsoverlast nauwgezet volgen in het
kernwinkelgebied. In januari 2014 is het wijkteam Venray-Centrum en Centrum-West gestart
die samen met bewoners prominente problematiek aanpakken.
Ook het Keurmerk Veilig Ondernemen traject voor het winkelcentrum in Brukske is stopgezet.
In de wetenschap dat de nieuwbouw van het winkelcentrum in Brukske nog zeker twee jaar op
zich laat wachten, blijven betrokken partners inclusief eigenaar alert op onveiligheid en
verloedering in het huidige winkelcentrum. Een aantal veiligheidspartners heeft verder kenbaar
gemaakt aan de voorkant mee te willen denken over veiligheid als het om het nieuw te
realiseren winkelcentrum gaat.
Om effectiever op te kunnen treden tegen personen, die de openbare orde verstoren, wordt de
beleidslijn gebiedsontzeggingen aangepast. Het idee is om naast het kernwinkelgebied ook de
overige winkelcentra in de gemeente Venray aan te wijzen als gebied waar een ontzegging voor
kan gelden.
Overvallen
Het thema ‘overvallen’ wordt naast woninginbraken en straatroof ook aangemerkt als een High
Impact Crime. De aanpak is dan ook landelijk geprioriteerd. Kijkend naar het aantal overvallen
in 2014 dan ziet dat er in vergelijking tot 201334 positiever uit. Alhoewel elke overval er één te
veel is en verder aangetekend moet worden dat de meest kwetsbare periode, de donkere
maanden, nog moeten komen. Om overvallen in deze donkere maanden te voorkomen c.q. aan
te pakken, start de politie jaarlijks het zogenaamde Donkere Dagen Offensief. Tijdens deze
periode is de politie meer zichtbaar en herkenbaar aanwezig, vooral tijdens opening en sluiting
van de winkels/kwetsbare ondernemingen, en worden contacten met
winkeliers/ondernemers aangehaald. Daarnaast participeert de gemeente Venray,
samen met zes andere Limburgse gemeenten, in een driejarig project, waarbij
winkeliers/ondernemers kosteloos gebruik kunnen maken van de overval app. De
zeven Limburgse gemeenten hebben de landelijke primeur als het om inzet van deze app gaat
in de strijd tegen overvallers.
� Bedrijventerreinen
Onveiligheid op bedrijventerreinen kent zowel sociale (bedrijfsinbraak, diefstal, vernieling, etc)
als fysieke veiligheidsaspecten (inrichting en onderhoud van de terreinen, verkeersveiligheid,
brandveiligheid, ect.). De beschikbare politiecijfers laten zien dat het aantal inbraken op
bedrijventerreinen c.q. in kantoorpanden na een stijging in 2013 in 2014 weer afnemen.
34 En de jaren voor 2012 toen er sprake was van een enorme stijging van overvallen
Integraal Veiligheidsbeleid 2015-2018
45
De veiligheid op bedrijventerreinen is een gezamenlijke verantwoordelijkheid. Op provinciaal
niveau is het Regionaal Platform Criminaliteitsbeheersing Limburg (RPC), waarin Ondernemend
Limburg35, Politie, OM, gemeenten en provincie Limburg vertegenwoordigd zijn, actief om
criminaliteit tegen het Limburgse bedrijfsleven terug te dringen en te voorkomen. Het RPC richt
zich op thema’s zoals bijvoorbeeld overvallen, transportcriminaliteit, computercriminaliteit en
cameratoezicht.
Op gemeentelijk niveau is vanuit het bedrijven investeringszone Smakterheide een collectief
beveiligingsproject voortgekomen. Ondernemers Vereniging Smakterheide trekt hierin samen op
met ondernemersverenigingen in Venlo. Binnen het project is aandacht voor preventie (onder
meer aanpassingen openbare ruimte), signalering (door camerabeveiliging in combinatie met
surveillance), registreren (vastleggen van camerabeelden) en respons (opvolging aan de hand
van camerabeelden, alarmmeldingen en visuele waarnemingen). In juli 2014 heeft de driehoek
RBT Venray-Gennep uitgesproken dat er op grond van de Wet bescherming persoonsgegevens
geen bezwaren zijn om cameratoezicht te organiseren op het bedrijventerrein Smakterheide
met als doel om eigendommen en natuurlijke personen te beveiligen. Andere Venrayse
ondernemersverenigingen volgen met interesse de ontwikkelingen op Smakterheide.
Feit is dat de gemeente Venray in de afgelopen jaren niet langer geïnvesteerd heeft in het
ondersteunen van trajecten in het kader van Keurmerk Veilig Ondernemen Bedrijventerreinen
(KVO-B). Dit is een gevolg van de bezuiniging op niet wettelijke preventietaken.
• Overige ondernemers en branches
Overigens zijn ook ondernemers of branches, die niet gevestigd zijn op bedrijventerreinen of in
winkelcentra, actief om slachtofferschap te voorkomen. Een goed voorbeeld hiervan is de LLTB,
die met projecten als 'Aanpak diefstallen in de agrarische sector' en ‘aanpak buitenteelt hennep
Het groene Goud’ ondernemers in de agrarische sector bewust maakt en activeert om zelf
maatregelen te treffen om slachtofferschap te voorkomen.
• Transportcriminaliteit
Als het om transportcriminaliteit36 gaat, dan wordt de schade landelijk jaarlijks geraamd op
meer dan honderd miljoen euro. De aanpak van transportcriminaliteit is een gedeelde
verantwoordelijkheid van de overheid, koepelorganisaties en het bedrijfsleven. Politie en justitie
zijn verantwoordelijk voor handhaving, opsporing en vervolging van strafbare feiten.
In de rapportage ‘Transportcriminaliteit 2013’ van het Landelijk Team Transportcriminaliteit van
de het Landelijk Team Transportcriminaliteit zijn de cijfers 2012 en 2013 vergeleken.
35 MKB, LLTB, LWV (belangenbehartiger werkgevers in Limburg)
36 Diefstal transportmiddel alsook ladingdiefstal
Integraal Veiligheidsbeleid 2015-2018
46
Dit heeft geresulteerd in de volgende conclusies:
• Bij voertuigdiefstal zonder lading laat alleen het aantal gestolen opleggers een hele lichte
stijging zien in 2013 ten opzichte van 2012. Daarentegen is het aantal gestolen trekkers,
trekkers met opleggers, vrachtwagens en vrachtwagens met aanhangwagens afgenomen in
2013. Bij voertuigdiefstal met lading laten alle vormen van voertuigdiefstal in 2013, ten
opzichte van 2012 een daling zien. In het lijstje van hotspots voertuigdiefstal komt Venray
niet voor.
• Diefstal van alleen de lading is in 2013 sterk gestegen ten opzichte van 2012. Het grootste
deel van het aantal ladingdiefstallen in 2013 werd gepleegd door zeil snijden. In 2012 was
het aantal ladingdiefstallen door middel van zeil snijden nog nagenoeg gelijk aan het aantal
diefstallen zonder zeil snijden. Als het om de hotspots gaat, dan komt Venray in 2012 en
2013 op een derde plaats na Eindhoven en Venlo. De soort lading die het meest is
weggenomen in zowel 2013 als in 2012 is computerapparatuur. De diefstal van
kleding/schoeisel en geluid- en beeldapparatuur is in 2013 het meest toegenomen.
Van alle ladingdiefstallen werden in 2013 de meeste diefstallen gepleegd op parkeerplaatsen
langs de autosnelweg. Dit is een verschuiving ten opzicht van 2012 waarin de meeste
ladingdiefstallen nog werden gepleegd vanaf een bedrijfsterrein. In het lijstje met
parkeerplaatsen langs een autosnelweg waar de meeste diefstallen in 2013 werden gepleegd
zijn ook de Romeinse Put (A73) met 12 diefstallen en De Wuust (A73) met 8 diefstallen
vermeld.
In de Regionale Mobiliteitsvisie van het Regionaal Mobiliteits Overleg Noord-Limburg is
opgenomen dat de mogelijkheden onderzocht worden om te komen tot een
vrachtwagenparkeerplaats. Concreet betekent dit dat binnen de regio in 2015 gezocht wordt
naar een locatie voor deze voorziening. Voor zover deze locatie binnen de Venrayse
gemeentegrenzen komt de liggen, wordt de ontwikkeling door de gemeente Venray opgepakt.
In de wetenschap dat in de gemeente Venray een groot aantal logistieke bedrijven gevestigd is,
is het zowel vanuit oogpunt van veiligheid als vanuit economisch perspectief noodzakelijk om
ontwikkelingen aangaande transportcriminaliteit goed te blijven volgen. Als ondernemers in
samenwerking met overheden elders in de regio extra maatregelen gaan treffen, zal deze vorm
van criminaliteit zich gaan verplaatsen, zo heeft de realisatie van de Secure Lane (A67, A58,
A16) inmiddels wel geleerd.
� Horeca / uitgaan
Vanaf het moment dat discotheek De Zenith gesloten is, concentreert het uitgaansleven in de
gemeente Venray zich met name in Venray-Centrum en Ysselsteyn (op avonden dat de Jera en
discotheek The Pilot geopend zijn).
Integraal Veiligheidsbeleid 2015-2018
47
Landelijk gezien staat het volume van horecaondernemingen nog altijd onder druk. In het
centrum van Venray wordt juist een toename van lunch- en eetcafés en restaurants gezien.
Deze vorm van horeca trekt ander publiek aan en het effect hiervan is ook terug te lezen in de
gebiedsscan van de politie. Er wordt gesproken over een enkele openlijke geweldpleging en
incidentele meldingen van overlast op uitgaansavonden in het centrum van Venray. Als het om
de activiteiten in Ysselsteyn gaat, vraagt met name huiswaarts kerende publiek op de (fiets)
route tussen Venray en Ysselsteyn om aandacht van de politie. Dit met het oog op vernielingen
die onderweg worden gepleegd. Al met al spreekt de politie over een aanvaardbare situatie.
Op 1 januari 2013 is de nieuwe Drank- en Horecawet van kracht geworden, waarin nieuwe
taken en bevoegdheden voor de gemeente zijn vastgelegd. Zo houdt de gemeente vanaf dat
moment toezicht op de naleving van de Drank- en Horecawet. Hiertoe zijn gemeentelijke boa’s
opgeleid. Vanuit de nieuwe wetgeving vloeit ook de verplichting voor om een verordening voor
paracommerciële horeca op te stellen. Deze Verordening op de paracommercie is op 20 mei
2014 door de gemeenteraad van Venray vastgesteld. Medio 2015 vindt een eerste evaluatie
plaats. Om drankmisbruik door jongeren aan te pakken, is de Drank- en Horecawet vervolgens
op 1 januari 2014 aangescherpt. Zo geldt er per 1 januari 2014 dezelfde leeftijdsgrens van 18
jaar voor de verkoop van zwak alcoholhoudende drank en sterke drank. Zie verder onder Jeugd
en Veiligheid.
Naast de vergunning op grond van de Drank- en Horecawet kent de gemeente Venray het
exploitatievergunningenstelsel, zoals vastgelegd in de Algemene Plaatselijke Verordening. Dit
vergunningstelsel is gericht op het beschermen van het woon- en leefklimaat in de omgeving
van een horecabedrijf en om de openbare orde te beschermen. Met de aansluiting bij het RIEC37
wordt elke aanvraag van een exploitatievergunning of van een vergunning op basis van de
Drank- en Horecavergunning besproken in het lokaal overleg RIEC en in dat kader getoetst aan
de beleidslijn Wet BIBOB38 (zie verder integriteit en veiligheid). Dit om te voorkomen dat met
verlening van de vergunning een criminele activiteit wordt gefaciliteerd.
Met het oog op het voorkomen en bestrijden van geluidsoverlast, vooral veroorzaakt door
bastonen, is in 2013 de regeling ‘Geluid bij horeca, horeca gerelateerde festiviteiten en
evenementen’ aangepast. In de gewijzigde regeling is een meetbare geluidsnorm gesteld voor
evenementen en aan horeca gerelateerde festiviteiten en is bovendien de geluidsnorm voor
evenementen buiten het centrum aangescherpt.
Om de Venrayse horecaondernemers een extra instrument te bieden om de veiligheid van
gasten, personeel en beveiligers te verhogen is naast het lokaalverbod ook de collectieve
horecaontzegging in het leven geroepen.
37 Regionaal Informatie en Expertise Centrum
38 Wet Bevordering Integriteits Beoordeling door Openbaar Bestuur.
Integraal Veiligheidsbeleid 2015-2018
48
Deelnemende horecaondernemers kunnen hiermee een persoon, die zich in één café misdraagt,
de toegang tot alle aangesloten horecabedrijven ontzeggen. De duur van deze collectieve
ontzegging is afhankelijk van de zwaarte van het gepleegde delict.
In de afgelopen periode is er aandacht geweest voor een verschijnsel dat aan het uitgaansleven
gerelateerd is, namelijk het illegaal taxivervoer. Illegaal taxivervoer is een misdrijf en tevens
een economisch delict. In samenwerking met de Inspectie Leefbaarheid en Transport, politie,
gemeente (boa’s) en de taxibranche hebben er handhavingsacties plaatsgevonden, waarbij vier
snorders zijn aangehouden. Aan de andere kant is in overleg met de reguliere taxibedrijven en
horeca gepoogd om de vraag naar en het aanbod van taxi’s meer in balans te krijgen. Een
tweetal taxibedrijven uit de gemeente Venray hebben hierop actie ondernomen door bij wijze
van proef op uitgaansavonden straattaxivervoer aan te bieden. Echter door de achterblijvende
vraag naar reguliere taxi’s is deze proef intussen gestaakt. Met het oog op preventie is het
uitgaanspubliek in de afgelopen periode op een aantal momenten geattendeerd op de risico’s
van reizen met een illegale taxi.
Horecaondernemers hebben een vast aanspreekpunt binnen de gemeente Venray in de persoon
van de horeca- coördinator. Daarnaast vindt er structureel overleg plaats met de lokale afdeling
van de Koninklijke Horeca Nederland in het horecaoverleg.
� (Grootschalige) evenementen
Ondanks de toename van het aantal evenementen in de afgelopen jaren, leidt dit niet tot meer
verstoringen van de openbare orde. In de gebiedscan van de politie is namelijk te lezen dat de
Venrayse evenementen in de regel zonder noemenswaardige problemen verlopen.
Het groeiend aantal evenementen in Venray is wel één van de redenen waarom het in 2012
vastgestelde evenementenbeleid voortijdig wordt herzien. Anno 2014 wordt er dan ook een
nieuwe beleidsregel voor evenementen voorbereid.
Om ervoor te zorgen dat evenementen enerzijds veilig en ordentelijk verlopen en anderzijds
geen overlast voor de woonomgeving veroorzaken, worden uiteenlopende voorschriften aan een
evenementenvergunning verbonden. De zwaarte van de voorschriften is afhankelijk tot welke
risicoklasse het evenement gerekend moet worden. Op grond van het binnen de Veiligheidsregio
Noord Limburg vastgestelde ‘Handboek Regionaal integraal beleid Veiligheid en Gezondheid bij
evenementen’ zijn er drie klassen te onderscheiden, namelijk grootschalige evenementen met
verhoogd risico, grootschalig evenementen met gemiddeld risico of een eenvoudig evenement.
Het onderscheid in klassen helpt de operationele hulpdiensten om te bepalen welke risico’s bij
een evenement aanwezig zijn en of multidisciplinaire afstemming noodzakelijk is of dat met een
monodisciplinair advies kan worden volstaan. Van organisatoren van grootschalige
evenementen met een gemiddeld of verhoogd risico wordt geëist dat er een calamiteitenplan
c.q. veiligheidsplan bij de vergunningaanvraag gevoegd wordt.
Integraal Veiligheidsbeleid 2015-2018
49
De toenemende bewustwording over risicobeheersing tijdens grootschalige evenementen, zoals
de Venrayse kermis en de Vastelaovend Roetsj heeft in de afgelopen jaren tot aanvullende
maatregelen geleid, zoals toepassing van crowd control en het actief zijn van een
multidisciplinair veiligheidsteam in de nabijheid van het evenemententerrein.
De zorg voor een ordentelijk verloop op en in de directe omgeving van het evenemententerrein
is primair een taak van de organisator van het evenement. Buiten het evenemententerrein ligt
er een gezamenlijke opdracht voor de gemeente en politie. De gemeente ziet primair toe op
naleving van de vergunningvoorschriften en treedt als nodig handhavend op. De politie zet zich
daarentegen primair in op handhaving van de openbare orde. Overigens is de eerder
aangekondigde wetgeving, waarbij organisatoren van (commerciële) evenementen de kosten
gaan betalen van de politie-inzet die gericht is op het ordentelijk laten verlopen van het
evenement, inmiddels van de baan.
Zoals ook bij het thema horeca aangegeven is met het oog op voorkomen van geluidsoverlast
de regeling ‘Geluid bij horeca, horeca gerelateerde festiviteiten en evenementen’ aangepast. In
de gewijzigde regeling is onder meer een norm voor evenementen buiten het centrum
aangescherpt.
5.4.3 Jeugd en veiligheid
Het veld ‘Jeugd en veiligheid’ bevat de veiligheidsthema’s die specifiek met jongeren in de
leeftijd van 0 tot 23 jaar te maken hebben, zoals ‘overlastgevende jeugd’, ‘criminele
jeugd/individuele probleemjongeren’, ‘jeugd, alcohol en drugs’ en ‘veilig in en om de school’.
indicator bron 2012 2013 2014*
Jeugdgroepen: aanvaardbaar, hinderlijk, overlastgevend, crimineel
Aantal aanvaardbare jeugdgroepen Shortlist** 9 9 -
Aantal hinderlijke jeugdgroepen Shortlist** 2 0 1***
Aantal overlastgevende jeugdgroepen Shortlist** 0 1 1
Aantal criminele jeugdgroepen Shortlist** 0 0 0
Overlast en criminaliteit
Overlast jeugd Politie 209 185 151
Inbraak en diefstal in/uit school Politie 3 3 1
* Cijfer per 1 oktober 2014
** Opgemaakt in Straatgroepenoverleg.
*** Betreft een multiculturele groep die tussen aanvaardbaar en hinderlijk scoort
Integraal Veiligheidsbeleid 2015-2018
50
indicator bron 2012 2013 2014*
Individuele jongeren
Aantal veelplegers (12-18 jaar) Veiligheidshuis 0 0 -
Aantal veelplegers 18+ Veiligheidshuis 12 4 -
Aantal zwerfjongeren (18-27 jaar)
aangemeld voor maatschappelijke opvang
Centraal Meld- en
Actiepunt 10 17** -
* Cijfer per 1 oktober 2014
** In 2010: 1 / 2011: 3
De indeling van het Kernbeleid Veiligheid volgend, wordt per subthema aangegeven wat de
huidige aanpak is en wat actuele ontwikkelingen zijn. Opvallende ontwikkelingen in de
afgelopen jaren voor wat betreft de aanpak binnen dit veld zijn:
• de transitie jeugdzorg inclusief start gezinscoaches;
• de kanteling van het Veiligheidshuis met doorontwikkeling persoonsgerichte aanpak;
• geïntegreerde aanpak op criminele jeugd;
• inzet van straatcoaches.
• Veiligheid en decentralisatie van de jeugdzorg
Gelet op de nauwe samenhang met het veiligheidsbeleid wordt eerst kort stil gestaan bij de
decentralisatie jeugdzorg. Immers een goede opvoeding en vroegtijdig signaleren leidt
uiteindelijk tot minder overlast op straat, minder jeugdcriminaliteit, minder slachtoffers en meer
veiligheid voor het kind of de jongere zelf.
Met ingang van 1 januari 2015 wordt de gemeente verantwoordelijk voor alle jeugdhulp, dus
ondersteuning, hulp en zorg aan jeugdigen en ouders bij opgroei- en opvoedproblemen,
psychische problemen en stoornissen. Ook wordt de gemeente verantwoordelijk voor de
uitvoering van kinderbeschermingsmaatregelen, jeugdreclassering en de advisering en
verwerking van meldingen over huiselijk geweld en kindermishandeling. Binnen het
veiligheidsbeleid zijn thema’s benoemd die direct raken aan de jeugdhulp, zoals
overlastgevende en/of criminele jeugd(groepen), twaalf-minners, overlastgevende
multiprobleem gezinnen, huiselijk geweld en nazorg van jeugdige ex-gedetineerden. De aanpak
van veiligheidsvraagstukken rondom deze doelgroepen vraagt om een meersporenaanpak van
straf en zorg, niet alleen gericht op de jongere zelf, maar ook op zijn/haar gezin en sociale
omgeving.
In de Jeugdwet zelf wordt bij het gedwongen kader (jeugdbescherming en jeugdreclassering)
een relatie gelegd met het veiligheidsdomein. De gemeente maakt over dit gedwongen kader
afspraken met de Raad voor de Kinderbescherming.
Integraal Veiligheidsbeleid 2015-2018
51
Voor de gemeenten in Noord- en Midden-Limburg is een regionaal samenwerkingsprotocol
voorbereid met de Raad voor de Kinderbescherming Zuidoost Nederland, dat inmiddels ter
vaststelling is aangeboden aan het college van burgemeester en wethouders. Binnen dit
samenwerkingsprotocol is ook aandacht voor de (nieuwe) positie die de burgemeester heeft per
1 januari 2015 binnen het stelsel van kinderbeschermingsmaatregelen39.
Een andere belangrijk thema is de zorgmelding jeugd. De praktijk leert dat de politie een
belangrijke ‘leverancier’ van zorgmeldingen is. De gemeenten hebben in het kader van de
decentralisatie jeugdzorg een keuze moeten maken waar deze zorgmeldingen per 1 januari
2015 ontvangen, in behandeling genomen en afgehandeld worden. De gemeenten in Noord- en
Midden-Limburg hebben er gezamenlijk voor gekozen deze meldingen te laten ‘landen’ in het
AMHK. In het geval de melding niet door het AMHK zelf onderzocht wordt of zodanig complex is
dat het Veiligheidshuis hiermee aan de slag gaat, dan pakt de lokale keten de melding op.
� Overlastgevende jeugd(groep)
Kijkend naar de politiecijfers dan zet de dalende trend, die vanaf 2010 is ingezet, nog altijd
door. Op sommige, min of meer vaste plekken in vooral de wijken Brukske, Landweert en
Venray-Centrum, wordt nog wel overlast ervaren. Om deze overlast in de openbare ruimte
beheersbaar te maken en te houden, worden de straatcoaches ingezet. Bewoners kunnen via
het algemeen nummer van de politie de straatcoaches ter plaatse laten komen. De
straatcoaches spreken jongeren aan op onacceptabel gedrag en betrekken – indien nodig –
daarbij de ouders van deze jongeren. Jongeren met hulpvragen worden door de straatcoaches
doorverwezen naar het jongerenwerk van Synthese. Daar waar strafbare feiten gepleegd
worden, is de politie echter aan zet. Op incidentele basis worden de straatcoaches ook buiten de
drie genoemde wijken ingezet. Zo heeft de afgelopen periode inzet plaatsgevonden op
Vlakwater, De Wieën, Leunen en Oirlo. Ook tijdens evenementen worden straatcoaches ingezet
ten minste als de verwachting is dat de doelgroep daar ook zal zijn. Als gevolg van een
taakstelling op het budget is de inzet in de afgelopen periode teruggeschroefd van 7 naar 5
dagen inzet. Door hier flexibel mee om te gaan, worden de gevolgen van deze maatregel
minimaal gevoeld.
Met het beheersbaar houden van de overlast op straat, zijn we er echter niet. Dit is ook reden
geweest om in 2010 de ketensamenwerking binnen de ‘Netwerkregie Jeugd & Veiligheid’ op te
starten op bestuurlijk, tactisch/beleidsmatig en operationeel niveau. Dit ten behoeve van de
integrale (vroeg)aanpak ontsporende jongeren en aanpak jeugdoverlast. Met de netwerkregie is
beoogd om een door alle partners gedragen structurele netwerkaanpak en heldere rolverdeling
tot stand te brengen.
39 De burgemeester kan, als de RvK na onderzoek besluit geen maatregel te vragen aan de rechtbank,
alsnog via de RvK vragen om het oordeel van de kinderrechter.
Integraal Veiligheidsbeleid 2015-2018
52
De gemeente voert hierbij de regie in die zin dat de gemeente de beleidsontwikkeling en –
uitvoering aan de gang houdt, partners betrokken en aan hun afspraken houdt en nieuwe items
oppakt en van een aanpak voorziet. Door partners bij elkaar te brengen, zijn deze in de
gelegenheid om hun activiteiten op elkaar af te stemmen. Hierbij is gekozen voor een
systematische benadering op de vier domeinen waar een jongere zich begeeft: thuis, school,
openbare ruimte en maatschappij.
Het idee achter de netwerkregie is dat door de integrale en sluitende aanpak een risicojongere
of een problematische jeugdgroep eerder gesignaleerd wordt. Het streven is om niet alleen
preventief, maar ook in een vroeg stadium te interveniëren om zo te komen tot minder
ontsporende jongeren die vanuit criminele talentontwikkeling deel uit gaan maken van een
problematische jeugdgroep.
De overheveling van alle jeugdhulp naar de gemeente heeft invloed op onder meer de
samenwerking binnen de Netwerkregie. Zowel vanuit het oogpunt van jeugd als vanuit oogpunt
van veiligheid is het voorstel om de huidige structuur en werkwijze in 2015 te continueren. Het
jaar 2015 wordt vervolgens gebruikt om de noodzakelijke en/of gewenste aanpassingen door te
voeren, waaronder een goede aansluiting op de wijkteams, gezinscoaches, het Veiligheidshuis
en het sociaal netwerk.
Op operationeel niveau vervult de gemeentelijk jeugdregisseur binnen het straatgroepenoverleg
een belangrijke spilfunctie. Binnen het straatgroepenoverleg worden de jeugdgroepen en
risicojongeren in beeld gebracht met behulp van de shortlistmethodiek van Van Beke.
Vervolgens worden plannen van aanpak gemaakt met preventieve, repressieve en curatieve
maatregelen, die gericht zijn op het individu, de groep of de omgeving. Gelet op alle
ontwikkelingen wordt in de loop van 2015 bezien hoe de centrale spilfunctie op operationeel
niveau (de huidige jeugdregisseur) er in de nabije toekomst uit moet gaan zien.
Op dit moment is er binnen de gemeente Venray één overlastgevende jeugdgroep in beeld
bestaande uit 10 tot 15 personen in de leeftijd van 17 jaar en ouder, waarbij het overlastgevend
gedrag bestaat uit handel in en gebruik van drugs, vernielingen en roekeloos rijden op scooters.
Daarnaast is een aanvaardbare/hinderlijke jeugdgroep in beeld, bestaande uit zo’n 40 jongeren
in de leeftijd van 13 tot 18 jaar, waarbij het hinderlijke gedrag vooral bestaat uit het achterlaten
van afval. Beide groepen alsook eventuele (jonge) aanwas hebben de aandacht van partners in
het straatgroepenoverleg.
Voor een zeer specifieke doelgroep, namelijk jongeren zonder startkwalificatie en uitkering, zijn
in 2014 in samenwerking met het bedrijfsleven eerste voorbereidingen gestart om deze
jongeren toe te geleiden naar werk.
Integraal Veiligheidsbeleid 2015-2018
53
Opvallend is het toenemend aantal zwerfjongeren dat zich in 2014 aangemeld heeft voor
maatschappelijke opvang. Het merendeel van de aangemelde jongeren is in de leeftijd van 18
en 24 jaar. Ook is het aantal meldingen over overlast van zwervers in één jaar tijd
verdrievoudigd40. De achterliggende oorzaak van het toenemend aantal zwerfjongeren wordt
nader onderzocht.
� Individuele criminele en/of probleemjongeren
Sinds 2010 kent Venray geen criminele jeugdgroep meer. Dit laat onverlet dat er nog altijd
jongeren c.q. jongvolwassenen zijn die zich met criminaliteit bezig houden. Deze criminele
jongeren/jongvolwassenen worden onder regie van de driehoek repressief aangepakt door waar
mogelijk de pakkans te verhogen en een persoonsgerichte aanpak op te starten. Het accent ligt
hierbij op strafrechtelijk vervolgen bij plegen strafbare feiten. Daarnaast wordt waar mogelijk
een geïntegreerde aanpak, denk bijvoorbeeld aan de patseraanpak, toegepast. Op advies van
het landelijk Actieprogramma Aanpak Jeugdgroepen, die in de zomer van 2013 een quick scan
hebben uitgevoerd, is er vervolgens sterk geprioriteerd en is een Top x lijst opgemaakt.
Veiligheidshuis en Ri-Jo overleg
Risicojongeren of problematische jeugdgroepen kunnen, op het moment dat justitiële partners
nodig zijn of een lokale aanpak onvoldoende effect sorteert, vanuit een lokale aanpak
ingebracht worden in het zogenaamde Risico-Jongeren overleg (Ri-Jo). Dit Ri-Jo overleg is een
overleg binnen het informatieknooppunt van het Veiligheidshuis Noord-Limburg41. Bureau
Jeugdzorg voert de procesregie voor dit overleg.
Het Ri-Jo richt zich op jongeren in de leeftijd van 12 tot 23 jaar, die overlastgevende of
strafbare/criminele feiten hebben gepleegd of daarbij betrokken zijn en waarvoor bij de
integrale aanpak de samenwerking met justitiële partners, zoals het Openbaar Ministerie,
jeugdreclassering en/of de Raad voor de Kinderbescherming nodig is. Het Ri-Jo zorgt ervoor dat
zorg en straf gecombineerd worden. Wordt een jongere bijvoorbeeld besproken aan de ZSM-
tafel, dan bundelt Ri-Jo de informatie zodat een justitiële afdoening waar mogelijk
recidivevoorkomend en perspectief verbeterend kan zijn. Als de casus echter zodanig complex is
dat deze voldoet aan de criteria van O3MP42 dan neemt de procesregisseur van het
Veiligheidshuis Noord Limburg de procesregie over. Gelet op alle ontwikkelingen in het sociale
domein43 maakt het nodig om in 2015 een heroverweging te maken als het om de opzet en
opdracht van het Ri-Jo overleg gaat.
40 Van 7 meldingen in 2013 naar 23 meldingen in 2014 (tot 1 oktober)
41 Dit wordt in de ontwikkeling van het Regionaal Knooppunt bijzondere reizigers, waar de gemeente Venlo
als centrumgemeente bestuurlijk trekker van is, mogelijk ondergebracht in dit regionale knooppunt.
42 Ondoorgrondelijke, ongrijpbare, ontwrichtende multiprobleem casus
43 Decentralisaties, kanteling Veiligheidshuis, doorontwikkeling regionaal kompas, centralisatie justitie
Integraal Veiligheidsbeleid 2015-2018
54
� Alcohol en drugs
Om drankmisbruik door jongeren aan te pakken, is de Drank- en Horecawet op 1 januari 2014
op twee punten aangescherpt. Zo geldt er per 1 januari 2014 dezelfde leeftijdsgrens van 18 jaar
voor de verkoop van zwak alcoholhoudende drank en sterke drank. Jongeren onder de 18 jaar
zijn strafbaar als ze alcohol bij zich hebben in de openbare ruimte. Dit geldt zowel op straat, als
op andere plekken die toegankelijk zijn voor publiek. Daarnaast is de gemeente verplicht om
een preventie- en handhavingsplan vast te stellen, waarin onder meer beschreven is op welke
wijze de alcoholpreventie en -handhaving vorm krijgt.
Als gevolg van de bezuiniging op niet wettelijke preventietaken is de inzet
op preventie geminimaliseerd. Daar waar er kansen liggen om aan te
sluiten bij een actie, dan worden deze aangegrepen. Zo heeft het Raayland
College bijvoorbeeld samen met zes andere scholen in de regio meegedaan
aan de klassikale wedstrijd ‘Lekker Friz! en Tegengif!’ voor de onderbouw
van het voortgezet onderwijs waarbij leerlingen gestimuleerd worden om
enige tijd geen alcohol te drinken. Ook is er onder de noemer van ‘Op stap met ouders’ in
Venray een informatieve kroegentocht georganiseerd voor ouders.
Om het druggebruik onder jongeren terug te dringen, start de gemeente in samenwerking met
vier andere Limburgse gemeenten en met financiële ondersteuning van de Provincie Limburg, in
2015 een voorlichtingsproject met een looptijd van twee jaar, waarna de activiteit structureel
geborgd moet zijn. Dit project is gericht op het weerbaar maken van een kwetsbare groep
jongeren als het om middelengebruik alsook als het om inzet van deze jongeren op de handel
als runner gaat. Binnen dit project worden jongeren en hun ouders actief opgezocht bij
constatering druggebruik. Zij krijgen voorlichting en worden vervolgens gemotiveerd en
begeleid naar hulp. Met dit project wordt beoogd te voorkomen dat het druggebruik onder
jongeren toeneemt en dat (veelal kwetsbare) jongeren in de straathandel terecht komen.
� Veilig in en om school
Sociale veiligheid voor leerlingen, personeel en ouders in en om school is het thema van het
Convenant Veilige School Venray dat sinds 2007 loopt en waarbij zowel het basisonderwijs als
het voortgezet onderwijs is aangesloten. Dit convenant heeft erin geresulteerd dat lijnen kort
zijn en de betrokken partners elkaar snel kunnen vinden in geval van een incident. Partners
treffen elkaar één- tot tweemaal op jaarbasis om uiteenlopende thema’s, incidenten en trends
met elkaar te bespreken, zoals bijvoorbeeld het snuiven van tabak, toename fietsdiefstal,
impact zedendelict of de toenemende agressiviteit door ouders in de richting van school en het
‘kopiëren’ van dit gedrag door kinderen.
Integraal Veiligheidsbeleid 2015-2018
55
Om de gezondheid, veiligheid en leefbaarheid te vergroten van leerlingen, medewerkers,
bezoekers op de scholen van ROC Gilde Opleidingen en burgers woonachtig in de omgeving van
ROC Gilde Opleidingen, is ROC Gilde Opleidingen in 2014 gestart44 met het opzetten van een
systeem van zelfevaluatie, ontwikkeling, auditen en certificeren. In dit proeftuinproject wordt
samengewerkt met de gemeenten Venray, Venlo, Weert, Roermond, Sittard-Geleen, de politie,
GGD, Bureau halt. Beoogd wordt om een gezamenlijk gedeeld inhoudelijk kader voor
gezondheid en veiligheid op de scholen van ROC Gilde Opleidingen op te stellen en te komen tot
het structureel borgen van schoolveiligheid. Het proeftuinproject bestaat uit een vijftal fasen,
namelijk het opstellen van een basiskader veiligheid, gezondheid en leefbaarheid gevolgd door
een intake op alle locaties van ROC Gilde Opleidingen en het opstellen en uitvoeren van een
verbeterplan. Vervolgens vindt er een externe audit en certificering plaats en wordt een
zelfaudit ontwikkeld. Ten slotte wordt de proeftuin afgerond en vindt overdracht plaats naar
lokale partners. De vestiging van ROC Gilde Opleidingen in Venray bevindt zich op dit moment
in de fase waarin het verbeterplan wordt uitgevoerd.
5.4.4 Fysieke veiligheid
Het veiligheidsveld ‘fysieke veiligheid’ bevat de vormen van onveiligheid die samenhangen met
verkeer, gevaarlijke stoffen, gebouwen/techniek en natuur, dus echte fysieke veiligheids-
thema’s zoals verkeersveiligheid, externe veiligheid, brandveiligheid, rampenbestrijding en
crisisbeheersing.
Indicator bron 2012 2013 2014*
Verkeersveiligheid
Ongevallen met letsel Politie 3 4 2
Ongevallen materiële schade Politie 198 223 129
Rijden onder invloed drugs/medicijnen Politie 5 2 0
Rijden onder invloed alcohol Politie 55 59 42
Externe veiligheid / risico’s gevaarlijke stoffen
Overlast vuurwerk Politie 59 72 13
Vuurwerk Politie 3 1 0
Inrichting Wet Milieubeheer Politie 2 3 1
Bodem Politie 12 13 5
Afval Politie 14 11 11
Bouwstoffen Politie 1 2 0
Geluid Politie 186 220 164
Mest Politie 0 1 0
44 Met financiële ondersteuning van de provincie Limburg
Integraal Veiligheidsbeleid 2015-2018
56
Indicator bron 2012 2013 2014*
Natuur en landschap Politie 42 20 4
Dieren Politie 61 58 43
Brandveiligheid
Brandstichting Politie 21 24 19
Rampenbestrijding / crisisbeheersing
Actueel rampenplan/regionaal crisisplan Veiligheidsregio 1 1 1
Actuele rampenbestrijdingsplannen Veiligheidsregio 2 2 2
Multidisciplinaire coördinatieplannen Veiligheidsregio 4 4 7**
* cijfer per 1 oktober 2014
** zijn allemaal algemene MCP’s, zoals evenementen, treinongeval, gevaarlijke stoffen, etc.
De indeling van het Kernbeleid Veiligheid volgend, wordt per subthema aangegeven wat de
huidige aanpak is en welke actuele ontwikkelingen te verwachten zijn. Belangrijke, meer
algemene, ontwikkelingen in de aanpak binnen dit veiligheidsveld in de afgelopen periode zijn
onder meer:
• de regionalisering van de brandweer;
• de vorming van de Regionale Uitvoeringsdiensten (RUD’s);
• de professionalisering van de oranje kolom.
• Verkeersveiligheid inclusief veiligheid in openbaar vervoer
Het aantal ongevallen met materiele schade of letsel laat na een stijging in 2013 voor 2014 een
dalende tendens zien alsook het rijden onder invloed van drugs, medicijnen of alcohol.
In 2007 is het verkeers- en vervoersplan voor de gemeente Venray vastgesteld onder de titel
‘Venray veilig en bereikbaar’ vastgesteld. In dit beleidsplan liggen de beleidskaders,
doelstellingen en ambities vast tot het jaar 2015. Aan het beleidsplan is een
uitvoeringsprogramma gekoppeld. Voor huidige aanpak inclusief actuele ontwikkelingen op het
gebied van verkeersveiligheid wordt naar het vastgestelde verkeers- en vervoersplan inclusief
uitvoeringsprogramma verwezen en volgt geen nadere beleidsmatige uitwerking in deze
kadernota.
Verkeersveiligheid in de omgeving van scholen alsook veilige
schoolroutes zijn thema’s die in het verkeers- en vervoersplan zijn
opgenomen. Veilige ‘pleisterplekken’ voor scholieren onderweg
daarentegen niet. In dit kader ligt er een politieke wens om Veilige
Honken te realiseren in de gemeente Venray.
Integraal Veiligheidsbeleid 2015-2018
57
Een Veilig Honk is een project waarbij scholieren een veilige pleisterplaats geboden wordt langs
de gangbare fietsroutes van huis naar school. Een Veilig Honk is een huis of bedrijf waar
vrijwilligers een veilige plek bieden. Dat doen ze door kortdurende hulp te geven aan de
kinderen als ze daarom vragen. Naast pech met de fiets kan het ook gaan om pesterijen. Het is
de bedoeling om eenvoudige en kortdurende hulp te bieden. De scholieren kunnen een Veilig
Honk herkennen aan een landelijk ontworpen bord. Uitgangspunt is dat de gemeente de regie
voert als het om Veilige Honken gaat, waarbij er samengewerkt wordt met politie, scholen en de
vrijwilligers van de Veilige Honken. Voor de realisatie van Veilige Honken is in 2014 budget
beschikbaar gesteld.
In de gemeente Venray lopen de Veilige Honk routes vanuit de kerkdorpen naar de kern Venray,
waar het Raayland College gevestigd is en naar Oostrum, waar ROC Gilde opleidingen gevestigd
is. Deze routes worden intensief gebruikt door de schoolgaande jeugd, waarbij een eerste piek
in de ochtend ligt tussen 07.45 uur en 08.30 uur. Dat herhaalt zich in de middag over een
langere periode, namelijk tussen 13.30 uur en 16.30 uur.
Sinds de ondertekening van het Veiligheidsarrangement in 2011
voor het station(sgebied) Venray werken gemeente, vervoer-
gerelateerde bedrijven, handhavende organisaties en bewoners en
instellingen/bedrijven uit de directe omgeving samen aan een
schoon, heel en veilig station(sgebied). Jaarlijks wordt een
uitvoeringsprogramma opgesteld waaraan een incidentenmeting
en het resultaat van het schouwen van het stationsgebied ten grondslag ligt.
Na afronding van de fysieke herinrichting van het stationsgebied en het upgraden van de
kioskfunctie wordt elke kans om de kwaliteit van het gebied verder te verbeteren aangegrepen.
Zo wordt begin 2015 het project Stationsoutillage van Prorail45 uitgevoerd op station Venray in
het kader waarvan het meubilair op de perrons en de wachtruimte wordt vernieuwd. Ook wordt
er een extra wachtruimte voor de busreizigers op het voorplein gerealiseerd.
Daarnaast is station Venray aangemeld als showcase OV-topscharnier46 in het kader van het
project OV Transferia, zoals opgestart door de Provincie Limburg. De Provincie Limburg wenst
samen met gemeenten in de openbaar vervoersconcessie 2016-2031 een actieve rol te spelen
op het gebied van knooppuntontwikkeling door de functionaliteit, veiligheid en aantrekkelijkheid
van deze knooppunten te verbeteren.
45 Het project Prettig Wachten van Prorail wordt om budgettaire reden niet meer uitgevoerd op station
Venray. In plaats hiervan wordt het project Stationsoutillage vervroegd uitgevoerd op station Venray.
46 Verknoping trein en bus.
Integraal Veiligheidsbeleid 2015-2018
58
Ook met het oog op de elektrificatie en spoorverdubbeling en de daarmee samenhangende
verwachte (verdere) groei van het aantal treinreizigers op de Maaslijn vraagt de functie
(fiets)parkeren op station Venray in de nabije toekomst om nieuwe maatregelen.
Op de schaal van de Maaslijn is onder bestuurlijk trekkerschap van de
gemeente Venray, in 2012 een veiligheidsarrangement gerealiseerd
met daaraan gekoppeld een uitvoeringsprogramma. In dit programma
zijn de bovenlokale thema’s opgenomen zoals bijvoorbeeld menselijk toezicht47 al dan niet in
combinatie met flexibel cameratoezicht, uniforme informatie(voorziening) naar partners en de
reizigers. De samenwerking binnen het arrangement wordt jaarlijks geëvalueerd.
• Brandveiligheid, rampenbestrijding en crisisbeheersing, externe veiligheid
Als het om de intergemeentelijke samenwerking op het gebied van brandweerzorg,
rampenbestrijding en crisisbeheersing en de publieke gezondheid gaat, komt de Veiligheidsregio
Limburg-Noord in beeld. Als vervolg op de inwerkingtreding van de Wet veiligheidsregio’s (Wvr)
in 2010 is er in 2011 binnen de Veiligheidsregio het ‘Beleidsplan Veiligheidsregio Limburg-Noord
2011-2015’ vastgesteld, waarvan de geldigheid bij besluit van het Algemeen Bestuur verlengd is
tot 2016. In het regionale beleidsplan liggen de kaders en ambities vast. Gelijktijdig met het
regionaal beleidsplan is er ook een Regionaal Risicoprofiel vastgesteld. De in het Regionaal
Risicoprofiel geschetste risico’s, zoals gevaarlijke stoffen, natuurrampen en infectieziekten zijn
in operationele zin vertaald in een Regionaal Crisisplan (het voormalig rampenplan). Daar waar
het BRZO-inrichtingen48 of een natuurramp49 betreft, heeft er een operationele vertaling in
rampenbestrijdingsplannen plaatsgevonden.
Aangezien de beleidsvorming en operationele voorbereiding voor wat betreft brandveiligheid,
rampenbestrijding, crisisbeheersing en externe veiligheid op regionaal niveau georganiseerd is,
volgt voor deze thema’s geen nadere beleidsmatige uitwerking in deze kadernota. Overigens is
de Veiligheidsregio wel vertegenwoordigd in de lokale driehoek RBT Venray-Gennep.
Vuurwerkoverlast is een thema dat binnen de lokale driehoek besproken is met als resultaat dat
binnen het werkgebied van de driehoek een voorlichtingscampagne start rondom de risico’s van
zwaar vuurwerk en de nieuwe regels die voor de komende jaarwisseling gaan gelden als het om
de verkoop en het afsteken van vuurwerk gaat.
Vanuit oogpunt van preventie is de Brandweer Limburg Noord gestart met
het voorlichtingsproject ‘Brandveilig Leven’. Met dit project wordt beoogd
om bewustwording en gedragsverandering teweeg te brengen bij
bewoners, bedrijven en instellingen op het gebied van brandveiligheid.
47 Door inzet mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt.
48 Besluit risico’s zware ongevallen
49 Denk bijvoorbeeld aan hoogwater c.q. dijkdoorbraak
Integraal Veiligheidsbeleid 2015-2018
59
Op lokaal niveau is de implementatie van de professionalisering van de oranje kolom actueel. In
2011 is binnen alle gemeenten in Noord- en Midden-Limburg een audit uitgevoerd inzake de
voorbereiding op de rampenbestrijding voor wat betreft de gemeentelijke processen.
De uitkomst van de audit heeft geleid tot het regionaal project ‘professionalisering oranje
kolom’50. Het project beoogt de gemeentelijke organisatie (de oranje kolom), die
verantwoordelijk is voor het uitvoeren van de gemeentelijke processen in het kader van
rampenbestrijding, te versterken. De implementatie van dit project loopt door tot in 2015.
5.4.5 Integriteit en veiligheid
Het veld ‘integriteit en veiligheid’ omvat verschijnselen die een inbreuk vormen op onze
maatschappelijke integriteit dan wel op belangrijke regels en andere afspraken in het kader van
de veiligheid en stabiliteit van onze samenleving. Deze verschijnselen kunnen in een meest
extreme vorm fundamenteel ontwrichtend werken dan wel de integriteit van de samenleving
bedreigen. Thema’s binnen dit veiligheidsveld zijn radicalisering en polarisatie, georganiseerde
criminaliteit en organisatiecriminaliteit, Veilige Publieke Taak, ambtelijke en bestuurlijke
integriteit en informatieveiligheid.
indicator bron 2012 2013 2014*
Georganiseerde criminaliteit
Bezit harddrugs Politie 21 10 16
Bezit softdrugs Politie 13 5 10
Handel en vervaardigen harddrugs Politie 8 5 5
Handel en vervaardigen softdrugs Politie 10 10 6
Mensensmokkel Politie 0 0 0
Wapenhandel Politie 15 6 7
Fraude (o.a. oplichting, vals geld, vervalsing
document, uitkeringsfraude, valse aangifte)
Politie 102 65 37
Effectuering Wet Damocles Gemeente 0 0 6
Maatschappelijke integriteit
Belediging Politie 25 20 18
Discriminatie Politie 0 1 6
Totaal aantal klachten over discriminatie
van Venrayse bewoners
ADV-Limburg
Bureau Ikva**
8 13 7
Totaal aantal klachten over discriminatie in
Venray door niet ingezetenen van Venray
ADV-Limburg
Bureau Ikva**
3 3 0
50 Besluit Algemeen Bestuur 22 november 2013.
Integraal Veiligheidsbeleid 2015-2018
60
indicator bron 2012 2013 2014*
Computercriminaliteit Politie 0 1 0
Mensenhandel Politie 0 1 0
Kinderporno Politie 1 0 1
* Cijfer per 1 oktober 2014 ** antidiscriminatievoorziening vanaf 2014
De indeling van het Kernbeleid Veiligheid volgend, wordt per subthema aangegeven wat de
huidige aanpak is en welke actuele ontwikkelingen te verwachten zijn. Belangrijke nieuwe
accenten in de aanpak op dit veiligheidsveld zijn:
• Verruiming toepassingsmogelijkheden van de Wet BIBOB;
• Wijziging coffeeshopbeleid;
• Versteviging geïntegreerde aanpak;
• De aanpak rond veilige publieke taakuitoefening
• Radicalisering en polarisatie
Bij polarisatie en radicalisering gaat het om ideologische groepen of stromingen in de
samenleving die dermate zijn geradicaliseerd, dat zij een bedreiging vormen of kunnen gaan
vormen voor de veiligheid in de vorm van dreigend geweld of het vergroten van de polarisatie in
de samenleving. Stromingen die op die manier kunnen radicaliseren, zijn bijvoorbeeld: rechts-
extremisme, islamradicalisme, dierenrechtenradicalisme, asielrechtenradicalisme en links-
extremisme.
Preventief gezien ligt er op het gebied van radicalisering en polarisatie een rol voor de
gemeente als het gaat om het signaleren en investeren in sociale cohesie, het organiseren van
een antidiscriminatievoorziening en het openlijk afstand nemen van ongewenste uitingen alsook
het onderhouden van contacten met bepaalde doelgroepen en zelforganisaties.
Op dit moment zijn er geen signalen van radicalisering in de gemeente Venray. In de lokale
driehoek RBT Venray-Gennep worden ontwikkelingen op de voet gevolgd.
Discriminatie
Discriminatie is het ongelijk behandelen en achterstellen van (groepen) mensen op basis van
kenmerken die er in de betreffende situatie helemaal niet toe doen. Discriminatie sluit mensen
uit, verhindert participatie en integratie en belemmert het samen leven. Het raakt dus alle
facetten van de samenleving. Het voorkomen en het bestrijden van discriminatie is dan ook van
groot belang. Alleen dan is het mogelijk dat iedere (toekomstige) inwoner van Venray de kans
creëert, krijgt en neemt om op een gelijkwaardige en evenredige wijze te participeren, de
samenleving met anderen vorm te geven, en zich individueel te ontplooien en te ontwikkelen.
Integraal Veiligheidsbeleid 2015-2018
61
Met ingang van 1 januari 2009 is elke gemeente wettelijk verplicht om alle inwoners toegang te
bieden tot een Antidiscriminatievoorziening. Na een aantal jaren aangesloten te zijn geweest bij
de Antidiscriminatie Voorziening Limburg met vestigingsplaats Roermond is de samenwerking,
als gevolg van een bezuinigingsmaatregel, per 1 januari 2014 beëindigd. Vanaf 2014 is er een
antidiscriminatievoorziening in Venray, te weten Bureau Ikva, aangewezen. De
antidiscriminatievoorziening vervult taken op het gebied van klachtmelding en –behandeling
alsook registratie en monitoring.
De provinciale trendrapportage 2010-2013 van de ADV-Limburg laat zien dat discriminatie op
grond van ras (gemeld door allochtonen en autochtonen) relatief nog altijd het grootste deel
van de klachten vormt. Discriminatie op grond van een handicap/chronische ziekte staat op een
tweede plaats gevolgd door discriminatie op leeftijd. Het vaakst vindt discriminatie op de
arbeidsmarkt plaats gevolgd door discriminatie bij collectieve voorzieningen51 en publieke en
politieke opinie52.
Als het om het verbeteren van de positie van lesbiennes, homoseksuelen, biseksuelen en
transgenders in de provincie Limburg gaat, heeft de gemeente Venray naast enkele andere
Limburgse gemeenten, het COC convenant ter bevordering van integraal diversiteitsbeleid
ondertekend.
• Georganiseerde criminaliteit en organisatiecriminaliteit
De gemeente Venray is per 1 januari 2013 aangesloten bij het Regionaal Informatie en
Expertise Centrum Limburg (verder afgekort tot RIEC) en heeft daarmee een stap gezet om te
komen tot een versteviging van de bestuurlijke aanpak van georganiseerde criminaliteit. Deze
bestuurlijke aanpak maakt (naast de strafrechtelijke, fiscale, privaatrechtelijke, etc.) deel uit
van een geïntegreerde aanpak. De geïntegreerde aanpak is nodig omdat georganiseerde
criminaliteit op allerlei manieren en via de meest uiteenlopende kanalen in de samenleving
binnendringt. Hierbij wordt gebruik gemaakt van dezelfde maatschappelijke, economische en
juridische structuren zoals die ook voor legale activiteiten worden benut. Daar zit de kern
van de problematiek, namelijk de verwevenheid van de onder- en bovenwereld. De illegaal
verkregen gelden moeten in de legale (boven-)wereld worden gebracht. Deze vermenging van
de onderwereld met de bovenwereld heeft grote gevolgen voor het maatschappelijk leven en de
economie.
De (juridische) basis voor de geïntegreerde aanpak is gelegen in het ‘Landelijke Convenant ten
behoeve van Bestuurlijke en Geïntegreerde Aanpak Georganiseerde Criminaliteit, Bestrijding
Handhavingsknelpunten en Bevordering Integriteitsbeoordelingen’.
51 Collectieve voorziening is veelal in handen van overheidsinstantie of publieke instelling, zoals gemeente,
UWV of Bureau Jeugdzorg.
52 Een aanzienlijk deel van deze klachten is gerelateerd aan uitspraken van PVV leider Geert Wilders
Integraal Veiligheidsbeleid 2015-2018
62
Dit convenant is getekend door de 33 Limburgse gemeenten, de provincie Limburg, de politie
eenheid Limburg, het Openbaar ministerie, de Belastingdienst en FIOD, de Douane, de Inspectie
SZW, de Immigratie- en naturalisatiedienst en de Koninklijke Marechaussee. Het convenant
biedt verder de mogelijkheid om op regionaal niveau landelijke partners te laten deelnemen aan
de samenwerking. Deze samenwerking vergroot het zicht op en het inzicht in elkaars
interventies, mogelijkheden en slagkracht.
Georganiseerde criminaliteit, zelfs als die een grensoverschrijdend karakter heeft, is vrijwel
altijd op lokaal niveau verankerd. De illegale handel moet immers vanuit bepaalde locaties
worden getransporteerd en gedistribueerd, of omgekeerd zijn weg vinden naar lokale markten.
Zo wordt crimineel verkregen geld lokaal belegd (bijvoorbeeld in vastgoed) of witgewassen
(bijvoorbeeld via een bepaalde sector). De aanpak van georganiseerde criminaliteit moet dan
ook niet alleen gericht zijn op opsporing en vervolging van individuele daders en de
ontmanteling van criminele groeperingen, maar juist ook op het identificeren van kwetsbare
plekken in de legale infrastructuur en het opwerpen van barrières tegen misbruik en mogelijke
verwevenheid. Juist daar kan het lokale bestuur handhaven respectievelijk drempels opwerpen
om daarmee economische machtsposities opgebouwd met crimineel geld te doorbreken
respectievelijk te voorkomen dat criminele activiteiten door de overheid worden gefaciliteerd.
Taak van het RIEC is om gemeenten te ondersteunen bij de aanpak door inbreng van specifieke
expertise op het gebied van bestuurlijke handhavingsinstrumenten, financieel-economische
kennis en juridische kennis op het gebied van onder meer de Wet BIBOB. De komende jaren
staan in het teken van doorontwikkeling van het RIEC. Niet alleen de organisatie zelf, echter
ook de thematische werkgroepen worden anders van opzet. Voor elke thematische werkgroep,
te weten de ketenaanpak cannabis, patsers, mensenhandel, outlaw motor gangs,
milieucriminaliteit en witwassen/vastgoedfraude wordt jaarlijks een jaarplan opgemaakt.
Als het om de aanpak van de verschillende vormen van georganiseerde criminaliteit gaat,
worden hierna puntsgewijs een aantal ontwikkelingen benoemd:
• In het wijzigingswetsvoorstel van de Wet regulering prostitutie en bestrijding misstanden is
de registratieplicht voor prostituees en de vergewisplicht voor klanten geschrapt. De
leeftijdsverhoging, uniforme vergunningplicht inclusief het register voor geweigerde
vergunningen en escortvergunningen blijven in stand. Het streven is erop gericht om alle
Algemene Plaatselijke Verordeningen van de Limburgse gemeenten zoveel als mogelijk
gelijkluidend te maken op dit onderdeel.
• In 2015 vindt een uitrol in Limburg plaats van de pilot ‘cannabiskamer’. Deze pilot heeft
betrekking op een nieuwe wijze van ruimen van hennepkwekerijen, waarbij als
uitgangspunt gehanteerd wordt om zo snel mogelijk zoveel als mogelijk hennepkwekerijen
te ruimen. Beoogd wordt om de pakkans te verhogen en illegale telers sneller te berechten.
Integraal Veiligheidsbeleid 2015-2018
63
Ook wordt beter zicht verkregen op eventuele criminele organisaties achter de hennepteelt
en wordt standaard een nacontrole georganiseerd. Verder is er aandacht voor eventuele
maatschappelijke zorg voor kwetsbare personen, voor preventie en voor regulering van de
hennepteelt ten behoeve van de bevoorrading van gedoogde coffeeshops. Voor wat betreft
de regulering van de achterdeur van coffeeshops trekken de acht Limburgse
coffeeshopgemeenten gezamenlijk op. Op dit moment wordt in dit kader een business case
ontwikkeld.
• Landelijk is een wijziging van de Opiumwet in voorbereiding, waarmee alle handelingen die
illegale hennepteelt voorbereiden en bevorderen strafbaar worden gesteld. Beoogd wordt
om personen en bedrijven die geld verdienen met de leveringen van goederen, diensten en
financiering van illegale hennepteelt ook strafbaar te maken. Denk dan onder meer aan de
growshops, verhuurders van loodsen en schuren, elektriciens die illegale elektrische
installaties aanleggen, etc..
• In het kader van de aanpak van milieucriminaliteit is er in de komende periode aandacht
voor de fenomenen luchtwassers en bio-vergisters, illegale lozingen XTC (afval) en illegaal
consumentenvuurwerk.
• Voor de aanpak van de outlaw motor gangs wordt gestreefd naar een uniforme aanpak en
regelgeving alsook naar eenduidigheid in de handhaving op Limburgse schaal.
Organisatiecriminaliteit
Bij organisatiecriminaliteit gaat het om informatie over ondernemers die over de schreef gaan of
over lokale branches waarin organisatiecriminaliteit vaak voorkomt. Voorbeelden zijn bedrijven
die met illegale vreemdelingen werken, het witwassen van zwart geld of andere vormen van
belastingontduiking en fraude door ondernemers. Daar waar het gaat om het voorkomen dat de
overheid diverse vormen van organisatiecriminaliteit faciliteert, kan waar mogelijk en mits
passend binnen de beleidslijn BIBOB, de Wet BIBOB toegepast worden.
• Bestuurlijke en ambtelijke integriteit
Bij bestuurlijke integriteit gaat het om informatie over banden tussen lokaal bestuur en
ondernemers. Deze banden zijn inzichtelijk door de lijst van nevenfuncties van de leden van het
college, die openbaar is. Verder ligt er sinds 2003 een gedragscode bestuurlijke integriteit. Voor
ambtenaren is in 2010 een gedragscode vastgesteld inclusief een regeling voor klokkenluiders.
Als het om de bestuurlijke aanpak gaat, ligt provinciaal een voorstel voor om ambtenaren die
belast zijn met deze bestuurlijke aanpak te gaan screenen. Verder beschikt de gemeente Venray
over een transparant beleid als het om inkoop en aanbesteding gaat.
Integraal Veiligheidsbeleid 2015-2018
64
• Informatieveiligheid
Gemeenten zijn, net als andere (overheids-)organisaties, kwetsbaar als het gaat om de
(digitale) dienstverlening en met name het veilig/beveiligd uitvoeren van deze dienstverlening
en het beheer van persoonsgegevens. Als de overheid de digitale beveiliging hiervan niet
voldoende kan borgen, is het vertrouwen in de overheid in het geding. Informatieveiligheid is
een belangrijk thema binnen het taakveld ICT.
• Veilige publieke taak
Personen met een publieke taak kunnen te maken krijgen met agressie en geweld tijdens het
uitvoeren van hun werkzaamheden. Agressie en geweld kunnen niet alleen grote persoonlijke
gevolgen hebben voor medewerkers en bestuurders, ook de goede uitoefening van de taak kan
in het gedrang komen. Agressie en geweld tegen bestuurders en medewerkers is een
aandachtspunt binnen het personeelsbeleid. In 2012 is hiertoe de beleidslijn ‘Omgaan met
agressie en geweld tegen de medewerkers en bestuurders van de gemeente Venray'
vastgesteld. Voor het melden van incidenten is verder een apart registratieformulier ontwikkeld.
Integraal Veiligheidsbeleid 2015-2018
65
6 Ambitie en prioriteiten In dit hoofdstuk volgt een vertaling naar een ambitie per veiligheidsveld. Per veiligheidsveld
wordt dan ook beschreven wat de komende jaren wordt nagestreefd. Omdat de kadernota
meerjarig is, gebeurt dit in algemene bewoordingen. De meer algemeen geformuleerde ambitie
draagt vervolgens bij aan het proces om tot SMART53 geformuleerde doelstellingen te kunnen
komen in het jaarlijkse uitvoeringsprogramma. In het uitvoeringprogramma is ook aandacht
voor het aspect toezicht en handhaving. Daar waar dit om capaciteit vraagt, wordt aansluiting
gezocht bij het jaarlijkse handhavingsuitvoeringsprogramma, dat voortkomt uit het door het
integrale handhavingsbeleid54.
Prioritering
Verder wordt in dit hoofdstuk per veiligheidsveld een of meerdere thema’s geprioriteerd. De
veiligheidsthema’s, die geprioriteerd worden, zijn thema’s die met voorrang opgepakt gaan
worden dan wel structureel aandacht gaan krijgen. Als een thema niet geprioriteerd is, betekent
dit echter niet dat er op dit thema de komende jaren geen inzet wordt gepleegd. De prioritering
helpt in elk geval bij het maken van bestuurlijke keuzes daar waar het gaat om inzet van
capaciteit en financiële middelen.
Zowel in het kader van de kwaliteitstoets door het CCV als in de Benchmark Veiligheid wordt
geadviseerd om het aantal geprioriteerde thema’s beperkt te houden. Als het om de prioritering
gaat, wordt rekening gehouden met de veiligheidsanalyse (hoofdstuk 5), het veiligheidsprofiel
zoals geschetst in de Benchmark Veiligheid, de thema’s zoals benoemd in het collegeprogramma
alsook in de lokale driehoek RBT Venray-Gennep. Hierna is per veiligheidsveld de uitkomst van
deze exercitie te lezen.
6.1.1 Veilige leef- en woonomgeving
Als het om een veilige leef- en woonomgeving gaat, is het veiligheidsbeleid de komende jaren
gericht op het verbeteren van de sociale veiligheid in de openbare ruimte en een veilig thuis.
Veilig voelen en zijn in de eigen woning en woonomgeving staat voorop, waarbij we wel uitgaan
van een gezamenlijke verantwoordelijkheid.
Binnen dit veiligheidsveld worden dan ook de volgende prioriteiten gesteld:
� Woonoverlast zijnde hinder in en rond de woning, variërend van verloederde tuinen en
achterstallig onderhoud tot extreme overlast, bijvoorbeeld veroorzaakt door drugshandel,
drugs- of drankgebruik, sociale problematiek of escalerende burenruzies.
� High Impact Crime (woninginbraken, overvallen, straatroof)
� Fietsendiefstal
53 SMART: Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch en Tijdgebonden.
54 Zie raadsbesluit 20 december 2011.
Integraal Veiligheidsbeleid 2015-2018
66
6.1.2 Bedrijvigheid en veiligheid
Als het om bedrijvigheid en veiligheid gaat, is het veiligheidsbeleid de komende jaren gericht op
het behouden van een veilig ondernemersklimaat. Dit betekent onder meer dat ondernemers,
personeel, klanten respectievelijk winkelend publiek en overige bezoekers veilig moeten kunnen
werken of verblijven in winkelgebieden of op bedrijventerreinen. Ook hier gaan we uit van een
gezamenlijke verantwoordelijkheid.
Binnen dit veiligheidsveld worden dan ook de volgende prioriteiten gesteld:
� Overvallen
� Mobiel banditisme
6.1.3 Jeugd en veiligheid
In het kader van jeugd en veiligheid, is het veiligheidsbeleid de komende jaren gericht op een
goede afstemming in de implementatie van de jeugdhulp, kanteling van het Veiligheidshuis en
de afstemming met de lokale keten, zodat we risicojongeren eerder bereiken en voorkomen dat
deze jongeren afglijden naar overlastgevend of crimineel gedrag. Op dit thema is de afgelopen
jaren veel geïnvesteerd, echter dit behoeft wel onderhoud.
Binnen dit veiligheidsveld worden dan ook de volgende prioriteiten gesteld:
� Jeugdoverlast
� Ontsporende individuele jongeren
6.1.4 Fysieke veiligheid
Als het om brandveiligheid, externe veiligheid en crisisbeheersing gaat, richt de ambitie van de
Veiligheidsregio Limburg-Noord (en daarmee ook de gemeentelijke ambitie) zich op het
bevorderen van preventie en eigen verantwoordelijkheid van bewoners en bedrijven en het op
een zodanig niveau brengen dat er in de komende periode minder incidenten, minder ziekten en
minder financiële schade is. Als het om rampenbestrijding gaat, is lokaal gezien de
professionalisering van de gemeentelijke kolom een actueel thema.
Op het gebied van verkeersveiligheid zijn de ambities beschreven in het verkeers- en
vervoersplan. In het verlengde van verkeersveiligheid rondom scholen is het belangrijk dat
scholieren, die dagelijks met de fiets vanuit dorpen en wijken onderwijs komen volgen in
Venray, veilig zijn en zich veilig voelen onderweg.
Binnen dit veiligheidsveld wordt dan ook de volgende prioriteit gesteld:
� Professionalisering gemeentelijke kolom in de rampenbestrijding
� Het realiseren van Veilig honken
Integraal Veiligheidsbeleid 2015-2018
67
6.1.5 Integriteit en veiligheid
Binnen het veiligheidsveld integriteit en veiligheid richt de aandacht zich de komende jaren op
een verdere doorontwikkeling van de bestuurlijke aanpak van ondermijnende, georganiseerde
criminaliteit om daarmee meer barrières op te kunnen werpen tegen misbruik en verwevenheid
tussen onder- en bovenwereld. Met de aansluiting bij het RIEC is een eerste stap gezet. De
komende periode staat in het teken van het verder op orde brengen van het bestuurlijk
instrumentarium.
Binnen dit veiligheidsveld wordt dan ook de volgende prioriteit gesteld:
� Op orde brengen bestuurlijk instrumentarium
� Aanpak druggerelateerde problematiek
Integraal Veiligheidsbeleid 2015-2018
68
Bijlage 1 Leefbaarometer 2010-2012
Totaalscore
Leefbarometer
2010
Totaalscore Leefbarometer
2012
2010 Score
veiligheid
(0=landelijk
gemiddelde)
2012 Score veiligheid
(0=landelijk gemiddelde)
Venray - Venray-Centrum positief positief -1 0
Venray - Venray-Oost positief positief -13 -3
Venray - Venray-West positief positief 5 -5
Venray - Vlakwater zeer positief zeer positief -4 21
Venray - Veltum positief positief 5 1
Venray - Brukske matig positief matig positief -32 -28
Venray - Landweert positief positief -28 -21
Venray - Smakterheide zeer positief zeer positief 19 25
Venray - Brabander zeer positief zeer positief 29 33
Venray - Sint Antoniusveld zeer positief zeer positief -9 -12
Venray - Heide zeer positief zeer positief 22 27
Venray - Ysselsteyn zeer positief zeer positief 29 34
Venray - Merselo zeer positief zeer positief 31 39
Venray - Vredepeel zeer positief zeer positief 22 28
Venray - Smakt zeer positief zeer positief 33 26
Venray - Oostrum zeer positief zeer positief 32 34
Venray - Oirlo zeer positief zeer positief 31 23
Venray - Castenray zeer positief zeer positief 28 32
Venray - Veulen zeer positief zeer positief 31 28
Venray - Leunen zeer positief zeer positief 28 30
Venray - Wanssum zeer positief zeer positief 38 40
Venray - Geijsteren zeer positief zeer positief 44 45
Venray - Blitterswijck zeer positief zeer positief 30 33