biomet nib 4 20121
DESCRIPTION
ÂTRANSCRIPT
Natuurlijk in Beweging
”Natuurlijk in Beweging” is een initiatief van Biomet Nederland BV, gevestigd in Dordrecht. Deze uitgave is een nieuwsbrief, die belangrijke ontwikkelingen met leuke wetenswaardigheden in de gezondheidszorg combineert.
Een uitgave van Biomet Nederland BV • Juli 2012 jaargang 1 • nummer 4
In dit nummer o.a.:
Plannen winstuitkering ziekenhuizen terug in de ijskast
Verantwoordelijkheid nemen in crisistijd
Verbeterd OK-proces kent ‘zorgelijke punten’
Invoering prestatie-bekostiging en DOT een kolossaal karwei!
Natuurlijk in Beweging
Innovatie in de zorg is en blijft een maatschappelijke verantwoordelijkheid van zorgaanbieders, zorgverzeke-raars en industrie. Een traject waarbij de initiatieven bij voorkeur vanuit de samenwerkingsverbanden dient te komen.
In de media wordt steeds meer aandacht gegeven aan innovatie en het feit dat deze goed gereguleerd, goed geregistreerd en transparant dient te geschieden.Een goede registratie van resultaten, zowel voor lange termijn overleving als voor de gecontroleerde en gere-guleerde introductie van nieuwe producten en diensten, dient daarbij als vangnet te fungeren.De Nederlandse Orthopeden Vereniging speelt hier met de LROI registratie een belangrijke rol in.
Kritisch kijkenVan een aantal gevallen is bekend dat de media onder-zoek heeft verricht om bepaalde informatie en details uit de ziekenhuizen boven water te krijgen en zijn eigen interpretatie daaraan heeft gegeven. Op basis van deze informatie kunnen kijkers een bepaald verwachtings-patroon hebben. Mogelijk om kijkcijfers te stimuleren?
Dikwijls is echter een dergelijke berichtgeving erop gericht om, met een beperkt aantal bronnen, de relatie tussen de beroepsgroep Orthopedie en de Medical Device Industry in een kwaad daglicht proberen te stel-len. Er zijn gevallen bekend waar orthopeden zelfs met een cameraploeg werden achtervolgd.
Media…Bovendien is het jammer dat er daarna geen melding wordt gemaakt van het feit dat de Health Care Profes-sionals en de Medical Device Industry aan de hoogste ethische standaarden voldoen, transparant zijn en wor-den getoetst aan zeer strikte en strenge richtlijnen. Tja, en dat is ook nieuws!
Natuurlijk is het kritisch kijken en volgen uitstekend. Maar er zijn vele voorbeelden van samenwerkingsverbanden die tot goede initiatieven hebben geleid met als primair doel de kwaliteit van de zorg rond de orthopedische patiënt te verbeteren.
Mooie voorbeeldenVoorbeelden van innovatie en goed samenwerken zijn er meer dan voldoende. Zij hebben niet alleen betrekking op verbeteringen in prothese ontwerpen en -materialen maar ook op betere orthopedische zorgpaden, toege-wijde trainingen voor orthopeden, ok-medewerkers en verpleegkundigen. Zaken om trots op te zijn!
Twaalf jaar geleden heeft het zorgpad Joint Care, een samenwerkingsinitiatief tussen orthopeden en Biomet, voor pure zorgwinst gezorgd. Naast een kwaliteitsslag is de gemiddelde ligduur na een totale heup/knie operatie van 16 dagen teruggebracht naar 6 dagen!
AanbevelingLaat de media met ‘vinger aan de pols’ journalistiek op een kritische manier aandacht blijven besteden aan de positieve aspecten van transparante, weloverwogen samenwerkingsverbanden en de uitkomsten hiervan. En ja, als er zaken zijn die niet goed gaan dan is kritische aandacht vanzelfsprekend gerechtvaardigd. Maar dan met goed en objectief wetenschappelijk onderbouwd onderzoek graag.
Om ook goede kijkcijfers te genereren is het wellicht een idee om een programma te maken met als thema ‘Innoverende chirurgen zorgen voor orthopedische ge-zondheidswinst in Nederland’.Veel kijkplezier!
Roland van Esch, Managing director, Biomet Nederland BV
Minister Schippers van VWS heeft dit voorjaar, conform
het regeerakkoord, een wetsvoorstel naar de Tweede
Kamer gestuurd waardoor het voor ziekenhuizen mogelijk
wordt om privaat kapitaal aan te trekken. Ziekenhuizen
zullen hierdoor minder afhankelijk worden van de banken.
De verschaffers van privaat kapitaal hebben een direct belang
bij een goede en doelmatige bedrijfsvoering van het ziekenhuis.
Het doel van het wetsvoorstel is om de kwaliteit van zorg en de
dienstverlening aan de patiënt verder te verbeteren. Daarnaast
zullen, naar verwachting, zorginnovaties sneller van de grond
komen.
Op dit moment vallen ziekenhuizen onder het verbod op winst-
uitkering zoals vastgelegd in de Wet Toelating zorginstellingen.
Deze wet zal worden vervangen door de Wet Cliëntenrechten
zorg.
Na aanname van het nieuwe wetsvoorstel zal er voor zieken-
huizen (algemene, categorale ziekenhuizen en ZBC’s) voort-
aan een wettelijke uitzondering op dit verbod bestaan. Voor de
academische ziekenhuizen blijft het verbod op het uitkeren van
winst nog steeds gelden.
Winstuitkering in de zorg is een uiterst gevoelig en al jaren-
lang lopend dossier. In 2008 keerde een meerderheid in de
Tweede Kamer zich nog tegen plannen om winstuitkeringen in
de zorg mogelijk te maken. Tegenstanders vreesden dat op
deze manier geld zou weglekken uit de zorg. Ook zouden er
ongewenste neveneffecten kunnen optreden zoals hoge
bonussen en selectie van winstgevende zorg ten nadele van
verliesmakende ingrepen. Schippers wil dergelijke risico’s
vermijden en verbindt eventuele winstuitkering aan strenge
voorwaarden. Zo mag winstuitkering pas plaatsvinden na een
kwaliteitstoets van de Inspectie voor de Gezondheidszorg.
Het ziekenhuis wordt hierbij getoetst op vooraf gestelde
kwaliteitseisen. Ook moeten er voldoende � nanciële reserves
zijn. Verder is een cruciale eis dat er geen winst mag worden
uitgekeerd in de eerste drie jaar na het moment van investeren.
Deze eis zorgt ervoor dat verschaffers van privaat kapitaal voor
een langere termijn investeren en niet inzetten op ‘snelle winst’
ten koste van het patiëntenbelang. De Nederlandse Zorg-
autoriteit (NZa) moet toezicht houden op de zorgaanbieders
die winst uitkeren. In het geval een ziekenhuis in strijd met de
voorwaarden toch winst uitkeert, voorziet het wetsvoorstel in
sancties. De NZa krijgt de bevoegdheid om af te dwingen dat
de zorgaanbieder de uitgekeerde winst terugvordert. Daar-
naast bevat het wetvoorstel de mogelijkheid dat de NZa een
boete op legt.
Lees verder op de volgende pagina.
Plannen winstuitkering ziekenhuizen terug in de ijskast
2-3
Natuurlijk in Beweging
Vervolg van pagina 3.
Wisselende geluidenDe ziekenhuizen zien het wetsvoorstel als een positieve stap.
Op deze wijze krijgen zij de kans om minder afhankelijk te
worden van de gangbare � nancieringsstructuren. In de visie
van de ziekenhuizen past het voorstel in het beleid om te zorg
om te vormen tot een gereguleerde (vrije) markt.
Echter er zijn ook tegenstanders van het ingediende wets-
voorstel. Oppositiepartijen zijn niet gecharmeerd van het
voorstel. Volgens de tegenstanders zullen de kosten in de
zorg door de winstuitkering toenemen met als gevolg: verklei-
ning van het basispakket en verhoging van eigen betalingen.
Ook vinden de tegenstanders de door de minister gestelde
randvoorwaarden voor winstuitkering onvoldoende en slecht
uitvoerbaar.
Medisch specialisten lijken ook niet massaal warm te lopen
voor de plannen van minister Schippers. Uit een enquête,
uitgevoerd door Medisch Contact, blijkt dat bijna driekwart van
de medisch specialisten geen voorstander is. De tegenstan-
ders vrezen voor kwaliteitsverlies doordat ziekenhuizen vooral
rendabele behandelingen gaan aanbieden en patiënten gaan
werven die winst opleveren.
Een deel van de medisch specialisten stelt voor dat de
specialistenmaatschappen zouden kunnen gaan investeren in
het ziekenhuis.
De behandeling van het wetsvoorstel is door de val van het
kabinet gestuit. Een meerderheid in de Tweede Kamer heeft
het wetsvoorstel begin juni op grond van de gevoeligheid en
de mogelijke verstrekkende gevolgen controversieel verklaard.
Het voorstel is hiermee voorlopig van de baan en is doorge-
schoven naar het volgende kabinet. Afhankelijk van de kleur
van het nieuwe kabinet zal het een en ander worden vervolgd.
Voorjaarsnota 2012 en Begrotingsakkoord 2013:
De Voorjaarsnota 2012 is tot stand gekomen in � nancieel, eco-
nomisch en politiek roerige tijden. In de lopende begroting van
2012 is sprake van budgettaire krapte en forse tegenvallers.
Daarnaast dreigden de overheids� nanciën voor 2013 door
een nieuwe recessie en lagere economische groei verder te
verslechteren. Een acuut probleem, dat vroeg om een acute
oplossing. De fracties van VVD, CDA, D66, GroenLinks en
ChristenUnie hebben de handen ineen geslagen en een
begrotingsakkoord voor 2013 gesloten dat koers zet richting
gezonde overheids� nanciën en de economie versterkt.
De Voorjaarsnota 2012 geeft daarom naast informatie over de
begroting van 2012 een overzicht van de maatregelen uit dit
Begrotingsakkoord voor 2013 (25 mei 2012 ANP).
Een kwalitatief goede en toegankelijke gezondheidszorg is
voor iedereen van belang. Om dit in stand te kunnen houden
is het noodzakelijk dat de zorg ook betaalbaar blijft. Om de
betaalbaarheid van de zorg voor de toekomst beter te kunnen
waarborgen én grote stijging van de zorgpremie en daling
van de koopkracht te voorkomen, worden er daarom in 2013
zowel op het terrein van de curatieve zorg als op het terrein van
de langdurige zorg maatregelen genomen. Binnen de gezond-
heidszorg verdienen ouderen, langdurig zieken en gehandicap-
ten bijzondere aandacht. Met het Begrotingsakkoord 2013 is
getracht om zowel hervormingen te introduceren die aansluiten
bij de wensen van de cliënt als om de betaalbaarheid van de
zorg te verbeteren. Een hervorming die hieraan heel duidelijk
tegemoet komt, is de inzet op zorg dichtbij huis in de AWBZ.
verantwoordelijkheid nemen in crisistijd
4-5
Voorjaarsnota 2012 en Begrotingsakkoord 2013: verantwoordelijkheid nemen in crisistijd
Curatieve zorg• Verhoging eigen risico tot € 350,-
• Per ziekenhuis ligdag eigen bijdrage € 7,50
• Onderzoek naar de norminkomens voor medisch specialisten.
• Aanpassen maximumtarieven kaakchirurgen.
• Gelijkschakeling vergoedingsbedrag vervolgopleidingen.
• Vanaf 2013 € 100 miljoen per jaar beschikbaar voor
preventie en palliatieve zorg.
• De rollator uit basispakket.
• Gehoortoestellen: eigen bijdrage 25 procent.
• Bestuurlijk akkoord (insteek besparing) met de partijen in
de geestelijke gezondheidszorg (GGZ).
Langdurige zorg• Extramuralisering ZZP 1-3: minder snel plaatsing AWBZ
instelling.
• Het vermogen gaat een grotere rol spelen bij eigen bijdrage
AWBZ en Wmo (vermogens-inkomensbijtelling stijgt van
8 naar 12 %).
• Verzachting voorgenomen bezuinigingen op het
persoonsgebonden budget (pgb).
• Terugdraaien overheveling begeleiding naar de Wmo
• Verlaging groeiruimte ABWZ (+ afhankelijk demografi e).
• De tariefsverhogingen GGZ, GHZ en PGB intramuraal
worden ongedaan gemaakt
• Het onder contracteerruimte brengen van boven budgettaire
vergoedingen
• Verlaging vergoeding vervoerskosten voor instellingen
(tarieven voor vervoer van en naar instellingen voor
dagbesteding en behandeling in groepsverband worden
op gelijke hoogte gebracht).
• IQ-maatregel (dat mensen met een IQ tussen de 70 en 85
geen extra zorg meer zouden krijgen) is teruggedraaid
Rest• BTW heffi ng op niet-BIG geregistreerden.
• Dichten fi scale weglek zorgmaatregelen.
Toelichting enkele maatregelen Verhogen eigen risico tot € 350,- met compensatie onderkant.
Het eigen risico wordt met € 115,- verhoogd van naar € 350,-.
Deze verhoging vergroot het bewustzijn van cliënten over de
kosten van de zorg. Voor personen met een laag inkomen
wordt een volledige compensatie via de zorgtoeslag gegeven.
Deze gaat voor lage inkomens (WML) ook met € 115,- omhoog.
Eigen bijdrage verblijfskosten € 7,50 medisch
specialistische zorg
Cliënten die in een instelling voor medisch specialistische zorg
(ziekenhuizen en zelfstandige behandelcentra) verblijven gaan
een eigen bijdrage voor verblijfskosten van € 7,50 per dag
betalen als gedeeltelijke compensatie voor niet-zorgkosten
(voeding en verblijf).
Natuurlijk in Beweging
Onderzoek norminkomens medisch specialisten
Er zal onderzoek worden gedaan naar de wijze waarop de
norminkomens van medisch specialisten (in loondienst en
vrijgevestigd) meer in lijn gebracht kunnen worden met hun
collega’s in andere landen. De onderzoeksopdracht valt uiteen
in twee delen:
• een beschrijvende analyse van de relatieve inkomenspositie
van Nederlandse specialisten
• een inventarisatie van beleidsopties om de inkomens van
Nederlandse specialisten meer in lijn te brengen met hun
collega’s in andere landen.
Ook de optie van degressieve tarieven – voor veel produce-
rende specialisten – zal in het onderzoek worden betrokken.
Het onderzoek zal uiterlijk 1 september 2012 worden opgele-
verd (in elk geval voor het deel dat ziet op de inventarisatie van
beleidsopties).
Aanpassen tarieven kaakchirurgie
De kaakchirurgen vallen niet onder de afspraken over uitgaven-
beheersing met de medisch specialisten (beheermodel medisch
specialisten en bestuurlijk hoofdlijnenakkoord ziekenhuizen).
Daarom is voor deze groep besloten het honorariumdeel van
de te declareren maximumtarieven door de Nederlandse Zorg-
autoriteit te herijken. Hiervoor is per 2014 een taakstellende
besparing van € 20 miljoen ingeboekt.
Gelijkschakeling vergoedingsbedrag vervolgopleidingen
(opleidingsfonds)
Er wordt stapsgewijs toegewerkt naar het gelijkschakelen van de
vergoeding voor (medisch) specialistische vervolgopleidingen.
Het betreft hier de situatie waar het vergoedingsbedrag nu
afhankelijk is van het soort opleidingsinstelling en het aantal
aio’s dat er in opleiding is.
Preventieve en palliatieve zorg
Preventie en palliatieve zorg leveren een belangrijke bijdrage
aan de kwaliteit van leven van een cliënt. Het gaat hier om
zorg dichtbij de cliënt en zijn of haar omgeving. Zorg die laag-
drempelig en betrouwbaar moet zijn en bij kan dragen aan de
gezondheid op de lange termijn, of juist aan de kwaliteit van
leven in de laatste fase. Om het belang van dit type zorg te
onderstrepen wordt vanaf 2013 € 100 miljoen extra uitgetrok-
ken. Hiervan zal € 10 miljoen besteedt worden aan palliatieve
zorg, € 44 miljoen aan dieetadvisering, € 20 miljoen aan
‘stoppen met roken’ en € 26 miljoen aan het tegengaan van
obesitas bij kinderen.
Rollator en overige eenvoudige mobiliteitshulpmiddelen
uit het basispakket
De cliënt heeft ook zelf een verantwoordelijkheid. Zorg waarvan
de kosten te overzien zijn en die bij het dagelijks leven behoren,
kunnen cliënten zelf dragen. Daarom is besloten om het advies
van het College voor zorgverzekeringen op te volgen door de
rollator en andere eenvoudige mobiliteitshulpmiddelen uit het
pakket te halen.
Hoortoestellen: eigen bijdrage 25%
In 2013 worden de aanspraken ten aanzien van gehoortoe-
stellen functioneel omschreven en vervalt de huidige maximum
vergoeding. Verzekeraars hebben aangegeven zo in staat te
zijn tot scherper inkopen. Dit leidt naar verwachting tot een fors
lagere gemiddelde prijs voor hoortoestellen. Daarbij wordt een
eigen bijdrage van 25% voor gehoortoestellen geïntroduceerd.
Door de functionele omschrijving en het vervallen van de maxi-
mum vergoeding is de verwachting dat de eigen bijdrage straks
veel lager is dan onder de huidige regeling. De totale kosten per
toestel liggen nu vaak tussen de € 1.000,- en € 2.000,- met als
gevolg een eigen bijdrage van € 500,- tot € 1.500,-
Bestuurlijk akkoord curatieve GGZ
Van de aanbieders in de GGZ wordt verwacht dat ze ook
verantwoordelijkheid nemen voor het beperken van de stijgen-
de zorguitgaven. Er wordt daarom een bestuurlijk akkoord met
de veldpartijen in de curatieve GGZ gesloten, waarvan dit een
onderdeel is. Hier wordt onder meer ingezet op een doelmati-
gere zorg. Dit leidt tot een opbrengst van € 75 miljoen in 2013
oplopend tot € 100 miljoen vanaf 2014. Van deze opbrengst zal
€ 15 miljoen worden ingezet om de eigen bijdrage in de GGZ
verder te verzachten. De eigen bijdrage in de curatieve GGZ
wordt verzacht om zo toegang tot deze zorg voor kwetsbare
groepen te garanderen.
Extramuraliseren ZZP 1-3
De AWBZ-zorg zal verder worden hervormd. Deze hervorming
houdt in dat de huidige lichte intramurale zorg vanaf 1 januari
2013 voor nieuwe cliënten niet meer vanuit instellingen wordt
geboden. Cliënten worden voortaan in de eigen woonomgeving
geholpen. Dit sluit aan bij het concept van ‘zorg in de buurt’ en
speelt in op de wens van de cliënt om zolang mogelijk van-
uit eigen huis te worden verzorgd. De zorg voor deze cliënten
blijft gelijk aan de zorg die soortgelijke cliënten ontvangen in
instellingen.
Aanvullende afspraken met de sector ten aanzien van de
vormgeving van de extramurale zorg kunnen voor een impuls
zorgen binnen de ouderenzorg. Bijvoorbeeld door extra inzet
van wijkverpleegkundigen. Binnen de ouderenzorg wordt dit
onderzocht.
Aangezien de extramuralisering over de gehele AWBZ breed
wordt ingevoerd is rekening gehouden met een ingroei pad
over meerdere jaren. Op deze manier kunnen cliënten wennen
aan deze nieuwe ontwikkeling en krijgen zorgaanbieders de tijd
om het huidige zorgaanbod aan te passen aan de ingezette
trend van meer zorg bij mensen thuis.
Korte berichten
Burgers: zelf hun oude dag organiseren
De zorg voor ouderen vraagt om ingrijpende maatregelen.
Om een verschraalde ouderenzorg te voorkomen moeten
burgers al vroeg in hun leven voorzorgsmaatregelen treffen.
Zorgverleners moeten méér dan nu gebruikelijk ‘zorg aan
huis’ bieden. Burgers moeten meer privaat investeren en/
of hun netwerk inzetten voor hun oude dag. Op die wijze
kunnen zij zelf bepalen hoe hun zorg er uit ziet. In een zorg-
verklaring kunnen zij vastleggen hoe zij de zorg op hun
oude dag willen regelen en hoe zij deze gaan bekostigen.
Deze maatregelen zijn nodig om de collectieve zorg voor
niet-redzame ouderen zeker te stellen. Verschraling van de
zorg voor niet-redzame ouderen dreigt door toenemende
kosten in die zorg en door krapte op de arbeidsmarkt.
Ingrijpende maatregelen zijn nodig.
De RVZ noemt drie oplossingsrichtingen en doet aanbeve-
lingen om goede zorg en kwaliteit van leven in de toekomst
te garanderen aan niet-redzame ouderen.
1. Het is nodig dat mensen zo lang mogelijk redzaam blij-
ven. Mensen moeten zelf voorzorgsmaatregelen treffen om
langer gezond te blijven én om goed voorbereid te zijn op de
organisatorische en � nanciële aspecten van hun oude dag.
In een zorgverklaring kunnen burgers aangeven hoe zij de
zorg op hun oude dag willen regelen en hoe zij deze gaan
bekostigen. De overheid dient burgers een levensloopwijzer
aan te bieden met tips op het gebied van wonen, vitaliteit,
leefstijl, zorg, � nanciën en sociaal netwerk. De huisarts en
wijkverpleegkundige geriatrie dienen niet-redzame ouderen
proactief op te zoeken.
2. De Raad vindt dat ook ouderen met complexe proble-
matiek ‘zorg aan huis’ moeten kunnen ontvangen. Zij ad-
viseert om de medische en verpleegkundige zorg rondom
de thuiswonende ouderen door een verpleegkundige te
laten coördineren. Verder moeten er ‘slimme’ woningen voor
ouderen ontwikkeld worden. Er dient een opleiding voor
vakmensen te komen die ouderen en hun mantelzorgers
leren om te gaan met slimme technologie in huis.
3. De Raad geeft de aanbeveling om het collectieve
arrangement vooral te richten op niet-redzame ouderen.
Het zorgstelsel dient hervormd te worden zodat burgers
worden gestimuleerd om meer privaat te investeren en hun
directe omgeving in te zetten voor hun oude dag. Dat kan
bijvoorbeeld door het collectieve pakket te beperken tot
zware zorgvragen of door ouderen die hun zorg zelf regelen
te belonen. (8 juni 2012, RVZ)
6-7
Verhogen vermogensinkomensbijtelling AWBZ
De vermogensinkomensbijtelling wordt verhoogd. Daarmee
wordt van vermogende cliënten gevraagd om meer bij te
dragen aan de zorg die zij ontvangen.
Toekomstbestendiger maken persoonsgebonden budgetten
Vanaf 2013 worden extra middelen uitgetrokken om het pgb
toekomstbestendiger te maken. Hiertoe wordt een aantal
maatregelen genomen. Nieuwe cliënten komen pas na een jaar
zorg in aanmerking voor toegang tot het pgb, tenzij op basis
van de indicatie de verwachting is dat de zorgvraag zeer lang-
durig is. Ook zal het zorgkantoor op basis van een pgb-plan
op aangeven van de cliënt eerst bezien of er geen passende
zorg in natura beschikbaar is. Het 10-uurscriterium komt te
vervallen voor cliënten met de functies persoonlijke verzorging
en/of verpleging (al dan niet in combinatie met begeleiding).
Voor cliënten met alleen begeleiding en tijdelijk verblijf blijft het
10-uurscriterium gehandhaafd.
Voor nieuwe cliënten geldt dat de pgb-tarieven maximaal 100%
van de vergelijkbare zorg in natura-tarieven bedragen. Vanaf
2014 zal het pgb bruto worden uitgekeerd. Voor de aanpak
van fraude is in 2013 en 2014 € 15 miljoen extra beschikbaar.
Terugdraaien overheveling begeleiding naar de Wmo
De geplande overheveling van begeleiding naar de Wmo per
2013 wordt teruggedraaid.
BTW heffi ngBTW hef� ng op niet-BIG (beroepen in de individuele gezond-
heidszorg) geregistreerden.
Met ingang van 1 januari 2013 wordt de BTW-vrijstelling voor
gezondheidskundige verzorging van de mens door zorgver-
leners met de vereiste beroepskwali� caties beperkt tot die
gezondheidskundige diensten die worden uitgevoerd door een
BIG-beroepsbeoefenaar en ook behoren tot de uitoefening van
dat BIG-beroep.
Voor complementair werkende artsen betekent dit een � scaal
verschil tussen reguliere en alternatieve behandelingen, de vrij-
stelling voor psychologische diensten wordt beperkt tot alleen
door GZ-psychologen geleverde diensten. Voor pedagogen,
osteopaten, acupuncturisten en chiropractoren eindigt de
vrijstelling. De kinder- en jeugdpsycholoog (inclusief specialist),
de psycholoog arbeid en gezondheid en de orthopedagoog-
generalist (en specialist) zijn weliswaar niet BIG maar wel gelijk-
waardig aan de BIG-geregistreerde dienstverleners en behou-
den dus de vrijstelling.
Natuurlijk in Beweging
De Vaste commissie voor VWS heeft eind mei een aantal
gezondheidszorgonderwerpen controversieel verklaard.
Hieronder een overzicht van de controversieel verklaarde
onderwerpen. Het gaat onder andere om private investering,
overheveling begeleiding en de beginselenwet AWBZ zorg.
Als een onderwerp controversieel is wordt dat niet langer
behandeld totdat er een nieuw kabinet is.
Winstuitkering zorg Demissionair minister Schippers wilde investeerders, zoals pensioenfondsen, bewegen geld te steken in ziekenhuizen. Die zouden daarmee op hun beurt de kwaliteit van de zorg en dienstverlening kunnen verbeteren zonder meer-kosten voor de belastingbetaler. Een meerderheid in het parle-ment vindt dat het onderwerp na de verkiezingen in september door een nieuw kabinet opnieuw moet worden bekeken.
Beginselenwet AWBZ-zorg De beginselenwet regelt dat cliënten in de AWBZ-verblijfszorg afdwingbare rechten krijgen en duidelijke afspraken kunnen maken met een zorgaanbieder over hun wensen en voorkeuren over hun kwaliteit van leven. Met dit wetsvoorstel wil het kabinet de positie van cliënten in de AWBZ met langer dan drie maanden verblijf versterken. De com-missie schort ook de besluitvorming over dit onderwerp op.
Overheveling begeleiding AWBZ naar Wmo De overhe-veling regelt dat de begeleiding van cliënten voortaan wordt geregeld door gemeenten (Wmo). Op dit moment regelen zorgkantoren (AWBZ) nog de begeleiding. In het huidige plan zijn gemeenten vanaf 2013 verantwoordelijk voor de mensen die voor het eerst of opnieuw een beroep doen op begelei-ding en vanaf 2014 voor alle mensen die in aanmerking komen voor begeleiding. Het gaat hier om begeleiding van mensen met een verstandelijke of lichamelijke beperking, ouderen met somatische of psychogeriatrische problemen, volwassenen met psychiatrische problemen en jongeren met psychiatrische problemen in combinatie met opvoed- en opgroeiproblemen. Door de overheveling controversieel te verklaren lijkt het erop dat de startdatum van 2013 niet gehaald gaat worden.
Wet Cliëntenrechten Zorg Met de Wet cliëntenrechten zorg (Wcz) wil het kabinet de rechtspositie van de cliënt versterken en verduidelijken. De wet geeft cliënten recht op goede zorg. De cliënt moet straks eenvoudiger kunnen kiezen voor de zorg-aanbieder die bij hem en zijn zorgvraag past. Wie niet tevreden is, kan daarover eenvoudiger en effectiever een klacht indienen. De Wcz regelt ook de verantwoordelijkheden van zorgaanbie-ders voor de kwaliteit van zorg. Door de regels over de relatie tussen zorgaanbieder en cliënt op te nemen in één wettelijke regeling zijn de rechten en plichten van beide partijen beter op elkaar afgestemd.
Groen licht: Wet zorg en dwang De Wet zorg en dwang kan wel gewoon doorgaan na positief advies van de Raad van State. De Wet zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliënten is een toevoeging op de huidige wetgeving om de zorg voor een bepaalde groep patiënten beter te organi-seren. Het gaat om mensen met een verstandelijke beper-king en mensen met een psychogeriatrische aandoening. Deze patiënten zijn door hun beperking niet in staat om in te stemmen met opname in een zorgaccommodatie. Ook kunnen ze geen bewuste keuze maken als het gaat om het toedienen van bepaalde voeding of medicijnen. (31 mei 2012, Zorgvisie)
Scheiden wonen en zorg vanaf 2013 Het scheiden van wonen en zorg in de ouderenzorg wordt versneld ingevoerd voor een grotere groep cliënten. Dat blijkt uit de voorjaarnota 2012 waarin het zogenoemde ‘Kunduz-akkoord’ is opgenomen. Zorgaanbieders hebben nog maar zeven maanden om hun bedrijfsvoering hierop in te richten. De Kunduz-coalitie wil het ‘extramuraliseren’ van de zorg versnellen en daarom vindt het scheiden van wonen en zorg niet in 2014 plaats, maar in 2013. Het zal ook voor meer cliënten gelden, namelijk de cliënten met zorgzwaartepakketten (zzp’s) 1,2 en 3. Nieuwe cliënten met deze zorgzwaarte moeten vanaf volgend jaar hun huur zelf gaan betalen. Veel kamers in verzorgingshuizen zijn niet verhuurbaar aan deze cliënten en zullen hierdoor leeg ko-men te staan. Volgens vastgoedadviseur Pieter Heijmerink van BOB Advies zijn de implicaties voor instellingen die zich richten op verzorgingscliënten fors. ‘Opvallend in de voor-nemens is dat het aangekondigde beleid wordt gekenmerkt als eerste stap van een ‘ingroeipad’ over meerdere jaren. Een eerste stap om te komen tot extramuralisering van de gehele AWBZ in de volle breedte.’
Instellingen hebben de keuze om te stoppen met de exploitatie van kamers en appartementen, zich te richten op de zwaardere zzp’s of om huur te gaan vragen voor hun kamers. Volgens Heijmerink kleven aan ieder van deze scenario’s haken en ogen maar scheppen ze ook kansen. In het nieuwsoverzicht van Zorgvisie dat aanstaande vrijdag verschijnt, ligt Heijmerink de scenario’s verder toe. (4 juni 2012, Zorgvisie)
Controversieel verklaarde onderwerpen zorg
8-9
Voor degene die het nog een keer in cijfers uitgedrukt wil hebben.
Ons bruto binnenlands product (bbp) is ongeveer 604 miljard
Euro, daarvan gaven we in 2011 zo’n 90 miljard uit aan zorg (52
miljard) en welzijn. Van de 52 miljard die we aan zorg besteden
spenderen we 23,5 miljard aan ziekenhuiszorg (18,3 miljard) en
specialistenpraktijken (5,2 miljard), dat is 14,9% van ons bbp.
Tussen de 40-60% van de ziekenhuiskosten zijn personeels-
kosten, ongeveer 9 miljard. Ruim 2 miljard wordt besteed aan
de inkomens van de medisch specialisten. Naast de personele
kosten besteden de ziekenhuizen nog eens ruim 600 miljoen
euro uit aan consultancy kosten (deels ZZPers op de OK en
adviserende � rma’s). Aan farmaceutische producten geven
we 5,2 miljard uit en aan medische hulpmiddelen 2,1 miljard,
daarvan zo’n 400 miljoen aan implantaten varierend van hecht-
draad tot pacemakers, daarvan 140 miljoen aan heup- en knie-
implantaten. Vier ziektekostenverzekeraars verzekeren onge-
veer 85% van de Nederlanders. Het in stand houden van de
ongeveer 20 bestaande ziektekostenverzekeraars kost ons
jaarlijks ongeveer 1 miljard per jaar. De zorgkosten zijn afge-
lopen jaar zo’n 3,5 % gestegen dat betekend grof weg 1,82
miljard euro.
In Nederland wonen op dinsdag 12 juni: 16.739.435 men-
sen. Dit betekend dat we per hoofd van de bevolking 5.392
euro uitgeven aan gezondheidszorg (3.106 euro) en welzijn.
Per inwoner spenderen we 1093 euro aan ziekenhuiskosten,
119 euro aan salarissen van medisch specialisten en 538 euro
aan salariskosten van het overige ziekenhuispersoneel. Aan
farmaceutische producten besteden we per individu 310 euro
per jaar en aan de medical devices 125 euro. Aan heupen en
knieprothesen geeft iedere Nederlander 8 euro per jaar uit.
In perspectief, rokers kosten de Nederlandse samenleving
ongeveer 2,4 miljard per jaar en drinkers ruim 2 miljard. Dat is
respectievelijk 143 en 119 euro per persoon per jaar. 3,5%
stijging van de zorgkosten betekend per hoofd van de bevol-
king 108 euro meer uitgaven aan zorg per jaar.
Wanneer we met zijn allen de kostenexplosie geen halt toe
roepen dan besteden we 23% van ons bbp in 2040 aan de
zorg dat is bij gelijkblijvend bbp en gelijk aantal inwoners met
een gemiddelde in� atie van 2% ruim 9.500 euro per persoon.
In onze omringende landen lopen de kosten in de pas met die
van Nederland, in 2009 varieerde dit tussen de 7% (Polen) en
meer dan 12% (Nederland) van het bbp. Duitsland en Belgie
respectievelijk 12% en 11%.
Gaat het al duizelen?Het wordt nog erger, want we hebben een probleem. De
Nederlandse ziekenhuizen zijn niet of nauwelijks in staat om
de bedrijfsvoering te continueren. Te dure huisvesting, te hoge
personeelskosten en te weinig productiviteit heeft de balans
negatief doen uitslaan en de door de ziektekostenverzekeraars
uitgekeerde voorschotten zijn in veel gevallen al verbruikt. Het
is te gemakkelijk als overheid om de groei in te dammen door
een plafond in te stellen van 2,5% groei.
De kosten gaan namelijk voor de baten uit. Ziekenhuizen heb-
ben geinvesteerd in gebouwen en medische apperatuur en
geschoold personeel met als doel 7 - 10% groeien, dus meer
patienten behandelen. En dat mag nu niet. De kosten zijn ge-
maakt maar aan de inkomsten kant gebeurt er nauwelijks iets,
slechts 2,5% groei. Je hoeft geen rocketscientist te zijn om te
begrijpen dat zich hier een probleem voor doet. Kunnen we dit
oplossen?
Lees verder op de volgende pagina.
Kosten, kosten en nog eens kosten
Paul van der Wielen
Natuurlijk in Beweging
Brainstormen:Hogere eigen bijdrage / samenvoegen van aantal ziekenhuizen /
ef� cienter gebruik van OK ruimtes en dure medische apperatuur
/ 24-7 aktief op de OK en andere.../ beter samenwerken tussen
specialisten en vakgroepen / Rapid recovery programma’s niet
alleen voor de orthopedie maar ook voor andere specialisten /
administratieve last terugbrengen van zowel verpleegkundige
als specialisten/ stoppen met “zuildenken” / loonmatiging / be-
ter inkopen/ zorgen voor elkaar/ partnerschap met leveranciers
/ prestatiebeloning en bekostiging/ betalen voor extra service/
maar met behoud van kwaliteit / .....
Waar beginnen we morgen mee?
Bestuurders en vakgroepen orthopedie:1. Plan volgende week een afspraak met de buren en begin op
kleine schaal met samenwerking.
Regionale samenwerking is een must. Ziekenhuizen binnen
een regio moeten gezamenlijk afspraken en keuzes maken
welke zorgproducten aangeboden worden op welke locatie.
Door een beperkt zorgaanbod kunnen processen beter inge-
regeld worden en wordt een hogere mate van specialistatie
bereikt en effectiever gewerkt wat de kwaliteit voor de patient
ten goede komt. Wanneer we ons beperken tot de orthope-
dische zorg dan is 1 orthopedisch centrum per gezondheids-
regio ruim voldoende waarbij een aantal regio’s samengevoegd
zouden kunnen worden (maximaal 27). In deze centra worden
voldoende aantallen verrichtingen gedaan om de kwaliteitscri-
teria te doorstaan en is er op ieder deelspecialisme een meer
dan dubbele dekking. Verhogen van productiviteit en ef� cienty
door het invoeren van 16/6 (2*8 uur / 6 dagen per week) en
Rapid Recovery optimalisatie programma’s voor de verschillende
“high volume” verrichtingen. Combineer deze regionale centra
met een zorghotel en een goede samenwerking met andere
uitstroompartners en instroompartners en we zijn op de goede
weg. Door effecient werken met dedicated teams kunnen meer
verrichtingen gedaan worden met minder � nanciële middelen.
Doelstellingen kunnen beter bewaakt worden en het is voor ie-
dereen helder en duidelijk wat van hem of haar verwacht wordt.
2. Plan over 4 weken, of net na de zomervakantie, een regi-
onale afspraak met de huisartsen en doe dit samen met je
collega’s uit de gezondheidsregio. Bereid dit voor met de
collega’s en ben helder en duidelijk wie wat waar en wanneer
gaat doen.
Integreer huisartsen in de ziekenhuisorganisatie. Door echt
samen te werken tussen de eerste- en tweedelijnszorg (“wie
heeft dat eigenlijk verzonnen”) en de verwijzers te interesseren
voor het vak orthopedie / te scholen in diagnostiek en meer
diagnostische middelen zoals bijvoorbeeld MRI ter beschikking
te stellen wordt de “hit rate” op de poli van de medisch specia-
list hoger en de tijd van de specialist beter benut. Hier is zeker
ook een rol weggelegd voor physician assistants gecombi-
neerd met een stukje automatisering.
Overal waar ja of nee op geantwoord kan worden kan in
principe gedaan worden door een computer of een “appje”.
Wanneer een huisarts weet naar wie de patient gestuurd moet
worden en waar hij/zij terecht kan met speci� eke vragen is dat
wel zo handig.
Andere zorgprofessionals en ziekenhuiswerknemers3. Maak morgen een lijstje met daarop dingen die je opvallen
en die in jou optiek beter kunnen. Vergelijk overmorgen deze
lijstjes met je buren en begin met veranderen daar waar over-
eenkomsten zijn. Levert het niet direct het gewenste resultaat
op, verander opnieuw en bekijk vervolgens weer het resultaat.
Ons Health Care Initiatives team doet eigenlijk niets anders dan
dit soort processen begeleiden. Vreemde ogen dwingen, dus
helpt het meestal wanneer onze mensen bij veranderprocessen
betrokken zijn. 10 jaar geleden werd er schande van gespro-
ken waneer patienten binnen 5 dagen naar huis gingen na een
grote operatie. Vandaar de dag door gebruik te maken van de
principes van het Rapid recovery programma gaan patienten
na 2 a 3 dagen naar huis met hantering van dezelfde kwaliteits
parameters en zelfs een grotere tevredenheid. Zijn we er dan?
Nee, ook dit kan beter en effectiever. “One-day-Knee”wordt
al gedaan en gaan we binnenkort verder uitrollen. Dit kan al-
leen door een optimale samenwerking tussen de verschillende
specialisten en zorgverleners, want hun rol in het geheel wordt
hierbij steeds groter.
Ik ben geen zorgprofessional meer, ik werk al 15 jaar in de
medical device industry, in de sales en zie ik alles door een
roze bril, en ik weet ook dat het gemakkelijk coachen is vanaf
de zijlijn, maar ik ben er van over tuigd dat het werken niet
10-11
alleen leuker wordt, maar ook beter wanneer we met zijn allen
morgen beginnen de eerste stappen te zetten. We hebben
geen keus.
Doen we dit niet nu dan komt de volgende crisis er al weer
aan en dat is niet Griekenland, Spanje of Frankrijk, maar onze
Nederlandse zorg. Ik hoop dat ik met het bovenstaande ver-
haal jullie getriggerd heb en wil afsluiten met een uitspraak van
Richard Branson:
….SCREW IT LET’S DO IT....
Wij staan er klaar voor.
Paul van der Wielen
Sales Director
Biomet Nederland B.V.
Referentie:- www.cbs.nl
- Onderzoekprogramma arbeidsmarkt zorg en WJK
Werknemersonderzoek Zorg en WJK 2011 rapport
- Medisch Contact | 14 januari 2011 | 66 nr. 2
- Ziekenhuiszorg en Marktwerking; Mia Sol; Februari 2009
- Miljoenennota 2011, www.rijksoverheid.nl
- Nederlandse zorgautoriteit, marktscan medisch
specialistische zorg
- Bijlage honorarium op specialisten niveau 2007- 2009
- Gezondheid en zorg in cijfers, 2011, CBS
- Sectorstudie medische hulpmiddelen: Opdrachtgever:
de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) &
het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS)
Rotterdam, 1 december 2011
- Screw it lets do It, Richard Branson, Boek
- www.bakas.nl: trendwatcher
De NMa bekeek vanaf 2005 de prijzen van heupoperaties
in 12 ziekenhuizen die met toestemming van de autoriteit
zijn gefuseerd. Uitschieters waren een prijsdaling van 4%
en een stijging van 16%.
Bij zes van de 12 onderzochte ziekenhuizen blijken de prijzen
voor heupoperaties na een door de Nederlandse Mededin-
gingsautoriteit (NMa) goedgekeurde fusie � ink te zijn gestegen.
Bij drie ziekenhuizen zijn de prijzen voor dezelfde operaties � ink
gedaald, aldus de NMa in een studie. Het feit dat het onderzoek
prijsstijgingen aantoont voor heupoperaties, betekent niet dat
dit ook geldt voor andere operaties en andere ziekenhuisfusies.
Voor die forse prijsstijgingen heeft de NMa een aantal moge-
lijke verklaringen. Zo kan het zijn dat de kwaliteit omhoog is
gegaan, of dat ziekenhuizen de dure operaties compenseren
met andere, goedkopere operaties. Ook kan het zijn dat zieken-
huizen door de fusie zoveel macht kregen dat ze de prijzen
daarom verhoogden. De laatste mogelijkheid is volgens de NMa
dat de fusie tot meer inef� ciëntie leidde. Verder onderzoek
moet uitsluitsel bieden.
De NMa benadrukt dat dit niets zegt over de prijs van andere
operaties bij ziekenhuizen of de zorg na een fusie in het alge-
meen.
Uit de studie blijkt dat verzekeraars, in tegenstelling tot wat
de NMa had verwacht, patiënten voor heupoperaties in de
onderzochte periode (2005-2010) niet naar andere ziekenhui-
zen hebben gestu urd vanwege een prijsstijging. Ook is niet
duidelijk of de kwaliteit van een ingreep wordt beïnvloed door
een fusie en of het kwaliteitsaspect een rol speelt bij de keuze
van patiënten voor een ziekenhuis. Daar gaat nader onderzoek
naar worden gedaan, want dergelijke inzichten zijn goed bruik-
baar bij de beoordeling van toekomstige fusies. Uit de studie
blijkt dat een aantal verzekeraars in hun onderhandelingen
met verschillende gefuseerde ziekenhuizen wel een lagere prijs
hebben weten af te dwingen, ook daar waar de gemiddelde
prijs opliep. Sinds 2010 zijn zorgverzekeraars intensiever gaan
onderhandelen met ziekenhuizen.
De NMa heeft voor de tweede keer onderzocht wat het prijsef-
fect is van een ziekenhuisfusie op heupoperaties. In 2009 is het
onderzoek uitgevoerd voor twee ziekenhuizen. Het onderzoek
is verbreed naar alle ziekenhuisfusies die de NMa sinds 2004
heeft beoordeeld en is gepubliceerd in het tijdschrift De Eco-
nomist. De studie vergelijkt de prijzen van vrij onderhandelbare
reguliere heupoperaties. Eerst is gekeken naar de prijs vóór
de fusie en dan naar de prijs die na de fusie werd berekend,
afgezet tegen de gemiddelde prijs voor deze ingreep in Neder-
landse ziekenhuizen (10 mei 2012 Nma).
Heupoperatie duurder na ziekenhuisfusie
Natuurlijk in Beweging
Invoering prestatie-bekostiging en DOT: een kolossaal karwei!
De invoering van prestatie-bekostiging en DOT per 1 janu-
ari 2012 kent een lange voorgeschiedenis. Het een en an-
der vereiste immense voorbereidingen door zowel lokale
en landelijke partijen evenals verschillende organisaties.
De van oudsher bekende systemen werden gewijzigd en
vertrouwde rollen moesten op de helling. Er moet worden
geconstateerd dat, ondanks de vele voorbereidingen, het
proces lokaal verre van soepel is verlopen. In het Bestuur-
lijk Hoofdlijnen Akkoord (BHA) hadden de landelijke par-
tijen afgesproken om de contractering voor 1 april af te
ronden. Deze datum is echter zelden gehaald.
Op dit moment hebben de meeste instellingen na maanden
van onderhandelen nu wel afspraken met verzekeraars kunnen
maken of hebben het zicht op afspraken. Echter, een aantal
ziekenhuizen is nog steeds in onderhandeling. Daarnaast moet
vastgesteld worden dat er nog maar zeer weinig contracten
daadwerkelijk zijn getekend. Weinig ziekenhuizen zijn gestart
met de facturatie van DOT-producten.
Er kan worden vastgesteld dat door ziekenhuizen en verzeke-
raars voor 2012 nog weinig afspraken zijn gemaakt over presta-
ties op basis van DOT-producten. Uiteindelijk zijn vooral budget/
plafond/lumpsum-afspraken gemaakt over totaal omzet in euro’s
over A-segment, B-segment en veelal ook het honorarium sa-
men. Deze aanpak is primair ingegeven vanuit de onzekerheid
die voortvloeit uit de introductie van DOT. Zowel ziekenhuizen
als zorgverzekeraars beschikken niet over historische gegevens
en moeten de prijzen en volumina baseren op simulaties.
Door de lumpsumachtige afspraken is nu feitelijk lokaal, per
verzekeraar, een vangnet/plafond overeengekomen voor het
onvoorziene ‘DOT-effect’.
Rondom de invoering van prestatie-bekostiging en DOT kun-
nen diverse knelpunten worden geconstateerd:
- Vanuit de ziekenhuizen werd het massaal uitblijven van de
bevoorschotting als grootste knelpunt gezien. Ondanks
afspraken die hierover zijn gemaakt in het BHA, wordt
er door verzekeraars maar mondjesmaat bevoorschot.
Ziekenhuizen komen hierdoor in ernstige liquiditeitsproble-
men en moeten tegen hoge kosten geld lenen bij de bank.
- Ook werd het onderhandelingstraject op zich als een
probleem ervaren. De besprekingen vergden veel tijd,
partijen spraken elkaars ‘taal’ niet altijd en hanteerden
andere de� nities en uitgangspunten.
- De onduidelijkheden rondom de voor 2012 beschikbare
groeiruimte in het BHA werkten ook vertragend in de
onderhandelingen.
- De werking van het NZa-transitie-model veroorzaakte de
nodige complicaties.
- De inhoud van de diverse contracten die verzekeraars
hanteerden leidde lokaal tot veel discussie en wederom tot
vertraging.
- En ‘last but not least’ de regelgeving rondom DOT, bijvoor-
beeld met betrekking tot.de de� nitie van de verpleegdag,
leverde ook de nodige ruis op.
12-13
Op 5 april jl. heeft minister Schippers een brief aan de
Tweede Kamer gestuurd waarin zij in gaat op de stand van
zaken van de contractering en de gevolgen voor patiënten
waarvan de � nanciering van behandelingen heeft plaatsge-
vonden tussen 1 januari en 1 april 2012. Door ziekenhuizen
werd betreffend schrijven van de minister als een steun in
de rug ervaren.
Begin mei heeft VWS aan de NZa verzocht een evaluatie
uit te voeren naar de invoering van DOT en prestatiebe-
kostiging. Deze evaluatie moet deze zomer leiden tot een
advies aan de minister. In dit verband zal de NZa ook zelf
een actieve uitvraag bij de ziekenhuizen en verzekeraars
naar de ervaren knelpunten doen. Algemeen kan worden
gesteld dat ziekenhuizen en verzekeraars op de goede weg
zijn. Het is in deze evaluatie aan de landelijke partijen om de
lokaal geconstateerde knelpunten zo veel mogelijk weg te
nemen en het pad voor de toekomst verder te egaliseren.
Stand van zaken beheersmodel vrijgevestigd medisch specialisten Met ingang van dit jaar is op basis van het tussen de
Orde van Medisch Specialisten, de NVZ Vereniging van
Ziekenhuizen en VWS gesloten Convenant ‘Bekostiging
vrijgevestigd medisch specialisten’ het beheersmodel in-
gevoerd. Voor 2012 is door de NZa per ziekenhuis/ZBC
een zogenaamd initieel omzetplafond vastgesteld voor de
honorariumomzet van vrijgevestigd medisch specialisten.
Het plafond geldt als maximum. Instellingen en collectieven
die het plafond overschrijden, moeten het bedrag van de
overschrijding afstorten in het Zorgverzekeringsfonds. Het
beheersmodel heeft een looptijd van drie jaar, van 2012 tot
en met 2014. Vanaf 2015 zal sprake zijn van integrale tarie-
ven (ziekenhuiskosten en honorarium samen).
Ziekenhuizen konden tot 1 april van dit jaar met één of
meerdere zorgverzekeraars afspraken maken over het aan-
vragen van extra groeiruimte bovenop hun initiële plafond.
Voor 2012 is hiervoor landelijk € 65 miljoen beschikbaar
gesteld.
Bijna 140 ziekenhuizen en ZBC’s hebben tijdig een verzoek
bij de NZa ingediend voor een totaalbedrag van ruim € 100
miljoen. De aanvragen zijn door de NZa voor bijna 65% ge-
honoreerd, omdat er voor de extra groeiruimte slechts een
bedrag van € 65 miljoen beschikbaar was. Vorige maand
zijn de betrokken ziekenhuizen (77) en ZBC’s (61) door de
NZa geïnformeerd over de aan hen toegekende groeiruimte.
Overigens is het in de NZa-regelgeving ook mogelijk om
gedurende het jaar afspraken te maken over plafondover-
dracht van het ene naar het andere ziekenhuis op basis van
vrijwilligheid. Voor 2012 zal er naar verwachting nog geen
gebruik gemaakt worden van deze regeling.
Wanneer de komende jaren de selectieve inkoop door
verzekeraars meer zijn beslag krijgt, zal mogelijk ook de
vrijwillige overdracht van plafondruimte gaan plaatsvinden.
Op dit moment wordt door de Convenantspartijen nage-
dacht over de omvang van de groeiruimte voor 2013.
Perikelen rondom het macrobeheersinstrument Op aanwijzing van VWS heeft de NZa eind 2011 regel-
geving vastgesteld met betrekking tot het macrobeheers-
instrument (MBI). Dit MBI moet het budgettair kader zorg
(BKZ) borgen. Het MBI betreft een ultimum remedium dat
wordt toegepast als alle andere maatregelen onvoldoende
hebben opgeleverd. Voor 2012 is voor de ziekenhuizen een
macrobedrag van bijna € 17 miljard beschikbaar. Dit bedrag
is onderdeel van de gemaakte afspraken in het Bestuur-
lijk Hoofdlijnenakkoord. Indien na a� oop van 2012 mocht
blijken dat het beschikbare bedrag is overschreden, dan
zullen VWS en veldpartijen in eerste instantie hierover over-
leg voeren. Het een en ander kan uiteindelijk echter leiden
tot een aanwijzing van VWS aan de NZa over het terug-
halen van de overschrijding. Het betreffende bedrag wordt
dan door de NZa naar rato van marktaandeel over de instel-
lingen verdeeld.
De instellingen dienen vervolgens het bedrag te storten in
het Zorgverzekeringsfonds. In de volksmond wordt dit ook
wel de ‘BKZ-boete’ genoemd.
Het MBI wordt door alle partijen zeer onwenselijk bevon-
den. Hoewel het vanuit macrobudgettaire overwegingen
een noodzakelijk kwaad is, dient in de visie van betrokken
partijen te worden voorkomen dat het MBI wordt toege-
past. Naar aanleiding van de kritiek op de werking van het
MBI wordt naar andere mogelijkheden van macrobeheer-
sing gezocht. Hierbij wordt vooral gekeken naar de rol van
de zorginkoop en de contractering aan ‘de voorkant’ van
het proces. Eén van de denkrichtingen is bijvoorbeeld dat
gecontracteerde zorg gevrijwaard zou moeten worden van
de achteraf opgelegde BKZ-boete. De uitvoerbaarheid van
een dergelijk meer gedifferentieerde MBI is echter bijzonder
complex. Dit voorjaar heeft een commissie van onafhan-
kelijk deskundigen, de commissie Baarsma, zich gebogen
over deze ingewikkelde materie. Conform de planning zal
de commissie medio juni aan de minister van VWS rappor-
teren over haar bevindingen.
Natuurlijk in Beweging
De verbetering in de afgelopen vijf jaar kwam er overigens niet zomaar. In een rapport schrijft de inspectie dat ze ‘niet gerust heeft voordat alle geconstateerde tekortkomingen in de 30 onderzochte ziekenhuizen waren opgelost’. Elf matig en zes slecht scorende ziekenhuizen kregen twee keer herhaalbezoek, voordat de zorg rondom operaties naar wens van de inspectie verliep. Eén ziekenhuis werd tijdelijk onder verscherpt toezicht gesteld.
MedicatieveiligheidUit het onderzoek van de inspectie blijkt dat medicatieveilig-heid in een kwart van de operatiekamers voldoende tot goed is. Meer dan de helft van de ziekenhuizen voert geen dubbel-check uit bij het klaarmaken en toedienen van medicijnen. Circa de helft van de door de IGZ bezochte operatiekamers scoort voldoende tot goed op communicatie en overdracht.
StopmomentDe invoering van de richtlijn voor het preoperatief traject verloopt volgens de inspectie voorspoedig, maar is nog nergens volledig operationeel. Vooral de invoering van de zogeheten “stopmomenten” is nog niet in orde, aldus de IGZ. De stopmomenten zijn ingebouwd om te controleren of de patiënt de benodigde stappen in het proces heeft doorlopen.
Time-outToch vindt de inspectie dat de veiligheid aantoonbaar is verbe-terd. De inspectie wijst in dit verband op de invoering van een time-outprocedure. Vlak voordat de operatie wordt uitgevoerd,
controleert het operatieteam nog even de naam en geboorte-datum van de patiënt en het materiaal dat nodig is voor de operatie. Ook het tellen van het gebruikte operatiemateriaal om te voorkomen dat er iets achterblijft in de patiënt en het actief tegengaan van infecties hebben ervoor gezorgd dat er minder mis ging. Aandachtspunt is nog wel het gebruik van medicijnen in operatiekamers. Zo wordt niet steeds goed gecontroleerd of medicijnen correct klaargemaakt en toegediend worden.
DrukDe inspectie is positief over de betrokkenheid van professionals bij de ontwikkeling van richtlijnen, maar stelt tezelfdertijd dat intensieve inspectiedruk nodig is om het operatieve proces blij-vend te verbeteren. Om deze reden worden in 2012 opnieuw minimaal 20 ziekenhuizen onaangekondigd bezocht.
OnvoorstelbaarPatiënten federatie NPCF is kritisch over het inspectierapport en noemt het onvoorstelbaar en onverantwoord dat nog steeds niet alle ziekenhuizen voor honderd procent veiligheidsproto-collen naleven rondom operaties. Daardoor lopen patiënten die worden geopereerd volgens de NPCF onnodige risico’s.
VermijdbaarPer jaar krijgen 30.000 ziekenhuispatiënten te maken met blijvend letsel dat vermeden had kunnen worden. Naar schatting overlijden 2000 patiënten aan onnodige complicaties. Van alle medische fouten vindt 62% plaats rondom de operatie (24 mei 2012, Skipr/Zorgmarkt).
Verbeterd OK-proces kent ‘zorgelijke punten’
De kwaliteit van de operatieve zorg in de Nederlandse ziekenhuizen is de afgelopen vijf jaar aantoonbaar verbeterd.
Dat constateert de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ). Wel zijn er volgens de inspectie nog ‘zorgelijke punten’ in de
vorm van de medicatieveiligheid, afspraken rond stopmomenten en overdracht. Het is belangrijk dat juist de zorg rondom
operaties zo goed mogelijk gebeurt, want operaties behoren tot de meest risicovolle processen in de zorg. In Nederlandse
ziekenhuizen zijn ze goed voor de hoogste kans op schade.
14-15
Korte berichtenSCP: ‘De Nederlandse zorg is ondermaats´
De prestaties van Nederland op het gebied van de gezond-
heidszorg zijn onder de maat. In het rapport van het Sociaal
en Cultureel Planbureau (SCP) worden verschillende publieke
sectoren van 28 OESO landen vergeleken. De Nederlandse
gezondheidszorg scoort in het rapport een 4,5.
Daarmee staat Nederland op een gedeelde zestiende plaats,
samen met Oostenrijk en Slovenië. Japan staat met een 9,0
bovenaan de lijst, gevolgd door Zweden (8,1), Zwitserland
(7,5), Noorwegen (7,2) en Australië (6,7). Onderaan staan
Estland (1,5), Hongarije (1,0) en Slowakije (0,4).
Nederland besteedt gemiddeld 12,0% van het Bruto Binnen-
lands Product aan de zorg. Dit is het op één na hoogste
percentage van alle onderzochte landen. Alleen de Verenigde
Staten heeft met 17,3% een hoger percentage.
In het rapport staat dat Nederland nu al relatief veel geld
uitgeeft aan langdurige zorg, terwijl de vergrijzing hier nog
minder ver is gevorderd dan in andere landen. Van de totale
zorgkosten gaat 23% op aan de langdurige zorg. Dit is veruit het
hoogste percentage van alle landen. Op een gedeelde tweede
plaats komen Noorwegen en Zwitserland met ieder 17%.
Er wordt in Nederland relatief veel uitgegeven aan intramurale
zorg, terwijl in andere landen ouderenzorg vaak bestaat uit
thuiszorg. Het huidige beleidsstreven in Nederland om oude-
ren zo lang mogelijk thuis zorg te laten ontvangen sluit hier
overigens al op aan. In het SCP-rapport zijn naast de zorg nog
acht andere publieke sectoren onderzocht, te weten: onderwijs,
sociale zekerheid woningmarkt, sociale veiligheid, economie,
milieu, cultuur en publieke diensten. Nederland haalt gemid-
deld over alle sectoren een 6,1 waarmee het op een zevende
plaats staat. Ons land geeft ongeveer 53% van het BBP uit
aan de publieke sector. De onderzoekers bekeken de presta-
ties van 28 OESO landen in de periode van 1995 tot 2009. Van
de onderzochte landen scoort Noorwegen het hoogst met een
6,7 en Griekenland het laagst met een 2,7. (10 mei 2012 SCP).
Nieuwe kwaliteitseisen chirurgie gaan in 2013 in
Ziekenhuizen moeten binnen een jaar voldoen aan nieuwe
kwaliteitseisen voor kinderchirurgie, traumachirurgie, de behan-
deling van maagkanker en uitzaaiingen in het buikvlies.
Vandaag bracht de Nederlandse Vereniging voor Heelkunde
voor de derde keer een set kwaliteitsnormen uit. Het gevolg van
deze normen is dat ziekenhuizen zich verder specialiseren en
meer met elkaar moeten gaan samenwerken. De kwaliteits-
eisen zijn onderdeel van het kwaliteitsbeleid van de Nederlandse
Vereniging voor Heelkunde (NVvH). Een belangrijke eis is dat
een team binnen het ziekenhuis een behandeling een minimum
aantal keer per jaar uitvoert. Eerder werden kwaliteitseisen voor
behandelingen van vaatziekten, overgewicht en diverse vormen
van kanker gepubliceerd. Met deze uitbreiding is nu voor een
groot deel van de complexe chirurgische zorg vastgelegd aan
welke eisen voldaan moet worden.
Achmea neemt de normen op in de inkoopafspraken voor 2013
die dit najaar beginnen. Op 1 juli 2013 moeten ziekenhuizen aan
de kwaliteitsnormen voldoen of met de zorg stoppen, anders
krijgen ze geen contract (11 juni 2012, Zorgvisie/Skipr).
ZBC’s fi nancieel in zwaar weer
Twee derde van de zelfstandige behandelcentra (ZBC’s) ver-
keert in zware � nanciële nood, omdat ze nog geen contract
hebben met de zorgverzekeraar. ZBC’s zijn daardoor sinds
1 januari verstoken van inkomsten. ZBC’s hebben contracten
met zorgverzekeraars nodig om de geleverde zorg te kunnen
declareren. ZBC’s die geen contract hebben zijn daardoor ze
al sinds januari verstoken van inkomsten. Om de huur en hun
personeel te betalen moeten ZBC’s geld lenen bij banken. Maar
dat is in deze tijd niet eenvoudig.
In het Hoofdlijnenakkoord van 2011 zijn ziekenhuizen, medisch
specialisten, verzekeraars en ministerie van VWS overeen geko-
men dat de kosten voor ziekenhuiszorg maximaal 2,5% mogen
stijgen. Deze afspraak treft vooral ZBC’s die net zijn gestart. Zij
kunnen hierdoor niet de benodigde omzet halen en dat brengt
hun voortbestaan in gevaar. Verzekeraars zijn vanwege het
hoofdlijnenakkoord terughoudend bij de contractonderhande-
lingen. Daarbij komt nog dat begin 2012 de nieuwe declaratie-
structuur DOT is ingevoerd.
De meeste zorgverzekeraars hebben eerst zaken met zieken-
huizen gedaan, omdat die de bulk van de zorg leveren. Pas
daarna zijn ze gaan praten met ZBC’s. Alleen Achmea heeft de
onderhandelingen met ruim 200 klinieken bijna afgerond. Die
vertegenwoordigen drie procent van de ziekenhuiszorg van
Achmea. Achmea is rond met 95% van ZBC’s. De afspraken
vallen binnen het onderhandelingsakkoord. Sommige ZBC’s
krijgen er iets bij, bij andere gaat er wat vanaf.
Ziekenhuizen die in geldproblemen raken kunnen bij zorg-
verzekeraars aankloppen om te vragen of ze gedurende de
onderhandelingen geld voorschieten, in vakjargon ‘bevoor-
schotten’. Bij ZBC’s zijn zorgverzekeraars veel terughoudender
met dit ‘bevoorschotten’. Verzekeraar VGZ herkent zich niet in
dat beeld. ‘ZBC’s kunnen zich tot ons wenden als ze in � nanciële
nood verkeren. Dan zoeken we samen naar een oplossing.’
(14 mei 2012 Zorgvisie/Mednet).
www.biomethci.nl
Iets voor ons!?
Meten of weten
Onderbouwing of traditieOnderbouwing of traditieOnderbouwing
Sneller of beter
Communicatie ofCommunicatie of publicatie publicatie Outcomes
Onderbouwing of traditieOnderbouwing of traditieOnderbouwing
Meten of weten
Sneller of beter
Data collection
Clinical outcomes
Process optimalisation
Biomet introduceerde in 1997 het Joint Care programma in Nederland. Sindsdien is de
afdeling Health Care Initiatives (HCI), met verschillende programma’s, betrokken bij de
implementatie van zorgpaden in meer dan 45 Nederlandse ziekenhuizen. De afdeling
HCI is binnen Biomet verantwoordelijk voor het bijdragen aan kwaliteitsverbetering van de
geboden zorg. Deze verbetering ontstaat door het implementeren, blijvend evalueren en
daar waarnodig aanpassen van zorgprogramma’s. Met de Rapid Recovery programma’s
biedt Biomet een doorontwikkeling van het Joint Care programma.
1109408 BIOMET adv Rapid Recovery huisje_210 x 243_v2.indd 1 02-11-11 15:39
Biomet Nederland B.V. • Toermalijnring 600, 3316 LC Dordrecht • Postbus 3060, 3301 DB Dordrecht • The Netherlands
Phone: +31 78 629 29 29 • Fax: +31 78 610 42 65 • e-mail: [email protected] • www.biomet.nl
This publication and all content, artwork, photographs, names, logos and marks contained in it are protected by copyright, trademarks and other intellectual property rights owned by or licensed to Biomet or its af� liates. This publication must not be used, copied or reproduced in whole or in part for any purposes other than marketing by Biomet or its authorised representatives. Use for any other purposes is prohibited.
Redactie Judith Rutteman ([email protected]),
Dr. Yvonne van Kemenade
Vormgeving Rob Verhoeven Concept & Illustratie
Lithografi e & druk Samplonius & Samplonius BV Oplage 1000