deel i integrale wijkaanpak curacao 2009
DESCRIPTION
In sommige wijken komen veel complexe maatschappelijke problemen samen. Schooluitval, huiselijk geweld, een verloederde woonomgeving, weinig mogelijkheden om sociale contacten te leggen en elkaar te ontmoeten, hoge (jeugd)werkloosheid, armoede, geen of ontoereikende voorzieningen op het gebied van zorg, opvang en educatie, criminaliteit en gevoelens van onveiligheid. Juist deze veelheid aan problematiek maakt de situatie zo hardnekkig. Alleen een langdurige en samenhangende inzet van preventieve, curatieve en repressieve maatregelen op diverse leefgebieden kan het verschil gaan maken. Vandaar dat we uitgaan van een minimale tijdspanne van 10 jaar. Met de ondertekening op 11 november 2008 van de Intentieverklaring Wijkaanpak Curaçao is een begin gemaakt met een traject dat de woon- en leefomstandigheden van de bewoners van onze wijken met veel problemen systematisch en blijvend moet verbeteren. Het Bestuurscollege van Curaçao heeft op 20 maart 2009 de start van de wijkaanpak Curaçao vasTRANSCRIPT
Integrale Wijkaanpak Curaçao
2009-2019
Deel I Nos ta kere
Deel II Nos ta hasi!
Wijkaanpak Curaçao Programmasecretariaat
Oktober 2009
Deel I Wijkaanpak Curaçao 2009 2
Colofon Teksten : Sharnon Isenia, August Emanuel, Vernon Daal, Rianne Swinkels, Jeroen Jansen, Sherwin
Josepha, Zulaika Mook, Janice Walle, Elly Hellings, Jose Ursula, Gera Esser, Renee
Heerenveen.
Eindredactie : Vernon Daal
Lay-out : Vernon Daal
Deel I Wijkaanpak Curaçao 2009 3
Inhoudsopgave Deel I Nos ta kere.
Een nieuwe manier van denken en werken in de wijken
Leeswijzer
Toelichting op de titel
1. Inleiding
2. Algemene noties vooraf
3. Uitgangspunten van wijkgericht werken
4. Wijkaanpak Curaçao
5. Communicatie en PR
6. Organisatiestructuur
7. Monitoring en evaluatie
8. Samenwerking
9. Financiële consequenties
Deel II Nos ta hasi!
Plan di Akshon di Bario: PABO! Leeswijzer
Toelichting op de titel
De totstandkoming van de plannen
1. Pabo Montaña
2. Pabo Sapaté
3. Pabo Gibraltar
4. Pabo Rooi Santu
5. Pabo Scharloo Abou/ Fleur de Marie
Deel I Wijkaanpak Curaçao 2009 4
Deel I Wijkaanpak Curaçao 2009 5
Bijlagen:
- Factsheet Wijkaanpak Curaçao
- Flyer voor de informatieavonden voor bewoners
- Krantenartikelen Miniconferentie Nieuw Urbanisme - Projectenlijst voor alle wijken - Overzichten samenstelling Tims di bario (wijkteams)
- Uitvoerings Top 10
- Literatuurlijst
Deel I Wijkaanpak Curaçao 2009 6
Nos ta kere.
Deel I
Een nieuwe manier van denken en werken in de wijken.
Deel I Wijkaanpak Curaçao 2009 7
Leeswijzer
Dit document bestaat uit 2 delen. In Deel I wordt na een korte inleiding eerst stil gestaan bij
de observaties van de eerste drie maanden wijkaanpak op Curaçao. Ondanks de grote
culturele verschillen met Nederland is de afgelopen maanden gebleken, dat ook hier grote
behoefte bestaat aan een nieuwe manier van denken en werken in de ontwikkeling van de
wijken. Hierin kunnen we leren van de ervaringen die inmiddels in diverse Nederlandse
wijken, maar overigens ook op veel andere plekken in de wereld, met de wijkaanpak zijn
opgedaan.
Toch brengt de wijkaanpak Curaçao ook contextspecifieke aandachtspunten met zich mee.
Deze worden benoemd in hoofdstuk 2. In hoofdstuk 3 worden de meer algemene
uitgangspunten van gebiedsgericht werken benoemd en in hoofdstuk 4 wordt beschreven
hoe de wijkaanpak Curaçao eruit ziet.
De communicatieparagraaf in de wijkaanpak Curaçao is tweeledig. Enerzijds richt dit zich
op de gebruikelijke aspecten als informatie en draagvlakverwerving, anderzijds zal de
communicatie in de wijkaanpak Curaçao worden ingezet als instrument om de bewoners te
mobiliseren en te „empoweren‟. Dit principe wordt toegelicht in hoofdstuk 5.
Het belang van duurzaamheid in de wijkaanpak is evident en vraagt om een goede
structurele inbedding van de te ontwikkelen aanpak. De beoogde organisatiestructuur wordt
beschreven in hoofdstuk 6 en in hoofdstuk 7 en 8 wordt ingegaan op de aspecten van
monitoring & evaluatie en samenwerking, een essentieel onderdeel binnen de wijkaanpak.
In hoofdstuk 9 tenslotte worden de financiële consequenties in kaart gebracht.
In Deel II zijn de Plan di Akshon di BariO‟s (de PABO‟s, ofwel de Wijkactieplannen)
opgenomen. De ambities en doelen voor de eerste 5 aandachtswijken worden hierin
benoemd. In dit deel wordt tevens het proces beschreven, waarlangs deze plannen tot
stand zijn gekomen. Dit is gebeurd in nauw overleg met de bewoners en organisaties op
wijkniveau.
De charter, waarin de bestuurlijke verantwoordelijkheden worden vastgelegd, verwijst
expliciet naar deze PABO‟s.
Deel I Wijkaanpak Curaçao 2009 8
1. Inleiding
Veel mensen wonen met plezier op ons mooie eiland. Men
kent elkaar en helpt elkaar. Maar zoals in iedere
samenleving kennen we ook problemen. Soms grote
problemen. Zo leven veel kinderen en hun ouders in
armoede. Jongeren hebben in veel wijken geen eigen plek
en er is een grote behoefte aan voorzieningen. Onverlichte
plekken, geen overdekte bushalte, geen speelplekken, het
zijn enkele zaken waar de bewoners in de wijken tegenaan
lopen.
Wij vinden dat iedereen in deze wijken de kans moet krijgen
zich te ontwikkelen en een bijdrage te leveren aan
verbeteringen in de wijk. Ook moet iedereen zich veilig
kunnen voelen in zijn of haar eigen wijk.
Uit: Factsheet Wijkaanpak Curaçao, 2009
In sommige wijken komen veel complexe maatschappelijke problemen samen. Schooluitval,
huiselijk geweld, een verloederde woonomgeving, weinig mogelijkheden om sociale
contacten te leggen en elkaar te ontmoeten, hoge (jeugd)werkloosheid, armoede, geen of
ontoereikende voorzieningen op het gebied van zorg, opvang en educatie, criminaliteit en
gevoelens van onveiligheid. Juist deze veelheid aan problematiek maakt de situatie zo
hardnekkig. Alleen een langdurige en samenhangende inzet van preventieve, curatieve en
repressieve maatregelen op diverse leefgebieden kan het verschil gaan maken. Vandaar
dat we uitgaan van een minimale tijdspanne van 10 jaar.
Met de ondertekening op 11 november 2008 van de Intentieverklaring Wijkaanpak Curaçao
is een begin gemaakt met een traject dat de woon- en leefomstandigheden van de
bewoners van onze wijken met veel problemen systematisch en blijvend moet verbeteren.
Het Bestuurscollege van Curaçao heeft op 20 maart 2009 de start van de wijkaanpak
Curaçao vastgesteld.
Met de instelling van een programmasecretariaat in juli 2009 is een daadwerkelijke start
gemaakt met de uitvoering door voor 5 wijken in kaart te brengen op welke manier deze
wijken het beste vooruit kunnen worden geholpen.
Op 15 oktober 2009 worden voor de 5 aandachtswijken de wijkactieplannen gepresenteerd.
Ook wordt op die dag een charter getekend met het ministerie van VROM/WWI. Hierin zijn
de bestuurlijke afspraken ten aanzien van organisatie, financiën en beleid binnen het
Koninkrijk vastgelegd.
Het uiteindelijke doel van de Wijkaanpak is dat de mensen in de buurten (weer) in zichzelf,
in elkaar, in de instituties en de overheid, maar vooral in hun buurt kunnen geloven, en trots
zijn op hun buurt en hun buren. Wij willen dat deze wijken vitale woon-, werk-, leef- en
leeromgevingen worden, waar het prettig wonen is en mensen actief deelnemen in de
samenleving.
Deel I Wijkaanpak Curaçao 2009 9
2. Algemene noties vooraf Aan de presentatie van de PABO‟s en de vaststelling van de charter op 15 oktober 2009
zijn 3 maanden van intensieve voorbereiding vooraf gegaan. In deze periode is op
verschillende manieren geïnvesteerd in het uitwisselen van ideeën en beelden over de vijf
aangewezen wijken en de beoogde nieuwe manier van denken in werken in de wijken.
Zo vond op 28 mei 2009 een werksessie Integrale Wijkaanpak Curaçao plaats. Tijdens
deze werksessie hebben belangrijke partners, die werken aan de leefbaarheid in de wijken,
een bijdrage geleverd aan de invulling van het Plan van Aanpak om te komen tot de
wijkactieplannen.
In een werksessie op 16 juli zijn vervolgens de verwachtingen over en weer gedeeld en is
met betrokken organisaties vooruit geblikt op de samenwerking, m.n. op de Tims di Bario
per wijk. Vervolgens zijn voor de 5 aangewezen wijken Tims di Bario geformeerd en deze
zijn in wisselende samenstelling 3 tot 4 keer bij elkaar gekomen om bouwstenen te
verzamelen voor de PABO‟s.
In dit kader is ook de MT-raad in het leven groepen om de ondersteuning van de werkvloer
op management- en directieniveau te borgen. De MT-raad bestaat uit de zogenoemde
kerndiensten en –organisaties die betrokken zijn bij de wijkaanpak. Daarnaast zijn tal van
andere instellingen en organisaties, die op afroep aanwezig zullen zijn, afhankelijk van de
agenda. De MT-raad komt maandelijks bijeen om de voortgang te bespreken. Het gaat in dit
overleg m.n. over bovenwijkse strategische afwegingen en besluiten. Voorbeelden van
bovenwijkse kwesties zijn de onvoltooide huizen op het eiland, bouwen in hogere
dichtheden, structurele samenwerking met Politie en Selikor en samenwerkingsverbanden
met het Caribische gebied. De MT-raad is in de voorbereidingsfase 2 maal bijeen geweest.
Daarnaast is door het programmasecretariaat veel geïnvesteerd in contacten in de wijken
door wekelijks in de wijken aanwezig te zijn. De programmasecretaris hield wekelijks een
dag kantoor in de Sentro‟s di Bario. Door daadwerkelijk zichtbaar te zijn in de wijk, werd het
vertrouwen gewonnen en werd veel informatie voor de PABO‟s verzameld.
Tenslotte is begin september 2009 een mini-conferentie georganiseerd over “Nieuw
urbanisme. Het programmasecretariaat heeft met deze bijeenkomst een platform gecreëerd
voor het secretariaat stadsontwikkeling en DOW om hun visie en ideeën te presenteren. De
opkomst was boven verwachting (ruim 100 mensen) en zeer gedifferentieerd van
samenstelling. Dit laat de betrokkenheid zien in het veld en ook de behoefte aan
vernieuwende ideeën op het terrein van stadsvernieuwing en wijkontwikkeling.
Al deze activiteiten hebben geleid tot een aantal observaties, die van belang zijn voor de
verdere uitvoering en uitrol van de wijkaanpak Curaçao. Sommige observaties zijn
misschien hard en confronterend, maar door juist met deze punten rekening te houden, kan
de wijkaanpak Curaçao ook substantiële meerwaarde hebben.
Deel I Wijkaanpak Curaçao 2009 10
Sociale infrastructuur
Tijdens de bijeenkomsten met de Tims di Bario is duidelijk gebleken, dat de Curaçaose
wijken bruisen van energie en initiatieven. De sociale infrastructuren lijken solide en hebben
dikwijls de rol van de instituties overgenomen, doordat de instituties en de overheid in veel
wijken niet zichtbaar zijn. Soms is sprake van een georganiseerd verband in de vorm van
een stichting of vereniging, maar vaker nog gaat het om niet geformaliseerde groepen
mensen, die een probleem signaleren en dit samen oppakken. Uit onderzoek van
antropoloog drs. Leon Weeber wordt dit fenomeen ook benoemd. In dat rapport wordt zelfs
geconcludeerd dat de experts, de deskundigen nog maar weinig kennis hebben van wat er
in de wijken gebeurt.
De sociale infrastructuur is zoals gezegd aanwezig, er is hoop en zelfwerkzaamheid, maar
het is kwetsbaar. Kwetsbaar omdat het vaak ad hoc structuren zijn, maar ook omdat het
vaak aan strategie en vaardigheden ontbreekt om de ideeën naar een volgende fase te
brengen. Er is voldoende energie en animo, er zijn veel ideeën, maar vaak stokt het proces
op de volgende drie vragen:
1. Hoe pak je iets aan? (strategie en organisatietalent)
2. Hoe organiseer je draagvlak? (tactische en communicatieve vaardigheden, PR)
3. Hoe zet ik mijn plan op papier? (schrijfkracht)
4. Hoe zorg ik voor continuïteit? (doorzettingskracht)
Veel plannen lopen spaak op deze punten. Als wijkoverstijgend onderdeel van de
Wijkaanpak Curaçao zal daarom gestart worden met een Wijkacademy. Insteek van de
Wijkacademy is om bewoners te helpen ontwikkelen en kadervorming in de wijken te
realiseren, zodat de wijkaanpak ook daadwerkelijk duurzaam geborgd kan worden. In
hoofdstuk 4 zal dit concept verder worden uitgewerkt.
Fysieke infrastructuur
Planologisch gezien leeft de Curaçaose bevolking zeer gespreid over het eiland. De meeste
voorzieningen zijn geconcentreerd in een relatief klein gebied (rondom Otrabanda/ Punda/
Salinã/ Mahaai) en in de wijken zelf zijn weinig tot geen voorzieningen. Dit vraagt een grote
mobiliteit van de bevolking. Men moet reizen naar school, opvang, werk, zorgvoorzieningen,
overheidsdiensten en winkels. Deze noodzaak tot mobiliteit treft met name de
bevolkingsgroep met een laag inkomen en gaat ten koste van de sociale cohesie in de wijk.
Mobiliteit kost immers geld. De roep om meer voorzieningen in de wijken was de afgelopen
maanden dan ook luid en duidelijk te horen.
Daarom is het wenselijk als eerste te investeren in de ruimtes, gebouwen en plekken.
Hiermee kan meteen het broodnodige vertrouwen worden teruggewonnen. In een aantal
gevallen gaat het om quick wins, waarbij met een relatief kleine investering een groots effect
voor de wijk kan worden bereikt.
Deel I Wijkaanpak Curaçao 2009 11
Vertrouwen terugwinnen
Wat in vrijwel alle gesprekken doorklinkt, is het gevoel dat de bewoners in de wijken hebben
over de instituties en de overheid. Men voelt zich in de steek gelaten en het vertrouwen in
deze instellingen is volledig weggeslagen. De oorzaken zijn divers. Men is onwetend, men
heeft een informatieachterstand of men is teleurgesteld, eerdere verwachtingen zijn niet
uitgekomen.
Hier ligt derhalve de grootste uitdaging voor de mensen en organisaties die vanuit de
wijkaanpak aan de slag gaan. Er ligt een grote verantwoordelijkheid voor die instituties en
met name voor de overheid (diensten) om dit vertrouwen terug te winnen. Want een
succesvolle wijkaanpak kan alleen, en alleen dan slagen, wanneer er voldoende draagvlak
en betrokkenheid onder de bewoners is. Actieve en betrokken bewoners vormen de basis
voor de wijkaanpak.
Vertrouwen terugwinnen is mogelijk en begint met oog hebben voor de kwaliteiten van de
wijk en haar bewoners. Deze vormen het vertrekpunt van maatregelen en interventies om
deze wijken te verbeteren. Dit vraagt een nieuwe manier van kijken, beleid ontwikkelen en
uitvoeren en van communiceren.
Er zal meer bottom-up, intersectoraal en gebiedsbericht gewerkt moeten gaan worden.
Wijkgericht werken is werken met beide „voeten op de diabaas‟. Afspraken moeten worden
nagekomen en de Tims di barioBario moeten een vaste plek krijgen in de ontwikkeling van
en besluitvorming over nieuwe plannen. De instituties en overheidsdiensten enerzijds en de
bewoners en wijkorganisaties anderzijds zullen elkaar als bondgenoten moeten gaan zien
en het wederzijds vertrouwen gaan opbouwen. Het gaat er vooral om echt te leren luisteren
naar elkaar. Voor de diensten en organisaties ligt er vooral een faciliterende,
ondersteunende en regisserende rol weggelegd.
Echo‟s uit het verleden
Uit gesprekken in de wijken komt toch en helaas, maar tegelijkertijd vanzelfsprekend pijn uit
het verleden naar voren. Op macroniveau gaat dit over de moeizame en verwrongen relatie
met Nederland en het slavernijverleden. Hoewel dit zo veel jaar na dato moeilijk te
„bewijzen‟ of te onderzoeken valt, leeft het idee breed onder de bewoners van Curaçao dat
de trauma‟s uit het verleden nog luid en duidelijk weerklinken in de Curaçaose maatschappij
van vandaag.
Op zondag zitten de kerken vol om een man, die 2000 jaar
geleden werd geboren, te gedenken, maar ik mag niet praten
over iets dat zich nog maar 200 jaar geleden heeft voltrokken
en onze samenleving zo drastisch heeft beïnvloed.
(Een betrokken bewoner tijdens één van de wijkbijeenkomsten, augustus
2009)
Deze echo‟s uit het verleden zijn te nadrukkelijk aanwezig om te negeren, zeker daar waar
het gaat om de sociale paragraaf. Veel problemen in de wijken komen voort uit armoede en
de opvoedingsstijl. Dit heeft een grote weerslag op het familieleven en relatiepatronen. Het
is niet voor niets dat er expliciet voor gekozen is om een pijler “Familie en gezin” in de
wijkaanpak Curaçao op te nemen (zie hoofdstuk 4).
Problemen als huiselijk geweld (niet praten, maar slaan) en incest, verwaarlozing, de
afwezige vader en agressie als gevolg van een zeer laag zelfbeeld en weinig zelfbewustzijn,
zijn aan de orde van de dag. De jeugd is hierbij vaak het grootste slachtoffer.
Deel I Wijkaanpak Curaçao 2009 12
Mijn moeder praatte niet. Een blik was voldoende.
(Een jongere uit de wijk, september 2009)
Om deze processen te doorbreken, zijn gerichte en langdurige interventies nodig. Een plek
in de wijk, waar mensen elkaar kunnen ontmoeten, zich even kunnen onttrekken aan de
eigen situatie en waar men een ander perspectief krijgt aangereikt, is in dat licht bezien
meer dan een gebouw. Een goede programmering, met een empowerende en
pedagogische functie, die mensen stimuleert tot introspectie, kan in deze situaties het
verschil maken. Zo‟n plek kan dan een venster bieden tot het maken van andere en nieuwe
keuzes in het leven. We denken hierbij niet zo zeer aan een traditioneel Sentro di Bario,
maar meer aan een multifunctionele wijkvoorziening (een community house).voorziening.
Hierbij kunnen accenten per wijk verschillen door bijvoorbeeld nadruk op sport te legen of
juist op cultuur en expressie. De voorziening en vooral de programmering zou moeten
aansluiten bij de behoeften en talenten uit de wijk. Maar vooral ook een plek zijn voor
ontmoeting en het delen van ervaringen, gevoelens, problemen en oplossingen.
Als je erover kunt praten, heb je het verwerkt. Wanneer je over
iets niet kunt praten, heb je het nog niet verwerkt.
(Majron Maduro, 28 jaar, voorzitter „Un bon hoben pa un bon famia‟)
3. Uitgangspunten van wijkgericht werken
De wijk is de plek waar mensen samenleven en successen en problemen zichtbaar worden.
De wijkaanpak wil de woon- en leefomstandigheden van de bewoners van wijken met veel
problemen blijvend verbeteren. Dit vraagt een duurzame en systematische investering.
Uitgangspunt van de wijkaanpak is dat de eigen wijk een plek is waar mensen kansen
hebben en weer graag wonen. Met als doel de bewoners van de wijk meer perspectief te
bieden en de kwaliteit van de wijk te verbeteren. De wijkaanpak is geen organisatie of
instituut, maar het is een manier van denken en werken.
De wijk heeft doorgaans een goede schaal om problemen op te pakken en om oplossingen
op maat te bedenken. Juist op wijkniveau kunnen verrassende coalities ontstaan en met
nieuwe energie aan de slag gaan.
De manier van denken en werken binnen de wijkaanpak kan worden toegelicht aan de hand
van een aantal kernelementen. Deze elementen vormen gezamenlijk de kracht van de
wijkaanpak.
a. Bewoners centraal
De wijkaanpak Curaçao richt zich op alle bewoners van de wijk. Iedereen zou moeten
merken dat er iets verbetert in de wijk. Hierbij gaat het om het creëren van draagvlak en het
verhogen van de zelfredzaamheid, zodat het een proces met en voor bewoners wordt. De
wijkaanpak wordt niet opgelegd aan de wijken noch aan de bewoners, maar volgt juist
nadrukkelijk een bottom-up benadering en haakt aan bij de energie en ontwikkelingen, die al
uit zichzelf in de wijken (zijn) ontstaan. Betrokken diensten en organisaties ondersteunen en
faciliteren deze ontwikkelingen. Het betekent ook dat niet wordt geredeneerd vanuit
regelgeving en staande organisaties, maar juist vanuit de problemen en mogelijkheden van
bewoners.
Deel I Wijkaanpak Curaçao 2009 13
b. Zichtbaarheid en bereikbaarheid
In de voorbereidingsfase is gebleken, hoe belangrijk het is „zichtbaar‟ te zijn in de wijk. Men
wil je zien, vragen kunnen stellen, je nabijheid ervaren. De programmasecretaris heeft
wekelijks in de wijken rondgelopen en gewerkt en dit werd zeer hoog gewaardeerd. De
wijkaanpak vraagt een dergelijke benadering. Door betrokken diensten en organisaties moet
gezocht worden naar manieren om deze nabijheid en zichtbaarheid vorm te geven. Dit kan
bijvoorbeeld door spreekuren in de wijk te organiseren. Zo willen o.a. FKP en PSI Skuchami
bijvoorbeeld het concept van een One-stop-shop ontwikkelen.
Ook het werken met vaste accountmanagers van de diensten levert een bijdrage aan de
beoogde zichtbaarheid en bereikbaarheid. Door het uitvoeren van een aantal zichtbare
fysieke quick wins ter verbetering van de leefbaarheid, wordt op korte termijn het
vertrouwen en het enthousiasme van wijkbewoners vergroot. In de inleiding bij Deel II wordt
vanuit dit oogpunt een Uitvoering Top 10 benoemd.
c. Integrale aanpak
De complexe problemen vragen om een integrale benadering. In het beleid en de uitvoering
komt het aan op een verbinding tussen de fysieke, de sociale en de economische en de
veiligheidsbenadering. Samenwerking tussen verschillende overheidsdiensten, instituties en
organisaties is daarbij onontbeerlijk. Het leren kijken buiten de eigen kaders en kokers is
hierin een belangrijke uitdaging. Het actief zoeken naar synergie in plaats van naast elkaar
werken, is onontbeerlijk. Het gaat hierbij om een omslag van sectoraal werken naar
daadwerkelijk integraal samen werken.
d. Werken vanuit de wijkproblematiek
Steeds weer dient het perspectief van de bewoners en de wijk als geheel nadrukkelijk in
beeld te zijn. Dit vraagt een goede onderlinge communicatie, zodat verschillende partners in
de wijk van elkaar weten waar een ieder mee bezig is, welke problemen en knelpunten er
spelen en hoe men elkaars inspanningen kan ondersteunen. Voor betrokken diensten en
organisaties betekent dat: nabij zijn (bijvoorbeeld door spreekuren op locaties in de wijk),
betrokken zijn (door aanwezig te zijn bij de vergaderingen van de Tims di Bario), aandacht
geven en luisteren.
e. Samenwerking en commitment
Naast de inhoud is het proces minstens zo belangrijk om voldoende draagvlak te
ontwikkelen bij de verschillende actoren. Een goede wijk ontstaat alleen door effectieve
samenwerking in vitale coalities. Samen met de bewonersorganisatie, de naschoolse
opvang, politie, Selikor, kerken, de diensten en scholen kan veel bereikt worden.
Ook op bestuurlijk niveau is het besef van een gezamenlijke verantwoordelijkheid van
essentieel belang. De wijk is een portefeuille van iedere betrokken bestuurder.
f. Duurzaamheid
De Wijkaanpak is een aanpak van lange duur. Quick wins kunnen helpen het enthousiasme
en draagvlak van betrokkenen te entameren dan wel vast te houden en zijn daarom
noodzakelijk, maar de daadwerkelijke aanpak van problemen en het ombuigen van
bepaalde processen in buurten, waar jaren niet of nauwelijks in is geïnvesteerd, vraagt om
Deel I Wijkaanpak Curaçao 2009 14
een duurzame investering. In middelen, in aandacht en in betrokkenheid. Ook zal meer
gezocht moeten worden naar duurzaamheid in milieutechnische zin.
"De aanpak van de achterstandswijken is er één van de lange
adem. Je moet geen wonderen in een jaar tijd verwachten.
Mensen moeten zich gezond kwaad maken en ook zelf wat
willen veranderen in hun wijk. Dan gebeurt er pas iets."
(Oud-minister Winsemius op zijn laatste dag als minister van VROM in het
Brabants Dagblad, 2006)
4. Wijkaanpak Curaçao
In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de Curaçaose aanpak, waarbij wordt ingegaan op de
vertaling van de beschreven uitgangspunten uit het vorige hoofdstuk worden vertaald naar
de Curaçaose context.
Pijlers
Binnen de wijkaanpak Curaçao richten we ons op de volgende 5 pijlers. Per pijler wordt een
korte schets van de problematiek gegeven.:
1. Wonen en woonomgeving
Curacao biedt landschappelijk gezien een fantastisch decor om woningen te realiseren. Het
landschap maakt iedere woning uniek. Echter, een woning is ook onderdeel van een wijk en
een wijk kan niet zonder collectieve -publieke en private- voorzieningen. Dit laatste is in de
Curaçaosche wijken onderontwikkeld.
Het aantal woningen op Curaçao bedraagt circa 50.000. De FKP bezit in het totaal 4.950
huurwoningen. Dit is 10% van het totale woningbezit op Curaçao. Naast huurwoningen
bouwt FKP ook koop- en middenstandswoningen. Een groot probleem op Curaçao is dat in
veel wijken verwaarloosd particulier bezit te vinden is. Dit geeft een verwaarloosde en
verpauperde indruk.
In de analyse over de leefsituatie wordt geconstateerd dat volgens het CBS van de 270
onderscheiden buurten er 104 slechter scoren dan het gemiddelde van het eiland. Dit is dus
bijna de helft van de wijken! Daarnaast zijn er erg veel woningzoekenden (8000) die een
woning zoeken en ingeschreven staan bij de FKP.
2. Werken en ondernemen
De wijken kennen een bovengemiddeld percentage vrouwen als hoofd van het huishouden,
relatief veel „drop-outs‟, een relatief hoog werkloosheidspercentage en veel
jeugdwerkeloosheid. Deze gegevens zorgen voor een relatief laag inkomen per werkende
en een relatief laag huishoudinkomen.
De belangrijkste sectoren voor wat betreft werkgelegenheid op Curaçao zijn het toerisme,
de handel en zakelijke financiële dienstverlening. Curaçao heeft een zeer groot aantal
micro-/eenmansbedrijven, 59% van het totaal aan gevestigde bedrijven. Ook het
middenbedrijf is relatief sterk vertegenwoordigd, nl. 25%. Bijna 70% van de ondernemingen
heft een omzet lager dan Nafl.500.000.
Deel I Wijkaanpak Curaçao 2009 15
Curaçao kent een relatief grote groep met langdurig werklozen. 48,9% van de werklozen in
2001 was een jaar of langer werkloos. De job opportunities voor schoolverlaters zijn beperkt
op Curaçao. De laatste jaren is er sprake van een negatieve economische groei. Hierdoor
wordt de werkgelegenheid negatief beïnvloedt: het aantal arbeidsplaatsen neemt af en de
kansen voor jongeren op een baan op de arbeidsmarkt verminderen. Een positieve
uitzondering vormt de bouwsector, hoewel hier veel sprake is van migratiearbeid.
De Dienst Werk en Inkomen (DWI) bemiddelt voor de groep werklozen op Curaçao. Dit is in
principe verplicht voor iedere werkloze. Middels consulenten op de verschillende
wijkkantoren wordt contact met hen onderhouden (Ban Bario Bèk).
3. Leren en opgroeien
Op Curaçao valt ongeveer 25% van de totale bevolking onder de categorie 0 tot 24 jarigen,
oftewel de doelgroep jeugd. Gekeken naar de leefsituatie van deze doelgroep valt een
aantal zaken op. Bijna 40% van de jongeren groeit op in een één-ouder-gezin, met een
moeder als gezinshoofd. Naast een slechte sociaal-economische situatie kenmerkt
Curaçao zich door een grote inkomensongelijkheid. Relatieve armoede binnen gezinnen is
daardoor een veel voorkomend verschijnsel.
Gedurende hun schoolloopbaan loopt een relatief grote groep jongeren een achterstand op.
Ongeveer een kwart van alle jongeren rondt alleen de lagere school af. Het percentage
jongeren dat het voortgezet onderwijs met een diploma verlaat is ongeveer 55%.
Vergeleken met bijvoorbeeld de Nederlandse situatie is het aantal kinderen dat
doorverwezen wordt naar het speciaal onderwijs ongeveer twee maal zo groot. Verder valt
op dat het aantal jongeren dat HAVO of VWO volgt en afrondt relatief klein is.
Sinds 3 jaar is de leerplicht voor kinderen tot 18 jaar van kracht. Dit is positief. Er zijn
leerplichtambtenaren om de kinderen die niet naar school komen op te sporen. Het aantal
formatieplaatsen is echter te laag om hun taak goed en in alle wijken in te vullen.
De lessen op de scholen (basis en middelbare school) duren tot om en nabij 13.00 uur Dit
betekent dat de kinderen wanneer de ouders werken, lange tijd alleen thuis zijn. Naschoolse
activiteiten op het gebied van sport en cultuur zijn essentieel voor de buurt.
Doordat veel gezinnen van de onderstand leven krijgen de kinderen meestal geen goed
ontbijt of krijgen ze onvoldoende te eten. Op een aantal scholen wordt daarom voor ontbijt
gezorgd. Ook komen er in deze wijken veel psychosociale problemen voor.
4. Familie en gezin
Op Curaçao komen familie- of gezinsproblemen als geweld, mishandeling, misbruik,
relationele problemen veelvuldig voor. Dit is een dermate complexe en indringende
problematiek voor een samenleving, dat een gebundelde en intensieve aanpak nodig is.
Het onderscheid met de vorige pijler is erin gelegen, dat de pijler „Leren en opgroeien‟ is
ingevuld vanuit het perspectief van de jeugd (kinderen en jongeren), terwijl deze pijler zich
vooral richt op het gezin als systeem en de maatschappelijke context, waarin dat systeem
zich moet redden.
Deel I Wijkaanpak Curaçao 2009 16
Veel gezinnen kampen met een scala aan sociaal-maatschappelijke problemen, die het
functioneren van het gezin belemmeren (de zogenoemde multiproblem gezinnen). Naast de
opvoeding heeft dit bijvoorbeeld ook zijn weerslag op gezondheidsaspecten van de
gezinsleden. Ook het gegeven dat veel vrouwen in hun eentje het gezin aansturen, al dan
niet met hulp van oma, maakt het legitiem hier een aparte pijler voor te benoemen.
Tenslotte is vergrijzing en vereenzaming van ouderen een probleem dat zich in diverse
wijken voordoet. Veel kinderen gaan naar het buitenland voor verdere opleiding of werk en
dat maakt dat veel ouderen zonder familie(steun) in hun buurt wonen.
Het gezin en de familie zal de basis moeten gaan vormen voor de doelstellingen van
empowerment:
Wijkbewoners worden zelfredzaam
Wijkbewoners hebben zelfvertrouwen
Wijkbewoners kennen hun mogelijkheden en beperkingen
Wijkbewoners kennen en benutten hun talenten
Wijkbewoners werken aan hun persoonlijke groei
Al deze doelen of veranderingen zullen hun oorsprong moeten vinden in het gezin. Er dient
een brede maatschappelijke discussie op gang te komen over opvoedingsstijlen en het
stimuleren van leiderschap. Vanuit de wijkaanpak kan dit worden gestimuleerd en
ondersteund.
5. Veiligheid en overlast
In een aantal van deze wijken is er doorgaans een slechte infrastructuur van de wegen. Het
hemelwaterafvoerstelsel is niet optimaal. De straatverlichting en basale sport- en
recreatievoorzieningen ontbreken ook doorgaans. Hierdoor gaan veel jongeren zich
vervelen met als gevolg dat zij de wijkbewoners dikwijls overlast bezorgen.
In de buurtmonitor en huisbezoeken in de wijken uiten de mensen veel klachten over
onderhoud en veiligheid van de wijk (o.a. ontbreken van verlichting en verkeersdrempels).
Ook de criminaliteit viert in sommige wijken hoogtij. Op Curaçao zijn er geen criminele
jeugdgroepen die gedefinieerd kunnen worden als een gang zoals die in de Verenigde
Staten bestaan. Een aantal groeperingen voldoet wel aan de basiskenmerken van een
jeugdbende.
De activiteiten van de wijkaanpak kunnen zich richten op elk van deze 5 domeinen. Per wijk
worden verschillende accenten gelegd. In de Pabo‟s worden deze nader uitgewerkt. De
keuze voor deze 5 pijlers is samen met de Tims di Bario genomen op basis van de naar
voren gebrachte problemen en knelpunten.
Deel I Wijkaanpak Curaçao 2009 17
Wijken 2009
In 2009 is ervoor gekozen de wijkenaanpak op de volgende 5 wijken te richten:
Montaña
Rooi Santu
Sapaté
Gibraltar
Scharloo Abou/ Fleur de Marie
Voor deze wijken is gekozen omdat daar al hoopvolle initiatieven lopen en actieve
buurtbewoners zich reeds voor de wijk inzetten. De wijkaanpak is een kans voor de buurten
om deze bestaande activiteiten te intensiveren, uit te breiden en te versnellen. De gekozen
wijken verschillen erg in grootte en bevolkingsopbouw, zoals onderstaande tabel laat zien.
Aantal
bewoners
Aantal
huishoudens
Leeftijd
0 t/m 12
Leeftijd
12 t/m 18
Aantal werkelozen Oppervlakte in
hectare
Scharloo 602 235 119 60 73 42
Rooi Santu 1228 402 246 123 109 403
Montaña Abou 4064 1294 846 596 316 378
Montaña Rey 3425 1078 762 377 216 215
Gibraltar 443 117 121 75 71 -
Noord Zapateer 1321 408 296 153 83 -
Tabel 1: gebaseerd op Census 2001 Aantal huishoudens komt overeen met aantal woningen
Vanaf 2010 zullen jaarlijks 3 nieuwe aandachtswijken worden aangewezen. Nieuwe wijken
zullen worden gekozen op basis van initiatieven die vanuit de buurten zelf worden
geïnitieerd en de energie en reeds bestaande samenwerking op wijkniveau.
Wijkacademy
De Wijkacademy is geen nieuw op te richten organisatie of instituut, net zo min als de
wijkaanpak dat is. Het is een onderdeel van de nieuwe manier van werken en wordt
uitgevoerd door of in opdracht van het programmasecretariaat. Doel van de Wijkacademy is
het versterken van het potentieel in de wijken door kadervorming en empowerment van
actieve en betrokken buurtbewoners. Dit kan vorm krijgen middels workshops, studiedagen,
het opleiden van buurtbemiddelaars, het organiseren van wijkpanels, buurtschouwen of
dialoogtafels. Een aantal concrete ideeën op een rij:
Bewonersgroepen leren hoe ze ideeën over hun woonomgeving kunnen omzetten in
daden. Ze staan sterker in hun schoenen en zijn in staat medestanders te organiseren.
Bewoners denken mee over de toekomst van hun buurt. Een onderzoeksgroep van
bewoners en professionals houdt enquêtes en verzamelt verhalen. Het eigen gezicht
van de buurt staat centraal.
Getrainde buurtbewoners houden de veiligheid in de gaten. Ze maken iedere week een
ronde en melden problemen aan de verantwoordelijke instanties.
Getrainde vrijwilligers uit de buurt lossen conflicten op tussen bewoners. Deze aanpak
versterkt de sociale samenhang en geeft de bewoners zelfvertrouwen.
Deel I Wijkaanpak Curaçao 2009 18
Elk jaar een Perla di Korsou (voorbeeldproject)
Om op bepaalde terreinen een doorbraak of besluitvorming te forceren ofwel om een
vernieuwend of onorthodox idee een kans te geven zichzelf te bewijzen, zal jaarlijks
experimenteerruimte worden gecreëerd voor een voorbeeldproject. Het voorbeeldproject
moet een inspiratiebron vormen voor de processen in de overige wijken.
Een Perla is een kansrijke plek of een kansrijk initiatief in de wijk, dat door particulier
initiatief en met steun van overheidsmiddelen en kennis uit kan groeien tot een locatie
waar buurtbewoners op één of andere wijze profijt van hebben. Een klein project met een
grote uitstraling.
Het initiatief moet liggen bij de burgers. Zij moeten er zelf iets van gaan maken. Zij
bedenken het plan en zoeken daar de geldschieters en ontwikkelaars bij. Dat maakt een
Perla zo uniek. Daar zit ook de meerwaarde in: de betrokkenheid van de buurtbewoners.
Overige criteria zijn, dat het project of de plek raakvlakken moet hebben met minimaal 3 van
de 5 pijlers van de wijkaanpak. Daarnaast moet er een stabiele „trekker‟ in beeld zijn. Een
plan op papier kan nog zo goed in elkaar zitten en onderbouwd zijn, het succes van een
project wordt voor een groot deel bepaald door de mensen die het uitvoeren en met name
door de initiatiefnemer/ projectleider.
Vanaf 2010 zal actief gescout worden naar deze voorbeeldprojecten en kan men zich
hiervoor aanmelden.
Perla 2009
Voor het eerste jaar zal geïnvesteerd worden in het project van Fundashon „Un bon hoben
pa un bon famia‟. Het is een initiatief van Majron Maduro, in samenwerking met Stichting
Kinderoorden Brakkeput.
Doel van het project is tweeledig: vorming en begeleiding van verwaarloosde kinderen door
naschoolse activiteiten enerzijds en begeleid wonen van pupillen van 17 tot 24 jaar
anderzijds. Deze pupillen hebben het internaat inmiddels verlaten en hebben een grote
behoefte aan een vorm van begeleid wonen omdat zij doorgaans niet beschikken over een
startkwalificatie en de vaardigheden om geheel zelfstandig hun leven vorm te geven. Uit
ervaring blijkt, dat het terugplaatsen van deze jongeren niet succesvol is vanwege de
directe omgeving waarin zij dan weer terecht komen.
Juist de thuissituatie van deze jongeren, als hier überhaupt sprake van is, vormt een
bedreiging van de verdere ontplooiing. Er is dikwijls sprake van fysieke danwel mentale
mishandeling, seksueel misbruik, financiële uitbuiting, drugshandel, gebrekkige of te krappe
woonruimte.
Er wordt reeds gebruik gemaakt van een woonhuis in de wijk Seru Grandi te Fuik, waar
jongeren middels een kleinschalig landbouwproject een alternatieve vrijetijdsbestdeing
krijgen aangeboden. Dit vindt plaats in een woonhuis met op het achterterrein een 5-tal
appartementen. Het pand is sterk verwaarloosd en dient volledig schoongemaakt en
opgeknapt te worden. Doel van het project is er zodoende een ontmoetingspunt in de buurt
van te maken, waar 5 tot 6 jongeren begeleid kunnen wonen en waar bovendien kinderen
van 6 tot 16 jaar naschoolse activiteiten als bijvoorbeeld muziek en computerles krijgen
aangeboden. De plannen zijn reeds uitgewerkt in een projectplan.
Deel I Wijkaanpak Curaçao 2009 19
Hoewel het project valt buiten de 5 aangewezen aandachtswijken, heeft het project te veel
potentie om aan voorbij te gaan. In de wijk Fuik zijn geen wijkvoorzieningen, waardoor veel
verwaarloosde kinderen en jongeren „s middags op straat belanden. Het projectvoorstel sluit
aan bij verschillende uitgangspunten en ambities van de wijkaanpak:
Het betreft een particulier initiatief dat wordt ondersteund door St. Kinderoorden
Brakkeput en het Rode Kruis (bottom-up en samenwerking);
Het vult een gat daar waar geen adequate wijkvoorzieningen voorhanden zijn
(wijkgericht);
Het sluit aan bij de pijlers wonen en woonomgeving, leren en opgroeien, familie en
gezin en tenslotte veiligheid en overlast.
Men is al gestart met de landbouwactiviteiten en kinderen uit de wijk weten het pand al te
vinden als een plek voor ontmoeting en ontplooiing.
5. Communicatie en PR De communicatie binnen de Wijkaanpak kent 2 invalshoeken. Ten eerste dient de
communicatie binnen het project vooral het informeren van betrokkenen en het organiseren
en vasthouden van draagvlak:
- communicatie naar bewoners, stakeholders, diensten en andere instellingen;
- communicatie naar de media (radio, krant, TV, internet) en tijdens bijeenkomsten;
- informatie richting verantwoordelijke bestuurders zodat deze hun besluiten kunnen
nemen op basis van zorgvuldigheid en volledigheid.
-
In dat kader is bijvoorbeeld de Factsheet Wijkaanpak Curaçao ontwikkeld. De
miniconferentie Nieuw Urbanisme in september was een ander voorbeeld.
Daarnaast zal de communicatie in het project tevens worden ingezet als instrument om de
bewoners te mobiliseren en te organiseren. Zo zullen als wijkoverstijgend project met de
Tims di bario in de betrokken wijken billboards worden ontworpen die zichtbaar moeten
maken, dat „er in deze wijk gewerkt wordt aan een leukere en betere wijk‟. De billboards
zullen hun eigen ontwerp en inkleuring krijgen en op een markante plek in de wijk worden
geplaatst. Op deze wijze dienen deze billboards als „positieve affirmaties‟ en wordt de
boodschap of belofte van de wijkaanpak levend gehouden.
Een mooi voorbeeld van zo‟n positieve affirmatie is overigens al te vinden langs een weg in
Fuik, bij het pand waar het project “Un bon hoben pa un bon famia” gerealiseerd gaat
worden. Op een foto van de hardloper Churandi Martina staat de slogan „“Laga bo soño
positivo bira un realidat‟ (“Laat je positieve droom werkelijkheid worden”). Deze billboard is
bewust op deze weg geplaatst om de jongeren in de wijk te inspireren en te stimuleren,
omdat er verder in de hele wijk niets voor jongeren te vinden is.
In de wijken gebeurt veel door particulier initiatief. Maar men blijkt niet sterk te zijn in het
genereren van aandacht voor deze initiatieven. Als activiteit van de Wijkacademy zal dit
worden opgepakt middels workshops “„Be good and tell it”. Ook versterkt zo‟n activiteit het
zelfvertrouwen van bewoners en mobiliseert hen tot nog meer betrokkenheid.
Deel I Wijkaanpak Curaçao 2009 20
6. Organisatiestructuur De wijkaanpak op Curaçao is geen organisatie of instituut en vraagt ook geen grootschalige
reorganisatie van betrokken diensten en/of organisaties. Maar de nieuwe manier van
werken vraagt wel om een adequate aanjaagfunctie. Gezien de gewenste duurzaamheid
dient deze aanjaagfunctie en de communicatie rond de wijkaanpak langdurig te worden
ingebed in de apparaatskosten. De afgelopen maanden is gewerkt met een kleine
operationele organisatie.
Programmasecretariaat
In juli 2009 zijn een programmanager (0,6 fte) en een programmasecretaris (1,0 fte)
aangesteld. De programmamanager is eindverantwoordelijk voor het programma en
faciliteert het programmasecretariaat. De programmasecretaris is verantwoordelijk voor de
dagelijkse aansturing van het secretariaat, dat vooralsnog op ad hoc basis is samengesteld.
Voorts draagt de programmasecretaris zorg voor de realisatie van de beoogde producten.
Hij heeft verschillende werkplekken in de diverse wijken, werkt aan draagvlak bij betrokken
partners en organiseert werkbijeenkomsten om zodoende kennis en expertise over te
dragen. In de eerste fase heeft de programmasecretaris bovendien de totstandkoming van
de PABO‟s gecoördineerd.
Stuurgroep vz. Minister president; Gezaghebber Curaçao; Gedeputeerden van Onderwijs, Cultuur & Sport, Volksgezondheid & &Sociale Zaken,Infrastructuur en Economie & Toerisme; Minister van Justitie
Programmasecretariaat
Tim di Bario Scharloo Gebiedsmanager Bewonersorganisatie DOW FKP DWI Fesebako Politie DCE
Ambassadeurs Captains of industry; Sleutelfiguren
Klankbordgroep NL 21 Antillianengemeenten, Mitros, Kennisontwikkeling Programmadirectie Wijken (WWI)
Financiering Eilandsraad, Usona, Amfo, WWI, Samenwerkende Fondsen, Reda Sosial, N.A. e.a.
Tim di Bario Sapate Bewonersorganisatie Sedreko FKP Domeinbeher Politie
Tim di Bario Rooi Santu Bewonersorganisatie IUnidat diBario DOW Domeinbeheer pSI/Skuchami Politie
Bestuurscollege Curaçao Regering N.A.
Tim di Bario Gibraltar Bewonersorganisatie Politie DOW PSI/Skuchami DWI
Tim di Bario Montaña
Bewonersorganisatie IUnidat diBario DOW Domeinbeheer pSI/Skuchami Politie
Manager Sociaal/ Manager Fysiek Manager Sociaal/ Manager Fysiek FKP / Mitros
Gebiedsmanager
MT-Raad
Deel I Wijkaanpak Curaçao 2009 21
Overlegstructuur
Naast het programmasecretariaat is de volgende overlegstructuur ontwikkeld. Ten eerste is
er een Stuurgroep Wijkaanpak ingesteld, onder voorzitterschap van de Minister President.
Overige leden zijn de Minister van Justitie, Gezaghebber, de coördinerend gedeputeerde,
de programmamanager en de programmasecretaris. Daaraan neemt ook deel de Directeur
Generaal van WWI. De Stuurgroep begeleidt het traject en houdt toezicht op de kaders en
de middelen. De regie en uitvoering ligt bij het Eilandgebied.
De MT-raad is in het leven groepen om de ondersteuning van de werkvloer op
management- en directieniveau te borgen. De MT-raad bestaat uit de zogenoemde
kerndiensten en –organisaties die betrokken zijn bij de wijkaanpak. Daarnaast zijn tal van
andere instellingen en organisaties, die op afroep aanwezig zullen zijn, afhankelijk van de
agenda. De MT-raad komt maandelijks bijeen om de voortgang te bespreken. Het gaat in dit
overleg m.n. over bovenwijkse strategische afwegingen en besluiten.
De Tims di Bario zijn samengesteld op basis van een aantal oriënterende gesprekken met
sleutelfiguren in de wijk. De bijeenkomsten in het kader van de totstandkoming van de
PABO‟s hebben geleerd dat deze overleggen een duidelijke meerwaarde hebben voor de
wijk. De opkomst was dan ook zeer stabiel te noemen.
De Tims bestaan doorgaans uit bewoners en de bewonersorganisatie, aangevuld met
vertegenwoordigers van de diverse diensten (politie, DOW, DCE), de reclassering en
beroepskrachten uit de wijk. De samenstelling kan wisselen, afhankelijk van de te
bespreken onderwerpen. Uitgangspunt is dat op basis van gelijkwaardigheid en met respect
voor elkaars expertise met elkaar wordt gesproken over problemen en ontwikkelingen in de
wijk. Tot nu worden de vergaderingen voorgezeten door de programmasecretaris van de
wijkaanpak.
Hoe nu verder?
Na het ondertekenen van de charter en de 5 PABO‟s start de feitelijke uitvoeringsfase. Dan
zal de ontwikkelde werkwijze moeten worden bestendigd. Het ligt voor de hand om de
ontwikkelde overlegstructuur voorlopig in stand te houden. Het is goed te benadrukken, dat
deze overleggen niet in het leven zijn geroepen om te overleggen an sich, maar om
draagvlak en commitment op alle niveaus vast te houden en de knelpunten en
belemmeringen rond de Tim di Bario weg te nemen.
Managers Sociaal en Managers Fysiek
Voor de realisatie van de projecten uit de PABO‟s zullen gebiedsmanagers worden
aangesteld. Voor de wijk Fleur de Marie is er al een coördinator, die deze rol vervult. Deze
coördinator is momenteel ondergebracht bij het Secretariaat Stadsvernieuwing.
De taken van deze gebiedsmanagers bestaan uit het bewaken en (doen) uitvoeren van de
doelstellingen uit de PABO‟s, de monitoring en de verantwoording. Ook zullen zij in die fase
de Tims di Bario gaan voorzitten.
Bij de aanstelling van de gebiedsmanagers dient te worden afgewogen of zij naast
managerskwaliteiten niet over de nodige inhoudelijke kennis moeten beschikken ten
aanzien van de diverse projecten. In plaats van 1 gebiedsmanager voor 4 wijken of 2
gebiedsmanagers voor 2 wijken, zou in dat geval gekozen kunnen worden voor een
„Manager Sociaal‟ en een „Manager Fysiek.‟ Grofweg kan dan de volgende taakverdeling
ontstaan:
Deel I Wijkaanpak Curaçao 2009 22
Manager Sociaal Manager Fysiek
- dagopvang
- naschoolse opvang
- ouderbetrokkenheid
- huiselijk geweld
- one-stop-shop/spreekuur op locatie
- programmering buurtvoorzieningen
- opvoedings- en
gezinsondersteuning
- trajectbegeleiding jongeren
- stedebouwkundige plannen
- beheerplannen
- verkavelingsplannen
- woningverbetering
- inrichting buitenruimte
- beplanting
- infrastructuur
- fysieke ingrepen
Het spreekt voor zich dat deze 2 managers als een team, een duo moeten opereren en een
adequate uitvoeringsstructuur met elkaar opzetten. De 4 wijken worden verdeeld, daar waar
het gaat om het voorzitterschap van de Tims di bario. Nog beter is het, wanneer er twee
duo‟s worden aangesteld, één duo per 2 wijken. Dat maakt de programmaorganisatie
minder kwetsbaar.
Voordeel van deze constructie is dat de projectleiders een inhoudelijk gelijkwaardige
gesprekspartners is voor en dezelfde taal spreekt als de relevante diensten en organisaties.
Dit maakt de managers voor deze diensten en organisaties ook een serieuze
gesprekpartner, die daadwerkelijk mee kan denken en als sparringpartner kan functioneren
ten aanzien van de precieze uitwerking en uitvoering van de projecten. Nadeel kan zijn, bij
onvoldoende overleg tussen de projectleiders, dat de integraliteit aan kracht verliest en de
verkokering in denken en doen moeilijker te doorbreken wordt.
Desondanks verdient dit laatste model de voorkeur.
Het programmasecretariaat
De functie van het huidige programmasecretariaat zal met de aanstelling van de
gebiedsmanagers iets verschuiven en zich richten op de volgende taken en
verantwoordelijkheden:
het bewaken van de integraliteit;
het ondersteunen van de gebiedsmanagers;
het ontwikkelen van activiteiten voor de Wijkacademy;
het secretariaat van de Stuurgroep;
het stimuleren van deskundigheidsbevordering en kennisdeling;
het zorg dragen voor een jaarlijkse uitbreiding van de Wijkenaanpak met 3 PABO‟s;
het sturen op samenwerking;
het vasthouden van draagvlak en het adviseren op strategisch niveau.
Het secretariaat blijft een kleine, flexibele en operationele organisatie. Het kan een
combinatie zijn van medewerkers van verschillende diensten en tijdelijk extern ingehuurde
deskundigen, afhankelijk van de taken die er liggen en/of de producten die geleverd moeten
worden.
Deel I Wijkaanpak Curaçao 2009 23
Stappenplan na 15 oktober 2009
De PABO‟s zijn leidend in de vervolgstappen, die na de ondertekening van de charter op 15
oktober, genomen gaan worden. De volgende stappen worden tegelijkertijd ter hand
genomen:
1. Aanstellen gebiedsmanagers
2. Versneld projectvoorstellen beschrijven (max. 3 maanden) t.b.v. financiering.
3. Activiteiten Wijkacademy plannen ( 3 per wijk voor medio 2010)
4. Startbijeenkomst kick-off Uitvoering PABO‟s; verankering organogram.
5. Plan van aanpak Programmasecretariaat 2010
6. Start realisatie Uitvoering Top 10
7. Monitoring en evaluatie
De reguliere vormen van verantwoording en controle vormen in principe een stevige basis
voor de monitoring van de PABO‟s. Daarnaast dient de overlegstructuur om elkaar en
onszelf op de hoogte te houden van de voortgang van de wijkaanpak, de actuele
ontwikkelingen van de problematiek. Alle betrokkenen spreken elkaar aan op de bereikte
resultaten, op de geleverde inzet en op de inzet die nodig zal zijn om de gezamenlijke
ambities te realiseren.
Daarnaast bestaat de behoefte om op zoek te gaan naar best practices en deze te
valideren. En ook om zicht te krijgen op de toegevoegde waarde van de wijkaanpak.
Daarom is het belangrijk de ontwikkelingen in de wijken te gaan monitoren.
Dit is een onderdeel, dat nog in de kinderschoenen staat en wordt uitgewerkt door een
samenwerking tussen het programmasecretariaat en het Sociaal Kenniscentrum Curaçao
Nederland (SKCN).
De vraag die in de monitoring en evaluatie voorop moet staan is of de gestelde doelen
daadwerkelijk behaald zijn binnen de gestelde randvoorwaarden van tijd, kosten, kwaliteit
en draagvlak.
Belangrijk is om hierbij zoveel mogelijk aan te sluiten bij bestaande initiatieven op het
gebied van monitoring en evaluatie op Curaçao. Het Sociaal Kennis Centrum is hierin
belangrijk, aangezien het sinds 2005 een zogenaamde Buurtmonitor uitvoert. In deze
Buurtmonitor wordt jaarlijks voor vijftien zones op Curaçao de situatie bepaald op het gebied
van zeven ontwikkelingsgebieden. Daarnaast stelt het SKC Buurtprofielen op, waarin per
zone op Curaçao het „verhaal van de wijk‟ verteld wordt. Beide projecten worden (deels)
met middelen van het SEI bekostigd.
Binnen de Wijkaanpak in Nederland heeft het CBS een zogenaamde
„Leefbaarheidsbarometer‟ ontwikkeld, waarmee snel en effectief de stand van zaken binnen
elke wijk bepaald kan worden. De doelstelling is volgens dezelfde gedachte ook op
Curaçao frequent te onderzoeken of ingrepen in de wijken tot resultaten leiden.
Deel I Wijkaanpak Curaçao 2009 24
Het SKC werkt daarnaast nauw samen met de Universiteit van de Nederlandse Antillen
(UNA). Sinds vorig jaar kent UNA een faculteit Maatschappij- en Gedragswetenschappen
waarbinnen de opleiding Social Work aangeboden wordt. Studenten van deze opleiding
worden opgeleid voor Welzijnswerk. In een samenwerkingsovereenkomst tussen SKC en
UNA is bepaald dat jaarlijks studenten van deze opleiding meewerken in de trajecten van
het SKC.
Het idee is om de monitoring en de evaluatie van de Wijkaanpak Curaçao in lijn van
bovenstaande initiatieven uit te voeren.
Opzet
De evaluatie en monitoring van wijken in Wijkaanpak Curaçao start in 2011 en gebeurt op
twee manieren:
1. Opname in de Buurtmonitor van het SKC
De Buurtmonitor heeft een cyclisch karakter: elke zone van Curaçao wordt om de vier jaar
gemeten op zeven ontwikkelingsgebieden. Deze gebieden sluiten nauw aan bij de vijf pijlers
van de wijkaanpak Curaçao. Het betreft een breed en diepgaand onderzoek waarvan het
veldwerk door het CBS op de Antillen verricht wordt en de data-analyse plaatsvindt door het
CBS.
De nu aangewezen aandachtswijken worden in de Buurtmonitor van 20112010
meegenomen. Vervolgens wordt elke vierdrie jaar de stand opgenomen. Hieraan zijn geen
extra kosten verbonden aangezien de Buurtmonitor tot het reguliere takenpakket van het
SKC behoort en daarom opgenomen is in de begroting van het Eilandgebied Curaçao.
2. Buurtbarometer
In de tussenliggende jaren wordt elke wijk onderworpen aan de Buurtbarometer. Dit is een
minder diepgravende variant van de Buurtmonitor, specifiek gericht op de vijf pijlers van de
wijkaanpak Curaçao. In de Buurtbarometer worden per wijk 50 huishoudens bevraagd op de
leefbaarheid in de buurt en de effecten van sociale en fysieke ingrepen. Het veldwerk wordt
verricht door studenten van de opleiding Social Work van de UNA, analyse en rapportage
door het SKC.
De kosten van een Buurtbarometer per wijk worden geschat op ANG 12.500,- De extra inzet
van het SKC op jaarbasis bedraagt 0,2 fte. In de kosten voor de Buurtbarometer zijn ook
vergoedingen voor de studenten meegenomen. De eerste Buurtbarometer staat gepland
voor 2011.
Naast de gegevens uit de Buurtmonitor en de Buurtbarometer stelt het SKC per zone ook
nog eenmalig een Buurtprofiel op. In het Buurtprofiel wordt op kwalitatieve wijze een beeld
van elke zone geschetst ondermeer aan de hand van een korte historie van de zone en de
belangrijkste sociaal-economische kenmerken. Na oplevering van het Buurtprofiel wordt
deze overgedragen aan de betreffende wijkorganisatie die het profiel verder naar eigen
inzicht kan aanvullen en actualiseren. Uiteraard wordt in de wijken van de wijkaanpak
Curaçao de aansluiting gezocht met dit Buurtprofiel.
2007 2009 2010 2011 2012
Buurtmonitoring Roosendaal
(incl. Gibraltar)
Montaña Abou
Montaña Rei
Sta Rosa
(incl.Sapaté)
Gibraltar
Rooi Santu
Montaña Abou
Montaña Rei
Deel I Wijkaanpak Curaçao 2009 25
Rooi Santu Scharloo (incl. Fleur
De Marie)
Scharloo
Buurtbarometer - - Gibraltar
Rooi Santu (wijk)
Montaña
Fl. De Marie
Sapaté
Gibraltar
Rooi Santu (wijk)
Sapaté
Planning 2009 – 2012 Buurtmonitor en Buurtbarometer (wijkniveau) voor de 5 wijken van het project Integrale
Wijkaanpak
Resultaten
Uit de monitoring en evaluatie van de wijkaanpak Curaçao komen concrete aanbevelingen
voort die bijdragen aan een duurzaam integraal wijkbeleid. De gegevens uit de wijken
worden op een zodanige wijze geaggregeerd zodat ze ook toegepast kunnen worden in
toekomstige wijken. De focus zal liggen op het benoemen van slaag- en faalfactoren in de
wijkaanpak op Curaçao.
Omdat de wijkaanpak geïntegreerd wordt in de taak van de lokale Curaçaose overheid moet
worden, is de overdracht naar Eilandsdiensten van groot belang. De nieuw aan te stellen
gebiedsmanagers, verantwoordelijk voor de ontwikkeling van een integrale aanpak zijn
„hoofdgebruikers‟ van de resultaten uit de monitoring en evaluatie.
Overige aandachtspunten
Gezien de ontmanteling van het land De Nederlandse Antillen in 2010 en de noodzakelijke
duurzaamheid voor een succesvolle wijkaanpak is het van belang middelen langdurig voor
de wijkaanpak te oormerken. Een tijdshorizon van 10 jaar lijkt vooralsnog voor de hand te
liggen, met een tussentijdse evaluatie na 5 jaar.
Voorts is het goed zich te realiseren dat de wijkaanpak geen programma is, dat zich als
ander projecten en programma‟s laat managen. De wijkaanpak vraagt bevlogen spelers die
een gezamenlijke verantwoordelijkheid voelen, een gezamenlijke inzet plegen, coalities
vormen die over de grenzen van hun organisaties en diensten kunnen kijken en de
verkokering kunnen doorbreken met als uitgangspunt de wijken en hun bewoners.
Voor de financiering van de PABO‟s zal in 2010 door het programmasecretariaat het
initiatief genomen worden om te komen tot een fonds voor de wijkaanpak in het algemeen
en het beheer en onderhoud van de staande structuren in het bijzonder.
8. Samenwerking Samenwerking FKP met woningcorporatie Mitros
De Nederlandse Woningcorporatie Mitros zal FKP op het gebied van de wijkaanpak in het
algemeen en in het bijzonder de gebiedsmanagers ondersteunen door kennis en ervaring
te delen.
Samenwerking met de 21 Antillianengemeenten (AG21)
Uiteindelijk zal het ook belangrijk zijn om de resultaten van wijkaanpak Curaçao te
spiegelen aan die in Nederland. Voorstel is om tot een Netwerk Integrale Wijkaanpak te
komen waarin Curaçao en Nederland best practices tonen, contactinformatie aanleveren en
samenwerking tussen Nederlandse en Curaçaose organisaties stimuleren. Referentie hierbij
Deel I Wijkaanpak Curaçao 2009 26
is door VROM/WWI mogelijk gemaakte Sociaal Kennisnetwerk Curaçao Nederland (SKCN,
www.integratie.net/skcn).
De samenwerking tussen Curacao en Nederlandse gemeenten (21AG) is gericht op
twinning, het uitwisselen van kennis en deskundigheid op project- en uitvoeringsniveau.
Daarbij sluiten we aan bij de 5 pijlers van de wijkaanpak en zoeken daarin naar best
practices en methodieken die we kunnen uitwisselen. De twinning krijgt vorm door het over
en weer lopen van werkstages op uitvoerings- en projectniveau. Voorstellen:
Twinning
Stageplekken Curaçaose studenten (Kennis voor Curaçao);
Intervisie gebiedsmanagers C-NL;
Duimdrop/TOS
Uitwisselingsprogramma sociaal-maatschappelijk werkers en leidsters kinderopvang;
Onderzoek woningbehoefte,
Samenspel (gemeente Den Haag)
Deel I Wijkaanpak Curaçao 2009 27
9. Financiële consequenties In de PABO‟s zijn per wijk de totale projectkosten per wijk opgenomen. Wijkoverstijgend
dient rekening te worden gehouden met de volgende begrotingsposten:
Programmamanager (0,6 fte) pm
Programmasecretaris (1,0 fte) pm
Gebiedsmanagers voor 5 wijken (2,5 fte) 0.15
Secretariaat (1 fte) 0.40
Werkbudget programmasecretariaat (wijkoverstijgende projecten, uitwisseling
expertise en ervaringen) 0.10
Wijkacademy (werkbudget) 0.50
Perla “Un bon hoben pa un bon famia” (experimenteerruimte) 1.00
Monitoring en evaluatie 0.20
TOTAAL 2.35 mln.
De integraliteit van de wijkaanpak vraagt ook om een gedegen en transparante financiële
huishouding. In de begrotingen zullen op transparante wijze geoormerkte budgetten ten
behoeve van de wijken zichtbaar moeten zijn. Ook het onderscheid tussen eenmalige
kosten voor bijvoorbeeld fysieke investeringen en structurele kosten voor beheer,
onderhoud, ondersteuning en exploitatie dienen inzichtelijk te zijn voor betrokken partners
en financiers.
Ten aanzien van de fondsen zijn de afgelopen maanden grote stappen genomen om de
beoogde integraliteit ook te laten doorklinken in de bestedingen van de fondsen. Er heeft
diverse malen overleg plaats gevonden om mogelijkheden te bespreken middels de
bestedingen van de fondsen meer synergie te bewerkstellingen.
Binnen de betrokken diensten zullen mogelijk ombuigingen moeten plaatsvinden om
zodoende meer te kunnen sturen op samenhang en meer bestedingen in overleg met de
bewoners te realiseren.