epidurale inspuiting met corticosteroÏden bij ......epidurale inspuiting introductie. omdat u reeds...
TRANSCRIPT
-
EPIDURALE INSPUITING MET CORTICOSTEROÏDEN BIJ RUGPIJN
-
Epidurale inspuiting
Introductie.
Omdat u reeds geruime tijd pijn heeft ter hoogte van de hals, die eventueel uitstraalt
naar een arm, heeft uw arts u een behandeling met corticosteroïden voorgesteld die u
via een epidurale infiltratie toegediend zullen worden.
Wat is een epidurale infiltratie met corticosteroïden?
Hierbij wordt een product ingespoten in de epidurale ruimte; dit is de ruimte tussen de
ruggenwervel en het ruggenmerg. Deze medicatie heeft een dubbele werking:
• In de eerste plaats neemt het de ontsteking weg. Bovendien heeft het ook een
pijnstillende werking.
• Door het product in de epidurale ruimte te spuiten, komt het onmiddellijk in contact
met de pijnlijke zenuw en kan het zijn werking uitvoeren.
Hoe wordt een cervicale epidurale infiltratie uitgevoerd?
De infiltratie gebeurt in zittende houding, met het hoofd voorover gebogen. De
bedoeling hiervan is zoveel mogelijk plaats tussen de ruggenwervels te bekomen om
de ruggenprik te vergemakkelijken. Eerst wordt een lokaal verdovingsmiddel in de
huid en onderliggende structuren ingespoten. Het is zeer belangrijk dat u tijdens de hele
procedure stil blijft zitten. De epidurale ruimte wordt opgezocht door middel van een
radioscopie, met Röntgen-stralen. Indien er een mogelijkheid is dat u zwanger bent,
dient u de behandelende arts hiervan op de hoogte te brengen. Wanneer de naald zich
met zekerheid in de epidurale ruimte bevindt, wordt de medicatie traag ingespoten.
-
Indien u geneesmiddelen neemt die de bloedstolling beïnvloeden of u vertoont tekens
van een verhoogde bloedingsneiging (neusbloedingen, vlug blauwe plekken…) moet u
dit aan uw arts meedelen. Na de injectie wordt u gedurende korte tijd in
observatie gehouden.
Wat zijn de risico’s van een epidurale infiltratie?
Ernstige complicaties zoals infecties, bloedingen ter hoogte van het ruggenmerg, urine-
incontinentie en toxische werking op de zenuw werden beschreven. Deze kunnen
een gedeeltelijke doch blijvende verlamming veroorzaken. De kans dat een dergelijke
verwikkeling optreedt is zeer gering namelijk 1 op 50.000. De belangrijkste bijwerkingen
kunnen in twee groepen onderverdeeld worden: enerzijds deze die aan de techniek
gebonden zijn en anderzijds de bijwerkingen die aan de medicatie te wijten zijn.
1. Techniek gebonden.
• Het is mogelijk dat tijdens het inbrengen van de naald het bot van de wervel geraakt
wordt. Dit veroorzaakt een korte pijn ter hoogte van de hals. U moet elke
gewaarwording aan uw arts melden zodat hij de naald lichtjes kan verplaatsen.
• Indien het membraan dat het ruggenmerg omringt accidenteel doorprikt wordt, kan
u na enkele dagen hoofdpijn ondervinden. Het is een typische hoofdpijn die het
meest uitgesproken is terwijl u zit of staat en die verdwijnt zodra u gaat liggen. Indien
de hoofdpijn niet met medicatie verholpen kan worden, is het aangewezen de
epidurale procedure te herhalen. Tegelijk wordt er een kleine hoeveelheid bloed uit
één van uw aders afgenomen en in de epidurale ruimte ingespoten. Dit bloed vormt
dan als het ware een pleister op het gaatje in de membraan.
• Deze verwikkeling komt echter maar zelden voor.
Epidurale inspuiting
-
2. Medicatie gebonden.
Het lokaal anestheticum en het corticosteroïd zijn veilige producten. Toch werden een
aantal zeldzame bijwerkingen beschreven, meestal van voorbijgaande aard.
Het corticosteroïd kan occasioneel spierzwakte, hoofdpijn of een verminderde
bijnierwerking veroorzaken. Door het lokaal anestheticum kan de bloeddruk tijdelijk
dalen of het hartritme veranderen. Beide producten kunnen ook allergische reacties
veroorzaken. Indien u een dergelijke bijwerking reeds ondervond in het verleden deelt
u dit best mee aan uw arts!
Wat zijn de resultaten van een epidurale infiltratie?
In de meeste gevallen zijn drie injecties nodig met telkens een tussenpauze van
minstens één week. Door de injectie bij herhaling toe te dienen, wordt de
pijnvermindering die na de eerste inspuiting vaak bekomen wordt, verder
gestabiliseerd.
In sommige gevallen kan de pijn na een epidurale infiltratie verergeren.
Het spreekt vanzelf dat u dan géén tweede infiltratie meer krijgt!
MOCHT U NOG VRAGEN HEBBEN OMTRENT DE PROCEDURE OF
DE INFORMATIE DIE U ZOJUIST GELEZEN HEBT,
AARZEL DAN NIET OM UW ARTS OM MEER UITLEG TE VRAGEN.
Epidurale inspuiting
-
Toestemmingsformulier
Hiermee bevestig ik, ........................................................................................................................................,
dat ik op ..................................................................................................................................................................
door Dr. ..................................................................................................................................................................
werd ingelicht omtrent de bedoeling en de techniek van de epidurale infiltratie die
binnenkort bij mij zal uitgevoerd worden.
De voornoemde arts heeft mij uitleg gegeven omtrent de risico’s verbonden aan deze
techniek, de mogelijke resultaten en de beperkingen van deze methode.
Ik kreeg de mogelijkheid om vragen te stellen over de voorgaande tekst.
Door deze tekst te ondertekenen, bevestig ik dat ik deze tekst zelf gelezen heb of
dat hij mij werd voorgelezen en dat ik de inhoud ervan volledig begrijp.
Voor akkoord.
(datum)
Naam en handtekening patiënt.
Stempel en handtekening van de arts.
-
Anesthesisten
Tot slot:
Wij hopen dat u na afloop van uw behandeling tevreden bent over de behandeling
door de artsen van de afdeling Anesthesie.
Als u suggesties heeft ter verbetering van de zorg die aan u werd besteed en/of de
inhoud van deze brochure, dan vernemen wij dat graag van u.
De Anesthesisten
Dr. Ruts Patricia, Diensthoofd
Dr. Demot Ann
Dr. Hoes Guy
Dr. Hoskens Hanne
Dr. Jaspers Lut
Dr. Loonbeek Stijn
Dr. Nelissen Kris
-
Aantekeningen
-
Publicatiedatum: Juli 2017Sint-Franciscusziekenhuis P. Paquaylaan 129 | 3550 Heusden-ZolderTel. 011 71 50 00 | Fax. 011 71 50 01 | www.sfz.be