evaluatie overbetuwe/lingewaard 2013

24
Evaluatie 2013 Overbetuwe / Lingewaard

Upload: rijn-ijssel

Post on 24-Mar-2016

216 views

Category:

Documents


0 download

DESCRIPTION

Verslag van de activiteiten op het gebied van educatie, inburgering en volwassenenonderwijs.

TRANSCRIPT

Evaluatie 2013Overbetuwe / Lingewaard

2

VoorwoordGraag bieden wij u het jaarverslag voor 2013 aan. Rijn IJssel Educatie & Integratie heeft dit jaarverslag voor u opgesteld in het kader de Wet Educatie & Volwasseneneducatie. Wij willen u op deze wijze laten zien dat Rijn IJssel Educatie & Integratie bezig is geweest, om participatie, integratie en volwasseneneducatie inhoud te geven.

Vanuit de Wet Educatie en Beroepsonderwijs voeren we in alle gemeenten in onze regio trajecten uit, waarbij maatwerk voorop staat. Dit maakt dat er diversiteit is in ons aanbod dat qua vorm, inhoud en proces aansluit bij de vraag van de betreffende gemeente. Middels dit jaarverslag willen we u informeren over de resultaten van uw gemeente.

In 2012 kwam de VAVO onder rijksfinanciering en kreeg een meer directe aansturing van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OC&W). Met ingang van 2013 mogen gemeenten hun Educatiebudget alleen nog maar inzetten voor taal en rekenen en NT2. De gemeenten kopen dit aanbod in op basis van groepscontacturen en zijn verantwoordelijk geworden voor de werving en toeleiding van de cursisten.Daarnaast werd 2013 gekenmerkt door een bezuinigingsmaatregel op het participatiebudget en de wijzingen in de Wet Inburgering (WI) en Wet Educatie Beroepsonderwijs (WEB).

Het is goed om te constateren dat Rijn IJssel Educatie & Integratie, zeker als gevolg van de prettige en goede samenwerking met uw ambtenaren, wederom in staat is geweest om kwalitatief een goede invulling te geven aan de beschikbare middelen.

Toekomst:2013 is een jaar waarin steeds meer duidelijk is geworden over de wijze waarop het ministerie van OC&W de volwasseneneducatie wil positioneren en bekostigen.Eind 2013 is een concept-wetsvoorstel gepresenteerd waarin duidelijk werd dat:• De educatiemiddelen niet over gaan naar het deelfonds sociaal domein. In plaats daarvan verstrekt het Rijk de middelen geoormerkt als specifieke uitkering aan regiegemeenten. Hiervoor heeft de minister in eerste instantie de centrumgemeenten van de arbeidsmarktregio’s op het oog. • De huidige verplichte besteding van educatiemiddelen bij roc’s wordt geleidelijk afgebouwd. Deze afbouw vindt in onderling overleg tussen gemeenten en roc’s plaats. De minister faciliteert wettelijk de volgende stapsgewijze afbouw: 75% van de beschikbaar gestelde middelen in 2015, 50% in 2016, 25% in 2017 tot uiteindelijk nihil in 2018.

Dit maakt dat er voor Rijn IJssel Educatie & Integratie en de gemeenten, als opdrachtgevers, voor 2014 en verder een uitdaging is ontstaan om de kwaliteit en kwantiteit van de inzet ten behoeve van participatie en volwasseneneducatie in gezamenlijkheid optimaal vorm te geven. Dit soort wijzigingen maakt dat het van groot belang is te bekijken wat de consequenties zijn voor het gemeentelijk aanbod en opnieuw bekeken wordt op welke manier budgetten efficiënt ingezet worden vanuit een integrale visie op participatie. Een goede relatie is daarbij van groot belang; we zullen vanuit Rijn IJssel er alles aan doen om de goede relatie te behouden en waar mogelijk nog te verstevigen.

Als u zicht wil krijgen op wat we het afgelopen jaar hebben aangeboden bij andere gemeenten, kunt u bij het secretariaat van Rijn IJssel Educatie & Integratie ook de jaarverslagen van andere gemeenten opvragen.

Ook in de komende jaren kunt u bij Rijn IJssel Educatie & Integratie terecht voor educatie, integratie èn participatie!

Het management van Rijn IJssel Educatie & Integratie,

Marjan van den Broek managerDick Mol managerWouter Groothedde directeur

Ri

jn

I

Js

se

l

Ev

al

ua

ti

e

20

13

O

ve

rb

et

uw

e

Li

ng

ew

aa

rd

3

Ri

jn

I

Js

se

l

Ev

al

ua

ti

e

20

12

O

ve

rb

et

uw

e

Li

ng

ew

aa

rd

Ri

jn

I

Js

se

l

Ev

al

ua

ti

e

20

13

O

ve

rb

et

uw

e

Li

ng

ew

aa

rd

1. InleidingMet ingang van 1 januari 2013 is er een wet- en regelgeving wijziging van Educatie in werking getreden.De belangrijkste wijzigingen zijn:• Het VAVO wordt onderscheiden van Educatie;• Het VAVO komt onder rechtstreekse aansturing van het Rijk;• De opleidingen VAVO moeten gericht zijn op het behalen van het diploma;• De educatiemiddelen blijven in het participatiebudget.

Binnen educatie worden de volgende opleidingen onderscheiden:1. Opleidingen Nederlandse taal en rekenen, gericht op alfabetisering en op het ingangsniveau van het beroepsonderwijs (1F en 2F);2. Opleidingen Nederlands als tweede taal (NT2), die opleiden voor het Staatsexamen 1 en 2;3. Opleidingen Nederlands als tweede taal (NT2), gericht op beheersing van het basisniveau NT2;4. Opleidingen Nederlands als tweede taal (NT2), gericht op alfabetisering;5. Bij ministeriële regeling aan te wijzen andere opleidingen.Dit betekent dat de opleidingen ‘sociale redzaamheid’ en ‘breed maatschappelijk functioneren’ vanaf 1 januari 2013 niet meer bekostigd worden vanuit de Educatiemiddelen. Prioriteit krijgen opleidingen die gericht zijn op de beheersing van fundamentele basisvaardigheden met het oog op de zelfredzaamheid van volwassenen in onze samenleving.

Momenteel vindt in het onderwijs, van primair tot in het middelbaar beroepsonderwijs, een ontwikkeling plaats die er op gericht is het taal- en rekenniveau in het onderwijs te verhogen. Het betreft de basisvaardigheden die volwassenen nodig hebben om zich verder te ontwikkelen.Veel werkenden functioneren als het gaat om hun basisvaardigheden op het laagste niveau (rond niveau 1F). Om kans te hebben op duurzaam geschoold werk, nu en in de toekomst, is echter niveau 2F vereist.75% van de mensen die nu geen werk hebben zijn laagopgeleid en hebben dus ook behoefte aan scholing op het gebied van de bedoelde basisvaardigheden.Op 8 oktober 2013 verscheen het PIAAC-onderzoek1; dit onderzoek meet via een test de taalvaardigheid, rekenvaardigheid en probleemoplossend vermogen in digitale omgevingen en is uitgevoerd onder ruim 5.000 mensen tussen de 16 en 65 jaar. Uit dit onderzoek blijkt dat zowel het percentage laaggeletterden als excellenten in de afgelopen jaren is gegroeid. Het percentage laaggeletterden is gestegen van 9,4% naar 12%; het aandeel excellenten steeg van 16,2% naar 18,6%.De grootste groepen laaggeletterden vinden we onder oudere autochtonen met een middelbaar scholingsniveau: zij maken 45% van de groep laaggeletterden uit. Het gaat dan om 540.000 mensen. Daarnaast vormen 120.000 autochtone en 108.000 allochtonen niet-werkende laaggeschoolden twee relatief grote groepen van laaggeletterden.In Nederland geldt MBO2 als het minimale onderwijsniveau dat nodig is om kans te maken op duurzaam geschoold werk. Uit het eerder aangehaalde PIAAC-onderzoek blijkt dat er forse verschillen zijn in het vaardigheidsniveau van mensen die dat niveau wel of niet beheersen.Ongeveer 15% van de mensen tot 35 jaar zonder een MBO2-kwalificatie is laaggeletterd.

1.Kernvaardigheden voor werk en leven: Programma for the International Assessment of Adult Competencies, onderzoek van de

OECD, uitgevoerd in 2012 in 24 landen.

4

Ri

jn

I

Js

se

l

Ev

al

ua

ti

e

20

12

O

ve

rb

et

uw

e

Li

ng

ew

aa

rd

Ri

jn

I

Js

se

l

Ev

al

ua

ti

e

20

13

O

ve

rb

et

uw

e

Li

ng

ew

aa

rd

Deze wetswijziging, met als doel de prioriteit te leggen bij de beheersing van fundamentele basisvaardigheden, met het oog op de zelfredzaamheid van mensen sluit goed aan bij de visie van de beide gemeenten op participatie. Uitgangspunt is dat inwoners zo zelfstandig mogelijk wonen,leven en deel neme aan de samenleving. Er is een kanteling van ‘zorgen voor naar zorgen dat’ en gaat uit van het principe dat er meer verantwoordelijkheid naar de burger gaat en zo veel als mogelijk is op eigen kracht geregeld wordt. Er wordt minder geregeld vanuit de (centrale) overheid, als er ondersteuning nodig is dan wordt deze dicht bij de mensen georganiseerd.Om echt te kunnen participeren hebben mensen basisvaardigheden nodig, op het gebied van de taal, het rekenen (budgetteren) en digitale vaardigheden.De Participatiewet gaat er van uit dat alle mensen als volwaardige burgers mee doen aan onze samenleving. Bij voorkeur via een reguliere baan, maar als dat (nog) een brug te ver is, door op een andere manier te participeren in de samenleving.De beschikbare cursistplaatsen in de volwasseneneducatie worden benut voor mensen, met een participatieachterstand.De gemeenten Overbetuwe en Lingewaard geven voorrang aan:• Mensen in een uitkeringssituatie, die hoog op de trede van de participatieladder staan om via scholing de kortste weg naar werk te volgen.• Laaggeletterden met of zonder uitkering.• Niet-uitkeringsgerechtigden, die hun taal willen verbeteren (oudkomers en vrijwillige inburgeraars)• ArbeidsmigrantenDe gemeente is verantwoordelijk voor de werving en toeleiding. Gezien de prioriteit die ligt bij de uitkeringsgerechtigden begint de werving onder de klanten van Werk & Inkomen.

Jaarlijks brengen de gemeenten in beeld welke educatieve behoeften bestaan bij grote groepen volwassenen met een laag tot zeer laag opleidingsniveau en maakt afspraken met Rijn IJssel om dit aanbod te realiseren.

5

Ri

jn

I

Js

se

l

Ev

al

ua

ti

e

20

12

O

ve

rb

et

uw

e

Li

ng

ew

aa

rd

2. Gerealiseerd aanbod 2013

*) Door flexibele in- en uitstroom van cursisten gedurende het hele jaar kunnen er meerdere cursisten gebruik maken van 1 cursistplaats op jaarbasis.

De gemiddelde duur van een NT2 traject is zes à negen maanden. De alfabetiseringstrajecten en trajecten Taal & Rekenen voor laaggeletterden variëren van zes maanden tot twee jaar.

NT2 AlfabetiseringstrajectenDoor de wetswijziging Educatie én de wijziging van de Inburgeringswet mogen vanaf 1 januari 2013 alleen alfabetiseringstrajecten onder de WEB aangeboden worden aan niet-inburgeringsplichtigen. Inburgeraars zijn zelf verantwoordelijk geworden voor het inkopen van een inburgeringstraject en mogen niet deelnemen aan het gesubsidieerde onderwijs. De doelgroep Inburgeringsplichtigen bestaat alleen nog uit nieuwkomers, terwijl voorheen de doelgroep oudkomers ruim 50% van de doelgroep Inburgeringsplichtigen uitmaakten.Door deze wijziging is het aantal deelnemers aan een alfabetiseringstraject onder de WEB drastisch afgenomen. In 2013 waren er slechts twee alfabetiseringscursisten (onder de WEB). Deze ontwikkeling is gelijk aan de landelijke trend.Inmiddels hebben we een grote expertise met betrekking tot de specifieke aanpak van deze doelgroep. Een alfabetiseringstraject moet meer zijn dan het leren lezen en schrijven, gericht op instroom in een inburgeringstraject. Alfabetiseringscursisten hebben jarenlang in een situatie geleefd dat ze zichzelf hier niet of nauwelijks konden redden. Ze zijn als het ware gehospitaliseerd: ze moeten zelfvertrouwen opbouwen en het lef krijgen zaken zelf op te pakken en actief te gaan deelnemen aan de Nederlandse samenleving. We zien dat dit in de praktijk ook zo werkt: een aantal cursisten is op fietsles gegaan en komen nu op de fiets naar school. Ze kunnen nu de verkeersborden lezen en hoeven dus niet meer de bus te pakken. Empowerment en gespreksvaardigheid zijn, naast het leren lezen en schrijven, dan ook belangrijke onderdelen ter ondersteuning van het alfabetiseringstraject.

Ri

jn

I

Js

se

l

Ev

al

ua

ti

e

20

13

O

ve

rb

et

uw

e

Li

ng

ew

aa

rd

Soort traject Gepland aantal cursistenplaatsen Werkelijk aantal deelnemersNT2 Alfabetisering 6 2NT2 Basisniveau 12 3NT2 Staatsexamen 14 17Taal & rekenen 1F/2F 47 49 Overgangstrajecten 25 18Totaal 104 89

gemeente Overbetuwe

Soort traject Gepland aantal cursistenplaatsen Werkelijk aantal deelnemersNT2 Alfabetisering 6 0NT2 Basisniveau 12 0NT2 Staatsexamen 6 8Taal & rekenen 1F/2F 40 61 Overgangstrajecten 27 28Totaal 91 97

gemeente Lingewaard

6

Ri

jn

I

Js

se

l

Ev

al

ua

ti

e

20

13

O

ve

rb

et

uw

e

Li

ng

ew

aa

rd

NT2 BasisniveauVoor inburgeraars die het examen behaald hebben, is het mogelijk om via Educatie te werken aan taalniveauverhoging. Veel inburgeraars maken hier gebruik van: het niveau van het inburgeringsexamen is in veel gevallen nog onvoldoende. Een groot deel van de inburgeraars wil uiteindelijk het taalniveau (A2) behalen, dat nodig is voor naturalisatie. Voorheen waren de gemeente verantwoordelijk voor de toeleiding van de inburgeraars. Vanaf 2013 is de gemeente verantwoordelijk voor de werving en toeleiding van de WEB-cursisten. Het afgelopen jaar is hier in geïnvesteerd door samenwerkingsafspraken te maken met Werk & Inkomen. Er is een productcatalogus opgesteld, zodat alle casemanagers goed op de hoogte zijn van de mogelijkheden.

NT2 StaatsexamenVoor (in het land van herkomst) hoger opgeleiden, die het inburgeringsexamen behaald hebben of niet inburgeringsplichtig zijn, is er een speciaal taaltraject gericht op het behalen van het diploma Staatsexamen 1 of 2. Met dit diploma is het mogelijk om verder te studeren binnen het mbo/hbo of op dat niveau aan het werk te gaan.Naast de vaardigheden lezen, luisteren, spreken en schrijven is er veel aandacht voor uitbreiding van de woordenschat en de grammatica.

Taal en Rekenen 1F/2FHet gaat om de beheersing van fundamentele basisvaardigheden met het oog op zelfredzaamheid van volwassenen (niveau 1F) én op het ingangsniveau van het beroepsonderwijs (2F). Het leren omgaan met de computer of andere digitale hulpmiddelen vindt alleen nog plaats als onderdeel van een opleiding Nederlandse taal en rekenen. Een cursus Budgetteren mag onder een opleiding Rekenen geplaatst worden, indien voldaan wordt aan de standaarden en eindtermen die voor rekenen worden vastgesteld.Ook voor deze trajecten ligt de prioriteit bij deelnemers met een uitkering, die een grotere of kleinere afstand tot de arbeidsmarkt hebben. Er is nog weinig toeleiding van met name autochtonen vanuit het bestand van Sociale zaken. Het is voor de casemanagers moeilijk om de juiste doelgroep te herkennen, aangezien de mensen zelf hun problematiek goed verbergen en dit moeilijk bespreekbaar willen maken.We zijn de mogelijkheden aan het onderzoeken om de doelgroep op te sporen door gebruik te maken van een scan, die daar speciaal voor ontwikkeld is door de Stichting Lezen & Schrijven.In de gemeente Lingewaard maken veel allochtonen gebruik van de trajecten Taal & Rekenen; hun taalvaardigheid is op een zodanig niveau dat ze geen speciaal NT2-traject (het leren van een tweede taal) meer hoeven te volgen.De gemeente Lingewaard heeft actief gewerkt aan het toeleiden van de cursisten. Door middel van een brief werden deelnemers (uitkeringsgerechtigden van Werk &Inkomen) uitgenodigd om open lessen bij te wonen. Zeker 50 mensen bezochten de informatiebijeenkomst. Daarna hebben ongeveer 30 mensen lessen bijgewooond. Redenen waarom men niet startte met de lessen waren: werk gevonden, privéomstandigheden, dagdeel komt niet uit of zeer beperkte leervraag. Uiteindelijk heeft deze actie heeft geleid tot een instroom van 13 nieuwe cursisten en één nieuwe vrijwilligerDe gemeente Overbetuwe heeft actief geworven voor deelnemers die problemen hebben op het gebied van Budgetteren. Deze actie heeft geleid tot een instroom van 17 cursisten, speciaal gericht op rekenen/budgetteren. Voor sommigen was deze cursus een eyopener. “Ik ben in ieder geval gestopt met roken, scheelt me €12,00 per week.” “Mijn goede voornemen voor 2014 is dat ik mijn problemen wil oplossen”. “Ik dacht aan het begin van de cursus weinig te kunnen leren, maar ik heb in de cursus geleerd om kennis om te zetten in gedrag”. Er is een speciale werkbijeenkomst geweest met de consulenten en werkcoaches van de gemeente Overbetuwe, gericht op het herkennen en signaleren van laaggeletterdheid en het toeleiden van deze cliënten naar het Rijn IJssel.

Ri

jn

I

Js

se

l

Ev

al

ua

ti

e

20

13

O

ve

rb

et

uw

e

Li

ng

ew

aa

rd

7

Ri

jn

I

Js

se

l

Ev

al

ua

ti

e

20

13

O

ve

rb

et

uw

e

Li

ng

ew

aa

rd

OvergangstrajectenGezien het cruciale belang van geletterdheid is het brede aanbod van bekostigde educatieactiviteiten wettelijk beperkt tot opleidingen Nederlandse taal en rekenen (en NT2).Cursisten, die in 2012 gestart zijn met een traject Sociale redzaamheid of een traject gericht op participatie mogen die traject afmaken in 2013. Al deze trajecten vallen onder de noemer Overgangstrajecten.

3. Werving en toeleiding van laaggeletterdenIn Nederland zijn 1,3 miljoen mensen tussen de 16 en 65 jaar laaggeletterd. Dat staat gelijk aan zeker 1 op de 9 Nederlanders in deze leeftijdscategorie. 65% van de laaggeletterden zijn autochtoon en 43% is werkloos of inactief.

“We leven in een digitale kennissamenleving. Het huidige kabinet streeft ernaar in 2017 alle overheidsdiensten digitaal aan te bieden. Veel mensen hebben beperkte (digitale) basisvaardigheden, die belemmeren hen om hier optimaal gebruik van te maken. Onderzoek toont aan dat het hier gaat om 3 tot 4 miljoen Nederlanders (uit: Feiten & cijfers geletterdheid, 2013, Stichting Lezen & Schrijven in samenwerking Universiteit van Maastricht, ECBO, PWC en SEO).Dat zelfde onderzoek toont aan dat een betere taalbeheersing er voor zorgt dat mensen zelfredzamer, sociaal actiever en gelukkiger zijn:• 60-80% heeft een betere taalbeheersing na het volgen van een taaltraject en krijgt een betere plek in de samenleving. • Investeren in vermindering van laaggeletterdheid leidt tot een betere economische situatie, waaronder een betere arbeidsmarktpositie en beter functioneren van werknemers. Of zoals één van de cursisten het verwoordde: “Vroeger mocht ik de computer alleen afstoffen, nu werk ik er lekker op als de kinderen op school zitten”.

Tot nu toe heeft het accent in Nederland vooral gelegen op lezen en schrijven.De eisen om maatschappelijk volwaardig te kunnen functioneren worden echter steeds hoger.Dit heeft geleid tot vernieuwing van het begrip geletterdheid:Laaggeletterdheid omvat luisteren, spreken, lezen, schrijven, gecijferdheid en in dat kader het gebruiken van alledaagse technologie om te communiceren en om te gaan met informatie.

Door de wetswijziging in de Educatie is de toeleiding en werving van laaggeletterden de verantwoordelijkheid van de gemeente zelf geworden.De regio Arnhem heeft hier op ingespeeld door een ‘aanjager laaggeletterdheid’ aan te stellen, die afspraken kan maken over de toeleiding van Werk & Inkomen, sociale werkvoorziening, UWV en dergelijke.De landelijke Sichting Lezen & Schrijven heeft de regio Arnhem, op grond van haar expertise, uitgekozen als pilotregio.Doel van de pilot is het verminderen en voorkomen van laaggeletterdheid in de regio via twee sporen:1. Zorgen dat het regionale aanbod bekend is (ook het informele aanbod).2. Zorgen dat op de vindplaatsen laaggeletterdheid wordt herkend en doorverwezen:• Er is een Bondgenootschap voor Geletterdheid opgericht, daarin werken 30 organisaties en bedrijven -, waaronder de 9 gemeenten- samen om ieder hun eigen rol op te pakken in de aanpak van laaggeletterdheid.

Ri

jn

I

Js

se

l

Ev

al

ua

ti

e

20

13

O

ve

rb

et

uw

e

Li

ng

ew

aa

rd

8

Ri

jn

I

Js

se

l

Ev

al

ua

ti

e

20

12

O

ve

rb

et

uw

e

Li

ng

ew

aa

rd

Ri

jn

I

Js

se

l

Ev

al

ua

ti

e

20

13

O

ve

rb

et

uw

e

Li

ng

ew

aa

rd

• Daarbij krijgen ze ondersteuning en scholing:ze worden geëquipeerd om laaggeletterden te herkennen en door te verwijzen naar de juiste instelling Potentiële deelnemers schamen zich voor hun laaggeletterdheid en houden hun “geheim” angstvallig stil.

Enkele cursisten zijn actief als ambassadeur voor laaggeletterden, zij zijn ervaringsdeskundige en hebben een speciale training gevolgd om als ambassadeur te kunnen optreden. Onze ambassadeurs worden ingezet ten behoeve van de werving: een eigen verhaal heeft immers de meeste impact. Jos Niels, die een boek geschreven heeft over zijn leven als laaggeletterde en inmiddels toegetreden is tot het landelijk bestuur van de Stichting ABC, is inmiddels ver buiten de regio bekend.

9

Ri

jn

I

Js

se

l

Ev

al

ua

ti

e

20

12

O

ve

rb

et

uw

e

Li

ng

ew

aa

rd

Ri

jn

I

Js

se

l

Ev

al

ua

ti

e

20

13

O

ve

rb

et

uw

e

Li

ng

ew

aa

rd

In de maand januari was de fototentoonstelling, geopend door wethouder Frank van Rooijen, met betrekking tot het thema laaggeletterdheid te zien in het gemeentehuis te Elst.Er waren lesbezoeken in de bibliotheek waarbij deelnemers uitleg kregen over de werkwijze van de bibliotheek. Alle deelnemers kregen een gratis abonnement .In Lingewaard krijgen maandelijks twee lesgroepen een les in de bibliotheek. De les gaat steeds over een ander thema. Thema’s waren: feestdagen, politiek, vakantie. In de bibliotheek liggen dan de boeken klaar die gaan over dit onderwerp. Ook oefenen deelnemers met het gebruik van de pc in de bibliotheek. In Bemmel en Huissen is er wekelijks een leesclub waarbij ambassadeurs samen lezen met allochtone bezoekers. In Huissen bestaat de leesclub uit zes personen en in Bemmel uit acht personen. We werken samen met de Joannesschool (school voor Praktijkonderwijs). Samen organiseren we een Avondschool. Er waren drie aanmeldingen via deze school.Ambassadeur Jos Niels heeft meegewerkt aan een interview voor een plaatselijke krant ‘kern 7’ en een foto van Mientje Muller staat in het Kinkelboekje.

In de Overbetuwe zijn De Lions zeer actief op het gebied van bestrijding van laaggeletterdheid.In samenwerking met het Rijn IJssel en de gemeente Overbetuwe is het initiatief genomen tot een taaloffensief binnen de regio. In de Overbetuwe zijn er voldoende cursussen beschikbaar doch het blijkt zeer moeilijk om de laaggeletterden te bereiken en in het opleidingstraject op te nemen.De initiatiefnemers hebben op 12 september een startbijeenkomst gehouden en hebben een groot draagvlak aangetroffen voor de oprichting van een bondgenootschap dat samen wil werken aan een aanvalsplan tegen laaggeletterdheid.

Eind januari 2014 hebben 19 organisaties hun handtekening gezet onder het convenant ‘Bondgenootschap voor Geletterdheid tussen Rijn en Waal’ en hebben nog eens 21 organisaties aangegeven van plan te zijn dit te gaan doen. De activiteiten van het Bondgenootschap zijn te volgen via de website www.allemaallezenenschrijven.nl. Een mooi voorbeeld van een lokale aanpak, waarbij het initiatief vanuit de organisaties zelf komt. In 2013 zijn er 3 cursisten toegeleid door de verschillende bondgenoten.

10

Ri

jn

I

Js

se

l

Ev

al

ua

ti

e

20

13

O

ve

rb

et

uw

e

Li

ng

ew

aa

rd

4. Inburgeren in Lingewaard

Vanaf 1997 verzorgt Rijn IJssel de inburgering in de gemeente Lingewaard. In eerste instantie was er sprake van verplichte winkelnering bij de ROC’s; met ingang van de nieuwe Wet Inburgering (WI) is de markt vrijgegeven en is er via een aanbestedingsprocedure een contract afgesloten met de beste aanbieder. Bij de aanbestedingsprocedure is Rijn IJssel als beste aanbieder naar voren gekomen (in 2008), het contract is in inmiddels verlengd voor 2012 en 2013.Rijn IJssel voert alle inburgeringsprofielen uit (Werk, OGO, Maatschappelijke Participatie en Ondernemerschap en de Staatsexamentrajecten). De lessen worden gegeven vanuit onze locatie in Bemmel (De Kinkel).

Waarborg kwaliteit Rijn IJssel heeft een erkenning als exameninstituut voor het afnemen van praktijkexamens Inburgering; het examenbureau voert de praktijkexamens uit voor diverse aanbieders uit de regio.Vanaf 1 januari 2007 is Rijn IJssel in het bezit van het Keurmerk Inburgeren; hiervoor wordt jaarlijks een audit door KIWA uitgevoerd om de kwaliteit te meten op het gebied van deskundigheid personeel, slagingspercentage, tevredenheid cursisten en opdrachtgevers, afhandeling klachten en borging van het privacyreglement. Daarnaast valt Rijn IJssel onder het toezicht van de Onderwijsinspectie. De Inspectie van het Onderwijs is zeer te spreken over het betrekken van onafhankelijke deskundigen bij de beoordeling van de kwaliteit van het onderwijs. Men constateerde een hoge intensiteit van tevredenheidsonderzoeken onder belanghebbenden, met een prima respons, een goede analyse van de uitkomsten en een sterke relatie tussen de uitkomsten van de onderzoeken en de verbeteractiviteiten. De Inspectie stelde tevens vast dat er een sterke dialoog met de opdrachtgevers is over de beoogde en gerealiseerde onderwijsprestaties.

Rijn IJssel heeft een groot netwerk in de gemeente Lingewaard en werkt samen met de verschillende gemeentelijke diensten en lokale organisaties. Inmiddels is er een ruim stagebestand opgebouwd met een grote diversiteit. Bij deze organisaties en bedrijven plaatst Rijn IJssel geregeld inburgeraars voor een stageplaats: je leert de taal en de Nederlandse samenleving immers het beste kennen door te participeren.

Aantal deelnemers contract 162 (waarvan 18 voortrajecten alfabetisering)Inburgering (2008 t/m 2013) Aantal uitgestroomde deelnemers contract Inburgering 128Nog lopende trajecten 34Aantal geslaagden 78% Tevredenheid opdrachtgevers in 2013 volgens Keurmerk rapportcijfer 7,8 ( landelijk 7,4) Tevredenheid cursisten in 2013 volgens Keurmerk rapportcijfer 8,4 (landelijk 7,6)

Rendement

11

Ri

jn

I

Js

se

l

Ev

al

ua

ti

e

20

13

O

ve

rb

et

uw

e

Li

ng

ew

aa

rd

Rijn IJssel heeft ruime ervaring in het werken met flexibele instroom van cursisten. Flexibiliteit vraagt om een sterke organisatie qua omvang, faciliteiten en ervaring.Cursisten zijn zeer betrokken bij hun ‘school’. De locatie is ingericht op volwassen cursisten en er is een Open Leer Centrum, voorzien van computers met alle relevante multimediale lesmethoden, waardoor de cursist zowel overdag als ’s avonds zelfstandig verder kan werken.Er zijn korte lijnen met de gemeente: ieder kwartaal is er een voortgangsoverleg en wordt de kwartaalrapportage Inburgering besproken. De voortgang van de individuele cursist wordt bijgehouden in halfjaarlijkse rapportages en, indien nodig, is er direct contact tussen de docent en de casemanager. Op deze manier wordt voorkomen dat er veelvuldig verzuim is en kan voortijdige uitval uit het traject voorkomen worden.

Ri

jn

I

Js

se

l

Ev

al

ua

ti

e

20

13

O

ve

rb

et

uw

e

Li

ng

ew

aa

rd

Totaal aantal deelnemers 162 Voortijdige uitval: 17Reden: • verhuizing 7 • Medische reden 2 • Weigert medewerking 1 • overig 7

Voortijdige uitval

12

Ri

jn

I

Js

se

l

Ev

al

ua

ti

e

20

12

O

ve

rb

et

uw

e

Li

ng

ew

aa

rd

5. VAVOVeranderingen in 2013Voor Rijn IJssel VAVO betekende 2013 een jaar met grote veranderingen in de financiering. Tot 2013 werd Rijn IJssel VAVO gefinancierd via de educatiegelden van de gemeentes. Vanaf 1 januari 2013 wordt Rijn IJssel VAVO voor een belangrijk deel rechtstreeks door het Rijk gefinancierd. Daarbij zijn 2013 en 2014 overgangsjaren. Het VAVO ontvangt een budget op basis van eerdere jaren. Voor het VAVO van Rijn IJssel betekende dat een groei van het budget, helaas ten koste van de gelden voor de overige educatie.De teldatum van 1 oktober 2013 is, samen met een vergoeding op basis van het diplomarendement in 2013, bepalend voor de hoogte van de vergoeding in 2015.

Deze verandering in de financiering betekent ook dat Rijn IJssel VAVO voor de laatste keer verantwoording aflegt in het jaarverslag; niet over 2013, maar over de leerlingen die op 1 oktober 2012 ingeschreven stonden. Het betreft dus een verantwoording over het schooljaar 2012-2013.

Terwijl we, vanwege strengere exameneisen in het voortgezet onderwijs (VO), meer studenten verwachtten, nam het aantal studenten licht af. We kregen minder leerlingen via de ‘Rutte regeling’; de uitbesteding vanuit het Voortgezet Onderwijs. Het aantal WEB-leerlingen nam toe, van 118 in 2011 naar 159 in 2012. Zij realiseerden 95640 onderwijsuren. Ter informatie: op 1 oktober 2013 stonden 221 Leerlingen ingeschreven op Rijksfinanciering; de ingezette groei zet door. Rijn IJssel VAVO heeft daarmee in 2013 meer studenten bediend dan budgettair mogelijk was. We hadden becijferd dat we op basis van het budget zo’n 135 leerlingen konden inschrijven, die 73316 uur zouden realiseren. 256 studenten stonden op 1 oktober 2012 ingeschreven via de ‘Rutte regeling’. Op 1 oktober 2013 waren dat er 208, exclusief de ISK-leerlingen.

ProbleemjongerenOf jongeren succesvol zijn op Rijn IJssel VAVO hangt, net als elders in het onderwijs, af van verschillende factoren. Voor een deel van hen verloopt de schoolloopbaan moeizaam, omdat zij te maken hebben met persoonlijke problemen. Het kan bijvoorbeeld gaan om een moeilijke thuissituatie of gezondheidsproblemen. Een flinke groep jongeren heeft te maken met gedragsproblemen of gedragsstoornissen. Dat kan uiteenlopen van faalangst of autistische stoornissen tot agressief gedrag. De mate waarin studenten van een opleiding te maken hebben met dit soort problematiek is van invloed op het succes van de opleiding, in dit geval het slagingspercentage.

Als indicator voor de zwaarte van de problematiek waarmee de studenten van Rijn IJssel VAVO te maken hebben, kijken we naar het aantal verschillende typen problemen dat zij hebben. Hoe meer verschillende soorten problemen, hoe zwaarder de totaalproblematiek. We onderscheiden daarbij gedragsproblemen, persoonlijke problemen (thuis, gezondheid) en leerproblemen.

Binnen de hele populatie van Rijn IJssel VAVO heeft een derde te maken met meervoudige problematiek. In de vwo-groep ligt dat percentage lager en in de vmbo-groep het hoogst. Een derde van de studenten is op geen enkel probleem geïndiceerd.

Ri

jn

I

Js

se

l

Ev

al

ua

ti

e

20

13

O

ve

rb

et

uw

e

Li

ng

ew

aa

rd

13

Ri

jn

I

Js

se

l

Ev

al

ua

ti

e

20

12

O

ve

rb

et

uw

e

Li

ng

ew

aa

rd

De slaagkans ligt het hoogst bij studenten die instromen zonder voorgaand diploma (tweedekans havisten en vwo-ers) en die geen problemen hebben. Bij studenten die uitbesteed zijn door het VO ligt de slaagkans ook hoger. Het grote aantal jongeren met meervoudige problematiek heeft gevolgen voor het slagingspercentage in het vmbo. In die afdeling is het verzuim ook relatief groot. Omdat daar ook een deel van de studenten jonger dan 18 jaar is, is er voor die doelgroep een goed contact met het regionale meld en coördinatie centrum (RMC).

De groei van het aantal jongeren met (meerdere) problemen neemt de laatste jaren sterk toe. Rijn IJssel VAVO heeft aangetoond dat men, met de gekozen aanpak van traditioneel, klassikaal onderwijs, goede resultaten weet te behalen. De komende jaren zal Rijn IJssel VAVO nog meer uren inzetten op de begeleiding van de studenten.

ExamenresultatenRijn IJssel VAVO kan terugkijken op een succesvol examenjaar. De (kleine) afdeling vmbo bleef wat achter wat resultaten betreft, maar havo en vwo scoorden naar verwachting. De norm voor dit examenjaar is door de inspectie op gemiddeld 5,9 gesteld voor het centraal examen (CE). Het VMBO scoort iets daaronder. Rijn IJssel VAVO als geheel zit boven de norm.

Tussen haakjes staan telkens de cijfers van het schooljaar, 2011-2012:Rijn IJssel had in 2012 469 (495) ingeschreven studenten. In mei behaalden 218 (227) leerlingen rechtstreeks hun diploma. Na de herkansing behaalden nog eens 16 (16) leerlingen hun diploma. Totaal dus 234 (242) diploma’s. Dat is een rendement van 50 (49) %. Daarbij kan nog worden opgemerkt dat niet alle ingeschreven kandidaten het doel hadden een diploma te behalen. 308 (335) kandidaten hadden het plan om een diploma te behalen. 265 (296) zijn er daadwerkelijk gestart met het examen. Van die leerlingen behaalden er dus 88 (82) % een diploma. Het slagingspercentage is dus uitgaande van het aantal op 1 oktober 76 (73) %. Alle cijfers zijn overigens zonder de leerlingen die we hebben vanuit de Internationale Schakel Klas (ISK). Deze uitbestede leerlingen zitten formeel in een voorexamenklas. Op jaarbasis zijn het er zo’n 80.

Voor uitgebreidere informatie over de examens verwijzen we naar het examenverslag, op verzoek beschikbaar.

Ri

jn

I

Js

se

l

Ev

al

ua

ti

e

20

13

O

ve

rb

et

uw

e

Li

ng

ew

aa

rd

Aantal leerlingen die op 1 oktober Aantal diploma’s Percentage diploma wilden halenHAVO (40) (24) (60) VMBO (176) (121) (69)VWO (119) (97) (82)Totaal 335 242 73

Afdeling Aantal SE CE HAVO 517 6,04 6,43 VMBO 166 6,12 5,76 VWO 409 6,32 6,04

14

Ri

jn

I

Js

se

l

Ev

al

ua

ti

e

20

13

O

ve

rb

et

uw

e

Li

ng

ew

aa

rd

Vanaf 1 januari 2013 wordt Rijn IJssel VAVO rechtstreeks uit de Rijkskas bekostigd. Dit is dus het laatste verslag van Rijn IJssel VAVO.

Op 1 oktober 2012, de teldatum die gebruikt wordt voor het verslagjaar 2013, stonden er vanuit Lingewaard acht (2012:6) studenten en vanuit Overbetuwe 21 (2012:8) studenten op WEB-gelden ingeschreven bij Rijn IJssel VAVO. Samen realiseren ze resp. 5200(2640) en 11160 (3960) onderwijsuren. Van de studenten uit Lingewaard probeerden twee studenten een diploma te behalen; één student behaalde een diploma maar er werden ook zeven certificaten uitgereikt.Van de studenten uit Overbetuwe probeerden zes studenten een diploma te behalen, twee behaalden dit diploma ook, een tegenvallend resultaat. Wel werden er 31 certificaten uitgereikt.

15

Ri

jn

I

Js

se

l

Ev

al

ua

ti

e

20

13

O

ve

rb

et

uw

e

Li

ng

ew

aa

rd

6. Kwaliteitszorg

Visie op kwaliteitszorgRijn IJssel gaat uit van een integrale visie op kwaliteit en kwaliteitszorg. Uitgangspunt hierbij is dat de verantwoordelijkheid voor kwaliteit een gedeelde verantwoordelijkheid is. Alle medewerkers van Rijn IJssel dragen verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van hun eigen handelen. Het eigen handelen is hierbij afgestemd op de belangen van studenten, collega’s, de doelstellingen van Rijn IJssel en de daartoe behorende onderdelen. Kwaliteitszorg is bij Rijn IJssel dus meer dan alleen een kwaliteitszorgsysteem of een meetsysteem. Het gaat ook, of misschien juist, over gedrag en houding. Gedrag en houding waarbij ieder individu en ieder onderdeel van Rijn IJssel zich bewust is van de effecten van zijn of haar handelen, hier af en toe bij stil staat en op basis daarvan probeert zijn of haar handelen aan te passen. Kwaliteitszorg is voor Rijn IJssel ook het zichtbaar maken van de kwaliteit van het onderwijs en de organisatie. Systematische kwaliteitszorg en het systeem van kwaliteitszorg hebben daarbij niet alleen waarde voor Rijn IJssel zelf, maar is ook een verantwoordingsmiddel naar studenten, het beroepenveld, de opdrachtgevers, de medewerkers als ook de inspectie en de maatschappij. De integrale visie op kwaliteitszorg betekent dan ook dat gedrag en systeem op elkaar moeten worden afgestemd en elkaar dienen te versterken. Integraal betekent voor Rijn IJssel ook dat kwaliteitszorg betrekking heeft op al onze activiteiten. Kwaliteitszorg gaat dus zowel over onderwijskwaliteit, als over bedrijfsvoering. Het gaat over de mate waarin wij erin slagen onze (maatschappelijk relevante) doelen te realiseren. De kwaliteitscyclus (plan, do, check, act) is dan ook geïntegreerd met onze beleidscyclus.We doen de dingen die we doen (organisatie) om iets tot stand te brengen (resultaten). Resultaten zijn hierbij niet alleen beperkt tot onderwijsresultaten en/of financiële resultaten, maar hebben eveneens betrekking op de waardering (tevredenheid) van studenten, het beroepenveld, de opdrachtgevers, de medewerkers en bijvoorbeeld de onderwijsinspectie. Kortom we dienen ons continu af te vragen waarom we de dingen doen die we doen. Welke afspraken (plannen) hebben we onderling gemaakt? Hoe zijn die afspraken tot stand gekomen? Komen we die afspraken na (uitvoeren)? Evalueren (toetsen) we het effect van de gemaakte afspraken? Zijn afspraken ook vastgelegd? Is er voldoende draagvlak voor de gemaakte afspraken? Worden afspraken aangepast indien daar aanleiding toe is (bijstellen)?

ZelfevaluatieOm de kwaliteit en effectiviteit van het onderwijs te borgen worden cijfers geanalyseerd en wordt aan betrokkenen gevraagd wat hun mening is over het onderwijs. Deze gegevens worden gebruikt bij de tweejaarlijkse zelfevaluatie van de onderwijsteams. De criteria waarop de teams zich zelf beoordelen zijn:• Programma• Leerproces• Begeleiding• Omgang en Veiligheid• KwaliteitszorgDeze monitoring van de onderwijskwaliteit vormt de basis voor kwaliteitsverbetering. Indien nodig worden verbeteracties opgenomen in het teamcontract.

Ri

jn

I

Js

se

l

Ev

al

ua

ti

e

20

13

O

ve

rb

et

uw

e

Li

ng

ew

aa

rd

16

Ri

jn

I

Js

se

l

Ev

al

ua

ti

e

20

13

O

ve

rb

et

uw

e

Li

ng

ew

aa

rd

Keurmerk Inburgering Het keurmerk wordt afgegeven door Stichting Blik op Werk. Elk jaar voert KIWA een audit uit en wordt het keurmerk al dan niet verlengd. Na de audit in 2013 constateerde KIWA dat Rijn IJssel voldoet aan alle criteria.

De prestatie-indicatoren, onderverdeeld naar aandachtsgebied, zijn:

Algemeen CursuscontractDoorlooptijden 1. Doorlooptijd tot start cursus 2. Doorlooptijd cursusResultaten 3. Eindresultaat cursus 4. Slagingspercentage 5. Contractprestatie collectieve contractenBegeleiders 6. Bekwaamheid begeleidersOrganisatie 7. Privacyreglement 8. KlachtenmanagementTevredenheid 9. Tevredenheid cursisten 10.Tevredenheid opdrachtgevers Toezichtskader Inspectie van OnderwijsAan de hand van verantwoordingsdocumenten van de instelling maakt de Inspectie van Onderwijs jaarlijks een risico-inventarisatie. Indien er risico’s worden gesignaleerd, komt de Inspectie de school bezoeken en voert een nader onderzoek uit. Hieronder de criteria uit het waarderingskader:

1. Naleving wettelijke vereisten2. Opbrengsten3. Onderwijsproces: Samenhang Maatwerk Didactisch handelen Leertijd Leeromgeving Intake en plaatsing Studieloopbaanbegeleiding Zorg Beroepspraktijkvorming/Stage4. Kwaliteit van het leraarschap: Didactisch handelen Betrokkenheid docenten Professionalisering van docenten5. Examinering en diplomering: Exameninstrumentarium Afname en beoordeling Diplomering

17

Ri

jn

I

Js

se

l

Ev

al

ua

ti

e

20

13

O

ve

rb

et

uw

e

Li

ng

ew

aa

rd

6. Kwaliteitsborging: Sturing Beoordeling Verbetering en verankering Dialoog en verantwoording7. Financiële continuïteit: Financiële positie Financiële beheersing

Bij het laatste Inspectieonderzoek in 2013 constateerde de Inspectie geen risico’s voor Rijn IJssel Educatie & Integratie.

Exameninstelling (KCE)Sinds 2007 is Rijn IJssel exameninstelling voor het praktijkdeel van het Inburgeringsexamen. Jaarlijks voert KCE (KwaliteitsCentrum Examinering) een audit uit om de kwaliteit te borgen.Deze audit is gericht op een vijftal auditaspecten met bijbehorende beoordelingscriteria:• Registratie en identificatie• Afname en beoordeling• Resultaatverwerking• Verantwoording• Afhandeling klachten, beroepszaken en fraude

Indien de exameninstelling voldoet aan alle aspecten, verlengt KCE de goedkeurende verklaring en daarmee de bevoegdheid tot het afnemen van praktijkexamens Inburgering.Na de jaarlijkse audit in 2013 constateerde KCE dat Rijn IJssel voldoet aan alle criteria.TevredenheidonderzoekenOpdrachtgeversEen onafhankelijk bureau van Blik op Werk houdt ieder jaar een tevredenheidonderzoek onder opdrachtgevers. In 2013 gaven de opdrachtgevers Rijn IJssel een 7,8.

DeelnemersHetzelfde onafhankelijke bureau van Blik op Werk houdt ook ieder jaar een tevredenheidonderzoek onder de inburgeraars. In 2013 gaven de inburgeraars Rijn IJssel een 8,4.Naast dit externe tevredenheidonderzoek bevraagt Rijn IJssel ook zelf iedere twee jaar de deelnemers van Educatie en Integratie. In 2013 kwam uit dit onderzoek een gemiddeld tevredenheidpercentage van 86% voor VAVO en 93% voor de rest van Educatie.

MedewerkersIedere twee jaar wordt een tevredenheidonderzoek gehouden onder het personeel. In 2012 gaf het personeel van Educatie en Integratie Rijn IJssel een 7,6. Het volgende onderzoek wordt gehouden in het najaar van 2014.

18

Ri

jn

I

Js

se

l

Ev

al

ua

ti

e

20

13

O

ve

rb

et

uw

e

Li

ng

ew

aa

rd

man 33%

vrouw 67%

Educatie Overbetuwe

man 27%

vrouw 73%

Educatie Lingewaard

Sekse

Lingewaard man vrouw TotaalVAVO 7 88% 1 13% 8educatie 26 27% 71 73% 97totaal 33 31% 72 69% 105

Overbetuwe man vrouw TotaalVAVO 13 62% 8 38% 21educatie 29 33% 60 67% 89totaal 42 38% 68 62% 110

man 87%

vrouw 13%

VAVO Lingewaard

man 62%

vrouw 38%

VAVO Overbetuwe

7. Bijlage: Cijfermatige gegevensDeze cijfers zijn de gegevens uit het cursistregistratiesysteem PeopleSoft.

19

Ri

jn

I

Js

se

l

Ev

al

ua

ti

e

20

13

O

ve

rb

et

uw

e

Li

ng

ew

aa

rdAchtergrond

Lingewaard autochtoon allochtoon TotaalVAVO 8 100% 0 0% 8educatie 28 29% 69 71% 97totaal 36 34% 69 66% 105

Overbetuwe autochtoon allochtoon TotaalVAVO 17 81% 4 19% 21educatie 24 27% 65 73% 89totaal 41 37% 69 63% 110

allochtoon 71%

autochtoon 29%

Educatie Lingewaard

allochtoon 0%

autochtoon 100%

VAVO Lingewaard

allochtoon 19%

autochtoon 81%

VAVO Overbetuwe

allochtoon 73%

autochtoon 27%

Educatie Overbetuwe

20

Ri

jn

I

Js

se

l

Ev

al

ua

ti

e

20

13

O

ve

rb

et

uw

e

Li

ng

ew

aa

rd

Leeftijdsopbouw

Lingewaard <20 20-30 30-40 40-50 50-60 >60 onb TotaalVAVO 5 3 0 0 0 0 0 8educatie 13 4 18 25 24 13 0 97totaal 18 7 18 25 24 13 0 105

Overbetuwe <20 20-30 30-40 40-50 50-60 >60 onb TotaalVAVO 16 5 0 0 0 0 0 21educatie 0 10 22 41 12 4 0 89totaal 16 15 22 41 12 4 0 110

Leeftijdsopbouw educatie Lingewaard 2013

13

4

18

25

13

24

<20 20-30 30-40 40-50 50-60 >60

0

5

10

15

20

25

Leeftijdsopbouw educatie Overbetuwe 2013

010

22

41

4

12

<20 20-30 30-40 40-50 50-60 >60

0

10

20

30

40

50

21

Ri

jn

I

Js

se

l

Ev

al

ua

ti

e

20

13

O

ve

rb

et

uw

e

Li

ng

ew

aa

rd

VAVO deelnemers per 1-10-2012 VAVO aanbod per 1-10-2012

Lingewaard VMBO HAVO VWO Totaal VMBO HAVO VWO TotaalVAVO 1 6 1 8 2120 2880 200 5200

totaal 1 6 1 8 2120 2880 200 5200

VAVO deelnemers per 1-10-2012 VAVO aanbod per 1-10-2012

Overbetuwe VMBO HAVO VWO Totaal VMBO HAVO VWO TotaalVAVO 5 11 5 21 3000 5960 2200 11160

totaal 5 11 5 21 3000 5960 2200 11160

Educatie deelnemers 2013

Lingewaard ALFA NT2 BASIS NT2 STEX T&R 1F Overig. traject Totaaleducatie 0 0 8 61 28 97

totaal 0 0 8 61 28 97

Educatie deelnemers gerealiseerd aanbod 2013

Overbetuwe ALFA NT2 BASIS NT2 STEX T&R 1F Overig. traject Totaaleducatie 2 3 17 49 18 8

totaal 2 3 17 49 18 8

Educatie deelnemers gerealiseerd aanbod klokuren 2013

Overbetuwe ALFA NT2 BASIS NT2 STEX T&R 1F Overig. traject Totaaleducatie 334 712 334 2710 2533 6623

totaal 334 712 334 2710 2533 6623

Educatie deelnemers aanbod klokuren 2013

Lingewaard ALFA NT2 BASIS NT2 STEX T&R 1F Overig. traject Totaaleducatie 0 0 161 3902 3207 7270

totaal 0 0 161 3902 3207 7270

22

Ri

jn

I

Js

se

l

Ev

al

ua

ti

e

20

13

O

ve

rb

et

uw

e

Li

ng

ew

aa

rd

HAVOVMBO

VAVO aanbod uren 01-10-2012

0

1000

2000

3000

4000

5000

6000 LingewaardOverbetuwe

2120

3000 2880

5960

200

2200

VWO

NT2 BASIS

ALFA

Educatie gerealiseerd urenaanbod 2013

0500

1000

1500

2000

2500

3000

3500

4000 LingewaardOverbetuwe

0334 161 334

3902

32072710 2533

NT2 Stex

0

712

T&R 1F OVERG.TRAJECT

23

Ri

jn

I

Js

se

l

Ev

al

ua

ti

e

20

13

O

ve

rb

et

uw

e

Li

ng

ew

aa

rd

Rendement VAVO 2013

Overbetuwe diploma’s certificaten rendement behaald opgegaan behaald studentenVAVO 33,33 2 6 13 31 totaal 33,33 2 6 13 31

Rendement VAVO 2013

Lingewaard diploma’s certificaten rendement behaald opgegaan behaald studentenVAVO 50,00 1 2 4 7 totaal 50,00 1 2 4 7

ContactadresUtrechtsestraat 40/42, 6811 LZ ArnhemPostbus 5162, 6802 ED Arnhem026 [email protected]/educatie

UitvoeringslocatiesArnhem Utrechtsestraat 40/42, Arnhem026 3129200

De LiemersBabberichseweg 23, Zevenaar0316 524153

Overbetuwe/Lingewaard Pr. Irenestraat 49, Elst0481 377492

RenkumGroeneweg 14, Renkum0317 315474

Rheden e.o.Tellegenlaan 2, Dieren0313 450500