gemeente de haan verzoek tot raadpleging rup

18
baron ruzettelaan 35 | 8310 brugge | tel (050) 36 71 71 | fax (050) 35 68 49 | www.wvi.be gemeente De Haan verzoek tot raadpleging Rup ‘gedeeltelijke wijziging BPA villawijk Noordhoek’ plan_id: november 2011 05699

Upload: others

Post on 26-Apr-2022

2 views

Category:

Documents


0 download

TRANSCRIPT

Page 1: gemeente De Haan verzoek tot raadpleging Rup

baro

n ru

zett

elaa

n 35

| 8

310

brug

ge |

tel

(05

0) 3

6 71

71

| fa

x (0

50)

35 6

8 49

| w

ww

.wvi

.be

g e m e e n t e D e H a a nv e r z o e k t o t r a a d p l e g i n g

R u p ‘ g e d e e l t e l i j k e w i j z i g i n g B P A v i l l a w i j k N o o r d h o e k ’

p l a n _ i d :

n o v e m b e r 2 0 1 1

05699

Page 2: gemeente De Haan verzoek tot raadpleging Rup

1. inlichtingen en coördinaten van de initiatiefnemer ............................................................................................ 1

2. beschrijving en verduidelijking van het voorgenomen plan en in voorkomend geval redelijke alternatieven voor het plan of onderdelen ervan ....................................................................................................................... 12.1. beslissing tot opmaak .............................................................................................................................................. 12.2. doelstelling ............................................................................................................................................................... 12.3. situering van het plangebied .................................................................................................................................... 12.4. mogelijke alternatieven - nulalternatief .................................................................................................................... 12.4.1. mogelijke alternatieven ............................................................................................................................................ 12.4.2. nulalternatief ............................................................................................................................................................ 12.5. afbakening van het toepassingsgebied en de plan-merplicht .................................................................................. 2

3. een beschrijving en een inschatting van de mogelijke aanzienlijke milieu-effecten van het voorgenomen . plan of programma ................................................................................................................................................ 33.1. de gezondheid en de veiligheid van de mens .......................................................................................................... 53.2. de ruimtelijke ordening ............................................................................................................................................. 53.3. de biodiversiteit, de fauna en de flora ...................................................................................................................... 63.4. de energie- en grondstoffenvoorraden ..................................................................................................................... 73.5. de bodem ................................................................................................................................................................. 73.6. het water .................................................................................................................................................................. 93.7. de atmosfeer en de klimatologische factoren ........................................................................................................ 103.8. het geluid ................................................................................................................................................................113.9. het licht....................................................................................................................................................................113.10. de stoffelijke goederen ............................................................................................................................................113.11. het cultureel erfgoed, met inbegrip van het architectonisch en archeologisch erfgoed ......................................... 123.12. het landschap......................................................................................................................................................... 123.13. de mobiliteit ............................................................................................................................................................ 133.14. de samenhang tussen de genoemde factoren ...................................................................................................... 13

4. relevante gegevens met inbegrip van de redenen waarom de initiatiefnemer meent geen plan-mer te ........ moeten opmaken overeenkomstig art. 4.2.6, §1, 5° van het DABM ................................................................ 14

5. in voorkomend geval een beoordeling of het voorgenomen plan of programma grensoverschrijdende of . gewestgrensoverschrijdende aanzienlijke milieueffecten kan hebben .......................................................... 15

Page 3: gemeente De Haan verzoek tot raadpleging Rup

1w v i | n o v. ‘ 1 1 | v e r z o e k t o t r a a d p l e g i n g

1. inlichtingen en coördinaten van de initiatiefnemer

initiatiefnemer:Gemeentebestuur De HaanLeopoldlaan 248420 De Haancontactpersoon: [email protected]

opdrachthouder:WviBaron Ruzettelaan 358310 Assebroekcontactpersoon:planner Katrien Vervaet [email protected] Van Ackere [email protected] Luyckx [email protected]

2. beschrijving en verduidelij-king van het voorgenomen plan en in voorkomend geval redelijke alternatieven voor het plan of onderdelen ervan

Het plangebied van het RUP heeft betrekking op twee inbreidingsprojecten i.f.v. wonen, nl. t.h.v. een bestaande manege en een ingesloten braakliggend binnengebied (voorheen enkele tennisvelden).

2.1. beslissing tot opmaakBij beslissing van CBS van 31/12/2010 werd de wvi aangesteld als ontwerper van het RUP.

2.2. doelstellingHet RUP is een gedeeltelijke herziening van het BPA Villawijk - Noordhoek, dd. 25.09.1998.Onderhavig plangebied is binnen het huidige planin-strumentarium bestemd als enerzijds sportinrichting en anderzijds groenzone. Een bestemmingswijziging voor beide terreinen is bijgevolg noodzakelijk om verdichting i.f.v. huisvesting mogelijk te maken.

De verdichtingsprojecten dienen op een kwalitatieve manier geïntegreerd te worden en mogen in ieder geval geen aanleiding geven tot een typologie die een schaalbreuk veroorzaakt met de bebouwing in de onmiddellijke omgeving. Bepalingen worden opgeno-men rond :

� maximale dichtheid, cf. morfologie en typologie omgeving;

� maximale bouw - en kavelgrootte; � ééngezinswoningen i.f.v. permanente huisvesting

(dus geen tweede verblijven).

2.3. situering van het plangebied � het plangebied wordt begrensd door:

� deelgebied t.h.v. de Driftweg : � in het noorden: de Driftweg; � in het oosten: bebouwing t.h.v. de Ringlaan -

Noord / Ringlaan - Zuid; � in het zuiden: weiland / akkerland; � in het westen: Platanenlaan Oost.

� deelgebied t.h.v. de Ringlaan-Noord / Ringlaan-Zuid :

� in het noorden: bebouwing t.h.v. de Ringlaan - Noord;

� in het oosten: bebouwing t.h.v. Vogel-zanglaan;

� in het zuiden: bebouwing t.h.v. de Ringlaan - Zuid;

� in het westen: bebouwing t.h.v. de Sportlaan. � het op te maken RUP bestrijkt een gebied van bij

benadering 03 ha 34 a 62 ca en heeft betrekking op 2 projectzones i.f.v. huisvesting.

kaart : situering plangebied, stratenatlas

Page 4: gemeente De Haan verzoek tot raadpleging Rup

2 v e r z o e k t o t r a a d p l e g i n g | n o v. ‘ 1 1 | w v i

kaart : situering plangebied

2.4. mogelijke alternatieven - nulalternatief

2.4.1. mogelijke alternatievenDe opmaak van het RUP kadert binnen het GRS, defi-nitief aanvaard en goedgekeurd door de Deputatie op 16/08/2007.

2.4.2. nulalternatiefIndien het RUP niet wordt opgemaakt, dan blijven de huidige bestemmingen van het BPA van toepassing en kunnen de gebieden niet bebouwd worden i.f.v. huis-vesting.

2.5. afbakening van het toepassings-gebied en de plan-merplicht

fase 3: bepaling van de plicht tot opmaak van een plan-mer

Bij plannen en programma’s die ‘van rechtswege’ onderworpen zijn aan de plan-MER-plicht is er geen voorafgaande toetsing vereist daar er op onweer-legbare wijze wordt vermoed dat deze plannen en programma’s aanzienlijke milieueffecten kunnen heb-ben. Men onderscheidt twee groepen van plannen en programma’s:

� plannen en programma’s, of de wijziging ervan, die tegelijkertijd

� een kader vormen voor de toekenning van een vergunning voor de in bijlagen I en II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004 opgesomde projecten

� niet het gebruik regelen van een klein gebied op lokaal niveau, noch een kleine wijziging inhouden

� betrekking hebben op landbouw, bosbouw, vis-serij, energie, industrie, vervoer, afvalstoffenbe-heer, waterbeheer, telecommunicatie, toerisme en ruimtelijke ordening of grondgebruik (artikel 4.2.3, §2, 1° D.A.B.M.);

� plannen en programma’s of de wijziging ervan waarvoor, gelet op de mogelijke betekenisvolle effecten op speciale beschermingszones, een passende beoordeling vereist is uit hoofde van art. 36ter, § 3, eerste lid, van het decreet van 21 okto-ber 1997 betreffende het natuurbehoud en het na-tuurlijk milieu (artikel 4.2.1, tweede lid D.A.B.M.).

Voor een plan of programma dat overeenkomstig art. 4.2.1. plan-MER-plichtig is, en dat het gebruik bepaalt van een klein gebied op lokaal niveau of een kleine wijziging inhoudt, moet geen plan-MER worden opge-maakt voor zover de initiatiefnemer aantoont dat het plan of programma geen aanzienlijke milieu-effecten kan hebben (art. 4.2.3. § 3 D.A.B.M.)

De administratie kan een plan dat van rechtswege plan-MER-plichtig is na een gemotiveerd verzoek van de initiatiefnemer het voorgenomen plan of program-ma ontheffen van de van de verplichtingen inzake mi-lieueffectrapportage als de administratie oordeelt dat:

� Het voorgenomen plan of programma een uitwerking, wijziging, herziening of voortzetting inhoudt van een plan of programma waarvoor er reeds eerder een plan-MER werd goedge-keurd en een nieuw plan-MER redelijkerwijze geen nieuwe of extra gegevens betreffende aanzienlijke milieu-effecten kan bevatten; of

� Indien in het kader van andere rapportages of beoordelingen reeds een systematische en wetenschappelijk verantwoord analyse en evaluatie van de te verwachten gevolgen voor mens en milieu gemaakt werd die voldoet aan de essentiële kenmerken van een plan-MER. (art. 4.2.3. § 3bis D.A.B.M.)

Het RUP is niet van rechtswege onderworpen aan de plan-mer-plicht want het vormt niet het kader voor de toekenning van een vergunning voor een project op-gesomd in bijlage I of II van het Besluit van de Vlaam-se Regering van 10-12-2004, het regelt het gebruik van een relatief klein gebied op lokaal niveau (totale oppervlakte RUP is bij benadering 03 ha 34 a 62 ca), het houdt de omzetting in van een zone voor sportin-richting (manege) en een groenzone (deels verlaten

Page 5: gemeente De Haan verzoek tot raadpleging Rup

3w v i | n o v. ‘ 1 1 | v e r z o e k t o t r a a d p l e g i n g

tennis en deels weide) naar woonzone en het heeft betrekking op de ruimtelijke ordening.Het plangebied t.h.v. de manege Camargue grenst ten zuiden aan ‘beschermd duinengebied’, noordelijk aan ‘habitatrichtlijngebied’. De herbestemming naar woongebied i.f.v. een grondontsloten eengezinswo-ningtypologie veroorzaakt geen grotere hinder dan de bestaande manege, zodat er geen passende beoorde-ling vereist is (zie ook onder 3.3. de biodiversiteit, de fauna en de flora).

conclusie: Het RUP valt onder de screeningsplicht.

3. een beschrijving en een in-schatting van de mogelijke aanzienlijke milieu-effecten van het voorgenomen plan of programma

Hier wordt een overzicht gevraagd van de mogelijke aanzienlijke milieueffecten van het plan of programma op:

� de gezondheid en veiligheid van de mens; � de ruimtelijke ordening; � de biodiversiteit; � de fauna en flora; � de energie- en grondstoffenvoorraden; � de bodem; � het water; � de atmosfeer; � de klimatologische factoren; � het geluid; � het licht; � de stoffelijke goederen; � het cultureel erfgoed, met inbegrip van het

architectonisch en archeologisch erfgoed; � het landschap; � de mobiliteit; � de samenhang tussen de genoemde factoren.

Er wordt gebruik gemaakt van een ingreepeffecten-schema. De effecten waarvan vermoed wordt dat ze waarschijnlijk significant zijn, worden verder in detail onderzocht. Op de effecten die vermoedelijk niet signi-ficant zijn, wordt minder diep ingegaan.

Page 6: gemeente De Haan verzoek tot raadpleging Rup

4 v e r z o e k t o t r a a d p l e g i n g | n o v. ‘ 1 1 | w v i

ingreepeffectenschema

ingreep omvang in ruimte en tijd mensgezond-heid

mensruimt. aspecten

lucht geluid en trillingen

licht, warmte stralingen

bodem water geur land-schap

mobili-teit

fauna en flora

e r f g o e d incl. ar-cheologie

Opp (m²) DuurAanlegfaseslopen manege tijdelijk N N T/N* T/N* N N N N P/N* N P/N* Nverwijderen sloopafval en tennisterreinen

tijdelijk N N T/N* T/N* N N N N P/N* N P/N* N

bouw infrastructuur (wegenis, nutsleidin-gen, riolering, open-baar domein)

tijdelijk N N T/N* T/N* N P/N* P/N* N P/N* N P/N* P/N*

bouwen woningen tjidelijk N N T/N* T/N* N P/N* P/N* N P/N* N P/N* P/N*

Exploitatiefasebewoning permanent N N N N* N N N N N N N Nafvoer hemelwater permanent N N N N N N* N* N N N N Nafvoer afvalwater permanent N N N N N N N* N N N N Nverwarming woningen permanent N N N* N N* N N N N N N Nmobiliteit bewoners permanent N* N N* N* N N N N N N* N Nverlichting openbaar domein

permanent N N N N N* N N N N N N N

N: niet significant effect – N*: waarschijnlijk niet significant effect, effect zeer beperkt in ruimte en omvang, zeer lokaal effect – S: (waarschijnlijk) significant effect – T: tijdelijk effect – P: permanent effect – O: positief effect – V: verder onderzoek noodzakelijk bij vergunningsaanvraag

Page 7: gemeente De Haan verzoek tot raadpleging Rup

5w v i | n o v. ‘ 1 1 | v e r z o e k t o t r a a d p l e g i n g

3.1. de gezondheid en de veiligheid van de mens

referentie � Het doel van het RUP is om voor de twee plange-

bieden ontwikkelingsmogelijkheden te creëren i.f.v. residentiëel wonen.

� Het plangebied is nu in gebruik als manege (wes-telijk deel) of braakliggend (oostelijk deel).

� De omgeving van beide plangebieden is een ge-bied met in hoofdzaak een residentiële functie.

� Er zijn geen Seveso-inrichtingen binnen het plan-gebied aanwezig.

� Binnen een perimeter van 2 km rond het plange-bied zijn geen Seveso-inrichtingen aanwezig.

beschrijving effect � Het RUP maakt een herbestemming mogelijk i.f.v.

residentiëel wonen. � Het RUP biedt niet het kader voor de oprichting

van (SEVESO-)bedrijven.

conclusie � In de omgeving van het RUP liggen geen Seveso-

bedrijven, zodat bewoners en/of bedrijven in het plangebied geen risico’s lopen verbonden aan dergelijke bedrijven.

� Het RUP vormt niet het kader voor de oprichting van Seveso-bedrijven, zodat de omwonenden niet blootgesteld worden aan de risico’s die dergelijke bedrijven met zich meebrengen.

� De uitvoering van het RUP zal geen bijkomende risico’s voor de gezondheid en de veiligheid van de omwonenden opleveren.

3.2. de ruimtelijke ordening

referentie � De gemeente De Haan is gesitueerd in het ge-

westplan Oostende - Middenkust, goedgekeurd bij KB van 26.01.1977.

� Het plangebied bevindt zich in een, volgens het gewestplan, zone voor woongebied.

� De bestemming van woongebied werd binnen het BPA ‘Villawijk - Noordhoek’ d.d. 25.09.1998 verder verfijnd naar de volgende bestemmingen :

� t.h.v. de manege Camargue : sportinrichting; � t.h.v. de Ringlaan-Noord / Ringlaan-Zuid :

groenzone met sport- en recreatiemogelijkhe-den in open lucht en/of overdekt.

� Het gemeentelijk RUP geeft uitvoering aan het GRS en staat onderaan de hiërarchie van de ruim-telijke uitvoeringsplannen. Het RUP heeft enkel betrekking op (een deel van) het grondgebied van de gemeente De Haan.

� De bebouwingsvoorschriften van onderhavig RUP zijn een verfijning van de gewestplanbestemming.

beschrijving effectHet RUP maakt een herbestemming mogelijk i.f.v. wo-nen.

� Beide projectzones liggen ingebed in een om-geving met een lage tot zeer lage dichtheid. Om geen schaalbreuk te veroorzaken wordt deze typologie in de projectzones maximaal ingevuld. Dit resulteert in een dichtheid van 10 - 15 wonin-gen/ha voor de projectzone t.h.v. Ringlaan-Noord / Ringlaan-Zuid en een dichtheid van 15 - 20 wonin-gen/ha voor de projectzone t.h.v. de manege.

� De projectzones dienen i.f.v. te staan van perma-nente bewoning. kaart : gewestplan

kaart : BPA Villawijk - Noordhoek

Page 8: gemeente De Haan verzoek tot raadpleging Rup

6 v e r z o e k t o t r a a d p l e g i n g | n o v. ‘ 1 1 | w v i

conclusieHet is de bedoeling om een herbestemming mogelijk te maken in functie van wonen, met een typologie cf. de omliggende bebouwing. Dit voor de ontwikkeling van eengezinwoningen i.f.v. permanent wonen (dus geen tweede verblijven). Dus geen aanzienlijk effect.

3.3. de biodiversiteit, de fauna en de flora

referentie � het plangebied tussen Ringlaan-Noord / Ringlaan-

Zuid Het terrein is momenteel opgesplitst in twee delen, fysisch van elkaar gescheiden door een draadaf-sluiting :

� het noordelijk gedeelte is braakliggend, met restanten van bouwafval. Op deze terreinen bevonden zich de voormalige tennisvelden met verharding en bijhorend gebouwtje;

� het zuidelijk gedeelte betreft een weide. Een hoekgedeelte is opgenomen in de biologische waarderingskaart als biologisch waardevol, dit ter hoogte van een drie-tal (veedrink)poelen. Het gebied is aangeduid als verruigd grasland, met struweelopslag van allerlei aard en wilgen (hr, sz en sal).

� het plangebied t.h.v. de manege De onbebouwde ruimte wordt gekenmerkt door opslag i.f.v. compost en loopweiden - pistes i.f.v. het paardrijden. De gronden ten oosten en ten zuiden van het plangebied, niet behorende tot het plangebied, werden binnen de biologische waarde-ringskaart opgenomen als complex van biologisch minder waardevolle en waardevolle elementen (soortenarm permanent cultuurgrasland en ber-men, perceelsranden , stroken, ... met rietkragen) (hp en k(mr-)).

� Het plangebied t.h.v. de manege Camargue grenst ten zuiden aan ‘beschermd duinengebied’, noor-delijk aan het habitatrichtlijngebied “duingebieden inclusief IJzermonding en Zwin”.

kaart : biologische waarderingskaart

kaart : VEN/IVON

Page 9: gemeente De Haan verzoek tot raadpleging Rup

7w v i | n o v. ‘ 1 1 | v e r z o e k t o t r a a d p l e g i n g

� Het plangebied t.h.v. de manege Camargue grenst ten noorden aan het VEN-gebied nr. 102 “De Mid-denkust” (Grote Eenheid Natuur).

beschrijving effect � De onbebouwde restpercelen die een natuurwaar-

de hebben, kunnen gedeeltelijk bebouwd worden na goedkeuring van het RUP, maar dit is op van-daag ook mogelijk voor bebouwing i.f.v. sport - en recreatiemogelijkheden.

� In het deel van het plangebied tussen Ringlaan-Noord / Ringlaan-Zuid kan het waardevolle perceel met de poelen verloren gaan. Dit kan mogelijk ook ingepast worden in de groenstructuur.

� Er wordt een totaal aantal woningen gebouwd in de grootorde van 50 tot 57. Het betreft twee inbreidingsgebieden waarbij er geen nieuwe open

ruimte wordt aangesneden. Dit maakt het effect op de nabije natuurgebieden beperkt.

� Er zullen eengezinswoningen gebouwd worden. Er worden geen grootschalige ondergrondse constructies verwacht die gepaard gaan met be-langrijke bemalingen die de grondwaterstand in de nabije natuurgebieden kan beïnvloeden.

conclusieDe opmaak van het RUP zal niet meer effecten heb-ben op de fauna, de flora en de biodiversiteit dan de autonome ontwikkeling van het gebied. Er moeten bijgevolg geen significante bijkomende effecten op de waardevolle natuurgebieden in de omgeving verwacht worden.

3.4. de energie- en grondstoffen-voorraden

referentieIn de omgeving van het plangebied liggen geen ont-ginningsgebieden.

conclusieDe ontwikkeling van het plangebied als verkaveling heeft geen gevolgen voor de verdere exploitatie van enige ontginningsgebieden. Geen effect.

3.5. de bodem

referentie � Het plangebied is deels in gebruik als manege

(westelijk deel) en deels braakliggend met verlaten tennisterreinen (oostelijk deel tussen Ringweg-Noord / Ringweg-Zuid).

� bodemkaart: kustduingrond en een gedeelte kreekrug

� landbouwtyperingskaart: niet - agrarisch gebied, lage waardering

� GAS-kaart : het plangebied behoort niet tot de gewenste agrarische structuur.

� erosiekaarten : grotendeels niet - erosiegevoelig � VLAREBO-activiteiten: Er zijn geen VLAREBO-

activiteiten gekend in het plangebied. � In het studiegebied zijn geen bedrijven of activitei-

ten gevestigd onderworpen aan de milieuvergun-ningsplicht klasse 1 en waarvoor OVAM adviesbe-voegdheid heeft.

� Er zijn bij de gemeentediensten geen gegevens bekend over gronden binnen het plangebied die zijn opgenomen in het register van verontreinigde gronden of het Grond- en Informatieregister.

beschrijving effect � Aangezien het gebied als woongebied is inge-

kleurd op het gewestplan, verfijnd in het BPA als groengebied/sportinrichting met bebouwingsmo-gelijkheden i.f.v. sport en recreatie en de bebou-wingsdichtheden binnen het RUP beperkt zijn, zul-len de effecten van het RUP niet significant groter zijn dan de effecten die bij een autonome evolutie van het gebied kunnen verwacht worden.

� Door de bouw van woningen en de aanleg van verhardingen zal er minder hemelwater in de bodem dringen, waardoor deze zal verdrogen en

kaart : vogel- en habitatrichtlijngebieden, duinendecreet,...

Page 10: gemeente De Haan verzoek tot raadpleging Rup

8 v e r z o e k t o t r a a d p l e g i n g | n o v. ‘ 1 1 | w v i

de ontvangende waterlopen meer belast kunnen worden.

milderende maatregelen � De twee plangebieden voldoen aan de door het

GRS vooropgestelde woontypologie en dichtheid. Hierdoor worden dichtheden opgelegd tussen 10 - 15 woningen/ha en 15 - 20 woningen/ha, met over de twee projectzones heen een minimum dichtheid van 15 woningen/ha.

� Er worden streefcijfers opgegeven voor de maxi-male bebouwing van de percelen (via de steden-bouwkundige voorschriften), alsook voor maximale verhardingsoppervlaktes i.f.v. een maximale infiltratie van het regenwater.

� De gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, buffer- en infiltratievoor-zieningen en de gescheiden afvoer van afvalwater

en hemelwater legt op dat het opgevangen he-melwater in eerste instantie nuttig moet toegepast worden (hemelwaterput) en indien dit niet kan ter plaatse geïnfiltreerd of als laatste keuze gebufferd en vertraagd worden afgevoerd.

� Er zal een woonwijk ontwikkeld worden. Er zullen geen bedrijven (met eventuele nieuwe VLAREBO-activiteiten) toegelaten worden.

conclusieMits het nemen van milderende maatregelen, moeten geen aanzienlijk meer significante effecten op de bo-dem verwacht worden dan bij een autonome evolutie van het gebied.

kaart: bodemkaart kaart: erosiegevoeligheid

Page 11: gemeente De Haan verzoek tot raadpleging Rup

9w v i | n o v. ‘ 1 1 | v e r z o e k t o t r a a d p l e g i n g

3.6. het water

referentie � Door het plangebied stromen geen bevaarbare of

geklasseerde waterlopen. � Het plangebied behoort tot het bekken van de

Brugse Polders en het deelbekken van de Oud-landpolder van Blankenberge. Binnen of in de onmiddellijke omgeving van het plangebied bevinden zich geen lokaliseerbare acties van het bekkenbeheerplan.

� Binnen het plangebied bevinden zich geen water-wingebieden en beschermingszones type I, II of III, afgebakend volgens het Besluit van de Vlaamse Regering van 27-03-1985 houdende nadere rege-len voor de afbakening van waterwingebieden en de beschermingszones. Op het grondgebied van De Haan, maar niet binnen of in de onmiddellijke omgeving van het plangebied, bevinden zich de waterwingebieden van Klemskerke en Vlissegem.

� Het plangebied ligt niet in een oppervlaktewater-wingebied. In het plangebied liggen geen waterlo-pen die moeten voldoen aan de waterkwaliteitsnor-men voor water bestemd voor drinkwaterproductie.

� Ten zuiden van beide plangebieden stroomt een waterloop het Zoetlandswegzwin (onbevaardbaar, categorie 3), deze wordt beheerd door de Nieuwe Polder van Blankenberge.

� Er zijn geen waterkwaliteitsgegevens beschikbaar over de waterlopen in of in de onmiddellijke omge-ving van het plangebied.

kaart: overstromingsgevoelige gebieden

kaart : grondwaterstromingsgevoelige gebieden

kaart: infiltratiegevoelige gebieden

kaart: verziltingskaart

Page 12: gemeente De Haan verzoek tot raadpleging Rup

10 v e r z o e k t o t r a a d p l e g i n g | n o v. ‘ 1 1 | w v i

watertoetskaarten � Het plangebied is niet recent overstroomd

(ROG 2005) en is niet gelegen in een risico-zone voor overstromingen (afbakening 2006).

� Het plangebied is van nature overstroombaar vanuit zee.

� Het RUP is niet gelegen in een ‘effectief over-stromingsgevoelig gebied’. Het centrum van De Haan is grotendeels omgeven met mogelijks overstromingsgevoelig gebied.

� Het RUP ligt in een zone die zeer gevoelig is voor grondwaterstroming (type 1).

� Het plangebied is gecategoriseerd als niet - infiltratiegevoelig gebied.

� Het plangebied behoort niet tot het winterbed van een grote rivier.

Verziltingskaart

Het plangebied is niet gelegen in verzilt gebied. Delen van het grondgebied van de gemeente De Haan zijn verzilt.

ZoneringsplanHet plangebied behoort tot het centrale gebied.

beschrijving effect

� Er zal afvalwater geloosd worden, afkomstig van de woningen. Er worden naar schatting 50-57 woningen gebouwd. De bijkomende hoeveelheid afvalwater is beperkt.

� Door de aanleg van bijkomende verhardingen zal er enerzijds minder water in de bodem sijpelen, wat aanleiding geeft tot verdroging en anderzijds zal het hemelwater versneld afgevoerd worden, wat aanleiding geeft tot een hogere belasting van de ontvangende waterlopen.

� Er kunnen kelders gebouwd worden die een beperkte impact kunnen hebben op de grondwa-terstroming.

milderende maatregelen � Het afvalwater van de nieuwbouwwoningen in de

beide projectgebieden zal geloosd worden in het openbare rioleringsstelsel van De Haan en gezui-verd worden in de RWZI van Oostende.

� De gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, buffer- en infiltratievoor-zieningen en de gescheiden afvoer van afvalwater en hemelwater legt op dat het opgevangen he-melwater in eerste instantie nuttig moet toegepast worden (hemelwaterput) en indien dit niet kan, ter plaatse geïnfiltreerd of als laatste keuze gebufferd en vertraagd worden afgevoerd.

� Voor verhardingsoppervlaktes worden er speci-fieke voorschriften opgenomen i.f.v. een maximale infiltratie van het regenwater.

� Het RUP vormt niet het kader voor de aanleg van grote ondergrondse constructies, zoals tunnels of parkeergarages die de grondwaterstroming kun-nen verstoren. Kelders zijn echter niet uitgesloten.

conclusieGeen aanzienlijke effecten, mits het nemen van milde-rende maatregelen.

3.7. de atmosfeer en de klimatologische factoren

referentieHet VMM-geoloket adviesering RUP-thema Lucht geeft voor het plangebied volgende waarden:

� het aantal overschrijdingen van de norm van 50 µg/m³ voor het PM10-daggemiddelde (2007-2009) bedraagt 19,67 overschrijdingen van 50 µg/m³;

� het PM10-jaargemiddelde (2007-2009) bedraagt 27,17 µg/m³;

� het NO2-jaargemiddelde (2007-2009) bedraagt 21,13 µg/m³;

� de totale index (gemiddelde 2007-2009) bedraagt 5.

beschrijving effect � tijdelijke stofhinder bij de aanleg van beide project-

gebieden (constructie wegenis, nutsvoorzieningen, ,...)

� tijdelijke stofhinder bij de bouw van de woningen � luchtverontreiniging door verwarming van de

woningen � luchtverontreiniging door de extra wagens van de

bewoners en bezoekers van het projectgebied � aantal woonentiteiten = 50 tot max. 57 � geraamd aantal autobewegingen in relatie tot

de woning (tijdens de ochtend- en avondspits) = gemiddeld 25 (voor de berekening : zie 3.13)

� Het projectgebied t.h.v. de manege is momen-teel in gebruik als manege met bijhorende faci-liteiten. In die zin zal de werkelijke bijkomende verkeersgeneratie nog beperkter zijn dan dit aangegeven cijfer.

Page 13: gemeente De Haan verzoek tot raadpleging Rup

11w v i | n o v. ‘ 1 1 | v e r z o e k t o t r a a d p l e g i n g

milderende maatregelen � EPB-regelgeving � wettelijke voorschriften onderhoud stookolie- en

gasketels

conclusieDit effect is eerder kleinschalig.

3.8. het geluid

beschrijving effect � tijdelijke geluidshinder bij de aanleg van beide pro-

jectgebieden (aanleg wegenis, nutsleidingen,...) � tijdelijke geluidshinder bij de bouw van de wonin-

gen � bijkomende lawaaihinder door de wagens van de

bewoners en bezoekers van beide projectgebie-den (voor de raming van het aantal wagens en verkeersbewegingen zie ook 3.13.)

� Het projectgebied t.h.v. de manege is momenteel in gebruik als manege met bijhorende faciliteiten. In die zin zal de werkelijke bijkomende verkeers-generatie nog beperkter zijn dan dit aangegeven cijfer.

conclusieDit effect is eerder kleinschalig.

3.9. het licht

referentieDe twee geplande woongprojecten bevinden zich in het centrum van De Haan, één ervan is al in gebruik als manege. De omgeving van beide projecten is reeds verlicht.

beschrijving effect � bijkomende lichthinder door straatverlichting � bijkomende lichthinder door de verlichting van

woningen � Momenteel is de omgeving van beide plangebie-

den reeds in gebruik door woningen of als tweede verblijf. Het plangebied zelf, ter hoogte van de manege, is reeds in gebruik i.f.v. manege en bijho-rende faciliteiten.

milderende maatregelen � keuze goede armaturen � Het RUP vormt niet het kader voor projecten die

veel verlichting met zich meebrengen zoals sport-velden, serrebedrijven en winkels met lichtreclame en verlichte terreinen.

conclusiegeen aanzienlijk effect

3.10. de stoffelijke goederen

referentie � Het plangebied t.h.v. de Ringlaan-Noord /

Ringlaan-Zuid is onbebouwd. Een gedeelte is braakliggend, een gedeelte werd omheind maar is momenteel onbegraasd.

� Het plangebied t.h.v. de Driftweg omvat een ac-tieve manege, de Camargue.

beschrijving effect � Beide terreinen zijn in eigendom van één familie

die de intentie heeft om deze gebieden te ontwik-kelen.

conclusieEr worden geen gebouwen, noch gronden onteigend. De activiteiten t.h.v. de manege dienen op termijn te worden stopgezet i.f.v. het residentieel wonen, o.a. voor de inwoners van De Haan. Geen aanzienlijk effect

Page 14: gemeente De Haan verzoek tot raadpleging Rup

12 v e r z o e k t o t r a a d p l e g i n g | n o v. ‘ 1 1 | w v i

3.11. het cultureel erfgoed, met inbe-grip van het architectonisch en archeologisch erfgoed

referentie � Binnen het plangebied, noch in de omgeving, zijn

beschermde monumenten gelegen. � Binnen het plangebied, noch in de omgeving, zijn

beschermde dorpsgezichten en/of beschermde landschappen gelegen.

� De CAI geeft geen (mogelijke) archeologische vindplaatsen in of in de onmiddellijke omgeving van het plangebied.

conclusiegeen aanzienlijke effecten

3.12. het landschap

referentie � In het plangebied zijn geen ankerplaatsen. � In het plangebied zijn geen relictzones. Ten noor-

den van het projectgebied ‘De Camargue’ situeert zich de relictzone ‘duinen Oostkust’ en ankerplaats ‘duinbossen tussen Oostende en Wenduine met concessie De Haan’.

beschrijving effectHet betreft twee inbreidingsprojecten. Er zijn geen ef-fecten op de aangrenzende ankerplaats en relictzone.

conclusiegeen aanzienlijke effecten

kaart: ankerplaatsen en relictzones

kaart : atlas der buurtwegen, plangebied Ringlaan-Noord

/ Ringlaan-Zuid

kaart : atlas der buurtwegen, plangebied Camargue

Page 15: gemeente De Haan verzoek tot raadpleging Rup

13w v i | n o v. ‘ 1 1 | v e r z o e k t o t r a a d p l e g i n g

3.13. de mobiliteit

referentiebestaande ontsluitingswegen

� Het eerste plangebied met betrekking tot de bestaande manege, kent een ontsluiting t.h.v. de Driftweg en t.h.v. de Jumpinglaan.

� Het tweede plangebied kent één ontsluitingsweg, in het verlengde van de Wilgenlaan.

provinciaal fietsroutenetwerkDe Driftweg behoort tot het functioneel fietsroutenet-werk.

bestaande verkeersintensiteiten � Er zijn geen telgegevens beschikbaar. � Volgens het bestaande BPA is het deelgebied

manege bestemd voor sportinrichtingen, ma-nege, horeca...; het deelgebied Wilgenlaan is nu bestemd voor groen en sportinrichtingen. Bij het nulalternatief kunnen deze functies een reeks verkeersstromen genereren.

atlas der buurtwegen :In de atlas zijn geen buurtwegen of -paden aangeduid.

beschrijving effectVoor de nieuwe bestemming als wonen wordt het ver-keer als volgt geraamd:

� aantal woonentiteiten : op basis van de voorschrif-ten maximaal 57, waarvan 29 in het projectgebied aan de manege en 28 in het projectgebied bij de Wilgenlaan;

� het aantal autobewegingen per uur tijdens de spits: in totaal 25 autobewegingen, waarvan 13 voor de zone manege en 12 voor de zone Wilgen-laan;

� hierbij werd rekening gehouden met volgende parameters:

� gemiddelde gezinsgrootte = 2,5; � GAVP op spitsuur in relatie tot woning = 0,20

voor alle vervoerswijzen samen (GAVP = ge-middeld aantal verplaatsingen per persoon, op basis van het Onderzoek Verplaatsingsgedrag Vlaanderen, 2001);

� surplus voor verplaatsingen van bezoekers: +30%;

� modal split: 2/3 van alle verplaatsingen als autobestuurder.

Tijdens de avondspits zijn dit voor beide zones samen 17 aankomende en 8 vertrekkende voertuigen per uur.

De auto-ontsluiting voor het projectgebied van de be-staande manege zal gevormd worden door de Jum-pinglaan. De kavels die rechtstreeks aantakken aan de Driftweg zullen een ontsluiting kennen via de Drift-weg. De auto-ontsluiting voor het projectgebied aan de Ringlaan-Noord / Ringlaan-Zuid zal gebeuren via de Wilgenlaan naar de Sportlaan. De beperkte verkeersstroom zal zich verder verdelen over verschillende richtingen:

� via de Golflaan naar de Driftweg (richting Bredene - Oostende en De Haan - Blankenberge);

� via Ringlaan-Zuid naar Klemskerke en de N9; � via Ringlaan-Noord naar centrum De Haan en

verder.De impact op de verschillende straten zal dan ook zeer laag zijn.

De activiteiten die mogelijk zijn volgens de bestem-ming in het actuele BPA (sportinrichtingen, manege, horeca,...) kunnen meer verkeer genereren dan de nieuwe bestemming als wonen. De planwijziging leidt

dus niet tot meer verkeer dan het nulalternatief (geen opmaak RUP).

milderende maatregelen � Bij het aansnijden van beide projectgebieden

dient de ontwikkeling gekoppeld te worden aan een inrichtingsplan. Hieraan worden enkele eisen gekoppeld i.f.v. een maximale en kwalitatieve ont-sluiting, met bijzondere aandacht voor voetganger en fietser.

conclusieVoor de invulling met wonen wordt het verkeer ge-raamd op 25 autoverplaatsingen tijdens het spitsuur, bovendien gespreid over verschillende straten. Het ef-fect is dus zeker beperkt.Bij het nulalternatief (behoud bestaand BPA) kan de verkeersimpact bovendien hoger zijn dan bij de be-stemming in het nieuwe RUP.

3.14. de samenhang tussen de genoemde factoren

conclusiegeen aanzienlijk effect

Page 16: gemeente De Haan verzoek tot raadpleging Rup

14 v e r z o e k t o t r a a d p l e g i n g | n o v. ‘ 1 1 | w v i

4. relevante gegevens met inbegrip van de redenen waarom de initiatiefnemer meent geen plan-mer te moeten opmaken overeenkomstig art. 4.2.6, §1, 5° van het DABM

Het RUP is een gedeeltelijke herziening van het BPA Villawijk - Noordhoek, d.d. 25.09.1998.Onderhavig plangebied is binnen het huidige planin-strumentarium bestemd als enerzijds sportinrichting en anderzijds groenzone. Een bestemmingswijziging voor beide terreinen is bijgevolg noodzakelijk om ver-dichting i.f.v. huisvesting mogelijk te maken.

De verdichtingsprojecten zullen op een kwalitatieve manier geïntegreerd worden in een typologie die geen schaalbreuk veroorzaakt met de bebouwing in de on-middellijke omgeving. Bepalingen worden opgenomen rond :

� maximale dichtheid, cf. morfologie en typologie omgeving;

� maximale bouw - en kavelgrootte; � ééngezinswoningen i.f.v. permanente huisvesting

(dus geen tweede verblijven).

Aangezien het RUP de realisatie van twee woonin-breidingsgebieden mogelijk maakt, moeten er geen effecten op de gezondheid en veiligheid van de mens binnen het plangebied en zijn omgeving verwacht wor-den.

In beide plangebieden zijn er nagenoeg geen waarde-volle natuurelementen gelegen. De realisatie van de inbreidingsprojecten zullen bijgevolg geen aanzienlij-

ke effecten op de natuurgebieden in de omgeving van het plangebied veroorzaken.

Aangezien er in het plangebied of in de omgeving van het plangebied geen ontginningsgebieden gelegen zijn, heeft het RUP geen effecten op de energie- en grondstoffenvoorraden.

De realisatie van het RUP houdt geen verlies aan landbouwareaal in. Het RUP vormt niet het kader voor de vestiging van nieuwe bedrijven. De realisatie van de inbreidingsprojecten zullen de infiltratiecapaciteit van de bodem doen afnemen. T.h.v. één projectgebied betreft het echter een gebied dat momenteel dienst doet als manege. Beide zones liggen bovendien gele-gen in een woongebied van het gewestplan, zodat het effect op de bodem niet groter is dan wat er bij een au-tonome evolutie van het gebied kan verwacht worden.

Bij de realisatie van beide wooninbreidingsgebieden kan er tijdelijk stofhinder optreden. Door de kleinscha-ligheid van de bijkomende verwarming en de bijko-mende mobiliteit, worden er geen aanzienlijke effec-ten op de atmosfeer en de klimatologische factoren verwacht.De realisatie van de inbreidingsprojecten kan tijdelijke geluidshinder met zich meebrengen. De beperkte bij-komende mobiliteit zal geen aanzienlijk effect hebben op de geluidskwaliteit in de omgeving.

Er bevinden zich geen beschermde monumenten, bouwkundig erfgoed of beschermde land - of dorpsge-zichten binnen het plangebied.

Door de kleinschaligheid van het inbreidingseffect, worden er nauwelijks effecten verwacht op de mobili-teit in en rond beide plangebieden.

Er kan dus gesteld worden dat het RUP geen aanzien-lijke milieu-effecten zal genereren.

Er kan dus gesteld worden dat er geen aanzienlijke effecten moeten verwacht worden.

Page 17: gemeente De Haan verzoek tot raadpleging Rup

15w v i | n o v. ‘ 1 1 | v e r z o e k t o t r a a d p l e g i n g

5. in voorkomend geval een beoordeling of het voorge-nomen plan of programma grensoverschrijdende of gewestgrensoverschrijdende aanzienlijke milieueffecten kan hebben

Het betreft twee inbreidingsprojecten i.f.v. ééngezins-woningen in de gemeente De Haan. Het plangebied heeft een totale oppervlakte van 03 ha 34 a 62 ca. Er worden geen effecten verwacht die de gewestgrens of de landsgrens zullen overschrijden.

Page 18: gemeente De Haan verzoek tot raadpleging Rup

16 v e r z o e k t o t r a a d p l e g i n g | n o v. ‘ 1 1 | w v i