gilde college schoolgids 2014 2015

Gilde College Schoolgids 2014 – 2015

1

de actieve school

SCHOOLGIDS

SCHOOLJAAR 2014-2015

Bandoengstraat 7 7556 TE Hengelo Telefoon: 074 - 2913063 Fax: 074 - 2915515 Email: [email protected] Internet: www.gildecollege.nl Bankrekeningnr. schoolfonds: 678954283


2

Inhoudsopgave Inhoudsopgave .................................................................................................................................. 2

1. Voorwoord Schoolgids 2014-2015 .............................................................................................. 3 1.1 Gegevens OSG Hengelo ....................................................................................................... 4 1.2 Adressen van de verschillende scholen OSG Hengelo ........................................................ 4 1.3 Inspectie van het onderwijs ................................................................................................ 4 1.4 De ouderraad ....................................................................................................................... 4

2. Gilde College ................................................................................................................................ 5 2.1 De actieve school ................................................................................................................. 5 2.2 Waar staat de school voor ................................................................................................... 5 2.2 Aanbod Gilde College .......................................................................................................... 6 2.3 Profiel van de school ........................................................................................................... 6 2.5 Wat we uw kind bieden ....................................................................................................... 7 2.6 De veilige school .................................................................................................................. 9 2.7 De mediatheek .................................................................................................................. 10

3. School - algemeen ..................................................................................................................... 11 4. Onderwijs .................................................................................................................................. 12 4.1 Algemeen ............................................................................................................................... 12

4.2 Hoe ziet het onderwijs er bij ons uit? ................................................................................ 13 4.2.1 De onderbouw, leerjaar 1 en 2 ............................................................................................. 14 4.2.2 De bovenbouw, leerjaar 3 en 4 ............................................................................................. 16 4.3 Samenwerking met andere opleidingen ........................................................................... 22

5. Zo gaat het eraan toe op school ................................................................................................ 22 5.1 De organisatie van het dagelijkse onderwijs ..................................................................... 22 5.2 Ondersteuning ................................................................................................................... 24 5.3 Onderwijsondersteuning ................................................................................................... 26 5.4 Afwezig zijn: verzuim, vrij en regelingen ........................................................................... 29 5.5 Verzekering ........................................................................................................................ 31

6. De band van u en uw kind met de school ................................................................................. 32 6.1 Uw kind .............................................................................................................................. 32 6.2 U als ouder ......................................................................................................................... 32

7. De kosten ................................................................................................................................... 32 7.1 School- en extra kosten ..................................................................................................... 32 7.2 Boeken ............................................................................................................................... 33 7.3 Ouderbijdrage 2014-2015 ................................................................................................. 34

8. Rapporten en de regels rondom overgaan ............................................................................... 35 8.1 Algemeen ........................................................................................................................... 35 8.2 Bevorderingsnormen: wanneer gaat uw kind over? ......................................................... 36

9. De schoolregels ......................................................................................................................... 38 10. Activiteiten in 2014-2015 ...................................................................................................... 41 11. Personeel ............................................................................................................................... 41 12. Hulpverlenende instanties .................................................................................................... 42 Bijlage 1 .............................................................................................................................................. 43 Bijlage 2 .............................................................................................................................................. 44


3

1. Voorwoord Schoolgids 2014-2015

Geachte ouders en verzorgers van de leerlingen van het Gilde College. Voor u ligt de schoolgids van het Gilde College. Het Gilde College is een actieve school. Met tal van activiteiten. Daarnaast verwachten we van ieder-een, leerling en medewerker, een actieve houding in de school. Actief als het gaat om resultaten, maar ook in de betrokkenheid en de zorg naar elkaar. Kortom een school met respect naar elkaar. Een open communicatie hoort daarbij. In een school met een goede cultuur gaat het leren als vanzelf! U, als ouder verzorger, bent daar nauw bij betrokken. Samen. Ouders en medewerkers van het Gilde College, staan we sterk voor de belangen van uw kind. Deze gids hebben we voor u samengesteld. We hebben hem met zorg gemaakt en hopen dat u alle, voor u belangrijke informatie er in kunt terugvinden. Het is natuurlijk mogelijk dat er toch nog vragen zijn. U kunt ons dan het beste bereiken via telefoonnummer 074 2913063 of u kunt een mail sturen naar [email protected] Ik wens u dochter en/ of zoon en uzelf, mede namens alle medewerkers van het Gilde College, een succesvol schooljaar. Met vriendelijke groet, Astrid de Jong Directeur


4

1.1 Gegevens OSG Hengelo

Adres van de Algemeen directeur/bestuurder: Bestuursbureau OSG Hengelo Hazenweg 88 7556 BM Hengelo Postadres: Postbus 188 7550 AD Hengelo Tel.: 074 – 2919860 Fax: 074 – 2917265 Email: [email protected] Bevoegd gezag: Postbus 188 7550 AD Hengelo Raad van Toezicht: Postadres: Postbus 188, 7550 AD Hengelo Tel.: 074 – 2919860 Fax: 074 – 2917265 Email : [email protected]

1.2 Adressen van de verschil-lende scholen OSG Hengelo

Bataafs Lyceum: Sloetsweg 155 7556 HM Hengelo Tel.: 074 – 2913328 Montessori College Twente: Sloetsweg 153 7556 HM Hengelo Tel.: 074 – 2914629 ’t Genseler: Jasmijnstraat 15 7552 AH Hengelo Tel.: 074 – 2916257 Gilde College: Bandoengstraat 7 7556 TE Hengelo Tel.: 074 – 2913063 E-mail [email protected]

1.3 Inspectie van het onderwijs

Rijksinspectie Zwolle Postbus 10048 8000 GA Zwolle Tel.: 0800 - 8051

1.4 De ouderraad

[email protected]


5

2. Gilde College

2.1 De actieve school

Is uw kind meer dan iemand die naar school gaat? Natuurlijk! Hij is een méns! Met vrien-den, met hobby’s, met talenten. Hiervoor krijgt hij bij het Gilde College als actieve school veel ruimte. Ruimte om zich bewust te wor-den en zichzelf te zijn. Én actief te ontdekken wie hij dan eigenlijk is!

Wat doen we als actieve school

Als uw kind ergens hulp bij nodig heeft, helpen we hem. Want hier zijn altijd mensen om hem heen, die voor hem klaarstaan. Uw kind krijgt dan ook alle aandacht die hij verdient. Verder ziet u dat we een actieve school zijn op het gebied van sport, cultuur en netwerkrelaties. Lees meer in hoofdstuk 2.5.

Uw kind als actieve leerling

Bij een actieve school passen actieve leer-lingen. Dus geven we uw kind alle ruimte om in actie te komen. Hij gaat bij ons lekker aan de slag en krijgt hiervoor volop kansen. Zoals de kans om zijn talent te ontdekken. Als pop-artiest, als danser, als acteur of… Lees meer in hoofdstuk 2.5.

Actief met en naar u

Bij een actieve school en actieve leerlingen passen natuurlijk ook: actieve ouders. Wij geven zelf het goede voor-beeld door vaak contact met u te hebben. En we vertrouwen erop dat u ook actief wilt weten hoe het met uw kind op school gaat. En hoe het sowieso met de school gaat. Want thuis en school gaan hand in hand. Lees meer in hoofdstuk 2.5.

2.2 Waar staat de school voor

Het Gilde College is één van de vier scholen van de OSG.

Hier vindt uw kind rust, overzicht en aandacht. Hoe we dit bereiken? Bijvoorbeeld door met een klein aantal leerlingen te werken; onge-veer 350 in de hele school en ongeveer 24 in een klas, dus we kennen iedereen van naam. En door open te zijn; u en uw kind weten zo precies wat we doen, wie dat doet en welke regels we hierbij gebruiken.

Hoe we werken en met elkaar omgaan

U vindt hier ook een goede, eigen sfeer (cul-tuur), met een eigen manier van opvoeden en onderwijzen. Dit noemen we de GildeStijl (zie pagina 9). Verder vinden we het heel belang-rijk dat uw kind zelf verantwoordelijk is voor wat hij doet en laat. Zo gaan onze medewer-kers ook met elkaar en met de regels om. Op vaste momenten vertellen ze dan ook wat ze hebben gedaan.

Goed te overzien

Ook hoe we als school werken is goed te over-zien: een eigen directie, docententeam en groep onderwijsondersteuners. Zo vinden u, uw kind en medewerkers makkelijk hun weg.

Naam

Het Gilde College komt van de gildes. Dit oude woord staat voor kwaliteit in de praktijk. Dat ziet u overal in terug: in de laagste klassen (onderbouw), in de hoogste klassen (boven-bouw), in de basisberoepsgerichte leerweg, in de kaderberoepsgerichte leerweg en de theo-retische leerweg. Overal geven we veel aan-


6

dacht aan de beroepsrichtingen die uw kind als mogelijk doel heeft als hij naar het ROC of AOC gaat.

2.2 Aanbod Gilde College

Leer-jaar

TL KBL BBL

4 Techniek, zorg en welzijn, econo-mie

Bouw-breed, Elektro-techniek, Zorg en welzijn-breed, Handel en Administra-tie

Bouw-breed, Elektro-techniek, Zorg en Welzijn-breed, Handel en Administra-tie

3 Techniek, zorg en welzijn, econo-mie

Bouw-breed, Elektro, Zorg en welzijn, Handel en Administra-tie

Bouw-breed, Elektro, Zorg en welzijn, Handel en Administra-tie

2 TL basis-vorming

KBL basis-vorming

BBL basis-vorming

1 TL basis-vorming

KBL basis-vorming

BBL basis-vorming

2.3 Profiel van de school

Het Gilde College is een school voor voortge-zet middelbaar beroepsonderwijs, kortweg vmbo. Wil uw kind hierna eventueel naar het ROC, het AOC of naar de HAVO? Dan vindt hij bij ons de ideale opstap. Want vanuit onze vmbo zorgen we ervoor dat de lessen goed aansluiten op het ROC, AOC en de HAVO. Uw kind vindt hier de beroepsvoorbereidende leer-wegen binnen in de sectoren techniek, economie en zorg en welzijn. Daar-naast is er de theoretische leerweg van waaruit uw kind kan doorstromen naar de HAVO.

Alles staat klaar

De lessen krijgt uw kind altijd in het-

zelfde gebouw aan de Bandoengstraat. Hier vindt uw kind alles wat hij nodig heeft. Zoals: computers, moderne praktijklokalen met werkplekken, sportzalen, ruime kantine, een groot plein. En genoeg beweegruimte, want in de klas zit hij meestal met een niet zoveel andere leerlingen.

Begeleiden en respect

Op het Gilde College begeleiden we uw kind veel. Uw kind heeft aandacht en begeleiding nodig. Daarom staan onze mensen klaar voor hem. Hij krijgt bij ons daarom ook een duide-lijk ritme , persoonlijke aandacht, veiligheid en hulp. Uw kind en zijn leraren vertrouwen el-kaar en hebben respect voor elkaar. Dat lukt goed, doordat we het aantal leer-lingen zo klein houden. In de eerste jaren (on-derbouw) ziet uw kind zijn mentor vaak wel vijf keer per week in de les. Dat maakt het voor uw kind makkelijker om met zijn mentor te praten. In de laatste jaren (bovenbouw) zien ze elkaar nog vaker. Uw kind begeleiden we ook volop bij de keuzes die hij moet maken voor een vervolgschool. Dat doen we in de eerste jaren bijvoorbeeld door hem elke week twee lesuren te geven in praktische sectorori-entatie (PSO).

Afwisselende manieren van leren

Ook houden we het voor uw kind graag afwis-selend. Daarom verschillen de manieren waarop we hem laten leren steeds. Dit zijn een aantal manieren die we gebruiken:

instructie

zelfstandig werken en studeren in de stiltemomenten

samenwerken in projecten


7

groepswerk om te leren met en van elkaar

excursies

gebruik van computers

In de praktijk en op maat

In de laatste jaren (bovenbouw) krijgt uw kind de praktijklessen vaak in een werkplekken-structuur: hij krijgt dan opdrachten die hem leren om praktisch te werken. Net alsof hij al een baan heeft (werkpleksimulatie).

Ontdekken en genieten

Naast de verplichte vakken willen we als ac-tieve school uw kind veel andere dingen leren. Veel hiervan heeft te maken met wie uw kind is. Om hem dat te laten ontdekken leren we hem van alles over kunst en cultuur, sport en klaarstaan voor anderen (maatschappelijke betrokkenheid). Dat leren buiten de verplichte vakken om, draait om twee dingen: doen waar hij al goed in is én ontdekken waar hij goed in kan worden. Hiervoor gaat hij de eerste stap-pen zetten in een wereld die onbekend voor hem is. Wat daar ook bij hoort? Leren genie-ten van de bijzondere manier van leven van anderen (culturele verschillen).

Buiten de lessen

De lessen en het leren zijn belangrijk op school. Dat geldt ook voor contact hebben met andere leerlingen. Uw kind groeit immers op in een groep. En dat maakt ook tot wie hij is en wordt. Hoe krijgt uw kind makkelijk con-tact met leerlingen van andere klassen? En hoe laten we hem allerlei leuke bezigheden ontdekken? Door veel buiten de lessen om te organiseren. Zoals introductiedagen voor het eerste en het derde leerjaar, sporttoernooien, schoolfeesten, buitenlandse reizen en nog meer.

2.5 Wat we uw kind bieden

Het Gilde College is een school met een klein aantal leerlingen. Jongeren voelen zich uitge-nodigd om hier binnen te komen en ervaren dat iedereen elkaar kent en ziet. We zijn een school met een eigen gezicht, een rijke ge-schiedenis en een kansrijke toekomst. Uw kind

vindt hier verder een helder dagritme en pret-tig contact.

Vertrouwde omgeving

Medewerkers van het Gilde College werken samen aan de ontwikkeling van uw kind. Dat doen we in een vertrouwde leeromgeving, waar hij zich thuis voelt. Wat hierbij belangrijk is? Onder meer veiligheid, aandacht en regels (structuur). Uw kind heeft ook een mentor die contactpersoon is tussen u en school. Heeft

uw kind vragen of wil hij over iets praten? Ook daar is deze mentor voor.

Contacten met scholen en bedrijven

Om uw kind een goede toekomst te geven houden we ook veel contact met organisaties die daaraan meehelpen. Zoals de basisscho-len, waar de kinderen vandaan komen, en de vervolgopleidingen, waar de leerlingen naar-toe gaan. Hierbij zorgen ervoor dat we alles weten en doorgeven wat belangrijk is rondom uw kind (warme overdracht). Ook hebben we contact met een netwerk van bedrijven en instellingen. Samen lukt het ons als actieve school uw kind vooruit te helpen. U krijgt


8

daarbij van ons ook veel ruimte om goed te zien waar uw kind mee bezig is.

Het actieve team

Respect voor uw kind, voor elkaar en voor onze omgeving vinden wij heel belangrijk. Daarom werken we als personeel ook met een gedragscode (zie hoofdstuk 9). Samen helpen we als medewerkers mee aan de toekomst van uw kind. Hoe? Bijvoorbeeld door hem met z’n allen zo goed mogelijk te begeleiden. Zo krijgt hij de ruimte zijn talenten maximaal te gebruiken. Meesters in onderwijs zijn en blij-ven we door steeds bezig te blijven met onze eigen ontwikkeling. En door zelf te blijven leren op het gebied van opvoeden en onder-wijs (pedagogiek en didactiek).

Actief leren voor uw kind

Het actieve leren gebeurt in de school én bui-ten de school dankzij bedrijfsstages. Huiswerk krijgt uw kind in de eerste twee klassen niet (thuis-werkvrij), in de laatste twee klassen een beetje.

Helpt u als ouders mee?

Binnen het Gilde College hebt u veel ruimte om iets voor uw kind en het onderwijs te doen. Ont-dek dat we open staan voor uw vragen en idee-en. Praat bijvoorbeeld mee in de ouderraad en in onderwijsprojecten. Bekijk ook hoe uw kind het doet en hoe hij leert en groeit. Dat ont-dekt u bijvoorbeeld dankzij het leerlingvolg-systeem Magister (zie hoofdstuk 8.1).

Manier van werken

Uw kind vindt hier onderwijs dat hem uitdaagt en inspireert. Hoe? Bijvoorbeeld door met allerlei manieren te werken om hem te laten leren. Wat dat voor hem betekent? Dat we het actieve leren bij hem prikkelen en dat hij verder om zich heen leert te kijken. Heel her-kenbaar aan onze school is daarbij de mix van klaarstaan (gastheerschap) en de manier van

lesgeven en opvoeden (pedagogische en di-dactische werkvormen): de GildeStijl. Met deze stijl bereiden we uw kind vooral prak-tisch voor op zijn vervolgstudie. Een samen-vatting hiervan vind u hieronder: De docent van het Gilde College: Voor aanvang van de les • is op tijd bij het lokaal • begroet leerlingen bij binnenkomst • heeft een empatische grondhouding • heeft alles voorbereid wat nodig is

voor de les • laat voorbeeldgedrag zien • creëert rustmomenten • investeert in de relatie met leerlingen

Start van de les • evalueert de voorgaande les • is de positieve leider; is zichtbaar

aanwezig voor iedereen • benoemt in principe het doel en de

inhoud van de les • begint gezamenlijk; sluit aan bij voor-

kennis, markeert de start van de les Tijdens de les • noemt leerlingen bij hun naam • vangt hun aandacht en houdt de les

boeiend


9

• geeft voorbeelden en biedt indien nodig extra leerstof aan

• gebruikt afwisselende werkvormen • is naast didacticus ook coach van de

leerlingen • daagt leerlingen uit tot een actieve

deelname aan het leerproces • stimuleert, activeert, motiveert en

corrigeert waar nodig Eind van de les • vat de les inhoudelijk en procesmatig

samen • maakt verbinding met het doel van de

les • laat op tijd opruimen en inpakken • sluit de les gezamenlijk en in principe

positief af Deze 5 rollen van de leraar kunnen in alle fa-sen van een les voorkomen. De GildeStijl is ook zichtbaar in de omgang met collega’s en ouders. Wat ook meehelpt aan zijn toekomst? Dat hij leert te werken volgens een plan. Dat leren we hem dankzij verschillende dingen:

weekplanners in de eerste jaren (on-derbouw)

studieplanners in de laatste jaren (bo-venbouw)

een jaarrooster met de grote lijn.

strak georganiseerd Programma van Toetsing en Afsluiting

digitale agenda met alle toetsen van de bovenbouw

Hulp bij beroepskeuze en groei

In de laagste klassen begeleiden we de be-roepskeuze door uw kind kennis te laten ma-ken met allerlei beroepen en richtingen. Dat gebeurt bij de praktische sectororiëntatie (PSO). In de hoogste klassen werkt uw kind aan kwaliteiten die horen bij het beroep dat hij leuk vindt en bij zijn groei in het hebben van contacten (sociale ontwikkeling).

2.6 De veilige school

In Hengelo draait via de gemeente het project “De Veilige School”. Daar doen wij ook aan mee. Net als de politie. Doel van het project is om problemen te voorkomen of bij te sturen. Daarom letten we met z’n allen op of we din-gen zien die wijzen op probleemgedrag bij jongeren. Hiervoor hebben alle deelnemers van dit project een afspraak op papier ge-maakt met bureau HALT. Alle scholen in Hen-gelo doen nu hetzelfde als een kind zich niet houdt aan een regel (norm overschrijden) of iets doet dat strafbaar is. Als er zo’n probleem komt, hebben we bij de politie een eigen con-tactpersoon.


10

2.7 De mediatheek

Om uw kind modern onderwijs te geven heb-ben we een plek waar hij zelf of in een groepje kan studeren/werken: de mediatheek. Deze plek heeft de functie overgenomen van de vroegere schoolbibliotheek. Hier kan uw kind aan een opdracht werken, klasgenoten rustig overhoren of een tijdschrift lezen voor de ontspanning. Praten mag in de mediatheek alleen fluisterend. Een mediatheca-ris/toezichthouder loopt rond om te helpen.

Dit en meer vindt uw kind in de mediatheek

ongeveer 2000 boeken Van jeugdboeken en Nederlandse lite-ratuur tot buitenlandse literatuur in de buitenlandse taal of vertaald.

informatieboeken en naslagwerken* Handig voor spreekbeurten en werk-stukken. De mediathecaris begeleidt uw kind bij het vinden van de juiste in-formatie.

groot aantal jeugdtijdschriften en een krant (abonnementen)*

grote collectie video’s en dvd’s

digitale camera’s Handig voor projecten en opdrachten.

tv en dvd-speler Leraren kunnen met de leerlingen een

film of tv kijken

computers Met informatie voor een aantal vak-ken.

printers Met hun pasje kunnen leerlingen hier bijvoorbeeld hun werkstuk printen

Lenen

De collectie boeken breiden we steeds uit met nieuwe. Uw kind mag de boeken, video’s en dvd’s twee weken lenen en die uitleentijd eventueel gratis verlengen. Lenen en verlen-gen werkt via een pasje. Dat krijgt uw kind aan het begin van het schooljaar. Ook reserveren mag hij hiermee gratis doen. Boeken, kranten en tijdschriften die in het rijtje hierboven een * hebben, kan uw kind alleen in de media-theek inkijken. Deze spullen lenen we niet uit.

Open

De mediatheek is elke schooldag open van 8.30 uur tot 16.00 uur. Op vrijdag tot 15.00 uur.


11

3. School - algemeen

Schoolleiding

Het Gilde College hoort bij de Openbare Scho-lengemeenschap Hengelo, kortweg OSG. Te-gelijkertijd nemen we als school veel beslissin-gen zelf. De schoolleiding bestaat uit een di-recteur en twee teamleiders: het manage-mentteam.

Directeur

De directeur heeft de algemene leiding op school. Ook zit de directeur in het manage-mentteam van de OSG. Daar praat en denkt zij mee over plannen voor alle scholen van de OSG.

De teamleiders

De teamleiders richten zich op de dagelijkse gang van zaken binnen de school. Zij zijn con-tactpersoon voor u, voor uw kind en voor mentoren. Binnen het managementteam den-ken zij mee over ontwikkeling van onze school. Zij begeleiden ons team bij het om-gaan met de leerlingen en bij het lesgeven. Daardoor groeien we samen naar beter on-derwijs Verder leiden ze de vergaderingen over hun klassen.

Percentage geslaagden 1

Kwaliteit

Er wordt veel gepraat over de kwaliteit van het onderwijs. Maar wat is nu precies een 'goede school'? Onze school krijgt hiervoor elk jaar een toets, op verschillende manieren. Die toetst of we wel goed werken. Hieronder staat onze kwaliteit op verschillende gebieden.

a) De onderwijsresultaten. Het aantal

geslaagde kinderen zegt meestal veel

over de kwaliteit van een school. In de tabel staan de resultaten van de afge-lopen vijf jaar:

b) Tevredenheid gemeten onder leer-

lingen, personeel en ouders. De uit-komsten gebruiken we steeds vaker om nieuwe plannen (onderwijsbeleid) te maken met wat zij graag willen. De uitkomsten van het onderzoek kunt u lezen op de website (LINKS Docu-ment tevredenheidsonderzoek).

c) Schooltoezicht door de inspectie: een standaard onderzoek op acht punten uit onze plannen. De beoordeling op die acht punten wordt vastgelegd in de zogenaamde kwaliteitskaart. Op www.onderwijsinspectie.nl kunt u de kwaliteitskaart van het Gilde College vinden, net als die voor de andere scholen voor voortgezet onderwijs.

2009-2010 2010-2011 2011-2012 2012-2013 2013-2014

aantal examenkandidaten 61 88 86 102 106

aantal geslaagden 61 74 75 87 101

percentage geslaagd 100% 88% 87% 85% 96%

http://tkrtp.owinsp.nl/schoolwijzer/zoek_scholen


12

4. Onderwijs

4.1 Algemeen In de laagste klassen ontvangt uw kind thuiswerkvrij onderwijs. De boeken blijven daarom op school. Vrijwel elke dag heeft uw kind in zijn lesrooster een keuzeles; in die les kiest hij zelf aan welk vak hij werkt. Ook werkt hij met een planner. Op die manier leert hij steeds beter te plannen en zelfstandig te werken, zie ook hoofdstuk 2.5. Heeft uw kind een stille omgeving nodig om te leren? Zowel in de vak- als in de keuzelessen krijgt hij stiltemomenten om in alle rust te leren. Gaat uw kind aan het einde van de lesdag naar huis? Dan heeft hij ook echt vrij. Ook heeft uw kind elke vrijdagmiddag vanaf twee uur lesvrij. Uitzondering: als uw kind zijn weektaak niet af heeft, blijft hij om die af te maken.

Actief leren

Uw kind is bij ons lekker actief aan het leren. Met praktische én algemene vakken. Daarbij krijgt hij de vakken op maat, zodat hij het beste uit zichzelf kan halen In de beroepsgerichte lessen van de laatste klassen werkt uw kind meestal in een werk-plekkenstructuur: hij krijgt dan opdrachten die hem leren om praktisch te werken alsof hij al een baan heeft (werkpleksimulatie). In ver-schillende sectoren zijn ook specialisaties mo-gelijk. Meer hierover leest u in hoofdstuk 4.2.2.

Leerwegen

Uw kind heeft bij ons de keuze uit drie leer-wegen. In de basisberoepsgerichte leerweg heeft hij bovendien de keuze voor de variant Leerwerktrajecten. Dit zijn de leerwegen:

leerweg inhoud door-stroom

theoretische leerweg

algemene vakken

havo 4 mbo ni-veau 3/4

kaderberoepsge-richte leerweg

algemene vakken beroepsge-richte vak-ken

mbo ni-veau 3/4

basisberoepsge-richte leerweg

algemene vakken beroepsge-richte vak-ken

mbo ni-veau 2

basisberoepsge-richte leerweg, variant leerwerk-trajecten

Nederlands, lichamelijke opvoeding, beroepsge-richte vak-ken

mbo ni-veau 1/2


13

Volgt uw kind de Theoretische Leerweg (TL)? Dan krijgt hij na de derde klas keuze uit drie sectoren:

1. techniek 2. economie 3. zorg & welzijn

Volgt uw kind Kader- of Basis-beroepsgerichte Leerweg (KBL en BBL)? Dan krijgt hij in de laat-ste klassen keuze uit vier sectoren:

1. Bouw-breed 2. Elektrotechniek 3. Handel en Administratie 4. Zorg en Welzijn-breed

Volgt uw kind binnen de Basis-beroepsgerichte leerweg (BBL) de Leerwerk-trajecten variant? Dan moet hij in de derde klas – in de loop van het eerste half jaar - een keuze maken uit de bovenstaande 4 sectoren. Hij wordt daarbij begeleidt door de docenten van Leerwerktrajecten. Heeft uw kind bijzondere ondersteuning no-dig? Dan kan dat binnen een kleine klas. Meer hierover leest u in hoofdstuk 4.2.

4.2 Hoe ziet het onderwijs er bij ons uit?

Start uw kind bij ons als brugklasser? Dan be-gint zijn schooljaar met kennismakingsdagen in Markelo. De eerste weken leren we hem vooral hoe hij het beste zelf kan leren. Op die manier lukt het om thuiswerkvrije lessen te geven.

(Sterke) leerwegondersteuning

Uw kind komt bij ons in het eerste leerjaar in een klas TL/KBL, KBL/BBL of BBL. Wat bij hem past? Dat bekijken we onder andere op basis van adviezen van zijn basisschool. Als de basisschool dit aangeeft kan uw kind van ons (sterke) leerwegondersteuning krij-gen. Hoe we bepalen of uw kind daarvoor in aanmerking komt? Door na zijn aanmelding een onderwijskundig rapport van de basis-school op te vragen. Daarin staat bijvoorbeeld hoe uw kind het daar deed. En met welke cijfers hij slaagde. Met dit rapport maken we een plan voor uw kind. Daarin staat ook welke hulp hij krijgt. We hebben daarbij twee hulp-richtingen:

Leerwegondersteunend onderwijs (LWOO) Het geld dat we hiervoor van de over-heid krijgen, gebruiken we op verschil-lende manieren, zoals: o een kleine klas, met eigen lespro-

gramma en vaste leraren, zodat uw kind meer aandacht krijgt

o hulplessen voor taal of rekenen (wiskunde)

o training voor meer zelfvertrouwen bij examens

o hulp bij dyslexie o begeleiding van de leerweg van uw

kind door mentoren en leerlingbe-geleiders

o andere activiteiten, zie verder hoofdstuk 5.3.

Leerwerktraject (LWT) Wordt het voor uw kind te moeilijk


14

een compleet diploma BBL te halen? Dan mag hij in klas 3 en 4 naar een leerwerktraject (LWT).

Uw kind krijgt deze bijzondere hulp in principe voor vier jaar.

Aansluiting op basisschool en vervolgonder-wijs

Dit leerwegondersteunend onderwijs sluit voor uw kind goed aan op het (speciaal) basis-onderwijs. En dankzij deze extra hulp krijgt hij de kans een vmbo-diploma te halen voor toe-lating tot niveau 2 van het mbo.

4.2.1 De onderbouw, leerjaar 1 en 2

In eerste twee leerjaren hebben alle leerlingen dezelfde vakken. Toch krijgt elke leerling die vakken op een andere manier, passend bij wat hij aan kennis aan kan.

Zelfde klas en mentor

Uw kind houdt twee jaar lang dezelfde klas en dezelfde mentor. In de loop van deze twee jaren moet hij wel keuzes maken: voor de BBL of KBL. Bij deze keuze helpen we hem. En daar halen we ook u bij. Uw kind kiest uiteindelijk zelf zijn leerweg en de sector die bij hem past. Zo helpen we hem hiermee:

2 uur per week krijgt hij praktische sectororiëntatie (PSO), met gastlessen en excursies. In deze lessen ontdekt hij ei-gen interesses en mogelijk-heden.

de decaan praat met hem en met u als ouders.

in februari van leerjaar 2 houdt de de-caan een voor-lichtingsavond voor uw kind en u als ou-ders.

Op deze manier ontstaat aan het eind van leerjaar 2 een goed doorstroomadvies. Uw kind mag natuurlijk wel iets anders kiezen dan we als advies geven; het advies is vrijblijvend.

Maatschappelijke stage (MaS)

Vanaf schooljaar 2011–2012 had Nederland een verplichte maatschappelijke stage. Vanaf augustus 2014 hoort deze stage niet meer bij het examen. Toch houden wij de stage. Uw kind moet daarom via ons 30 uur maatschap-pelijke stage lopen. Die uren mag hij verdelen over de eerste drie leerjaren. Het hoe en waarom van de maatschappelijke stage:

Uw kind ontdekt vrijwilligerswerk;

Uw kind doet iets gratis voor een mens, groep of buurt;


15

Uw kind leert andere mensen en hun manier van leven kennen.

De lessentabel

Hoe zit de lessentabel van klas 1 eruit? Om ons doel te halen en de wet te volgen werken we anders dan op veel andere scholen. Dat ziet u hieraan:

geen Frans;

lessen Culturele en Kunstzinnige Vor-ming (CKV);

elke week vier keuzelessen voor de leervakken;

elke week twee uren Talent Ontwikke-ling (TO);

elke week vier uren gymnastiek (lo);

logische leergebieden worden samen-gevoegd, zodat uw kind ziet wat bij el-kaar hoort: o mens en natuur (biologie, natuur-

kunde, scheikunde, verzorging) o mens en maatschappij (aardrijks-

kunde, geschiedenis en maat-schappijleer)

o beeldende vakken (tekenen en handvaardigheid);

mentorhulp in de vier keuzelessen;

extra aandacht voor de vakken Neder-lands en wiskunde, omdat rekenen en

taal steeds belangrijker worden.

Af en toe krijgt uw kind ook projectmiddagen met algemeen maatschappelijke onderwer-pen. Ook in het tweede leerjaar werken we anders:

klas blijft gelijk aan leerjaar 1;

geen Frans, maar wel Duits;

economie komt er bij;

elke week twee lessen praktische sectororiëntatie (PSO), met de nadruk op de afdelingskeuze;

Verder ziet het jaar er op dezelfde manier uit als de opsomming hiervoor bij leerjaar 1. Al-leen krijgt uw kind in leerjaar 2 geen Culturele en Kunstzinnige Vorming (CKV). Wel heeft de decaan dit jaar met uw tweede-klasser een persoonlijk gesprek om zijn keuze voor BBL of KBL goed te begeleiden. Dit ge-beurt na een ouderavond over de afdelings-keuze. Aan het einde van klas 2 kiest uw BBL- of KBL-kind dus zijn richting. Dit geldt natuur-lijk niet voor de TL leerlingen.


16

Lessentabel klas 1 en 2

4.2.2 De bovenbouw, leerjaar 3 en 4

In het derde leerjaar gaat uw kind bij ons binnen de drie leerwegen aan de slag met een van de volgende vier richtingen:

Bouw-Breed

Elektrotechniek

Zorg en Welzijn-breed

Handel en Administratie Lees hieronder en op de volgende pagina’s meer over deze keuzes.

leerweg sectoren

TL Techniek

Economie

Zorg en welzijn

leerweg sector afdeling

KBL, BBL Techniek Bouw-breed Elektrotechniek

Economie Handel en Ad-ministratie

Zorg en welzijn

Zorg en Welzijn-breed

In de loop van het derde leerjaar (KBL, BBL) kiest uw kind in de sector techniek uit speciali-saties:

afdeling specialisatie

Bouw-breed timmeren metselen afwerkingstechnieken meubelmaken

vak klas 1 klas 2

slwoo BBL KBL TL slwoo BBL KBL TL

NE 4 4 4 4 3 3 3 3

EN 3 3 3 3 2 2 2 2

DU 2 2 2 2

BV 4 4 4 4 3 3 3 3

LO 4 4 4 4 4 4 4 4

MM 2 2 2 2 2 2 2 2

MN 2 2 2 2 2 2 2 2

WI 4 4 4 4 3 3 3 3

TN 2 2 2 2 2 2 2 2

KL 4 4 4 4 4 4 4 4

PSO 2 2 2 2

CKV 1 1 1 1 1 1 1 1


17

Bouw-breed: lekker bezig met de handen

Uw kind gaat hier ontdekken wat de bouw doet. En welke bouwberoepen er zijn. Daar-naast leert hij ontdekken en ontwikkelen wat hij op dit gebied kan (professionele vaardig-heden). Dat gebeurt onder meer in een stage van tien dagen.

De opleiding is breed. Uw kind gaat onder meer het volgende doen:

timmeren

meubels maken

metselen

stukadoren

schilderen

Ook leert hij van alles over:

reclame, decoratieve technieken en schoonheid (esthetica)

infrastructuur

bouwproces

industrialisering, automatisering, technische informatica, CAD/CAM

afwerkingstechnieken

De afdeling werkt veel samen met de bouw-branche. Uw kind krijgt hier daarom ook ex-cursies naar bouwbedrijven. In het vierde leerjaar mag uw kind, naast Bouw-breed, kiezen voor een specialisatie. Hiervoor krijgt hij dan onderwijs op maat. Uw kind krijgt de lessen in een prachtig, ruim bouwlokaal met heel veel gereedschappen. Hier gaat hij lek-ker zelf met zijn handen aan de slag. Dát be-doelen we met het Gilde College als actieve school. Uw kind krijgt in klas 3 en 4 zo’n 12 tot 16 lessen Bouw-breed per week. Hoeveel pre-cies, dat hangt af van de leerweg die hij kiest.


18

Elektrotechniek: denken en doen met apparaten

Uw kind gaat hier ontdekken wat de elektrotechnische wereld doet. Daar-naast leert hij ontdekken en ontwikke-len wat hij op dit gebied zelf kan (pro-fessionele vaardigheden). Dat gebeurt onder meer in een stage van tien da-gen.

Dit doet uw kind allemaal bij Elektro-techniek

werken met elektrische instal-laties in zakelijke gebou-wen/industrie

werken met elektrische instal-laties in een huis

werken met elektronica

werken met telematica (tele-communicatie, zoals telefoon en internet, en informatiedra-gers, zoals computers)

werken met tekenprogramma CAD

monteren en bekabelen

op excursie gaan, bijvoorbeeld naar EATON.

De afdeling werkt veel samen met de branche elektrotechniek. Daarom krijgt uw kind hier ook excursies naar tech-niekbedrijven, bijvoorbeeld naar EATON. In de vierde klas kan uw kind kiezen voor een cursuspakket installa-tietechniek (minor). In klas 3 en 4 krijgt uw kind elke week 12 tot 16 lessen Elektrotechniek. Hoe-veel precies, dat hangt af van de leer-weg die hij kiest.

Zorg en welzijn-breed: zorgen voor mensen

Uw kind gaat hier ontdekken wat er gebeurt in de zorg en in het welzijn. Daarnaast leert hij ontdekken en ontwikkelen wat hij op dit ge-bied kan (professionele vaardigheden). Dat gebeurt onder meer in een stage van tien da-gen. En door mee te doen aan de Carrousel: uw kind gaat dan met andere leerlingen op bezoek langs verschillende bedrijven en instel-lingen. Daar doet hij mee aan een actief pro-

gramma. Zo ziet hij van dichtbij hoe het werkt en proeft hij de sfeer in de zorg en het welzijn. En zo ontdek hij van alles over de beroepen en eventueel de vervolgopleiding die hij hiervoor nodig heeft. Dat maakt het voor hem makke-lijker een beroep en opleiding te kiezen.


19

Weet u dat samenwerken en goed met elkaar overleggen heel belangrijk is bij zorg en wel-

zijn? Daarom leert uw kind bij ons heel uitge-breid hoe hij dat goed doet (training van socia-le en communicatieve vaardigheden).

De opleiding is breed. Uw kind leert bij Zorg en welzijn-breed onder meer:

mensen helpen weer voor zichzelf te zorgen (sociaal pedagogisch werk )

hulp geven bij activiteiten

zorg en hulp geven

persoonlijke zorg geven

assisteren en verzorgen

haar verzorgen

eten verzorgen

andere hulp en diensten geven

zorgen voor het huishouden

omgaan met techniek voor informatie en communicatie

De afdeling werkt veel samen met de branche zorg en welzijn. Daarom krijgt uw kind hier-naartoe ook excursies. Ook krijgt hij de lessen in een werkplekkenstructuur: dat betekent dat

hij opdrachten doet, die hem leren om prak-tisch te werken alsof hij al een baan heeft

(werkpleksimulatie). In klas 3 en 4 krijgt uw kind elke week 12 tot 16 lessen zorg en welzijn. Hoeveel precies, dat hangt af van de leerweg die hij kiest.

Handel en Administratie: bezig met z’n hoofd

Uw kind gaat hier ontdekken wat er gebeurt in de handel en administratie. Daarnaast leert hij ontdekken en ontwikkelen wat hij op dit ge-bied al kan (professionele vaardigheden). Dat gebeurt onder meer in een stage van tien da-gen. De lessen krijgt uw kind vanuit een klas waar hij veel met computers gaat doen. Hij krijgt dan opdrachten die hem leren om prak-tisch te werken alsof hij al een baan heeft.


20

Hier gaat uw kind mee aan de slag bij Handel en Administratie

werken voor klanten en diensten leve-ren

leren waar goederen naartoe gaan bij inkoop en verkoop (goederenstroom)

presentatie en promotie/reclame ma-ken

werken met computers in de econo-mie

verkoop bijhouden (registratie)

boekhouden

bedrijfseconomie Deze afdeling werkt veel samen met bedrij-ven. Daarom gaat uw kind hier ook op excur-sie naar bedrijven. In klas 3 en 4 krijgt uw kind elke week 12 tot 16 lessen Handel en Administratie. Hoeveel precies, dat hangt af van de leerweg die hij kiest.

Aan het einde van klas 3

Aan het einde van klas 3 in de theoretische leerweg kiest uw kind in welke sector hij ver-der wil. Voor klas 3 KBL en BBL mag uw kind dan een extra vak kiezen. Hij moet op het eindrapport dan een 6 of hoger hebben voor dit extra vak. Ook moet er plaats zijn in de klassen of les-groepen en in het lesrooster van uw kind. Verder moeten er genoeg leraren zijn.

sector extra vak Techniek Duits

Zorg en Welzijn Duits

Economie wiskunde of Duits

In klas 3 (KBL, BBL) krijgt uw kind veel lessen in de afdeling. Daarom is de vakdocent dan ook zijn mentor. Zo heeft uw kind geen extra men-toruur nodig.

Aan het eind van klas 4

Aan het eind van klas 4 doet uw kind centraal examen. Daarvóór doet hij mee aan het schoolexamen. De inhoud van het schoolexa-men staat in het Programma van Toetsing en Afsluiting (PTA). Sinds 2013-2014 doet uw kind


21

schoolexamen in klas 3 en 4. Daarbij vinden we klas 4 het belangrijkst. De vakken maatschappij-leer1 en kunstzinnige vorming1 krijgt uw kind alleen in klas 3. Het cijfer dat hij hier haalt, is ook zijn schoolexamencijfer. Voor de andere vakken doet hij een deel van het schoolexamen eventueel al in klas 3.

De lessentabel voor leer-jaar 3 en 4

Dit moet u weten over de lessentabel leerjaar 3 en 4 (KBL, BBL):

Als het in het rooster past, mag uw kind een extra vak volgen, zie hiervoor de alinea ‘Aan het eind van klas 3’

Zo zien de leerwerktrajecten eruit: o Nederlands en gymnastiek rooste-

ren we apart in, want uw kind heeft vooral praktijk;

o stages horen bij het gekozen pro-gramma;

o uw kind kiest in leerjaar 3 - in de loop van het eerste half jaar - een beroepsvoorbereidend programma binnen de leerwerktrajecten.

Alle leerlingen hebben drie uur gym-nastiek per week.

Welke leerwegen uw kind ook volgt, hij ont-vangt altijd extra aandacht voor taal en reke-nen. En vanaf cursusjaar 2014-2015 krijgt hij daarbij ook verplicht wiskunde, in elke leer-weg. Lessentabel leerjaar 3 en 4:

vak 3LWT

3BBL

3KBL

3TL

4LWT

4BBL

4KBL

4TL

NE 3 3 3 3 3 3 4 4

EN 2 3 3 2 3 4

DU 2 3 3 {2}

{3}

4

KV1 1 1 2 1

LO 3 3 3 3 3 3 3 3

MM

MA1 2 2 2

MA2 {3}

{3}

EC [3]

[3]

3 [3]

[3]

3

NSK1 [3]

[3]

3 [3]

[3]

3

WI 3 3 3 3 {4}

4

BI [3]

[3]

3 [3]

[3]

3

PR LWT

25 24

BB/ET/ZWB/HA

12

10

15

13

MW 1 1 1 1

MT 1 1

TE 2

[ ] = sectorvak


22

{ } = keuzevak/extra vak Als dat nodig is, wijken we af van deze lessen-tabel. Bijvoorbeeld vanwege een tekort aan leraren of geld.

4.3 Samenwerking met andere opleidingen

We hebben goed contact met andere vakopleidingen. Zoals met de Stichting Vak-opleiding Bouwbedrijf, het Samenwerkingsverband Praktijk Opleiding Schilderen en de Stichting Metaal-Elektro Opleiding Twente. Op twee belangrijke mo-menten in zijn schoolloop-baan heeft uw kind hier voordeel van:

1. In de tweede klas krijgt hij de kans om praktijkgericht ken-nis te maken met de verschillende vakop-leidingen. Dit maakt het makkelijker om te weten welke vervolgopleiding en welke baan hij daarna wil. En dus welke keuze hij moet maken in het derde leerjaar.

2. In het derde of vierde leerjaar mag uw kind bij de vakopleidingen stage lo-pen. Daar doet hij ook examen voor sommige onderdelen.

Aansluiten

We werken ook samen in het Twents Aanslui-tingsnetwerk. Hierin zitten veel scholen van voorbereidend beroepsonderwijs en de roc's (mbo). Samen maken we afspraken over hoe onze leerstof aansluit op het vervolgonder-wijs. En wat uw kind moet kunnen als hij daarnaartoe wil. Deze toelatingscriteria be-spreken we voor de verschillende niveaus van het ROC. Meldt onze decaan uw kind aan bij het ROC van Twente of AOC Oost? Dan gebruikt hij het digitale Overdrachtsformulier Vmbo-Mbo (OVM). In het derde leerjaar start de decaan al

met invullen van dit formulier. De gegevens stuurt hij dan al door naar de mbo-scholen. In het vierde leerjaar maken we het formulier af. De vervolgschool weet dan alles wat belangrijk is voor en over uw kind. Dit noemen we een ‘warme overdracht’. We vragen uw kind altijd of hij het eens is met de gegevens die we op het formulier invullen.

5. Zo gaat het eraan toe op school

5.1 De organisatie van het da-gelijkse onderwijs

De lessen van uw kind staan in een lesrooster. Dit rooster heeft geen tussenuren en houdt

50-minutenrooster

1 8.10-9.00 uur

2 9.00-9.50 uur

kleine pauze 9.50-10.05 uur

3 10.05-10.55 uur

4 10.55-11.45 uur

grote pauze 11.45-12.15 uur

5 12.15-13.05 uur

6 13.05-13.55 uur

kleine pauze 13.55-14.10 uur

7 14.10-15.00 uur

8 15.00-15.50 uur


23

minstens één morgen of middag vrij. Elke dinsdag en vrijdag is uw kind lesvrij vanaf 13:55 uur.

Lestijden

Elke les duurt 50 minuten. Bij het begin en eind van de les klinkt een (kort) belgeluid.

Bel

Let op: dezelfde bel klinkt als er een noodsitu-atie of brandoefening is. Daarbij moet ieder-een de school uit. In dat geval klinkt de bel 3 keer lang achter elkaar.

Signaal Betekenis

kort bel-geluid

leswisseling

3 keer lang bel-geluid

noodsituatie, ontruimen

Pauzes

In de pauzes heeft uw kind de ruimte zich te vermaken in de hal, buiten op het plein, in de kantine of in de Slingertuin. In de kantine treft hij een buffet, waar hij met een pasje eten en drinken kan kopen. In de pauzes lopen mede-werkers van school rond. Die houden alles in de gaten.

Lesuitval en opvang van de klassen

Soms moeten we het lesrooster onverwacht aanpassen. Bijvoorbeeld omdat een leraar ziek is. Als het rooster verandert, ziet uw kind dat 's morgens om 07:15 uur op de site. Meestal vallen er weinig lessen uit, doordat docenten de lessen van een afwezige collega overne-men. Lessen aan het begin of eind van het dagrooster vervallen meestal. Zitten er meer klassen zonder docent? Dan houden we toe-zicht op uw en de andere kinderen in de kan-tine. Uw kind zwerft in tussenuren dus nooit door de school of door de stad.

Het klassenboek en de bovenbouwagenda

Alle onderbouwklassen en de klassen 3-LWT en 4-LWT hebben een eigen klassenboek. Hierin schrijft elke leerkracht belangrijke din-gen over de klas. De klassenvertegenwoordi-ger - of steeds een andere leerling - heeft het klassenboek elke les bij zich. De hele klas is verantwoordelijk voor het boek. En de hele klas is er dus ook verantwoordelijk voor dat het iedere les in de klas ligt. De bovenbouwklassen hebben een digitale agenda. Die vindt uw kind via de site. In deze agenda staan de toetsen van de bovenbouw-klassen. Hierin staan ook de afspraken die met de docent zijn gemaakt (over wat, wanneer en hoe). Aan deze afspraken moet uw kind zich houden.

http://www.osghengelo.nl/?SchoolId=2&PaginaId=2&SubPaginaId=224



24

De weektaak

In de onderbouw werkt uw kind met een weektaak. Aan het einde van de week krijgt hij de afgetekende weektaak mee naar huis. Zo blijft u op de hoogte van wat uw kind al kan. Om zeker te weten dat u die weektaak ziet, vragen we u hier uw handtekening op te zet-ten.

De rapporten en hoe het gaat met de ont-wikkeling

In klas 1 en 2 krijgt uw kind drie keer per jaar een rapport. In dit rapport staat wat uw kind al kan. Dat ziet u aan de cijfers. De mentor bespreekt het rapport met u als ouder. In dat gesprek vertelt hij eventueel ook hoe uw kind vooruit gaat. In klas 3 krijgt uw kind twee rapporten per jaar. En in klas 4 doet hij schoolexamen vol-gens het Programma van Toetsing en Afslui-ting. Hij krijgt een rapport over het school-examen en in december een tussenrapport. Wilt u de cijfers van uw kind tussendoor zien? U vindt ze allemaal in ons administratiepro-gramma Magister. Meer hierover leest u in hoofdstuk 8.1.

Leerlingbespreking

Op vaste momenten bespreken we als mede-werkers alle leerlingen. Daarbij praten we vooral over leerlingen die extra aandacht no-dig hebben om aan hun toekomst te werken (dit staat in het persoonlijke Ontwikkelings-perspectief van uw kind). Als dat nodig is, ko-men we na dit gesprek in actie.

5.2 Ondersteuning

De begeleiding van uw kind ligt bij zijn mentor. Bij deze mentor kunnen uw kind en u altijd terecht. Collega’s helpen de mentor met een onder-steuningstaak. Bij alle begeleiding houden we één ding voor ogen: hoe laten we uw kind zich beter voelen op school en hoe laten we het hem beter doen op school. Alleen dankzij deze speciale aandacht hebben som-sommige kinderen een kans in het onderwijs. Onze medewerkers die

leerlingen begeleiden - op welke manier dan ook - hebben er les in gehad om dit goed te doen.

De mentor

De mentor geeft in zijn klas en in zijn eigen vak les. Ook geeft hij meestal de keuzelessen. Daarin leert hij uw kind vooral ook te studeren (algemene studievaardigheden). Heeft uw kind vragen over school of persoonlijke din-gen? Dan helpt de mentor. De mentor bege-leidt uw kind dus ook in het omgaan met an-deren en met emoties (sociaal-emotioneel). Hebt u zelf vragen over uw kind? Bel dan de mentor. Hij vertelt u verder ook hoe uw kind het op school doet en hoe het met hem gaat. Verder organiseert de mentor activiteiten voor de klas en zorgt hij voor een goede sfeer. De mentor blijft twee jaar bij uw kind en zijn klas. Daardoor lukt het hem uw kind goed te begeleiden naar een vervolgstudie en beroep. De decaan helpt de mentor hierbij. In de bo-venbouw is de praktijkdocent normaal gesp-roken de mentor. Hij ziet uw kind soms wel 12 uur per week.

De vakdocent

De vakdocent begeleidt uw kind bij alles wat direct met het vakgebied te maken heeft. Net als de mentor leert hij uw kind te studeren (algemene studievaardigheden). Daarnaast leert hij hem vooral dingen over zijn vak. Als hij ziet dat uw kind kennis mist, helpt hij een oplossing te vinden.

De zorgcoördinator

De zorgcoördinator coördineert de onder-steuning op school. Hij geeft leiding van het


25

ondersteuningsteam en hij zit de leerlingbe-sprekingen voor. Hij ondersteunt de mentor en stemt de zorg op school af tussen de diver-se collega’s. Hij heeft contact met organisaties buiten school, die hulp kunnen bieden als uw kind dat nodig heeft. Ook legt hij eventueel het contact voor uw kind met zo’n organisatie. Ook beantwoordt hij vragen van collega’s over de ondersteuning. Hij geeft verder advies, ook zonder dat mensen daar om vragen. Daar-naast coördineert hij voor uw kind het Ont-wikkelingsperspectief. Daarin staan alle af-spraken en evaluaties rondom zijn zorg (zie hoofdstuk 5.3). Ook is de zorgcoördinator vanuit het Gilde College contactpersoon voor het Zorg Advies Team. In dit team zitten ook de politie, de schoolarts, de leerplichtambte-naar en de jeugdhulpverlening.

De leerlingbegeleider

De leerlingbegeleider helpt de mentoren en de leraren om uw kind te begeleiden. Dat doet hij door advies te geven aan uw kind en de teamleiders. En door eventueel zelf extra be-geleiding te geven, als dat nodig is. Hij is ook heel belangrijk bij het oplossen van een ruzie of probleem.

De decaan

De decaan doet veel verschillende dingen. Hij helpt uw kind bijvoorbeeld een sector te kie-zen. Of een afdeling. Of een vakkenpakket. Ook begeleidt hij uw kind bij de overstap naar zijn vervolgopleiding.

De stagebegeleider

De vakleerkracht in leerjaar 3 en 4 is ook stagebegelei-der. Hij heeft contact met stagebedrijven en regelt de stageplaatsen. Hij contro-leert daarom ook stagever-slagen en stagebeoordelin-gen.

De medewerker Passend Onderwijs

De medewerker Passend Onderwijs helpt, net als de

leerlingbegeleider, de mentoren en de leraren om uw kind te begeleiden. Hij zal zich echter voornamelijk richten op leerlingen die een speciale begeleiding nodig hebben. Daartoe zal hij deze leerlingen observeren, een ont-wikkelingsplan schrijven en vervolgens deze leerlingen individueel begeleiden.

De vertrouwenspersoon

Heeft uw kind of uzelf een gevoelig probleem met of op school? Dan helpt een vertrou-wenspersoon. Deze persoon heeft bijvoor-beeld contacten met iemand als de vertrou-wensarts. Wat u of uw kind aan de vertrou-wenspersoon vertelt, blijft geheim. Behalve als het gaat om iets wat strafbaar is. Als iets strafbaar is, moet de vertrouwenspersoon als ambtenaar deze informatie doorgeven aan de organisaties die hierover gaan. Durft uw kind over een gevoelig probleem niet te praten met docenten, mentoren, schoollei-ding en/of leerlingbegeleiding? Dan luistert mevrouw M. Horst.

De aandachtsfunctionaris

Wordt uw kind mishandeld? Als school heb-ben we een werkwijze om dit door te geven (procedure AMK-melding). Voor problemen met mishandeling hebben we twee contact-personen. Die noemen we aandachtsfunctio-narissen. Het zijn de heer R. Luyrink en me-vrouw M. Horst.


26

De vertrouwensinspecteur

Wordt uw kind gediscrimineerd? Heeft hij te maken met geweld? Of met seksueel mis-bruik? Bij dit soort problemen mag u bellen met de vertrouwensinspecteur van de onder-wijsinspectie. U belt deze inspecteur via een algemeen meldpunt: 0900 - 111 31 11.

5.3 Onderwijsondersteuning

Het doel van het Gilde College? Uw kind op-leiden voor het diploma. Soms kan dat alleen door extra ondersteu-ning. Uzelf of uw kind ziet misschien dat dit nodig is. Of zijn men-tor en collega’s zien dat uw kind extra on-dersteuningsaanbod kan gebruiken. De zorgcoördinator, de heer R. Luyrink, coör-dineert dit. Samen met u beslist hij of uw kind de ondersteuning gaat gebruiken. Meestal duurt de on-dersteuning maar even, zoals bij een training. Soms duurt het wat langer, bij-voorbeeld als uw kind leesblind is en hiervoor een coach nodig heeft.

Ontwikkelingsperspectief

Ontvangt uw kind ondersteuningsaanbod? Dan houden we bij of, en zo ja hoeveel, hij vooruit gaat. Uw kind en alle anderen krijgen hiervoor een ontwikkelingsperspectief. In dit papier staat waar we met de ondersteuning naartoe werken en hoe we dat doen. Dit pa-pier bespreken we in de leerlingbespreking én met u als ouders.

Dit ondersteuningsaanbod staat klaar voor uw kind

(voor toelichting zie onder de opsomming): 1. Extra rekenen 2. Extra taal 3. Remediale hulp

4. Hulp bij leesblindheid (dyslexie) 5. Hulp bij leren beter te studeren (stu-

dievaardigheden) 6. Leerlingbegeleiding 7. Contacten met anderen leren verbete-

ren (sociale vaardigheden) 8. Training om met meer zelfvertrouwen

examen te doen 9. Beter leren opkomen voor jezelf

(weerbaarheidstraining) 10. (Keuze)begeleiding door decaan

1. Extra rekenen

In de vakken economie en wiskunde rekent uw kind veel. Zo veel, dat dit genoeg is om referentieniveau 2F te halen. Is uw kind inge-stroomd met een achterstand? Dan heeft hij hier misschien niet genoeg aan. We meten het niveau van uw kind vooraf via toetsen. Zo zien we welk deelgebied uw kind dan nog niet ge-noeg kent: getallen (geld en geldsysteem), procenten & verhoudingen, meten & meet-kunde, en verbanden. Extra aandacht voor rekenen geven we dankzij de werkmanier Getal & Ruimte. Hier horen rekenwerkboeken bij. Die helpen ervoor te zorgen dat uw kind goed blijft rekenen.


27

2. Extra taal

In alle vakken speelt Nederlands mee. Meestal is dat genoeg om de taal goed te spreken en te schrijven. Om te kijken of dat ook voor uw kind geldt, meten we alles wat hij kent en weet van de Nederlandse taal: hoeveel woor-den hij kent (woordenschat), hoeveel hij be-grijpt (tekstbegrip) en hoe hij schrijft (schrijf-vaardigheid). Daarna wordt uw kind op zijn niveau begeleidt richting referentieniveau 2F. In elk leerjaar krijgen alle leerlingen extra hulp met begrijpend lezen. Dat gebeurt dankzij de werkwijze Nieuwsbegrip. Zit uw kind onder het 1F niveau dan zal er extra gewerkt moeten worden om de achterstand in te lopen. Dat kan gebeuren in de remedial hulplessen.

3. Remediale hulp

Naast deze hulp in de klas bieden we ook re-mediale hulp speciaal aan uw kind. Bijvoor-beeld als hij een bepaald vak moeilijk vindt. Of moeilijk een planning kan maken. Of moeilijk kan leren (studievaardigheden). Wilt u reme-dial hulp voor uw kind? Zijn mentor (in overleg met een vakdocent) meldt hem dan aan bij de remedial teacher.

4. Hulp bij leesblindheid (dyslexie)

Is uw kind leesblind? Dan krijgt hij hulples. Die draait niet om uitgebreide spellingsonder-steuning, maar geeft extra aandacht aan:

de planning van het (school) werk

zichzelf leren redden als leesblin-de/dyslect (weerbaar worden)

ervaringen uitwisselen tussen lees-blinden/dyslecten

leren werken met software die de leesblindheid opheft

woordjes leren

aanleren van leerstrategieën

gebruik van voorleesmiddelen

Staat uw kind officieel nog niet bekend als leesblind, maar denken we dat hij dat mis-schien wel is? Dan kunnen we hem wel laten screenen en opgegeven voor een dyslexietest. Daar zorgt de dyslexie-coördinator voor.

5. Hulp bij beter leren studeren (studie-vaardigheden)

In de onderbouw leren we uw kind tijdens de keuzelessen volop hoe hij huiswerk maakt en inplant. Heeft uw kind hierbij een steuntje in


28

de rug nodig? Dan krijgt hij eigen begeleiding. We kijken dan in een paar bijeenkomsten waar het voor uw kind misgaat. We kijken naar de planning van het schoolwerk, de tijd die hij nodig heeft om de leerstof te snappen en de manier van leren. Zo proberen we hem te helpen zelf het goede studieritme en -tempo weer op te pakken.

6. Leerlingbege-leiding

Heeft uw kind misschien een probleem? Dan krijgt hij extra hulp van de leerlingbegeleider. Of dan krijgen zijn mentor, vakdocenten en team-leiders eventueel extra hulp om hem te bege-leiden. Zie ook hoofd-stuk 5.2

7. Contacten met anderen leren verbeteren (so-ciale vaardigheden)

Ontspannen en op een leuke manier met an-dere leerlingen praten – kan uw kind hier wel een steuntje bij gebruiken? Dan krijgt hij bij ons de training sociale vaardigheden. De trai-ning geeft hem houvast om zijn gedrag te ver-anderen.

8. Training om met meer zelfvertrou-wen examen te doen

Heeft uw kind examenvrees? Is hij bang om te mislukken, bang om het niet te doen zoals mensen van hem verwachten? Examen doen maakt iedereen wat meer gespannen en laat iedereen wel eens piekeren. Is dit bij uw kind heel sterk, dan heeft hij misschien faalangst. Dit komt voor bij één op de tien leerlingen. Ze halen slechte cijfers omdat ze bang zijn. Ze hebben hoofdpijn, maagkrampen of hartklop-pingen. Examenvrees hoort bij gedachten en manieren van denken die een angstig gevoel veroorzaken. En dat maakt juist dat uw kind het minder goed doet. Om uw kind te helpen bieden we een training aan om hem meer zelfvertrouwen te geven voor het examen.

9. Beter opkomen voor jezelf (weer-baarheidstraining)

Uw kind leert tijdens onze weerbaarheidstrai-ning meer zelfvertrouwen te krijgen. Hoe? Door verschillende dingen. Bijvoorbeeld door zijn woorden, zijn denken en zijn lichaam te gebruiken. En door hiermee op te komen voor zichzelf. Ook leert hij om te gaan met zijn ge-

voel en te oefenen met vechtlust als contact met anderen moeilijk wordt. Dit zit allemaal in de weerbaarheidstraining:

praten

ruzie in woorden (confrontatietech-nieken) of dreigende ruzie voorkomen (de-escalatie)

houding en uitstraling

vluchten of weggaan uit de situatie

hulp vragen (en bieden)

zelfverdediging

10. (Keuze)begeleiding door decaan

Kan uw kind moeilijk kiezen welke sector hij wil? En wat hij na het Gilde College wil doen, wat betreft school en beroep? Heeft hij niet genoeg aan de loopbaanoriëntatie en begelei-ding (LOB) in de praktijklessen? Dan helpt de decaan met:

informatie over de studiemogelijkhe-den binnen onze school


29

informatie over vervolgopleidingen en beroepen

inzicht krijgen in wat hij zelf kan

informatieavonden voor u en hem

gesprekken voor u en hem

Wie coördineert onderwijsondersteuning? De zorgcoördinator

De zorgcoördinator organiseert de zorgonder-steuning voor uw kind bij ons. Hebt u vragen over de ondersteuning aan uw kind? Dan mag u die altijd aan hem stellen. Zie verder hoofd-stuk 5.2

Informatie van andere instanties

Opgroeiende kinderen hebben meer nodig dan goede lessen van ons. Daarom staan aller-lei organisaties klaar. Zoals Tactus, GGD, Poli-tie, Bureau Halt. Zij geven informatie en voor-lichting aan leerlingen en personeel. Bijvoor-beeld over: gedrag in het verkeer, fiets- en brommerkeuring, gevaren van roken, alcohol, drugs, eetverslaving en vuurwerk. Weten wanneer zo’n organisatie komt? U leest het in de Nieuwsbrief, op onze site en via andere media.

Het leerlingvolgsysteem

Om uw kind goed te begeleiden schrijven we allerlei gegevens van hem op. Hoe goed hij omgaat met zijn gevoel en met anderen (soci-aal-emotioneel functioneren); hoe hij zich gedraagt; hoe goed het met zijn vakken gaat. Ook schrijven we hier testgegevens van hem op, net als verslagen van belangrijke gesprek-ken en ontwikkelingen. Alleen de begeleiders van uw kind kunnen bij die gegevens. Met deze gegevens lukt het om uw kind een goed advies te geven als hij naar het vervolgonder-wijs gaat. De cijfers van uw kind ziet u in ons administra-tieprogramma Magister, zie hoofdstuk 8.1.

5.4 Afwezig zijn: verzuim, vrij en rege-lingen

Afwezig in de les

Moet uw kind lessen missen door ziekte, dan moet u dit voor 8:10 uur per telefoon aan de school doorgeven. Gaat uw kind ziek naar huis, dan moet hij daarvoor toe-stemming hebben van ons. U krijgt van ons dan een be-richtje en moet het doorge-ven zodra uw zieke kind thuis is gekomen. Kan uw kind niet zelf naar huis? Dan bellen we u om uw kind te laten opha-len. Bent u niet thuis? Dan blijft uw kind in principe op

school.


30

U moet zo veel mogelijk voor-komen dat uw kind een les mist door bezoek aan een arts of instantie. Plan afspraken hier-voor daarom buiten lestijd. Moet uw kind toch tijdens een les naar bijvoorbeeld een dok-ter? Geef dit dan vooraf door aan de administratie van onze school, als dat mogelijk is.

Afwezig zonder toestemming (ongeoorloofd lesverzuim)

Blijft uw kind weg uit een les zonder dat hij hiervoor toe-stemming heeft? Dan moet hij de gemiste lestijd dubbel inhalen. Hij krijgt dan iets nuttig te doen. De leerkracht bij wie hij de les miste, vertelt wat hij moet doen. Dat kan ook iets zijn dat nuttig is voor ons als school. Komt het vaker voor dat uw kind weg-blijft zonder toestemming? Of is hij vaak ziek? Dan halen we de leerplichtambtenaar erbij. De eventuele gevolgen zijn dan voor u en uw kind. Soms betekent dat een boete, schorsing of verwijdering van school.

Te laat komen

Komt uw kind te laat op school? Dan gaat hij eerst naar de conciërge. Er zijn dan een aantal mogelijkheden.

Voor 08:30, eerste of tweede keer te laat

Er wordt een notitie in magister gemaakt

Voor 08:30, derde keer te laat

Er wordt een notitie in magister ge-maakt Er gaat een melding naar TOL Er gaat een melding naar mentor

’s Middags na het laatste lesuur (15.50 uur) een uur inhalen, of de volgende ochtend om 07:30 melden bij de receptie

Voor of na 08:30, meer dan drie keer te laat

Er wordt een notitie in magister ge-maakt

’s Middags na het laatste lesuur een uur inhalen,

Er gaat een melding naar TOL Er gaat een melding naar mentor De mentor stuurt een melding naar de ouders en maakt een notitie in magister

of de volgen-de ochtend om 07:30 melden bij de receptie

Na 08:30, eerste of tweede keer te laat

Er wordt een notitie in magister ge-maakt Er gaat een melding naar TOL

’s Middags na het laatste lesuur een uur inhalen, of de volgen-de ochtend om 07:30 melden bij de receptie

Komt uw kind vaak te laat, dan nemen we passende maatregelen. Eventueel geven we dit door aan de leerplichtambtenaar.


31

Vrij en vakantieregeling

In het algemeen mogen wij geen vrij (verlof) of vakantie geven buiten de normale, vastgestel-de vakantiedagen. Verlof voor en aansluitend op de zomervakantie is door de inspectie streng verboden. We mogen een uitzondering maken als u kunt bewijzen dat u op de gewo-ne momenten geen vakantie kunt krijgen. Dan mogen we hooguit tien dagen per jaar vrij geven. Vrij geven voor bijzondere gebeurtenissen in de familie (familieomstandigheden) doen we eventueel ook. Dit verlof moet u dan op pa-pier aanvragen bij de schooldirecteur. De va-kantiedata van dit schooljaar vindt u verderop in deze gids (bijlage) en op de site.

Afspraken rondom ramadan en vastentijd

Stage lopen zien wij als voorbereiding op werk. Daarom verwachten wij van uw kind dat hij tijdens de ramadan gewoon naar zijn stage gaat en meedoet aan de kooklessen. Uw kind hoeft het eten dat hij maakt, niet zelf op te eten. Hij mag dit weggeven. In de vastentijd proberen we voor uw (islamitisch) kind ver-vangende producten te hebben voor vlees of dierlijke vetten. Lukt dat niet, dan mag uw kind het eten dat hij heeft klaargemaakt aan een andere leerling geven. Speelt er bij u iets anders bijzonders waar we misschien rekening mee moeten houden? Geef het door aan de schoolleiding.

Schorsen en van school sturen

Gedraagt uw kind zich bijzonder onfatsoenlijk? Dan kunnen we hem schorsen. Doel hiervan? Uw kind te laten merken dat zijn gedrag niet goed is. Daarom mag hij dan een tijdje afkoe-len. Hoe lang? Dat kan verschillen van een dag(deel) tot een week. Als we uw kind schor-sen, leggen we dit uit in een gesprek met u en uw kind. Ook zetten we dit op papier. In beide gevallen noemen we ook de reden van ons besluit. Uw kind mag weer meedoen aan de lessen na een gesprek met u en uw kind over wat er is gebeurd. Merken we dat schorsen niet helpt? Dan sturen we uw kind eventueel van school.

5.5 Verzekering

Uw kind is onder schooltijd verzekerd voor een ongeluk op weg van huis naar school en omgekeerd. Deze verzekering betaalt alleen de kosten die uw eigen verzekering niet be-taalt. Let op: onze verzekering is geen aan-sprakelijkheidsverzekering.

Aansprakelijkheid

Wordt er iets van uw kind gestolen? Raakt hij gewond of heeft hij schade aan spullen? U kunt ons als school hier niet voor aansprakelijk stellen. De persoon die de schade of wond maakt, is aansprakelijk. Wij adviseren uw kind om zijn spullen goed te beschermen. Fiets en brommer moet hij in de stalling op slot zetten. We bewaken de fiet-senstalling met camera’s en nemen de beel-den op. Toch kunt u ons als school niet aan-sprakelijk stellen voor diefstal of schade. Spullen die waarde hebben, moet uw kind uit zijn jas halen. We verhuren kluisjes waar hij deze spullen in kan opbergen. Voor de sleutel betaalt hij borg. Wil uw kind zijn boeken na


32

schooltijd op school laten? Dan mag hij twee kluisjes huren.

6. De band van u en uw kind met de school

6.1 Uw kind

Op allerlei manieren kan uw kind laten zien dat hij bij onze school hoort. Door mee te doen aan schoolfeesten, buitenschoolse acti-viteiten en excursies. En door mee te denken over de school via:

a) de leerlingenraad overleggroep met (gekozen) leer-lingen, onder begeleiding van een do-cent. Zij vergaderen regelmatig en overleggen met de schoolleiding, als dat nodig is. De leerlingenraad praat en denkt mee over praktische zaken en geeft hierover advies.

b) de deelraad deze raad mag volgens de wet mee-denken en meepraten over beslissin-gen rondom de OSG. De leerlingen zit-ten in de groep van ouders/leerlingen (zie hoofdstuk 6.2.4)

6.2 U als ouder

Uw rol als ouder is voor ons heel belangrijk. Want het werkt het beste als het op elkaar aansluit wat u en wij doen. Daarom hebben de mentor van uw kind en u vaak contact. De mentor laat het weten als er iets bijzonders met uw kind op school is. Laat u het de men-tor weten als er bij u thuis of met uw kind iets speelt? Sowieso verwachten we u te zien op de ouderspreekavonden en voorlichtingen. Kunt u dan echt niet komen? Laat het weten. Dan spreken we graag met u op een ander moment af.

Vrijwilligerswerk

Wilt u iets doen voor de school? Dan bent u welkom als:

1. vrijwilliger voor werk in de media-theek

2. begeleider bij activiteiten 3. lid van de ouderraad

4. lid van de deelraad van de medezeg-genschapsraad

3. Meepraten via de ouderraad

De ouderraad (OR) denkt namens alle ouders van de school mee. Zij praat regelmatig met de schooldirectie over gebeurtenissen die andere ouders bijvoorbeeld noemen. De ou-derraad bestaat uit ouders die rechtstreeks allerlei dingen voor de school willen doen en regelen. Ook geeft de ouderraad geld aan dingen die voor de kinderen belangrijk zijn. Dit geld komt uit de bijdrages van alle ouders in de ouderbijdrage. De ouderraad staat los van de medezeggenschapsraad (zie hieronder). Wilt u zich aanmelden voor de ouderraad? Hebt u vragen of wilt u contact met de raad opnemen? Mail dan naar Corette Heuvels,

[email protected].

4. Meebeslissen via medezeggenschap

Wilt u in grote lijnen meepraten over de rich-ting die we opgaan als scholengemeenschap? Kom dan bij de gemeenschappelijke medezeg-genschapsraad. Deze overleggroep geeft ad-vies en beslist mee over de plannen die we als OSG maken. Alles over het advies- en instem-mingsrecht leest u in het reglement MR. Dit reglement vindt u op school. Alle vier OSG-scholen hebben een deelraad. Die zit in de medezeggenschapsraad en bestaat uit twee groepen: leerlingen/ouders en personeel.

Klachten

Als u ontevreden bent over hoe iets loopt, neem dan contact op met onze directie. Meestal vinden we dan een oplossing. Lukt dit niet? Dan kunt u officieel een klacht indienen. Hoe dat werkt? Dat leest u in de “Klachtenre-geling OSG Hengelo”, die u op onze school-

website vindt.

7. De kosten

7.1 School- en extra kosten

mailto:[email protected]




33

Gedragscode schoolkosten Voortgezet Onderwijs Wij werken met de lande-lijke Gedrags-code school-kosten Voortgezet Onderwijs. Wat dit voor u betekent? Dat we de schoolkosten zo laag moge-lijk houden en tóch de kwaliteit van de les hoog houden. Want we willen voorkomen dat de schoolkosten voor u te hoog worden om uw kind het verplichte onderwijsprogramma te laten volgen.

Schoolboeken en andere schoolspul-len Het boekenpakket van uw kind is gra-tis; de regering betaalt de kosten via subsidie. Uw kind krijgt alle boeken via school of via een organisatie die wij hiervoor vragen. U betaalt wel een borgsom. Die krijgt u terug als uw kind van school af gaat en de boeken nog goed zijn. Andere dingen moet u wel zelf kopen. Zoals: agenda, woordenboeken, atlas-sen en beschermende kleding.

Werkweken, excursies en buitenland-se reizen Op het Gilde College vinden we het voor de groei van uw kind belangrijk dat hij meedoet aan bijvoorbeeld werkweken, excursies en buitenlandse reizen. Voor deze bijzondere dingen betaalt u apart. Uw kind en u mogen zelf weten of hij hieraan meedoet.

Geld van de regering (tegemoetko-mingen) Voor uw kind tot 18 jaar mag u bij de regering een tegemoetkoming in de

studiekosten aanvragen. Lees meer hierover en vraag dit aan via de websi-te van IB-Groep.

Geld terug (restitutie) Gaat uw kind tijdens het schooljaar van het Gilde College af? Dan krijgt u een deel van de ouderbijdrage terug, als hij zich voor 1 maart uitschrijft. Na die datum krijgt u geen geld meer te-rug.

Gymspullen Voor de gymlessen op school moet uw kind een sportbroek, T-shirt en gym-schoenen met witte zolen hebben. Ook adviseren we uw kind om na de gym te douchen. Gymkleren adviseren we u 1 keer per week te wassen.

Zie ook hoofdstuk 7.3 voor de verdeling van de bijdrages.

7.2 Boeken

Op het Gilde College ontvangt uw kind de boeken en het kaftpapier gratis. Samen met klasgenoten en onder leiding van zijn mentor gaat hij de boeken kaften. Wil uw kind zijn boeken heel persoonlijk maken en eigen kaft-papier gebruiken? Dat mag natuurlijk ook.

http://www.ib-groep.nl/particulieren/default.asp


34

7.3 Ouderbijdrage 2014-2015

U betaalt bij het Gilde College verschillende ouderbijdrages

1. Vrijwillige ouderbijdrage 2. Noodzakelijke ouderbijdrage 3. Extra kosten voor excursies en werk-

weken Meer informatie over deze bijdrages leest u op de volgende pagina.

1. Vrijwillige ouderbijdrage

Het geld dat de regering betaalt is voor de basiskosten om uw kind naar school te laten gaan. Wij gunnen uw kind méér dan de basis. Daarom vragen we u om een vrijwillige ouder-bijdrage. Een klein beetje extra om uw kind via onze actieve school een betere toekomst te geven.

Kunt of wilt u niet (alles) betalen?

Kunt u de ouderbijdrage niet in 1x betalen? Bij uitzondering mag u in delen betalen. Maak hiervoor een afspraak met de teamleiders. Kunt of wilt u een deel van de vrijwillige bij-drage niet betalen? Zet dit dan in een brief(je) voor uw teamleiders. Vermeld om welke kos-ten het gaat en trek die bij het betalen af van de totale kosten. Uw kind doet dan niet mee aan die extra activiteit of mogelijkheid.

De kosten voor cursusjaar 2014/2015:

De vergoeding die de OSG Hengelo van de overheid ontvangt voor de kosten is voldoen-de voor een standaardniveau, maar wij willen meer. Dat kunnen we alleen voor elkaar krij-gen als er extra inkomsten zijn. Daarom is er een verplichte en een vrijwillige ouderbijdrage. Deze ouderbijdrage is nodig om uitgaven (zie overzicht) te kunnen doen, die de school voor goed onderwijs noodzakelijk vindt. De inhoud en de hoogte van de ouderbijdrage komt tot stand in overleg met de ouderraad en wordt


35

ook aan de medezeggenschapsraad gestuurd. Deze moet er goedkeuring aan geven.

Vrijwillige bijdrage

Niet-les activiteiten o.a. sint/kerst € 9,00

Algemene culturele en sportieve vorming € 10,00

Bijdrage activiteiten ouderraad (begroting ouderraad) € 2,00

Bijdrage leerlingenraad, leerlingenvereniging € 2,50

Jaarlijkse afschrijving schoolpasje € 3,00

Totaal vrijwillige ouderbijdrage: € 26,50

2. Noodzakelijke ouderbijdrage

Om uw kind les te geven gebruiken we een aantal dingen. Zoals proefwerkpapier, tele-foon, internet, computers en programma’s. Voor dit gebruik hebben wij een noodzakelijke ouderbijdrage nodig. Dit bedrag houden we zo laag mogelijk en hangt af van de studie en het schooljaar. Ook printkosten horen hierbij. Daarvoor ontvangt uw kind een schoolpas met daarop € 3. Print uw kind iets uit? Dan gaan de kosten hiervoor af van zijn pasje: per zwart-wit print € 0,08 en per kleurenprint € 0,16.

Noodzakelijke bijdrage

Collectieve verzekeringen € 4,00

Huur kluis € 6,00

Borg kluis* (alleen voor nieuwe leerlingen) € 12,00

Kopieerkosten (de leerlingen ontvangen een printtegoed) € 3,00

Totaal noodzakelijke ouderbijdrage: € 25,00 of €

13,00

* alleen voor nieuwe leerlingen. Dit geld krijgt u terug als uw kind van school gaat.

3. Werkweken, excursies en buitenland-se reizen

Voor bijzondere dingen, zoals werkweken, excursies en buitenlandse reizen, betaalt u apart. De bedragen daarvoor staan niet in de ouderbijdrage. .Over deze activiteiten ont-vangt u per activiteit een brief. Meedoen mag alleen als u de kosten betaald hebt. Kunt u deze duurdere activiteiten niet (helemaal) betalen? Vraag de teamleiders dan om een regeling.

8. Rapporten en de regels rondom overgaan

8.1 Algemeen

De rapporten

Uw kind krijgt regelmatig een rapport: een gewoon rapport of een tussenrapport. Hierop staan belangrijke gegevens. Over zijn resulta-ten, werkhouding of inzet, gedrag en afwezig-heid.

Overgang van 1e naar 2e klas

In principe blijft uw kind nooit zitten. In de rapportvergadering beslissen we soms wel dat een leerling overstapt naar een andere leer-weg.

Overgang van 2e naar 3e klas

Wij plaatsen uw kind aan het eind van het tweede leerjaar in de juiste leerweg. Dat doen we op basis van het door-stroom-advies. Dat advies geven we in het tweede leer-jaar. Zitten blijven komt


36

hier dus eigenlijk niet voor.

Cijfer voor niet-gemaakt of niet-ingeleverd werk

Uw kind krijgt cijfers op basis van de kwaliteit van de opdrachten die hij doet. Als uw kind bijvoorbeeld in een toets geen antwoord geeft op vraag 3, dan krijgt hij daarvoor nul score-punten. Die punten bepalen vervolgens als deel van het totaal zijn cijfer. Vult uw kind geen enkele vragen in - hij levert een leeg blaadje in? Dan krijgt hij voor alle vragen nul scorepunten. Het totaal is dan 0 punten en dat geeft als resultaat: cijfer 1. Zo gaan wij ook met hem om als hij een werk-stuk niet op een afgesproken tijdstip inlevert. Of een spreekbeurt niet op de afgesproken tijd houdt. Of een presentatie niet geeft. Elke niet-uitgevoerde opdracht levert nul score-punten op en dus cijfer 1. Vraagt uw kind vooraf netjes om uitstel? Dan spreken we een nieuwe datum af. Haalt uw kind dan een 1? Dan mag hij hier niet voor herkansen.

Cijfers online bekijken

U mag altijd de cijfers van uw kind bekijken. Dat lukt via het leerlingvolgsysteem. Hiervoor krijgt u een eigen inlognaam en -code. Die is de hele periode dat uw kind op school zit ac-tief. Zowel uw kind, als uzelf ontvangt een aparte code in de eerste maand van het nieu-we schooljaar. U logt in het leerlingvolgsys-teem (Magister) in via: www.gildecollege.nl.

8.2 Bevorderingsnormen: wan-neer gaat uw kind over?

8.2.1 Overgaan van leerjaar 1 naar 2 en van leerjaar 2 naar 3

Basisregels

Uw kind krijgt in het eerste en tweede leerjaar les in vakken. Voor deze vakken krijgt hij een jaarcijfer. Al deze jaarcijfers wegen we mee om te beslissen of hij overgaat. Naar een ver-gelijkbaar jaar. Of naar een hoger of een lager niveau in het volgende leerjaar. Of we bespre-

ken hem apart voor een van deze mogelijkhe-den. In leerjaar 1 en 2 ontvangt uw kind drie keer een tussenrapporten. En aan het eind van het jaar een eindrapport. Met de cijfers op het eindrapport beslissen we of uw kind overgaat. De rapporten 1, 2 en 3 bevatten cijfers met één getal achter de komma: van 1,0 tot 10,0. Deze cijfers zijn gewogen gemiddelden van alle toetscijfers. Dus cijfers die zwaarder we-gen, tellen vaker mee in dit gemiddelde. Het eindrapport kent cijfers van 1 tot 10, zonder getal achter de komma. De cijfers op dit eind-rapport zijn de gemiddelden van rapport 1, 2 en 3.

Overgangscriteria van leerjaar 1 naar 2 en van leerjaar 2 naar 3

van naar

klas - middeldel-

de*

6,0 - min-pun-

ten** 3

- ge-mid-delde

7,5 - min-pun-

ten 1

- ge-mid-delde

7,3 - min-pun-

ten 2

- mid-

delde 5,6 - min-punten

6

1/2 BBL

2/3 BBL

2/3 KBL

2/3 BBL, evt. 2/3 KBL

be-spreek-geval

1 KBL/2KBL

2/3 KBL

2/3 TL 2/3 KBL, evt. 2/3 TL

2/3 BBL

1 TL/2TL

2/3 TL 2/3 TL 2/3 TL 2/3 KBL

* Met gemiddelde bedoelen we het gemid-delde van alle cijfers op het eindrapport. Het gemiddelde ronden we af op één cijfer achter de komma. ** Het aantal minpunten geeft aan hoeveel van de cijfers op het eindrapport 'onder de

http://www.gildecollege.nl/


37

zes' liggen. Een vijf levert één minpunt, een vier levert twee minpunten enzovoort. Voldoet uw kind niet aan deze regels? Dan bespreken we binnen de school of hij mag overgaan. De uitkomst van die bespreking komt op het rapport. Wij beslissen dus wat het beste is voor uw kind.

8.2.2 Overgaan van leerjaar 3 naar 4

In klas 3 onderscheiden wij 3 periodes van ca. 12 weken, afgesloten met de rapporten R1, R2 en R3. Deze rapporten wegen niet even zwaar:

rapport wegingsfactor

R1 1

R2 2

R3 2

Op de rapporten staan cijfers in 1 deci-maal. Deze cijfers zijn de gewogen gemid-delden van de toetscijfers. De vakken ckv en lo kennen alleen een jaarcijfer. Dat is het eindcijfer (hieronder aangeduid met E). Een cijfer voor deze vakken op R1, R2 en R3 moet gezien wor-den als een voorlopig cijfer. In de bepaling van het eindcijfer speelt het geen rol. Het derde jaar wordt afgesloten met een eindrapport E. De cijfers op het eindrap-port zijn gewogen gemiddelden van de cijfers op R1, R2 en R3, afgerond op gehele getallen. Dus:

E = (1 R1 + 2 R2 + 2 R3)/5, afgerond op helen. Vakken in het derde jaar zijn: BB, ET, HA, ZWB, NE, EN, DU, WI, NASK1, BI, EC, MA1, MT, MW, LO, TE en KV1 (voor verklaring afkorting zie Bijlage 1). Voor de overgang van klas 3 naar klas 4 in BBL en KBL telt het praktijkvak twee keer mee. (Bij de beoor-deling van het rapport is het alsof het praktijkcijfer er twee keer op staat.) Voor MT wordt geen beoordeling gegeven. De vakken MA1 en KV1 zijn examenvakken die in klas 3 worden afgesloten. Van ande-

re vakken kunnen enkele toetsen uit klas 3 tot het schoolexamen behoren. De vakken MT, MW en KV1 spelen bij de overgang geen rol. Wie KV1 onvoldoende afsluit, kan wel over, maar moet in klas 4 op eigen kracht 'repare-ren'. Om te kunnen slagen moet KV1 voldoen-de zijn afgesloten. Een leerling gaat over van 3 naar 4 in dezelfde leerweg indien zijn eindrapport voldoet aan de volgende voorwaarden:

1. alle vakken zes of hoger 2. één vijf, alle andere vakken zes of

hoger 3. twee vijven, één zeven, alle ande-

re vakken zes of hoger 4. één vier, één zeven, alle andere


38

vakken zes of hoger Wie op grond van de regeling niet bevorderd wordt, is 'afgewezen'. De vergadering zal be-slissen welk vervolg het beste past bij de leer-ling. Die beslissing komt op het rapport.

Het schoolexamen

Het schoolexamen begint in klas 3. Hij centraal examen is in 2016. Voor klas 3 is er een eerste versie van het Programma van toetsing en afsluiting. De definitieve versie komt in klas 4. De examenvakken maatschappijleer en cultu-rele en kunstzinnige vorming sluit uw kind af in klas 3. De eindcijfers van de derde klas zijn tegelijk de eindexamenbeoordelingen van deze vakken. Uw kind mag uit het schoolexamen twee toet-sen herkansen. Dat kan alleen op de momen-

ten die we als school kiezen, aan het einde van de schoolexamenperiode, in klas 4. Voor maatschappijleer geldt een bijzondere rege-ling.

Rekenen en taal

De rekentoets die uw kind in klas 4 maakt behoort tot het eindexamen. Het resultaat van de rekentoets speelt nog geen rol in de slaag-regeling. Voor taal zijn geen aparte toetsen. Het exa-men Nederlands is wel aangepast. Uw kind moet voor het examen Nederlands een vijf of hoger hebben om te kunnen slagen.

9. De schoolregels

Het Leerlingenstatuut

In het Leerlingenstatuut staat in algemene zin omschreven wat uw kind en onze medewer-kers moeten doen en laten (rechten en plich-ten). Het complete Leerlingenstatuut mag u inkijken op school. Hieronder leest u een aan-

tal schoolregels voor gewone omstandighe-den.

Hoe gaan we met elkaar om?


39

Personeel en leerlingen zijn samen verantwoordelijk voor een goede sfeer en goede manier van omgaan met elkaar op school. Om dat te be-reiken: o schelden we niet en gebruiken we

geen ander geweld, zoals schreeu-wen en boosheid

o gebruiken we geen grove woorden o slaan we elkaar niet en gebruiken

we ook geen ander lichamelijk ge-weld

o pesten en treiteren we elkaar niet en gebruiken we ook geen andere manier om iemand te bedreigen of af te schrikken (intimidatie).

Bovenstaande dingen doen we niet op internet, niet op school en niet op straat.

We spreken Nederlands met elkaar.

Gedragscode

Uw kind houdt zich op het Gilde College aan een gedragscode. Die code ontvangt hij als hij

hier als nieuwe leerling komt. In de code staat het volgende:

De ander en ik

ik wil rekening houden met anderen en daarom: o help ik anderen o luister ik naar anderen o leer ik samen met anderen en van

anderen o zorg ik ervoor dat anderen geen

last van mijn gedrag hebben o ben ik voorzichtig met spullen

(leermiddelen en materialen) van anderen

Gaat het toch een keer fout, dan pro-beer ik mijn vergissing goed te maken.

Gebruik van het schoolgebouw

Eten en drinken doen we alleen in de hal, kantine en op het buitenplein.


40

In de pauzes gaan we naar de kantine, de hal of het buitenplein. De deuren van de fietsenstalling gaan dan dicht (de eerste 5 minuten van een pauze zijn ze wel open).

Naar de wc gaan doen we in de pau-zes. Liever niet tijdens de les, want dat stoort.

We houden het schoolgebouw graag netjes. Daarom draaien alle leerlingen mee in de milieudienst. Dat betekent opruimen van weggegooid afval in de hal en op het schoolplein . Dit doet elke leerling een paar keer per jaar. Na de pauzes heeft een groepje van twee/drie leerlingen corvee. Dat bete-kent schoonmaken van de hal en het schoolplein. Na de corvee gaat dit groepje naar de les.

In het begin van het schooljaar be-spreekt de mentor de gedragscode in de klas. De leerling weet dan waaraan we ons houden.

Mobiele telefoontjes en geluidsdra-gers gebruiken we alleen in de hal, de kantine en op het buitenplein. In de klas heeft dan niemand last van ons gedrag.

In de school nemen we geen beelden of geluiden op. In overleg met een do-cent kan tijdens een les hiervan wel

gebruik gemaakt worden.

Op het schoolplein is een rookvrij ge-bied. Dit herken je aan een gele streep.

Veiligheid

Voor onze veiligheid mag je niet:

jassen in het lokaal meenemen

alcohol of drugs gebruiken of onder invloed daarvan zijn

vuurwerk afsteken of bij je hebben

wapens hebben

sieraden en horloges dragen tijdens de gymnastieklessen

op je brommer sneller dan stapvoets rijden over het schoolplein.

Gymnastiek

Om beschadigde vloeren in de gym-nastieklokalen te voorkomen, mag je alleen schoenen met een witte zool dragen. Schoenen met zolen die zwart afgeven, mag je niet gebruiken.

Als je van de dokter niet mee mag doen, neem je een briefje van je ou-ders mee waar dit op staat. Je krijgt dan vervangende lessen.

Je mag na de sportles douchen.

Roken


41

Binnenkort willen we een rookvrije school hebben. Ook zonder activiteiten die met roken te maken hebben, zoals de elektrische sigaret. Daarom mag je als leerling van de onderbouw vanaf 1-8-2013 in en om de school niet roken. In de bovenbouw mag je (nog) roken buiten het rookvrije gebied.

10. Activiteiten in 2014-2015

In een schooljaar gebeurt veel dat nog onbe-kend is als we deze gids maken. Op onze site en in onze Nieuwsbrief vindt u daarom altijd actuele informatie.

11. Personeel

Naam M/V Functie

F. Aktan M Pedagogisch medewerker

R.W. Arendsen-Kartoidjojo V Docent

N. Bijen V Docent

W. Boellen M Docent

M. Boers V Docent

B. Boes M Ondersteuner

F. Briëre M Ondersteuner Passend Onderwijs

M.H.J. Brughuis-Becker V Docent

S. Evertzen V Docent

H.J. Filart M Docent

M. de Haan V Docent

I. Heerkes V Docent

P. Hiemstra V Docent

H.J.H. Holsbeeke M Administratief medewerker

M. Horst-Stroot V Docent

W.H. Hulzebosch M Teamleider 3, 4, Roostermaker

B. Jonker M Mediathecaris

M. ten Kate M Docent

M. Kleinsmit V Docent

E.D. Koebrugge-Buitenhuis V Docent

H. Koopman M Docent

H. Korte M Docent

A. Kraaijenzank M Docent

R. Kruijswijk M Conciërge

R.M. Lansink M Docent, dagroostermaker

M. Leussink Onderwijsassistent

M.L. Luyrink-Bonin V Docent

R.J. Luyrink M Zorgcoördinator, leerlingbegeleider

S. Mucuk V Leerlingbegeleider, decaan

L. Nitert V Docent

G.J. van den Nieuwboer-Groot Roessink V Onderwijsassistent

P. Nijhuis M Docent

J. Nijhuis-Schilderman V Docent

A.B. Numans V Docent

E.Paal V Docent

S. Padberg M Docent

I. Prins V Docent

http://www.gildecollege.nl/


42

J. van Rijn V Docent

A.B. Sanders V Docent

E.J. Scheffer M Docent

B.W. Timmer M Docent

M. de Vries M Docent

A. Waanders V Receptioniste

A.M. van Weeghel M Teamleider 1,2, ICT-coördinator

B. Wever-Bijker V Docent

O. Wiggers M Docent

I. Wopereis V Docent

12. Hulpverlenende instanties Wilt u contactgegevens van hulpverlenende instanties (adressen, telefoonnummers en zo)? Vraag deze aan onze zorgcoördinator, heer R. Luyrink. U kunt ook een kijkje nemen op onze website onder het kopje “Links”


43

Bijlage 1

Afkortingen vakken:

BB=bouw breed ET=elektrotechniek HA=handel en administratie ZW=zorg en welzijn NE=Nederlands EN=Engels DU=Duits WI=wiskunde NASK1=natuur- en scheikunde BI=biologie EC=economie MA1=maatschappijleer MT=mentoruur MW=mediawijs LO=gymnastiek TE=tekenen HA=handvaardigheid KV1=kunstvakken


44

Bijlage 2

Schooljaar 2014 - 2015

Herfstvakantie 11 oktober t/m 19 oktober 2014 Kerstvakantie 20 december 2014 t/m 4 januari 2015 Voorjaarsvakantie* 21 februari t/m 1 maart 2015 Goede Vrijdag Tweede Paasdag

Geen vakantiedag 6 april

Meivakantie 2 mei t/m 10 mei 2015 Hemelvaart 14 mei (15 mei is ook vrij) Tweede Pinksterdag 25 mei Zomervakantie 4 juli t/m 16 augustus 2015

*) Voor deze vakantie geeft het ministerie van OCW alleen adviesdata. Scholen mogen hier dus van afwijken. Het ministerie adviseert om bij de school na te vragen op welke dagen deze gesloten is in verband met vakantie. Bovengenoemde gegevens zijn gebaseerd op voorlopige adviesdata van het ministerie van OCW. Wegens het lopende onderzoek naar de regeling vakantiespreiding zijn deze data onder voorbehoud. De definitieve data voor de zomervakantie zijn verplicht. De andere data zijn niet bindend en kunnen daarom per school afwijken.

gilde college schoolgids 2014 2015

Documents