ingame 2016 storytelling en paperprototype
TRANSCRIPT
Stories are
stronger than facts
1
Piet van den Boom (Modified Presentation Niels van Maaren-dec 2015)
Fontys Hogeschool Communicatie
Een wereld van verhalen
• Mensen houden niet van feiten en cijfers
• Ze hebben een voorkeur voor verhalen
• Communicatie is niet beperkt tot het delen van informatie
• Het belangrijkste is het delen van emotie
• Een verhaal spreekt tot hoofd en hart
• Een verhaal biedt een betekenisvolle context
Tijd Materie Ruimte
3
Verhalen bieden meer, veel meer
Verhalen vervullen in communicatie verschillende functies:
- Meeleven met andermans ervaringen
- Begrijpen van oorzaak en gevolg bij gebeurtenissen
- Ontdekken van nieuwe mogelijkheden
- Behoefte aan spanning en sensatie
- Ontspanning en tijdverdrijf
5
Cultuur en identiteit
• Cultuur is een dynamisch systeem van kennis en geloof,
inzichten en overtuigingen, opvattingen en misvattingen,
waarden en normen, tradities en gewoonten, rituelen en
gedragingen.
• Kern van cultuuroverdracht:
- Cultivering: eigen maken van normen, waarden e.d.
- Socialisering: identificatie met de groep
7
Van groot naar klein
• In cultuur kunnen we verschillende niveaus
onderscheiden:
• Mega: wereldwijd gedeelde opvattingen, kennis e.d.
• Macro: dominante civilisatie in werelddeel of meerdere landen:
• Europese, Amerikaanse, Aziatische cultuur etc.
• Joods-christelijke, islamitische, hindoe-cultuur etc.
• Meso: cultuur van land, bevolkingsgroep of streek
• Micro: cultuur van stad, dorp,
• Nano: cultuur van buurt, kleine groep, gezin
• Dynamisch systeem, dus interactie en onderlinge
beïnvloeding binnen en tussen niveaus.
8
Verhalen en cultuur
• Verhalen zijn van oudsher het belangrijkste middel voor
cultuuroverdracht.
• We kunnen een onderscheid maken tussen formele en
informele verhalen.
– Informeel: kletspraatjes, roddels en geruchten vormen de basis
van informele verhalen
– Formeel: sprookjes, mythen en sagen, heldendichten, verhalen,
bijbelverhalen, historische anekdotes
• Denk niet alleen aan geschreven en vertelde verhalen:
alle artefacten vertellen verhalen: muziek, beelden,
gebouwen, evenementen, feesten …
9
Wat is storytelling?
• Storytelling is de kunst van het ontwerpen van verhalen
• Lange tijd het domein van filosofen, dichters, schrijvers,
theater- en filmmakers, beeldend kunstenaars
• Nu steeds meer ook gehanteerd in reclame,
journalistiek, hulpverlening en therapie
• De opdracht aan de verhalenverteller is:
• Verrassen: een prikkelend thema, ongebruikelijke start
• Verleiden: fraaie stijl, goed gebruik van taal en beeld
• Boeien: aandacht vasthouden, meenemen in het verhaal
• Binden: zorgen dat het verhaal blijft hangen
10
Klassieke verhaal-structuur
• Aristoteles (384-322 VCJ)
• Klassieke verhaalstructuur
• Situatieschets
• Start
• Relaas (opeenvolging gebeurtenissen)
• Ontknoping (resultaat)
• Eindbeeld
• Biedt alleen skelet voor verhaal:
• format voor lineaire verhaalopbouw,
12
Verhaalstructuur en plot
Elk verhaal bevat een of meerdere spanningsbogen,
waardoor verloop en afloop verrassend blijven.
Inbouwen van dramatische situaties:
1. Achtervolging, zoektocht, gewaagde onderneming
2. Klein versus groot, samenzwering
3. Raadsel en mysterie, magie en zinsbegoocheling
4. Foutieve beoordeling, dilemma, misverstand
5. Reddingsactie, ramp en crisis
6. Misdaad en straf, wraak en vergelding
7. Verlies van een geliefde
1436 dramatische situaties
Check
deze
Plot en plotwending
Basisindeling plot:
• Romantisch: eind goed al goed
• Tragisch: op het einde is iedereen dood
• Komisch: blunderend naar de eindstreep
• Satirisch: goed geprobeerd, maar gaat u verder.
In de loop van het verhaal wordt de lijn zo afgebogen dat
het zicht op de afloop wordt beperkt: er lopen breuklijnen
door het verhaal waardoor het onzeker wordt hoe de
geschiedenis zal aflopen. Denk aan series, cliff-hanger.
16
Verteller en Verhaal
De verteller kan verschillende posities innemen ten
opzichte van het verhaal:
• Afwezige verteller: het verhaal lijkt een historisch feitenrelaas
• Alwetende verteller: staat boven het verhaal, is er zelf geen deel
van, weet alles (gevoelens, gedachten)
• De vertellende ik: de verteller kijkt terug op of brengt verslag uit
over gebeurtenissen
• De belevende ik: er wordt verteld vanuit de beleving en ervaring
van de hoofdpersoon
• Personeel perspectief: verteld vanuit de ervaringen en beleving
van een (derde) persoon
18
Personages en relaties
In veel verhalen volgen we een of meer hoofdpersonen
• Protagonist, held: degene die een actieve, handelende (hoofd)rol
vervult
• Antagonist: tegenstrever van de protagonist
• Helper, raadgever: ondersteunt andere personages met raad en
daad, kennis en vooruitzien
• Opdrachtgever: degene of datgene wat de held aanzet tot
handelen
• Bevoordeelde, slachtoffer: speelbal of inzet waarom het verhaal
draait
• Zondebok: personage dat, vaak ten onrechte van iets wordt
verdacht of beschuldigd.
20
Verhaal en emotie
Een verhaal zal vaak appelleren aan bepaalde emoties bij
de ontvanger, deze versterken en dan opluchting bieden:
• Angst: in een dreigende situatie staat alles op het spel
• Onzekerheid: een probleem lijkt onoplosbaar, maar geleidelijk aan
wordt het ontrafeld
• Lust: verborgen en verboden verlangens krijgen de ruimte
• Zucht naar sensatie: confrontatie
met heftige emoties en opwinding
• Ontspanning: een moment zonder
zorgen
• Romantiek: een wereld waarin alles klopt
21
And now …en storytelling
• Verhalen hoeven niet werkelijkheids- of
waarheidsgetrouw te zijn.
• De waarnemer heeft altijd maar een beperkt overzicht
en perspectief en wil lang niet altijd een volledig
feitenrelaas bieden.
• Feit en fictie (interpretatie, verzinsel) kunnen door
elkaar heen gaan lopen in verhalen.
22
Take a fact
• In onze oceanen en zeeën drijft steeds meer plastic afval. Door verwering, zonlicht en golfslag valt dit plastic uit elkaar in kleine stukjes. Dit leidt tot ernstige verontreiniging. De oceanen beslaan 72% van het aardoppervlak en zijn onze voornaamste zuurstofleveranciers. Voor meer dan de helft van de wereldbevolking is de oceaan de voornaamste voedselbron.
• Plastic in water is voor veel zeedieren dodelijk. Plastic verteert niet langs biologische weg.
• Door de degradatie en fragmentatie van plastics tot kleine deeltjes verandert al ons zeewater in een wereldwijde soep van microplastics, ‘Global Plastic’ of ‘Plastic Soep’ genoemd. Ook komen er toxische stoffen uit de plastics vrij. Allerlei dieren die in of van de zee leven en zelfs het kleine zoöplankton zien plastic afval en microplastics voor voedsel aan.
24
Plastic soep
Neem jullie project als startpunt. Schrijf een kort verhaal
met een duidelijke rode draad (lineair).
Gebruik de items die je net hebt gehoord.
Kies:
1. De klassieke verhaal-structuur (context)
2. Een plot en dramatische situatie (sfeer)
3. Een personage (persona)
4. Een emotie (versterking)
Begin met een prikkelende opening, zorg voor een flow
in de tekst en een onderdeel om door te vertellen.
27
Fact to story
OPDRACHT 1
TransMediaStorytelling
30
Eefje op den Buijs (Modified Presentation Niels van Maaren-dec 2015)
Fontys Hogeschool Communicatie
Transmedia
• Transmedia means ‘across media’
• So, telling stories across media
• Systematically
• Creating a unified experience
• Each medium with its own contribution
htt
p:/
/ble
ndera
rtis
ts.o
rg/f
oru
m/s
how
thre
ad.p
hp
?3223
14
-mosaic
-im
age-g
enera
tor-
pro
gra
m
5. The end of the world is nigh. Evil has the
upper hand. The Heavens are colliding.
The sea is bubbling furiously. And our hero
cannot swim.
4. A mountain of challenges tower in front of
our hero. It will take a superhuman effort to
make it through. The odds do not look good.
3. Our hero is faced with a dilemma. There is
no apparent solution.
2. A small challenge stands in our hero’s way
but with his superior strength he can no doubt
solve it blindfolded.
1. Everything is going as planned. The birds
are singing and our hero has his feet up
taking a nap.
The conflict barometer
Story versus Plot
https://youtu.be/j9GD7UWvA-I
Cues
• Provide cues to migrate your story to
other platforms:
MIGRATORY CUES (Long, 2009)
http://cmsw.mit.edu/transmedia-storytelling-jim-henson-company/
1. Neem jullie verhaal als startpunt.
2. Neem een belangrijk onderdeel (scene) uit dat verhaal.
3. Knip het op zodat er een interessant plot ontstaat.
4. Benoem de activiteiten die je wilt aanbieden/je moet doen
(mechanics en vaardigheden/flow)
5. Bekijk en beschrijf welke kanalen of invalshoeken je wilt
gebruiken in jullie project nav punt 3 en 4
51
Transmedia
OPDRACHT 2
TIJD MATERIE RUIMTE EXPERIENCE ARTEFACT HANDELING
MECHANICS
TRANSMEDIASTORY
PERSONA EMPATHYMAP
MOTIVATIE FLOW
CAPACITEIT
GELEGENHEID
INTERVENTIE
CONSOLIDATIE
MYSTERY
SENSUALITY
INTIMACY
BETEKENIS
ON/OFF
InGameSwitchboard
Nielsvan
Maaren
USERJOURNEY
Paperprototyping
• Puppet scenario, Vijay Kumar 5.10 p228
• Businessorigami, Universele ontw meth. 09 p24
• Cognitieve Walkthrough,
Universele ontw meth. 13 p232
http://chiefdisruptionofficer.com/helpful-rapid-prototyping-methods-and-tools-to-bring-digital-ideas-to-life-fast/
1. Neem jullie verhaal als startpunt.
2. Neem een belangrijk onderdeel (scene) uit dat verhaal.
3. Knip het op zodat er een interessant plot ontstaat.
4. Benoem de activiteiten die je wilt aanbieden/je moet doen
(mechanics en vaardigheden/flow)
5. Bekijk en beschrijf welke kanalen of invalshoeken je wilt
gebruiken in jullie project nav punt 3 en 4
59
Transmedia OPDRACHT 2
1. Neem jullie transmediaverhaal als startpunt.
2. Maak een 2D of 3D paperprototype versie 1.0 van jullie verhaal
3. In dit model kun je interactie en gedrag testen. Dit doe je door een
klasgenoot te vragen om een doorloop te maken in jullie model.
Observeer, noteer en verbeter.
4. Maak model 2.0
5. Zie punt 3
6. Presenteer aan het einde van de les jullie concept en de drie
belangrijkste uitkomsten van de tests.
Registreer de belangrijke momenten op video of foto.
60
Paperprototyping versie 1.0 - 2.0
OPDRACHT 3