‘je kan niet zomaar je vingers in je oren stoppen en wachten tot het voorbij is’

2
26 M emo M emo 27 SAMUËL KRUIZINGA ‘Je kan niet zomaar je vingers in je oren stoppen en wachten tot het voorbij is’ Soms lijkt het net alsof de Eerste Wereldoorlog ongemerkt is voorbijgegaan in Nederland, zo weinig wordt er vandaag nog over gepraat. En toch stond het land vier jaar lang onder hoogspanning, vertelt Samuël Kruizinga, docent nieuwste geschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam. Manu Sinjan INTERVIEW Nederland was neutraal tijdens de Eerste Wereldoorlog. Een logi- sche keuze? Samuël Kruizinga: ‘Die keuze lag voor de hand omdat Nederland er weinig bij te winnen had om partij te kiezen voor de geallieerden of voor Duitsland. En daar waren zowel positieve als negatieve redenen voor. In de periode voor de Eerste Wereldoorlog was neutraliteit een ideaal in intellectuele kringen. De beroemde advocaat Cornelis Van Vollenhoven pleitte in 1911 nog voor de vorming van een Wereldna- tie, met een soort politiemacht die de orde zou handhaven in de hele wereld. Die politiemacht moest de vorm aannemen van een grote vloot die oorlogszuchtige naties met grote kanonnen tot gehoorzaamheid zou dwingen, uiteraard geleid door Nederland (lacht). Er bestond in Nederland – net als in België trouwens – een hoge mate van consen- sus over het idee dat neutraliteit op zichzelf het nastreven waard was.’ ‘Naast die positieve redenen waren er natuurlijk ook meer pragmatische overwegingen, zoals het besef dat oorlog een ramp betekent voor de eco- nomie. Bovendien besefte Nederland maar al te goed dat het zich met zijn strategische ligging niet kon permitteren om een kant te kiezen. Als het zich te zeer zou associëren met een van de partijen, zou het daarmee zelfs een oorlog kunnen ontketenen. ‘Goede vrienden met iedereen, beste vrienden met niemand’, luidde het motto. Aansluiting bij de Britten bete- kende zekerheid in Indië en een bedreiging voor het Europese grondge- bied, aansluiting bij de Duitsers precies het omgekeerde.’ Koos de gewone Nederlander partij voor één van beide kampen? ‘Over het algemeen denk ik wel dat je kunt stellen dat de bevolking wat meer sympathie had voor de geallieerden, vooral na de val van Antwerpen. Er kwam toen een enorme vluchtelingenstroom vanuit België op gang, en zo werd ook Nederland ten volle geconfronteerd met de verschrikkingen van de oorlog. De oorlog kwam letterlijk met de Belgische vluchtelingen de grens over. Meteen was er geen sprake meer van heroïsche daden of het veroveren van grondgebied, maar enkel nog van de vernielingen en het menselijk leed dat een oorlog aanricht.’ Klopt het dat er ook binnen de koninklijke familie geen eensge- zindheid bestond over de positie van Nederland in de oorlog? ‘Dat klopt in die zin dat prins Hendrik, die ten slotte een Duitse prins was, bij het begin van de oorlog iets te duidelijk liet blijken waar zijn sympathie lag. Bij gevechten in de buurt van Luik waren er heel wat gewonde soldaten naar veldhospitalen in de buurt van Maastricht ge- bracht om verpleegd te worden, en prins Hendrik was als de kippen bij om hen te bezoeken. Daarbij viel het iedereen op dat hij duidelijk veel meer sympathie had voor de Duitse soldaten. Hij liet zelfs een krans met een grote ‘H’ erop neerleggen op het graf van een ver familielid dat in het veldhospitaal was gestorven.’ ‘Voor de Nederlandse regering was dat voorval aanleiding om Hendrik extra goed in de gaten te houden. Hij mocht bijvoorbeeld zijn familie niet meer bezoeken in Duitsland, maar alleen nog in Zwitserland. Het ging zelfs zo ver dat hij verplicht werd om de trein te nemen naar Zwit- serland en het verbod kreeg om onderweg uit te stappen.’ ‘Van koningin Wilhelmina is dan weer bekend dat ze zich tijdens WO I behoorlijk ver buiten de grenzen van haar constitutionele bevoegdhe- den waagde. Dat bleek vooral toen in 1918 een conflict ontstond tus- sen de opperbevelhebber van het Nederlandse leger, C.J. Snijders, en de over WO I in Nederland Grenswachters barricaderen de Nederlands- Belgische grens ca. 1914.

Upload: manu-sinjan

Post on 17-Jan-2016

4 views

Category:

Documents


0 download

DESCRIPTION

Soms lijkt het net alsof de Eerste Wereldoorlog ongemerkt is voorbijgegaan in Nederland, zo weinigwordt er vandaag nog over gepraat. En toch stond het land vier jaar lang onder hoogspanning, vertelt SamuëlKruizinga, docent nieuwste geschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam. An interview for Eos Memo about the First World War in The Netherlands.

TRANSCRIPT

Page 1: ‘Je kan niet zomaar je vingers in je oren stoppen en wachten tot het voorbij is’

26 Memo Memo 27

Samuël Kruizinga

‘Je kan niet zomaar je

vingers in je oren stoppen

en wachten tot het voorbij is’

Soms lijkt het net alsof de Eerste Wereldoorlog

ongemerkt is voorbijgegaan in Nederland, zo weinig

wordt er vandaag nog over gepraat. En toch stond het

land vier jaar lang onder hoogspanning, vertelt Samuël

Kruizinga, docent nieuwste geschiedenis aan de

Universiteit van Amsterdam.

Manu Sinjan

inTErViEW

Nederland was neutraal tijdens de Eerste Wereldoorlog. Een logi-sche keuze?Samuël Kruizinga: ‘Die keuze lag voor de hand omdat Nederland er weinig bij te winnen had om partij te kiezen voor de geallieerden of voor Duitsland. En daar waren zowel positieve als negatieve redenen voor. In de periode voor de Eerste Wereldoorlog was neutraliteit een ideaal in intellectuele kringen. De beroemde advocaat Cornelis Van Vollenhoven pleitte in 1911 nog voor de vorming van een Wereldna-tie, met een soort politiemacht die de orde zou handhaven in de hele wereld. Die politiemacht moest de vorm aannemen van een grote vloot die oorlogszuchtige naties met grote kanonnen tot gehoorzaamheid zou dwingen, uiteraard geleid door Nederland (lacht). Er bestond in Nederland – net als in België trouwens – een hoge mate van consen-

sus over het idee dat neutraliteit op zichzelf het nastreven waard was.’ ‘Naast die positieve redenen waren er natuurlijk ook meer pragmatische overwegingen, zoals het besef dat oorlog een ramp betekent voor de eco-nomie. Bovendien besefte Nederland maar al te goed dat het zich met zijn strategische ligging niet kon permitteren om een kant te kiezen. Als het zich te zeer zou associëren met een van de partijen, zou het daarmee zelfs een oorlog kunnen ontketenen. ‘Goede vrienden met iedereen, beste vrienden met niemand’, luidde het motto. Aansluiting bij de Britten bete-kende zekerheid in Indië en een bedreiging voor het Europese grondge-bied, aansluiting bij de Duitsers precies het omgekeerde.’Koos de gewone Nederlander partij voor één van beide kampen?‘Over het algemeen denk ik wel dat je kunt stellen dat de bevolking wat meer sympathie had voor de geallieerden, vooral na de val van

Antwerpen. Er kwam toen een enorme vluchtelingenstroom vanuit België op gang, en zo werd ook Nederland ten volle geconfronteerd met de verschrikkingen van de oorlog. De oorlog kwam letterlijk met de Belgische vluchtelingen de grens over. Meteen was er geen sprake meer van heroïsche daden of het veroveren van grondgebied, maar enkel nog van de vernielingen en het menselijk leed dat een oorlog aanricht.’Klopt het dat er ook binnen de koninklijke familie geen eensge-zindheid bestond over de positie van Nederland in de oorlog? ‘Dat klopt in die zin dat prins Hendrik, die ten slotte een Duitse prins was, bij het begin van de oorlog iets te duidelijk liet blijken waar zijn sympathie lag. Bij gevechten in de buurt van Luik waren er heel wat gewonde soldaten naar veldhospitalen in de buurt van Maastricht ge-bracht om verpleegd te worden, en prins Hendrik was als de kippen bij

om hen te bezoeken. Daarbij viel het iedereen op dat hij duidelijk veel meer sympathie had voor de Duitse soldaten. Hij liet zelfs een krans met een grote ‘H’ erop neerleggen op het graf van een ver familielid dat in het veldhospitaal was gestorven.’ ‘Voor de Nederlandse regering was dat voorval aanleiding om Hendrik extra goed in de gaten te houden. Hij mocht bijvoorbeeld zijn familie niet meer bezoeken in Duitsland, maar alleen nog in Zwitserland. Het ging zelfs zo ver dat hij verplicht werd om de trein te nemen naar Zwit-serland en het verbod kreeg om onderweg uit te stappen.’ ‘Van koningin Wilhelmina is dan weer bekend dat ze zich tijdens WO I behoorlijk ver buiten de grenzen van haar constitutionele bevoegdhe-den waagde. Dat bleek vooral toen in 1918 een conflict ontstond tus-sen de opperbevelhebber van het Nederlandse leger, C.J. Snijders, en de

over WO I in Nederland

Grenswachters barricaderen de Nederlands-Belgische grens ca. 1914.

Page 2: ‘Je kan niet zomaar je vingers in je oren stoppen en wachten tot het voorbij is’

28 Memo Memo 29

regering. Snijders vond dat hij door de regering gemuil-korfd werd en niet voldoende middelen kreeg om het land adequaat te verdedigen tegen een aanval van een van beide partijen.’ ‘Nadat Snijders een eventuele Nederlandse verdediging ‘doelloos’ had genoemd, wilde de minister van Oorlog hem ontslaan, en hij kreeg daarbij steun van het me-rendeel van het kabinet. Wilhelmina maakte duidelijk dat Snijders wat haar betreft een punt had en dat zij zou weigeren zijn ontslag te aanvaarden. Premier Cort van der Linden redde toen de zaak door de ontslagaan-vraag in te trekken. Zodoende moest Nederland tot het einde van de oorlog verder met een opperbevelhebber die bitter weinig vertrouwen in de landsverdediging had.’ Nederland heeft hoe dan ook heel wat inbreuken op zijn neutrali-teit moeten slikken, zoals het geallieerde bombardement op Zie-rikzee. Heeft het ooit op het punt gestaan om toch in de oorlog te worden meegesleept?‘Er zijn momenten geweest waarop de neutraliteit niet langer te hand-haven leek, met name aan het einde van de oorlog. Toen Duitsland de totale duikbootoorlog had afgekondigd, legden de geallieerden Neder-land de verplichting op om elk transport over de Noordzee eerst te laten controleren in een Britse haven. De bedoeling was uiteraard om te ver-hinderen dat Duitsland nog bevoorraad zou worden door Nederlandse schepen. Op dat moment gingen de Duitsers eisen dat hun troepen en militair materiaal gebruik mochten maken van het spoorwegennet in Nederlands Limburg.’ ‘Ze waren in volle voorbereiding op hun grote offensief aan het weste-lijke front in het voorjaar van 1918 en wilden gebruikmaken van elke mogelijkheid om troepen en materieel snel ter plaatse te krijgen. Als ze die eis hadden doorgedrukt, was Nederland wellicht toch nog mee-gesleept in de oorlog. Gelukkig voor de toenmalige regering zwakte Duitsland na heel wat diplomatiek lobbywerk zijn eis af en bleef Ne-derland buiten de oorlog. De regering had trouwens ook de geallieer-den ingelicht, en die gaven Nederland toestemming om de resterende Duitse eisen te aanvaarden. Het was immers ook in hun belang dat Nederland neutraal bleef, al was het maar omdat ze niet de troepen hadden om de Nederlandse defensie te ondersteunen.’ Een van uw boeken is volledig gewijd aan het begrip neutraliteit, dat volgens u fundamenteel is veranderd door de gebeurtenissen van de Eerste Wereldoorlog. Hoe ziet u dat concreet?‘In het decennium voor de oorlog werden er steeds meer internationale regels vastgelegd die als doel hadden een conflict tussen naties op een

vreedzame manier te beslechten. Ook de bescherming van neutrale na-ties maakte daar deel van uit, maar de gesprekken over deze internatio-nale regelgeving zijn nooit volledig afgerond. Toen al in de eerste dagen van de Eerste Wereldoorlog bleek dat al die afspraken zonder meer met voeten werden getreden, werd eigenlijk al die regelgeving naar de prul-lenmand verwezen.’ ‘In het specifieke geval van Nederland is het ook zo dat neutraliteit nooit verankerd is in de grondwet, zoals in Zwitserland wel het geval was. Voor de Nederlandse regering was het altijd een kwestie van af-wegen wat in het belang van het land was. Haar houding was veel min-der principieel dan pragmatisch. Dat zorgde er overigens ook voor dat er, zelfs aan de top, grote onduidelijkheid bestond over wat neutraliteit in de praktijk precies inhield. Sommigen vonden dat Nederland zich ondanks alles aan het internationaal recht moest houden, anderen wa-ren veel pragmatischer.’ Klopt het dat de neutraliteit van Nederland alleen maar kon be-staan bij gratie van de strijdende partijen?‘Het feit dat beide partijen flinke voordelen zagen in die neutraliteit, was in elk geval een belangrijke reden. Nederland leverde financiële diensten, voedsel - vooral aan de Duitsers, maar ook aan de geallieer-den - en was een nuttige plaats om elkaar te bespioneren. Bovendien zorgde neutraal Nederland ervoor dat Duitsland geen fijne kustzone in bezit kreeg om Groot-Brittannië te bestoken, of de geallieerden een landingsplaats om het Ruhrgebied binnen te vallen of de Duitse troe-pen in België in de rug aan te vallen.’ ‘Na de Eerste Wereldoorlog hoopte men dat die omstandigheden ervoor zouden zorgen dat Nederland ook in een volgend conflict neutraal zou kunnen blijven. Wat men onvoldoende doorhad is dat Hitler in 1940 een totaal andere geostrategische bril ophad dan het Keizerrijk in 1914.’Hoe dan ook ging de Nederlandse regering behoorlijk ver in haar pogingen om de neutraliteit te handhaven. Zo werd het toezicht

op de buitenlandse handel integraal toever-trouwd aan een privéonderneming, de Neder-landsche Overzeese Trustmaatschappij. Wat was haar taak precies?‘De oprichting was een antwoord op de eis van de geallieerden dat Nederland geen handel meer zou drijven met Duitsland. Je moet die Trustmaatschap-pij eigenlijk zien als een soort van centraal pakhuis waar alle internationale vrachten moesten passeren. De handelaars moesten een contract ondertekenen als garantie dat er geen zaken zouden worden ge-daan met Duitsland.’ ‘Het is overigens een misvatting dat de Trustmaat-schappij zelf enorme winsten heeft geboekt tijdens de oorlog, want ze moest een heel apparaat van con-troleurs opzetten om de handel over de Duitse grens in de gaten te houden. Wie een contract afsloot met de Trustmaatschappij betaalde dus mee voor die controleurs, maar het is niet zo dat er per slot van rekening veel geld overbleef.’ ‘Wel is het zo dat de bazen van de Trustmaatschap-pij, een groep machtige bankiers en de reders, er dankzij haar bestaan in slaagden om een flinke stempel te drukken op het Nederlands economisch- en handelsbeleid. Op die manier slaagden ze erin om dat beleid te laten samenvallen met hun eigen belangen.’Hoe heeft de bevolking de oorlog beleefd?‘De situatie in Nederland was natuurlijk niet te ver-gelijken met wat België in die jaren heeft meege-maakt, maar de doorsnee Nederlander had het wel behoorlijk zwaar. De economie ging snel bergaf door de voortdurende mobilisatie van ongeveer 200.000 mannen, en het is duidelijk dat Nederland als draai-schijf van de internationale handel sterk leed onder de oorlog in Europa. Van doorvoerland werd het in de loop van de oorlog vooral een exporteur van land-bouwproducten richting Duitsland, dat zelf niet langer in staat was om in zijn basisbehoeften te voorzien. Het klopt dat sommige mensen daar verschrikkelijk veel geld aan hebben verdiend, maar voor de man in de straat waren met name de laatste jaren van de oorlog een tijd van grote schaarste en ongenoegen.’‘Die onvrede was voornamelijk gericht tegen de regering, die er niet in slaagde de voedselvoorziening op peil te houden. In werkelijkheid had de overheid gewoon niet de ervaring om die opdracht tot een goed einde te brengen: het staatsapparaat was toen nog lang niet zo uit-gebouwd als nu. Hoe dan ook heerste het idee dat bijvoorbeeld rijke boeren werden bevoordeeld bij de verlofregelingen in het leger. Dat al-les heeft zelfs geleid tot een halfslachtige poging tot revolutie van de socialisten, die net als in Duitsland het idee hadden dat hun moment gekomen was.’ Hoe is het de Belgische vluchtelingen vergaan die de hele oorlog in Nederland zijn gebleven?‘Niet zo geweldig, eigenlijk. Meteen na de val van Antwerpen zijn er hon-derdduizenden Belgen naar Nederland gevlucht, wat een golf van solidari-teit teweegbracht bij de bevolking. Maar nadat Duitsland de garantie had gegeven dat het geen represailles zou treffen tegen wie naar huis terug-keerde, bleven er naar schatting 100.000 vluchtelingen over. Verspreid over het land zijn er dan vluchtelingenkampen ingericht, waar iedereen verbleef die niet zelfstandig in zijn levensonderhoud kon voorzien.’ ‘Daarbij werd snel duidelijk dat Nederland weinig of geen ervaring had in het opvangen van vluchtelingen. Er was toch wel sprake van

BioDr. Samuël Kruizinga (33) is universitair docent nieuwste geschie-denis aan de Universiteit van Amsterdam. Zijn belangrijkste in-teresses zijn WO I als motor van globale verandering en de eco-nomische, politieke en culturele aspecten van neutraliteit in de negentiende en twintigste eeuw. Hij schreef onder meer ‘Caught in the Middle: Neutrals, Neutrality, and the First World War’ (Am-sterdam: Amsterdam University Press, 2011) en ‘Overlegecono-mie in Oorlogstijd. De Nederlandsche Overzee Trustmaatschappij en de Eerste Wereldoorlog’ (Walburg Pers, 2012).

Binnenkort verschijnt zijn nieuwste boek, ‘Nederland en de Eerste Wereldoorlog’, bij Boom Uitgevers.

‘De oorlog kwam letterlijk met de Belgische vluchtelingen de grens over’

enige dwang bij het handhaven van de orde, en naarmate Nederland de economische gevolgen van de oorlog ondervond, werden de levensom-standigheden in de kampen er natuurlijk ook niet beter op. Er waren veel klachten over het eten, maar dat is misschien wel een constante voor Belgen die geconfronteerd worden met de Nederlandse keuken.’ (lacht)Hoe komt het eigenlijk dat de herinnering aan de Eerste Wereld-oorlog in Nederland niet zo sterk leeft?‘Dat heeft natuurlijk alles te maken met het feit dat de impact van de Tweede Wereldoorlog veel groter was. Het aantal burgerslachtoffers lag zoveel hoger en ons land werd gewoon veel directer met de ver-schrikkingen van die oorlog geconfronteerd. Daartegen steekt het ver-haal van neutraliteit tijdens de Eerste Wereldoorlog zeker op het eerste gezicht wat bleekjes af. Toch probeer ik in mijn onderzoek, uiteraard zonder het immense belang van de Tweede Wereldoorlog voor Neder-land tekort te willen doen, aan te tonen dat die neutraliteit juist razend interessant is.’ ‘Neutraliteit betekende niet dat men zich achter de dijken kon terug-trekken met de vingers in de oren, wachtend tot de oorlog voorbij was. Wat ik wil benadrukken is dat de grens tussen oorlog en niet-oorlog al-lesbehalve ondoordringbaar was. Allerlei zaken glipten door die grens heen, denk bijvoorbeeld aan de Belgische vluchtelingen in Nederland. Neutraliteit betekent daarom ook: jezelf afvragen hoe je je verhoudt tot die oorlog, hetgeen in Nederland leidde tot een fascinerend debat over wat een neutraal land eigenlijk wel en niet kon doen.’