Leiderschapstest

Dorinda der KinderenPabo HsZuyd Maastricht ‘11

1

Inhoudsopgave

Leiderschapstest..........................................................................................................1

Inhoudsopgave............................................................................................................2

Inleiding....................................................................................................................... 3

De leiderschapstest:....................................................................................................4

Ego (je wilt iets gevonden worden...............................................................................4Tabelscore ego............................................................................................................7Grafiek egoscore.........................................................................................................8

Authenticiteit (Je bent iemand)....................................................................................9Tabelscore authenticiteit............................................................................................12Grafiek authenticiteitscore.........................................................................................13

Verschil tussen de grafieken......................................................................................14

Uitslag / dieren:..........................................................................................................151 = de Schildpad, de rustige/ wegduiker.............................................................152 = De Hond, de aardige/slijmbal........................................................................153 = De Zeearend de relativerende, afgunstige...................................................164 = De uil, De Adviseur/ paternalist....................................................................165 = De Leeuw de krachtige/ de sloper................................................................176 = De Pauw de trotse/ opschepper...................................................................177 = De Tijger de zelfstandige/ Solist...................................................................188 = Het Spookdiertje de onschuldige/ slachtoffer...............................................18

Kanten van de cirkel..................................................................................................19

Test: Heb jij meer authenticiteit of heb jij meer een ego?..........................................20

Jouw leerdoelen op een rijtje.....................................................................................23

Voorbeeld grafiek.......................................................................................................24

Inleiding

2

Als leerkracht werk je met veel mensen samen. Met collega’s, kinderen, ouders en mensen van verschillende instanties (denk maar aan peuterspeelzaal, externe begeleiding etc.)

Dit vergt veel leiderschap. Niet iedereen geeft leiding op dezelfde manier en niet iedereen kan leiding geven zoals hij of zij het liefste zou willen. Bas W. Blekkingh heeft in zijn boek: authentiek leiderschap (ontdek en leef je missie) het zeven-schillenmodel beschreven.

Door dit model ontdek je je eigen drijfveren en je eigen missie, met als doel jezelf en anderen te inspireren en te kunnen leiden. Authentiek leiderschap draait om de fundamentele levensvragen: “Wie ben ik echt? Waarom ben ik hier? Wat is mijn missie? Waar sta ik voor in dit leven? 1

In het boek kun je verder lezen hoe het zeven-schillenmodel is opgebouwd. De kern van de boodschap is dat je je gedrag niet van buiten naar binnen moet laten bepalen (rode pijl), maar van binnen naar buiten (groene pijl). Dan praat je over authentiek leiderschap. Niet de omgeving, maar jouw gedrag bepaalt hoe jij reageert in verschillende situaties. Met behulp van dit boek is deze leiderschapstest ontwikkelt. De uitkomsten van de test zijn tevens gebaseerd op de Axenroos.

De leiderschapstest:

1 Authentiek leiderschap, Bas W. Blekkingh, 2006

3

Wat is jouw leiderschapsstijl en waren liggen jouw leerdoelen? Wat moet je bereiken? Hoe wil je dat anderen jouw zien (ego) en hoe ben je echt (authenticiteit)?

Vul hier de test in en kom achter jou leiderschapsstijlen.

Omcirkel per groep (tot aan het lijntje) maximaal 4 uitspraken die het beste bij jou passen.

Ego (Je wilt iets gevonden worden)

1. Ik moet met rust gelaten worden, dan kan ik niet falen.

2. Ik moet erbij horen, dan krijg ik complimentjes.

3. Ik moet de ander lager positioneren en daarmee zelf in verhouding groeien.

4. Ik moet het nodig vinden om mezelf hoger te positioneren.

5. Ik moet de baas zijn over anderen, anders verlies ik mijn invloed.

6. Ik moet bewonderd worden door anderen, dan groeit mijn zelfvertrouwen.

7. Ik moet, doordat ik alles alleen doe, bewondering behouden.

8. Ik moet niet de verantwoordelijkheid hebben, want anders wijzen ze me af.

1. Ik moet geen fouten maken, anders val ik negatief op.

2. Ik moet waardering krijgen, zodat ik een positief zelfbeeld krijg/ heb.

3. Ik moet meer erkenning van anderen krijgen, zodat ik in aanzien stijg.

4. Ik moet mensen met mijn advies afhankelijk van mij maken.

5. Ik moet op een directieve manier besluiten, anders wordt mijn leiderschap ter discussie gesteld.

6. Ik moet vaak een positieve ervaring vertellen, anders krijg ik geen applaus.

4

7. Ik moet hulp afslaan van anderen, anders krijg ik geen waardering.

8. Ik moet hulp vragen omdat ik het allemaal niet alleen kan, maar ik doe niks met de hulp.

1. Ik moet niet veel aandacht krijgen van iedereen, anders maak ik fouten.

2. Ik moet veel complimentjes geven, zodat ik complimentjes terug krijg.

3. Ik moet mijn werk relativeren zodat ik de werkdruk aan kan.

4. Ik moet mensen adviseren, want dan groeit mijn verhouding in de groep.

5. Ik moet mensen effectief leiding geven, anders krijg ik geen respect van hen.

6. Ik moet midden in de aandacht staan, anders word ik niet bewonderd.

7. Ik moet zelfstandig functioneren, anders gaan er dingen fout.

8. Ik moet vertellen dat ik het zo zwaar heb, want ik vind het fijn als anderen medelijden met mij hebben.

1. Ik moet niet uit de groep (samenwerking) gezet worden, anders ben ik alleen.

2. Ik moet aardig gevonden worden, want dan hoor ik er helemaal bij.

3. Ik moet andere successen relativeren, zodat ik meer kans heb op mijn eigen succes.

4. Ik moet advies geven aan andere mensen, want dan krijg ik respect van anderen.

5. Ik moet de leiding hebben, anders krijg ik mijn zin niet.

6. Ik moet altijd de leukste grapjes of verhalen vertellen, anders krijg ik geen

5

aandacht.

7. Ik moet problemen zelfstandig oplossen, anders kan ik niet laten zien wat ik kan.

8. Ik klaag bij anderen, omdat ik het eng vind om verantwoordelijkheid te krijgen.

1. Ik moet niet het risico nemen, door contact te zoeken, dat de onderlinge samenwerking verstoord gaat worden.

2. Ik moet waardering over anderen uitspreken, want dan krijg ik dat terug.

3. Ik moet andere mensen kleineren, zodat ik zelf meer kans op successen krijgen.

4. Ik moet mensen veel advies geven, anders vinden mensen mij niet nodig.

5. Ik moet leidinggevende zijn, anders kan ik niet domineren en voel ik me niet sterk.

6. Ik moet laten zien hoe goed ik alleen ben, anders krijg ik geen bewondering.

7. Ik moet geen interactie hebben met anderen over problemen, anders verlies ik mijn bewondering.

8. Ik moet het slachtoffer spelen bij anderen, zodat ik geen zware taken of verantwoordelijkheid krijg.

Tabelscore ego

6

Noteer in de tabel hier onder je score per nummer.

1

2

3

4

5

6

7

8

Score Ego: …………….

Aantekeningen: …………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………

Grafiek egoscore

7

Vul de grafiek met kleurpotloden in. Begin bij het middelste vak. Het zwarte vak kleur je niet in. (zie voorbeeld aan het einde van de test)

Authenticiteit (Je bent iemand)

Omcirkel per groep (tot aan het lijntje) maximaal 4 uitspraken die het beste bij jou passen.

8

1 = LICHT GROEN2 = ORANJE 3 = BRUIN4 = DONKER GROEN5 = ROOD6 = BLAUW7 = GEEL8 = ROZE

1. Ik kan goed luisteren naar andere personen, zodat ze hun verhaal kwijt kunnen.

2. Ik spreek vaak waardering over andere personen uit, zodat zij positiever over zichzelf gaan denken.

3. Ik relativeer het succes van een ander om mensen ervan te overtuigen dat zij dat succes ook kunnen behalen.

4. Ik adviseer mensen om ze daarmee onafhankelijk van mij te maken.

5. Ik besluit op een directieve manier omdat anders door de discussie die volgt de klanten niet op tijd bediend worden.

6. Ik vertel een positieve ervaring om anderen ervan te laten leren.

7. Ik sla hulp af omdat ik het leuk vind om de klus zelf af te maken.

8. Ik vraag om hulp om een klus zelf uit te kunnen voeren.

1. Ik houd vaak mijn mond in de groep om een ander de kans te geven om te praten.

2. Ik ben positief over andere mensen, zodat andere mensen kunnen groeien.

3. Ik ben realistisch naar mensen toe, zodat men op een efficiënte manier te werk kan gaan.

4. Ik kan zelfstandig problemen verhelderen en analyseren zodat men duidelijkheid krijgt over het probleem.

5. Ik heb een positieve invloed op de omgeving zodat men positiever kan voelen in die omgeving.

6. Ik laat vaak trots mijn werkstukken zien, zodat anderen daarvan kunnen leren.

7. Ik weet wat me te doen staat, zodat ik anderen niet met vragen hoef lastig te vallen

9

8. Ik wijs grote taken met verantwoordelijkheden af zodat andere mensen de kans krijgen om die uit te voeren.

1. Ik heb een goed beeld van mezelf (zelfreflectie), zodat ik andere niet lastig hoef te vallen met mijn leerpunten.

2. Ik geef een compliment wanneer ik dat echt meen, zodat de ander hier iets van kan leren.

3. Ik relativeer problemen voor andere mensen, zodat ze gerustgesteld kunnen worden.

4. Ik kan problemen goed samenvatten, zodat mijn advies duidelijk is voor de ander.

5. Ik kan kansen en zaken benoemen, zodat men er zinvol over kan discussiëren.

6. Ik ben vaak trots op “producten” die we maken, zodat andere mensen zich ook trots kunnen voelen.

7. Men kan vaak taken aan mij overlaten, zodat ik hiermee hun eigen werktaken verlicht.

8. Ik wacht vaak totdat iemand anders de oplossing heeft van een probleem, zodat diegene trots kan zijn op zijn resultaat.

1. Ik kan me goed concentreren op één taak, zodat ik andere mensen niet lastig hoef te vallen.

2. Ik ben complimenteus tijdens het samenwerken zodat er een leuke sfeer hangt in de groep waardoor mensen zich op hun gemak gaan voelen.

3. Ik relativeer grote taken, zodat men de werkdruk aan kan.

4. Ik geef graag feedback aan andere mensen, zodat ze hiervan iets kunnen leren.

10

5. Ik kan veeleisend zijn naar mensen toe, zodat ze goed resultaat boeken voor hun eigen ontwikkeling.

6. Ik ben vaak trots op de dingen die ik heb, zodat andere mensen ook enthousiast kunnen worden.

7. Ik pak lastige situaties zelf aan, zodat andere mensen hier zich niet druk over hoeven te maken.

8. Ik geef vaak anderen de schuld van de fouten die zijn gemaakt, zodat zij er iets van kunnen leren.

1. Ik probeer weinig contact op te zoeken, zodat er door mij geen fouten worden gemaakt tijdens het samenwerken, waardoor collega’s zelf ook fouten maken.

2. Ik ben aardig tegen collega’s, zodat zij zich op hun gemak voelen bij mij.

3. Ik relativeer (moeilijke) zaken, zodat er in mogelijkheden wordt gedacht bij mijn collega’s en niet in problemen.

4. Ik beschik vaak over kennis die ik graag wil delen met mijn collega’s, zodat we er beiden over die kennis kunnen praten en kunnen leren.

5. Ik organiseer en plan vaak de taken voor mijn collega’s, zodat zij precies weten wat ze moeten doen.

6. Ik accepteer mezelf hoe ik ben en laat dat graag zien, zodat collega’s mij ook op een positieve manier leren kennen en zo goed met elkaar kunnen omgaan.

7. Ik geef me zelfsturing zodat andere mensen geen extra taken hebben om mij die sturing te geven.

8. Ik laat andere mensen kijken wat er aan de hand is, zodat ik het probleem mogelijk kan oplossen voor hun.

11

Tabelscore authenticiteit

Noteer in de tabel hier onder je score per nummer.

1

2

3

4

5

6

7

8

Score Ego: …………….

Score Authenticiteit: ……………..

Verschil: ……………

Aantekeningen: …………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………

12

Grafiek authenticiteitscore

Vul de grafiek met kleurpotloden in. Begin bij het middelste vak. Het zwarte vak kleur je niet in. (zie voorbeeld aan het einde van de test)

13

1 = LICHT GROEN2 = ORANJE 3 = BRUIN4 = DONKER GROEN5 = ROOD6 = BLAUW7 = GEEL8 = ROZE

Verschil tussen de grafieken

EGO

AUTHENTICITEIT

14

Uitslag / dieren:

1 = de Schildpad, de rustige/ wegduiker

Je probeert contacten te mijden door geen aandacht te trekken. Je wilt niet lastig gevallen worden en vooral geen risico nemen dat de onderlinge samenwerking verstoord wordt. Je wilt het liefst met rust gelaten worden, zodat je niet kan falen. Falen is daarbij ook je angst, waardoor je uit een groep wordt gezet. Je trekt je vaak terug omdat je bang bent om fouten te maken.

Tip: Probeer in te zien als je intenties goed zijn en je haalt het beste uit jezelf dat je gerust mee kan doen! Probeer positiever over jezelf te denken.

2 = De Hond, de aardige/slijmbal

Je waardeert anderen en je wil graag die waardering terug en erbij mogen horen. Je vindt het lastig om geen waardering te krijgen. Dit is je angst. Je kunt denken dat je wel aardig moet doen, anders lig je er uit.

Tip: Spreek alleen je waardering uit als je het oprecht meent, om iemand iets mee te geven.

15

3 = De Zeearend de relativerende, afgunstige

Je relativeert het succes van anderen, waardoor je zelf probeert in verhouding te groeien. Je bent bang om minder erkenning te krijgen, waardoor je op je voetstuk blijft staan. Hierdoor haal je wel anderen van een voetstuk af, waardoor men je minder erkenning kan krijgen. Dit is je grootste angst.

Tip: Probeer iemand succes te gunnen en probeer dit los te zien van jouw succes.

4 = De uil, De Adviseur/ paternalist

Je wil anderen continu adviseren en proberen te redden. Hierdoor vind je het nodig om daarmee jezelf hoger te positioneren. Je vindt het eng om onbruikbaar gevonden te worden. Hierdoor kun je het gevoel hebben dat je wel moet gaan helpen, anders hebben ze je niet meer nodig.

Tip: Probeer te adviseren wanneer iemand daar behoefte aan heeft.

16

5 = De Leeuw de krachtige/ de sloper

Je bent een echte leider, die graag zijn zin krijgt. Je probeert de baas te zijn en hierdoor respect af te dwingen. Je kunt bang zijn dat mensen je niet meer respecteren. Bij angst kun je denken dat je anderen naar beneden moet duwen om die macht te hebben of te krijgen.

Tip: Probeer je eigen waarde erkennen en gezamenlijk op zoek te gaan naar de beste oplossing.

6 = De Pauw de trotse/ opschepper

Je wil echt bewonderd worden door anderen. Dit doe je door met je mooiste veren te pronken. Je schept vaak op hoe goed je bent en je wil je boven anderen positioneren. Je doel is daarom ook bewonderd te worden, maar je angst is ook niet bewonderd worden.

Tip: Vertel je successen aan anderen, zodat zij ervan kunnen leren.

17

7 = De Tijger de zelfstandige/ Solist

Je geeft anderen impliciet en expliciet aan dat je geen ondersteuning of advies nodig hebt. Je gaat liever niet de interactie aan. Je wil wel graag je bewondering houden, als je iets zelfstandig correct hebt uitgevoerd. Het is mogelijk dat je bang bent om die bewondering te verliezen omdat men je te solistisch vindt opereren.

Tip: Samenwerking leidt tot groei van beide partijen en leidt tot het sneller behalen van het doel.

8 = Het Spookdiertje de onschuldige/ slachtoffer

Je geeft vaak bij andere aan dat je niet verantwoordelijk bent voor de situatie. Je klaagt veel dat je het zwaar hebt. Het liefst wil je medelijden ontvangen vanuit je omgeving. Je bent mogelijk bang dat je afgewezen bent of wordt door de mogelijke situatie.

Tip: Probeer zelf de verantwoording te pakken voor wat je met de situatie of het probleem doet.

18

Kanten van de cirkel

Boven = leidenOnder = volgen Tegen = Zorgen voor eigen belangSamen = Zorgen voor andermans belangen.

Een samen-gedragspatroon uit zich in verantwoordelijk, behulpzaam, respecterend, dankbaar en samenwerkingsgezind gedrag.

Een tegen-gedragspatroon uit zich in onafhankelijk, wantrouwend, standvastig, kritisch en twijfelzuchtig gedrag.

Een boven-gedragspatroon uit zich in actief, initiërend, beïnvloedend, beheersend en motiverend gedrag.

Een onder-gedragspatroon uit zich in passief, afhankelijk, onderdanig, conformerend en bescheiden gedrag.

Deze grafiek heeft 4 vlakken. Elke vlak staat voor een gedragspatroon.

Het vak rechts-boven staat voor ‘leiden’

Het vak rechts-onder staat voor ‘volgen’

Het vak links-boven staat voor ‘aanvallen’

Het vak links-onder staat voor ‘verdedigen’

19

Test: Heb jij meer authenticiteit of heb jij meer een ego?

Omcirkel 8 uitspraken die het beste bij jou passen.

1. Ik moet mijn succes vertellen aan anderen, zodat men weet hoe goed ik ben.

10. Ik wil erbij horen, zodat ik mijn waardering kan uiten om iemand iets mee te geven.

3. Ik moet hulp afslaan van anderen anders krijg ik geen waardering.

16. Ik besluit op een directieve manier omdat anders door de discussie die volgt de klanten niet op tijd bediend worden.

4. Ik wil hulp afslaan van anderen, want ik vind het zelf leuk om te doen.

6. Ik wil hulp vragen om een klus te klaren.

7. Ik moet met rust gelaten worden, zodat ik niet kan falen.

14. Ik wil mensen adviseren zodat ze onafhankelijk worden.

8. Ik wil met rust gelaten worden, zodat ik anderen niet stoor.

2. Ik wil mijn succes vertellen aan anderen als ik hen daarmee ondersteun.

11. Ik moet mezelf successen gunnen zodat ik meer zelfvertrouwen krijg.

12. Ik wil iemand zijn succes gunnen want dit staat los van mijn succes.

9. Ik moet erbij horen, zodat ik mijn verhaal kwijt kan.

13. Ik moet mensen met mijn advies afhankelijk van mij.

5. Ik moet hulp vragen omdat ik zielig ben, maar ik doe niks met de hulp.

20

maken.

15. Ik moet op een directieve manier besluiten anders wordt mijn leiderschap ter discussie gesteld.

21

Noteer in de tabel hieronder welke score je hebt. Schrijf de cijfers op die jij hebt omcirkelt in de goede vakken.

1, 3, 5, 7, 9, 11, 13, 15

ego

2, 4, 6, 8, 10, 12, 14,16

authenticiteit

22

1, 3, 5, 7, 9, 11, 13, 15 = ego

2, 4, 6, 8, 10, 12, 14,16 = authenticiteit

Jouw leerdoelen op een rijtje

Uit deze test zullen er vast een aantal leiderschapsstijlen zijn die jij zou willen ontwikkelen.

Schrijf deze leerdoelen op de lijntjes op.

…………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………

23

Voorbeeld grafiek

Heb je een score gehaald van 2 punten bij 1. Dan kleur je 2 vakjes bij 1 in met lichtgroen.

Het cirkeldiagram is ingedeeld in 4 vlakken. Boven- Samen, Samen-Onder, Onder-Tegen en Tegen – Boven.

Kijk op bladzijde 19 welke stijl het beste bij jou past. Herken jij jezelf hierin?

24