leo tolstoi verhalen · leo tolstoi verhalen. l tlt vrhln bnld d prt. nvrtld dr p. vn l. d r.rh...

258
LEO TOLSTOI VERHALEN

Upload: others

Post on 20-Feb-2020

0 views

Category:

Documents


0 download

TRANSCRIPT

Page 1: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

LEO TOLSTOI

VERHALEN

Page 2: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,
Page 3: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,
Page 4: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,
Page 5: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

LEO TOLSTOI

VERHALEN

BOEKENGILDE DIE POORTE

Page 6: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

Naverteld door P. VAN AEL

Page 7: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

De Ru.rsische schrijver LEIS NIKOLAJEWITSJgraaf TOLSTOI (geb. lasnaja Poljana, 9 Sept.1828, gest. Astapowo, 20 Nov. 1910), na .rtudienin Oostersche talen en rechten, werd vaandrig bijde Russische artillerie, nam deel aan den Krim-oorlog, en trok zich daarna (1862) terug op hetlandgoed waar hi) het leven zag.

Zijn verblijf als officier in de Kaukasus en ookde Krimoorlog brengen hem aan 't schrijven vanzijn eerste werken; in de eenzaamheid van zijnlandgoed wijdt hi) zich heelemaal aan letterkundigen sociaal werk, om zich ten slotte met landarbeid,theologische en moraal- f ilo.ro f i.rche .rtudien en ver-handelingen op te houden. Hij hield er zelfss eeneigen leer op na, en 't is, gekweld door de tegen-.ctelling tusschen zijn leer en zijn leven, dat hi) op82-jarigen leeftijd op weg toog om zich in een(Russisch) Rooster heelemaal uit de wereld terugte trekken. Hij stierf onderweg aan longontsteking.

Talrijk zijn Tolrtoi'.r werken, die hem een eere-plaatr in de moderne. Ruc.ri.cche literatuur verrcha ffen. « Oorlog en Vrede », «Anna Karenina » zijnde titels van zijn beide hoofdwerken, maar zijnkortere novellen, waarvan deze bundel «Verha-len » een keur gee ft,t, zijn niet minder prachtig, enhebben het voordeel, niet zooveel voorbehoud tevergen alr beide gezegde boeken.

Page 8: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,
Page 9: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

HEER EN KNECHT

Page 10: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,
Page 11: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

1

Ret was in de jaren zeventig, den zeven-den December, den dag na St. Niklaas.Men vierde feest in de parochie, en de koop-man Wassili Andreitsj Brechoenow wasdaarmee nog niet kunnen vertrekken uit hetdorp: hij was in de kerk in zijn bank moe-ten gaan zitten, omdat hij tot de kerkfabriekbehoorde, en ook had hij er zich niet aankunnen onttrekken, familie en kennissen uitte noodigen en ze in zijn huis te onthalenaMaar nu waxen de laatste gasten weggere-den, en Wassili AndreIts j trof aanstalten.om dadelijk naar een naburig landgoed terijden; daar was een klein Bosch te koopwaarop hij al lang gevlast had. Wassili An-dreitsj zette haast achter dezen tocht, wanthij vreesde dat koopers uit de stad hem de

Page 12: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

VERHALEN 10

zaak voor den neus zouden wegkapen. Dejonge eigenaar, aan wien het landgoed boor-de, vroeg voor bet bosch tien duizend roe-bels, Wassili bood er hem zeven duizend.Maar deze zeven duizend roebels maaktennog geen derde deel uit van de werkelijkewaarde van bet bosch. Wassili had misschien nog meer op den prijs afgedongen,wijl bet bout zich op 't gebied van zijn ge-meente beyond en er reeds lang tusschenhem en de andere kooplieden een stilzwij-gende overeenkomst bestond, volgens welkeniemand op andermans gebied den prijsmocht opdrijven; maar Wassili AndreItsjwas te weten gekomen dat houtbandelaarsuit de stad van plan waren om in Gorjatsjinko over bet bosch te gaan onderbandelen, enzoo had hij besloten er dadelijk zelf been terij den en de zaak te regelen. Zoo gauw betfeest achter den rug was, nam hij uit zijngeldkoffer de zeven honderd roebels diehem toebehoorden, deed er nog twee duizend drie honderd roebels kerkegeld bij, dathij in bewaring had, telde de som zorgvul-

Page 13: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

11 VERHALEN

dig na, stak ze in zijn brieventasch en maaktezich gereed tot het vertrek.

zijn knecht Nikita, misschien de eenigeonder de bedienden van Wassili Andreitsjdie op dezen dag niet bedronken was, Bingbuiten inspannen. De oorzaak waarorn Ni-kita vandaag niet bedronken was, lag hierin:hij was een onverbeterlijke dronkaard, maarna een vastenavond, dat hij kleeren en schoe-nen van zijn lijf er door had gejaagd, hadhij den drank afgezworen en dronk nu atsinds maanden niet meer. Ook nu niet, atwas de verzoeking nog zoo groot wijlmen deze twee dagen overal den brandewijnrondgoot, had hij geen druppel over de lip-pen laten komen.

Nikita was een Boer uit het naburige dorpen kon nu een vijftig jaar oud zijn. Hij was,naar men zei, nu juist geen voortreffelijkechtgenoot en daarom verbleef hij ook hetgrootste deel van zijn leven als knecht on-der vreemde daken en liet zich in zijn eigenhuis zoog oed als nooit meer zien. OveralMeld men van hem om wille. van zijn ijver,

Page 14: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

VERHALEN 12

zijn behendigheid en zijn kracht, vooral ech-ter ook om zijn mild en vriendelijk wezen.Toch bleef hij nergens lang in dienst, en datwijl hij gewoon was, zoo tweemaal 's jaars,soms ook nog wel vaker, aan den drank te,komen; en dan verdronk hij niet alleen alleswat hij had, maar werd daarbij twistziek engewelddadig. Ook Wassili Andreitsj hadhem al een paar maal doorgezonden, maarnam hem Loch telkens weer aan, daar Niki-ta's eerlijkheid, zijn liefde voor al wat dier -

was, maar ook bizonder zijn billijkheid, hemzeer bevielen. Wassili Andreitsj betaaldehem niet de tachtig roebel, waar een knechtals Nikita zeker wel recht op had, maar veer-tig roebel. En deze werden dan nog bijkleine beetjes en zonder nauwkeurigheidafgeteld, ofwel in duurberekende waxen uit:Wassili's Winkel omgezet.

Nikita's vrouw, Marfa, vroeger een mooi,,flink vrouwmensch, beredderde haar. huis-houden samen met een volwassen zoon entwee dochters, en eischte haar man in 't ge-heel niet op. En dat ten eerste, om at ze al

Page 15: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

13 VERHALEN

twintig jaar lang samenleefde met een kui-per van een ander dorp, die bij haar inwoon-de, en ten tweede, omdat, al kon ze met Ni-kita in nuchteren toestand doen wat ze wou;ze hem als vuur schuwde zoo gauw hij be-gon te drinken. Eens, als Nikita thuis aan 'tdrinken was, had hij, waarschijnlijk omzich te wreken op de slavernij waarin zijnvrouw hem hield, haar koffer opengebro-ken, de kostelijke kleeren er uitgehaald enmet de bijl had hij op het kapblok de rokkenen kanten in snippers vaneen gehakt. Al hetloon dat Nikita verdiende werd aan zijnvrouw uitbetaald, en Nikita had daar nietsop tegen. Zoo was Marfa ook deze maal;twee dagen voor het feest, naar Wassili Andreitsj gekomen, had bloem, thee, suiker eneen maatje brandewijn gevraagd, samenongeveer voor Brie roebels, en dan kreeg zenog vijf roebels in baar geld waarvoor Mar-fa hem bedankte als voor een bizonderegunst. Nikita, op zijn minst genomen, hadzeker nog wel twintig roebels te goed.

<<1k houd niet van die strikte kontrak-

Page 16: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

VERHALEN 14

ten, >> zei Wassili Andreitsj aan Nikita. << Alsge jets noodig hebt, wel neem het; ge zulter later voor werken. Bij mij gaat het nietals bij anderen, waar de menschen tot dendatum op bun geld moeten wachten en dan.pijnlijk berekend worden, en waar menstrafgeld aftrekt. Tusschen ons gaat het:eenvoudig en eerli j k : gij dient mij, ik laatu niet in den steek. > En als Wassili An-dreitsj zoo bezig was, meende hij wis en ze-ker dat hij een weldoener was voor Nikita;.want wat hij zei overtuigde hemzelf, en al.zijn bedienden, Nikita vooraan, wachtten.zich wel deze overtuiging bij hem te kwet-sen.

<< zoo versta ik het ook, Wassili Andreitsj,en ik meen dat ik mijn best doe, als waart-ge mijn vader zelf. Ik versta het zeer goed, >>sprak Nikita al wist hij dat Wassili Andreitsj hem bedroog. Maar wat er tegen tedoen? Hij' begreep wel dat het onmogelijkwas de rekening met Wassili Andreitsj toveref f even, en meende dat men moest ne-men wat men krijgen kon, zoolang er zich.

Page 17: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

15 VERHALEN

niets anders voordeed.En vermits het hem geboden was in te

spannen, begaf hij zich vergenoegd en ge-willig als alti j d met zijn schommelendengang naar de schuur, nam het zwaar ge-vlochten tuig met den kwast er op en ging,klirrend met het gebitsijzer, naar den stalwaar het paard stond dat Wassili Andreitsjnoodig had.

<< Nu, gij verveelt u wel, niet waar dom-mertje? >> zei Nikita als antwoord op hetzacht gehinnik waarmee hij begroet werd.Een middelgroote hengst, welgebouwd enmet een gespierd achterdeel, stond alleen inden stal. Donkerbruin zag hij er uit, metgeelachtige vlekken aan den muil, in deflank en aan de hoeven.

<< Hoho ! niet zoo haastig! we zullen ueerst te drinken geven, domm ertj e ! >> zei hijtegen het paard alsof het hem verstond. Metden tip van zijn pels veegde hij hem overden doorvoeden, gewelfden rug, die bestoftwas. Dan legde hij hem den halster road denvurigen, snuivenden kop, trok de ooren en

Page 18: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

VERHALEN 16

het haar van onder de riemen vrij. Hijschoof de muilriemen opzij en voerde hetbeest naar den drinkbak. De bruine kwamvoorzichtig naar buiten, en Wilde spelen.Hij steigerde, sloeg met de achterpooten,alsof hij Nikita, die in draf met • hem mee-liep, een trap wou geven.

«Hoe, ge durft, gij schelm! » zei Nikita;hij moist heel goed, dat de bruine voorzichtiggenoeg was om hem telkens maar even zijnpels to beroeren. Aan dit kunststuk van hetpaard beleefde Nikita altijd bizonder veelvreugde.

Het paard dronk zich vol van het koudewater. Het stond een poosje onbeweeglijkstil, haalde diep adem, schudde de stijve, ge-spierde lippen, dat de druppels in den bakvielen, en snoof.

Als ge genoeg hebt, hoeft ge niet meer.Maar dat ge me daarna niet meer vraagt! »zei Nikita, die in volslagen ernst en nadruk-kelijk z'n meening uitte. Dan liep hij weernaar de schuur, en trok het jonge paard aanden toom met zich mee. Het paard sloeg uit

Page 19: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

17 VERHALEN

met de achterpooten en snoof zoo luidruch-tig, dat de heele plaats er van vol klonk.

Van de knechten was er niemand te zien,alleen een vreemde, de man van de keuken-meid, die met de feestdagen was overgeko-men, stond in de deur en rookte.

« Ga toch eens vragen, beste vriend, » zeiNikita tot hem, «Welke slee ik moet inspan-nen, de groote breede, of de kleine? »

De man van de keukenmeid ging binnen,en kwam gauw terug met het bericht : deheer moest de kleine hebben. Intusschen leiNikita den hengst het haam aan, dat metkoper beslagen was, evenals het leeren rug-kussen. Hij bond het om en ging dan, in deeene hand het kromhout, met de andere hetpaard voerend, naar de twee sleden die onder het afdak stonden. «Als hij de kleinewil, — mij is 't goed, >> zegde hij, leidde hetspeelsche paard, dat immerdoor Wilde bij-ten, tus$chen de disselstangen en begon het,samen met den man der keukenmeid, in tespannen.

Als alles gereed was en nog maar alleen

Page 20: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

VERHALEN 18

de teugels aan mekaar moesten bevestigdworden, stuurde Nikita den man in deschuur om stroo en dan naar de vliering omzakkengoed to halen.

« Ziezoo, nu is alles in orde! Toe-toe, spar-tel maar niet zoo! >> zei Nikita en stamptehet versch gedorschte haverstroo in de sleevast. « En nu het zakkengoed er op als over-trek, en daarboven het kussen. Ziet ge welzoo zal het malsch zijn om zitten, >> zegde hijen deed wat hij sprak, en stopte den zak aanalle kanten langs de zitplaats vast.

« Nu, ik dank u, beste vriend, >> zei Nikitategen den man van de keukenmeid. «Tweepaar handen geraken gauwer gereed daneen. » En nadat hij de teugels door den ringhad gehaald, zette Nikita zich op den randvan de slee en stuurde het ongeduldigepaard over den bevrozen mest van de pleatsnaar de poort toe.

« Oom Nikita! Oompje, he, oompje! »riep een kleine jongen hem na. Hij bonsdede deur toe en kwam het voorhuis uitgeloo-pen. Hij had een zwart bontmanteltje aan,

Page 21: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

19 VERHALEN

witte vilten laarzen en een warme muss.Zet mij er eens in! >> smeekte hij met zijn

hoog stemmetje en knoopte in 't gaan zijnjasje toe.

<< Nu, kom maar bier, mijn duff je, >> zeiNikita, hield aan, en tilde het stralend zoon-tje van zijn beer in de slee. Dan reed hij destraat op.

Het was tusschen twee en drie uur. Echtvriesweer, Lien graden, triestig en winde-rig. Op het hof leek de lucht kalm, maarbuiten den muur, op straat, woei een scher-pe wind. Van het dak van de schuur, dieaan den weg stond, stoof de sneeuw naarbeneden, en aan den hoek bij het badhuiswoeien de vlokken hoog van den grond op.

Juist was Nikita uitgereden en wendde hetpaard reeds weer naar het hof, als WassiliAndreitsj, met een sigaret in den mond, enin z'n bontjas gesnoerd, buitentrad; underzijn vilten laarzen knarste luid de snccuw.Hij bleef op de stoep voor de huisdeurstaan, en sloeg den kraag van zijn mantelmet het bont naar binnen, opdat zijn adem

Page 22: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

VEIWALEN 20

het niet nat zou ma ken.en.<< Zie eens aan, de schelm, daar zit hij er

al in! >> zei hij, als hij zijn zo ontj e bemerkte,en lies lachend zijn witte tanden zien. Wassili Andreitsj was door den brandewijn, Bienhij juist met zijn gasten gedronken had, invroolijke stemming geraakt en voelde zichnu nog meer dan ooit tevreden met alles wathem toebehoorde en met alles wat hij deed.Zi j n bleeke, smalle vrouw, die zwangerging, stond achter hem in de gang, en hadhaar hoofd en schouders in een wollensjaal gehuld, zoodat alleen haar oogen tozien waxen.

<< Ge moest werkelijk Nikita maar mee-nemen, >> zei ze en kwam schuw naast haarman staan. Wassili Andreitsj gaf geen ant-woord en spuwde eens op den grond. << Gehebt een groote som bij u, >> ging de vrouwop denzelfden klagenden toon voort. << Enals het dan nog eens slecht weer werd. Wer-kelijk, ge moest het doen. >>

<< Och wat, ben ik bier dan zoo vreemd inde streek, dat ik een geleider noodig heb ? >>

Page 23: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

21 VERHALEN

vroeg Wassili Andreitsj. Hij sprak met datbizonder, gekunsteld trekker van de lippen,zooals hij dat gewoon was met handelaarsen klanten; hij vond het blijkbaar zeer aan-genaam zichzelf to hooren spreken.

<< Ge moest hem toch maar meenemen,Wassili. In Godsnaam, ik smeek u ! >> zeide vrouw en trok zich nog meer samen inhaar sjaal.

<< Afhouden zal ze niet. Nu, zeg dan zelf,waar moet ik hem dan wel laten? Er is geenplaats! >>

<< Dat zal zich wel schikken, Wassili An-dreitsj; ik ben bereid, >> zei Nikita vroolijk.<< Maar als ik we ben moeten depaardeng voer hebben, >> voegde hij er, tot de huffs-vrouw gekeerd, aan toe.

<< Ik zal er voor zorgen, Nikita; ik zal hetSimon zeggen, >> antwoordde de vrouw.

<< Wel, hoe is 't? zal ik meegaan, WassiliAndreitsj? >> vroeg Nikita en wachtte.

<< Ik zal het oudje wel haar zin moetengeven. Maar doe dan eerst een mantel aan,die wat warmer is, >> antwoordde Wassili

Page 24: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

VERHALEN 22

Andreitsj, lachte weer, en liet zijn blik opNikita's pels spelen, die smerig was en ver-vuitd en aan den zoom in rafels vaneenhing:hij had ook al.zooveel doorgemaakt.

<< He, vriendje, kom het paard eens hou-den! >> riep Nikita den hof in, tegen denman van de keukenmeid.

<< Laat mij het doen, ik zal hem zelf welvasthouden ! >> zei de jongen, haalde zijnvriezende roode handjes uit de zakken engreep de koude teugels.

< Maak voort met uw galakostuum enhaast u wat ! >> riep Wassili Andreitsj engri j ns e.

<< Een oogenblik, vadertje Wassili Andre-itsj, >> antwoordde Nikita en stampte metzijn smerige, gelapte laarzen weg, den hofdoor en de bediendenkamer binnen.

<< Gauw, mijn beste Arina, reik me mijnmantel eens van den oven; ik moet Mijnheerrijden! >> riep Nikita, terwijl hij in de kamersprong, en hij nam reeds zijn gordel vanden nagel.

De keukenmeid, die na het middageten

Page 25: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

23 VERHALEN

een uiltje gevangen had en nu juist voorhaar man de samowar gereedmaakte, kwamNikita vriendschappelijk ter hulp, en doorzijn haast aangestoken, spoedde ze zich zoosnel als hij, langde van den oven zijn slech-ten, afgedragen kaftan uit laken, die daardroogde, schudde hem en maakte hem weermalsch.

<< Nu zult ge plaats genoeg hebben omden dag met uw man genoeglijk door tobrengen,)> zei Nikita tegen de keukenmeid.Beleefd als hij was, moest hij alti j d eenvriendelijk woord spreken als hij metiemand samentrof. Dan bond hij den smal-len, verrimpelden gordel om, trok zijn dunmiddel nog meer in en snoerde uit allemacht zijn halfpels vast.

<< Ziezoo ! >> zei hij, niet meer tot de keu-kenmeid maar met het oog op den gordel,en stak de einden onder. << Nu zal hij welniet meer losgaan. >> Hij schokte met deschouders op en neer, dat zijn armen gemak-kelijk konden bewegen,,trok den kaftan erover, rekte zich uit, sloeg met de hand onder

Page 26: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

VEKHALEN 24

de oksels, dat zijn armen vrij kwamen ennam zijn handschoenen van het Schap. «Zoo,nu is alles in orde. »

« Ge moest ook wat anders aan de voetendoen, Nikita Stepanitsj, » zei de keuken-meid. « Uw laarzen zijn slecht.

Nikita bleef staan en scheen in beraad.« Ja, dat zou wel moeten... Maar het _zaI

zoo ook wel gaan. Zoover is het niet.Hij liep op de plaats.

Zult ge 't niet koud hebben, Nikita? »vroeg de huisvrouw als bij aankwam.

« Koud ? Wel neen, ik heb het warm,antwoordde Nikita, schoof het stroo rondzijn voeten en lei de zweep, heelemaal over-bodig bij een paard als dit, aan zijn voeten,tusschen het stroo.

Wassili Andreltsj zat reeds in de slee. Zijnmet twee pelsen bekleede rug nam bijna deheele leuning van de zitbank in beslag. Hijnam de teugels en dreef het paard aan.

Nikita zette zich voorop aan de linker-zijde. Zijn eene voet hing buiten.

Page 27: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

25 VERHALEN

2

De sledeijzers knarsten zacht, de bravehengst zette aan en liep in lichten tred langsde platgereden, bevrozen straat.

<< Hoe durft ge? Geef de zweep eens aan,Nikita ! >> riep Wassili Andreits j ; hij hadblijkbaar pret met zijn zoon, die achter opde sledeijzers meereed. << Wacht, ik zal u!Loop naar moeder, gij rakker ! >>

De jongen sprong er af. De bruine ver-haastte zijn loop, Tilde eens, ging dan indraf over.

Het dorp Kresty, waar het huis van Was-sili Andreitsj lag, telde maar een zestal ho-vingen. Zoodra ze het laatste huis, de smid-se, voorbij waren lag het land vlak en openvoor hen uit, en zij merkten nu dat de windnog sterker was dan ze gedacht hadden. Vanden weg was er zoo goed als niets to bespeu-ren. De sporen die de ijzers maakten, ver-waaiden dadelijk achter hen en men konmaar alleen den weg herkennen, doordat hijhooger lag dan het akkerland. Langs alle

Page 28: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

VERHALEN 26

zij den stormde het over de velden en zonderverschil vloeiden hemel en aarde in elkaarover. Her Bosch van Tel j atinsk, anders al-tijd duidelijk zichtbaar, scheen in hetsneeuwgewarrel slechts een nevelige, zwartemassa. De wind woei van links; hardnekkigdeed hij de manen van den stevigen paar-dennek fladderen, duwde den opgebondenstaart van het Bier zi j waarts, en den langenmantelkraag van Nikita, die vlak in denwind zat, duwde hij tegen zijn gezicht entegen zijn neus.

<< Hi j kan er niet flink van onder. Desneeuw slaat hem tegen de beenen, >> zeiWassili Andreitsj, die trotsch was op zijnschoon paard. << Hij heeft me eens in eenhalf uur naar Pasjoetino gereden. >>

« Wat? >><<1k zeg, ik ben met hem in een half uur

naar Pasjoetino gereden.<< Het is een goed paard, dat zal niemand

tegenspreken, >> meende Nikita.Ze zwegen een poos. Maar Wassili An-

dreitsj had lust om een beetje to praten.

Page 29: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

27 VERHALEN

<< Wel, hoe is 't? Hebt ge uw vrouw nuverboden den kuiper brandewijn te geven?vroeg Wassili Andreitsj. Hij hield het ervoor, dat Nikita zich wel gevleid moest voe-len, met zoo'n gewichtige persoonlijkheidals hi j te mogen spreken. Dat zijn grap enzijn woorden Nikita konden kwetsen, kwamheelemaal niet in hem op.

Nikita had weer niets verstaan; de windwaaide den klank dadelijk weg.

Wassili Andreitsj herhaalde met luidestem zijn scherts over den kuiper.

<< God vergeve het hem, Wassili Andre-itsj; ik bli j f er tusschen uit. Als ze mi j n jon-gen maar gerust laat; verder mag ze doenwat ze wi . >>

<< Gij hebt gelijk, >> antwoordde WassiliAndreitsj . << Nu, hoe denkt ge er over.Gaat ge nu in 't voorjaar een paard koo-pen ? >> vroeg hij om het gesprek een anderewending te geven.

<<J a, dat zal nu wel moeten gebeuren,zei Nikita. Hij sloeg zijn mantelkraag naarbeneden en bong zich naar zijn meester toe:

Page 30: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

VERHALEN 28

het gesprek was belangwekkend gewordenvoor hem en hij wilde nu alles verstaan.

« De jongen is volwassen en kan zelf be-ginnen ploegen; vroeger moesten we altijdeen ploeger en een paard huren, » zei hij.

« Weet ge wat? Neem mijn roode; ik zalhem u goedkoop laten, >> riep Wassili An-dreitsj. Hij voelde zich nog altijd zeer op-gewonden, en verviel zoo in zijn lievelings-bezigheid, waaraan hij zich geheel en altoewijdde, namelijk in den woekerhandel.

<<Anders kondt ge me ook wel vijftienroebels geven, dan zal ik er een op de paar-denmarkt koopen, » antwoordde Nikita, dieheel goed moist dat de roode, dien WassiliAndreitsj hem wilde opdraaien, hoop en alzeven roebels waard was, dat Wassili Andre-itsj hem echter in geen geval het paard on-der de vijf en twintig roebel zou laten, endat hij dan in een half jaar geen geld meerzou te zien krijgen.

«Het is een best paard. Ik meen het goedmet u. Brechoenow zal niemand te veel vra-gen. Mijn woord van eer! Liever verlies ik

Page 31: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

29 VER.HALEN

mijn heel bezit, dan dat ik iemand tekortzou doen, » riep hij uit op den Loon waar-mee hij gewoonlijk zijn klanten of hande-laars het zwijgen oplegde. «Het is een ste-vig paard. »

«Vast en zeker, » zei Nikita en zuchtte.Hij was er van overtuigd dat het Been nutweer opleverde nog langer to luisteren, lietzijn kraag los, die hem weer dadelijk tegenhet oor stond en zijn gezicht verborg.

Zoo voeren zij een half uur in stilte ver-der. De wind blies Nikita in de zij en drongdoor de scheur van den pels. Hij dook ineenen ademde in zijn kraag, die hem over denmond hing. Het leek hem of zijn adem hemverwarmde.

« Wat zoudt ge denken? Willen we overKaramysjewo gaan, of maar rechtdoor?vroeg Wassili AndreTtsj.

Over Karamysjewo ging de weg langs eenveel bereden baan, waar aan beide kantenmerkpalen stonden, maar het was omweg.Rechtdoor was dichter, maar de weg waseendelijk en de merkpalen waren ofwel om-

Page 32: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

VERHALEN 30

gewaaid, ofwel versneeuwd.Nikita dacht even na.<< Langs Karamysjewo is de weg goed om

ri j den, >> zei hij.<< Als we maar opletten voor den hollen

weg, kunnen we evengoed rechtuit ri j den.De weg is goed daar, >> zegde Wassili An--dreitsj die lust had om rechtdoor to gaan.

<< Zooals ge wilt, >> antwoordde 'Nikita enliet zijn kraag weer los.

Wassili Andreitsj deed bet: een halvewerst verder boog hij af. Er stond daar een.eikenstammetje met wat verdroogde blarenaan, en dat been en weer ging met den wind.

Na dezen bocht hadden ze den wind vlak.tegen. Het sneeuwgewarrel werd hoe langerhoe dichter. Wassili Andreitsj mende het -

paard; hij blies zich de wangen op en adem-de in zijn baard. Nikita was ingedommeld..

Ze reden een tiers minuten zwijgend. Plot-seling zei Wassili Andreitsj lets.

<< Wablief t ? >> vroeg Nikita en opende de{oogen. Wassili Andreitsj gaf Been ant-woord. Hij stond half overeind in de slee en.

Page 33: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

31 VEMALEN.s

wendde en keerde zich naar alle kanten, naarachter en naar voor, voorbij het paard. Hetpaard dat van 't zweet aan den hals en in deflanken heelemaal kroes geworden was, liepstapvoets.

<< Wat is er, wat scheelt er dan ? >> vroegNikita opnieuw.

<< Wat is er, wat scheelt er dan ? >> aapteWassili Andreitsj hem na. << De merkpalenzijn weg. We zijn van de baan geraakt! >>

<< Sta stil; ik zal den weg gaan zoeken, >>zei Nikita. Hij sprong los uit de slee, trok_de zweep uit het stroo en ging langs den.kant, waaraan hij zat, naar links.

Dit jaar lag de sneeuw niet dik; overafkon men gaan; maar bier en daar reikte hijtoch tot aan de knie en vulde Nikita's laar-zen. Nikita stapte of en aan, tastte met de-voeten en de zweep; maar nergens was ereen weg.

<< Nu, hoe staat het er mee ? >> vroeg Was-sili Andreitsj, als Nikita terugkeerde.

<< Aan dezen kant is geen weg, ik moetden anderen kant op. >>

Page 34: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

VERHALEN 32

<< Daar naar voren toe ligt iets zwarts; gadaar eens zien, >> zei Wassili Andreits j .

Nikita ging er heen en kwam bij hetzwarte : het was aarde, die de wind over desneeuw had gewoeld. Nikita ging dan nogzien aan den rechterkant, keerde naar deslee terug, sloeg zijn kleeren af, schudde zijnlaarzen uit en zette zich weer in de slee.

<< We moeten naar rechts, >> zei hij op be-,slisten toon. << Vroeger had ik den windlinks en nu vlak in 't gezicht. Ri j d rechtsaf ! >>

Wassili Andreitsj volgde Nikita's raad ensloeg rechts om. Maar op een weg kwamen.ze niet. Ze voeren zoo een tij dlang door. Dewind had niet afgelaten en er viel sneeuw.

<< Wi j zijn wel heelemaal verdwaald,Wassili Andreitsj, >> zei Nikita opeens, enhet klonk alsof het hem genoegen deed.<< Wat is dat daar? >> vroeg hij verder enwees op zwarte aardappelstronken, die bo-ven de sneeuw uitstaken.

Wassili hield het hijgende en bezweetepaard aan.

<< Nu wat zou dat? >> vroeg hij.

Page 35: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

33 VERHALEN

<< Ik bedoel dat we op het veld van Sacha-rowka zijn. Nu kunt ge zelf zien hoever we.zi j n of gedwaald ! >>

<< Dwaasheid! >> riep Wassili Andreitsj,die nu heel anders sprak, op gewone boe-renmanier en heelemaal niet gekunsteld alste huis.

<< Dat is geen dwaasheid, Wassili Andre-itsj; 't is waar wat ik zeg, >> antwoordde Ni-kita. << 't Is ook te hooren aan de slee: werijden over een aardappelveld, . en daar lig-gen hoopen stronken. Het is het veld vande stokerij van Sacharowka. >>

<< Hoe is 't Godsmogelijk! >> zei WassiliAndreitsj. << W at nu? >>

We moeten rechtuit rijden, niets anders;ergens zullen we wel terechtkomen, >> ant-woordde Nikita. << Komen we niet in Sacha-rowka, dan komen we Loch op de boerderijvan de heerlijkheid. >

Wassili Andreitsj deed zoo, en liet hetpaard g,aan, zooals Nikita had gezegd. Zevoeren camel ' k lang . Dikwi j is reden ze overj open wintervelden, waar de sneeuw Tangs3

Page 36: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

VER TIALEN 34

de greppels en op de sneeuwhoopen metaarde was bewaaid. Dan weer reden zij overstoppelvelden, zoowel van zomer- als van.winteroogst, en waar, boven de sneeuw, on-kruid en stroopijltjes te zien waren. Dankwamen ze weer op ongerepte vlakten, waarde sneeuw overal effen en gelijkmatig ge-spreid lag. Van boven viel er sneeuw, vanonder stoof hij op. Soms meenden ze berg-op te rijden, dan weer bergaf. Zij meendenstil te staan, terwijl het sneeuwveld voorbij-schoof. Beiden zwegen. Het paard was zicht-baar vermoeid, zijn huid stond kroes van't tweet en was met rijp bedekt; het Bingstapvoets. Plotseling struikelde het en bleefsteken in een put. Wassili Andreitsj wildhet inhouden, maar Nikita riep hem toe:« Waarom inhouden? We zijn blijven ste-ken : we moeten er ook weer uit. — Hu,mijn lieveling, hu hu, mijn beste kerel !>>riep hij vroolijk tot het paard; hij sprong uitde slee en geraakte zelf in de diepte.

Het paard zette zich schrap en werkte zichop een dam. Het was dus blijkbaar een

Page 37: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

35 VERHALEN

gracht geweest.« Waar zijn wij flu? >> vroeg Wassili An-

dreitsj.« Dat zullen we wel to weten komen! »

antwoordde Nikita. «Rijd maar door. Er-gens zullen wij wel uitkomen. »

«Zou dat het bosch van Gorjatsjinko nietzijn? » vroeg Wassili Andreitsj en wees naarjets zwarts, dat voor hem doorheen desneeuw schemerde.

« Als we er zijn, zullen we 't weten, >>antwoordde Nikita.

Nikita bemerkte dat uit de richting vanhet zwarte Lange, smalle wilgeblaren metden wind meekwamen en maakte er uit opdat daar geen Bosch maar wel een dorp was;hij zei echter niets. En werkelijk, ze warennog geen dertig schreden verder, als ze eengroep donkere boomen voor zich hadden eneen nieuw, zwaarmoedig ruischen hoorden.Nikita had het bij I

t rechte eind gehad :hetwas geen Bosch maar een rij hooge treur-wilgen, waar hier en daar nog blaren aanritselden. De wilgen stonden Tangs een

Page 38: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

VERHALEN 36

gracht die rond een dorschvloer lag.Bij de boomen hief het paard zich plotse-

ling met de voorpooten op en zonk nu nietmeer weg. Het liep nog maar tot de knieënin de sneeuw. Er was daar een rijweg.

< Daarmee zijn we nu aangekomen,>> zeiNikita, << maar waar zouden we wel zijn? >>,

Het paard ging op den besneeuwden wegzonder missen voort. Nog gëen honderdschreden waren ze verder gereden, toen zeals een donkere massa een gevlochten korenkar bemerkten, waarvan onophoudendsneeuw woei. Eenmaal de kar voorbij namde weg een bocht, zoodat ze den wind in denrug kregen. Zij reden in een sneeuwhoopvast, maar er overheen was een dorpsstraatte zien met huizen. De sneeuwhoop wasblijkbaar toevallig op den weg samengewaaid, en zoo moesten ze er dwars door -

been. En werkelijk, zoodra ze den sneeuw -

hoop door waren, kwamen ze in een dorps-straat. Op de eerste hoving woei stijfbevro-zen waschgoed aan de lijn: twee hemden,een rood en een wit, een onderbroek, voet-

Page 39: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

37 VERHALEN

lappen en een vrouwenrok. Het witte hemdwaaide bizonder wild en slierde aan zijnmouwen.

<<Zie eens, wat een lui wijf, ze heeft nieteens vóór het feest den wasch afgenomen!>>zei Nikita en keek naar het fladderend goed.

3

Aan bet begin van de dorpsstraat was betnog winderig en de weg was er onderge-sneeuwd; maar midden in 't dorp werd betstil, warm en aangenaam. Op een hovingblafte een bond en huilde, bij een anderekwam een vrouw toegeloopen met den bovenrok over 't hoofd. Ze bleef op den drem-pel staan en keek de voorbijrijdenden na.Naast de kerk hoorde men meisjes liederenzingen. Wind, sneeuw en vorst, alles scheenin 't dorp minder en milder te zijn.

<<Dat is Grisjkino, >> zei Wassili AndreItsj.<<Ja, dat is het, >> stemde Nikita bij.En bet was Grisjkino. Het bleek nu, dat

ze veel te veel links gehouden hadden en

Page 40: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

VERHALEN 38

ongeveer acht werst misgereden waren.Maar toch bevonden ze zich nu veel dichterbij de plaats van bestemming. Van Grisjkinonaar Gorjatsjinko was het vijf werst.

In 't dorp ontmoetten ze een grooten man,die midden op de straat liep.

« Wie komt er daar aan? » riep hij ennam het paard bij den muil. Dan pakte hijde disselstang beet, greep langs deze verderen geraakte zoo tot bij de slee, waar hij zichop den rand Bing neerzetten.

Het was een boer, Isaj, een goede kennisvan Wassili Andreltsj. In de heele streekstond hij aangeschreven als de grootste paar-dendief die er op twee beenen rondliep.

«Wel, Wassili Andreltsj! Waarheen dereis? » vroeg Isaj en omgaf Nikita met eenwolk van brandewijnadem.

« We willen naar Gorjatsjinko. >>« Maar wat komt ge dan bier doen, voor

den duivel? Dan hadt ge toch over Malacho-wo moeten rijden. »

« Dat weet ik goed genoeg, maar wij heb-ben den weg kwijtgespeeld, » antwoordde

Page 41: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

39 VER.HALEN

Wassili Andreltsj en hield zijn paard in.u Een best paardje! » bemerkte Isaj, die

het paard eens monsterde, en hij schoof metgeschikte hand den gelosten knoop van denopgebonden staart naar boven.

«Dan zult ge hier wel blijven slapen,wat? >>

« Toch niet. We moeten kost wat kostverder. >>

« Hm, ge moet het nogal haastig hebben.En wie is dat hier? Wel! Nikita Stepa-

nitsj! >>« Wie anders ? » antwoordde Nikita,

« maar zeg eens, wat moeten we doen omniet meer to verdwalen? »

«Maar hoe kunt ge hier nu verdwalen!Draai om en rijd het dorp uit, altijd recht-door op den weg. En niet eerder links om-slaan dan bij de groote baan. »

En waar is de plaats waar men moet in-slaan? Is het een zomerweg of een gemerktewinterweg? >> vroeg Nikita.

« Winterweg, winterweg. Als ge er aan-komt is er struikhout en daarover staat nog

Page 42: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

VERHALEN 40

een groote eiken stain; daar is het. >>Wassili Andreitsj keerde om en reed terug

door het dorp.<< Anders, bli j f t liever bier ! >> riep Isaj hen

nog na.Maar Wassili Andreitsj gaf Been ant-

woord, dreef het paard aan. Vi j f werst rech-te weg en twee daarvan nog door bosch, diemeende hij gemakkeli j k te kunnen afleggen,te meer omdat, naar het scheen, de windwas gaan liggen en het sneeuwen vermin-derde.

Ze reden terug op de platgereden straat,waar bier en daar versche mest op desneeuw lag, kwamen langs de boerderij methet waschgoed, waarvan intusschen het wit-te hemd zich had losgerukt en nog maar aaneen sti j ve moues fladderde. Zij voeren weervoorbij de akelig-ruischende wilgen en ge-raakten op de vlakte. De sneeuwjacht waszeker niet verminderd, werd eerder al maarheviger. De heele weg was ingesneeuwd enslechts aan de merkpalen was het te zien ofmen nog op den weg was, of niet. Maar

Page 43: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

41 VERHALEN

Loch had Wassili Andreitsj het zeer lastigde palen te volgen, daar ze nu recht tegenden wind inreden.

Wassili Andreitsj kneep de oogen sam.en,bong het hoofd naar voren en keek uit;maar hij had ook vertrouwen in zijn paard-en lies het begaan. En werkelijk, het paardkwam niet van den weg af. Het voelde den_harden grond onder zijn hoeven en boo -gnaar rechts en links zonder zich te vergissen,,volgens de krommingen van den weg. Zooverkenden ze, niettegenstaande de hevigesneeuw en den storm, dan links, dan rechts.weer merkpalen.

Ze waren een Lien minuten verder als zich.plotseling vlak voor het paard iets zwarts,vertoonde, dat zich in het sneeuwgordijn.bewoog. Het waren menschen die in de-zelf de richting voeren. De bruine had zegauw ingehaald en raakte met de hoeven de-leuning van de voor hem rijdende slee.

<< Rijd eens voorbij ! ... he!... rijd eensvoorbi j ! >> werd van uit de slee uitdagend..geroepen.

Page 44: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

VERHALEN 42

Wassili Andreitsj begon voorbij te rijden.In de slee zaten drie boeren en een vrouw,

die blijkbaar van een feest terugkeerden.Een van de boeren stond recht en sloegvoortdurend met een lange roede op hetkleine paard. De beide anderen zaten ookvoor in de slee en zwaaiden met de armen;ze riepen iets. De vrouw, heelemaal ingepakten met sneeuw bedekt zat achter hen, on-beweeglijk stil, als een vogel die zijn veerenopzet.

« Waar komt ge vandaan ? » riep WassiliAndreitsj.

«Uit A...a...a...!» klonk het.« Waarvandaan, vraag ik. »« Uit A...a...a... ! » schreeuwde een Boer

uit alle macht. Maar het was onmogelijk dennaam van het dorp te verstaan.

«Die komen wel van een feest, >> merkteNikita op.

« Vooruit, vooruit! Simon, sla er op los!Rijd hen voor! sla maar!

De sleden stootten met de kanten tegen-een. De sledeijzers haakten vast aan el-

Page 45: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

43 VERHALEN

kaar, maar kwamen toch weer los. De boe-renslee bleef meer en meer achter.

Het ruig, dikbuikig paardje, dat heele-maal onder de sneeuw zat en onder het laagkromhout zwaar spoof, werkte zich met zijnkorte pooten, onder inspanning van al zijnkracht, door de diepe sneeuw. De kop vanhet jonge dier, met ingetrokken onderlip,als bij een visch, en met wijd open neusgatenen de ooren angstig plat, hield zich eenigeoogenblikken naast Nikita's schouder, maardan bleef het meer en meer achter en ver-dween in de sneeuw.

« Wat de brandewijn toch doet, » zei Ni-kita, «ze jakkeren het paardje heelemaal af.Zulke barbaren! »

Een paar minuten Lang was het hijgendepaardje en het geschreeuw der dronken boe-ren nog to hooren; dan werd het snuiven stilen ook de stemmen lieten af. En nu boor-den ze weer niets dan den fluitenden winden af en toe het knarsen van de ijzers opblootgewaaiden grond.

Deze ontmoeting had Wassili AndreTtsj

Page 46: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

VERHALEN 44

heelemaal opgemonterd; hij werd weervroolijk gestemd, en dreef het paard, waarhij zich al meer en meer op verliet, harderaan, zonder nog bizonder op de merkpalente letters.

Nikita had niets te doen en dommeldeweer in. Opeens stopte het paard; Nikitastootte met den neus voorover en rolde bijnauit de slee.

We ri j den weeral verkeerd, >> zei Was-sili Andreitsj op ergerlijken toon.

<<Wat?>><< Er zijn nergens nog palen te zien. We

moeten weer van den weg zijn afgekomen. >><< Als we hem zijn kwijtgeraakt, moeten.

we hem weer zoeken, >> zei Nikita kortaf,stond op en begon, met zijn voeten schui-vend, door de sneeuw te waden. Lang ginghij zoo been en weer, verdween uit het ge-zicht, dook weer op, was weer niet te zien.Eindelijk keerde hij terug.

<< Er is bier geen weg te herkennen, >> zeihij en zette zich in de slee. << Misschien ligthij daar naar voren toe. >>

Page 47: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

45 VERHALEN

Het begon al tamelijk donker te worden.De sneeuwstorm verergerde niet, maar af-nemen deed hij ook niet.

« Dat we nu tenminste die boeren boor-den, >> zei Wassili Andreitsj.

«Die hebben ons niet ingehaald. Wijmoeten ons nogal ver van den weg bevin-den. Maar zeer waarschijnlijk hebben diezich ook vergist, » merkte Nikita op.

« Waar zullen wij heenrijden? » vroegWassili Andreitsj.

u We moeten het paard laten betijen. »antwoordde Nikita. «Het zal ons wel ergensbrengen. Geef mij de teugels. >>

Wassili Andreitsj gaf hem de teugelsgraag. Niettegenstaande de warme wantendie hij aanhad, begonnen zijn handen te tin-telen.

Nikita nam de teugels. Maar hij vermeedhet ze te bewegen en liet ze loshangen. Hijlette op het paard en moest zich verheugenom de slimheid van het beest. Inderdaad,het verstandige paard, dat zijn ooren spitsteen ze overal heenwendde, beschreef langza-

Page 48: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

VERHALEN 46

merhand met de slee een bocht.«Nu niet spreken!» fluisterde Nikita.

«Zie eens, hoe hij zijn ooren draait. Gamaar, ga maar; ge zult het wel bijster wor-den. Zoo is 't goed, 't is wel. >>

Ze kregen nu den wind in den rug; hetwerd warmer.

« En slim dat hij is, >> voer Nikita voortin zijn vreugde over het paard. « Onze Kir-giezenpaardjes zijn sterk maar dom. Maardeze, let eens op wat hij met zijn ooren doet.Die heeft geen telegraaf noodig; op eenwerst afstand speurt hij alles.»

En werkelijk, er was nog geen half uurverloopen, als voor hun weer een zwartemassa, een Bosch of een dorp opdook, en ermerkpalen zichtbaar werden. Ze waren weerop den rijweg aangeland.

Maar dat is weer Grisjkino, » riep Niki-ta opeens.

Links van hen stond weer dezelfde koren-kar waarvan de sneeuw stoof, en een weinigverder bemerkten ze weer de lijn met herwaschgoed, de hemden en de broeken, die

Page 49: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

47 VERHALEN

nog altijd even wild in den wind rondflad-derden.

Weer reden ze de dorpsstraat in, weerwerd het stil en aangenaam rond hen, weer-om lag er versche mest op den weg, weerhoorden ze stemmen en zingen, en weerblafte de bond. Het was al zoo donker ge-worden dat er bier en daar reeds Licht doorde vensters pinkte.

In 't midden van de dorpsstraat stuurdeWassili Andreitsj het paard op een grooteboerderij toe, uit baksteen gebouwd en mettwee verdiepingen. Hij hield aan voor herhek.

« Roep Taras eens, >> zei hij tegen Nikita.Nikita liep naar het volgesneeuwde, ver-

lichte venster, waarvoor in het Licht desneeuwvlokken dansten, en tikte met dezweep tegen de ruit.

« Wie is daar? >> vroeg een stem op zijnkloppen.

Uit Kresty, beste man : Brechoenow en.zijn knecht, » antwoordde Nikita. « Kom_eens even buiten. »

Page 50: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

V ERHALEN 48

De man daarbinnen verdween van hetvenster, en dadelijk daarop hoorde men hoeale deur naar de gang werd opengemaakt enhoe dan het slot van de voordeur knarste.Een oude Boer met een grijzen baard, eenhooge muts op en met een halfpels over zijnzijden hemd, kwam buiten en hield voor denwind met beide handen de deur tegen. Ach-ter hem stond een jongeman in een roodhemd en op leeren laarzen.

« Weest welkom, » zei de oude.« Wij zijn verdwaald, broeder, » zei Was-

sili Andreitsj. « We moesten naar Gorjats-jinko en geraakten bier bij u. We voerenterug en verdwaalden opnieuw.

« Wel, dan zijt ge zoo Been klein beetjemisgereden, » antwoordde de oude. «Peter,jongen, ga het hek eens openmaken, » zeihij tot den jongeman in het roode hemd.

« Dadelijk! Ik kom! » riep deze vroolijken liep de gang door.

« We zullen toch niet blijven, broeder, »zei Wassili Andreitsj.

« Niet? Waar kunt ge dan nu nog been?

Page 51: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

49 VERHALEN

Overnacht hier toch.>><<Graag genoeg; maar ik moet: zaken.>><< Nu, warm u dan tenminste even; de sa

mowar is juist gereed,>> zei de oude.<<Warmen, dat wil ik wel,>> zei Wassili

AndreItsj. <<Donkerder zal bet niet worden,en als de maan opkomt worth bet licht.Kom Nikita, we zullen ons binnen gaanwarmen.>>

<<Dat staat me aan,>> antwoordde Nikita,die heelemaal verkleumd was en niets lieverwenschte clan zijn verstijfde ledematen tekunnen warmen.

Wassili AndreItsj ging met den oude naarbinnen, en Nikita leidde het paard door bethek, dat Peter geopend had, en voerde betin de schuur. Op den grond lag veel mest,en bet hooge kromhout stootte tegen eenstaak die als afsluiting diende. De kippen ende haan, die zich reeds op den staak te slapenhadden gezet, begonnen ontevreden te ka-keIen en klemden zich dichter rond betbout. De angstige vreezende scbapen wekenopzij, bun hoornen hoeven begonnen' te

Page 52: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

VERHALEN 50

kloppen op den harden grond. Een jongehond begon wanhopig te janken en blaftedan zijn schrik en ergernis over de vreemdeindringers uit.

Nikita sprak met alien: hij verontschul-digde zich bij de hoenders en poogde zetot rust te brengen met de verzekering, dathij ze niet meer zou lastig vallen; hij verweetde schapen, dat ze bang waren zonder zelfste weten waarom en sprak, terwijl hij hetpaard vastbond, voortdurend tegen den jon-gen hond.

«Zoo, nu is 't in orde, » zei Nikita ensloeg de sneeuw van zijn kleeren. « Maarwat heeft hij? Wat is er aan de hand methem? » voegde hij er aan toe met betrekkingop den hond. << Wacht gij maar! Ge zult noganders leeren piepen. Gij dommerik, datWindt zich op voor niets. Wij zijn toch geendieven... goede bekenden...

« Dat zijn, zooals men zegt, de Brie huise-lijke raadgevers, » zei de jonge man enschoof met krachtigen arm de slee under herafdak.

Page 53: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

51 VERHALEN

« Wat zijn dat : raadgevers? » vroeg Ni-kita.

« Ja, zoo staat het bij Paulson gedrukt«Sluipt een dief in uw huffs, dan blaft dehond; dat beduidt : slaap niet, waak. Dehaan kraait; dat beduidt : sta op. De katwascht zich; dat beduidt : een Bast komt;maak u gereed om hem to ontvangen, » zeide jonge man lachend.

Peter kon lezen en schrijven; — het eenigeboek, dat hij bezat was dat van Paulson. Hijkende het bijna van buiten. Vooral op da-gen dat hij wat gedronken had, dischte hijer gaarne spreuken uit op, die hem op degelegenheid toepasselijk schenen.

«Zoo is 't ook, » antwoordde Nikita.« Ge lijkt wel heelemaal verkleumd, oom-

pje, » zei Peter.« Dat ben ik, » zei Nikita. Beiden ginger

ze over de plaats, stapten door de gang enkwamen in de kamer.

Page 54: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

VERHALEN 52

4

De boerderij waar Wassili AndreItsj wasafgestapt, mocht wel een der rijkste van hetdorp zijn. De familie had vijf deelen landvan bet gemeentegebied in haar bezit endaarbij pachtte ze nog land toe. Op stalstonden zes paarden, drie koeien, twee kal-vers en een twintig schapen. Het aantal fa-milieleden die tot bet hof behoorden belieptezamen twee en twintig: vier getrouwdezonen, zes kleinkinderen, van wie er één,Peter, al getrouwd was, twee achterkleinkinderen, drie weezen en vier schoondochters.

Het was een van die schaarsche hoven, dienog onverdeeld gebleven waren; maar ookbier woekerde al lang de tweedracht vanbinnen, zooals altijd onder de vrouwen be-gonnen, en die onvermijdelijk binnenkortop een splitsing naoest uitloopen. Twee zo-nen leefden in Moskou als bootsman, eenander was onder de soldaten. Op bet hofbevonden zich flu: de oude boer, zijnvrouw, de oudste zoon die op de boerderij

Page 55: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

53 VERHALEN

werkte en een zoon die voor het feest wasovergekomen, verder Peter en de vrouwenmet de kinderen. Behalve de familie was ernog een gast aanwezig, een buurman: dedorpsschout.

Boven de tafel in de kamer hing een lampmet een kap en wierp een hel licht op bettheegerei, de flesch brandewijn en de koe-ken op den disch, evenals op de tegels tegenden muur in den gewij den hoek, waar heili-genbeelden stonden en er platen aan denwand hingen.

Op de eereplaats aan tafel, in zijn zwartenhalfpels, zat Wassili AndreItsj en zoog opzijn bevrozen snor terwiji bij met zijn ha'-viksoogen de aanwezigen monsterde. BuitenWassili AndreItsj zaten nog aan, de kaal-hoofdige, oude gastheer in een wit, zelf-ge-weven hemd, naast hem de uit Moskou over -

gekomen zoon met een zwaren rug in eenfijn katoenen hemd, verder de andere zoon,de oudste, met breede, bonkige schouders,die nu de leiding van de boerderij in handenhad, en eindelijk de magere, roodharige

Page 56: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

VERHALEN 54

schout.De mannen, die al gegeten hadden en

brandewijn dronken, wilden juist overgaantot de thee, en de samowar die op dengrond naast den oven stond, zoemde. Op deslaapplaatsen langs den muur lagen er kin-deren, en op een bank zat een vrouw enboog zich over een wieg. De oude huis-vrouw, wier gezicht tot zelfs op de lippengerimpeld was, bediende Wassili Andreitsjmet eten en drank.

Op het oogenblik, dat Nikita in de kamerkwam, had zij juist een zwaar, geslepenglaasje met brandewijn gevuld en reikte hetWassili Andreitsj.

« Neem het voor lief, Andreitsj, » zei deoude. «Men kan er vandaag niet buiten. 'tIs feestdag. »

De aanblik en de reuk van den brande-wijn, brachten Nikita in een bizondere op-winding, en zooveel to meer nu, wijl hij zoobevrozen en vermoeid was.

Hij trok een donker gezicht, schudde zichde sneeuw van muts en mantel, ging naar

Page 57: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

55 VERHALEN

de heiligenbeelden, sloeg kruisteekens enboog zich driemaal, juist alsof hij niemandvan de aanwezigen bemerkte; dan eerst booghij voor den gastheer, voor de overige men-schen aan tafel, voor de vrouwen aan denoven, en nadat hij gezegd had: <<1k wenschu een gelukkigen feestdag, » begon hij zijnmantel uit te trekken; naar de tafel zag hijniet weer om.

« Nu, gij zit ook mooi onder de rijp, on-kel, » zei de oudste noon met een blik opNikita's gezicht, waarvan de baard en dewenkbrauwen met sneeuw bepoederd wa-ren. Nikita legde zijn mantel af, schuddehem nog eens uit, hing hem bij den ovenom te drogen en kwam bij de tafel. Menhood hem ook brandewijn aan. Een oogen-blik Lang was hij in pijnlijken tweestrijdbijna had hij het glaasje genomen en hetverlokkende vocht naar binnen gegoten;maar hij keek Wassili Andreitsj aan, dachtaan zijn gelofte, de verdronken laarzen, her-innerde zich den kuiper, zijn jongen, dienhij een paard had beloofd voor de lente; hij

Page 58: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

VERHALEN 36

schudde bet hoof en zuchtte.<<1k dank u zeer; ik drink niet,>> zei hij

toonloos en met een norsch gezicht, en hijzette zich bij bet tweede venster op de bank.

<< En waarom niet?>> vroeg de oudstezoon.

<<Daarom niet: ik mag dat niet,>> ant-woordde Nikita; hij vermeed de oogen opte slaan maar zag naar zijn snor en trachttede ijsklontjes die er aan hingen te doensmelten.

<< Het bekomt hem niet,>> zei AndreItsjen at bij bet glaasje brandewijn, dat hij ge-dronken had, een stuk krakeling.

<< Nu dan een tas thee,>> zei de vriende-lijke oude vrouw. <<Ge zijt wel heelemaalverkleumd, beste man. Wat voert ge tochzoolang met de samowar uit, gij vrouwen?>>

<<Zij is klaar,>> antwoordde een jongevrouw en waaide met een doek de koken-de, overdekte samowar lucht toe. Met moei-te hief ze haar in de hoogte, droeg aan enzette ze met een bons op tafel.

Intusschen had Wassili AndreItsj in "t

Page 59: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

57 VERHALEN

lang en in 't breed verteld, hoe ze van denweg afgekomen waren, hoe ze tweemaal in't zelfde dorp waren aangeland, waar ze welmoesten afgedwaald zijn en hoe ze de dron-ken boeren hadden ontmoet. De menschenuit het hof verwonderden er zich over, zet -

ten uiteen, hoe en waarom ze van den wegwaren afgekomen, en wie de dronken boe-ren konden geweest zijn. En ze legden uit,hoe de weg was.

<< Van bier naar Moltsjanowka kan eenklein kind rijden; men heeft slechts betkruispunt in 't oog te houden. Daar is struik-gewas. Verwonderlijk, dat ge daar niet geraakt zijt!>> zei de schout.

<<Ge moet beslist vannacht hier blijven.De vrouwen gaan een bed gereedmaken, >>zei de oude vroüw vriendelijk.

<< ja, en dan rijdt ge morgen verder; dat is't beste,>> voegde de oude man er aan toe.

<< Het gaat niet, broeder. Zaken!>> ant--woordde Wassili AndreItsj. <<Wat men ineen uur verzuimt, baalt men in geen jaarmeer in, >> en hij dacht aan bet bosch en aan

Page 60: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

VERHALEN 58

de koopers uit de stad, die hem flu vóór kon-den zijn. << We zullen er toch flog wel gera-ken?>> keerde hij zich tot Nikita.

Nikita gaf langen tijd geen antwoord endeed of bet ontdooien van zijn snor al zijnaandacht behoefde. <<Als we maar weer nietmisrij den,>> zei hij dan. Nikita was mis-noegd wiji hij een hartstochtelijk verlangennaar brandewijn voelde; het eenige wat hemover dit verlangen had kunnen heenhelpen,was thee; maar die had men hem nog nietaangeboden.

<<Als we maar goed en wel aan bet kruis-punt geraken, > zei Wassili AndreItsj. << Dankunnen we niet meer verdwalen: dan gaathet door bosch tot Gorjatsjinko.>>

<<Gij moet bet weten, Wassili AndreItsj,of we rijden of niet, >> zei Nikita, terwiji hijhet glas thee aannam.

<<Laat ons funk thee drinken, en dan voor -

uit! >>

Nikita zweeg en wiegde bet hoofd beenen weer. Voorzichtig goot hij de thee opzijn schoteltje en warmde aan den damp zijn

Page 61: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

59 VERHALEN

stijve handen. Dan beet hij van een stuk sui-ker een klein hoekje af, boog voor den gast-heer, zei : « Op uw gezondheid'! >> en slurptehet heete vocht naar binnen.

« Als iemand ons maar tot aan het kruis-punt kon brengen, » zei Wassili Andreitsj.

« Zeker, dat kan best, >> antwoordde deoudste zoon. «Peter kan inspannen en u totaan den kruisweg begeleiden. »

«Nu, als ge zoo vriendelijk wilt zijn. Ikzal er u zeer dankbaar voor wezen. »

« Wat ge al niet zegt, >> zei de vriendelijkeoude vrouw. « We doen het van harte; wezijn blij u te kunnen helpen. »

« Ga, Peter, en span de merrie in, >> zei deoudste zoon.

«Best, » antwoordde Peter glimlachend,nam zijn muts van den nagel en liep naarbuiten om in te spannen.

Terwijl het paard getuigd werd, keerdehet gesprek weer op het punt terug waarovermen het voor de komst van Wassili Andre-itsj had gehad. De oude bekloeg zich bijzijn buurman, den dorpsschout, over zijn

Page 62: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

an

derden zoon, die voor de feestdagen hem-zeif niets en zijn vrouw een Franschen doekten geschenke had gestuurd.

<< Het j onge yolk onttrekt zich heelemaalaan de tucht,> zei de oude.

<< Heel en A )> antwoordde de schout,<< het is niet meer te verduren. Ze zijn veelte geleerd geworden. Zie maar eens naarthen Demotsjkin : hij heeft bij een twist zijnvader den arm gebroken. Dat komt allemaalvan die geleerdheid, geloof me vrij.>>

Nikita luisterde toe, keek de sprekendenaan en had blijkbaar zelf ook graag eenwoordgezegd; maar hij werd geheel en alin beslag genomen door zijn thee en kniktedus maar nu en dan eens instemmend methet hoofd. Het eene glas na het andere ginger bij hem in en het werd hem steeds war-mer en behaaglijker.

In 't verder verloop van het gesprek hieldmen langen tijd stil bij bet vraagstuk vande verdeelingen, en bleef daarbij niet alge-meen, maar bracht bet in nauw verband metde verdeeling van dit hof, die de tweede

Page 63: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

61 VERHALEN

won vorderde. Deze zat ook aan, keeknorsch voor zich uit en zweeg. Blijkbaarwas dit een pijnlijke plek, en een vraag vooralle huisgenooten van bet grootste gewicht;maar uit beleefdheid tegenover de gastenwachtte men zich om flu zijn persoonlijkeaangelegenheden te bespreken. Tenslottekon de oude man zich toch niet meer be-,-dwingen en verklaarde met een stem, waarinmen de tranen hoorde trillen, dat hij zoolanghij leefde nooit een deeling zou inwilligen;hij had nu, God zij dank, een weistellendhof; als het uiteenviel, konden ze allemaalgaan bedelen.

<<Zooals bet met de Matvejews is verloo-pen,)> zei de schout. << Het was een boerde-

nj, prachtig om zien; ze hebben ze verdeeld,en nu heeft niemand nog lets. )>

<<Daartoe zoudt gij bet ook brengen,>>wendde zich de oude tot zijn zoon. Deze gafgeen antwoord, en en ontstond een pijnlijkstilzwijgen. Dit zwijgen verbrak Peter, diehet paard ingespannen had en al eenige minuten weer in de kamer was. Hij had het

Page 64: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

VERHALEN 62

laatste deel van het gesprek gevolgd en on-ophoudelijk geglimlacht.

<< Bij Paulson staat ook lets in Bien acrd, >>zei hij. << Een vader gaf zijn zonen een bun-del roeden te breken. Den bundel zelf kon-den zij niet breken, maar iedere roede afzon-derlijk braken ze met gemak. Zoo is het pierook, >> zei hij en lachte met heel zijn gezicht.<< 't Is gereed, >> voegde hij er aan toe.

<< Nu, dan moeten we weg, >> zei WassiliAndreitsj . << En wat de verdeeling aangaat,grootvadertje, geef maar niet toe. Gij hebtalles verworven, en gij zijt er beer over. Doeeen aangifte bij den vrederechter; die zal deorde we! bewaren.

<< Altijd schopt hij lawaai, altijd, >> voerde oude met weenende stem voort. << Het isgeen praten meer met hem. Hij heeft waar-achtig den duivel in 't li j f . >>

Ondertusschen had Nikita zijn vijfde glasthee uitgedronken; hij keerde het echterniet om, maar legde het opzij, in de hoopnog een zesde te krijgen. Maar er was geenwater meer in de samowar en de huisvrouw

Page 65: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

63 VERHALEN

Boot er ook Been nieuw meer bij; en ook be-gon Wassili Andreitsj zich aan te kleeden.Zoo was er dan niets meer aan te doen. Ni-kita stond op, legde het stuk suiker, aan allekanten afgeknabbeld, terug in den suiker-pot, wischte zich met een tip van zijn half-pels het tweet van 't gezicht en ging nearden oven zijn mantel krijgen.

Toen hij hem aan had, zuchtte hij diep,.bedankte de menschen en nam afscheid; danBing hij uit de warme, lichte kamer in dedonkere, koude gang waar langs alle kierende wind binnendrong en er door de deur-spleten sneeuw binnenjoeg. Hij trad op dedonkere plaats.

Peter, in zijn pels, stond midden op 't erfbij zijn paard en zei glimlachend een ge-dicht van Paulson op

« De sneeuwstorm verduistert den hemel schier,,Wild warrelt de vlokken de wind;Nu klinkt het als huilde een schrikkelijk dier,.Dan weer, als weende een kind. >>Nikita knikte met het hoofd en bracht de

teugels in orde.

Page 66: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

VERHALEN 64

De oude, die Wassili AndreItsj uitgeleidedeed, kwam met een lantaren in de gang omhem te Iichten, maar de wind waaide dade-lijk bet licht uit. En zelfs op het erf kon menbemerken dat de sneeuwstorm verergerdwas.

<< Nu, dat is me een weertje! > dacht Was-sili AndreItsj. <<Als we daar maar doorheenkomen. Maar bet moet; zaken gaan voor. 1kheb me nu ook a! gereedgemaakt. En betpaard van den gastheer is ingespannen.Met Gods huip zullen we er we! doorgera-ken.>>

De oude dacht er ook over dat bet er nietraadzaam uitzag; maar hij had al eens zon-der gevoig aangedrongen om te blijven.<<Misschien is bet wel de ouderdom die meangstig maakt; ze komen er wel doorheen,>>zei hij bij zicbzelf. << En wij kunnen danook vroeg naar bed en hebben geen moeitemeer.>>

Ook Peter zag, dat bet rijden gevaar ople-verde en voelde zich bezorgd; maar om geenwaarom, zou hij het getoond hebben. Veel-

Page 67: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

65 VERHALEN

meet speelde hij den stoutmoedige en deedof hij niet de minste vrees had; daarbij had-den de versregels hem opgewekt gemaakt,omdat ze zoo heelemaal weergaven, wat erwerkelijk gebeurde.

Nikita had geen lust om te rijden; maarhij was al lang gewoon geen eigen wil te bezitten en anderen te gehoorzamen.

Zoo gebeurde het dan, dat er niemandwas, die de reizigers nog terughield.

5

Wassili Andreitsj ging naar de slee, diein de donkerte maar moeilijk te onderschei-den was, kiom er in en greep de teugels.

<< Vooruit, ri j d maar voorop ! >> riep hij.Peter die in zijn slee geknield lag, dreef

zijn paard aan. De bruine, die allang gehin-nikt had omdat hij de merrie voor 'zichrook, ging haar achterna en ze reden dedorpsstraat op. Weer kwamen ze doorheenhet dorp, op denzelf den weg, voeren langsde hoeve met het bevrozen waschgoed, dat5

Page 68: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

VERHALEN 66

flu niet meer te zien was, voorbij dezelfdekorenkar, die flu bijna heelemaal was inge-sneeuwd, en waarvan onophoudelijk sneeuwstoof, voorbij de triest ruischende wilgendie piepten en bogen onder den wind, en zereden weer in de van boven en onder jagen-de zee van sneeuw. De wind kwam nu vanopzij. Hij drukte tegen de reizigers als tegeneen zeil en werd soms zoo sterk, dat hij deslee opbeurde en het paard zijwaarts dreef.Peter voer met zijn funk dravende merrievooraan en stootte van tijd tot tijd een vroolijken kreet uit. De bruine liep acher hemaan.

Als ze zoo een tien minuten lang geredenhadden, draaide Peter zich in zijn slee omen riep hun iets toe. Noch Wassili AndreItsjnoch Nikita konden het met den wind ver -

staan. Maar ze vermoedden bij het kruispuntte zijn. En werkelijk Peter boog links in, ende wind, die tot nu toe van terzij gekomenwas, blies hun flu weer pal tegen. En daarwerd ook door de sneeuw iets donkerszichtbaar. Dat was wel het struikgewas aan

Page 69: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

67 VERHALEN

den kruisweg.<< Nu, reis met God verder!>><<Bedankt, Peter! )><< De sneeuwstorm verduistert den hemel

schiër, wild warrelt de wind de vlokken!>>riep Peter, en verdween.

<<Hoor eens, wat dat voor een dichteris

) )> zei Wassili AndreItsj en schudde de teu-

gels.<< ja, een brave jongen, zoo'n echte boer,>>

antwoordde Nikita.Zij reden verder. Nikita had zich diep in

zijn kaftan gehuld, en haalde den kop zóórusschen de schouders in dat zijn kroes-baardje tegen den hals kwam; zoo zat hijdaar stil en zwijgend, er op bedacht, de doorde thee verkregen warmte maar niet teverliezen. Vóór zich zag hij de rechte lijnenvan de disseistangen, die hem steeds in denwaan brachten alsof daar een veelberedenen afgebakende weg was, - den wippen-den rug van 't paard met den zijwaarts she-renden staart, en meer naar voren het hoogekromhout en den op en neer wiegenden kop

Page 70: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

VERHALEN

en hals met de fladderende manen. Van tijdtot tijd bemerkte hij ook eén merkpaal, zoo-dat hij wist dat ze zich nog op den weg be-vonden en er voor hem niets te doen was.

Wassili AndreItsj hield de teugels, liet hetechter meerendeels aan bet paard zeif overer voor te zorgen, dat ze op den weg blevenMaar aihoewel de bruin in 't dorp had uit-gerust, liep hij toch slechts met tegenzin enscheen van den weg te willen afbuigen, zoo-dat Wassili AndreItsj hem soms in de rich-ting moest sturen.

<<Daar rechts is een merkpaal; daar detweede; daar de derde,>> telde Wassili An-dreItsj bij zichzelf. << En daarvoor is ook betbosch, >> dacht hij toen er voor hem iets don-kers opdoemde. Maar wat hij voor boschbield was slechts struikgewas. Ze reden destruiken voorbij, ze reden nog een zestigschreden verder, maar van den vierden paalnoch van bet bosch was er iets te bespeuren.

<< Het bosch moet toch volgen,>> dachtWassili Andreitsj, en een beetje opgewon-den van den brandewijn en van de thee,

Page 71: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

69 VERHALEN

dreef hij voortdurend bet paard tot meerspoed aan. Het gehoorzame beest luisterdeen Rep, flu in telgang, dan in korten draf,verder waarheen bet gestuurd werd, of-schoon het wist dat zijn meester heelemaalniet den goeden kant opreed. Er vergingennog tien minuten, maar bet bosch wilde nietverschijnen.

<<Daar zijn we weer verdwaald!>> zeiWassili AndreItsj en hield bet paard aan.

Nikita stapte uit de slee. Dadelijk greepde wind zijn kaftan en flapperde hem rondbet lijf. Nikita trok hem vast, hield hemmet de hand en begon door de sneeuw tewaden. Hij ging naar den eenen kant, hijging naar den anderen kant. Driemaal ver -

dween hij uit bet gezicht. Eindelijk keerdehij terug en nam de teugels.

<< We moeten naar rechts,>> zei hij kortafen wendde bet paard.

<< Nu. als ge dat denkt, welaan,>> ant -

woordde Wassili AndreItsj. Hij liet hem deteugels en schoof de verstijfde handen in demouwen. << Al komen we weer terug in

Page 72: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

VERHALEN 70

Grisjkino.>>Nikita gaf geen antwoord.<< Nu vriendje, stap wat op! >> riep hij het

paard toe; maar niettegenstaande bet schudden met de teugels, ging dit slechts op stap.De sneeuw lag gemiddeld kniehoog; bij elkebeweging van bet paard kwam de slee maarmet rukken vooruit.

Nikita greep de zweep die vóór aan deslee hing en sloeg. Het goede paard, aanzulk een behandeling niet gewoon, nam eenpaar groote sprongen en probeerde eendraf, ging echter dadelijk weer stapvoets.Zoo reden ze ongeveer vijf minuten. Hetwas zoo donker geworden en zoo dicht joegde sneeuw dat soms niet eens het kromhoutvan 't paard te zien was. Soms scheen bet ofde slee stilstond en bet veld naar achterschoof. Eensklaps hield het paard aan enstond; klaarblijkelijk speurde het vóór zicheen of ander gevaar. Nikita sprong uit deslee, wierp de teugels over en ging zien water aan de band was; maar nauwelijks had hijeen stap vóór het paard gewaagd, als hij uit-

Page 73: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

71 VERHALEN

gleed en van een helling naar beneden rolde.<< Halt, brr, halt! >> riep hij zichzelf toe ter

wijl hij viel en zich probeerde recht te hou-den; maar bet lukte hem niet eerder vastenvoet te krijgen dan wanneer hij tot over deheupen in een sneeuwhoop zat, die op denbodem van een gracht was samengewaaid.

Een sneeuwberg, die over de helling hing,kwam door Nikita's val los, stortte overhem been en scbudde zijn nek vol sneeuw.

<<Maar wat zijn dat nu voor manieren,>>zei Nikita op verwijtenden toon tot densneeuwhoop en de gracht, en sloeg desneeuw uit zijn kraag.

<< Nikita ! Hei, Nikita! >> riep Wassili An-dreItsj van boven. Maar Nikita antwoorddeniet.

Hij had geen tijd: hij moest zich van desneeuw ontdoen en de zweep zoeken die hijonder bet vallen verloren had. Als hij dezweep had gevonden, wilde hij op dezelfdeplaats opklimmen waar hij afgegleden was;maar dit was een onmogelijkheid, hij schooftelkens terug, zoodat hij eerst daaronder

Page 74: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

VERHALEN 72

nog moest gaan zoeken om een geschikteplaats te vinden. Ongeveer acht pas van densneeuwhoop kroop hij moeilijk op handenen voeten op en ging nu langs den boordvan de gracht naar waar de slee moest staan.

Hij zag intusschen paard noch slee, maarwiji hij tegen wind in ging, hoorde hij reeds,voor hij iets zag, bet geschreeuw van Was-sili AndreItsj en bet hinniken van den bruin,die hem riepen.

<<1k kom, ik kom. Waarom schreeuwt gezoo? > sprak hij in zichzelf.

Eerst als hij vlak bij de slee was, bemerktehij bet paard en de gestalte van Wassili An-dreitsj die naast de slee stond en nu over-matig groot leek.

<<Voor den duivel! Waar zijt ge ge-weest?>> voer deze geërgerd tegen hem uit.<<We moeten terug. Voor mijn part rijdenwe maar weer naar Grisjkino.>>

<<Terugrijden: graag genoeg, Wassili An-dreitsj, maar, naar welken kant? We zittenbier in een streek vol kioven en grachten,vallen we er met de slee in, we geraken er

Page 75: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

73 VERHALEN

nooit meer uit. Ikzelf ben er daarjuist ingetuimeld en ik heb moeite genoeg gehad omer me uit te werken.>>

< Maar we kunnen bier toch niet blijvenstaan? Ergens moeten we toch heen!>> zeiWassili Andreitsj.

Nikita gaf geen antwoord. Hij zette zichop de slee met den rug naar den wind, trokzijn laarzen uit, en schudde er de sneeuw uit,dan nam hij wat stroo uit de slee en stoptezorgvuldig een gat in de linker laars.

Wassili AndreItsj zweeg, alsof hij nu alleverdere besluiten aan zijn knecht overliet.

Nadat Nikita zijn laarzen weer had aan-getrokken, baalde hij zijn beenen in de slee,deed zijn wanten aan, greep de teugels enmende bet paard langs de helling verder.Maar ze gingen nog geen honderd schredenof het paard stond weer. Het had wéér een.afgrond vóór zich.

Nikita steeg opnieuw uit en begon weer -

in de sneeuw rond te waden. Dat duurdetamelijk lang. Eindelijk verscheen hij weer,en wel van den tegenovergestelden kant als

Page 76: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

VERHALEN 74

waarheen hij gegaan was.<<Wassili AndreItsj, waar zijt ge? > riep

hij.< Hier, > antwoordde Wassili AndreItsj.

<<Hoe zit bet er mee?><< Er is niets te verkennen. Het is te don-

ker. Overal hellingen. We moeten weer te-gen den wind in. >>

Weer reden ze een eind; weer ging Niki-ta rond in de sneeuw en viel; hij zette zichterug in de slee; nog eens trok hij er op uiten viel weer. Eindelijk bleef hij hijgend enbuiten adem bij de slee staan.

<Wat is er? > vroeg Wassili Andreitsi-<< ja, wat is er: ik ben heelemaal op. En

het paard kan ook niet meer.>><<Wat zullen we dan beginnen?>><<Wacht een oogenblik.>>Nikita ging nogmaals op weg; hij keerde

weidra terug.<Rijd achter mij aan, > zei hij en ging met

het paard vooraan.Wassili Andreitsj was er van teruggeko-

men zeif aanwijzingen te geven en hield zijn

Page 77: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

75 VERHALEN

mond.<<Hierheen, voig mij!>> riep Nikita, zich

snel omkeerend, en hij pakte den bruinaan 't gebit en trok hem een sneeuwberm in.Het paard stribbelde tegen, maakte dan eengrooten sprong, in de hoop er over te sprin-gen, maar zijn krachten schoten te kort enhet zonk tot aan het haam in de sneeuw.

<<Stap toch uit!>> riep Nikita tegen zijn beerdie nog in de slee zat; hij vatte de eene disseistang en wilde het paard helpen om uitden sneeuwberm los te geraken. <<Ja, hetgaat een beetje moeilijk, broertje,>> sprak hijtot den bruin. <<Maar wat is er aan te doen?Kom, een beetje aangepakt! Vooruit, nogeen beetje!>> riep hij. Het paard zette nogen nog eens aan, maar er doorkomen konbet niet en weer bleef het steken. Het maak-te eigenaardige bewegingen met de oorenen legde snuivend den kop op de sneeuw,alsof bet over iets nadacht. <<Ja, broertje,maar zoo niet,>> zei Nikita vermanend.<<Vooruit, nog eens!>> Weer trok Nikitaaan de disseistang. Aan den anderen kant

Page 78: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

VERHALEN 76

deed Wassili Andreitsj hetzelfde. Het paarddraaide den kop been en weer; dan gaf hetplotseling een flinken ruk.

« Ziezoo, op die manier! Ge zult niet ver-drinken! » riep Nikita.

Een sprong, een tweede, een derde — ein-delijk had het paard zich losgewerkt enstond nu rillend en zwaar ademend stil. Ni-kita Wilde het verder Leiden; maar WassiliAndreltsj was in zijn twee pelsen zoo buitenadem geraakt dat hij niet weer op de beenkon blijven en zich in de slee neerwierp.

« Laat me eerst weer op adem komen, »zei hij en knoopte de das Los, die hij zich in't dorp om den hals had gebonden.

«Dat geeft niets, blijf maar liggen,» ant-woordde Nikita. <<1k zal het paard Leiden. »

En terwijl Wassili Andreitsj in de sleelag, voerde Nikita het paard bij den toom,een tien schreden naar onder, dan weer eenbeetje naar boven en stond stil.

De plaats, waar men zich nu beyond, lagniet in een diepte waar de sneeuw zich hadkunnen ophoopen, maar ze was door een

Page 79: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

77 VERHALEN

berm tegen den wind beschut. Er warenoogenblikken dat men, beschermd door denberm, kon meenen dat de wind bedaarde,maar dat duurde toch niet lang, en als wildehij de rustpoos inhalen, bruiste daarop destorm met tiendubbel geweld aan, raasde enstapelde nog dichter sneeuwwolken opeen.Zulk een windstoot stormde juist aan op betoogenblik dat Wassili AndreItsj, die weertot zichzelf was gekomen, uit de slee stapte,en op Nikita toekwam om te bespreken water flu verder moest gebeuren.

Beide bukten ze onwillekeurig en wacht-

ten tot bet geweld van den storm zouvoorbij zijn. Ook de bruin legde ontevre-den de ooren plat en schudde den kop. Zoogauw de windstoot verminderde, trok Niki-ta zijn wanten uit, stak ze in den gordel,blies in. z'n handen en begon de teugels vanden haam te binden.

<<Wat gaat ge doen?>> vroeg Wassili An-dreitsj.

<<1k span bet paard uit; wat willen we nogbeginnen? Mijn kracht is ten einde,>> ant-

Page 80: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

VERHALEN 78

woordde Nikita; bet kionk of hij zich wildeverontschuldigen.

<<Kunnen wij bier dan nergens een dakvinden?>

<<Neen, dat kunnen wij niet; we nj den al-leen ons paard kapot. Het is nu al heelemaalop, >> zei Nikita en wees op bet paard datonderdanig en tot alles bereid voor de sleestond, en hijgend zijn bezweete flanken be-woog. << We moeten bier overnachten, >> ver-kl aarde hij op een toon alsof ze zich in eenberberg bevonden, en hij begon de haam-niemen los te gespen.

<<Zullen we niet bevniezen?>> vroeg Was--sili Andreitsj.

<<Wat is er aan te doen? Als we moetenbevriezen, zal 't wel gebeuren, >> antwoorddeNikita.

6

In zijn dubbelen pels had Wassili Andre-ïtsj bet recht warm, en vooral nu, nadat hijzich in de sneeuw zoo had afgebeuld. Maar

Page 81: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

79 VERHALEN

toch liep het hem koud over den rug toenhij stilaan begon te begrijpen, dat bet bierzijn nachtverblijf zou worden. Om bet onaangenaam denkbeeld te verjagen, zette hijzich in de slee en baalde sigaretten en luci-fers te voorschijn.

Nikita spande bet paard ult. Hij gespteden buikgordel los en de zadeiriemen, ont-deed bet paard van teugels en haamrie-men en tilde bet haam af; ondertusschensprak hij onophoudelijk tegen bet paard enzocht bet op te monteren.

<< Nu, kom er uit, kom er gerust uit,>> zeihij, terwijl hij bet wantrouwige paard vantusschen de dissels uitvoerde. <Ziet ge, bierbinden we u vast, en dan sprei ik mooi strooneer en toom u af,>> zegde hij en deed zooals hij sprak. <<Als ge maar eerst een beetjegegeten hebt, dan zult ge wel weer gezindzijn. >>

Maar de bruin liet zich toch niet erg ge-ruststellen en bleef angstig. Hij stampte ge -

dung met de hoeven, schuurde tegen deslee, keerde zich met het achterlijf naar den

Page 82: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

VERHALEN 80

wind en wreef zijn snuit langs Nikita'smouw.

Alleen maar om Nikita's vriendelijk aan-bieden niet door weigering te kwetsen, trokde bruin plotseling een bosje stroo uit deslee; maar dadelijk daarop bedacht hij zich;het ging bier nu niet over stroo eten. Hij lietbet bosje vallen en zoodra verwaaide dewind bet stroo, verspreidde bet en bedektebet met sneeuw.

<< Nu moeten we nog voor een noodtee-ken zorgen,>> zei Nikita en keerde de sleemet den voorkant tegen den wind. Dan bondhij de disseistangen met de zadeiriemen bij-een, sloeg ze omboog en maakte ze aan devoorleuning van de slee vast. <<Ziezoo! Alswe nu insneeuwen, zullen de boeren de dis-sels zien en ons uitgraven,>> bemerkte Niki-ta. <<Dat hebben oude menschen mij zoo ge-leerd.>>

Jntusscben had Wassili AndreItsj moeitegedaan om zijn sigaret vuur te doen vattenHij stond met opengeslagen pels voorover -

gebogen en wreef den eenen lucifer na den

Page 83: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

81 VERHALEN

anderen tegen zijn stalen doosje; maar zijnhanden trilden, en de opvlammende luciferswerden dadelijk door den wind uitgewaaid,als hij ze voor zijn sigaret bracht. Eindelijktoch brandde er een door en verlichtte vooreen oogenblik den binnenkant van zijn pels,zijn hand met den gouden ring aan den wijsvinger, en het met sneeuw bedekte stroo, datvan onder het zakkengoed te voorschijnkwam - en de sigaret vatte vuur. Begeerigdeed hij een paar trekken, haalde den war-men rook binnen, voelde hem bij 't uitademen langs zijn knevel streelen en juist wildehij nog een trek maken, als de wind de sigaret scheurde en vuur en tabak in dezelfderichting wegvlogen als daareven bet stroo.

Maar deze enkele trekken hadden Wassi-Ii AndreItsj weer heelemaal opgevroolijkt.

<<Ja, als bet niet anders kan, moeten webier maar overnachten ! >> zei hij kordaat. Enbij den aanblik van de opgerichte disseistan-gen kreeg hij lust dit signaal nog doelmati-ger te maken en Nikita te beleeren. <<Wachtwat, ik zal er nog een viag aanbinden,>> zei

Page 84: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

VERHALEN 82

hij, en greep naar de das, die hij daar j uistin de slee had geworpen. Hij trok zijn hand-schoenen uit, rekte zich zoo hoog mogelijken bond de das met een stevigen knoop aande zadelriemen.

Dadelijk begon het doek wild to fladde-ren; nu wond het zich rond de eene stang,dan waaide het plotseling opzij, spande zichlang uit en knetterde.

<< Zie eens, hoe mooi het nu zit, >> zei Was-sili Andreits j en bekeek zijn werk met wel-gevallen. Dan stapte hij weer in de slee.<< Als we bi j een gingen liggen zou 't war-mer zijn, maar voor twee is er moeilijkplaats, >> zei hij.

<< Geen no o d, ik zal wel een plaatsje vin-den, >> antwoordde Nikita. << Ik moet nogeerst het paard toedekken; het beest staatgansch in 't zweet. Verschoon mij, >> voegdehij er aan toe, kwam bij de slee en trok hetdeken onder Wassili Andreitsj onderuit. Hijvouwde het dubbel, nam het rugkussen ofen dekte den bruin toe. << Zoo zult ge hetwat warmer hebben, > zei hij en legde over

Page 85: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

83 VERHALEN

het deken weer het zware rugkussen om.Als Nikita met het werk klaar was, kwam

hij weer bij de slee. «Misschien kunt u hetzakkengoed wel missen?» vroeg hij. «Eneen greep of wat stroo... >>

En nadat hij het een met het ander hadgekregen, Bing hij achter de leuning van deslee, groef zich daar een kuil en spreidde erhet stroo in. Dan trok hij zijn muts diepover het gezicht, wikkelde zich in zijn kaf-tan en deed daarover het zakkengoed. Hijzette zich neer op het stroo en leunde tegenden spanen achterkant van de slee. Zoo washij beschut tegen wind en sneeuw.

Wassili AndreTtsj schudde afkeurend hethoofd bij Nikita's gedoe. Hij had een groo-te verachting voor de onwetendheid en dedomheid van het boersche yolk. Dan maak-te hij zijn toebereidselen voor den nacht.

Het overgebleven stroo werd gelijkmatigin de slee verdeeld, maar zoo, dat het op deplaats waar hij zou liggen, dikker lag; daar-op stak hij de handen in de mouwen enzocht voor zijn hoofd een gemakkelijke hou-

Page 86: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

VERHALEN 84

ding in een hoek van de voorleuning, diehem tegen den wind beschutte. Om te slapen had hij geen zin. Hij lag stil neer endacht na, eeuwig en altijd aan 't zelfde, wataan zijn leven doel en inhoud, vreugde entrots schonk hoeveel geld hij al had, enhoeveel hij nog verdienen kon; hoeveelgeld anderen bezaten, op welke manier diete werk waren gegaan en nu flog altijd meervergaarden, en hoeveel geld hij in zelfdervoege nog verdienen kon.

<< De eiken zullen goede sleeschuivers ge-yen. Natuurlijk ook balken. En brandhout,...elke desjatine zal nog wel een dertig mijtenopleveren,>> zoo rekende hij terwiji hij betbosch schatte dat hij in den herfst bezich-tigd had en nu wilde koopen. <<Maar tienduizend roebel krijgt hij in geen geval; ikgeef hem er acht duizend, en dan moet iker ook nog weiland bij hebben. 1k stop denlandmeter een papiertje van honderd ofhonderd vijftig in de hand, dan zal hij ernog wel een vijf desjatinen weiland bijme-ten. En voor acht duizend laat hij het gewis;

Page 87: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

85 VERHALEN

drie duizend heeft hij meteen al baar. Nee,daar maak ik me niet bezorgd over, hij zalwel ioegeven,>> en Wassili AndreItsj voeldemet den arm eens naar den bundel bankno-ten op zijn borst. << En hoe wij na het kruis-punt nog verdwaald zijn, dat mag de Hemelweten. Er moet hier toch een bosch zijn eneen wachthuisje voor den boschwachter. 1kwou dat ik een hond hoorde. Maar ja, alsge ze noodig hebt, blaffen die verdomdebeesten niet.>> Hij sloeg den mantelkraageen beetje weg, luisterde en keek eens rond.Als een zwarte massa stond daar vóór hemin de donkerte de snuit en de rug van denbruin. Het deken waaide heen en weer rondzijn lijf. En alleen het eendere fluiten vanden wind, het flapperen en knetteren vanhet doek aan den dissel, en de sneeuw dieals met zweepslagen tegen de slee hieuw,kionk door. Hij trok zich weer terug in zijnkraag. <A1s ik dat nu maar vooruit hadkunnen denken. 1k was evengoed in 't dorpgebleven. Nu 't blijft hetzelfde, vandaagniet, dan mogen. Met het eenig verschil dat

Page 88: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

VERHALEN 86

ik een dag verloren heb. Maar met zoo'nweer zullen de anderen toch ook niet rij-den. >> En nu schoot het hem te binnen dathij morgen van den slachter geld moest krij-gen voor schapen. << Hij zou zelf komen, ennu vindt hij mij niet thuis. Mijn vrouw zalweer niet weten hoe ze 't geld moet ontvan-gen; 't is erg, hoe dom ze toch kan zijn. Zeweet niet eens hoe ze met de menschen moetomgaan, >> dacht hij vender, en herinnerdezich hoe ze zich gisteren gedragen had te-genover den landkommissaris, die voor denfeestdag op bezoek was gekomen. << Niet teverwonderen : zoo'n vrouwmensch; waarzou ze zoo iets geleerd of gezien hebben?Hoe stond het met ons huishouden toenmi j n ouders nog leef den ? .Ales zag er maarmin uit, al was vader-zaliger in nog zoo'ngoeden doen, hij bleef toch altijd een boer;een herberg en een korenmolen, dat was hetheele bezit. Maar wat heb ik daar in vi j f tienjaar niet van gemaakt? Ik bezit een winkel,twee herbergen, den grootsten molen uitden omtrek, een graanhandel. Twee lande-

Page 89: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

87 VERHALEN

rijen houd ik in pacht. Mijn huis en mijnkorenschuur hebben stalen daken,>> zei hijmet trots. << Dat is nogal een verschil tegenin mijn vader's tijd! Wie is de aanzienli j k-ste man van de heele streek? Brechoenow !En waardoor komt dat? Omdat ik me ge-heel en al aan de zaken wi j d, omdat geenmoeite me to veel is, omdat ik me er nietvan afmaak geli j k die andere menschen, diehun tijd verknoeien of de beest uithangen.Ik gun me soms niet eens den slaap. En alsneeuwt en storms het huizenhoog, Lochvaar ik er doorheen. Zoo vlotten de zaken.De menschen denken dat men het geld alspelend verdient. Neen, werken moet men,zijn kop breken. Zij meenen dat ge het al-leen door geluk ver kunt brengen. Neemnu eens Bien Mironov, die is nu millionnair.En waarom? Hij heeft de handen uit demouwen gestoken. Gewerkt heeft hij, ge-wroet. Dan rust God's zegen er op... AlsGod me nu maar gezond houdt. >> En de ge-dachte dat hij ook zoo'n millionnair zoukunnen worden als Mironov, die zonder iets

Page 90: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

VERHALEN 88

begonnen was, deze gedachte vervuide Was-sili AndreItsj zóó, dat hij behoefte voeldezich te iuchten. Maar er was niemand metwien hij kon praten. Was hij flu maar inGorjatsjinko geraakt, dan had hij zich in 't

voile iicht kunnen zetten, en laten hoorenwat een gewichtige persoonlijkheid die Bre-choenow was.

<<Zie toch eens, hoe 't waait! We zullennog zoo insneeuwen, dat we er morgen nietmeer uit loskomen,>> dacht hij, terwijl hijop de hevige windstooten lette, die desneeuw tegen de voorleuning zweepten meteen kracht, dat de basten wand er van door -

boog.<< Het is dom, dat ik naar Nikita geluisterd

heb,>> meende hij. << We hadden door moe-ten rijden; ergens waren we toch wel uitge-komen. Al bereikten we weer Grisjkino, wehadden toch bij Taras kunnen slapen. En numoeten we hier een heelen langen nachtblijven zitten... Waar dacht ik daarjuistweer aan? 0 ja, God bedenkt de werkers,maar geen deugnieten, Iuiaards of domkop

Page 91: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

89 VERHALEN

pen... Maar, nu moet ik beslist wat rooken.>>Hij zette zich rechtop, haalde zijn sigaret-tendoos te voorschijn, legde zich op denbuik en beschermde met een tip van zijnpels bet vlammetje tegen den tocht; dochsteeds vond de wind zijn weg en blies delucifers den een na den ander uit. Em-delijk, met een bizondere handigheid geluk-te bet hem zijn sigaret in brand te krijgen,en dit kunststuk verheugde hem geweldig.Al rookte eigenlijk veel meer de wind danhijzelf, hij kon toch een drie trekken ma-ken en kwam weer in een vergenoegde stem-ming. Hij strekte zich languit in de slee,maar nu met het hoofd naar 't achterdeelgekeerd, wikkelde zich goed in, gaf zichweer over aan herinneringen en droome-rijen en verzonk in een lichten slaap. Maarplotseling leek bet hem of hij een stootkreeg, en hij ontwaakte. Had de bruin nustroo onder hem uitgetrokken of was betzijn innerlijke opwinding - kortom hijwerd weer klaar wakker, en zijn hart begonzoo snel en zoo heftig te kioppen, dat hij,

Page 92: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

VERHALEN g0

meende, de slee trilde onder hem. Hij sloegde oogen op. Om hem was alles onveran-derd, maar het scheen alsof het nu li;.hterwerd. «Het daagt,>> dacht hij, <<het zalspoedig morgen zijn. » Maar meteen viel hethem in, dat het natuurlijk de maan was dienu opging. Hij richtte zich op en keek naarhet paard. De bruin stond nog altijd on-beweeglijk met het achterlijf tegen denwind en trilde over zijn heele huid; de be-sneeuwde zak was langszij gevallen, de rie-men hingen scheef. Nu, in het belle maan-licht, was de witbesneeuwde kop met defladderende manen duidelijk zichtbaar.Wassili Andreitsj boog zich over de rugleu-ning van de slee en keek naar beneden. Daarzat Nikita nog altijd op dezelfde plaats. Hetzakkengoed over hem en zijn beenen warenonder de sneeuw bedekt. « Als die maarniet beeriest, » dacht Wassili Andreitsj,«zijn kleedsel is niet to best. Ze zouden ermij nog aansprakelijk voor stellen. Hij heeftzich bij het rondloopen erg vermoeid, enzijn gestel is ook al niet van de sterkste. »

Page 93: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

91 VERHALEN

Hij wilde het paard het deken afnemen ener Nikita mee toedekken; maar het was nutoch te koud om op te staan en been en weerte loopen; daarbij vreesde hij ook voor zijnpaard. << Waarom heb ik hem eigenlijk mee-genomen? 't Is de schuld van dat onverstan-dig wi j f ! >> dacht Wassili Andreits j, in her-innering aan zijn onbeminde vrouw, en hijlegde zich weer op zijn oude plaats, met hethoofd tegen de voorleuning. << Mijn oombeef t ook zoo eens een heelen nacht in desneeuw gelegen, >> schoot het hem te bin-nen, << en het schaadde hem niets. Maar toenze Sewastjan uitgroeven, >> bier kwamhem een ander geval bij << toen was hijdood, en stijf als een geslacht varken. >>

<< Was ik maar in Grisjkino gebleven, danhoef de ik daar niet aan te denken. >> En na-dat hij zich weer zorgvuldig had ingeduf-feld, opdat de warmte van den pels nergenszou verloren gaan, en hij nu overal, aan denhals, aan de knieen en aan de voeten warmhad, sloot hij de oogen en probeerde in teslapen. Maar wat voor moeite hij zich ook

Page 94: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

VERHALEN 92

gaf, hij behield immer bet bewustzijn, envoelde zich zelfs volkomen frisch en leven-dig. Opnieuw begon hij zijn winsten en in-komsten te berekenen, hoeveel geld hij nogte vorderen had, opnieuw voelde hij trotsover zijn persoonlijkheid en over de plaatsdie hij bekleedde; - maar dat alles werd nuvoortdurend onderbroken door een heime-lijken angst en door zelfverwijten, waaromhij den nacht niet in Grisjkino had doorge-bracht. Meermaals keerde hij zich om enveranderde van houding, zocht telkens eenmeer gemakkelijke en meer beschutte plaats;maar alles scheen hem nu al even ongemak-kelijk toe. Hij kwam weer recht, verlegdezich, stopte de beenen beter toe, sloot deoogen, hield zich stil. Maar dan voelde hijweer plotseling in de gekromde beenen eendrukkende pijn, of er kwam ergens tochtdoor, en zoo moest hij dan van lieverledeweer denken, hoe hij nu rustig in de warmehuiskamer van Taras had kunnen zitten, enhij richtte zich op, draaide en keerde, sleur -

de aan zijn pels, en legde zich weer.

Page 95: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

93 VERHALEN

Eenmaal scheen bet hem toe, alsof hij inde verte een haan hoorde kraaien. Eenvreugdegolf sprong in hem op; hij sloegden mantelkraag af en luisterde gespannen;maar hoe hij ook speurde, bet geluid her-

haalde zich niet; alleen bet geruisch vanden wind die rond de dissels floot, en desneeuw die tegen den spanen wand sloeg,was te hooren. Nikita zat nog immër zooalshij zich 's avonds had neergezet; den heelentijd door had hij geen yin verroerd en ant-woordde niet eens als zijn beer hem riep.<< Die heeft geen zorgen; hij slaapt als eendas, >> meende Wassili AndreItsj ergerlijk enkeek eejis over de leuning naar den dicht-besneeuwden Nikita.

Zoo keerde Wassili AndreItsj zich welmeer dan twintig maal om en om. De nachtscheen hem eindeloos. << Nu moet bet wel-dra morgen zijn, )> dacht hij opeens, toen hijzich weer oprichtte en om zich heenblikte.<<1k zal eens naar bet uur zien. Het zalwel erg koud zijn, als ik mijn bont moetopenmaken; maar als ik zie, dat bet tegen

Page 96: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

VER.HALEN 94

den morgen loopt, zal ik meteen weer op-monteren. En dan zullen we spoedig aan-spannen. » In den grond van zijn hart moistWassili AndreTtsj zeer wel, dat het onmoge-lijk nu al dag kon zijn; maar zijn angst be-kwam, meer en meer invloed op hem, en hijwenschte evenzeer de waarheid te weten alszichzelf te misleiden. Voorzichtig maakte hijden hack van zijn halfpels los, stak de handin de omgeving der Borst en moest langrondwoelen, voordat hij het vest bereikte.Langzaam en moeilijk trok hij het zilveren,met bloemen versierde horloge te voorschijnen probeerde te zien hoe laat het mocht zijn.Maar zonder Licht was er niets te bekennen.Hij legde zich weer op den buik, als toenhij de sigaret aanstak, nam de Lucifers endeed al zijn best om er een aan te steken. Dit-maal Bing hij met meer nauwkeurigheid towerk: door betasting met de vingers vondhij het houtje waaraan het meeste phosphorzat, en zoo gelukte het hem al van den eer-sten keer of het in brand te krijgen. Hij hieldhet cijferblad onder de vlam en bekeek het;

Page 97: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

95 VERHALEN

maar hij kon zijn oogen niet gelooven. Hetwas tien minuten na twaalf. De heele nachtlag nog voor hem.

<<0, hoe lang nog! >> zuchtte Wassili An-dreitsj en voelde hoe een koude ruling hemover den rug liep. En nadat hij zich weerhad dichtgeknoopt en ingewikkeld, druktehij zich weer in zijn hoek. Plotseling ver-nam hij doorheen het eentonig bruisen vanden wind, een nieuw geluid, een geluidals van een levend wezen. Het zwol gelijk-matig aan, kwam tot onmiskenbare duide-lijkheid, liet dan met dezelfde gelijkmatig-heid weer af en hield op. Het Teed geentwijfel, dat was een wolf. En deze beyondzich in zoo'n dichte nabijheid dat men hetschuiven met de kinnebakken in het geluidgewaar werd. Wassili Andreitsj had denkraag naar beneden geslagen, en rekte zijnhoofd in gespannen aandacht. De bruin:luisterde eveneens, spitste de ooren, en alsde wolf stil werd, verwisselde hij van standen snoof waarschuwend.

Van nu af aan was het heelemaal uit met

Page 98: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

VERHALEN 96

den slaap van Wassili Andreitsj, de onrustkwelde hem al meet en meet. Wat hij zichook moeite gaf zich weer met zijn rekenin-gen, zijn zaken, zijn roem, zijn aanzien enzijn rijkdom bezig te houden, toch kreeg devrees stilaan de bovenhand in hem en drongalle andere gedachten terug, en in allesmengde zich ook het verwijt, waarom hijniet in Grisjkino had overnacht.

<<Wat maak ik me druk over dat stombosch; mijn zaken zullen, God zij dank, ookzonder dat marcheeren. Als ik maar een dakhad! >> zei hij tot zichzelf. << Men zegt datge licht bevriest als ge gedronken hebt, enik heb daarstraks nogal sterk geborreld.>>En terwiji hij flu op zijn gevoelens lette,ondervond hij opeens, dat hij begon te be-yen, zonder zeif te weten waarom, van kouof van angst. Hij duffelde zich in en pro-beerde weer stil neer te liggen als daareven;maar bet ging hem niet meet af. Het werdhem onmogelijk, rustig op eenzelfde plaatste blijven; hij voelde onbeschrijflijk veellust om op te staan en jets te ondernemen,

Page 99: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

97 VERHALEN

vooral om dien stijgenden angst, waartegenhij zich machteloos voelde, te dempen. Hijhaalde weer sigaretten en lucifers op; maarer waren er nog maar drie, en alle slecht.Bij ieder houtje loste de solfer voordat zevuur vatte.

<<Dat de duivel u hale, vervloekte din-gen! Weg er mee!>> schold hij, zonder teweten op wien en slingerde de ineenge-drukte sigaret van zich af. Ook het lucifers -

doosje wilde hij wegwerpen, maar hij hieldnog bijtijds zijn hand in en stak het terugin zijn zak. Hij werd nu zoo onrustig, dathij niet meer in de slee kon blijven. Hijstapte uit, stelde zich met den rug naar denwind en verbond zijn gordel, lager nu enfunk vastgesnoerd.

<<Waarom hier liggen en den dood af -

wachten? 1k heb toch een paard ! >> Dezegedachte ging hem opeens door 't hoofd.<<Met één ruiter houdt het paard het nogver uit. En voor hem, >> meende hij mct be-trekking op Nikita, <<wat verschil is er nuof hij leeft of sterft. Wat heeft hij nu van

Page 100: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

VERJTIALEN 98

zijn leven. Wat maalt hij er om. Maar ikheb, Goddank, wat er voor 't leven noodigis... >>

Hij bond bet paard los, wierp bet de tea-gels om en wilde er opspringen, maar zijnpels belette bet hem. Dan richtte hij zich opden sleekant en wilde vandaar af bet paardbestijgen. Maar onder zijn gewicht begonde slede te bellen, en hij viel. De derde maaleindelijk, bracht hij bet paard dicht naastde slee, kiom voorzichtig op den smallenrand, en kwam tenslotte zoo wijd, dat hijop zijn buik dwars over bet paard lag. Zoobleef hij daar een tijdje stil, dan schoof hijmeer en meer vooruit, en sloeg zijn beenover den paardenrug. Hij zette zich recbtop.en steunde, bij gebrek aan sporen, de voeten op de lage borstriemen.

Nikita was van den stoot, die de wanke-lende slee hem had gegeven, wakker ge-worden en stond op. Wassili Andreitsjmeende dat hij jets zegde.

<<Dat moest er nog aan mankeeren datmen deed, wat zulke stommeriken raden!

Page 101: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

99 VERHALEN

Moet ik hier dan voor niets en nog eensvoor niets omkomen?> schreeuwde WassiliAndreItsj, stak de waaiende tippen van zijnpels onder de knieën vast, wendde bet paarden dreef bet aan, weg van de $lee in de rich-ting waar zich volgens een veronderstellingvan hem bet bosch en bet wacbtbuisje be-vonden.

Toen Nikita zich in bet zakkengoed ge-wikkeld had en achter de slee had plaatsgenomen, zat hij onbeweeglijk stil. Als allemenschen die in de vrije natuur leven enden nood van nabij kennen, was hij gedul-dig en kon uren en dagen lang rustig wach-ten, zonder zichzelf in bet minst op te win -

den. Hij had zeer wel gehoord wanneer zijnheer hem riep; maar hij had niets geant -

woord, eenvoudig omdat hij zich niet wildeverroeren.

Het denkbeeld, dat hij vannacht stervenkon en zelfs naar alle waarschijnlijkbeid zou

Page 102: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

VERHALEN 100

moeten sterven, was voor 't eerst in hem op­gekomen, toen hij zich achrer de slee neer­legde. Alhoewel hij her van de thee en demoeite in de sneeuw nog warm had, wist hijtach zeer wel dar die warrnte niet lang zouaanhouden. Daarbij voelde hij zich nietmeer in staar zich door beweging te ver­warmen, orndat hij zoo geweldig moe was.Hij beyond zich in denzelfden toestand alseen paard dar daar plots in mekaar zakt, endar men eerst weer voeren rnoet om het opde been te helpen. In de kapotte laars waszijn voet heelemaal verstijfd, en hij voeldezijn grooten teen niet meer. Zijn lijf werdkouder en kouder.

De mogelijkheid dat hij vannacht stervenkon, scheen hem noch bizonder treurignoch angsrig toe. Heel treurig kon deze ge­dachte hem niet maken, wijl zijn leven nietzoo plezierig was, en de voortdurendeknechtendienst hem al lang de keel uirhing.En angsrig was zoo'n gedachte oak niet,daar hij zich, afgezien van den broodheer,zooals Wassili Andreirs], dien hij op aarde

Page 103: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

101 VERHALEN

diende, ook nog van een hoogeren Heer af­hankelijk voelde, van Hem, die hem in ditleven gezonclen had, en claar hij wist dat hij,ook na den dood, onder diens hoede bleefen van hem geen kwaad had te duchten.

« Het kan droevig zijn, zoo alles te verla­ten, waar men zich heeft ingeleefd en waar­aan men gewoon is... Maar wat is er aan tedoen? Dan moet ge U ook maar in 't nieu­we weten te schikken ! »

«En de zonderr?» voer het hem opeensdoor 't hoofd, en hij herinnerde zich zijndronkenschap, het verdronken geld, en hoehij zijn vrouw sehold en sloeg, en dikwijlsde kerk verzuimde, den vasten niet hield,en aan alles wat de pope hem in de biechtverweet. «Zeker en vast, dar zijn zonden.Maar is her mijn schuld dar ik ze heb be­gaan? God heeft me toch zoo geschapen.WeI, dar her zonden zijn! Wat kan ik eraan doen?»

Zoo overpeinsde hi j war hem in dezennacht kon gebeuren, en nu hij zich over dezevraag in 't reine had gebracht, liet hij zijn

Page 104: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

VERHALEN 102

gedachten den vrijen loop en verdiepte zichin allerlei herinneringen die hem door 'thoofd schoten. Hij dacht aan Marfa's komstvan eergisteren, hoe de arbeiders gedronkenhadden, en gelachen toen hij weigerde Kneete doen, dan weer wijlden zijn gedachtenbij de huidige reis, Taras' huiskamer, en degesprekken over de verdeelingen, hij dachtaan Peter en aan den bruin die het onder hetdeken best warm had, aan zijn heer, die zichzoo onrustig om en om wierp dat de sleekraakte. << Ik geloof, de goede man is er ookniet blij om, dat hij doorgereden is, >>meende hij. << Van zoo'n aangenaam levenis het niet licht om scheiden; dat is juist hetverschil met het onze. >> En al deze gedach-ten en herinneringen begonnen zich in zijnhoofd te verwarren, te vervagen; hij sliep in.

Als Wassili Andreitsj bij het beklimmenvan 't paard de slee aan 't wankelen brachten den achterwand, waartegen hij leunde,hem een stoot gaf, ontwaakte hij en moestnu wel noodzakelijk, of hij wilde of niet,van houding veranderen. Moeizaam rekte

Page 105: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

103 VERHALEN

hij de beenen, schudde de sneeuw er af enstond op. Dadelijk doordrong hem een p1j-nigende kou van onder tot boven. Toen hijzag wat er aan de hand was, hield hij er aandat Wassili AndreItsj hem bet deken zou ge-yen. Het paard behoefde dit nu toch nietmeer, en hij kon er zich mee toedekken. Hijriep hem dat toe. Maar Wassili Andreitsjbleef niet staan en verdween meteen in desneeuw.

Alleen teruggebleven overlegde Nikitaeen oogenblik wat hij doen zou. Weggaanen naar onderdak zoeken, daar had hij dekracht niet meer toe. Op zijn oud plaatsjeliggen ging ook niet meer: dat lag al dikonder de sneeuw. En in de slee zou bet hemook niets warm zijn, omdat hij niets had omzich toe te dekken en verder zijn mantel enpels hem heelemaal geen warmte gaven. Hijhad het koud alsof hij in zijn hemd stond.Zoo bleef hij een tijdje staan en wikte enwoog wat hij zou doen; dan zuchtte hij plotsdiep en wierp zich, zonder bet zakkegoed afte nemen, in de slee op de plaats van zijn

Page 106: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

VERHALEN 104

heer.Hij kromde zich op den sleebodem tot een

bal ineen, maar 't gaf niets, op geen manierkon hij zich verwarmen. Zoo lag hij daareen vijf minuten, kiappertandend en bevendover zijn heele lichaam; dan ging stilaan beebeven over en hij verloor bet bewustzijn. Ofhij stierf of insliep, hij wist bet niet, maarhij voelde zich zoowel tot 't een als tot 'tander bereid. Heel vaag dacht hij <<Als 'tGod behaagt, dat ik nog eens levend op dezewereld ontwaak, gelijk vroeger als knecheverder leef, andermans paarden verzorg enandermans koren naar den molen rijd, enme nog eens bedrink om bet daarna af tezweren, en mijn loon aan mijn vrouw enthen kuiper laat uitbetalen en zoo wache enwacht tot mijn zoon volwassen is - zoo ge-scbiede zijn heilige wil. En als 't God be-haagt, dat ik in een andere wereid ontwaakwaar alles nieuw en gelukkig zal zijn, zoo-als in mijn kinderjaren de liefkoozingen vanmijn moeder, en de spelen, en bet schaat -

senrijden in den winter, en de weiden en de

Page 107: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

105 VERHALEN

wouden nieuw en gelukkig waren, en darer VOO! mij een ander, nieuw ontluikend le­ven begint - zoo geschiede zijn heiligewil, »

En Nikita verloor het bewustzijn.

8

Ondertusschen reed Wassili Andreitsjsteeds maar voort, in de richting waar hijom de een of andere reden het bosch en hetwachthuisje vermoedde. De sneeuw kleefdehem de oagen toe en de wind scheen hemte willen terughouden, maar hij spoorde on­ophoudelijk met voeten en teugels het paardaan, trok voortdurend den pels toe, en stakhem tusschen zijn lijf en het koude, gena­gelde rugkussen, dar hem bij 't zitten erghinderde. Gehoorzaam maar moeilijk stapteher paard verder, waarheen men het stuurde,

Zoo reed hij ongeveer vijf minuten, altijd,zooals hij meende, rechtuit, zonder iets an­ders te zien dan den kop van het paard ende witte woestenij, en zonder wat anders te

Page 108: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

VERHALEN 106

hooren dan bet fluiten van den wind rondde ooren van bet paard en rond zijn bontenkraag.

Plots vertoonde zich vóór hem iets zwarts.Het hart sloeg hem in de borst van vreugde,en hij reed op bet zwarte toe, waarin hijreeds gevels van boerenhuizen dacht te her-kennen. Maar bet zwarte bewoog aanhou-dend, wiegde van bier naar daar. Het wasgeen dorp, geen hofstede, alleen een grenswal, die met hooge struiken Sint-Janskruidwas begroeid, gierend en zwaaiend in denwind. Bij den aanblik van deze door denwind onbarmhartig mishandelde struikenkromp Wassili AndreItsj onwillekeurig in-een en spoorde zijn paard weer aan, zonderte bedenken dat hij, blj 't bemerken van betSint-Janskruid, heelemaal van richting vet-anderd was, en nu bet paard naar een heelandere zijde mende. Hij verkeerde nogsteeds in de meening dat hij in de richtingvan 't bosch doorreed. Maar bet paard wildeimmer naar rechts, en daarom moest hij betvoortdurend naar links trekken.

Page 109: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

107 VERHALEN

Weerom dook er jets zwarts voor hem op.Hij verheugde zich, overtuigd dat bet nuditmaal een dorp zou zijn, maar bet wasweer een wal met Sint-Janskruid. Weerzwiepten de struiken wanhopig overent-weer, en boezemden den eenzamen ruiter eenonverklaarbaren angst in. En niet alleen datbet juist hetzelfde Sint-Janskruid was, maarlangs den wal ging ook een paardespoorvoorbij, bijna verwaaid door den wind.Wassili AndreItsj hield aan, boog zich diepvoorover en keek scherp toe: bet was eenlicht met sneeuw bedekt spoor, en kon zekerniet van een ander paard komen dan vanzijn eigen. Hij was blijkbaar in een kringrondgereden, en dat op een kleine plek.<< Zoo ga ik ten onder,>> dacht hij, en omzich van vrees niet heelemaal te laten over -

mannen, dreef hij bet paard tot nog meerspoed, en staarde in den witten sneeuwnevel,waarin hij niets zag dan af en toe opflikkerende punten die dadelijk weer verdwenen.Een keer dacht hij hondengeblaf of bethuilen van wolven te hooren; maar deze ge-

Page 110: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

VERHALEN 108

luiden waren zoo zwak en onzeker, dat hijniet wist of hij ze werkelijk hoorde, of zezich maar inbeeldde. Hij hield bet paard inen luisterde oplettend.

Plotseling kionk niet ver van hem eenvreeselijk, oorverdoovend geschreeuw los,en alles sidderde en beefde onder hem. Wassili AndreItsj omvatte den hals van betpaard, maar ook dit beef de, en bet verschrik-kelijk geschreeuw werd nog luider. Enkeleseconden kon Wassili AndreItsj niet tot be-Vzinning komen, noch begrijpen wat er ge-beurd was. Er was niets anders gebeurd, dandat de bruin, of om zichzelf aan te moedi-gen, of om iemand ter huip te roepen, eenluid schallend hinniken had uitgestooten.

<<Voor den duivel, wat hebt ge me doenschrikken, verdomd beest!>> zei hij in zich-zelf.

Maar zelfs nu hij de ware oorzaak vanzijn angst begrepen had, kon hij er zich nietvan ontdoen.

<<1k moet tot mijzelf komen, mijn ver-

stand laten werken,>> sprak hij tot zichzelf,

Page 111: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

109 VERHALEN

maar bet lukte hem niet rustig te worden.Onophoudelijk dreef hij bet paard tot meerspoed, zonder te merken, dat hij weer metden wind in plaats van tegen den wind reed.Het koude ruggekussen verkilde zijn heeleiijf en hij begon bet koud te krijgen. Hetwachtbuisje was hem nu al heel en ganschuit den zin, en bet eenige ding wat hij nogwenschte was, naar de slee terug te keeren,om niet zoo eenzaam en alleen als dat Sint -

Janskruid, te midden van deze schrikkeiijkesneeuwwoestijn, te moeten ondergaan.

Opeens zonk bet paard onder hem weg;bet zat vast in een sneeuwkuil, sloeg met depooten en viel opzij. Wassili AndreItsjsprong er af. De loopriemen, waarop hijmet bet afstijgen gesteund had, vielen opzij,en bet ruggekussen schoof naar beneden.Zoodra Wassili AndreItsj op den grondstond, richtte bet paard zich op, rukte naarvoren, maakte een sprong, een tweede, binnikte luid en verdween met bet slierende de-ken voor de blikken van zijn beer en liethem alleen in de sneeuwmassa achter. Was-

Page 112: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

VEIWALEN 110

sili Andreitsj ijide bet na; maar de sneeuwlag zoo diep en zijn pelsen wogen zoo zwaar,dat hij niet meer dan een twintig schredenver kwam.

Buiten adem bleef hij staan.<< Het bosch, de schapen, de pacht, de win

kel, de herberg,> dacht hij, <<wat zal er vanalles terechtkomen? Wat gebeurt er dantoch met mij? Dat is toch niet mogelijk!>En door een eigenaardige gedachtenkoppe-ling herinnerde hij zich weer de struikenSint-Janskruid. die hij had gezien, gezweeptdoor den wind, en er voer zoo'n huiveringdoor zijn hoofd, dat hij aan de werkelijk-heid van dezen toestand niet meer geloovenkon. Hij dacht: << Is dan dit alles geendroorn?>> en wilde ontwaken; maar er wasgeen siaap waaruit hij kon ontwaken. Datwas werkelijk sneeuw, die hem in 't gezichtsloeg en hem bedekte, en dat was werkelijkeen eenzaamheid, waarin hij alleen rondwijide, gelijk die struiken, en een onvermij-delijken, spoedigen en onweerstaanbarendood afwachtte.

Page 113: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

111 VERHALEN

<<Koningin des Hemels, Heilige Niko-laas, wonderdoener ! >> riep hij uit, en dachtaan zijn gebed van gisteren, aan bet beili-genbeeld, aan bet paneel met bet zwartge-worden schilderij en in goud gevat, en aande kaarsen die hij verkocht om voor bet bei-ligenbeeld te branden, en die de koster hemdadelijk had teruggebracht. Ofschoon zereeds gebrand hadden, had hij ze in zijnkist teruggelegd. En nu begon hij tot den-zeif den Nikolaas, den wonderdoener, tebidden, dat hij hem zou redden en beloofdehem een dienst te laten wijden en kaarsente branden.

Maar tegelijk voelde hij duidelijk, dat ditheiligenbeeld, en de kaarsen en de pope ende gebeden daarrond, dat dit alles zeer ge-wichtig en in de kerk grootnoodig was, maarhem bier tocb niet helpen kon; en dat tusschen deze kaarsen en gebeden aan deneenen kant en zijn hopeloozen toestand aanden anderen kant, heelemaal geen verbandbestond, en ook niet bestaan kon.

<<1k mag den moed niet verliezen, >> zei hij

Page 114: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

VERHALEN 112

tot zichzelf. <<1k moet de sporen van betpaard volgen, anders verwaaien die ooknog. >> En hij zette zich weer in bewegirig.Maar aihoewel hij zoo zacht mogelijk wildegaan om bet lang vol te houden, liep hij tochvrij hard, viel ieder oogenblik, stond weerop, viel opnieuw. De paardensporen warenop de plaatsen waar de sneeuw niet hooglag, nauwelijks te herkennen.

<< Het is geloopen met mij,>> dacht Was-sili AndreItsj. << Nu ben ik dit spoor ooknog kwijt.>>

Maar op hetzelfde oogenblik zag hij vóórzich iets zwarts. Het was de bruin, en dieniet alleen, maar ook de slee met de dissels.De bruin met bet afhangende ruggekussen, de riemen en bet deken, stond niet meerop zijn vroegere plaats maar dichter bij dedissels nu. Hij schudde den kop, die doorde teugels, waarin hij zich verward had,naar beneden getrokken werd.

Het bleek flu, dat Wassili AndreItsj indezelfde diepte was terechtgekomen, waar -

in hij daar straks met Nikita was vast-

Page 115: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

113 V ER,TIALEN

geraakt, en dat het paard hem naar de sleehad teruggebracht. Het was nauwelijks vijf-tig passen van de slee dat Wassili Andreitsjvan 't paard was gesprongen.

6

Als Wassili Andreitsj zich tot aan de sleehad voortgesleept, hield hij zich aan haarrecht en bleef zoo langen tijd roerloos staan.Stilaan werd hij rustig en kwam weer opadem. Nikita lag niet meer op zijn vroegereplaats; maar in de slee lag een pak, dat reedsheelemaal met sneeuw bedekt was, en Wassili Andreitsj begreep dat het Nikita moestzijn.

Zijn angst had nu al meer en meer afge-laten, en als er nog iets was waarvoor hijvreesde, dan was het voor dat verschrikke-lijk angstgevoel, dat hem bezield had toenhij alleen in dien sneeuwkuil was achterge-bleven. Om geen prijs mocht die angst hemweer overvallen en opdat dit niet gebeuren

gzou moest hij het laten steeds aan zichzelf

Page 116: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

VERHALEN 114

te denken, maar hij moest zich met iets an-ders bezighouden, of ook al iets doen. Enzoo stelde hij zich met den rug tegen denwind en haakte zijn pels los. Daarna schud -

de hij de sneeuw uit laarzen en handschoe-nen. Hij bond opnieuw zijn gordel om, vasten laag, zooals hij het gewoon was wanneerhij op de waag het koren van de boerenBing koopen. Dit scheen hem nu ook voorzijn bezigheden noodzakelijk.

Het eerste wat hij deed was het paard uitzijn teugels bevrijden. Hij trok de riemenonder de hoeven weg, bond het beest weeraan den ijzeren haak voor aan de slee, enliep nu om het paard been, om het ruggekus-sen en het deken weer in orde te brengen.Maar op dit oogenblik zag hij, dat in deslee iets bewoog en Nikita's hoofd zich bo-ven het sneeuwdek verhief. Het ging blijk-baar den knecht slechts met moeite af, zichop te richten en rechtop te blijven. Hijmaakte met de hand wonderlijke bewegin-gen voor zijn neus, juist alsof hij vliegenWilde wegjagen, en zei iets. Wassili Andre-

Page 117: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

115 VERHALEN

itsj meende, hij riep hem bij zich.Wassili Andreitsj liet het deken zooals

het was, zonder het recht te leggen, en stap-te naar de slee.

<< Wat is er ? >> vroeg hij. << Wat zegt ge? >><< Ik... ik... st... sterf, nu... komt het, >>

bracht Nikita moeilijk uit. <<Mijn loon...geef het aan den jongen... of aan mijnvrouw... it is al hetzelf de. >>

<<Wat hebt ge dan? Zijt ge bevrozen ? >>vroeg Wassili Andreitsj.

<< Ik voel het... de dood komt... Vergeefme... als ik u heb kwaad gedaan... om Chris-tus' wil, >> zei Nikita met een weenende stemen hij sloeg voortdurend met de handenvoor zijn gezicht, alsof hij vliegen wildewegjagen.

Wassili Andreitsj stond ongeveer eenhalven minuut in zwijgen voor de slee; danmaakte hij plots, met dezelfde beslistheid,waarmee bij bij een voordeeligen koop denhandslag gaf, een stap terug, stroopte demouwen op en begon met beide handen desneeuw van Nikita en uit de slee weg te

Page 118: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

VERHALEN 116

schrapen. Daarna maakte Wassili AndreItsjhaastig zijn gordel los, sloeg den pels, open,drukte Nikita plat neer en ging boven ophem liggen, zoodat hij hem niet alleen metzijn pels, maar ook met zijn warm, verhitlichaam bedekte.

Met de handen stopte Wassili AndreItsjde kanten van zijn pels tusschen het hout enNikita vast, met de knieën hield hij denzoom neer; zoo lag hij daar op den buiken leunde bet hoofd tegen den voor-kant van de slee. Hij hoorde nu noch paard,noch storm, en luisterde alleen maar op Nikita's ademen. Nikita lag in den beginnelangen tijd zonder bewegen; dan zuchtte hijdiep en roerde zich; hij begon blijkbaarwarm te worden.

<<Ziet ge flu wel! En dat spreekt van ster -

yen! Blijf stil liggen en warm u! Zoo han -

delen wij nu... >> begon Wassili AndreItsj.Maar verder vermocht hij, tot zijn groote

verwondering, niet te spreken, wiji hem tra-nen in de oogen kwamen en zijn onderkaakheftig begon te trillen. Hij hield op met

Page 119: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

117 VERHALEN

spreken, en slikte den krop in zijn keel naarbeneden.

<<Dat heeft me nogal eens gepakt, ik bener beelemaal van zwak geworden,>> dacht hijvoor zich. Maar deze zwakte verontrusttehem niet; integendeel, zij riep in hem eenbizondere, nooit gekende vreugde op.

<< Zoo handelen wij nu! >> zei hij tot zich-zelf en ondervond daarbij een eigenaardige,plechtige ontroering. Zoo lag hij daar tamelijk lang zwijgend, wischte zich de oogenmet bet bont van zijn mouw, en stopte denrechter tip van zijn pels, then de wind im-mer omsloeg, onder zijn knie vast.

Maar intusschen voelde hij een brandendverlangen over zijn heuglijke stemming tepraten.

<<Nikita !>> riep hij.<<Mij is 't goed, warm, >> kionk bet van

beneden als antwoord.<< Zoo gaat bet best, broeder ! 1k was bij-

na verloren. Gij zoudt bevrozen zijn, en ikZOU900 >>

Maar bier begonnen zijn kaken weer te

Page 120: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

VERHALEN 118

trillen, en zijn oogen vulden zich weer mettranen, en hij kon niet meer verder spreken.

« Nu, dat doet er niet toe, >> dacht hij. <<1kweet, wat ik weet. >> En hij zweeg.

Af en toe zag hij nog eens naar het paarden bemerkte, dat nu de heele rug bloot wasen dat het deken en de riemen tot op desneeuw waren afgezakt; hij moest beslist op-staan en het paard toedekken; maar hij koner niet toe komen, Nikita ook maar om eenoogenblik te verlaten en de heuglijke stem-ming, waarin hij zich beyond, te verstoren.Angstig was hij nu heelemaal niet meer.

Hij had het warm, van onder door Niki-ta, van boven door zijn pels. Alleen de ban-den, waarmee hij den pels rond Nikita vast-hield, en de voeten, waarvan de wind steedsden gels afwoei, begonnen hem te verstij-ven. Maar daar dacht hij niet aan; hij be-dacht alleen hoe hij zijn knecht zou kun-nen warmen.

« Geen nood; dat speel ik wel klaar !zei hij bij zichzelf met diezelfde grootspraak,waarmee hij zijn in- en aankoopen placht te

Page 121: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

119 VERHALEN

bespreken.Zoo lag Wassili Andreitsj lang, zeer lang.Eerst was hij nog onder den invloed van

de gebeurtenissen van daarstraks en wat hijnog in zijn oogen had: den sneeuwstorm, dedisselstangen, het paard met het kromhout;en hij dacht aan Nikita die onder hem lag.Dan vermengden zich zijn gedachten metherinneringen aan het feest van gisteren,zijn vrouw, den landkommissaris, de kist metkaarsen, en weer Nikita, die nu onder diekist lag. Dan zag hij de boeren v ®or zich diekochten en verkochten, en Witte huismurenen huizen met stalen daken; en onder diehuizen lag weer Nikita. Dan verwarde zichalles ondereen, het een ging in 't ander over,en zooals alle kleuren van den regenboog inmekaar overgaan en dan tenslotte in eenwit licht versmelten, zoo vloeiden ook al dieverschillende indrukken tot een groot nietssamen, en hij sliep in. Langen ti j d sliep hijzonder to droomen, maar tegen den morgenkwam het weer over hem.

Het was, als stond hij bij de kaarsenkist,

Page 122: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

VERHALEN 120

en de vrouw van den boer Tichon vroeghem voor den feestdag een kaars van vijfkopeken; hij wil de kaars er uit nemen enaan haar geven, maar met geen mogelijk-heid kan hij zijn handen opheffen, ze zijnals in zijn zakken vastgegroeid. Hij wil omde kist heenloopen; maar zijn beenen bewe-gen niet, en de nieuwe glimmende gum-mischoenen zijn als aan den grond genageld,hij kan ze niet optillen, en er zijn voetenuittrekken kan hij ook niet. En opeens is dekaarsenkist geen kist niet meer, maar weleen bed, en Wassili AndreItsj ziet zich opden buik op de kaarsenkist liggen, dus opzijn bed en thuis. En zoo ligt hij daar opzijn bed en kan niet opstaan, en toch moethij dadelijk opstaan, want Ivan Matveitsjkomt hem afhalen, en dan moet hij met hemmeegaan, ofwel om het bosch te koopen, of -

wel om den buikriem van bet paard in ordete brengen. En hij vraagt aan zijn vrouw:<< NO Is hij er nog niet? >> - << Neen,>> ant-woordt zij, << hij is er nog niet. >> En hijhoort dat er een wagen kornt aangereden.

Page 123: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

121 VERHALEN

<<Dat zal hij zijn.> - <<Neen, ze nj denvoorbij.>> - <<Mikolavna, zeg, Mikolavna,komt hij nog altijd niet? >> - <<Neen.>> Enhij ligt op zijn bed en kan niet opstaan. En,toch wacht hij en dit wachten is angstig enaangenaam tegelijk.

Dan komt plots een groote vreugde overhem: de verwachte komt, en nu is bet beelemaal niet de landkommissaris Ivan Mat-veItsj meer, maar iemand anders, en toch de-zelfde then hij heeft verwacht. Hij staat bijhem en roept zijn naam, en wie hem daarflu aanroept, dat is juist dezelfde die hemstraks bevolen heeft om Nikita te verwar-

men. En Wassili Andreitsj verheugt zichdat deze Iemand gekomen is en hem zal af-halen. <<1k kom!>> roept hij verheugd. Endeze uitroep wekt hem.

Hij wordt wakker; maar flu hij ontwaaktis, is hij niet meer dezelfde als toen hij in-sliep. Hij wil opstaan en kan bet niet. Hijwil bet hoofd omdraaien, hij is er niet meerin staat toe. Hij verwondert zich, maar be-b

droefd is hij niet. Hij begnijpt dat dit de dood

Page 124: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

VERHALEN 122

is; maar ook hierover voelt hij zich niet in't minst verontrust. Hij herinnert zich Niki-ta, die onder hem ligt en warm geworden isen leeft, en bet komt hem voor, als was hij-zeif Nikita en Nikita hem, als stak zijn le-yen niet in hem maar wel in Nikita. Hij luis-tert aandachtig en hoort Nikita's adem, ookzelfs een zacht snurken. << Nikita leeft; weldan leef ik ook, >> zegt hij triomfantelijk totzichzelf. En een heel nieuwe ontroering,zooals hij in zijn heel leven nog niet gekend heeft, komt over hem.

Hij herinnert zich zijn geld, zijn winkel,zijn huis, zijn handel en Mironov's millioe-nen en hij vermag niet meer te begrijpen,waarom de mensch, die Wassili Andreitsjheette, zich met dat alles heeft beziggehou-den. <<Wel, hij heeft heelemaal niet gewe-ten waar bet eigenlijk op aankomt,>> dachthij over dezen Wassili Andreitsj. <<1k hebhet niet geweten; maar flu weet ik bet. Nuweet ik bet zeer juist; n u w e e t i k h e t.>>En weerom hoort hij hoe hij geroepenwordt van hem die daarjuist ook al riep.

Page 125: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

123 VERHALEN

<<1k kom, ik kom ! » antwoordt verheugdzijn gansche ik. En hij voelt dat hij vrij is,en dat niets hem nog weerhoudt.

En Wassili Andreltsj zag en hoorde envoelde niets meer in deze wereld.

Rondom beukte nog immer even hard desneeuwstorm. Onveranderlijk warrelde desneeuw, bedekte den pels van den doodenWassili Andreitsj, en het sidderende paard,bedekte de slee en den verwarmden knechtNikita, die diep onder in de slee onder zijndooden beer lag.

m

Voor het aanbreken van den dag ont-waakte Nikita. Hij werd gewekt van de koudie hem weer in den rug begon door tedringen. Hij had gedroomd, dat hij voorzijn beer een voer meel van den molen moestrijden. Bij Ljapino over de brug bleef hijopeens met het voer steken. En nu zag hijzichzelf in z'n droom, hoe hij onder den wa-gen kroop, en hem probeerde op te heffen

Page 126: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

VERHALEN 124

met zijn rug. Maar wonderlijk! De wagenbeweegt zich niet en kleeft vast aan zijnrug, en hij kan den wagen niet opheffen,noch er weer onderuit kruipen. Zijn heelerug wordt geplet. En daarbij, de vracht iszoo koud. Hij moet er kost wat kost onderuitkruipen. << Nu 't is wel !>> zegt hij totiemand van hen die hem bet voer, op den rugperst. <<Laad de zakken af!>> Maar de wa-gen wordt immer kouder en kouder en drukthem steeds zwaarder, en plots boort hijeen eigenaardig gekiop. Daarvan wordt hijheelemaal wakker en berinnert zicb al betgebeurde. De koude wagen, dat was zijn be-vrozen, doode beer, die over hem been lag.En die daar kiopte, dat was de bruin ge-weest, die tweemaal met de boeven tegende slee had geslagen.

<<Andreitsj, he, AndreItsj!> roept Nikitadie de waarheid al vermoedt, voorzichtigzijn beer aan en kromt zijn rug om omboogte komen. Maar Wassili AndreItsj geeftgeen antwoord, en zijn buik en beenen zijnstijf en koud, en zwaar als lood.

Page 127: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

125 VERJTIALEN

<< Hij moet wel dood zijn. God geve hemde eeuwige zaligheid!>> denkt Nikita.

Hij draait bet hoofd een paar maal om,graaft met de band doorheen de sneeuw bo-yen hem en slaat de oogen op. Het is allicht. Nog altijd pijpt de wind tegen de dis-seistangen en de sneeuw valt nog altijd evendicht, alleen slaat de sneeuw niet meer alszweepslagen tegen de slee, maar zij bedektflu stil en zonder geluid slee en paard alhooger en hooger. Van bet pagd is niets tehooren. <<Dat moet ook wel bevrozen zijn, >>denkt Nikita. En werkelijk waren die hoef-slagen tegen de slee, die Nikita hadden ore-

wekt, de laatste pogingen vóór den dood ge-weest, waardoor bet verstijfde beest zichop de been had willen houden.

<x Mijn God, hemelsche Vader, flu zult gemij ook wel roepen,>> zegt Nikita tot zichzeif. <<Uw heilige wil geschiede. Maar ikheb angst. Nu, tweemaal hoef ik niet te ster-yen, en eenmaal sterven is onvermijdelijk,daaraan is niet te ontkomen. Als 't nu maargauw gedaan was... >> Hij steekt zijn hand

Page 128: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

VERBALEN 126

weer onder de sneeuw, sluit de oogen enverliest het bewustzijn, vast overtuigd, dathij nu zeker sterven zal.

Het was al middag als er boeren metschuppen Wassili Andreitsj en Nikita uit-groeven, een tachtig pas van den weg of eneen halve werst van 't dorp verwijderd.

De sneeuw lag hooger dan de sleet maarde dissels met het doek er aan waren nogzichtbaar geweest. De bruin stood tot aanden buik in de sneeuw; de riemen en het de-ken waren hem van den rug afgegleden.Het dier was over 't heele lijf wit bevrozen;den dooden kop hield het tegen de Borst ge-drukt. De neusgaten zaten vol ijs, de oogenwaren berijpt en als tranen hingen er ijske-gels aan. Het paard was van dezen enkelennacht zoo afgemagerd, dat er van hem al-leen huid en beenderen overschoten. Was-sili Andreitj's lichaam was star geworden alsvan een geslacht, bevrozen varken, en in de-zelfde houding, zooals hij op Nikita gele-gen had, languit en met gespreide beenen

Page 129: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

127 VERHALEN

wend hij van dezen of gewenteld. Zijn starrehaviksoogen waren bevrozen en de openmond onder den snorrebaard zat vol sneeuw..Nikita daarentegen, alhoewel stijf en ver-stard, leef de nog. Toen men hem wekte, washij er van overtuigd, reeds gestorven to zi j nen meende dat alles wat hem nu overkwam,niet meer in deze maar wel in de andere we-reld gebeurde. Maar toen hij het geschreeuwder boeren hoorde, die hem uitgroeven enhem van den dooden Wassili Andreitsj be-vrijdden, verwonderde het hem in den be-ginne, dat in die andere wereld de boeren.juist zoo schreeuwden als op aarde; toen hijdan echter begreep, dat hij zich nog hier opaarde beyond, was hij er eerder bedroefdom dan wel verheugd, vooral toen hij be-merkte, dat hem aan beide voeten de teenen.bevrozen waren.

Twee maand lang lag Nikita in 't gast-huis. Drie teenen werden afgezet; de ande-re genazen, zoodat hij werken kon. Hijleefde nog twintig jaar, eerst als knecht, danin de oude dagen als nachtwacht.

Page 130: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

VERHALEN 128

Eerst dit jaar is hij gestorven, thugs bijzich, zooals hij het altijd had gewenscht, on-.der de heiligenbeelden en met een waskaarsin de hand. voor zijn dood vroeg hij zijnvrouw om vergif f enis, en vergaf haar ookden kuiper, nam afscheid van zijn zoon en.zijn kleinkinderen en stierf, werkeli j k bli),door zijn dood zoon en schoondochter vanden last van een broodeter to bevrijden, entevreden dat hij nu waarli j k uit dit levendat hem tegenstond, in een ander, nieuw le-ven zou overgaan, dat hem van jaar tot jaaren van uur tot uur, aanlokkeli j ker en meerverstaanbaar geworden was.

Of het hem daar, waar hij na dezen doodontwaakte, beter of slechterg aat, of hij zichin zijn verwachtingen bedrogen heeft, ofgevonden wat hij verwachtte wij alien.zullen het spoedig weten.

Page 131: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

WAARVAN DE M.ENSCHENLEVEN

Page 132: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,
Page 133: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

Wij weten, dat we uit den dood in het le-yen zijn gekomen, want wij beminnen onzebroeders. Wie zijn broeder niet lie f hee f t, blijfttin den dood. (I. Joh. III, 14.)

Zoo wie nu het goed der wereld heeft,t, enziet zijnen broeder derven, en sluit zijn hartvoor hem, hoe blijft de liefdede Gods in hem?

(— III, 17.)Mijne kinderke.r .! laat ons beminnen, niet

met woorden en met de tong, maar metter-daccd en in waarheid. (— III, 18.)

De lie f de komt van God; eeniegelijk dielie f hee f t, is uit God geboren en kent God.

(- IV, 7.)Wie niet lief hee f t, kent God niet; want

God is de liefde. (— IV, 8.)Niemand heeftt God ooit aanschouwd. Maar

zoo wij elkander beminnen, blijftt God in ons.(- IV, 12.)

God is liefde, en wie in liefde blijft,t, dieblijftt in God, en God in hem. (— IV, 16.)

Zoo iemand .rpreekt : Ik bemin God, en hijhaat zijnen broeder, zoo is hij een leugenaar.Want wie zijnen broeder niet bemint, dienhij ziet —, hoe zou hij flan God beminncn,then hij niet ziet? (— N, 20.)

Page 134: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

VERHALEN 132

I

Een schoenmaker woonde met vrouw enkinderen bij een boer in de huur. Hij bezathuis noch land dat hij kon bebouwen, enonderhield zijn familie alleen door zijnschoenmakersarbeid. Het brood was duuren het werk gering: alles wat hij verdiendewas ook dadelijk weer verbruikt. De schoenmaker en zijn vrouw hadden voor hun bei-den maar een pelsmantel, en deze was allangniet meer in goeden staat en hing flu half inlompen. Het was al het tweede jaar dat zeschapevachten moesten koopen voor eennieuwen mantel.

In den herfst hadden zij wat geld opzijgelegd: in den huiskoffer van de vrouw La-gen er drie roebel en van de boeren uit 'tdorp had hij nog vijf roebel vijf en twintigkopeken te goed.

Op een vroegen morgen alzoo maakte deschoenmaker zich klaar om in 't dorp deschapevachten te gaan koopen. Hij trok bo-yen zijn hernd het gewatteerde katoenen jak

Page 135: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

133 VERHALEN

van zijn vrouw aan, daarover zijn lakenschenkaftan. De drie roebel stak hij in den zak,sneed zich een stok om gemakkelijker tegaan, en na zijn ontbijv begaf hij zich opweg. Hij overlegde: <<Bij de boeren ga ikde vijf roebel ophalen en met mijn drie roe-bel zal dat wel genoeg zijn voor schape-vachten.>>

De schoenmaker kwam in 't dorp en gingbij een boer aankloppen; maar deze was nietthuis en zijn vrouw beloofde bet geld in denloop der week te zullen brengen; maar geldgaf ze niet. De tweede schuldenaar, then hijopzocht, zwoer bij hoog en laag, dat hij geencent in huis had, en hij betaalde hem maaralleen twintig kopeken voor een paar gelap-te schoenen. Nu wilde de schoenmaker deschapevachten borgen. Maar de looier wildeer niets van weten.

<<Als ge geld meebrengt, moogt ge dewaar naar beliefte uitkiezen. Maar ik we etzeif best hoe moeilijk bet is, schulden be-taald te krijgen.>>

Zoo kon de schoenmaker niets uitrichten;

Page 136: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

VERHALEN 134

hij had alleen twintig kopeken ontvangenen van een boer had hij een paar oude, vii-ten laarzen meegekregen om te lappen.

De schoenmaker voelde zich zoo terneer -

geslagen; voor de twintig kopeken dronkhij een borrel en ging zonder vachten naarhuis. 's Morgens was de gang naar 't dorpguur en koud geweest, maar flu met denbrandewijn voelde hij zich, ook zonder man-tel van schapevel, verwarmd.

De schoenmaker gaat zijns weegs, slaatmet z'ri stok op de ijsgekorste steenen langsden weg, in de andere hand zwaait hij delaarzen en hij spreekt in zichzelf:

<<Ook zonder pelsmantel heb ik hetwarm. Het glaasje dat ik gedronken heb,vuurt me door alle leden. Waarom zou ikeen pels behoeven? Zoo een mensch ben iknu. Mijn tobberij ben ik al vergeten. Nu, enwa.t heb ik dan wel noodig? Zonder pelskan ik even zoo goed leveri... Ook zonderpels zal ik mijn eindje vinden. ja, m'n vrouwzal kwaad zijn. Het is toch ook wel schan-dalig: ik moet me voor den boer afbeulen en

Page 137: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

135 VERJ-IALEN

altijd wordt de betaling uitgesteld. Wachtmaar! als hij me 't geld niet brengt, neemik hem z'n bontmuts, bij God, ik doe bet.Wat moet dat anders worden? Of wilt geme soms de beele schuld met twintig-kope-kenstukken aflossen? Wat kan men nu mettwintig kopeken beginnen: verdrinken, datis al. - Gij spreekt van uw nood. Lijd ikdan geen nood? Gij hebt nog uw huis enuw vee en een heel huisbouden; en ik bezitniets dan wat ik aan mijn lijf heb. Gij hebtuw eigen brood, ik moet bet betalen. Komik thuis

'

dan is bet: al bet brood is op, enik moet in m'n zak gaan en anderhalven roe-bel uitgeven. Nu kunt ge zeif zien, wie erbier geld noodig heeft.>>

De schoenmaker kwam aan den draai vanden weg. Daar stond een kapel en achter dekapel zag hij iets wits schemeren. Het wasal aan 't donkeren; de schoenmaker keekwat hij kon, maar kon toch niet uitmakenwat bet was. <<Daar had vroeger toch geensteen gelegen... Of is 't soms een koe? Neen,als een koe ziet bet er toch niet uit. Eerder is

Page 138: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

VERHALEN 136

't nog een mensch, maar waarom zoo wit?...En wat zou iemand bier op 't oogenblikkunnen doen?x Hij kwam naderbij en konnu duidelijk zien. 0 wonder: daar zat eenmensch, naakt, dood of levend, zat daar on-beweeglijk op den grond en leunde tegenden muur van de kapel. De schoenmakerverscbrok en meende: <<Zeker is bieriemand vermoord en uitgepiunderd. Hetlijk beeft men achtergelaten. Als ik me ermee bemoei zit ik er dadelijk tusschen.>>

De schoenmaker ging voorbij langs denanderen kant om bet lijk niet te zien. Maartoen hij een eind verder geloopen was zaghij eens om : de mensch ligt daar. En nu zaghij dat hij niet dood was, maar bewoogen hem nakeek. Hij voelde zich nog meerbeangst en zegde tot zicbzelf : <<Zal ik omkeeren of maar doorloopen? Als ik bij hemkom is 't kans dat hij me nog jets aandoet.God weet, wat dat voor een vent is. Het zalwel niet voor niets zijn dat hij daar zoo ligt.Als ik in zijn nabijheid kom, kan hij op-springen en me verwurgen; en dan hg ik

Page 139: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

137 VERHALEN

daar. En als hij me nu niets doet, wat dan?Wat moet ik met een naakten man begin­nen? Ik kan me toch zoowaar niet de eenig­sre kleeren van 't lijf rukken en ze hem ge­ven? Goddank, als ik maar weI thuis kom! »

De schoenmaker verhaastte zijn stappen.,Maar toen hij de kapel uit her zicht had ver­loren, kreeg hij wroeging.

Hij bleef staan en zegde :« Wat doer ge nu, Simon? Er gaat hier

een mensch ten onder en gij zijt zoo laf darge hem laat liggen. Of zijt ge plotseling zoorijk geworden dar ge bang zijt beroofd teworden? Neen, Simon, dar is nier recht ge­daan ! »

2

Simon keerde zich om. Hij ging op denmensch toe en zag hem aan : her was eenkrachtige jongeman, niet gewond, maar welbevrozen en bevreesd; hij zar nogaltijd 0p'den grond, regen den muur geleund, en keekSimon niet eens aan, alsof hi j te zwak was

Page 140: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

VERHALEN 138

m de oogen op te slaan. Eerst toen Simonviak bij hem stond, draaide hij zijn hoofdnaar hem om, opende de oogen en keek hemaan. Door dezen enkelen blik werd Simonden mensch welgezind. Hij wierp de viltenlaarzen op den grond, gespte zijn gordel los,legde hem over de laarzen en trok zijn kaf -

tan uit.<<We zullen er geen woorden aan vuil

maken,>> zegde hij. << Trek den kaftan viugaan, kom!>>

Simon nam den man onder de oksels enhielp hem opstaan. De man stond recht. Si-mon zag een zuiver, gaaf lichaam; handenen voeten welgevormd en zijn gezicht stondvriendelijk en vroom. Simon wierp hem denkaftan over de schouders, maar de armenkonden maar niet in de mouwen komen. Si-mon moest een hand helpen, dan wikkeldehij den kaftan goed vast rond zijn lijf enbond hem zijn gordel rond het middel.

Simon pakte ook naar zijn oude muts, omze den naakte op te zetten, maar de koudesloeg hem tegen de slapen en hij overlegde:

Page 141: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

139 VERHALEN

<<1k ben heelemaal kaal en hij heeft lang,weelderig haar.>> Dus zette hij zijn mutsweer op. <<Beter was bet, hem de vilten laarzen aan te trekken. >> Hij liet hem neerzittenen deed hem de laarzen aan.

Toen de schoenmaker den man zoo hadverzorgd, zei hij

<< ja, zoo gaat bet, broertie. Nu moet genog rnaar beweging nemen om warm teworden. Ge kunt toch wel gaan?>>

De man stond recht, blikte Simon vrien-delijk aan, doch geen woord kwam over zijnlippen.

<<Waarom zegt ge niets? We kunnen hiertoch niet blijven overwinteren. We moetennaar huis. Als ge u zwak voelt, bier hebt geeen stok om op te leunen. Vooruit nu 1.

De man liep. En hij ging licht en bleefbij Simon niet achter.

Onderweegs vroeg Simon hem:<<Waar boort ge wel thuis?>><<1k ben niet van deze streek.>><< Hoe zijt ge eigenlijk achter die kapel

terechtgekomen?>>

Page 142: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

VERHALEN 140

<<Dat mag ik niet zeggen.><e De menschen hebben u wel booze din-

gen gedaan?<< Niemand heeft me leed gedaan. God

heeft me gestraft.><< Ongetwijfeld : alles komt van God.

Maar ge zult toch moeten zien dat ge ergensonderdak vindt. Waar wilt ge wel heen?>>

<<Dat is me juist gelijk. >>Simon verwonderde zich. De mensch ziet

er niet uit als een deugniet; zijn woordenzijn vriendelijk en klinken zacht, en tochwil hij niets van zichzelf vertellen. Simondacht <<Wat er al niet op deze wereld voor -

valt.>> En hij zei tot den vreemdeling:<<Kom met mij mee in huis, dan kunt ge

u tenminste wat warmen.>>Ze gingen voort en de vreemdeling hield

gelijken tred met Simon. De wind was op-gestoken; hij drong Simon doorheen z'nhemd, de brandewijn had uitgewerkt en devorst beet nijdig toe. Hij ademde ruchtigdoor den neus, hield bet jak van voren bij-een en bedacht:

Page 143: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

141 VERHALEN

<<Daar ben ik nu met mijn schapevach-ten ! Om den pelsmantel ben ik van huis ge-gaan, zonder kaftan kom ik terug en op denkoop toe breng ik nog een naakten manmee. Matrjona zal ook niet erg gestemd zijnom te lachen.>> Als zijn vrouw hem in denzin komt wordt het Simon treurig temoede.Maar wanneer hij dan den vreemdeling aan-ziet en er aan denkt, hoe deze hem achter dekapel aankeek, wordt zijn hart verblijd.

3

Simon's vrouw was dezen avond vroegerdan gewoonlijk klaar gekomen. Ze had houtgehakt, bij den put water gehaald, en zij ende kinderen hadden bet avondeten at geno-men. Nu was ze in beraad wanneer ze betdeeg zou maken voor bet brood, vandaag ofmorgen? Er was nog één stuk brood over.

<<Als Simon nu in bet dorp at heeft ge-middagmaald,>> dacht zij, << en dan niet veelavondeten vraagt, zal bet brood nog wet totmorgen reiken.>>

Page 144: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

VERI-JALEN 142

Matrjona keert en Wendt de homp brooden denkt : <<1k zal het deeg morgen maken.We moeten toch een beetje inkrimpen. Hetmeel gaat nog maar voor een keer en totVrijdag moeten we er mee toekomen. »

Matrjona legde het brood weg en Bingaan de tafel zitten met een hemd van haarman, dat ze te vermaken had. En terwijl zemet haar arbeid bezig is, moet ze gedurigbedenken, hoe haar man er nu voor de vel-len op uit is.

« Als de looier hem maar niet bedriegt !Mijn man is veel te goed van vertrouwen.Hijzelf zal niemand iets te kort doen, maarhet kleinste kind kan hem bij den neus ne-men. En acht roebel is zoo maar geen klei-nigheid. Voor dat geld hebt ge al een bestenbontmantel. Daarom nog geen gelooide hui-den, maar een goede pelsmantel wordt hettoch. Hoe slecht verging het ons niet verle-den winter zonder mantel. Ik kon niet eensHaar de Beek om te spoelen. En als hij uit-ging, trok hij al het warme goed aan, envoor mij bleef er niets over. — Hij is al zoo

Page 145: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

143 V ERHALEN

vroeg weg vandaag. 't Is weer dan ti j d dathij thuiskomt. Of zou hij weer ergens aan_'t borrelen zijn ? >>

Nauwelijks had ze dat gedacht, als de tre--den aan de voordeur kraakten en iemandbinnenkwam. Matrjona stak de naald in hetwerk vast en Bing kijken in 't voorhuis. Zezag, dat ze met z'n tweeen waren : haar manen een onbekende met vilten laarzen en zon-der muts.

Matrjona bemerkte al dadelijk de bran-dewijnlucht die met haar man in huis kwam:<< Ik heb het wel geweten, hij komt werke-lijk uit de kroeg, > dacht ze. En als ze zagd .at hij zonder kaftan was en daar alleen inhaar jak stond, met leege handen, en dat hijgeen enkel woord zei, maar verlegen naar -

den grond keek, stond haar hart stil. Zedacht: << Het geld heeft hij verdronken meteen schavuit, en Bien heeft hij ook nog mee-gebracht. >>

Matrjona liet beiden in de kamer komenen volgde hen. Ze keek den vreemde aan enbemerkte dat het een jonge, ri j zige man was,,

Page 146: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

VERHALEN 144

en dat hij den kaftan van haar man aanhad.Onder den kaftan was er geen hemd te zienen een muts had hij ook niet. Hij bleef inde kamer onbeweeglijk vóór den drempelstaan en sloeg z'n oogen naar den grond.Matrjona meende: << Het kan geen bravemensch zijn, hij is zoo schuw.>>

Zij trok een dwars gezicht, ging bij denoven staan, en wachtte wat er wel ging ge-beuren.

Simon nam z'n muts af, zette zich op debank alsof alles in orde was.

<< Nu. Matrjona, geef ons bet avondeten.>>Matrjona bromde wat langs den neus en

verroerde niet van bij den oven. Dan keekze den eenen na den anderen aan en schuddebet boofd. Simon zag heel wel dat z'n vrouwslechtgezind was, maar hij deed of hij erniets van merkte. Hij nam den vreemdelingbij de band en zegde : <<Zet u, broeder, Iaatons iets eten.>>

De vreemdeling zette zich op de bankneer.

<<Hebt ge dan heelemaal, niets klaarge-

Page 147: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

145 VERHALEN

maakt? >>Matrjona kookte.<< Er is wel eten, >> zei ze, << maar niet voor

u. Zooals ik zie hebt ge uw verstand ver-dronken. Ge gaat uit voor schapevachten :zonder kaftan komt ge terug, en een naak-ten vagebond brengt ge mee. Ik heb geeneten voor dronkaards. >>

<< Houd op, Matrjona, raas niet zoo! Vraagliever eerst wie de man is... >>

Zeg op, waar zijt ge met het geld ge-bleven? >>

Simon haalde uit den kaftan het brief j evan drie roebel en vouwde het glad op detafel.

<< Hier is het geld : Trofimow heeft nietbetaald, maar hij zou morgen komen. >>

Matrjona geraakte buiten zichzelf vanwoede : schapevachten heeft hij niet ge-kocht, maar zijn eenigsten kaftan heeft hijaan een naakten man gegeven. En lienbrengt hij mee.

Ze graaide het briefje van de tafel, stakhet weg in haar naaidoos en zei.: << Ik heb

Page 148: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

VERHALEN 146

geen avondeten. 1k kan toch niet aan iede-ren mogelijken dronkelap den kost geven.>>

<<Och, Matrjona, houd toch uw tong inbedwang en luister naar wat men u zegt.>>

<< Van een bedronken dwaas zal ik veelverstandigs hooren. 't Was niet voor nietsdat ik met u niet wilde trouwen, zoo'ndronkaard. Het linnengoed dat ik van moe-der zaliger meekreeg heeft hij verdronken;nu naar 't dorp voor schapevellen, allesheeft hij verdronken.>>

Simon wilde zijn vrouw aan 't verstandbrengen, dat hij maar twintig kopeken hadopgedaan, zeggen hoe hij den menschheeft aangetroffen, maar Matrjona liet hemniet aan 't woord komen en sprak zooveelen zoo rad, dat het scheen of ze twee woor -

den ineens uitsprak. Zelfs dingen, tien jaargeleden, wierp zij hem voor de voeten.

Ze raasde maar door, en eindelijk sprongze op en trok aan zijn mouw.

<<Geef me mijn jak terug; bet eenigstewat ik beb, en hij heeft bet me ook afgeno-men. Geef bier, gij hondsvod, dat de dui-

Page 149: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

147 J/ERHALEN

vel u hale ! >>Simon trok het jak uit, maar de mouw

keerde binnenstebuiten. Matrjona hield aanen trok aan de andere mouw dat de nadenbarstten. Ze rukte het jak los, wierp het over't hoofd en greep de klink van de deur. Zewilde wel wegloopen, maar ze stond in twi jf el : ze was erg opgewonden en wou Naarboosheid luchten; maar ze wou ook welgraag to weten komen, wat voor iemand dievreemdeling was.

4

Matrjona bleef voor de deur staan en.zegde : << Als hij een goed mensch was, zouhij zoo naakt niet rondloopen; hij heeft nieteens een hemd aan z'n li j f ! Als ge rechtuitwaart, zoudt ge me wel zeggen, hoe ge hemhebt ontmoet. >>

<< Dat is het juist, wat ik u wil vertellen,Matrjona. Zooals ik daar voorbij de kapelga, zit hij daar op den grond, heelemaalnaakt en hij schijnt bevrozen. 't Is toch waar-

Page 150: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

VERHALEN 148

lijk geen weer, dat men naakt kan loopen.God heeft mij tot hem gevoerd, anders washij wis en zeker omgekomen. Nu, wat moestik doen? Er gebeurt zooveel op de wereld.1k gaf hem kleeren en nam hem mee. -Schiet daar toch zoo niet voor uit, Matrjona,'t is zondig! We moeten toch alien eenssterven, denk er aan.>>

Matrjona wilde weer beginnen, maar zijbezag den vreemdeling en zweeg. De vreem-deling zat roerloos op den hoek van debank, de handen op de knieën samengevou-wen en zijn hoofd hing omlaag; hij hield deoogen neergeslagen en zijn gezicht was vet-trokken, alsof hij pijn gevoelde.

Matrjona zweeg. En Simon zegde:<Matrjona, hebt ge dan God niet lief?Toen Matrjona deze woorden hoorde en

den vreemdeling aankeek, smolt haar toorn.Zij ging naar den oven en haalde bet avond-eten op. Zij zette een kom op tafel, goot erkwas in en legde de homp brood er naastmet een mes en twee lepels.

<< Het eten is klaar,> zegde ze.

Page 151: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

149 VERHALEN

Simon schoof den vreemdeling dichter bijde tafel, sneed bet brood, brak bet in dekom en ze begonnen te eten.

Matrjona zette zich ook aan, leunde 'thoofd op de band en volgde den vreemde-ling.

Zij voelde medelij den met hem en kreeghem lief. En plotseling klaarde bet gelaatvan den vreemdeling op, de groeven ver -

dwenen uit zijn gezicht, bij sloeg de oogenop naar Matrjona en glimlachte.

Na bet eten ruimde Matrjona den dischaf en begon den vreemdeling te vragen:

<<Waar zijt ge vandaan?><<1k ben niet van bier. >><< Hoe kwaamt ge op den weg?>><<Dat mag ik niet zeggen.>><<Wie heeft u dan zoo geplunderd?>><< God heeft me gestraft.>><< En laagt ge daar zoo heelemaal naakt op

den weg?>><<Ja, naakt en half bevrozen. Maar toen

zag Simon mij en hij had medelij den, deedme zijn kaftan aantrekken en nam mij mee.

Page 152: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

VERHALEN 150

En hier hebt ge mij eten gegeven en rnijaangetrokken. God zal 't u loonen!>>

Matrjona stond op, nam Simon 's oudhemd, dat ze daarjuist versteld had, uit devensterbank, en gaf bet aan den vreemde-ling. Ook een broek vond ze flog, die gaf zeook.

<< Hier, neem aan. 1k zie, dat ge niet eenseen hemd aanhebt. Trek bet aan en leg uwaar ge wilt, op de bank of op den oven. >>

Dc vreemdeling Iegde den kaftan af, trokbet hemd en de broek aan en strekte zichop de bank ult. Matrjona nam den kaftan,deed bet licht uit en let zich bij haar man.

Matrjona dekte zich met bet eene eindevan den kaftan toe, maar toch kon ze denslaap niet vinden: altijd door moest zij aanden vreemdeling peinzen. Als ze bedenktdat de laatste korst brood gegeten is, en datze hem bet hemd en de broek heeft afgege-yen, kropt haar keel en wordt ze verdrietig;maar als ze aan zijn glimlach denkt, klopthaar hart van vreugde.

Lang nog kon Matrjona niet inslapen en

Page 153: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

151 VERHALEN

toen ze merkte dat Simon ook wakker lagen zich met den kaftan toedekte, riep zehem aan:

< Simon ! ><< He"<< We hebben ons laatste brood opgege-

ten, en ik heb nog geen versch gebakken.Wat moeten we morgen beginnen... Mis-schien zal tante Malanga wat willenleenen.>>

<<Als we dan nog leven, zullen we wel genoeg krijgen.>>

De vrouw lag een tijd zwijgend. Dan be-gon ze:

<<Hij schijnt een goed mensch te zijn;maar waarom zou hl) zijn afkomst zoo ver -

zwijgen?>><<Hij zal het wel niet mogen zeggen.>><< Simon ! >>

<<Wij geven wel aan anderen, waaromgeeft nooit iemand ons wat?>>

Daarop wist Simon niets te antwoorden.Hij zegde maar: <<'t Is genoeg gepraat,>>draaide zich om en sliep.

Page 154: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

VERHALEN 152

0

Toen Simon 's morgens ontwaakte, she-pen de kinderen nog; Matrjona was bij deburen brood gaan leenen. De vreemdelingzat in het oude hemd op de bank en keekomhoog. Zijn gezicht stond klaarder dangisteren.

Simon sprak : << Ja, m'n beste : de maagheeft voedsel vandoen en ons lichaam vraagtkleeren. Men moet werken voor zijn brood.Welk is - uw ambacht ? >>

<< Ik kan niets. >>Simon verwonderde zich en zei : < Als ge

maar wilt. Een mensch kan alles leeren. >><< De menschen werken, ik ook zal wer-

ken. >><< Hoe beet gij ? >><< Michael. >><< Welnu, Michael, als ge uw bedrijf voor

u wilt houden, dan is dat uw zaak. Maarin ieder geval moet ge zien, dat ge den kostverdient. Als ge voor mij wilt werken, zal iku bij mij in huis houden. >

Page 155: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

153 VERHALEN

<< Moge God het u loonen ! Ik zal gaarne-bij u in de leer gaan. Zeg maar hoe ik doen.moet. >>

Simon nam een pekdraad, wikkelde hemom z'n vinger en draaide een str`eng.

<< Zie maar toe, zoo moeilijk is het niet. >>Michael lette op, wond den draad rand

zijn duim zooals hij 't had voorgezien endraaide ook een sterken draad.

Dan toonde Simon hem hoe men twee ein--den pekdraad verbindt. En ook van dit hadMichael dadeli j k den pak weg.

Wat Simon hem ook toonde, alles be-greep hij in een oogenblik. Den derden daglapte en werkte hij, alsof hij z'n leven langschoenmaker was geweest. Hij werkte veelen at weinig; was er geen werk meer, danzat oppeinzendhiJ' o de bank en keek in delucht. Nooit gang hij op straat, sprak geenwoord to veel, schertste of lachte nimmer..

Nooit zag men een glimlach op zijn ge-laat, behalve Coen, Bien eersten avond, alaide vrouw hem het avondeten had gereikt..

Page 156: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

VERHALEN 154

6

Dag volgde na dag, week na week, eneen heel jaar ging voorbij. Michael woondenog altijd bij Simon en werkte voor hem.Het duurde niet lang, of de roep ging, dater wijd en zijd geen betere schoenmaker waste vinden dan Michael, de nieuwe knechtvan Simon. Niemand kon zoo'n duurzamenen properen arbeid leveren gelijk hij. En uitde heele streek kwamen de boeren naar Simon om laarzen, en zoo kwam hij al meeren meer in goeden doen.

Eens in den winter zaten Simon en Mi-chaël aan 't venster en werkten. Plotselinghooren ze belgerinkel, getrappel van paar-denhoeven: een driespan met een overdek-te slee kwam aangereden en hield stil vóórbet huis. De koetsier sprong van den bok,opende bet portier van de slee. Een voor -

naam beer in een zwaren bontmantel stapteuit. Hij liep op bet huis toe en stapte in degang. Matrjona sprong dadelijk recht enrrok vóór hem de deur open. De beer bukte,

Page 157: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

155 VERHALEN

trad in de woonkamer, en als hij recht-

stond raakte zijn hoofd bijna tegen de zol-dering. Zoo groot was hij dat hij een heeldeel van de kamer bezette.

Simon stond recht, boog en bekeek denheer in verbazing. Nog nooit zag hij zooeen mensch. Simon zeif was mager, ook Mi-chaël was smal, en Matrjona dun als eenplank. Maar deze mensch scheen wel uiteen andere wereld te stammen: zijn gezichtwas rood en gezwollen, de nek was zoo dikals van een stier; als uit ijzer gegoten zaghij er uit.

De heer schepte adem, legde den pels af,zette zich op de bank en zei

<<Wie is er bier de baas?>>Simon trad nader en zei<< Om u te dienen, edelacbtbare, dat ben

De beer riep zijn knecht:<Fedjka, breng bet leer bier !>Dadelijk werd de bundel gebracht. De

beer nam bet pak over, iegde het op de tafelen zei:

Page 158: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

VERJTIALEN 156

« Maak het los. >>De knecht knoopte het pak los. Dan weer

de heer met den winger naar het leern zeitot Simon

« Kijk eens, schoenmaker, ziet ge ditleer? >>

<<1k zie her, edelachtbare. »«Kunt ge wel begrijpen wat dat voor

waar is?»Simon tastte eens voorzichtig over het

leer en zeiGoede waar. >>

« Dat zou ik er ook van denken. Gij dom-kop, zoo iets hebt ge wel van uw heel levennog niet gezien. Buitenlandsch goed is het.Twintig roebel per stuk. »

Simon verschrok en zegde schuchterWaar zou ik zoo'n waar gezien heb-

ben ? »«Nu, alzoo. Kunt ge me uit dit leer goe-

de passende laarzen bezorgen? »« Dat zal wel gaan, edelachtbare.Maar de heer riep ruw en luid«Dat is gemakkelijk gezegd ! Begrijp

Page 159: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

157 VERHALEN

goed voor wien ge bier gaat werken, enwat voor leer dat bet is. Ge moet me laarzennaaien, die bet een jaar uithouden, zonderscheef te loopen of te barsten in de naden.Als ge dat kunt, neem bet werk aan en snijdhet leer; als ge 't niet kunt, roer bet dan lie-ver niet aan. 1k verwittig u op voorhand, alsde laarzen vóór bet jaar bun vorm verliezenof de naden barsten, dan doe ik u in de ge-vangenis werpen. Houden ze bet echter eenvol jaar uit, dan zal ik u voor uw werk tienroebel betalen.>>

Simon was zoo verschrokken, dat hij bee-iemaal niet meer wist wat antwoorden. Hijkeek eens om naar Michael, stootte hem metden elleboog en fluisterde:

<<Zal ik bet aannemen?>>Michael knikte onmerkbaar van ja.Dan verklaarde Simon gereed te zijn, laar -

zen te maken die een jaar lang bun vormzouden bewaren.

De beer riep weer om zijn knecht en be-val hem de laars van den linkervoet tetrekken. Dan stak bij z'n been naar voren

Page 160: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

VERHALEN 158

en zegde:<<Neem de maat!>>Simon vouwde een papieren maatje van

zeventien duim lang, streek het glad met devingers. Dan knielde hij op den grond vó órden heer, veegde zorgvuldig de handen aanz'n schort om de kous van den beer tochmaar niet te bevuilen, en bij begon te me-ten. Eerst mat bij den zool en de wreef, daar -

na de kuit, maar toen was bet papier te kort.Aan de kuit was bet been zoo dik als een.balk.

<< Let er op, dat de stevels niet te nauwzijn,> waarschuwde de beer.

Simon naaide algauw nog een stuk papieraan bet maatje. De beer zat op de bank, be-woog de teenen in de kous en monsterdede aanwezigen. Hij bemerkte Michael envroeg: <<Wie is dat daar?>>

<<Die is zooveel als mijn gast,>> zegde Si-mon. <<Hij zal de laarzen maken.>>

<<Onthoud bet goed,>> wendde de beerzich tot Michael. < Ze moeten het een jaarlang uithouden.>>

Page 161: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

159 VERHALEN

Simon zag Michael ook eens aan : maardeze keek heelemaal den heer niet aan, enstaarde alleen in den hoek achter den beer;en opeens glimlachte hij, en zijn gezicht.werd helder.

<Wat hebt gij te lachen, domkop? Denker liever over dat mijn laarzen op tijd afzijn. >>

<<Ze zullen juist op tijd gereed zijn. >><<t Is dat ! >>De beer trok de laars weer aan, sloeg zijn

pels om en ging naar de deur. Maar hij ver-

gat te bukken en stootte met den kop tegenden deurpost.

Hij mompelde iets en wreef over z'nhoofd. De knecht hield het portier open:hij stapte in en de slee voer weg.

Toen hij vertrokken was zegde Simon:<<Heeft me die een harden schedel! Hij

heeft den post er bijna uitgeslagen, en hij,scheen het niet eens te voelen.>>

En Matrjona zegde:<<Als men zoo'n leven heeft als hij, moet

men wel sterk en gezond zijn. Tegen zulk

Page 162: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

'ERHALEN 160

{een i j zeren gestel vermag zelfs de floodlets. >>

7

En Simon zegde tegen Michael : < Wijhebben het werk aangenomen, nu moetenwe zien dat we er niet mee in 't ongeluk ge-raken. Het is kostbare waar en de Neer is.streng en boos. Laat ons in Godsnaam voor-2ichtig zijn ! Kom, uwe oogen zijn scherperdan de mijne en ge hebt ook een vastere`.hand dan ik : Kier hebt ge het maatje, snijdgij het leer; dan zal ik intusschen anderen ar-beid gereedmaken. >>

Michael gehoorzaamde; hij nam het leerdat de beer had gebracht, vouwde het dub-bel, legde het op tafel, nam het mes en be-rgon te sniff den.

Matrjona kwam toezien. Ze zag hoe Mi-chael te werk Bing en ze verwonderde zich.Ze verstond een beetje van het handwerken merkte op dat Michael het leer niet:speed tot stevels maar wel tot lichte schoe-

Page 163: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

161 VERHALEN

nen. Matrjona wilde jets zeggen, vragen wathij eigenlijk aan 't maken was, maar ze be-dacht zich : <<1k heb misschien niet rechtverstaan welke laarzen de beer wenscht. Mi-chaël zal wel weten wat hij doet. 1k zal meer maar tusschenuit houden.x

Toen bet leer in patroon uitgesneden was,nam Michael een pekdraad en begon te naaien. Maar hij nam geen dubbelen draad, zoo-als men gebruikt voor laarzen, maar eenenkelen draad als voor pantoffels.

Weerom was Matrjona verwonderd, dochze zegde niets. Michael naaide altijd voort,tot den middag toe. Toen stond Simon rechtom te eten en hij zag dat Michael uit betkostelijke leer lichte schoenen had genaaid.

Simon stond lam van ontsteltenis. << Hoekomt het, >> vroeg hij zich af, <<dat Michael,die zich al then tijd nog geen enkele maalheeft vergist, nu plotseling zoo'n onheilsticht? De heer had ons kaplaarzen met boo-ge stevels besteld, en hij heeft zachte schoe-nen gemaakt, zonder hakken. Het heele leeris versneden. Wat moet ik toch beginnen ?

Page 164: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

V E HALEN 162

Zoo'n leer kan ik immers nergens vinden. >>En hij zegde tot Michael : « Maar man,

wat hebt ge me nu aangericht? Gi j brengtme gansch ten onder. Laarzen droeg de heerons op, en gij, wat hebt gij genaaid?

N auweli j ks was hij begonnen Michaelmet verwi j ten to overladen als er plotselingop de deur werd geklopt. Ze keken door hetvenster : daar staat een man, die juist aan-gereden is en nu z'n paard vastbindt. Ze de-den de deur open : de knecht van den peertrad innen :

<< Goedendag ! >><< Goedendag, wat is er van uw dienst ? >><< Mi j n meesteres zendt mij wegens de

laarzen. >><< Hoe zoo ? Wat is er met de laarzen? >>

<< Ja, de beer heeft geen laarzen meer noo-dig. Hij is dood. >

<< Wat ge zegt ! >><< ja, 1 als hi' van u naar huis voer onder-

weegs is hij gestorven. Toen we voor hethuis stilhielden en hem wilden helpen metuitstappen, lag hij dood en stijf in de slee.

Page 165: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

163 VERHALEN

Het kostte moeite hem in huis to dragen.Mijn meesteres stuurde mij hierheen : Zegaan den schoenmaker dat mijnheer de laar-zen niet meer gebruiken kan; laat hem zach-te schoenen makers voor het lijk. Wacht totze klaar zijn en breng ze mee. Nu ben ikbier en zal op de schoenen wachten. >>

Michael nam de lederresten van de tafel,rolde ze bijeen, nam de zachte schoenen, diehij juist had gemaakt, sloeg ze zool aan zooltegeneen, wreef ze of aan zijn schort en reik-te ze aan den knecht. De knecht pakte zemet de rol en ging goedendag wenschendbeen.

S

Zoo verging het tweede en derde jaar;...zes jaar nu reeds woonde Michael bij Simon.En steeds bleef hij dezelfde. Hij ging nooituit, sprak Been noodeloozen praat en gedu-rende al dien tijd had hij slechts tweemaaigelachen : toen Matrjona hem het avond-brood bracht en dan tegen den vreemden

Page 166: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

VERHALEN 164

heer. Simon was erg ingenomen met zijnknecht. Hij vroeg hem ook nooit meer uiten vreesde maar alleen dat Michael kon weg -

gaan.Eens zaten ze alien bijeen thuis. Matrjona

was bezig bij den haard, de kinderen speelden op de banken en keken naar buiten.Voor bet eene venster was Simon aan 't naaien, voor 't andere zat Michael en nageldeeen hak.

Een van de jongens stond bij Michael,leunde over zijn schouder en keek naarbuiten.

<<Oom Michael, zie eens: er komt eenvrouw naar ons, en ze heeft twee kleinemeisjes bij. Een van de meisjes mankt.>>

Michael liet zijn arbeid zinken, keerdezich naar bet raam en keek de straat in.

Simon verwonderde er zich over. Nognooit had Michael in de straat gezien, en nuzag hij onafgebroken uit bet venster en konniet genoeg zien. Simon keek ook eens.

Inderdaad, een netgekleede vrouw kwamop zijn huis toe, en had bij elke hand een

Page 167: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

165 VERHALEN

klein meisje in een bontmanteltje en met eenbestikt doekje over 't hoofd. De meisjes le-ken heelemaal op mekaar maar bet eene hadeen vergroeiden voet en mankte.

De vrouw kwam bet voorhuis binnenen vond tastend de deurklink. Ze liet eerstde beide meisjes binnen en kwam dan zeif.

<Goedendag!><<Wees welkom! Wat is er van uw

dienst? >>Be vrouw zette zich aan tafel en de meis-

jes weken niet van haar: ze schenen watschuchter.

<<1k wou tegen 't voorjaar leeren schoe-nen hebben voor de meisjes.>>

<<Dat kan zeer goed. Wij hebben wel nognooit gewerkt voor zulke kleine maten, maarbet zal toch wel gaan, kaplaarzen of metomslaanden rand en met linnen gevoederd.Mijn knecht Michael is daar een meesterin. >>

Simon keek Michael eens aan en zag datdeze z'n werk had neergeiegd, en zonder op-houden naar de meisjes blikte.

Page 168: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

VERHALEN 166

Simon was verwonderd. Zeker zijn betlieve kinderen: met zwarte oogen en blo-zende wangen, ze zijn mollig en bebbenschoone kleeren aan; maar toch begreep Si-mon niet, waarom Michael ze zoo onafge-wend bezag, juist alsof hij ze al van vroe-ger kende.

Simon schudde in verbazing bet hoofd enbegon met de vrouw over den prijs te on-derhandelen. Toen die overeengekomen wasvouwde hij een maatje gereed. De vrouwnam bet manke meisje op den scboot enzegde:

<<Bij baar moet ge twee keer de maat ne-men. Naai voor den kreupelen voet één,voor den anderen voet drie scboenen. Beidemeisjes hebben denzelf den voet: bet zijntweelingen.>

Simon nam de maat en vroeg over betkreupele meisje:

<< Hoe is dat zoo gebeurd met then voet?Het is zoo'n lief kind. Is ze daarmee gebo-ren?>>

<<Neen, de moeder heeft haar het voetje

Page 169: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

167 JZERHALEN

ingedrukt. >>Nu kwam Matr j ona tusschenbeide : ze

wilde graag weten wie de vrouw was en aanwie de kinders hoorden.

<<Zijt gij dan hun moeder niet? >>

<< Neen, goede vrouw, niet de moeder,geen eens familie ben ik. Het zijn aangeno-men kinderen. >>

Vreemde kinderen; en houdt ge vanhen?>>

<< Hoe zou ik er niet van houden? Aanmijn eigen borst heb ik ze gevoed. Ik hadook zelf een kind, maar God heeft het megenomen, maar ik houd van deze meisjesnog meer nu, dan van m'n eigen kind. >>

<< Van wie komen dan de kinderen? >>

6

De vrouw werd spraakzaam en vertelde«Het is nu zes jaar geleden. Op een enke-

le week verloren beide kinders hun ouders.Dinsdag begroef men den vader, de moederden Vrijdag daarop. De vader stierf drie da-

Page 170: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

VERJTIALEN 168

gen voor de geboorte van de meisjes, demoeder kort na de geboorte. In then tijdwoonde ik met mijn man in bet dorp, en demenschen waren onze buren. Hun vaderwerkte in 't bosch. Een boom viel op hem,dwars over zijn lijf en verpletterde hemde ingewanden sprongen uit zijn Iijf. Nogvóór ze hem tbuisbracbten, gaf bij dengeest. Maar in dezelfde week moest devrouw bevallen; dat waren deze beide meis-jes. De menscben leefden poover en een-zaam; de vrouw lag alleen thuis. Ze was al-leen, toen ze de kinderen ter wereld bracht,alleen toen ze stierf.

>> Toen ik den volgenden morgen naarbaar kwam zien, was bet arme menscb alstijf. In doodsstrijd had ze zich op bet kindgedrukt en bet voetje ontwricbt. De boerenkwamen in huis. Het lijk werd gewasschenen gekleed. Men timmerde een kist en droeghaar ten grave. Dat alles deden ze. Maar demeisjes stonden flu alleen op de wereld. Watmoest men met hen beginnen? 1k was toende eenige vrouw in 't dorp die een kind had

Page 171: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

169 VERHALEN

te voeden. Het was mijn eerstgeborene, toen.acht weken oud. 1k hield de kinderen dusvoorloopig bij mij. De boeren hielden raadwat men met de kinderen zou aanvangen,dan zegden ze: ,Maria, houd gij de kinde-ren nog een poos bij u, dan kunnen wij ondertusschen beraden, waar we ze 't best zul-len onderbrengen.' - 1k gaf eerst de borstaan bet gezonde kind, en gat 't andere niet,want ik dacht, dat bet toch niet lang meerzou leven. Maar dan was ik er ook weer meebegaan; waarom moest bet onschuldig ziel-tje lijden? 1k stilde dus de beide meisjes; enzoo gelukte het me, goed en wel de drie kin-ders groot te krijgen. 1k was nog Jong enkrachtig en had goeden kost. En God gaf mijmelk in overvloed. 1k kon altijd de twee te-gelijk stillen, terwiji bet derde wachtte. Hader een genoeg, legde ik bet derde aan debor3t. Maar God liet de beide kinders op-groeien, en mijn eigen kind werd begravenvóór z'n tweede jaar. Meer kinderen heefcGod me niet gegeven. Nu zijn we weistel-lend geworden en wonen in den molen van

Page 172: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

VERHALEN 170

den graankoopman. Mijn man verdient goedzijn brood, en we leven zonder zorgen. Maareigen kinderen hebben we niet. Hoe eenzaam zou ons leven niet zijn, als ik deze kin-deren niet had! Hoe zou ik ze niet bemin-nen? Ze zijn de vreugde van ons leven. >>

De vrouw omarmde het manke kind metden eenen arm, met den anderen wischte zijde tranen van haar wangen.

<< We] waar is bet spreekwoord: zondervader en moeder kan men leven, maar nietzonder God. >>

Zoo sprekend stond de vrouw recht omheen te gaan; Simon en Matrjona geleidden.haar naar de voordeur, keken dan naar Mi-chaël: hij zit op de bank, de handen overde knie gevouwen, kijkt naar boven en gumlacht.

10

Simon ging tot hem en vroeg: 'xMichaël,wat is er met u? >>

Michael stond op, legde zijn werk op de

Page 173: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

171 VERHALEN

bank neer en boog diep voor Simon en zijnvrouw.

<<Vergeeft mij, >> sprak hij. << God gaf mevergiffenis, vergeeft gij mij ook.>>

En Simon en Matrjona zagen, hoe er vanMichael licht uitstraalde. En Simon stondop, boog zich voor hem en zegde:

<< Michael, ik zie dat gij geen gewoonmensch zijt. 1k mag u niet tegenhouden enmag u ook niets vragen. Zeg me maar alleendit, Michael: Waarom waart gij somber alsik u vond en opnam, en waarom lachtet ge,toen Matrjona u het eten gaf en werdt gijopgewekt? Toen de heer de laarzen bestel-de, lachtet ge een tweede maal en verhelder -

de flog. En nu, als de vrouw met de meisjeskwam, hebt ge voor den derden keer ge-glimlacht en werdt gij glanzend en licht.Zeg mij Michael, waarom gaat er van u ditlicht uit, en waarom hebt gij dan driemaalgeglimlacht?>>

En Michael antwoordde:<< Het licht straalt van mij uit, omdat God

mij strafte en nu vergeven heeft. En drie-

Page 174: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

VERJTIALEN 172

maal kwam er een glimlach op mijn geiaat,omdat ik drie woorden Gods moest begrij-pen; en deze woorden versta ik nu. Het eerste woord begreep ik, toen uw vrouw mede-lijden met mij had; toen lachte ik den eer -

sten keer. Het andere woord, toen de rijkede laarzen bestelde, en ik lachte voor dentweeden keer. En nu, als ik de meisjes zag,begreep ik ook het derde, laatste woord, en

- ik lachte voor den derden keer. >>En Simon zegde:<<Zeg me, Michael, waarvoor heeft God

u dan gestraft, en hoe zijn die woordenGods, opdat ik ze ook begrijp.>>

En Michael sprak:<< God strafte mij, orndat ik ongehoorzaam

ben geweest. 1k was een engel in den hemelen morde tegen Hem.

> 1k was een engel in den hemel, en Godzond mij op aarde om de ziel van een vrouwte halen. 1k daalde naar de aarde en zag hoede vrouw ziek op haar leger lag, en juist eentweeling, twee meisjes, ter wereld had ge-bracht. De kleintjes bewogen zich naast de

Page 175: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

173 VERHALEN

moeder en de vrouw was zoo zwak dat zij

ze niet eens aan de borst kon nemen. Toen

de vrouw mij zag, begreep ze dat God me

gezonden had om haar ziel te halen, en ze

weende en zei: ,Engel Gods! Mijn man

heeft men juist begraven, versiagen door een

boom in bet bosch. 1k heb geen zuster, noch

moeder, noch tante. Er is niemand die voor

mijn kinderen zorgen kan. Laat me mijn ziel,

om de Iiefde Gods, dat ik mijn kinders kan

voeden en grootbrengen. Zonder vader en

,moeder kunnen ze toch niet leven.'

>> 1k luisterde naar de moeder en lei haar

bet eene kind aan de borst, en bet andere in

den arm; en ik vloog terug ten hemel. 1k

kwam bij God en zegde: ,Ik kan de moe-

der haar ziel niet nemen. Haar man is ge-

dood door een vallenden boom, en zij heeft

juist tweelingen gebaard, en zij smeekt, haar

ziel te mogen behouden. Zij zegt: ,Laat me

mijn kinderen grootbrengen. Zonder vader

en moeder kunnen ze toch niet leven.' En

zoo nam ik haar ziel niet.>> En God sprak : ,Ga, en haal me de ziel!

Page 176: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

VERHALEN 174

En gij, ge zult drie woorden begrijpen. Ver-neem : wat in de menschen is, wat denmensch niet gegeven is, en waarvan de men-schen leven. Als ge dit vernomen hebt,moogt ge in den hemel terugkeeren.' Ikdaalde op aarde en nam de ziel van devrouw.

>> De kleinen vielen van haar borsten. Het

plijk rolde o zijl en verdrukte den voet van.^ het eene meisje; en het werd lam. Ik vloogboven het dorp, om de ziel aan God to voe-ren. Een rukwind duwde me tegen de vleu-gels, zij vielen af, de ziel vloog alleen totGod en ik viel op de aarde. >>

11

Nu begrepen Simon en Matrjona, Wien zegekleed en gevoed hadden en zij weendenvan angst en vreugde. En de engel gingvoort

<<1k bleef alleen en lag naakt op het veld.Van menschennood moist ik niets af, kendsnoon honger of koude; en nu werd ik plot-

Page 177: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

175 VERHALEN

seling zeif mensch. 1k leed honger en hadbet koud. Wat moest ik toch beginnen?Toen zag ik in 't veld een kapel staan, diede menschen bouwen ter eere Gods, en ikging er been om onderdak te hebben. Maarzij was gesloten, en ik kon niet binnen. Danzette ik me maar tegen den muur om me tebeschutten voor den wind. De avond viel ende honger knaagde in mij, van kou was ikbijna bevrozen. Opeens zag ik langs denweg een man voorbijgaan; hij droeg eenpaar vilten laarzen in de hand en sprak luid-op tegen zichzelf. Het was bet eerste men---schengezicht dat ik na mijn menschwordingzag, en bet kwam me zoo schrikkelijk voor,dat ik me omwendde. En ik hoorde hoe deman aan 't beraden was hoe hij zijn lijf te-gen de vorst zou beschutten en hoe hij z'nvrouw en kinders voedsel zou bezorgen.Toen meende ik bij mezeif : van honger enkou verga ik, maar deze mensch denkt er a1leen maar aan, hoe hij een pelsmantel zalkunnen koopen, en hoe hij zich te eten zalverschaffen - zoo'n mensch kan mij nier

Page 178: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

VERHALEN 176

helpen. De man bemerkte mij, nog schrik-kelijker werd zijn blik en hij ging voorbij,en scheen zoo zwart als de nacht. 1k waswanhopig. Maar plotseling zag ik dat deman terugkeerde. 1k keek hem aan, dochkende hem bijna niet meer: daarjuist adem-de hij dood, nu was er leven in zijn aanbliken ik herkende in hem God. Hij kwam bijmij, gaf me kleeren en nam me op in zijnhuis.

>> Daarbinnen was een vrouw, ze kwarnnaar ons toe en sprak ergerlijk. Nog afschu-welijker dan de man was zij. Uit haar mondblies de reuk van den dood, en hij benamme den adem. Zij wilde me in de koude naarbuiten jagen, en ik wist dat ze zou stervenals zij het deed. Maar de man sprak haar vanGod. En opeens veranderde de vrouw. Toenzij ons bet avondbrood reikte, zag ik dat dedood van haar gezicht geweken was; ze waslevend geworden en ik herkende God inhaar.

> Dan begreep ik bet eerste woord vanGod: ,Gij zult vernemen wat er in de men-

Page 179: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

177 VEIWALEN

schen is.' En ik vernam dat er in de men-schen liefde is. Zoo openbaarde God mij,wat hij beloofd had; en ik verheugde mij englimlachte. Doch ik wist nog niet alles :ik moest nog begrijpen wat den mensch nietgegeven is, en waarvan de menschen leven.

>> Ik bleef bij u wonen, en als een jaar omwas kwam er een man, en bestelde laarzendie het een jaar moesten uithouden, en zemochten niet barsten. Ik keek hem aan enzag hoe achter zijn rug mijn makker stond,de engel van den dood. Buiten mij zag nie-mand den engel, maar ik kende hem en wistdat hij nog voor den ondergang van de zonde ziel van den ri j kaard zou halen. En ikdacht : ,De man zorgt een jaar vooruit enweet niet dat hij maar tot den avond televen heeft.' Toen viel me het andere woordvan God te binnen : ,Gij zult vernemen watden mensch niet gegeven is.'

>> Wat in den mensch is, wist ik al. Nuverstond ik, wat den mensch niet gegevenis : Het is den mensch niet gegeven, te we-ten wat hij voor zichzelf behoeft. En ik

Page 180: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

VERHALEN 179

glimlachte. Want ik verheugde mij, m'n.makker, den doodsengel to zien, en ik wasblij omdat God me ook het tweede woordduideli j k had gemaakt.

>> Maar het was nog niet al. Ik kon nogniet begrijpen waarvan de menschen leven.En ik leefde in de verwachting, wanneerGod me zijn laatste woord zou openbaren.In het zesde jaar kwam de vrouw met detweelingen; ik herkende de meisjes en hoor-de hoe ze in leven waren gebleven. Als ikze zag dacht ik in mezelf : ,]De moedersmeekte me om genade voor de kinders, enik geloofde als zij, dat ze zonder vader en.moeder niet zou denen leven; maar een vreem-de vrouw heeft ze gevoed en grootge-bracht.' En toen de vrouw zoo aangedaanwas en weende, toen zag ik in haar den le-venden God en begreep waarvan de men-schen leven. God had me ook de laatstewaarheid veropenbaard en mij vergiffenisgeschonken. En ik glimlachte. >>

Page 181: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

179 VERHALEN

12

En de aardsche omhulselen vielen den en-gel af, en hij werd gekleed in Licht, zoodatBeen menschenoog hem nog kon bezien. Enluider klonk zijn stem en ze scheen als vanden hemel te zijn.

De engel sprak :<< Ik begreep, dat de menschen niet van

de zorg voor zichzelf, maar van de liefdeleven.

> Het was de moeder niet gegeven om teweten wat Naar kinderen voor het leven be-hoefden. Het was den rijkaard niet gegevente weten wat hijzelf noodig had. En even-min is 't iemand der stervelingen gegevenom te weten of hij voor den avond laarzenof doodenschoenen behoeft.

>> Zoolang ik mensch was leefde ik niet,wijl ik voor mezelf zorgde, maar wel omdatin den man, die me op straat trof en in zijnvrouw die me te eten gaf, liefde woonde enomdat ze met mij begaan waren en mij lief-hadden. De weezen bleven in 't leven, niet

Page 182: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

VERJIALEN 180

omdat men voor hen zorgde, maar wel, om-dat in 't hart van een vreemde vrouw liefdelag, omdat ze medeli j den had met de klein-tj es en ze lief won. Want de menschen levenniet van de zorg voor hun dagelijkschbrood; maar van liefde.

>> Van vroeger wist ik dat God den men-schen het leven gaf en dat het zijn wil is,dat de menschen leven. Maar nu begreep ikmeer.

>> Ik begreep : God wil niet dat de men-schen afgezonderd leven, en daarom open-baart hij hun ook niet wat ieder voor zichbehoeft; maar hij wil, dat zij in gemeenschapen eendrachtig zullen leven, en daarom al-leen openbaart hij hun niet wat ze behoeven.

>> Ik begreep : het schi j nt aan den mensch,alsof hij van zijn zorgen leeft; maar in waar-heid leeft hij van liefde en van liefde alleen.Wie in liefde leeft, leeft in God en God inhem, want God is liefde. >>

En de engel zong den lof van den Hoog-ste en zijn stem deed het huis beven. Hetdak spleet en een vuurzuil rees van de aarde

Page 183: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

181

VERHALEN

tot den hemel. Simon, z'n vrouw en de kin-deren vielen op de knieen. En de engel be-woog de vleugels en voer ten hemel.

Als Simon weer tot zichzelf kwam, stondhet huis als vroeger, maar in de kamer wasniemand to zien dan hijzelf en de zijnen.

Page 184: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,
Page 185: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

DE DRIE GRIJSAARDS

Page 186: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,
Page 187: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

En a/s gijlieden bidt, wilt dan niet veetspreken gelijk de heidenen; want zij meenen ,

om bun vele woorden verhoord to worden.Wilt dan niet aan hen gelijk worden; want,uw Vader weet wat gij behoeft,t, voor dat gijHem bidt. (H. Mattheus, VI, 7-8.)

Een bisschop voer per schip van Archan-gelsk naar 't klooster van Solowetsk. Ophetzelfde schip waren ook bedevaarders, diede graven der heiligen van Solowetsk Bingenbezoeken. De wind stond goed, het weerwas schoon en de zee lag kalm en vlak. Debedevaarders zaten op 't dek. Ze lagen lang-uit, ontbeten of vertelden onder mekaar..Ook de bisschop wandelde op het dek.

Aan den voorsteven stond er een groeppelgrims bijeen rond een boertje dat aan 'tvertellen was, en daarbij met zijn hand overzee wees. Het volk rond hem luisterde aan-dachrig. De bisschop, die kwam aangewan-

Page 188: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

VERHALEN 186

deld, bleef bij hen staan en keek eens in derichting, waarheen het boertje weer; maarhij bemerkte niets bizonders. Alleen de zee_lag daar, glinsterend in de zon. De bisschopWilde wel hooren waarover de man het heb-ben kon, en hij kwam dichterbi j . Maar alsde boer den bisschop bemerkte, nam hij zijnmuss af en zweeg. De anderen zagen one,.herkenden den bisschop, en namen eerbie-dig hun mutsen af.

<< Laat ik u niet storen, broeders, >> zei debisschop. << Ik wil ook wel gaarne hooren,wat ge vertelt, m'n beste vriend. >>

<< Hi j had het over de gri j saards, >> zeieen koopman, die wat stouter was dan de.anderen.

<< Over welke grijsaards? >> vroeg de bis-schop en zette zich neer op een kist die aande reeling stond. << Vertel het nog eens.Waarnaar hebt ge daarjuist gewezen?

<< Er is daar een klein eiland to zien, >> zeibet boertje en toonde naar rechts. < DaarLeven de drie ouden en betrachten er hun.zaligheid. >>

Page 189: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

187 VERHALEN

<< Waar is dat eiland? >> vroeg de bisschopen hij zocht langs den horizon.

<< Gelieve u daarheen to ki j ken, Binder .. .Links onder die wolk ziet u een dunne streepland. >>

De bisschop keek en tuurde. Het waterschitterde in de zon : hij kon niets onder-scheiden; zijn oogen waren er ook niet zooaan gewend misschien.

<< Ik zie niets, >> zei hij. << Maar wat zijnhet eigenlijk voor menschen op dat eiland ?>

<< Het zijn mannen Gods, >> antwoorddehet boertje. << Ik had al dikwi j is van hen ge-hoord, maar verleden zomer pas heb ik zegezien. >>

En hij vertelde hoe hij met zijn boot ineen storm op het eiland gestooten was, enheelemaal niet geweten had waar hij zichbeyond. 's Morgens, toen hij eens rondkeek,kwam hij bij een leemen hut. Voor de hutstond een gri j saard, dan kwamen er nogtwee andere. Ze gaven hem eten, hielpenhem de kleeren drogen en maakten zijn bootweer in ore.

Page 190: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

V ERHALEN 18 3

<< Hoe zien ze er zooal uit ? >><< De eene is klein en gebogen, en hij

draagt een oude versleten pij. Zi j n gri j zebaard schijnt groen van ouderdom; hij iswel over de honderd jaar. Maar gedurigspeelt er een glimlach rond zijn lippen enhij glanst als een engel Gods. De tweede iswat grooter van gestalte, ook zeer oud. Hijdraagt een verrafelden kaftan en heeft eenBreeden, grijzen baard. En sterk dat hij is :hij kantelde mijn boot alsof het een gewo-ne trog was, ik had niet eens den ti j d eenhand toe to steken. ook deze heeft een stillevreugde in zich. De derde is een groote, rij-zige man; zijn lange zilveren baard reikt hemtot aan de knieen; maar hijzelf ziet norschen donkey en zijn wenkbrauwen hangen hemtot over de oogen. Hij gaat naakt en heeft al-leen een gordel van boomschors om. >>

<< Van wat spraken ze u? >> vroeg de bis-schop verder.

<< Zij deden alles steeds in stilte en spra-ken zelf ook. zelden onder mekaar. Zoo deeen den ander aanziet, wordt hij al verstaan.

Page 191: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

189 VERHALEN

1k probeerde van den groote te hooren hoelang ze reeds op bet eiland woonden. Dade-lijk verduisterde hij, begon wat te brommenen scheen kwaad te zijn. Maar de kleine vat -

te hem bij de hand, en dan verstilde degroote. De kleine zegde alleen: ,Sta onsbij,' en glimlachte.>>

Terwiji de boer vertelde was bet schipaan 't eiland genaderd.

<< Nu kan men bet al duidelijk zien,>> zeg -

de de kooprnan. Hij toonde met de hand inde ricbting.

De bisschop zag gespannen ult. En inder-daad, ginder ver, viak tegen den horizon lageen donker streepje - een klein eiland.

De bisschop stond op en wandelde naarden achtersteven tot bij den stuurman.

<<Wat is dat voor een eiland dat ginds tezien is? >>

<< Het heeft geen naam. Er zijn er biernog meer zoo, eerwaarde.>>

<<1k hoorde daarjuist, dat er grijsaardswonen, kluizenaars, die daar bun zaligheidbetrachten. Weet gij daar iets meer van? >)

Page 192: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

VERHALEN 190

«Het wordt verteld, eerwaarde; maar ikdurf u niet verzekeren of 't wel waar is. Vis-schers beweren ze gezien to hebben, maardie vertellen dikwijls zoomaar iets. »

<<1k zou wel graag eens afstappen en degrijsaards bezoeken, >> zei de bisschop. « Zoudat kunnen gebeuren? »

«Het schip zelf kan niet dicht bij hetland, >> antwoordde de stuurman. «Menmoet dan de sloep nemen. In ieder gevalhebben we er ook eerst toelating voor noo-dig van den kapitein. >>

Men riep den kapitein.Ik zou graag eens naar die oude men-

schen op 't eiland gaan zien, » zei de' bis-schop. << Kunt ge me er met de boot heen-brengen ? »

De kapitein tied het hem af.« Zeker kan dat, maar we zullen er veel

tijd mee verliezen. Daarbij, eerwaarde, hetloom beslist de moeite niet. Heelemaal ver-sufte grijsaards zijn het. Ze verstaan niets,kunnen niet spreken; ze loopen daar rond,stom als visschen uit de zee. >>

Page 193: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

191 VERHALEN

Toch houd ik er aan ze te zien, >> zegdede bisschop. <<1k zal u voor de moeite beta-len, vaar me er been. >>

De kapitein moest wel toegeven. De ma-trozen sloegen de zeilen om, de stuurmanwendde het schip en stuurde op 't eiland af.Voor den bisschop bracht men een stoel opde voorplecht. Hij zette zich veer en bliktenaar 't eiland. De pelgrims kwamen saarnrond hem en keken uit. Zij die scherpeoogen hadden, bemerkten al de sreenblok-ken aan den never; andere wezen elkaarde leemen hut. Een pelgrim beweerde dedrie mannen te zien. De kapitein kwam meteen kijker, keek en stelde hem, dan reiktehij hem aan den bisschop.

«'t Is zoo, >> zei hij, « op het strand, rechtsvan then grooten steen, staan drie men-schen. »

De bisschop richtte ook den kijker en be-merkte de drie mannen : een lange gestalte,.een kleinere, en de derde heel klein. Ze ston-den naasteen op het strand en hielden e1-kaar bij de hand.

Page 194: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

J/ERHALEN 192

De kapitein wendde zich tot den bisschop:<< Hier moeten we het schip keeren, eer -

waarde. Zoo u flu wil, kan u van bier metde sloep overvaren. Onderwiji blijven wijdan bier voor anker.>>

Dadelijk daarop reefde men de zeilen, betanker werd uitgeworpen - met een scbokhield bet schip aan en lag stil. De sloepwerd neergelaten, de roeiers sprongen er in,en de bisschop daalde langs de gangtrap inde boot. Hij zette zich op de bank, de ma-trozen haalden uit met de riemen en voeren.naar bet eiland toe. Een steenworp ver zagmen al duidelijk : drie grijsaards stondenaan 't strand, de een groot, met een gordelvan boomschors rond de lenden, de middel-ste iets kleiner in een verrafelden kaftan, ende derde, een stokoud, gebogen mannetjein een versieten monnikspij. Ze staan opeen nj aan den oever en houden elkaar bijde band.

De boot stootte grond, de roeiers sloegenden bootshaak vast en de bisschop steeg aanwal.

Page 195: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

193 VERHALEN

De ouden bogen voor hem, hij gaf hunden zegen en dan bukten zij nog dieper neer.En de bisschop sprak:

<<1k heb vernomen, dienaars Gods, dat gijhier uw zaligheid zoekt en den Heer bidt,voor u en voor de menschen. 1k ook beneen knecht van den Heer, door zijn genadegeroepen zijn kudde te leiden. En zoo wildeik ook u zien, en u, als ik kan, onderwijzen.>

De ouden zwegen, bezagen mekaar englimlachten.

<<Zegt me, mannen Gods, hoe ge uw za-ligheid zoekt en hoe ge God dient,>> zeide bisschop.

De middeiste van hen zuchtte eens diepen keek den kleine aan. En de groote rim-pelde bet voorboofd en bezag den kleineeveneens. En deze zegde dan glimlachend:

<< Man Gods, wij verstaan niet God te die-nen; slechts onszelven dienen wij en zijnslechts om ons eigen goed bezorgd.>>

<< Hoe bidt ge dan tot God? >> vroeg debisschop:

En de oudste zegde weer:

Page 196: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

VERI-JALEN 194

<< Zoo is ons gebed : Gij zijt gedrie, wijzijn gedrie, weest ons genadig!>>

Nauwelijks had de oude bet uitgesproken,of alle drie hieven de oogen ten hemel enherhaalden: <<Gij zijt gedrie, wij zijn ge-drie, weest ons genadig!>>

De bisschop moest lachen en hij zegde:<<Ge hebt zeker al eens gehoord van de.

heilige Drievuldigheid, maar toch is uw ge-bed geen echt. 1k ben u welgezind, Godmin-nende mannen. 1k zie dat ge God dienenwilt, maar alleen de manier niet kent. Want't is niet zoo dat wij moeten bidden. Luis-tert naar mij, en ik zal u leeren, niet uit mij-zeif, maar volgens de Heilige Schrift, hoeGodzelf de menschen bevolen heeft totHem te bidden. >>

En de bisschop legde aan de grijsaards uit,hoe God zich aan de menschen heeft veropenbaard; hij vertelde bun van God denVader, God den Zoon, en God den HeiligenGeest en zegde:

<< God de Zoon, die op aarde is gekomenom de menschen te verlossen, heeft ons ge-

Page 197: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

195 VERHALEN

leerd hoe wij bidden moeten. Luistert goeden zegt Zijn woorden na. » En de bisschopzei hun voor: « Onze Vader >>; en een vanhen herhaalde : u Onze Vader >>; en de an-dere herhaalde : « Onze Vader >>; en ook dederde zegde : « Onze Vader.

«Die in de hemelen zijt.» En de grijs-aards zegden het na: «Die in de hemelenzijt. » Doch de man met den kaftan verwar-de de woorden en sprak ze verkeerd. Enook de grijsaard met den gordel rond delenden stokte; de knevels waren hem totover den mond gegroeid en beletten hemhet spreken; de oudste met zijn tandeloozenmond stamelde onverstaanbaar.

De bisschop zei het hun nog eens, en degrijsaards spraken hem de woorden na. Danzette de bisschop zich op een steen, de oudenkwamen voor hem staan, volgden hem metden mond en herzegden zijn woorden.

Zoo oefende de bisschop de grijsaards,tot 's avonds toe, den heelen verderen dag.Tien, twintig, tot honderdmaal toe herzegdehij hetzelfde, totdat ze de woorden kenden.

Page 198: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

VERHALEN 196

Maar dan verwarden zij weer gedurig 't eenmet 't ander. Geduldzaam verbeterde hijhen en liet ze opnieuw beginnen.

Totdat ze het heele gebed van buiten ken-den, bleef de bisschop bij de ouden. Zijzegden het in koor samen met hem: tenslottekonden ze 't ook alleen. De man met den ge-scheurden kaftan begreep het eerst en zegdehet ook eerst van al alleen en zonder , huip.Nog en nog eens liet de bisschop hem hetgebed herhalen; de anderen spraken hemachterna.

Het schemerde reeds, toen de bisschopzich oprichtte om terug te varen, en demaan rees omhoog uit de zee. Hij nam af -

scheid van de grijsaards, en weerom bogenzij diep vóór hem neer. Hij hielp elk vande drie recht, kuste hen en gebood nu tebidden zooals hij bet bun had geleerd.

Dan stapte hij in de boot en vaarde naart schip. En tusschen het geluid van de ne-men boorde hij nog hoe de grijsaards gednieën bet Onze-Vader baden. Bij bet nade-ren van 't schip verzwakten hun stemmen

Page 199: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

197 VERITIALEN

en dan zag hij alleen de drie gestalten int maanlicht, nog immer op dezelfde plaats:

de kleine in 't midden, rechts de groote ende andere links.

De bisschop steeg aan boord. Het ankerwerd gelicht, de zeilen gingen ornhoog, dewind zette ze bol, en bet schip zette zijnweg voort. De bisschop stond aan den ach-tersteven, leunde over den boord en keeknaar 't eiland. In den beginne kon hij dedrie mannen nog onderscheiden, dan ver-

waasden ze al meer en meer, alleen heteiland was nog te zien. Stilaan zonk dit ookweg en verdween,... alleen de zee rimpeldein 't maanlicht.

De bedevaarders begaven zich ter rust;bet werd stil op bet schip. Alleen de bis-schop voelde geen slaap, hij bleef op betdek en staarde peinzend vóór zicb - hijkeek in de zee, waar bet eiland verdwenenwas, en dacht aan de goede grijsaards, enhoe blij ze waren toen hij bun bet gebedleerde. En hij dankte God voor de verleendegenade die hem tot de grijsaards had ge-

Page 200: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

VERHALEN 198

voerd om hen te helpen en te onderwijzenin het woord des Heeren.

Zoo zit de bisschop, zint en blikt in dezee, daar waar 't eiland verdwenen is. Hetschemert hem voor de oogen; het maanlichtblinkt, en tintelt op de golven.

Maar plots, in een streep maanlicht, ziethij iets flikkeren, iets als een witte vogel.Was 't een meeuw of een zeil? De bisschopziet oplettend. << Een zeilboot komt ons ach-terop, >> meent hij. < Hoe snel dat ze nadert!Zooeven nog zoo ver en nu al zoo dichtbij...Of is 't wel een boot? dat witte lijkt tochgeen zeil... Het i j It ons achterna,... het haaltons in... >>

De bisschop vermag niet te begri j pen wathet kan zijn : geen boot, geen vogel en ookgeen visch. Het heeft wel weg van eenmensch; maar voor een mensch is 't weerte groot. En dan, hoe zou een mensch dwarsover de zee loopen?

De bisschop springt verbaasd recht, looptnaar den stuurman.

Zie eens, broeder, wat is dat.... wat is

Page 201: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

-199 VERHALEN

dat? >>En terwijl hij het zegt, ziet hijzelf reeds

de drie ouden komen over de golven geloo-pen, bun grijze baarden waaien in den wind.Ze bereiken het schip zoo snel alsof het stil-iag.

De stuurman keek om, verschrok en riepmet angstige stem : «God ! de grijsaardsloopen ons achterna, als op den vastengrond !

De bedevaarders hooren het, alle sprin-gen te been en dringen naar den boord. Enalle zien het : de grijsaards loopen het schipna, ze houden zich bij de hand in een rij;aan den kant wenken de beiden met denarm, dat het schip moet stilhouden. Alle drieloopen op 't water als op vasten bodem, zon-der de voeten te bewegen glijden ze voor-waarts.

Zoo'n groote ontroering beving de pel-grims, dat geeneen bewoog om 't schip stilte leggen. De grijsaards bereikten het schip,kwamen aan boord tot bij den bisschop; zehieven de hoofden op en zegden als uit een

Page 202: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

VERHALEN 200

mond << We hebben uw woorden vergeten,man Gods, we hebben ze vergeten! Zoo-lang we ze bleven opzeggen wisten we zeflog, maar na een uur, toen we herbegonnen,verloren we een woord, en bet heele gebedviel uiteen. We hebben bet al vergeten, leerbet ons weer !>>

De bisschop sloeg een kruis, boog zichdiep over den boord tot de grijsaards af ensprak:

<<Ook uw gebed behaagt den Heer, man-nen Gods. Niet aan mij is 't, u te beleeren.Bidt voor ons, zondaars.>>

En de bisschop knielde vóór de grijsaardsneer.

Langzaam hielden zij bun loop in, keer-den om en ijiden terug, glijdend over degolven.

Tot 's morgens toe zag men een glansnaar den kant waar de grijsaards verdwenen waren.

Page 203: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

I:I1LY1'tUUItIbi

Page 204: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,
Page 205: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

De vrouw zegt tot hem Heer, ik zie datgij een profeet zijt.

Onze vaderen hebben op dezen berg ge-beden, en gijlieden zegt dat te leruzalem deplaats is waar men bidden moet.

Jesus zegt tot haar: J/rouw, geloof millde ure komt dat ge noch op dezen berg,wch te feruzalem den vader zult aanbidden.

Gijlieden weet niet, wat ge aanbidt, niaarwij aanbidden wat wij kennen; want het heilis uit de loden.

Doch de tijd zal komen, en is a/reeds, datde waarachtig biddenden, den vader in geesten waarheid zullen aanbidden; want de va-der bemint hen, die hem zoo aanbidden.

(joh. IV, 19-23.)

1

Twee oude lieden wilden eens naar jeru-zalem op bedevaart gaan. De eene was rijken heette jefim Tarassitsj Sjeweljov. De an-dere, Elzeus Bordrov, was minder weistel-lend.

Page 206: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

VERHALEN 204

jefim was een eerbare en bezonnen boer,dronk geen jenever, rookte of snuifde geentabak, schirnpte en vloekte nooit en wasstreng van zeden. Al voor de tweede maalwas hij tot schout gekozen en hij voerde ditambt zoo gewetensvol uit, dat er ook nooitin de kas een duit werd gemist. Hij had eengroote familie : twee zonen en een getrouw-

den kleinzoon en alien leefden bij hem sa-men. Hij was sterk en kioek, had een rechte,rijzige gestalte en een schoonen vollenbaard, die pas met de zestig was gaan grij-zen.

Elzeus was rijk noch arm; in zijn jongejaren had hij ais timmergezel gereisd; flu, opden ouden dag, leefde hij thuis en kweektebijen. Hij bezat twee zonen; een er van hadzijn werk buitenshuis, de andere ieefde bijzijn vader. Elzeus was goedmoedig en lustigvan aard. Van tijd tot tijd dronk hij eenseen borrel, snuifde tabak en zong ook gaãrne liedjes; verder ieefde hij ordenteiijk envreedzaam met de zijnen en de buren. Elzeuswas klein van gestalte, zwart van vel, hij

Page 207: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

205 VERHALEN

had een krullenden baard en een kaal hoofd,gelijk zijn patroon, de profeet Elias.

Dc beide ouden hadden allang de geloftegedaan en afgesproken, samen de bedevaartte maken; rnaar jefim werd iederen keervoor zijn zaken teruggehouden. juist was deeene zaak in orde, of er dook een andere op:dan weer moest de kleinzoon trouwen, danhad hij te wachten tot de jongste zoon bij't leger uitgediend had en terug thuis was,flu weer begon hijzelf een nieuw huis tebouwen.

Op een Zondag ontmoetten beiden elkaarin de dorpsstraat en zetten zich op een balk.Eizeus zegde:

<<Wanneer gaan we nu onze gelofte ver-vullen, vadertj e?>>

jefim rimpelde het voorhoofd en ant-woordde:

<<Ja, we zullen nog wat moeten wachten;dit is een erg lastig jaar geweest voor mij.Als ik aan het huis begon, dacht ik, bet zoume hoop en al een honderd roebel worden,en nu zijn we al aan de driehonderd en nog

Page 208: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

VERHALEN 206

is 't niet klaar. Tot den zomer toe zal ik er,mee te stellen hebben, maar dan, als 't Godbelieft, dan zullen wij vast vertrekken.>>

<<1k geloof,>> zegde Elzeus, <<dat we betniet langer verschuiven mogen. We moes-ten nu gaan. in de lente is 't de beste tijddaarvoor.>>

<< Vast en zeker; maar ik kan mijn werktoch niet ten halve af laten staan.>>

<<Alsof ge niemand hadt! Uw zoon kanbet toch afmaken.>>

<<Hoe zal hij bet doen? Op den oudstekunt ge u niet verlaten, die drinkt tegaarne.>>

<<Als we dood en begraven zijn, vadertje,dan zullen de zoons ook zonder ons voort-moeten. Ge moest uw zoon gelegenheid ge-yen, ook zelf jets te leeren.>>

<<Gewis; maar ik zou er toch liever mijaoogen bij hebben.>>

<<Och vadertje ! Met werken komt ge tochnooit gereed! Gisteren waren de vrouwenbet huis aan 't kuischen voor den hoogdag.Wat ze ook schrobden, er bleef altijd zoo

Page 209: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

207 VERHALENv

veel, ze konden er nooit mee klaar komen,Toen zei mijn oudste schoondochter, eenverstandig vrouwmensch : ,Een geluk datde Hoogdag komt en niet op ons wacht; an-ers kwamen we wel van ons leven niet

klaar.' >>Jefim begon to verzinnen en zegde :>> In Bien bouw is al veel geld gekropen

en met leege handen kan men zoo'n reis tochniet ondernemen. Honderd roebel, 't is geenkleinigheid. >>

Elzeus moest lachen.<< Bezondig u niet, vadertje. Ge zi j t wet

tienmaal zoo rijk als ik. En dan spreekt geop het geld. Zeg me maar wanneer we dereis zullen beginnen. Al heb ik nu Beengeld, voor de reis zal ik nog alti j d wel vin--den. >>

Nu lachte Tarassitsj ook.< Hoe rijk ge niet zijt ! Waar zult gij het

dan halen ? >><< Thuis is er misschien nog iets; en is 't

niet genoeg, dan verkoop ik tien bijenkor-ven. Mijn gebuur vraagt er al lang naar. >>

Page 210: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

VERHALEN 208

<< En als daarna de zwerm goed lukt, zultge 't u beklagen ! >>

<< Beklagen? Neen, vadertje ! Buiten mijnzonden heb ik me nog nooit van mijn levenlets beklaagd. Want de ziel is toch nog altijdons kostbaarste goed. >>

<< Ge hebt gelijk, maar als het thuis nietin orde is, dat is toch ook niet goed. >>

<< Nog veel erger is 't, als 't met de zielniet in orde is. Wij hebben de gelofte ge-daan, nu moeten we werkelijk reizen. >>

Zoo gelukte het Elzeus, zijn Bezel to over-reden. Jefim bepeinsde de zaak en kwam's anderendaags bij Elzeus.

« Laten wij gaan. Gij hebt gelijk. Godswil schikt leven en dood. Zoolang we leven

en kracht hebben, moeten we reizen.In een week waren beiden gereed.Tarassitsj had geld thuis. Honderd negen-

tig roebel nam hij op zak en twee honderdliet hij zijn vrouw.

Page 211: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

209 VERHALEN

Ook Elzeus rustte zich uit voor de reis.Hij verkocht tien bijenkorven aan denbuurman, onder voorwaarde dat ook de bij-enkweek aan den kooper zou blijven. Zoobekwam hij daarvoor zeventig roebel; deoverige dertig roebel scharrelde hij thuisbijeen: de oude vrouw gaf hem bet geld,dat ze zich voor haar begrafenis had ge-spaard, en ook de schoondochter gaf hemhaar gansche bezit.

jefim gaf al het werk in handen van denoudsten zoon; hij wees hem, waar en hoe-veel hooi er te maaien was, wat hij met denmest moest doen, hoe hij bet huis verdermoest optrekken en bedaken. Alies zag hijvooruit en ook niet het geringste vergat hij.

Elzeus echter besprak maar een ding metzijn vrouw: ze moest de jonge kweek van deverkochte bijenkorven afgezonderd zettenen alles eerlijk aan den kooper bezorgen;over de huiselijke aangelegenheden sprakhij in 't geheel niet: alles zou wel zeif wij-zen, hoe men het moest aanpakken. <Gijhuisvrouwen zult zeif wel 't beste weten hoe

Page 212: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

VERHALEN 210

alles geregeld wordt.>>De beiden maakten zich reisvaardig. De

familie bakte hun koeken voor onderweg;zij naaiden zich reistasschen, sneden voetlap-pen, trokken nieuwe schoenen aan, namener nog een paar mee op voorraad en begavenzich op weg. De familieleden brachten huneen eind weg tot buiten bet dorp, de bede-vaarders namen afscheid en lie-ten het dorpachter zich.

Elzeus begon de reis goedmoedig en wel-gezind; zoo gauw was bet dorp uit bet gezicht of hij vergat meteen ook al de huise-lijke zorgen. Hij bedacht alleen, hoe zezich met mekaar zouden verdragen, hoe hijzich van alien groven praat zou onthouden,in liefde en eendracht bet doel van de reisbereiken, en ook zoo weer terug zou komen.Al gaande prevelde hij gebeden, of zegdestukken van heiligenlevens op, die hij vanbuiten kende. In een berberg onderweegsgaf hij zich steeds moeite, vriendeiijk te zijnen vroom te spreken. En terwiji hij zoo ging,was hij altijd doordrenkt van een stille

Page 213: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

211 VERHALEN

vreugde. Een zaak kon Elzeus echter niet af-leeren : hij wilde op reis niet meer snuiven,en had zoo de tabaksdoos thuis gelaten; hetviel hem echter zeer zwaar. Onderweg kreeghij van iemand een nieuwe doos; van tijdtot tijdd bleef hij bij zijn gezel achter, omhem niet in verleiding te brengen, en nameen snuifje.

Ook Jefim Tarassitsj hield zich op de be-devaart betamelijk; hij belting geen enkelezonde, sprak geen kwade woorden; en Lochmiste hij de echte geruste stemming. Hijkon zich maar niet ontdoen van die zorgover thuis. Altijd door moest hij aan zijnzaken denken. Of hij ook alles heeft gezegdaan zijn zoon, en of die het goed zal doen.Als hij onderweg zag hoe boeren aardappelsplantten of mest voerden, moest hij steedsdenken, of zijn zoon ook alles goed zou bezorgen. Hij voelde soms lust om terug tekeeren, om alles aan den zoon te wi j zen, enzelf de hand aan 't werk te slaan.

Page 214: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

VERHALEN 212

De twee mannen waren flu al vijf wekenop reis; de bastschoenen van thuis warenversieten en ze hadden zich nieuwe moetenkoopen. En zij kwamen in het land derKlein-Russen. Voorheen hadden zij vooreten en onderdak moeten betalen; maar deKlein-Russen wilden van geen geld wetenen betwistten ondereen, waar de bedevaar-

ders zouden te gast zijn. Ze gaven hunslapen en eten, schonken hun brood en zelfskoeken voor de verdere reis. Zoo ging beteen zevenhonderd werst ver; dan kwamenze in een streek die door misoogst geteisterdwas. Ze mochten er ook zonder geld dennacht doorbrengen, maar eten gaf men met.Soms konden ze niet eens voor geld broodkrijgen. De menschen vertelden, dat vorigjaar alles mislukt was. Rijke boeren warenflu straatarm en hadden alles verkocbt; deminder welstellenden waren verarmd, enleefden ellendig, en de armen waren wegge-rrokken om langs de straatwegen te bedelen;

Page 215: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

213 VERHALEN

in den winter voedden zij zich met kaf enmelde.

De ouderlingen overnachtten eens in eenmarktplaats, kochten er vijfeien pondbrood en begaven zich reeds voor zonsop-gang op weg, om in de morgenkoelte eenfunk stuk weegs af te leggen. Ze deden eentien werst en kwamen dan aan een beek;ze rustten wat aan den kant, schepten wateren weekten bun brood daarin, ze namenhun ontbijt, verwisselden de voetlappen.Dan bleven ze nog wat zitten. Elzeus haaldezijn snuifdoos op. jefim zag bet en schuddehet hoofd.

<<Waarom werpt ge zulken rommel nietweg?>

Elzeus wenkte met de hand en zei:<< De zonde heeft mij overmeesterd. Wat

wilt ge er aan veranderen?>>Ze stonden recht en gingen voort. Ze leg -

den weer tien werst af, kwamen dan in eengroot dorp. Het was nu al op 't warmst vanden dag. Elzeus was zeer vermoeid; hij wil-de wel weer uitrusten en water drinken,

Page 216: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

V ERHALEN 214

maar jefim wou zich nu niet ophouden. Hijwas flinker in 't gaan, en soms was 't Elzeusmoeilijk hem bij to blijven.

<< Als ik maar een slok water had ! >> kloegElzeus.

<< Wel, drink. Ik ben niet dorstig. >>Elzeus bleef staan.<< Ge moet niet op mij wachten, >> zei hij.

<<1k zal gauw in dat huis loopen en watervragen. Dan haal ik u wel in. >>

<< 't Is goed, >> zei jefim.Jefim Tarassitsj Bing alleen verder, en El-

zeus liep op het huis toe.Hij kwam voor het huis. Dat was een

kleine, leemen hut, van boven wit gekalkten van onder zwart aangestreken; de leemwas overal afgebrokkeld en allang niet meergewit; ook het dak zag er slecht uit. De in-gang was langs achter door den hof. Elzeuszag er op een bank een baardloozen, mage-ren man liggen; zooals bij de Klein-Russenstak het hemd hem in de broek. De man hadzich zeker in de schaduw gelegd, maar nude zon hoog stond, lag hij heelemaal in den

Page 217: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

215 VERHALEN

brand. Hij lag roerloos met open oogen opde bank. Elzeus sprak hem aan en vroeg omwater, maar de man gaf Been antwoord.<< Ofwel is hij ziek, ofwel ontstemd, » dachtElzeus en ging naar de deur. In de kamerhoorde hij twee kinderen weenen. Hij klop-te aan en riep

«Volk ! »Niemand antwoordde. Hij klopte met

zijn staf en riep weer : «Christen broeders! »Niets roerde.

Menschen Gods ! »Geen antwoord. Elzeus Wilde zich al om-

keeren, maar plots hoorde hij achter dedeur iemand steunen. Is er sours een ongelukgebeurd? We moeten zien. En Elzeus gingin de hut.

4

Elzeus drukte op de klink — de deur wasniet gesloten. Hij deed ze open en kwam in't voorhuis. De deur naar de woonkamerstond open. Links stond de oven, vlak voor

Page 218: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

VERHALEN 216

hem aan de andere zijde bet heiligenbeelden een tafel met een bank; op de bank zateen oude vrouw zonder hoofddoek, slechtsin een hemd gekleed. Ze steunde bet hoofdop de tafel. Naast haar stond een magerejongen, wasbleek, bet lijf gezwollen: hijweende, trok de oude aan de mouw enscheen iets te vragen. Elzeus kwam nader.Een slechte, verdufte lucht hing in de hut.Elzeus keek: achter den oven lag een vrouwte bed. Zij lag op den rug, met de oogengesloten, rochelde en vertrok bet eene been.Ze wentelde zich in krampen en de bedor-yen reuk scheen van haar uit te gaan; ze lagin 't eigen vuil, en er was niemand die zeverbedden kon.

De oude vrouw hief bet hoofd op en be-,zag Elzeus.

<<Wat wilt ge? We kunnen u niets ge-yen, we hebben zelf niets.>>

Ofschoon ze Klein-Russisch sprak, ver -

stond Elzeus haar wel. Hij ging naar haaren zei:

<<1k wilde maar drinken hebben, vrouwe

Page 219: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

217 VERHALEN

Gods. >><< Niemand kan u hier water geven. Bij

ons is er niets te halen. Ga verder.>>Elzeus vroeg:<< Is er dan niemand, om de zieke vrouw

te verzorgen?>><< Niemand. De boer sterft in den hof en

wij bier. >>Bij Elzeus' binnenkomen was de jongen

stil geworden. Maar als de oude sprak, trokhij haar weer aan de mouw, weende en.smeekte:

<< Brood, grootmoeder, geef brood !>>Elzeus wilde de vrouw nog verder uitvra-

gen, rnaar nu kwam juist de boer waggelendals dronken, de kamer in. Hij tastte langsden muur en wilde zich op de bank zetten,doch hij wankelde en viel er nevens op dengrond. Hij deed geen moeite meer om op testaan, en begon te spreken, hijgend en ge-broken.

<< De ziekte heeft ons overvallen... hon-ger hebben wij... de jongen daar sterft vanhonger...>>

Page 220: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

T/ERHALEN 218

De boer wees naar den knaap en weende.Elzeus wierp den zak van den schouder,

zette hem op den grond; dan hief hij hemop, stelde hem op de bank en begon hemlos te binden. Hij haalde er brood uit eneen mes, sneed er een plak af en reikte hetden boer. De boer nam bet niet aan, weesalleen op den jongen en een meisje dat ach-ter den oven stond, dat hij bet bun zou ge-yen. Elzeus gaf de snee aan den knaâp. Alsdie bet brood zag, greep hij bet met beidehanden vast en beet met vollen mond. Hetmeisje kwam achter den oven vandaan en.staarde begeerig op bet brood. Elzeus gafhaar evenzoo. Hij sneed nog een snede engaf ze de oude vrouw. De oude nam hetbrood en begon te eten.

<<Als we nu ook wat water hadden!>>zegde ze. << De mond is ons verdroogd. Gis-teren of vandaag nog - ik weet bet nietgoed meer - wilde ik water halen. Den em-mer ophalen kon ik, maar naar huis dragenging niet. De emmer stortte leeg en ikzelfviel. Moeilijk ben ik naar huis gesukkeld.

Page 221: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

219 VERHALEN

De emmer moet daar nog liggen, als nie-mand hem genomen heef t. >>

Elzeus vroeg, waar de bornput was, en deoude legde het hem uit. Hij ging, vond denemmer, haalde water voor de menschen. Dekinders aten nog wat brood en dronken wa-ter; ook de oude vrouw at een beet, maar deboer wilde niet. <<'t Eten steekt me tegen, >>zei hij.

De zieke lag nog altijd buiten kennis inde kribbe en wierp zich been en weer. El-zeus ging naar den winkel in 't dorp enkocht gerst, zout, meel en borer, dan zochthij de bijl en kapte bout voor vuur. Hij deedden oven in brand, en het meisje hielp hemdaarbij. Hij kookte soep en pap en gaf demenschen te eten.

5

De boer had nu wat lust gekregen ennam een weinig tot zich, de oude vrouw atgoed. De kinders likten heel den pot uit enlegden zich dan samen te slapen.

Page 222: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

J/ERHALEN 220

De boer en de oude vertelden flu Elzeus,

hoe het met hen gelegen was.<<Wij leefden altijd wel behoeftig. Maar

als de oogst mislukte, moesten we in denherfst al wat we nog hadden, verteren. Enals we niets meer hadden, vroegen we huipvan geburen en brave menschen. In 't begingaf men flog, maar dan niet meer. Velen,die ons graag gegeven hadden, bezaten fluzeif niets. En wij schaamden ons ook altijdte vragen. Overal in 't dorp hadden wijschuld: geld, en meel en brood. >>

<<1k zocht werk, >> zei de boer. << Maar erwas niets te vinden. Overal, in de heelestreek, verdringen zich de boeren om werk,voor 't brood alleen. Een dag heeft menwerk, twee dagen moet g'er voor rondloo-pen. Nu gingen de oude en het meisje bede -

len. 't Was alles maar gering dat ze kregen,niemand had brood. Toch sloegen we erons nog altijd door en hoopteri zoo tot dennieuwen oogst rond te komen. Maar in delente gaf geen mensch nog wat. En dan wer -

den we ziek. Het stond erg met ons. Den

Page 223: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

221 VERITIALEN

eenen dag aten wij - dan twee dagen niets.We begonnen gras te eten. Of het van 't

gras was, of van wat anders, maar mijnvrouw werd ziek. Zij ligt neer en ook ik benzoo zwak, dat ik nauwelijks nog kan staan.>>

<< Nu stond ik alleen voor alles,>> zei deoude. << Lang hield ik bet niet uit; van hon-ger begaf me de kracht. Ook bet meisje iszwak en scbuw geworden. Naar de geburenwil zij niet meer gaan. Ze kruipt in eenhoek en zit stil. Eergisteren kwam een buur-

vrouw eens kijken; maar als ze zag hoe hon -

gerig en ziek wij waren, liep ze haastig ver-

der. Zij heeft bet ook slecht: haar man isverreisd, en ze heeft niets om haar kleinente voeden. Zoo lagen wij bier en wachttenop den dood.>>

Als Elzeus de menschen zoo hoorde spre-ken, besloot hij tot den volgenden dag teblijven en jefim eerst 's anderendaags in tehalen. 's Morgens begon hij den arbeid als-of hijzelf de baas van 't huis was. Hij hielpde oude met bet brooddeeg, verwarmdeden oven en ging met het meisje naar de

Page 224: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

VERHALEN 222

geburen om het hoogstnoodige aan te schaf-fen. Want de menschen hadden hun heelsbezit van alaam en kleeren verkocht en ver-teerd; ze hadden niets meer in huffs. Elzeusbracht hun alles weer aan; veel kocht hij,veel maakte hij ook eigenhandig. Zoo ver-ging de eene dag na den anderen; Brie dagenwoonde Elzeus reeds bij de menschen. Dejongen beterde, speelde op de bank enstreelde Elzeus. Het meisje werd vroolijk enhielp hem bij het werk. Ze volgde Elzeusop den voet en sprak hem met « grootva-derke» toe. De oude werd weer flink tebeen en ging naar de buurvrouw. De Boerging al vrij door de kamer, moest zich tochaltijd steunen. Alleen de zieke vrouw bleefnog liggen; den derden dag kwam ze bij^en at.

Toen de menschen zoover waren meendeElzeus : <<1k had waarlijk niet gedacht zoo-veel tijd te verliezen. Nu moet ik zeker ver-trekken. »

Page 225: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

223 VEIWALEN

6

Doch toen hij met den vierden dag wildeopbreken peinsde hij : << De Petersvasten.loopt op z'n einde; ik zal met de menschenden feestdag vieren, hun wat koopen en 'savonds zal ik vertrekken.>> Elzeus gingweerom naar 't dorp en kocht er tarwemeel,melk en spek. Hij hielp de oude vrouw metbet koken en bakken; den volgenden mor -

gen ging hij naar de mis, kwam na de kerkterug en at met de lieden bet feesteten. Opdezen dag stond de zieke vrouw van haar ,

leger op en begon aan 't huishouden mee tehelpen. De boer schoor zich, trok een pro-per hemd aan - de oude had bet hem ge-wasschen - en begaf zich naar 't dorp bijden rijken boer; hij had dezen zijn weiden enakkervelden verpand, flu ging hij hem vra-gen, of hij zijn land niet tot den nieuwenoogst kon terugkrijgen. 's Avonds kwam hijdroef terug en begon te weenen. De rijkehad hem niet willen voorthelpen en had ge-zegd: <<Eerst bet geld, dan kunt ge alles

Page 226: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

T/ERHALEN 224

weerom krijgen.>>Elzeus werd weer bezorgd en dacht:

x< Hoe moeten de menschen flu leven? Als atde anderen gaan hooien, zullen zij thuisblij-yen, ze hebben immers geen weiland. Alsbet koren rijpt - en hoe goed staat het niet!

kunnen ze ook niet mee, want hun landis bij den rijken boer verpand. Als ik ze fluverlaat, zullen ze weer ten onder komen.>>

Elzeus veranderde weer zijn plan hij zouniet van avond gaan, maar morgen ochterid.Nog een nacht zou hij blijven. Hij zegdezijn avondgebed, lei zich neer, kon echterden slaap niet vinden. Hij moest vast ver-trekken. Hoeveel tijd en geld had hij al nietverdaan; maar hij voelde toch ook veel me-delij den met de lieden. << Men kan toch alle.arme menschen niet verzorgen! Eerst wildeik bun alleen maar water en brood geven;flu kost de zaak al veel meer. Nu ben ik atzoover, dat ik hun land moet vrijkoopen. Enals dat gebeurd is, moeten de kinderen eenkoe en de boer een werkpaard hebben. -Ge hebt u leelijk verwikkeld, mijn beste El-

Page 227: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

225 J/ERHALEN

zeus Koesmitsj! Nu hebt ge elken houvastverloren en drijft rond als een schip zonderanker.>>

Elzeus stond op, haalde uit zijn kaftanzakde snuifdoos en nam een snuifje. Hij hoop-te, dat daarvan zijn gedachten zouden op-kiaren, maar dit gebeurde niet, hij dachtlang overentweer en vond maar geen uit -

weg. Hij moest verder, maar wat zou er danvan de menschen geworden? Hij rolde zijnkaftan tot een kussen, legde hem onder 'thoofd en poogde in te slapen. Als de eerstehanen kraaiden viel hij in slaap. Plots leekhet hem, alsof men hem gewekt had. Hij zagzichzelf gansch reisvaardig, den zak op denrug en den stok in de hand; hij stond vóórde deur. Maar de deur stond maar juist zoo-ver open dat hij er zich doorheen kon wrin-gen. En als hij er door stapte haperde aanden eenen kant zijn reiszak. En als hij hemwilde losmaken, haperde een voetlap aanden drempel en wikkelde zich af. Maar wan-neer hij den voet wilde vrij maken, zag hij,dat het niet de drempel was, die hem tegen-

Page 228: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

VERHALEN 226

Meld, maar wel het kleine meisje dat hemaan de kleeren trok en riep: « Grootvaderke,grootvaderke, geef brood ! » Aan den voetMeld hem de jongen vast, en uit het huiszeken de oude vrouw en de boer.

Elzeus werd wakker en zegde luid tot zich-zelf : <<1k zal morgen wei en akkerland vrij-koopen en den menschen een paard en eenkoe koopen. Al ga ik nog zoover over zeeom Christus te zoeken, hoe Licht kan ik Hemniet in mezelf verliezen. Het is beter dat ikde menschen help. >>

Elzeus sliep weer in. 's Morgens stond hijop, ging naar den rijken boer, gaf hem hergeld en kocht het land vrij. Dan kocht hijeen zeis — zelfs die bezaten ze niet meer —en nam ze mee naar huis. Hij stuurde denboer naar de wei en zegde hem te maaien,dan keerde hij terug naar 't dorp. Bij denherbergier stond juist een paard en een karte koop. Hij werd het eens over den prijs,betaalde, en ging verder om ook nog eenkoe te vinden. Terwijl hij zoo over de dorps-straat ging, kwam hij twee vrouwen achter-

Page 229: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

227 VERHALEN

op. En Elzeus hoorde dat ze 't over hem had-den. De eene vertelde

«Eerst moisten zij niet welk een menschhet was; ze geloofden, een gewoon bedevaar-der. Om een slok water, zeggen zij, is hij bijhen komen aankloppen; dan is hij echtergebleven. Ze zeggen, alles heeft hij hun ge-kocht. En dat moet wel waar zijn. Ik hebmet eigen oogen gezien, hoe hij bij den her-bergier paard en wagen kocht. Worden erzoo'n menschen nog gevonden op de we-reld? Ge moet eens naar hem gaan zien. »

Toen Elzeus hoorde, dat ze hem in 't dorploofden, Wilde hij liever Been koe meerkoopen. Hij Bing terug naar den herbergier,spande het paard voor den wagen en reed.naar de hut terug. Als de menschen hetpaard zagen, verbaasden ze zich. Ze ver-moedden wel, dat hij het paard voor henhad gekocht, maar het uitspreken durfdenze niet. De Boer kwam uit het huffs, om dehofpoort open to waken.

«Hoe komt ge aan dat paard, grootva-der? » vroeg hij.

Page 230: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

VERHALEN 228

<<1k heb het gekocht,>> antwoordde Elze-us, <<aan een voordeeligen prijs. Maai watgras, dat het paard voer heeft vannacht.>>

De boer spande bet paard uit, maaide eendracht gras en lei bet in de kribbe. Danging men ter rust. Elzeus legde zich onderbet afdak buiten te slapen; zijn reiszak hadhij bij zich. Als alles in rust was, stond hijop, trok schoenen en kaftan aan, sloeg denreiszak over den schouder, en begaf zich opweg om jefim in te halen.

':4

Een vijf wersten mocht Elzeusgegaanzijn, als de dag aanbrak. Hij zette zich ondereen boom, maakte den zak los en telde hoe-veel geld hij nog bad. Zeventien roebel entwintig kopeken had hij flog. Dan bedacbthij << Met dit geld kan ik niet over zee ge-raken. En als ik bet overige daartoe in Cbris-tus' naam moet tezamenbedelen, hoe lichtkan bet me dan niet een groote zonde wor -

den. Vadertje jefim zal zonder mij ook wel

Page 231: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

229 J/ERHALEN

verder reizen en voor mij een kaarsje bran-den. 1k zal mijn schuld wel tot den doodmoeten dragen. Gelukkig, God is goedhar-tig en heeft geduld met ons.>>

Elzeus stond op, nam den zak op den rugen keerde om. Hij maakte een grooten bochtrond bet dorp waar hij gewoond had, dathij niet bemerkt werd van de menschen.Spoedig was hij weer thuis. Op de heenreiswas bet hem dikwijls lastig geweest met betgaan, hij had bet ook moeilijk gehad ommet jefim samen in tred te blijven; maar opden terugweg verleende God hem zoo'nkracht, dat hij van vermoeidheid nooit ietsspeurde. Nu was bet gaan voor hem eenkinderspel; hij zwaaide zijn staf en deedgemakkelijk zeventig werst per dag.

Als Elzeus terug thuiskwam, was de oogstal binnen. De familie verheugde zich zeerover hun vaders terugkomst. Men begonhem uit te vragen, waarom hij zijn gezel hadverlaten, en terug naar huis was gekeerd,zonder zijn doel bereikt te hebben. Elzeusverzweeg 't gebeurde. Hij zegde:

Page 232: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

VERHALEN 230

<< God heeft het anders beschikt. Ik hebonderweg mijn geld verloren, en Jefim isalleen verder gegaan. Dan ben ik maar om-gekeerd. Vergeeft mij in Christus' naam. >>

Aan de oude vrouw gaf hij de rest van 'tgeld en vroeg naar het huishouden : alleswas in orde, het hof goed bezorgd, en ieder-een in eendracht en vrede.

jefim's huisgenooten hoorden denzelfdendag nog van Elzeus' terugkeer; ze kwameneens hooren achter bun vader.

<< Uw vader is rustig en gezond verder ge-gaan. Drie dagen voor Sinte Pieter-en-Pau-lus Bingen wij van elkaar weg; ik wildehem eerst inhalen, maar ongelukkiglijk ver-loor ik al mijn geld en had nu niets meerom te reizen. Dan keerde ik om. >>

De menschen verwonderden zich : zoo'nbedachtzaarn man verloor zijn geld ! hij hadgereisd zonder zijn doel te bereiken ! Zewaren verbaasd en vergaten het met denti j d. Ook Elzeus vergat het. Hij begon weeraan zijn huiselijk werk : samen met zijnzoon kapte hij den voorraad bout voor den

Page 233: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

231 VERHALEN

winter, dan werd bet koren gedorscht, deschuur had een nieuw dak noodig, ook debijen vroegen verzorging. Tien korven tezamen met den bijenkweek daarvan gaf hijden buurman. Zijn vrouw wilde hem nietbekennen, hoeveel nieuwe zwermen er vande verkochte korven waren afgekomen;maar Elzeus wist gauw genoeg welke kor-ven nieuwe zwermen hadden afgelegd enhij gaf den buurman in plaats van tien, ze-ventien korven. Als 't heele werk gedaanwas, zond hij den zoon op arbeid uit. Zeifbegon hij bastschoenen te vlechten en bijen-korven uit te boren.

Als Elzeus bij de zieken was achtergeble-yen, had jefim een ganschen dag op hemgewacht. Een klein eindje was hij nog vet-der gegaan. Dan zette hij zich langs de baanin 't gras, wachtte, sliep een wijle, ontwaak-te, bleef nog zitten uitzien, - maar Elzeuskwam niet aan. De zon ging al onder, nog

Page 234: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

VERHALEN 232

altijd niets te zien.Jefim dacht : « Is hij soms voorbijgegaan

of gereden tijdens mijn slaap? Misschienheeft iemand hem opgeladen. Maar hij hadme toch moeten zien ! In de steppe kan menver uitzien. Als ik terugkeer, kan hij on-dertusschen nog verder vooruitkomen. Enals we ons kwijtspelen, dat is nog erger. Ikzal liever verder gaan en in de herberg ophem wachten. »

Hij kwam in 't dorp en vroeg den schout-knecht, indien soms een oud mannetje meteen kaal hoofd in 't dorp kwam, hem dade-lijk bij hem te brengen. Elzeus kwam echterniet in 't dorp. Jefim grog verder en onder-vroeg onderweg de menschen of zij geenouden man met een groot kaal hoofd had-den gezien. Niemand moist van hem. Jefimverwonderde zich en reisde alleen voort. Hijmeende, dat hij Elzeus wel in Odessa of ophet schip zou vinden, en maakte zich verderniet ongerust.

Op de baan sloot zich bij hem ern pel-grim aan. Hij droeg een kap en een pij en.

Page 235: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

233 VERHALEN

had lange haren als een geestelijke. Zooalshij zegde, was hij op den heiligen berg-Athos geweest, en ging flu al voor de twee-de maal naar jeruzalem. Ze ontmoetten el-kaar in een herberg, kwamen in gesprek engingen samen verder.

Frisch en welgezind bereikten ze Odessa..Hier moesten ze drie dagen lang op de af-vaart wachten. Vele andere pelgrims' warendaar, uit alle streken van 't land. jefim vroegoveral rond naar Elzeus, maar niemand hadhem gezien.

De pelgrim wees jefim, hoe men zonderbetalen den overtocht kon doen. jefim wildeechter niet luisteren naar hem en zei:

<<1k wil liever eerlijk betalen, waarvoorheb ik anders bet geld gespaard?>>

Hij betaalde veertig roebel voor de reisheen en weer en kocht zich brood en haringvoor de reis. Men was nog bezig het schipte laden; als dat gebeurd was mochten depelgrims aan boord. Ook jefim en zijn be-geleider bestegen het schip. Men lichtte betanker, en bet schip voer in zee. Den eersten.

Page 236: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

VERHALEN 234

dag verliep de vaart zeer goed; maar tegenden avond kwam er wind op, het begon teregenen, het schip schommelde en stampte,en er sloegen golven over boord. De bede-vaarders werden onrustig, vrouwen schrei-den, en mannen, die niet zoo dapper waren,liepen been en weer om zich in veiligheidto brengen. Ook Jefim was angstig, Wildehet echter niet laten blijken. Den ganschennacht en ook den volgenden dag zat hijop dezelfde plaats waar hij zich ook bij 'tinschepen had neergezet. Naast hem zatenDude menschen uit de streek van Tambov.Hij hield zijn reistasch stiff in de handen ensprak geen woord. Den derden dag werd dezee kalm, nu was de reis zeer aangenaam.Den vijfden dag legde men in Konstantino-pel aan. Enkele pelgrims gingen aan landom den tempel der heilige Sophia te bezich-tigen.

Jefim echter Bing niet mee en bleef ophet schip. Een dag en een nacht lag het schipvoor Konstantinopel, dan vaarde het verder.Het landde nog in Smyrna en Alexandrie en

Page 237: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

235 V ERHALEN

gelukkig werd de havenstad Jaffa bereikt.Hier moesten alle pelgrims aan wal om dannog zeventig werst te voet of te leggen. Deontscheping was voor de pelgrims een groo-te angst: het schip was hoog en ze moestenvan boord in een boot springen; die bootschommelde erg, men kon zeer Licht in 'twater vallen. Twee pelgrims werden danook doornat, maar alle kwamen Loch be-houden aan land. Men ging in stoet verderen bereikte na vier dagen Jeruzalem.

Voor de poorten van de stad lag het Rus-sisch gasthof. Ze namen er hun intrek, toon-den hun reispassen en aten te middag. Danbegaf Jefim zich samen met den pelgrimnaar de heilige plaatsen. Maar het graf vanden Heer kon rond dit uur niet bezocht wor-den. Ze Bingen dan naar de mis in het patri-arken-klooster, Baden en offerden kaarsen.Den tempel der Verrijzenis, waarin zichChristus' graf bevindt, zagen ze maar vanver. De tempel is zoo dicht ombouwd, datmen hem nauwelijks kan zien. Ze bezochtende cel van de Egyptische Maria, waarin zij

Page 238: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

VERHALEN 236

haar zieleheil zocht. Ze ontstaken er kaar-

sen en lieten een dankgebed lezen. Ze wil -

den nog de mis aan het Heilig Graf bijwo-nen, kwamen echter te laat. Ze gingen in't klooster van Abraham, zagen den hof ende plaats waar Abraham zijn zoon aan denHeer wilde offeren. Dan bezochten ze deplaats, waar Christus aan Maria Magdalenaverscheen, en den tempel van Sint-JakobusDe pelgrim toonde jefim al de heilige plaat -

sen, zegde hem hoeveel geld hij overalmoest offeren en hoeveel kaarsen opstellen.Ze kwamen terug in bet gasthof. juist als zezich ter ruste wilden begeven, begon de pel-grim te zuchten, zijn kleeren te doorzoeken.Hij kloeg:

<< Ze hebben mijn beurs gestolen! Drie entwintig roebel waren er in: twee biljettenvan tien roebel en drie roebel in klein geld!>>

De pelgrim jammerde lang. Men konhem echter niet helpen en alien iegden zichte slapen.

Page 239: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

237 J/ERHALEN

Ook jefim legde zich neer. Maar er be-kwam hem een zondige gedachte. Hij zegdezich: << Men heeft den pelgrim niets ont-stolen. Heeft hij zelfs wel geld bezeten?Nergens heeft hij betaald. 1k heb telkensvoor hem moeten inschieten, zeif heeft hijnooit iets uitgegeven. Hij heeft toch ook bijmij een roebel geborgd.>>

Zoo denkend begint hij zich te verwij ten:<<Waarom zal ik een mensch verdenken?Dat is een groote zonde. Laat ik er liever:niet meer op peinzen.)>

Maar toch schiet bet hem telkens tebinnen, hoe de pelgrim naar zijn geld zagen hoe onwaarschijnlijk bet kionk, toen hijvertelde, zijn beurs was hem ontstolen. Enhij zegt weer: <<Hij heeft heelemaal geengeld gehad. 't Is bedrog.>>

Den volgenden morgen gingen ze in dentempel der Verrijzenis naar de vroegmis aan't Heilig Graf. De pelgrim voegde zich weerbij jefim.

Page 240: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

vE HHALEN 238

Ze kwamen bij de kerk. Daar stond eengroote menigte van bedevaarders : Russenen nog veel andere volkeren — Grieken, Ar-meniers, Turken, Syriers. Eindeloos scheende stoet. Jefim Bing met het gewoel mee,schoof door de poort voorbij de Turkschewacht naar binnen. Hij kwam aan de plaatswaar Christus van 't kruis werd genomen engezalfd werd; daar staan negen groote luch-ters vol kaarsen. Jefim ontstak een kaars.Dan voerde de pelgrim hem de trappen oprechts naar Golgotha, waar het kruis stond,en Jefim las een gebed; dan toonde men hemde kloof waar de aarde zich tot in de onder-wereld scheurde, en de plaats waar Christusaan 't kruis werd genageld. Men wees hemAdams graf, waar Christus' bloed op zijngebeente vloeide. Dan kwamen ze aan densteen, waarop Christus zat, als men hem metde doornenkroon kroonde; en aan den paal,.waaraan hij gebonden was, als men hemgeeselde. Jefim zag ook den steen met detwee afdrukken van Christus' voeten. Nogmeer was er to zien, maar het yolk ijlde nu.

Page 241: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

239 VERHALEN

naar de Grafkapel, waar juist een mis vanander geloof gedaan was en de hunne be-gon. Ook Jefim kwam met het volk in deGrafkapel. Hij had gaarne van den pelgrim,willen loskomen, want de zondige gedach-ten speelden hem nog immer door 't hoofd;de pelgrim echter volgde hem op den voeten stond nu ook weer in de Grafkapel aanzijn zijde. Ze wilden nog meer naar vorendringen, maar 't gelukte bun niet :het ge-drang was zoo groot dat ze naar voor nochnaar achter konden roeren. En als Jefim daarzoo staat, kijkt en bidt, moet hij aanhoudendnaar zijn geldbeurs voelen. Twee taken ver-warren hem: hij gelooft vast dat de pelgrimhem bedrogen heeft; maar zoo niet, zoo debeurs werkelijk gestolen is, kan het hem.toch evenzoo gebeuren.

10

Jefim staat midden in 't gedrang, kijkrnaar voren, in de kapel, waar het HeiligGraf is en zes en dertig lampen boven het

Page 242: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

VERHALEN 240

graf branden. Eerbiedig staat Jefim daar,ki j kt over de hoof den heen, en o wonder!voor al de bedevaarders, juist onder de lam-pen, staat een kleine oude man in een ruw--lakenschen kaftan; zijn groot kaal hoofdblinkt in het licht, gansch gelijk bij ElzeusBordrov. << Hij lijkt heelemaal op Elzeus, >>denkt jefim. << Elzeus zelf kan het echter nietzijn... Hij kan onmogeli j k vó ór mij in jeru-.zalem zijn aangekomen. Het laatste schipvoor ons voer acht dagen vroeger. Met dat.schip kan hij zeker niet gekomen zijn. Enop ons schip is hij niet geweest. Ik heb allebedevaarders gezien. >>

Juist had Jefim dit bedacht, als de manbegon to bidden. Hij boog driemaal : een-maal naar voren voor den Heer en dan naarrechts en naar links voor de rechtgeloovigeChristenheid. En als hij het hoofd naarrechts wendde, zag Jefim werkelijk zijnvriend Elzeus Bordrov. Hij herkende zijn2warten, krullenden baard, die aan de wan-gen licht vergrijsd was, zijn wenkbrauwen,zijn oogen en neus en het heele gezicht ----

Page 243: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

241 VERHALEN

het was Elzeus Bordrov met lijf en ziel.Jefim was verheugd dat hij zijn Bezel had

weergevonden, en verwonderde zich tege-lijk, dat Elzeus voor hem was aangekomen.

« 2ie Bordrov, hoe die van voor staat ! »denkt hij. «Hij heeft zich wel bij een of an-der geschikten man aangesloten, die hemheeft geleid. Aan den uitgang zal ik hemwachten. Mijn pelgrim met zijn kap laat ikloopen en ik ga met Elzeus. Die zal me ze-ker beter leiden. »

Jefim paste op, om Elzeus niet uit het oogte verliezen. De mis was ten einde, het volkdrong naar voren om het Heiligdom te kus-sen, en Jefim werd daarbij opzij geschoven.Weer overkwam hem angst om zijn beurs.Jefim hield aanhoudend de hand op zijngeld en bemoeide zich uit het gedrang tekomen. Hij kwam buiten, Bing overal ronden zocht Elzeus; hij vond hem echter niet.Na de mis bezocht Jefim al de herbergen,maar nergens moist men van hem. Dezenavond kwam ook de pelgrim niet meer. Hijwas verdwenen zonder den geborgden roe-

Page 244: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

VERJ-IALEN 242

bel weer te geven. jefim bleef alleen.Den volgenden dag ging jefim weer naar

bet graf des Heeren samen met een ouderling uit Tambov, waarmee hij op de reisook al gesproken had. Hij wilde nu op devoorste nj komen, maar men drong hemterug. Hij stond aan een zuil en bad. En zoo-dra hij naar voren ziet, staat daar weer, viakbij bet Heilig Graf onder de lampen, ElzeusBordrov. Hij heeft de armen wijd open, zoo-als een priester vóór 't altaar, en zijn hoofdblinkt in bet licht. << Nu, >> denkt jefim, << nuzal hij me niet uit de oogen gaan.>> Hijwerkte zich door de rijen en kwam heel vanvóór: Elzeus was er niet meer.

Ook den derden dag gaat jefim naar devroegmis, en weer ziet hij Elzeus: hij staataan de heilige plaats, de armen uitgebreid,en kijkt naar boven, alsof hij daar iets ziet.En zijn kaal hoofd blinkt over den ganschenschedel. <<Nu,>> denkt jefim, << zal ik hemniet missen. 1k zal aan den uitgang gaanstaan en hem afwacbten. Zoo kan hij me nietontsnappen.>> jefim stond aan den uitgang,

Page 245: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

243 VERHALEN

de tempel stroomde leeg, maar Elzeus waser niet bij. Jefim bracht zes weken in Jeruza-lem door en bezocht al de heilige plaatsenBethlehem, Bethanie en den Jordaan; bijChristus' graf liet hij een zegel drukken opeen nieuw hemd, waarin hij zou begravenworden. Hij nam ook een fleschje met wateruit den Jordaan mee, ook gewijde aarde enkaarsen van heilige plaatsen. Al zijn geldofferde hij en behield slechts zooveel als hijvoor de terugreis behoefde. Dan begaf hijzich weer op weg, ging naar Jaffa, vaardemet het schip naar Odessa en ging van daarte voet huiswaarts toe.

11

Jefim, ging denzelf den weg als bij de heen-reis. En hoe dichter hij weer thuis kwam,hoe weer hij ook bezorgd werd, hoe menthuis zonder hem had geleefd. << In eenjaar, >> denkt hij, << vloeit veel water in dezee. Een heel leven lang hebt ge noodig oneuw huis in te richten, en in een enkel jaar

Page 246: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

VERHALEN 244

kan alles er van vernietigd zijn. Hoe mag dezoon gewerkt hebben? Hoe is bet voorjaaruitgevallen, hoe heeft bet vee overwinterd,en hoe staat bet met den bouw?>> jefimkwam in de streek, waar bij verleden jaarElzeus had verloren. De menschen warenniet te herkennen. Zooals ze verleden jaarderf den, flu leef den ze zonder zorg. De oogstwas goed gelukt, de menschen waren erweer boven op en schenen bun vroeger on-geluk al te hebben vergeten. Tegen denavond bereikte jefim bet dorp waar hij El-zeus 't laatst gezien had. juist kwam hij in't dorp, als er uit een hut een meisje op hemkwam toegeloopen.

<<Grootvaderke, grootvaderke, kom tochbinnen!>>

jefim wilde verdergaan, maar bet meisjepakte hem bij den kaftan en trok hem Ia-chend mee naar de hut.

Aan de huisdeur verscheen nu een vrouwen een jongen; ze wenkten en riepen:

<<Kom binnen, grootvaderke! Ge kunteten en slapen bij ons.>>

Page 247: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

245 VERHALEN

jefim, ging de hut binnen. Het was het-zelfde huis, waar Elzeus was gaan drinken;hij wilde eens naar hem vragen. jefim kwamin de kamer, de vrouw hielp hem den reis-zak van den rug, bracht waschwater, weeshem een plaats aan tafel. Ze haalde melk,koeken en gortebrij en zette het voor hem.jefim dankte de menschen en loofde henvoor hun gastvrijheid.

De vrouw schudde het hoofd en zei:<<Wij moeten wel vriendelijk zijn voor

de bedevaarders. Want juist een bedevaar-der heeft ons den weg des levens gewezen.Wij leef den in zonde, en God heeft onsdaarvoor gestraft. We wachtten nog maarop den dood. Vorigen zomer lagen we ziekvan honger. Het was met ons gedaan ge-weest, maar God zond ons een ouden man,iemand zooals gij. Hij kwam om drinken;maar als hij ons zag, had hij medelij den metons, en hij bleef hier. Hij gaf ons eten endrinken, bracht ons huishouden op dreef,kocht bet verpande land vrij, daarbij schonkhij ons nog paard en wagen...>>

Page 248: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

VERHALEN 246

Er kwam een oude vrouw binnen en on-derbrak de vrouw: <<Wij weten zelf niet,of het een mensch of een engel was. Allenhad hij lief, met ieder voelde hij medelij den.En hij ging weg zonder iets te zeggen. Weweten niet voor wien we God moeten bidden. - 1k zie bet nog zoo gebeuren: ik hgdaar, wacht op den dood, en plots komt ereen eenvoudige oude binnen met een kaalhoofd en vraagt een dronk. 1k zondares,dacht nog: wat zwerven die kerels rond!- Maar wat doet hij? Zoodra hij ons zoozag, dadelijk nam hij den zak, zette hembier op deze bank, bond hem los...>>

Het meisje viel baar in de rede:<<Neen, grootmoederke, eerst heeft hij

den zak op den grond gezet, dan op debank !>>

En zij begonnen ondereen te kijven, her-innerden al zijn daden en woorden: waar hijgeslapen had, hoe en tot wien hij gespro-ken had.

Met den avond kwam ook de boer metbet paard, en begon ook van Elzeus te ver

Page 249: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

247 VERHALEN

tellen en hoe hij bij hen geleefd had.<<Was hij niet gekomen,>> zei hij, <<we

zouden allemaal in zonde gestorven zijn.We waren wanhopig en zagen den doodvóór oogen, morden tegen God en de men-schen. Maar hij heeft ons weer recht gehol-pen, en door hem hebben we God leerenerkennen en 't geloof aan goede menschen.Christus moge 't hem vergelden! Vroegerleefden we als beesten, maar hij heeft vanons menschen gemaakt.>>

jefim at en dronk met de menschen; zemaakten hem een bed gereed en alien leg-den zicli slapen.

jefim ligt lang wakker. Immer moet hijaan Elzeus denken, then hij in jeruzalemdriemaal aan 't Heilig Graf heeft gezien.

<< In dit huis,>> denkt hij, << is hij vó ór mijgekomen. Of mijn offer in den hemel isaanvaard, weet ik niet; maar zijn offer heeftde Heer zeker aangenomen.>>

's Morgens nam jefim afscheid. De men-schen gaven hem nog koeken mee voor on-derweg en togen aan hun werk. En jefim,

Page 250: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

VERHALEN 248

ging verder naar huis.

12

Juist een jaar was Jefim weggebleven.Toen hij thuiskwam was 't weer lente.

Hij bereikte zijn huis tegen den avond.Zijn zoon was niet te zien : hij zat in de her-berg. 's Avonds kwam hij beschonken thuis.Jefim begon hem te ondervragen. Hij moistal spoedig, dat de zoon slecht had huis-gehouden : het geld was verdaan en de za-ken waren verwaarloosd. De vader maaktehem verwi j ten, de zoon werd boos.

<< Dan hadt ge 't zelf maar moeten doen, >>zei de zoon. << Maar gi j zi j t afgereisd met alhet geld. En nu vraagt ge mij nog reken-schap ! >>

De vader werd kwaad en sloeg den zoon.Den volgenden morgen begaf jefim Ta-

rassits j zich naar den schout, om zijn reispasin te leveren. Als hij voorbij Elzeus' huiskwam, zag hij de vrouw van Elzeus voorhet huis staan. Ze groette hem :

Page 251: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

249 V ERHALEN

<< God met u, vadertje! Alles goed ver-loopen? >>

Jefim Tarassitsj bleef staan en antwoord--de:

<< Mijn reis is goed geweest, God zij dank!Maar onderweg heb ik Elzeus verloren. Hijis teruggekeerd, poor ik. >>

De oude was zeer spraakzaam, en zij be-gon to vertellen :

<< Allang is hij terug, vadertje, kort naMaria-Hemelvaart reeds. We waxen blij alsGod hem weer terugvoerde. Want zonderhem was het droevig bij ons. Hij kan wel.niet veel meer werken; zijn beste jaren zijnvoorbij. Maar hij blijft toch nog altijd hoofddes huizes, en met hem is het ook veel lus-tiger. En hoe onze zoon lachte! zonderhem, zegt hij, is het juist als zonder licht in.de oogen. Als hij niet bij ons is, gaat 't levenons niet af, zoo houden wij aan hem. >>

<< En is hij nu thuis ? >><< Zeker vadertje, hij is in den bijenhof,

hij verdeelt de zwermen. De zwerm is goed,zegt hij. God heeft de bijen een kracht ge-

Page 252: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

VERHALEN 250

geven, zooals hij nog nooit heeft gezienGod heeft wel niet aan onze zonden ge-dacht, als hij ons zulk een genade bewees,zegt hij. Kom binnen, vadertje, wat zal deoude lachen!>>

jefim gaat door den gang, over het erfnaar Elzeus' bijenhof. Hij komt in den hof,en zie! daar staat Elzeus zonder kap ofhandschoenen. Hij staat in zijn groven kaf-tan onder een berkeboom, spreidt de armenwijd uiteen en ziet naar boven, en zijn kaalhoofd blinkt in bet licht. juist zoo had hijin jeruzalem gestaan aan bet graf des Hee-ren; en zooals in jeruzalem de lampen, lichtnu de zon, licht door bet berkenloover opzijn hoofd; boven hem zweven bijen in eengulden krans, en ze steken hem niet.

jefim bleef staan.Elzeus' vrouw riep haar man aan.<< De vriend is gekomen!>>Elzeus keek om, en kwam stralend op

jefim toe. In 't gaan nam hij voorzichtig watbijen uit zijn baard.

<< God met u, vadertje! God met u,

Page 253: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

251 VERHALEN

vriend... Hoe was de reis?»« Mijn voeten hebben de reis gemaakt; ik

heb u water uit den Jordaan meegebracht.Kom het maar eens halen. Maar of de Heermijn offer in genade aanvaard heeft... >>

«Nu, God zij dank, de Heer is ons ge-nadig... »

Jefim zweeg een wijle.« Mijn voeten waren in Jeruzalem, maar of

ook mijn ziel daar was, of iemand anders...« Dat is Gods zaak, vadertje, Gods zaak. >>« Op de terugreis ging ik in 't huffs, waar

ik u vroeger verloren had... >>Elzeus verschrok en viel Jefim in de rede:«Het is Gods zaak vadertje, Gods zaak.

Kom binnen, we zullen wat honing nemen.>>En Elzeus brak het gesprek of en begon

over huiselijke Bingen te spreken.Jefim zuchtte en sprak niet weer van de

menschen in de hut, ook niet, van dat hijElzeus in Jeruzalem had gezien. En hij be-greep dat God ieder mensch een offer heeftopgelegd, dat alleen met liefde en goedewerken te volbrengen is.

Page 254: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,
Page 255: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

BLADWIJZER

blz.

Heer en knecht ... ... ... ... ... ... 7

Waarvan de menschen Leven ... ... ... 129

De drie grijsaards ... ... ... ... ... 183

De bedevaarders ... ... ... ... ... ... 201

Page 256: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,
Page 257: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

In deze Boekengilde verschenen:

1. DR. A. VAN DRIESSCHE, Rietvelde

2. SELMA LAGERLOF, Dc Keizer van Portugaal

3. ANNA von KRANE, De Speelman van 0. L. Heer

4. JONAS LIE, Faste Forland

5. JAKOB KNEIP, Hampit de Jager

In voorbereiding:

7. LODE BAEKELMANS, Ommegang

8. THIT JENSEN, De Koning van 't Zand

9. MARK TWAIN, Tom Sawyer

10. RUD. KINAU, Hinnik de Zeehond

11. R. L. STEVENSON, De zwarte Piji

12. THEOD. STORM, De Kroniek van Grieshuus

Om de maand verschijnt een dee!, nr. 7 met Januari 1934-

In te schrijven met minstens 4 deelen, tegen 8 fr. per dee1.

Postrekening nr. 3099.41 (E. Amter, Leuven).

Boekengilde << Die Poorte >, Blijde-Inkomststraat, 77, Leuven.

Page 258: LEO TOLSTOI VERHALEN · LEO TOLSTOI VERHALEN. L TLT VRHLN BNLD D PRT. Nvrtld dr P. VN L. D R.rh hrjvr L NLJTJ rf TLT (b. lnj Pljn, pt. 828, t. tp, 20 Nv. 0, n .rtdn n trh tln n rhtn,

BOEKENGILDE <<DIE POORTE>>BLIJDE - INKOMSTSTRAAT, 77- LEUVEN