officieel orgaan van de usv hercules deherculaan 1 - 2015.pdfhak en sydney volten dat de organisatie...
TRANSCRIPT
deherculaanj a a r g a n g 1 0 0 - n u m m e r 1 - w i n t e r 2 0 1 5
Hans van Engelenburg Vrijwilliger zijn hoort bij onze clubcultuur
De ambities vanMaykel Tak
O F F I C I E E L O R G A A N V A N D E U S V H E R C U L E S
NEFKENS Utrecht Professional Centre Meijewetering 19 Tel.: (030) 241 42 43 Nieuwegein Professional Centre Limburghaven 1 Tel.: (030) 606 38 34 www.nefkensutrecht.nl
SJOERD VAN DER WAART VAN GULIK06-51 60 83 36
GUIDO MULDER06-51 63 11 29
(STARTENDE) ZZP-ER, V.O.F., B.V.
OF EENMANSZAAK?IEDEREEN MAG LEASEN BIJ NEFKENS!
POWERED BY
• OP BASIS VAN 24 MAANDEN EN 30.000 KM PER JAAR
• INCL. VERZEKERING• INCL. HOUDERSCHAPSBELASTING• INCL. REPARATIE, ONDERHOUD EN BANDEN• ACCEPTATIE AL MOGELIJK OP BASIS VAN UW
BUSINESSPLAN EN SLECHTS 4 MAANDEN BORG!
€ 299PER MAAND, EXCLUSIEF BTW.
V.A.
“Post Negotium otium” of in het Nederlandsch “Na inspanning uitspanning”was de zinspreuk waaronder het aloude Hercules op den 22den April 1882 werd opgericht’, zo begint de Herculaan van nu precies honderd jaar geleden. De redactie bestond uit W.Pohl (hoofdredacteur), W.Beker (voorzitter) en als leden ook nog M.Goudsmit en M.Spanjaard. DFC1 uit Dordrecht had Hercules 1 op 25 januari 1915 nog met 5-1 verslagen en een jaarabonnement op de Herculaan kostte fl1,- franco per post. Op zondagavond 31 januari stond de clubavond weer gepland bij de Vereeniging op de Mariaplaats waar het strijkorkest verschillende nummers ten gehore zal brengen. Beelden uit een andere tijd maar juist nu de Herculaan door bezui-nigingen en nieuwe technologie bedreigd wordt zinning om terug te kijken. Dat is sowieso leuk, kijk eens naar de oude nummers van deHerculaan die nu makkelijk op de Hercules site te vinden zijn. Lees over de jonge Steven Bosma en
Wouter Kenemans die door PSV gescout zijn. Of de nog steeds actuele humoristische klaagzang van eeuwig redacteur Hans Veldman over de gebrekkige inspanning die de meeste Hercules leden leveren. Dezelfde Veldman heeft in deze Herculaan een hilarisch interview met de broers Zwinkels die toch wel kunnen worden gekenschetst als oer-Herculanen. Samen staat de familie de Vries/Zwinkels bijna symbool voor de oude tijd waarin bijna alles binnen de familie in het teken van Hercules staat. Maar de tijden zijn duidelijk veranderd al schetst oud gediende Ton Meijs in een interview met vrijwilligerscoördinator veldvoetbal Hans van Engelenburg zeker geen somber beeld. Bepaald positief is ook het verhaal rondom het eerste dat zo succesvol is gestart in de topklasse. Het technisch beleidsteam René van der Kooij, Willem Romp en Erik Speelziek geven inzage in hun aanpak. Het team heeft de laatste tijd trouwens te maken met wat tegenslagen en er is ook binnen de
vereniging discussie of we wel bij eerste zeven willen eindigen wat de facto promotie naar het betaalde voetbal betekent met alle gevolgen vandien. Bovendien blijkt uit een interview met Vincent Hak en Sydney Volten dat de organisatie wel een steuntje in de rug kan gebruiken. Sterreporter Nils de Kruijff ontfutselt in het lang verwachte interview met Mister Hercules Michael Tak zijn grootste geheimen terwijl Reinier van de Vrie in een interview met Tyas de ingrediënten van een goede tennistraining onthult. Kortom, de Herculaan is 100 jaren jong.
100 Jaar Herculaan
l Vrijwilligerscoördinator Hans van Engelenburg 4l Hercules en de Hollandse school 6l Interview Maarten en Steven Zwinkels 10l Het plezier van Tyas van den Berg 15l In memoriam: Dick Suvaal 17 l Maykel Tak: de man met 6 banen 18l Oproep van Victor Hak en Sydney Volten 22
Inhoud Medewerkers:Jan van der GalieNils de KruijffTon MeijsDonald NoorhoffTon van RietbergenWim SnooyHans Veldman Reinier van de Vrie
3
Dat Hans uiteindelijk bij
Hercules terechtkwam, was
puur toeval. “Hercules startte
net eerder met een nieuw team
dan Sporting. Toen was de keus
voor mijn zoons snel gemaakt!
En al gauw was ik grensrechter
en teambegeleider en heb ik
zelfs de scheidsrechtercursus
gedaan. Maar het meest geniet
ik vooral van de wisselende
gezelschappen langs de lijn.
Het was en is vooral erg gezel-
lig met al die andere ouders!”
Ton van Rietbergen en Jan Fluit
benaderden hem persoonlijk
om vrijwilligerscoördinator te
worden: “Ik had daar wel idee-
en over. Vrijwilliger zijn hoort
bij onze clubcultuur. Bovendien
ben ik een tijdje voorzitter van
ons buurtcomité geweest en
ik vind iets maatschappelijk
relevants doen vanzelfspre-
kend. Dat kan uitstekend bij
Hercules, want het is een heel
leuke club die veel doet voor
de jeugd.”
Persoonlijk en concreetDe vrijwilligerscoördinator
brengt vraag en aanbod bij
elkaar. Als grootste voetbal-
club binnen district West 1
heeft Hercules veel vrijwil-
ligers nodig. Die rekruteert
Hans via ‘De Tindel’, een door
Rob Bronckers geïnitieerde
database. Ieder nieuw lid - of
zijn/haar ouders/verzorgers -
wordt bij aanmelding gevraagd
wat hij/zij voor de club gaat of
kan doen. “Zo kunnen we put-
ten uit een groot bestand aan
mogelijkheden. Vervolgens
schakel ik enkele andere leden
in en gaan we mensen bellen.
Mooi voorbeeld is de com-
missie van ontvangst aan het
begin van dit seizoen. Binnen
twee weken hadden we die
uitgebreid met negen nieuwe
leden. Hoe? Door de clubcul-
tuur uit te dragen. Dat het van-
zelfsprekend is dat ook jij iets
doet voor de vereniging. Ik
benader mensen persoonlijk
en zo concreet mogelijk met
een duidelijk verhaal over
taken en tijd. En dan zeggen
mensen meestal ja.”
Altijd mensen nodigEen club als Hercules is altijd
in beweging. Daarom zoekt
de afdeling veldvoetbal op
dit moment onder meer
naar leden die Hercules via
moderne communicatiemid-
delen (Facebook, Youtube,
Vrijwilligerscoördinator Hans van Engelenburg:
“Vrijwilliger zijn hoort bij onze clubcultuur”‘Dat zal wel een somber verhaal worden’, dachtik bij het voorbereiden van dit interview. Vrijwil-ligers vinden is tegenwoordig geen sinecure. Na het gesprek weet ik dat de werkelijkheid bij Hercules een stuk zonniger is dan elders. Lees over de persoonlijke en concrete aanpak van vrijwilligerscoördinator veldvoetbal Hans van Engelenburg.
4
etc.) verder op de kaart zetten.
Daarnaast zijn extra trainers
en coaches voor de lagere
teams en jeugd altijd welkom.
Extra handen voor materiaal
veldvoetbal en diverse klus-
werkzaamheden komen ook
zeer van pas. Neem anders zit-
ting in de incidentencommissie
om de normen en waarden bij
Hercules verder uit te dragen.
Of bent u het commerciële
dier dat de sponsoring van
Hercules verder naar een
hoger plan tilt? Mocht u een
van deze kwaliteiten hebben
ingevuld bij uw aanmelding
wacht dan niet tot Hans u bena-
dert, maar benadert u Hans!
Ga anders eerst naar www.
usvhercules.nl en klik onder
Algemeen op ‘Vrijwilligers’.
Daar vindt u het laatste over-
zicht, inclusief zijn contact-
gegevens (0652018649 of
0302581288 hans.vanengelen-
ScheidsrechtersVoor één taak werft Hans voor-
alsnog geen vrijwilligers. “We
hebben tenminste 20 scheids-
rechters nodig, maar ik vind
dat het veldvoetbalbestuur
daarvoor eerst beleid moet
maken. Er zijn meerdere opties
denkbaar. Bij mijn oude club
Kampong bijvoorbeeld floten
teams verplicht wedstrijden
van elkaar. Maar je kunt ook
denken aan bescheiden ver-
goedingen voor scheidsrech-
ters. Wie dat gaat betalen? Wat
mij betreft de gebruikers! Of ik
bij mijn taak nog iemand erbij
kan gebruiken? Uiteraard! Qua
vrijwilligers biedt Hercules
heel veel potentie. Het is abso-
luut geen probleem om men-
sen te vinden en te mobilise-
ren. Dus neem gerust contact
met me op”, aldus een enthou-
siaste Van Engelenburg.
Ton Meijs
5
Hercules en de Hollandse school
6
Twee dagen na het echec tegen Tsjechië zit ik in het clubhuis tegen over het technische hart van Hercules. Hoofdtrainer Erik Speelziek, aanstormend talent Willem Romp en Hoofd technische zaken René van der Kooij. Mijn openingsvraag of ze Jan Fluit kennen en hoe hij als voetballer was, leidt dui-delijk tot de bedoelde verwarring.
Vlnr: Eric Speelziek, René van der Kooij en Willem Romp
7
Alle drie denken ze aan ons
zeer gewaardeerde voetbal-
bestuurslid organisatie en
communicatie, die mij deze
vraag had ingefluisterd, maar
zien daar niet zo snel een
groot voetballer in. Er wor-
den wenkbrauwen gefronsd
en zelfs de immer ad remme
trainer Speelziek staat even
op het verkeerde been. Snel
herpakt de in Ede wonende
trainer zich. Jan Fluit, maar dan
de gelijknamige neef van ons
bestuurslid, blijkt een groot-
heid in de regio. ‘Werkelijk
een geweldige voetballer die
Jan’ weet Speelziek. ‘Hij heeft
nog in allerlei vertegenwoordi-
gende elftallen gespeeld, maar
is altijd trouw aan DTS Ede
gebleven.
Zelf heeft Speelziek naast DTS
ook bij Rheden gespeeld en
zelfs het betaalde voetbal ge-
haald.’ Ik speelde op de be-
faamde berg bij FC Wagenin-
gen. Ik was een technisch
vaardige speler met een goed
inzicht maar was wel een tikje
gemakzuchtig. Ik vond het te
snel goed’, zegt de huidige
trainer van Hercules trerugkij-
kend op de speler Speelziek.
‘Ik heb ook respect voor echte
clubjongens zoals Jan Fluit,
maar in de topklasse waarin
Hercules zich nu bevindt, kom
je ze helaas niet veel meer
tegen. Behalve om geld, voor
spelers van dit niveau gaan
toch bedragen tussen 500 en
2000 euro per maand over of
onder de tafel, staat vooral de
eigen ontwikkeling of het zo
hoog mogelijk willen spelen
centraal. Die individualisering
en denken in doelen zie je
trouwens in de hele samen-
leving. Ook dat ellenlange
uitleggen en steeds stoppen
van de training is echt van
deze tijd’. Beroepsopleider en
oud-trainer Joop Brand zei het
onlangs mooi in de Volkskrant,
“Bij de vertegenwoordigende
teams van de KNVB spelen
ze partijen van vier maal een
kwartier en na elk kwartier
volgt er weer ellenlange uitleg
over wat ze moeten doen”.
De conclusie van Brand waar
Speelziek het helemaal mee
eens is: ‘dat spelers zo zelf
niet leren nadenken en crea-
tiviteit verloren gaat’. Ook is
er volgens Speelziek veel te
veel aandacht voor balbezit en
positiespel op zich. ‘Positiespel
moet een doel hebben. Al die
oefeningen waarin je een punt
krijgt als je de bal tien keer
naar elkaar toe speelt, leveren
volgens mij niet veel op. Dat
levert statistieken op zoals
over Oranje dat we het meeste
balbezit hebben maar wel vrij-
wel allemaal op eigen helft’.
Positiespel speel je om sco-
ringskansen te krijgen. Je doet
dat of via positiespel of via een
individuele actie. Als je eer-
lijk bent zie je bij het huidige
Nederlandse elftal beiden niet.’
Willem Romp, is na een uit-
stapje bij o.a Argon bewust
terug gekomen naar Hercules
omdat hij verwacht daar veel
te kunnen leren. ‘Het was zeker
niet voor het salaris verzekert
de gymleraar op het MBO col-
lege te Hilversum me’. De toch
pas 30 jarige Romp wordt door
velen gezien als de kroonprins.
Al weten we hoe gevaarlijk die
kreet in de voetballerij is, maar
hij heeft in elk geval plannen
om het volgend seizoen zijn
tc1 te halen en wil graag veel
bereiken in de voetballerij. ‘In
de jaren bij Argon A1 heb ik
erg veel geleerd. We speel-
den daar op het allerhoogste
niveau met wedstrijden tegen
Ajax A1 en zo. Om dan toch te
blijven voetballen en de stem-
ming erin te houden is best
lastig’. Dan komen we ook op
een punt dat erg belangrijk is
en wellicht wel het kernpro-
bleem van het Nederlandse
voetbal,’ de mentaliteit’. Ik
ben er heilig van overtuigd
dat we daar in Nederland een
probleem mee hebben. René
van der Kooij is het daar over-
duideljik niet mee eens. ‘Kijk
nu eens naar Epke, Sven, Dafne
of Tom Dumoulin en neem die
volleyballers en ook de voet-
ballers in 1974, 1978 en 1988.
Die hebben of hadden toch
geen probleem met mentaliteit,
al is het natuurlijk wel zo dat
iemand uit de achterbuurten in
Brazilië of Afrika een grotere
drive heeft om zich waar te
maken. Want een tikje verwend
zijn we wel, waar de hoed en
de nep gouden tanden van
Memphis een beetje model
voor staan.
8
Dit is de beste groep waarmee ik ooit gewerkt hebTot nu toe doet Hercules het
behoorlijk goed in de Topklas-
se. Al liep het in de westrijd
tegen de Treffers even niet zo
lekker en liep men tegen een
behoorlijke zeperd (1-5) aan,
maar het team staat nog steeds
bij de beste 11 en heeft relatief
weinig tegengoals en dat met
een ploeg waarvan slechts Rob
Rietveld, Kevin Ligtermoet,
Wesly van Ojen, Thomas
Reynaers en Roy Kelder ver-
leden jaar deel van de basis
uitmaakten. Zo’n nieuwe ploeg
en dan zo goed meedoen dat is
eigenlijk ongelofelijk.
‘Tja, dat is niet mijn werk geeft
Speelziek snel toe, maar ik
wil wel kwijt dat dit de beste
groep is waarmee ik ooit
gewerkt heb. Er zit heel veel
talent in maar ze zijn ook heel
leergierig en kunnen goed
tegen kritiek. Het is ook echt
een team en vooral voor die
jongens die er vlak tegenaan
zitten heb ik groot respect.
Maar voor de keuzes moet je
bij René en Willem zijn’.
Ja, hoe werkt dat eigenlijk het samenstellen van zo’n selectie? De beide heren kijken elkaar
glimlachend aan en wijzen
naar elkaar. ‘Willem heeft
gewoon een geweldig netwerk’
begint René. ‘En René neemt
mijn tips serieus en heeft echt
een neusje voor wie wel past
en wie niet’ weet Willem. Veel
van de spelers melden zich
ook zelf aan of kennen jon-
gens bij ons. Zo kende Rob
Rietveld keeper Arjen van Dijk
en liepen er ook lijntjes naar
Floris Burgers (FC Oss). We
mikken ook vooral op jongens
die goed kunnen voetballen
en niet primair op geld uit
zijn, want dat laatste is niet de
grootste kracht van Hercules,
want op het gebied van spon-
sors lopen we wel mijlenver
achter op met name clubs uit
de dorpen als Spakenburg,
Veenendaal of Katwijk. Al zit
daar een bescheiden voordeel
verscholen omdat bij veel
clubs met geld het eerder de
sponsors dan de trainers zijn
die aan de touwtjes trekken.
Het was in elk geval een reden
voor Speelziek om een eerder
contract op te zeggen en ook
mede debet aan het grote ple-
zier dat hij bij Hercules vindt.
Ik heb heel veel gesprekken
gevoerd met René, Willem
en het bestuur maar had van
het begin af en aan een goed
gevoel bij de club en dat heb
ik nog steeds. Dit is een mooie,
warme club. Al vindt de CBR
examinator - haal nu je rijexa-
men bij Hercules! - de com-
binatie van werk, trainen en
reizen best zwaar. Zo loopt ook
dit interview natuurlijk weer uit
en als je dan tegen twaalven
de Hercules kantine verlaat om
naar Ede te vertrekken dan is
zo’n wekker om 6.15 toch wel
wat vroeg’.
Veel cliché’s en weinig analyse in voetballerijSpeelziek ergert zich vaak aan
alle clichés, ‘we zaten niet lek-
ker in de wedstrijd’ of ‘ze heb-
ben op wilskracht gewonnen’
van trainers op de tv en in de
kranten. Want wat heb je daar
nu aan als speler? Hoe doet hij
dat dan? Laten we eens kijken
naar de wedstrijd van Hercules
uit bij FC Lienden. De eerste
helft werden we helemaal weg
gespeeld en we staan met
mazzel slechts met 1-0 achter.
Het blijven natuurlijk ook de
landskampioenen bij de ama-
teurs van verleden jaar en we
hadden daar vorig jaar ook
met 7-1 verloren. Ik merkte dat
vooral dit laatste in het hoofd
zat. Dus ik vraag aan de groep
‘hebben jullie nu laten zien
wat je kan? Jullie kunnen toch
veel beter dan dit en vanaf nu
spelen we de middenvelders
in. Gewoon durven inspelen en
opendraaien en ik bracht Colin
Broers erin en dat is nu net een
speler die dat ook goed kan.
En of het hierdoor kwam weet
je niet maar de tweede helft
was echt voor ons en we speel-
den 1-1 maar hadden hem
nog bijna gewonnen ook. Kijk,
ik ben niet wat je tegenwoor-
dig wel een ‘people mana-
ger’ schijnt te noemen. Zo’n
Korbach of een Beenhakker die
altijd wel een ‘bon mot’ klaar
hebben, dat heb ik niet. Ik ben
vooral inhoudelijk gedreven. Ik
vertel ook wel eens een grap.
Soms zelfs een goede!’ in de
stilte die valt liggen René en
Willem in een deuk.
Zal er ook dit jaar weer een
grote leegloop plaatsvinden?
Dat is de grote vraag. René
weet dat er nu al aan een
aantal van onze spelers wordt
getrokken. We moeten ons als
club ook beraden over welke
kant we opwillen. Als we graag
in de topklasse of zelfs de
nieuwe tweede divisie (over de
naam voor de klasse is nog wel
een inspraak circus gaande)
willen spelen en dat geldt voor
alle clubs die bij de eerste 7
eindigen in de beide topklas-
ses, dan zullen we vooral aan
de randvoorwaarden moeten
werken. Dat gaat niet om bak-
ken met geld maar wel zou ik
bijvoorbeeld graag wat eerder
gaan trainen met de selectie
want van 20.30 tot 22.00 is vol-
gens ons toch wat te laat. Een
pastamaaltijd hier en daar en
niet te veel omslachtige proce-
dures als we tegenstander wil-
len analyseren en zo. Ik begrijp
het allemaal wel dat het lastig
is met bestuurders die het
allemaal naast een zware baan
doen, maar het feit is wel dat
er nu wel heel veel op mijn
bordje terecht komt en ik nu
al 60 uur maak. Allemaal met
veel plezier hoor, want ik vind
Hercules ook een moordclub,
maar omdat ik er zo vaak ben,
word ik aangesproken en aan-
gekeken op afspraken die niet
of te laat worden nagekomen.
De club moet echt nadenken
hoe ze verder wil en moeten
daarin duidelijk zijn. Als we in
de topklasse willen blijven en
of zelfs promoveren dan zal de
begroting wat omhoog moe-
ten, maar vooral moet er meer
slagvaardigheid komen. We
zullen ook moeten staan voor
ons eigen model waarbij we
vinden dat het om het collec-
tief gaat en we niet sommige
spelers wel en andere niet een
contract geven. Dat is vragen
om moeilijkheden. Maar je
kunt natuurlijk ook voor een
model kiezen waarin het je
vooral om de eigen jeugd gaat
en je je minder druk maakt
over op welk niveau je speelt.
Dat is voor trainers altijd een
wat lastige opgave, omdat onze
missie eigenlijk is om het alle-
bei te bereiken door de jeugd
op hoger niveau brengen.
Nu rammelen Rob Lemmens,
Jordey Buitenhuis en Raymond
van Nistelrooij al aan de deur
en ik zie er meer komen.
Hoe hoog gaat Hercules eindigen?De concurrentie is de top-
klasse is moordend. Iedereen
kan van iedereen winnen, dus
alles kan nog gebeuren, maar
alle drie staan ze verbaasd
wat het eerste maar ook het
tweede van coach Rob van
Garderingen, dat eveneens
nagenoeg nieuw is, presteert.
Ton van Rietbergen
9
Maarten (26) en Steven (23) behoren nog tot een
steeds selectere groep Herculanen die al sinds
ze kunnen lopen (wellicht zelfs daarvoor al) in de
zomer langs het cricketveld werden geposteerd
terwijl hun ouders Petra en Leo zich onderwier-
pen aan de King of Sports. Twee witharige dreu-
mesen, plastic batjes, wickets en tennisballen...
Anno 2015 zijn ze beide pijlers in het Eerste.
Maarten als vooral als batsman, Steven als ope-
ningsbowler (“en in toenemende mate ook als
batsman”). De Herculaan schoof aan voor een
gezellige avond over voetbal, werk, samenwonen
maar vooral cricket. Veel cricket.
Hercules 1 vloog afgelopen seizoen op onkarak-
teristiek flitsende wijze uit de startblokken. Met
een serie van 8 overwinningen (“drie oefenwed-
strijden -waaronder Kampong, dat moet gezegd
worden!- en 5 competitiewedstrijden”) werd
gebroken met de traditie van een paar vroege
nederlagen, waardoor de hoogste plaatsen al
direct uit het zicht raakten. Een fraaie tweede
plaats in de Overgangsklasse was het resultaat.
De terugkeer van een aantal oude bekenden
(Ashan Bamunusinghe van de Haegsche CC,
Gilles van den Broek van ACC, Qamar Qazi van
Punjab, Aiden Shaqib van Groen Wit) had daar
zeker mee te maken.
“Zeker door de terugkeer van Ashan hadden we
een stabielere batting line-up. Totalen van 200+
waren weer haalbaar. Maar door meer kwaliteit
zijn we ook flexibeler, bijvoorbeeld met onze
openingsbatsmen. Als het niet meer loopt, kun-
nen we schuiven. En we hebben maar liefst 5
wicketkeepers van prima niveau: behalve speler-
coach André Roach (dit jaar voor het 4e jaar in
Nederland, 3e jaar als coach), Shaqib, Gilles,
Ashan en Sander Helberg”.
Steven is openingsbowler “En sinds mijn tijd in
Nieuw Zeeland allrounder. Ik heb daar het bat
leren hanteren op de juiste wijze”. Dat was een
cricketstage op puur eigen initiatief. De studie
werd er een jaar voor onderbroken. “Ben
Williams, de oud-coach van VOC heeft een eigen
cricketschool in Tauranga op het noord eiland,
ongeveer 3 uur van Auckland”.
“Sinds Nieuw Zeeland bowl ik een stuk sneller.
Ik ben 6 maanden alleen maar met cricket bezig
geweest, niets anders. Fysiek ook sterker gewor-
den in mijn bovenlijf door specifieke trainingen.
Hier heb je daar geen tijd voor. 2 x 2 uur per
week, dat is het”
De trainingsmethodes werden wel mee terug
genomen naar Hercules: “In april, mei en juni
hebben we 12 weken getraind met fitnesstrainer
Robert van der Ham. Stationnetjes op het veld,
toegespitst op explosiviteit, in een uur helemaal
afgebeuld worden”.
Over de mooiste wedstrijd van afgelopen sei-
zoen zijn beide heren eensgezind: “Punjab thuis”.
Als enige team wist Hercules de latere kampioen
dit jaar te verslaan. “Punjab heeft 3 speler-
11
Cricket was altijd al een sport van cijfertjes. Meer nog dan de soms merk-waardige rituelen in het cricketveld, kan de echte cricketliefhebber genie-ten van de vele, vele statistieken die er van iedere wedstrijd en iedere speler te maken zijn.Om de cijfers van Hercules Cricket in 2015 te snappen hoef je geen insider te zijn: sportief gezien lijkt het lek boven, het ledental en de gemiddelde leeftijd zijn zorgwekkend.Een kleine groep enthousiastelingen houdt Cricket sportief en organisato-risch op de been. Zoals Maarten en Steven Zwinkels. Herculanen en vooral cricketers, vrijwel vanaf hun geboorte. En voetballers. En net leraar wiskun-de en bijna dierenarts. En broers.
12
coaches, hadden alles gedomineerd, en konden
tegen ons kampioen worden. Ze hadden het res-
taurant al gereserveerd, er was een heel begelei-
dingsteam mee en ze zouden het wel even gaan
doen. Hun totaal van 205 haalden we in voor het
verlies van maar 4 wickets”
De wedstrijd tegen Qui Vive was een goede
tweede. “Die wedstrijd maakten we voor het
eerst 300, op een lastig battingwicket. We heb-
ben Qui Vive echt totaal vernederd!”
Op sportief vlak was het sowieso een prima
jaar voor de cricketafdeling. Ook het Zaterdag-
middagteam (Zami’s) en de Veteranen eindigden
tweede in hun competitie. Hercules 2 eindigde
als stabiele middenmoter.
Deze winter wordt bekeken hoe dat volgend jaar
gaat. Of de West Indische speler-coach André
Roach weer terug komt (“Dat zal afhangen van
wat hij wil, en wat het bestuur wil”). En over de
doelstelling voor volgend seizoen. “Ik wil wel
naar de Hoofdklasse toe. Met 1 of 2 aanvullingen
zou mooi zijn, maar met deze groep is het ook
mogelijk. Dan moeten we wel dat doel uitspre-
ken, en er met zijn allen voor gaan”. Hoe het er
precies uit zal zien, zal pas rond half februari dui-
delijk worden. Dan sluit de overschrijvings- en
aanmeldtermijn van de KNCB.
Leg het eens uit aan al die voetballers. Wat is het mooiste aan cricket?“Zo’n bal echt ontiegelijk ver weg slaan. Dat
geeft me een gevoel van euforie. Als je hem van
je plankje voelt gaan dan weet je het al. Dat vind
ik zó lekker! Daar ben ik nog steeds een bats-
man voor” glundert Maarten.
Steven: “Een belangrijke inning spelen.
Belangrijk zijn voor je team. Als bowler iemand
uitdenken met de bal. Een plan maken en dan
ook de palen eruit gooien. Dan ben ik nog steeds
die bowler die ik ooit was. Maar ook gewoon de
hele dag met je maten op stap zijn”.
En het stomste aan cricket? Regenwedstrijden toch zeker?“...en dan zo’n captain van de tegenstander die
echt tot vier uur ’s middags wil wachten” herkent
Maarten. “En als je thuis speelt met covers moe-
ten slepen. Erop, eraf, erop...“vult Steven aan. “En
de tijd die je dan kwijt bent: 9 uur ’s ochtends
verzamelen, 10 uur ’s avonds thuis”.
Steven wordt ook niet echt blij van het vice-
captain zijn en alle regeltaken die daar bij horen.
“Maar het moet gebeuren. En je moet toch je ver-
antwoordelijkheid pakken”.
Hoe gaat dat eigenlijk tussen jullie. Is er extra rivaliteit? “Op trainen zeker, soms tot irritatie van onze
teamgenoten. Die vinden dan dat we te fel zijn
tegen elkaar”. De bowler begint standaard met
jennen. Ongeacht wie bowlt. Het maakt ons beter,
we willen beter presteren”
En wie is dan de beste?“Dat verschilt per dag. Er is niet echt één win-
naar”, klinkt het diplomatiek.
Maarten: “Ik heb er een hekel aan als mijn kleine
broertje mij met de bal probeert te raken. En dat
probeert hij bij mij meer dan bij anderen. En dat
mag je niet ontkennen!”
Steven: “Nee, dat ontken ik zeker niet hahaha”
Wie de jeugd heeft, heeft de toekomst. Wie geen jeugd heeft...?Ondanks het sportieve succes blijft de toekomst
zorgwekkend. Het is overduidelijk dat er hoog-
nodig nieuwe cricketleden bij moeten komen.
De helft van de leden nadert inmiddels de (cric-
ket)pensioenleeftijd of is daar al overheen. Om
elk weekend vier teams te vullen moeten veel
mensen 2 wedstrijden in een weekend spelen.
Dat verhoogt de kans op blessures en dan moet
de rest nóg meer spelen. Het huidige Eerste is
een mix van oudere en jongere jeugd en kan nog
wel een paar jaar mee. Maar daarachter zit niets.
Hercules is niet de enige in cricketland met
problemen. Het Nederlands team dreigt de
internationale aansluiting te gaan verliezen. Het
aantal clubs en het aantal teams daalt. Zelfs in de
Veteranencompetitie beginnen de duels dunge-
zaaid te raken.
Slechts een paar clubs hebben een bloeiende
jeugdafdeling. Hercules hoort daar niet bij. Het
lijkt nog zo kort geleden dat er 5 of 6 teams in
verschillende leeftijdsgroepen onder de vleu-
gels van Rob en Cees Schriek, Petra de Vries en
een hoop jongens uit het huidige Eerste werden
klaargestoomd voor het echte werk.
Maar de jeugdafdeling van Hercules is ter ziele.
Er waren een paar prima talenten, maar geen
teams meer om ze in te laten spelen.
“Het plan van de KNCB om de jeugd op zondag
te laten spelen zodat mensen twee sporten kun-
nen blijven doen komt niet uit de verf. We heb-
ben wel een paar 16 jarigen die met de Zami’s
of het 2e meedraaien. Bouke Jansen, Duco Ohm
junior junior junior...“
“Ik weet dat het moet” zucht Maarten moedeloos.
“Maar ik zie zo niemand die er tijd voor heeft.
Als je nu gaat beginnen met de jeugd van zeg
11-12 jaar, zit er ongeveer 10 jaar tussen voor
ze klaar zijn voor het eerste. Die tijd moeten ze
begeleid worden. Door wie? Een ‘idioot’ die dat
10 jaar doet... Zoals Rob en Cees Schriek vroe-
ger, daar had je goud mee in handen. Nu zal het
toch meer ‘vele handen maken licht werk’ wor-
den”.
“Ik wil best hier en daar een training doen maar
niet de kar trekken. Trainen, spelen, bestuurs-
taken, werken, school... wanneer moet je het
doen?”.
Daar lijkt een prachtige taak weggelegd voor
de grote groep Hercules Veteranen die op hun
laatste benen lopen: het doorgeven van hun skills
binnen en buiten het veld. Het veilig stellen van
de toekomst van Hercules als laatste cricketwa-
penfeit. Bij het cricket betrokken blijven, eerst
nog tijdens de wedstrijden en trainingen en
naarmate zowel de aantallen als het nivo stijgt,
met een gerust hart het stokje overgeven aan de
toekomstige generatie.
Maarten: “Ik heb nooit het gevoel gehad dat het
klaar was met cricket op Hercules. Maar de pro-
blemen zijn nog niet opgelost. We moeten weer
groeien, stappen maken. Al zijn het maar 3 of 4
per jaar, als je maar groeit. Als dat aanwas van
buitenaf is, is het ook prima”
“Je zult ook creatief moeten zijn. Kijken naar
een cricketvorm die niet de hele dag duurt.
Twenty20, of zomeravondcricket voor beginners,
13
zoals vroeger het gemengde 8-a-side. Zoeken
naar tijdwinst bijvoorbeeld door 10 overs van 1
kant te bowlen en dan van kant te wisselen, zoals
dat in de jeugd al gebeurt. Maar het ‘echte cric-
ket’ moet ook blijven bestaan, daar doe je toch
de meeste ervaring op. Goed om ze beide in
leven te houden”
Ook wel eens geen cricket?Als het cricketseizoen ophoudt, begint ook voor
Maarten en Steven het voetbal.
Steven speelt in Hercules Zaterdag 11. “Ik heb
in de jeugd wel in een aantal selectieteams
gespeeld, maar ik zat op een gegeven moment
veel op de bank. Ik wil het spelletje spelen. Toen
heb ik gekozen om lager te spelen. Ja, ik speel nu
in het allerlaagste team. Maar ook het allergezel-
ligste. Ik sta overal waar het team me nodig heeft.
Centraal achterin, maar meestal toch linksbuiten”
Maarten traint en coacht Zaterdag Dames 2. “Ik
ben ook keeper, maar door de overlap met het
coachen is dat niet te combineren. Ik val wel af
en toe in”.
Daarnaast zijn beide heren aan het eind van hun studie.Maarten is sinds een paar weken docent wiskun-
de: “Ik studeer dit jaar af maar heb al wel mijn
eerste baan” klinkt het niet zonder trots. Twee
brugklassen en twee 2e klassen bij het College
De Heemlanden in Houten. “Ik ben direct en ook
wel streng denk ik. Ik heb gewoon veel in de
gaten en goed door wat er in de klas onder de
tafels gebeurt. Maar als je het op de rails hebt,
kun je het ook leuk maken en echt iets opbou-
wen met de leerlingen”.
Ook Steven nadert het einde van zijn studie:
diergeneeskunde in Utrecht. “Ik zit in mijn 5e
jaar en doe mijn co-schappen. Paarden en gezel-
schapsdieren, in de Universiteitskliniek. Nee, ik
wordt geen veearts. Kleine huisdieren vind ik het
leukst. Gevoel hebben met het dier, interactie
aangaan. Wat je honden kunt leren bijvoorbeeld,
dat vind ik mooi. We hadden vroeger nooit huis-
dieren, misschien ben ik daarom wel diergenees-
kunde gaan doen” lacht hij.
Met het einde van hun studie komt er dan ook
een einde aan het samenwonen van Maarten en
Steven in een appartement in Overvecht. “Binnen
1 of 2 jaar hopen we allebei ons eigen plekje te
hebben”
Zijn er al dames in het spel? “Sporadisch” meldt
Steven. “En Maarten? Niet dat ik weet ha, ha”.
En wie maakt er het meeste rommel? Dat is toch
Maarten. Opruimen gebeurt door degene die
er het meeste tijd voor heeft. Omdat Steven om
kwart over zes op moet, zou dat ook zo maar
Maarten kunnen zijn (“ik slaap door”).
Zelfde vraag als destijds aan de Haagmannen,
die andere samenwonende broers: wie heeft er
zapp-controle? “Dat speelt niet echt. Rond etens-
tijd Veronica en zondag Studio Sport. En verder
kun je met second screen veel oplossen”, lachen
ze.
Uw reporter dacht nog even aan die twee wit-
harige dreumesjes van vroeger en hoorde Theo
Reitsma. “Dit is een goed stel hoor!”.
HV
14
Sinds een jaar of vier geeft
Tyas van den Berg (26) tennis-
training bij Hercules. Vorig jaar
kreeg hij een vast contract voor
22 uur in de week en verzorgt
hij samen met Frank van der
Storm en Karin Hesselink de
tennistrainingen. Als jochie van
zeven begon hij zelf bij onze
club te tennissen en kreeg
hij les van Frank op de zater-
dagochtend. Hoewel hij direct
zeer enthousiast was voor het
spelletje begon hij toch pas op
zijn vijftiende met competitie
en toernooien te spelen. Zijn
andere hobby, waterscouting,
had hem daar tot die tijd vanaf
gehouden, omdat de activi-
teiten in dat kader ook in het
weekend vielen. Na twee jaar
jeugdcompetitie te hebben
gespeeld is Tyas in senioren-
teams terecht gekomen. Hij is
nu doorgedrongen tot het eer-
ste herenteam van Hercules,
dat in de derde klasse uitkomt.
Voor hemzelf is dat eigenlijk
net wat aan de pittige kant, met
als gevolg dat zijn single rating
van 5 naar 6 is gegaan. Jammer
natuurlijk, maar ook als hij
zelf tennist komt bij hem spel-
vreugde op de eerste plaats.
PlezierNa zijn middelbare school ging
Tyas de opleiding Sport en
Bewegen in Hilversum volgen.
Daar heeft hij zich twee jaar
gespecialiseerd in tennis. Met
als resultaat dat hij de papie-
ren heeft voor tennistrainer A,
een voorwaarde van de KNLTB
om trainingen te mogen ver-
zorgen. Bij Hercules traint hij
nu twaalf jeugdgroepen en
acht groepen voor volwasse-
nen. Aan welke categorie geeft
hij de voorkeur? Tyas: “Dat
maakt me niet zoveel uit. Elk
groepje is anders en dat maakt
het juist zo leuk. Met de jeugd
ben ik natuurlijk veel bezig
met de basistechniek en volg
ik een min of meer vast pro-
gramma, maar ik probeer de
oefeningen ook speels te hou-
den. Belangrijk is dat iedere
leerling plezier in de training
heeft. De ene volwassen groep
wil vooral veel bewegen en
recreatief en gezellig bezig
zijn. Andere spelers zijn veel
fanatieker en willen bijvoor-
beeld bepaalde techniekvaar-
digheden of hun positiespel in
de dubbel verbeteren. Dat zijn
vooral de veertigers en vijfti-
gers. Ik stem het af op wat de
groep wil en ook op individu-
ele wensen.”
Veel ouderen hebben zich in
de loop der jaren soms de
vreemdste technieken aan-
geleerd. Voor Tyas hoeven
dat geen perfecte technische
spelers te worden. Hij zal dan
ook niet snel de nadruk leg-
15
“Een geslaagde tennisles is leuk
en leerzaam”Je ziet hem eigenlijk altijd vrolijk en enthousiast op de baan staan. Tennisleraar Tyas van den Berg is ervan overtuigd dat zijn uitstraling ook effect heeft op zijn leerlingen. Want hoe zou hij anders zelfs bij slecht weer pubers gemotiveerd weten te krijgen voor de training?
16
gen op het afleren van slechte
techniek, tenzij de techniek de
speler zelf erg in de weg zit.
Soms is een kleine verandering
ook al voldoende om iemand
beter te laten spelen. Maar je
moet een vijftiger niet meer
een dubbelhandige backhand
willen aanleren, tenzij hij of zij
dat zelf natuurlijk graag wil en
er een goed balgevoel voor
heeft. Zijn adagium is dat een
les vooral leuk moet blijven. Een
les is voor hem pas geslaagd
als leerlingen na afloop laten
blijken dat ze het een leuke les
vonden of zeggen dat ze weer
wat geleerd hebben.
Maar hoe motiveer je kinderen
die eigenlijk niet zoveel zin heb-
ben? Hij zegt dat ook de meeste
jonge leerlingen wel gemoti-
veerd zijn voor de lessen, al ligt
bij de een meer het accent op
gezellig bezig zijn, terwijl een
ander fanatiek wat wil leren.
Pubers willen - zeker als het
regent - nog wel eens mokkend
de baan op komen. Tyas ervaart
dat hij met zijn enthousiaste,
positieve en fanatieke uitstraling
ook hen die les wel weet mee te
krijgen. Wat je zelf geeft, komt
meestal ook weer terug, weet hij
inmiddels.
Favoriete leerlingDe vraag wie zijn favoriete leer-
ling is, kan Tyas eigenlijk niet
beantwoorden, ook niet als hij
al zijn groepjes nog eens langs-
loopt. Misschien dat hij daar-
voor ook te diplomatiek is en
niemand voor het hoofd wil sto-
ten. Uiteindelijk wil hij wel het
damesgroepje met onder meer
Joke, Helma en Melissa noemen.
De meeste van die dames geeft
hij al lang les. Het leuke is dat
ze elkaar ook goed kennen,
fanatiek zijn, al behoorlijk goed
tennissen en ook nog steeds
bijleren. Zie daar de ideale mix
voor Tyas.
Het komt eigenlijk niet voor dat
Tyas zelf geen zin heeft om trai-
ning te geven. Voor een beetje
water is hij, als scout bij Wilhel-
minagroep Zeeverkenners
Utrecht waar hij ook al weer tien
jaar vrijwilligerswerk doet met
sport en spel op het water, niet
bang. Gewoon een regenpak
aantrekken. Vanwege de regen
zal hij niet snel een training
afgelasten. Al baalt hij er ook
wel eens van als het drie dagen
achter elkaar regent.
Hoe kijkt hij aan tegen een omnivereniging als Hercules?Aan de ene kant vindt hij dat het
als voordeel heeft dat je gemak-
kelijk van de ene op de andere
sport kunt overstappen of meer-
dere sporten tegelijkertijd kunt
doen. Maar natuurlijk is er ook
een behoorlijke concurrentie
van voetbal. Als ze moeten
kiezen - meestal in het begin
van de middelbare schooltijd
- geven veel jongens en meis-
jes de voorkeur aan voetbal.
En dat is toch wel jammer, te
meer daar er bij de jeugd heel
veel tennistalent zit en ze goed
presteren in de competitie, con-
stateert hij. Er is een jongens-
groepje dat de potentie heeft uit
te groeien tot het eerste team
als het bij elkaar kan blijven en
voldoende training krijgt. Maar
op dit moment zijn er voor de
talenten te weinig mogelijkhe-
den om ze naar een hoger plan
te brengen. Hercules kan met
een uur selectietraining extra
dan niet op tegen een tennis-
school die tien uur aanbiedt.
Misschien iets voor het bestuur
om over na te denken. Zouden
ouders van talentvolle spelers
niet wat extra willen betalen?,
vraagt Tyas zich af.
SelectietrainerWat persoonlijke ambitie be-
treft wil Tyas voorlopig door-
gaan met het geven van trai-
ningen bij Hercules. Dat is zijn
club waar hij alles en ieder-
een kent. Verder wil hij zijn
B-licentie gaan halen bij de
KNLTB, zodat hij leerlingen nog
intensiever kan begeleiden in
hun persoonlijke ontwikkeling.
Graag zou hij ook selectiespe-
lers willen gaan trainen. Die
trainingen zitten nu nog bij de
andere trainers, maar graag
zou hij wat overnemen. Hij
denkt dat in goed overleg wel
mogelijk moet zijn, want ze
hebben een goede onderlinge
samenwerking. Met hen zou hij
ook inhoudelijk de trainingen
met elkaar willen gaan doorne-
men. Niet om precies hetzelfde
te gaan doen, maar om van
elkaar te leren.
Tyas van den Berg is een
jonge, enthousiaste tennisle-
raar, die Hercules nog veel ple-
zier kan brengen.
Reinier van de Vrie
Dick werd geboren te Rotterdam in de wijk Spangen en dus voorbestemd om Sparta supporter te worden. Dit is hij altijd gebleven, zonder dat zijn andere grote liefde, Hercules, daar-onder heeft geleden. Dick had belangstelling voor sport in het algemeen en voetbal in het bijzonder en kreeg via Sparta (1888) interesse voor de oude clubs. Toen hij in de jaren 70 naar Utrecht verhuisde lag het voor de hand zijn zoon Thierry bij Hercules te laten voetballen en trad ook Dick medio 1975 toe tot onze gele-deren. Dick werd snel in de toen nog bestaande Hercules familie opge-nomen. Begon zijn actieve loopbaan als jeugdleider van het team van zijn zoon en trad ook als grensrechter op. Zijn karakter kwam daarbij reeds naar voren: betrouwbaar en eerlijk. Hij had naast zijn hobby voetbal een drukke werkkring. Als self-made man en de Rotterdamse geaardheid: geen woorden maar daden, had hij zich met volharding, hard werken en begenadigd met een dosis intelligentie, opgewerkt tot directeur van de IGLO divisie van Unilever. In 1986 ging Dick met pensioen en nam de voorzittershemer over van schrijver dezes. Al snel viel Dick met zijn neus in de boter: verhuizing naar het huidige complex en de bouw van een eigen sporthal. Bijna gelijktijdig vroeg het feit dat ons eerste zondag elftal tot een bedenkelijk laag niveau was afgezakt, de aandacht. Een aantal Herculanen stak de koppen bij elkaar en het plan om via prestatievoetbal hogerop te komen was geboren. Dick stond achter de plannen en diende die in een Algemene Ledenvergadering te verdedigen tegen een weer-barstig voetbalbestuur en oudere leden. Bedoeld bestuur wilde de zeggenschap over de twee selectie teams - dat werd onder-gebracht bij de Stichting Voetbal Top Hercules - niet uit handen geven. Dick toonde zijn bestuurlijke bekwaamheid en wilskracht en nam het feit dat het voetbalbestuur aftrad voor lief. De basis voor het huidige niveau was gelegd.Hercules heeft met Dick een Herculaan van de oude stempel verloren, die met behoud van de oude normen en waarden, met de ontwikkelingen binnen de vereniging is meegegaan. Hercules is hem veel dank verschuldigd en zeker de oude garde zal hem node missen en niet snel vergeten.
Wim Snooy
17
Voor de vierde keer in korte tijd hebben wij afscheid moeten nemen van een prominent Herculaan. Op 13 november jl. overleed op 91-jarige leeftijd ons Ere-lid en voormalig voorzitter Dick Suvaal.
I N M E M O R I A MD I C K S U V A A L
Het valt niet mee een inter-
viewafspraak te maken met
duizendpoot Maykel Tak. De
avonden zijn geen optie, want
dan loopt Maykel op de trai-
ningsvelden van Hercules of
Saestum. Overdag valt ook
niet mee, want dan smeert Tak
drie ochtenden namens de
All Sports Academy van René
van der Kooij broodjes voor
sportstudenten bij de Erasmus
Universiteit in Rotterdam. Of hij
voert gesprekken met trainers
van VV Maarssen en MSV
Montfoort, waar hij jeugd- en
technisch coördinator is.
Daarnaast staat Tak geregeld
achter de bar bij Hercules.
Onlangs tijdens het Oktober-
fest zelfs in Lederhosen. Dit
‘gestolen uurtje’ voor een
interview pakken we dan ook
met beide handen aan.
Kun jij eens in het kort beschrijven hoe jouw week eruit ziet?,,Laat ik maar beginnen bij de
maandag. Dat geloof je mis-
schien niet, maar ’s ochtends
doe ik niets. Ik neem dan zelfs
de telefoon niet op. In de mid-
dag doe ik wat administratie,
lees ik mijn mails en dan pak
ik de auto zodat ik om half vijf
in Maarssen ben. Daar voer ik
gesprekken met de trainers en
jeugdcoaches. Dat doe ik tot
ongeveer half negen. Dan rijd
ik naar Hercules waar ik om
negen uur de zaterdag 1 train
tot ongeveer half elf.’’
,,Op dinsdag hebben we het
All Sports Academy Sportcafé
bij de Erasmus Universiteit
in Rotterdam. Daar maak ik
broodjes voor de deelnemers
van elf tot half twee. In de mid-
dag pak ik een paar uur rust
en om zes uur ben ik Montfoort
waar ik trainers begeleid. Dat
doe ik tot half acht en dan
spring ik in mijn auto om op
tijd in Zeist te zijn. Om acht uur
train ik Saestum 1 waar ik sinds
dit seizoen hoofdtrainer ben.
Dat duurt tot tien uur en meest-
al praten we nog even na.’’
,,Op woensdag ben ik ’s och-
tends weer in Rotterdam bij de
Erasmus. Om drie uur ’s mid-
dags train ik bij Hercules de
D6. Dat is een uurtje en daarna
rijd ik weer naar Montfoort
voor de jeugdtrainingen bij
MSV. In de avond train ik dan
van half negen tot tien uur de
zaterdag 1 van Hercules.’’
,,Donderdag doe ik de admi-
nistratie van de All Sports
Academy. Om half zes ben ik in
Maarssen voor de jeugdtrainin-
gen en daarna, meestal om half
vier voer ik gesprekken met de
jeugdtrainers. Om acht uur
’s avonds ben ik weer in Zeist
om het eerste van Saestum
te trainen. Daarna is er staf-
overleg. Om elf uur is het dan
meestal wel klaar.’’
,,Vrijdag ben ik tot half twee in
Rotterdam voor de All Sports
Academy en in de middag ga
ik naar De Meern om bij Ben
en Anja (zijn ouders red.) te
eten. Dat is vaste prik.’’
,,Zaterdag begint de dag
vroeg. Om half negen ben
ik op het veld bij MSV of bij
Maarssen om jeugdw edstrij-
den te bekijken. ’s Middags
coach ik de wedstrijd van
Hercules zaterdag 1 en daarna
heb ik bardienst bij Emile.’’
19
Er zijn waarschijnlijk weinig mensen in Nederland die kunnen zeggen dat ze zes banen hebben. Maykel Tak kan dat wel. De kleurrijke trainer en bar-keeper verdeelt zijn tijd sinds dit jaar over Hercules, Saestum, MSV en VV Maarssen. Daarnaast werkt hij voor de All Sports Academy en staat hij ach-ter de bar bij Hercules. Hoe houdt een mens dat vol? De Herculaan sprak in een van de spaarzame vrije uurtjes af met Tak in restaurant Vink voor uitleg en een uitsmijter.
20
,,Zondag doe ik in de och-
tend meestal een bakkie bij
Hercules met Richard Bikker
en Robbert van Geelen. In de
middag zit ik op de bank bij
Saestum 1 en meestal kom ik
zondag in de namiddag nog
even naar Hercules.’’
We laten het even bezin-ken voordat we Maykel vragen: Hoe houd je dit vol?,,Haha. Ja dat vraag ik me ook
wel eens af. Ik merk af en toe
wel dat ik kapot ben. Mensen
verwachten meteen een
scherpe en aardige Maykel,
maar hoewel dat misschien
niet zo lijkt, ben ik natuurlijk
ook wel eens moe of niet in de
stemming. Het schakelen tus-
sen de clubs en al die mensen
met wie je te maken hebt is
zwaar. Ik ben gelukkig goed
in namen, maar voor de zeker-
heid heb ik voor elke club
aparte boekjes met namen
zodat ik niets vergeet.’’
Waarom al die banen?,,Uiteindelijk wil ik hoofdtrai-
ner van een topamateurclub
worden. Dat is mijn ambitie,
maar nu kan ik niet leven van
het trainerschap van alleen
Hercules of Saestum. Daarom
los ik het op zoals het nu gaat.
Maar je hoeft geen medelijden
te hebben. Ik vind het allemaal
hartstikke leuk.’’
Je bent pas 30 jaar. Waarom trainer en geen voetballer?,,Je zult het niet geloven,
maar ik vond voetballen hele-
maal niet leuk. Ik woonde
in Overvecht, speelde in de
jeugd bij HMS en het kostte
me allemaal te veel moeite.
Mijn moeder bracht me naar
het voetbal, maar veel plezier
beleefde ik er niet aan. Later
verhuisden we naar Voordorp
en belandde ik bij Hercules
in de C4. Ik keepte en haalde
zelfs nog even de zaterdag 1,
maar toen ben ik gestopt.
Teveel last van mijn achilles-
pees. Op mijn 17e wist ik dat
ik trainer wilde worden. Ik had
namelijk heel veel voorbeel-
den gezien van hoe het niet
moet. Ik begon met de E3 bij
Hercules. Daarna volgden de
B2, A2, B1, A1 als assistent, zon-
dag 1-assistent en nu dus de
Zaterdag 1’’
Wat voor type trainer ben je?,,Ik hecht veel waarde aan tac-
tiek en discipline, maar sta
altijd klaar voor mijn spelers.
Hoewel veel mensen mij vaak
zien als grapjas ben ik een
serieuze trainer. Lachen doen
we er ook bij, maar tijdens de
wedstrijden en trainingen wil
ik dat iedereen zich optimaal
inzet.’’
Je zat vorig jaar als assistent op de bank bij zondag 1 op het hoogste amateurniveau. Nu train je een derde- en vierde-klasser. Dat is een flinke stap terug.,,Het was inderdaad op alle
fronten even schrikken. Niet
alleen qua spelniveau, maar
ook merkte je dat de facilitei-
ten veel minder waren. Je krijgt
opeens weer te maken met
partijdige clubgrensrechters
en slechte scheidsrechters.
Maar het werd tijd om een
stap te maken. Ik moest op
eigen benen staan. René van
der Kooij en Jan Oosterhuis
vonden dat en eerlijk gezegd
schrok ik daar van. Bij Hercules
voelde alles erg vertrouwd en
nu moest ik opeens op eigen
benen staan bij een vreemde
club. Maar ik heb er geen
minuut spijt van gehad. Bij
Hercules train ik nu een super
gemotiveerde groep. Het cam-
pingniveau is er vanaf. We
hebben met zijn allen afge-
sproken dat we ons best gaan
21
doen om naar de derde klasse
te promoveren en we liggen
aardig op koers. Al is het veel
te vroeg om te juichen. Kris
Besselse is mijn assistent. Ik
ken hem van De Potdeksel en
op een avond hadden we het
er over hoe het zou zijn als Kris
mijn assistent zou worden. Kris
wilde namelijk wel wat in de
trainerswereld gaan doen. We
hebben afgesproken om het
de volgende dag in nuchtere
toestand nog eens te bespre-
ken en toen wilden we het
beide nog steeds. Gelukkig
maar want Kris is een enorme
toegevoegde waarde. Hij is een
sfeermaker en heeft verstand
van voetbal.
,,Bij Saestum ben ik in een
warm bad beland. De men-
sen zijn daar allemaal super
aardig en ze willen ook graag
presteren. In het begin is het
natuurlijk aftasten en wennen.
Mijn vader Ben is altijd bij de
wedstrijden tot nu toe. Hij, en
Richard Bikker, zijn mijn klank-
bord. Met Ben spreek ik de
wedstrijden na. Hij is eerlijk
en zegt me precies waar het
op staat. Voor hem was het ook
omschakelen. Ben ging altijd
naar zondag 1. Nu zit hij naar
een derde- en vierdeklasser
te kijken. Maar ik heb hem
gezegd dat hij af en toe best
weer eens op zondag naar
Hercules mag gaan.’’
De afgelopen jaren was je bij zondag 1 assistent van Jan Veldhuizen en Jan Oosterhuis? Welke trainer sprak je meer aan?,,Dat is moeilijk te zeggen,
want beide trainers hebben
hun specifieke kenmerken en
kwaliteiten. Jan Veldhuizen is
sterk in de communicatie met
de groep. Een echte sfeerma-
ker. Dat kan heel bepalend
zijn. Jan Oosterhuis heeft
goede oefenstof en maakt spe-
lers beter, maar hij is niet zo
sterk in de communicatie. Dat
kan een nadeel zijn. Een com-
binatie van die twee zou een
perfecte trainer opleveren.’’
Je hebt de sportieve suc-cessen van zondag 1 van dichtbij meegemaakt. Hoe vind je dat het nu gaat? ,,Het is een wereldprestatie
om met zo weinig financiële
middelen zo hoog te spelen.
Dat is puur de verdienste van
Werner van Geelen en later
René van der Kooij en Willem
Romp die met hun netwerk
voor een goede selectie heb-
ben gezorgd. Maar ik mis de
vervolgstap. We zeggen nog
steeds dat het ons is over-
komen, maar dat kun je niet
blijven roepen. Ik mis ook de
echte wil binnen de vereniging
om dit succes vast te houden.
We moeten meer vooruit den-
ken. Een Spakenburg zullen
we nooit worden, dat geld
is er niet en zo’n club moet
Hercules ook niet willen zijn.
Maar wat meer ambitie mogen
we best uitstralen. We heb-
ben geen plan B. Wat doen we
als we naar de tweede divisie
promoveren? En wat doen we
als we een keer degraderen?
We reageren op dingen die
op ons afkomen, maar je moet
naar mijn mening al een plan
hebben hoe daar mee om te
gaan. Aan de andere kant zie ik
ook dat er binnen de club een
grote stroming is die het alle-
maal weinig uitmaakt. Jammer,
want als je hier niet zuinig op
bent, ben je binnen een paar
jaar alles kwijt wat je hebt
opgebouwd. En als je terugzakt
naar de derde klasse, dan raak
je ook je goede jeugdspelers
kwijt aan betere clubs.’’
We hebben ruim anderhalf uur
zitten praten en nog gespreks-
stof voor vele uren, maar omdat
het donderdagmiddag is, moet
Maykel zich langzamerhand
voorbereiden op de rit naar
Maarssen. ,,Hoeveel kilometers
ik per week maak? Dat is een
goede vraag. Ik zal het eens
uitrekenen.’’
Nils de Kruijff
Kris en Maykel
22
Nadat Sydney gescherend had
geopperd of hij niet beter zijn
vrouw Sjoukje, voorlichter van
de Utrechtse burgemeester
Jan van Zanen, mee had kun-
nen nemen en de capuccino
in een kopje met schotel is
geserveerd kan het gesprek
beginnen.
Wie zijn ze eigenlijk en wat is de band?‘Ik ben dus Victor en sinds
1959 lid van Hercules. Ik kwam
in Utrecht notariaat studeren en
voetbalde tussen 1959 en 1965
in het eerste van Hercules.
Zo rond de tweede en derde
klasse. Lang niet zo hoog als
nu maar er waren ook minder
klassen. Ik zat trouwens op
kamers bij Hercules legende
Gerard Bastiaanse. En of het
daar nu vandaan komt weet
ik niet, maar ik heb Hercules
eigenlijk nooit losgelaten. Na
het voetbal ook nog 5 jaar
bestuurswerk gedaan al stond
het door mijn werk als notaris
in Lelystad en later in Frankrijk
waar ik ook heb gewoond een
tijdje op een laag pitje. Maar
na terugkomst heb ik de draad
weer opgepikt en stond ik
zelfs aan de basis van Stichting
Top. De bedoeling was om
sponsorbedragen onder te
brengen in een Stichting en
zo vooral het hoogste voetbal-
team een impuls te geven. Het
voornaamste doel was toen
het halen van goede trainers
en dat is met Cees Loffeld ook
wel gelukt. Echt van de grond
gekomen is het nooit omdat
je met gedoe zat wie er alle-
maal precies onder Stichting
Top moesten vallen en ook
wel dat het botst met de omni
gedachte, maar wat me vooral
opviel was dat er veel crea-
tieve gedachtes en plannen
zijn maar dat het als het op
uitvoering aankomt iedereen
ineens weg is. Wil zoiets echt
werken dan moet je als team
aan de slag en vooral ook op
bedrijven af, maar dat is er
volgens de inmiddels tot ere-
lid benoemde Hak nooit van
gekomen’.
Sydney Volten raakte via zoon
Sam betrokken bij Hercules.
Eerst door inbreng bij Cham-
pionsleague van de allerklein-
sten toen bij de F’jes maar
toen Sam bij de e’tjes Achraf
Nejmi, eerste elfal speler
van Hercules 1 inmiddels bij
IJsselmeervogels in de basis,
als trainer kreeg, ging hij ook
meer en meer bij het eerste
kijken.
‘Geweldige trainer, gewel-
dige voetballer en geweldig
mens die Achraf en ik merkte
“De ideëen zijn er wel, maar het schort aan de
uitvoering”
Een oproep van Victor Hak en Sydney Scholten
Na een wedstrijd van het eerste trok oud-gedien-de Victor Hak mij aan mijn jasje. Hij wilde weten wat ik van het niveau vond en had het daarna over zijn plan. Een en ander ging wat verloren in het feestgedruis en het schudden van talrijke handen. Ook al langs de lijn sprak betrokken vader Sydney Volten mij aan of ik het al wist van het plan van Victor en toen ook hoofd technische zaken René van der Kooij er over begon leek het me tijd voor een gesprek.
dat ik het voetbal en de sfeer
ook mooi vond. En dan al die
promoties en steeds leukere
en klassiekere tegenstanders.
Prachtig. Wel merkte ik dat ik
gaandeweg vond dat men wat
te weinig door had wat voor
moois er op dat veld gebeurt
en hoe goed die prestaties
eigenlijk waren. Ook vond ik
veel dingen gewoon niet goed
geregeld werden er afspraken
niet nagekomen en ja als je
een grote mond hebt, en dat
heb ik, dan moet je er ook wat
mee doen. Zo kan er ook best
wat meer rondom de wedstrij-
den van het eerste worden
gedaan. Vooral een line-up met
jeugdteams; dat is toch prach-
tig. Alleen maar wat van de
kant roepen is niet mijn stijl. En
toen kwam ik Victor tegen en
merkte ik dat hij op veel pun-
ten hetzelfde dacht als ik’.
Het plan.Eigenlijk komt het er op neer
dat onze kritische geluiden zijn
opgepikt en voetbalvoorzit-
ter Michiel Commandeur ons
gevraagd heeft Stichting Top
nieuw leven in te blazen. We
trekken daarbij samen op met
Harry Wijdeveld die vooral
achter bedrijven aangaat, maar
ook het schenken van de wed-
strijdbal (75euro) of het spon-
soren van de man of the match
is mogelijk (100 euro).
Bij ons plan richten we ons
echter vooral op mensen die
Hercules als persoon een warm
hart toedragen. Wettelijk is
het namelijk mogelijk om een
zogenaamde lijfrenteschen-
king te doen aan Hercules die
aftrekbaar is voor de belasting.
Wel verplicht de persoon zich
dan om jaarlijks en gedurende
een periode van vijf jaar een
bedrag van tussen de 250 en
1000 euro over te maken. De
schenker kan overigens zelf
aangeven waar zijn geld aan
besteed wordt. Hoewel deze
redacteur nog steeds glazig
kijkt als het gaat om aftrek-
baarheid of het fenomeen
bijtelling heeft hij zich toch
laten meeslepen door het plan
van Victor en Sydney, want
voetal op niveau is toch wel
erg leuk en helaas is de tijd
voorbij dat dit voor een appel
en een ei kon. Kortom, als je
net als ik vind dat er weinig
mooiers is dan een wedstrijdje
op niveau kijken waar je half
Utrecht tegenkomt en dan wat
slap over voetbal te ouwehoe-
ren, neem dan contact op met
Victor Hak, [email protected]
06-53153346 of Sydney Volten,
06-53549525.
Ton van Rietbergen
23
Sydney Volten (l) en Victor Hak
Ze zijn gek op het spelletje. En daarom staan ze er elk weekend. Weer of geen weer.
Spelers. Teamleiders. Supporters. De scheidsrechter. Samen maken zij het amateurvoetbal
in Nederland. Die liefde voor voetbal herkennen wij als geen ander. Daarom is ING niet
alleen hoofdsponsor van het Nederlands elftal, maar steunen we ook ons amateurvoetbal
met o.a. lokale sponsoring, het Welpenvoetbal en onze financiële kennis. En als hoofdsponsor
van de KNVB blijven we daar met liefde onze bijdrage aan leveren.
Er altijd staan om half negen op zondagochtend
Oranje is liefde voor voetbal
ING2730_Adv. Amateurvoetbal_210x297.indd 1 27-06-14 09:46